TEL_24-2016

Page 1


VAKMANSCHAP VOOR IEDERE GROENPROFESSIONAL

Maak kennis met ons! +31(0)318 525 888 | www.onkruidkoken.nl | info@empas.nl

HELTHUIS Tuin en Parkmachines B.V.

“Poort van Midden Gelderland” Oranje 2 6666 LV Heteren www.helthuis.com

T F E

+31 (0)26 – 4723 464 +31 (0)26 – 4722 722 kathy@helthuis.com



Op dinsdag wanneer ook de ontwerpprijzen worden uitgereikt, zal de winnaar van de nieuwe award bekend worden gemaakt.

’Wat doet een kinderboerderij in Tuin en Landschap?’ is misschien de eerste gedachte bij het zien van deze foto. De foto werd echter genomen op groenbeurs Salon du Végétal in Angers, Frankrijk. Centraal stond daar dit jaar het thema de tuin in de stad oftewel ’Jardin en Ville’. Ook in Frankrijk is de groene stad een steeds belangrijker thema met zaken als eetbaar groen, collectieve tuinen, dak- en gevelgroen en stadslandbouw. Volgens beursorganisator Alain Delavie bewijst het gekozen thema dat de natuur steeds meer naar de stad toe beweegt, en dat het belang van het vergroenen van de stedelijke ruimte en van stadslandbouw steeds verder toeneemt. <

De afgelopen week was er weer het nodige te doen rond glyfosaat. Zo besloot staatssecretaris Dijksma, op advies van de Raad van State, om het gebruiksverbod van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen voor particulieren te schrappen. Vanwege de ’juridische vormgeving’ van het verbod. Tegelijk bracht Greenpeace een bericht naar buiten dat de verkoop van glyfosaat in Nederland vijf keer hoger is dan het gebruik zoals door het CBS geregistreerd. Rara hoe kan dat? Onmiddellijk klommen branchevereniging Nefyto – die de verkoopcijfers aanlevert – en het CBS in de pen om het bericht van de milieugroep te ontkrachten. Het CBS registreert alleen gebruik in land- en tuinbouw, niet van particulieren of op openbare terreinen, en dan alleen in bepaalde gewassen, niet allemaal. Nefyto stelde dat de verkoopcijfers concurrentiegevoelig zijn en

Volgens algemeen directeur Sue Biggs van de RHS zijn de uitvoerders op de Chelsea Flower Show de helden die tot nog toe onbesproken bleven en wordt het tijd dat zij de eer krijgen die hen toekomt. Volgens Biggs blijven de ontwerpers van de showtuinen enorm belangrijk, maar daarnaast is het ook belangrijk om de diegenen die de tuinen maken te erkennen. De Chelsea Flower Show vindt dit jaar plaats van dinsdag 24 t/m zaterdag 28 mei. Op maandag 23 mei worden alle tuinen gekeurd door de jury. Uit de tuinen die dan qua aanleg als ’uitmuntend’ worden beoordeeld, wordt de tuin gekozen die bekroond wordt met de Best Construction Award.

nager van de Chelsea Flower Show, is het mogelijk dat een tuin die qua ontwerp gemiddeld scoort, wel bekroond wordt met de nieuwe prijs, als de aanleg uitmuntend is.

In totaal worden er dit jaar dertig tuinen aangelegd. Zeventien grote showtuinen, zeven zogenoemde ’fresh gardens’ en zes kleine ’artisan gardens’. Een van de showtuinen wordt dit jaar ontworpen door de bekende kruidengoeroe Jekka McVicar. Andere bekende ontwerpers die hun opwachting maken, zijn Diarmuid Gavin, Cleve West, Jo Thompson en Andy Sturgeon. Eén van de fresh gardens, de verftuin 'Honeysuckle Blue’, is ontworpen door de Nederlanders Claudy Jongstra en Stefan Jaspers. <

daarom niet openbaar worden gemaakt. Allemaal leuk en aardig, maar in het Tweede Kamer-debat worden wel CBS-cijfers aangehaald, over het algemeen de meest betrouwbare cijfers. En ik heb nog geen staatssecretaris horen zeggen dat de cijfers voor glyfosaat in werkelijkheid vijf keer hoger zijn dan die in het debat worden gehanteerd. Daarbij kunnen we er toch vanuit gaan dat alles wat verkocht wordt, uiteindelijk ook wordt gebruikt? Het komt allemaal wat halfslachtig over, net als het gebruiksverbod waar het Kabinet nu al zo’n vier jaar het hoofd over breekt. Want hoe verbied je iets wat van het Ctgb gewoon een toelating heeft gekregen? De staatssecretaris ging zo monter van start op het dossier waar haar voorganger Mansveld uitblonk in geschutter. Maar al na een half jaar lijkt ook Dijksma zich te verslikken in het gebruiksverbod voor glyfosaat. Deze soap is nog lang niet voorbij.


Terwijl iedereen in afwachting was van de publicatie van het gewijzigde Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor 1 maart, verscheen op 16 februari plotseling een brief van staatssecretaris Dijksma waarin zij aankondigt dat het gebruiksverbod op verhardingen voor particulieren voorlopig van de baan is. Dijksma had in december de conceptwijziging naar de Raad van State gestuurd voor advies, met de bedoeling dat de wetswijziging

voor de start van het nieuwe onkruidbestrijdingsseizoen in zou kunnen gaan. De Raad van State heeft echter dermate veel kritiek op de juridische vorm van het gebruiksverbod voor particulieren, dat Dijksma heeft besloten dit verbod uit de wetswijziging te halen. Vóór de zomer zal zij de Kamer laten weten hoe zij denkt het verbod voor particulieren alsnog vorm te geven. Het verbod voor professionele gebruikers blijft wel gewoon overeind en moet uiterlijk 15 maart van kracht gaan. Dit betekent dat er vanaf dat moment, op enkele uitzonderingssituaties na, geen chemische onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen meer mogen worden gebruikt.

De Tweede Kamer-leden waren

unaniem in hun kritiek op het uitstel van het gebruiksverbod voor particulieren. VVD-Kamerlid Lodders stelde dat het Kabinet teveel uitgaat van onderbuikgevoelens bij het opstellen van wetgeving voor gewasbeschermingsmiddelen. „Wij hebben al eerder gewaarschuwd voor juridische problemen bij deze regelgeving.” PvdA-Kamerlid Leenders zei teleurgesteld en bezorgd te zijn over het uitstel en vroeg zich af waarom het gebruik niet gewoon kan worden verboden. Leenders vond ook de uitvoering van de motie om alternatieve bestrijdingsmethodes voor particulieren te stimuleren mager uitgevoerd. „Wij zijn bezorgd over het gebruik van chloor en azijn door particulieren. We zien nog te weinig mechanische alternatieven voor particulieren in de schap-

pen van tuincentra en bouwmarkten.” GroenLinks-Kamerlid Grashoff suggereerde om bij het particulier verbod ook meteen groen mee te nemen. „Dat is ook beter handhaafbaar dan alleen een verbod voor verhardingen.” Staatssecreataris Dijksma stelde dat met het professioneel gebruiksverbod tweederde van het gebruik wordt aangepakt. Daarnaast gaat zij met de tuinbranche om tafel om te kijken hoe ook richting particulieren de voorlichting over chemische onkruidbestrijding kan worden geïntensiveerd. Als alternatieven voor particulieren noemde Dijksma branders, krabbers en schoffelen. Verder werkt zij samen met Nefyto en Tuinbranche Nederland aan de Green deal gewasbescherming particulier gebruik. <


Het is opmerkelijk dat dit nu pas in kaart wordt gebracht, aangezien deze markt inmiddels volledig is ontwikkeld en van aanzienlijk belang is. Houtige biomassa zoals chips (houtfracties van 5 tot 50 mm), chunks (50 tot 150 mm) en shreds (grove houtige fracties) wordt bijvoorbeeld gebruikt voor houtstookinstallaties in de glastuinbouw, maar ook voor het verwarmen van zwembaden. Een deel gaat naar biomassacentrales. In 2014 werd 71% van de hernieuwbare energie in Nederland opgewekt met biomassa.

Houtige biomassa heeft hierin het grootste aandeel. In totaal ging het in 2014 om ruim 1 miljoen ton, waarvan 44% (444.000 ton) uit de bebouwde omgeving afkomstig is. Ruim 36% (365.000) komt uit landschapsonderhoud, zoals kap en snoei van laan- en straatbomen en onderhoud van houtwallen, singels en kleine bosjes. Uit bossen komt 19% (194.000 ton). Het gaat om hout dat vrijkomt bij omvorming van bos naar ander landgebruik en bij grootschalige verjonging. De inventarisatie maakt volgens Probos duidelijk dat de vermarkting van houtige biomassa al sterk op gang is gekomen. Het totale volume van 1 miljoen ton ligt daarbij 20% hoger dan eerdere inschattingen. Dat de grootste stroom afkomstig is uit de bebouwde omgeving en landschapsonderhoud bewijst dat restafval wordt gezien als groene brandstof of grondstof. <

Sta voor de deur van een nieuwe opdrachtgever. Hij gaat zijn villa verbouwen en wil nu ook een andere tuin. De nieuwe Tesla is er al, want die pronkt op de oprit. Het gaat mijn opdrachtgever blijkbaar goed. „Hé hallo, kom verder en neem plaats. Ja, mijn vrouw is er nog niet maar we kunnen gewoon beginnen hoor: ze heeft toch niks te vertellen. Nou wat hier gaat gebeuren: daar komt een vleugeltje aan het huis, dus heel die tuin moet op de schop. Willen we gelijk een zwembad aanleggen met een guesthouse met verdekt terras waaronder plek is voor een buitenkeuken.” Mijn nieuwe opdrachtgever heeft een razend tempo. Ik vind het prima, sla ik het verkoopverhaal over en gaan we meteen het programma van wensen opnemen. Zei hij nou dat zijn vrouw niks te vertelmeteen weer dicht zijn straks, ik ben gehecht aan mijn privacy. Als ik hier in mijn blote kont wil rond-

De aanleg van het groendak op het Atlas Theater in Emmen is een bijzondere klus, waarvoor De Koninklijke Ginkel Groep speciaal opgeleide dak-hoveniers inzet. Projectadviseur Walter van Werken: „Het dak is behoorlijk schuin, sommige hellingen zijn wel 50 graden. Daarom zijn er op verschillende plekken ankerpunten gemaakt. Abseilers kunnen zich zekeren aan deze punten en veilig het dak op.” <

lopen, moet dat kunnen zonder dat iemand het ziet. Onze zoontjes hoeven hier trouwens niet te voetballen dat moeten ze maar op het voetbalveld doen. Ach, daar is mijn vrouw. Kom er bij zitten schatje, we zijn alvast begonnen.” Ik maak kennis met zijn ’schatje’. Haar verbouwing is als eerste aangepakt zo te zien. Ze heeft een behoorlijk decolleté: waarschijnlijk om de nadruk te leggen op haar nieuwe tieten. Ze is aan haar man gewaagd want ze steekt meteen van wal. Ze wil geen zwembad maar een jacuzzi. Ze houdt van pottery en mediterrane planten. Haar man onderbreekt haar: ,,Luister niet te veel naar haar: zij vindt alles mooi.” „De jongens moeten wel hier thuis in de tuin kunnen voetballen”, vult ze nog snel aan. ’Wil ik dit?’, vraag ik mezelf af. Tuurlijk! Die man is hier duidelijk het hoofd. Zijn vrouw het nekje. Draait het nekje, dan draait het hoofd vanzelf mee.


De Amsterdamse Impuls Schoolpleinen biedt een budget van €3 miljoen voor het vergroenen van 60 schoolpleinen. Per plein is er een maximum van €50.000 beschikbaar. In Amsterdam zijn veel schoolpleinen nog na schooltijd gesloten. De bedoeling van de gemeente is dat de schoolpleinen ook na schooltijd gebruikt kunnen gaan worden als groene speelplek. Wethouder Onderwijs Simone Kukenheim wil dat kinderen vrij kunnen buitenspelen in hun eigen buurt: „Het schoolplein staat bij kinderen in de top 3 van favoriete speelplekken. Maar veel kinderen vinden

hun schoolplein niet uitdagend genoeg. Schoolpleinen zijn vaak versteend en niet avontuurlijk en groen ingericht. Dat moet anders.” Schoolpleinen worden zo heringericht dat ze geschikt zijn voor meer beweging en het leren kennen van de natuur. Ook moet het een veilige en prettige plek voor ontmoeting vormen en voor een betere afwatering van regenwater zorgen. Een apart adviesteam met (ambtelijke) expertise beoordeelt de aanvragen. De aanvrager kan deze commissie ook benaderen om vooraf advies te krijgen over de aanvraag. De school organiseert zelf (of i.s.m. bestuurscommissie) de hele (her)inrichting, ontvangt de middelen en maakt gebruik van het adviesteam bij de planvorming.

Vóór eind 2018 wil de gemeente Amsterdam 50.000 m2 aan

begroeide daken aan de stad toevoegen. Per 1 februari is er voor inwoners, scholen en bedrijven in Amsterdam subsidie beschikbaar. De subsidieregeling bestaat uit een bijdrage van 50% van de kosten tot een maximum van €30 per m2. Platte daken van meer dan 30 m2 die ingericht worden als begroeid dak, komen in aanmerking. Het bijzondere van deze regeling is dat er voor het eerst

Het was -6 vanmorgen op de thermometer. Erg koud, maar gelukkig is het maar voor een paar dagen. Koning Winter is mild voor ons geweest de afgelopen periode. Af en toe een winterprik, die met name voor ongemakken in het noorden van het land heeft gezorgd. Voor sommigen kon dat de pret niet drukken. Hoe vaak komt het voor dat je kunt schaatsen op straat? Ondanks de groene winter, hunker ik naar het voorjaar. Ik heb van alles geplant in mijn tuin en ik kan bij wijze van spreken de tulpen wel de grond uit kijken! Nog even geduld, Egbert. Volgende week is het Tuinidee in Den Bosch. Daar zullen ongetwijfeld weer heel veel tuinliefhebbers komen, die net zo naar het voorjaar verlangen als

naar de toegevoegde waarde gekeken: zichtbaarheid, toegankelijkheid, waterberging en biodiversiteit zijn belangrijke wegingscriteria bij het toekennen van de subsidie. Op die manier vormt de regeling een impuls om hoogwaardige begroeide daken te creëren. De gemeente stelt tot eind 2018 per kwartaal €125.000 beschikbaar. <

ik. Ik weet nu al dat Tuinidee volop genieten wordt. Bijvoorbeeld van de vele mooie presentaties, die door onze hoveniers op deze beurs worden ingericht. Als VHG zijn we er ook met een prachtige stand, waar we de Nationale Kampioenschappen Tuinaanleg organiseren. En als klap op de vuurpijl reiken we er de prijzen uit voor de Tuin van het Jaar en de Zwemvijver van het Jaar. Volgende week, trappen we het voorjaar af. Ik heb er zin in! Komt u ook?


Door de hoge grondtemperaturen in het najaar zijn de emelten erg lang doorgegaan met vreten en zijn ze dus relatief groot voor de tijd van het jaar. Dat meldt Biocontrole biologische plaagbestrijding deze week in haar nieuwsbrief.

De wereldwijde waardplantenlijst van Xylella fastidiosa is uitgebreid met onder andere plantensoorten die inheems zijn in het zuiden van Italië en Frankrijk. Dat meldt de Europese voedsel- en warenautoriteit EFSA.

De Vlaamse groensector gaat dit jaar meer investeren in de campagne ’Een tuin is keihard genieten’. In de campagne voor openbaar groen wordt minder geïnvesteerd. Er worden twee campagnegolven gepland.

IVN wil de komende drie jaar de omgeving rondom honderd zorgcentra vergroenen, alsook de bewoners een natuurrijk activiteitenprogramma aanbieden. Zorgcentrum Stichting Hervormd Pennemes is het eerste zorgcentrum dat deel uitmaakt van het IVN-project Grijs, Groen & Gelukkig.

In Veghel heeft Mobilane samen met Dolmans Landscaping twee gevels van 77 m2 begroend met het LivePanel-systeem. Er is gekozen voor een plantencombinatie met Geranium, Lonicera en Heuchera. Er zijn zestig lampen in verwerkt zodat de groenwanden deel uitmaken van het licht- en geluidsplan.


Briza

35 mm

Carex

26 mm

1740

2135

6

6

Finesse Lite

Botanic 24 mm

37 mm

191 1

1701

8

6

Urban Garden

Finesse

26 mm

28 mm

2098

2339

8

8

Finesse de Luxe

Vision

37 mm

32 mm

2734

3111

8

6


et Landgoed Te Werve, gelegen midden in de gemeente Rijswijk (ZH), heeft een ongekende rijkdom aan planten. Hiertoe behoren ook de zogenaamde stinzenplanten. Deze vaak niet-inheemse planten zijn daar enkele honderden jaren geleden naartoe gebracht. ,,Maar ook nog in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn hier veel stinzenplanten aangeplant. We haalden ze toen overal vandaan, bijvoorbeeld uit de Tenellaplas in Rockanje en het Haagse Bos”, legt voormalig tuinbaas Kees Kort uit. ,,De Paarse schubwortel (Lathraea clandestina) komt bijvoorbeeld uit de Delftse cultuurtuin (Botanische Tuin TU Delft) en heeft zich uitgebreid.” Lathraea clandestina voldoet, net als de ruim twintig andere verschillende stinvan een stinzenplant: planten die je in hun natuurvorm aantreft bij plaatsen die van oudsher behoorden tot stinzen, kastelen, buitenplaatsen of pastorietuinen. Buiten die terreinen, in dezelfde omgeving, komen deze planten niet in het wild voor. Het zijn bovendien groeiplaatsen die een andere bodemstructuur hebben dan de naaste omgeving.

De meeste stinzenplanten bloeien in het voorjaar en leggen een voedselvoorraad

aan in de vorm van bollen, knollen en wortelstokken. In het zomerseizoen zijn ze bovengronds haast afgestorven en vind je er niet veel van terug. Ze voelen zich uitstekend thuis in bossen waar in het voorjaar het licht tot de grond kan doordringen, maar waar het ’s zomers, als het blad aan de bomen is gekomen, vrij donker is. De planten hebben maar weinig tijd om reservevoedsel op te bouwen waar zij tot het volgende voorjaar op moeten teren. Gunstige bodemschappen zijn daarom een vereiste. De bodem moet licht en luchtig zijn, wat het geval is met zand, en bovendien vocht- en kalkhoudend en voedselrijk. In vroegere tijd werd er dan ook op de landgoederen veel aan bodemverzorging gedaan. ,,Voor de bekalking brachten we schelpen op en voor de bemesting gebruikten we halfverrotte bladeren uit vijvers en sloten. Het humusgehalte nam hierdoor toe, wat ook het vochthoudend vermogen van de grond ten goede kwam!”, vertelt Kort. Ook gebruikten tuinmannen in het verleden vaak turfmolm en paardenmest. Door deze verzorging, die eeuwenlang is volgehouden, is een stabiel milieu ontstaan waarin de stinzenplanten het nog wel even zullen uithouden.


>




ij veredeling wordt naar planten gezocht die zo goed mogelijk aan de eisen van de gebruikers voldoen. Planten met goede erfelijke eigenschappen worden met elkaar gekruist om zoveel mogelijk goede eigenschappen in een plant te verenigen en nieuwe cultivars te maken. Dit gebeurt veel bij productierassen, zoals bijvoorbeeld tomaten, maar ook in de sierteelt. Op het terrein van Boot & Co Boomkwekerijen in Boskoop laat Kees Jan Kraan zien hoe de veredeling van bomen, heesters en vaste planten in zijn werk gaat. Hij zoekt altijd naar verbetering van het sortiment om in te kunnen spelen op Kees Jan Kraan: ,,We kijken bijvoorbeeld naar een compactere groei, betere on-

kruidonderdrukkende eigenschappen of een langere bloeiperiode. Afnemers zijn onder andere gemeenten en hoveniers. Sommigen komen hier ter plekke de beste selectie uitzoeken voor een bepaalde toepassing. Het is altijd interessant om van deze mensen te horen welke potentiële nieuwkomers hen aanspreken.” Na vele jaren heeft de veredelaar een oog ontwikkeld voor goede eigenschappen bij een plant. Uit een veld met honderden Hemerocallis haalt hij er direct een bijzondere uit. Waar wij gewoon een zee van bloemen zien, ziet hij bloemen die beter boven het blad staan, een afwijkende bloemkleur, een typische bloemvorm, een compactere pol, blad, of een variëteit die de uitgebloeide bloemen direct laat vallen. En hij ziet ook een tweede plant,


waarvan hij bijvoorbeeld de bloemkleur in die andere daglelie wil kruisen. Om zo een nog mooiere en betere Hemerocallis te maken.

Het duurt wel even voordat een nieuwe cultivar daadwerkelijk op de markt verkrijgbaar is. Bij het veredelen wordt eerst een kruisschema opgesteld, waarbij twee ouderplanten zijn gekozen. Er wordt gekeken naar gunstige eigenschappen die van de ene plant op de andere plant overgebracht moeten worden. De planten krijgen eerst een label zodat ze te herkennen zijn. Vervolgens wordt tijdens de bloei kunstmatige bevruchting uitgevoerd. Hierbij wordt het stuifmeel van de ene plant op de stempel van een andere plant gedrukt. Dat gaat bijvoorbeeld heel gemakkelijk bij Hemerocallis. Om te voorkomen dat insecten stuifmeel van andere planten op de stempel brengen kan er een zakje om de bloem gebonden worden. Na de bevruchting ontwikkelen zich de zaden, als ze rijp zijn worden ze geoogst. De zaden worden in de kas gezaaid, het volgende voorjaar worden ze in de volle grond uitgeplant. Tijdens de bloei worden de beste exemplaren gemarkeerd. ,,Na twee jaar is de gezondheid en winterhardheid goed te beoordelen. De beste planten vermeerderen we. Ze worden opnieuw uitgeplant voor een proef, samen met vergelijkbare rassen. Bij veel heesters vindt de vermeerdering plaats door stekken, zoals bij hortensia’s en tegenwoordig ook bij rozen. Er wordt weer twee jaar gekeken naar sierwaarde, gezondheid en groei, de beste krijgen een label. Na ongeveer zeven jaar, maar vaak langer, kan bepaald worden welke cultivars het gehaald hebben en de moeite waard zijn om verder te vermeerderen�, legt Kraan uit. Als laatste volgt eventueel het aanvragen van kwekersrecht (PBR, Plant Breeders Rights) om de ontwikkelingskosten van de veredeling >


terug te verdienen. De veredelaar krijgt hiermee de controle over de vermeerdering van deze cultivar en kan tegen betaling licenties uitgeven.

Bij het veredelen van planten wordt van tevoren goed gekeken naar de eisen waaraan een nieuwe plant zou moeten voldoen. Omdat het proces lang duurt, en daarmee kostbaar is, wordt de doelstelling jaarlijks vastgelegd in een verslag. Er wordt gekeken naar trends op de plantenmarkt, marktgegevens en teeltinformatie. Eisen die gesteld worden aan de geselecteerde planten zijn: de gewenste kleur, de gewenste vorm en maat, een goede groei en ziektetolerantie. Extra zaken waar op gelet kan worden zijn bijvoorbeeld geur, vruchtzetting en winterhardheid. ,,Veel veredeling is er tegenwoordig op gericht om grote planten handzamer te maken. Er komen tenslotte steeds meer kleine tuinen, en ook kleiner openbaar groen. Vanuit deze behoefte hebben we gewerkt aan een compacte wintergroene bodembedekker binnen het

sortiment Mahonia.” Het doel was enkele laagblijvende Mahonia op de markt te brengen, geschikt als wintergroene bodembedekker. Midden jaren tachtig is al begonnen met het importeren van zaad van Mahonia repens en Mahonia nervosa uit de natuurlijke herkomstgebieden in Noord-Amerika. De zaailingen van Mahonia repens waren erg teleurstellend, maar Mahonia nervosa zag er in eerste instantie wel goed uit. Later bleek echter dat er een zwakke groei was met veel uitval. Uiteindelijk zijn uit een bestand van vele duizenden zaailingen toch enkele geschikte lage, kruipende Mahonia geselecteerd. Deze planten voldeden aan de eisen: laag, worteluitlopers makend, groot blad, grote vruchten, een rijke bloei, goed winterhard en gemakkelijk te stekken. Inmiddels is Mahonia ’Bokrarond’ ROTONDE op de markt, een van de beste bodembedekkende cultivars.

Andere geslaagde voorbeelden zijn de laagblijvende heesterroos Rosa

’Bokrathon’ MARATHON, een sterke roos met enkele rozerode bloemen die verschijnen van juni tot in oktober. Hypericum ’White Gem’, zeer gezond met crèmewitte vruchten, en ’Midnight Glow’ met donkergetint blad en vuurrode vruchten. Bij Hydrangea macrophylla is de MAGICAL-serie (veredeling door Gebr. Kolster) geslaagd. Hiervan behouden de bloemen lang hun kleur. Een veredelaar moet over veel geduld beschikken, het gaat natuurlijk niet altijd naar wens tijdens het veredelingsproces. ,,We hebben een groot veld aangeplant met zaailingen van Hydrangea arborescens. Een goede lichtroze ’Annabelle’ zou zeker gewenst zijn naar mijn idee. Het zag er veelbelovend uit, maar helaas is gebleken dat de roze bollen te snel bruin verkleuren, ook de stevigheid liet zeer te wensen over. Hierdoor voldeden de zaailingen niet aan onze verwachtingen. Maar we gaan natuurlijk gewoon door met het veredelen van deze Hydrangea”, besluit Kees Jan Kraan.



Bedrijf en Organisatie

Nieuwe contracteis

Leusden rekent groenaannemer af op bewonerstevredenheid SIGHT Landscaping uit Harderwijk sleepte vorig jaar het aanbestedingscontract voor het onderhoud van de buitenruimte in Leusden in de wacht. Bijzonder is dat bewonerstevredenheid en burgerparticipatie belangrijke graadmeters zijn waarop de aannemer afgerekend wordt. BTL-advies begeleidde de gemeente bij deze nieuwe contractsvorm. Tekst Jacqueline van Wetten | Beeld SIGHT Landscaping

18

TuinenLandschap | 4 | 2016


Bewoners van de wijk Alandsbeek rusten uit na de bladblaasactie die ze zelf initieerden. SIGHT verstrekte de bladblazers, gaf instructies en zorgde na afloop voor snert.

,,

O

nze twee toezichthouders zitten wekelijks aan tafel met de aannemer en tussendoor wordt er ook nog wel eens met elkaar gebeld’’, vertelt Anita Vermeulen, teamleider Toezicht en Uitvoering bij de gemeente Leusden. ,,Ja, ze zitten er bovenop’’, beaamt projectleider Christian Heberle van SIGHT Landscaping uit Harderwijk. ,,Als er iets is, krijg ik echt wel te horen: vergeet je dat straatje daar achteraf niet.’’ Intensief zonder klef te worden. Zo kenmerkt SIGHTkwaliteitsmanager Kees Torn Broers het contact tussen gemeente en aannemer. ,,Het gaat om de geleverde resultaten. Hoe staat het groen erbij, het ’harde’ deel, en hoe tevreden zijn de burgers en wat vinden zij van onze communicatie, het ’zachte’ deel. Daar worden we op afgerekend.’’

Nieuwe rol Binnen de gemeente werkte een speciale projectgroep met hulp van BTL Advies aan de nieuwe contractsvorm voor het onderhoud van de buitenruimte (zie kader). ,,Dit contract past bij de nieuwe rol die we als gemeente willen innemen’’, legt Vermeulen uit. ,,Onder de noemer ’Samenleving voorop’ willen we dat burgers meedoen, en mogen ze zeggen of ze tevreden zijn of niet.’’ Het contract geeft tevens invulling aan de nieuwe Participatiewet: negen medewerkers van Eemfors, het Amersfoortse groenbedrijf dat werk biedt aan mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt, draaien onder verantwoordelijkheid van de aannemer volledig mee in het onderhoud. En omdat de gemeente moest bezuinigen is in het nieuwe contract het onderhoud van de buitenruimte verlaagd van B- naar Cniveau. Acht aannemers schreven zich op de aanbesteding in. ,,SIGHT begreep ons het best’’, verklaart Vermeulen de keuze van de gemeente. ,,Die aannemer sprong eruit met het plan van aanpak en door de wijze waarop hij zich presenteerde.’’ Torn Broers: ,,Elke aannemer kan een extern bureau inhuren om een gelikt plan te laten schrijven. Dat weet de gemeente ook. Om daar doorheen te kunnen prikken, hechtte Leusden veel belang aan de presentatie.’’ Teamleider Anita Vermeulen legt uit: ,,Het maakt ons daarbij niet uit of iemand door de zenuwen niet soepel uit zijn woorden komt, maar we kregen bij SIGHT de indruk dat hun visie ook echt in de genen van het bedrijf zit.’’

Bijzondere schaal ,,Het integraal beheren van de buitenruimte is onze kracht’’, stelt Torn Broers van SIGHT. De aannemer past die manier van werken al toe in veel projecten door heel Nederland, ook binnen grotere steden als Amersfoort en Arnhem. SIGHT werkt eveneens op meerdere plekken met het intensief inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en met participerende bewoners. Wat het contract in Leusden bijzonder maakt is de schaal waarop burgers participeren, vindt Torn Broers. ,,Het gaat om een hele gemeente, niet om een of twee wijken die als pilot dienen.’’ Vanwege de omvang van de opdracht stelde SIGHT een speciaal projectteam samen. Vanaf begin af aan waren de teamleden betrokken bij het maken van het plan van aanpak. ,,De gemeente had een opdracht neergelegd zonder specifieke verwachtingen. Zo’n open vraag stimuleerde ons om creatief en daardoor onderscheidend te zijn’’, zegt Torn Broers. Vooraf deed SIGHT uitgebreid onderzoek. Wat is Leusden voor een gemeente, wie wonen er, welke initiatieven zijn er al? Dat soort informatie is nodig om maatwerk te kunnen leveren, vindt de kwaliteitsmanager. ,,Zo bleken de bewoners van de Eurowoningen bij park Rozendaal hun wijkgroen zelf te beheren. We hebben toen gekeken hoe dat werkte en wat we daar zelf mee konden binnen ons plan van aanpak.’’ Ook is het communicatieplan van de gemeente onder de loep genomen met als doel om de communicatie-uitingen van SIGHT daarop aan te laten sluiten. ,,Het is beter om op iets voort te borduren. We wilden voorkomen dat we plannen van bovenaf oplegden.’’

Lege schoenen Gedurende de ontwikkeling van het plan van aanpak werd ook steeds meer duidelijk welke capaciteiten en kwaliteiten mensen in huis moesten hebben om het plan goed uit te kunnen voeren. Binnen het projectteam en binnen SIGHT werden een projectleider, een wijkbeheerder en een voorman gevonden. Alleen een echte wijkregisseur bleek intern niet voorhanden. Torn Broers: ,,We zochten een sociale, maar ook stevige persoonlijkheid. Iemand die goed met mensen kan omgaan maar ook stand houdt als er botsende belangen zijn in een wijk. Zo iemand konden we niet vrijmaken. Tijdens de presentatie aan de gemeente lieten Henk Onderwater, >

TuinenLandschap | 4 | 2016

19


’Burgertevredenheid als contracteis is haalbaar’ Gedurende een jaar begeleidde BTL Advies de gemeente Leusden bij het opstellen van het nieuwe aanbestedingscontract en de selectie van de aannemer. Het contract is getoetst door het Inkoop Bureau Midden Nederland (IBMN), een organisatie die lokale gemeenten helpt bij zo efficiënt mogelijk inkopen, en voldoet aan UAV-GC. Het contract is EMVI aanbesteed en afgesloten voor twee jaar met zes keer een verlenging van telkens één jaar bij gelijkblijvende of stijgende burgertevredenheid. Lars Tamboer van BTL Advies omschrijft het contract in Leusden als een effectbestek waarbij de aannemer veel vrijheid krijgt om zijn expertise in te zetten. De groepsdetacheringsovereenkomst die voor de inzet van de negen Eemfors-medewerkers is afgesloten, bevat wel gedetailleerde voorschriften. In de Leusdense contractvorm loopt de gemeente een gecontroleerd risico, meent

Het projectteam (van links naar rechts): wijkbeheerder Henk Onderwater, wijkregisseur Mariska Wolters en projectleider Christian Heberle (SIGHT Landscaping).

20

TuinenLandschap | 4 | 2016

Tamboer. Fysiek wordt de buitenruimte zodanig onderhouden (kwal. C) dat veiligheid gewaarborgd blijft en er geen sprake is van kapitaalsvernietiging. Wel kan bij slecht presteren van de aannemer het imago van de gemeente een deuk oplopen doordat de tevredenheid bij de burgers daalt. Het risico voor de aannemer is groter. Vooral in de eerste jaren moet de aannemer hoge investeringen doen, legt Kees Torn Broers van SIGHT Landscaping uit. ,,Mocht de opdracht tussentijds niet verlengd worden, dan kan je dat niet meer terugverdienen.’’ Het feit dat het contract de hele gemeente omvat, vergroot de kans van slagen, denkt Tamboer. ,,Iedereen binnen de gemeente heeft hier aandacht voor. Het is geen klein proefprojectje dat ondergesneeuwd raakt.’’ Volgens Tamboer is het voor een aannemer zaak om binnen de eigen organisatie te zorgen voor een zo breed mogelijk gedra-

de wijkbeheerder, en Christian Heberle, de projectleider, daarom een paar lege schoenen zien. Later werden die schoenen door Mariska Wolters aangetrokken. Zij kwam van de gemeente Leusden en had daar als gebiedsontwikkelaar veel met nieuwe inwoners te maken gehad.’’

Verrassende uitkomst Inmiddels onderhoudt SIGHT de buitenruimte

gen visie en een organisatie op contractniveau. Tegelijkertijd moet de aannemer in de gemeente op een zo laag en gedetailleerd mogelijk niveau handelen en communiceren. Alle werknemers van SIGHT, maar ook onderaannemers die bij het onderhoud in Leusden betrokken zijn, moeten weten hoe te handelen als ze door burgers benaderd worden met vragen over het groen. Tamboer wijst SIGHT-voorman Rob Beumer aan als een belangrijke sleutelfiguur in de communicatie met bewoners. Hij rijdt dagelijks duidelijk herkenbaar door de gemeente. BTL denkt dat de Leusdense contractvorm bij uitstek geschikt is voor een inwonertal van 20.000 tot maximaal 30.000. ,,Iemand die dagelijks communiceert met bewoners heeft daar een dagtaak aan.’’ Als een gemeente groter is kan die worden opgedeeld in percelen. Voor elk perceel wordt dan een contract opgesteld.

in Leusden nu krap een jaar. Eind 2015 voerde de gemeente een eerste evaluatie uit door een enquête te houden onder de bevolking. De uitkomst verraste zowel de gemeente als SIGHT. Een bezuinigingsslag van B- naar C-niveau valt burgers soms rauw op het dak. De groenaannemer verwachtte negatieve reacties. De burgers werden vooraf uitgebreid geïnformeerd over wat hun te wachten stond als het groenonderhoud een tandje zou worden teruggeschroefd, onder andere middels een website. ,,Die uitleg heeft goed gewerkt’’, concludeert Torn Broers nu. Uit de enquête bleek de bevolking best tevreden te zijn met een lager onderhoudsniveau. ,,Dat hadden wij als ambtelijk apparaat ook niet verwacht’’, vult Vermeulen aan. ,,Bovendien blijken bewoners met een goede uitleg ook eerder bereid om zelf de handen uit de mouwen te steken’’, is de ervaring van projectleider Christian Heberle. Diverse buurtinitiatieven zijn inmiddels gerealiseerd. ,,Je kunt een gemeente nooit beloven: wij gaan minimaal zoveel participatieprojecten realiseren. Als aannemer krijg je dat niet voor elkaar. Initiatieven moeten uit de burgers zelf komen", meent hij ,,Maar waar we wel goed in zijn is mensen enthousiast maken’’, vult wijkregisseur Wolters aan. ,,Op de site laten we zien hoe gezellig het kan zijn tijdens zo’n buurtinitiatief en wat je als burger voor elkaar kan krijgen.’’ Voor gemeentelijke teamleider Uitvoering en Toezicht Anita Vermeulen is het duidelijk: ,,Er is geen enkele reden om deze manier van werken terug te draaien.’’ <



Bedrijf en Organisatie

Active Constructions:

’Altijd jezelf afvragen hoe je het beter kunt doen’ Vroeger was hij fulltime hovenier, nu is Kees-Jan Verwaal eigenaar van Active Constructions, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het bouwen van speelparken en klimbossen. Dit werk brengt hem nagenoeg de hele wereld over, maar de standplaats is Bunnik. Daar wordt alles bedacht, ontworpen en gezaagd. „Je moet jezelf altijd afvragen hoe je het beter kunt doen.’’ Tekst Miranda Vrolijk | Beeld Active Constructions

22

TuinenLandschap | 4 | 2016


Het team van Active Constructions, met op de voorgrond met bril eigenaar Kees-Jan Verwaal. fan: „Een verantwoord geproduceerde houtsoort. Onbehandeld toegepast is hij twee keer zo hard als de Nederlandse soorten.’’ Daardoor gaat hij veel langer mee. Verwaal past die Eucalyptus dan ook graag toe in de cruciale balkenconstructies waarmee de touwenparcoursen in de bomen hangen. Douglas, daar is hij duidelijk minder van gecharmeerd. „Gebruik je dat in een bos waarin het nooit volledig droog wordt, dan is het hout na acht jaar verrot.’’ En dat is niet handig met het oog op zijn klanten, waarmee hij vaak een verbintenis voor jaren aangaat.

Drie bedrijven ineen

Bedrijfsinformatie ▸ Locatie Bunnik ▸ Aantal medewerkers 20 (16 fte) ▸ Werkzaamheden Ontwerp en aanleg van in- en outdoor speelparken en klimbossen én service en onderhoud van de parken.

A

ls de auto het bedrijventerrein opdraait waar Active Constructions is gevestigd, verraadt niets dat hier een bedrijf zit dat van Noorwegen tot Kos en van IJsland tot op Menorca speelparken en klimbossen bouwt. Binnen in de loods is het echter een drukte van belang, drie jonge medewerkers zagen er lustig op los. Eigenaar Kees-Jan Verwaal legt uit dat zijn bedrijf hier net een jaar zit. De ene hal is ingericht met speciale zaag- en afzuigapparatuur en in de andere liggen diverse houtsoorten en -producten (van ruwgezaagde planken tot halffabrikaten en eindproducten) opgestapeld tot aan de nok. Naast allerlei kettingen en touwen. „Een klimbos bestaat uit hout, touw en staal in verschillende vomen’’, verklaart Verwaal. Op de tweede verdieping bevindt zich het kantoor waar de ingenieurs de klimbossen ontwerpen en tot in de puntjes technisch uitdenken. Tijdens de rondleiding door de hallen geeft Verwaal meteen een les in de verschillende houtsoorten die hij toepast. Onder meer robinia, douglas en Eucalyptus cloeziana, een hardhoutsoort uit Zuid-Afrika. Van die laatste is Verwaal duidelijk

In 2010 bouwde Verwaal zijn eerste klimbos in België. Daarvoor was hij fulltime als hovenier aan de slag, met name in het wat luxere segment van de poolhouses, zwembaden en grote speelvelden. Vijf jaar daarvoor bracht een klant – eigenaar van een 3 ha groot landgoed – hem op het pad van de klimbossen. „Hij wilde er graag zelf één.’’ Hoewel Verwaal daar helemaal geen ervaring mee had, ging hij de uitdaging toch aan. Om zich te oriënteren bracht hij een bezoek aan het klimbos in het Luxemburgse Vianden. „Heel gaaf, maar zo lelijk gemaakt.’’ Verwaal nam zich voor om dat zelf beter te doen. Uiteindelijk ging het klimpark bij de klant niet door omdat de gemeente er geen vergunning voor gaf; maar de ondernemer zelf was inmiddels echter helemaal in de ban van de wereld van ’high and low ropes’. Zes jaar later runt Verwaal een bedrijf met twintig mensen in dienst. Hij rekent voor dat hij nu zo’n zeventig klimbossen en speelparken heeft gebouwd, zowel binnen als buiten. Voorbeelden in Nederland zijn het Abel Klimbos in Rhoon en het Klimbos Avontuurlijk Paasloo. Zijn opdrachtgevers bestaan uit ondernemers die zelfstandig zo’n park uitbaten, maar ook reisorganisaties zoals TUI of recreatieparken als Landal en Molecaten. Kenmerkend voor de avonturenparken en klimbossen buiten is dat het op hoogte tussen houten torens of bomen is gemaakt en dat de klimmers altijd onder begeleiding van een instructeur een parcours

In die zes jaar heeft Active Constructions zich ontwikkeld tot een onderneming die elk facet van het bouwen én onderhouden van een klimbos of speelpark in de vingers heeft. „Eigenlijk hebben wij drie bedrijven ineen’’, verklaart Verwaal, „een ontwerpbureau, een ingenieursbureau en een bouwbedrijf.’’ Daarnaast huurt de ondernemer expertise van buiten in. VTA-deskundige Herman Horzelenberg van het gelijknamige boomverzorgingsbedrijf bijvoorbeeld, die op nieuwe locaties alle bomen op veiligheid checkt. Op grond daarvan >

TuinenLandschap | 4 | 2016

23


kunnen de ingenieurs van Active Constructions die bomen kiezen die geschikt zijn om een klimparcours aan op te hangen. Ook huurt Verwaal een landmeter in die op de centimeter nauwkeurig de bomen inmeet. „Wij slepen hen de hele wereld over’’, zegt Verwaal.

Veiligheid cruciaal

www.tuinenlandschap.nl

Voor meer foto’s van klimbossen en speelparken van Active Constructions.

Een klimbos bestaat uit hout, touw en staal in verschillende vormen. De parcoursen worden opgehangen in bomen of langs torens.

24

TuinenLandschap | 4 | 2016

Verder werkt de ondernemer veel samen met Ropes Course Solutions, een bedrijf dat opleidingen en trainingen geeft op het gebied van instructie voor en inspectie van adventureparken. Want als Verwaal één ding geleerd heeft in die zes jaar, is dat zijn opdrachtgevers vooral bezig zijn met de kaartjesverkoop. „Wat logisch is, want die klant moet geld verdienen.’’ Maar wil een klimbos op de langere termijn blijvend geld opleveren, dan dient er zorgvuldig geïnvesteerd te worden in de inspectie van het klimpark, een dagelijks terugkerende klus. Het succes van een klimbos staat of valt immers met de veiligheid. Eventuele ongelukken zouden funest zijn voor de reputatie van Active Constructions. De nazorg en ondersteuning die het bedrijf klanten biedt, vindt Verwaal dan ook net zo belangrijk als het ontwerp en de bouw.

Voor hoogteparcoursen zijn er twee Europese normen, één die garandeert dat het veilig is gebouwd en een tweede die garandeert dat het veilig wordt geëxploiteerd. Om hieraan te kunnen voldoen, biedt Active Constructions zijn klanten via het externe bureau vier verschillende trainingen aan. Als uitbater van een park moet je is als reddingswerker (rescuer) en een inspecteur die dagelijks het parcours controleert. Bovendien is er nog een ’parkmanager’ die een overkoepelende functie heeft. Ropes Course Solutions biedt opleidingen voor die vier functies, terwijl Active Constructions de eigenaar van het park helpt met uitkiezen wie van zijn medewerkers geschikt is voor zo’n functie. Daarnaast heeft Active Constructions een beheer-app voor de parkeigenaar. Verwaal en zijn mensen kunnen daardoor zien of in het klimpark elke dag alles - elke hindernis en elke gordel - gecontroleerd wordt. Verwaal: „Je moet het beheren, anders kun je het betreuren.’’

Met de klant meedenken Active Constructions probeert zijn parken voortdurend te vernieuwen en met de klant mee te denken hóe een avonturenpark beter te exploiteren valt. Zo bouwt het bedrijf momenteel het Fraxinus Tree Top Adventure in België. Dit is een familiepark, zoals Verwaal het noemt, waar je met tientallen mensen tegelijk in kan zónder begeleiding. Een voordeel ten opzichte van de klimbossen en speelparken: daarin kunnen maar een beperkt aantal mensen tegelijk het parcours klimmen en altijd met een instructeur. Dat maakt het entreekaartje relatief duur. In het familiepark is dit anders, dat bestaat uit een reeks netten die tussen de bomen hangen en vanaf de grond toegangelijk zijn. In de netten zijn verschillende elementen geïntegreerd, tunnels, glijbanen en een ballenbak bijvoorbeeld. In tegenstelling tot een klimbos kun je zelf je parcours kiezen. „En opa van zeventig kan er samen met zijn kleinkind van drie in, dat maakt het tot een aantrekkelijk familie-uitje.’’ Volgens Verwaal heeft dit type park de toekomst. „De ticketprijs ligt een stuk lager.’’ En zijn vroegere hoveniersschap, helpt dat Verwaal nog in deze andere tak van sport? Volgens de ondernemer is dat zeker het geval. Vooral de manier waarop hij de omgeving bekijkt – wat hij gewend is te doen door zijn groene achtergrond – waar een nieuw klimbos of speelpark moet komen, helpt hem om te beoordelen of het überhaupt geschikt is of niet. Bovendien blijven zijn groene vingers altijd een beetje jeuken, want jaarlijks legt hij nog wel een paar tuinen aan, al zijn die op één hand te tellen. <



e ontmoeten elkaar op het kantoor van Lodewijk Baljon aan de Cruquiusweg in Amsterdam. Wanneer Sylvia Vergouwen zich voorstelt en vertelt over haar omweg om via de technische specialisatie van Larenstein en verschillende functies in die richting, uiteindelijk tóch bij het ontwerpen uit te komen, neemt Baljon de regie in handen. Baljon: Mag ik jou meteen een tegenvraag stellen? Kwam jouw keuze voor de techniek destijds vanuit een negatieve achtergrond: de angst voor het ontwerpen, of vanuit een positieve: was je geïnteresseerd in het maken? Vergouwen: Toch wel die eerste, de angst voor het ontwerpen. Al was ik uiteraard wel geïnteresseerd in het maken. Je ontwerp moet uiteindelijk wel werken. Baljon: Je omweg is ook helemaal niet gek. Dat je eerst geleerd hebt hóe je iets maakt en pas daarna het ontwerpen hebt geleerd. Vergouwen: Zo heb ik het nog nooit bekeken. Baljon: Om te weten hóe je iets maakt, heb je ervaring nodig. Alleen dan kun je een echt voldragen, duurzaam plan ontwerpen dat lang meegaat en jaren later nog steeds gewaardeerd wordt. Daarom is het interessant dat Tuin en Landschap

met deze serie komt, zelf heb ik namelijk het meeste van de oude rotten geleerd. Voor mij was dat tuin- en landschapsarchitect Hans Warnau, die was opgeleid in Boskoop, dé wereld van het maken. Vergouwen: Waarom ben je zelf in Wageningen gaan studeren? Baljon: Ik had gymnasium gedaan, dan komt het niet in je op om naar Boskoop te gaan. Eigenlijk vond ik Wageningen al niet zo spannend. Wat me fascineert is chief van verschillende historische lagen. Ik had daarom ook net zo goed archeoloog kunnen worden. Aan de hand van sporen, kun je die historische verhalen reconstrueren. Vanuit het verhaal van het landschap, kun je het verhaal van de toekomst gaan vertellen, dat is ontwerpen. In 1999 kreeg het bureau van Lodewijk Baljon de opdracht voor de inrichting van het stationsplein in Apeldoorn. Het plein


moet het komen en gaan van reizigers, nen opvangen en via een logische, veilige Maar hoe gingen we het ontstane hoogte-

Cruciaal voor ons ontwerp was om met

-

-

Vergouwen: Baljon:

Vergouwen:

-

Baljon: Vergouwen: Baljon:

-

>


Vergouwen: Een andere inspiratiebron was het landschap van de Veluwe met haar zandverstuivingen en dennenbossen. Waarom heb je gekozen om het landschap in een stedelijke omgeving te brengen? Baljon: Enerzijds wilden we de openheid van een plein creëren. Anderzijds is Apeldoorn uiteindelijk geen wereldstad, als er even geen trein is, zijn er weinig voetganzijn, niet een leeg plein. Zodat je ’uitstapt op de Veluwe’ zoals het tijdschrift de Blauwe Kamer dat zo treffend boven een artikel zette. De vliegdennen in de zandkleurige Portugese keitjes wekken een lichte vorm van vervreemding op, maar vormen samen een sterk beeld. Vergouwen: Daar ben ik het mee eens. Het onverwachte van de dennen in een stedelijke omgeving, roept iets bij je op. Vergouwen: Jullie hebben negen jaar aan deze opgave gewerkt. Heeft dat een positieve of negatieve invloed gehad op het resultaat? Baljon: We hebben de tijd gehad om dingen uit te werken. Zo vroegen we ons af of het plein een attractie nodig had in de vorm van een fontein. We kwamen tot de conclusie dat de beweging van water prachtig is, maar dat een fontein bij een station niet handig is. Voor je het weet ligt die op vrijdag- en zaterdagavond helemaal vol met frietbakjes. Maar er moet wel wat

te doen zijn, daarom hebben we de vijfhoekige watertafel ontworpen waaruit water opborrelt, daar kunnen kinderen heel goed mee spelen. Ook kun je er goed op zitten net als op de andere informele granieten zitranden. We hebben bewust voor granieten elementen gekozen en niet voor bankjes, want als die leeg zijn, zijn die ook echt leeg. En dan denken mensen al gauw ’Zie je wel in Apeldoorn gebeurt helemaal niks’. Ook op de stille momenten moet het plein goed zijn. Vergouwen: De Portugese keitjes liggen gestraat in een craquelé-patroon van dilatatievoegen, hoe heb je die vorm bepaald? Baljon: In het craquelé hebben we verschillende dingen bij elkaar gebracht. De grote truc in een ontwerp is om allerlei verschillende eisen te combineren in één oplossing: de wensen van de opdrachtgever, de technische eisen – het maken – en het onderhoud. We wilden de suggestie wekken dat er zand ligt, een kenmerk van en zonder richting is. Doordat het plein door het craquelé-patroon is opgedeeld in verschillende vlakken draait de richting waarin de vierkante Portugese keitjes zijn gestraat. Daardoor zie je overal een vleug geel en grijs, dat spreekt meer. Daarnaast houden dennen er niet van om in bestrating te staan, ondergronds zijn speciale boombunkers gebouwd om de bomen genoeg doorwortelbare ruimte te

geven. De dilatatievoegen zorgen ervoor dat het hemelwater bij de bomen komt. We laten de bestrating doorlopen tot op de stam, zodat je echt het gevoel hebt dat de bomen in het zand staan. Het craquelépatroon is geïntensiveerd bij de boom zelf. Die boomspiegel bestaat uit verschillende ringen, waarvan de binnenste er al uit is gehaald om de bomen genoeg groeiruimte te geven, ze doen het namelijk ontzettend goed op het plein. Ook de lichtmasten staan in het craquelé-patroon. Door ze te integreren worden ze opeens een belangrijk en betekenisvol detail. Als je één-opéén oplossingen verzint, voor elk aspect een apart antwoord, dan creëer je domme details. Vergouwen: Al deze voorzieningen zijn redelijk kostbaar, het heeft dus ook wat mogen kosten? Baljon: Ja, en dat ging niet zonder slag of stoot. Gelukkig had de plantsoenendienst van Apeldoorn destijds al veel aandacht voor de standplaats van bomen. Maar als de ondergrondse voorziening per boom 10.000 euro kost, moet je met een goede rekensom komen voor de totale levensduur van de boom. Gelukkig hadden we de werkgroep Infrastructuur en Bomen van het CROW aan onze zijde die voorrekende dat je mettertijd de investeringen terugverdient als je alle beheerkosten meerekent. De kunst is ook om op zoek te gaan naar medestanders, wie kun je voor een deel


van je plan winnen, met wie kun je strategische coalities aangaan? Zo zijn we met een aantal gemeentemensen naar kwekerij Van den Berk in Sint-Oedenrode gegaan om daar de Pinus sylvestris te laten zien die we op het oog hadden. Voor het bezoek had Van den Berk zelfs een van de bomen opgerooid zodat we de kluit goed konden bekijken. Vergouwen: Raadpleeg je voor elk onderdeel een andere deskundige? Baljon: Ja, je doet het sowieso in dit vak nooit alleen. Dat is leuk, want daar word je ook wijzer van. Vergouwen: Het stalen boomrooster onder de plataan is rood, waarom hebben jullie voor die opvallende kleur gekozen? Baljon: Ja, hij is bijna brandweerrood hè? Af en toe moet er ook iets gebeuren, alle tonen in dit ontwerp zijn heel rustig, dan is het interessant om één merkwaardig element te laten afwijken. Want het is natuurlijk een heel merkwaardig element. Wij denken zelf dat het het grootste boomrooster van de wereld is. Het geeft ruimte aan het wortelpakket van de plataan dat zich vooral aan deze kant van de boom heeft ontwikkeld. Aan de andere kant was de grond verdicht door de bussen die hier vroeger stonden. Het plein loopt in een holle schelp naar beneden, de grond rondom de plataan wilden we niet afgraven vanwege de wortels. De bovenkant van het boomrooster

loopt waterpas, zodat er zitranden zijn ontstaan. Als dan in februari de zon schijnt, zitten opeens alle randen vol. Dat is het leukste moment, dat je ziet dat het gebruikt wordt. Vergouwen: Dat je ziet dat het echt werkt? Baljon: Ja en dat je vormen van gebruik ziet die je zelf van tevoren niet had bedacht. De granieten elementen hebben afgeronde randen en een wat poezelige afwerking, maar dat dat zou uitnodigen om liggend te gaan zonnen, had ik niet verwacht. Aan het einde van het gesprek gaat het nog over de vraag wanneer een ontwerp nu af is en welke middelen – deadlines, ontwerpfases, inbreng van deskundigen – je kunnen helpen om iets als klaar te bestempelen. Als laatste stelt Baljon Vergouwen nog een tegenvraag. Baljon: Wat is voor jou nu het interessantste project waaraan je gewerkt heb? Dat is toch het project waar je net aan begonnen bent? Daar moet het nog gebeuren, alles staat nog open, je zit nog voor een angstaanjagend wit papier. Alles kan nog, hoe verder je in het proces komt steeds minder. Vergouwen: Het is er nog niet en je hebt de drive om er iets van te maken. Baljon: En dat zegt alles over ontwerpen.

<




waar mensen worden begraven op een manier die geen sporen achterlaat. Mensen worden teruggebracht in uitgangspunt is dat een natuurgraf niet

materialen als hout worden gebruikt als grafmarkering. Respect voor de overledene gaat hand in hand met respect voor de natuur.’’

van een klein landgoed in het Limburgse Heide, waar de Natuurbegraafplaats Weverslo een onderdeel van is. Er is animo teit met de natuur en cultuur en bovendien is het een manier om het landgoed

een gedragscode opgesteld.’’

criteria een volwaardige natuurbegraaf-

„Vaak hebben ze een bepaalde verboner eeuwige grafrust geldt, is voor mensen

ontwikkeling is, is beleid om de natuur te respecteren en in stand te houden van

kwaliteitsverbetering en instandhouding van de natuur, gaf voor ons de doorslag.’’ we dat er veel (dezelfde) vragen leven

voor het grafrecht en het onderhoud in één keer, waardoor nabestaanden niet met een probleem worden opgezadeld.

„Brana is een branchevereniging voor natuurbegraafplaatsen in Nederland.

terug kunt.’’

en bewaakt de kwaliteit, continuïteit sen. Juist omdat het natuurbegraven in

reputatieschade ontstaan als natuurbegraafplaatsen zich onzorgvuldig en onvoldoende voorbereiden.’’


Ze zich aan alle wettelijke bepalingen en voorschriften houdt die te maken hebben met de exploitatie van een natuurbegraafplaats. Ze zorg draagt voor een correct en respectvol verloop van begrafenissen en van een respectvolle bejegening van het publiek. Er sprake is van eeuwige grafrust en dat graven dus niet worden geruimd. Grafmarkeringen alleen van organische en andere natuurlijke materialen zijn. Er geen bovengrondse asverstrooiing plaatsvindt. Het natuurbeleid en -beheer op basis van een toetsbaar natuurbeheerplan wordt uitgevoerd. Het beleid moet gericht zijn op het in stand houden en verbeteren van de kwaliteit van de natuur. Bovendien moet er periodiek worden gerapporteerd over de effecten en resultaten van het beleid. De registratie van de verleende grafrechten en de graven is geborgd. De duurzame en maatschappelijk verantwoorde exploitatie en het beheer van het gebied als natuurgebied en natuurbegraafplaats tot in lengte van dagen zijn geborgd. De gedragscode moet zichtbaar aanwezig zijn, zodat mensen er op ieder moment kennis van kunnen nemen. Het Instituut Nederlandse Kwaliteit toetst periodiek of de natuurbegraafplaatsen aan de gedragscode voldoen.

„Op zich wel, maar het is wel belangrijk dat er geen wildgroei ontstaat. De ontwikkeling van een natuurbegraafplaats moet goed en zorgvuldig gebeuren. goed geregeld zijn en dat er een fonds is waaruit het toekomstige beheer kan worden verzorgd. Je moet dus sparen voor de toekomst.’’

liggen voornamelijk op de zandgronden in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. In West-Nederland is het vanwege de hoge grondwaterstand lastiger. Daarnaast zijn er partijen die interesse hebben, maar

wordt niet altijd gehandhaafd. Ook worden soms markeringen van staal of steen toegestaan, terwijl die materialen niet op een natuurbegraafplaats thuishoren. Daarnaast worden soms (plastic) bloemen, planten of ’prullen’ op de graven neergelegd. Als wij daar niets tegen zouden doen, gaan mensen zelf aan het tuinieren. Goede voorlichting, begeleiding en handhaving zijn daarom heel belangrijk bij het beheer van een natuurbegraafplaats. We moeten erop toezien dat graven geen volkstuintjes worden.’’

„Er zijn momenteel tien natuurbegraafplaatsen aangesloten bij Brana; deze

Wat overigens leuk is, is dat ook overheden de gedragscode pakken bij het beoordelen van plannen. Dat is iets wat we graag willen: een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van natuurbegraafplaatsen.’’

„Het idee, het concept en de mogelijkheden spreken de mensen aan. Zo bleek bijvoorbeeld uit een recent onderzoek van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen, dat 10% van de respondenten belangstelling heeft als de mogelijkheid er is. Dat zijn behoorlijke percentages. Ook in de praktijk merken we dat er na een begrafenis of open dag altijd mensen zijn die het ook overwegen.’’

„Als ze voldoen aan de gedragsregels en dit ook wordt bevestigd door het Instituut Nederlandse Kwaliteit, mogen ze het Brana-keurmerk voeren. Meerwaarde van het keurmerk is dat je aan de omgeving kunt laten zien dat je op een verantwoorde manier bezig bent. Ook wij als initiatiefnemers worden getoetst voordat we het Brana-keurmerk mogen voeren. Anders zou het oneerlijk zijn ten opzichte van anderen.’’

„Laat het aan particulieren over! Geef hen de mogelijkheid om verdienmodellen te ontwikkelen waarmee ze hun landgoed of natuurgebied kunnen onderhouden. De subsidies lopen terug, dus moet je manieren vinden om je landgoed of natuurgebied in stand te houden. De een begint een camping of bed & breakfast, de ander een natuurbegraafplaats. Het is in onze ogen geen overheidstaak. En als gemeenten dan toch geld willen verdienen, kunnen ze beter een frietkraam beginnen!’’ <


limaatverandering zorgt voor meer regen, meer extreme neerslag, minder regendagen, meer droogte en hogere temperaturen. Dit heeft invloed op zowel de levende als de dode materialen in de tuin. Veel neerslag kan bijvoorbeeld zorgen voor onder meer wateroverlast, plasvorming, wortelrot, groene aanslag, en het werken van tuinhout. Weinig neerslag zorgt weer voor verdrogende planten en krimpend hout. Hitte zorgt voor extra droogte door verdamping, verharding

die niet meer blootsvoets begaanbaar is en een vraag naar verkoeling. Belangrijk om te realiseren is dat er lokale verschillen zijn in de impact van klimaatverandering. Afhankelijk van de lokale omstandigheden kan het belangrijker zijn om een tuin te wapenen tegen bijvoorbeeld wateroverlast, hitte, droogte of alledrie. Hoe kun je met deze verschijnselen rekening houden bij het aanleggen van een tuin? Deze vraag stond centraal in de presentatie die AndrĂŠ Pes van Aco

Pas waar mogelijk halfverharding toe in plaats van een volledig gesloten verharding. Het water kan dan veel gemakkelijker wegvloeien. Allereerst in de bufferruimte tussen de verharding om daarna in de bodem geleidelijk te

afwateringstechniek hield op de Tuinprofessionaldagen in januari. Voor de presentatie leverden verschillende deelnemende bedrijven input: Boomkwekerij van den Berk, Lageschaar vaste planten, Ecolan vijverfolie, Ecostyle, Royal Grass, MBI de Steenmeesters, Michel Oprey en Beisterveld en Felix Clercx. Tuin en Landschap vertaalde de presentatie naar dertig praktische tips voor de hovenier.

zodat het grind (of split) op zijn plaats blijft liggen, niet verzakt en je aan een laag van slechts 5 cm genoeg hebt.

Gebruik keramische tegels om groene aanslag te voorkomen. Keramische tegels nemen minder dan 0,5% vocht op (gemeten op de scherf) terwijl de bovenkant vaak helemaal waterdicht is. Groene aanslag krijgt dan ook geen kans om zich te hechten. Mocht het op een schaduwrijke, vochtige plek toch ontstaan, kun je het makkelijk wegspoelen.

Gecoate betontegels hebben een coatinglaag en zijn daardoor vuil- en waterafstotend. De tegels zijn aan de bovenkant waterdicht zodat groene aanslag makkelijk te verwijderen is.

Gebruik een waterdoorlatende opbouw onder je terras van bijvoorbeeld Monokorn. Dat vormt


een stevige maar open structuur (vergelijkbaar met ZOAB) waardoor overtollig water gemakkelijk weg kan vloeien.

zodat een teveel aan water gecontroleerd afgevoerd wordt.

Pas 1,5% afschot op je terras om plasvorming te voorkomen. Zeker wanneer je tegels gebruikt met reliëf of facetten is het raadzaam om voldoende afschot te realiseren om stagnerend water, en daarmee algen- en/of mosgroei, te voorkomen.

Hout zet uit wanneer het vochtig wordt en krimpt wanneer het droogt. Hierdoor kun je kieren krijgen in de schutting en kan een vlonderterras zelfs gaan schotelen. Doordat hout gemakkelijk vocht opneemt, krijg je ook gemakkelijk groene aanslag. Maak een schutting of terras van vochtbestendig materiaal zoals hoogwaardig composiet. Dan heb je minder last van groene aanslag en minder werking.

Leg een vlonderterras op vloerdragers. Dan blijven de balken droog liggen. De vloerdragers zijn ook gemakkelijk op hoogte te stellen. Je kunt de balken ook op rubberen onderleggers leggen om contact tussen de bodem en de balk te voorkomen.

Gebruik natuursteensoorten die relatief weinig vocht opnemen zoals hardsteen. Zulke steensoorten nemen minder vocht op dan bijvoorbeeld zandsteen, waardoor algen er minder snel vat op krijgen.

Leg een moerasvijver aan in een verdiept deel van de tuin (folie -/-30cm). Gebruik niet drijvende grond en zuurstofplanten met hoog fosfaatopnemend vermogen zoals gele lis en mattenbies om de vorming van draadalgen te voorkomen. Maak een overloop

Stabilisatiematten zonder vliesbodem kunnen voor zowel grind- als grastoepassing geschikt zijn. Pas deze grasplaten toe op een stabiele ondergrond die niet dichtgelopen of gereden is. Grasplaten worden veelal toegepast voor parkeerplaatsen en opritten.

De regenton is één van de eenvoudigste manieren om de tuin meer klimaatbestendig te maken. Het water wordt opgevangen als het regent en daarmee wordt het rioolstelsel ontlast, tegelijkertijd heb je een watervoorraad voor de droge perioden.

Een meer geavanceerde vorm van wateropvang is de waterbuffertank. Een afgesloten ruimte in de grond, van enkele kubieke meters waarin je water

>


opvangt als het regent en van waaruit je water pompt naar een beregeningsinstallatie of watertappunt. Zo’n buffertank is compleet en eenvoudig te plaatsen in een kuil bekleed met een vijverfolie-liner en wordt afgedekt met een toegangsluik. Dit wordt in Duitsland maar met name BelgiÍ, waar het (drink)water duurder is al veel toegepast maar ook in Nederland is het nuttig en kan het snel lonend worden.

de bodem maar vooral via de wanden wordt het water afgegeven aan de bodem. De snelheid waarmee dat gebeurt, is afhankelijk van de bodemsoort, zand natte voeten terwijl het kostbare en nuttige water toch voor de tuin behouden blijft.

laag snippers, compost, bladstrooisel, tuinturf, organische resten, zaagsel, boomschors, cacaodoppen of ander mulchmateriaal heeft vele voordelen.

Leg een groendak aan op het dak van uw huis, schuur, carport of afdak. Dit isoleert en heeft daardoor bij zowel koude als hitte een gunstig effect. Bovendien houdt het regenwater langer vast waardoor het meer verdampt en het riool bij piekbuien minder zwaar belast wordt.

Maak van de nood een deugd door het aanleggen van een wadi. Zo maak je water zichtbaar en het heeft een grote aantrekkingskracht op bijvoorbeeld vogels en kikkers. De wadi bestaat uit een toplaag die beplant is met moerasplanten of gras met daaronder een

bodem.

in droge perioden, het beschermt en verbetert de bodemstructuur en daarmee de de zon en reguleert de bodemtemperatuur. Een bijkomend voordeel is dat het onkruid onderdrukt.

Zorg voor een goede waterafvoer. Laat bijvoorbeeld niet het regenwater van het dak of een groot terras direct op het gazon of de border afstromen. Teveel afstromend water kan de bodem doen dichtslaan en wortels laten rotten of op termijn onvoldoende zuurstof laten krijgen. Leg een rand van halfverharding of een lijngoot aan langs het terras. De lijngoot kan via een zandvanger prima voorziening.

Met name voor het gazon en voor jonge aanplant in een droogtegevoelige tuin, kan een beregeningsinstallatie een uitkomst zijn. Sommige standplaatsen van bomen of hagen zijn extra gevoelig voor droogte, bijvoorbeeld langs een muur of oprit die opwarmt in de zon en waar de instroom van regenwater beperkt is. Een druppelslang is hier een eenvoudige oplossing voor.

Vang regenwater op en laat het lang-

kunnen kratten, grindkoffers, buizen of gekoppelde units van steenwol zijn. Via

in de mode. Dit heeft als groot nadeel dat het in de zon gloeiend heet kan worden. De bestrating zal veelal door de opdrachtgever worden gekozen, maar een goed advies van de hovenier of ontwerper is hierin belangrijk.

Gebruik lichter gekleurde bestrating om te voorkomen dat paden en terras te heet worden om te belopen in de zomer. Al jaren is zwarte en antraciet bestrating

In droogtegevoelige gebieden is het aan te raden om diepwortelende planten toe te passen, zoals siergrassen en Phlox. Deze planten kunnen ook in tijden van droogte in hun eigen vocht voorzien.

Concepten als prairiebeplanting combineren de voordelen van een mulchlaag (veelal in de vorm van lava) en diepwortelende planten. De lavalaag reguleert de vochthuishouding van de bodem: het neemt water op bij regen en geeft het daarna geleidelijk af. De diepwortelende planten verdrogen niet snel en blijven staan tot het voorjaar.


Een goede bodemstructuur met voldoende poriën van verschillende grootte is onontbeerlijk voor een goede drainage. Bij hevige regen bestaat het gevaar dat de bodem dichtslaat en de structuur bederft, maar juist bij hevige regen is een goede structuur belangrijk om het water zo snel mogelijk in de grond te laten zakken.

Een gezond en divers bodemleven bevordert een goede bodemstructuur, cruciaal voor het afvoeren van water tijdens zware buien. Schimmels en bacteriën zorgen voor een mooie kruimelige structuur waarin vocht vastgehouden kan worden maar waarin overtollig vocht kan wegzakken. Wormen, met name de pendelaars die diepe verticale gangen maken, zorgen voor een goed drainerende grond.

dem met voldoende bodemleven, zal niet snel structuurbederf optreden.

den van bomen die goed tegen droogte kunnen zijn Gleditsia triacanthos, Ginkgo biloba en Celtis occidentalis.

Er is een groot verschil in gevoeligheid voor zonnebrand bij bomen. Fagus en Tilia zijn bekende voorbeelden van bomen die hiervoor gevoelig zijn. Met steeds meer hete perioden is het belangrijk om op plaatsen waar de zon direct op de stam kan schijnen bomen te kiezen die niet gevoelig zijn voor zonnebrand, zoals Pinus sylvestris, Quercus palustris, Gleditsia triacanthos of Ginkgo biloba.

Kunstgras heeft nogal wat principiële tegenstanders, maar biedt onmiskenbare voordelen als het gaat om klimaatbestendigheid. Vergeleken met echt gras, heeft het als voordeel dat het niet bewaterd of gemaaid hoeft te worden. Ten opzichte van verharding heeft kunstgras als voordeel dat regenwater niet afstroomt en dus niet het riool belast, maar ter plekke de grond in kan zakken.

’Klimaatbestendige bomen’ zijn er in vele soorten en maten. In het ene geval zal dit echter betekenen dat je een boom kiest die tegen natte voeten kan en in andere geval juist een boom die tegen (langdurige) droogte bestand is. Voorbeel-

Bomen met veel open huidmondjes verdampen veel water en koelen hun omgeving daardoor sterker dan andere bomen. Het is op hete dagen dan ook extra aangenaam om op een terras onder bijvoorbeeld een Salix alba of Alnus glutinosa te zitten.

Doordat er steeds vaker veel neerslag valt in relatief korte tijd komt het vaker voor dat stukken land tijdelijk onder water staan. Een aantal bomen is hiertegen goed bestand, een steeds belangrijker eigenschap. Denk daarbij aan Alnus, Salix, Taxodium distichum of Metasequoia glyptostroboides.

Zorg voor voldoende organische stof in de bodem, bijvoorbeeld in de vorm van compost. Een bodem die rijk is aan organische stof houdt in het algemeen beter water vast dan een arme bodem. Bovendien voedt organische stof het bodemleven, dat weer belangrijk is voor een goede bodemstructuur.

Probeer de pH tussen de 5,5 en de 7 te houden. Deze zuurgraad is optimaal voor het bodemleven. Te zure of te basische bodems hebben de neiging om sneller dicht te slaan. Daarbij is deze zuurgraad ook van belang voor de oplosbaarheid van mineralen en daarmee de groei van planten. In een goed doorwortelde bo-

<



Diederick Pruijsen,

Jan Ubels,

René Alberts,

„We hebben er twee sinds juni. Ze zijn al redelijk veel gebruikt en bevallen uitstekend. We gebruiken ze onder meer voor het borstelen van verkeersdrempels, vluchtheuvels of bijvoorbeeld bij doorsteekjes waar de veegwagens niet bij kunnen komen of stukjes straatwerk waar de spuitwagen niet mag komen zoals speelplaatsjes. De grootste winst behalen we bij het nalopen van de graskantensnijder. De harde kanten die de grote kantensnijmachines niet mee kunnen nemen door obstakels of wat dan ook, die laat ik door een handmachientje snijden en de borstelmachine doet de rest. De collega’s hoeven daar dan niet meer te schoffelen. Ergonomisch bevalt hij ook zeer zeker. Je moet wel met twee man zijn om hem de wagen op en af te tillen maar hij is door de grote wielen heel wendbaar.”

„We waren gewend aan onkruidborstels die erg zwaar werkten. Die veel last aan je armen gaven. Omdat we toch geleidelijk aan af willen van de bestrijdingsmiddelen en branden ook niet altijd kan, raadde een machinehandelaar deze aan. We hebben toen zo’n machine aan de mannen meegegeven om uit te proberen. Die kwamen dolenthousiast terug. We hebben er nu drie lopen. Je moet natuurlijk wel vaker rond dan met de Round-upspuit maar het werken met de machine is niet belastend. De overbrenging op de borstelkop is zwaar genoeg om het zwaarste onkruid weg te boenen en ook algen. We zetten ze in de hele stad Groningen in en ten opzichte van spuiten is het onkruid nu - na het opvegen natuurlijk- direct weg. Dat is ook een voordeel. We doen vier uur met een setje van zes borstels.”

„De machine bevalt goed. Maar je bent wel afhankelijk van de persoon die ermee werkt. De meeste mensen drukken te hard. Je moet de machine het werk laten doen. Dat bepaalt hoe snel de borstels slijten. Als je dat weet kun je er vrij snel een behoorlijk oppervlak doen. Wij doen 2,5 à 3 draaiuren met een setje borstels. Het ligt eraan of het droog of nat is en hoe hoog het onkruid er staat. Maar als je te hard drukt, draai je ze er in een uur door. Je moet toch rekenen dat je er twee keer per dag een setje van drie nieuwe borstels onder moet zetten. Wij hebben drie borstels in de kop zitten (in plaats van zes, red.). Dat raadde de dealer aan. Dan zou hij het net zo goed doen als met zes. De machine is vrij licht te hanteren en draait heel rustig. Je doet vrij lang met een vol tankje. Dat hoef je op een dag hooguit één keer bij te vullen.”


DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN

' systems

URENBRIEF

HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !

www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS

TE DOEN KLANTEN

FACTUUR MEDEWERKER


Daktuincentrum • Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Dakgrind en daktegels

Alles is op voorraad! 1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl

Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag

Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl

www.foreestgroenconsult.nl


Tel. Web. E-mail

0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl

zaden van inheemse planten en kruidenmengsels

WWW.GEDRAGSCODEGROEN.NL Postbus 112 9780 AC Bedum T: 0343 481 348


Voorkom onkruid ® met Toki Onkruidbestrijding op onbeteelde terreinen

Kijk op www.agro.basf.nl

GEZOCHT: COLLEGA M/V Heerhugowaard is een gemeente in Noord-Holland met ruim 53.000 inwoners. Binnen de gemeente Heerhugowaard is het Stadsbedrijf de gemeentelijke ‘aannemer’ die ervoor zorgt dat de leefomgeving in Heerhugowaard in stand wordt gehouden en daar waar mogelijk wordt verbeterd. Als medewerker van de gemeente ben jij het eerste aanspreekpunt in de wijk en sta je voor een belangrijke taak, want de buitenruimte is het visitekaartje van de gemeente. De werkzaamheden van het Stadsbedrijf variëren van het onderhouden en beheren van de openbare ruimte, onderhoudswerkzaamheden op sportcomplexen, het schoonhouden van de straten, het inzamelen van huishoudelijk afval tot het handhaven op de Algemene plaatselijke verordening. Binnen het Stadsbedrijf zijn wij voor het cluster IBOR (integraal beheer openbare ruimte) op zoek naar een:

ZELFSTANDIG IBOR MEDEWERKER (36 uur per week) met specialisatie groen

Samen met collega’s voer je afwisselende onderhoudswerkzaamheden in het groen uit. Je hebt ervaring op het gebied van grootschalig groen. Het hebben van een groenopleiding (minimaal niveau 3), vakbekwaam hovenier, is een vereiste. Kennis en ervaring met VTA controle is een pré. Verder ben je in het bezit van rijbewijs B (E). Je hebt een klantvriendelijke instelling en kunt goed met mensen omgaan. Je vindt het een uitdaging om bij de gemeente te werken, bent flexibel, resultaatgericht, omgevingsbewust en bezit eigenaarschap. Daarnaast kan je goed overweg met moderne technologieën. Veiligheid vind je belangrijk en je bent bereid om indien nodig deel te nemen aan de piketdienst. Daarnaast voer je werkzaamheden uit in het kader van de algemene dienst. Het salaris voor een zelfstandig IBOR medewerker is maximaal € 2.452,00 bruto per maand (schaal 5 CAR/UWO), met een eindejaarsuitkering van 6% en een vakantie-uitkering van 8%. Inschaling gebeurt op basis van leeftijd en ervaring. Gemeente Heerhugowaard kent prima secundaire arbeidsvoorwaarden. Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld. Wil je meer weten over de inhoud van de functie, de arbeidsvoorwaarden, of heb je andere vragen, bel dan gerust Dick Joustra, leidinggevende van het cluster IBOR, telefoonnummer 14072. De gemeente Heerhugowaard nodigt jou uit om te solliciteren vóór 14 maart 2016 onder vermelding van ZELFSTANDIG IBOR MEDEWERKER per mail aan post@heerhugowaard.nl


Massey Ferguson heeft onlangs een nieuwe trekker geĂŻntroduceert: de MF 5713 SL. Deze trekker is het eerste model uit de 5700-serie. De trekker heeft een vermogen van 130 pk uit een 4,4 l viercilinder motor, die voldoet aan de emissievoorschriften Stage IV/ Tier 4 Final. Er zijn twee varian-

ten: Dyna-4 met zestien vooren zestien achteruit en Dyna-6 met vierentwintig van elk. De verhouding tussen vermogen en gewicht, het lage brandstofverbruik, de wendbaarheid en de keuze in hydraulische bedieningen maken MF 5713 SL breed inzetbaar, volgens de leverancier.

In de nieuwe Grasgids kunnen prestaties van grasrassen en grasmengsels worden vergeleken. Het naslagwerk geeft objectieve informatie. De jaarlijkse gids is samengesteld aan de hand van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, onder verantwoordelijkheid van Plantum, samen met vijf kweekbedrijven in Nederland: Barenbrug, DSV zaden, DLF, Limagrain en Van Dinter Semo. Volgens DaniĂŤl Ende, beleidsmedewerker bij Plantum, is bij de keuze van gras traditie nog te vaak bepalend.

Waterpomp HP01 is een zuigpomp, gemaakt voor het aanzuigen van grondwater. Ook regen- en oppervlaktewater uit een wateropslag kan hij pompen. Standaard wordt de pomp geleverd met een grote bedieningsbeugel, waarmee -

veelheid water te pompen is. Samen pompen of vanuit een rolstoel de pomp bedienen, het is allemaal mogelijk. HP01 is uitgevoerd in roestvaststaal en is daarom corrosievrij. Van dezelfde leverancier is ook pomp HP02 verkrijgbaar, een handpomp voor aansluiting op de waterleiding.

MS 201 TC-M is een krachtige en lichte motorzaag voor boomverzorging. De zaag is standaard uitgerust met M-Tronic. M-Tronic is een systeem voor elektronisch motormanagement en regelt automatisch het optimale ontstekingspunt en de juiste brandstofdosering,

afhankelijk van de bedrijfstoestand. Zowel bij koude, warme of nieuwe start als bij deellast of vollast bepaalt het systeem de instellingen. Dit geeft de zaag meer kracht en wendbaarheid, zodat comfortabel gewerkt kan worden. MS 201 TC-M weegt 3,7 kg en heeft een motorvermogen van 1,8 kW.


Collé Rental voegt LEDlichtmasten toe aan het verhuur- en verkoopassortiment. Dankzij innovatieve technologieën levert de compacte en zuinige LEDlichtmast een besparing op brandstof- en operationele kosten. De mast is voorzien van een optische lens, welke zorgt voor optimale lichtspreiding. De LED-lampen (4x350 W) geven een lichtdekking, die vergelijkbaar is met een mast met halogeenlampen (4x1.000 W). De CO2-uitstoot is echter 75% lager. De mast is inzetbaar als tijdelijke openbare verlichting of geschikt voor o.a. infrawerkzaamheden.

Uitgeverij Blauwdruk bundelde in de uitgave Landschapsarchitectuur en stedenbouw de negentien beste ontwerpen van Nederland uit 2015. Het zijn ontwerpen van zowel grote namen als kleine bureaus en stedelijke diensten. Het jaarboek belicht verder actuele thema’s in de ruimtelijke ontwikkeling.

De Boer uit Burgum is gekozen tot Cumela-onderneming van het jaar 2016. De jury roemde de duidelijke en eigenzinnige visie van ondernemer Heinze de Boer. De tweede en derde plaats waren voor Quartel uit ’s Gravenzande en Van Wijlen uit Sprang Capelle.

In de nieuwe (online) catalogus voor 2016 presenteert Dolmar het complete assortiment tuinmachines, accessoires en verbruikszodat de machines per groep te vergelijken zijn.

Engelen Groen Uden heeft de CO2-prestatieladder niveau 5 behaald. Het bedrijf onderscheidt zich hiermee ten opzichte van andere groenbedrijven en voert een aantoonbaar duurzaam beleid. Engelen Groen Uden | www.engelengroen.nl Een groot deel van het assortiment persoonlijke beschermingsmiddelen van Stierman De Leeuw is sinds eind januari verkrijgbaar via Safety Centre International. Beide bedrijven zijn dochterondernemingen van Royal Reesink. Een nieuwe catalogus met het assortiment van Safety Centre is digitaal en in print verkrijgbaar.

Het boek De Antistad toont de wordingsgeschiedenis van Heerlen, Nederlands meest vergrijsde en meest transitionele stad. Illustere evenbeelden als Detroit, Genk, Essen en Scranton vertellen hun eigen verhaal, maar worstelen met dezelfde problematiek: de dramatische gevolgen van economische neergang en

In Zoet&Zout, water en de Nederlanders wordt de metamorfose die het Nederlandse landschap op dit moment ondergaat beschreven. Het gaat in op hoe we zoeken naar nieuwe manieren om met het water te leven en op de ontwikkelingen in Nederland op gebied van water en de internationale positie en relevantie daarvan.

OASE 95 onderzoekt de crossculturele omstandigheden waarin (landschaps)architecten en stedenbouwkundigen werken. Het boek richt zich op architecten die in een omgeving werken waar de cultuur grote verschillen toont met die van hun thuisland. Een historische evaluatie van experimenten wordt gekoppeld aan uitdagingen van nu.


klimaatneutraal natureOffice.com | NL-215-373384

gedrukt


„Ja, ik geef in totaal drie uur in de week praktijkles. Ik ben overigens meer van de theorielessen, dit komt omdat ik jaren geleden door een auto-ongeluk mijn linkerenkel heb verbrijzeld. Ik geef onder meer veel plantenkennis. De planten en de toepassing ervan maken ons vak zo verschrikkelijk mooi.’’

„Liefde voor het vak en een ondernemersmentaliteit. Ik probeer ze te ciënt en zo doordacht mogelijk te doen. Daarmee bedoel ik dat ik op kwaliteit hamer, dat ik leerlingen aanleer om goed na te denken hóe ze een project gaan realiseren en dat ze hun lichaam in acht moeten

nemen. Met ondernemersmentaliteit bedoel ik ook dat ik ze leer om zakelijk te zijn. Dat als je een klus aanneemt, dat je van tevoren duidelijke afspraken maakt.’’

„Om de praktiserende hoveniers hier in het noorden de mogelijkheid te bieden om kennis met vakgenoten uit te wisselen. Jaarlijks organiseren we drie bijeenkomsten en een excursie. Twee bijeenkomsten gaan altijd over plantenkennis en toegepaste beplantingskunde. Zo hadden we onlangs een avond met kweker Jelle Eppinga, die een passie voor Cornus heeft. Hij heeft ons mooie soorten laten zien mét de toepassing ervan. Dit brengt hoveniers op ideeën en be-

tekent een verrijking voor de tuin.’’

„Naar hoveniersbedrijf Rudy Glastra in Marijenkampen, een oud-leerling van me. We gaan een stuk of vijf tuinen van hem bekijken. De meeste hoveniers vinden dat trouwens best spannend, want er kijken wel dertig paar kritische ogen naar je tuinen. Meestal leidt het echter tot grote uitwisselingen van oplossingen onder de hoveniers en komen we dikwijls niet aan alle tuinen toe.’’

„Nee, absoluut niet. Ik zeg altijd ’passie is kwaliteit’. Ik ga met veel plezier naar het werk en ik heb een klik met de leerlingen. Ik vind echt dat ik een prachtbaan heb.’’ <



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.