de steenbergerhoeve geschiedenis van een familiehuis
de steenbergerhoeve geschiedenis van een familiehuis
Els Tange & Anneke Steenbergen
I
N HET DRENTSE ZUIDWOLDE LIGT DE
BUURTSCHAP STEENBERGEN. Niet ver daar vandaan, aan de Hoogeveenseweg, staat een boerderij genaamd ‘De Steenbergerhoeve’: een boerderij in 1862 gebouwd voor Harm en Jentje Steenbergen. Nu, in 2016, is de boerderij een groepsaccommodatie, gerund door Leo en Henriëtte Lubberink. Het bijzondere van deze boerderij is dat ze altijd in de familie is gebleven … december 1935
Tijdbalk
Inhoud
1862 Harm Steenbergen en Jentje Stapel
Voorwoord
5
Generaties op De Steenbergerhoeve
6
1898 Lefert Steenbergen en Roelofje Steenbergen
Markegenoten van Steenbergen
9
Hoe het begon
11
1930 Wilhelmina Steenbergen en Frens Lubberink
Harm en Jentje, 1e generatie
21
Lefert en Roelofje, 2e generatie
33
1952 Frens Lubberink en Alie Brink
Willemien en Frens, 3e generatie
43
Frens en Alie
58
1961 Geert Lubberink en Jannie Nijenhuis
Geert en Jannie, 4e generatie
67
Leo en Henriëtte, 5e generatie
75
1997 Leo Lubberink en Henriëtte Kreuze
Noten
81
Dank en bronnen
82
Foto’s en andere afbeeldingen
83
Colofon
84
Voorwoord
welkom Wat was hier vroeger, wie woonden hier, waren zij familie? Dergelijke vragen van gasten, vrienden en familie, en onze eigen nieuwsgierigheid, vormden de aanleiding tot het uitzoeken van de geschiedenis van onze boerderij ‘De Steenbergerhoeve’. We hebben vervolgens Els Tange en Anneke Steenbergen bereid gevonden onderzoek te doen en ‘het verhaal van De Steenbergerhoeve’ vast te leggen. In dit boek met informatie over toen en nu, kunnen wij de geschiedenis van De Steenbergerhoeve met u als lezer delen. Met dit boek eer ik (Leo) en dank ik mijn voorouders en familie voor het vergaren en beheren van alle bezittingen. Mede door hen hebben wij dit bijzondere bedrijf ‘De Steenbergerhoeve’ kunnen starten. Een historische plek waar wij met veel plezier wonen, werken, en ons brood verdienen. Wij danken de schrijfsters, alle personen die zij mochten interviewen en alle bronnen die zij mochten gebruiken. Tot slot bedanken wij alle gasten van De Steenbergerhoeve die ons levenswerk tot een succes hebben gemaakt. En wij hopen dat nog velen mogen genieten van en plezier mogen hebben op De Steenbergerhoeve! Leo, Henriëtte, Marleen en Susan Lubberink 5
Generaties
Trientien Harms Mulder
*1800 1869
Weduwe van Lefert Hilberts Steenbergen, moeder van Harm Leferts.
Harm Leferts Steenbergen Jentje Willems Stapel Lefert Aaltje Trijntje Wilhelmina Geesje Lefert Willem Willem
*1835 *1837 *1861 *1864 *1867 *1869 *1871 *1874 *1877
1916 1894 1866 1936 1956 1886 1925 1946 1945
Harm, Jentje, en hun zoontje Lefert, betrokken de nieuw gebouwde boerderij in 1862, het jaar na hun huwelijk (5 april 1861).
Lefert Willem Steenbergen Roelofje Steenbergen Jentje Geesje Wilhelmina Harm Lefert
*1874 *1873 *1899 *1900 *1903 *1905
1946 1949 1919 1968 1948 1931
Lefert Willem en Roelofje, achterneef en -nicht, trouwden in mei 1898.
op de
steenbergerhoeve
Wilhelmina Steenbergen Frens Lubberink Geert Roelofje Hilligje (‘tante Roelie’)
*1903 1948 *1905 1995 *1931 1988 *1935
Wilhelmina en Frens trouwden in mei 1930.
Frens Lubberink Alida Brink
*1905 1995 *1911 2002
Frens hertrouwde in 1952 met Alida (Alie).
Geert Lubberink Janna Nijenhuis Frens Lieffert (Leo)
*1931 1988 *1932 2004 *1963 1995 *1966
Geert en Jannie trouwden in 1961.
Leo Lubberink Henriëtte Marga Kreuze Marleen Susan
*1966 *1971 *1999 *2002
Leo trouwde in 1997 met Henriëtte, de vijfde generatie op De Steenbergerhoeve. Samen hebben ze twee kinderen, Marleen en Susan.
Markegenooten van
Steenbergen
In een (boeren)marke was het beheer en het gebruik van
In 1798 werd het Drentse Landrecht, waaraan de
de gemeenschappelijke gronden geregeld. Oorspron-
marken hun publiekrechtelijke gezag ontleenden,
kelijk moet Zuidwolde het gebied van één marke
ongeldig. De marke van Steenbergen was de eerste in
geweest zijn. In de loop der eeuwen ontstonden de
Drenthe
volgende marken: Drogt, Nolde, Ten Arlo, Steenbergen,
markescheiding,, die op 30 september 1840 bij
Linde, Bloembergen, Bazuin, Kerkenbosch, Veeningen
Koninklijk Besluit esluit werd bekrachtigd. De onttakelde
en Schottershuizen. Tot 1648 vormde Ten Arlo
marken bleven vooral als onderhoudsinstantie van
overigens één marke met Steenbergen.
wegen en waterlopen voortbestaan. Daarnaast hielden
1
die
in
1837
kwam
tot
een
finale
de markegenoten zich via hun volmachten nog bezig met verhuur van jachtvelden en het plaatsen van bijenkorven.2 De afbeelding op deze pagina is de voorkant van het boek van de Markegenoten van Steenbergen. Dit boek waarin allerlei notities vanaf ongeveer 1827 tot 1959/1960 zijn opgenomen, is eigendom van Leo Lubberink. Alle hoofdbewoners van Hoogeveenseweg 3 maakten deel uit van de Marke Steenbergen. Onderstaande teksten zijn afkomstig uit bedoeld boek: 5 sept. 1882 - De president stelt aan de orde het verhuren van het jagtregt in de marke van Steenbergen over het jagtsaisoen 1882. Besloten wordt dit te gunnen aan de onderstaande zonen Nimrod’s 3: S.A. Bakker, M. Radeker, M. Steenbergen, G. Schoemaker, A. Dekker, Roelof Linthorst. 27 oct. 1892 - Uitbesteding der nachtwacht Besloten een lantaarn te plaatsen achter het huis van J. Bouwkamp voor rekening van Markegenooten. De bediening opgedragen aan J. Bouwkamp Voor niemendal de petroleum van de Gemeente. Koperen lantaarn fl 9,15 Lantaarnpaal fl 1,00 Verven en glaswerk fl 1,66
Koningin Emma bracht, na het overlijdenn van Koning Willem III, met haar dochtertje Wilhelmina een bezoek aan alle Nederlandse provincies. De notitie hieronder duidt op hun bezoek van 5 september 1895 aan Drenthe. 21 aug. 1895 - Met algemene stemmen wordt besloten om tegen de komst der Koninginnen 5 september de weg van de schuur van v. Linzen tot het land van Claterbos wat te vergroenen.
Hoe het begon De boerderij die wij nu kennen als ‘De Steenberger-
De boerderij is altijd in de familie gebleven. Tot de
hoeve’4 is in 1862 gebouwd. Jarenlang woonden er
jaren dertig van de vorige eeuw was de hoofdbewoner
verschillende generaties van een familie met elkaar in
een Steenbergen. Dat veranderde toen Wilhelmina
het voorhuis van de boerderij: de ouderen aan de
Steenbergen in 1930 trouwde met Frens Lubberink.
zonnige Zuidwoldiger kant, de jongeren aan de
Ook de huidige bewoners (Leo, Henriëtte, Marleen en
Hoogeveense kant. Ook woonden er geregeld andere
Susan) dragen de naam Lubberink.
familieleden tijdelijk in.
Men deelde lief en leed met elkaar. Familieleden kwamen er om te helpen met de slacht, om trouwerijen en verjaardagen te vieren, om elkaar te troosten in tijden van verdriet en om begraven te worden.
11
D
e boerderij is in 1862 gebouwd voor het jonge echtpaar Harm Leferts Steenbergen (geboren
in februari 1835) en zijn 23-jarige vrouw Jentien (Jentje) Willems Stapel5. Harm en Jentje waren het jaar daarvoor, op 5 april 1861, getrouwd. HET OUDERLIJK HUIS VAN HARM
HARM EN JENTJE
Het
hun huwelijk
Toen de nieuwe boerderij klaar was,
woonden Harm en Jentje in bij de moeder
vertrokken Harm, Jentje, hun zoontje
van Harm (Trijntje), op een boerderij in
Lefert en Harms moeder Trijntje
de buurtschap Steenbergen. De vader van
naar hun nieuwe onderkomen. Harm
Harm (Lefert Hilberts) was al in 1854
en
overleden. Hij liet het huis en erf met
kinderen. In 1864 werd Aaltje
weilanden, bouwland, heide en drift aan
geboren. Twee jaar daarna, op 2 april
eerste jaar
van
Jentje
kregen
er nog zes
zijn erfgenamen na. Ook erfden zij een huis en
1866 overleed Lefert op vierjarige leeftijd. In dat-
erf gelegen aan De Streek in Hoogeveen (in het huidige
zelfde jaar vielen er in Zuidwolde zeven doden als
centrum)
in
gevolg van cholera.7 In de volgende jaren kwamen
Zuidwolde, Ruinen en Hoogeveen (bestaande uit heide,
Trijntje (1867), Wilhelmina (1869), Geesje (1871),
hooiland, ‘hakbosch’, weiland, bouwland en twee
Lefert Willem (1874) en Willem (1877) ter wereld.
huizen met erf in Hoogeveen). De oudere broer van
Bijna twee maanden na de geboorte van Wilhelmina in
Harm, Hilbert, trouwde in mei 1862 met Annigje van
1869 overleed Harms moeder (Trijntje).
en
‘aandelen’
in
onroerend
goed
de Linde6; hij bleef met zijn gezin wonen in het ouderlijk huis op Steenbergen. Zus Geesje trouwde op 6 april 1861 (één dag na haar jongere broer Harm!) en vertrok naar Koekange. Het eerste kind van Harm en Jentje (Lefert) werd in juli 1861 op de ouderlijke boerderij geboren. In 1883 werd de oude boerderij op Steenbergen gesloopt.
12
Van de buurtschap Steenbergen naar de nieuw gebouwde boerderij
D
e bouw van de boerderij aan de koeiendrift
De meeste boerderijen op Steenbergen lagen aan het zogenaamde Kerkpad of Kerkepad (het pad waarover men ter kerke ging) dat vanaf Ten Arlo over de es naar Zuidwolde liep8. Al het ‘gewone’ verkeer ging over dit
Een perceel veldgrond, genaamd het Hooiveldje, aan het Lubbinger Slag gelegen te Steenbergen
kerkepad. Het vee niet: dat werd over de koeiendrift geleid. Rond 1862 werd er voor gekozen een verharde
Ook de boerderij van Harm en Jentje werd gebouwd
weg over de koeiendrift aan te leggen: de straatweg (de
aan de nieuwe straatweg. Harm kocht op 1 maart 1862
huidige Hoogeveenseweg). Jonge boeren kozen er vaak
van zijn moeder ‘een perceel veldgrond, genaamd het
voor hun nieuwe boerderijen aan de straatweg te
Hooiveldje, aan het Lubbinger Slag gelegen te
bouwen.
Steenbergen’. Het ging om het zuidelijke deel van
Dat de huidige Hoogeveenseweg oorspronkelijk de
perceel B789, 40 roeden en 40 ellen groot10. Op
koeiendrift was, is nog te zien aan de boswallen die zich
dezelfde dag kocht hij ook het noordelijke deel van dat
her en der langs de weg bevinden. Deze moesten ervoor
perceel11 (van de weduwe van Roelof Egbert ten Kate:
zorgen dat de koeien niet van de weg af raakten en van
Geertien Jans Steenbergen). Ieder deel kocht Harm
de gewassen op de es gingen eten9.
voor 100 gulden. Een deel van beide percelen en een klein puntje van de noorderburen (waarvan Eleveld eigenaar was) werden gebruikt voor de stichting van het perceel B1317 waarop de boerderij werd gebouwd.
Uit: notitieboek ‘Markegenooten van Steenbergen’ Uitbesteding der wegen, 1877
14
Het was gebruikelijk dat naast een nieuwe boerderij een
eiken-
gaarde werd geplant. Deze
eiken
waren
bedoeld voor de houtproductie: voor latere verbouwingen of voor eikenplanken voor de doodskist.
Eikenhout
was duur en zo legde men een voorraad aan voor later.12 Nu nog zijn de eikengaardes rondom oude boerderijen prominent aanwezig, zo ook bij De Steenbergerhoeve.
Hoe was het leven op en om de boerderij?
De knecht en zijn kastje
De boerenbedrijven waren nog relatief klein. Er waren
Op de laatste dag van april of de eerste dag van mei
vooral veel gemengde bedrijven: akkerbouw, grasland
verwisselden boerenknechten van boer. De nieuwe
met rundveehouderij, varkens en kippen. Op de
knecht nam zijn kastje met persoonlijke bezittingen
boerderijen woonden, naast het gezin (ouders en
mee. Als zijn werk er weer op zat, vertrok hij met zijn
kinderen) ook vaak andere familieleden, zoals
kastje naar een volgend adres.
grootouders en ongehuwde tantes en ooms. De knechten sliepen achter – in een kamer met bedstee op de hilde – of in de bedstee in de keuken. Zij draaiden volledig mee met het boerengezin. In de keuken werd met elkaar gegeten en zat men om het fornuis.
16
Melkfabriek ‘De Eendracht’ In 1896 werd door een twintigtal boeren de Coöperatieve Boterfabriek “De Eendracht” 13 opgericht. De zuivelfabriek was een handkrachtfabriek en werd gebouwd op de hoek van de Dorpsstraat met de Dodijk (hoek huidige Hoofdstraat en de Oosterweg). De boeren brachten de melk zelf naar de fabriek. Melkbussen konden bij de fabriek worden gehuurd. In In de 19 eeuw was het gebruikelijk dat de melk op de
mei 1899 werd overgegaan op stoomkracht en werd de
boerderij tot boter werd verwerkt. De kleine boer
melk voortaan opgehaald.
bracht de boter naar de winkelier en ruilde deze tegen
In 1924 werd de melkfabriek op Steenbergen gebouwd,
winkelwaar. Grotere boeren verkochten hun boter op
op grond gekocht van molenaar J. Boomgaard
de markt (in Meppel).
(inclusief molen).
e
Op Steenbergen stond een klein fabriekje (van Fritzlin en Maas uit Dedemsvaart) om de melk te ontromen. In die fabriek, op de plek waar later de kruidenierszaak van de familie Huls kwam (Hoofdstraat 2-4) , werd in het jaar 1894 zo’n 10.000 liter melk ontroomd. Deze stoomzuivelfabriek werkte van 1894 tot 1903.
17
Melkfabriek ‘De Eendracht’ (rond 1930). Op de achtergrond is nog een restant van de molen De Gunst te zien.
H
et dagelijks leven in die tijd verliep in grote regelmaat, waarbij in het boerenwerk alleen de
wisseling van de seizoenen wisselende werkzaamheden meebracht. Twee keer per jaar (op de laatste vrijdag in april en op
gymnastieklessen, toneel- en muziekuitvoeringen15. Het
de derde vrijdag in oktober) werden in Zuidwolde
door de gemeenteraad vergaderen in de herberg, later café
jaarmarkten gehouden in het centrum van het dorp aan
Snijder (nu hoek Hoofdstraat - Wethouder Klunderstraat)
de noord- en oostkant van de Hervormde Kerk. Er
aan de overkant van het gemeentehuis werd in 1910
werd op zo’n
van
jaarmarkt veel
hand verbo-
verhandeld en
den. Het ge-
het
bruik om na
waren
hoger-
complete
aangifte van
volksfeesten.
geboorte of
Ook
overlijden
in
de
cafés werden
en bij huwe-
goede
lijken
gedaan.
zaken
de
In
getuigen op
1901 werden
een borrel te
de
trakteren
jaar-
werd even-
markten
wel niet af-
opgeheven14. Het café nam in het Drentse dorpsleven een centrale
geschaft!
plaats in: naast het laven van de dorst en het voeden
De Linde. Eigenaar
van hongerige reizigers, werd er zitting gehouden in
L. Vedder. Trijntje (dochter van Harm en Jentje) trouwde
een gemeentekamer en had het café een functie op
met de zoon van Van Lunzen. Op de plek van het café
cultureel gebied:
bevindt zich nu het busstation.
16
19
Ook Steenbergen had een café: Hotel Café was Roelof van Lunzen, later
Harm en Jentje
e
1 generatie
Ook het leven op de nieuwe boerderij van Harm en Jentje verliep zoals toen gebruikelijk was. Het jonge gezin woonde aan de ene kant van de boerderij, moeder Trijntje aan de ander kant. Men stond vroeg op, er werd hard gewerkt op het land,
Rondreizende marktkooplieden (marskramers) boden
en rond negen uur ’s avonds ging men naar bed. De
borduurwerken aan en verkochten garen. Naast het
koeien werden iedere avond weer op stal gezet. De
dagelijkse werk op de boerderij, borduurden de
mest was duur, er was te weinig om het land goed te
meisjes. Naailessen volgden ze in Hoogeveen, waar ze
bemesten. Daarom kochten de boeren ‘stadsdrek’ om
te voet heen gingen.
als mest over het land te strooien (zie nota volgende pagina).
Er zijn veel nota’s bewaard gebleven, waarin mooie
Het dagelijks leven speelde zich voornamelijk af in de
oude woorden terug te vinden zijn. Wie weet
grote keuken, waar het hele gezin, vaak samen met de
bijvoorbeeld tegenwoordig nog wat een ‘tilberie’ is, of
knechten, aan de tafel zat. Brood werd gebakken in het
een ‘beversche broek’?
‘noamdhuus’ (ovenhuis).
baai beversche broek borstrok nachtjak oorijzer plooimutsen sajet schulk
vijfenzeventig gulden en zevenennegentig cent
Boven: kadastrale hulpkaarten, links situatie 1863, rechts 1881: schuur bijgebouwd (de huidige ‘Jagershut’) Onder: inschrijving en doorhalingen in het bevolkingsregister
Lefert (29 juli 1861 - 2 april 1866) Geboren in het ouderlijk huis van Harm, overleden op vierjarige leeftijd in de ‘nieuwe’ boerderij.
[…] Want welhaast elke dag
Aaltje (22 juni 1864 - 5 oktober 1936)
van haar lange leven
De oudste dochter des huizes trouwde kort voor haar
vertelde ze wel wat over
22e verjaardag (mei 1886) met Jan ter Haar. Ze
haar
vestigden zich in IJhorst, de woonplaats van Jan.
boerderij en in het dorp
Aaltje en Jan kregen een dochter en twee zoons.
waar ze geboren werd,
jeugd
op
de
van haar ouders, van haar broers en zusters, van het Trijntje (20 juni 1867 - 1 maart 1956)
vee en het weiland, van het ‘kaarnhuus’ en het
Trijntje trouwde in mei 1894 met Klaas van Lunzen,
‘oov’n-huus’, van het koren en de hooiing, van
zoon van de plaatselijke caféhouder. Café Van Lunzen
vreugde en leed. […] Daar was de bedstee waar
was gevestigd op de hoek van de Hoofdstraat en de
haar broer Lefert lag met longontsteking, daar was
Meppelerweg, later café Vedder (zie foto elders in dit
ze bij hem met haar verplegende zorg, met haar
boek). Klaas van Lunzen was verificateur bij
zusterlijke liefde vele uren van dagen en nachten.
Rijksbelastingen te Utrecht.
Nadat ze van te voren voor haar zuster Wilhelmina, die zo vroeg stierf, de verpleegster was geweest, die
Trijntje is altijd erg betrokken gebleven bij de boerderij
daarmee – volgens de woorden van wijlen haar
in Zuidwolde. Toen ze was overleden, is ze vanuit de
zuster Aaltje – ‘roem’ had vergaard. Daar heeft ze
boerderij begraven. Haar zoon (dominee Harm van
haar eigen moeder verpleegd, die reeds op 10
Lunzen) hield een toespraak bij haar uitvaart op
februari 1894 haar kinderen moest verlaten. Daar op
5 maart 1956:
die opkamer, […], daar voor het raam, stond haar moeders kist voor die begraven werd […]
25
Wilhelmina (31 mei 1869 - 28 oktober 1886)
Willem (10 februari 1877 - 7 april 1945)
Wilhelmina heeft, zoals de meisjes deden in die tijd,
Willem trouwde in mei 1903 met Aaltien Oosterhuis
veel geborduurd. Roelie (geboren in 1935) herinnert
uit Ruinen. Hun eerste kind, Wessel, overleed als baby
zich nog een groot borduurwerk dat in de kamer van de
in 1904. Hun tweede zoon, ook Wessel genoemd, werd
boerderij hing: “Jezus in de tempel, een heel groot
geboren in 1905. Hun derde zoon, Harm Lefert, stierf
borduurwerk heeft bij de deur in de (oude) keuken
nog voor zijn tweede verjaardag.
gehangen. Als we dan naar binnen liepen, zeiden we:
De vrouw van Willem, Aaltien, overleed in maart 1917.
we gaan de tempel weer in.”
Enkele maanden later nam Willem met zijn zoon
Dat borduurwerk was van Wilhelmina, de zo jong
Wessel weer zijn intrek in de boerderij, bij zijn broer
overleden zus van de opa van Roelie. Het is later
Lefert Willem en zijn gezin. Ze zouden er bijna twee
gerestaureerd en hangt nu aan de wand bij familie in
jaar blijven. In 1919 vertrok Willem naar Ruinen en
Winde.17
Wessel naar Meppel18. Hij hertrouwde in 1920 met Geertje van Dalen.
Geesje (12 oktober 1871 - 9 september 1925) Toen Geesje 25 jaar was (september 1897), trouwde ze
Roelie over Willem:
- hoogzwanger - met haar achterneef Egbert Wessels
“Willem – broer van mijn opa – heeft gewoond aan de
Steenbergen uit Veeningen. Zij bleven nog even op de
Meppelerweg, linkerkant, iets voorbij de notaris. Het
boerderij bij de ouders van Geesje wonen, waar
huisje staat er nog. Willem is in de oorlog overleden,
anderhalve maand na hun huwelijk hun dochter (ook
doodgeschoten tijdens de bevrijding. De Duitsers
Geesje) geboren werd.
kwamen van de Meppeler kant, oom Willem ging even
Hun tweede dochter (ze kregen er uiteindelijk vier)
kijken en is toen neergeschoten. Wij gingen, met vee en
werd bijna twee jaar later in Veeningen geboren.
al, naar ‘achteren’, want je wist nooit wat er ging gebeuren.”
Lefert Willem (21 september 1874 - 22 juni 1946) Lefert Willem trouwde in 1898 met zijn achternicht Roelofje. Zij stichtten samen een nieuw gezin op de boerderij - de tweede generatie.
Pagina hiernaast:‘Inneming van Den Briel door de Watergeuzen’, geborduurd door 14-jarige Trijntje
“Vriend Steenbergen! in langen tijd hebt gij zulk een goedkoope lap niet gehad …”
Moeder Jentje overleed op 56-jarige leeftijd, in februari
Van de erfenis van Jentje was inmiddels een gedeelte
1894, op de 17 verjaardag van haar jongste kind,
verkocht. De nalatenschap van Harm bestond naast
Willem. Haar echtgenoot Harm Lefert verkreeg het
bouw-, wei- en hooiland, wegen, heide, huizen, bos e.d.
vruchtgebruik van de gemeenschappelijke bezittingen.
ook uit ‘de onverdeelde helft in roerende lichamelijke
De nalatenschap bestond verder uit aandelen in huizen,
zaken’. Hieronder vielen bijvoorbeeld vee, gereed-
erven, bouwlanden, hooilanden, weilanden,
schappen, granen, hooi, en huismeubelen, ‘klederen en
heidevelden op diverse kadastrale percelen in
lijfstoebehoren’; de totale waarde hiervan was 6.000
Zuidwolde, De Wijk, Havelte en Ruinen. Harm Lefert,
gulden. Maar ook huren en pachten behoorden tot de
toen 59 jaar oud, bleef wonen op de boerderij, waar
nalatenschap.
zijn zoon Lefert Willem het boerenbedrijf zou voort-
Zoon Lefert Willem betaalde 20.000 gulden voor het
zetten. De stamvader van De Steenbergerhoeve,
aan hem toebedelen van de boerderij en de omliggende
Harm Lefert, overleed op 3 april 1916, 81 jaar oud.
grond.
e
Harm en Jentje eerste bewoners Steenbergerhoeve
Lefert en Roelofje
2e generatie
Zoon Lefert Willem stichtte, na zijn huwelijk met achternicht Roelofje Steenbergen op 21 mei 1898, een nieuw gezin op de boerderij. Lefert Willem en Roelofje (‘Roeffie’) kregen vier
Het was hard werken op de boerderij. Het werk werd
kinderen: Jentje (1899), Geesje (1900), Wilhelmina
met de hand gedaan: de koeien werden met de hand
(1903) en Harm Lefert (1905).
gemolken, gras en koren werd met de zeis gemaaid.
Op het moment dat Jentje geboren werd, woonden niet
Vervoer ging met paard en (boeren)wagen.19 Uit een
alleen haar vader Lefert en moeder Roelofje op de
oud notitieboekje van Lefert Willem (betreffende de
boerderij, maar ook Leferts vader en broer (Harm en
jaren 1928-1929) is op te maken wat er verdiend werd:
Willem), Leferts zus, zwager en kind (Geesje, Egbert
zo rond de 3.000 gulden. De verkoop van eieren
Wessels en Geesje) en Leferts neef (Willem, zoon van
speelde een grote rol. Waarschijnlijk gingen de eieren
zijn overleden oom Hilbert Leferts).
naar de kruidenier of werden ze verkocht op de eiermarkt (achter café Van Lunzen).
“Lefert
Willem
was
een
vergaderboer”
aldus
kleindochter Roelie. “Hij had diverse bestuursfuncties, Boerenleenbank, Groene Kruis, zuivelfabriek, en andere. Papa (Frens Lubberink, getrouwd met Wilhelmina, zie pp. 42-65) heeft hem hier later in opgevolgd. Hij was daar niet zo blij mee, maar heeft het wel gedaan.” 33
Een bekende foto van de boerderij (1902) - ook te zien in het Drents Archief - toont de meid Lubbigje Jansen bezig met het boenen van melkbussen. Het kleine meisje naast haar is Jentje. In de deuropening staat moeder Roelofje met Geesje op haar arm. Foto hiernaast: wie kijkt er om het hoekje mee?
De tweede generatie bewoners van De Steenbergerhoeve, van links naar rechts: Harm, moeder Roelofje, Geesje, Jen, vader Lefert, en Wilhelmina
Jentje (‘Jen’) (19 februari 1899 - 27 november 1919) Jentje overleed op twintigjarige leeftijd in Dennenoord, waarschijnlijk aan de Spaanse griep. Dennenoord was een psychiatrische inrichting in Zuidlaren. Jentje was hier op 3 maart 1919 opgenomen. Levert Brink (zoon van Geesje): “Ik denk dat het een hersentumor is geweest. Daar sprak men vroeger niet zoveel over, men dekte dat toe. Mijn moeder heeft er nooit over gesproken, het was haar misschien te veel. Mijn vader vertelde: Jen was een heel sterke, mooie en flinke meid en ineens werd ze krankzinnig.”
Geesje (25 november 1900 - 29 maart 1968) Geesje trouwde in 1922 met Jan Brink. Geesje en Jan vertrokken naar Winde, waar ze gingen boeren. Toen Geesje een jaar of 24 was, kreeg ze een nierziekte. Er werd een nier bij haar weggehaald, wat in die tijd niet zonder risico’s was. Zo rond 1930 ‘was alles weer goed’ (aldus haar zoon Levert Brink).
38
Wilhelmina (9 september 1903 - 28 februari 1948)
Harm (30 juni 1905 - 16 november 1931)
Willemien trouwde in 1930 met Frens Lubberink. Zij
Harm kreeg op zestienjarige leeftijd verlammings-
zouden samen de boerderij voortzetten - de derde
verschijnselen; hij bleek MS te hebben. Hij heeft nog
generatie. In 1917 heeft Willemien een paar maanden bij
enkele
haar tante Trijntje in Utrecht gewoond.
particuliere revalidatiekliniek (pension Lekkerkerker).
jaren
gerevalideerd
in
Kampen,
in
een
Uit die periode zijn verschillende briefwisselingen Is hier de band tussen ZKC en Steenbergerhoeve gelegd?
bewaard gebleven. Vriend Roelof Tissingh bleek een
(Willemien middelste rij, tweede van rechts)
vooruitziende blik te hebben; hij schreef in januari 1927: “ … Frens Lubberink gaat nog maar steeds met je zus hè, dat wordt nog wel een paar, dunkt jou ook niet Harm!...”
Frens Lubberink gaat nog maar steeds met je zus hè, dat wordt nog wel een paar, dunkt jou ook niet Harm!
En een andere vriend schreef Harm op 4 december
Vader Lefert houdt zijn zoon per brief op de hoogte
1926 over een bal in sociëteit Tivoli te Meppel waar hij
van het reilen en zeilen op de boerderij:
“samen met Klaas Smit (ook weer vrijgezel) heen zal gaan. […] ’t Is wel gezellig op dansen in De Wijk, er zijn echter wel kleine meisjes bij, zoodat er niet veel valt te scharrelen.”
De rogge hebben we gedeeltelijk binnen van degeen die nog buiten stond. Gisteren was ze nog niet goed, maar vandaag droogt het prachtig, dus bij eenig goed weer halen wij ze morgen binnen. Ook moet ik U mededelen dat Klaasje vanmiddag een stierkalf heeft gebracht. Alles lijkt goed maar we zullen het maar verkoopen.
Levert Brink over Harms ziekte: “Kort na het trouwen van mijn ouders was hij op bezoek in Winde, op de boerderij. Mijn vader vertelde: we liepen in het land, en toen heb ik er eigenlijk nog om gelachen dat hij niet over een greppeltje kon springen in het land. Dat is natuurlijk het begin geweest.” Harm overleed toen hij zevenentwintig was op de boerderij in Zuidwolde. vader Lefert en moeder Roelofje
40
Foto hierboven: Opa Lefert, Geert, Wilhelmina, Roelie, Frens en oma Roelofje Foto hiernaast: Trouwfoto Wilhelmina en Frens
Willemien en Frens
e
3 generatie Zoals Roelof Tissingh in zijn brief aan Harm al had voorspeld, werden Wilhelmina en Frens inderdaad een paar. Zij trouwden op 2 mei 1930 in Zuidwolde. Frens Lubberink kwam van een boerderij
Frens en Willemien kregen twee kinderen:
op De Eemten (bij De Wijk) naar
Geert werd geboren op 18 juli 1931 en
Steenbergen. Hij had in Meppel de
Roelofje Hilligje (Roelie) op
vijfjarige HBS gedaan en had nog korte
10 februari 1935.
tijd in Utrecht veeartsenijkunde gestudeerd. Dat laatste meer omdat zijn ouders het graag wilden. Hij kreeg heimwee naar het boerenleven en kwam terug. Frens was boer in hart en nieren.
Vele groeten van allen. Uwe U liefhebbende Va.
Opoe met Geert en Roelie
Geert met Kauwtje
Geert (18 juli 1931 - 22 juni 1988) In zijn puberjaren kreeg Geert epilepsie. Men dacht
De dorsmachine werd aangedreven door een zware
toen dat een ‘rustig’ bestaan als boer het beste voor
tractor met een groot vliegwiel eraan, en een lange
hem zou zijn, hoewel hij eigenlijk liever iets anders had
aandrijfriem (dertig of veertig meter). Een paar man
willen doen. Zo werd Geert de opvolger op de
sjouwden de pakken stro op de hilde of boven de potstal.
boerderij: de vierde generatie.
Dat was zwaar werk.
Het werk op de boerderij ging nog steeds met de hand.
‘s Middags werd er warm gegeten. Als men op het land
Het land werd bewerkt met paard, ploeg en eg. Gras
aan het werk was, hoorde men om twaalf uur de toeter
maaien werd gedaan met de hulp van twee paarden en
van de melkfabriek. Dan ging men naar huis om te
een grasmachine. Messen sleep men zelf met een
eten. Of de vrouwen riepen dat het eten klaar was
slijpsteen. Het graan, vooral rogge, werd met hulp van
(“sommigen konden heel hard joelen”). Anderen
de buren gedorst. De dorsmachine van Kuiken (uit
staken een witte lap uit die ze hadden vastgemaakt aan
Friesland) kwam bij alle boeren in de buurt. De chef
een vork, ten teken dat het eten klaar was.20
van Kuiken had een salonwagen waarin hij ‘woonde’.
Een tractor is er nooit gekomen op de boerderij. Frens
Deze wagen stond altijd bij de boerderij van Frens
was gewend aan het werken met paarden; Geert mocht
Lubberink. Er waren een man of acht ingehuurd die
niet rijden omdat hij epilepsie had. Het werk op de
hielpen bij het dorsen. Het zaad ging in zakken en het
boerderij werd met behulp van paarden gedaan. Frens
stro werd in pakken geperst (de pers stond achter de
heeft overigens nooit een rijbewijs gehad.
dorsmachine), waar dan draad omheen moest. 44
De dorsmachine maakt veel lawaai, vindt Geert!
Frens en Geert aan het maaien
Bertus Kip, knecht van 1952 tot 1954
“Tegen de tegeltjes in de keuken was het goed ballen!” Roelie (10 februari 1935) “Opa en opoe woonden aan de zonnige kant. Daar
Wanneer het ’s nachts onweerde, moest iedereen uit
waren hun woonkamer, de slaapkamer en het keukentje
bed en zat de hele familie rond de tafel in het midden
achter elkaar. Wij (papa, mama, Geert en ik) hadden
van de keuken. De tas met ‘goldgerei’ ging ook mee
de voorkamer (die werd alleen met visite en op de
naar beneden. Na knetterende flitsen werd geteld hoe
zondag gebruikt), de grote keuken, het ’noamdhuus
ver weg het onweersgeweld was. Na de bui ging
(ovenhuis) en drie slaapkamers boven. De grote keuken
iedereen weer terug naar bed en ook de tas met
was alles voor ons! Het was een woon-, werk-, eet-,
‘goldgerei’ ging weer mee naar boven.
was- en speelruimte. De stenen vloer was bedekt met kokoslopers. Deze matten werden iedere week opgerold
Roelie en Geert speelden in de zomer veel op de
en buiten op de heg geklopt met de mattenklopper. In
schone deel en in de schone koestal. Maar ook in de
de keuken, op de stenen vloer, werd iedere zaterdag
winter speelden ze op de deel, waar de warmte van de
een grote teil neergezet voor onze zaterdagse
koeien het heel behaaglijk maakte.
wasbeurt.” Op zaterdag moesten Roelie en Geert altijd de paadjes Soms hielp Roelie in de vakantie met het hooikeren op
voor het huis harken: een middenpad (naar het hekje
het land. Het lossen in de hooivakken was zwaar en
middenvoor aan de straat) met paadjes in cirkels links
warm werk. Vooral als je vooraan op het vak stond en
en rechts.
je het hooi naar achteren door moest gooien en degene die op de wagen stond net iets te snel werkte …
Onder de wiemel
DABO-bus of veeauto
Ieder jaar werd een varken geslacht. Het werd op een
Naast de boerderij, naar de weg toe, was een spoortje
ladder op het erf opgehangen. Na ongeveer een dag
aangelegd. De volle melkbussen werden op een
werd het verwerkt. Alle tantes en ook goede kennissen
karretje gezet en over het spoortje naar de weg
hielpen mee: afsnijden, worst maken, hoofdkaas,
gereden, waar ze werden opgehaald met een platte
bloedworst, en ook werd het vlees geweckt.
wagen. Roelie: “Het spoortje liep een beetje naar
Iedereen die hielp kreeg veel en grote stukken vlees
beneden; dat was heel leuk en handig. Geert en ik
mee. De worsten en stukken spek werden aan de zolder
hebben er zo veel mee gespeeld. Ook met andere
gehangen in de keuken, aan de ‘wiemel’ (richels met
kinderen hebben we veel gespeeld met het karretje op
latten). “Soms, als je er net onder zat, drupte het vet op
het spoor; het was onze DABO-bus (Drentse Auto
je hoofd.”
Bus Onderneming), of een veeauto. Bij het hulstbosje of bij de hoek van het huis was dan een stopplaats. Soms hadden we te veel vaart, en vlogen we de weg op: levensgevaarlijk!”
50
I
n de zomer werd ook wel in het ‘noamdhuus’ gewoond,
vooral als het druk was op de boerderij. In het ‘noamdhuus’ werden met oudjaar ook de knieperties gebakken.
Roelie herinnert zich dat in de oorlog de woonkamer van opa en opoe op een gegeven moment gevorderd werd. Daar lagen Duitse soldaten op het stro. De familie zelf vertoefde in de grote keuken, samen met nog een familie (Westenbrink), drie ‘etenhalers’, twee knechten en een meid. Er waren in de oorlogswinter Op de ‘pompestroate’ werd het water voor de koeien
regelmatig ‘etenhalers’ uit het westen, zij sliepen in het
gepompt. Roelie: “Er stonden ook houten vaten en
hooi. Wilhelmina kookte dan stamppot in een grote
zinken teilen voor het weken van de was. Dat begon al
kookpot. Vaak was deze kost echter veel te zwaar voor
op zaterdag, daarna op zondag spoelen en opnieuw
die lege magen …
weken. Maandagmorgen heel vroeg voorkoken in de kookpot en dan overdoen in de houten wasmachine (zonder verwarming). Het wringen ging met een handwringer op de wasmachine. Later kwam de eerste douche op de pompestroate: een ‘emmerdouche’, met een grote rand van onderen zodat de kraan in het midden van de bodem open en dicht kon. Je moest eerst de emmer vullen met warm water, dan ophangen en de douche was klaar!”
52
Hoekspinde uit het jaar 1661
Familiebezoek: (van links naar rechts) Trijn van Lunzen, Roelofje, Gé Brink, Wilhelmina, Bertha en Jan Steenbergen, Egbert Steenbergen, Gé en Willem Steenbergen
Lefert Willem overleed in 1946; twee jaar later, in
en 60 centiaren); van bouwland, weiland, weg en heide
1948, zijn dochter Wilhelmina. Haar twee kinderen,
(24 hectare, 33 aren, 22 centiaren) en van nog wat
Geert en Roelie, waren toen 16 en 13 jaar. Wilhelmina
kleinere onverdeelde aandelen op diverse percelen.
was al langere tijd ziek en moest ook regelmatig naar
Na het overlijden van Roelofje is Heep Steenbergen
het ziekenhuis in Hoogeveen en naar het Anthony van
(vrouw van Roelof Steenbergen) veel geweest; ze
Leeuwenhoek in Amsterdam. Roelie: “Het was een
woonde tegenover de boerderij. Ook de tantes boden
heftige tijd. Opoe (Roelofje) ving alles op, samen met
weer de nodige hulp.
de tantes (zus en schoonzus van Frens en zus van
Vervolgens is er ook nog een huishoudster geweest,
Wilhelmina). Ze was een lieve, sterke vrouw. Toen
totdat in 1950 ‘tante Alie’ (Alida Brink) in huis kwam.
opoe zelf in 1949 overleed werd het bijna nog
Roelie is in 1952 het huis uit gegaan, toen ze - op
moeilijker, er was geen vrouw meer in huis…”
zeventienjarige leeftijd - begon met een opleiding in
In een akte van 10 mei 1950 is door notaris Damste te
Deventer. Om de twee/drie weken kwam ze naar huis.
Zuidwolde de scheiding en verdeling van de
Op 18 oktober 1974 trouwde Roelie met Henk van den
nalatenschappen van Lefert Willem en Roelofje
Elsen. Ze is altijd met haar ouderlijk huis verbonden
vastgelegd. Erfgenamen waren Geesje en de twee
gebleven, en kwam - en komt - er nog regelmatig.
minderjarige kinderen van Wilhelmina: Geert en
Roelie heeft vier generaties meegemaakt op de
Roelie. Voor de laatste twee trad Frens Lubberink als
boerderij en heeft veel zien veranderen.
‘comparant’ op. Zo werd hij eigenaar van de boerderij
Frens en Alie trouwden in 1952, en ‘tante Alie’ werd
met schuren, tuin en erf en bouwland (1 hectare, 1 are
‘moeder’ voor de kinderen Lubberink.
55
Roelie is altijd verbonden gebleven met het ouderlijk huis. Van links naar rechts: huishoudelijk klusje op het karretje op het spoortje het zaterdagse jachttableau op de deel (1963) met Marleen en Susan in de sneeuw Roelies 80e verjaardag werd gevierd op De Steenbergerhoeve.
O
ok Levert Brink (volle neef van Roelie) vertelt dat er een hechte familieband was. Hij
herinnert zich dat oudooms en -tantes met de brik (open rijtuig) kwamen. Hij ziet nog voor zich hoe ze het paard inspanden als ze ’s avonds weer vertrokken. Op donkere dagen werden de lampen op de brik ontstoken. Zijn grootvader (Lefert Willem) herinnert hij zich als
Op de oudejaarsavond van het jaar dat Willemien is
een wat sombere, gezapige man: hij had een zoon en
overleden, zat mijn grootmoeder met twee jonge
een dochter verloren. Zijn grootmoeder (Roelofje) was
weduwnaars in de kamer: directeur Jan Andreae van
een lieve, zorgzame vrouw, die heel wat heeft moeten
de zuivelfabriek - zijn vrouw was ook in dat jaar
verteren. “Zij heeft drie kinderen naar het graf
overleden21 - en Frens, haar schoonzoon. Je mag
gebracht: eerst Jen, toen Harm, en daarna Willemien.
aannemen dat ze troost bij elkaar zochten. En dan zegt mijn grootmoeder als de klok twaalf uur slaat en het nieuwe jaar begint: “Nou jongens, wij hebt een moeilijk joar achter oens, we hebt veule verleurn. Mar wij begunt nou mit een nij joar, en wij drinkt er toch een borrel op.”
“Wij hebt een moeilijk joar achter oens. Mar wij begunt nou mit een nij joar.” 57
Frens en Alie
1952
‌. 25 jaar later
Het bevolkingsregister laat met een lijst van inwonenden zien wie er tijdelijk op de boerderij verbleven, als knecht, kostganger of dienstbode. Hier lezen we dat op 21 november 1949 Alida Brink haar intrede deed als huishoudster.
T
‘Medewarker’
Sigarendoos geschonken door Frens
inus
In 1959 is Tinus Spijkerman ‘besteed’ bij Frens
Voor de boerderij (op de es) werden aardappelen, rogge
Lubberink. Hij kende Frens niet, maar had gehoord dat
en haver verbouwd. Achter de boerderij lag grasland, tot
een boer op Steenbergen voor drie dagen hulp nodig
aan de Linieweg, maar ook nog daar voorbij. Tinus ging
had. Tinus werd de enige vaste knecht; hij begon
geregeld mee op jacht. Dan maakten ze snel het werk af,
’s ochtends om een uur of acht. Hij deed het gewone
en gingen de hele middag jagen bij Lucas Lubberink (de
boerenwerk: hokken uitmesten, op het land werken
broer van Frens) in de Staatsbossen bij IJhorst. Tinus had
met de paarden. Als er veel werk was, was Frens er
een rijbewijs, Frens niet. Dan reden ze met hond Frietjof
zelf ook altijd bij. Tinus: “Als ik op het land de
in het ‘morrisie’ van Alie naar IJhorst. Ze jaagden ook
paarden vermende, zei Frens wel eens: “doe es even
wel achter het huis,
kalm an, ik heb’t er nog niet af.” En na een poosje:
richting de Linieweg
“zullen we even een shagje draaien?” Het was een
of in Echten en dan
beste keerl.” Voor tussen de middag nam Tinus brood
ging dokter Frederiks
mee. Dat at hij op in de grote keuken, waar ze ook
ook vaak mee.
bijna altijd duivensoep kregen. Tinus werkte tot een uur of vijf; met melken hoefde hij meestal niet te
Er werd vooral op
Ebo en Frietjof
hazen gejaagd.
helpen, dat deed Frens samen met zijn zoon Geert. De
Tinus: “Frens was als een vader voor ons. Hij was
melk ging naar de melkfabriek De Eendracht. De
rechtuit. Als je hem goed behandelde, kreeg je dat ook
melkbussen werden op het karretje op het spoortje
terug. En als hij iemand niet mocht, was dat ook
gezet. Zo’n stuk of zeven per dag. Als er koeien naar
overduidelijk.” Tijdens een verbouwing van de
de markt moesten, kwam Nico Cohen die de koeien
koeienstal ging er eens iets niet helemaal goed met de
verkocht op de markt in Hoogeveen. Die markt was
kettingen. Toen Tinus dat aan Frens vertelde , zei deze:
elke maandagochtend. Varkens en paarden werden op
“ie hebt ok altied wat te zeurn, ie weet ’ t ok altied
de markt in Meppel verhandeld.
beter.” En tegen de aannemer die begon over de
Frens had veel vertrouwen in Tinus, hij gaf hem wel
opmerkingen van de knecht: “is gien knecht, is een
eens geld mee om een paard te kopen op de Meppeler
medewarker”. Iemand van de Landbouwvoorlichting
markt.
gaf Tinus later gelijk, tot groot plezier van Frens. 60
Sigarenbandjes
Achterzijde boerderij, met op de voorgrond een silo voor het inkuilen van gras (persvoer).
De kalverhokken
Opa Frens poseert als vaandrig Lubberink voor zijn kleinzoon
F
rens en de jacht
In het jachtseizoen (van half oktober tot en met eind december) werd elke zaterdag vanaf de boerderij ‘voor de voet gejaagd’ in de naaste omgeving (Steenbergen, Lageveen, Falieberg en Klein Zwitserland). Na afloop namen de jagers een neut en kwamen de verhalen los! De buit werd verdeeld en wat over was, ging naar de poelier in Hoogeveen.
Frens heeft tot op hoge leeftijd gejaagd. Toen het lopend niet meer zo vlot ging, ging hij mee op de fiets.
65
manchetknopen
Geert en Jannie
4e generatie
Op 19 mei 1961 trouwde Geert met Jannie Nijenhuis. Jannie was onderwijzeres bij de openbare school in Zuidwolde, later in Kerkenveld en Linde. Het eerste kind van Geert en Jannie overleed bij de
Frens en Leo groeiden samen op, ze speelden in het
geboorte. Op 22 november 1963 werd Frens geboren.
hooi en in het persvoer op de deel. Leo: “die lucht bleef
Leo kwam op 8 september 1966 ter wereld.
de hele dag bij je”. Het hooien vond Leo de mooiste
Het gezin had een hond en er waren ook altijd katten.
tijd. “Het opbouwen van hooi- en stropakken, het
Ook toen woonden er twee gezinnen in de boerderij:
moest steeds hoger! En ’s nachts had je zo’n kriebel als
het jonge gezin van Geert en Jannie aan de Hooge-
je overdag geholpen had…”
veense kant, en Frens en Alie aan de Zuidwoldiger
Samen met vrienden klommen ze in bomen om eieren
kant. Wel werd er apart gegeten. Er was nog geen
uit de nesten te halen. De eieren bliezen ze dan uit.
douche; voor een kwartje kon gedoucht worden in het
Enkele jaren geleden heeft Leo die eieren nog aan de
badhuis.
school gegeven hier in het dorp. Ook gingen ze naar het
Vader Geert huurde van opa Frens. Leo: “Vroeger was
Echtense bos, naar het kraaienbos om kraaien te
dat zo, je huurde het land en kreeg de boerderij er bij.
vangen. Die maakten ze dan tam. Leo had er een die
Ze deden samen het werk op de boerderij. Opa was de
zelfs met hem mee naar school ging.
baas over de boerderij, het boeren ging onder zijn toeziend oog!” In Leo’s herinnering waren er geen
Opa Frens ging nog steeds veel jagen en Leo ging
knechten. Wel was er jarenlang een hulp voor het
graag met hem mee. Eens hebben ze een vossenhol in
huishouden: mevrouw Koopman.
het bos uitgegraven. Er kwamen wel tien jonge vosjes uit.
Hiernaast: Geert nam geregeld een klavertje vier mee voor Jannie en de kinderen.
67
Geert terug van het melken
Geen van beide zoons wilde het boerenbedrijf
Geert was een principieel man! Toen Geert
voortzetten en verdere modernisatie bleef uit. Er kwam
uiteindelijk nog maar één koe over had, heeft hij tot
geen tractor en er werd nog altijd met paarden gewerkt.
aan de Hoge Raad geprocedeerd om van het opgelegde
Gras maaien, schudden, pakken hooi ophalen van het
melkquotum af te komen, hetgeen hem niet lukte.
land: al het werk werd gedaan met de hulp van paarden. Voor het maken van de pakken hooi werd een
Nadat Geert de koeien had verkocht, ging hij zich met
loonwerker ingeschakeld. Op een gegeven moment
andere zaken bezig houden: de energieraad,
waren Geert en de schillenboer (De Bremmer) de enige
monumentenzorg en natuurmonumenten. Leo
boeren in de omgeving die nog met paard en wagen
herinnert zich dat midden jaren tachtig er al een
werkten, maar Geert deed het boerenwerk nog steeds
karretje op zonne-energie achter op het erf
met veel plezier. De veearts uit die tijd (Harm Moek)
rond reed: dat was de toekomst
herinnerde zich dat er nog een stuk of wat koeien waren
volgens zijn vader! Wel weidde
en een paar Zeeuwse knollen. Wanneer hij bij Geert een
zijn vader nog pinken voor andere
visite moest afleggen, dronken ze daarna thee in het
boeren. De pinkenweide lag achter
‘noamdhuus’. Geert zat dan op de praatstoel en vertelde
de boerderij, zodat er goed op ze gelet
van alles over de natuur en over het milieu.
kon worden.
68
Toen Geert 56 jaar was (1988), is hij als gevolg van een
Frens was een groot motorliefhebber. Hij had twee
epileptische aanval verdronken in het zwembad. Leo
Harleys, en een Kawasaki voor woon-werkverkeer.
was op reis in Nieuw Zeeland en Australië. Regelmatig
Eentje was een heel oude, die hij helemaal gereviseerd
contact onderhouden was destijds niet eenvoudig, en de
had. Hij was voorzitter van afdeling Noord van HDCN
familie heeft hem niet tijdig kunnen bereiken.
(Harley Davidson Club Nederland).
Frens (22 november 1963 - 5 november 1995)
Toen hij 29 was, kreeg hij een motorongeluk. Leo:
Frens is geboren in 1963 en vernoemd naar zijn opa, die
“Het was heel mooi weer, en Frens had van oma
tot diens overlijden in 1995 op de boerderij woonde.
verjaardagsgeld gekregen om een leren jas te kopen.
Frens heeft zijn vader altijd veel geholpen met het werk
Hij reed met zijn motor op een weggetje voor Haren.
op de boerderij, maar toch wilde hij geen boer worden.
Hij reed niet hard. Voor hem sloeg een uit
Hij ging naar de havo, daarna naar de politieschool en
tegengestelde richting komende trekker opeens linksaf
kwam later bij de marechaussee. Hij is nog uitgezonden
een erf op. Frens had er geen schuld aan, de boer op
naar de Sinaï-woestijn.
trekker had hem niet gezien.”
Hij kreeg een relatie met Anje Louwdijk, en werd
Het was een zware tijd. Leo en zijn moeder bezochten
politieman in Groningen. Ze verhuisden naar Zuidlaren.
Frens bijna dagelijks. Op 5 november 1995 overleed Frens aan de gevolgen van het ongeluk.
Frens en Anje, bij het veertigjarig huwelijksfeest van opa Frens en Alie, 28 augustus 1992
69
63
Frens op een van zijn Harleys, gefotografeerd door Leo
Leo (8 september 1966) Leo, geboren in 1966, is vernoemd naar zijn opa van
Toen is hij gaan wonen in een stacaravan op camping
zijn moeders kant (Lieffert) uit Steenwijk.
Ekelenberg aan de andere kant van het dorp, en leerde
Ook Leo wilde geen boer worden. Hij had niets met
hij in Meppel zijn latere vrouw Henriëtte22 kennen. Leo
dieren, koeien melken, en vroeg opstaan. Hij ging naar
en Henriëtte ontmoetten elkaar in ‘Lord Nelson’, op
de mavo. Dat hij de mavo gehaald heeft, heeft hij aan
een ‘Donderdag Meppeldag’. Henriëtte zat toen in een
zijn moeder te danken zegt hij. Na het behalen van zijn
zusterflat in Meppel vanwege haar opleiding. Ze
diploma heeft hij eerst een poosje gewerkt (als
hebben samen nog zo’n vijf jaar op de camping
chauffeur en ook in de horeca) en is daarna op
gewoond.
wereldreis gegaan: een jaar Australië en Nieuw-
Opa Frens overleed op 23 augustus 1995, in hetzelfde
Zeeland, en een jaar Canada, Amerika en Mexico. Na
jaar als zijn kleinzoon Frens. Leo erfde de boerderij: de
terugkomst heeft hij weer even thuis gewoond, maar hij
vijfde generatie. Jannie kocht het land direct achter de
kon er na een paar jaar avonturieren niet helemaal meer
boerderij van Alie. Roelie erfde land achter de
wennen.
Linieweg en bij De Stuw. 73
Leo en Henriette
e
5 generatie
Na het huwelijk van Leo en Henriëtte (11 juli 1997) is Jannie verhuisd naar een woning in het dorp en kwamen Leo en Henriëtte in de boerderij wonen. Oma (Alie) is tot haar overlijden in 2002 op de
Ze zitten allebei op korfbal (ZKC), de club waarbij hun
boerderij blijven wonen. Leo: “ik kon altijd goed met
overgrootmoeder Willemien ook al korfbalde en de
oma praten, over allerlei onderwerpen. Ze las graag de
club die door hun vader Leo jaren gesponsord is.
krant en was echt goed op de hoogte. Als ik thuis
Van de vele gasten hebben ze geen
kwam, ging ik vaak een kopje thee bij haar drinken.”
last, in tegendeel, ze vinden het
Ook in de boerderij bleef ze alles goed in de gaten
wel gezellig. Marleen en Susan
houden: wanneer de was twee dagen op de wasmachine
speelden heel vaak met de
lag, vroeg ze langs haar neus weg of de wasmachine
andere kinderen in de
soms stuk was ….. Alie woonde aan de zuidkant. In de
speeltuin en rondom
oude keuken bevonden zich de gezamenlijke douche en
de boerderij. Dat er
wc. Alie sliep eerst nog boven, maar toen de eerste
ooit koeien en
dochter van Leo en Henriëtte (Marleen) geboren werd,
paarden in de stallen
ging ze naar beneden.
hebben gestaan, kunnen ze zich niet indenken.
De zesde generatie op de boerderij die in 1862 voor
Het ziet er nu allemaal
Harm en Jentje is gebouwd: Marleen en Susan.
zo anders uit. Van tante
Marleen is geboren op 24 december 1999, Susan op
Roelie horen ze wel vaak
8 juli 2002. Beide meisjes gaan in Hoogeveen naar
verhalen over hoe het
school en vinden het fijn om op de boerderij te wonen.
vroeger was.
75
E
en nieuw tijdperk: Groepsaccommodatie De Steenbergerhoeve
Toen Leo de boerderij erfde, was de boerderij al jaren
Er vond een rigoureuze verbouwing plaats, en de boer-
niet goed onderhouden. Zijn vader (Geert) had er
derij kreeg een naam: ‘De Steenbergerhoeve’,
nauwelijks in geïnvesteerd, het was ook geen boerderij
refererend aan de buurtschap en de familienaam.
meer. Er stonden karren in van het handkarrenmuseum,
Op 31 januari 2003 opende De Steenbergerhoeve
er werden caravans in gestald en Leo heeft er ook nog
officieel haar deuren.
auto’s in gehad. Door zijn lange reizen kwam Leo er achter dat hij goed met mensen overweg kon. Ook had hij op deze wijze zijn talenkennis aardig uitgebreid. Uiteindelijk kwam hij zo op het idee om een groepsaccommodatie te beginnen.
Het huis dat langer dan een eeuw onderdak bood aan boerengezinnen, familie en inwonende knechten is nu een gastvrij verblijf voor de vele logees uit het hele land èn daarbuiten.
66 76
“WAAROM BLIJVEN WE HIER EIGENLIJK NIET?”
Gastvrijheid is een kunst, en hier wonen echte kunstenaars!
Het is voelbaar dat jullie hart op deze plek ligt; de plek van jullie ouders en voorouders.
Une vraie ferme hollandaise: tout était Fan-Tas-Tique!
NOTEN Zuidwolde zoals het was, pp. 66-67 Zuidwolde zoals het was, pp. 86-87 3 Nimrod staat voor een groot liefhebber der jacht (Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal, 14e herziene druk). 4 De naam Steenbergerhoeve is pas in 2003 aan de boerderij gegeven. 5 Geboortedatum Jentje: 25 april 1837 6 Annigje overleed in 1870, waarna Hilbert in 1872 hertrouwde met Albertje Zanting. Hilbert en Annigje hadden drie kinderen. 7 Zuidwolde zoals het was, p. 211 8 Dit kerkepad is nu weer (gedeeltelijk) in ere hersteld. 9 Mandielig 2010-3, p.6 10 Notariële akte kadastraal archief, 242/63 11 Notariële akte kadastraal archief, 242/59 12 www.hetreestdal.nl 13 In de betekenis van: alle gezindten werken samen en alleen door eendrachtige samenwerking kon men de boeren een onafhankelijke positie geven tegenover handelaren en boterverkopers. 14 Zuidwolde zoals het was, pp. 207-208 15 Als de dag van gisteren, aflevering 15, pp. 357-358 16 Zuidwolde zoals het was, p. 223 17 Henk en Martha Brink (zoon van Levert Brink, zie p. 38) 18 Wessel vertrok in april 1919 naar Meppel en trouwde in april 1928 met Margje ter Haar. Zij kregen vier kinderen (eerste geboren in Hoogeveen, volgende drie in Ruinen). 19 Vijf eeuwen nakomelingen van Steinbargh, pp. 15-20 20 Uit interview met Lucas Steenbergen te Zuidwolde 21 www.wiewaswie.nl: Op 11 juli 1930 getrouwd met Geesje Veeze; Jan Andreae “ass.dir. van zuivelfabriek”; Geesje Veeze overleed op 23 juli 1948. www.oudheidkamerzuidwolde.nl: “In 1924 werd op Steenbergen de nieuwe fabriek gesticht, waarvoor erevoorzitter G.E. ten Kate de eerste steen legde. Het was de eerste steen van een bedrijf dat vooral na de Tweede Wereldoorlog, toen Jan A. Andreae directeur was, zijn grootste bloei doormaakte.” 22 Henriëtte Marga Kreuze, geboren op 4 februari 1971 1 2
Dank … aan Leo, Henriëtte, Marleen en Susan Lubberink, mevrouw R. van den Elsen-Lubberink, de heer L. Brink, de heer en mevrouw Spijkerman, de heer B. Steenbergen, de heer L. Steenbergen, de heer H. Moek, voor de herinneringen die ze met ons hebben willen delen; aan de medewerkers van het Gemeentearchief De Wolden, het Drents Archief in Assen, het Kadaster in Arnhem, de Oudheidkamer in Zuidwolde voor hun hulp bij het onderzoek.
Bronnen Literatuur Als de dag van gisteren. Honderd jaar Drenthe en de Drenten, Waanders Uitgevers in samenwerking met Provinciaal Historicus en het Rijksarchief in Drenthe (19911992) Jan Bosman Steenbergen, Vijf eeuwen nakomelingen van Steinbargh (Steenbergen), Uitgave Jan Bosman Steenbergen (1996) Lammert Huizing, Zuidwolde zoals het was, Stichting Het Drentse Boek (1997) Diverse periodieken Mandiêlig, Historisch Tijdschrift van Oudheidkamer Zuidwolde Archieven Drents Archief Gemeentearchief De Wolden Kadaster Familiearchief Leo Lubberink, Levert Brink, Roelie van den Elsen-Lubberink Websites http://www.hetreestdal.nl http://www.oudheidkamerzuidwolde.nl http:/www.steenbergerhoeve.nl http://www.watwaswaar.nl http://www.wiewaswie.nl 71 82
Foto’s en andere afbeeldingen Pagina 13 Kaart: Uitsnede kaart Zuidwolde 1851 (www.watwaswaar.nl) Foto: Oudheidkamer Zuidwolde Pagina 19 Oudheidkamer Zuidwolde Pagina 24 Kadastrale hulpkaarten 1863 (perceel B1317) en 1881 (perceel B1644, ontstaan uit o.a. B1317) Uitsnede bevolkingsregister Zuidwolde 1861-1890, nr. 322 Pagina 34 en 35 Drents Archief Pagina 39 Foto korfbal: Oudheidkamer Zuidwolde Pagina 45 Foto dorsmachine (achtergrond): www.dorpsarchieven.nl (Dorpsarchief van Oude- en Nieuwehorne) Pagina 59 Bevolkingsregister Zuidwolde, Gemeentearchief De Wolden Overige foto’s Familiearchief Leo Lubberink, Levert Brink, Roelie van den Elsen-Lubberink Eigen foto’s
83
Colofon Samenstelling, tekst en vormgeving
Druk
Els Tange & Anneke Steenbergen
!pet drukkers en vormgevers (Hoogeveen, 2016)
Š De Steenbergerhoeve, 2016 De samenstellers van dit boek hebben getracht alle bronnen te achterhalen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Steenbergerhoeve.
84
‘De Steenbergerhoeve, geschiedenis van een familiehuis’ vertelt het verhaal van een boerderij in Zuidwolde. Een boerderij die vanaf de eerste bewoners in 1862 (Harm en Jentje Steenbergen) altijd bewoond is geweest door hun nakomelingen. Een boerderij waar vaak verschillende generaties tegelijkertijd woonden, waar men elkaar hielp en waar men kwam om verjaardagen en trouwerijen te vieren. Een boerderij waar gastvrijheid ook nu nog steeds hoog in het vaandel staat.
www.steenbergerhoeve.nl