BOUWHISTORIE
RESTAURATIE
&
MONUMENTENZORG
2
0
1
4
-
2
0
1
6
BOUWHISTORIE
RESTAURATIE
Arnold Blinkman
Epemastate te Ysbrechtum
Aga Rijnboutt
Huis van Leyden
Daan Wennips
Engestraat 2-4 te Deventer
Alexander Tuitert
Keizershof te Voorst
Eva Osinga-Dubbelboer Oude Delft 50-52 te Delft
Atty de Haan
Ygawolde Zathe te Elahuizen
Jim Klingers
De Groninger punt
Bas Deelen
Landgoed Wouwse-Plantage
Jurgen van Voorst
Huis Brakel
Bouke Wolbrink
Sporthal te Ellecom
Mariël Urbanus
De Mouleurs te Maastricht
Dennis van Veen
Hogewoerd 59-61 te Leiden
Marilou Remmelts
Huis Leeuwenburgh
Ewout Heuker-Veldhuizen Villa Doornwijck te Doorn
Marloes Veringa
Weststraat 20, 22, 24 te Aardenburg
Freek van der Honing
Kapel Saint Louis te Oudenbosch
Gert Laninga
Mandenmakerij Wilhelminaoord
Nico Wijnen
Modelboerderij Elswout
Robert van de Pol
50KV schakelstation Radio Kootwijk
Sake Mulder
Café ‘de Veehandel’ te Spanga
Susanne Koenen
Boerderij te Maasland
Leroy Haaring
B
R
&
M
H
U
BEGELEIDENDE DOCENTEN Jan DrĂśge
AndrĂŠ Hoek
Jan van der Hoeve
Leo Wevers
Ronald Stenvert
Marjella Prins
Met veel plezier kijken we terug op de opleiding Bouwhistorie, Restauratie en Monumentenzorg. We danken alle medewerkers en docenten voor hun inspirerende colleges, inzet en begeleiding gedurende de afgelopen twee jaar. De studenten van lichting 2014-2016.
Cursusleider: Margreet Temme
2
0
1
4
-
2
0
1
6
1
Afstudeerobject: Huis van Leyden, gelegen aan het Rapenburg in Leiden (tegenover het Academiegebouw), ontstaan in 1640 als een zeer belangrijk patriciërs huis en in 1908, na sloop van (bijna) alle historische interieurelementen, verkocht en verbouwd tot katholieke school voor de gegoede klasse. Na de opname van de bouwtechnische staat van het object kwamen lastig te beantwoorden vragen naar boven: hoe restaureer je een interieur dat nog slechts een paar kunst- en/ of bouwhistorisch waardevolle elementen bevat én waarvan de onvolledige bouwhistorische documentatie geen betrouwbare reconstructie mogelijk maakt? Wat doe je met de al ruim honderd jaar oude, over het algemeen laag gewaardeerde bouwfase die prominent in het pand aanwezig is? En tenslotte: hoe toets je een bouwhistorische waardering als je twee rapporten krijgt met tegenstrijdige informatie? Deze vragen maakten het opstellen van een restauratievisie niet eenvoudig. Uiteindelijk heb ik in mijn visie voorgesteld om het oorspronkelijke concept van het huis te herstellen door het toevoegen van een nieuwe, hoogwaardige laag aan de bestaande fysieke toestand. Nieuwe afwerkingen zouden dan in ruimere zin geïnspireerd moeten worden op de periode van het leven van de (naar mijn mening) belangrijkste bewoner en tegelijkertijd de periode waarin de nu in het pand aanwezige hoog monumentale trap en het stucwerk met figuraties zijn ontstaan: de 18de eeuw. In het laatste trimester heb ik gezocht naar allerlei min-
2
A
G
A
R
I
J
N
B
O
U
T
T
der invasieve alternatieven op de in Nederland gangbare oppervlakreinigingstechnieken, inclusief het verwijderen van verflagen die de details van de stucornamenten verbergen.
3
4
AGA RIJNBOUTT
Afbeeldingen 1 2
3 4
Imposante voorgevel van Huis van Leyden. Achtergevel waarin de 17de-eeuwse tuinmuur is verwerkt. Interieur, trappenhuis (bordes zolder), plafond (bron: RCE). 18de-eeuwse en 20ste-eeuwse afwerkingen naast elkaar.
H U I S
A Zijlstraat 87b 2011TM Haarlem
T E
V A N
06 15576922 aga.rijnboutt@gmail.com
L E Y D E N
1
2
Het pand De Keizershof ligt in het Gelderse dorp Voorst, in de stedendriehoek Deventer- Apeldoorn-Zutphen. Op een verhoogde zandrug aan de rand van het dorp, nabij de Nederlands Hervormde dorpskerk te Voorst aan de keizershofweg 3-5 te Voorst. Het betreft hier een historische boerderij gebouwd in de 17e eeuw. Het is een uit baksteen opgetrokken pannenen rietgedekte boerderij met puntgevel. Het pand heeft het predikaat: Rijksmonument onder no. 38037. De boerderij is gesitueerd aan de rand van het dorp Voorst, met uitzicht over de Voorster klei en de IJsselvallei. De boerderij onderging rond 1740 een verbouwing waarbij het huidige metselwerk rond het woonhuis ontstond. Rond 1900 is het woonhuis ingrijpend gerenoveerd en in twee wooneenheden gesplitst. Voor het grootste rechter woongedeelte werd toen in de voorgevel een nieuwe aparte ingang geconstrueerd. In het pand zijn nog bijzondere papierbehangsels aangetroffen daterend uit 1800 tot 1880. Van deze mooie oude boerderij met een bijzondere gelaagdheid heb ik een constructie- en schade-analyse gemaakt, een restauratievisie geschreven en een restauratieplan opgesteld. Bij de restauratievisie is gekozen om als tijdsbeeld terug te gaan naar 1910, zoals te zien is op de oude portretfoto daterend uit deze tijd.
A L E X A N D E R
T U I T E R T
3
4
Afbeeldingen 1 2 3
4
Voorgevel. Linkerzijgevel. Luchtfoto keizershof te Voorst (bron: Gemeentearchief gemeente Voorst datum onbekend). Portretfoto ca. 1910. Referentiebeeld t.b.v. restauratievisie.
ALEXANDER TUITERT - GEMEENTE VOORST Medewerker vergunningen en monumenten
A Pilotenlaan 101 8017 GH Zwolle
T E
K E I Z E R S H O F
06 14606624 alexander_tuiter@hotmail.com
T E
V O O R S T
1
2
A R N O L D
De Epemastate in Ysbrechtum (vlakbij Sneek) is zeer waarschijnlijk voortgekomen uit een eerdere stins. Een stins is een verdedigbare, stenen woontoren die vanaf de late middeleeuwen door de adellijke families in Friesland werden gebouwd. Gaandeweg de eeuwen werd de noodzaak om zich te verdedigen minder noodzakelijk en groeiden de stinsen door verbouw en nieuwbouw uit tot comfortabele (woon)staten. Hoewel nog niet fysiek bewezen, heb ik in mijn onderzoek naar de bouwgeschiedenis van Epemastate (blok 4) wel geconcludeerd dat (vanwege de verschillende vloerniveaus) delen van de oorspronkelijke stins nog in de state aanwezig moeten zijn. Daarnaast heb ik het bouwjaar van de state teruggebracht van 1652 naar 1621, mede door uitkomsten van een eerder uitgevoerd dendrochronologisch onderzoek. De state heeft door de eeuwen heen vele wijzigingen ondergaan, met een laatste grote in 1894-1895 waarbij het complete aanzicht (op de achtergevel na) in een Neorenaissance-stijl is uitgevoerd en ook intern het nodige is aangepast. Het omgrachte terrein van Epemastate is te bereiken via het poortgebouw. Deze is in blok 5 bouwhistorisch door mij onderzocht, met als conclusies o.a. dat deze eveneens in 1621 is gebouwd en in 1888 is verlengd met een houten aanbouw. Het poortgebouw heeft een doorgang met kruisribgewelven (als enige van de Friese poortgebouwen) en op de verdieping is al vanaf de bouwtijd een woonvertrek aanwezig.
B L I K M A N
De acht nog aanwezige poortgebouwen van Friesland heb ik in blok 6 met elkaar vergeleken. Ze zijn voornamelijk vroeg 17e-eeuws en werden naast de functie als doorgang en soms als woonruimte op de verdieping, ook gebruikt voor het houden van duiven (gibben) als ‘heerlijk recht’ voor de adel.
Afbeeldingen 1 2 3 4 5
Voorzijde Epemastate. Eind 19e-eeuws interieur Epemastate. Poortgebouw Epemastate. Kruisribgewelf poortgebouw Epemastate. Poortgebouw Sexbierum met gibbengaten in de gevels.
3
4
5
ARNOLD BLIKMAN - GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN Adviseur monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten A Singel 55 8601 AH Sneek
T E
06 23353951 arnoldblikman@hotmail.com
EPEMASTATE TE YSBRECHTUM
1
Mijn afstudeeronderzoek richt zich op de boerderij Ygawolde Zathe te Elahuizen in het mooie Friesland. De boerderij is door een nog onbekende architect in traditionele stijl ontworpen als stelpboerderij en bestaat van oorsprong uit een breed woongedeelte met verhoogde middenpartij met kelder, opkamer en zolderverdieping onder het gesloten schilddak van de grote schuur. Uit de diverse bouwsporen in het pand is wel duidelijk geworden dat de boerderij diverse malen is verbouwd. Het pand is eerst aan de achterzijde verlengd. In de boerderij zijn hier nog diverse bouwsporen van zichtbaar. De boerderij is later nog aan beide zijden verbreed en de kelder is verkleind en verbouwd tot Deense melkkelder. Ook is in de voorgevel een entree gemaakt met daarachter een nieuwe hal en trapopgang in jugendstil stijl. De boerderij is stevig gefundeerd op een romaanse boogconstructie, maar het pand heeft veel last van zettingen veroorzaakt door de aanwezigheid van veenlagen. Om het karakter van de boerderij te bewaren heb ik gekozen voor een restauratievisie die uitgaat van conserverend en partieel herstel. Dit houdt in dat bouwdelen zoveel mogelijk hersteld worden zoals ze op dit moment vormgegeven zijn. Wat zeker niet betekent dat er niets mogelijk moet zijn qua vernieuwingen. Deze ga je zoeken in de gedeelten van het pand met een lagere monumentwaarde. Voor het restauratieplan heb ik gekozen voor het restaureren van de opkamer. De opkamer is een kamer met hoge monumentwaarden. Hier wil je een zoveel mogelijk
2
A
T
T
Y
D
E
H
A
A
N
zuiver conserverende aanpak uitvoeren. De kamer bevat nog authentieke vensterbanken, binnenluiken en wandbespanning op jute.
Afbeeldingen 1 2 3 4 5
Voorgevel Ygawolde zathe. Zijgevel Ygawolde zathe. Wandtegels keuken uit het begin van de twintigste eeuw. Hal in jugendstil stijl. Dekbalkgebint constructie schuur.
3
4
5
ATTY DE HAAN - GEMEENTE SĂšDWEST-FRYSLĂ‚N Vergunningverlener wabo
A Ige galamawei 53 8582KS Oudega
T E
06 14359955 attydehaan@gmail.com
YGAWOLDE ZATHE TE ELAHUIZEN
1
Landgoed Wouwse-Plantage is een historische buitenplaats, waarvan de aanleg en vrijwel alle gebouwen rijksbeschermd zijn. Deze ‘Grote Boerderij’ heeft er een prominente plaats. Ze is één van de oudste gebouwen en heeft een rijke bouwgeschiedenis. Vermoedelijk is ze gebouwd als eenvoudige langgevelboerderij met een rieten zadeldak, waarin ook een aantal arbeiders’huisjes’ waren ondergebracht. Die eenvoudige boerderij is vele malen aangepast en verbouwd. Ze kreeg daarbij het uiterlijk van een voorname herenboerderij, onder rustieke architectuur en met invloeden uit neorenaissance. De bouwsporen werden hierbij ‘gecamoufleerd’ met een geschilderd blokkenpatroon in de wapenkleuren van de eigenaar. De gevels zijn rijk geornamenteerd en voorzien van talloze bijzondere details, zoals typisch ‘Vlaamse’ lateien, een keramieken kantwerk, ajourwerk, frontons van ‘geroosterde’ boomstammetjes en vensters van oude treinwielen. De zo bijzondere en kenmerkende gevels geven een bijzondere sfeer, maar zijn inmiddels sterk verweerd en kennen een aantal complexe bouwtechnische en constructieve problemen. Daarnaast is de ooit zo rijke uitstraling van de boerderij al in het begin van 1900 versoberd en hebben verbouwingen in de jaren ’60 en ’80 de uitstraling en symmetrie verder verstoord. De bouwtechnische staat en constructies gaven voor mij aanleiding tot een interessante schade- en constructie
2
B
A
S
D
E
E
L
E
N
analyse. De (on-)mogelijkheden om de gevels te behouden dan wel te reconstrueren, zijn hierna onderzocht en gepresenteerd in een restauratievisie en verder uitgewerkt in een restauratieplan.
Afbeeldingen 1 2 3 4
Aanzicht noord-oost gevel. Aanzicht boederij begin 1900 (uitgeverij H. Vaosen). Oostgevel dwarshuis. (Fragment) tekening herstel oostgevel.
3
4
BAS DEELEN - AANNEMERSBEDRIJF CAUWENBORGH Projectcoรถrdinator restauratie
A Faunaberg 31 4708 CC Roosendaal
T E
06-20050175 basdeelen@ziggo.nl
LANDGOED WOUWSE-PLANTAGE
1
2
B O U K E
De sporthal bevindt zich op het landgoed Avegoor in Ellecom. In 1940 werd het Landgoed gevorderd door de Duitse bezetter en in gebruik genomen als opleidingscentrum voor de Waffen-SS. Een sporthal werd nodig bevonden voor de sportactiviteiten. Op 12 april 1943 is de sporthal geopend. Het pand is grotendeels opgebouwd uit gelamineerde houten spanten met een overspanning van ca. 24 meter en een hoogte van 15 meter. Opvallend is de veranda die zich bijna over de gehele lengte van de Noordwestgevel uitstrekt. Deze veranda is opgebouwd uit houten standvinken met korbelen en sleutelstukken. Het pand staat nu al een aantal jaren leeg en wacht op een herbestemming. Technisch is het gebouw goed gebouwd en in redelijke staat, maar door de slechte staat van het dak gaat het nu hard achteruit. Mijn restauratievisie voor het pand bevat drie hoofd onderdelen: 1. Herstel van de wind- en waterdichting, om verder verval tegen te gaan. 2. Verwijderen binnenwanden om zo de oorspronkelijke binnenmaat van de hal terug te brengen. 3. Het terugbrengen van de oorspronkelijke uitstraling van de veranda.
W O L B R I N K
3
4
Afbeeldingen 1 2 3 4
Exterieur bij opening. Interieur bij opening. Interieur. Veranda.
BOUKE WOLBRINK - VAN WIJNEN ARNHEM B.V. Uitvoerder
A Holtmaet 6 7251 VV Vorden T 06 53682704 E b.wolbrink@hotmail.com W www.vanwijnen.nl
S P O R T H A L
T E
E L L E C O M
1
Mijn afstudeerpand ligt centraal in het centrum van Deventer. Het pand is in 1487 gebouwd als onderdeel van het Heer Florenshuis, een kloosterorde die het gedachtegoed van godsdiensthervormer Geert Grote aanhing. Het gebouw had een rechthoekige plattegrond en functioneerde als refter (eetzaal) en bevatte ook een keuken en gastenkamer. In 1591 vervielen de kloosterbezittingen aan de stad Deventer en in 1712 verkocht de stad het pand aan een particulier. De eerste bouwfase na 1487 waarvan nu nog sporen zichtbaar zijn, heeft plaatsgevonden rond 1800. Toen werd er een bouwvolume haaks op het langwerpige refter gebouwd en kregen de gevels een neoclassicistische architectuur. Het voormalige kloostergebouw werd daarmee opgenomen als onderdeel van het representatieve woonhuis met een moderne uitstraling. Vanaf 1865 kreeg het pand gedeeltelijk een winkelfunctie, waardoor in de neoclassicistische gevel een moderne winkelpui werd gezet. Deze winkelpui werd gedurende de twintigste eeuw nog regelmatig gemoderniseerd. Tijdens het afstudeerjaar heb ik drie verschillende onderzoeken uitgevoerd. Een bouwhistorische verkenning van het gehele pand, een kapdocumentatie met onderzoek naar de hijsinstallatie op de vlieringzolder en een onderzoek naar de kelder waarbij een vergelijking met andere middeleeuwse kelders in de IJsselstreek is gemaakt. Een voordeel was dat het pand tijdens mijn onderzoek gerestaureerd werd waardoor het pand af en toe verrassingen prijs gaf. Een goede afsluiting van een leuke en leerzame studie!
2
D
A
A
N
W
E
N
N
I
P
S
3
4
Afbeeldingen 1 2 3
4
Vogelvluchtreconstructie Andre Meijer. Foto Stromarkt 1915-1925. Kelder uit 1487 met een voor Deventer typerend keldergewelf. Zolderverdieping uit 1487 met schaargebinten met kromme jukbenen. Op de dekbalken liggen kinderbinten die de vloer van de vliering dragen.
DAAN WENNIPS - WENNIPS BOUWHISTORIE Zelfstandig bouw- en architectuurhistoricus
A Korenbloemstraat 125 8013 XP Zwolle T 06 49911942 E daan@wennipsbouwhistorie.nl W www.wennipsbouwhistorie.nl
ENGESTRAAT 2-4 TE DEVENTER
1
2
D E N N I S
Mijn afstudeeronderzoek richt zich op de Hogewoerd 5961 te Leiden. Een korte geschiedenis: In 1803 begint Jan Samuel Timmerman Thijssen hier, in drie voorheen afzonderlijke zeventiende-eeuwse woonhuizen, zijn wijnkoperij. Vermoedelijk is na de eigendomsoverdracht aan Johannes Zandvliet in 1833 de huidige voorgevel opgetrokken. Vanaf 1875 is de wijnkoperij in bezit van de familie Maat. Eerst onder Gerardus Hubertus Maat, die het interieur ingrijpend laat verbouwen, na de Eerste Wereldoorlog onder zoon Cornelis Carolus Maria Maat en sinds 1963 onder kleindochter Maria Hubertina Sophia. Laatstgenoemde overleed in november 2013, slechts een aantal weken nadat zij de wijnkoperij had uitgeschreven. In 2014 is het complex aangekocht door de Stichting Diogenes Leiden, met als doel het te restaureren en te herbestemmen. Onderwerp: Omstreeks 1925 is de voorgevel van het pand aangepast. De plint van de brede neoclassicistische lijstgevel wordt voorzien van kleurrijk gewassen pleisterwerk met Art Deco-belettering. Deze kenmerkende ingreep vormt het onderwerp van mijn afstuderen. Eerst is de voorgevel geanalyseerd, de ‘essentie’ achterhaald en een algemene en specifieke restauratievisie uiteengezet. Dit als uitgangspunt voor de bouwtechnische uitwerking in het laatste verslag, waarmee ik hoop de opleiding met goed gevolg af te sluiten.
V A N
V E E N
3
4
Afbeeldingen 1 2 3
4 5
Wijnkoperij Maat aan de Hogewoerd, omstreeks 1900. Aquarel door James P. Power, circa 1936-1938. Kleurrijk pleisterwerk in horizontale banden. De schijnvoegen zijn geschilderd. Kleuronderzoek ter plaatse. Model hergebruikte vijftiende-eeuwse kapconstructie.
5
DENNIS VAN VEEN - ARCHITEKTENBURO VELDMAN I RIETBROEK I SMIT Architect A Noordeinde 18C 2311 CD Leiden T 06 23183000 E denveen@gmail.com W www.veldmanrietbroeksmit.nl
H O G E W O E R D 59 - 61 T E L E I D E N
1
2
Het laatste jaar van de opleiding heb ik het pand Oude Delft 50-52 te Delft onderzocht. Dit pand wordt vlak na de stadsbrand van 1536 als brouwerij gebouwd op een kelder die nog van vóór de stadsbrand stamt. Het pand bestaat uit een hoofdhuis met een dwars zijhuis. In de 18e eeuw wordt het pand in twee woningen gesplitst en krijgt het een geheel nieuwe voorgevel. In 1956 wordt Oude Delft 52 gekocht door de Delftse Studentenvereniging Sint Jansbrug, de interne indeling van dit pand wordt open gebroken om grote ruimtes te creëren. Bij een grote restauratie in 1970 wordt de houtconstructie van het pand weer in het zicht gebracht. In 1985 koopt Jansbrug ook nummer 50, waardoor beide panden na ruim twee eeuwen weer in handen van één eigenaar zijn. In Oude Delft 50 worden kantoren en vergaderruimtes gemaakt, waardoor de 18e eeuwse woonhuis indeling grotendeels bewaard blijft. Na de bouwhistorische opname heb ik mij verder verdiept in de kapconstructie van het hoofdhuis en heb deze nauwkeurig gedocumenteerd. Hierbij kwamen veel merken in het hout aan het licht, door de nog beperkte kennis hierover zijn deze echter moeilijk te duiden. Als laatste verdiepend onderzoek heb ik het interieur van de voorkamer van Oude Delft 50 gedocumenteerd. Dit interieur bleek bijna geheel uit de 18e eeuw te stammen, maar is wel in drie verschillende 18e-eeuwse bouwfases ontstaan.
E V A O S I N G A - D U B B E L B O E R
3
4
Afbeeldingen 1 2
3 4
Voorgevel Oude Delft 50-52. Houtconstructie, links oorspronkelijk en rechts met latere aanpassingen. Telmerk in het hout van de kapconstructie. Interieur voorkamer uit de 18e eeuw.
EVA OSINGA-DUBBELBOER - ZELFSTANDIGE Bouwhistoricus en architect
A Stadhoudersweg 31d 3038 ED Rotterdam T 06 29391836 E eva.osinga@dubbelboer.com W www.eva.osinga.dubbelboer.com
O U D E D E L F T 50 - 52 T E D E L F T
1
2
De Villa Doornwijck ligt in Doorn aan de Dorpsstraat in de richting Leersum. De bouwheer F.N. van Dijk, huisschilder te Doorn, ontwikkelde drie eclectische villa’s op een driehoekige perceel. Een vroege vorm van projectontwikkeling. Villa Doornwijck werd gebouwd in 1872. Het eclecticisme van dit huis manifesteert zich door de toepassing van gebosseerde gepleisterde hoekblokken, bescheiden risalieten met ingesneden voegen, stucversieringen boven de vensters en horizontale vlakken met stucornamenten onder de cordonlijst boven de begane grond vensters. Op de verdieping zit in het middenrisaliet een houten balkon met smeedijzer hekwerk. Aan de rechterzijde van het huis is een veranda met figuurglas in een gietijzeren roedenverdeling aangebracht. Dit Rijksmonument verkeert in slechte staat van onderhoud. In de visie en het restauratieplan dat is opgesteld is met name gefocust op bijna verdwenen onderdelen. Bij een opknapbeurt zouden deze immers zo maar definitief verloren kunnen gaan. Het betreft gietijzerwerk in de vorm van windruiten in de veranda, balusters van de veranda en de balkons en de luiken en persiennes. Enkele balusters en een persienne zijn nog als voorbeeld teruggevonden op de zolderverdieping. Aangezien het dan geen vermoedelijke herstellingen (in combinatie met de beschikbare foto’s) betreft is reconstructie mogelijk.
E W O U T H E U K E R- V E L D H U I Z E N
3
Afbeeldingen 1
2
3
Villa Doornwijck eind veertiger jaren, nog het gevoel van een buitenplaats. Het huidige beeld van de villa, achterstand in onderhoud. De balustrades en luiken en persiennes vervallen. De Veranda met de windruiten en de voormalige balusters.
EWOUT HEUKER-VELDHUIZEN - HET RIJKSMUSEUM Hoofd Gebouwenbeheer
A Oude Woudenbergseweg 9 3941 JN Doorn
T E
06 46093216 eheuker@live.nl
VILLA DOORNWIJCK TE DOORN
1
2
Mijn afstudeerobject was de kapel van Saint Louis in het Brabantsche Oudenbosch. Oudenbosch is een dorp waar in het straatbeeld de opkomst van het katholieke geloof in het midden van de 19de eeuw overal nog duidelijk te zichtbaar is. Met als bekendste en belangrijkste gebouw de basiliek van PierrĂŠ Cuypers. De Kapel van Saint Louis maakt deel uit van een kloostercomplex en is in 1865 gebouwd. De eerste diensten in de kapel waren in 1866, echter was het pas 1894 helemaal gereed. Door de sterke groei van de congregatie en het internaat was er behoefte aan nieuwe school- en internaatgebouwen en waren er pas in 1888/1889 middelen beschikbaar om de geplande koepel te bouwen. Na het gereed komen van het pand in 1894 zijn er tot 1971 alleen kleine wijzigingen doorgevoerd. Van 1971 tot en met 1973 wordt de buitenzijde van de kapel aangepakt i.v.m. achterstallig onderhoud en wordt het interieur aangepast aan de geloofsveranderingen van het tweede Vaticaanse concilie. Bij de wijzigingen van het exterieur zijn de oorspronkelijke dakbedekkingen zoals zinken (beverstraat-) losanges en de natuursteen leien vervangen door bitumen shingles. Daarnaast is ook nog een aantal bijzondere onderdelen bewaard gebleven zoals de gietijzeren goten en het Hollandsche hangspanten in de kap.
3
F R E E K
V A N
D E R
H O N I N G
4
5
Afbeeldingen 1
2 3 4
5
Overzichtsfoto van af het dak van de kapel met zicht op de basiliek. Exterieur rond 1960. Exterieur huidige situatie Interieur huidige situatie foto genomen vanaf het priesterkoor richting de toegang van de kapel. Detail foto van de huidige gietijzeren goot.
FREEK VAN DER HONING - GEMEENTE BREDA Inspecteur bouw- en monumententoezicht
A Wikkeveld 40 4854 MH Bavel
T E
06-29470099 freekvanderhoning@casema.nl
KAPEL SAINT LOUIS TE OUDENBOSCH
1
Mijn afstudeeronderzoek betreft de reconstructie van het sheddak van een industrieel gebouw. In 1900 is de Mandenmakerij en Weverij te Wilhelminaoord gebouwd. De bouw van dit fabriekspand in het zuidwestelijk deel van Drenthe is een initiatief geweest van de Maatschappij van Weldadigheid. De Maatschappij zette zich vanaf 1818 in voor de armoedebestrijding in de Nederlanden. Het gebouw onderscheidt zich in twee gebouwdelen. Het voorste deel bestaat uit twee bouwlagen met kap. Volgens de bestektekening was dit deel bestemd voor kantoor- en opslagruimte. Het achterste gedeelte, de fabrieksruimte, heeft één bouwlaag dat oorspronkelijk werd afgedekt door een sheddak. De fabrieksruimte werd deels gebruikt als mandenmakerij en deels als weverij. Het pand is relatief kort in zijn oorspronkelijke functie in gebruik geweest. Uit archiefmateriaal blijkt dat het pand al in 1916 is aangepast. Met de aanpassing is het gebruik van de mandenmakerij komen te vervallen. Voor zover kon worden nagegaan is in de jaren ’30 van de vorige eeuw het sheddak van het fabrieksgedeelte verdwenen. Het ontbreken van dit karakteristieke element van het gebouw was voor mij aanleiding om hier mijn restauratievisie op te baseren. In mijn restauratieplan heb ik een vergelijk gemaakt tussen de oorspronkelijke uitvoering van het sheddak en een eigentijdse uitwerking.
2
G
E
R
T
L
A
N
I
N
G
A
3
5
4
Afbeeldingen 1 2 3 4 5
Voorgevel Mandenmakerij en Weverij. Huidige situatie fabriek. Zijgevel bestektekening. Mogelijkheden restauratievisie. Topgevels met vlechtwerk.
GERT LANINGA - GEMEENTE HOOGEVEEN Casemanager Vergunningverlening
A De Sikkel 5 7908 NG Hoogeveen
T E
06 52376343 gjlaninga@hetnet.nl
MANDENMAKERIJ WILHELMINAOORD
1
Mijn onderzoeksobject, huize de Groninger Punt te Glimmen is de 18de-eeuwse uitvoering van een wegrestaurant, tankstation, péage, bushalte en een bed & breakfast met kaasboerderij. Het staat aan de Rijksstraatweg bij de Punterbrug over de Drentsche Aa. Ooit een zeer strategische plek waar tol werd geheven door de stad Groningen. Het leek vast te staan dat het pand in 1736 als tolhuis werd gebouwd en pas rond 1800 een herbergfunctie kreeg. Maar ik stuitte onder meer op een postkoetsdienstregeling uit 1727 waaruit bleek dat De Punt toen al een halteplaats was waar paarden werden uitgespannen en reizigers konden ‘pleisteren’. Ook suggereren diverse bouwsporen dat een deel van het hoofdgebouw ouder is. Zo zijn er bijvoorbeeld vroeg 18de-eeuwse schuifvensters in een bestaande gevel geplaatst. Verder heeft het huis, dat nu één groot schilddak bezit, waarschijnlijk een tweebeukige opzet gehad. Andere verrassende ontdekkingen: het pand is georiënteerd op de rooilijnen van het 16de-eeuwse fort Weerdenbras, dat pal achter het huis lag; de 19de-eeuwse landbouwschuur is over een oudere stal heen gebouwd; het beschilderde wandbeschot toont een massale wolvenjacht die in 1737 in de omgeving werd gehouden; de bekende architect Egbert Reitsma heeft hier gewoond, gewerkt én verbouwd; en het 18de-eeuwse tolhek van De Punt prijkt tegenwoordig waarschijnlijk op de Groninger Noorderbegraafplaats. Dit is slechts het topje van de ijsberg. Over de Groninger Punt kun je een boek schrijven, wat ik misschien ook wel ga doen…
2
J
I
M
K
L
I
N
G
E
R
S
3
4
2 3 4 5 6
Voorzijde hoofdgebouw uit 1736. Dubbele wagenpoort van het koetshuis uit 1796. Detail beschotwand in Lodewijk XIV-stijl. BaksteenreliĂŤf naast het pand, uitgehouwen. Detail beschildering wandbeschot met wolvenjacht. Paardenvoerbak in de landbouwschuur.
D E
5
JIM KLINGERS
Afbeeldingen 1
5
Zelfstandig journalist, copywriter en persvoorlichter
A Beilerweg 4 9418 TE Wijster
T E
06 41373813 jimklingers@hotmail.com
G R O N I N G E R
P U N T
1
2
J U R G E N
Mijn afstudeerproject bestaat uit drie verschillende gebouwen: Huis Brakel (gemeente Zaltbommel), de Grote of Sint Laurenskerk in Alkmaar (zuider zijkappelen) en de restanten van de vm. Kloosterkapel in Zaltbommel. Huis Brakel is een laat 18de eeuws herenhuis dat aan het begin van de 19de eeuw is verbouwd en uitgebreid met een koetshuis en met een tussenlid aan elkaar verbonden is. Omstreeks 1840/50 is nog een stalgebouw aangebouwd, dat eind 19de eeuw tot koetsierswoning is verbouwd. In 1980 is het complex gerestaureerd, gewijzigd en herbestemd tot dorpshuis en verenigingsgebouw. In de zuider zijkapellen van de Grote Kerk in Alkmaar bevinden zich laat-middeleeuwse eiken spanten en sporen. Een groot aantal onderdelen vertoont bouwsporen die wijzen op meermaals hergebruik. De kappen zijn in de Tweede Wereldoorlog gerestaureerd en opnieuw in de jaren 1990. Chocola maken van alle sporen en aanwijzingen is een soort detective arbeid! Rond 1512 is een klooster dat buiten de stadsmuren van Zaltbommel stond verhuisd naar binnen de stadsmuren. Waarschijnlijk ging het om het Regulierenklooster der Augustijnen. Tijdens de Hervorming (1566?) schijnt het klooster buiten gebruik gesteld te zijn. In 1913 zijn de resten verbouwd tot paardenstal (de gedaante die het pand nu nog heeft). Recent is een aantal muren van hun stuclaag ontdaan en daarbij kwamen veel bouwsporen tevoorschijn.
V A N
V O O R S T
3
4
5
JURGEN VAN VOORST - GEMEENTE ALMERE
Afbeeldingen 1 2
3 4 5
Huis Brakel. Model van de tweede kap van de zuider zijkapel van de Grote Kerk in Alkmaar. De voorgevel van de vm. Kloosterkapel in Zaltbommel. Bouwsporen op de zijmuur van de vm. Kloosterkapel. In rood zijn de muren met middeleeuwse bouwsporen aangegeven.
H
U
I
A J.H. Leopoldhof 18 1382 TJ Weesp
T E
S
B
0294 433131 jurgenvanvoorst@hotmail.com
R
A
K
E
L
1
2
M A R I E L
Afgelopen jaar heb ik het pand ‘de Mouleurs’ op het terrein van de voormalige Sphinx aardewerkfabriek te Maastricht onderzocht. De Sphinx was in 1836 opgericht door Petrus Regout en zou uitgroeien tot een van de grootste aardewerkfabrieken van de negentiende eeuw. In de Mouleurs werden gipsen mallen voor het aardewerk gemaakt en in de twintigste eeuw werd er ook sanitair geproduceerd. Begonnen als een klein fabriekspand in 1870 werd het in 1973 uitgebreid met een lange loods aan de noordzijde van het gebouw. In 1899, 1911 en 1917 werd het fabriekspand vervolgens telkens uitgebreid door het bouwen van verdiepingen boven de loods. De oudste twee delen van de Mouleurs kregen een draagconstructie van dragende, gemetselde gevels met gietijzeren kolommen en liggers waartussen troggewelven waren gemetseld; de twee jongste delen zijn gebouwd volgens twee verschillende systemen van gewapend beton. Juist deze variatie aan karakteristieke constructies maakt het gebouw interessant: lopend door het pand van zuid naar noord krijg je een deel van de Nederlandse fabrieksontwikkeling in het klein mee. Na het bouwhistorisch onderzoek in blok 4, ben ik in blok 5 en 6 verder ingegaan op de constructies van de Mouleurs en heb ik de twee (giet)ijzeren draagconstructies van de oudste delen van de Mouleurs vergeleken en gedocumenteerd, en vervolgens de twee gewapend betonnen constructies.
U R B A N U S
3
4
Afbeeldingen 1
2 3 4 5
Tekening van het fabrieksterrein met in het midden de Mouleurs (1905). Luchtfoto van de Mouleurs (1980-1990). De constructie van het deel uit 1870. De gewapend betonnen constructie (1917). Eén van de logo’s van het Sphinx aardewerk.
5
MARIEL URBANUS - BUREAU HELSDINGEN Historica
A Europaplein 506 3526 WK Utrecht
T E
06 48129910 mariel.urbanus@gmail.com
DE MOULEURS TE MAASTRICHT
1
2
M A R I L O U
Het laatste jaar van de opleiding Bouwhistorie en Restauratie heb ik huis Leeuwenburgh onderzocht voor de specialisatie bouwhistorie. Huis Leeuwenburgh ligt aan de Langbroekerdijk te Driebergen. Het huis met bouwhuis ligt centraal in het bijbehorend landgoed met classicistische tuinaanleg. In 1657 geeft Gerard Zoudenbalch opdracht voor de bouw, in 1860 wordt een grondige verbouwing afgerond in opdracht van Jhr. Mr. Pieter de Beaufort. In 1946 gaat door een schoorsteenbrand de kap verloren. Drie belangrijke ijkpunten voor huis Leeuwenburgh. In het eerste verslag is een bouwhistorische opname gedaan, waarbij de focus lag op het weerleggen dat het gehele huis in de 19e eeuw is afgebroken en weer opnieuw opgebouwd. In het tweede verslag is archiefonderzoek gedaan naar het bestek uit 1657 en naar geschreven bronnen met betrekking tot de verbouwing in de 19e eeuw. Met behulp van de gevonden gegevens is een mogelijke reconstructie gemaakt van het huis in de bouwtijd. In het derde verslag is een ruimteboek gemaakt van de neo-Lodewijk XVI eetzaal van Leeuwenburgh. Belangrijke onderzoekspunten waren de alternatieve materialen die gebruikt zijn om snijwerk te imiteren op de lambrisering en deuren en de beschilderde wandbespanning. Na twee jaar deze opleiding met veel plezier gevolgd te hebben, heb ik ontdekt dat ik graag onderzoek wil blijven doen.
R E M M E L T S
3
4
Afbeeldingen 1 2 3 4
Huis Leeuwenburgh 2015. Blad 1 van het bestek uit 1657. Tekening doosje eetzaal. In detail de afwerkingen in de eetzaal.
MARILOU REMMELTS - REMMELTS BAI EN PUNT ARCHITECTEN Architect A Westhaven 18 2801 PH Gouda T E
H U I S
06 21815339 remmelts@planet.nl
L E E U W E N B U R G H
1
2
M A R L O E S
Als afstudeerproject heb ik me eraan gewaagd om Weststraat 20, 22 & 24 in Aardenburg, ZeeuwsVlaanderen, te onderzoeken. Deze panden zijn in eigendom van de Commissie tot Beheer der Voormalige St. Janshuis en Dischgoederen. Ik heb dit collegejaar een bouwhistorische opname met waardestelling gemaakt, een archiefonderzoek geïnitieerd en de eerste verdieping van Weststraat 20 gedocumenteerd. Aan de voorgevel is meteen te zien dat Weststraat 22 en 24 één geheel vormen. De houtconstructie met telmerken en achtergevel met doorlopende speklagen maken duidelijk dat ook Weststraat 20 onderdeel uitmaakt van één driebeukig maniëristisch pand uit 1631. De kelder en kloostermoppen in de zijgevels geven aan dat op deze plek vóór 1631 al bebouwing was. Het pand is vóór 1811/32 eigendom geworden van het Weeshuis (Disch) en Weststraat 20 is voor die tijd afgescheiden. Eind negentiende eeuw krijgt Weststraat 20 een lijstgevel. Rond 1900 verplaatst de Regentenkamer van het Weeshuis naar Weststraat 22 en wordt er een neorenaissanse interieur op de begane grond gerealiseerd. Weststraat 22 en 24 zijn in 1949 gerestaureerd.
V E R I N G A
3
4
Afbeeldingen 1 2 3
4 5
Voorgevel, v.l.n.r. Weststraat 24, 22 en 20. Achtergevel met een bakhuis in de tuin. Kenmerkende bogen in het metselwerk voor Zeeland in de 17e eeuw. Gevelstenen van ledesteen en onbekende wapensteen. Regentenkamer met neorenaissance interieur.
5
MARLOES VERINGA - UTRECHTSE MAATSCHAPPIJ TOT STADSHERSTEL N.V. Medewerker onderhoud A Wittevrouwensingel 76-21 3572 CD Utrecht T E
06 36320882 marloes_veringa@hotmail.com
WESTSTRAAT 20,22,24 TE AARDENBURG
1
Onder leiding van Willem Borski jr. ontstond een plan voor de gebouwen en parkinrichting van landgoed Elswout, waarin ook de modelboerderij was opgenomen. De modelboerderij is ontworpen door Constantijn Muyskens, met adviezen van Mr. Dirk Visser opdrachtgever van de modelhoeve uit Hazerswoude (welke overeenkomsten kent) en is gebouwd in 1883 / 1884. Vanaf de jaren tachtig van de 19e eeuw, ontstond een relatief kleine groep modelboerderijen. Welke als doel hadden ‘zo economisch mogelijk te werken en hygiënische melkwinning bij gezond vee’. Dit als reactie op de ‘veelal gebrekkige hygiënische omstandigheden bij de melkwinning, waarbij de ongewassen melkers hun handen bespuugden voor de koeien te melken en de melk wel eens met slootwater aanlengden om te verbeteren’. Tevens dienden de boerderijen als reactie op de landbouwcrisis, om in de toekomst sneller in te kunnen spelen op de snel veranderende methodes in de landbouw en veeteelt. De boerderij kent een hoge waarde in typologische zeldzaamheid en gaafheid met rijke fijne detailleringen. Daarmede is het een pand bij uitstek om de essentie van een modelboerderij weer te geven. Gezien rond 1918 de bedrijfsvoering werd ‘gemoderniseerd’ en waarmee de volledige essentie naar voren komt, is dit de uitgangsperiode voor het restauratieplan.
2
N
I
C
O
W
I
J
N
E
N
4
3
Afbeeldingen 1 2
3
4
De noordgevel van modelboerderij Elswout. Het ontwerp van de oostgevel, door C. Muysken, 27 mei 1884 (bron: Noord-Hollands Archief, E/02/93-V). Interieur koeienstal 1989 (bron: Beeldbank Noord-Hollands Archief). De opbouw kapspant over de koeienstal en naastgelegen vleugels met afmetingen.
NICO WIJNEN - DELFGOU ARCHITECTUUR EN MONUMENTEN Bouwkundig ingenieur A Molenhoeflaan 2 3985 MJ Werkhoven T 06 18762129 E nico.wijnen@gmail.com W www.delfgou.nl
MODELBOERDERIJ ELSWOUT
1
2
R O B E R T
In juni 1918 valt de definitieve beslissing voor het realiseren van een zendcomplex midden op de Veluwe, in het gebied tussen Apeldoorn en Barneveld, genaamd Radio Kootwijk. Voor de stroomvoorziening wordt in eerste instantie een 10kV bovengronds spanningsnet vanuit Apeldoorn aangelegd. Door de groeiende energievraag uit de wijde omgeving ontstaat er al snel een tekort. In verband met het enorme benodigde vermogen voor de zendinstallaties wordt tussen 1930-1932 door de Provinciale Geldersche Electriciteits Maatschappij (PGEM) een eigen 50 kV schakelstation gebouwd, welke tot aan de sluiting van het complex in 1998 dienst heeft gedaan. Na een rustperiode van ruim 10 jr. is in 2009 het gehele complex overgenomen door Staatsbosbeheer met als doel: Het op termijn herontwikkelen van het gebied en de gebouwen. Het 50 kV schakelstation is net buiten de bebouwde kern van Radio Kootwijk, in de stijl van de nieuwe zakelijkheid, gerealiseerd. Het ontwerp is in opdracht van de PGEM door huisarchitect Hendrik Fels verzorgd. In de periode kort na de tweede wereldoorlog is er een aantal ingrijpende wijzigingen doorgevoerd. De gevels van het pand zijn volledig bepleisterd en er is een nieuw verhoogd dak aangebracht. In afwijking op de redengevende omschrijving van de Rijksdienst heb ik deze latere wijzigingen wel aangemerkt als waardevol. Mijn inzet is dan ook geweest om de oorzaken van schadebeelden te onderzoeken en in mijn restauratievisie in te zetten op maximaal behoud van het monument en de
V A N
D E
P O L
aanwezige gelaagdheid. Dit is tot slot uitgewerkt in het restauratieplan waarmee de laatste stap is gezet naar de afronding van dit afstudeeronderzoek.
Afbeeldingen 1/2 Kort na de bouwperiode (ca. 1932.) was het pand in metselwerk uitgevoerd waarbij schoon betonelementen het horizontale lijnenspel accentueerde. 3 Het rijksmonumentale pand met eveneens twee rijksmonumentale spanningsmasten staat er na de sluiting in 1998 verlaten bij. 4 Het schakelstation 2015.
3
4
ROBERT VAN DE POL - AANNEMINGSBEDRIJF DRAISMA APELDOORN Calculator, werkvoorbereider en restauratieadviseur A Chamavenlaan 218 7312HK Apeldoorn T 06 24341665 E robertvd_pol@hotmail.com W www.draisma.nl
50KV SCHAKELSTATION RADIO KOOTWIJK
1
Het onderzochte pand, café ‘de Veehandel’, staat in het dorp Spanga in Friesland. Uit verschillende atlassen blijkt dat op de plaats van het pand eerder een tolhuis heeft gestaan. De positie van het pand heeft een belangrijke rol gespeeld op de route tussen het voormalige havendorp (tot 1942), de Kuinre, en omliggende dorpen zoals Wolvega. Het pand had als oorspronkelijke functie logement/herberg en café. De hedendaagse functie is nog steeds een café. Het huidige eclectische pand (afbeelding 1) is omstreeks 1880 gebouwd nadat het tolhuis was afgebrand. Tijdens de inmeting en opname vielen de vele bouwkundige gebreken op. Het opvallendste is dat het pand achterover helt (afbeelding 2). Hierdoor zijn de gebreken bij de dakaansluitingen van dakkapel nadrukkelijk aanwezig (afbeelding 3). Naast het nodige conserverende herstel is bij de restauratievisie uiteengezet dat een aantal elementen van het pand terug gebracht moeten worden, zodat het bedoelde ontwerp van de architect (en de bouwstijl van het pand) weer in ere hersteld kan worden. De ‘charme’ van het pand komt op deze manier beter tot zijn recht. Daarbij kan gedacht worden aan het terugbrengen van ‘oude’ kleurstellingen, dakpannen en schoorsteenborden. Ook kan gedacht worden aan het (deels) terugbrengen van een paar elementen van het interieur om aan te geven hoe de indeling was. Voor het restauratieplan is gekozen om één ruimte (het café deel) terug te brengen naar de bouwtijd, waarbij rekening
2
S
A
K
E
M
U
L
D
E
R
gehouden wordt met de gelaagdheid van de nu aanwezige aanpassingen (afbeelding 4).
3
4
Afbeeldingen 1 2
3
4
Voorgevel huidige situatie. Schematische weergave van pand met ondergrond (niet op schaal). Foto’s van dakkapel, waarbij schuinstand zichtbaar is (links) en scheuren “punt 1” en “punt 2” (rechts). Impressie caféruimte.
SAKE MULDER - ARCHITECTENBUREAU KIJLSTRA-BROUWER Allround bouwkundige medewerker A Hopperus Bumaperk 17 9203KW Drachten T 06 53293058 E sakemulder@hotmail.com W www.kijlstrabrouwer.nl
CAFÉ ‘DE VEEHANDEL’ TE SPANGA
1
2
S U S A N N E
Voor mijn afstudeerproject heb ik de boerderij van de familie Van Dorp in Maasland onderzocht. Dit is een karakteristieke Midden-Delflandse krukhuisboerderij uit de 16e eeuw. De technische staat van deze boerderij is zeer slecht. De belangrijkste schades zijn zettingschade door het verzakken van de boerderij en vochtschade door lekkage van het dak en door optrekkend vocht. Mijn restauratievisie heeft zich met name gericht op de gebruikshistorie en op de architectuurhistorie, deze vormen het bestaansrecht van de boerderij. De gebruikshistorie als zuivelbereidingsbedrijf heeft geleid tot pragmatische verbouwingen om de functie te verbeteren en hebben de architectonische structuur van de boerderij bepaald. Daarbij is de architectuur van deze krukhuisboerderij karakteristiek voor de regio Midden-Delfland. Met name de voorgevel is wat betreft vormgeving, techniek en materialisering het meest typerend voor deze krukhuisboerderij. De visie is uitgewerkt aan de hand van een foto van de voor- en zijgevel van eind 19e eeuw, de laatste fase waarin de boerderij nog als zuivelbereidingsbedrijf fungeerde. In het restauratieplan is de voorgevel technisch hersteld en gereconstrueerd. Bij het technisch herstel zijn er materialen en technieken gekozen die tot eind 19e eeuw gebruikelijk waren en die aansluiten bij het nog bestaande oude werk. Bij de reconstructie zijn de vensters en de voordeur in het voorhuis teruggebracht naar meerruits vensters en is het melkhuis teruggeplaatst tegen de gevel van de melkkelder. Door het technisch herstel en de reconstructies worden
K O E N E N
zowel de structuur als de typologische kenmerken van deze karakteristieke boerderij weer duidelijk herkenbaar. De gebruiksgeschiedenis van de boerderij kan hierdoor weer gelezen en geschreven worden.
Afbeeldingen 1 2 3 4
Voor- en zijgevel bestaand, 2015. Voor- en zijgevel, eind 19e eeuw. Voorgevel bestaande situatie. Voorgevel nieuwe situatie.
3
4
SUSANNE KOENEN
A Zuiddijk 24 3143 AS Maassluis
T E
06 21359993 skoenen@hetnet.nl
B O E R D E R I J T E M A A S L A N D
LEROY HAARING - GEMEENTE ROTTERDAM Inspecteur Monumenten
A Verboomstraat 74​ 3082 JR Rotterdam
T E
L
E
R
O
Y
H
leroyhaaring@gmail.com 06-52649256
A
A
R
I
N
G
COLOFON Vormgeving: Eva Osinga-Dubbelboer Drukwerk: Hogeschool Utrecht
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door de Hogeschool Utrecht
2
0
1
4
-
2
0
1
6