Hoedje van Papier - Workshop Journalistiek en Fotografie - Afri 3072 Crew - April 2010
Kindermagazine uit de Afrikaanderwijk
Even voorstellen‌ de redactie van Afri 3072 Crew Op visite bij Vogelklas Karel Schot
Spelen in het Skatepark Straatinterviews op het plein Griezelen in Villa Zebra
Van de kinderredactie Afri 3072 Kids Beste lezer, voor jullie ligt het supermooie tijdschrift waarin wij, de kids van het Kindermagazine Afri 3072 Crew, als echte journalisten en fotografen laten zien wat we hebben gemaakt tijdens de workshops van Hoedje van Papier in de Wijk. Zes weken lang hebben we tijdens het Kinder Persbureau vanuit ons redactielokaal in de kantine van de Speeltuin aan het Afrikaanderplein workshops Journalistiek & Fotografie gevolgd. We hebben heel veel mensen geïnterviewd en interessante reportages gemaakt. Ook hebben onze kinderfotografen veel foto’s gemaakt. We vinden het heel erg leuk en spannend om nu ons eigen tijdschrift aan jullie te laten zien. Er valt veel te lezen in het magazine. Zo hebben we buurtbewoners in de wijk aan de tand gevoeld, zijn we op bezoek geweest bij het Skatepark en hebben we een rondleiding gehad bij Vogelklas Karel Schot. Verder zijn we naar een monstertentoonstelling bij Villa Zebra gegaan en hebben we onze eigen wijk eens goed bekeken om foto’s te maken en allerlei interessante verhalen te zoeken. Het resultaat is ons hele mooie eigen tijdschrift met de naam Afri 3072 Crew. Afri komt natuurlijk van de Afrikaanderwijk en 3072 is de postcode van dit gebied. We zijn namelijk best trots op onze buurt!
Van de redactie van Hoedje van Papier Met gepaste trots presenteren we het kindermagazine Afri 3072 Crew dat door de inzet van velen, maar vooral door de kinderen van basisscholen de Toermalijn, de Globetrotter en de DaCosta tot stand is gekomen! We hopen hiermee dat alle kinderen die aan de workshop hebben meegedaan het leuk en leerzaam hebben gevonden. Stichting Hoedje van Papier gaat uit van de kennis, talenten, creativiteit en verantwoordelijkheidsgevoel die in kinderen schuilt en wil dit proberen verder met hen te ontwikkelen. Op deze manier proberen we een steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen en te werken aan hun zelfbeeld en zelfvertrouwen. Met de medewerking van vele enthousiaste en goede workshopleiders is het gelukt dit project tot een succes te maken en hebben we de mogelijkheden gekregen met de kinderen reportages te maken van spannende plekken in en buiten de wijk en interviews te houden met belangrijke en beroemde mensen uit de wijk en de stad. Kortom, er is voor veel kinderen een nieuwe wereld opengegaan. Stichting Hoedje van Papier is oorspronkelijk opgezet om een project voor werkende (straat)kinderen in Cusco, Peru te ondersteunen. Het is daar opgezet door Liesbeth Kerstens. Ook hier geldt dat dit project zich inzet om kinderen een stem te geven en hen in zichzelf te laten geloven. Net als hier gebeurt dit door samen te werken met heel veel kinderorganisaties en vakmensen die verstand van zaken hebben en goed met kinderen kunnen werken. Hiermee wordt onder andere een kinderstraatkrant, een tv-programma en een kindermuseum ontwikkeld. Sinds 2005 hebben in Peru inmiddels al meer dan 700 kinderen deelgenomen aan de activiteiten daar. Voor meer informatie: www.pasalavoz.nl. We gaan ervoor om in vele wijken dit project verder te ontwikkelen en zoveel mogelijk kinderen zo de kans te geven hun stem te laten horen. We wensen je heel veel leesplezier! Het team van Hoedje van Papier.
Even voorstellen... de redactie van Afri 3072 Crew Dit zijn de kinderen van de Afri 3072 Crew. Deze jonge journalisten hebben zich zes weken lang ingezet voor dit prachtige magazine. De vragen voor de interviews hebben we met heel de groep verzonnen. Iedereen is wel aan de beurt geweest om een vraag te stellen als we ergens op bezoek waren. De foto’s die je in dit blad ziet, zijn door de kinderen zelf gemaakt. Ze stellen zich nu even zelf voor!
Hallo, dit is Soner Zorlu! Ik woon in de buurt van het Afrikaanderplein. Mijn basisschool heet de Toermalijn. Ik heb best veel hobby’s, maar het liefste ben ik aan het tekenen. Ik teken van alles, maar ben het beste in het maken van draken die vuur spugen.
Hallo, ik ga me even voorstellen. Ik ben Rukhsar Kalloe en ik ben negen jaar oud. Op 25 mei word ik tien jaar. Mijn hobby’s zijn basketbal, televisie kijken, computeren en zwemmen. Ook rekenen vind ik leuk! Oh ja, ik zit op de Toermalijn.
Hallo allemaal, ik ben Moreno Magdalena. Je kan wel zeggen dat ik leef voor voetbal. Je hoeft ook niet te vragen voor welke club ik ben, want dat spreekt voor zichzelf. Het is Feyenoord natuurlijk! Ik ben 10 jaar en speel ook graag computerspelletjes.
Hoi. Mijn naam is Ibrahim Pivic. Ik woon in Rotterdam Zuid en speel graag hier op het Afrikaanderplein. Ik zit op school op de Globetrotter. Mijn hobby’s zijn televisie kijken en buiten spelen. Ik kijk graag naar Comedy Central. Daar kan je bijvoorbeeld de Simpsons zien. Die vind ik best grappig.
Hee! Ik ben Valdier Dos Santos. Ik woon op Zuid vlak bij de Afrikaandermarkt en ik ben van Kaapverdische afkomst. Ik zit op de DaCostaschool en speel graag buiten. Ik hou ook erg van dieren. Mijn hobby’s zijn voetballen en televisie kijken. Verder lijkt het me leuk om te gaan interviewen.
Hoi, ik heet Erkan Kaya. Ik woon in de buurt van het Afrikaanderplein. Verder heb ik nog een zusje. Ik ben in het jaar 2000 geboren en mijn hobby’s zijn voetballen op het plein, televisie kijken en tekenen. Verder vind ik computeren ook leuk en ik ga graag op vakantie naar Turkije.
Interviewen op straat Op de straat liggen de verhalen. Daarom gingen de jonge journalisten van het kindermagazine de buurt in om passanten vragen te stellen. Vooral over de buurt en natuurlijk de Afrikaandermarkt. Want die drukt best een stempel op de wijk. De markt maakt de buurt gezellig. Uit heel Rotterdam komen mensen op de vele kraampjes af. Maar ook andere onderwerpen komen aan de orde. Zo is vuil op straat voor veel mensen een doorn in het oog.
‘Er is veel te doen voor kinderen’ Hallo, mogen wij u wat vragen stellen? ‘Ja, dat is goed. Waarvoor is het eigenlijk?’ We maken een kindermagazine en daarom gaan we mensen op straat interviewen. ‘Oh, wat leuk! Ga je gang!’ Wat is uw naam? ‘Ik ben mevrouw Sewnandan.’ Woont u hier in de buurt? ‘Ja, ik kom uit de wijk. Ik woon een paar straten verderop.’ Want vindt u van de buurt? ‘Ik woon hier heel prettig. De buurt is leuk en gezellig en het is handig dat de markt zo dicht bij zit. Je kan daardoor snel boodschappen doen. En er zijn heel veel producten op de markt. Verse vis en groente enzo.’ Dus u woont met veel plezier in de Afrikaanderwijk? ‘Ja, en daar komt nog bij dat ik een heel fijn huis heb. Het is een maisonette. Dat is een woning in een gebouw waarbij de woon- en slaapkamer boven elkaar liggen.’ Voelt u zich wel eens onveilig op straat? ‘Nee, ik heb nog nooit problemen gehad. Ik voel me daarom zeker niet onveilig. Kunt u nog een pluspunt van de buurt noemen? ‘Nou, ik vind dat er erg veel voor kinderen te doen is. Dat maakt het een goede buurt om te wonen.’ Dank u wel voor uw tijd! ‘Graag gedaan!’
‘Wij zijn een keer overvallen’ Hallo, wij zijn van het kindermagazine Afri 3072 Crew. Mogen wij u wat vragen stellen? ‘Ja hoor, vraag maar wat jullie willen weten.’ Wat is uw naam en wat doet u hier op de markt? ‘Ik heet Simone en ik verkoop vis op de markt.’ Vindt u dat leuk om te doen? ‘Jazeker. Het is heel leuk. Ik vind het interessant om met iedereen om te gaan. Er komen mensen uit heel veel verschillende culturen aan de kraam. Dat maakt het werk afwisselend.’ Komt u uit de buurt? ‘Nee, ik woon in Bergen op Zoom. Dat is een een plaatsje in Brabant. Vindt u dat er wat kan veranderen in de buurt? ‘Ja, ik zou willen dat er meer parkeerplaatsen worden aangelegd. Dat is beter voor de markt. Nu is het best moeilijk om je auto kwijt te kunnen. Als je veel boodschappen hebt gedaan, is het wel fijn als je snel bij je wagen bent. Ook mag er wat meer groen komen. Voelt u zich hier veilig? ‘Tsja, we zijn een keer overvallen. Boeven hebben ons vanaf de markt gevolgd en toen zijn we op weg naar huis beroofd. Dat was wel schrikken…’ Dat lijkt ons zeker eng. Nou bedankt voor het interview! ‘Ok, ik ga weer vis verkopen!’
‘Dit is een leuke buurt’ Hoe oud bent u en hoe heet u? ‘Ik ben 38 jaar, en ik heet Maki.’ Voelt u zich hier veilig? ‘Ja, ik voel zeker veilig op straat.’ Waarom voelt u zich veilig? ‘Het is rustig, met een lekker groot park en weinig verkeer.’ Wat vindt u van de buurt? ‘Ik vind dit een leuke buurt.’ Waarom vindt u de buurt leuk? ‘Omdat hier een gezellige sfeer is. Er zijn veel mensen op straat en op de markt kun je goed boodschappen doen.’ Vindt u dat de mensen hier goed met elkaar omgaan? ‘Ja, de mensen gaan hier netjes met elkaar om.’ Wat zou u willen veranderen aan deze buurt? ‘Er mogen wel meer speelplaatsen voor kinderen komen.’
‘Ik sta al 60 jaar op de markt!’ Hallo mevrouw, mogen wij u wat vragen stellen voor ons magazine? ‘Ja, dat is goed.’ ‘Wat is uw naam en wat doet u op de markt?’ ‘Mijn naam is Til en ik beheer de wc’s op de markt. Ik zorg dat mensen er voor betalen en ik maak natuurlijk de toiletten schoon.’ Doet u dat al lang? ‘Ik werk al zestig jaar op de markt! Ik heb de markt daarom erg zien veranderen. Vroeger kwamen hier de bananenschepen tot vlakbij de markt. Ze legden aan bij de Maashaven en vanuit het schip kwamen dan de bananen. Die werden op de kade gelegd en zo verkocht.’ Heeft u al die tijd bij de wc gestaan? ‘Nee, deze wc is er nog maar zeven jaar. Daarvoor was er niet eens een openbaar toilet. Je had wel pisbakken, maar daar hadden de vrouwen niks aan. Ook konden de mannen daar alleen maar plassen. Dit is dus wel een verbetering.’ Woont u hier in de buurt? ‘Nou, ik kom eigenlijk uit Katendrecht. Dat is natuurlijk dichtbij, maar je kan niet zeggen dat ik uit de buurt kom.’ Wat vindt u van de buurt? ‘Wel gezellig hoor. Ik ben hier altijd met plezier.’ Mogen wij een foto van u maken? ‘Eigenlijk niet! Ik haat het om op de foto te gaan. Zelfs bij de bruiloft van mijn zoon sta ik maar drie keer op de foto. Alleen als het niet anders kan.’ Mogen we dan een foto maken terwijl u de wc’s aan het schoonmaken bent? ‘Dat mag, maar dan ga ik niet met mijn gezicht erop!’ Ok, afgesproken!
‘Mensen moeten zelf de straat schoonhouden’ Hallo, mogen wij u wat vragen stellen? ‘Ja, dat mag.’ Wat is uw naam en wat bent u hier aan het doen? ‘Ik ben Reghan Fartaj (op foto geheel links) en ik ben coördinator van een publiekscampagne hier in Rotterdam. Ons doel is om mensen bewust te krijgen van de rommel die ze maken. We delen op dit moment met een team grijpers uit waarmee wijkbewoners vuil kunnen oppakken. Het voordeel van zo’n grijper is dat je handen schoon blijven. Ons team probeert mensen enthousiast te maken de buurt schoner te houden.’ Is het nodig dat iedereen meer gaat opruimen? ‘Het is vaak nog wel een zooitje op straat. Al het vuil wordt gemaakt door mensen. Dus als mensen minder troep maken en meer opruimen, wordt het schoner op straat!’ Ok, veel succes daarmee! ‘Dank je wel!’
Turkse gastarbeiders op de foto Aan het Afrikaanderplein, vlakbij de redactie van kindermagazine Afri 3072 Crew, ligt ’t Gemaal. Het is een ruimte waar wisselende tentoonstellingen worden gehouden. Deze keer is het een expositie van foto’s over de eerste Turkse gastarbeiders die in de wijk kwamen wonen. Dat is alweer meer dan dertig jaar geleden. De foto’s zijn gemaakt door Robert de Hartogh. Als we binnenkomen, worden we begroet door Laurette Vermeulen. Zij werkt bij het ’t Gemaal als gastvrouw. Door Moreno
Hoi, wij zijn van het kindermagazine Afri 3072 Crew en we hebben wat vragen over de tentoonstelling. ‘Oh, ik ben benieuwd.’ Waarom hangen hier allemaal foto’s van Turken? ‘Met deze tentoonstelling laten wij zien van hoe de eerste Turkse migranten in Rotterdam leefden.’ Waarom kwamen zij eigenlijk naar Nederland toe? ‘In de jaren zestig en zeventig ging het economisch gezien erg goed in Nederland. Zo goed zelfs, dat er meer werk was dan mensen die dat werk konden doen. Daarom zijn uit het buitenland arbeiders hier naar toe gekomen om te werken. Een paar jaar daarna werd besloten tot gezinshereniging. Dat wil zeggen dat ook de moeders en de kinderen naar Nederland mochten komen.’ Wat voor werk deden ze dan? ‘Het waren natuurlijk niet de leukste baantjes. Er was veel werk in de haven van Rotterdam. Maar dat was erg zwaar werk. Daarnaast zochten fabrieken ook veel arbeiders.’ We zagen op een foto dat sommige Turken aan het demonstreren waren. Waarom deden ze dat? ‘Het was de tijd van demonstreren. In de jaren zeventig gingen veel mensen met spandoeken de straat op. In dit geval gaat het om het opheffen van het trouwverbod. In die tijd mochten de Turkse gastarbeiders niet trouwen met een Hollandse vrouw. Daar waren zowel de mannen als de vrouwen het niet mee eens!’ Waar woonden de gastarbeiders? ‘Vaak in pensions. Hier in de Afrikaanderbuurt is het zelfs tot rellen gekomen met gastarbeiders en de oorspronkelijke bewoners van de buurt. Dat was niet leuk.’ Nou, dank je wel voor je uitleg! ‘Graag gedaan!’
In ’t Gemaal is inmiddels Ali met een vriend naar de foto’s komen kijken. Ali komt oorspronkelijk ook uit Turkije. We gaan hem wat vragen stellen. Want hij weet wellicht meer over het onderwerp te vertellen! Hallo, mogen wij u wat vragen? ‘Ja hoor, zeg het maar.’ Zijn de foto’s voor u herkenbaar? ‘Eerlijk gezegd niet echt. Ik ben nog maar 15 jaar in Nederland en deze foto’s zijn veel langer geleden genomen.’ Hoe was het toen u hier kwam? ‘Ik vond het een heel vriendelijke periode. Iedereen was aardig tegen elkaar. Wellicht omdat het nu economisch wat minder gaat, is het wat harder geworden.’ Waarom bent u naar deze tentoonstelling gekomen? ‘Ik was wel benieuwd wat er allemaal op de foto’s te zien is.’ En, wat vindt u ervan? ‘Erg interessant. Ik moet wel een beetje lachen om de ouderwetse kleding!’ Dank u voor het interview! ‘Geen probleem!’
Binnenvliegen bij vogelopvang Karel Schot Ook vogels maken ongelukken. Of ze raken in problemen tijdens een koude winter. Maar vaak is het de schuld van de mensen dat een vogel hulp nodig heeft. Als bijvoorbeeld een reiger gewond raakt in Rotterdam of de omgeving, dan komt de vogel vaak terecht bij Vogelklas Karel Schot. Daar helpt Monique en haar collega’s de vogel er weer boven op. Het doel is dat de vogels weer terecht komen in de vrije natuur. Afri 3072 Crew ging op bezoek bij de vogelklas en kwam veel te weten over de opvang. Hoi, mogen wij je wat vragen stellen voor het kindermagazine? ‘Ja hoor, daarvoor zijn jullie hier!’ Eerste vraag. Hoe heet je en hoe oud ben je. ‘Ik ben Monique en ik ben 30 jaar.’ Hoe is de vogelopvang begonnen? ‘Dat is best een leuk verhaal. Jaren geleden was er eens een meester die veel afwist van de natuur. Zijn naam was Karel Schot en hij gaf les op een school hier in de buurt. Op een dag vonden leerlingen uit zijn klas een gewonde vogel. Omdat de meester zoveel van dieren afwist, brachten ze de gewonde vogel mee naar school. Meester Schot lapte de vogel op. De volgende keer toen de kinderen een zieke vogel vonden, brachten ze hem weer mee. Ook buurtbewoners kwamen vogels brengen. Voordat de meester het wist, was heel zijn lokaal vol met gewonde mussen en zieke spreeuwen! Er werd daarom een vogelopvang gebouwd. Toen de meester er mee stopte, zijn oud-leerlingen er mee verder gegaan.’
Vind je je werk leuk? ‘Ja, ik vind mijn werk geweldig. Echt heel leuk.’ Ook als er zieke vogels moeten worden ingeslapen? ‘Nee dan niet. Het komt best vaak voor, maar toch word ik er nog elke keer verdrietig van. Maar het is de beste oplossing. Vogels hoeven niet onnodig te lijden.’ Nou, hartstikke bedankt voor het beantwoorden van de de vragen! ‘Graag gedaan!’
Hoeveel vogels vangen jullie per jaar op? ‘Dat verschilt heel erg. Soms zijn het er heel veel, het andere moment is het heel erg rustig in de opvang. Maar om jullie een beeld te geven, verleden jaar zijn er bij ons 8000 vogels binnengekomen.’ Mogen alle vogels hier naar toe worden gebracht? ‘In principe wel, al is er een grote uitzondering. We hebben namelijk als regel dat alleen wilde vogels bij ons mogen komen. Je kan dus niet je zieke kanarie bij ons brengen. Dat komt door onze doelstelling. Wij willen graag alle vogels weer in de natuur kunnen uitzetten.’ Maar wat gebeurt er als een een weggevlogen papagaai bij jullie komt? ‘Die sturen we door naar een andere opvang. Maar daar wordt ook goed voor ze gezorgd hoor.’ Kunnen wij ook zelf gewonde vogels gaan verzorgen? ‘Nee dat mag niet omdat het wilde beesten zijn. Die mag je niet zomaar onderdak geven. Het is zelfs verboden om thuis bijvoorbeeld een musje te houden. Je kan daar hele hoge boetes voor krijgen.’ Wat voor soorten vogels komen er allemaal binnen? ‘Echt van alles. Zoals watervogels, roofvogels en zangvogels. Van doodnormale stadsduif tot hele speciale vogeltjes.’ Noem eens een heel speciaal vogeltje! ‘Nou, zo kwam er acht maanden geleden een Kuhls Pijlstormvogel binnen. Normaal komen die alleen maar voor in landen bij de Middelandse Zee. Dat was wel bijzonder, want zo vaak zie je de pijlstormvogel niet in Nederland.’ Waarom komen de vogels hier? Wat hebben ze over het algemeen? ‘Veel vogels zijn ziek. Zo hebben watervogels vaak botulisme. Dan raken ze verlamd. Of ze hebben in zee olie op zich gekregen. Dan maken wij de beestjes weer schoon. Het probleem met olie is dat de veren van de zeevogels dan niet meer waterdicht zijn. Ze gaan vaak dood van de kou. Ook hebben we soms slachtoffers van de Papagaaienziekte. Het rare van die ziekte is dat alle vogels het kunnen krijgen, niet alleen papagaaien.’
Spelen in het Skatepark In de Piekstraat zit in een oude loods een groot skatepark. In het park kan je skateboarden, inlineskaten en rolskaten. Het was best een stuk lopen maar uiteindelijk was het de moeite waard. Want het was echt groot! In de hal zijn allemaal houten bouwsels gemaakt waar je overheen kan skaten. Er is bijvoorbeeld een half pipe en een fun box. We zijn eerst het park in gegaan om op de funbox te klimmen. Erkan klom ook nog op de half pipe en gleed er daarna van af. Daarna gingen de kinderen van Afri 3072 Crew vragen stellen aan Peter. Hij werkt in Skateland.
Hallo, wij zijn van het kindermagazine. Mogen wij u wat vragen stellen? ‘Dat is goed hoor.’ Hoe heet u? ‘Ik heet Peter.’ Wat is uw werk hier in Skateland? ‘Ik ben de beheerder van het park. Dat wil zeggen dat ik van alles regel. Bijvoorbeeld het onderhoud van de half pipes.’ Wanneer is het heel druk in het park? ‘Nu, op woensmiddag bijvoorbeeld. Verder natuurlijk in het weekend.’ Hoeveel kinderen komen hier per jaar skaten? ‘Nou, dat zijn er best veel hoor. Er komen hier ongeveer 20.000 skaters per jaar. Best veel, vind je niet? Alleen hebben we een onderzoek gedaan en daaruit bleek dat niet veel kinderen uit de buurt komen. Dat vinden we best jammer. Dus kom gerust een keer met je vriendjes langs.’
Maar als iemand geen skates heeft, kan hij ook niet naar het park. ‘Daar hebben we aan gedacht. We verhuren namelijk ook inlineskates. Het maakt niet uit als je het nog niet kan. We hebben ook rustige plekken waar kinderen kunnen oefenen.’ Hoelang bestaat het skatepark al? ‘Ik denk dat het nu al zo’n 12 jaar bestaat.’ Gebeuren hier veel ongelukken? ‘Met skaten kan je vallen, dat is een feit. Maar vaak vallen mensen op hun kont en dan is het niet zo erg. Maar twee keer per jaar moet de ambulance komen om hulp te bieden.’ Dan krijgt Peter een seintje. Er is een jongen gevallen met zijn skateboard. Het ziet er niet goed uit. Zijn arm en schouder doen erg zeer. Het kan zelfs gebroken zijn. Peter besluit voor de zekerheid met hem naar het ziekenhuis te gaan. Bedankt voor het beantwoorden van de vragen! ‘Geen dank!’
Monsterlijke tentoonstelling in Villa Zebra Alleen in een museum speciaal voor kinderen kan je een tentoonstelling vinden over monster. In Villa Zebra is op het moment de expositie De Monsterfabriek te zien. De journalisten van Afri 3072 Crew gingen langs voor een bezoek. Soner vertelt er over. Hij was er weleens met zijn school geweest. ‘De tentoonstelling is heel leuk. Ze hebben aan kunstenaars gevraagd of ze hun eigen monster willen verzinnen. De eerste kamer in het museum gaat over de inspiratie die de kunstenaars hebben gehad voordat ze aan het werk gingen. Zo hangen er veel foto’s uit monsterfilms als Shrek.’ Daarna kom je in een hal waar alle monsters zijn. Zo is er een monsteruil die gemaakt is van kauwgom. Waar je ook staat, hij kijkt altijd aan. Dat is best eng. Verder is er nog een draak van karton. Die heeft te maken met een foto van de zee. De kunstenaar heeft de ribbels in het zand in de draak laten terugkomen. Ook laat een kast zien hoe pindakaas wordt gemaakt. Dat is best zielig, want alle pinda’s wonen eerst gezellig bij elkaar in een grot, maar ze worden uiteindelijk vermalen tot pindakaas.
Tijdens de rondleiding worden de kids van het magazine rondgeleid door Eva. Zij kan goed vertellen over de monsters. Zo is er een monsterschilderij van een kind met wel 20 ogen. Dat is best eng. Ook is er een soort mannetje van allemaal balletjes die op stoel zit. Hij lijkt wel gesmolten. De kinderen noemen hem ‘schuimpie’. Er is ook een monster dat nog steeds groeit. Het ziet er uit als een grote, zwarte octopus van bollen. Het is namelijk de bedoeling dat bezoekers een nylonkous vullen met piepschuimen bollen en die aan het monster hangen. Zo groeit het monster elke keer.
Na de rondleiding gaan de kids nog iemand van Villa Zebra interviewen. Hallo, wie ben je en wat doe je in Villa Zebra? ‘Ik ben Art en ik werk voor de educatieve afdeling. Ik werk dus veel met kinderen die hier langskomen.’ Wat doe je dan precies? ‘Voor deze tentoonstelling maken we zelf monsters. We hebben in het museum een ruimte waar kinderen kunnen knutselen.’ Wat voor monsters maken kinderen? ‘Verleden keer maakte een meisje een lief maar tergelijkertijd ook een gemeen monster. Het zag er heel lief uit en het monster had een soort zachte veren. Maar als je het monster wilde aaien deed dat zeer. Er zaten namelijk sateprikkers in de vacht verstopt.’ Maakte je zelf ook monsters toen je een kind was? ‘Ja, dat zal best. Maar ik kan me er weinig meer van herinneren!’ Wat vind je zelf het mooiste monster van de tentoonstelling? ‘Ik vind zelf het monster van ballen op de stoel het mooist.’ Oh, je bedoelt Schuimpie. ‘Hebben jullie hem die naam gegeven?’ Ja! En welk monster vind je het engst? ‘Ik denk dat ik de uil van kauwgom wel erg eng vind. Zeker omdat de uil je zo aankijkt. Maar ook de computerwereld die je ziet op een scherm, is best eng. Je zal er maar in gevangen zitten.’ Is het eng om als het museum dicht is bij de monsters te zijn? ‘Best wel. In de winter was ik samen met een collega de deur aan het afsluiten, toen we een knal hoorde. We moesten wel gaan kijken, maar het was helemaal donker. Dat was best eng. Maar er was gelukkig niks aan de hand.’ Kan je nog wat vertellen over Villa Zebra? ‘Ja, natuurlijk. Het museum bestaat nu ongeveer 10 jaar. Het is opgezet met het doel kinderen kennis te laten maken met beeldende kunst. Zo kunnen kinderen dingen in de kunst ontdekken en leren op een andere manier naar iets te kijken. Weet je dat de naam Villa Zebra verzonnen is door een kind? Er was een prijsvraag voor kinderen om de naam te verzinnen en toen is Villa Zebra daar uit komen rollen.’ Oh, dat wisten we nog niet! ‘Wisten jullie wel wat voor dier ons logo is? Ik zal het maar gelijk zeggen, want je raadt het toch nooit. Het is een gibra! Een combinatie tussen een zebra en een giraffe. Wat leuk! Bedankt voor het interview en tot ziens! ‘Geen probleem hoor.’