KIK 137. Portret in pastel ‘Polydoor Daniëls (1845-1944)’, 1928, Jos. Damien (1879-1973)

Page 1

PORTRET IN PASTEL ‘POLYDOOR DANIELS(1845-1944)’ Voorstudie; Jos. Damien (1879-1973); 1928; Pasteltekening; Hoogte 26 x breedte 23 cm. inv. nr. 1993.0008.00; Schenking vzw Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Hasselt.



Een voorstudie van hoge kwaliteit Jos. Damien heeft E.H. Polydoor Daniëls trefzeker geportretteerd als een minzame en tegelijk zelfverzekerde geestelijke met golvende grijze haardos. De onmiskenbare trots die uit de houding van de geportretteerde spreekt, wordt ook weerspiegeld in een lintje dat tussen de 2een 3e knoop van zijn soutane prijkt. Door de romp enigszins naar links te wenden en het hoofd naar rechts, vermeed de kunstenaar dat zijn model al te statisch zou vereeuwigd worden. Daniëls is op dat moment 63 jaar oud. Uit het kleine formaat en het gebruik van pastel, kan men afleiden dat dit een voorstudie is. Er zijn verschillende dergelijke portretstudies bekend, zowel van Jos Damien als van zijn leerlinge Anne Rutten. Het is deze versie die naar het leven getekend werd en die de basis vormde van het definitieve schilderij. Niet zelden bleek de voorstudie, omwille van het directe contact met het model, sprekender dan de uiteindelijke versie. Van het definitieve portret van Daniëls, allicht in olieverf, is een foto bekend 1. Hieruit blijkt dat Damien in zijn atelier bij het uitvergroten wat meer ruimte voorzien heeft boven het hoofd, dat hij links een vage suggestie van achtergrond heeft toegevoegd en, vooral, dat hij ook de gekruiste armen in beeld gebracht heeft. Het geheel komt, steeds afgaande op de foto, minder spontaan over dan de voorstudie.


Jos. Damien, schilder van vorsten en burgers 2 Jos. Damien (Noville-les-Bois, 1879 - Schaarbeek, 1973) kreeg zijn eerste lessen van zijn vader, kunstschilder Franz Damien. Vervolgens doorliep hij academiestudies te Luik en te Antwerpen, waarna hij zich in Parijs vervolmaakte in verschillende ateliers. Aanvankelijk oriënteerde zijn loopbaan zich op de monumentale schilderkunst. Zo vervaardigde hij muurschilderingen voor de Sint-Pieters-Bandenkerk in Halen, waar hij door zijn huwelijk terecht gekomen was. In 1911 vestigde het echtpaar Damien zich met hun twee kinderen in Hasselt. Tijdens de eerste wereldoorlog experimenteerde Jos. Damien met merkwaardige historischmythologische taferelen waarbij hij schilderde op zijde, waarna zijn echtgenote ze afwerkte met borduurwerk. Daarnaast ontwierp hij ook patronen voor de Hasseltse keramiekfabriek. Na de oorlog koos Damien resoluut voor de portretkunst. Met zijn vaardige portretten kende hij spoedig succes, in zoverre dat hij al in de jaren dertig uitgenodigd werd aan het hof te Brussel waar de koning en de koningin, en hun drie kinderen voor hem poseerden . Al in 1934 had hij ca. 600 portretten geschilderd; geëxtrapoleerd over zijn hele lange leven, omvat zijn opuslijst zeker meer dan 1000 dergelijke werken. Daarnaast schilderde hij bij gelegenheid genretaferelen en landschappen, niet in het minst bij zijn vakanties aan zee. Tussen 1939 en 1942 vestigde hij zich definitief in Brussel. Uit deze periode stamt zijn meest imposante werk: de intronisatie van Dom Lou als titulaire abt van de Gentse Sint-Pietersabdij in 1946 (1953-1956). Dit triptiek, dat in totaal meer dan vijftig portretten omvat, wordt bewaard in het Museum voor Schone Kunsten te Gent.

Polydoor Daniels, historicus ‘beter nog dan Mantelius’ 3 Polydoor Daniëls werd in 1845 te Diest geboren 4. Na zijn priesterwijding in 1871 stond hij enkele jaren in het onderwijs om dan, als gevolg van gezondheidsproblemen, in 1876 huisleraar te worden in Zolder bij de familie de Villenfagne. Hij zou dit blijven tot 1904. In die periode was hij op verschillende terreinen actief: zo behoorde hij tot de stichters van het literaire tijdschrift ’t Daghet in den Oosten langs waar hij, als hoofdredacteur, in contact kwam met Guido Gezelle. Daarnaast kon hij zijn groeiende historische eruditie uitleven in publicaties, als lid van de Koninklijke Commissie voor Monumenten (Limburg)5 en als kunstverzamelaar6. Als lid van de Commissie ijverde hij tussen 18981900 vergeefs voor de oprichting van een ‘musée provincial’ 7. Hij was hierbij vooral gedreven door schrik dat er b elangrijke kunstwerken zouden verdwijnen bij gebrek aan een publieke verzameling in Limburg. Zijn ‘Hasseltse’ loopbaan begon in 1904 toen hij


er aangesteld werd als rector van het Begijnhof en bestuurder van de Broeders van Liefde. Parallel daarmee verdiepte hij zich in de stadsgeschiedenis als conservator, archivaris en bibliothecaris. Bovendien werd hij in 1914 voorzitter van de pas opgerichte plaatselijke Geschied- en Oudheidkundige Studiekring waar hij ondermeer geroemd werd voorde boeiende uitstappen die hij organiseerde. Daniëls bleef tot op hoge leeftijd actief8. In 1939 ruilde hij Hasselt voor het landelijke Hoeilaart, waar hij in 1944,99 jaar oud, overleed. De biografen van ‘het pastoorke van het Begijnhof’ prezen hem eensluidend voor zijn eruditie én voor zijn talent tot vulgariseren.. Anderzijds betreurden ze dat hij zo weinig gepubliceerd had9. Als Polydoor Daniëls vandaag als auteur toch een blijvende waarde heeft, is dat vooral dankzij twee publicaties die merkwaardig genoeg pas na zijn overlijden hun volle betekenis gekregen hebben. Het eerste is zijn schriftje waarin hij decennia lang wapenschilden van Hasseltse families genoteerd heeft. Bezorgd dat deze schat zou verloren gaan, heeft hij ze aan Constant Vanderstraeten toevertrouwd die het document op zijn beurt overmaakte aan Maurice Goyens die het in 1984 publiceerde 10. De verzameling van honderden blazoenen is niet enkel een herinnering aan de historische speurneus die E.H. Daniëls was, maar blijft ook tegelijk een referentie voor de Hasseltse heraldiek. De tweede publicatie is de integrale catalogus die Polydoor Daniëls in 1909 verzorgde voor het kortstondige Stedelijk Museum in Hasselt11. Het past om hier even stil te staan bij deze te weinig gekende realisatie van Daniëls.

Het eerste stadsmuseum Tussen 1908 en 1910 (of later) hield de stad in een huurhuis op het Groenplein, rechts van het Stadhuis, een stadsmuseum open; op de verdieping was bovendien het stedelijk archief ondergebracht. De collectie van 174 objecten was gedurende enkele uren per week te bezichtigen. Een huishoudster verzorgde de ontvangst; zij kreeg hiervoor van de stad gratis inwoon; Polydoor Daniëls was vrijwillig conservator12. Tijdens de eerste maanden werden er, o.m. door een mediacampagne in de katholieke partijkrant De Onafhankelijke, verschillende interessante aanwinsten genoteerd. Ondanks die positieve reacties, was het museum op dat moment blijkbaar niet levensvatbaar en werd de instelling in 1910 of kort nadien gesloten. Dankzij de catalogus die Polydoor Daniëls opgesteld had en die midden juni 1909 voorgesteld werd, is het toch mogelijk om, bijna een eeuw later, een goed beeld te vormen van de eerste publieke verzameling in Hasselt.

Een curiosum: het museumreglement De catalogus - die volgens de titelpagina 20 centiemen kostte - vangt aan met een korte inleiding onder de titel ‘Museum der Stad Hasselt’. Hierin werd vermeld dat de ‘lijst der tentoongestelde voorwerpen, met beknopte uitleggingen, werd opgemaakt door den Eerwaarden Heer Polydoor Daniëls, priester te Hasselt, die zich met de bewaring van het Museum heeft gelieven te gelasten’. Na de inleiding werd een uittreksel van het ‘Reglement betreffende het Archief & het Museum’ weergegeven 13. Hieruit kan opgemaakt worden dat de beide instellingen kosteloos toegankelijk


waren tijdens de voorziene openingsuren: voor het museum was dat elke zon- en feestdag in de voormiddag en elke donderdag in de namiddag 14. In geval men op een andere dag het museum tussen 14.00 en 16.00 uur wou bezoeken, diende men 50 centiemen per persoon te betalen.

De overige artikels van het reglement handelden over de omgang van het publiek met de collecties en de rol hierbij van de huisbewaarster. Zo werd de bezoeker ondermeer expliciet verboden te roken, te spuwen, honden mee te nemen, de voorwerpen te bevuilen ... Dronken personen werden bovendien niet toegelaten. Tenslotte geeft artikel 9 aan dat de huisbewaarster niet verplicht was om meer dan twee personen tegelijkertijd tot het museum toe te laten. Dit vreemde artikel was ongetwijfeld gelinkt aan het feit dat het museum uit minstens twee ruimtes bestond die door een middengang gescheiden waren; hierdoor was er een reĂŤel gevaar tot diefstal. Het expliciet opnemen van voorschriften die tegenwoordig evident en zelfs lachwekkend zijn, was noodzakelijk om het potentiĂŤle publiek, dat in Limburg nauwelijks of niet vertrouwd was met openbaar toegankelijke collecties, primair respect bij te brengen.


De collectie De catalogus vermeldde 174 nummers en omvatte het volledige bezit bij het ter perse gaan van de brochure. Daniëls klasseerde de objecten in acht categorieën, steeds op typologische basis. Het zijn: I. Geschiedkundige oorkonden, handschriften, boeken, drukwerk (1-32) II. Schilderijen, Teekeningen en Platen (33-61) III. Oudheidkunde, Gedenksteenen (62-70) IV. Beeldhouwkunst (71-80) V. Uithangborden (81-87) en Snijwerk (88-92) VI. Munten, Gedenkpenningen en Gedenkstukken (93-129) VII Zegels en Zegelafdrukken (130-145) VIII. Varia (146-174) Nagenoeg elk object had een historische band met Hasselt die de auteur telkens in een puntige beschrijving aantoont. Al de voorwerpen waren eigendom van de stad. Dit verklaart het bijna exclusief burgerlijke karakter van de verzameling. In geval van schenking werd dit expliciet vermeld. Daniëls had zelf 14 catalogusnummers geschonken, samen goed voor 28 objecten. Opvallend is het volledig ontbreken van prehistorische bodemvondsten. Anderzijds zijn er wel opgegraven objecten uit recentere periodes, bij voorkeur gekoppeld aan historische locaties en/of dito gebeurtenissen: het voormalige kerkhof rond de Sint-Quintinuskerk, een grafkelder bij de Augustijnen, slagvelden op de Heide bij Zonhoven (1490), op de Planckenweide (1682), op Ter Hilst (1798)... Het wekt de indruk dat Daniëls steeds op de loer lag als er grondwerken in of om de stad werden uitgevoerd, net zoals hij in geval er gebouwen afgebroken werden de uithangborden of interieurfragmenten trachtte te redden. Opvallend in de catalogus is ook de opname van zeer recente objecten: aquarellen van Paul Bamps (o.w.v. de documentaire waarde), schilderijen van Djef Anten (voor hun artistieke betekenis), een borstbeeld door Emile Cantillon van de in 1908 overleden dichter Hubrecht Haenen (memorabilia) ... De 32 nummers onder de hoofding ‘Oorkonden ...’ omvatten enerzijds archivalia die toen deel uitmaakten van het stedelijk archief. Het topstuk was het testament van Hendrik Tant (1295). Anderzijds waren er een aantal Hasseltse drukken en/of historische publicaties van uit de stad afkomstige auteurs, zoals Titelmans, Mantelius of Jongen. Telkens verwees Daniëls in zijn beschrijving naar het boeknummer uit de Stedelijke Bibliotheek15. De afdeling eindigde met twee plakschriften die door de conservator zelf geschonken waren: één over de Landbouwtentoonstelling in Hasselt van 1900 en één in verband met het ‘Eerste Nederlandsch Eucharistisch Congres’ dat in 1904 in de stad plaatsvond. Bij de ‘Schilderijen ...’ catalogeerde Daniëls zowel documentaire tekeningen en schilderijen uit het ancien regime, als 19de en 20s,e eeuwse werken van al dan niet nog levende kunstenaars. Naast bekende namen als Guffens, Bamps, Anten en Swennen, was er ook werk van vergeten Hasseltse kunstenaars als August Duvivier en Jan Arnold Nilis. Opvallend is het feit dat het reeds hoger vermeldde schilderij van Guffens met de overhandiging van het vrijheidscharter in de verzameling opgenomen was. Het werd pas na de sluiting van het museum in de lambrisering van de trouwzaal in het Stadhuis ingewerkt. Bij ‘Oudheidkunde ...’ hoorden zowel kleine fragmenten van bouwplastiek, als indrukwekkende grafstenen. Het meest belangwekkende stuk was ongetwijfeld één van de vier paalstenen die in 1666 tussen Hasselt en Zonhoven opgericht waren 16.


Beelden van Courrait en Cantillon vormden de ruggengraat van de categorie ‘Beeldhouwkunst’. Naast het werk van deze Hasseltse academieleraars, waren er ook twee werken van beeldhouwer Christiaan Konix die in Weyer (Nieuwerkerken) geboren was. Ook de bronzen sculptuur van Mascré die door de regering aan het museum geschonken was, werd hier, ondanks het ontbreken van enige band met Hasselt, opgenomen. Opvallende afwezig waren de borstbeelden van de Hasseltse burgemeesters sinds 1830 (Cantillon) die naar alle waarschijnlijkheid in het Stadhuis opgesteld stonden. Polydoor Daniels moet allicht trots geweest zijn op de deelcollectie ‘uithangborden’: in het eerste artikel over het museum in de Onafhankelijke (20 september 1908) begon de auteur precies met de uithangborden. Het was dan ook een zeer gevarieerd ensemble. De uitgebreide rubriek ‘Munten ...’ omvatte objecten tussen de 15® en de vroege 20eeeuw: Hasseltse en Luikse munten, Franse assignaten en vooral veel 19® eeuwse gedenkpenningen. Buitenbeentjes waren een kruisboog van een Hasseltse schuttersgilde en twee ‘erevaandels’. In het verlengde van de belangstellingssfeer van de 19e eeuwse historiografie kon een afdeling rond ‘Zegels en Zegelafdrukken’ uiteraard niet ontbreken. Het waren voornamelijk zegels van het stadsbestuur of van de stedelijke burgerlijke of religieuze instellingen. Tot slot was er een goed gestoffeerde reeks ‘Varia’. Hieronder bevonden zich kleine stukken stadsartillerie, vijf lederen brandweeremmers met wapens van burgemeesters, drie houten graanmaten en tal van metalen bodemvondsten17. Van een aantal van de 174 catalogusnummers ontbreekt, bijna een eeuw later, elk spoor. Liever dan te treuren over de verdwijning van collectiestukken, kan men zich beter verheugen over het feit dat de grote meerderheid nog te traceren is en vandaag beter bewaard en gevaloriseerd wordt dan ooit te voren. De archivalia werden overgedragen aan het Rijksarchief18. Het grootste deel van het overige bezit kwam terecht bij de provincie Limburg die het een tijdlang na de Tweede Wereldoorlog onderbracht in het provinciaal museum dat in het Begijnhof gevestigd was. Het merendeel van de direct met Hasselt te verbinden objecten is inmiddels ondergebracht in het stedelijk museum Stellingwerff-Waerdenhof. Oude drukken worden bij de sectie Limburgensia van de Provinciale Bibliotheek bewaard, penningen bij het Provinciaal Munt- en Penningkabinet en enkele objecten in het Provinciaal Openluchtmuseum te Bokrijk.

Blijvende betekenis van pionierswerk Als men het stedelijk museum van Polydoor Daniels screent vanuit de actuele museumdefinitie dan blijkt dat de vier pijlers die tegenwoordig in de museologie worden onderscheiden niet even sterk uitgebouwd waren. Het verwerven van collectie kreeg de meeste aandacht omdat het jonge museum werd uitgebouwd vanuit een kleine startverzameling en omdat de conservator ervan overtuigd was dat het onderbrengen van objecten in een openbare verzameling de beste garantie was tegen verdwijning. Vreemd is wel dat hij geen bruiklenen afgesloten heeft, waardoor onder meer religieuze objecten bijna volledig ontbreken. Over de tweede basisfunctie behoud en beheer is er weinig meer bekend dan de taakbeschrijving van de huisbewaarster. Impliciet kan men bovendien afleiden dat er geen depot was aangezien het volledige museumbezit tentoongesteld werd. Als de collectie na sluiting tot op vandaag op papier nog verder leeft, is dat te danken aan de


onvolprezen catalogus, die thuishoort onder de derde pijler wetenschappelijk onderzoek van de collectie. Hoewel de toelichting beknopt is, getuigt ze toch van eruditie, polyvalentie en precisie. De laatste functie, de publiekswerking, was het minst ontwikkeld. Dit was geen specifiek gegeven, maar eerder een algemeen verschijnsel voor de musea van die tijd. Driekwart eeuw later, vanaf 1979, was DaniĂŤls en zijn collectie het startkapitaal van een nieuw stedelijk museum in H asselt19. Hierdoor kregen zijn inspanningen finaal een groot en blijvend rendement. Het was dan ook een gelukkige keuze om bij de opening het hierboven besproken portret van de eerste conservator in de hall op te hangen, zodat hij er postuum als gastheer kon (en kan) fungeren. *

*

*


Voetnoten 1 L.J.H.M. GOYENS, 1984: Arm oriaal van H asselt 3 4 0 blazoenen, s.l., p. 9. 2 Over Damien: R. ROMBOUTS, 1991: Jos. Damien en Anne Rutten. Tentoonstellingscatalogus, Hasselt. 3 Citaat van Nicolaas Theelen geciteerd door G. SENGERS, 1923: De E.H. Polydoor Daniëls, voorzitter van den Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt, in: Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundige Studiekring te H asselt te r eere van den Eerwaarden H eer Pol. Daniëls, voorzitter, Hasselt, 7 4 Voor meer biografische informatie over Daniëls: G. SENGERS, 1923, 7-13; L. SWERTS, 1939: Gestalten (Oostlandreeks, 6), Tongeren, 82-92; J. LYNA, 1948: Z.E.H. Polydoor Daniëls, in: De Tijdspiegel, 3,1948,101-102; P. LEENDERS, 1961: V ijftig Lim burgse profielen, Retie, 52-55. Ook: G. CALUWAERTS, 1997: Polydoor Daniëls, in Hasseltse portretten. 800 ja a r geschiedenis op mensenmaat, Hasselt, 86. 5 W. DRIESEN, 1992: B ulletin des Commissions Royales d ’A rt e t d'Archéologie (Brussel 18621942) (Lim burgse referenties, 1), Hasselt, XLIII. 6 Al in 1881 was hij bruikleengever aan de prestigieuze tentoonstelling Exposition de l’a rt ancien au Pays de Liège die toen ter gelegenheid van 50 jaar onafhankelijkheid in Luik georganiseerd werd. (Exposition de l ’a rt ancien aux Pays de Liège. Catalogue officiel, Luik, 1881, cat. nr. IV 231 en 263 en V1173. 7 Deze historiek is te volgen aan de hand van drie opeenvolgende interventies op de zitting van de Koninklijke Commissie voor Monumenten te Brussel: C. de BORMAN, 1898: (mededeling) in Bulletin des Commissions royales d’A rt e t d'Archéologie, 37,315-319, P. DANIELS, 1899: (m ededeling), in Bulletin des Commissions royales d ’A rt e t d'Archéologie, 38,323-327 en IDEM, 1900: (m ededeling) in B ulletin des Commissions royales d’A rt e t d ’A rchéologie, 39, 316-320 8 Zo is zijn meest recente publicatie gedateerd in 1938; Daniëls was toen 93 jaar oud (R. JORISSEN, SD: Bibliografisch repertorium van de Lim burgse auteurs, s.l., dl. 4, 4-20) 9 De enige, en dan nog selectieve, gepubliceerde bibliografie van Daniëls is opgenomen in Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundige Studiekring te H asselt te r eere van den Eerwaarden H eer Pol. Daniëls, voorzitter, Hasselt, 1923, 12 en 14-18. Een bibliografie in extenso is opgenomen in het typoscript van R. JORISSEN, SD. Hierin zijn weliswaar meer dan honderd, soms onder schuilnaam geschreven bijdragen opgenomen, maar vele zijn kort en in soms onvindbare tijdschriften gepubliceerd. Er zijn wel enkele brochures en inventarissen van zijn hand verschenen, maar geen enkel volwaardig boek. 10 L.J.H.M. GOYENS, 1984: Arm oriaal van H asselt340 blazoenen, s.l. 11 (P. DANIELS), 1909: Gem eentelijk Museum, Hasselt. Deze dertig pagina’s tellende publicatie werd uitgegeven bij drukker Jos. Van Langenacker. 12 Stad Hasselt. Verslag over het bestuur en den toestand der gem eentezaken gedurende het dienstjaar 1907-1908, Hasselt, 1909,56


13 De tekst werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 29 mei 1909 (Stad Hasselt. Verslag over het bestuur en den toestand der gemeentezaken gedurende het dienstjaar 1908-1909, Hasselt, 1910,15) 14 Het openingsuur van het museum is blijkbaar ooit gewijzigd: J. Melchior noteerde dat het op maandagvoormiddag toegankelijk was (G. CALUWAERTS, 1989: H asselt intra muros. Hasselt binnen de oude wallen, Deurne - Hasselt, 230) 15 De nummering komt overeen met deze die reeds gebruikt werd in de gedrukte Catalogue m Êthodique de la bibliothèque communale de la ville de Hasselt, Hasselt, 1878, 2 dln. 16 Dit exemplaar staat in het Provinciaal Openluchtmuseum te Bokrijk (Genk). 17 Daniels vermeldt hier onder nr. 154 een schotel met o.a. wapen van Elsrack waarop hij later ook het wapen Vanderlocht wist te identificeren. (L.J.H.M. GOYENS, 1984,55) 18 C.M. BUSSELS, 1966: Inventaris van het Oud A rchief van de Stad Hasselt, Brussel, 5-7. Het feit dat Daniels voor de archivalia niet naar een inventaris refereert zoals bij de oude drukken, wijst op de wanorde die er op dat moment in het stedelijk archief moet geweest zijn (cf. ook C.M. BUSSELS, 1966, 7) 19 Over de geschiedenis van het Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof: R. ROMBOUTS, 1993: H et Museum Stellingw erff-W aerdenhof te Hasselt, in Vlaanderen, 42,23-27


Dhr. Jo ROMBOUTS

tekst: foto s

Jg

copyright:

Stedelijke Fotodienst Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof Maastrichterstraat 85, B-3500 HASSELT tel. 011-24 10 70 fax 011-26 23 98 - m a i l " ctcalli ifA rffw s iM ftA n h A f S I issett.be

III

In dezelfde reeks verschenen:

1991:

1. Olieverfportret M.-H. van Beieren, 2de h. 17e E.; 2. Catharinapaneel oude handboogkamer, e. 17e - b. 18e E.; 3. Lusterglazuurvaas keramiekfabriek, tss. 1895 en

1914; 4. Blazoen rederijkerskamer ‘De Roode Roos’, D. Van Vlierden, ca. 1700; 5. Olieverfschilderij ‘Week-end’, L. Pringels, 1950; 6. Zilveren reliekostensorium, F. Jans Burduin Gent & I.F. Frederici Hasselt, 1703; 7. Kledingsstel Virga-Jessebeeld, 1689 - 1863 - 1901; 8. Olieverfschilderij ‘De Grote Markt', J.N. Grauls, 1863; 9. Rijksdaalder | G. van Groesbeeck, Hasselt, 1568; 10. Kaartlandschap paalstenen tss. Hasselt en Zonhoven, 1661 en 1666?

1992: 11. Schilderij ‘De Grote Man’, F. Minnaert,

1983; 12. Mirakelprent 0.-L.-V. Virga Jesse, R. Van Orley, wsch. 1689; 13. Zilveren wierookvat, J. Vinckenbosch, H asselt,||p

19e E.; 14. Kaart Midden-en Zuid-Limburg, L. Capitaine, 1795; 15. Lederen Hasseltse brandblusemmer (1782) en vuurhaak; 16. Zilveren reliekhouder H. Barbara, ca. 1702; 1 7 | | r Portret abt Eucherius Knaepen, PJ. Verhaghen, 1792; 18. Studiocamera 18/24, ca. 1920; 19. Olieverfschilderij ‘Het bos’, Djef Anten (1851-1913); 20. Juweel, zgn. ‘reukappel’-j| Virga-Jessebeeld, e. 16e - b. 17e E.; 21. Schilderij ‘O.-L.-Vrouw met Kind', Antwerpse paneelmerken, 1ste h. 17e E.

1993: 22. Liturgische gewaden St.-Vedastus Hoepertingen, 1ste h. 16e E.; 23. Mirakelprent H. Sacrament Herkenrode, Hasselt, P.F.Milis, 1854; 24. Gevelsteen “Den Soeten Naeme Jezus", 1664 (Hasselt); 25. Set van 4 vazen, Piet(er) Stockmans (°1940); 26. Portret Ulysse Claes (1792-1880), G Guffens (1823-1901); 27. Sacraments-ostensorium^ ^ ^ H of “monstrans van Herkenrode", Parijs, 1286; 28. Schilderij ‘Strandtafereel’, 1930, Jos.Damien (1879-1973); 29. Gezicht op Hasselt naar Remacle Le Loup, 18e E., k o p e r g r a v u r e ^ ^ 30. Beeld “Heilige Cecilia”, 1530-1540; 31. Barokke zonnemonstrans, N. Sigers & S. Vander Locht, Hasselt, 1669.

1994: 32. Biechtstoel, Brabants atelier, 1664; 33. Uurwerken v.d. Hasseltse uurwerkmaker Leonard Joosten (1762-1849); 36. Gouache ‘De Meukes', ca. 1890, Paul Marie Bamp! (1862-1932); 37. Kroningsprent 0.-L.-V. Virga Jesse, Parijs, Lith.Fabre, 1867; 38. Het Hasseletum en de Historia Lossensis, 2 historische werken v. Joannes Mantelius (1599-1 1676); 39. Litho “Heusden 2”, uit reeks (5) Heusden, Herman Gordijn, 1992; 40. Ontwerp voor “Overhandiging..." muurschildering Beurs Antwerpen, olie op doek, G. Guffens (1823-| 1901); 41. Aquarel ‘Strijdtoneel uit de Tiendaagse Veldtocht, Kermt, 7 augustus 1831', A. von Geusau, 1835.

1995: 42. Gevelplaat “Veloce-Club hasseltois ‘Utile * Dulci’ - 2 mai 1892”; 43. Olieverfportret van Arnoldus van Melbeeck op sterfbed, 17e E.; 44. Acryls van Ray Remans, 45. Pronkbeker J.-J.Thonissen, deels verguld zilver, P.Bruckmann & Söhne, Heilbronn, 1888; 46. Begijnenschotel, 1623, zilver, meesterteken: 3 zespuntige sterren in schild; 47.1 Vaste kunstwerken Herman Blondeel, Hugo Duchateau, Piet Stockmans in Museum Stellingwerff-Waerdenhof; 48. Schilderij “IJzel en mist", Djef Anten (1851-1913); 49J Aquarellen “Hasseltse water-molens, 1893/94”, Paul Marie Bamps (1862-1932); 50. Foto “Jongeman met badmuts", gomdruk, 1/10, Jean Janssis; 51. Zilveren re lie k h o u d e r^ H. Hubertus, (1741-1742), Lambertus Hannosset, Antwerpen.

1996: 52. Olieverfschilderij “Zegening van de Boerenkrijgers op de Grote Markt", 1899, Djef Swennen (1871-1905); 53. Olieverfportret N.G

Vaesen (1768-1864), 1819, M.G

Tieleman; 54. Vaandel “Kunstkring Alexis Pierloz Hasselt 1920", Hasselt; 55. Groepsportret “Leden v.d. Virga-Jessebroederschap bij haar beeld”, 1709, olie op paneel; 5 6 ^ * * Beiaardklavier, ca. 1752, Hasselt (?) [bewaard in het Stedelijk Beiaardmuseum Hasselt]; 57. De Hasseltse reus De Langeman, Melchior Tieleman, 1810; 58. 2 reflectoren;! zilverbeslag op houten kern, Arnold Frederici, 1714; 59. De gouden kronen v.d. Virga Jesse, Auguste Levesque, 1867; 61. Schilderij “Blauw Tafereel", Pierre Cox (1915-1974)1

1997: 62. Portret Guillaume Claes, Judith Crollen (1898-1982) naar werk van M.G. Tieleman,

1957; 63. Kaart prinsbisdom Luik, 17e E., Henricus Hondius (1597-1651); 64.

Lithografie ‘Oude halte Luikersteenweg', 1860, Charles Joseph Hoolans (Antwerpen, 1814); 65. Drieluik, 1989, Paule Notens (°1924); 66. Soberheid, eenvoud en liefde, v ie il geometrische abstracte werken van Vincent Van Den Meersch (1912-1996); 67. Schild v.h. weversambacht, e. 17e - b. 18e E., Daniël van Vlierden (1651-1716); 68. Borstbeelden! 10 Hasseltse burgemeesters, 1906, Emile Cantillon (1859-1917); 69. ‘Portret van mijn dochter Madeleine’ & 'Portret van mijn zoon José’, Jos. Damien (1879-1973); 70. Beeld| Homo Sedens, Hub Baerten (°1945); 71. Beeld 'O.-L.-Vrouw met Kind’, 1530-1540, Meester van Oostham.

1998: 72. ‘Panorama van Hasselt’, Steven Wilsens (°1937); 73. Portret

Télémaque Claes (1831-1913), Tony Alain Hermant (1880-1939); 74. De Loonse muntslag in het k a d e |

v.d. monetaire internationalisering tijdens de middeleeuwen; 75. Speculaasplanken & ‘Hasseltse speculaas’; 76. Wandtapijt “ Euskadi: balladen en legenden", 1985, Simon Reynders (°1924); 77. Schilderij “Herfst - kasteel Henegauw”, 1946, Paul Hermans (1898-1972); 78. Prehistorische polijststeen, Sint-Quintinuskathedraal Hasselt; 79. Sierlijst “Oorlogsgesneuvelden Hasselt 1914-1918”, nt. gedateerd, Hasselt, Auguste Blanckart (1878-1952), Sylvain Brauns (1890-1947), Joseph Antoon Jossa (1884-?); 80. Schilderij “Veldslag in een korenveld”, 1864, Jules Van Imschoot (1821-1884).

1999: 81. Litho's Hasselt gezien tussen 1960-1979, Jac. Leduc (°1921); 82. Het huis Stellingwerff (19e E)-Waerdenhof (17e E.); 83. Apparaten ontwikkeld en gep ro du ce ercfl in de Philipsfabriek in Hasselt; 84. Hendrik van Veldeke, het genie van de hoofse literatuur (ca. 1140-ca.1200); 85. Céramiques Décoratives de Hasselt [1895-1954]: overzicht v a r® de ronde reclame- en sierschotels van de voormalige keramiekfabriek in Hasselt; 87. Portret van Guillaume S tellingw erf (1841-1923); 88. Register “Co(e)mans”, handschrift,| 1611; 89. Standaard voor de “Maatschappij Minerva", 1871, W; Geefs (?) & G. Guffens.

2000: 90. Schilderij ‘ Portret van Dr. L.

Willems” (1822-1907), 1878, Godfried Guffens (1823-1901); 91. Maquette tweedekker Farman Type III, 1985; 92. Zespuntige “Stei

van de Roode Roos, 1627; 93. Litho “ Gezicht op de Leopoldplaatsf, ca. 1860, C. J. Hoolans; 94. “Analemmatische zonnewijzer in de museumtuin, 2000; 95. Portret van Riddei Guillaume de Corswarem (1799-1884); 96. Pastel “Portret van mevrouw Leynen (1842-1920)’ , 1919, G.J. Wallaert (1889-1954); 97. Keramieken sierschotel “Irisserf, ca. 1896-j 1905. 98. Banier “Société Royale de Musique et de Rhétorique?, 1858. 2 0 0 1 : 99. Hasselts zilver: aanwinsten 1996-2000; 100. Schilderij “Stadspanorama van Hasselt, 1915, Jos. Damien (1879-1973); 101. Uithangteken “Tabakskarot: 102. Karikatuurtekeningen "10 Hasseltse figuren”, Stef Vanstiphout (1931-1995). 103. Sporttrofeeên 11® Linieregiment: “Coupe du Roi A lbert & “Coupe Prince Léopold* (2); 104. ; Affiche “ Ville de Hasselt, 1882, programme des fêtes qui auront lieu à l'occasion de la kermesse...”, 1882; 105. Staande klok met uurwerk, 1761, Joannes Augustinus (ca. 1735-1790), Hasselt; 106. Schilderij “Overhandiging van het vrijheidscharter door Graaf Arnold IV van Loon aan de stad Hasselt, 1846, Godfried Guffens (1823-1901); 107.1 Affiche “KEMPO - bronnen en limonaden", Druk. E. Roose, Hasselt. 2 0 0 2 : 108. Zes wandkleden over ‘ Het Sacrament van Mirakel van Herkenrode”, 1917, Jos. Damien (1879-1973); 109. Portretten van de vier abdissen van Herkenrode: “ Tv eeuwen, twee werelderf: 110. Restauratieverslag “Rederijkerskraag De Roode Roos?: 111. Keramische vaas “Ros Beiaard en de Vier Heemskindereni", Simonne R e ynd ers(1924)J|||| 112. Keramische vaas in lusterglazuut Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 113. Ontwerptekening tegelpaneel ‘Tuin met vrouw', 114. Jaarkalender C sysens-R oosef5™ 1912; 115. Affiche ‘Landbouwdagen 1900’; 116. Schilderij 'Vlaggen', Jac. Leduc (°1921);

2003:

117. Sculptuur ‘Icarust, Robert Vandereycken (°1 933); 118. Het Hasselts muzikaal verleden van 1910-1960; 2 luxepartituren, Albert Lefebvre (1886-1953); 119. Affiche|

“Langemansbiet, P. Bamps (1862-1932), M. Ceysens (1833-1927) en F. Roose (1843-1913); 120. Vloertegels van de Herkenrodeabdij 2 tegelpanelen en majolicategels; 121. kopergravure ‘Exlibris familie Weytens’: 122. Schilderij ‘Gordon-Bennet, 1924, Paul Hermans (1898-1972); 123. Henri Van Straten (1892-?), lino’s en litho’s; 124. Schilderijen^ ‘Geboortehuid & ‘ Gezicht op Romboutstoren van Mechelerf, Guillaume Ballewijns (1875-1944); 125. Uithangteken ‘In Sint-Lambertus’, 1801;

2004:

126. De kraag van de Hasseltse boogschutters; 127. Schilderij ‘Grote Capucienenstraat, Clement Van Campenhout (1921-1997), 1961; 128. Prent 'Gezicht op d é

Boulevard met links de gevangenis’, Charles Jooseph Hoolans (1814-?); 129. Offerandeschotel met in reliëf 7 (keizers)hoofden, 17® eeuw; 130. Affiche van het eerste Nederlands! Eucharistisch Congres, Hasselt, 1904, Leo Jaminé (1854-1921); 131. Zes schilderijen uit de cyclus van het H. Sacrament van Mirakel bewaard in Herkenrode; 132. Alambieki afkomstig uit Staatlaboratorium in Guffenslaan in H asselt E. Adnet, Parijs; 133. Gedenkpenning “150 jaar Koninklijk Atheneum Hasselt, Luc Verlee (°1939), 1994,1994; 1 3 4 | Schilderij ‘Hubert Leijnen (1909-1997), hoofdredacteur van HBvL van 1929 tot 1976, Eugène Polus, 1951.

2005: 135. Ontwerptekening voor tegelpaneel 'Tuin met pauw en zwaar/, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode R o o s ji uitgave in beperkte oplage t.g.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt Gérard Moonen (° 1953).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.