Opleidingsbrochure Hogeschool Rotterdam Gezondheidszorg

Page 1

06 Ergotherapie

30 logopedie

42 Verloskunde

fysiotherapie 18

verpleegkunde 54

opleidingen Gezondheidszorg VOLTIJD

20 1 1 20 1 2 gezondheids足z org


welkom

inhoud HET ROTTERDAMS ONDERWIJS MODEL GARANDEERT EEN IDEALE BALANS TUSSEN KENNIS, PRAKTIJK EN PERSOONLIJKE ONTWIKKELING Al onze opleidingen werken met het Rotterdams Onderwijs Model. Dit model garandeert dat onze opleidingen een ideale balans hebben tussen drie elementen: kennis, praktijk en persoonlijke ontwikkeling.

Ergotherapie

KENNIS PRAKTIJK PERSOONLIJK RSOONL BALANS FASERING LESVORMEN PROGRAMMA REALISTISCH ALISTIS SAMEN STAGES ONDERZOEK ZELFSTANDIG LFSTAN KEUZE MINORS COACHING ERVARINGEN

04

04

Colofon Aan deze brochure kunnen geen rechten ontleend worden Uitgave: Hogeschool Rotterdam, afdeling Communicatie

06

06

Rotterdams Onderwijs Model

Logopedie

Een baby goed d leren lere lere le en d dr drinken, rin ink een en nk kleuter l helpen met spraak en taal, een leraar helpen met zijn stem, een zanger helpen beter te zingen, iemand met hoorproblemen helpen met de communicatie. Maar ook iemand na een hersenbloeding behandelen en begeleiden op het gebied van het spreken en het begrijpen van taal, overleg met andere beroepsgroepen en het behandelen en het verzorgen van trainingen, zowel individueel als in groepsverband. Dit is het werk van een logopedist: een zelfstandig en afwisselend

beroep.

Verloskunde

42

Logopedie

Fysiotherapie

Ieder mens b beweegt, ew e we ee eg gtt maar ma m aar ar d dit it iiss m it meer dan jezelf verplaatsen. Menselijk bewegen is ook de expressie van je emoties. Het drukt uit wie je bent en hoe je je voelt. Jezelf goed kunnen bewegen, vereist een intact lichaam. Bewegen is het kernelement van fysiotherapie. Fysiotherapie is het vakgebied van het menselijk bewegen. Een fysiotherapeut behandelt mensen met gezondheidsproblemen op het gebied van het bewegend functioneren. Deze problemen kunnen voortkomen uit lichamelijke aandoeningen, maar ook sociale en psychologische factoren kunnen een rol spelen. In dit verband is vaak sprake van stressgerelateerde klachten. Als fysiotherapeut houd je rekening met deze factoren en besluit je, samen met de cliënt, hoe het gezondheidsproblee m wordt aangepakt.

18

18

Ergotherapie

Als verloskundige e ben ben je be j aanwezig aa an n nwe we i bij we bij een bi e uniek moment ee in het leven van ouders. Dat maakt het beroep boeiend, maar ook veeleisend. Want als er tijdens een bevalling iets misgaat, moet jij het op kunnen lossen. Er komt dus veel meer bij kijken dan alleen een aanstaande moeder bijstaan. Voor, tijdens en na de bevalling ben je als verloskundige het eerste aanspreekpunt. Je neemt op moeilijke momenten zelfstandig beslissingen en bent eindverantwoordeli jk voor een goed verloop, overdag en ’s nachts. Zo zorg je ervoor dat dat bijzondere moment ook echt speciaal kan zijn.

42

30

30

Als ergotherapeut adviseer je mensen die door gezondheidsproblemen de alledaagse activiteiten niet (meer) naar eigen tevredenheid kunnen uitvoeren. Je adviseert cliënten bijvoorbeeld over aanpassingen in hun woning of op hun werk en denkt mee over oplossingen voor problemen in het huishouden, persoonlijke verzorging, dagbesteding, hobby’s, sociale contacten en/of vervoer. Daarbij besteed je aandacht aan lichamelijke en psychische factoren. Tevens adviseer je mensen uit de omgeving van je cliënten, zoals medewerkers van zorgcentra, mantelzorgers en werkgevers (bij arbeidsre-integratie of het voorkomen van arbeidsongeschiktheid).

Fysiotherapie

Je denkt erover ve v er Verpleegkunde Ve V erp rple ee eg gku kund nde tte e gaan studeren. Weet je dat verpleegkundigen meer doen dan injecties geven en patiënten wassen? Als verpleegkundige

Verpleegkunde

verleen je zorg aan mensen in alle werkgebieden van de gezondheidszorg. Je werkt met gezonde mensen, of met zieke mensen met lichamelijke of psychische problemen. Bij zieke mensen staat verpleging en begeleiding centraal, bij gezonde mensen preventie. Een hbo-verpleegkundig e is een professional op het hoogste niveau. Je draagt verantwoordelijkheid voor het hele verpleegkundige proces. Samen met de patiënt stel je de gezondheidsproblem en vast en maak je een verpleegplan. Je bewaakt de toestand van de patiënt en rapporteert hierover; je informeert de patiënt en de familie. Je coördineert en organiseert de zorg door verpleegkundigen en door andere hulpverleners.

terdam veel meer dan Rotterdam is voor Hogeschool Rot derland. Het is een de meest uitdagende regio van Ne noemen dat ‘Op z’n manier van denken en doen. Wij betekent praktijkkennis Rotterdams’. Op z’n Rotterdams dieprojecten. Dromen slim toepassen in innovatieve stu bang te zijn om op je proberen waar te maken zonder eren, niet opgeven en gezicht te gaan. Gedurfd combin is overal succesvol en groot willen denken. Die houding Rotterdam, maakt het vrij exporteerbaar. Wie ’t maakt in ktijkgericht en gevestigd overal. Onze opleidingen zijn pra fdlocaties in het hart op acht uitstekend te bereiken hoo t. We kunnen je opleiden van Rotterdam en één in Dordrech voor bijna alle beroepsgroepen.

54

54

Verloskunde

Verpleegkunde

Redactie en coördinatie: Birgit Theijssen Ontwerp en uitwerking: Nijgh, Bruikman reclamestudio Fotografie: Jan Nass, Sander van der Torren, Laura Zwaneveld Drukker: Drukproef BV

WETENSWAARDIGHEDEN, MOGELIJKHEDEN, VOORWAARDEN, ADRESSEN, TELEFOONNUMMERS EN ... EEN STAD

OPLEIDINGEN

VOORZIENINGEN

LOCATIES

WIL JE MEER INFORMATIE?

Outside In Inside Out. Om jou effectief te laten studeren haalt Hogeschool Rotterdam letterlijk de Rotterdamse omgeving naar binnen. Geen verzonnen oefeningen, maar concrete projecten, onderzoeksvragen en vernieuwingen uit de Rotterdamse regio. We voegen jouw talent en onze kennis er aan toe en geven dat geheel weer terug aan die regio. Jij leert zo wat echt werkt, wij blijven er scherp van en tegelijkertijd helpen we bedrijven en instellingen.

66

66

67

Hogeschool Rotterdam

70

69

68

Opleidingen

70

Voorzieningen en contactgegevens

03


Het Rotterdams Onderwijs model garandeert een ideale balans tussen kennis, praktijk en persoonlijke ontwikkeling Al onze opleidingen werken met het Rotterdams Onderwijs Model. Dit model ­ garandeert dat onze opleidingen een ideale ­ balans hebben tussen drie elementen: kennis, ­ praktijk en persoonlijke ontwikkeling.

Kennisgestuurd onderwijs KENNIS GESTUURD

In de eerste fase van je opleiding krijg je de basis aan kennis en vaardigheden onder de knie, die nodig zijn voor je beroep. Dat gebeurt in hoor- en werkcolleges, practica en trainingen. Je krijgt opdrachten om die kennis toe te passen in vraagstukken uit je beroep. Die pak je zelfstandig of samen met andere studenten aan. In de latere fasen van je opleiding ga je vaker zelfstandig op zoek naar de kennis die je nodig hebt in de beroepspraktijk.

Praktijkgestuurd onderwijs PRAKTIJK GESTUURD

In een hbo-opleiding is de beroepspraktijk zélf de beste leermeester. De praktijk is daarom vanaf het eerste jaar geïntegreerd in je opleiding. Eerst maak je kennis met die praktijk en leer je reële beroepsvraagstukken aan te pakken, bijvoorbeeld in projecten, waar mogelijk voor een ‘echte’ opdrachtgever. In de loop van de opleiding worden die projecten complexer. Je werkt dan ook vaak samen met studenten van andere opleidingen. Studenten pakken samen met professionals uit de praktijk en docenten externe opdrachten op. In de stage en het afstudeeronderzoek leer je de beroepspraktijk op een heel zelf­ standige manier intensief kennen.

04

KENNIS PRAKTIJK PERSOONLIJK BALANS FASERING LESVORMEN PROGRAMMA REALISTISCH SAMEN STAGES ONDERZOEK ZELFSTANDIG KEUZE MINORS COACHING ERVARINGEN

Studentgestuurd onderwijs

STUDENT GESTUURD

Op allerlei manieren kun je bij Hogeschool Rotterdam kiezen wat voor jou belangrijk is. Twee belangrijke mogelijkheden zijn je keuzevakken en je minor (specialisatie). In de eerste twee jaar van je opleiding haal je studiepunten door het volgen van keuzevakken. Je kunt daarbij kiezen uit een omvangrijk pakket keuzevakken, aangeboden door de verschillende opleidingen van Hogeschool Rotterdam. Je krijgt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken, maar ook om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Als dat nodig is, moet je de keuzevakkenruimte gebruiken om kennis bij te spijkeren, bijvoorbeeld op het gebied van de Nederlandse taal, Engels of wiskunde. Belangrijk is ook de minor die je in het vierde jaar volgt. Deze minor geeft je de ruimte om naar eigen voorkeur een specifiek accent in jouw studieprogramma aan te brengen.

De lesvormen bij Hogeschool Rotterdam Tijdens je opleiding krijg je te maken met allerlei lesvormen. Natuurlijk krijg je theorievakken in hoor- of werkcolleges. In andere lesuren oefen je je vaardigheden in practica en ‘skills-labs’ (praktijkruimtes) en krijg je studieloopbaan­ coaching. Samen met een aantal medestudenten werk je aan projecten, maar je zult ook regelmatig zelfstandig achter de computer zitten om informatie op te zoeken.

Van geleid via begeleid naar zelfstandig leren In het begin van je opleiding weet je wat er concreet van je verwacht wordt en krijg je veel begeleiding van docenten en studieloopbaancoaches. Langzamerhand kun je steeds meer zelf bepalen hoe je opdrachten aanpakt en aan het einde van je opleiding kun je zelfstandig problemen signaleren en oplossen. Maar ook dan sta je er niet alleen voor. De vakdocenten helpen je natuurlijk verder op weg. Je hebt gedurende je hele opleiding een studieloopbaancoach. Die houdt je studievoortgang bij, steunt je bij het maken van keuzes en helpt bij het oplossen van eventuele studieproblemen. En je wisselt ervaringen uit met medestudenten uit je studiegroep of uit hogere jaren.


Ergotherapie

06

Als ergotherapeut advis eer je mensen die door gezondheidsproblemen de all edaagse activiteiten ni et (meer) naar eigen tevredenheid ku nnen uitvoeren. Je ad viseert cliÍnten bijvoorbeeld ov er aanpassingen in hu n woning of op hun werk en denk t mee over oplossinge n voor problemen in het huish ouden, persoonlijke ve rzorging, dagbesteding, hobby’s , sociale contacten en /of vervoer. Daarbij besteed je aand acht aan lichamelijke en psychische factoren. Tevens advis eer je mensen uit de om geving van je cliÍnten, zoals m edewerkers van zorgce ntra, mantelzorgers en werk gevers (bij arbeidsre-in tegratie of het voorkomen van arbeidsongeschiktheid ).


Ergotherapie BEROEP

In het werk van een ergotherapeut staat het dagelijks doen en laten in wonen, werk en vrije tijd centraal. Jonge én oude mensen kunnen hierbij problemen ervaren. Samen met de cliënt inventariseer je de ervaren problemen, bied je oplossingsmogelijkheden aan en begeleid je de cliënt daarbij. Je leert de cliënt op een andere manier te handelen, adviseert over mogelijke voorzieningen of zoekt naar aanpassingen van de omgeving van de cliënt. Op die manier probeer je de gestelde doelen te bereiken. Als ergotherapeut kun je gaan werken in een (psychiatrisch) ziekenhuis, verpleeghuis, revalidatiecentrum, dagactiviteiten­ centrum, gezondheidscentrum of op een school (voor speciaal onderwijs). Steeds vaker komen ergotherapeuten in een adviserende functie terecht, bijvoorbeeld bij de gemeente als WMO-adviseur (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) of bij een re-integratiebedrijf als Arboadviseur. Het starten van een eigen praktijk is, met de nieuwe wet- en regelgeving, een reële mogelijkheid geworden. Er komen steeds meer eerstelijns ergotherapiepraktijken, waarbij behandelingen bij de cliënten thuis plaatsvinden. Door toenemende vergrijzing zal de vraag naar ergotherapie alleen maar toenemen. Het beroep arbo-adviseur is volop in ontwikkeling en biedt veel uitdagingen. De meeste afgestudeerden vinden snel een baan.

PRAKTIJK VOORBEELD

Samenwerken in de praktijk: ondernemen ­ en beheer Samen met studenten van de andere opleidingen binnen het Instituut voor Gezondheidszorg (IvG) start je een fictief multidisciplinair gezondheidscentrum. Je werkt in kleine projectgroepen. Iedere opleiding is in een groepje vertegenwoordigd. Elke projectgroep krijgt een gebied in de Randstad toegewezen en door middel van opdrachten leer je wat er bij het starten en beheren van een multi­disciplinair gezondheidscentrum komt kijken. Je leert onder andere een marktonder­zoek uit te voeren, diverse analyses te maken, hoe het gezondheidscentrum eruit moet zien, aan welke wetten je je moet houden, hoe je aan je geld kunt komen, enzovoort. Aan het einde van het project presenteer je je ondernemings­plan.

Als ergotherapeut stimuleer je mensen om hun oude niveau weer te ­ bereiken. Je geeft tips om vaardigheden te verbeteren, bijvoorbeeld zichzelf weer aankleden. En je geeft argumenten waarom een aanpak werkt. Elk ziektebeeld kent natuurlijk zijn eigen problemen. Door een hersenbloeding kan een vrolijk iemand juist heel stug worden. Zo’n ­ persoon kun je moeilijk stimuleren om zelf dingen te ondernemen of door te zetten. Als je bij hem toch iets weet te bereiken door middel ­ van (ergo)therapie, geeft het echt een kick. Ergotherapeuten kunnen ­ de zorg dus veel besparingen opleveren. Dat wordt echt onderschat. ­ De opleiding en de medestudenten waren echt geweldig; het gaat er ­ allemaal niet zo formeel aan toe. Dat is plezierig studeren. Jan-Willem Huson, afgestudeerde Ergotherapie

09


Ergotherapie OPBOUW VAN DE OPLEIDING

Ergotherapie is een voltijdopleiding. Je wordt opgeleid tot beginnend ergotherapeut die beschikt over de competenties die door de Nederlandse opleidingen Ergotherapie, in overleg met beroepsvereniging Ergotherapie Nederland, zijn vastgesteld. Daarmee wordt bedoeld: kennis, vaardigheden, beroepshouding en onderliggende persoonskenmerken die je in staat stellen om als ergotherapeut te werken.

Propedeuse De propedeuse bestaat uit vier kwartalen van tien weken. Het eerste kwartaal is een inleiding op het beroep en het studeren op Hogeschool Rotterdam. Je leert omgaan met N@tschool (de digitale leeromgeving) en leert hoe de opleidingsstructuur in elkaar zit. Je maakt kennis met de drie segmenten van de ergotherapeutische beroepscom­ petenties:

OPLEIDING

PRAKTIJK GESTUURD

Tijdens de opleiding leer je hoe je mensen met gezond­ heids­problemen begeleidt en adviseert bij dagelijkse handelingen op het gebied van wonen, werk en vrije tijd. Het maken van een behandelplan dat aansluit op de individuele mogelijkheden van cliënten komt aan bod, evenals de adviserende rol van de ergotherapeut in het kader van de Arbo-wetgeving en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

Werken met en voor cliënten

Werken in en vanuit een arbeidsorganisatie

Werken aan de ontwikkeling van het beroep

In de volgende kwartalen werk je aan de beroepscom­ petenties van het segment ‘werken met en voor cliënten’: diagnosticeren, behandelen en begeleiden en adviseren in de ergotherapie. Ieder kwartaal staat één van deze competenties centraal. Daar zijn dan cursussen aan gewijd, bijvoorbeeld beroepsvaardigheden, analyseren en ergotherapeutisch handelen. De theoretische kennis verwerf je in de lessen. Aan de hand van praktijksituaties oefen je vaardigheden die je als ergotherapeut nodig hebt. Een nadere kennismaking met het beroep vindt plaats in een beroepsoriënterende stage. Verder delen gastsprekers uit de praktijk in hoorcolleges hun kennis en ervaring.

Hoofdfase In het tweede jaar staan de beroepscompetenties van ‘werken met en voor cliënten’ nog steeds centraal. Hierbij worden behandelmodellen uitgediept voor bepaalde (ergotherapeutische) diagnosegroepen. Enkele voorbeelden zijn: Het belasting- en belastbaarheidsmodel bij cliënten met reuma Het motorcontrolmodel voor cliënten met aandoeningen van het centrale zenuwstelsel De ergotherapeutische behandeling van cliënten met psychiatrische of psychogeriatrische problemen In het laatste kwartaal van dit jaar verdiep je je nog eens in de onderwerpen waarvan je zelf meer wilt weten voordat je op stage gaat. Naast het vergaren van kennis volg je lessen op verschillende locaties in de beroepspraktijk (zogenaamde klinische lessen). Je kijkt bij een aantal instellingen mee met behandelingen en adviezen van ergotherapeuten. De twee andere segmenten van de ergotherapeutische beroepscompetenties ‘Werken in en vanuit een arbeids­ organisatie’ en ‘Werken aan de ontwikkeling van het beroep’ komen op allerlei manieren aan de orde. Bijvoorbeeld in de samenwerking met logopedie- en fysiotherapiestudenten en de cursussen waarin je wordt geleerd hoe je bijblijft op het gebied van de nieuwste ontwikkelingen in het beroep ergotherapie. In de eerste twee kwartalen van het derde jaar zul je, naast je stage, enkele vakken krijgen ter ondersteuning en verdieping van je stage. In de hoofdfase volg je een minor, waarbij je een project uitvoert voor een externe opdrachtgever binnen een door jou zelf gekozen thema, bijvoorbeeld kind en jeugd, ouderen, arbeid en gezondheidszorg of eerstelijnszorg.

Werkvormen

10

Je krijgt in alle studiejaren te maken met een mix aan werk­ vormen. Er zijn werkcolleges op het gebied van medische vakken en analyseren. Daarnaast zijn er in het eerste jaar vaardigheidstrainingen in kleine groepen, bijvoorbeeld op het gebied van rolstoelrijden, tillen en verplaatsen, het afnemen van ergotherapeutische obser­vaties en testen, communicatievaardigheden, informatievaardigheden en rollenspellen. En je krijgt studietaken aan de hand van echte ergotherapeutische problemen uit de beroepspraktijk. Die ga je in kleine groepjes oplossen, dit wordt ook wel PGO (Probleem Gestuurd Onderwijs) genoemd. Vanaf het tweede studiejaar krijg je ook projectonderwijs. Je werkt samen met studenten uit andere studierichtingen aan projecten in de stad Rotterdam. In elk studiejaar is er ruimte voor lessen in de beroepspraktijk en/of stages. Hoe verder je in je opleiding bent, hoe zelfstandiger je die stage uitvoert.


BASISPROGRAMMA

KENNIS GESTUURD

In de opleiding leer je algemene beroepsvaardig­ heden, zoals communicatieve en sociale vaardigheden, informatievaardigheden en projectmatig werken. Enkele vakken zijn: ¬ communicatie ¬ evidence based practice

Beroepsspecifieke vakken

Daarnaast doe je kennis en vaardigheden op over onderwerpen zoals het menselijk handelen, de relatie tussen handelen en gezondheid, probleemoplossend denken, enzovoort. Enkele cursussen zijn:

stage/ afstuderen

MINORS

Ergotherapeutisch methodisch handelen Adviseren

In de eerste helft van het vierde jaar kies je uit opleidingsoverstijgende minors waarmee je een jaar lang twintig uur per week bezig bent. Een minor is een programma dat je de mogelijkheid biedt je beroepscompetenties in een bepaalde richting toe te spitsen. Daarin kun je je kennis verdiepen (specialiseren) of verbreden. Of je kunt je voorbereiden op een soepele doorstroming naar een masteropleiding bij een universiteit of hogeschool.

Ergotherapeutisch methodisch adviseren

In de afgelopen jaren is bijvoorbeeld gewerkt aan de thema’s:

Analyseren

Preventie en gezondheidsbevordering

STUDENT GESTUURD

Geïntegreerde eerstelijnsgezondheidszorg Paramedische zorg aan ouderen Ondersteuning van kind en omgeving Arbeid en gezondheid Eigen bedrijf: ondernemen door ondernemen en Wetenschappelijk onderzoek Welke minor je ook kiest, je kunt in iedere setting aan het werk.

13

PRAKTIJK GESTUURD

In het begin van het eerste jaar loop je een beroepsoriën­ terende snuffelstage, waarin je het beroep ergotherapie leert kennen. Verder zul je datzelfde jaar een zelfstandige praktijkopdracht maken waarin je datgene wat je in de schoolbanken leert, toepast in de praktijk. In het tweede jaar worden er klinische lessen georga­niseerd. Je gaat dan met een klein groepje naar een instelling waar je over de schouder van de ergotherapeut meekijkt. Het derde jaar start met een hoofdstage van achttien weken in de periode van september tot januari. De tweede hoofd(afstudeer)stage van achttien weken vindt plaats in het vierde jaar in de periode van februari tot en met juni. Tijdens je stage werk je onder begeleiding van een ervaren ergotherapeut in de praktijk en ontwikkel je je beroepscompetenties verder in de praktijk. Uiteraard word je zowel op je werkplek als vanuit de opleiding goed begeleid. De zogenoemde supervisie is bedoeld om van je stage-ervaringen te leren. In dit deel van je studie word je betrokken bij de assessments voor de eerste- en tweedejaarsstudenten. Het spelen van cliëntenrollen en het gericht geven van feedback draagt bij aan je eigen vorming als therapeut. Je kunt zelf het initiatief nemen om in het buitenland stage te lopen.


Ergotherapie STUDIEROUTE

VOLTIJD

Ergotherapie is een voltijdopleiding. Deze vierjarige opleiding is verdeeld in twee fasen. De eerste fase beslaat het propedeusejaar, waarin je je vooral oriĂŤnteert op het beroep. De tweede fase van de opleiding is de hoofdfase waarin je je voorbereidt op het beroep. De voltijdroute is geschikt voor havo-, vwo- en mboniveau 4-gediplomeerden.

KEUZEVAKKEN

STUDENT GESTUURD

Hogeschool Rotterdam vindt het belangrijk dat je de mogelijkheid krijgt om een deel van je opleiding zelf in te vullen. In de eerste twee jaar van je opleiding behaal je studiepunten door het volgen van keuzevakken. Je kunt daarbij kiezen uit zo’n 300 hogeschoolbrede keuzevakken, aangeboden door de verschillende opleidingen van Hogeschool Rotterdam. Je krijgt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken, maar ook om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Denk daarbij aan het keuzevak training en effecten. Of leer een moderne vreemde taal, zoals Spaans. Andere voorbeelden zijn gezondheid in de grote stad, ontspanning en non-verbale communicatie. Daarnaast moet je soms de keuzevakkenruimte gebruiken om kennis bij te spijkeren, bijvoorbeeld op het gebied van de Nederlandse taal, Engels of wiskunde. Het kan allemaal!

14

OPBOUW PROPEDEUSE HOOFDFASE PROJECTEN KENNIS STAGES EXCURSIES MINORS VOLTIJD

15


MEER INFORMATIE

Portfolio

Startgesprek Als je je aangemeld hebt voor de opleiding Ergotherapie ontvang je een uitnodiging voor het startgesprek. Samen met een ervaren docent kijk je dan of je verwachtingen ten aanzien van de opleiding realistisch zijn. Tevens kijk je welke vakken misschien wel moeilijk voor je zullen zijn. Je kunt het advies krijgen om een week voor het begin van de introductieweek je voorkennis op te frissen in de Summerschool.

standig sturen en controleren. Voor de theorie en modellen en methoden die binnen de ergotherapie gangbaar zijn, zijn er kennistoetsen. Je vaardigheden toets je via assessments. In je portfolio kun je zien in hoeverre je voldoet aan de eisen (het competentieniveau) die het werkveld aan een beginnend ergotherapeut stelt.

Titel Een afgeronde opleiding Ergotherapie van Hogeschool Rotterdam geeft recht op de internationaal erkende titel Bachelor of Health. Achter je naam mag je de titel B Health voeren.

Na één jaar kun je in aanmerking komen voor de starclass, waar je het vervolgprogramma versneld volgt. Deelname aan de starclass wordt bepaald na één jaar opleiding, waarbinnen je je propedeuse afgerond moet hebben. Bovendien gelden overige voorwaarden. Voor meer informatie kun je contact opnemen met afdeling Studievoorlichting & Aansluiting.

Doorstroommogelijkheden

Filmpjes

Als je de hbo-opleiding hebt afgerond, ben je in het bezit van de bachelortitel. Daarmee kun je doorstromen naar een masteropleiding aan een hogeschool of universiteit. Verder heb je toegang tot de verkorte universitaire opleidingen Gezondheidswetenschappen en Bewegingswetenschappen, maar bijvoorbeeld ook de Europese wetenschappelijke masteropleiding Ergotherapie. Nadat je minimaal twee jaar werkervaring hebt opgedaan, kun je ook kiezen voor de masteropleiding Physician Assistant.

Op hogeschoolrotterdam.nl vind je filmpjes van de opleiding. Docenten en studenten vertellen je alles over de opleiding en je vindt er ook een filmpje van een ergotherapeut werkzaam in de praktijk.

Studieloopbaancoaching

Starclass

De toetsvormen Tijdens je opleiding zijn er vier manieren waarop je op de beroepscompetenties wordt getoetst:

Toetsing van kennis

Tijdens je gehele opleiding krijg je zowel individueel als in een kleine groep studieloopbaancoaching waarbij je wordt gezien als regisseur van je eigen leerproces om je te kunnen ontwikkelen als professioneel ergotherapeut. De studieloopbaancoach ondersteunt je en daagt je uit in deze taak.

Competentiegericht onderwijs De opleiding is competentiegericht. Dat betekent dat de studieopdrachten zoveel mogelijk met een concrete beroepssituatie te maken hebben. Wat je later in de praktijk moet weten en kunnen - de competenties - is vastgesteld in nauw overleg met het beroepenveld, dus met die organisaties waarbij je na je opleiding aan het werk zult gaan. Je wordt voortdurend uitgedaagd om samen met je medestudenten actief te leren. Hierdoor heb je meer de mogelijkheid om te leren vanuit je eigen interesse en kun je je eigen leren zelf-

16

Om adequaat als ergotherapeut te functioneren is kennis nodig. Bijvoorbeeld kennis van handelings­ problematiek, de betekenis van het handelen voor de mens, ziektebeelden, behandelvisies en behandelmethoden. Elk kwartaal wordt afgesloten met één centrale kennistoets met vragen uit alle cursussen.

In het portfolio verzamel je tijdens het studiejaar beroepsproducten, die aantonen dat je bepaalde beroepscompetenties hebt ontwikkeld. Je verzamelt die bewijzen op verschillende manieren, bijvoorbeeld door een actieve deelname aan de lessen door (zelf)studie en oefening met medestudenten. Voorbeelden van beroepsproducten zijn: een schriftelijke opzet van een behandeling, een rapportage aan de gemeente als aanvraag voor een nieuwe rolstoel of een video van een intake-gesprek met een cliënt of een samenwerkingsoverleg. Op beroepsproducten vraag je feedback van een medestudent, een docent of een stagebegeleider.

Portfoliogesprek In het portfoliogesprek wordt, door middel van een gesprek, getoetst wat het competentieniveau is op basis van de door jou verzamelde bewijzen. Bij een aantal toetsen zijn naast docenten ook ergotherapeuten uit de praktijk aanwezig.

Accreditatie De opleiding Ergotherapie is geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO).

Kenniscentrum

Het was een beetje een raar verhaal, ­ moet ik bekennen. Ik zat op de havo en een vriend van mij studeerde al Ergotherapie. Hij maakte me erop attent dat ik een dag kon komen proefstuderen op Hogeschool Rotterdam. Dat trok me wel. Ik wilde altijd al ­ iets in die richting doen, maar Verpleegkunde ­ vond ik niks en Fysiotherapie vond ik te technisch. En met dat proefstuderen was de kogel echt door de kerk. Ergotherapie gaat over functioneren in het dagelijks leven, niet over hoe spieren werken. Ik zit ondertussen in het tweede jaar en het bevalt nog steeds ­ allemaal prima. Ook de begeleiding vind ik goed. Je studieloopbaancoach houdt alles goed in de gaten. En de meeste docenten werken ernaast in het veld. Martijn Berendsen, afgestudeerde Ergotherapie

Docenten en studenten van diverse opleidingen en professionals uit de beroepspraktijk verdiepen zich gezamenlijk in vraagstukken die om een multidisciplinaire aanpak vragen. Zij delen kennis, voeren onderzoek uit en doen ervaring op. Dit levert weer nieuwe kennis op die maatschappelijk relevant is en in de praktijk wordt toegepast. Als student van de opleiding Ergotherapie kun je onder andere deelnemen aan projecten van de kenniscentra ‘Participatie, Arbeid en Gezondheid’, ‘Transities in Zorg’, ‘Samenhang in de Ouderenzorg’ en ‘Geïntegreerde Eerstelijnsgezondheidszorg’.

Performance Assessment In een praktische ergotherapeutische situatie toon je aan dat je een behandeling kunt uitvoeren op de manier die past bij de fase in je opleiding. Je voert bijvoorbeeld een ergotherapeutische behandeling uit bij een cliënt die een hersenbloeding heeft gehad, waarbij je wordt beoordeeld op de manier waarop je kennis, houding en vaardigheden toepast.

Toelatingsvoorwaarden Uitgebreide informatie over de toelatingsvoorwaarden vind je op hogeschoolrotterdam.nl.


Ieder mens beweegt, m aar

Fysiotherapie

18

dit is meer dan jezelf verplaatsen. Menselijk bewegen is ook de expr essie van je emoties. Het drukt uit wie je bent en hoe je je voelt. Jezelf goed kunnen be wegen, vereist een inta ct lichaam. Bewegen is het kernele ment van fysiotherapie. Fysiotherapie is het va kgebied van het mense lijk bewegen. Een fysiotherapeut be handelt mensen met gezondheidsproblemen op het gebied van het bewegend functionere n. Deze problemen ku nnen voortkomen uit licham elijke aandoeningen, m aar ook sociale en psychologis che factoren kunnen ee n rol spelen. In dit verband is vaak sprake van stressgere lateerde klachten. Als fysiother apeut houd je rekening met deze factoren en beslu it je, samen met de cli ĂŤnt, hoe het gezondheidsprobl eem wordt aangepakt.


fysiotherapie BEROEP

Wanneer een cliënt bij de fysiotherapeut komt, volgt eerst een anamnesegesprek: je verzamelt, selecteert en ordent gegevens om zo optimaal mogelijk en naar de wensen van de cliënt de behandeling te bepalen. Je moet over goede communicatieve vaardigheden beschikken om gezondheidsproblemen van mensen te bespreken en te begrenzen. Ook is het belangrijk dat je kunt analyseren, zodat je in staat bent een gezondheidsprobleem te ontrafelen. Je begeleidt de cliënt door hem of haar op deskundige wijze te informeren, te steunen en te adviseren. In de behandeling pas je diverse verrichtingen toe, zoals articulair bewegen (het bewegen van gewrichten), oefenen en sturen of massage. Uiteraard werk je zelfstandig en met een eigen verantwoordelijkheid, maar je moet ook met mensen uit andere disciplines kunnen samenwerken.

PRAKTIJK GESTUURD

De afdelingen Ergotherapie en Fysiotherapie van een verpleeghuis hebben interesse in het gezamenlijk toepassen van een nieuw soort therapie. Het is echter niet duidelijk of deze therapie toepasbaar is voor de huidige groep bewoners van het verpleeghuis en of deze therapie voldoende effectief is. Daarnaast willen ze weten of deze therapie inderdaad gezamenlijk uitgevoerd kan worden. Om antwoord te krijgen op deze vragen heeft het verpleeghuis een afstudeeropdracht bij Hogeschool Rotterdam ingediend. Studenten van de opleidingen Fysiotherapie en Ergotherapie pakken de opdracht als afstudeerproject op en dienen een projectvoorstel in. Daarin staat de opdracht omschreven, de zelf geformuleerde subdoelen, de werkwijze die ze willen hanteren en wat het belang van deze opdracht is voor hun specifieke opleiding. Gedurende het gehele project werken de studenten samen om tot een goed eindresultaat te komen.

Je leert alles over het menselijk lichaam Ik ging naar de open dag van Hogeschool Rotterdam en wist meteen: dit is het! Ik kon ook echt niet bedenken wat ik anders wilde, maar gelukkig kwam ik meteen door de loting. Ik vond het hartstikke leuk. Je leert alles over het menselijk lichaam en het bewegend functioneren. Die vier jaar zijn heel snel gegaan. Het beste vond ik nog wel de manier van lesgeven: geen massaonderwijs, de benadering is heel persoonlijk. Doordat de ­ docenten je betrekken bij de les, neem je de stof veel sneller op. ­ Inmiddels werk ik fulltime als fysiotherapeute in een particuliere praktijk. En waarschijnlijk ga ik binnenkort verder studeren: Kinderfysiotherapie. Irene de Wit, afgestudeerde Fysiotherapie

21


fysiotherapie OPBOUW VAN DE OPLEIDING

OPLEIDING

PRAKTIJK GESTUURD

Tijdens de opleiding tot fysiotherapeut leer je het menselijk bewegen vanuit verschillende standpunten te bekijken. Naast de flinke dosis theorie en praktische vaardigheden wordt sterk de nadruk gelegd op het verkrijgen van een juiste beroepshouding. Het vakgebied is enorm in ontwikkeling; de laatste ontwikkelingen vind je terug in de opleiding. Wat je leert, kun je direct toepassen in de praktijk; in practica of je stages. De termen als ‘geboeid door het bewegen van mensen’, ‘geïnteresseerd in mensen’, ‘inlevingsvermogen’, ‘motorische vaardigheid’, ‘analytisch vermogen’, ‘zelfstandigheid’ en ‘teamspirit’ passen perfect bij een fysiotherapeut.

22

OPBOUW PROPEDEUSE HOOFDFASE PROJECTEN KENNIS STAGES EXCURSIES MINORS VOLTIJD

Propedeuse

Hoofdfase

Al vanaf het eerste jaar worden kennis en vaardig­ heden dicht bij elkaar gebracht. De theorie komt aan bod via geïntegreerd onderwijs. Dit onderwijs is belangrijk om theorie te kunnen vertalen naar de praktijk en om verschillende kennisgebieden met elkaar in verband te kunnen brengen. De praktijk komt aan bod in de lessen ‘verrichtingen’, waarin je vaardigheden leert aan de hand van omschreven patiëntenprofielen. Het propedeusejaar is bedoeld als oriëntatie. Je kijkt of de op­ leiding en het beroep passen bij jouw aanleg en interesse. Je maakt kennis met verschillende facetten van het beroep en met de beroepspraktijk. Daarom krijg je al vanaf het begin veel praktijkvakken en loop je een korte stage. Het eerste leerjaar heeft behalve een oriënterend ook een selecterend karakter. Aan het einde van het eerste leerjaar krijgt elke student van de opleiding een advies: doorgaan of uitzien naar een andere opleiding. Dat laatste advies is bindend.

In het tweede en derde leerjaar neemt de combinatie van theorie en praktijk een grote plaats in. Aan de hand van nieuwe patiëntenprofielen neemt de complexiteit van de vaardigheden en het proces van ‘methodisch handelen’ toe. In het projectonderwijs voer je samen met studenten uit andere opleidingen (paramedisch en sociaal-agogisch) gedurende een half jaar een groot multidisciplinair praktijkproject uit, dat gericht is op grote-stadvraagstukken. Het accent van de opleiding komt steeds meer op de praktijk en het leerproces van de individuele student te liggen. In het derde jaar start je met stages en in het vierde jaar met een minor (specialisatie).

23

Werkvormen STUDENT GESTUURD

Tijdens de opleiding leer je de vaardigheden die je als fysiotherapeut nodig hebt. Deze vaardigheden zijn te onderscheiden in de fysiotherapeutische ‘skills’ (massage, articulair bewegen, oefenen & sturen) en vaardigheden op het gebied van communicatie, zelfreflectie en groepsprocessen. De fysiotherapeutische vaardigheden oefen je, naast de praktijklessen, met elkaar. Uiteraard bieden we gedurende de hele opleiding studiebegeleiding aan. Elke student en elke groep wordt begeleid door een docent met wie je je studievoortgang kunt bespreken. Minimaal drie maal per jaar voer je een individueel gesprek met deze studieloopbaancoach. Ook de groep als geheel voert gesprekken met deze coach.


fysiotherapie stage/ afstuderen

MINORS

STUDENT GESTUURD

In het vierde jaar volg je een minor, waarmee je je verder kunt specialiseren in een richting die jou interesseert. Elke student van Hogeschool Rotterdam doorloopt een minorprogramma in dezelfde periode, zodat de mogelijkheid bestaat samen met studenten van andere opleidingen minors te volgen. Als student Fysiotherapie kun je een minor kiezen uit het aanbod van de paramedische oplei­ dingen, maar ook uit het aanbod van andere opleidingen van de hogeschool. Een minor kan gericht zijn op: ¬ Specialisatie binnen een beroep (verdiepend) ¬ Onderwerpen die voor studenten uit meerdere opleidingen relevant zijn (verbredend) ¬ Doorstroom naar een masteropleiding

BASISPROGRAMMA

KENNIS GESTUURD

Alle studenten van de hoge­ school krijgen een aantal basisvakken. Je leert hier bijvoorbeeld hoe je op een professionele manier een presentatie kunt geven en hoe je je schriftelijk correct uitdrukt. Het basisprogramma bestaat uit vakken als communicatie, informatica, taalvaardigheden, studievaardigheden, organisatiekunde en onderzoeksvaardigheden. Je wordt opgeleid om zorgvuldig met de mensen die jouw hulp inroepen om te gaan. Respect voor de ander en voor zijn of haar privacy en het goed omgaan met de vertrouwensrelatie, met alle kwetsbare en emotionele kanten die daaraan vast zitten, zijn belangrijke aandachtspunten in je opleiding. Je wordt aangemoedigd een visie op gezondheid en ziekte te ontwikkelen.

Beroepsspecifieke vakken

Tijdens de opleiding krijg je te maken met een grote diversiteit aan vakken. Uiteraard om je zo breed mogelijk op te leiden. Enkele voorbeelden: Fysiotherapeutische verrichtingen

Methodisch fysiotherapeutisch handelen

Ondernemen in de zorg Tapen/bandageren Oefenen en sturen Vaardigheidslessen

24

In de minor bereid je je voor op de toekomstige arbeidsmarkt. Actuele ontwikkelingen staan centraal. De gezamenlijke projectopdracht zal, waar mogelijk, afkomstig zijn van een externe opdrachtgever. Zo wordt het projectresultaat ook daadwerkelijk bruikbaar gemaakt voor het werkveld. De minors die je bijvoorbeeld kunt volgen, zijn Fysiotherapie in en vanuit het ziekenhuis en Geïntegreerde eerstelijns gezondheidszorg. De minor Fysiotherapie in en vanuit het ziekenhuis is gekoppeld aan de stage in een ziekenhuis of revalidatiecentrum en geeft een brede voorbereiding op het werken als fysiotherapeut in deze settings. Gezondheidsproblemen gerelateerd aan onder andere pulmonale, neurologische en orthopedische aandoeningen komen aan de orde.

PRAKTIJK GESTUURD

Tijdens de stageperioden krijg je volop de gelegenheid om je onder deskundige begeleiding te ontwikkelen. Je loopt de drie stages in verschillende sectoren (particuliere praktijk, gezondheidscentrum, revalidatiecentrum, ziekenhuis, verpleeghuis). Tijdens de eerste twee stages loop je twee dagen per week stage, bij de derde stage loop je drie dagen per week stage. De stage vindt plaats in jaar drie, vanaf het derde kwartaal tot en met jaar vier, het vierde kwartaal: dit is je afstudeerstage. De stagevoorbereiding vindt plaats in de eerste twee kwartalen van jaar drie.


fysiotherapie

KEUZEVAKKEN

STUDENT GESTUURD

Hogeschool Rotterdam vindt het belangrijk dat je de mogelijkheid krijgt om een deel van je opleiding zelf in te vullen. In de eerste twee jaar van je opleiding behaal je studiepunten door het volgen van keuzevakken. Je kunt daarbij kiezen uit zo’n 300 hogeschoolbrede keuzevakken, aangeboden door de verschillende opleidingen van Hogeschool Rotterdam. Je krijgt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken, maar ook om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Denk daarbij aan het keuzevak inleiding massage. Of leer een moderne vreemde taal, zoals Spaans. Andere voorbeelden zijn training en effecten of sportklimmen. Daarnaast moet je de keuzevakkenruimte soms gebruiken om kennis bij te spijkeren, bijvoorbeeld op het gebied van de Nederlandse taal, Engels of wiskunde.

26

STUDIEROUTE

VOLTIJD

De opleiding Fysiotherapie is een voltijdstudie. Voor studenten die eerder een opleiding in de gezondheidszorg hebben gevolgd, bestaat geen speciale instroomroute. Wel bestaan er individuele mogelijkheden tot vrijstellingen. Informeer hiernaar bij afdeling Studievoorlichting & Aansluiting. De voltijdroute is geschikt voor havo-, vwo- en mboniveau 4-gediplomeerden.


Kenniscentrum In kenniscentra verdiepen docenten en studenten van diverse opleidingen en professionals uit de beroepspraktijk zich samen in vraagstukken die om een multidisciplinaire aanpak vragen. In een voortdurende wisselwerking delen zij kennis, voeren ze onderzoek uit en doen ze ervaring op. Dit levert weer nieuwe kennis op die maatschappelijk relevant is en in de praktijk wordt toegepast. Studenten van de para­ medische opleidingen kunnen deelnemen aan projecten van de Kenniscentra ‘Arbeid en Gezondheid’, ‘Transities in Zorg’ en ‘Opgroeien in de stad’.

Instellingsfixus Aanmelden vóór 15 mei 2011 Voor de opleiding Fysiotherapie geldt een instellingsfixus of beperkte toelating. Je wordt dan ook geplaatst via een procedure Loting en Selectie door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) in Groningen. Daarom is het noodzakelijk dat je je via www.studielink.nl aanmeldt vóór 15 mei 2011.

MEER INFORMATIE

Ik volgde de middelbare school in Estland. In het kader van die school liep ik als ­ vrijwilligster met drie fysiotherapeuten mee in een kinderziekenhuis. Toen was ik verkocht. Teruggaan naar Nederland bleek wel een grote overgang. Het was best wel aanpassen. Maar gelukkig waren de docenten en de medewerkers van het secretariaat heel sociaal: iedereen ving me goed op. Inmiddels ben ik wel zo’n beetje gesetteld. En de opleiding bevalt uitstekend. Ik ben blij dat ik deze keuze heb gemaakt. ­ Alles wat je leert, gebruik je ook in de ­ praktijk. Met een vak als geschiedenis op ­ het voortgezet onderwijs is dat wel even ­ anders. Hogeschool Rotterdam vind ik ­ ‘een goed functionerend orgaan’. Als hier problemen ontstaan, lossen ze die ook op. Rianne Pijpers, afgestudeerde Fysiotherapie

Startgesprek

Titel

Accreditatie

Als je je aangemeld hebt voor de opleiding Fysiotherapie ontvang je een uitnodiging voor het startgesprek. Samen met een ervaren docent kijk je dan of je verwachtingen ten aanzien van de opleiding realistisch zijn. Tevens kijk je welke vakken misschien wel moeilijk voor je zullen zijn. Je kunt het advies krijgen om een week voor het begin van de introductieweek je voorkennis op te frissen in de Summerschool.

Een afgeronde opleiding Fysiotherapie van Hogeschool Rotterdam geeft recht op de internationaal erkende titel Bachelor of Health. Achter je naam mag je de titel B Health voeren.

De opleiding Fysiotherapie is geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO).

Doorstromen Je kunt ervoor kiezen door te studeren voor een mastertitel, zowel post-hbo als universitair. Universiteiten in binnen- en buitenland bieden (meestal tweejarige) masteropleidingen aan die goed aansluiten, bijvoorbeeld op het gebied van bewegingswetenschappen, communicatie en aspecten van psychologie. Professional masters als Manuele therapie en Kinderfysiotherapie worden verzorgd door Transfergroep Rotterdam, een onderwijsinstelling gelieerd aan de hogeschool. Kijk voor meer informatie op www.transfergroep.nl.

28

Toelatingsvoorwaarden Uitgebreide informatie over de toelatingsvoorwaarden vind je op ­ hogeschoolrotterdam.nl.


Logopedie

30

Een baby goed leren dr inken, een kleuter help en met spraak en taal, ee n leraar helpen met zij n stem, een zanger helpen be ter te zingen, iemand met hoorproblemen helpen met de communicatie . Maar ook iemand na een hersen bloeding behandelen en begeleiden op het gebied van het spreken en het begrijp en van taal, overleg met andere be roepsgroepen en het be handelen en het verzorgen van tra iningen, zowel individue el als in groepsverband. Dit is het werk van een logo pedist: een zelfstandig en afwi sselend beroep.


logopedie BEROEP

Het vakgebied van een logopedist bestaat uit de stem, spraak, taal, gehoor en afasie en dysartrie (problemen als gevolg van een hersenbloeding). De leeftijd van de cliënten varieert van nul tot honderd jaar. Dit betekent dat je in diverse werk­velden werkzaam kunt zijn, zoals in de gezondheidszorg, het onderwijs en het bedrijfsleven. Ook kun je aan de slag als zelfstandig ondernemer in je eigen praktijk. In de gezondheidszorg werken logopedisten onder meer in ziekenhuizen, verpleeghuizen en revalidatiecentra. De patiënten variëren in leeftijd: te vroeg geboren baby’s (mondproblemen en hersenletsel), kinderen (met spraak- en taalproblemen als gevolg van aangeboren aandoeningen) en ouderen (afasie door bijvoorbeeld een hersenbloeding). In het onderwijs kun je als logopedist terecht op basisscholen voor de begeleiding van kinderen met een taalontwikkelingsachterstand of spraakproblemen of op scholen voor speciaal onderwijs (zoals voor doven en slechthorenden of voor moeilijk lerende kinderen). Logopedisten worden ook steeds meer betrokken bij het onderwijs aan allochtonen, waarbij ze hen leren het Nederlands verstaanbaar uit te spreken. In het bedrijfsleven en bij overheidsinstellingen geven logopedisten trainingen aan managers en medewerkers die (zich) beter willen presenteren, waarbij de nadruk ligt op stemgebruik, articulatie, spreektempo en -ritme, zinsmelodie en andere communicatieve vaardigheden. De zelfstandig werkende logopedist werkt met een grote verscheidenheid aan cliënten, zowel variërend in leeftijd als in stoornis, dus bijvoorbeeld van mensen die hees zijn of stotteren tot mensen die hun accent willen afleren of advies willen over hoe ze kunnen omgaan met hun slechthorendheid. Daarnaast kun je denken aan kinderen die nog niet of nauwelijks spreken of die last hebben van articulatiestoornissen. De meeste afgestudeerden vinden snel een baan.

PRAKTIJK GESTUURD

Samenwerken in de praktijk: ondernemen en beheer Samen met studenten van de andere opleidingen binnen het Instituut voor Gezondheidszorg (IvG) start je een fictief multidisciplinair gezondheidscentrum. Je werkt in kleine groepjes. Iedere opleiding is in een groepje vertegenwoordigd. Elk groepje krijgt een gebied in de Randstad toegewezen en door middel van opdrachten leer je wat er bij het starten en beheren van een multidisciplinair centrum komt kijken. Je leert onder andere een markt­onderzoek uit te voeren, diverse analyses te maken, aan welke eisen het centrum moet voldoen, aan welke wetten je je moet houden, hoe je aan je geld kunt komen, enzovoort. Aan het einde van het project presenteer je je onder­ nemingsplan.

De opleiding vond ik leuk. Binnen vier jaar leer je alle facetten van de logopedie kennen. Theorie en praktijk zijn met elkaar verweven. Net als veel andere studenten moest ook ik mijn eigen uitspraak bijstellen. ­ Ik kom uit een boerendorp en heb veel moeten afleren. Ik sliste namelijk en het staat natuurlijk nogal krom als je dat als logopediste nog steeds doet. Mede dankzij de goede begeleiding van de docenten lukte het om hier vanaf te komen. Het vakgebied is zo breed, voorlopig wil ik elk ­ jaar wel wat anders doen. Daarna ga ik nog wel eens bekijken: welke specialisatie wil ik nu écht? Ilona Berkouwer, afgestudeerde Logopedie

33


logopedie OPBOUW VAN DE OPLEIDING

Propedeuse PRAKTIJK GESTUURD

OPLEIDING

PRAKTIJK GESTUURD

De spraak, stem, taal, het gehoor en slikken zijn de leer­gebieden die tijdens de opleiding Logopedie centraal staan. Het gaat bij het werk van de logopedist altijd om zorg, training en advies bij het ontwikkelen, onderhouden of herstellen van één van die gebieden. Tijdens de opleiding leer je hoe je logopedisch onderzoek doet bij patiënten en cliënten, hoe je vaststelt welk probleem iemand heeft en hoe je je behandelmethode kiest. Je doet daarvoor kennis op over de normale ontwikkeling van de mens van baby tot bejaarde, aangezien je cliënten alle leeftijden kunnen hebben. Daarnaast leer je wat afwijkend is en wat de mogelijke oorzaken daarvan kunnen zijn.

Spraak Je leert dat spraakproblemen meerdere oorzaken kunnen hebben en dat elk probleem een eigen benadering vereist. Slikken

In het eerste jaar, de propedeuse, oriënteer je je op de opleiding en het beroep. Je krijgt al meteen praktijkgericht onderwijs. Aan de hand van echte problemen uit de praktijk krijg je les in logopedische en ondersteunende vakken aan de hand van praktijksituaties. Alle vakgebieden (stem, articulatie, stotteren, taal en gehoor) komen aan de orde. In het eerste jaar kun je kijken of logopedie echt iets voor je is. Maar de opleiding bekijkt ook of jij geschikt bent voor het beroep.

Hoofdfase PRAKTIJK GESTUURD

Je corrigeert een foutieve slik, je leert een juiste slik aan of je leert iemand weer opnieuw slikken. Daarnaast geef je adviezen aan de omgeving.

STUDENT GESTUURD

Stem Vaak ontstaat een hese of schorre stem door het verkeerd gebruiken van de stem. Bij het spreken zijn ook houding en adem van belang. Je leert je cliënt weer op een ontspannen manier de stem te gebruiken, waardoor de hees- of schorheid kan verdwijnen. Vaak werk je hierbij samen met de KNO-arts.

In de eerste helft van het vierde jaar volg je een minor. Een minor is een programma dat je de mogelijkheid biedt je beroepscompetenties in een bepaalde richting toe te spitsen. De minor duurt een half jaar. Je sluit je opleiding af met een afstudeeropdracht. Vanaf het begin van de opleiding bouw je een portfolio op. Dat is een map met daarin verslagen van alle projecten en stages die je hebt gevolgd, zodat je aan het eind van je opleiding kunt laten zien wat je in huis hebt.

Werkvormen Je krijgt in alle studiejaren te maken met een mix aan werkvormen. Er zijn werkcolleges op het gebied van taalkunde, geluidsleer en medische vakken. Daarnaast zijn er in het eerste jaar vaardigheidstrainingen in kleine groepen (ongeveer vijftien studenten), bijvoorbeeld op het gebied van je eigen stem en spraak, het afnemen van logopedische testen, communicatie, informatica, muziek en drama. Daarnaast krijg je studietaken aan de hand van echte logopedische problemen uit de beroepspraktijk. Die ga je in kleine groepjes oplossen. Vanaf het tweede studiejaar krijg je ook projectonderwijs. Je werkt samen met studenten uit andere studierichtingen aan projecten in de stad Rotterdam. In elk studiejaar is er veel ruimte voor stages. Hoe verder je in je opleiding bent, hoe zelfstandiger je die stage uitvoert.

Taal Op het gebied van taal werk je met kinderen bij wie de spraak- en taalontwikkeling vertraagd is of verstoord verloopt. Ook kun je te maken krijgen met volwassenen. Hun taalproblemen zijn bijvoorbeeld het gevolg van een hersenbloeding of verkeersongeval waarbij de hersenen beschadigd zijn. Gehoor Je leert hoe je een gehooronderzoek afneemt bij jong en oud. Je leert dit te interpreteren en daarna breng je advies uit over eventuele hoortoestelaanpassingen. Verder kun je mensen trainen in spraakafzien (liplezen) en hoe mensen die zichzelf niet kunnen horen hun stem en spraak kunnen oefenen. Ook adviseer je de omgeving. Algemene onderdelen Om een bevoegd en bekwaam beroepsbeoefenaar te worden studeer je en word je steeds handiger en competenter. De beroepscompetenties staan centraal tijdens de opleiding. Kennis rondom psychologie, anatomie, didactiek en communicatieve vaardigheden vullen die beroepscompetenties aan. Tijdens je stage ‘oefen’ je die beroepscompetenties.

In het tweede jaar wordt dieper ingegaan op de onderwerpen die in het eerste jaar van de opleiding aan de orde zijn geweest, eveneens aan de hand van problemen uit de praktijk. In het derde jaar wordt de leerstof gekoppeld aan de verschillende werkvelden, bijvoorbeeld: kinderen in het speciaal onderwijs die naast een spraak-/taalstoornis een leer- en/of gedragsstoornis hebben of patiënten in een revalidatiecentrum. In het derde en vierde jaar loop je gedurende een langere periode stage. Je wordt hier goed op voorbereid door training in methodisch handelen en het maken van behandelplannen. Je loopt de stages in verschillende settings. Tijdens de eerste twee stages loop je twee dagen per week stage (de andere dagen volg je onderwijs en tijdens de derde stage loop je drie dagen per week stage). Daarnaast ben je bezig met afstuderen.

35


logopedie stage/ afstuderen

MINORS

STUDENT GESTUURD

BASISPROGRAMMA

KENNIS GESTUURD

Alle studenten van de hogeschool krijgen een aantal basisvakken. Je leert hier bijvoorbeeld hoe je op een professionele manier een presentatie kunt geven en hoe je je schriftelijk correct uitdrukt. Het basis­ programma bestaat uit vakken als communicatie, informatica, taalvaardig­ heden, studievaardigheden, organisatiekunde en onderzoeksvaardigheden.

36

Beroepsspecifieke vakken

Tijdens de opleiding krijg je te maken met een grote diversiteit aan vakken, uiteraard om je zo breed mogelijk op te leiden. Enkele voorbeelden:

taalontwikkeling en taalanalyse

geluidsleer, fonetiek

stemtechniek en presenteren

muziek

pedagogiek

meertaligheid

menskunde

gedrag en gedragsverandering

communicatieve vaardigheden

In de eerste helft van het vierde jaar kies je uit elf opleidingsoverstijgende minors waarin je afstudeert, bijvoorbeeld Arbeid en gezondheid, Eigen bedrijf: ondernemen door ondernemen of Wetenschappelijk onderzoek. Je kunt ook kiezen voor één van de meer dan honderd hogeschoolbrede minors, zoals Media & Communicatie, Home training, Mishandelen & Misbruik, Werken in de multiculturele samenleving, Opgroeien in de stad of Beleidskunde en Bedrijfskunde voor non-profit. Maar je studeert altijd af als allround logopedist. Je kunt in iedere setting aan het werk, welke minor je ook kiest.

PRAKTIJK GESTUURD

Het derde leerjaar bestaat uit het lopen van een stage, twee dagen per week. Daarnaast volg je onderwijs. In de eerste helft van het vierde jaar loop je ook twee dagen per week stage. In de tweede helft van het vierde jaar volgt je derde en tevens laatste stage van drie dagen per week. In deze periode werk je naast je stage aan je afstudeerproject.


logopedie STUDIEROUTE

Logopedie is een voltijdop­leiding, die vooral geschikt is voor schoolverlaters van havo, vwo of mbo-niveau 4. Deze vier­ jarige opleiding is verdeeld in twee fasen. De eerste fase beslaat het propedeusejaar, waarin je je vooral oriënteert op het beroep. De tweede fase van de opleiding is de hoofdfase waarin je je voorbereidt op het beroep.

KEUZEVAKKEN

STUDENT GESTUURD

Hogeschool Rotterdam vindt het belangrijk dat je de mogelijkheid krijgt om een deel van je opleiding zelf in te vullen. In de eerste twee jaar van je opleiding behaal je studiepunten door het volgen van keuzevakken. Je kunt daarbij kiezen uit zo’n 300 hogeschoolbrede keuzevakken, aangeboden door de verschillende opleidingen van Hogeschool Rotterdam. Je krijgt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken, maar ook om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Denk daarbij aan het keuzevak stemexpressie en presenteren. Of leer een moderne vreemde taal, zoals Spaans. Andere voorbeelden zijn motorische ontwikkeling van het kind of werken in het buitenland. Daarnaast moet je soms de keuzevakkenruimte gebruiken om kennis bij te spijkeren, bijvoorbeeld op het gebied van de Nederlandse taal, Engels of wiskunde. Het kan allemaal!

38

OPBOUW PROPEDEUSE HOOFDFASE PROJECTEN KENNIS STAGES EXCURSIES MINORS VOLTIJD

Een voorbeeld van een afstudeer­project

VOLTIJD

VERKORT

PRAKTIJK GESTUURD

Twee studenten Logopedie hebben de opdracht gekregen om te onderzoeken of mensen met MS die slikproblemen hebben, gebaat zijn bij een speciale therapie. Hiervoor onderzoeken en behandelen ze MS-patiënten. Er is een onderzoeksprotocol en een behandelplan opgesteld, evenals een evaluatie­ formulier waarmee naar de ervaringen van de patiënt wordt gevraagd. Er wordt gekeken of de behandel­ methode effect heeft bij de patiëntengroep. Als dat het geval is, wordt gekeken of deze behandelmethode ook geschikt is voor andere pa­ tiëntgroepen met slikklachten. Dit onderzoek is een eerste opzet voor een mogelijk groots opgezet onderzoek dat later plaats gaat vinden. Hier worden dan ook weer studenten Logopedie bij betrokken.


Competentiegericht onderwijs

MEER INFORMATIE

Startgesprek

Doorstroommogelijkheden

Titel

Als je je aangemeld hebt voor de opleiding Logopedie ontvang je een uitnodiging voor het startgesprek. Samen met een ervaren docent kijk je dan of je verwachtingen ten aanzien van de opleiding realistisch zijn. Tevens kijk je welke vakken misschien wel moeilijk voor je zullen zijn. Je kunt het advies krijgen om een week voor het begin van de introductieweek je voorkennis op te frissen in de Summerschool.

Met een hbo-diploma Logopedie heb je een internationaal erkend bachelordegree. Je kunt ervoor kiezen door te studeren voor een masterdegree. Universiteiten in binnenen buitenland bieden (meestal tweejarige) masteropleidingen aan die goed aansluiten, bijvoorbeeld op het gebied van spraaktaalpathologie of klinische linguïstiek.

Een afgeronde opleiding Logopedie van Hogeschool Rotterdam geeft recht op de internationaal erkende titel Bachelor of Health. Achter je naam mag je de titel B Health voeren.

De opleiding is competentiegericht. Dat betekent dat de studieopdrachten zoveel mogelijk met een concrete beroepssituatie te maken hebben. Je krijgt alle studie­ onderdelen aangereikt, die je later in de praktijk nodig zult hebben. Wat je later in de praktijk moet weten en kunnen - de competenties - is vastgesteld in nauw overleg met het beroepenveld, dus met die organisaties waarbij je na je opleiding aan het werk zult gaan. Je wordt voortdurend uitgedaagd om samen met je medestudenten actief te leren. Hierdoor krijg je alle mogelijkheden om te leren vanuit je eigen interesse en kun je je eigen leren beter zelfstandig sturen en controleren. Door middel van assessments, kennistoetsen en je portfolio kun je zien in hoeverre je voldoet aan de competenties die het werkveld aan een beginnend logopedist stelt.

Filmpjes

Aanvullende toelatingseisen Voor je tot de opleiding kunt worden toegelaten, moet je eerst deelnemen aan het toelatings­onder­ zoek. Dit onderzoek vindt plaats op Hogeschool Rotterdam. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden van je stem, (uit)spraak en de vloeiendheid van het spreken. De kosten van dit onderzoek bedragen ongeveer € 30,-. Als je met een positief resultaat door deze procedure komt, krijg je een verklaring van toelating. De toelatingsonderzoeken vinden plaats op de open dagen of op afspraak. Op de website kun je de brochure over het toe­ latingsonderzoek downloaden en kun je je aanmelden voor het onderzoek. Tevens kun je een filmpje bekijken over het toelatingsonderzoek. Dan zie je meteen wat het precies inhoudt!

40

Op de site van de hogeschool vind je filmpjes van de opleiding. Docenten en studenten vertellen je alles over de opleiding, je vindt er een filmpje van het toelatingsonderzoek en van een logopedist werkzaam in zijn praktijk.

Kenniscentrum

De slechtste reden om Logopedie te laten schieten? Sommigen denken dat het niet te combineren is met een sociaal leven. Maar je hebt genoeg vrije tijd naast je opleiding. Zelf studeer ik zo’n 25 uur per week. De beste reden om af te haken vind ik eigenlijk ‘als je niet goed met mensen overweg kunt’. Maar de opleiding is heel praktisch, je oefent op elkaar. Dan zie je mensen toch ook wel groeien. Mijn eigen beweegredenen waren juist dat ik het leuk vond om met mensen te werken en dat je veel bezig bent met taal. En ik vind het eigenlijk nog leuker dan verwacht. Mensen in m’n omgeving willen nu ook mooi leren praten. Dan zeg ik: Maak die ‘r’ eens heel mooi! Mariëtte Berg, derdejaars studente Logopedie

In kenniscentra verdiepen docenten en studenten van diverse opleidingen en professionals uit de beroepspraktijk zich samen in vraagstukken die om een multidisciplinaire aanpak vragen. In een voortdurende wisselwerking delen zij kennis, voeren ze onderzoek uit en doen ze ervaring op. Dit levert weer nieuwe kennis op die maatschappelijk relevant is en in de praktijk wordt toegepast. Studenten van de paramedische opleidingen kunnen deelnemen aan projecten van de kenniscentra ‘Participatie Arbeid en Gezondheid’, ‘Transities in Zorg’ en ‘Opgroeien in de stad’. Daarnaast is er de mogelijkheid om als student deel te nemen aan onderzoeken die de kenniscentra verrichten.

Toelatingsvoorwaarden Uitgebreide informatie over de toelatingsvoorwaarden vind je op hogeschoolrotterdam.nl.


Als verloskundige ben je

Verloskunde

42

aanwezig bij een uniek moment in het leven van ouders . Dat maakt het beroep boeiend, maar ook veeleisend. Want als er tijdens een bevalling iets misgaat, moet jij het op kunnen lossen. Er kom t dus veel meer bij kijken dan all een een aanstaande m oeder bijstaan. Voor, tijdens en na de be valling ben je als verlosk undige het eerste aanspreekpunt. Je neemt op moeilijke momenten zelfstandig beslissinge n en bent eindverantw oordelijk voor een goed verloop, over dag en ’s nachts. Zo zo rg je ervoor dat dat bijzondere mom ent ook echt speciaal kan zijn.


Verloskunde BEROEP

Als student Verloskunde aan Hogeschool Rotterdam bereid je je voor op een zelfstandig medisch beroep. Je wordt opgeleid tot eerstelijns verloskundige in een praktijk. Daar vervul je de volgende rollen: Medisch professional Coach en begeleider Voorlichter en counseler Casemanager Innovator Praktijkmanager

Bij al deze rollen bevind je je voortdurend in drie domeinen: zorgverlening, praktijkvoering en professionalisering. Als verloskundige ben je zelfstandig ondernemer met de eindverantwoordelijkheid voor een goed verloop van zwangerschap, de bevalling en de kraambedperiode. Een spannend beroep, want een bevalling laat zich niet plannen en iedere geboorte is weer anders.

Er is altijd een link ­ tussen theorie en praktijk “De opleiding Verloskunde kan niet zonder de praktijk. Ook in theoretische lessen maken we daar dus altijd een koppeling mee”, vertelt Linda Aten, docent van enkele theorieblokken en verloskundige vaardigheden. “En die praktijk is altijd weer anders. Niemand is standaard en iedere bevalling is weer een totaal andere gebeurtenis. Studenten starten de op­leiding met het opdoen van kennis en vaardigheden over een ‘normale bevalling’. Maar wat is normaal? Daar gaat de opleiding vervolgens op in: wat kun je allemaal tegenkomen? In de praktijk moet je complicaties kunnen herkennen en daarop anticiperen. En als dat nodig is daadkrachtig optreden. De meeste bevallingen verlopen zonder problemen, maar je moet wel weten wat je moet doen als het niet goed gaat of als er in het gezin andere problemen zijn, bijvoorbeeld psychische. Dat komen studenten soms ook tegen tijdens hun stage. Tijdens terugkomdagen hebben we het daar vervolgens over. Het is een vak met een grote verantwoordelijkheid maar vooral een vak dat heel bijzonder is.”

Je ziet meteen in de praktijk waarvoor je leert Ik wist eigenlijk al heel lang dat ik Verloskunde wilde studeren. En nadat ik noodgedwongen een jaar een andere opleiding had gevolgd, werd ik ­ toegelaten. Doordat je al vrij snel een snuffelstage loopt, weet je ook meteen of je goed gekozen hebt. En dat heb ik! Leuk is dat je direct veel in aanraking komt met de praktijk. Tijdens stages kijk ik mee bij spreekuren en je mag meteen al veel doen, bijvoorbeeld het hartje zoeken bij een controle. De opleiding is wel hard werken, maar tijdens die momenten in de praktijk zie je waar je al je energie in steekt. En je leert heel veel in een korte tijd. Ook volgen we kortere praktijkstages die niet direct binnen ­ het werkveld van een verloskundige liggen. Zo heb ik meegelopen bij zwangerschapsgym en heb ik bloed leren prikken. Dat vind ik belangrijk, want zo leer je waar een cliënt allemaal mee te maken krijgt. En weet je zelf ook beter wat je rol is. Marleen Berendse, tweedejaars studente Verloskunde

45


De eerste twee blokken van het jaar loop je één dag in de veertien dagen stage bij een verloskundigenpraktijk om alvast kennis te maken met het beroep: is het echt iets voor jou? Het derde blok loop je een langere stage bij diezelfde praktijk.

OPLEIDING

PRAKTIJK GESTUURD

Verloskunde is een hboopleiding die vier jaar duurt. Omdat je wordt opgeleid voor een zelfstandig medisch beroep moet je ook al tijdens je opleiding zeer zelfstandig te werk gaan. Je leert gaandeweg deze zelfstandigheid te ontwikkelen in alle leerlijnen. De opleiding ondersteunt en coacht je daarbij. De beroepspraktijk staat centraal in het onderwijs. Er zijn geen aparte vakken, maar de theorie wordt rondom echte opdrachten en situaties uit de praktijk aangeleerd. Dit noemen we ook wel ‘competentiegericht leren’.

OPBOUW VAN DE OPLEIDING

Propedeuse KENNIS GESTUURD

Het eerste jaar van de opleiding is de propedeuse. Deze staat vooral in het teken van oriëntatie op de opleiding, het beroep, leren leren, de normaal verlopende zwangerschap, de baring en het kraambed. De cursussen hierover worden gegeven vanuit vier aandachtsgebieden: prenataal, nataal, postnataal en stage, praktijkvoering en professionalisering. Het onderwijs voor Verloskunde is competentiegericht opgebouwd rondom beroepstaken en rollen. In het eerste jaar ben je vooral bezig met de normale zwangerschap, baring en kraambed en komen de volgende beroepstaken aan bod: Kwartaal één: prenatale zorg Kwartaal twee: natale zorg (de baring) Kwartaal drie: postnatale zorg en stage in de verloskundige praktijk Kwartaal vier: integrale zorgverlening en professionalisering

46

Binnen een beroepstaak werk je aan een grote integrale opdracht met daarnaast ondersteunend onderwijs in de vorm van hoor- en werk­colleges en trainingen verloskundige en sociale vaardigheden. Bij al het onderwijs is er veel aandacht voor evidence based leren en werken. Dat wil zeggen dat wat bewezen is in de praktijk terugkomt in de lessen. Elk kwartaal wordt afgerond met een kennistoets en een portfolio assessment waaraan studiepunten zijn gekoppeld. In de loop van het kwartaal zijn er regelmatig diagnostische toetsmomenten. Er wordt veel gewerkt in kleine groepen, van twaalf en twintig studenten. De opleiding gaat ervan uit dat je veertig uur per week aan je opleiding besteedt, voornamelijk overdag. Het keuzeonderwijs dat hogeschoolbreed wordt aangeboden, vindt ook in de avonduren plaats. Je hebt gemiddeld achttien contacturen met docenten per week. Daarnaast moet je tijd besteden aan zelfstudie en tijd inplannen om met medestudenten te oefenen.

47

Hoofdfase KENNIS GESTUURD

Na de propedeuse volgt de hoofdfase van drie jaar. Daarin werk je vanuit dezelfde vier aandachtsgebieden, maar met complexere vraagstukken. In het tweede jaar bijvoorbeeld ligt het accent op complicaties bij zwangerschap, baring en kraambed. Wat is het effect van ziekten en aandoeningen op een zwangerschap? En heeft de zwangerschap andersom ook effect op die ziekten of aandoeningen? In het tweede studiejaar loop je stage in een praktijk en in het ziekenhuis. Zo maak je kennis met complexere zaken. Het derde en vierde jaar staan in het teken van werken in en voor de beroepspraktijk. Zo is er in het vierde jaar ruimte voor een minor van een semester, waarbij je kennis en vaardigheden kunt verbreden en aanvullen. Ook in het vierde jaar werk je aan een afstudeeropdracht afkomstig uit de beroepspraktijk. Tijdens een afrondende stage laat je zien dat je zelfstandig alle verloskundige rollen kunt vervullen en alle beroepscompetenties bezit. Om af te kunnen studeren moet je een wettelijk voorgeschreven aantal verrichtingen hebben uitgevoerd tijdens de opleiding, zoals zestig bevallingen. Na je afstuderen ben je bevoegd én bekwaam; je bent geen starter maar je moet al meteen om kunnen gaan met problemen die je na tien jaar ervaring ook tegen kunt komen. Met het bachelordiploma Verloskunde kun je in het BIG-register (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) geregistreerd worden.

Werkvormen De werkvormen bij de opleiding Verloskunde zijn onder te verdelen in drie typen: praktijkgericht (bijvoorbeeld stage), kennisgericht (bijvoorbeeld een casus) en studentgericht (bijvoorbeeld eigen leerdoelen bepalen) werken. Zo kun je een voorlichtingsfolder of protocollen ontwikkelen, of deelnemen aan een ander project dat op dat moment in de stad of bij een organisatie speelt. Veel doe je samen met medestudenten in kleine groepen, bijvoorbeeld klinisch redeneren in de les. Dan ontwikkel je vanuit een casus beleid door logische denkstappen te zetten. Bij alle onderdelen krijg je voldoende begeleiding. Daarbij werkt Hogeschool Rotterdam met gedeelde en losse sturing; in het begin krijg je opdrachten van docenten en feedback daarop (gedeeld), later neem je de regie over en geef je zelf aan hoeveel hulp je nodig hebt. Je wordt beoordeeld door middel van kennistoetsen en assessments. Daarbij speelt een actrice een praktijksituatie na waarop je moet inspelen en je levert bewijzen van goed handelen uit je stage. Zo bouw je een portfolio op. Twee keer per jaar vindt een voortgangstoets plaats. Dit is een kennistoets zonder consequenties voor slagen/zakken die inzicht geeft in je studievoortgang.


Verloskunde stage/ afstuderen

MINORS

STUDENT GESTUURD

BASISPROGRAMMA

KENNIS GESTUURD

Naast onderwijs dat specifiek gericht is op het verloskundig beroep leer je algemene beroepsvaardigheden, zoals projectmatig werken, het houden van een presentatie, voorzitten van een overleg, notuleren etc. In het eerste studiejaar ben je binnen de studieloopbaancoaching bezig met studievaardigheden en het ontwikkelen van zelfsturend leren.

In het vierde jaar kun je kiezen voor een minor, een verbreding en aanvulling op jouw competenties. Daarmee verdiep je je verder in een specifiek thema. Het aanbod van minors is divers. Tijdens je opleiding zal je studieloopbaancoach je meer hierover vertellen.

Beroepsspecifieke vakken

Tijdens de opleiding krijg te niet te maken met aparte vakken, maar er wordt wel in hoorcolleges vanuit diverse expertises les gegeven. Verloskundige vaardigheden Verloskundige theorie

Medische terminologie

Fysiologie en anatomie

Biochemie

Psychologie Ethiek & recht Kindergeneeskunde

Communicatieve vaardigheden

Probleemoplossend of klinisch redeneren Ondernemerschap

48

Evidence based leren en werken, inclusief onderzoeksmethodologie Studievaardigheden Reflecteren en leerdoelen formuleren

49

PRAKTIJK GESTUURD

Bijna de helft van de opleiding bestaat uit stages in het land. Je volgt die bij verschillende praktijken. De stage begint al tijdens het eerste studiejaar. Zo kom je er snel achter of de opleiding echt iets voor je is. Tijdens je stage sta je nog niet geregistreerd in het BIG-register. Bij alles wat je doet, sta je daarom nog onder supervisie van een verloskundige. In het vierde jaar laat je tijdens je afrondende stage zien dat je zelfstandig een bevalling kunt begeleiden. Om af te kunnen studeren moet je een wettelijk voorgeschreven aantal verrichtingen hebben uitgevoerd tijdens de opleiding, zoals zestig bevallingen. Alles wat je tijdens de stage meemaakt, neem je op in een portfolio.


Verloskunde STUDIEROUTE

VOLTIJD

De opleiding Verloskunde is alleen in voltijd te volgen. Deze route is vooral geschikt voor havo-, vwo- en mboniveau 4-gediplomeerden. Houdt er rekening mee dat er in de opleiding veel gebruik wordt gemaakt van Engelstalige wetenschappelijke literatuur. Let op! De opleiding is van mening dat een gedegen kennis van biologie, scheikunde en een goede beheersing van de Engelse taal (in verband met Engelse literatuur) een belangrijke voorwaarde is voor het tot een goed einde brengen van de opleiding. Wij adviseren mbo’ers daarom om door middel van bijscholing of door het doen van het havo-staatsexamen op een voldoende beginniveau te komen voor biologie en/of scheikunde. Kijk voor meer informatie over de toelatingsvoorwaarden op hogeschoolrotterdam.nl.

KEUZEVAKKEN

STUDENT GESTUURD

Hogeschool Rotterdam vindt het belangrijk dat je de mogelijkheid krijgt om een deel van je opleiding zelf in te vullen. In de eerste twee jaar van je opleiding behaal je studiepunten door het volgen van keuzevakken. Je kunt daarbij kiezen uit zo’n 300 hogeschoolbrede keuzevakken, aangeboden door de verschillende opleidingen van Hogeschool Rotterdam. Je krijgt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken, maar ook om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Denk daarbij aan het keuzevak Inleiding massage. Of leer een moderne vreemde taal, zoals Spaans. Andere voorbeelden zijn training en effecten of sportklimmen. Daarna moet je soms de keuzevakkenruimte gebruiken om kennis bij te spijkeren, bijvoorbeeld op het gebied van de Nederlandse taal, Engels of wiskunde.

50

51


Kenniscentrum In een kenniscentrum verdiepen docenten en studenten en professionals uit de beroepspraktijk zich samen in actuele vraagstukken. Dit levert maatschappelijk relevante kennis op die weer van toepassing is op de praktijk. De kenniscentra waar Verloskunde mee te maken krijgt, houden zich bijvoorbeeld bezig met projecten als ‘Opgroeien in de stad’ of ‘Klaar voor een kind’.

MEER INFORMATIE

Toelatingsprocedure: Aanmelden vóór 1 mei 2011 Startgesprek

Doorstroommogelijkheden

Als je je ingeschreven hebt voor de opleiding Verloskunde ontvang je een uitnodiging voor het startgesprek. Samen met een ervaren docent kijk je daarbij of je verwachtingen ten aanzien van de opleiding Verloskunde realistisch zijn. Daarnaast kijk en bespreek je welke vakken moeilijk voor je kunnen zijn. Je kunt het advies krijgen om een week voor het begin van de introductieweek je voorkennis op te frissen in de Summerschool.

Met je diploma kun je aan de slag als zelfstandig verloskundige, maar je kunt ook doorstuderen. Bijvoorbeeld door de hbo-masteropleiding Physician Assistant (gericht op klinisch verloskundigen) te volgen voor meer inzicht in complicaties. Je kunt ook aan een universiteit doorstuderen voor de Master of Science Verloskunde (Universiteit), waarin je wordt opgeleid om onderzoek te doen binnen de eerstelijns verloskunde.

Internationalisering De opleiding heeft een redelijk strak programma waardoor het bijna niet mogelijk is in het buitenland te studeren. Wel lopen sommige studenten in het laatste jaar stage in het buitenland, bijvoorbeeld in een ontwikkelingsland.

Titel Een afgeronde opleiding Verloskunde van Hogeschool Rotterdam geeft recht op de internationaal erkende titel Bachelor of Midwifery (B Midwifery).

Samenwerkingsverbanden De opleiding Verloskunde wordt gegeven in het Erasmus MC. Daardoor is ook een goede samenwerking ontstaan met bijvoorbeeld de opleiding Geneeskunde en Verpleegkunde. En dat zijn de beroepsgroepen waar je als verloskundige ook in de praktijk mee te maken krijgt. Daarnaast zitten kinderartsen en psychologen dichtbij en geven zij regelmatig een college.

Verloskunde vraagt om visie en ­ ondernemerschap “Als verloskundige doe je meer dan alleen een kind ter wereld brengen”, is de ervaring van docent Verloskunde en Praktijkondernemerschap Leonie Welling. “Het grootste deel van de verloskundigen is zelfstandig ondernemer. En daarbij is een visie op verloskunde belangrijk. Hoeveel tijd besteed je aan een cliënt, wat doe je in die tijd en hoe organiseer je dat? Bovendien is het begeleiden bij een bevalling altijd inspelen op de situatie van die individuele cliënt. Je zit letterlijk op de eerste rang bij één van de mooiste momenten uit iemands leven. En voor diegene moet je er zijn, met passie en liefde. Hoe je dat doet, daar discussiëren we in de lessen over. Met daarbij veel aandacht voor actualiteit. Zo hebben we steeds vaker te maken met dikkere mensen. En daarmee met suikerziekte

52

tijdens de zwangerschap. Hoe ga je daarmee om? En wat is vraaggerichte zorg of cliëntgerichtheid? Studenten worden geprikkeld hierover na te denken en zo een visie op het vak te ontwikkelen. Zodat ze een praktijk beginnen volgens hun eigen ideaalbeeld.”

Studievereniging Er is een studievereniging die zorgt voor activiteiten binnen en buiten de opleiding. Bijvoorbeeld een stellingenmiddag met discussies over actuele ontwikkelingen van het vak. Ook levert zij een bijdrage aan open dagen, zitten afgevaardigden van de vereniging in de opleidingscommissie en organiseert de vereniging borrels.

Voor de opleiding Verloskunde geldt - naast de wettelijke toelatingsvoorwaarden - een toelatingsprocedure. Daarom is het noodzakelijk dat je je via Studielink aanmeldt vóór 1 mei 2011. Let op! Buitenlandse diploma’s en cijferlijsten worden tot uiterlijk 15 april 2011 in behandeling genomen. Voor de opleiding geldt een toelatingsprocedure. Nadat je je hebt aangemeld, word je uitgenodigd voor een SQ-test die je sociale kwaliteiten meet en schrijf je een motivatiebrief. Hiervoor bestaat slechts één mogelijkheid per jaar. Voldoe je niet aan het minimale niveau van de SQ-test dan ben je niet toegelaten. Voldoe je daar wel aan dan wordt je motivatiebrief beoordeeld. Als die voldoet aan de richtlijnen mag je voor een gesprek langskomen. Daarin komt onder meer het beeld aan de orde dat je van een verloskundige hebt, hoe je jezelf ziet in dat beeld en wat je motivatie is om de opleiding te volgen. Op basis van dit gesprek wordt beslist over je toelating.

Hepatitus B Als student mag je geen drager zijn van het Hepatitus B virus (HBV). Dit moet middels bloedonderzoek vóór het begin van de opleiding uitgevoerd zijn. Na aanvang van het studiejaar vindt vaccinatie tegen Hepatitis B op de opleiding plaats.

Praktische opleiding, maar ook veel verdieping Het eerste jaar van de opleiding is vrij algemeen, dan leer je bijvoorbeeld alles over anatomie. Het tweede jaar is er meer aandacht voor afwijkende zaken, zoals bloedverlies tijdens de zwangerschap. Dat vind ik interessanter, zeker omdat je ook tijdens stages te maken krijgt met dit soort complicaties. Als je er al les over hebt gehad, kun je die complicaties beter plaatsen. Het helpt ook dat we veel werken met casussen. ­ Dat zijn voorbeelden van praktijksituaties waarvoor je met een groepje medestudenten een oplossing moet verzinnen. Bijvoorbeeld over een tweelingzwangerschap of een aanstaande moeder met een hoge bloeddruk. Soms heb je zo’n casus al meegemaakt in de praktijk waar je stage loopt. In het tweede jaar krijgen we ook colleges van een gynaecoloog en een kinderarts. Dat zorgt echt voor verdieping omdat zij veel inzicht hebben in complicaties. Fijn aan de opleiding vind ik dat het zo praktisch is en dat je heel zelfstandig kunt werken. Een goede weergave van het beroep. Waarschijnlijk ga ik hierna nog de masteropleiding Physician Assistant (gericht op klinisch verloskundigen) doen waardoor je nog complexere bevallingen mag begeleiden. Ik weet niet of ik echt in een ziekenhuis wil werken, maar het lijkt me goed om mijn kennis te verruimen. Eline Hemminga, tweedejaars studente Verloskunde

Toelatingsvoorwaarden Uitgebreide informatie over de toelatingsvoorwaarden vind je op ­ hogeschoolrotterdam.nl.


Verpleegkunde

54

Je denkt erover Verplee gkunde te gaan studer en. Weet je dat verpleegk undigen meer doen da n injecties geven en patiënten wa ssen? Als verpleegkun dige verleen je zorg aan m ensen in alle werkgebi eden van de gezondheidszorg. Je we rkt met gezonde mense n, of met zieke mensen met licha melijke of psychische problemen. Bij zieke mensen staa t verpleging en begelei ding centraal, bij gezonde mensen pr eventie. Een hbo-verp leegkundige is een professional op het hoogste niveau. Je draagt verantwoordelijkheid voor het hele verpleegk undige proces. Samen met de patiënt stel je de gezondheidsp roblemen vast en maak je een ve rpleegplan. Je bewaak t de toestand van de patiënt en rapp orteert hierover; je inf ormeert de patiënt en de familie. Je coördineert en orga niseert de zorg door verpleegkundige n en door andere hulpv erleners.


verpleegkunde BEROEP

Als student Verpleegkunde aan Hogeschool Rotterdam bereid je je voor op vijf verschillende rollen van een verpleegkundige: 1.

als zorgverlener verleen je in ‘complexe situaties’ zorg die met name is gericht op de kwaliteit van leven van de patiënt. 2. als regisseur stem je - in goed onderling overleg – zorgactiviteiten van verschillende zorgverleners op elkaar af. 3. als coach stimuleer en motiveer je (nieuwe) collega’s en begeleid je stagiairs. 4. als ontwerper lever je een bijdrage aan nieuwe werkmethoden en zorgactiviteiten. 5. als beroepsbeoefenaar houd je je aan beroeps- en ethische codes, werk je voortdurend aan je eigen deskundigheid en daarnaast bevorder je de deskundigheid van anderen.

Aan de slag met dementie

PRAKTIJK GESTUURD

Tweedejaarsstudenten ontwikkelen een manier om Antilliaanse Rotterdammers voor te lichten over dementie. Het aantal mensen met dementie groeit namelijk snel. In Rotterdam groeit het aantal allochtone ouderen en daarmee het aantal allochtone dementerenden. De studenten besteden aandacht aan de ziekte zelf, de mantelzorger en de mogelijkheden voor hulpverlening. Voor het voorlichtingsproduct mogen ze hun fantasie gebruiken, bijvoorbeeld toneel, een film of een praatgroep. Uiteraard doen zij dit niet alleen: ze werken samen met de doelgroep en de experts op het gebied van dementie. Ook worden ze bij Hogeschool Rotterdam begeleid door hun docent. Dit project is één van de verbeterprojecten van het Landelijk Dementie­programma, een traject om de dienst­ verlening aan mensen met dementie en hun mantelzorgers te verbeteren. Het traject wordt getrokken door ConForte, de Rotterdamse brancheorganisatie voor verpleging, verzorging en thuiszorg. Tijdens je opleiding ga je werken aan dit soort projecten, soms samen met studenten van andere studie­richtingen. Voor een opdrachtgever uit het werkveld maak jij, samen met je studiegenoten, iets dat kan worden toegepast in de praktijk.

Mijn tweedejaarsstage zou ik in een algemeen ziekenhuis doen. Ik kwam echter in de psychiatrie terecht en merkte zo dat dit echt mijn ding is: het begeleiden van cliënten, medicijnen verstrekken en therapeutische gesprekken houden. Ik studeer af binnen het Kenniscentrum Transities in Zorg. Het Kenniscentrum doet onderzoek met studenten, docenten en mensen uit de praktijk. Mijn groep houdt zich bezig met het onderzoeken van het verpleegkundig aanbod voor asielzoekers binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). We hebben een literatuurstudie gedaan en gaan verpleegkundigen in asielzoekerscentra en in reguliere GGZ-inrichtingen interviewen. Onze coach voegt de gegevens samen tot een groot onderzoek. De uitkomsten worden dan op school en in de praktijk gebruikt. Roxanne Moerer, vierdejaars studente Verpleegkunde, richting GGZ

57


verpleegkunde OPBOUW VAN DE OPLEIDING

OPLEIDING

PRAKTIJK GESTUURD

Verpleegkunde studeren aan Hogeschool Rotterdam biedt een uitstekende basis voor je toekomst. De hogeschool is een grote instelling met veel keuzemogelijkheden en faciliteiten, onder meer met een elektronische leeromgeving. Persoonlijke aandacht staat hoog in het vaandel. Een studieloopbaancoach begeleidt je tijdens je hele opleiding. Door samenwerking met instellingen uit de regio weten docenten wat er speelt in de zorg. De wisselwerking tussen praktijk en theorie is dan ook optimaal. Al vroeg in je opleiding maak je kennis met de praktijk.

58

OPBOUW PROPEDEUSE HOOFDFASE PROJECTEN KENNIS STAGES EXCURSIES MINORS DUAAL DOORSTROOM VOLTIJD DEELTIJD

Propedeuse

Hoofdfase

In het onderwijsprogramma van het eerste jaar, de propedeuse, maak je kennis met het beroep en het diverse werkgebied van de verpleegkundige. Ook de rol die je als verpleegkundige speelt in het traject van opname tot ontslag komt uitgebreid aan bod. Je maakt ook kennis met één van de vier zorgcategorieën die centraal staan in de opleiding: chronische zorg. Het eerste half jaar krijg je theorie aangeboden. Het tweede half jaar wordt theorie gecombineerd met drie dagen stage in de week. Tijdens de stage ligt het accent op het uitoefenen van de rol van zorgverlener en regisseur. Iedere onderwijsperiode wordt afgesloten met een toets. De theorie wordt getoetst met kennistoetsen, tijdens de stage worden beroepsproducten beoordeeld. Je neemt deel aan het ‘probleemoplossend en productgestuurd onderwijs’. Dit betekent dat je zelf of samen met studiegenoten op zoek gaat naar de kennis en vaardigheden die nodig zijn om een probleem uit de beroepspraktijk op te lossen. Natuurlijk krijg je hierbij begeleiding.

Na de propedeuse volgt de hoofdfase, die drie jaar duurt. In het eerste jaar maakte je al kennis met de eerste van de vier zorgcategorieën. Gedurende het tweede jaar maak je kennis met de overige categorieën: intensieve zorg, pre­ ventieve zorg en acute zorg. Ook in het tweede studiejaar loop je gedurende het eerste half jaar drie dagen in de week stage gecombineerd met theoretisch onderwijs. In de stage besteed je aandacht aan alle rollen. Echter nog niet op het hoogste niveau. Het derde jaar staat in het teken van verdieping. Verdieping in de vier zorgcategorieën en verdieping in de vijf rollen van de hbo-verpleegkundige. Gedurende het hele derde jaar loop je drie dagen in de week stage, ook weer gecombineerd met theoretisch onderwijs, in een sector naar keuze: de AGZ, GGZ of MGZ. Extra verdieping of verbreding vindt plaats in het vierde jaar. Het eerste half jaar neem je deel aan een minor naar keuze (bijvoorbeeld: Zorg voor Ouderen, Kind en Ziekenhuis en Chronisch Zieken). Sommige minors worden door onze eigen opleiding verzorgd, maar je kunt ook deelnemen aan minors die in samenwerking met andere opleidingen worden aangeboden. Het tweede half jaar staat in het teken van afstuderen waarbij je een praktijkgericht onderzoek opzet en uitvoert.

Werkvormen In alle studiejaren krijg je te maken met een mix aan werk­ vormen. Docenten geven je inzicht in actuele theoretische achtergronden en methodieken in hoor- en werkcolleges. Allerlei vaardigheden maak je je eigen door ze te oefenen in practicumlokalen, waarin afdelingen van een ziekenhuis realistisch zijn nagebouwd. Gespreksvaardigheden oefen je in zogenaamde skills labs, waar je zelf aan de slag gaat met videoapparatuur. Ook werk je aan persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkeling van hbo-competenties. Je werkt vaak in groepsverband aan opdrachten en een groot deel van de tijd besteed je dan ook aan samenwerken.

59

Daarnaast wordt van je verwacht dat je zelfstandig kunt studeren. Gedurende de opleiding krijg je te maken met onderwijsprogramma’s in een digitale leeromgeving. Studiemomenten op school en tijdens de stages wisselen elkaar af. Leerervaringen tijdens de stage worden op school besproken. Theorie behandeld op school, wordt toegepast tijdens de stage.


verpleegkunde STAGE/ afstuderen

MINORS

STUDENT GESTUURD

BASISPROGRAMMA

KENNIS GESTUURD

In het basisprogramma krijg je een aantal algemene beroepsvaardigheden, zoals sociale en communicatieve vaardigheden, taalbeheersing Nederlands (o.m. presenteren en rapporteren) en Engels.

60

In het vierde jaar kies je voor een extra verdieping of verbreding in de vorm van een minor (specialisatie). Zo kun je in het kader van je eerder gekozen sectordifferentiatie kiezen voor zorg voor ouderen, kinderen of chronisch zieken. Ook zijn er mogelijkheden om deel te nemen aan verbredende minors, die worden gegeven in samenwerking met andere opleidingen binnen Hogeschool Rotterdam, zoals Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Sociaal Pedagogische Hulpverlening.

Beroepsspecifieke vakken

In elk theoretisch blok wordt aandacht besteed aan: verpleegtechnische vaardigheden, communicatieve vaardigheden, medische kennis (met aandacht voor anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie), psychologie & sociologie, methodisch werken & klinisch redeneren, recht & ethiek, gezondheidsvoorlichting en verpleegkundig onderzoek.

61

PRAKTIJK GESTUURD

Al in het eerste jaar loop je stage. Deze stage duurt zeventien weken, waarbij je drie dagen per week aanwezig bent op je stageplek. Dat geldt ook voor het tweede jaar. Tijdens het hele derde jaar loop je drie dagen per week stage in een sector naar keuze. Tijdens je stage in het vierde jaar werk je aan een afstudeeropdracht in de vorm van een praktijkgericht onderzoek.


verpleegkunde STUDIEROUTES

VOLTIJD

De voltijdroute is een vierjarig onderwijsprogramma waarin theorie en praktijk elkaar afwisselen en jij fulltime student bent. De voltijdvariant duurt in totaal vier jaar en is geschikt voor havo-, vwo- en niet-verwant mbo-niveau 4-gediplomeerden.

KEUZEVAKKEN

STUDENT GESTUURD

Hogeschool Rotterdam vindt het belangrijk dat je de mogelijkheid krijgt om een deel van je opleiding zelf in te vullen. In de eerste twee jaar van je opleiding behaal je studiepunten door het volgen van keuzevakken. Je kunt daarbij kiezen uit zo’n 300 hogeschoolbrede keuzevakken, aangeboden door de verschillende opleidingen van Hogeschool Rotterdam. Je krijgt de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken, maar ook om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Denk daarbij aan het keuzevak pijnbestrijding niet farmacologisch, omgaan met chronisch lijden of gezondheid in de grote stad. Of leer een moderne vreemde taal, zoals Spaans. Daarnaast moet je de keuzevakkenruimte soms gebruiken om kennis bij te spijkeren, bijvoorbeeld op het gebied van Nederlands, Engels of wiskunde. Het kan allemaal!

DUAAL

Kies je de duale route, dan solliciteer je in het tweede leerjaar zelf naar een werkplek bij een aangesloten instelling en combineer je vanaf het derde jaar leren met werken. Deze opleiding is op Hogeschool Rotterdam een veel gevraagde route, waaraan een aantal ziekenhuizen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg verbonden is. De eerste twee jaar volg je hetzelfde programma als een voltijdstudent. Het verschil met de voltijdroute is dat je in de loop van leerjaar twee solliciteert bij een instelling. In het derde en vierde jaar ga je vervolgens drie dagen per week betaald aan het werk binnen verschillende afdelingen in de instelling die je heeft aangenomen. Je bent werknemer en student. Daarnaast krijg je twee dagen per

week theorie op school of werk je zelfstandig of in groepjes aan projectopdrachten. Je krijgt gezamenlijk onderwijs met de derde- en vierdejaars voltijdstudenten. De duale variant duurt in totaal vier jaar.

VERKORT

Heb je je diploma mbo-Verpleegkunde niveau 4 dan kun je de mbo-hbo-doorstroomroute volgen. Zo behaal je in minimaal tweeënhalf jaar je hbo-v diploma. In de eerste fase (één leerjaar) ga je fulltime naar school. Je verwerft competenties die bij kwalificatieniveau 5 horen. Na dit eerste leerjaar kies je een differentiatie (AGZ, GGZ of MGZ). Je kunt aan het begin van de differentiatie kiezen om de studieroute voltijd of duaal te volgen/af te ronden (zie uitleg hier voorafgaand).

Maatwerkroute (deeltijd)

Heb je de in Service-opleiding A, B of Z gedaan of heb je een havo-, vwo- of een mbo-diploma niveau 4 behaald? Dan kun je na een intake-assessment en een EVC-procedure beginnen met een apart - op jouw achtergrond afgestemd traject (deeltijd) om hbo-verpleegkundige te worden. De duur van de opleiding varieert dan ook. Iedereen met een relevante vooropleiding (verzorging of verpleging, mdgo-vp, hbo-welzijn en paramedisch) en zelfs zonder relevante vooropleiding kan in aanmerking komen voor deze opleidings­ variant. Vraag bij afdeling Studie­voorlichting & Aansluiting de speciale brochure over de deeltijdopleiding aan.

Associate degree In september 2011* start het Associate Degree-programma Intensive Care Verpleegkunde. Je kunt in twee jaar het AD-diploma halen en eventueel daarna instromen in het derde jaar van de hbo-opleiding Verpleegkunde. Kijk voor meer informatie op hogeschool­ rotterdam.nl of neem contact op met afdeling Studievoorlichting & Aansluiting. * Onder voorbehoud van goedkeuring door de overheid

62


Ontwikkelingen in de zorg

MEER INFORMATIE

Startgesprek

Internationalisering

Introductiekamp

Als je je aangemeld hebt voor de opleiding Verpleegkunde ontvang je een uitnodiging voor het startgesprek. Samen met een ervaren docent kijk je dan of je verwachtingen ten aanzien van de opleiding Verpleegkunde realistisch zijn. Tevens kijk je welke vakken misschien wel moeilijk voor je zullen zijn. Je kunt het advies krijgen om een week voor het begin van de introductieweek je voorkennis op te frissen in de Summerschool.

Tijdens je opleiding kijk je vaak over de grenzen van je eigen vakgebied, maar je kunt ook over de grenzen van je eigen land kijken tijdens een stage in het buitenland. Denk bijvoorbeeld aan een stage in een ziekenhuis in Engeland. Of wellicht zoek je het iets dichter bij huis en ervaar je hoe het er in een Belgisch psychiatrisch centrum aan toe gaat. Er zijn mogelijkheden genoeg, maar je moet wel even doorzetten. Voordat je kunt vertrekken valt er namelijk een heleboel te regelen. Natuurlijk helpt de coördinator buitenlandstage van je opleiding je op weg.

Het kamp wordt georganiseerd door de commissie ‘IkZie’, die bestaat uit studenten die al Verpleegkunde studeren. Het kamp kent een gevarieerd programma: van sportief bezig zijn tot uitdagende spelen waarbij je zelf bepaalt hoever je wilt gaan. Er ligt overigens geen druk op en het is zeker geen ontgroening. De nadruk ligt op kennis­ maken: met elkaar, de opleiding en Hogeschool Rotterdam. Tijdens het introductiekamp zijn er meerdere docenten aanwezig. Veel eerstejaars studenten die op kamp zijn geweest, zeggen dat ze het gewoon een fijnere start van de opleiding vonden, omdat ze al zoveel nieuwe studiegenoten leerden kennen!

Titel Een afgeronde opleiding Verpleegkunde van Hogeschool Rotterdam geeft recht op de internationaal erkende titel Bachelor of Nursing. Achter je naam mag je B Nursing voeren.

Doorstroommogelijkheden Met je diploma Bachelor of Nursing kun je een vervolg­ opleiding volgen, denk hierbij aan een hbo-masteropleiding, zoals Advanced Nursing Practice of Master Physician Assistant. Deze masteropleidingen vind je ook op Hogeschool Rotterdam. Ook kun je bijvoorbeeld een opleiding voor intensive care-, bedrijfs- of kinderverpleegkunde volgen. Daarnaast is er de mogelijkheid om Verplegingswetenschap te studeren aan een universiteit.

64

Door de toenemende vergrijzing en het groeiend aantal mensen met chronische ziekten en psychische problemen is er steeds meer behoefte aan goede gezondheidszorg en dus ook aan goed opgeleide hbo-verpleegkundigen. Je vindt verpleegkundigen tegenwoordig in alle sectoren van de gezondheidszorg. Naast algemene ziekenhuizen kun je denken aan psychiatrische centra, thuiszorginstellingen, GGD’s, kinderziekenhuizen, verpleeghuizen en instellingen voor verslaafden en verstandelijk gehandicapten. Ook in de huisartsenzorg worden steeds meer verpleegkundigen gevraagd. Daarnaast maken computers en geavanceerde randapparatuur het mogelijk patiënten steeds beter te helpen. Toch blijft de gezondheidszorg mensenwerk. De verpleegkundige op hbo-niveau is en blijft dus een belangrijke spil in het zorgproces. De ontwikkelingen in de zorg gaan snel, als hbo-v’er kun je ze bijhouden!

Kenniscentrum In een kenniscentrum verdiepen docenten en studenten van diverse opleidingen en professionals uit de beroepspraktijk zich samen in actuele vraagstukken. Dit levert weer maatschappelijk relevante kennis op die toepassing vindt in de praktijk. Als je Verpleegkunde studeert, kun je tijdens je opleiding te maken krijgen met de kenniscentra ‘Samenhang in de Ouderenzorg’, ‘Eerstelijnszorg’, ‘Transities in Zorg’ en ‘Participatie, Arbeid en Gezondheid’. Via deze Kenniscentra kun je deelnemen aan projecten, lezingen bijwonen of je kunt er je afstudeerproject doen. Nieuwsgierig geworden? Kijk eens op hogeschoolrotterdam.nl/kenniscentrum.

Ik heb gekozen voor de opleiding Verpleegkunde omdat ik altijd al interesse had in verzorging. Ik heb een dagje meegelopen op Hogeschool Rotterdam. Je wordt zo’n dag begeleid door docenten en studenten van de hogeschool. Je leert bepaalde vaardig­ heden, als zwachtelen en injecties geven. Ook krijg je theorie in een collegezaal en krijg je een rondleiding door het gebouw. De manier van lesgeven beviel me. Ik heb stage gelopen in Suriname. Dat wilde ik, omdat ik ooit in Suriname wil gaan wonen en werken. Ik kwam terecht op de chirurgische afdeling ­ van het Sint Vincentius Ziekenhuis in ­ Paramaribo. Chirurgie is best een heftige ­ afdeling, je leert heel veel in korte tijd. ­ Het belangrijkste dat ik daar heb geleerd is ­ goed omgaan met mensen en hun gevoelens. ­ Technische handelingen zijn natuurlijk belangrijk, maar het gaat om mensen en daarom moet je vanuit het gevoel werken. Dat hoort bij het beroep. En daarom vind ik het ook zo leuk. Gwendolyn Pinas, tweedejaars studente Verpleegkunde, richting AGZ

Toelatingsvoorwaarden Uitgebreide informatie over de toelatingsvoorwaarden vind je op ­ hogeschoolrotterdam.nl.


Wetenswaardigheden, mogelijkheden, voorwaarden, adressen, telefoonnummers en ... een stad Outside In Inside Out. Om jou effectief te laten studeren haalt Hogeschool Rotterdam letterlijk de Rotterdamse ­ omgeving naar binnen. Geen verzonnen oefeningen, maar concrete projecten, onderzoeksvragen en vernieuwingen ­ uit de Rotterdamse regio. We voegen jouw talent en onze kennis er aan toe en geven dat geheel weer terug aan ­ die regio. Jij leert zo wat echt werkt, wij blijven er scherp van en tegelijkertijd helpen we bedrijven en instellingen.

Honoursprogramma en Innovation Labs Vanaf 2010 kun je aan Hogeschool Rotterdam een Honoursprogramma volgen. Dit programma is bedoeld voor ambitieuze studenten die graag creatief en innovatief aan hun beroep willen werken. De Innovation Labs nemen in dit programma een belangrijke plaats in. In een Innovation Lab werk je met studenten uit andere opleidingen aan complexe projecten van opdrachtgevers uit de Rotterdamse regio. Voor studenten die het Honoursprogramma willen volgen is het Innovation Lab verplicht. Voor andere studenten zijn de Innovation Labs ook toegankelijk. Wel moet je dan je motivatie aantonen in een toelatingsgesprek. Het Honoursprogramma is bedoeld voor studenten met ambitie die meer willen halen uit hun opleiding. Wanneer je

het totale programma doorloopt, krijg je bij je diploma een honours degree. Studenten die tijdens de opleiding alleen het Innovation Lab volgen en afsluiten met een positief resultaat, ontvangen hiervoor een certificaat.

Overtref jezelf Laat je inspireren door onze Rotterdamse mentaliteit, studieaanpak en omgeving. Wij dagen je uit en helpen je om de lat hoger te leggen dan je voor mogelijk hield. We bouwen je opleiding slim op, zorgen ervoor dat wat je leert, ook werkt in de praktijk van nu en geven je de ruimte om zelf accenten te leggen in je opleiding. Zo haal je meer uit jezelf.

Studiesucces We willen er zo goed mogelijk voor zorgen dat jij als student ook de best mogelijke begeleiding en ondersteuning krijgt om je opleiding met succes af te ronden. Daarom vinden we het belangrijk al zo snel mogelijk kennis met je te maken. Veel van onze studenten kunnen wel wat extra ondersteuning gebruiken om het beste uit zichzelf te halen. Die bieden we graag.

66

Proefstuderen

Studentendecanen

Studeren met een beperking

Cursus Studiekeuze

Als je met je studiekeuze al een eind op weg bent, kun je een dag komen proefstuderen. Je gaat actief aan de slag en ervaart of jouw beeld van de opleiding overeenkomt met de werkelijkheid. Bijna iedere opleiding biedt een eigen proefstudeerprogramma voor leerlingen van 4/5 havo en 5/6 vwo en voor derde- en vierdejaars studenten van mbo-niveau 4-opleidingen. De uren proefstuderen kun je in overleg met je decaan laten meetellen voor je totale studielast Loopbaan Oriëntatie en Beroep (LOB). Kijk voor de data op pagina 71 van deze brochure.

Studentendecanen werken onafhankelijk en vertrouwelijk. Je kunt bij hen terecht als je persoonlijke problemen hebt, als je twijfelt over je studiekeuze en met vragen over geldzaken, over wet- en regelgeving, over studieaanpak en over speciale voorzieningen. Het decanaat verzorgt ook trainingen (o.a. faalangsttraining, cursus studiekeuze, assertiviteitstraining).

Studenten met een functiebeperking kunnen ook bij ons studeren. Voor studenten die een handicap, een chronische ziekte of psychische problemen hebben, zijn er daarom speciale regelingen en voorzieningen. Vraag bij de decaan van je locatie welke mogelijkheden er zijn voor jou, het liefst voordat je met je opleiding begint. Ook kunnen studenten van het ‘PowerPlatform’ informatie en begeleiding geven. Kijk voor meer informatie op: hogeschoolrotterdam.nl/powerplatform.

De cursus studiekeuze helpt je bij het kiezen van je hbo-opleiding. Voor eindexamenkandidaten (havo 5, vwo 6 en mbo-niveau 4) is er een cursus van vier bijeenkomsten. Hierin ga je samen met andere leerlingen onder begeleiding van een studiekeuzebegeleider aan de slag. Door verschillende opdrachten krijg je inzicht in je kwaliteiten, je interesses, je toekomstwensen en de acties die je kunt ondernemen om tot een studiekeuze te komen. Kijk voor meer informatie en aanmelding op hogeschoolrotterdam.nl onder het kopje ‘studiekeuze’.

Studerende moeders Zwangerschap of studeren in combinatie met andere gezinverantwoordelijkheden vormt een extra belasting. Het vergt nogal wat regel en uitzoekwerk, daarnaast blijkt dat (her)intredende studerende moeders tegen nogal wat knelpunten aanlopen die de toegang tot onderwijs of de studievoortzetting kunnen belemmeren. Via de website www.studerendemoeders.nl kunnen alle studenten met (a.s.) kinderen en (her)-intredende moeders relevante informatie inwinnen.

67


OPLEIDINGEN

Economie

Gezondheidszorg

Onderwijs

Accountancy

Ergotherapie

Lerarenopleiding Basisonderwijs (PABO) (Rotterdam en Dordrecht)

Bedrijfseconomie

Fysiotherapie

Commerciële Economie (CE)

Leraar Gezondheidszorg en Welzijn

CE: Specialisatie Sportmarketing en Management *

Logopedie

Communicatie (COM)

Management in de Zorg

Facility Management

Verloskunde

Financial Services Management

Verpleegkunde

Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs en BVE (Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie): Aardrijkskunde, Biologie, Bouwkunde, Bouwtechniek, Duits, Economie, Elektrotechniek, Engels, Frans, Geschiedenis, Installatietechniek, Maatschappijleer, Mechanische Techniek, Motorvoertuigentechniek, Natuurkunde, Nederlands, Techniek, Werktuigbouwkunde, Wiskunde

Associate-degreeprogramma’s Naast bacheloropleidingen biedt Hogeschool Rotterdam een aantal tweejarige Associatedegreeprogramma’s aan. Associate degree

TECHNIEK

Management in de Zorg

Autotechniek

Onderwijsondersteuner Bouwtechniek

Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek

Onderwijsondersteuner Elektrotechniek

Bouwkunde

Onderwijsondersteuner Installatietechniek

Chemie

Onderwijsondersteuner Leraar Gezondheidszorg en Welzijn

Chemische Technologie

Onderwijsondersteuner Mechanische Techniek

Civiele Techniek

Onderwijsondersteuner Motorvoertuigentechniek

Elektrotechniek

Onderwijsondersteuner Techniek

Gezondheidszorg Technologie

Arts & Crafts *

Industrieel Product Ontwerpen

IC-Verpleegkunde *

Logistiek en Technische Vervoerskunde

Maintenance & Mechanics *

Maritiem Officier (i.s.m. de STC-Group)

Officemanagement *

Oriënterende Propedeuse Techniek en Bedrijf ***

Ondernemen *

Ruimtelijke Ordening en Planologie

Pedagogisch - Educatief medewerker *

Technische Bedrijfskunde

Systeembeheer *

Fiscale Economie International Business and Languages

Kunst

International Business and Management Studies

Autonome Beeldende Kunst

Logistiek en Economie

Docent Beeldende Kunst en Vormgeving

Management, Economie en Recht

Vormgeving

Small Business en Retail Management Trade Management gericht op Azië

Media & ICT

Vastgoed en Makelaardij

Bedrijfskundige Informatica

Vrijetijdsmanagement

Communication and Multimedia Design COM: Specialisatie Digitale Media *

Gedrag en Maatschappij

Informatica

Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV)

Mediatechnologie

CMV: Specialisatie Theater en Maatschappij *

Technische Informatica

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Oriënterende Propedeuse Gedrag en Maatschappij **

*

Pedagogiek

Deze specialisaties zijn direct vanaf het eerste studiejaar te volgen binnen de opleidingen Communicatie, Commerciële Economie en Culturele en Maatschappelijke Vorming

Watermanagement

*

Werktuigbouwkunde

Personeel en Arbeid Sociaal Pedagogische Hulpverlening

**

In de Oriënterende Propedeuse Gedrag en Maatschappij maak je kennis met een aantal opleidingen uit de sector Gedrag en Maatschappij

***

In de Oriënterende Propedeuse Techniek en Bedrijf maak je kennis met een aantal technische opleidingen

69

Deze Associate-degreeprogramma’s zijn nog onder voorbehoud. Kijk voor een volledig overzicht op hogeschoolrotterdam.nl


VOORZIENINGEN

LOCATIES

WIL JE MEER INFORMATIE? Masteropleidingen en voortgezette opleidingen Voor actuele informatie over de master­ opleidingen en voortgezette opleidingen van Hogeschool Rotterdam kijk je op hogeschoolrotterdam.nl of bel je met afdeling Studievoorlichting & Aansluiting (010) 794 44 00

Studievoorlichting

1 Locatie Museumpark Museumpark 40 3015 CX Rotterdam

E-mailaccount en internet PC- / internetruimtes

2 Locatie Academieplein G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam

Mediatheken / bibliotheken International Office (voor studie / stage in buitenland) Sportmogelijkheden (www.erasmussport.nl)

3 Locatie Pieter de Hoochweg Pieter de Hoochweg 129 3024 BG Rotterdam

Studenten- en studieverenigingen Restaurants en studentencafés

4 Locatie Wijnhaven Wijnhaven 107 3011 WJ Rotterdam

Vestiging Randstad Uitzendbureau Hogeschoolmagazine Profielen

5 Locatie Wijnhaven Wijnhaven 61 3011 WN Rotterdam

Decanen, vertrouwenspersonen, studentenpastor Helpdesks ICT, Nederlands en Dyslexie Platform voor studeren met een beperking (PowerPlatfom) Steunpunt Studerende Moeders (www.studerendemoeders.nl) Programma voor Topsporters Stilte- en gebedsruimtes op locaties Wijnhaven, Academieplein en Museumpark Kopieerservice Xerox

6 Locatie Blaak Blaak 10 3011 TA Rotterdam 7 Locatie Kralingse Zoom Kralingse Zoom 91 3063 ND Rotterdam 8 Locatie RDM Campus Droogdok 17 3089 JL Rotterdam

Filiaal boekwinkel Selexyz (locatie Kralingse Zoom) Keuzeonderwijs/Minorbureau (informatie over keuzevakken en minors)

De opleiding Verloskunde wordt gegeven in het Erasmus MC.

Wil je meer informatie over opleidingen, toelating, aanmelden en studeren in het hbo? Neem dan contact op met afdeling Studievoorlichting & Aansluiting. Op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 17.30 uur Op woensdag en vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur (010) 794 44 00 studievoorlichting@hro.nl hogeschoolrotterdam.nl

Tijdens de open dagen kun je kennis maken met alle opleidingen van Hogeschool Rotterdam en een indruk krijgen van de faciliteiten en de sfeer van de locaties. Je bent welkom op:

Elk jaar organiseert Hogeschool Rotterdam proefstudeerdagen. Je kunt je aanmelden voor een proef­studeerdag via hogeschool­ rotterdam.nl/proefstuderen. De proefstudeerdagen worden gehouden op:

Open Avonden *

Museumpark 40 3015 CX Rotterdam

Verspreid door het jaar organiseren we ook een aantal open avonden, waar je naast algemene ook specifieke informatie over één of twee opleidingen kunt krijgen.

Belangrijke telefoonnummers Afdeling Studievoorlichting & Aansluiting (010) 794 44 00

¬ Woensdag 8 december 2010 (alleen deeltijd) ¬ Woensdag 8 juni 2011 ¬ Woensdag 24 augustus 2011 (inschrijfavond)

Studeren met een beperking (010) 794 62 48 Stichting Handicap en Studie (030) 275 33 00 Contactpersoon Topsport en Studie (010) 794 62 44 Helpdesk Dyslexie (010) 794 40 86 Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) (050) 599 77 55 Stadswonen (studentenhuisvesting) (010) 800 72 00

70

Proefstuderen

¬ Zaterdag 13 november 2010 ¬ Zaterdag 22 januari 2011 ¬ Zaterdag 26 maart 2011

Bezoekadres

Open Dagen

Jongeren Informatie Punt (010) 436 25 44

*

De open avonden van de Willem de Kooning Academie zijn alleen voor de opleidingen Vrijetijdsmanagement en Docent Beeldende Kunst en Vormgeving.

¬ Donderdag 18 november 2010 ¬ Dinsdag 14 december 2010 ¬ Donderdag 24 februari 2011 ¬ Dinsdag 12 april 2011 Meer informatie over proefstuderen vind je op hogeschoolrotterdam.nl/ proefstuderen

Meeloopdagen Er is een beperkte mogelijkheid een dag individueel met een student mee te lopen. Neem daarvoor contact op met afdeling Studievoorlichting & Aansluiting.


toelating & aanmelding

Studiekosten

Voor vragen over­ (afwijkende) toelatingsvoorwaarden, intake en assessment kun je terecht bij afdeling Studievoorlichting & Aansluiting.

Toelatingsvoorwaarden Uitgebreide informatie over de toelatingsvoorwaarden vind je op hogeschoolrotterdam.nl.

Ik mis een vak Je hebt een ‘deficiëntie’ als je beschikt over een havo-, vwo- of mbo-lang diploma met een onjuist doorstroomprofiel of vakkenpakket om rechtstreeks toegelaten te worden. Deze deficiëntie moet je opheffen vóórdat je met de opleiding start. Hiervoor biedt Hogeschool Rotterdam speciale deficiëntietoetsen aan, die je met positief resultaat moet afronden. Ook kun je voor de meeste vakken voorbereidingscursussen volgen. Bij afdeling Studievoorlichting & Aansluiting kun je terecht voor meer informatie.

Toelatingsexamen 21+ Voldoe je niet aan de toelatingsvoorwaarden, dan is het mogelijk een toelatingstraject te volgen, mits je op 1 oktober van het jaar dat je met je opleiding start 21 jaar of ouder bent. Het toelatingstraject bestaat uit twee onderdelen: de aanlegtest en het toelatingsexamen. De aanlegtest duurt twee uur en geeft inzicht in je capaciteiten, interesses, motivatie en leerstijl. Vervolgens doe je toelatingsexamen. Deze toelatingsexamens vinden plaats in de periode van maart tot en met augustus. Je kunt je door zelfstudie voorbereiden op het examen, maar het is ook mogelijk vanaf januari speciale voorbereidingscursussen te volgen. Bij afdeling Studievoorlichting & Aansluiting kun je terecht voor meer informatie over het toelatingsexamen en het aanvragen van een informatiegids. In deze gids vind je informatie over de examen­vakken, voorbereidingscursussen, voorbeeldexamens, benodigde boeken, kosten en examendata.

72

Aanmelding voor de examens en/of voorbereidingscursussen moet altijd tegelijk gebeuren met de aanmelding voor de opleiding die je wilt volgen. Aanmelden voor de opleiding verloopt via Studielink. Kijk voor meer informatie op hogeschoolrotterdam.nl/aanmelden.

Buitenlandse diploma’s Je kunt je met een buitenlands diploma inschrijven voor een opleiding als dit gelijkwaardig is aan het vereiste Nederlandse diploma. Hogeschool Rotterdam oordeelt of het buitenlandse diploma gelijkwaardig is. Met een buitenlands diploma dat als gelijkwaardig is erkend, moet je nog wel slagen voor een toelatings­ toets ‘Nederlands als tweede taal’. Alleen als je in het bezit bent van een diploma van het staatsexamen ‘Nederlands als tweede taal programma II’ (NT2) hoef je de toe­ latingstoets van de hogeschool niet af te leggen. Voor die opleidingen waarvan is vastgesteld dat deze in een andere taal dan het Nederlands worden verzorgd, is deze eis niet van toepassing. De medewerkers van afdeling Studievoorlichting & Aansluiting kunnen je over dit onderwerp meer informatie geven.

Aanmelden

Studiefinanciering voltijd en duaal

Overige studiekosten

Je kunt je digitaal aanmelden op hogeschoolrotterdam.nl/aanmelden. Het programma dat daarvoor zorgt, heet ‘Studielink’. Hogeschool Rotterdam en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) zijn via Studielink met elkaar verbonden. Met dit programma regel je meteen je aanmelding bij zowel DUO in Groningen als de hogeschool. Op de website hogeschoolrotterdam.nl/aanmelden vind je een speciale handleiding, waarin je kunt lezen hoe je je aanmeldt.

Onder bepaalde voorwaarden hebben voltijden duale studenten met de Nederlandse nationaliteit recht op studiefinanciering en een OV-jaarkaart. Heb je niet de Nederlandse nationaliteit, maar woon je wel in Nederland? Dan kun je in een aantal gevallen toch studie­ financiering krijgen. Zie voor uitgebreide informatie: www.ocwduo.nl.

Afhankelijk van de gekozen opleiding moet je voor de aanschaf van boeken, readers en andere leermaterialen rekenen op een bedrag tussen € 300,- en € 1.000,- per jaar. Ook kosten van eventuele excursies komen voor rekening van de student. Bij afdeling Studievoorlichting & Aansluiting kun je meer inlichtingen krijgen over financiële zaken.

Vragen

Collegegeld

Met vragen over de opleiding en het aanmelden kun je terecht bij afdeling Studievoorlichting & Aansluiting van Hogeschool Rotterdam.

Het collegegeld voor 2011 - 2012 is nog niet bekend als de brochures worden gedrukt. De bedragen worden elk jaar voor 1 april bekend gemaakt. In 2010 - 2011 bedroeg het collegegeld voor: ¬ voltijdopleiding € 1.672,¬ duale opleiding € 1.672,¬ deeltijdopleiding € 1.378,-

Deeltijd Deeltijdstudenten komen niet in aanmerking voor studiefinanciering.

Instelling & opleiding Instelling: Hogeschool Rotterdam

Instellingscollegegeld

Officiële opleidingsnaam: Opleiding voor Ergotherapie Opleiding tot Fysiotherapeut Opleiding voor Logopedie Opleiding tot Verpleegkundige

Studenten uit niet EER-landen betalen instellingscollegegeld. Kijk voor de tarieven en uitzonderingen op hogeschoolrotterdam.nl/collegegeld. Studenten die al in het bezit zijn van een hbo- of wo-diploma betalen voor de meeste opleidingen instellingscollegegeld. Kijk voor de tarieven en uitzonderingen op hogeschoolrotterdam.nl/collegegeld.

Verloskunde


Rotterdam: een stad die constant in beweging is en waar altijd wat valt te beleven Wie in Rotterdam woont of studeert, hoeft zich nooit te vervelen. De stad is constant in beweging en er is ­ altijd wat te beleven. Een jonge stad die bruist van de energie. Wie je ook bent, je voelt je er snel thuis. Trams, bussen en metro’s brengen je overal waar je wilt zijn.

Naar de locaties van de hogeschool - die allemaal aan dezelfde metrolijn liggen - maar ook naar de verschillende uitgaansgebieden. Vanaf de locaties Museumpark/Academie­­ plein loop je zo naar de eet-, muziek- en danscafé’s rond de Nieuwe Binnenweg en de multiculturele Witte de Withstraat. Bij de locaties Blaak/Wijnhaven liggen de terrassen van de Oude Haven op een steenworp afstand. En de locatie Kralingse Zoom ligt vlakbij de studentikoze Oostzeedijk. Maar Rotterdam heeft meer, zoals bijvoorbeeld het Internationale Film Festival Rotterdam, de Rotterdamse Museumnacht, North Sea Round Town, de Parade en het jaarlijks terugkerende Zomercarnaval. Voor meer informatie over uitgaan, restaurants, evenementen, musea, enz. kun je kijken op www.rotterdam.info.

Stad om te ontdekken De hogeschoolgebouwen staan er vlakbij of zelfs middenin: de culturele as van Rotterdam. De beroemde musea en talloze galeries, de schouwburg, de bioscopen en de vele kleine theaters bieden voor iedereen wel wat. Leuk om te ontdekken! Als student krijg je bovendien bijna overal korting. Voor meer informatie:

www.010.pagina.nl

www.boijmans.nl

www.kunsthal.nl

www.wdw.nl

ROTTERDAM UITGAAN MUSEA WONEN FESTIVALS GALERIES THEATER SPORTEN

Stad om te wonen

Stad om te sporten

Anders dan in andere studentensteden heb je in Rotterdam binnen niet al te lange tijd een betaalbare woning! Informeer naar jongerenhuisvesting bij www.stadswonen.nl of bij het Jongeren Informatie Punt (JIP). Een briefje ophangen op de vele prikborden – van bibliotheek tot supermarkt - wil ook nog wel eens resultaat opleveren. Je kunt ook naar een woning zoeken op:

Zelf sporten, kijken naar sport, sport en studeren, werken in de sport…het kan allemaal in Rotterdam. Onder de ambitieuze titel ‘Rotterdam City of Sports’ voert de stad al jaren een veelzijdig en aantrekkelijk sportprogramma van de Fortis Marathon Rotterdam en Bavaria City Racing tot aan het ABN-Amro World Tennis Tournament in Ahoy en de Red Bull Air Races. Wil je zelf sporten, dan kun je bij de Stichting Studentenvoorzieningen bijvoorbeeld ook voor een spotprijsje een kaart kopen die je een voordelige keuze biedt uit zo’n veertig sporten.

www.woonnet-rijnmond.nl

www.kamernet.nl

www.huurkamers.nl

www.studentopkamers.nl

74

75

www.erasmussport.nl


VERPLEEGKUNDE

FYSIOTHERAPIE

ERGOTHERAPIE LOGOPEDIE

VERLOSKUNDE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.