klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-373384
gedrukt
New York City heeft het groene licht gegeven voor de aanleg van de Lowline: een ondergronds park op een voormalig busterrein. De initiatiefnemers James Ramsey en Dan Barasch hebben twaalf maanden om 10 miljoen dollar bij elkaar te krijgen. Daarnaast moeten ze in die tijd het ontwerp en de techniek verder uitwerken. De twee hebben een ingenieus systeem met spiegels bedacht waarmee zonlicht van buiten geconcentreerd onder de grond wordt gebracht. Afgelopen maanden is die lichttechnologie getest in 'The Lowline Lab'. Ook wordt daarin proefgedraaid met het wateropvangsysteem en onderzocht hoe de temperatuur kan worden gereguleerd.
Bij een volkstuinvereniging bij mij in de buurt zijn onlangs de tuinen gekeurd door de tuincommissie. 57 van de 160 tuinders kregen een reprimande vanwege overvloedig onkruid. Toen het bestuur hiervan lucht kreeg, werden echter niet de tuinders op het matje geroepen, maar de commissie. Zij had te veel de letter van de wet gevolgd in plaats van de geest. De keuring van een volkstuincomplex heeft wel wat weg van een schouw van het openbaar groen. Natuurlijk gaat de vergelijking verder mank, een volkstuinvereniging waarbij hobbymatig getuinierd wordt, is bij lange na niet van het niveau van een professionele groenvoorziener die vele hectares openbaar groen onderhoudt. Om nog maar te zwijgen van de vele euro's die met beeldbestekken gemoeid zijn. Toch moest ik hieraan denken toen ik diverse groenvoorzieners belde met de vraag of de afgesproken kwaliteit van de beeldbestekken nog wordt gehaald, na de
Het virus komt voor in verschillende landen in Noord-, Midden- en Oost-Europa, waaronder Duitsland en Oostenrijk. Teken dragen de ziekte over van dier naar dier en soms naar mensen. Een infectie met het TBE-virus verloopt meestal zonder klachten, maar kan na een griepachtig ziektebeeld in een klein aantal gevallen een ontsteking van de hersenvliezen en hersenen veroorzaken. Hoewel er geen behandeling tegen de ziekte mogelijk is, is ziekenhuisopname in een dergelijk geval noodzakelijk voor monitoring. Meestal herstelt een patiënt volledig van de ziekte. Het RIVM adviseert om zo
veel mogelijk tekenbeten te voorkomen door het dragen van dichte schoenen, een lange broek en lange mouwen. Het gebruik van DEET heeft ook een afstotende werking op teken. Daarnaast is regelmatig controleren op teken en ze direct verwijderen belangrijk, zeker voor mensen die regelmatig werkzaam zijn in het groen.
Het RIVM heeft reeën onderzocht op de aanwezigheid van antistoffen tegen het TBE-virus. Een klein deel van de onderzochte reeën bleken de antistoffen te hebben, met name op de Sallandse Heuvelrug. Daar zijn vervolgens teken gevangen en onderzocht op het TBE-virus. Enkele teken bleken het virus te dragen. Het RIVM onderzoekt, samen met andere partijen, de verspreiding van het TBE-virus in Nederland en hoe groot de kans is om een infectie op te lopen.
hoosbuien van mei en juni en de natte en warme juli en augustus. De groei zit er flink in, maar de nattigheid bemoeilijkt het werk. Alleen met veel extra inzet halen bedrijven de afgesproken kwaliteit, maar soms ook niet, met boetes na een schouw als gevolg. Inmiddels kun je je afvragen of de aanbestedingssystematiek nog wel deugt nu het klimaat zo duidelijk anders wordt. Op de redactie spreken we al een paar jaar elke zomer over groeizaam weer, bovendien wordt het seizoen langer, vorig jaar werd er begin december nog gemaaid. De VHG roept opdrachtgevers op om coulance te hebben met aannemers. In een groeizame periode als nu, voorafgegaan door hoosbuien, hoef je immers geen hogere wiskunde te hebben gestudeerd om te weten dat het groen waarschijnlijk bij een schouw niet voldoet. Net zoals je eind juli geen volkstuincomplex moet keuren in een jaar als dit: na twee weken vakantie is de tuin groen.
Vorige maand vertelde directeur Robert Smid van Du Pré Groenprojecten in Helmond bij BNR Radio al dat bedrijven soms 25% meer bezetting hebben om aan de afgesproken kwaliteit te voldoen door het extreme weer. Een maand later blijft het nog steeds aanpoten. De piek is er volgens Smid wel af qua weer; hoosbuien zoals in mei en juni zijn er minder, „maar we mogen zeker niet verslappen. Bovendien zijn er door de nattigheid nog steeds plekken waar we niet kunnen komen.’’
Ook bij Rooden Landscape Solutions in het Limburgse Meerssen zijn ze al wekenlang ’vol gas bezig’, volgens operationeel manager Raymond Gelissen. Momenteel is er een constante groei omdat het doorlopend rond de 20ºC schommelt en er geregeld regen valt. „Wanneer het een zomer lang 30ºC is en droog, dan gaat het maaien en schoffelen twee keer zo snel. Maar nu maken we gebruik van het maximaal aantal beurten dat we hebben ingecalculeerd. Bij een beeldbestek schrijf je in op ervaring, je calculeert een aantal beurten in waartegen je de afgesproken beeldkwaliteit kunt halen, daarbij hou je natuurlijk rekening met een marge. We moeten nu veel meer maaien en schoffelen, dus we zitten nu constant in de plus en financieel in de min.’’ Dat is
ook de ervaring van Roland van Braak, vestigingsmanager van BTL Realisatie in Bruinisse. Op sommige opdrachten heeft hij momenteel het dubbele aantal mensen lopen om de afgesproken kwaliteit waar te maken. „Toen we wilden opschalen omdat de groei er behoorlijk in kwam, ging dat niet, omdat het extreem nat was. Dus we zijn nog steeds bezig om het in te lopen.” Hoewel alle drie benadrukken dat het weer uiteraard een riscio van het vak is – ’je werk is nu eenmaal buiten’ - spreken ze wel van een uitzonderlijk jaar. „Je moet voortdurend extra inspanning leveren, en die is niet verrekenbaar’’, aldus Gelissen. Mochten we nog een zeer gunstig najaar krijgen met lage temperaturen, dan denkt Smid dat bedrijven wellicht nog een procentje rendement kunnen halen, maar waarschijnlijker is dat er geen rendement wordt gehaald.
Momenteel krijgen sommige groenvoorzieners forse boetes
opgelegd als bij een schouw blijkt dat de afgesproken kwaliteit niet is gehaald. VHGdirecteur Egbert Roozen heeft naar aanleiding van het weer opdrachtgevers opgeroepen om coulance te hebben met aannemers. De ervaring van de drie is dat een deel van de opdrachtgevers ontvankelijk is om het met hen in vertrouwen en billijkheid op te lossen. Smid van Du Pré echter, heeft het liever niet over ‘coulance’. Hij zou het liever zakelijk willen benaderen. „Je zou toch met feiten kunnen staven – bijvoorbeeld weerstatistieken van het KNMI – dat dit jaar afwijkt van een gemiddeld jaar, waardoor je wellicht de schouw buiten beschouwing kunt laten? Op deze manier hou je het zakelijk en kun je een volwassen gesprek aangaan. Ik wil geen coulance, maar keiharde afspraken.’’
Ook vraagt Roozen zich af of het aanbesteden op beeldbestek wel toekomst heeft met het oog op klimaatverandering. Hij wil daarover in gesprek met
gemeentelijke bestuurders en beheerders, groenvoorzieners én burgers. Van Braak van BTL is het met hem eens: „De beeldbestekken komen door een jaar als dit toch in een ander daglicht te staan: tegenover de groeizame jaren heb je over het algemeen natuurlijk ook meevallers, dat je een keer met het maaiertje kan wegblijven, maar als ik naar de afgelopen drie, vier jaar kijk, dan is zo’n meevaller er niet meer bij geweest.’’ Daarnaast wordt het groeiseizoen ook steeds langer. „Laatst grapte een van mijn medewerkers op een dag dat het rond de 17 graden was, dat het maar 3 graden warmer was dan afgelopen kerst. Vorig jaar waren sommige bedrijven begin december nog volop aan het maaien.’’ Volgens Braak is de prijsstelling in aanbestedingsland erg scherp, waardoor risico’s als dit groeizame weer niet goed in te calculeren zijn. „Als de laagste prijs blijft tellen, dan blijven we het zwaar hebben.’’
De toelichtende teksten en tabellen met objectgegevens, waardenlijsten, definities en toelichtingen zijn beschikbaar in een online kennismodule. De module is voor houders van algemene abonnementen op de CROW-kennisbank en alle abonnees van gerelateerde kennismodules beschikbaar.
De objecttypen uit de Basisregistratie Grootschalige Topografie, die in 2016 verplicht wordt gesteld, en het informatiemodel geografie vormen dat basis voor het IMBOR. Het model bestrijkt de gehele openbare ruimte van verhardingen, groen, water en terreinmeubilair tot riolering, openbare verlichting en kunstwerken. Het IMBOR is gericht op beheerders, beleidsmakers en uitvoerders die verantwoordelijk zijn voor de openbare ruimte en heeft tot doel het gegevensbeheer efficiënter te maken.
Eind juni zijn de eerste certificaten Inspecteur Beeldkwaliteit uitgereikt door CROW. De eerste acht deelnemers hebben zowel het theorie- als praktijkexamen succesvol afgelegd. Met het certificaat kunnen op de juiste manier beeldkwaliteitsmetingen worden uitgevoerd die de basis vormen voor uitbetaling van aannemers, beleidsverantwoording aan gemeentebesturen, communicatie aan bewoners en het benchmarken van beheerorganisaties.
Het is ondertussen wel bekend; het gaat slecht in Nederland met de wilde bijen-populatie. Maar wat is er nu echt aan de hand? De feiten op een rijtje. De wilde bij, daar bedoelen we alle soorten bijen en hommels mee, zo’n 360 soorten, naast de alom tegenwoordige honingbij. Ook de honingbij kent problemen met massale sterfte. In de media wordt onder meer gesproken van de verdwijnziekte. Dit is echter een heel ander fenomeen. Met sommige van die 360 bijensoorten gaat het goed, die profiteren ogenschijnlijk van de warmere zomers van de afgelopen 20 jaar en rukken op van zuid naar noord. Echter de HELFT van de bijensoorten is achteruit gegaan. Tevens zijn van de 29 Nederlandse hommelsoorten er 21 op achteruit gegaan, dat is zo’n 72%! Een kwalijke zaak, zeker als je bedenkt dat al deze beestjes samen verantwoordelijk zijn voor zo’n 80% van de bestuiving en vruchtvorming. Dit
Het certificaat Milieukeur Bloembollen is voor het eerst uitgereikt aan drie bloembollentelers: WAM Pennings en JUB Holland in Noordwijkerhout en Vink Holland in Sint Maartensvlotbrug. Volgens de KAVB (Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur) kunnen de drie ruim 500 cultivars leveren van krokussen, irissen, narcissen en tulpen. Milieukeur Bloembollen voldoet aan de ’Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Groenvoorzieningen’ zoals gepubliceerd door Pianoo.
klusje, dat ze gratis voor ons uitvoeren, heeft wereldwijd een waarde van een slordige €153 miljard per jaar. Deze achteruitgang wordt onder meer toegeschreven aan de schaalvergroting in de landbouw, ruilverkaveling, vermesting en het verdwijnen van ‘overhoekjes’ uit het landschap. We kunnen ondertussen spreken van bloemarmoede in het Nederlandse landschap. Het stedelijk gebied daarentegen kan verrassend rijk zijn aan bijen. Echter, hier geldt ook dat het aantall wilde bijen afneemt naarmate de oppervlakte bebouwing en bestrating toeneemt. Aan ons dus om die bijen een gevarieerde woonplaats te bieden. Dus groene ondernemer, neem je verantwoordelijkheid. Verdiep je in het thema en help de wilde bij een handje. Meer weten? Kijk op www.bestuivers.nl, www.denederlandsebijen.nl, ...
De afgelopen maanden heeft Nederland veelvuldig te maken gehad met wateroverlast door piekbuien, maar ook periodes van droogte en hittestress zijn in toenemende mate een probleem. Voor de groensector ligt hier een mooie uitdaging. Enerzijds om groen onder de aandacht te brengen als oplossing voor allerhande maatschappelijke vraagstukken, anderzijds om nĂłg meer in te zetten op een groene inrichting
van de publieke en particuliere ruimte. In de TenL Experience op Plantarium nemen we het publiek in zeven stappen mee op een reis langs diverse biotopen een dak, een plein, een industriegebied - waarin we groene oplossingen aandragen, maar de bezoeker ook willen laten stilstaan bij klimaatvraagstukken, en hem willen prikkelen om hier verder over na te denken. Om uiteindelijk aan het eind van die reis een selďŹ e te maken op de groene troon van de klimaatkoning, als de bezoeker ook zijn steentje wil bijdragen. De TenL Experience is ontworpen door een groep ontwerpers van het Ontwerpinstituut en wordt aangelegd door zes hoveniersbedrijven: De Aar Hoveniers uit Woerden, Hoefakker uit De Bilt, Paul Casteleijn Hoveniers uit Barendrecht, Ernst Baas Hoveniers en Willemstein Hoveniers, allebei uit Waddinxveen, en Verbakel
Groenservice uit Boskoop. Ook Stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop en diverse andere bedrijven werken mee aan de TenL Experience. <
De zomer laat zich van zijn grillige kant zien. Het is nat. Erg nat. Van verschillende kanten hoor je dat dit door klimaatverandering komt. Warme en natte zomers gecombineerd met plotse en hevige weersomstandigheden. Aangezien wij werken met de natuur en sterk afhankelijk zijn van het weer, blijven deze gevolgen ook voor onze branche niet onopgemerkt. Ik heb in de afgelopen periode diverse berichten ontvangen van leden die in de problemen zijn gekomen omdat zij de gestelde eisen in het beeldbestek niet meer konden nakomen. Opdrachtgevers houden voet bij stuk. Een boete is het gevolg. Maar ja, wat moet je nu? Beeldkwaliteit B nastreven op een drassig gazon waar je met de maaier diepe sporen in gaat rijden? Blijven schoffelen terwijl het onkruid achter je
weer wortel schiet? Ik heb in een eerder persbericht opdrachtgevers opgeroepen tot coulance. Ga met elkaar in gesprek. Bespreek wat wel en wat niet kan en heb het over oplossingen. Dat is iets wat je samen moet doen. Gelukkig hoor ik terug dat het vaak wel goed komt en de kwestie op een positieve manier wordt opgelost. De vraag is dan nog wel of het beeldbestek vanwege de klimaatverandering een bruikbare systematiek zal blijven. Die discussie zou ik graag met betrokken partijen willen voeren. Hebben we alternatieven? Kunnen we die samen verder ontwikkelen? Het zou geweldig zijn als we daarmee meteen ook een stevige impuls kunnen geven aan groen met baten, zoals klimaatbestendigheid, in onze leefomgeving.
In een particuliere tuin in Duitsland is een oleander aangetroffen met Xylella fastidiosa. De plant was meegenomen van vakantie. Een bufferzone is ingesteld en alle waardplanten in een straal van 100 meter zijn vernietigd.
De Brusselse organisator Artexis Easyfairs heeft Evenementenhal overgenomen van H2 Equity Partners en ABN AMRO Participaties. Evenentenhal organiseert onder andere de Groene Sector Vakbeurs.
Gebrek aan kennis van vroegere tuinstijlen kan tot verkeerde keuzes leiden bij onderhoud van groen erfgoed. De erfgoedcursus leert de juiste te maken en is ontwikkeld door de Vereniging van Erfgoedhoveniers, het Gelders Restauratie Centrum en de provincie Gelderland.
De NVWA heeft de lijst van paspoortplichtige waardplanten van Xylella uitgebreid met zeven gewassen. Het gaat om Calicotome villosa, Cytisus scoparius, Eremophila maculata, Genista corsica, Helichrysum italicum, Lavandula x allardii en Phillyrea latifolia.
Dankzij spellen op smartphones, zoals PokĂŠmon Go, is het mogelijk om jongeren kennis te laten maken met natuur, denken wetenschappers. Als ontwikkelaars de natuur een prominente rol kunnen laten spelen kan dit bijdragen aan een groter draagvlak voor natuur onder jongeren.
E C N E I R E P EX
www.tuinenlandschap.nl/experience
an dichtbij zie je aan de bloemen duidelijk dat Ligularia tot de asterfamilie behoort. De straalbloemen hebben smalle gele of geeloranje bloemblaadjes, het hart vol meeldraden wordt graag bezocht door bijen en andere nuttige insecten. Na de bloei volgt decoratief zaadpluis. Het blad krijgt in het najaar vaak een mooie verkleuring, vooral bij Ligularia stenocephala. De verschillende soorten lijken op elkaar, er is vooral verschil in hoogte en vorm van het blad. Ook kan de bloeiwijze een cilindrische tros zijn of juist meer een los scherm. De meeste soorten hebben groen blad, maar er zijn diverse cultivars die opvallend paarsachtig blad hebben. Deze sterke vaste planten groeien oorspronkelijk in Oost-AziĂŤ, er zijn zoâ&#x20AC;&#x2122;n 80 soorten bekend. Sommige soorten werden vroeger onder Senecio gerekend en dragen nog de daarbij behorende naam kruiskruid.
Omdat Ligularia dankzij het grote blad ook voor de bloei mooi is, is het een gewaardeerde borderplant met sierwaarde van mei tot in september. Plaats de hoge
soorten achteraan, bijvoorbeeld tussen Eupatorium en Miscanthus. De iets lagere soorten zijn ook goed vooraan te gebruiken, zodat het grote blad goed zichtbaar is. Geslaagde combinaties zijn te maken met Aconitum, Hemerocallis en fijn blad van siergrassen. Combineer op een vochtige oever met Hosta, Iris sibirica, Astilbe en Lythrum. Ligularia is vooral fraai in grote groepen, het krachtige uiterlijk komt dan optimaal tot zijn recht. Ook prachtig als solitair tussen lagere planten of voor een muur.
Ligularia groeit het best op een zonnige tot half beschaduwde plek in vruchtbare, altijd vochtige grond. Schaduw wordt ook verdragen, maar de bloei zal minder rijk zijn. De grond moet altijd vrij vochtig zijn om te voorkomen dat het blad slap gaat hangen. Brandende middagzon wordt niet op prijs gesteld. Vooral L. przewalskii groeit het liefst op een beschaduwde plek, kan woekeren. Op de juiste plek zijn er soorten die twee meter halen, in arme grond die aan de droge kant is worden de planten minder hoog. Het blad is favoriet bij slakken en kan helaas aangetast worden. <
e schermbloemenfamilie (Apiaceae of Umbelliferae) is groot: wereldwijd komen 440 geslachten voor met gezamenlijk 3.700 soorten. Op enkele uitzonderingen na zijn het allemaal kruidachtige planten, die een- of tweejarig of vast kunnen zijn. Vaak hebben ze sterk aromatische bladeren en stengels, waardoor een aantal soorten als keukenkruid wordt gebruikt. De familienaam is te danken aan de kenmerkende manier waarop de bloemetjes gerangschikt staan; bijna altijd in eindstandige, enkelvoudige of samengestelde schermen. Wit is de meest voorkomende bloemkleur in de familie, maar ook geel, roze en paars zijn
goed vertegenwoordigd. Hoe klein de bloemetjes ook zijn, ze vormen een goede nectarbron voor allerlei bijen en zweefvliegen. Overigens zijn lang niet alle insecten die de bloemen bezoeken bijen: planten staan soms te boek als een ´goede bijenplant´ terwijl het, als je goed kijkt, voornamelijk allerlei vliegen zijn die er op af komen. De hier beschreven soorten doen het prima op elke normale niet te schrale tuingrond, de meesten waarderen een doorlatende, maar niet te droge standplaats. Ze zijn door het fijn gedeelde blad en de bescheiden bloemkleur goed te combineren in elke beplanting. De echte reuzen uit de familie vormen mooie solitairen. <
>
D
e Nederlandse soorten zijn niet erg algemeen: de zeedistel kom je echt alleen tegen in de duinen, in of dicht bij de zeereep. De gewone kruisdistel komt vooral voor op rivier- en zeedijken en rivierduinen. Deze soorten zijn eigenlijk al heel bruikbare tuinplanten, maar zoals altijd is wat je van ver haalt nog lekkerder. Alle soorten vormen min of meer dicht bij de grond staande bladrozetten, waaruit later de bloemstengels oprijzen. Deze rozetten moeten voldoende zonlicht krijgen om genoeg energie te kunnen verzamelen voor de bloei. In de schaduw of in concurrentie met andere hoge vaste planten zullen ze
snel verdwijnen. De hier beschreven soorten houden van een zonnige standplaats en een goed doorlatende grond. De wonderlijke bloemhoofden van veel soorten ontlenen hun sierwaarde voor een belangrijk deel aan de vorm en de schutbladen onder de bloeiwijze. De eigenlijke bloemetjes zijn niet opvallend, maar trekken massa's insecten aan: bijen en wespen, maar vaak ook allerlei (zweef)vliegen. De schutbladen of omwindselbladeren onder de bloeiwijze kunnen per soort erg verschillen in grootte, vorm en kleur. Als de planten uitgebloeid zijn, behouden ze lang sierwaarde door het wintersilhouet.
>
og voor hij zelfstandig kweker werd, werkte Johan van Overbeek bij een laanboomkweker die een bescheiden aanbod van vormbomen had. Daar voorzag hij grote kansen met in vorm gesnoeide bomen. Inmiddels heeft zijn eigen bedrijf het jubileum van 25 jaar achter de rug en staat Van Overbeek bekend als specialist in in vorm gesnoeide bomen. „Mijn oorspronkelijke gedachte dat je je met vormbomen kunt onderscheiden, is helemaal uitgekomen.” Centraal binnen zijn sortiment staat de diversiteit aan vormen, de diversiteit aan boomsoorten en -cultivars en de kwaliteit. „Ik bied bomen aan die in een tuin meteen het gewenste eindeffect leveren.” Vanaf het begin was het een zoektocht naar welke bomen goed vormsnoei verdragen. Verrassend genoeg bleek met veel bomen veel mogelijk. „Neem de berk, daar maak ik zuilen en leivormen van. Veel bezoekers verbaast dat.”
Van Overbeek is altijd aan het experimenteren en op zoek naar meer. Creativiteit speelt uiteraard een rol; de geleverde vormen zijn zeer uiteenlopend. „Zo zie ik toekomst in wat ik vormbomenboeketten noem; bomen van dezelfde soort die samen een geheel vormen. Zo’n bomengroep geeft meteen een karakteristiek beeld.” Op de kwekerij staan een groot ‘podium’ en vierkante ‘bogen’ van Fagus sylvatica en statige bogen met smalle tussenwanden en hoge ’iglo’s’ van Carpinus betulus. Van verschillende boomsoorten zijn er ook in hoeken geleide exemplaren die tezamen een vierkant vormen. Bij de entree van de kwekerij valt een groep geknotte platanen op. Acht stuks die zo gevormd zijn dat ze een terras van 7x7 m² meteen kunnen ’inpakken’. Bij de uitleg over al dat snoeien maakt Van Overbeek de opmerking dat in
principe iedere boom is te vormen. „Enig voorbehoud is dat de boom van nature een herstellend vermogen moet hebben. Bijvoorbeeld niet alle Prunus hebben dat, soms sterven delen af of vormt zich veel waterschot. Magnolia geeft ook veel waterschot.” Hij maakt onderscheid in twee groepen; grof en fijn vertakkend. „Ofwel lange en korte internodiën.” In de eerste groep bevinden zich gekandelaberde vormen van bijvoorbeeld paardenkastanje, die vormen knotvormen met dikke armen. Met plataan en moerbei zijn dezelfde resultaten te krijgen. „Allemaal bomen met groot blad wat bijna altijd betekent dat de internodiën ver uit elkaar staan. Snoeien doe je met de zaag of tang.” Fijner resultaat is te krijgen met bomen met kleine internodiën en dus vaak fijner blad. Daarvan zijn strakke snoeivormen als blokken en zuilen te maken. Goede voorbeelden zijn Carpinus betulus, Acer campestre, Tilia cordata ‘Böhlje’ en Fagus sylvatica. „Snoeien doe je hier met de heggenschaar, twee tot drie keer per jaar.”
Belangrijk aspect is gezondheid. „We spuiten hier zo min mogelijk. Vaak heeft de eindgebruiker die mogelijkheid ook niet en eerlijk gezegd moeten we dat ook niet willen.” Ongezonde bomen gaan uit het sortiment. Als voorbeeld komt Pyrus calleryana ‘Chanticleer’ ter sprake. Volgens Van Overbeek commercieel interessant omdat die veel gevraagd wordt, maar ook ziektegevoelig. “Ik adviseer dan Prunus ‘Umineko’. Een van de weinige Prunus die goed te snoeien is.” Bodemgesteldheid speelt eveneens een belangrijke rol. Daar gaat het bij de aanplant nogal eens mis. „Een valkuil. In een nieuwbouwwijk, waar de grond maandenlang is vast gereden, moet je een boom niet zomaar in een plantgat zetten. Lucht in de bodem is vaak belangrijker dan water. Is er voldoende lucht dan is er >
door de capillaire werking ook water.” Van Overbeek benadrukt dat zijn bomen niet vers geleid zijn; het gaat niet om bomen waarin net voor levering met bamboestokken een vorm in wordt gemaakt. „Uiteraard goedkoper, maar ik lever het eindresultaat: een meerjarig voorgevormde boom. Eenmaal in de tuin aangeplant is het verdere onderhoud bescheiden.” Hij garandeert aanslaan omdat zijn bomen worden opgekweekt met goed doorwortelde kluiten. „Er wordt geregeld rondgestoken.”
Binnen de grote groep vormbomen stijgt de aandacht voor meerstammig. „De klant wil vaker iets unieks, iets karak-
teristieks.” Wie een ronde loopt over de kwekerij ziet de vele mogelijkheden. Er groeien knotwilgen met twee of drie knotarmen, Catalpa met eenzelfde habitus en horizontale schermvormen van Malus waarvan de vertakking begint op 1.60 m hoogte en de hoofdtakken zijn opengeknipt. Vanaf 2,50 m ontstaat dan een ’paddenstoelvorm’. Ook staan er Sophora japonica met meerdere geknotte armen vanaf 2.50 m hoogte waarop wordt teruggesnoeid. Identieke vormen staan er van Halesia, Platanus en Carpinus. „Door goed te snoeien, liefst jaarlijks oude takken weghalen, blijft bloei behouden en creëer je een open kroonvorm die zonlicht filtert.” Snoeien is vakmanschap. Van Overbeek geeft gedegen uitleg en
denkt er zelfs aan om in de winter snoeicursussen op zijn kwekerij te geven. Tot slot benadrukt hij de toenemende vraag naar groenblijvende leivormen op stam. Vaak gevraagd om slechts één reden; privacy. Hulst en Tsuga canadensis zijn op de kwekerij te zien. Taxus baccata niet omdat dat een specialistische kweek is en vanwege de vorstgevoeligheid kweekt Van Overbeek geen Photinia, Prunus laurocerasus en Cupressocyparis x leylandii. „Eigenlijk passen al die wintergroene karakterloze leivormen die geen seizoenswisselingen hebben ook niet in mijn beleving.”
n 2011 startten Pieter van der Linden en Arjan Breedveld met Inkoopgilde. Doel was om een inkooporganisatie op te zetten die voordelen kon bieden aan hoveniers en groenvoorzieners. In eerste instantie werd Inkoopgilde gehuisvest in Noordscheschut bij de cash & carry GreenSales van Pieter van der Linden. „Voor beide ondernemers werd het runnen van een dergelijke grote organisatie naast de reeds bestaande werkzaamheden teveel,” aldus Stevens (25). „Vandaar dat ze het hadden uitbesteed aan een binnendienstkantoor. Van der Linden en Breedveld wilden echter toewerken naar één specifiek iemand die zich volledig over deze organisatie moest gaan ontfermen en Inkoopgilde verder moest ontwikkelen. Die werd gevonden in mijn persoon.” Stevens, inmiddels gevestigd in Hoogeveen, wil de hoveniers- en groenvoorzieningssector zo veel mogelijk ondersteunen. „Met dat idee zet ik mij iedere dag voor onze sector in.” Volgens de commercieel medewerker moeten de leden geld en kennis overhouden aan Inkoopgilde. De inkooporganisatie heeft op dit moment 210 leden. Een mooi aantal, maar nog niet voldoende aldus Stevens. „Wij willen ons ledenaantal uitbreiden, niet door gouden bergen te beloven of commerciële praatjes. Dat past niet bij ons en past ook niet in hoveniersland.”
Het nieuwe motto moest worden dat Inkoopgilde haar nek uit wil steken voor alle hoveniers in Nederland. Vandaar dat Stevens meteen na zijn aanstelling alle aangesloten hoveniers ging bellen om te vragen wat ze van de service van Inkoopgilde vonden en wat ze graag veranderd wilden zien. „Daaruit bleek dat de meeste leden onze inkooporganisatie een heel goed initiatief vinden, maar dat we transparanter moeten zijn wat betreft de kortingen die leveranciers geven. Vandaar dat wij sinds januari 2016 deze kortingen op onze site
hebben staan en in acquisitiegesprekken gewoon benoemen.” Verder stelt Inkoopgilde aan aangesloten leveranciers de eis dat ze de korting op de factuur zetten. De kortingen variëren bij Inkoopgilde van 3% tot 15% op de aankoop van producten. Op het huren van machines en apparaten zit een korting van maar liefst 25%. Stevens: „Uit de gesprekken die ik heb gevoerd met onze leden blijkt dat financieel voordeel niet het belangrijkste is. Dienstverlenende activiteiten zijn voor hoveniers bijna net zo belangrijk. Ook worden trainingen en workshops als belangrijk gezien, evenals informatieverstrekking op de website.”
Op de website vinden leden nieuws over de groensector van belang, maar ook inhoudelijke content zoals informatie over aanleg van een tuin en informatie over beregeningssystemen. Stevens: „Maar ook; hoe maak ik een begroting en hoe reken ik mijn werkelijke marge uit. Al dit soort informatie gaan we de komende tijd nog uitgebreider op onze website zetten.” Door het afgelopen half jaar al meer inhoudelijke content op de website te zetten, is het aantal bezoekers van de website vervijfvoudigd tot 1.200 per maand. Stevens is er nog niet aan toegekomen om de nieuwe aanpak te evalueren met leden, maar hoort wel positieve geluiden uit de sector. „Onder andere van VHG-bestuursleden. En ze geven ook advies trouwens. Zo zei Benny Everts onlangs nog: zet er meer praktijkgerichte informatie op, zodat je als lid beter weet wat je bij Inkoopgilde af kunt nemen.” Stevens is van plan om de komende tijd nog meer leveranciers binnen te halen. „Ik wil op termijn naar landelijke dekking van alle productsoorten. Of onze kortingen hoger zullen worden kan ik niet zeggen, maar bij onderhandelingen hierover gaan we altijd op de stoel van onze aangesloten hoveniers zitten, om voor hen het beste
eruit te halen.” Momenteel kost een jaarcontract bij Inkoopgilde €330, waarbij nieuwe leden de eerste twee jaar 50% korting krijgen op een lidmaatschap. „Zodoende kunnen zij eerst ervaren dat ze ook echt voordeel hebben van een lidmaatschap.” Een andere target voor de commercieel medewerker is om in 2018 minimaal driehonderd leden te hebben. Daarbij geldt voor Inkoopgilde wel dat de 'kwaliteit' van de leden die aangesloten zijn ook van belang is. Stevens: „We hebben een voorkeur voor proactieve leden. Verder moeten ze echt wat aan een abonnement hebben; als ze al andere afspraken hebben of zelf goede afspraken maken met leveranciers, is het soms overbodig om zich bij ons aan te sluiten.” Inkoopgilde doet veel, maar niet per se alles wat andere inkooporganisaties ook doen. Zo bouwt Inkoopgilde geen websites voor leden, maar on-
dersteunt het hoveniersbedrijven wel bij het krijgen van een hoge Google-ranking. Hoog staan in Google zorgt voor meer bezoekers en uiteindelijk meer klanten. „We geven bijvoorbeeld marketingworkshops aan leden met daarin praktische tips, zodat hoveniers zelf een hogere Google-ranking kunnen verwerven.” Inkoopgilde heeft ook 'Cijfermeesters', waar hoveniers met korting hun financiële administratie kunnen laten verzorgen. Stevens: „Ik nodig hierbij zowel leden als niet-leden uit om, als ze tips, ideeën of adviezen hebben ter verbetering van onze service, dit aan mij door te geven via info@ inkoopgilde.nl. Hoveniers en groenvoorzieners moeten beseffen dat we geen starre inkooporganisatie zijn, maar een flexibele sparringpartner die open staat voor alle mogelijke adviezen, initiatieven en innovaties.”
erwijl de meeste mensen bezig zijn voorbereidingen voor de vakantie te treffen, zijn de voorbereidingen voor de zevende Nationale Gazon Demodag al in volle gang. Opnieuw is Kuypers Graszoden gastbedrijf. De loods waar straks stands staan opgesteld, staat nog vol met bedrijfsspullen zoals tractorbanden en materialen. „Maar straks ziet het er allemaal spik en span uit”, verzekert bedrijfsleider Jos Verbeek. Op het demoterrein van 8.000 m² zijn al delen voorbewerkt voor de demonstraties straks in september. Door de vele regen van de laatste weken ziet het gras op sommige plekken wat geel. „Dat trekt straks allemaal weg,” zegt Jorg Kuypers, zoon van eigenaar Frank Kuypers. De opbouw vindt één dag van te voren plaats, waarna alles gereed is voor de Nationale Gazon Demodag. „Alleen het weer hebben we niet in de hand,” zegt Jan Krijnen van Advanta, mede-organisator van het evenement, samen met DCM en Staadegaard. „Maar we hebben nog nooit meegemaakt dat het de hele dag slecht weer was.” Het is dit jaar voor de vierde keer dat de Nationale Gazon Demodag bij Kuypers wordt georganiseerd. René de Munnik, die namens Advanta de dag coördineert, legt uit dat om de twee jaar wordt gewisseld van locatie, waarbij steeds het midden en het zuiden van het land aan de beurt komen. „Je merkt dat het voor hoveniers uit respectievelijk Groningen en Limburg dan net allemaal even wat makkelijker is aan te rijden.” Daarbij wordt het aantal bezoekers ieder jaar groter met inmiddels tussen de 400 en 500 bezoekers, waarvan het merendeel groenprofessional. Zo'n 60% van de bezoekers bestaat uit hoveniers, 10% gemeentelijk groenvoorzieners, 10%
groenleerlingen uit de regio en 20% toeleveranciers en adviseurs. De keuze voor Kuypers Graszoden als locatie ligt voor de hand. Het bedrijf beschikt over een groot demoveld, staat midden in de praktijk en ligt geografisch gunstig tussen de drie grote steden Tilburg, Eindhoven en 's-Hertogenbosch in.
De organiserende partijen kiezen ieder een eigen insteek voor de Nationale Gazon Demodag. Zo focust DCM vooral op aanplantproblemen, waterafvoer en slechte structuur, vertelt Erwin Weening. „Wij willen oplossingen aanreiken, bijvoorbeeld bij een dichtgeslagen toplaag. Dit kan door bodemverbeteraars te gebruiken zoals Vivimus en Lava Oxygen. Dit laatste product wordt steeds meer toegepast, de korrels van 0-3 mm werken als een natuurlijk drainagesysteem en verbeteren de bodemstructuur. Daarnaast zijn er diverse Vivimusmengsels met organische meststoffen die voor verschillende omstandigheden kunnen worden gebruikt.” Ook voor aanplantproblemen heeft DCM oplossingen. „Aan de hand van proefvakken laten we hoveniers zien wat mogelijk is om deze problemen op te lossen.”
Jan Krijnen van Advanta zegt vooral te willen inzoomen op de herstelmogelijkheden van gazons. „Je ziet dat gras vaak een sluitpost is qua kennis en budget. Wij willen laten zien dat er diverse ontwikkelingen zijn op onderhoudsgebied, waardoor je bijvoorbeeld niet het hele gazon hoeft om te frezen en opnieuw in te zaaien, maar ook kunt herstellen, onder andere door te beluchten
of verticuteren.” Job Steunenberg van Advanta vult aan: „Traditioneel wordt vooral in het voorjaar geverticuteerd, maar dit is ook in het najaar juist belangrijk, als voorbereiding voor de winter. De hovenier kan deze kennis communiceren naar zijn klant, wat hem ook weer een extra onderhoudsbeurt kan opleveren.” Krijnen stelt dat doorzaaien een belangrijk item is, waarbij het ene mengsel beter geschikt is dan het andere. Advanta staat met twee objecten op de Nationale Gazon Demodag, een grasobject en een bloemen/kruidenobject. Dit laatste sluit aan op de trend van de landschappelijke tuin met veel bloemen om insecten aan te trekken. Er worden twee bloemenvelden gedemonstreerd met prachtig bloeiende eenjarige mengsels met verschillende zaaimomenten.
Staadegaard is dealer van diverse bekende merken onderhoudsmachines
waarvan onder andere Vredo en Eliet aan de demodag mee zullen werken. Staadegaard gaat met drie thema's naar de Nationale Gazon Demodag, namelijk herstel, beluchten en robotmaaien. Beluchten komt steeds meer in de belangstelling te staan als techniek om de kwaliteit van het gazon te herstellen. Een andere belangrijke techniek is doorzaaien. Een duidelijke trend is dat machines die in eerste instantie voor sportvelden worden ontwikkeld, ook steeds meer voor de particuliere tuin beschikbaar komen. Ook de robotmaaiers zijn in de particuliere tuin sterk in opkomst, waarbij de juiste afstelling van belang is om bijvoorbeeld geen ongewenste grassen in het gazon te krijgen.
Gastheer Kuypers belicht zowel aanleg als onderhoud van gazons. Jos Verbeek: „Een goede grondbewerking is heel belangrijk. Je ziet dat hoveniers de aanleg
wel goed doen, maar als er later problemen ontstaan, weet men niet wat men moet doen. Er wordt bijvoorbeeld geen bodemanalyse gedaan. Daarnaast verslapt het onderhoud op den duur. Ook is er weinig kennis van zaken als rooddraad dat nu veel voorkomt.” Kuypers demonstreert ook de verschillende soorten graszoden zoals de big slabs, grasrollen en blokzoden. „Hoveniers zijn hier niet altijd mee bekend. Bij de big slabs speelt het ergonomisch aspect een belangrijke rol. Dankzij de elektrische kruiwagen zijn deze heel eenvoudig te leggen, zonder dat de hovenier zelf hoeft te tillen.” Verbeek vindt het ook belangrijk om het belang van gras te benadrukken en de voordelen ten opzichte van bestrating en kunstgras te laten zien. „Gras is duurzaam, zorgt voor zuurstof, het is veilig en verkoelend en geeft een prettig gevoel. En het ruikt lekker als het net gemaaid is.” <
Gebreken in de border
structuurproblemen en voedingstekorten Voedingstekorten ontstaan door
Structuurproblemen kunnen de
Oplossing border bemesten met
Oplossing Terra-Fertiel door de toplaag
niet, onvoldoende of eenzijdig te bemesten. Door het tekort aan voedingselementen kunnen planten zich niet goed ontwikkelen en zijn ze gevoelig voor gebreken, ziekten en plagen.
Myco-Siertuin voor de juiste voedingsstoffen en het stimuleren van de wortelgroei.
oorzaak zijn van gebreksverschijnselen en ziekten in de border. De lucht- en waterhuishouding zijn niet op orde en hierdoor kunnen de planten voedingsstoffen niet goed opnemen.
werken om de bodemstructuur te verbeteren en het bodemleven te activeren.
Waarom Terra-Fertiel in de border? Terra-Fertiel is een bodemverbeteraar op
basis van nuttige schimmels, bacterĂŻen en gisten. Het activeert belangrijke bodemprocessen zodat omzetting van organische stof en natuurlijke structuurverbetering optimaal verlopen. geeft optimale groei, vitaliteit en weerstand aan plantmateriaal verbetert de structuur en daarmee de lucht- en waterhuishouding van de bodem voorkomt en heft bodemproblemen op
www.ecostyle.nl
et geschil vloeit voort uit een aannemingsovereenkomst die tussen de partijen tot stand is gekomen, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht de tuin van de consument winterklaar te maken in regie. Na voltooiing van het werk heeft de consument de factuur van de ondernemer onder protest voldaan.
De consument heeft een factuur ontvangen van â&#x201A;Ź335,35 inclusief BTW, die hij vervolgens onder protest heeft betaald omdat hij twijfels had over het aantal door de ondernemer opgevoerde uren. De consument heeft daar uitleg over gevraagd. De ondernemer heeft vervolgens aangegeven twintig minuten te hebben berekend voor het inladen van gereedschap en materiaal en veertig minuten voor reistijd om tuinafval te lossen. In totaal is daarmee â&#x201A;Ź45,76 inclusief BTW gemoeid, een bedrag dat de consument wenst terug te ontvangen. De consument is van mening dat deze kosten hem vooraf gemeld hadden moeten worden. Bovendien zou de onder-
nemer hebben gehandeld in strijd met artikel 35a van de Wet op de Omzetbelasting door een onjuiste en onvolledige factuur te verzenden.
De ondernemer stelt zich op het standpunt al geruime tijd voor de consument te werken en dit altijd te hebben gedaan op basis van nacalculatie, waarop nimmer commentaar is geleverd. Verder vermeldt de ondernemer dat hij nooit voorrijkosten rekent, maar wel de daadwerkelijk gemaakte uren in rekening brengt.
De commissie heeft het volgende overwogen. De ondernemer heeft in regie gewerkt. Het door de ondernemer gespecificeerde aantal uren wordt door de consument niet betwist, evenmin betwist de consu-
ment het door de ondernemer gehanteerde uurtarief. De commissie gaat er derhalve van uit dat de gespecificeerde uren daadwerkelijk zijn gemaakt tegen het in de factuur ook genoemde bedrag. Indien de prijs bij het sluiten van de overeenkomst niet is bepaald, is de consument op grond van artikel 7:752 van het Burgerlijk Wetboek een redelijke prijs verschuldigd. Nog afgezien van het feit dat het aantal uren of het tarief door de consument niet is betwist, oordeelt de commissie ten overvloede dat zowel het aantal uren als het tarief haar redelijk voorkomt. De commissie zal derhalve de vordering van de consument afwijzen. Ten overvloede merkt de commissie op dat er geen sprake is van strijd met artikel 35a van de Wet op de Omzetbelasting nu de factuur als zodanig duidelijk is.
,,
e Cephalaria moet nodig geknipt worden’’, merkt Frank Heiligers op terwijl hij de 6.000 m2 grote showtuin van zijn bedrijf Van Nature in Nuenen laat zien. De C. gigantea loopt inderdaad qua bloei op zijn einde, en Heiligers – door schade en schande wijs geworden – wil voorkomen dat de reuzenscabiosa van zo’n 2,5 m hoog zich rijkelijk uitzaait in de tuin. Heiligers is tuinontwerper en runt samen met twee compagnons een bijzonder bedrijf: een tuinontwerpbureau met een eigen kwekerij én de reeds genoemde showtuin. Ook legt Van Nature de door het bedrijf ontworpen tuinen zelf aan. Met Frank van der Linden, ontwerpend hovenier, werkt Heiligers al twintig jaar samen. Drie jaar geleden is daar Caroline van Heeswijk bijgekomen. In Nuenen runt zij de kwekerij, op vrijdag en zaterdag helpt Heiligers haar daarbij. In totaal worden er een paar honderd – Heiligers
schat zo’n vier- tot vijfhonderd – verschillende vaste planten en siergrassen gekweekt. Die zijn allemaal bestemd voor de tuinen die de twee Franks ontwerpen. ,,We kweken onze eigen voorraad’’, legt Heiligers uit. Dat heeft een aantal redenen, waarvan de belangrijkste is dat de ontwerpers hierdoor zeker weten dat het sortiment dat ze willen toepassen ook voorradig is. Met name bij bijzondere soorten, zoals Baptisia alba, Asclepias incarnata ’Cinderella’, Dalea purpurea en Pycnanthemum virginicum, is dat een prettige wetenschap. De kwekerij zijn ze aan het uitbreiden met bomen, ,,maar dat staat nog in de kinderschoenen’’, zegt de ontwerper.
Daarnaast is Heiligers ervan overtuigd dat hij betere beplantingsplannen maakt door het zelf kweken van planten. ,,Door
het proces van opkweken tot uitplanten leer je planten heel goed kennen.’’ Het vermeerderen van planten gebeurt door te zaaien, te stekken en ze uit een moederbed van de showtuin te halen. ,,Pas als je een plant uit de grond haalt, leer je hem helemaal goed kennen.’’ Als voorbeeld noemt Heiligers Panicum, een oersterke plant die blijft gedijen onder extreme omstandigheden. Een plant ook met heel fijne wortels en een oppervlakkige wortelaar. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Sanguisorba, die vlezige wortels heeft en zodoende meer ruimte in de grond opeist. ,,Ook kunnen we zelf ingrijpen in het sortiment’’, zegt Heiligers. Om zichzelf bijvoorbeeld te dwingen niet altijd voor de geijkte soorten te gaan, besluit hij soms een plant niet meer te kweken. Met de favoriete Stachys monieri ’Hummelo’ is dat bijvoorbeeld gebeurd. ,,Dat stimuleert de creativiteit, het helpt me om andere
>
dingen te bedenken.’’ Natuurlijk zitten aan het zelf kweken ook nadelen: de twee tuinontwerpers moeten al in een vroeg stadium anticiperen op wat ze later aan planten denken te willen gaan gebruiken. ,,En dat is soms best moeilijk.’’ Met het maken van goede beplantingsplannen wil Van Nature zich onderscheiden van de concurrentie. Daarom kweken ze niet alleen zelf hun voorraad, ook testen ze de planten in de showtuin om te leren hoe die zich gedragen gedurende het seizoen, over meerdere jaren en in combinatie met andere planten. Dit geldt met name voor nieuwe onbekende soorten. Heiligers koopt regelmatig zaden uit Amerika en probeert die uit in de tuin. Een voorbeeld is de halfheester Amorpha. ,,Die heb ik nog niet bij een klant gezet.’’ Vanwege het mooie geveerde heldergroene blad een aanwinst, stelt de ontwerper, goed te gebruiken naast planten die met hun felle bloeikleuren domineren, Phlox bijvoorbeeld.
Een andere belangrijke reden om de tuin aan te leggen, is dat je er de klanten kunt rondleiden. ,,Planten vanaf een plaatje verkopen, is moeilijk. Mensen moeten
voelen wat beplanting met ze doet.’’ ’Vrijheid en leven’, zo omschrijft Heiligers dat gevoel: ,,Hetzelfde gevoel dat je in de natuur ervaart.’’ De beplantingen van Van Nature hebben een natuurlijke uitstraling. ,,Maar zonder de natuur na te willen maken.’’ Wat Heiligers bijvoorbeeld heeft geleerd door de natuur te observeren is dat geel – een ongewenste kleur bij veel mensen – veel groen nodig heeft. ,,Boterbloemen en paardenbloemen groeien in graslanden, daarom laat ik hier de gele Inula contrasteren met de groene beukenhaag.’’ Dat de beplanting de hoofdrol speelt in de ontwerpen van Van Nature, wil niet zeggen dat Heiligers een tuin helemaal volzet met planten. ,,Veel beplanting heeft ook veel rust nodig, grote ruimtes en heldere structuren’’ Daarom laat de ontwerper de beplanting doorgaans contrasteren met bijvoorbeeld Schellevistegels, beton, strakgeschoren hagen of grote gazons. ,,Contrast geeft rust. Als je alles volzet met planten wordt het heel rommelig.’’ De 6.000 m2 grote tuin is dit jaar zijn derde seizoen ingegaan. Hij ligt ingeklemd tussen spoorrails en een buitenwijk van Nuenen. Vanuit de tot kantoor omgebouwde varkensschuur kijk je over
de tuin uit. Omdat die op een voormalig preiveld ligt dat jaar in, jaar uit is bemest, zit de grond vol met stikstof. De eerste jaren groeide de beplanting dan ook explosief, dit jaar lijkt ze zich te gaan stabiliseren. ,,Daar leer je ook weer van, elk jaar en ieder seizoen brengen weer andere gevolgen met zich mee, zoals de overvloedige regenval van afgelopen voorjaar.’’ In de tuin heeft Van Nature verschillende beplantingsplannen verwerkt waarin vaste planten en siergrassen de hoofdrol spelen. Verschillende hagen (onder meer een wolkenhaag van Cornus sericea ’Flaviramea’) en bomen (onder meer Salix, Rhus, Betula en Sorbus) geven structuur aan de tuin. Ondanks de verschillende planten is de tuin wel één geheel door de repititie van planten; vooral grassen als Carex muskingumensis, Deschampsia cespitosa en Molinia caerulea ’Heidebraut’ komen in de hele tuin terug. Opvallende bloeiers zijn momenteel Monarda ’Kardinal’, Veronicastrum virginicum ’Album’, Eupatorium en Asclepias incarnata. Die laatste is een persoonlijke favoriet van Heiligers, vanwege de bloei nu en de prachtige zaaddozen later dit jaar. Van Nature heeft in de tuin met grote groepen gewerkt. ,,Als je in een grote tuin te kleine groepen toepast en te veel verschillende soorten dan wordt het rommeliger.’’
Klanten kunnen in de tuin ook de effecten zien van een meer praktische ingreep die Van Nature in al haar beplantingsplannen toepast. Het bedrijf – dat zelf ook de tuinen aanlegt – gebruikt altijd een mulchlaag tussen de planten: een 10 cm dikke laag van gecomposteerde houtvezels, een compost met nog grove resten. ,,Het onderdrukt het onkruid waardoor je niet meer hoeft te schoffelen en je door de grondverstoring onkruidzaden wakker schudt. Daarnaast stimuleer je het bodemleven én het ziet er netjes uit.’’ Heiligers rekent voor dat hier wel zo’n 200 ton op de tuin ligt. ,,Mensen willen nu eenmaal niet alleen een mooie tuin om naar te kijken, maar ook eentje die onderhoudsvriendelijk is.” <
en langgerekt park met verhoogde plantenborders, aan een kant omzoomd door water. Licht kronkelende schelpenpaadjes voeren de wandelaar door het glooiende park. Behalve een ommetje maken, kun je er spelen, sporten en uitrusten. Het Roockershuyspark in Tuitjenhorn is dankzij de vereende krachten van de bewoners werkelijkheid geworden. „Het park is er echt voor de mensen’’, vertelt de ontwerper van het park Mirjam Bontje uit Tuitjenhorn. Zij is eigenaar van ontwerpbureau De Tuin van Heden en vanaf het begin bij het parkinitiatief betrokken. Toen ze gevraagd werd als ontwerper nam zij bewust de mensen, de toekomstige gebruikers als uitgangspunt. „Ik wilde dat het park recht deed aan allerlei leeftijden en elementen zou bevatten die niet in de omgeving waren te vinden.’’
Wat was de situatie? Een nieuwbouwwijk, aan de noordkant begrensd door een waterloop met aan de overzijde een ruig stuk grond, én een oude belofte van de gemeente om er een park aan te leggen. Maar het park bleef uit. Alleen hondenbezitters benutten het terrein. Tot twee jaar terug vanuit de dorpsraad de vraag werd opgeworpen of het beloofde park er toch niet kon komen. Vanaf dat moment ging het hard. Groendocent Auke de Boer van het Clusius College in Schagen zag er een mooie kans in voor praktijkonderwijs, en zegde toe met leerlingen een fiks deel van de aanleg te verzorgen, Bontje nam het ontwerp voor haar rekening, reclameman Jan van Musscher zette zich in voor de fondsenwerving, en voor de juridische onderbouwing werd de vereniging Roockershuyspark opgericht.
Met succes. Er ligt nu een park met water en spelen in de hoofdrol. Aan de zuidzijde situeerde de ontwerper bij het breedste deel van de waterloop een bootaanlegplaats met daarnaast een visplaats. Aangrenzend hiervan ligt de ecologische oever die het grootste deel van de waterloop omrandt. Natuurspelen stond voorop bij Bontje: „In de wijk wonen veel jonge gezinnen met een niet al te grote tuin. Ik wilde geen aangelegde speeltuin, maar een park waar kinderen zelf zouden kunnen ontdekken. Rommelen langs de waterkant, varen met een bootje, aanleggen, vissen.’’ De oevers pakte Bontje als eerste aan. De oorspronkelijke taluds liepen loodrecht naar beneden en brokkelden af. De oevers werden schuiner afgegraven. Hierbij moest rekening worden gehouden met de stroomprofielen. Voor
>
de benodigde kennis en materieel zocht de ontwerper de samenwerking met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. „Zij wilden graag meedoen, omdat ze zich wat groener wilden profileren.’’ Zo ging het gaandeweg het ontwerp- en uitvoeringsproces steeds, merkte Bontje: „Elke keer als we iemand nodig hadden, vonden we hem ook. Iedere keer een win-winsituatie.’’ Behalve de ecologische oevers ontwierp Bontje ook een klein speelwater. Die vormt samen met een tokkelbaan het centrale middendeel van het park. Bontje omgaf dit speelgedeelte met taluds en bomen. Op de heuveltjes langs de noordrand zette zij heesters, en aan de zuidkant vaste planten. De leerlingen van het Clusius College namen het plantwerk voor hun rekening. Ook maakten zij de schelpenpaden en hielpen ze bij de aanleg van de ecologische oevers. De heuvels met beplanting, en die van de tokkelbaan zelf, zijn opgeworpen met grond die vrij kwam bij het vergraven van de oevers. Het is dikke klei, dus Bontje verbeterde de grond onder de vaste planten. Zij plaatste ze in groepen bij elkaar
– vanwege het gemak bij het schoffelen – en componeerde vloeiende lijnen en een speelse opbouw. Andere criteria waar zij op lette waren winterbeeld, sterkte en aantrekkelijkheid voor bijen. Er groeien nu onder andere Nepeta ’Six Hills Giant’, Aruncus dioicus en Aster novi-belgii.
Ook de heesters en bomen van het Roockershuyspark zijn deels uitgekozen vanwege hun aantrekkelijkheid voor bijen en vlinders. Soorten als Viburnum opulus ’Compactum’, Buddleja davidii ’Nanho Blue’ en Spiraea x cinerea ’Grefsheim’ gingen in grote aantallen de borders in. Bij al haar ontwerpen werkt Bontje het liefst met inheemse planten die passen bij het gebied. Zo heeft zij qua bomen die soorten aangeplant die al in het omliggende landschap voorkomen, bijvoorbeeld Spaanse aken, knotwilgen en elzen. „Contact maken met de omgeving, doorkijkjes creëren, zodat het lijkt alsof het allemaal bij elkaar hoort.’’ Aan de oostkant kwam een bijzonder element: een fruitheuvel in de vorm van
een halve maan. Bontje pootte er samen met de basisschool bessenstruiken en appelbomen. „Normaal leren kinderen dat ze niet van besjes mogen eten in het wild; hier kunnen ze ze gewoon proeven.’’ Het natuureducatieve aspect zette zij strategisch in bij het overtuigen van de politiek van het nut van het park. Het vlakke middendeel van het park, naast het speelgedeelte, ontwierp Bontje als veld waar je kunt volleyballen en jeu de boulen. De plek is multifunctioneel: ook een midzomernachtconcert is een optie. Voor de toekomst hoopt Bontje dat het Roockershuyspark zal groeien. Qua speelelementen bijvoorbeeld: zo kan de natuurspeelplek worden uitgebreid met ter plekke gevlochten wilgentenen, of met een omgewaaide boom om op te klauteren. Groeien in omvang is ook een wens van Bontje en companen. Zo koesteren zij ideeën om het naastgelegen akkerland bij het park te trekken. „Het is al in de week gelegd bij het waterschap. Als je creatief denkt, kun je best partners vinden om dingen voor elkaar te krijgen.’’ <
rwin Straalman en Hanneke van Nuland leerden elkaar kennen tijdens hun studietijd. Zij volgde de opleiding voor bloemist, hij die voor hovenier. Nadat Straalman enkele jaren als hovenier had gewerkt, besloot het stel een bloemisterij te beginnen. Er volgden 25 succesvolle jaren, waarna ze besloten om het roer drastisch om te gooien. In Bretagne – „we werden meteen verliefd op deze regio’’ – kochten ze een terrein van 1 ha met daarop verschillende gebouwen die dicht tegen de weg liggen. In 2010 verhuisde het stel. In eerste instantie wilden ze op het geheel open terrein een camping beginnen, maar berekeningen maakten al snel duidelijk dat daar in de zomerperiode te weinig geld mee te verdienen viel. Ze besloten om van een klein gebouw een vakantie-
woning te maken. Van Nuland: „Daarmee kunnen we jaarrond geld verdienen. Het hele terrein bleef daardoor beschikbaar om er inspiratietuinen te realiseren. Een lang gekoesterde droom.’’ Tijdens het opknappen van de gebouwen smeedden de twee plannen hoe die tuinen eruit moesten zien. „Je moet eerst goed de woonruimtes ervaren voordat je met die tuinen kunt beginnen”, legt Straalman uit. Het tuinontwerp volgde echter snel en opmerkelijk genoeg werd dat in één keer uitgewerkt. Slechts in details kwamen er later aanpassingen. Centraal in het tuinplan ligt een hoofdlijn die haaks staat op het middelste en hoogste gebouw. Een huisje van meer dan tweehonderd jaar oud dat er van binnen nog geheel authentiek uitziet. Dit is nu de Salon de Thé met aansluitend
terrassen in de theetuin. Na een tuinbezoek vindt hier het napraten plaats. Precies op deze dieptelijn ligt ook de langwerpige jeu-de-boules-baan en aan het einde de halfronde theatertuin. Links en rechts van de lijn liggen de andere thematuinen. In eerste instantie waren er ideeën voor wel vijftig thema’s, het werden er uiteindelijk zeventien. „Maar er is nog ruimte voor uitbreiding.’’ Tijdens het uitwerken van het gehele plan berekende Straalman per tuin hoeveel ruimte er ongeveer voor nodig was. Daarna werden de ruimtes zo op elkaar aangesloten dat ze via één routing allemaal te bezichtigen zijn. „Waarbij we het belangrijk vonden dat de sferen elkaar afwisselen, een drukke tuin wordt gevolgd door een rustige tuin.’’ En de ruimtes onderling zijn >
gescheiden door circa 2 m hoge wanden. Soms in de vorm van een haag, soms gemaakt van dode materialen als staal of - later aangesmeerde - baksteen. Behalve over de vlakverdeling werd vooraf ook goed nagedacht over het grondverzet. Straalman bekeek per tuin wat er aan extra grond nodig was. Soms waren terpen gewenst voor hagen, om sneller resultaat te krijgen. Om die reden zijn ook de borders in de witgrijze tuin naar achter toe opgehoogd. In de theatertuin kwamen trapsgewijze ophogingen als ’tribune’ en golvende heuvels geven de duintuin een zo natuurlijk mogelijk uitstraling. Straalman: „De uiteindelijke optelsom van de hoeveelheid grond maakte duidelijk hoe groot de inhoud van de zwemvijver kon worden.’’ Het ontwerpen en het invullen van alle ontwerpen deden Straalman en Van Nuland samen. Van Nuland was vooral van de gedetailleerde invulling, Straalman van de onderlinge verhoudingen tussen de ruimtes. De bedoeling was uiteraard om publiek te trekken en in 2014 gingen de tuinen
officieel open. Inmiddels wordt de tuin druk bezocht door mensen uit alle windstreken. „Ook door vakgenoten, wat ons bijzonder blij maakt.’’ Artikelen in Franse tuinmagazines zitten eraan te komen, fotografen hebben al een en ander vastgelegd.
Les Jardins de Kerfouler ligt niet ver van de Bretonse kust, het bekende Île de Batz ligt op circa 30 kilometer, plus een kleine boottocht. Het eiland staat bekend om de warme golfstroom waaraan het ligt. De hele omgeving geniet mee van dit bijzondere natuurfenomeen, het klimaat is hier subtropisch te noemen. Straalman: „De klimaatwisselingen zijn hier minimaal en de winters vallen heel laat in en zijn kort. Een paar graden vorst kunnen we krijgen, maar altijd van korte duur. Meest bijzondere is dat het groeiseizoen hier twee tot drie maanden langer duurt dan in Nederland. Daarom heeft onze tuin nu al zo’n volwassen uitstraling en hebben veel planten een periode van herbloei.’’
Extra werk betekent dat wel. Onkruid groeit langer door en hagen moeten vaker worden geknipt. „Vanaf het begin goed bijhouden dus.’’ Wie door de tuinen wandelt, komt een grote diversiteit planten tegen. Veel is afkomstig uit de zuidelijke continenten. De zware leemachtige grond waarin ze groeien werd wel geregeld aangepast. „Planten die dat nodig hebben, kregen extra compost en goede aarde mee. Dat bestelden we bij professionele bedrijven. Compost van bijvoorbeeld de gemeente bevat vaak te veel onkruidzaden.” De tuinen vormen geen uitzonderlijke attractie binnen de regio. Die kent tal van andere tuinen én kwekerijen die zeer de moeite waard zijn en de contacten onderling zijn sterk. Veel planten komen ook van regionale kwekers. Van Nuland: „Gepassioneerde mensen met bijzondere collecties, soms maar twee of drie exemplaren per soort, maar altijd met een verhaal.’’ De planten waarvan grote groepen zijn aangeplant en ook de vele hagen komen voornamelijk uit Nederland. <
media
BORSTELEN MET ELKE LOADER
ONKRUIDBORSTEL www.becxmachines.com info@becxmachines.com tel: +31 (0) 13 513 1140
inds 2015 is de Europese Verordening Invasieve Uitheemse Soorten van kracht. Het doel van de verordening is het voorkomen en beheersen van schade aan de inheemse biodiversiteit en ecosysteemdiensten door invasieve exoten. Centraal in deze verordening staat de lijst van verboden soorten. Inmiddels hebben veertien planten de procedure doorlopen; daarvoor geldt vanaf 3 augustus een verbod. Het gaat om zeven landplanten en zeven waterplanten (zie kader). De Unielijst is een dynamische lijst. Op basis van risicobeoordeling kunnen soorten aan de lijst worden toegevoegd of ervan afgehaald worden. Zo circuleren momenteel nog twee lijsten met aanvullende soorten die mogelijk ook verboden worden (zie kader). Wat aan deze lijsten opvalt, is dat sommige planten voor Nederland (vooralsnog) geen probleem vormen. Neem bijvoorbeeld Pueraria lobata (kudzu), een klimplant die vooral gedijt wanneer het zomers boven de 27°C wordt en er jaarrond meer dan 1.000 mm regen valt. Ook komen de twee soorten berenklauwen (Heracleum persicum en H. sosnowskyi) nog niet voor in Nederland. Elk EU-land kan soorten voordragen. Een soort die door landen in Zuid-Europa als invasief wordt gezien, kan hierdoor ook in Noord-Europa worden verboden. Volgens de verordening moeten de soorten van de lijst door alle lidstaten worden aangepakt. Voor de exoten geldt een volledig verbod op invoer, verkoop, teelt en toepassing of gebruik. De redenatie hierachter is dat invasieve exoten zich niets aantrekken van landsgrenzen, bovendien zijn de huidige maatregelen van de lidstaten afzonder-
lijk te gefragmenteerd en niet-effectief. Wanneer een land een bepaalde soort bestrijdt en het buurland doet niks, dan heeft het immers weinig zin.
Op de lijsten staat een groot aantal soorten die geregeld in beplantingsplannen worden toegepast. Van de eerste lijst zijn dat bijvoorbeeld Lysichiton americanus en Eichhornia crassipes en in mindere mate de heester Baccharis halimifolia. Van de aanvullende lijsten zijn dat onder meer Acer negundo, Lupinus polyphyllus, Pennisetum setaceum, Ailanthus altissima en Cornus sericea. Begin dit jaar zijn de lijsten (met de destijds voorgedragen soorten) door branchevereniging VHG daarom voorgelegd aan de leden. Daar is echter geen enkele reactie op gekomen, zegt directeur Egbert Roozen. Zijn verklaring: ,,Voor hoveniers en groenvoorzieners betekent het verbod op planten een andere sortimentskeuze in de aanleg van projecten, waardoor het probleem voor onze branche minder groot is. Het grootste pijnpunt zit met name bij de kwekers, de handel en de (gebieds)eigenaren.’’ De branchevereniging gaat vooralsnog daarom niet in het verweer tegen de lijsten, aldus Roozen. De verboden planten zullen dus domweg niet meer beschikbaar zijn op de markt en hoveniers en ontwerpers zullen daarom alternatieve planten moeten kiezen. Anders ligt het voor beheerders en eigenaren van terreinen waar de verboden planten zich hebben gevestigd. Enerzijds zullen zij de planten moeten elimineren en wanneer dat onbegonnen werk is – neem de reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) of reuzen-
balsemien (Impatiens glandulifera) die op de tweede lijst staan – dan moet er een plan worden opgesteld om de plant te beheersen om verdere verspreiding te voorkomen. Op initiatief van het ministerie van Economische Zaken is eerder al een focusgroep ’Eliminatie en Beheer’ in het leven geroepen. Daarin zitten onder meer de Unie van Waterschappen, het Team Invasieve Exoten van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit), diverse terreinbeheerders en verschillende provincies en gemeenten. Die laatste zijn via een oproep van Vereniging Stadswerk bij de werkgroep gekomen. ,,Met name om ervaringen uit de beheerpraktijk in te brengen’’, stelt Anneloes Voorberg, beleidsmedewerker bij Vereniging Stadswerk. ,,Wat het ingewikkeld maakt, is dat sommige soorten regionaal een probleem vormen, waardoor gemeenten met heel verschillende problemen kampen.’’ Ook is nog niet helemaal duidelijk wie nu waarvoor precies verantwoordelijk is, zegt Voorberg. ,,Ook dat is onderdeel van het proces in de focusgroep, om dat duidelijk te krijgen.’’
Wat de veertien planten betreft die vanaf deze maand verboden zijn, is de NVWA aan zet. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken maakt zij samen met experts eliminatie- en beheerplannen voor de soorten op de Unielijst. Afhankelijk van de soort schuift een of meer van de bovenstaande partijen aan. Daarbij wordt de hoogste prioriteit gegeven aan de voor Nederland risicovolle soorten die al in de natuur aanwezig zijn,
maar nog wel te elimineren zijn. ,,Hierbij kan gedacht worden aan struikaster (Baccharis halimifolia) of kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides)’’, aldus een woordvoerder. De plannen moeten over achttien maanden, begin 2018, klaar zijn. Overigens worden wat kleine waterteunisbloem betreft al maatregelen getroffen. Zo is in het Convenant Waterplanten (2010) afgesproken dat deze soort door de bedrijven die het convenant hebben ondertekend, niet meer aan consumenten wordt aangeboden. Dit geldt ook voor Hydrocotyle ranunculoides, Ludwigia grandiflora en Myriophyllum aquaticum die op de eerste lijst staan. De volgende categorie bestaat uit soorten waarvoor geen eliminatie maar alleen nog beheersing mogelijk is,
zoals waterwaaier (Cabomba caroliniana), verspreidbladige waterpest (Lagarosiphon major) of waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora). Soorten die hier nog niet voorkomen maar belangrijk zijn om snel aan te pakken en te elimineren om toekomstige vestiging te voorkomen, zoals Perzische berenklauw (Heracleum persicum), komen hierna. De laagste prioriteit hebben die soorten waarvan het onduidelijk is of ze zich in Nederland kunnen handhaven, verspreiden en schade veroorzaken zoals kudzu. Zodra de plannen klaar zijn, worden ze door de NVWA beschikbaar gesteld voor download. Vooralsnog adviseert de autoriteit om een verboden plant volledig te verwijderen en mee te geven met het groenafval. <
e WK1200 onkruidverhitter van Mixfill+ is een machine die onkruid bestrijdt met infraroodstraling. Twee brander-units zorgen voor een temperatuur van 400°C onder een stralingsplaat. Door deze hoge temperatuur worden de celwanden aangetast, met als resultaat dat de plant doodgaat. In de brander-units pompt een brandstofpomp dieselolie, vanuit de brandstoftank, naar de brander. Hier wordt de dieselolie volledig verbrand en laat geen roet of andere onverbrande delen achter. Onder de brander-units zitten twee stralingsplaten. Dit zijn geperforeerde stalen platen die roodgloeiend worden. Na het inschakelen van de twee branders zal de temperatuur onder de stralingsplaten oplopen tot de gewenste temperatuur van 400°C. Deze temperatuur en ook de omgevingstemperatuur rondom de branders worden op het display van de chauffeur getoond.
De brandstofpomp werkt op een 12 of 24 Volts-circuit. De brander-units werken met 220 V. Voor het opwekken van 220 V wordt het voertuig uitgerust met een omvormer die 12 V omzet naar 220 V. Aan de voorzijde van het voertuig zijn aansluitpunten voor deze elektriciteitsvoorziening geplaatst. De dieselolie die nodig is voor 1 dag werken zit in twee tanks op de machine. Deze twee tanks zijn met elkaar verbonden, waardoor het niveau in beide tanks gelijk is. De unit kan makkelijk op- en afgebouwd kan worden, waardoor het voertuig ook voor andere werkzaamheden kan worden gebruikt. Wanneer op je eigen bedrijf een dieselopslag aanwezig is, kun je tanken vanuit je eigen voorraad en dit kan ook een voordeel opleveren ten opzichte van een installatie die werkt met gasbranders.
3DTUIN Designer
DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN
'
Maak de tuindroom
systems
van uw klant werkelijkheid!
URENBRIEF
HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !
✔
Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%
✔ ✔
www.timin.eu info@timin.eu
Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp
STAMGEGEVENS
TE DOEN KLANTEN
www.buiterbeton.nl www.3dtuindesigner.nl
FACTUUR MEDEWERKER
Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag
Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl
www.foreestgroenconsult.nl
ECOLAT ECOPIC kunststof randafwerking
voor vijver/border/tuinpad
Daktuincentrum
• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels
Alles is op voorraad!
1 Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl e
verdeler Nederland www.stabu.com kunststof en techniek voor groen - infra 0499-575715
Tel. Web. E-mail
0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl
zaden van inheemse planten en kruidenmengsels
â&#x2013;
ntwerp O Academie
W
e
ensoterra is een vochtmeetsysteem voor de bodem dat gebruikt wordt in de landbouw, maar ook geschikt is voor de groenvoorziening, met name bij de monitoring van bomen. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden door boomverzorgingsbedrijven voor hun eigen bedrijfsvoering of door beheerders om hun opdrachtnemers te controleren. Het systeem bestaat uit één of meer sensoren en een klein kastje voorzien van een zonnepaneel, de ’gateway’. De sensoren staan in de grond bij de te monitoren bomen en meten op gezette tijden het vochtgehalte in de bodem. Ze geven dit door aan de gateway die de gegevens vervolgens online zet
Systemen die het vochtgehalte in de bodem meten zijn niet nieuw. Denk maar aan het destijds revolutionaire project van BSI Bomenservice op het Zuidplein in Amsterdam (2004), waarbij de bomen vanuit Baarn gemonitord werden (en worden). Delta Aqua, het draadloze sensorsysteem van TSD is ook al een jaar of 5 op de markt en meet naast het vochtgehalte ook de temperatuur. Het grootste verschil met deze systemen is dat Sensoterra de gegevens én draadloos én online doorgeeft. De vochtsensoren op het Zuidplein zijn bedraad en de sensoren van Delta Aqua zijn weliswaar draadloos, maar moet je ter plekke uitlezen met een PDA. Een draadloos systeem is makkelijk aan te leggen. Bovendien kun je de apparatuur na verloop van tijd weghalen en op een ander project gebruiken. Tegelijkertijd is het handig om de gegevens online uit te lezen. Je kunt zo immers voorkomen dat je uren verspeeld door een project te bezoeken om water te geven, terwijl dat niet nodig is. Bovendien zorgt het ervoor dat je de aanplant wél bezoekt als het wél nodig is. En met het besparen van uren en het voorkomen van inboet is een investering in apparatuur snel terugverdiend. <
De grenzen tussen binnen en buiten vervagen meer en meer. Het Zuid-Afrikaanse zitzakkenmerk vetsak speelt in op deze trend met de Free collectie. Op deze zitzakken kan je door de waterafstotende, kleurvaste en robuuste stof ook buiten zitten. Door het modulaire design kan je de
hoezen gemakkelijk verwisselen en uitwassen. De collectie omvat twee maten zitzakken, een FootSak en een Noodle in de kleuren grijs en beige. De zitzakken zijn gevuld met het Hybrid Memory Foam. Rits de hoes los en je kan hem zo in de wasmachine uitwassen.
Stihl presenteert twee nieuwe profesionele bosmaaiers. De FS 360 C-EM en FS 410 C-EM zijn standaard uitgerust met de Stihl M-Tronic technologie. Het motorsturingssysteem garandeert dat de 2‑MIX motoren altijd op optimale kracht werken, ongeacht de omgevingstemperatuur, de hoogte of de bedrijfstoestand. Dankzij de Stihl ErgoStart vergt het starten van de bosmaaiers slechts een minimale inspanning. Handige details zoals het antivibratiesysteem en de gereedschapsloze handgreepinstelling zorgen voor een professioneel niveau van bedieningsgemak.
Husqvarna introduceert de P525D-frontmaaier met cabine en de LC551SP-loopmaaier. De P525D heeft een stille trillingsarme cabine en twee hydraulische aansluitingen voor accessoires aan de voorzijde, LED-werklampen, all wheel drive, kwaliteitsstoel en verwarming. Vanaf € 17.809,09
(excl. BTW) exclusief maaidek. De LC551SP-loopmaaier op benzine heeft een aluminium chassis en velgen, een maaibreedte van 51cm, zes maaihoogten en een grasopvangzak van 65 l. De loopmaaier heeft een adviesprijs van € 949,59 (excl. BTW en met 5 jaar fabrieksgarantie).
Van der Haeghe introduceert de Iseki TLE 3400, een eenvoudige trekker met een vermogen van 29 kW (39 pk). De trekker heeft een 1,5 l driecilinder dieselmotor en hydrostatische transmissie met drie groepen. Met een rijpedaal kies je de rijrichting. De aftakas heeft een 540
www.husqvarna.nl
toeren-stand. Standaard is achter een dubbelwerkend hydrauliekventiel, een extra ventiel is optioneel. De categorie I-hefinrichting tilt 1000 kg. De wielbasis is 1.675 mm. Op z’n kleinst is de trekker 138,5 cm breed en 263 cm hoog. De lengte is 307,5 cm, gewicht 1.245 kg.
DeWalt introduceert naast de bestaande snoerloze grastrimmer en bladblazer de DCM563P1 18V heggenschaar. De DCM563P1 van 3,4 kg wordt aangedreven door een XR 5.0Ah 18V lithium-ion accu, volledig compatibel met het bestaande XR 18V lithiumion accuplatform. De 55cm
geharde, lasergesneden Dualaction zaagbladen met 19mm mesopening blijven langdurig scherp en duurzaam. De heggenschaar is vibratiebestendig en heeft een lange werktijd tot 75 minuten. De variabele trekschakelaar geeft controle en flexibiliteit.
High-end fabrikant van vlonderplanken Esthec introduceert twee nieuwe plankbreedtes voor nog meer ontwerpvrijheid, 72,5 mm (S) en 175 mm (X). Deze sluiten aan op de bestaande plankbreedte van 100 mm (R). De S en R plank zijn samen (inclusief clips) net zo breed als de
Vredo heeft een compleet nieuwe look gegeven aan zijn laatste generatie doorzaaimachines. Deksel en de achterkant van de zaadbak zijn afgerond en er zijn nieuwe ledlampen gemonteerd. Ook functioneel is de machine verbeterd. De nieuwe rondingen van de zaadbak
zorgen ervoor dat het zaad nog gemakkelijker zijn weg vindt naar de nokkenraderen. De aandrijfkast, waarmee de zaaddosering traploos wordt ingesteld, heeft een nieuwe spindel-verstelling, wat kalibreren van de machine gemakkelijker en nauwkeuriger maakt.
BioAktiv Heldere Vijver is een nieuw 100% natuurlijk middel dat meer zuurstof in het water brengt en het leefklimaat voor planten en dieren in vijvers herstelt. BioAktiv Heldere Vijver activeert zuurstofminnende bacteriĂŤn in het water. Hierdoor neemt het zuurstofgehalte in het water toe en ontstaat er een evenwichtige biotoop voor waterplanten en -dieren. BioAktiv Heldere Vijver maakt en houdt groene vijvers helder, bevordert de groei van waterplanten en gaat hinderlijke geuren en de groei van draadalgen tegen.
X plank. Dit biedt mogelijkheden om de drie plankbreedtes te combineren. De complete range van drie plankbreedtes wordt in de markt gezet onder de naam EsthecÂŽ SRX. Het materiaal van Esthec trekt niet krom, is splintervrij, slipvast en voelt op blote voeten comfortabel aan.
Uitgeverij Matrijs bestaat 35 jaar en lanceert daarom Het Nederlands landschap, een tijdschrift over landschapsgeschiedenis. Het blad is voor iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling van het Nederlandse landschap. Het blad is een directe voortzetting van het Historisch-geografisch Tijdschrift en verschijnt in 2016 met drie nummers.
De publicatie Blind Spot bekijkt de relatie tussen kwaliteit van landschap en leefomgeving en het vestigingsklimaat in tien metropolitane regio's wereldwijd. Het onderzoek is een co-productie van Vereniging Deltametropool, Wageningen UR en West8, samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het ministerie van EZ en Staatsbosbeheer.
Hoe ontwikkelen steden zich als de ruimte schaars wordt? Dat is wat Limits: Space as resource onderzoekt aan de hand van twee praktijkvoorbeelden. West-Berlijn kon jarenlang niet uitbreiden vanwege de Muur en Londen is al sinds 1958 begrensd door een ’Green Belt’, open groene ruimte. Het boek beschrijft tot welke innovatieve oplossingen dit heeft geleid.
Slechts een enkeling kent Charles Darwin als plantkundige. Dat is vreemd, want ruim de helft van zijn loopbaan verdiepte hij zich in de wereld van de botanie. De ontdekking van de kruisbestuiving noemde hij zelfs zijn grootste ontdekking. Botanisch filosoof Norbert Peeters biedt nu een bloemlezing van Darwins botanische inzichten en ontdekkingen.
De Veldgids exoten beschrijft ruim honderdvijftig exoten met de meeste impact in Nederland op flora en fauna. Het gaat om planten en dieren die op het land leven, maar ook in zoet en zout water. Denk bijvoorbeeld aan de Amerikaanse vogelkers. Alle aspecten waaronder herkenning, schade, beheer & herkomst komen in deze gids aan bod.
Het boek Bijen geeft inzicht in het bijzondere leven van bijen, hommels en steekvliegen. Verschillende onderzoekers schrijven over hun evolutie, biologie, leefwijze en gedrag. De veertig meest opmerkelijke bijensoorten (van de ca. 20.000!) worden geportretteerd. Daarnaast gaat het boek in op de belangrijke rol die de mens speelt in het voorkomen dat de bij uitsterft.
Koolmezen in de klimroos, hommels op de stokrozen en egels onder de heg. Lees meer over hun leven in Tuindieren verrassend vlakbij en ontdek wat zij en andere tuindieren nodig hebben. Het boek is onderdeel van de serie natuurgidsen ’Verrassend vlakbij’ van KNNV Uitgeverij. De andere delen zijn ‘Vogels’ en ’Vlinders & Libellen’.
Moestuin en siertuin in één. Dat kan ook met een kleine tuin of balkon. Een kleine eetbare tuin geeft tien tot in detail uitgewerkte ontwerpen daarvoor. Daarnaast bevat het een losse plantenlijst als keuzewijzer, met meer dan tweehonderd soorten eetbare vaste planten (incl. informatie over grondsoort, groeiwijze en toepassing in de keuken).
6 bij 10 m, dat is de gemiddelde grootte van een achtertuin. In '30 tuinontwerpen' laten bekende tuinontwerpers zien dat je op dit formaat een verrassende en inspirerende tuin kunt aanleggen. De tuinen zijn onderverdeeld in de categorieën 'Groen', 'Lef', 'Oer' en 'Speels’. Elke tuin is rijk geïllustreerd met foto’s van Maayke de Ridder en voorzien van een plattegrond.
De Amerikaanse Thomas Rainer en Claudia West - hij landschapsarchitect, zij werkzaam bij North Creek Nurseries - leggen in dit boek uit hoe planten in de natuur samenwerken en hoe je deze kennis kunt gebruiken voor het ontwerpen van landschappen die veerkrachtig, mooi en gevarieerd zijn en functioneren als natuurlijke plantgemeenschappen.
De Britse landschapsarchitect Ashley Penn heeft voor Living roofs particuliere daktuinen van over de hele wereld verzameld (New York, Londen, Milaan, Berkeley - Californië). Van weelderige bloementuinen tot minimalistische ontwerpen, ze laten stuk voor stuk zien hoe je van een dak een stijlvol groen paradijs maakt. Handig: Penn geeft bij elke daktuin de plantenlijst.
In Je tuin beplanten en ontwerpen (in het Engelse verschenen als 'How to plant a garden') beschijft Matt James het complete ontwerpproces van een tuin. Een groot deel van het boek besteedt hij aan de beplantingskeuze. Welke rol spelen hun vorm, kleur, geur en textuur in de tuin? Hoe creëer je eye-catchers en accenten met planten?
Een tuin kan vol staan met planten, maar meestal is het toch de kleur die onze aandacht trekt. In dit boek geeft Nick Bailey, hovenier van de Chelsea Physic Garden in Londen, suggesties hoe je ieder seizoen kleur in de tuin kunt aanbrengen met bijbehorende gedetailleerde beplantingsschema's voor de lente, zomer, herfst en winter.
In dit Duitstalige boek hebben de groenjournalisten Victoria Wegner en Heide Lorey een reeks voorbeelden verzameld van verhoogde borders. Die verschillen in vorm, materiaal en grootte. Behalve inspirerende foto's van het resultaat, beschrijven de twee ook per border hoe je deze aanlegt en waarmee je hem kunt beplanten.
Een ’Oosters’ getinte moestuin is kleiner en verfijnder. Er is meer aandacht voor elke fase van de plant. In dit boek beschrijft de Vlaamse kweker Peter Bauwens van De Nieuwe Tuin Oosterse technieken, groenten, kruiden en smaken. Het boek bevat tuinplannen, informatie over materialen en originele ideeën voor meer tuin.
Theetuin is een rijk geïllustreerde gids waarin het kweken, oogsten en verwerken van veertig ’theeplanten’ centraal staat. Het gaat dus niet om ’zwarte thee’ van de theestruik ( ) maar om vaste planten, eenjarigen en heesters die gewoon in de tuin kunnen groeien. Daarnaast biedt het boek veel inspiratie voor het inrichten van een theetuin.
Nationale Gazon Demodag 21 september 2016
machines bodem
maak een rondje gazonherstel gras
water
voeding Jaarlijkse praktijkdag voor hoveniers en groenbeheerders doorlopend programma van 9:00 - 17:00 uur gratis toegang (normaal EUR 15,-) na voorinschrijving op:
www.nationalegazondemodag.nl locatie: Kuypers Graszoden | Gijzelsestraat 18 | 5074 RS Biezenmortel
„Dit is een van de vasteplantenborders op kleur in Kijktuinen Nunspeet. We hebben borders in onder andere wit en grijs, geeloranje-rood en zoals hier roze, blauw en paars. Daarnaast zijn er ook tuinen met thema's als grassen, schaduwplanten, water en zelfs een rotstuin.”
„Tijdens mijn studie in Boskoop raakte ik besmet met het virus voor kruidachtige planten. Al snel puilde mijn achtertuin uit van de planten en nieuwe materialen. Toen ook de tuin van mijn schoonouders vol raakte werd het tijd om een plek te vinden waar ik alles kwijt zou kunnen. Van de gemeente Nunspeet kon ik twintig jaar geleden 2 ha. grond overnemen.”
„We begonnen op het maisveld met een schuurtje wat al snel te klein werd en een aantal tuinen die geïnspireerd waren op Engelse tuinen. Iedere tuin kreeg een eigen thema of sfeer mee. Na tien jaar waren de kijktuinen aangelegd. Inmiddels hebben we 3 ha. grond bijgekocht om uit te breiden. Zo is er nu een maisdoolhof met een educatief tintje en een blotevoetenpad met modder, grind en omgevallen bomen om jongeren te interesseren in natuur en tuinieren.’’
„Het tuinpubliek vergrijst. Ik geef regelmatig lezingen aan tuinclubs en de gemiddelde leeftijd loopt op. Jonge gezinnen tegelen hun tuin vol met slechts ruimte voor een
klein boompje of struik. We proberen jongeren wel te interesseren door schoolreisjes en verjaardagsfeestjes in de Kijktuinen te organiseren. We krijgen ook veel bezoek van AOC’s en vakscholen uit het buitenland omdat de docenten het ook belangrijk vinden om jongeren te interesseren voor natuur.’’
„We willen nog graag een nieuw gebouw plaatsen met een voorlichtingsruimte en een restaurant. Moestuinieren is sterk in opkomst en we verbouwen zelf ook voldoende groenten om in het restaurant te gebruiken voor de lunch. We zoeken nog mensen met groene vingers of een goed idee om het restaurant vorm te geven.’’ <
Tuin en Landschap is op Twitter actief onder de naam @Tuinenlandschap. We zijn op dit medium sinds juli 2009 actief, alweer zeven jaar dus. Inmiddels heeft Tuin en Landschap ruim 4.600 volgers op Twitter. Via dit kanaal plaatsen we voornamelijk nieuwsberichten die op onze website www.tuinenlandschap.nl verschijnen. Daarnaast retweeten we groen nieuws van andere partijen, of twitteren we over live events. Hier vindt u dus vooral het snelle nieuws en korte nieuwsflitsen over bijeenkomsten die we bijwonen.
Op Facebook heeft Tuin en Landschap een trouwe schare 'fans', dat wil zeggen, mensen die onze pagina geliked hebben. In totaal zijn dat er bijna 2.900. Op onze Facebook-pagina plaatsen we vooral 'nice to know'-berichten, dus niet het 'harde' nieuws maar inspirerende berichten, mooie foto's en leuke filmpjes. Overigens heeft Tuin en Landschap ook een apart videokanaal op Youtube waar eigen filmpjes worden gepubliceerd.
Tuin en Landschap heeft op Linkedin 2.660 leden. Dit zijn veelal vakgenoten die lid zijn van de Tuinenlandschap-groep op Linkedin. In deze groep worden regelmatig discussies gevoerd rond actuele thema's, zoals onkruidbestrijding of bezuinigingen op groenbeheer. Leden van de groep kunnen ook zelf discussies openen. Daarnaast kan men vakgenoten vragen stellen over uiteenlopende thema's.
Keurmerk voor duurzame Boomkwekerijproducten Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie. Groenkeur ontwerpt kaders en borgt kwaliteit in de groene sector. Wij maken promotie voor ons kwaliteitslabel op beurzen en congressen. Wij zitten aan tafel bij opdrachtgevers vanuit de overheid waardoor Groenkeur als gunningscriterium wordt opgenomen bij aanbestedingen.
â&#x20AC;&#x2DC;Groenkeur voldoet aan de eisen van maatschappelijk verantwoord inkopen en is het selectiecriterium bij aanbestedingen voor groenvoorzieningen.â&#x20AC;&#x2122;
Stichting Groenkeur Postbus 1010 3990 CA Houten T 030 - 659 5663 E info@groenkeur.nl I www.groenkeur.nl
Oprijvrachtwagens van 7 tot 27 ton Oprij CF 32-90 88 cm laadvloerhoogte 21 ton laadvermogen
VELDHUIZEN heeft een OPRIJ CF ontwikkeld voor transport van zware machines in stedelijke gebieden. Om gemakkelijk machines te laden, wordt zowel de voor- als achteras uitgevoerd met luchtveren. Hierdoor zakt de oprijhoogte naar 45 cm. Bij vervoer van lange ladingen zijn de oprijkleppen horizontaal te vergrendelen. De oprijkleppen zijn uitgerust met stootbalk en verlichting. Zo ontstaat een compacte vrachtwagen waarmee ladingen tot 11 mtr. binnen wettelijke eisen kunnen worden vervoerd.
stand 3.02 Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.nl | info@veldhuizen.nl