Jaarbericht 2016 kenniscentrum innovatie & business

Page 1

JAARBERICHT 2016 KENNISCENTRUM INNOVATIE & BUSINESS

1


2


JAARBERICHT 2016 KENNISCENTRUM INNOVATIE & BUSINESS

1


VOORWOORD Voor u ligt het laatste jaarbericht van het Kenniscentrum Innovatie & Business. En dat is goed nieuws. Voor het derde achtereenvolgende jaar doet het Kenniscentrum Innovatie & Business in een jaarbericht verslag van het afgelopen jaar. Het is geen uitputtend overzicht van onze activiteiten, en u zult tevergeefs zoeken naar publicatielijsten en financiële verantwoording. Wél schetsen wij weer een aantal highlights: voorbeelden van waar wij het afgelopen jaar mee bezig zijn geweest. Wij rubriceren die activiteiten weer volgens onze drie belangrijkste pijlers: onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk. U leest daarin dat die drie invalshoeken nooit los van elkaar staan. De vragen van de beroepspraktijk bepalen onze onderzoeks- en onderwijsagenda. Het Kenniscentrum Innovatie & Business (Innbus) werkt al sinds 2007 zo, en met veel succes. Vorig jaar gaf een externe evaluatiecommissie van adviesbureau Hobéon ons kenniscentrum nog een goede beoordeling. En toch is dit het laatste Jaarbericht van Innbus. Het kenniscentrum houdt namelijk in zijn huidige vorm op te bestaan. Want precies om die wisselwerking tussen onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk ook in de toekomst te kunnen faciliteren, richt Hogeschool Utrecht haar organisatie anders in. We heffen onze faculteiten op. Ook de Faculteit Economie & Management is per 1 februari 2017 gestopt. De kenniscentra krijgen – in een gewijzigde vorm – in onze nieuwe organisatie een groter rol. Ze vormen de motor van alle activiteiten van Hogeschool Utrecht.

2


1

De HU heeft daarvoor per 1 februari 2017 haar 35 lectoraten ondergebracht in vier grote nieuwe thematische kenniscentra. Het Kenniscentrum Innbus is opgegaan in Kenniscentrum Economisch sterke en creatieve stad, dat 12 lectoren en 85 kenniskringleden herbergt. Marketinglector en voormalig Innbusdirecteur Gerrita van der Veen wordt directeur van dit nieuwe kenniscentrum. Hierin zullen naast de Innbus-lectoraten ook lectoraten met een communicatieen ICT-inslag participeren. In de oude situatie, tot en met 2016, zagen we al tal van interessante samenwerkingsverbanden van lectoraten ontstaan, zowel binnen het eigen kenniscentrum als daarbuiten. Ik verheug me erop dat in de nieuwe structuur nog meer verrassende cross-overs het licht zullen zien. Harm Drost directeur Faculteit Economie & Management

“ IK VERHEUG ME EROP DAT IN DE NIEUWE STRUCTUUR NOG MEER VERRASSENDE CROSS-OVERS HET LICHT ZULLEN ZIEN�

3


4


INHOUDSOPGAVE 1 Voorwoord 2 Cijfers 3 Belangrijkste ontwikkelingen 4 De Innbus-lectoraten 5 Nieuws uit 2016

2 6 8 10 14

6 Onderzoek • De advocatenklant in beeld • Betere match bij bedrijfsovernames

20 22 24

7

26 28 30

Onderwijs • Businessmodellen leren vertalen naar de praktijk • Studenten maken in een businesslab hun eigen onderwijs

8 Beroepspraktijk • Sociale ondernemingen laten groeien • Impact realiseren in de beroepspraktijk

32 34 36

9 Medewerkers

38

Colofon 40

5


CIJFERS

5 LECTORATEN PERSONELE BEZETTING • 6 LECTOREN • 50 KENNISKRINGLEDEN • 14 PROMOVENDI • 1845 STUDENTEN WAREN BETROKKEN BIJ HET KENNISCENTRUM PUBLICATIES • 43 PUBLICATIES VOOR PROFESSIONALS • 8 PUBLICATIES TEN BEHOEVE VAN ONDERWIJS EN SCHOLING • 40 WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

6


2

PRESENTATIES • 62 PRESENTATIES VOOR PROFESSIONALS • 117 PRESENTATIES T.B.V. ONDERWIJS EN SCHOLING • 39 PRESENTATIES OP WETENSCHAPPELIJKE CONGRESSEN E.D. PRODUCTEN • 15 PRODUCTEN T.B.V. DE BEROEPSPRAKTIJK • 86 PRODUCTEN EN ACTIVITEITEN VOOR ONDERWIJS • 43 BIJDRAGEN AAN ONDERWIJS T.B.V. DE BEROEPSPRAKTIJK

7


BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN New Ways of Doing Business. Dat was het gemeenschappelijke programma van Kenniscentrum Innovatie & Business (Innbus). Ook in 2016 verbond dit thema onze lectoraten. Met onderzoek en onderwijs over businessmodelinnovatie, als nieuwe concurrentiestrategie. Met onderzoek naar nieuwe samenwerkingsverbanden. En met een focus op vaardigheden, klantfocus, kennis van technologie (en de implementatie daarvan) en een duurzaam (economisch) lerend vermogen. De voorbeelden van Innbus-activiteiten in 2016 die we uitlichten in dit jaarbericht, weerspiegelen stuk voor stuk dat gezamenlijke programma. Organisatiewijziging In het laatste kwartaal van 2016 startte Innbus daarnaast met de gedachtenvorming aan een nieuw, samenbindend programma voor de komende jaren. Deze gedachtenvorming loopt parallel aan een grote organisatiewijziging van Hogeschool Utrecht. Sinds 2017 kent de HU geen faculteiten meer. Vier nieuwe, grote thematische kenniscentra bepalen voortaan de onderwijs- en onderzoeksagenda, daarbij gevoed door vragen vanuit de beroepspraktijk. Als gevolg van die organisatiewijziging is het Kenniscentrum Innbus per 1 februari 2017 opgegaan in Kenniscentrum Economisch sterke en creatieve stad. Nieuw onderzoeksprofiel Het nieuwe kenniscentrum gaat bijdragen aan het nieuwe onderzoeksprofiel van Hogeschool Utrecht, de kwaliteit van samenleven in een stedelijke omgeving. De hogeschool sloot daartoe een convenant met de gemeente Utrecht. De HU en gemeente gaan samenwerken aan belangrijke maatschappelijke thema’s in de Stad van Morgen. Hoe ziet de stad van morgen eruit? Hoe wonen en werken we, en in welke beroepen? Om dat te onderzoeken heeft de HU een

Gerrita van der Veen, lector Marketing, Marktonderzoek & Innovatie wordt directeur van het nieuwe Kenniscentrum Economisch sterke en creatieve stad 8


3 aantal hoofdlijnen uitgezet. Eén daarvan is ‘Economisch sterke en creatieve stad’, naast ‘Gezonde en duurzame stad’ en ‘Sociale, zorgzame en rechtvaardige stad’. Economisch sterke en creatieve stad Het nieuwe Kenniscentrum Economisch sterke en creatieve stad verbindt de oude Innbus-lectoraten van de voormalige faculteit Economie en Management met een aantal lectoraten van de faculteiten Communicatie en Journalistiek en Natuur en Techniek. Het HU-brede lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek (dat tot februari 2017 onder Innbus viel), gaat op in het Kenniscentrum Leren en Innoveren. Tijdens de HU Onderzoeksdag in november 2016 kwamen alle betrokkenen samen om de nieuwe onderzoeksthema’s te exploreren. De komende tijd zullen de lectoren aan de hand van het nieuwe HU-profiel een visie ontwikkelen, doelen bepalen en werken aan de realisatie daarvan. Want dat is wat blijft: lectoren die samen vormgeven aan de wisselwerking tussen onderzoek, onderwijs en beroepspraktijk die eigen is aan het praktijkgerichte onderzoek van Hogeschool Utrecht. 9


DE INNBUS-LECTORATEN De lectoraten van het Kenniscentrum Innovatie & Business belichten de verschillende facetten van businessmodelinnovatie. Alle aspecten van het dynamisch (re)organiseren van bedrijven komen daarbij aan bod. Dat dit kan, komt doordat de verschillende bedrijfskundige disciplines de basis vormen voor de keuze voor de lectoraten en de inrichting ervan. Daarnaast richt het HU-brede lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek (MPO) zich op methoden van het praktijkgerichte onderzoek in het hbo en op de didactiek om studenten en docenten te leren onderzoek te doen. Lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie Thema’s: Brand Designing; Customer Value Management; effectiviteit van communicatie Lector: dr. Gerrita van der Veen Dit lectoraat draagt vanuit marketing bij aan de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen. We stimuleren ondernemerschap op de focusgebieden zorg en technologie, creatieve industrie en duurzaamheid. Dat doen we bijvoorbeeld met onderzoek naar brand design: we onderzoeken de bijdrage van het merk en het merkdenken aan samenwerking en innovatie. Want door nieuwe samenwerkingsvormen (netwerkorganisaties, crowdfunding) neemt de verbindende en sturende rol van organisaties af, en zal het merk die rol overnemen. Ook onderzoekt het lectoraat klantwaarde (customer value) als basis voor succesvolle marketingstrategieÍn. Ander onderzoek behelst de effectiviteit van communicatie. Marketingcommunicatie is door digitalisering alleen maar complexer, kostbaarder en minder efficiÍnt geworden. Het instrumentarium is groter, er zijn veel meer mogelijkheden voor tweerichtingsverkeer, er is veel meer transparantie en communicatieprocessen verlopen steeds sneller. In deze context onderzoeken we de effectiviteit van communicatie. Voorbeeld: pagina 22.

10


4

Lectoraat Financieel-Economische Advisering bij Innovatie Thema’s: changing accounting en control environments; entrepreneurial governance; bedrijfsoverdrachten Lectoren: dr. Hans B. Duits RA en dr. Lex van Teeffelen

De rol van financieel-economische adviseurs verandert. Dat komt door ICT-gedreven innovaties in het vakgebied van de accountancy én door een groeiende behoefte van bedrijven aan informatie en advies. We concentreren ons met dit lectoraat op drie thema’s. Het lectoraat draagt bij aan de ontwikkeling van een sterkere adviesrol voor bijvoorbeeld accountants op basis van transparantere financiële informatie. We werken aan bedrijfseconomische onderbouwing van innovatieprocessen. Ook bouwen we expertise op (en geven die door in het onderwijs) over specifieke groeivraagstukken van bedrijven. Denk aan het terrein van bedrijfsopvolging en -overnames. Voorbeeld: pagina 24 en 30.

11


Lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen Thema’s: Business Proces Management; IT driven Business Innovation; Information Planning; e-leadership Lector: dr. ing. Pascal Ravesteijn Ondernemers merken dat ze opereren in een dynamische, sterk veranderende omgeving. Technologische vernieuwingen leiden tot andersoortige diensten en producten, waardoor concurrentieverhoudingen in snel tempo veranderen. Deze ontwikkelingen lijken soms bedreigend, maar bieden ondernemers juist ook kansen om te innoveren. Businessmodelinnovatie is daarbij de nieuwe concurrentiestrategie. Het lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen ziet ICT als aanjager van innovatie. We richten ons daarbij vooral op het organiseren van het bedrijfsmodel, de klantprocessen en interne processen voor ondernemers. Voorbeeld: pagina 28. Lectoraat Coöperatief Ondernemerschap Thema’s: coöperatievorming, keteninnovatie, publiek/private samenwerking, internationale samenwerking Lector: dr. ing. Klaas ten Have Ondernemerschap vraagt om samenwerking. Coöperatievorming, keteninnovatie, publiek/ private samenwerking en internationale samenwerking zijn steeds belangrijker om de concurrentie voor te blijven en groei te realiseren. Toch is samenwerken voor ondernemers niet altijd vanzelfsprekend.

12


Het lectoraat Coöperatief Ondernemerschap doet onderzoek naar de inrichting van samenwerkingsverbanden en nieuwe businessmodellen om succesvol te innoveren en groei te bewerkstelligen. We richten ons daarbij primair op het midden- en kleinbedrijf in de regio Utrecht. Voorbeeld: pagina 34. Lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek (MPO) Thema’s: methodologische keuzes in praktijkgericht onderzoek, praktijkgericht onderzoek in het beroepsonderwijs, assessment van onderzoeksvaardigheden Lector: dr. Daan Andriessen Het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek is organisatorisch ondergebracht bij het Kenniscentrum Innovatie & Business, maar werkt voor de hele Hogeschool Utrecht, én voor andere hogescholen en kennisinstellingen in Nederland en daarbuiten. Het lectoraat draagt bij aan de professionalisering van het praktijkgericht onderzoek. We richten ons daarbij op alle disciplines: van economie tot techniek, van educatie tot gezondheidszorg en de kunsten.
 Voorbeeld: pagina 36.

“ ALLE DISCIPLINES: VAN ECONOMIE TOT TECHNIEK, VAN EDUCATIE TOT GEZONDHEIDSZORG EN DE KUNSTEN” 13


NIEUWS UIT 2016 Bloggen over onderzoeksresultaten Kenniscentrum Innbus doet veel wetenschappelijk onderzoek. Hoe zorg je ervoor dat de resultaten daarvan terechtkomen bij de beroepspraktijk die van die kennis kan profiteren? De onderzoeksgroep The Network is the Message (waar het lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie aan deelneemt) deed dat in 2016 door te bloggen op frankwatching.com. De blogs gaan over sociale media en worden goed gelezen en veel gedeeld. In het project The Network is the Message onderzoeken Hogeschool Utrecht en de Hogeschool Rotterdam de effectiviteit van communicatie in online sociale netwerken. Landelijke kwaliteitscriteria voor praktijkgericht onderzoek Het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek ontwikkelde een set van 19 criteria voor praktijkgericht onderzoek die toepasbaar is op alle soorten onderzoek in het hbo. Het lectoraat deed dit voor de Werkgroep kwaliteit praktijkgericht onderzoek & lectoraat van de Vereniging Hogescholen (de Commissie Pijlman).

Implementatie ‘Beoordelen is mensenwerk’ onderzocht In opdracht van de Vereniging Hogescholen is een groot onderzoek gedaan naar de implementatie van het rapport ‘Beoordelen is Mensenwerk’ uit 2014. Vijftien opleidingen van negen hogescholen werden gevolgd bij hun activiteiten rond het verbeteren van het afstudeerprogramma. Een vergelijkbaar onderzoek is gedaan binnen de HU met zeven opleidingen.

14


5

Rekenen aan het bed Accounting as Actor in Health Care, dat was de titel van het proefschrift waarop Wil van Erp (lectoraat Financieel-Economische Advisering) op 18 februari 2016 promoveerde. Hij liet onder meer zien hoe financiële en andere gegevens uit managementaccounting en -controlsystemen (MACS) kunnen helpen om de kwaliteit van de zorg op peil te houden. Van Erp presenteerde zijn onderzoek ook in Birmingham.

Beter bacheloronderzoek Het hbo stelt hoge eisen aan het afstudeerniveau, en daarbij is onderzoek doen heel belangrijk. Het lectoraat Procesinnovatie en Innovatiesystemen werkt mee aan een nieuwe aanpak voor het bachelorafstudeeronderzoek. In 2016 werd een kwaliteitsverbetering zichtbaar en inmiddels verzamelen bachelorstudenten data die van waarde zijn voor onderzoek van het lectoraat. Duurzame ondernemers laten samenwerken Als innovatieve bedrijven samenwerken in netwerken kunnen ze een zakelijk ecosysteem rond hun innovatie bouwen. ‘Collective system building’, noemt Julia Planko dat. De promovenda van het lectoraat Coöperatief Ondernemerschap beschrijft in een paper een strategisch framework voor zo’n zakelijk collectief ecosysteem, en laat zien wat netwerken zouden moeten doen om zo’n systeem op te zetten. Het prestigieuze Journal of Cleaner Production publiceerde het.

15


/ NIEUWS UIT 2016

Promotievoucher: onderzoek naar de begeleiding van afstuderen Irene van de Marel sleepte in 2016 een promotievoucher binnen voor onderzoek naar de begeleiding van afstuderen in het economische domein. Zij gaat hiervoor onderzoek doen binnen en buiten de HU. Boek: Jong Overnemen Er moet meer aandacht komen voor jonge ondernemers die bedrijven overnemen, ook in het onderwijs. Dat bepleit lector Lex van Teeffelen in zijn boek Jong Overnemen. Hij schreef het met collega-onderzoeker Karin Kleingeld. Menselijke waarden bij merkkeuze Welke rol spelen menselijke waarden bij het maken van beslissingen over merken? Dat is het onderzoeksdomein van Ronald Voorn van het lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie. Hij verzorgde een posterpresentatie over dit onderwerp op de European Marketing Academy (EMAC) in Oslo.

Brochure procesgericht werken in Ziekenhuis Rivierenland Ziekenhuis Rivierenland uit Tiel wilde meer procesgericht werken, en zo de efficiency en het kwaliteitsniveau verhogen. Het ziekenhuis ontwikkelde met het lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen een procesmodel voor de zorg. In 2016 leidde dit tot een brochure ‘Werken met het procesmodel zorg – de patiënt centraal’. Zorgverlenende medewerkers van het ziekenhuis kregen een exemplaar.

16


ICT-competenties vergelijken met het e-CF Eind 2015 kondigden het lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen en certificeringsinstituut EXIN aan dat ze samen onderzoek gingen doen naar het gebruik van het Europese e-Competence Framework (e-CF). De eerste onderzoeksresultaten werden al in 2016 opgeleverd. Studenten Business IT & Management hebben meegewerkt aan dit deelonderzoek. Het e-CF zal breed worden toegepast binnen Europese instituties, organisaties en bedrijven, meldde lector Pascal Ravesteijn in diverse vakbladen. Alternatieve kredieten De rol van niet-bancaire financiers wordt steeds belangrijker voor ondernemers, en de omvang van hun bijdrage groeit. Dat zei lector Lex van Teeffelen als keynotespeaker bij de ondertekening van de lening van honderd miljoen euro door de Europese Investeringsbank (EIB) aan Qredits. Qredits is de grootste alternatieve kredietverstrekker van Nederland. Dealmaker of Dealbreker? Ook ander onderzoek van het lectoraat Financieel-Economische Advisering en Innovatie haalde de pers, zoals het onderzoek ‘Dealmaker of Dealbreker?’ Daaruit blijkt dat veel potentiële bedrijfsverkopen stranden doordat één van de adviseurs een verstorende rol speelt. Vrouw met impact Beverly Pasian, onderzoeker bij het lectoraat Coöperatief Ondernemerschap is redacteur geworden van het Journal Project Management Research and Practice. Ook is ze geïnterviewd door de internationale website businessbecause.com. In het artikel “Women In Business: How This SKEMA EMBA Is Breaking Into The C-Suite” legt ze uit hoe ze meer sociale impact met haar onderzoek wil bewerkstelligen.

17


/ NIEUWS UIT 2016

WAT BEWEEGT JE STUDENT?

Werken met studenttypen voor meer studiesucces

Martin de Boer Anne-Lise Kamphuis

Best paper award voor Studenttypen Martin de Boer, Anne-Lise Kamphuis en Gerrita van der Veen (lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie) wonnen op de conferentie Educational Innovation in Economics and Business (EDiNEB) in Nice de Best paper award voor hun artikel over studenttypen en hun verschillende studiebehoeften.

Boek Nationale Wetenschapsagenda Daan Andriessen en Marieke Schuurmans leverden een bijdrage aan het boek van Beatrice de Graaf, Alexander Rinnooy Kan en Henk Molenaar over de Nationale Wetenschapsagenda: The Dutch National Research Agenda in Perspective. Peer-reviewed publicaties Daan Andriessen, RenĂŠ Butter, Anton Franken, Stijn Bollinger en Ritie van Rooijen zorgen namens het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek voor zes peer-reviewed artikelen over methodologie in Nederlandstalige tijdschriften, zoals TH&MA en het Tijdschrift voor Hoger Onderwijs. Werken aan innovatievermogen RenĂŠ Butter en Wilke van Beest voeren Europees onderzoek uit naar assessment van innovatievaardigheden. Er is inmiddels een assessmenttool die de innovatievaardigheden van studenten en medewerkers van bedrijven meet. Ook ontwikkelden ze een workshop voor bedrijven om met dit instrument aan de gang te gaan.

18


Implementatie ‘Beoordelen is mensenwerk’ onderzocht In opdracht van de Vereniging Hogescholen is een groot onderzoek gedaan naar de implementatie van het rapport ‘Beoordelen is Mensenwerk’ uit 2014. Vijftien opleidingen van negen hogescholen werden gevolgd bij hun activiteiten rond het verbeteren van het afstudeerprogramma. Een vergelijkbaar onderzoek is gedaan binnen de HU met zeven opleidingen. Film: beelden van veilige onzekerheid Studenten kunnen behoorlijk onzeker zijn bij het doen van onderzoek, blijkt uit onderzoek van Stijn Bollinger. De resultaten van dit onderzoek worden binnen de HU inmiddels volop gebruikt binnen het onderwijs. Hiervoor is onder andere een spel en een film gemaakt.

“ ER IS INMIDDELS EEN ASSESSMENTTOOL DIE DE INNOVATIEVAARDIGHEDEN VAN STUDENTEN EN MEDEWERKERS VAN BEDRIJVEN MEET.”

19


20


ONDERZOEK

6 21


DE ADVOCATENKLANT IN BEELD De advocatuur investeert vooral in bestaande klanten. Omdat de concurrentie is toegenomen, is het voor advocaten heel belangrijk dat zij hun klanten behouden. Esther Verboon (lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie) onderzocht hoe advocaten het loyaal gedrag van hun klanten kunnen versterken. Ze concentreerde zich daarbij op klanten in het mkb. Er is niet veel wetenschappelijk onderzoek over loyaliteit van klanten in de juridische dienstverlening, in de Nederlandse advocatuur zelfs helemaal niet. Esther Verboon onderzocht welke aspecten van de dienstverlening bijdragen aan loyaal klantgedrag. “Het blijkt bijvoorbeeld dat cliënten loyaal zijn als zij het professioneel gedrag van hun advocaat tijdens de zaakbehandeling kunnen waarderen. Ze willen graag dat de advocaat zich dan zowel klantgericht opstelt als zijn vakmanschap laat zien. Ook als cliënten een goede indruk van de advocaat en zijn kantoor hebben, draagt dat bij aan hun loyaliteit. En als een advocaat ‘slapende’ cliënten aan zich wil blijven binden, dan blijkt het goed te helpen als hij nevendiensten aanbiedt. Af en toe proactief advies geven, bijvoorbeeld.” Klantwaarden De effecten op loyaliteit ontstaan grotendeels omdat de advocaat voor zijn klanten iets oplevert, in de vorm van klantwaarden. Een belangrijke klantwaarde is ‘een goede uitkomst van de zaak’. Dat is – vanzelfsprekend – een juridische oplossing. Maar er speelt meer mee, vertelt Verboon: “Als een cliënt positieve emoties ervaart, zoals een gevoel van ontzorgd zijn, dan vergroot dat zijn loyaliteit. Een andere belangrijke klantwaarde is ‘het vertrouwen in de advocaat’ dat cliënten ervaren.” Onervaren en ervaren klanten Verboon ontdekte nog meer factoren die meespelen bij hoe trouw klanten zijn, zoals eigenschappen van het mkb-bedrijf, het soort juridische kwestie waarvoor 22


>/!Ed /E >

ze de advocaat inschakelen en persoonlijke eigenschappen van klanten. Verboon: “Zo blijkt bijvoorbeeld bij onervaren cliënten vertrouwen in hun advocaat heel belangrijk te zijn voor hun loyaliteit. Bij ervaren cliënten speelt dit minder.”

>/!Ed /E >

ƐƚŚĞƌ D͘ sĞƌŶ

E KE Z K < E Z >Kz >/d /d s E D< Ͳ >/!Ed E /E sK dhhZ

ƐƚŚĞƌ D͘ sĞƌŶ

Vraaggericht werken Wat betekent dit alles voor advocaten die hun mkb-klanten willen vasthouden? Verboon: “Zij zouden zich vraaggericht moeten opstellen, in plaats van aanbodgericht. Niet hun juridische expertise moet centraal staan, maar dat wat cliënten echt helpt, in de vorm van klantwaarden. Ook zouden ze moeten investeren in de relatie met de cliënt, door hun vakmanschap te combineren met klantgerichtheid, nevendiensten aan te bieden en aan hun reputatie te werken.”

Esther M. Verboon promoveerde met haar proefschrift De cliënt in beeld op 17 januari 2017 aan de Universiteit van Amsterdam.

“ ALS EEN CLIËNT ZICH ONTZORGD VOELT DOOR ZIJN ADVOCAAT, DAN VERGROOT DAT ZIJN LOYALITEIT” 23


BETERE MATCH BIJ BEDRIJFSOVERNAMES Onderzoekers van het lectoraat Financieel-economische Advisering bij Innovatie hebben een Europese Code of Conduct ontwikkeld voor matchingplatforms bij bedrijfsoverdrachten. Al 19 platforms in 9 landen ondertekenden de gedragscode, die als een kwaliteitsstandaard moet werken. Lex van Teeffelen, lector Bedrijfsoverdracht en Innovatie leidde met onderzoeker Edwin Weesie een onderzoek naar het functioneren van deze matchingplatforms. “Elk jaar verliest Europa zo’n 150.000 bedrijven en daarmee raken 600.000 mensen hun baan kwijt. Niet omdat die bedrijven niet goed zijn, maar omdat de overdracht niet goed verloopt.” Kopers en verkopers vinden elkaar vaak op digitale matchingplatforms voor bedrijfsovernames. Van Teeffelen: “We hebben 60 platforms uit 14 landen een vragenlijst gestuurd. Daarin vroegen we bijvoorbeeld of ze de kwaliteit van hun adviseurs controleren, of ze hun successcore zichtbaar maken, en welke digitale tools er aanwezig waren.” Toen de resultaten binnen waren, controleerden studenten of de antwoorden van de platforms ook klopten. Dat bleek het geval te zijn, vertelt Van Teeffelen. “Meer dan 85% van de ingevulde gegevens klopte, en dat is hoog.” Vitale bedrijfsinformatie Uit het onderzoek bleek dat de platforms niet genoeg bijdragen aan het beschikbaar maken van vitale en betrouwbare bedrijfsinformatie voor kopers. Daarbij is de financiële positie van de matchingplatforms een belangrijke factor. “Uit de studie blijkt dat de meeste platforms niet beschikken over de middelen om nieuwe digitale diensten te ontwikkelen”, vertelt Van Teeffelen.

“ UIT HET ONDERZOEK BLEEK DAT MATCHING­ PLATFORMS NIET GENOEG BIJDRAGEN AAN HET BESCHIKBAAR MAKEN VAN VITALE EN BETROUW­BARE BEDRIJFSINFORMATIE VOOR KOPERS.” 24


Europese kwaliteitsstandaard Het onderzoek leidde tot een kwaliteitsstandaard. Platforms die deze standaard onderschrijven, leggen zich daarmee vast op minimale kwaliteitseisen voor zoekmachines, matchingmethodes en de correcte weergave van bedrijfsprofielen. Ook zaken als internetbeveiliging, privacybescherming, (internationale) samenwerking en uitwisseling tussen platforms zijn belangrijk. De onderzoeksresultaten zijn in Keulen gepresenteerd tijdens het jaarlijkse Transeo Congres van de Europese associatie voor bedrijfsoverdrachten en zijn toegelicht tijdens een internationale persconferentie in Brussel. Europese Richtlijn De Europese Commissie maakt in mei 2017 bekend hoe zij bedrijfsopvolging verder wil stroomlijnen. Lex van Teeffelen: “Ik hoop dat onze Code of Conduct de standaard wordt in de EU en dat er innovatiesubsidies vrijkomen om meer digitale diensten beschikbaar te maken.�

25


26


ONDERWIJS

7 27


BUSINESSMODELLEN LEREN VERTALEN NAAR DE PRAKTIJK Drie lectoraten ontwikkelden samen onderwijs. In de module Businessmodels in a changing world leren post-hbo- en masterstudenten nu hoe ze businessmodellen kunnen gebruiken bij hun procesinrichting en het ontwikkelen van concrete verdienmodellen. Thuy-Vy Nguyen, programmamanager van de Master Project Management: “Voor deze module werken drie lectoraten samen: het lectoraat Procesinformatie en Informatiesystemen, lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie en het lectoraat Co-design. We willen hiermee echt innovatief onderwijs bieden. De lectoren Pascal Ravesteijn, Gerrita van der Veen en Remko van der Lugt verzorgen zelf colleges en nemen daarin hun actuele kennis mee. Dus zonder lange cyclus landt hun kennis in de beroepspraktijk. Tegelijkertijd nemen de studenten hun verhaal uit het bedrijfsleven mee naar de module. Dat is weer input voor ons onderzoek.” Changing world Met de module Businessmodels in a changing world (BMCW) laat de HU ondernemers nadenken over hoe zij zich kunnen bewegen in de snel veranderende wereld. Allerlei maatschappelijke, economische en digitale ontwikkelingen versterken elkaar. Burgers nemen zelf meer initiatieven en verantwoordelijkheid; in de nieuwe economie gaat het niet langer alleen om economische maar ook om sociale en ecologische waarde. Duurzaamheid staat steeds meer centraal en sociaal ondernemerschap bloeit. Ook jagen digitale ontwikkelingen (3D-printen, robotisering en big data) nieuwe manieren van produceren en organiseren aan.

“ DE MODULE BUSINESSMODELS IN A CHANGING WORLD LAAT ONDERNEMERS NADENKEN OVER HOE ZIJ ZICH KUNNEN BEWEGEN IN DE SNEL VERANDERENDE WERELD” 28


Zienswijze ontwikkelen Simon Bark volgde de module. “Ik heb sinds kort mijn eigen bedrijf in projectmanagement & bouwbegeleiding. Ik richt me op de particuliere markt: mensen die kleinschalig iets willen ontwikkelen. Het loopt hartstikke goed. Te goed eigenlijk, ik moet vaak nee verkopen. De BMCW-module was voor mij een keuzevak en heeft me erg geholpen bij het ontwikkelen van een zienswijze en het maken van de juiste keuzes voor mijn onderneming. Wil ik personeel? Op welke doelgroep ga ik me richten? Hoe verwerf ik opdrachten? Alle onderwerpen die daarbij komen kijken, worden in samenhang met elkaar aangeboden. Meer dan feitjes en weetjes ging het om het toepassen van (voornamelijk) het procesmodel en het businessmodel Canvas. Ik heb hierdoor bijvoorbeeld bewust besloten om geen sociale media of koude acquisitie te gebruiken, maar mijn netwerk in te zetten.�

29


STUDENTEN MAKEN IN EEN BUSINESSLAB HUN EIGEN ONDERWIJS De minor Treasury kreeg een veel zwaardere praktijkcomponent. Hoofd­ docent Finance & Accounting Michiel van der Ven (lectoraat Financieeleconomische Advisering bij Innovatie) liet studenten in een businesslab werken aan een casus. Daardoor bloeiden onvermoede talenten op. De minorstudenten werkten met software van ILFA Treasury Support in groepjes aan een casus rond een nieuwe markt, die valutarisico’s met zich meebracht. Ook was er sprake van nieuwbouw, die gefinancierd moest worden uit verschillende bronnen. Aan de studenten de taak om grip te houden op de financiën. Onderwijsvernieuwing Bijzonder was dat studenten zelf meehielpen bij het ontwikkelen en geven van onderwijs: vijf studenten hebben teams begeleid: de ‘facilitators’. Deze manier van werken was voor Van der Ven een uitdagend staaltje onderwijsvernieuwing. “Ik vond het heel spannend. Er zaten onderdelen in de case waar de studentbegeleiders meer van wisten dan ik. Soms was het voor mij peentjes zweten. Gelukkig verliep het experiment zeer succesvol.” De minor leidde ertoe dat Van der Ven samen met studenten een artikel in een vakblad en blogs kon publiceren.

Martijn van den Berg, student Bedrijfseconomie: “Ik ben nu veel fanatieker met mijn studie bezig.” “Toen de docent voorafgaand aan de start van de minor Treasury vroeg wie groepsbegeleider wilde zijn, stak ik door zijn enthousiasme direct mijn hand op. Ik ben in mijn zomervakantie met enkele andere studenten vier weken druk geweest om een case voor te bereiden, onder meer bij ILFA in Roosendaal. Ook heb als facilitator één van de practicumgroepen begeleid. Het was een pittig en leerzaam traject. Ik ben daardoor nu veel fanatieker met mijn studie bezig. Vroeger vond ik school vaak weinig uitdagend. Dit was ineens een unieke kans. Nu ben ik honoursstudent – vooral vanwege mijn leiderschapskwaliteiten. Deze docent spreekt je aan op je talenten. Makkelijk maakt hij het je niet.” 30


Studenttypen Van der Ven wordt gezien als een strenge docent, wel duidelijk en open. Hij streeft naar “een vrij directe benadering van de studenten, waarbij over en weer veel gezegd kan worden”, zo stelt hij. Dat maakt het mogelijk om gepersonaliseerd onderwijs te bieden. Van der Ven maakt daarbij gebruik van de door Martin de Boer en Anne-Lise Kamphuis (lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie) ontwikkelde studenttypen. “Is een student een aanpakker? Of juist een opportunist? Of is het er eentje die me voor de gek houdt?” Van der Ven geeft zijn studenten les op verschillende niveaus, die passen bij hun leertype.

“ DE DOCENT GEEFT ZIJN STUDENTEN LES OP VERSCHILLENDE NIVEAUS, DIE PASSEN BIJ HUN LEERTYPE” 31


32


BEROEPSPRAKTIJK

8 33


SOCIALE ONDERNEMINGEN LATEN GROEIEN Hoe kunnen sociaal ondernemers hun bedrijf laten groeien, zodat ze hun maatschappelijke impact kunnen vergroten? Daar gaat het lectoraat Coöperatief Ondernemerschap onderzoek naar doen, samen met de ondernemers zelf. Het lectoraat haalde daarvoor een RAAK-subsidie binnen. Het lectoraat houdt zich al langer bezig met sociaal ondernemerschap. In 2015 intensiveerde dit, toen voerden 80 studenten bij 25 sociale ondernemingen een nulmeting uit. Het afgelopen jaar participeerde het lectoraat actief in allerlei netwerken voor sociaal ondernemers, vertelt Astrid Bolland. Zij is docent, onderzoeker en projectmanager. “We spreken veel sociaal ondernemers. Er zijn ICT-bedrijven bij, een logistiek-administratief dienstverlener, een drukkerij … Het ene bedrijf heeft 150 man personeel en het andere opereert op een zolderkamer. Maar al die ondernemingen hebben ook wat gemeen: het zijn gezonde bedrijven met een bewezen succesvol businessmodel, die maatschappelijke waarde willen toevoegen op het vlak van arbeidsmarktparticipatie. En: ze willen allemaal hun sociale impact vergroten door op te schalen, maar lopen daarbij tegen obstakels aan.” Onderzoeksproject Astrid Bolland: “Tijdens een netwerkbijeenkomst met tien sociaal ondernemers hebben we gezamenlijk het doel en de wederzijdse verwachtingen ten aanzien van het project vastgesteld. Hierop hebben we een projectaanvraag bij RAAK-mkb gebaseerd, en die is inmiddels gehonoreerd.” In dit project probeert het lectoraat samen met ondernemers nieuwe methodes uit om de ondernemingen te laten groeien. “Daarvoor gebruiken we het Social Businessmodel Canvas en de Theory of Change. We helpen de ondernemers om in kaart te brengen welke verandering ze teweeg willen brengen. De vervolgvraag is: je staat nu hier, welke factoren belemmeren je om op te schalen? Vervolgens maken we

“ MET DE ONDERZOEKSRESULTATEN KUNNEN OOK ANDERE SOCIAAL ONDERNEMERS HUN VOORDEEL DOEN” 34


een stappenplan.” Bolland is enthousiast, want met de onderzoeksresultaten kunnen ook andere sociaal ondernemers hun voordeel doen. “We gaan echt iets nieuws doen. We nemen een theoretisch model als startpunt en ontwikkelen op basis daarvan generieke interventies. Vervolgens gaan we die monitoren.” Onderwijs Het project zal niet alleen sociaal ondernemers helpen, maar versterkt ook het onderwijs. Astrid Bolland: “Voor onze studenten is dit heel leerzaam. Ze moeten wennen: een sociale onderneming, dat is toch geen echt bedrijf? Maar sociaal ondernemers hebben net als andere ondernemers bedrijfsmatige vragen. Zoals: hoe zet ik mijn website op? Hoe kom ik aan financiering? Social enterprise NL, een landelijke organisatie voor sociaal ondernemers organiseerde het afgelopen jaar bijeenkomsten waar ook de HU aan deelnam. Zij gaan nu gastcolleges bij ons verzorgen. We willen dat het toevoegen van maatschappelijke waarde normaal wordt.”

35


IMPACT REALISEREN IN DE BEROEPSPRAKTIJK Hoe maak je de vruchten van praktijkgericht onderzoek bruikbaar voor de praktijk? Wilke van Beest, onderzoeker bij het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek ontwikkelde een instrument dat daarbij kan helpen. Het goede nieuws: de beroepspraktijk weet de lectoraten steeds beter te vinden met vragen. Onderzoekers gaan dan met zo’n vraag aan de slag en leveren iets op. Vaak heeft dit resultaat de vorm van een adviesrapport, een instrument of een interventie. Maar vervolgens doet zich vaak het probleem voor: hoe maak je het onderzoeksresultaat gereed voor de beroepspraktijk? En voorkom je dat het in de beruchte spreekwoordelijke la eindigt? Hanzehogeschool Groningen vroeg het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek om dat uit te zoeken. Wilke van Beest: “Mijn focus is: welke stappen moet de onderzoeker zetten om het onderzoeksresultaat in de praktijk te borgen? Vaak stopt zijn werk bij het realiseren van inzicht. Een onderzoeker adviseert een verandering, maar de betrokken organisatie weet niet hoe ze die moet realiseren. Of hij bedenkt een tool, maar er is geen fabrikant voor. Het is de verantwoordelijkheid van praktijkgerichte onderzoekers om met oplossingen te komen die de praktijk ook daadwerkelijk kan gebruiken. De onderzoeker kan zelf onderdeel zijn van het veranderingsproces of dit overlaten aan de praktijk, maar hij zal in beide gevallen moeten nadenken over hoe een geborgde verandering in de praktijk gerealiseerd kan worden.”

36


PRO-model Wilke van Beest ontwikkelde daarvoor het PRO-model. “Het model beschrijft negen onderzoeksactiviteiten – stappen die allemaal bijdragen aan de praktijkgereedheid van het onderzoek. Die activiteiten bewegen zich op de niveaus Verklaren & conceptualiseren en Data verzamelen & experimenteren tot het niveau waar het op aankomt: Impact realiseren. Het model kan gebruikt worden als gesprekstool. De activiteiten staan op kaartjes met daarop vragen die onderzoekers helpen om te bepalen of een activiteit wel of geen plaats heeft in het onderzoek. Door kaartjes op vakjes te leggen blijft de onderzoeker alert en kan hij aangeven waar de praktijk betrokken wordt, wat de grenzen van het onderzoek zijn en waar vervolgonderzoek zich op kan richten”, legt Van Beest uit. Implementatie? Rest de vraag: hoe gaan de HU-kenniscentra dit handige instrument zelf implementeren? Wilke van Beest: “Daar denken we over na! We hebben het model ontwikkeld voor de Hanzehogeschool, maar het blijkt voor alle praktijkgerichte onderzoekers nuttig te zijn.” Tijd om nog eens goed naar dat laatste ‘Impact’vakje te kijken.

“ HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN PRAKTIJKGERICHTE ONDERZOEKERS OM MET OPLOSSINGEN TE KOMEN DIE DE PRAKTIJK OOK ECHT KAN GEBRUIKEN.”

37


MEDEWERKERS IN 2016 Lectoraat Financieel-economische Advisering bij Innovatie • Dr. Hans Duits RA, lector • Dr. Lex van Teeffelen, lector • Bernhard van der Biessen MSc, docent-onderzoeker • Drs. Frans Bouwmans, docent-onderzoeker • Dr. Wil van Erp, docent-onderzoeker • Drs. Margreeth Kloppenburg, docent-onderzoeker • Drs. Gerrit-Jan Lanting, docent-onderzoeker • Ralph van Mechelen MSc, docent-onderzoeker • Roderick Udo MSc, docent-onderzoeker • Dr. Michiel van der Ven RT, docent-onderzoeker • Evelien Heijmans, secretariële ondersteuning Extern Karin Kleingeld, MKB Next Level

• Dr.

Stijn Bollinger, hogeschoolhoofddocent-onderzoeker • Dr. René Butter, hogeschoolhoofddocent-onderzoeker • Dr. Roelof Ettema, hogeschoolhoofddocent-onderzoeker • Ing. Dan Greve, docent-onderzoeker • Dr. Hans Heneweer, onderzoeker • Christiane de Lange, docent-onderzoeker • Dr. Lisette Munneke, hogeschoolhoofddocent-onderzoeker • Pieter Schilder, docent-onderzoeker • Drs. Marieke Welle Jonker, docent-onderzoeker • Karin Ruiter, secretariële ondersteuning Promovendi Martine Ganzevles, docent-onderzoeker • Ir. Irene van der Marel, docent-onderzoeker • Drs.

• Drs.

Promovendi • Alija Ibrahimovic, MSc • Rutger IJntema MBA • Afsoon Qutbyar MSc • Edwin Weesie MSc Lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek • Dr. Daan Andriessen, lector • Wilke van Beest MSc, onderzoeker 38

Lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen • Dr. ing. Pascal Ravesteijn, lector • Marja Exalto PhD, docent-onderzoeker • Debby Goedknegt MPM, docent-onderzoeker • Arjen Maris MSc, docent-onderzoeker • Ing. Joris Mens, onderzoeker • Kobus Smit PhD,


docent-onderzoeker David Sterk, docent-onderzoeker • Dr. ing. Benny de Waal, docent-onderzoeker • Evelien Heijmans, secretariële ondersteuning • Drs.

Extern • Klaas Bongers, voorzitter NGI-NGN • Anita Bosman MMI, bestuurslid • Frits Bussemaker MSc, partner CIONET NGI-NGN • Rob ter Hedde MBA, Performation Healthcare Intelligence bv • Drs. Frank van Outvorst B.Inf., ASL/ BiSL Foundation • Ing. Henk Plessius, HU (gepensioneerd), eigenaar Eduples Promovendi Sheombar MSc (MoI)

• Anand

Marketing, Marktonderzoek en Innovatie • Dr. Gerrita van der Veen, lector • Dr. Martin de Boer, docent-onderzoeker • Drs. Anita Cox, docent-onderzoeker • Drs. Anne-Lise Kamphuis, docent-onderzoeker • Drs. Harald Pol, onderzoeker • Drs. Judith Tielen, onderzoeker • Karin Ruiter, secretariële ondersteuning

TIMO • Drs.

9

Ron Bullens, docent Borchert MBA, docent • Drs. Barbara van Dongen, docent • Liesbeth Neven MSc, docent • Ir. Marian Noor, docent • Ton

Promovendi van der Meer MSc • Lenka van Riemsdijk MM • Esther Verboon MBA • Ronald Voorn MSc • Renate

Lectoraat Coöperatief ondernemerschap • Dr. ing. Klaas ten Have, lector • Dr. Leendert de Bell, hoofddocent-onderzoeker • Ir. Astrid Bolland, docent-onderzoeker • Robert de Bruijn MBA, docent • Dr. René van Dinten, docent-onderzoeker • Willem Klijnstra MBA, docent • Dr. Beverly Pasian, docent-onderzoeker Promovendi • Jolijn van Duijnhoven MA • Julia Planko MA

39


COLOFON Uitgave Hogeschool Utrecht april 2017 Tekst Lisette Blankestijn Communicatie, Almere Hogeschool Utrecht Vormgeving RAAK Grafisch Ontwerp, Utrecht Fotografie Harald van de Kamp, Femke van den Heuvel, Jan Willem Groen, Marcel Zwart, Hogeschool Utrecht Drukwerk Grafisch Bedrijf Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam

40



www.innbus.hu.nl kenniscentrum.innbus@hu.nl

kcinb_j_0517_rk

Daltonlaan 400 & 500 3584 BK Utrecht


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.