TEL 25-2016

Page 1


INZETBAAR


klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-373384

gedrukt


De aanleg van het Nationaal Monument MH17 is op 7 december officieel van start gegaan. Aannemer Krinkels verzet komende weken 22.000 kuub grond om het bomenlint uit het vlakke land te laten oprijzen. Het monument wordt aangelegd in park Vijfhuizen in de Haarlemmermeer. Op het lint worden 298 bomen geplant ter nagedachtenis aan de slachtoffers. In het hart komt een amfitheater en er wordt een gedenkteken geplaatst. V.l.n.r.: Wim de Vries van Krinkels, Sjaak de Ligt, coördinator Stichting Nationaal Monument MH17, landschapsarchitect Robbert de Koning en kunstenaar Ronald Westerhuis die het gedenkteken ontwierp. (Zie pag. 30 en 31)

Misschien is het toeval, maar de laatste weken regent het berichten over bomen en groenwanden die luchtvervuiling in de hand werken. Ja, u leest het goed. Allereerst was er het bericht dat groene geluidswanden luchtvervuiling langs autowegen niet tegengaan, nota bene afkomstig van Milieudefensie. Dat vraagt nadere uitleg. De overheid wil uitbreiding van de A8 tussen Zaandam en Oostzaan compenseren door middel van groene geluidsschermen. Het is echter de vraag of deze de extra luchtvervuiling tegen kunnen gaan. Volgens RIVM en TNO kan het de vervuiling ter plekke zelfs erger maken, doordat „groen de luchtstroom verstoort" (ik verzin dit niet). En dan komt er ook nog een richtlijn, uitgevaardigd door de Britse overheid, waarin gemeenten worden gewezen op het feit dat bomen kunnen bijdragen aan luchtvervuiling. Natuurlijk wisten we al langer dat bomen door tunnelvorming de luchtvervuiling

De eik staat op de nominatie om te worden omgehakt omdat de weg op die plek verbreed wordt en de boom daarbij in de weg staat. Aanpassing van het nabijgelegen viaduct (kosten €3,5 miljoen) vindt Rijkswaterstaat te duur. Volgens de dienst wegen de maatschappelijke baten niet op tegen de kosten. De Bomenstichting is het niet eens met deze conclusie en geeft aan tegen de kapvergunning te zullen protesteren. Volgens de stichting is de boom kerngezond en kan hij nog jaren mee. Ook Stichting Boomfeestdag zegt via crowdfunding actie te gaan ondernemen om de boom te redden. Daarnaast is er een petitie ge-

start met onder meer als argument dat de boom 'er al langer staat dan er auto's bestaan'. Een bericht over de eik op de Facebookpagina van Tuin en Landschap is inmiddels meer dan 10.000 keer bekeken. Ook lokale media, Hart van Nederland en Vroege vogels besteedden aandacht aan de boom.

Rijkswaterstaat heeft laten onderzoeken of de boom kan worden verplant, maar dat blijkt (te) moeilijk. Daarbij is het maar de vraag of verplanten zin heeft. Het is immers grotendeels te danken aan de markante standplaats dat mensen de boom zo graag willen behouden. Bovendien is het de vraag of met verplanten en kappen alle mogelijkheden zijn genoemd. Er wordt in dergelijke moeilijke situaties immers wel vaker maatwerk geleverd door boomexperts (zie ook de column van Hans Kaljee op pag.6).

kunnen vasthouden. Maar de Britse overheid gaat gemeenten daar nog eens extra op wijzen. Op zich niet verkeerd natuurlijk om te zorgen dat gemeenten de juiste bomen aanplanten en liefst ook op de juiste plek. Dus geen bomen met grote kronen in een drukke verkeersader. En liefst bomen met harige in plaats van gladde blaadjes. Als klap op de vuurpijl was er het nieuws dat de 140-jarige Troeteleik, die al sinds jaar en dag op de middenberm van de A58 staat (en er al lang voordat de weg werd aangelegd stond), moet verdwijnen vanwege verbreding van de snelweg. Alles goed en wel, maar laten we één ding niet uit het oog verliezen: niet bomen, maar auto's zorgen voor luchtvervuiling. En voorlopig neemt het aantal auto's en kilometers asfalt alleen maar toe, en lijkt de hoeveelheid groen juist af te nemen. Dat noemen we: het paard achter de wagen spannen.


Uit het onderzoek dat door de Helicon-student van de opleiding Eco & Wildlife studies is uitgevoerd, blijkt dat tuinenbezitters niet of nauwelijks op de hoogte zijn van het effect van chemische bestrijdingsmiddelen op hun tuin, de bodem en de grondwaterhuishouding. De resultaten van het onderzoek komen overeen met eerder onderzoek dat is uitgevoerd door TNS Nipo in opdracht van

Tuinbranche Nederland. Zo'n 30% van de ondervraagden geeft aan bestrijdingsmiddelen te gebruiken, waarbij Roundup van Monsanto het meest wordt genoemd. Als wordt gevraagd of mensen alternatieve middelen gebruiken, blijkt dat vooral veel gebruik wordt gemaakt van schoonmaak- en natuurazijn, spiritus, chloor en groene zeep. Tuinbezitters zien deze middelen als een alternatief voor chemische producten, maar zijn zich er niet van bewust dat deze ook schade kunnen aanrichten aan de waterhuishouding, de bodem en de dieren die erin leven.

Uit het onderzoek blijkt ook dat tuinbezitters onbekend zijn met het bestaan van biologi-

sche bestrijdingsmiddelen. Deze zijn moeilijker te vinden dan chemische bestrijdingsmiddelen en hebben enige voorkennis nodig met betrekking tot hetgeen bestreden moet worden. Volgens de Helicon-student moeten deze middelen dan ook veel meer bekendheid krijgen. Ook moet er meer aandacht worden gegeven aan de effecten van 'huis- en keukenmiddelen' zoals azijn en spiritus. Verder moeten tuinbezitters ervan bewust worden gemaakt dat voor zowel de waterhuishouding en de bodem, als voor de flora en fauna in de tuin preventieve bestrijding beter is dan actieve bestrijding.

Opvallend is dat veel tuinbezitters informatie over bestrij-

dingsmiddelen zoeken. Het meest wordt op internet gezocht (ruim 40%), gevolgd door de bijsluiter of het label (27%). Voor het onderhouden van de tuin wordt informatie vooral ingewonnen uit boeken (30%), gevolgd door een hovenier of tuinman (20%), tv (13%), een app (6%) en Youtube (5%).

Gevraagd of ze een app zouden gebruiken die helpt bij het oplossen van natuurlijke problemen (algen, pesten, plagen) door middel van biologische bestrijdingsmiddelen, zegt ruim 52% ja. Voorwaarde is wel dat de app makkelijk te gebruiken is, gratis is en zonder advertenties. Verder moet de app het probleem in de tuin makkelijk kunnen determineren. <


Artikel 5:42 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek stelt: „Het is niet geoorloofd binnen de in lid 2 bepaalde afstand van de grenslijn van een anders erf bomen, heesters, of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is.“ Anders dan het Juridisch Loket in Tuin en Landschap stelt, geldt niet dat bomen van gemeente of Rijkswaterstaat zonder meer aan de erfgrens mogen worden geplant. Met de wettekst wordt het omgekeerde

bedoeld. Dit artikel geeft juist de particulier de mogelijkheid om heggen, heesters en bomen aan de erfgrens met openbare wegen en wateren te planten. Juist omdat gemeenten dit recht niet hebben, staat in veel gemeentelijke verordeningen de afstand die bomen, heesters en heggen tot de erfgrens mogen staan, kleiner gesteld dan 2 of 0,5 m. Soms is zelfs specifiek voor gemeentelijke houtopstanden de afstand op nihil gezet wat op zich toch lastig kan zijn. De afstand die bedoeld wordt in artikel 5:42 lid 2 BW, wordt namelijk gemeten vanaf het midden van de voet van de boom. Dit zou betekenen dat, als de afstand vanaf het hart van de boom tot de erfgrens nihil is, de rest van de boom over de erfgrens staat. Hiermee zou een gemeentelijke verordening te ver gaan, want daardoor heeft een gemeente voortaan het recht bomen voor de helft op het terrein van de buurman te hebben.

Op weg naar de plantenbeurs GrootGroenPlus richting Zundert zie ik haar opdoemen. De 160 jaar oude eik op het voormalige landgoed Anneville. Ingeklemd tussen vier rijstroken van de A58 omarmt ze met haar breed uitgroeiende, zware takken de rijksweg. Een majestueus gezicht. ‘Zó, die staat de weg mooi te vergroenen, autobestuurders te ontstressen en de lucht te verfrissen’. Voor de aanleg van de A58 zou ze destijds worden gekapt. Het was Peter Derksen (ja, die van Nationale Boomfeestdag) die hier een stokje voor stak. Hij overtuigde Rijkswaterstaat ervan dit levende erfgoed te behouden. Dat was vijfentwintig jaar geleden. Opnieuw dreigt kap voor de eik. De rijksweg moet worden verbreed. Rijkswaterstaat twitterde vorige week: 'Troeteleik op A58 is niet te verplanten en de weg aanpassen kost 3,5 miljoen.' Daar wil ik

Donderdag 8 december nam Jan Hekman symbolisch afscheid van Eco Consult. Officieel eindigt Hekman's bemoeienis met het adviesbedrijf op 1 januari 2017, maar tijdens een kennisbijeenkomst in congrescentrum Belmont in Ede vond alvast een overdrachtsmoment plaats. Hekman droeg het stokje over aan zijn opvolgers Harte Hartlief en Kees van Renswouw. Daarnaast vonden er diverse presentaties en kennissessies plaats rond ecologie, natuurbescherming en de kwaliteit van de openbare ruimte. Het bedrijf vierde tevens haar 20-jarig bestaan.

meer van weten en spit het verplantbaarheidsonderzoek van Rijkswaterstaat door. Verplanten blijkt ingewikkeld, maar niet onmogelijk, zo staat er. Maar waarom lees ik eigenlijk een verplantbaarheidsonderzoek? Mij is nog helemaal niet duidelijk waarom deze eik moet wijken. Loopt Rijkswaterstaat hiermee niet te hard van stapel? Nederlandse boomexperts met civieltechnische kennis, die moet je hiervoor hebben. Zij zijn meesters in het bedenken van innovatieve oplossingen met het behoud van deze icoon. Ze hebben in Nederland voor hetere vuren gestaan. Dus Rijkswaterstaat: omarm de experts, zet ze aan het werk met als opdracht: behoud de eik van Anneville.


In 2007 is afgesproken dat gemeenten vanaf 2015 voor 100% duurzaam zouden inkopen. Het onderzoek laat echter zien dat de tien grootste gemeenten - Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Tilburg, Groningen, Almere, Breda en Nijmegen - zich bij het inkopen van bomen en planten in ruwweg de helft van de gevallen niet houden aan de gemaakte afspraken. Van de tien onderzochte gemeenten geven alleen Den Haag, Nijmegen, Rotterdam en Tilburg aan voor 100% duurzaam plantmateriaal in te kopen. Almere koopt 90% van de bomen en 60% van de hees-

ters en bosplantsoen duurzaam in. Amsterdam koopt slechts 35% van het plantmateriaal duurzaam in. Eindhoven koopt minimaal 50% van de bomen in onder het Keurmerk Select Plant Laan- en Sierbomen. Groningen koopt 80% duurzaam in en Utrecht 70% van alle plantmateriaal en 90% van de bomen. Breda koopt wel plantmateriaal in onder keurmerk, maar niet bekend is om welk percentage het gaat.

Michiel van Geelen, campagneleider landbouw en voedsel van Greenpeace Nederland: „Het is nu bijna tien jaar sinds de gemeenten zich ten doel stelden om 100% duurzaam in te kopen in 2015. Je zou denken dat het nu wel geregeld zou zijn, maar helaas blijkt er weinig terecht gekomen van de gemeentelijke groene voornemens. Groene voorlopers in de sierteelt en de voedingstuin-

bouw, boeren en tuinders, zijn de dupe. Van overheden, die het goede voorbeeld horen te geven, mag je meer verwachten.” Greenpeace roept de Nederlandse gemeenten op om duurzaam inkopen veel serieuzer te nemen, niet alleen op papier maar ook in de praktijk. „Door ambitieuze maar haalbare doelen te stellen en nauwkeurig te monitoren of deze ook daadwerkelijk worden gehaald, kunnen gemeenten en andere overheden een cruciale rol spelen in het verduurzamen van de land- en tuinbouw in Nederland en daarbuiten.” Wat betreft onkruidbestrijding op verhardingen waren negen van de tien gemeenten in 2015 al over op niet-chemische middelen. Voor overige terreinen zijn Groningen, Amsterdam, Nijmegen en Utrecht al geheel over op niet-chemische onkruidbestrijding. Chemievrij beheer van sportvelden is voor

De modelovereenkomsten voor het inzetten van zzp’ers is een hete aardappel gebleken. In de afgelopen periode kwam steeds vaker in het nieuws dat opdrachtgevers de samenwerking met zzp’ers beëindigen vanwege de vraag wat je nu wel of niet mag afspreken. De modelovereenkomst vanuit de Belastingdienst gaf een richting, maar onduidelijkheid bleef en met de datum 1 januari 2017 in zicht werd het zekere voor het onzekere genomen. Totdat staatssecretaris Wiebes van Financiën recent met de mededeling kwam, dat er voorlopig niet gehandhaafd gaat worden. Kwaadwillenden worden uiteraard wel aangepakt. Voor velen was dit misschien een verrassende wending. Is nu alles van tafel? Nee, dat niet. De insteek van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA) blijft overeind, en het is verstandig om de lijn

een aantal gemeenten nog lastig te realiseren.

Staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu heeft op 8 december nieuwe afspraken gemaakt met diverse overheidsorganisaties over duurzaam inkopen. In totaal 62 overheidspartijen en organisaties die publieke taken verrichten hebben hun handtekening gezet onder het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen. Hiermee verplichten zij zich met veel scherpere eisen voor hun inkoop van goederen en diensten. Dijksma: „Nu is het nog te vaak het prijskaartje waar overheden op afgaan. Door nieuwe afspraken krijgen alle overheden nu een middel in handen om bij inkoop van producten en diensten oog te hebben voor mens en milieu. Maatschappelijk verantwoord inkopen moet de norm worden.” <

van de modelovereenkomsten te blijven volgen. De staatssecretaris, of zijn opvolger, zullen hieraan blijven sleutelen totdat het systeem sluitend is. Voor de belangenbehartiging van onze zzpgroenprofessionals, en daarmee ook voor de inhurende branchecollega’s, heeft VHG een verbinding met de zzp-koepel PZO-ZZP. Via die lijn is er rechtstreeks contact met de staatssecretaris om aandachtspunten over de DBA vanuit de groene sector in te brengen. Ook met VNO-NCW en MKBNederland is nauw samen opgetrokken. De uitwerking van de Wet DBA staat nu weer op de politieke agenda. Dit voorbeeld laat zien, dat we samen in staat zijn om het ondernemersgeluid stevig te laten doorklinken in Den Haag.


Populier, haagbeuk en moseik dingen naar de titel Boom van het Jaar 2017. De verkiezing krijgt dit jaar het thema Wegbomen mee. De boomkwekerijsector vestigt hiermee de aandacht op bomen aan te planten langs wegen buiten steden en dorpen.

Jacco van Aert en Robbert de Visser hebben tijdens EuroSkills 2016 in het Zweedse Gotenburg bij het onderdeel Tuinaanleg met 504 punten een medaille voor excellent vakmanschap verdiend.

De Britse Rijksoverheid komt binnenkort met een richtlijn voor lokale overheden om luchtvervuiling tegen te gaan door slecht geplaatste of slecht beheerde bomen. Bladeren en takken remmen de luchtstromen waardoor vervuiling langer onder de boomkronen kan blijven hangen.

AH Vrij – Groen, Grond en Infra heeft de Stigas Gezond & Vitaal Werken Prijs 2016 gewonnen. De tweede prijs ging naar Van der Tol en de derde naar Ter Laak Orchids.

Filip van Noort van Wageningen Universiteit doet onderzoek naar het optimale gebruik van een zelf-watergevende plantenpot die via een app plantenkennis van Wageningse onderzoekers gebruikt. Bestudeerd wordt het gebruik bij potplanten als hortensia en chrysant, en buitenplanten als conifeer en esdoorn.


ZEVENDE EDITIE

TUINPROFESSIONALDAGEN 17 EN 18 JANUARI 2017 GRATIS DEELNAME WORKSHOPS KENNISSESSIES

Door

kennis verbonDen

AANMELDEN VIA DE WEBSITE

www

LOCATIE BURGERS’ ZOO ARNHEM

.tuinprofessionals.nl


it jaar zijn de nieuwe edities van de Naamlijst van houtige gewassen en de Naamlijst van vaste planten uitgekomen. Beide lijsten zijn flink uitgebreid. Dit heeft alles te maken met grote activiteit in veredeling en de internationalisering binnen de boomkwekerijsector. Via de Europese werkgroepen plantennamen van de ENA en de ISU

zijn er vanuit heel Europa plantenlijsten verzameld, waarvan na taxonomische controle de voorkeursnaam en eventuele synoniemen en handelsnamen in de naamlijst is opgenomen. Daarbij zijn natuurlijk ook heel veel nieuwigheden van de Nederlandse markt opgenomen, onder andere door de samenwerking met Stichting Beurshal en Floricode. Ook is er intensieve data-uitwisseling geweest met diverse kwekersrechtbureaus zoals CPVO en de Raad voor plantenrassen. In totaal zijn er ruim 8500 namen van houtige gewassen en ruim 3500 namen van vaste planten toegevoegd. Dit zijn samen 12.000 namen, behorend bij ruim 8000 soorten en cultivars. Doordat steeds meer cultivars naast een cultivarnaam ook nog ĂŠĂŠn of meerdere handelsnamen of synoniemen krijgen, zijn er meer namen dan gewassen. Samen bevatten de beide naamlijsten nu bijna 80.000 plantennamen (voorkeursnamen, synoniemen en handelsaanduidingen) van bijna 45.000 houtige gewassen en 24.000 vaste planten. Het zijn de namen van boomkwekerijgewassen die in Europa en grotendeels ook in de Verenigde Staten worden verhandeld.

Door de intensieve data-uitwisseling met kwekersrechtbureaus zijn er niet alleen veel nieuwe namen van kwekersrechtelijk beschermde cultivars toegevoegd, maar is ook een indicatie van kwekersrechtelijke bescherming aangebracht


in de naamlijst. Met de indicatie PBR (= Plant Breeders Rights) achter de cultivarnaam, is aangegeven dat deze cultivar kwekersrechtelijk beschermd is. Dit staat nu bij meer dan 8000 cultivars aangegeven. Doordat er kwekersrechten bijkomen of kunnen worden stopgezet, moet dit wel altijd worden gecontroleerd bij de kwekersrechtbureaus zelf. Daar staat immers de actuele en wettelijk juiste informatie. Op de internetsite (internationalplantnames.com) staan verwijzingen naar de websites van de officiële registratieautoriteiten. Daar kan worden nagegaan of de bescherming (nog) geldt en voor welke landen en regio’s deze bescherming geldt.

Het is de uitdaging om deze naamlijsten een plaats te geven binnen het spanningsveld tussen wetenschap, wetgeving en praktijk. Enerzijds is het essentieel om internationale wetenschappelijke bevindingen en afspraken te volgen, an-

derzijds moet er in de praktijk goed mee te werken zijn. De afspraak met het bedrijfsleven is om elke vijf jaar weer een nieuwe editie van de naamlijst uit te geven. Hierin worden de namen van het nieuwe handelssortiment opgenomen en worden in ieder geval de hoogst noodzakelijke correcties aangebracht. Elke tien jaar worden tevens de namen aangepast aan nieuwe en breed geaccepteerde taxonomische opvattingen. Dit laatste is voor het laatst gebeurd in 2005 en is daarom in deze editie van 2016 ook gedaan. Na beoordeling en discussie binnen de werkgroepen van de ENA en ISU zijn er zo’n 60 taxonomische naamsveranderingen doorgevoerd. De meesten betreffen veranderingen van gewassen met weinig commerciële waarde. Maar een enkeling is best ingrijpend, zoals de verandering van Sophora japonica naar Styphnolobium japonicum. In dit artikel is een lijst met de doorgevoerde taxonomische wijzigingen opgenomen (zie Tabel vaste planten en houtige gewassen). Daarnaast zijn er di-

verse kleine wijzigingen doorgevoerd als gevolg van spellingfouten of verwisseling van handelsnaam en cultivarnaam. Overigens zijn diverse ingrijpende veranderingen niet doorgevoerd omdat het bedrijfsleven hiervoor nog niet klaar is. Voorbeelden zijn: het opsplitsen van Aster in Symphyotrichum en enkele andere geslachten, het opsplitsen van Eupatorium maculatum en purpureum in Eutrochium, de verandering van Dicentra spectabilis in Lamprocapnos spectabilis en de veranderingen van Chamaecyparis nootkatensis en Cupressocyparis x leylandii in respectievelijk Cupressus nootkatensis en Cupressus x leylandii. Hierbij zijn de nieuwe namen voorlopig als synoniem opgenomen. Vaak worden deze namen al wel gehanteerd door bijvoorbeeld botanische tuinen en kwekersrechtbureaus. Wellicht worden dit in één de volgende versies de voorkeursnamen.

Voor de totstandkoming van de naamlijs-

>


ten zijn er twee werkgroepen naamgeving actief geweest, vanuit de ENA (houtige gewassen) en vanuit de ISU (vaste planten). In beide werkgroepen zitten taxonomen/specialisten en kwekers uit verschillende Europese landen. Door deze samenstelling zijn de naamlijsten wetenschappelijk en wettelijk correct en praktisch werkbaar. Het belangrijkste doel van de lijsten is om internationale uniformiteit te krijgen in de naamgeving van deze gewassen. Het gebruik van ĂŠĂŠn naam in de vorm van de wetenschappelijke voorkeursnaam is daarvoor de basis. Als iedereen deze voorkeursnaam hanteert dan zorgt dit voor een betere communicatie. Daarbij kunnen ook eventuele extra handelsnamen (inclusief merknamen) worden gevoerd, maar altijd in combinatie met de voorkeursnaam. <


<


e naam Silphium is afgeleid van de oude Griekse plantennaam 'Silphion'. Deze naam werd door de oude Grieken gebruikt om een schermbloemige plant aan te duiden. Deze plant, die vermoedelijk tot het geslacht Ferula behoorde, groeide in een smalle kuststrook in het huidige Libië en werd door de Grieken en Romeinen als zeer waardevol beschouwd. Deels vanwege de geneeskrachtige werking (onder andere als anticonceptiemiddel), anderzijds omdat de wortels als smaakstof werden gebruikt. De plant kon echter niet worden gekweekt en raakte, ook door overbegrazing, uitgestorven. Vervolgens gebruikte Linnaeus de naam min of meer willekeurig om het huidige geslacht Silphium mee aan te duiden. De planten van het geslacht Silphium hebben dus niets te maken met de schermbloemige plant van de oude Grieken. Silphium is een geslacht dat bestaat uit circa twintig soorten, waarvan een zevental op (zeer) kleine schaal in cultuur is. Deze komen allemaal voor in oostelijk Noord-Amerika. Het zijn sterke vaste planten, variërend in hoogte van circa 50 cm tot 3 m. De bladeren staan tegenover elkaar en zijn aan de basis om de stengels vergroeid. Daardoor ontstaan er kommetjes waarin regenwater blijft staan. Net zoals bij de kaardebol kunnen insecten hierdoor niet naar boven lopen. De bloemen lijken op die van Helianthus en zijn vrijwel zonder uitzondering geel. De bladeren van S. laciniatum, de Kompasplant, zijn diep ingesneden. De jonge bladeren staan vrijwel verticaal omhoog in rozetten. Ze draaien mee

met de zon, zodat de bladschijven steeds naar het noorden en zuiden gericht staan. De tot 3 m hoge, vertakte bloemstelen dragen heldergele bloemen in augustus en september.

Waarschijnlijk is S. perfoliatum de meest gekweekte soort. Deze tot 2,5 m hoge vaste plant heeft grote ovale bladeren en massa’s gele bloemen op lange stelen. Er is een vorm ('Dixter Form') in omloop die met een hoogte van circa 1,6 m lager blijft en iets grijzer blad heeft. Bloeit eveneens in augustus en september. S. mohrii is met 1 m hoogte een wat lager groeiende soort. De bladeren zijn meer lancetvormig dan bij S. perfoliatum, maar het zijn vooral de bloemen die opvallen. Deze zijn zwavelgeel en bloeien vanaf juli tot begin oktober. Juist door de geringere hoogte, zachtere bloemkleur en lange bloeitijd is S. mohrii waarschijnlijk de meest bruikbare soort. Een andere hoog groeiende soort is S. radula var. gracile, soms onder de naam S. gracile gekweekt. Deze plant kan 2,5 m hoog worden. De stengels zijn ruw behaard en de, eveneens ruw behaarde, bladeren staan vrij ver uit elkaar zodat de plant toch een open structuur heeft. De tot 7 cm grote gele bloemen verschijnen van augustus tot in oktober aan grote, vertakte stengels. Silphium zijn sterk; ze groeien prima in vrijwel iedere grond. Ook zijn ze gezond en prima winterhard. Ze staan bij voorkeur in de volle zon, maar halfschaduw zal ook voldoen. Het zijn prima vaste planten om achter in borders toe te passen. <


nder grote politieke druk heeft staatssecretaris Wiebes op 19 november de werking van de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie) verder uitgesteld. De problemen in de praktijk zijn inmiddels te groot geworden. Ook werkgeversorganisatie VNONCW heeft zich inmiddels tegen de Wet DBA gekeerd. Staatssecretaris Wiebes heeft aangekondigd dat de implementatietermijn van de Wet DBA is verlengd tot 1 januari 2018. Deze verlenging heeft tot doel om knelpunten op te lossen.

De staatssecretaris wil het volgende veranderen: De door de Belastingdienst opgestelde modelovereenkomsten krijgen een verdere toelichting. De begrippen 'vrije vervanging' en 'gezag' worden herijkt zodat zij beter aansluiten bij veranderde maatschappelijke ontwikkelingen. Op sectorniveau wordt een versoepeling van de Wet Werk en Zekerheid mogelijk. De Belastingdienst gaat meer toekomstgericht handhaven. Opzettelijke situaties van schijnzelfstandigheid worden echter wel vanaf 1 mei 2017 bestreden.

Met de maatregelen van 19 november is er eigenlijk nog steeds geen echte oplossing geboden. De staatssecretaris heeft hooguit wat tijd gekocht en de druk van de ketel gehaald door de overgangsperiode met nog eens acht maanden te verlengen tot 1 januari 2018. Waar de praktijk natuurlijk echt behoefte aan heeft, is meer duidelijkheid en meer rechtszekerheid. Zolang daar niets aan verandert, blijven de huidige problemen bestaan. Het wordt de hoogste tijd dat wordt ingezien dat de Wet DBA de verkeerde oplossing is voor een probleem dat de overheid zelf heeft laten ontstaan.

De Belastingdienst treedt pas vanaf 1 januari 2018 handhavend op. De staatssecretaris wil in de tussentijd meer duidelijkheid scheppen en maatregelen invoeren. Ondanks dit uitstel raden wij aan om evengoed uw flexibele schil in

kaart te brengen en waar nodig overeenkomsten aan te passen zodat u gedegen bent voorbereid. De verlenging van de implementatietermijn tot 1 januari 2018 betekent dat de Belastingdienst tot die tijd niet zal handhaven op de Wet DBA en dus geen boetes of naheffingen zal opleggen. Dit geldt echter niet voor 'evident kwaadwillenden'. Vanaf 1 mei 2017 worden die constructies wel bestreden.

De echte oplossing moet komen uit het meer gelijk behandelen van werknemer en zelfstandige, zoals ook bepleit in het IBO-zzp rapport. Zolang er qua arbeidsrecht en fiscaliteit grote verschillen blijven tussen deze twee vormen, zal er altijd spanning bestaan. Duidelijk is wel dat het huidige kabinet deze – inmiddels gloeiend – hete aardappel maar al te graag doorschuift naar een volgend kabinet. <


„Iedere gemeente weet dat natuurlijk groen waarde heeft, voor klimaatadaptatie, voor fijnstof afvangen, voor de gezondheid van de inwoners. Wat we hiermee proberen is te stimuleren dat gemeenten hiermee aan de slag gaan. Op heel veel plekken in Nederland gebeurt er iets. Via deze deal willen we zorgen dat er een soort kettingreactie ontstaat en dat steeds meer gemeenten overgaan op nieuw, natuurlijk groen. We helpen gemeenten daarbij om kleine hobbels te nemen of bewoners mee te krijgen. Ook kunnen we gemeenten die er nog tegenaan hikken, laten zien dat het bij andere gemeenten goed gaat.”

„We zijn vorig jaar officieel gestart met de ondertekening van de green deal. Deze zomer hebben we ons eerste grote wervingsevent gehad en hebben we aanjagers gezocht. Dat zijn bijvoorbeeld hoveniers of bewoners. We zijn nu bezig om de eerste hectaren te gaan inboeken. In Oss hebben ze inmiddels 66 ha toegezegd. Verder is er op Future Green City

een 'side event' van Brabantse gemeenten. In principe is het de bedoeling dat daar zeker 600 ha uitkomt, dus dan zijn we al ruim over de helft. Als ik zie wat er verder loopt aan contacten, dan denk ik dat we de 1.000 ha al ruim voor het einde van het jaar gehaald hebben.”

„Het gaat om nieuwe natuur, maar het hoeft niet te gaan om nieuw groen. Het kan heel goed zijn dat een stuk uitgebreid gazon dat er nu ligt in een gemeente, wordt omgevormd tot bloemrijk grasland, voor de vlinders, voor de bijen, voor de biodiversiteit. Dat mag meetellen als nieuwe stedelijke natuur voor deze green deal.”

„We hebben er een aantal eisen voor opgesteld. Het moet een beetje volume hebben, minimaal 1.000 m2. Het moet voornamelijk inheemse begroeiing zijn. Er moet in het beheer nadrukkelijk rekening worden gehouden met de dieren en planten die daar voorkomen. Het gaat dus niet om een rozenperk, dat is wel groen maar valt niet onder deze green deal. Een stuk plantsoen waar vuilboom, wilg, gelderse roos en andere inheemse struiken in staan, dat past prima in deze green deal.”

„Belangrijk is dat ze in de stad of in de


„We hebben nu met zo'n zestig gemeenten contact, dat is al meer dan we hadden gepland. In het projectvoorstel gingen we uit van 40 gemeenten die allemaal 25 ha zouden aanleveren, dan zit je op 1.000 ha. We gaan daar nu ver overheen. We moeten in 2018 kijken welke gemeenten ook daadwerkelijk die natuur hebben gecreëerd. Maar zeker zo'n stap als nu in Noord-Brabant, waar alle gemeenten door de provincie gevraagd zijn, dat is een hele mooie steun in de rug voor de green deal.”

„De eerste gemeente die al helemaal mee doet is de gemeente Oss. Dat is niet een van de grootste gemeenten in Brabant. Die hebben een gebied van 66 ha tussen Bergen en Oss, dat ze natuurlijk gaan inrichten, ingebracht in deze green deal. Maar ook de vijf grootste Brabantse gemeenten hebben aangegeven dat ze de komende jaren grote delen van de stad natuurlijk willen gaan inrichten.”

stadsrand liggen, we richten ons echt op het bebouwde gebied. Het moet openbaar toegankelijk zijn. Het moet groen zijn voor de biodiversiteit, voor de planten en de dieren, maar zeker ook voor de mensen. Mensen moeten er echt van kunnen genieten. Wil het meetellen, dan moeten er ook echt mensen bij betrokken zijn.”

„We werken met een hele grote en hele goede club samen. NL Greenlabel is de grote trekker van dit project. Verder zitten Regelink Ecologie en Landschap, de VHG en de Vlinderstichting erbij. Deze vier trekken het project. Daarnaast is de deal ondertekend door onder andere het ministerie van Economische Zaken en de Vereniging Nederlandse Gemeenten.”

„De green deal in Oss is een project dat echt uit de bevolking zelf komt. De dorpsraad uit Berghem heeft dat ingebracht. Die maken samen met de gemeente de plannen. De bewoners worden erbij betrokken. In die 66 ha zitten akkers, bosjes, bloemrijke randen, en er komen allerlei initiatieven van mensen uit de gemeente die daar iets willen gaan doen.”

„Dat klopt zeker, maar niet omdat de stad zo goed is, maar omdat het platteland zo slecht is. Je ziet dat het platteland over het algemeen heel intensief wordt beheerd, de eerste snede van het gras gaat er in april al af. Akkers zijn puur en

alleen het gewas wat er op staat en niets anders. Zodra er gemaaid mag worden half juni zijn alle bermen ook kaal. Op het platteland zijn dus veel soorten verdwenen. Maar het mooie is dat als er in het stedelijk gebied rekening mee wordt gehouden, dat heel veel van die soorten daar een prima plek vinden.”

„Je ziet heel veel soorten graslandvlinders, die vroeger overal in het boerenland zaten, die nu in bermen en parken zich uitstekend thuis voelen. Ik heb nergens zoveel icarusblauwtjes gezien als in het stedelijk gebied van Naarden. Daar had ik op één middag 700 icarusblauwtjes, dat heb ik in natuurgebieden nog nooit meegemaakt. Dus als je iets doet in het stedelijk gebied, als je bijvoorbeeld een gazon bloemrijk maakt, zie je ook onmiddellijk het resultaat. En ook de bewoners zien dat.”

„Het trieste lot van een vlinder is dat hij vooral voer is voor andere beesten. Dus als ergens veel vlinders zitten, betekent het dat ook veel insectenetende vogels zich er prima thuis voelen. Ook is er veel meer ruimte voor kleine zoogdieren die een beetje weggekropen leven. Als je natuurlijke uitgangspunten in de stad brengt, dan zie je dat de dieren daar heel snel op reageren. Dat geldt voor vogels, voor zoogdieren en voor allerlei nuttige insecten. Als je rekening houdt met een wat natuurlijkere inrichting, dan los je in één klap diverse problemen voor de stad op.”

„Eind 2018 houdt het project op, dan mag je ons afrekenen op die hectares. Ik hoop dat we dan ruim boven die 1.000 zitten, en misschien wel bij de 2.000. Gemeenten kunnen zich nog aanmelden.” <


Bij middeling vindt herrekening plaats van de Box 1-inkomens over een periode van drie jaar. De verschuldigde inkomstenbelasting wordt opnieuw berekend over de gemiddelde Box 1-inkomens (verliezen worden ten minste op nihil gesteld) en vergeleken met de eerder op aanslag verschuldigde bedragen. Bij sterk wisselende inkomens kan dit een teruggave opleveren.

Schenkingen van ouders aan hun kinderen zijn in 2016 vrijgesteld van belasting tot een bedrag van €5.304. Deze vrijstelling wordt eenmalig verhoogd tot €25.449

als het kind minimaal 18 jaar is en tot 40 jaar. Heeft u kleinkinderen dan kunt u per kleinkind een bedrag van €2.122 belastingvrij schenken.

Over uw heffingsgrondslag in Box 3 betaalt u tot en met 2016 jaarlijks per saldo 1,2% belastingheffing. Hierbij is uw Box 3-vermogen op 1 januari bepalend. Vanaf 2017 wordt er een schijventarief ingevoerd voor Box 3. Hierbij geldt tot €75.000 belastbaar vermogen een rendement van 2,87% (heffing per saldo 0,86%), voor belastbare vermogen tussen €75.000 en €975.000 4,6% rendement (heffing per saldo 1,38%) en daarboven 5,39% rendement (heffing per saldo 1,62%). Overweeg uw Box 3-inkomen te

verlagen door bijvoorbeeld schenkingen of giften te doen, grote uitgaven nog dit jaar te doen, uw hypotheek (deels) af te lossen of uw vermogen in een BV of open fonds voor gemene rekening onder te brengen.

Drijft u samen met uw partner een onderneming, dan kunt u onder voorwaarden een man-vrouwfirma oprichten. Ook uw partner kan in dat geval een beroep doen op de ondernemersfaciliteiten, bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek. Uiteraard moet uw partner dan, net als u, voldoen aan het urencriterium.


Startende ondernemers kunnen ervoor kiezen om bedrijfsmiddelen willekeurig (dat wil zeggen sneller of trager) af te schrijven. Zij kunnen de aanschafwaarde (exclusief de restwaarde) zelfs in ĂŠĂŠn keer ten laste van het resultaat brengen. Het moet gaan om bedrijfsmiddelen die ook in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Een personenauto valt hier dus niet onder, een bestelauto weer wel. U bent een startende ondernemer als u ook in aanmerking komt voor startersaftrek.

Als u in de komende jaren verwacht uitgaven in de kostensfeer te moeten doen die in feite door de bedrijfsuitoe-

>


fening in 2016 worden veroorzaakt, dan kunt u voor deze toekomstige uitgaven een voorziening vormen ten laste van het fiscale bedrijfsresultaat van dit jaar. Als u een dergelijke voorziening al in een eerder jaar had kunnen vormen, maar dit nog niet hebt gedaan, dan kunt u ook voor deze kosten een fiscale voorziening vormen. Inhalen van oude jaren is dus mogelijk. Als voorzieningen kunt u denken aan een voorziening voor schadeclaims, voor garantieverplichtingen, groot onderhoud en milieuschade.

Ondernemingsverliezen van eenmanszaken kunt u verrekenen met winsten van drie voorafgaande jaren (carry back) en negen volgende jaren (carry forward). Bij ondernemingsverliezen van vennootschappen is deze termijn beperkt tot één jaar (carry back). De termijn voor carry forward bedraagt eveneens negen jaar. Met planning kan verliesverdamping mogelijk worden voorkomen.

Indien u een onderneming of aandelen in een BV 'gratis' (of tegen een te lage prijs) overdraagt aan uw kind kan u onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit van de Successiewet. Ondernemingsvermogen dat wordt geschonken

of wordt vererfd is tot €1.060.298 geheel vrijgesteld voor de Successiewet en het meerdere boven €1 miljoen is voor 83% vrijgesteld.

Maak gebruik van WBSO en innovatiebox voor Speur- en Ontwikkelingsactiviteiten. In de innovatiebox is het tarief voor de vennootschapsbelasting slechts 5%.

Heeft u meerdere bv’s en vormen zij tezamen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting? Dan kan het voordelig zijn om één of meer bv’s te ontvoegen. Hierdoor kunt meerdere keren gebruikmaken van de eerste schijf van 20%, waardoor u over de totale winst minder vennootschapsbelasting hoeft te betalen.

Als directeur groot aandeelhouder (dga) moet u voor de werkzaamheden voor uw vennootschap een salaris ontvangen. Dit salaris dient in 2016 ten minste 75% te bedragen van een salaris dat u zou kunnen krijgen als u dezelfde werkzaamheden voor een niet gelieerde werkgever zou verrichten met een minimum bedrag van €44.000. U kunt indien gewenst

aannemelijk proberen te maken dat een lager salaris zakelijk is. Omgekeerd kan de belastingdienst proberen aannemelijk te maken dat een hoger salaris zakelijk is. Indien er meerdere werknemers naast u werkzaam zijn, dan dient het fictief salaris ten minste te worden gesteld op 100% van het salaris van uw best betaalde werknemer.

Voor het privégebruik van een door de bv aan u ter beschikking gestelde auto dient een bijtelling van bijvoorbeeld 25% op uw fiscaal loon plaats te vinden. Hierover bent u derhalve loonbelasting verschuldigd. Als de bijtelling plaatsvindt tegen het hoogste belastingtarief van 52%, kunt u er voor kiezen om een eigen bijdrage ter hoogte van de bijtelling aan de bv te betalen. Deze bijdrage vormt dan een aftrekpost op de fiscale bijtelling, zodat de 52% loonbelasting niet verschuldigd is. De vergoeding vormt een belaste opbrengst voor uw vennootschap. Doordat de belastingdruk op resultaten van de bv (vennootschapsbelasting en aanmer-


kelijkbelangheffing) minimaal 40% en maximaal 43,75% bedragen, kunt u een belastingbesparing realiseren van 12% respectievelijk 8,25%.

Heeft u een vordering op uw eigen vennootschap, dan zal op deze vordering het ‘terbeschikkingstellingsregime’ van Box 1 van toepassing zijn. Als u deze vordering wilt laten aflossen door de vennootschap, dan kunt u het beste nog even wachten tot na 1 januari 2017. Op die manier bespaart u de Box 3-belastingheffing over het afgeloste bedrag.

De mogelijkheid van pensioenopbouw in eigen beheer wordt afgeschaft per 1-1-2017. Bestaande regelingen dienen voor 1 april 2017 te zijn aangepast. Vervolgens kan er vanaf 2017 een keuze worden gemaakt hoe om te gaan met de bestaande voorziening. Mogelijkheden zijn onder meer gefaciliteerd afkopen of omzetten in een oudedagsverplichting. <


de rest van de tuin en de wand voorkomt inkijk van de buren. Drie cortenstalen frames begroeid met klimplanten (Akebia quinata, Clematis ’The President’ en Rosa ’Korbin’ SCHNEEWITTCHEN) verfraaien de tuinmuur naast het voorste terras. Ook de schouw van de haardkachel en het waterelement zijn van cortenstaal en door de mannen van Guy Wolfs gemaakt. e eigenaren van deze één jaar oude tuin zijn verliefd op de Ardennen en wilden de sfeer van dit nabijgelegen heuvelland graag terugzien in hun tuin. Mathijs Wolfs, eigenaar van hoveniersbedrijf Guy Wolfs in Eijsden, koos daarom voor materialen met aardse, warme kleuren en een robuuste uitstraling. Zo is de zogenoemde geschifte steen, die gebruikt is voor de haardkachel en keermuur achterin, afkomstig uit een Ardense groeve, op nog geen 30 km afstand van de tuin. Ook de twee traptreden die de opstap vormen naar het hogergelegen vlonderterras zijn van Belgische oorsprong. De grofgehakte stukken hardsteen hebben eerder dienst gedaan als stoeprand, maar zijn nu hergebruikt in deze tuin. Volgens Wolfs combineert het warmrood van cortenstaal goed in deze tuin. Zijn bedrijf heeft verschillende elementen van dit materiaal gemaakt, allemaal op maat. Bijvoorbeeld het frame rondom de houtopslag, die nu de achterwand vormt van het vlonderterras. „Als je de houtblokken netjes stapelt, dan is het net een kunstwerk op zich’’, vindt Wolfs. Ook zorgt de wand hier voor extra privacy: het vlonderterras ligt wat hoger dan

De eigenaren wilden graag veel leefruimte in de tuin, daarom zijn zowel aansluitend bij de woning als achter in de tuin twee grote terrassen aangelegd. Ze verschillen in sfeer en gebruik. Het hardhouten vlonderterras achterin is echt een avondterras: „Daar kunnen ze van de laatste zonnestralen genieten.’’ Het hoofdterras van oudHollandse Schellevis-tegels (80 bij 80 cm) biedt ruimte voor een grote eettafel. De twee terrassen zijn verbonden door een pad van kalksteensplit. Voor een groter ruimtelijk gevoel heeft Wolfs in de kleine tuin met hoogteverschillen gewerkt. Zo ligt het tweede terras wat hoger en is achter de haardkachel een verhoogde border gemaakt. Daarin is de grond verwerkt die vrijkwam bij het uitgraven van de vijver. „Handig, want nu hoefden we niet met de grond door de woning te sjouwen om die af te voeren, de tuin heeft namelijk geen achterom.’’ Naast het voorste terras is de vijver aangelegd. „Een wens van de eigenaren, en water past goed


bij de Ardense sfeer’’, vindt Wolfs. „Maar we gaan natuurlijk niet exact een beekloopje aanleggen.’’ De hovenier heeft de vijver een moderne, strakke vorm gegeven. Hij ligt in het verlengde van de woonkamer: binnen kijk je nu over het water door de drie cortenstalen kokers van het waterornament. „Dan zijn ze transparant; kijk je vanaf het terras op het waterornament, dan oogt het veel robuuster.’’ Onder uit de kokers stroomt subtiel wat water. „Het is net genoeg om voor wat rimpeling op het vijveroppervlak te zorgen. Samen met de verlichting ’s avonds geeft dat een mooi effect.’’ Voor de borders aan weerszijden van de tuin en de verhoogde border achterin heeft Wolfs voornamelijk voor vaste planten en siergrassen gekozen. Met name de bladstructuur is leidend bij zijn keuze. „Tegen mijn klanten zeg ik altijd: de bloei is extra, de rest van het jaar bepaalt het blad de uitstraling van de plant.’’ Wolfs heeft daarnaast gekozen voor planten met een losse, weelderige groei om daarmee een natuurlijke sfeer te creëren. Er staat onder meer Persicaria amplexicaulis ’Rosea’, Heuchera micrantha ’Palace Purple’, Lavandula angustifolia ’Dwarf Blue’, Sedum spectabile ’Brillant’, Perovskia atriplicifolia, Calamagrostis brachytricha, Stipa gigantea en achterin Miscanthus sinensis ’Gracillimus’. Voor hoogte zorgen een Amelanchier lamarckii halverwege de tuin en achterin een Cornus florida en een vijg. Die laatste stamt nog uit de oude tuin.

De aanleg van de tuin was best nog een spannende onderneming, vindt Mathijs Wolfs. De stadstuin heeft geen achterom, daarom zijn alle materialen met een kraan over de woning gehesen. De straat is slechts 6 m breed en er staan hoge bomen, dus veel manoeuvreerruimte was er niet. De kraan heeft er een dag over gedaan. „En ik was blij toen die voorbij was’’, concludeert Wolfs.

<


n het voorjaar van 2015 raakte Allure Tuinen, met vestigingen in Monster, Rotterdam en Den Haag, betrokken bij de planontwikkeling van deze tuin in het Westlandse De Lier. De eigenaar is een orchideeënkweker die bij zijn nieuwe woning een mooie ’bloementuin’ wilde, wat niet betekent dat er daadwerkelijk veel bloemen in de tuin hoeven groeien. „Hier bedoelt een kweker met 'tuin' zijn kwekerij en met 'bloementuin' zijn tuin’’, legt Henk Zandee het Westlands jargon uit. Tegelijkertijd met de bouw van de woning werd ook de vrijstaande fitnessruimte gebouwd achter in de tuin, evenals de waterspiegel en de boombak voor. Om de tuin dezelfde uitstraling te geven als het huis heeft Allure Tuinen lange lijnen en een rechttoe rechtaan vlakverdeling toegepast. Zo bestaat de voortuin uit diverse lange banen met heesters, grassen of vaste planten, per soort zijn er soms wel honderd stuks aangeplant. „Die grote groepen van één en dezelfde plant benadrukken de rechtlijnigheid van het huis’’, verklaart Zandee. De vakken zijn strak ingekaderd met 40 cm brede basaltstenen. „Zodat de belijning er over tien jaar nog is.’’ Een opvallend element in de voortuin zijn drie immense keien. Ze zijn afkomstig uit een Belgische groeve en in de tuin geplaatst om een

bijzonder element te creëren. Elke kei leunt op een stalen poot die op een ingegraven betonplaat is gefundeerd, op die manier lijkt het net alsof ze boven de beplanting zweven. Die bestaat uit een combinatie van Erica carnea en Calluna vulgaris BEATY LADIES, de heideplanten waren een uitdrukkelijke wens van de eigenaren. De entree van de woning wordt gemarkeerd door een meerstammige Parrotia persica met een onderbeplanting van Festuca glauca en Geranium endressii ’Wargrave Pink’. De boom is omlijst door een lage muur in de stijl van het huis. De eigenaren hebben de Parrotia samen met Allure Tuinen bij boomkwekerij Van den Berk uitgezocht, evenals de Prunus cerasifera ’Nigra’, Fraxinus americana ’Autumn Applause’, Gleditsia triacanthos ’Sunburst’ en Corylus colurna die in de tuin staan. Het ontwerpteam van Allure Tuinen heeft in de achtertuin eveneens grote rechtlijnige vakken toegepast. Bijvoorbeeld een lange border met alleen maar Carex morrowii ’Ice Dance’ dat het stapstenen pad naar de fitnessruimte begeleidt of de massa Rhododendron ’Oudijk’s Sensation’ dat tussen de woning en de metalen waslijn is aangeplant. Ook de twee terrassen van vierkante basaltstenen (60 bij 60 cm) – één bij de woning en één bij de fitnessruimte – zijn groot en strak. Ze liggen wat verhoogd ten opzichte van het gazon en vormen zo een ’podium’ voor het huis en het bijgebouw.

Een uitzondering op de eenduidige vormgeving is de ellipsvormige border die vanaf het terras als het ware een hap uit het gazon neemt. Hierin zijn kleinere groepen vaste planten en siergrassen


toegepast in meer organisch gevormde vakken. „Bedoeld als tegenhanger, als een knipoog naar de rest van de tuin’’, zegt Zandee. Zowel vanuit de woning als vanuit de fitnessruimte heb je goed zicht op de grote border. „Hij knalt er echt uit, eigenlijk is dit nu de Westlandse bloementuin.” Vanuit de tuin zijn de kassen van het naburige bedrijf goed te zien. Die hoefden van de eigenaren niet met bomen of een hoge haag aan het zicht worden onttrokken. „De kassen horen bij het Westlandse landschap vinden ze, ze zijn per slot van rekening zelf ook kweker.” Voor de nodige beschutting is er wel een lage muur geplaatst in de stijl van het huis. De woning van de buren

daarentegen mocht wél volledig aan het oog worden onttrokken. Zandee heeft daar een reeks rode leibeuken geplaatst met een onderbeplanting van Hydrangea macrophylla ’Mariesii Perfecta’. De beuken zijn als ’gewone’ solitairen gekocht en zijn ter plaatse tot leibomen uitgevouwen. Voor de aanleg van de tuin zijn kosten noch moeite gespaard, zo heeft Allure Tuinen zowel voor de heideplanten in de voortuin, als de Rhododendron en de leibeuken een speciaal grondmengsel toegepast. Ook is er een compleet lichtplan en een automatische beregeningsinstallatie aangebracht en wordt het gazon door een maairobot onderhouden. <

maairobot maair maairob obot ob ot

gazon

BIJKEUKEN

ZITKAMER

SLAAPKAMER

waslijn

BERGING

fietsen

EETKAMER

KEUKEN

BIBLIOTHEEK

GARAGE

entree

PAVILJOEN


e stabiliteit van een boom kan door verschillende oorzaken verminderen. Bijvoorbeeld door graafschade, een veranderde windbelasting doordat buurbomen gekapt zijn, na een storm, door schimmelaantasting of een veranderd grondwaterpeil. Om de stabiliteit van een boom in zo’n situatie te beoordelen, is een trekproef een veelgebruikt hulpmiddel. Een trekproef zit vrij ingewikkeld in elkaar, maar werkt op basis van een aantal eenvoudige principes. Met een lier trek je

aan de boom, zo simuleer je de kracht die de wind erop uitoefent. Op de stamvoet plaats je één of meer inclinometers die het kantelen van de kluit meten. Een load cell (krachtmeter) in de kabel meet de kracht die wordt uitgeoefend. Je weet dus hoeveel de kluit kantelt bij een bepaalde kracht. Daaruit kun je vervolgens extrapoleren hoeveel de boom kantelt bij de maximale windlast die je verwacht. De geëxtrapoleerde kracht en kanteling vormen samen een kiepcurve. Die


bedrijven ook elastometers gebruikt die de breukgevoeligheid van een stam in beeld brengen.

Tot zover de eenvoudige principes van de trekproef die voor iedereen hetzelfde zijn. De verschillen tussen bedrijven zitten in de input, in de manier van werken en in de interpretatie van de uitkomsten. Op een aantal punten in het proces moet de boomverzorger/boomadviseur een inschatting maken. Bijvoorbeeld wat de te verwachten windlast is. Die is niet alleen afhankelijk van de regio waar de boom staat (aan de kust of in het bin-

Bomenwacht Nederland uit Capelle aan den IJssel biedt sinds vorig jaar trekproeven aan. Het bedrijf heeft zich verdiept in de techniek en een eigen draai gegeven aan de trekproef.

kiepcurve wordt vergeleken met een gestandaardiseerde kiepcurve die de bedenkers van de trekproef (de Duitse prof. Wessoly c.s.) op basis van grote aantallen omgetrokken bomen hebben gemaakt. Op basis van de kiepcurve adviseert de onderzoeker of de boom kan blijven staan of niet en welke maatregelen er eventueel genomen moeten worden, zoals het innemen van de kroon, stutten van de boom of kandelaberen. Naast inclinometers die het kiepen van de kluit meten, worden door een aantal

De apparatuur is weliswaar de standaard van het Duitse Argus Electronic, en de medewerkers van Bomenwacht hebben ook een training gekregen van TreeConsult, maar het bedrijf heeft een aantal innovaties toegevoegd. Het meest in het oog springend is daarbij de opbouw van de trekinstallatie op een aanhanger. Waar vrijwel elk bedrijf dat trekproeven uitvoert, dat vanaf een bus doet, heeft Bomenwacht een speciaal geprepareerde aanhangwagen met daarop de lier geïnstalleerd. Het nadeel van een trekinstallatie op een auto of bus is volgens Erik Koppelaar, senior adviseur onderzoek en advies bij Bomenwacht, dat die bij het uitoefenen van kracht op een boom letterlijk uit zijn vering wordt getrokken. Dat beïnvloedt de nauwkeurigheid van de meetgegevens en het stelt een limiet aan hoeveel kracht er kan worden uitgeoefend, aldus de

nenland), maar ook van de ’ruwheidsfactor’, de mate waarin het terrein, bomen en gebouwen de wind beïnvloeden. De ingeschatte windlast is van grote invloed op de uitkomst van het onderzoek. Ook de gesteldheid van de bodem maakt verschil. Staat de boom in verharding, op klei, veen of zand? Is de bodem nat of droog, en wat betekent dat voor de uitslag? Verschillende experts zullen hier verschillende inschattingen maken, die van geval tot geval verschillen. Tot slot verschilt ook de manier waarop de diverse bedrijven in het veld te werk gaan wat betreft apparatuur, de rapportage en de ervaring die bedrijven en hun mensen hebben met stabiliteitsmetingen. >

adviseur. Na veel puzzelwerk, onder meer met modelletjes van technisch lego, liet Bomenwacht de aanhanger met trekinstallatie bouwen. Op de aanhanger zijn onder meer een lier, een gewicht en stelpoten gemonteerd. Het gewicht kan worden verschoven zodat het de meest gunstige positie heeft tijdens het uitvoeren van het stabiliteitsonderzoek, maar ook tijdens transport. Samen met de stelpoten zorgt het gewicht ervoor dat er veel kracht kan worden opgebouwd, vooral bij grote bomen. Als de aanhanger ook nog eens aan de auto gekoppeld blijft, komt dat de stabiliteit van de trekinstallatie nog verder ten goede.

Maar niet alleen wat betreft het materieel heeft Bomenwacht de trekproef tegen het licht gehouden. Op basis van informatie uit eerdere onderzoeken naar trekproeven en eigen waarnemingen hebben Koppelaar c.s. ook kritisch gekeken naar de data die worden ingevoerd

>


en de interpretatie van de uitkomsten. Belangrijk daarbij is onder meer het drievoudige onderzoek met trekproeven aan de kastanjes op de singels in Groningen. Twee Nederlandse bureaus en een team van Duitse onderzoekers deden hier trekproeven met verschillende uitkomsten. Volgens de twee Nederlandse bedrijven zouden de bomen een flinke kroonreductie moeten ondergaan of geveld worden, terwijl er nog nooit een boom was omgewaaid. Uit bewortelingsonderzoek bleek bovendien dat de bomen redelijk tot goed verankerd waren. De crux bleek hem te zitten in het inschatten van de windbelasting (zie over dit geval het artikel ’Inschatten windbelasting doorslaggevend bij trekproeven’ van Jan Hilbert in Tuin en Landschap 12, 2012). Er lijkt bij trekproeven de neiging te bestaan om te veel veiligheid in te bouwen. Koppelaar: „Bij het inschatten van de hoogte van de boom ga je al snel aan de veilige kant zitten, maar ook bij het inschatten van het kroonoppervlak, bij het inschatten van de windlast et cetera. Dat terwijl er in het systeem al een

veiligheidsmarge zit ingebouwd. Je krijgt dan dus veiligheid op veiligheid, met als gevolg dat bomen te snel als onveilig worden bestempeld. Er wordt niet voor niets gezegd dat als je van een boom af wilt, je een trekproef moet laten doen.” De kunst is dus om een trekproef zodanig uit te voeren en te interpreteren, dat je de test gebruikt om het beeld dat je van de boom hebt op grond van andere waarnemingen te completeren. Daarbij is het zaak een zo realistisch mogelijk beeld van de situatie te krijgen en niet een zo veilig mogelijk beeld. Koppelaar: „Het is gebruikelijk om als norm te kiezen dat een boom moet blijven staan bij een storm die eens in de 50 jaar voorkomt. Je kunt je afvragen of dat in veel gevallen niet overdreven is. Je weet dat bij zo’n storm vele tienduizenden bomen sneuvelen. Is het dan per se nodig dat de geteste boom blijft staan? Dat hangt natuurlijk af van de gevaarzetting, maar je moet het van geval tot geval bekijken.” Wat Koppelaar betreft mag er, als het gaat om het interpreteren van een trekproef, in elk geval best wat scherper aan de wind gevaren worden dan nu vaak gebeurt.

Een laatste punt dat volgens Bomenwacht Nederland veelal voor verbetering vatbaar is, is de rapportage. Koppelaar: „Je ziet dat een rapport van een trekproef al snel verzandt in technische verhandelingen en een brij aan data. Je werkt in het algemeen echter voor mensen die de technische achtergrond niet hebben om echt te begrijpen wat het betekent wat er staat.” Opdrachtgevers zullen dan ook niet snel zelf een afweging maken op basis van de cijfers, maar afgaan op wat de expert erbij vertelt, weet Koppelaar. De senior adviseur onderzoek en advies vindt het overigens niet verwonderlijk dat het er bij de rapportage nogal eens aan schort: „Veel bedrijven zijn kleiner en hebben dezelfde mensen die alles doen. Wij zijn groter en hebben daardoor de mogelijkheid om de rapportage te laten schrijven door een redacteur die er een helder verhaal van kan maken waar de opdrachtgever goed mee uit de voeten kan.”>


Boom-KCB deed als een van de eerste boomtechnisch adviesbureau’s van Nederland stabiliteitsmetingen, al vanaf het jaar 2001, vertelt Jan-Bouke Sijtsma. Eén van de oprichters van het bedrijf, de in 2011 overleden Kees Verschragen, heeft de trekproef destijds zelf ontwikkeld. De sensoren en benodigde apparatuur stelde hij samen uit bestaande onderdelen zoals de inclinometers, load cell en een lier. Verschragen heeft eigenhandig het computerprogramma geschreven om de berekeningen te maken. In de winddrukanalyse-software geef je de kroonvorm aan met een keuze uit een aantal archetypische kroonvormen. Op basis van de kroonbreedte en kroonhoogte berekent de software dan het kroonoppervlak. Dat is een belangrijke parameter, omdat het kroonoppervlak bij een storm grotendeels bepaalt hoeveel kracht er op de boom wordt uitgeoefend. Bij dit programma gebruikt Boom-KCB ook een module die het kroonoppervlak meet aan de hand van een foto van de boom. Zo houdt de software dus rekening met afwijkende kroonvormen, daarbij vindt er een correctie plaats die ontstaat door het perspectief en kun je volgens Sijtsma de oppervlakte van de kroon nauwkeuriger meten. Dat moet resulteren in een beter oordeel over de boom. In 2010 heeft Verschragen de trekproef verbeterd door nauwkeuriger software te ontwikkelen en door toevoeging van elastometrie. Na uitvoerig testen en meten van een groot aantal bomen is de ingeslagen weg in 2013 doorgezet. Op basis van praktijkervaringen worden verbeteringen doorgevoerd. Bijvoorbeeld het kunnen invoeren van een opening in de stam en het daarna kunnen doorrekenen van de benodigde restwanddikte van de restomtrek. Een spin-off hiervan is de onder licentie verkrijgbare bomenapplicatie BOOMSafetyCalc.

Boom-KCB gebruikt vier elastometers om de breukvastheid van de stam te meten en twee inclinometers die het kiepen van de kluit meten. De inclinometers komen laag bij de stamvoet en de elastometers op de plekken waar de stam het breukgevoeligst lijkt te zijn. Alle meters

geven 10 x per seconde de uitslag door. Als de elastometers geplaatst zijn, wordt met een baak hun positie ten opzichte van de trekrichting zo nauwkeurig mogelijk bepaald. De software houdt rekening met de locatie waar de meter is geplaatst. Op deze wijze wordt het mogelijk om betrouwbare breukvastheidsmetingen buiten de trekrichting uit te voeren. Dit is een groot voordeel omdat de meeste bomen slechts vanuit 1 of 2 richtingen te meten zijn. Sijtsma voert de trekproeven meestal uit met de lier vastgemaakt aan de bus. Op de vraag of de bus daarvoor niet een beetje te licht is antwoord hij dat het in de praktijk niet uitmaakt. Bij testen waarbij aan dezelfde boom getrokken werd vanaf de bus of vanaf een ander vast meetpunt (zoals een andere boom) werd geen verschil gemeten. Sijtsma: „Bij grotere bomen maken we de lier indien nodig ook vast aan een boom en de bus, dit kan omdat we met een blok werken. Hiermee creëer je twee trekpunten met als bijkomend voordeel dat de boom langzamer op spanning komt, zodat je meer metingen verkrijgt wat de nauwkeurigheid ten goede komt.” „We trekken meestal niet harder dan ongeveer 1.500 kg. De bus komt van zijn plaats bij z’n 1.800 á 1.900 kg trekkracht. Bij grotere bomen kunnen we de kabel ook hoger in de boom vastmaken, zodat

je een groter moment hebt en dus minder hard hoeft te trekken. Harder trekken dan 2,5 ton doen we sowieso liever niet omdat je dan kans hebt op bastschade. De hele installatie is gezekerd op 3 ton.”

Het voordeel van ’aan de bus’ trekken, is dat je alles bij de hand hebt volgens de boomadviseur. Daarbij wordt er een extra veiligheid ingebouwd. Omdat de bus gaat schuiven bij ongeveer 1.800 kg kan de apparatuur nooit te zwaar belast worden. De gegevens van de inclinometers (voor windworpgevoeligheid) en elastometers (om breukvastheid te meten) gaan via één kabel naar de computer in de bus. Sijtsma: „We kunnen het ook draadloos, maar dan heb je, zeker in de stad, verlies van data en het is gevoeliger voor storing.” Boom-KCB brengt de kabel waarmee aan de boom getrokken wordt niet op spanning met een elektrische lier, maar met een handlier. Sijtsma: „Met een handlier kun je de kracht rustig en gedoseerd opbouwen. Onze meters worden regelmatig gekalibreerd en wanneer dat gebeurt, zie je ook dat elastometers even de tijd nodig hebben om de juiste uitslag te geven. Door met een handlier te werken krijgen wij een nauwkeuriger meting. <


et monument wordt aangelegd in park Vijfhuizen, dat ligt ingeklemd tussen het gelijknamige dorp en de Polderbaan van Schiphol. Van de 25 ha wordt 2 ha gebruikt voor het herdenkingslint. Het iconische teken dat mensen wereldwijd uit solidariteit en steun dragen, komt daar in het vlakke land te liggen en zal voor iedereen toegankelijk zijn. Evert van Zijtveld, nabestaande en voorzitter van Stichting Vliegramp MH17, benadrukte tijdens de officiële start van de aanleg op 7 december het belang van een herdenkingsplek om als groep of individueel naartoe te kunnen gaan. „Het is belangrijk dat we de ramp nooit vergeten, een herdenkingsplek maakt het heel tastbaar voor nu en latere generaties.’’ In het hart van het lint komen een gedenkteken en een amfitheater waar bijeenkomsten kunnen plaatsvinden.

Op het herdenkingslint worden 298 bomen geplant, voor elk slachtoffer van de vliegramp één. Landschapsarchitect Robbert de Koning koos voor elf verschillende soorten om een heel gevarieerd beeld te creëren. „Net zoals de slachtoffers ook een rijk gemêleerd gezelschap vormden.’’ Daarom heeft hij naast tien loofbomen bijvoorbeeld ook één conifeer gekozen, de Pinus sylvestris ’Norska’, die met name in de winter zal opvallen. Diegenen die samen reisden, bijvoorbeeld families, krijgen dezelfde boom en worden als groep bij elkaar gezet. Zo worden ter nagedachtenis aan de bemanningsleden vijftien Tilia platyphyllos ’Örebro’ aangeplant achter het amfitheater. „Een mooie statige boom.’’

Sjaak de Ligt, mede-initiatiefnemer en coördinator van Stichting Nationaal Monument MH17, legt uit dat het een nadrukkelijke wens van de stichting was dat het monument elke week – ongeacht het seizoen – een beleving biedt. Door een uitgekiende keuze en plaatsing van de bomen door De Koning, zal het lint van maand tot maand een andere aanblik bieden. Eén meidoorn, Crataegus succulenta ’Jubilee’, en zes verschillende soorten appels staan ingetekend: Malus ’Adams’, M. baccata ’Street Parade’, M. ’Butterball’, M. ’Evereste’, M. ’Mokum’ en M. toringo ’Scarlett’. Die hebben door hun vroege bloesems, bladkleur en vruchten in bijna alle seizoenen sierwaarde. Malus ’Mokum’ bloeit bijvoorbeeld in april met roze bloemen die mooi kleuren bij het purperrood waarmee het blad eerst uitloopt. Voor Malus ’Evereste’ en M. ’Adams’ koos De Koning omdat hun vruchten doorgaans tot diep in de winter aan de bomen blijven hangen. Parrotia persica zal er in de herfst met zijn bladkleur uitspringen, evenals de dan gele Fraxinus ornus ’Ebben’s Column’, deze pluimes bloeit in het voorjaar met witte bloemen. De Koning maakte zeven verschillende beplantingsplannen, die elk een aspect van de bomen uitlichten, te weten: bloemkleur, bladkleur, herfstkleur, vruchtkleur, winterbeeld en hoogte. Samen vormen zij het complete beplantingsplan. De bomen zijn over het lint verdeeld in groepjes van verschillende aantallen. Qua plantafstand staan ze wel in een vast patroon, zodat er lange rijen ontstaan. „In hun verscheidenheid vormen ze daardoor ook een samenhangend beeld.’’ Bij de twee ’vouwen’ van het


lint is iets minder ruimte, daarom zijn daar onder andere verschillende van de smalle zuilvormige Fraxinus en kleinere meidoorns en appels ingepland. Ook staan de Parrotia wat vaker aan de rand vanwege hun bredere habitus.

Aannemer Krinkels – die verguld is met deze eervolle opdracht – brengt de komende weken zo’n 22.000 kuub grond (zwarte grond, zand en bomengrond) aan om de schuine taluds te profileren die samen het lint vormen. Dat luistert nauw, met name daar waar het lint naar binnen wordt gevouwen, legt Wim de Vries van het bedrijf uit. Het hoogste punt van 3 m ligt achter het hart van het lint. Krinkels zal de komende tijd twee sloten dempen die nu nog dwars door het lint lopen en ter compensatie hiervan een sloot aan de rand van het park verlengen. Het stalen gedenkteken van kunstenaar Ronald Westerhuis, dat in het hart van het monument wordt geplaatst, weegt 18 ton. Daarom worden voor de fundering dertien palen van 8,75 m lang de grond ingeslagen. Na een sondering bleek dat deze lengte nodig is. Daar waar het amfitheater komt, heeft de aannemer zand gestort na eerst de bovenlaag te

hebben afgegraven; die grond is verwerkt in de taluds. Later bouwt Krinkels hier de vier treden met betonnen zitranden. Samen zullen zij plek bieden aan zo’n vijfhonderd mensen om bijeen te komen. Tussen de bomenrijen legt het bedrijf paden aan met een halfverharding. De bomen – een geschenk van boomkwekerij Ebben – worden begin volgend jaar geplant. Om te zorgen dat de bomen

aanslaan, wordt onder meer een automatische beregeningsinstallatie aangelegd die elke boom bewatert. Dat gebeurt met leidingwater; park Vijfhuizen bevindt zich op kwelgrond, waardoor het water in de grond zilt is. Op 17 juli 2017, drie jaar na de ramp, moet het Nationaal Monument klaar zijn. Het is de bedoeling dat rond het lint dan ook een krans met zonnebloemen in bloei staat. <


media

media


Twee stagiars van de Stichting Stadshout boren met een oude kolomboor gaten in een bank die zij maken van Pinus nigra-hout. Het hout komt uit de bossen van de Amsterdamse Waterleidingduinen en daar gaan de banken ook weer naar terug. Ze krijgen een zitting en rugleuning van Robinia, uit hetzelfde stukje Amsterdam aan zee. Stadshout is opgericht om hout van gevelde stadsbomen een hoogwaardige bestemming te

geven, in plaats van het als brandhout te behandelen. Sinds 2010 levert Stadshout gezaagd en gedroogd hout aan Amsterdamse ondernemingen en werkplaatsen. Voor bijna alle hout is wel een bestemming te vinden. Robinia-hout wordt bijvoorbeeld vaak voor natuurspeeltuinen gebruikt en populierenhout voor picknicktafels, maar ook door een Amsterdamse klavecimbelbouwer die het gebruikt voor de rompen van zijn instrumen-


an alle professionele accugereedschappen zijn accuheggenscharen het populairst. De transitie van gereedschappen met een verbrandingsmotor naar accugereedschappen gaat bij heggenscharen het snelst om verschillende redenen. Het relatief beperkte vermogen van heggenscharen vergeleken met bosmaaiers of kettingzagen maakt het mogelijk om langdurig te werken met een accuheggenschaar die dezelfde prestaties levert als een motorheggenschaar. Daarbij komt dat de hete uitlaat, het lawaai en de uitlaatgassen juist bij een heggenschaar vaak dichtbij het gezicht van degene die ermee werkt komen. Na Stihl heeft nu ook Husqvarna het accuheggenscharenpakket uitgebreid met een accustokheggenschaar. Handig voor het knippen van hoge hagen, maar ook voor het bijhouden van bodembedekkers zonder te bukken en het snoeien van grote blokhagen die met een gewone

heggenschaar moeilijk te bereiken zijn. De 536LiHE3 heeft een elektromotor die vlak onder de messen is geplaatst, de accu zit juist achteraan waardoor de machine in balans is. Door de borstelloze motor kunnen de messen twee kanten op bewegen. Wanneer de messen vast komen te zitten in taaie takken, bewegen de messen automatisch de andere kant op (uit elkaar), zodat je makkelijk los komt en je de machine niet los hoeft te rukken. Dennis Ploeg van Snoek Hoveniers uit Grou heeft de machine getest. „De eerste indruk is positief. Voor hagen die je tweemaal per jaar snoeit, voldoet hij goed. Of hij ook voor zwaarder werk geschikt is, zal volgend seizoen moeten blijken.� De 536LiHE3 komt begin 2017 op de markt en zal op de Groene Sector Vakbeurs gepresenteerd worden.



3DTUIN Designer

Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!

Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%

✔ ✔

Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp

DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN

' systems

www.3dtuindesigner.nl URENBRIEF

HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !

www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS

TE DOEN KLANTEN

FACTUUR MEDEWERKER

www.buiterbeton.nl


VCA Europese Richtlijnen

Daktuincentrum

7

CE-markering

Wat is de betekenis van de CE-markering? • CE-markering op een product aangebracht, betekent dat men er vanuit mag gaan, dat het product (bijv. arbeidsmiddel, machines, PBM, …) CE Conform Europese veiligheidsrichtlijn, sinds 1995

op veiligheidsvlak voldoet aan de betreffende Europese Richtlijn Hoe is de CE-markering te herkennen? • Aan het CE-logo

Eisen machines en gereedschap

• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels

Aan welke eisen moeten machines en aangedreven gereedschap in het algemeen voldoen? • Na 1995 voorzien zijn van een CE-markering • Een gebruiks- en onderhoudsvoorschrift, in de taal van het land, waar de machine of het gereedschap gebruikt wordt Bewegende delen moeten afgeschermd zijn • Bijvoorbeeld de gele tussenasbescherming bij een trekker of de oranje beschermkap van de bosmaaier

Alles is op voorraad!

www.tfi.nl

ECOLAT ECOPIC • Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk

kunststof randafwerking

voor vijver/border/tuinpad

1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl

• De werkgever verzorgt de periodieke keuring • Geldigheidsduur met sticker of kleurcodering. Tot wanneer is de keuring van deze oranje machine geldig? Periodieke keuring met geldigheidsduur ( tot april 2016 )

• Geschikt voor het uit te voeren werk • In goede staat zijn Door dagelijks onderhoud van de werknemer

Dagelijkse controle door werknemer van de gele afscherming van de tussenas: beveiliging draaiende delen

www.degroenepraktijk.nl Pas op, gevaar: draaiende delen!

foto lesboek + 1 dag cursus + CBT examen + incompany

€ 199

v.a.

excl. btw

,= * p.p.

www.degroenepraktijk.nl www.de www.degroene groenepraktijk.nl praktijk.nl

*bel voor info

& voorwaarden:

Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak

0651 126 942

Groeiplaatsconstructies Wortelschermen Boombakken & Exterieur Boomverankering

O A

ntwerp cademie

Boomstambescherming Beluchting & Bewatering Kantopsluitingen Amfibieënschermen

www.greenmax.eu

Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag

Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl

www.foreestgroenconsult.nl

verdeler Nederland www.stabu.com kunststof en techniek voor groen - infra 0499-575715


â– Tel. Web. E-mail

0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl

zaden van inheemse planten en kruidenmengsels

en W

e


De Shibaura CM374 is een allround werktuigdrager waarmee je kunt maaien, mulchen, vegen of onkruidborstelen, maar ook in de winter is deze machine inzetbaar. De vierwiel aangedreven machine heeft hydrostatische aandrijving en hydraulische

stuurbekrachtiging om aangenaam te werken. Uitgerust met een Bartesko-cabine, extra hydraulische set, Fjäras VP155 sneeuwploeg van 1.550 mm breed, Fjäras zandstrooier van 200 liter en 900 mm breed is de CM een complete machine om in de winterdienst actief te zijn.

De Fillpartner Combihandle kreeg tijdens de Dutch Design Week eind oktober de erkenning ’Goed Industrieel Ontwerp’ én de ’Special Award of Excellence’ voor Ergonomie. GVG Oliehandel en ontwerpbureau Steketee Design ontwikkelden het tanksysteem voor motorkettingzagen, bosmaaiers

en heggenscharen. Het is een jerrycan, gereedschapskist en oliekan in één. De vuldop met dampretoursysteem stopt automatisch met tanken als de benzinetank vol is. De benzinejerrycan kan verwisseld worden zonder de Autofiller op de grond te leggen, zodat deze niet vuil wordt of kwijtraakt.

Michelin presenteert een nieuwe tractorband die gemaakt is om de bodem zo min mogelijk te verdichten. De Michelin Axiobib 2-banden hebben een lage spanning, gecombineerd met een hoog draagvermogen, een lange voetafdruk voor betere tractie in het veld, en een NRO-markering (Narrow Rim

Option) die aangeeft dat de band geschikt is voor de originele velgen en de ingebouwde luchtdrukwisselsystemen die de markt momenteel veroveren. De banden zijn vanaf 2017 verkrijgbaar in twee maten: VF540/65R30 158D/155E TL en VF650/65R42 174D/171E TL

Extra Vert presenteert de nieuwe tuincollectie. De (tuin) inrichtingsleverancier met een winkel in een monumentale bollenschuur in Voorschoten presenteert onder meer haarden, verlichting en meubilair. Extra Vert is gespecialiseerd in industrieel meubilair voor buiten uit Frankrijk, Duitsland

en Engeland. Veel producten zijn uniek in Nederland. Extra Vert heeft voornamelijk klassiekers als de Butterfly chair (1937 ), de Paulistano chair ( 1957 ), Tolix ( 1930 ), Eternit ( 1954 ) en Chaises Nicolle (1933 ). Op de afbeelding de Ultra Sofa van Fermob.



De nieuwe regentonnen van Nature zijn ultraslank, flexibel, gebruiksvriendelijk en stijlvol vormgegeven. De slimline regenton is slechts 36x32 cm en 95 cm hoog, verkrijgbaar in antraciet en groen en heeft een capaciteit van 100 liter. Vanafprijs €46,95, en ook in 250 liter verkrijgbaar. Het rechthoekige muurmodel (zie foto) heeft een capaciteit van 320 liter, maar is met een afmeting van slechts 40 x 30 cm (b x d) in iedere tuin te plaatsen. De regenton heeft een waterindicator aan de buitenzijde, een tapkraan en een aparte snelloopkraan. Adviesprijs €145.

Communicatiebedrijf Floramedia neemt de activiteiten van ’concullega’ Nova Flora voor de bollensector over.

Zaterdag 14 januari start de OntwerpAcademie met de vakopleiding Plantenkennis. De opleiding beslaat 9 modules en behandelt zo’n 800 planten. Het is mogelijk om, per plantgroep, aan losse modules deel te nemen.

Rooden Landscape Solutions gevestigd te Meerssen en Nederweert is per 1 november 2016 gecertificeerd voor de CO2-prestatieladder, niveau 3. www.rooden.nl Het eigen merk Vivaria van Auga watertechniek wordt niet meer voortgezet. Voorraden worden uitverkocht en niet meer aangevuld. Vervangende en nieuwe producten worden onder het Augalabel op de markt gebracht.

Met ingang van 21 november is Benno Dijkhuis aangesteld als managing director van verlichtingsfabrikant Fagerhult Nederland.

In Garden Flora: The Natural and Cultural History of the Plants in Your Garden, bespreekt Noel Kingsbury 133 doodgewone tuinplanten. Waar komen ze vandaan en hoe zijn ze in onze tuinen terechtgekomen? Kingsbury laat ’plant hunters’, kwekers en tuinierders van vroeger en nu de revue passeren. Rijk geïllustreerd.

Van de zestig buitenplaatsen langs de Amstel bleven er slechts drie over. Sinds 2015 is een nieuwe buitenplaats te vinden op de locatie van één van de gesloopte buitens: Tulpenburgh. Dit boek vertelt over de bewoners van zijn directe voorganger onder wie David de Pinto die er een tuin liet aanleggen. Ook de huidige tuin wordt beschreven.

De Amerikaan Larry Weaner heeft meer dan 200 bloemenweides ontworpen. In zijn boek Garden Revolution beschrijft hij hoe zijn ecologische aanpak resulteert in prachtige tuinen. Hij pleit ervoor om planten natuurlijk te laten ontwikkelen, uit te laten zaaien totdat ze de beste plek en het beste microklimaat hebben gevonden.

Warmoezerij beschrijft achttien wilde planten die vroeger op het menu van de gewone man stonden: onder meer aardaker, cichorei en hop. De historische achtergronden, weetjes en teeltaanwijzingen zijn gelardeerd met Vlaamse en Hollandse uitdrukkingen. Een van de auteurs is Hein Koningen, bekend van het Amstelveense heemgroen.



„Deze appelboom groeit langs de Wittevrouwensingel in Utrecht op de hoek van een kademuur. Hij is daar niet geplant maar als zaailing terechtgekomen. Een bewoner heeft zich opgeworpen als beschermer van deze boom en voorkomen dat hij gekapt zou worden, dat vind ik fantastisch. Zou je deze appelboom weghalen, dan verschraalt de omgeving hier enorm. Ik pleit voor de opwaardering van dit soort zaailingen in de stedelijke omgeving. Om bijvoorbeeld jonge esdoorns en berken die zich onverwachts ergens vestigen, niet zomaar weg te halen enkel omdat ze niet op de tekening staan.’’

deze planeet overleven, hebben we te danken aan die vitale natuurkracht. Zaailingen bieden ons de kans om die oerkracht te beleven, ermee in contact te staan. Daarom moeten we zorgvuldig met zaailingen omgaan. De bedachte stedelijke omgeving hebben we als mens nodig om te overleven. Maar naast het geconstrueerde hebben we het organische net zo hard nodig, dat wat vanzelf ontstaat. Net zoals je als mens zowel rationeel als intuïtief handelt. Die beiden kanten moet je aanspreken, daar word je een completer mens door. Die laag, dat wat vanzelf ontstaat, moet je daarom niet volledig uit de omgeving filteren.’’

„Zij komen voort uit de oerkracht van de natuur. Het feit dat wij op

„Ik pleit voor een tweede meer organisch gevormde groenstruc-

tuur in onze overwegend rationele stedelijke omgeving. In hun beleid zouden gemeentes bijvoorbeeld een paragraaf kunnen opnemen, dat zaailingen de ruimte krijgen daar waar dat mogelijk is. Nu zijn gemeentemensen vaak met handen en voeten gebonden, ze moeten dan een mooie vlier of lijsterbes – die als zaailing zijn opgekomen – weghalen en vervangen door bijvoorbeeld een acacia, omdat iemand achter een bureau dat bedacht heeft.’’

„Als beeldend kunstenaar haal ik ideeën uit mijn omgeving. Door die te analyseren ben ik erachter gekomen dat het vaak zaailingen zijn die een plek bijzonder maken. Zij ’hacken’ onze geplande omgeving, daar zit veel schoonheid in.’’ <



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.