KIK 135. Ontwerptekening ‘Tuin met pauw en zwaan’, Céramiques Décoratives de Hasselt

Page 1

ONTWERPTEKENING ‘TUIN MET PAUW EN ZWAAN’ Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); papier, potlood, inkt & waterverf; ontwerp: h. 16,6 x b. 29 cm; totale hoogte: h. 17,4 x b. 29,3 cm. inv. nr. 1988.0303.00; Aankoop Stadsbestuur Hasselt, 1988.


Inleiding Tijdens de afbraak van de Hasseltse keramiekfabriek in 1975 werden zowat 125 tekeningen en documenten door Jean Peeters van de vernietiging gered (1). Daarbij gaat het overwegend om originele, doorgaans ingekleurde ontwerptekeningen van tegelfriezen, losse tegelpanelen en uitgewerkte presentatietekeningen voor volledige interieurbetegelingen. Gelukkig heeft deze collectie de laatste jaren stilaan de aandacht gekregen die ze verdient (2). Het is im m ers zonder enige tw ijfel één van de belangrijkste bronnen voor de kennis van de bouwaardewerkproductie van de Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt. Als we de reeks ontwerpen in zijn geheel beschouwen valt op dat sommige tekeningen los staan, terwijl andere duidelijk tot een reeks behoren of teruggaan op een welbepaald ensemble. Zo bestaan sommige inventarisnummers uit meerdere tekeningen op één blad, terwijl anderzijds verschillende ontwerpen die duidelijk tot hetzelfde ensemble behoren over verschillende tekeningen zijn uitgewerkt. De anonieme ontwerptekening Tuin met pauw en zwaan’ (3) - die op het eerste zicht op zichzelf lijkt te staan - geeft ons de mogelijkheid tot het leggen van diverse verbanden. Het is dan ook een ideaal uitgangspunt voor een verdere exploratie van een deel van de gehele collectie.

Beschrijving en functie De geaquarelleerde tekening is duidelijk een ontwerp voor een wandvullende tegelbekleding met centraal daarin een schouwmantel. Op de schouwboezem is een sierlijke pauw afgebeeld. Links daarvan zien we op de voorgrond de aanzet van een trappartij waarvan de hoofdbaluster met een bloemencoupe is versierd. Rechts van de schouwboezem vinden we een vijver met zwaan terug. Op de verticaliteit van het centrale gedeelte wordt in de zijpanelen ingespeeld door de goed gekozen plaatsing van enkele bomen, wat voor een evenwichtige uitwerking van het geheel zorgt. Onderaan is een lambrisering ingetekend die uit standaardtegels is opgebouwd. Verder is zowel de precieze plaats van de deuropening als die van de schoorsteenmantel aangegeven. Ook de concrete verdeling van de voorstelling over de tegels is - door de aangebrachte rastering van het tegelpatroon - van het ontwerp af te lezen. Daardoor kunnen we ons een goed beeld vormen van de exacte maten van het project. Het maakt ook duidelijk dat deze tekening geen gewone vingeroefening was, maar wel degelijk een echte, voor uitvoering bedoelde ontwerpstudie. De lambrisering is van onder naar boven toe opgebouwd uit een rij plinttegels, een rij smalle boordtegels, vier rijen standaardtegels en een rij met diverse boorden, door randtegels bekroond. In totaal is dit onderdeel zowat 6 tegels - omgerekend zowat 90 cm - hoog. Het landschapspaneel zelf telt 16 rijen tegels en is omgerekend dus zowat 2,40 m hoog. Dit brengt de totale hoogte van de realisatie op 3,30 m, wat rond 1900 voor herenhuizen een vrij normale hoogte was. Ook de breedte van het geheel kan perfect afgelezen worden. Het linkertafereel loopt immers over 12 tegels, terwijl het middentafereel 8 tegels beslaat - met aan weerszijden anderhalve tegel voor de bekleding van de zijflanken van de schouwboezem. Het rechter tafereel loopt over 10 en een halve tegel en wordt - vermoedelijk in een hoek naar de deur toe - aangevuld met een boord van iets meer dan anderhalve tegel. Dit alles brengt de totale lengte van de kamer op ongeveer 4,60 meter. Verder valt op dat het verband waarin de tegels op dit ontwerp ingetekend zijn laag per laag verspringt. Hoewel een dergelijke verspringing ook bij andere tegelfabrieken voorkomt - met name bij enkele Engelse fabrieken als Doulton of Carter & Co - is dit in België eerder ongebruikelijk. Enkel bij de


Brusselse firma Vermeren-Coché is dit eveneens geregeld terug te vinden. Binnen de totale productie van de Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt is een dergelijke verspringing echter bijzonder karakteristiek. Mogelijk slaagde men er hierdoor iets gemakkelijker in om de kleine maatverschillen tussen de verschillende tegels op te vangen. Uiteraard was een ontwerptekening als deze zowel voor de klant als voor de producent belangrijk. Gezien men bij dergelijke opdrachten volledig op maat werkte - geen enkele kamer had immers precies dezelfde afmetingen —kon men zich als producent van wandtegelpanelen volledig naar de wens van de klant schikken. Na prospectie van diens wensen op basis van modelboeken, eigen handelscatalogi of een waaier aan bestaande ontwerptekeningen, vooral bedoeld om de vele mogelijkheden van tegeltoepassingen aan potentiële klanten voor te stellen, werden vervolgens in onderling overleg onderwerp, vorm en kleurengebruik voor het concrete project vastgelegd. Op basis van een ontwerptekening als Tuin met pauw en zwaan’ kreeg de klant daarna een goed idee van hoe zijn opdracht er definitief zou uitzien en wat de totale kost ervan bedroeg. De aquareltekening was ook belangrijk om mogelijke latere discussies over de uitvoering te vermijden. Voor de tegelproducent was een goed uitgewerkte ontwerptekening verder een essentieel werkinstrument bij de concrete realisatie van de tegelbekleding. Op basis van deze tekening werd het ontwerp namelijk overgezet op de blanco biscuittegels die in de maat van het te vervaardigen paneel op een groot, lichtjes achteruit hellend houten raamwerk werden uitgezet. Daarbij werkte men in de Hasseltse keramiekfabriek vermoedelijk zowel op basis van de bewaard gebleven kleine ontwerptekeningen als op basis van op de juiste schaal uitgewerkte realisatietekeningen. Beide soorten tekeningen zijn immers duidelijk zichtbaar op een in 1907 gepubliceerde interieurfoto van het Hasseltse decoratieatelier die ons een goed beeld geeft van de concrete werkwijze bij de realisatie van een tegelpaneel (4).

Gezien het vele en technisch ook hoogstaande handwerk is het niet verwonderlijk dat - terwijl de prijs voor de met lijndecoratie gegoten tegels van 15 op 15 cm 30 frank per m2 bedroeg - tegelpanelen pas vanaf 80 frank per m2 beschikbaar waren. Het spreekt vanzelf dat dit de meest kostbare vorm van tegelversiering was. Wellicht dienden deze vrij dure panelen dan ook een beetje om de status en de financiële draagkracht van de eigenaar aan de voorbijganger of bezoeker kenbaar te maken.


Stijl en inspiratiebronnen De ontwerptekening Tuin met pauw en zwaan’ behoort binnen de bewaard gebleven ontwerpen die in diverse stijlen werden uitgevoerd - met naast neoclassicisme, neogotiek en neorenaissance ook barok, Lodewijk XVI-stijl en invloeden vanuit de mozarabische wereld - , tot de grootste en artistiek gezien ook belangrijkste groep ontwerptekeningen van de Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt. Het hoort immers zowel wat thematiek als wat stijl betreft duidelijk thuis in de moderne ‘style esthétique’, de vernieuwende, sterk op de natuur geïnspireerde art nouveaustijl met zijn karakteristieke vloeiende lijnvoering. Dergelijke landschapstaferelen waren - voor wie het zich kon veroorloven -vanaf 1895 internationaal bijzonder geliefd als versiering voor wintertuinen, veranda’s of al dan niet overdekte terrassen, terwijl ze ook terug te vinden zijn in cafés, restaurants, brasseries en diverse andere handelszaken. Voor de thematiek van deze tegelpanelen werd niet toevallig zeer geregeld geput uit de brede natuur. In de art nouveau ging de voorkeur immers - onder sterke invloed van symbolisme en theosofie - uit naar de weergave van bloemen en planten met sierlijke ranken of bladeren en zo mogelijk ook met een betekenisvolle symboliek. Ongemeen populair waren toen onder meer de zonnebloem, de roos, de orchidee, de iris en lelie, de papaver en klaproos, de lotus en waterlelie, de chrysant en de distel (5). De invloed van belangrijke plaatwerken zoals ‘La Plante et ses applications ornementales’ uit 1897 van Eugène Grasset, ‘Etude de la Plante, son application aux industries d’art’ uit 1900 van M.P. Verneuil of de ‘Neue Formen’ uit 1897 van Otto Eckmann waarin heel wat stileringen of abstraheringen van inheemse planten waren opgenomen, was daarbij groot. Ook de op het ontwerp Tuin met pauw en zwaan’ afgebeelde dieren vallen binnen de algemene voorkeuren in de art nouveau. Zowel de kleurrijke pauw als de witte zwaan waren in deze periode ongemeen populair. De pauw kreeg vanaf 1876 in de meest uiteenlopende kunstkringen heel wat aandacht door de realisatie van de nu wereldberoemde ‘Peacock Room’ door de Amerikaanse schilder James McNeill Whistler. Deze versierde de eetkamer van het Londense huis van F.R. Leyland namelijk met een spraakmakend, sterk japoniserend decor met pauwen. Bekend is verder ook de monumentale bronzen pauw die Alphonse Mucha in 1901 ontwierp voor de winkel van de Parijse juwelier Fouquet in de Rue Royale 6. Ook de belangrijke Belgische art nouveaukunstenaar Philippe Wolfers maakte diverse werken waarin een pauw prominent op de voorgrond staat. Naast een glazen vaas, gaat het hierbij onder meer om de tafellamp Juno uit ca. 1899 en om de monumentale sculptuur ‘La Fée au paon’. Het invloedrijke en veelvuldig gepubliceerde behangpapierontwerp T h e Peacock Garden’ van Walter Crâne voor Jeffrey & Co tenslotte, leidde tot navolging. Het vertoont niet alleen enige verwantschap met een ontwerp van W. Morse uit 1902 dat in The Studio werd gepubliceerd (6) maar inspireerde mogelijk ook de Hasseltse keramiekfabriek voor de commercieel bijzonder succesvolle ‘Frise Paon’ met modelnummers 152 en 153 in de Hasseltcatalogus (7).

Gezien de grote populariteit van de pauw in de toegepaste kunsten rond 1900, lijkt het dan ook geen toeval te zijn dat het centrale motief uit het Hasseltontwerp Tuin met pauw en zwaan’ sterk verwant is aan gelijkaardige realisaties van onder meer het Maison Helman, Gilliot in Hemiksem of Utzschneider & Jaunez te Sarreguemines (Frankrijk).


I

Ook de witte zwaan - sinds de romantiek een ongemeen populair motief in de kunst - is herhaald terug te vinden zowel binnen het werk van de Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt zelf als daarbuiten. Internationaal toonaangevend was hier onder meer het werk van de veelzijdige Duitse art nouveaukunstenaar Hans Christiansen, waarvan een omslagversiering met zwanen voor het tijdschrift ‘Jugend’ grote bekendheid verwierf (8).

Interne verwantschappen Het ontwerp Tuin met pauw en zwaan’ staat - zoals gezegd - binnen de reeks Hasseltontwerpen niet helemaal alleen. Bij grondige analyse van de volledige reeks ontwerpen springen namelijk diverse verbanden in het oog die ook terugvoeren naar de twee belangrijke door Jacques Madiol (1871-1950) gesigneerde ontwerpen die we kennen uit de Hasseltse handelscatalogus van 19001904, met name het ‘Zwanenmeer’ uit 1896 en het dubbelpaneel Tuin met ondergaande zon’ uit 1898 (9). Zoals eerder door Sabrina Polus uitvoerig werd aangetoond (10) gaat één Hasseltontwerp duidelijk terug op het linkerluik van het Madiolontwerp Tuin met ondergaande zon’ uit 1898. Het is gezien de artistiek zwakkere uitwerking, de opgave van exacte maten en een latere datering overduidelijk dat het hierbij om een werktekening voor een concrete realisatie gaat. In dit verband is het echter vooral het rechterluik van hetzelfde Madiolontwerp dat ons verdere aanknopingspunten biedt. In de collectie ontwerptekeningen bevinden zich immers vier kwalitatief hoogstaande tekeningen die sterk met het tuinontwerp van Madiol verwant zijn. Bij deze ontwerpen gaat het telkens eveneens om een tuin- of parktafereel waarin een beeld of tuinornament centraal staat. In plaats van de fluitspelende Pan uit het tweede luik van Tuin met ondergaande zon’, zien we hier respectievelijk - en telkens eveneens op een sokkel geplaatst - Venus, Cupido, een tuinvaas en tenslotte een bloem encoupe voor een vijver met daarop twee zwanen (11). Gezien de verwantschap en de duidelijk hogere artistieke kwaliteit, ligt een toewijzing van deze vier ontwerpen aan Madiol voor de hand.



Het ontwerp ‘Tuinvijver met zwanen’, waarop een duidelijk veel zwakkere variant bestaat, herinnert overigens enigszins aan het ‘Zwanenmeer’, het andere ons bekende Madiolontwerp. Ook een ontwerp voor een klein paneeltje met zwanen sluit hier thematisch bij aan (12).

Naast de zwanen werden overigens nog diverse andere elementen uit deze Madiolreeks hernomen. Zo vinden we een gelijkaardig tuinpaviljoen met bloemencoupe en tuinvaas terug op een ontwerp voor een groot landschapstafereel, terwijl we op een ander tafereel een tuinpaviljoen en een bloemencoupe aantreffen (13). Ook de bloemencoupe en de vijver met zwanen uit ons ontwerp ‘Tuin met pauw en zwaan’ sluit hier perfect bij aan, zowel wat onderwerp als wat uitvoering betreft. Ondanks de verwantschap met de door ons aan Madiol toegewezen ontwerpen is duidelijk dat hier een heel andere, veel minder virtuoze hand aan het werk was. Het gaat daarbij mogelijk om werk van Alfred Gilissen die voor de Hasseltse keramiekfabriek tot 1906 als ontwerper werkzaam was, of van Lambert Hechtermans (1888-1972) die van 5 september 1906 tot 31 juli 1920 voor Hasselt actief was (14). Door gebrek aan concrete archiefgegevens is dit voorlopig echter niet met zekerheid te bepalen.


Een bijzondere realisatie Door het ontbreken van een concrete lijst van realisaties, of van boekhoudkundige overzichten waaruit dergelijke gegevens afgeleid kunnen worden, is het voorlopig niet mogelijk na te gaan of het ontwerp Tuin met pauw en zwaan’ als zodanig concreet werd gerealiseerd. Wel is ons een bijzondere realisatie van de Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt bekend die overduidelijk op dit ontwerp terug te voeren is. Het gaat daarbij om een monumentaal aandoend geheel dat door de Hasseltse keramiekfabriek, na het behalen van de ‘Grand prix’ op de wereldtentoonstelling van 1905 in Luik, met het oog op de promotie van zijn eigen producten in het toenmalige Warenmuseum - nu Raamtheater - in de De Vrièrestraat 36 in Antwerpen werd opgebouwd.

De g ro te b lik v a n g e r in d it e n s e m b le is onm iskenbaar het centrale tegelpaneel met pauw. De rest van het geheel is als een ware staalkaart van het productieaanbod opgebouwd. Het centrale paneel wordt immers geflankeerd d o o r d iv e rs e s ta n d a a rd te g e lm o d e lle n waaronder de catalogusnummers 128, 136 en 158 - afgewisseld door zuilen en consoles en bekroond door een opvallend bouwornament met catalogusnummer 14. Vergelijken we deze concrete realisatie met het overeenkomstige onderdeel uit het ontwerp Tuin met pauw en zwaan’, dan valt op dat hoewel de pauw zelf haast zonder wijzigingen terugkeert, het gerealiseerde tafereel veel krachtiger is uitgewerkt. De lagere horizon, het verplaatsen van de bloemenranken en de toevoeging van een boom stam en enkele goed geplaatste, van bladeren voorziene takken, versterken duidelijk het effect van verticaliteit. De kwaliteit van de uitvoering in cloisonnétechniek geeft ons hierbij een uitstekend idee van de mogelijke pracht bij uitvoering van het ontwerp Tuin met pauw en zwaan’ dat hiervan werd afgeleid of hier aan de basis van lag.

Besluit Uit dit concrete verhaal blijkt duidelijk dat de Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt bij de uitwerking van bijzondere opdrachten zeer creatief te werk ging en diverse onderdelen uit bestaande ontwerpen moeiteloos tot nieuwe aantrekkelijke gehelen combineerde. Het is een praktijk die we bij andere belangrijke Belgische producenten terugvinden, maar die we door het ontbreken van voldoende archiefmateriaal slechts uitzonderlijk zo goed kunnen documenteren.


Eindnoten 1. Deze documenten werden in 1983 ter beschikking van het Jenevermuseum gesteld die ze later aan het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof overdroeg, MSW inventarisnummers 1988.0211-1988.0334. Zie hierover ook Gérard Prijs, ‘Levende industriële archeologie’ in: Het belang van Limburg, november 1983, p. 37. 2. Zie hiervoor onder meer S. POLUS, Gracieus, p. 42-46; S. POLUS, Ontwerptekening voor een tegelwand ‘Tuin met vrouw”, (K unstin de kijker, 113) en uitvoerig ook M. BAECK, Ravissant, p. 51-60. 3. MSW 1988.0303.00. 4. Industries Céramiques 1907, p. 201. Voor verdere toelichting over de productie van wandtegelpanelen zie M. BAECK, Ravissant, p. 60-61. 5. Zie: -, Jugendstil-Blüten. Florale Dekorationen im Kunsthandwerk des Jugendstils, Berlin, Bröhan-Museum, 1985 en -, Bloeiende symbolen. Bloemen in de kunst van het fin de siècle, ‘s-Hertogenbosch, Noord-Brabants Museum, 1999. 6. Zie respectievelijk: -, The Work o f Walter Crâne with notes by the Artist, The Easter A rt Annual for 1898, Extra N um berof The A rt Journal, London, 1898, p. 23 en The Studio, Volume 24 (1902), p. 259. 7. Dit model is onder meer terug te vinden in de gevel van de brede herenwoning met koetspoort aan de Van Maerlantstraat 85 in Blankenberge, in 1905 door stadsarchitect Cosman ontworpen; in de gevel van de woning annex magazijn voor de bouwondernemer Fammelaere in de Wegvoeringsstraat 46 te Wetteren, een art nouveauontwerp van Geo Henderick uit 1905; in de gevel van de eclectische bel-etagewoning in de Belliardstraat 185 te Etterbeek; in de baksteengevel aan de Sint-Rochuslaan 1 in Borgloon en in de gevel van de dubbelwoning op de Elfde Novemberwal 8-10 in Tongeren. Het model vertoont overigens enige overeenkomst met de tegelfries met pauwen van de S.A. Compagnie Générale des Produits Céramiques uit Saint-Ghislain (prov. Henegouwen) afgebeeld in ‘Lambris E’ op patroonkaart 6 van deze firma. Zie afbeelding in M. BAECK, Ravissant, p. 166. 8. Jugend, jrg. IV (1899), nr. 4 2 ,1 4 oktober. 9. Voor verdere gegevens over de begaafde portretschilder Jacques Madiol of Madyol (1871-1950) - hij spelde zijn naam op twee manieren - en zijn werk voor de Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt en het Brusselse Maison Helman zie M. BAECK, Ravissant, p. 38-39 en 52 w . 10. S. POLUS, Gracieus, p. 43-44 en S. POLUS, Ontwerptekening voor een tegelwand “Tuin met vrouw”, (Kunstin de kijker, 113). Het ontwerp draagt het inventarisnummer MSW 1988.0236.00 en is gedateerd “Hasselt, Ie 23 août 1902” en bijgevolg zonder enige twijfel van latere datum dan het Madiolontwerp. 11. Respectievelijk MSW 1988.0314.00,1988.0315.00,1988.0317.00 en 1988.0316.00. Ook MSW 1988.0313.00 ‘Klimop’ lijkt van dezelfde hand te zijn. 12. Voor de variant zie MSW 1988.0304.00. Zwanen zijn ook nog aan te treffen in MSW 1988.0224.00. Er zijn twee uitvoeringen bekend die op de ‘Zwanenmeer’-ontwerpen lijken terug te gaan, met name een groot paneel in een interieur aan de Sint-Truidersteenweg (omslagafbeelding Hasselt, Catalogus Jenevermuseum) en een klein gevelpaneel aan deThonissenlaan (afgebeeld in M. BAECK, Ravissant, p. 66), beide in Hasselt. Ook een van de panelen gerealiseerd voor het voormalige hotel Grande Maison du Levrier & de l’Aigle Noir - nu zetel van de industriebank LIOF - in de Boschstraat 76 te Maastricht is hier sterk mee verwant. Zie hierover verder M. BAECK, Ravissant, p. 83. 13. Zie MSW 1988.0301 -302.00 en 1988.0324.00. 14. Hasselt, Catalogus Jenevermuseum, z.p.


Beknopte literatuurlijst -, Hasseltse porselein en keramiek 1890-1952, Hasselt, Nationaal Jenevermuseum, 1983. -, Ministère de l ’Industrie et du Travail. Office du Travail et Inspection de l’Industrie, Monographies Industrielles - aperçu économique, technologique et commercial. Groupe IV. Industries Céramiques, Bruxelles, J. Lebègue & Cie / O. Schepens & Cie, 1907. M. BAECK & B. VERBRUGGE, De Belgische A rt Nouveau en A rt Déco wandtegels 1880-1940, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Monumenten en Landschappen, (M&L-cahier, 3),1996. M. BAECK, Ravissant. Hasseltse bouwkeramiek 1895-1954, Hasselt, vzw V.U.H.K., 2005. S. POLUS, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954). Een studie rond historiek, productie en stijl. Verhandeling tot het verkrijgen van de graad van licentiaat in de Kunstwetenschappen, K.U.Leuven, 2001, Volume I Tekst en bijlagen, Volume II. Afbeeldingen. S. POLUS, Gracieus. Hasseltse keramiek uit de belle époque, Hasselt, Stedelijk Museum StellingwerffWaerdenhof, 2002. S. POLUS, Ontwerptekening voor een tegelwand ‘Tuin met vrouw” “Céramiques Décoratives de Hasselt” (18951954), Hasselt, Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, 2002, (Kunst in de kijker, 113).

Handelscatalogi: -, Maison Helman, Bruxelles, Fabrique de Panneaux décoratifs et de Revêtements en Céramiques d ’Art, verkoopscatalogus, na 1905, met bijhorend Tarif (collectie Museum voor oudere technieken Grimbergen, Dv cat A 279). -, Maison Helman - Céramiques d ’Art, Bruxelles, verkoopscatalogus, na 1906, aanvullende kleuruitgave bij de voorgaande catalogus (incompleet) (collectie M. Baeck). -, Manufacture de Céramiques Décoratives société anonyme Hasselt (Belgique), verkoopscatalogus, circa 1900-1904 (collectie Museum Stèllingwerff-Waerdenhof, inventarisnummer M S W 1988.0389.00; een tweede exemplaar bevindt zich in een privéverzameling). -, Tarif Général N° 30. Manufactures Céramiques d’Hemixem, Gilliot & C° Hemiksem, verkoopscatalogus, 1914 (collectie Mario Baeck). Bronnen: Museum Stellingwerff-Waerdenhof, Ontwerptekeningen en documenten van de Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt, inventarisnummers MSW 1988.0211.00-1988.0334.00.



tekst

Mario BAECK

gË^..

toto's:

Stedelijke Fotodienst / Mario Baeck

copyright:

Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof

■ Jci

Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT 011-24 10 70 fax 011-26 23 9$ e-m ail: stellingwerffwaerdenhof@hasselt.be

j

■ ’

i ii

In dezelfde reeks verschenen: 1991 :

1. Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e • b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895

en 1914; 4. Blazoen rederijkerskamer ‘De Roode Roos’, D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij ‘Week-end’, L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij ‘De Grote Markt’, J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992 : 11. Schilderij ‘De

Grote Man’, F. Minnaert, 1983; 12. Mirakelprent 0.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, Hasselt,

19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurbaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 17. Portret abt Eucherius Knaepen, P.J. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij ‘Het bos’, Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21. Schilderij ‘O.-L.-Vrouw met Kind’, Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993 : 22.

Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen “Den Soeten

Naeme Jezus”, 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G. Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium of “monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286; 28. Schilderij ‘Strandtafereel’, 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., kopergravure; 30. Beeld “Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994 : 32.

Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache ‘De Meukes’, ca. 1890, Paul Marie

Bamps (1862-1932); 37. Kroningsprent 0.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de Historia Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1676); 39. Litho “Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor “Overhandiging...” muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-1901); 41. Aquarel ‘Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831’, A. von Geusau, 1835.

1995 : 42.

Gevelplaat “Veloce-Club hasseltois ‘Utile *

Duld’ - 2 mai 1892"; 43. Olieverfportret van Arnoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans,

1989; 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47. Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij “IJzel en mist”, Djef Anten (1851-1913); 49. Aquarellen “Hasseltse water-molens, 1893/94", Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto “Jongeman met badmuts”, gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren reliekhouder H.Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996 : 52.

Olieverfschilderij “Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote M arkf, 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G Vaesen (1768-1864), 1819, M.G.

Tieleman; 54. Vaandel “Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920”, Hasselt; 55. Groepsportret “Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, olie op paneel; 56. Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. 2 reflectoren; zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederid, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij “Blauw Tafereel", Pierre Cox (1915-1974).

1997 : 62.

Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman, 1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64.

Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg’, 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Nolens (°1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, vier geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716); 68. Borstbeelden 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. 'Portret van mijn dochter Madeleine' & 'Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld

Homo Sedens, Hub Baerten (°1945); 71. Beeld ‘0.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham.

1998 : 72. 'Panorama van Hasselt', Steven Wilsens (°1937); 73.

Portret Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het kader

v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & ‘Hasseltse speculaas'; 76. Wandtapijt "Euskadi: balladen en legenden”, 1985, Simone Reynders (°1924); 77. Schilderij “Herfst - kasteel Henegauw”, 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst “Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918”, nt. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij “Veldslag in een korenveld”, 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999 : 81.

Litho's

Hasselt gezien tussen 1960-1979, Jac. ledu c (°1921); 82. Het huis Stellingwerf! (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en geproduceerd

in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céramiques Décoratives de Hasselt [1895-1954]: overzicht van de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume Stellingwerff (1841-1923); 88. Register “Co(e)mans”, handschrift, 1611; 89. Standaard voor de “Maatschappij Minerva”, 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000 : 90.

Schilderij “Portret

van Dr. L. Willems” (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “Ster"

van de Roode Roos, 1627; 93. Litho “Gezicht op de Leopoldplaatst, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analemmatische zonnewijzef in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Ridder Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920}, 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “Irisseif, ca. 18961905. 98. Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique, 1858. 2 0 0 1 : 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij

“Stadspanorama van Hasselt", 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarot* 102.

Karikatuurtekeningen “10 Hasseltse figuren”, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeën 11® Linieregiment: “Coupe du Roi Albert" & “Coupe Prince Léopold” (2); 104. Affiche “Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l’occasion de la kermesse...’ , 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad Hasself, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107. Affiche “KEMPO - bronnen en limonaden", Druk. E. Roose, Hasselt. 2 0 0 2 : 108. Zes wandkleden over “Het Sacrament van

Mirakel van HerkenrodeT, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Twee eeuwen, twee werelderf ; 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode Roos'; 111. Keramische vaas “Ros Beiaard en de Vier Heemskinderen”, Simonne Reynders(1924); 112. Keramische vaas in lusterglazuur, Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel Tuin met vrouw*; 114. Jaarkalender CeysensRoose, 1912; 115. Affiche 'Landbouwdagen 1900'; 116. Schilderij ‘Vlaggen’, Jac. Leduc (°1921);

2003 : 117. Sculptuur ‘Icarust, Robert Vandereycken (°1933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche “Langemansbief, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij, 2 tegelpanelen en majolicategels; 121. kopergravure ‘Exlibris familie Weytend; 122. Schilderij 'Gordon-Bennet, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. Schilderijen ‘Geboortehuis! & ‘Gezicht op Romboutstoren van Mechelerf, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘In Sint-Lambertud, 1801; 2004 : 126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘Grote Capucienenstraat, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent 'Gezicht op de Boulevard met links de gevangenis’, Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17® eeuw; 130. Affiche van het eerste Nederlands Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. Alambiek afkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in Hasselt, E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning “150 jaar Koninklijk Atheneum Hasselt, Luc Verlee (°1939), 1994; 134. Schilderij ‘Hubert Leijnen (1909-1997), hoofdredacteur van HBvL van 1929 tot 1976, Eugène Polus, 1951.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.