BKW_10-2015

Page 1

15 mei 2015

10

Waar kan ik terecht met mijn onderzoeksvraag? 10 Steeds meer kwekers starten webshop

6

Engerlingen bestrijden vereist geduld 22 Praxis wil tuinmarkt veroveren 32 Omslag_BKW15-10.indd 1

07-05-15 15:31


595773_.indd 2

7-5-2015 12:02:37


Inhoud

Omslag: fotomontage Antoinette Schalke

14 Eppie Klein over Tree Centre Opheusden

Nieuws 4

Commentaar: Bang voor de bank

5

Stelling: Ik kan veel leren van ondernemers in andere sectoren

6

Webshop interessant voor bedrijf dat erop is ingericht

Bedrijf

10 Help, ik heb een onderzoeksvraag! Wat nu? 14 Eppie Klein: ’Bomen blijven leveren is ons aller directe belang’ 17 Ondernemersvragen: Moet ik een eerder afgewezen voorstel voor beëindiging arbeidscontract toch nakomen?

24 Weerbaar kweken

18 Agrarisch Ondernemer 2015 haalt maximale uit appels en peren

Teelt & Gewas

20 Niet alles is gif 22 Engerlingen bestrijden kwestie van lange adem 24 Weerbaar kweken op wetenschappelijke basis 26 Teeltadvies: Een goede start is de basis voor het eindresultaat

Markt & Afzet

32 Praxis wil tuinmarkt veroveren met nieuw winkelconcept

34

Henk Raaijmakers in China

34 ’China maakt werk van De Groene Stad’ 36 Marktnieuws

Service

38 LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten 39 Vaktaal en Agenda

Op www.DeBoomkwekerij.nl vindt u actueel nieuws, marktnieuws, fotoreportages, video’s, blogs en het magazine in digitale vorm. Problemen met inloggen? Kijk dan op www.DeBoomkwekerij.nl/inloghulp.

COLOFON Redactie

Schipholweg 1, Postbus 9324, 2300 PH Leiden E-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl Website: deboomkwekerij.nl Hoofdredactie Wim du Mortier (071) 565 96 82 Vakredactie Arno Engels 565 96 86 Ketura Haveman 565 96 83 Ron Barendse 565 96 84 Bureauredactie Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker Vormgeving Diseno vormgeving Fotografie Gerdien de Nooy Directie Elbert van den Berg Secretariaat Linda Laman 565 96 78 Alice Hoogenboom

Exploitatie

Koninklijke BDU Uitgevers B.V., Afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld Uitgever: Wiljo Klein Wolterink MBA T (0342) 494 263 F (0342) 413 141 Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Advertentie-exploitatie Media adviseur: Gert-Jan Bloemendal T (0342) 49 48 07 E g.bloemendal@bdu.nl, Internet: bdu.nl Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Abonnementenservice Aanvraag (ook via website deboomkwekerij.nl) en wijziging abonnement naar Koninklijke BDU Uitgevers, afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld, T (0342) 494 844, F (0342) 494 299, E abonnementen@bdu.nl. Op werkdagen

telefonisch bereikbaar van 8.30 – 14.00 uur Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via deboomkwekerij.nl of bij de abonnementenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk twee maanden voor vervaldatum bij de abonnementenservice wordt opgezegd. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Jaarabonnement: €236,65 (exclusief 6% btw). Studenten en scholieren krijgen 25% korting. Buitenlandse abonnees betalen een kleine toeslag.

Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf B.V. 28ste jaargang ISSN-nummer: 0923-2443 De Boomkwekerij is een uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en de Koninklijke BDU Uitgevers B.V. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden: op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Koninklijke BDU Uitgevers B.V. zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK.

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Inhoudspagina-BKW15-10.indd 3

3

07-05-15 16:27


Foto: Wageningen UR

NIEUWSINTERVIEW

Jos Verstegen, onderzoeker ondernemerschap LEI Wageningen UR

’Je moet weten wat de consument wil hebben’ Jos Verstegen leidt binnen LEI Wageningen UR een groep onderzoekers die ondernemers helpen om meer marktgericht te produceren: de LEI Business Innovation Approach. Ook boomkwekers kunnen van hun diensten gebruikmaken. Onlangs werden de eerste ervaringen van begeleidingstrajecten - veelal met glastuinders - op een rij gezet. Jos Verstegen

„Als je als kweker naar toegevoegde waarde wilt, dan moet je op een of andere manier een rechtstreekse verbinding krijgen met je eindconsument. Je moet direct van die personen horen waar ze blij of juist minder blij van worden. Dan kun je een waardepropositie bedenken; een product of dienst zo goed en onderscheidend dat mensen het willen kopen. Dat is niet simpel. Maar als dat lukt dan ben je ook in staat een meerprijs te krijgen. Vroeger hadden we een paar jaar voordeel van innovaties en verdienden daar dan goed geld mee. Maar de wereld is kleiner geworden en innovaties worden steeds sneller door het buitenland gekopieerd. Het voordeel valt weg, maar we hebben hier nog wel de nadelen zoals hoge arbeidskosten. Dus moeten we gaan nadenken hoe we op een andere manier geld kunnen verdienen. Een niche invullen bijvoor-

COMMENTAAR

beeld, maar dat kan niet iedereen doen. Het kan ook zijn dat je een positie verwerft bij retailers. Dat kan door je sterk te richten op de consumenten. Er is een kloof tussen de productie en de markt. Je hoort kwekers zeggen dat supermarkten alleen het goedkoopste willen. En categorymanagers zeggen dat producenten zich helemaal niet verdiepen in hun retailconcept en wat zij willen. Retailers willen zich onderscheiden. Als zij met een producent iets speciaals kunnen ontwikkelen waarmee zij hun klanten kunnen verrassen, biedt dat een kans meer marge te maken en dat te delen met de producent. Stappen zetten om te veranderen is niet makkelijk. Sommige kwekers geloven in wonderen; dat er vanzelf weer betere prijzen komen als er anderen failliet gaan. Of ze zeggen dat er nu geen geld is voor innovatie. Dat is een

PEILING

Bang voor de bank In een bijeenkomst met de pers vertelde de Rabobank onlangs dat boomkwekers weer minder hebben geleend. Dat is een trend die al jaren zichtbaar is. De voor de hand liggende conclusie is dit als een verontrustend signaal te zien; investeren die kwekers nog wel? De bank vermoedt van niet. Er bestaat de indruk dat u vooral druk bent om

Invoering residu-indicator is een goede zet

uitstaande leningen af te lossen. Maar de boomkwekerij moet toch met zijn tijd mee, groeien, ontwikkelen, onderzoek doen en resultaten toepassen. Investeren in kostenbesparingen om uw concurrenten voor te blijven en investeren in betere marketing om uw producten aan de man te brengen. Een sector die niet investeert; is die niet ten Wim du Mortier Hoofdredacteur

dode opgeschreven? Een ander voor de hand liggende conclusie uit diezelfde cijfers van de Rabobank zou ook

Eens 76%

Oneens 24%

kunnen zijn dat de bank steeds minder uitleent aan boomkwekers. Nu is dat een geluid dat je natuurlijk ook al een tijdje rond hoort gonzen. Een van de voornaamste vertolkers van de klacht dat banken de hand op de knip houden was voormalig voorzitter van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten Peter Bontekoe. En velen zeggen het hem na, maar zelden of nooit in het openbaar. In samenwerking met Treeport Zundert houdt De Boomkwekerij een discussie over (alternatieve vormen van) financiering op 21 mei in het Wapen van Zundert. U bent daarbij van harte welkom. Het is de vraag of daar een kweker vragen zal durven stellen aan vertegenwoordigers van het bankwezen. Want we blijken bang voor de bank. Bang

n op de

dat als je in het openbaar zegt twijfels te hebben bij het beleid, of je gewoon in de steek gelaten voelt door de contactpersoon waar je al jaren zaken mee hebt gedaan, je

De nieuwe peiling luidt:

Als kweker de consument bedienen is een vak apart Stem mee op deboomkwekerij.nl.

bij volgende gesprekken het deksel op de neus krijgt. Dat lijkt me een signaal voor de banken om heel serieus te nemen. Het vertrouwen is weg.

4

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Nieuws opinie BKW15-10.indd 4

07-05-15 16:27


Opinie COLUMN COEN DEKKERS

De ideale tuin

misverstand. Het gaat er om aandacht te hebben voor het strategisch vraagstuk van de afzet. En tijd vrij te maken om een nieuw businessmodel te bedenken en kleinschalig uit te proberen; bij wijze van spreken op Koningsdag er mee de straat op en horen hoe de consument erop reageert. Als er meer generaties in het bedrijf werken is het loslaten van de traditionele manier van werken soms moeilijk. Dan wordt tegen een ondernemer die tijd vrij maakt voor strategische vraagstukken gezegd: ’wanneer ga je weer aan het werk’? Mijn advies aan wie wil veranderen is: zoek een externe partij die helpt de eerste stappen te zetten. Dat geeft ook een stok achter de deur. Ons traject moet in een paar maanden iets onomkeerbaars in beweging zetten; daarna kan de kweker zelf verder doorpakken.’’ <

Ik wil meer planten in mijn tuin. Veel meer. En een paar van die hoge erbij. Achterin graag. Bomen die overal bovenuit steken. En ervoor wil ik wat dikkere struiken, een paar flinke Rhodo’s of zo. Zoiets zo groot als ik zelf ben. En dat ik dan, na een avondje Bavaria-happen, mijn Batavus tegen de schutting pleur en dat ik dan er zo lekker tussendoor kan lopen en ff zo’n boom mee kan pakken. Zodat je dan, terwijl je naar beneden straalt, zo heerlijk langs de stam omhoog kan kijken. Door het bladerdek. Naar de meedraaiende sterren. Of misschien toch beter een dek van naalden. Want onder die bomen moet het donker zijn. Bosgrond, met naalden. Dat absorbeert lekker. Want je wil toch niet dat het via een klein struikje terug op je Zalando’s klettert. En dat je daarna via het bospaadje weer opgelucht terug de tuin in kan lopen. En dan wil ik zo’n weelderige Quick Hedge. Zodat je uit een ooghoek ziet dat die Batavus daar prima geparkeerd is voorlopig. Dat je hem niet per se in het Hubo-tuinhuis hoeft te zetten. Ik wil zeker ook een breed, in-7-stappen-een-gezond-gazon, van EcoStyle, zodat ik niet mijn BakkerHillegom-border in zwalk, maar dat dat volle zachte gras mij dan precies naar het opstapje van het terras leidt. Waar die dikke Weber nog nasmeult. Waarop je de vaste voedselbodem voor het Bavariahappen hebt gebraden. En waarnaast de Amerikaanse Bosch-koelkast staat. Zodat je in je Jardin Loungeset nog een laatste gerstennatje kan nuttigen. Er moeten ook planten op het terras. Vlakbij die loungeset. In van die grote grijze bakken. De Torino-pot van Terraspotten.nl. Want na al die Bavaria’s smaakt die Schultenbräu natuurlijk zum Kotzen. Niet meer weg te krijgen. Dus die planten in die bakken moeten tegen een stootje kunnen. Of tegen driekwartfles Duits Bochtbier. En ik wil ook nog zo’n handige slanghaspel-muurhouder van Gardena. Zodat ik mijn harsens niet breek als ik naar de achterdeur waggel over die cobbelstones van de MBI-beton. Ik zou namelijk niet weten waar in huis de Hansaplast ligt. Dus tuinontwerpers, gesnopen? En ik zoek sponsors. Of viel dat al op?

STELLING

Ik kan veel leren van ondernemers in andere sectoren Rob Fokkens, Fokkens

Harry Schrama,

Hendrik Hak, Kwekerij

Coniferen BV, Wijster:

Vruchtbomenkwekerij Mts

Vredebest, Waddinxveen:

„Je moet altijd je ogen en

Schrama, Biddinghuizen:

„Zeker! Je blik verbreden door

oren open houden. Voor ik

„Het is altijd goed om bij

te kijken hoe het er in andere

boomkweker werd, ben ik

andere bedrijven rond te kij-

sectoren aan toe gaat, is heel

een aantal jaar (inter)nati-

ken. Meestal praat men ope-

goed. Het is vaak niet direct

onaal chauffeur geweest. Als chauffeur kom

ner over de gang van zaken, je bent immers

toepasbaar op je eigen bedrijf maar het geeft

je overal: ik heb computers gereden, appels,

geen concurrent. Veel zaken, soms wel tot

je wel een blikverbreding waar je bepaalde

hout, zand, ik weet niet wat. Bij een laadadres

90%, zijn vergelijkbaar, alleen het product dat

dingen uithaalt om over na te denken en

moet je als chauffeur altijd wachten. Als je dan

eruit rolt is anders.

mogelijk toe te passen. Het kan bedrijfsblind-

nieuwsgierig ben, ga je rondkijken en vragen

Het bezoek aan een gehaktballenfabriek zo’n

heid voorkomen. Knelpunten binnen je eigen

stellen.

twintig jaar terug is mij altijd bijgebleven. Niet

organisatie kunnen zo opeens veranderen in

Ik kwam bij bedrijven die vestigingen in

dat je daarna het hele bedrijf op z’n kop zet,

uitdagingen, die je met plezier aangaat!

verschillende landen hadden en was altijd

maar je leert wel beter naar jezelf te kijken.

In een tijd waarin de orders complexer wor-

nieuwsgierig waarom het bij de ene vestiging

Dan zie je ook wat van andere zaken zoals

den door kleinere bestelvolumes is het juist

beter liep dan bij de andere. Wat ik daarvan

inrichting, de technieken die met toepast

belangrijk om te kijken hoe andere bedrijven

geleerd heb is dat personeel je kan maken en

enzovoorts.

buiten onze sector daar mee omgaan. Denk

breken. Dat heeft te maken met cultuur en de

In het bedrijf is het altijd plezierig als je die

aan: orderpikken, verpakking, prijsvorming en

aard van de mensen. Ze moeten voor je willen

ene procent vindt die alles net even iets beter

logistiek, het zijn allemaal factoren die invloed

werken. Omdat ik in loondienst heb gewerkt,

maakt en dat kun je tegenkomen bij de ander.”

hebben op onze bedrijfsvoering, de bedrijfs-

weet ik hoe personeel denkt. Het spelletje

voering van… ’morgen’! Je bent nooit te oud

ondernemen is overal gelijk, je moet mensen

om iets te leren.”

tevreden houden en motiveren.” De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Nieuws opinie BKW15-10.indd 5

5

07-05-15 16:27


Foto: Kwekerij De Smallekamp

Webshop interessant voor bedrijf dat erop is in Steeds meer boomkwekers beginnen een webshop voor particulieren. Omdat ze mee willen liften op de trend van online verkoop, maar ook om in deze lastige tijden extra afzet te creëren. Een webshop blijkt echter niet iets wat je er zomaar even bij doet.

In de boomkwekerijsector lijken de webshops de laatste tijd als paddenstoelen uit de grond te schieten. Volgens Giel Poels van handelskwekerij Botanical Group in Overloon is het echter niet makkelijk om een goede webshop op te zetten als je er niet op bent ingericht. Zelf startte hij samen

met zijn vennoot Paul Walraven acht jaar geleden met de online handel van bomen voor particulieren in binnen- en buitenland. Met bomen.nl (inheemse bomen) en olijfboomspecialist.nl (mediterrane bomen) belevert het bedrijf de Nederlandse particulieren. Daarnaast heeft Botanical Group webshops in België, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland.

Prijzen onder druk

Een toenemend aantal kwekers biedt particuliere verkoop via een eigen webshop aan, maar zo’n shop kost veel extra energie.

Het Brabantse bedrijf is helemaal ingericht op de online verkoop. Zo wordt alles met eigen transport vervoerd; dagelijks rijden er twee vrachtwagens door Nederland. „Door opdrachten te combineren, kunnen we de kosten beperken”, vertelt Poels. Ook kunnen de bomen worden geplant. „Je wordt bij ons niet met een boompje het riet in gestuurd.” Omdat steeds meer partijen hun handel online aanbieden, staan de prijzen onder druk. Ook Poels ervaart dat prijsvechters veel stuk maken, terwijl bomen op internet lastig te

KORT Lintje voor rozendeskundige

Herregistratie voor drie middelen

Toelating ongediertebestrijders

Ter gelegenheid van Koningsdag 2015 is de heer J. van Gemeren uit Boskoop benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Dit vanwege zijn verdiensten voor het Boskoopse rosarium. Ondanks zijn hoge leeftijd (84) is hij nog altijd bijzonder actief in de rozentuin en is hij actief betrokken bij het voorbereiden van diverse rozenkeuringen.

Na de herregistratie van XenTari op basis van de werkzame stof Bacillus thuringiensis ssp. aizawai stan ABTS-1857, is het middel in de vaste planten en boomkwekerijgewassen toegelaten. Dat geldt ook voor: Vertimec Gold op basis van de werkzame stof abamectine als insecten- en mijtenbestijdingsmiddel in de vaste plantenteelt en in de bedekte teelt van boomkwekerijgewassen, Butisan S op basis van de werkzame stof metazachloor in boomkwekerijgewassen en is de toelating hiervan uitgebreid in de teelt van Paeonia sp.

Het Ctgb heeft elf middelen toegelaten voor de bestrijding van bruine ratten om gebouwen en voedselopslagplaatsen. De middelen mogen alleen worden ingezet als laatste mogelijkheid in een strategie van geïntegreerde bestrijding (IPM). Het gaat om de middelen Tomcat, Tomcat Pellets en Fataal op basis van de werkzame stof bromadiolon. Target Special, MS Somitrol Plus, Rodilon Wheat Tech, Rodilon Blocks, MS Somitrol Pasta, Rodilon Soft Block, MS Rodetex Thrialon en Rodilon Trio werken op basis van de werkzame stof difethialon.

Minder schadelijke organismen

Beheer naar één partij

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) vond bij de importinspecties op planten en plantaardige producten van buiten de EU beduidend minder quarantaineorganismen. Dat blijkt uit het rapport ’Fytosanitaire signaleringen 2014’ van de betreffende instantie.

De provincie Noord-Holland heeft het beheer en onderhoud van het gebied Kop van Noord-Holland voor tien jaar uitbesteed aan één marktpartij: Dura Vermeer. Dit is het eerste gebiedscontract dat de provincie afsluit. Vanaf 2016 volgen gebiedscontracten voor alle gebieden in Noord-Holland.

Bodemverdichting onderschat Bijna de helft van de ondergrond in de landbouw is verdicht, zo blijkt uit veldonderzoek door CLM en Alterra. Dit is volgens deze kennisinstituten een onderschat probleem omdat het leidt tot opbrengstderving, kwaliteitsverlies en verminderde waterberging. Kwekers weten vaak te weinig over bodemverdichting en de negatieve gevolgen ervan. Op internet geven ze daarom uitleg in ’factsheets’ die gratis zijn te downloaden; zie clm.nl.

6

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Nieuwsbericht en Kortnieuws BKW15-10.indd 6

07-05-15 15:48


Nieuws

p is ingericht vergelijken zijn. Zelf hanteert hij in het hele bedrijf dezelfde vaste prijzen. De ondernemer weet dat veel kwekers de online handel onderschatten. „Om het rendabel te maken, moet je een groot sortiment en veel service kunnen bieden. Anders kun je de wensen van de klant niet waarmaken.” Bij Boomkwekerij Van IJmeren in Opheusden kunnen ze daarover meepraten. Het bedrijf kweekt laan- en sierbomen en heeft sinds 2011 een eigen webshop. „Het ging de laatste jaren wat minder en dus zoek je naar middelen om meer bomen te verkopen”, verklaart Huib van IJmeren. Vooral zijn vrouw en zoon houden zich met de webshop bezig. Het valt namelijk niet mee om dat naast het reguliere werk te doen. „Doordat mijn vrouw het administratieve deel afhandelt, hoef ik me alleen maar te richten op het kweken en klaarmaken van bestellingen. Alleen zou ik het niet kunnen.”

Kost extra energie Van IJmeren weet dat er online te lage prijzen worden gerekend. Zeker als sprake is van overproductie. „Maar als het om particuliere handel gaat, verlaag ik de prijzen niet. Al die extra energie moet ook worden betaald.”

De online handel maakt zo’n 10% van de omzet uit. „Maar je bent er van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat mee bezig. Ik heb het geluk dat wij het samen kunnen doen. Maar als je om vijf uur de deur achter je dicht wilt trekken, zou ik er niet aan beginnen.”

Samen met online specialist Boomkwekerij Westerkwartier in het Groningse Niebert rolde bij toeval in het online gebeuren. Het bedrijf, dat heesters en coniferen kweekt voor haagbeplanting, werd vorig najaar benaderd door Haagwinkel, een bedrijf dat zich richt op het online vermarkten van producten. Haagwinkel regelt de contacten met de klant en de betaling; boomkwekerij Westerkwartier zorgt voor de bestellingen en het transport. Sindsdien wordt een deel van de omzet opgebracht via haagwinkel.nl, coniferenwinkel.nl, beukenhaagwinkel.nl, taxuswinkel.nl en laurierwinkel.nl. Marcel Roffel van Westerkwartier merkt dat de online prijzen door de toename van het aantal webshops dalen. „Vooral in de laanbomen worden er soms echt handelsprijzen gerekend. Dan doe je jezelf en je collega’s tekort.” Ook ervaart hij dat online veelal handel wordt aangeboden die tuincentra

laten liggen. „Je kunt er bijna geen conifeer meer kopen, alleen nog maar visuele handel. Dan weet de consument je snel te vinden op internet.” Wel moet je de zaken dan goed voor elkaar hebben, aldus Roffel. „Veel startende kwekers verkopen te weinig, terwijl de advertentiekosten via Google behoorlijk zijn.” Ook het transport moet goed op orde zijn. Het bedrijf werkt met grote transporteurs die flexibel zijn. „In principe kunnen we alles binnen twee werkdagen regelen. Als iemand in Rotterdam twee taxussen wil hebben, dan zorgen we daarvoor. Wie het kleine niet eert...”

Klachten op sociale media Met klachten heeft Roffel nog weinig te maken gehad. Van de 600 tot 700 orders die inmiddels zijn gedaan, is er één zending retour gegaan. „Je moet gewoon goede kwaliteit leveren. Anders ben je op Facebook en Twitter snel aan de beurt.” Roffel is tevreden over de eerste maanden. „We zijn er nog niet, maar de verwachtingen zijn wel waargemaakt. Het grote voordeel is dat we het samen doen en ieder z’n eigen kwaliteiten heeft. Zelf doen is optellen; samenwerken is vermenigvuldigen.” <

Het laatste nieuws leest u elke dag op www.DeBoomkwekerij.nl

Hortensia’s sneller in bloei met led

Vorstschade in walnoot

In de winterperiode zijn hortensiaplanten onder ledlicht sneller in bloei te trekken dan onder andere lichtbronnen. Dat blijkt uit Duits onderzoek. Het effect van ledverlichting is vergeleken met de teelt in een ruimte zonder bijbelichting, maar wel met natuurlijk licht. De hortensia’s bereikten onder led de hoogste lengte: 24 tot 27 cm. Onder metaalhalogeenlampen groeiden de planten tot 22 cm, onbelicht tot 12 cm.

De nachtvorst eind april heeft in de walnoten voor veel schade gezorgd. Op walnotenkwekerij De Smallekamp in Nunspeet zijn door de nachtvorst van -8ºC veel jonge groeischeuten bevroren. Of de nog niet uitgelopen knoppen en de vrouwelijk knoppen schade hebben opgelopen is nog onduidelijk. De opgelopen schade zorgt voor enkele maanden achterstand in groei.

Winnaars vaste plantenshow

LTO wil aanpassing in flexwet

Op de vasteplantenshow in de Keukenhof won Van der Salm de standprijs. Dicentra spectabilis ’Valentine’ van Van Woudenberg was de beste bloeiende plant en won de Keukenhof vakprijs. Andere eerste prijzen waren Astilbe ’Mont Blanc’ van Hans van der Meer , Hosta ’First Frost’ van Jac. W. Ruigrok, gras Hakonechloa macra ’Aurola’ van Van Riel en groene plant Thalictrum ’Anne’ van De Windroos.

LTO-Nederland wil dat voor oogst- en seizoenswerk een uitzondering wordt gemaakt in de Wet Werk en Zekerheid. De nieuwe wet pakt niet goed uit voor een deel van het werk in de agrarische sector. „In de wet is opgenomen dat je heel snel op een vast contract zit als je een onderbreking hebt van korter dan zes maanden. Maar dat willen de medewerkers bij ons die tijdelijk werk hebben helemaal niet”, aldus voor-

man Maat. Volgens LTO kan de minister uitzonderingen in de wet maken.

Discussie over financiering Op 21 mei organiseert Treeport Zundert in samenwerking met De Boomkwekerij een discussie over financiering. Deskundigen zullen vertellen over alternatieve vormen naast lenen bij de bank. Plaats: Het Wapen van Zundert, aanvang 19.30 uur. De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Nieuwsbericht en Kortnieuws BKW15-10.indd 7

7

07-05-15 15:48


595774_.indd 8

7-5-2015 12:03:17


595775_.indd 9

7-5-2015 12:03:42


Tekst: Arno Engels Illustraties: Antoinette Schalke

Help, ik heb een onderzoeksvraag! Wat nu

Onderzoek voor de boomkwekerij is de laatste jaren een open markt geworden. De vaste weg via cultuurgroepen, PT en PPO/Wageningen UR is opgebroken door het opdoeken van het PT. Om antwoord te krijgen op een onderzoeksvraag, kunt u inmiddels verschillende wegen bewandelen.

Wat kan mijn onderzoeksvraag inhouden? Onderzoek komt algemeen voort uit een bestaand probleem: hoe is dit op te lossen? Of: hoe kan iets beter? In de boomkwekerij ligt het bijna voor de hand dat een onderzoeksvraag gaat over teelttechnische zaken als gewasbescherming en bemesting, maar een vraag kan ook betrekking hebben op een innovatie: u wilt

10

bijvoorbeeld een nieuw teeltsysteem laten ontwikkelen en in praktijk brengen, of een machine laten ontwikkelen op basis van onderzoek. Uw onderzoeksvraag kan ook gaan over de cultuur- en gebruikswaarde van een sortiment. Onderzoek naar marktafzet is ook aan te vragen. Globaal is er wetenschappelijk onderzoek (fundamenteel onderzoek om kennis rondom een vraagstuk op

te bouwen) en praktijkonderzoek. Bij dit laatste wordt middels een demoproef iets getoetst wat in onderzoek is gevonden. In demoproeven wordt bijvoorbeeld ook onderzocht hoe een nieuw gewasbeschermingsmiddel in de praktijk werkt, ten opzichte van bestaande middelen. Uiteraard is er ook nog grond-, bemestings- en gewasonderzoek. Dit wordt uitgevoerd op basis van een

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Onderzoekswegen.indd 10

07-05-15 15:31


Ondernemen

at nu? ACHTERGROND

Overheid legt en sloopt vaste onderzoeksweg Binnen het landbouwministerie is lang geleden het OVO-drieluik ontstaan: Onderzoek op proefstations en -tuinen, Voorlichting door een aparte dienst (DLV) en Onderwijs vanuit de directie landbouw. Met de opzet van productschappen ontstond een structuur waarmee onderzoek viel aan te vragen, te financieren en uit te voeren. Maar de overheid trok zich steeds meer terug uit het OVO. Zo werd DLV geprivatiseerd, waardoor deze de eigen broek moest ophouden en kwekers voortaan laten betalen voor teeltadviezen. Proefstations en proeftuinen kwamen onder Wageningen te vallen en werden met de universiteit samengevoegd tot Wageningen UR. De vaste geldstroom van overheid naar Wageningen UR begon op te drogen, waardoor onderdelen als het boomkwekerijonderzoek door PPO meer zelf voor financiering moesten zorgen. De overheid doekte bovendien de productschappen per 1 januari 2015 weer op, waaronder het PT. Met als gevolg dat WUR moest inkrimpen bij onder andere PPO. Onderzoeksvragen uit de boomkwekerij kwamen meestal via de cultuurgroepen (eerst NBvB, later LTO) bij het PT terecht. PPO/WUR mocht bijna standaard antwoord zoeken op die vragen. In de laatste PT-jaren mochten echter ook advies- en onderzoeksorganisaties meer (boomteeltpraktijk)onderzoek uitvoeren met sectorgelden.

vast protocol en monsternames, en wordt daarom in dit artikel buiten beschouwing gelaten.

Bij wie kan ik met mijn onderzoeksvraag terecht? > Landelijke cultuur- en vakgroepen: op de eerste plaats kunt u onderzoek nog altijd aanvragen via de landelijke LTO-cultuurgroepen en -vakgroepen, zoals dat in de PT-tijd ook de meest gebruikte weg was. Ook al bestaat het PT nu niet meer. De cultuurgroepen bestaan nog steeds om onderzoekswensen van kwekers te verzamelen. Ook kunnen ze inventariseren aan welk onderzoek kwekers behoefte hebben. > Regionale organisaties: ook regionaal kunt u met onderzoeksvragen terecht. In Boskoop is dat mogelijk bij de stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop. In Zundert kan dat bij vereniging Treeport, in NoordLimburg bij The Green Connection. Voor kwekers uit regio Opheusden is de nieuwe fusievereniging Tree Centre Opheusden het aanspreekpunt voor (onder andere) onderzoek.

Regionaal kunt u ook bij studieclubs en toeleveranciers aankloppen. Zo ook bij een sortimentsvereniging zoals de Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen (KVBC) voor cultuur- en gebruikswaardeonderzoek. > Teeltadviseurs: via de diverse adviesorganisaties is onderzoek ook aan te vragen. Niet alleen via GroeiBalans Teelt & Onderzoek, Cultus Agro Advies en DLV Plant, maar ook bijvoorbeeld via AgroPoli, PlantGrow en agrarische samenwerkingsverbanden zoals CropSolutions (waarbij Cultus zit voor de boomkwekerij). > Instituten: bij onderzoeksinstituten zoals PPO in Lisse en Randwijk kunt u ook rechtstreeks aankloppen. Dat is ook in het buitenland mogelijk. Zo staat de Landwirtschaftskammer Schleswig-Holstein ook open voor vragen van Nederlandse kwekers. Dit proefstation in de Noord-Duitse teeltregio Pinneberg werkt reeds samen met buitenlandse bedrijven, waaronder Nederlandse. Eveneens kunt u terecht bij het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) in Destelbergen. Ook dit Belgische instituut werkt al samen met Nederland (en Engeland,

Duitsland) ten behoeve van de boomkwekerij, met name op het gebied van voorlichting. Op individuele basis gebeurt dit nog niet, maar PCS staat wel open voor onderzoek voor Nederlandse en Belgische kwekers samen, omdat ze vergelijkbare teeltcondities en daarmee vergelijkbare vraagstukken hebben. > Opleidingen: behalve universiteiten (zoals Wageningen University die onder Wageningen UR valt) stellen ook hogescholen hun kennis, faciliteiten en studenten beschikbaar om onderzoek te doen. Groene hbo-opleidingen vormen zo samen een Centre of Expertise. Hierbij zit bijvoorbeeld HAS Hogeschool. Deze heeft apart het onderdeel HAS Kennis Transfer. Dit beantwoordt vragen door middel van transfer van kennis binnen de HAS naar bedrijven toe, of middels een afstudeerproject van studenten met begeleiding door docenten. > Onderzoeks- en ontwikkelingsbedrijven: als u een nieuw product wilt laten ontwikkelen, en dat kan variĂŤren van een nieuw type gewas tot een ander teeltsysteem, dan is

>

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Onderzoekswegen.indd 11

11

07-05-15 15:31


SERVICE

Enige aanspreekpunten voor onderzoek > LTO-cultuurgroepen: helma.hoff@zlto.nl

> AgroPoli: info@agropoli.nl

> Belangbehartiging Greenport Boskoop:

> PlantGrow: alwin@plantgrow.nl

info@greenportboskoop.nl

> CropSolutions: dv.wijk@cropsolutions.nl

> Treeport Zundert: info@treeport.eu

> Landwirtschaftskammer Schleswig-Holstein:

> Tree Centre Opheusden:

awrede@lksh.de

secretariaat@treecentreopheusden.nl

> Proefcentrum voor Sierteelt: info@pcsierteelt.be

> The Green Connection: info@thegreenconnection.eu

> Wageningen UR/PPO: infofruit.ppo@wur.nl

> Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen:

> HAS Kennis Transfer: haskennistransfer@has.nl

info@kvbc.nl

> Botany: info@botany.nl

> GroeiBalans Teelt & Onderzoek: renevg@groeibalans.nl

> BrightBox: e.vanrijsingen@brightbox-venlo.nl

> Cultus Agro Advies: edwinkohrman@cultus.nl > DLV Plant: j.vandermeij@dlvplant.nl

dit mogelijk bij zulke bedrijven. Die zoeken er geschikte partijen bij zoals een technisch bedrijf, vormen een cluster van bedrijven, beginnen te ontwikkelen en maken de toepassing geschikt voor de kweker. Een voorbeeld van zo’n bedrijf is Botany. Begin dit jaar zijn Botany, HAS Hogeschool en Philips Lighting ook gezamenlijk zo’n bedrijf gestart: BrightBox. Hier kunt u bijvoorbeeld een meerlagenteelt van een gewas op bedrijfsmatige schaal laten ontwikkelen (zoals stek bewortelen onder led-licht). > Overheid: Economische Zaken stond tot en met 2014 open voor kennisvragen die binnen Praktijknetwerken werden beantwoord, met ondersteuning vanuit WUR. Dit was onderdeel van POP2, maar dit Plattelandsontwikkelingsprogramma is nu afgerond. POP3 is net goedgekeurd door Brussel, maar de regeling gaat over een andere boeg. Hoe en wat, dat is nog niet helder. Een aanvraag gaat straks waarschijnlijk via de provincie, en niet meer via de landelijke overheid.

Met welke gelden krijg ik onderzoek gefinancierd? > Sectorgelden: het PT bestaat niet meer, en de laatste tonnen uit het boomkwekerijfonds worden gestoken in het koepelproject Plantge-

12

zondheid en het Innovatieprogramma Boomkwekerij die van 2015-2018 lopen. Doel van beide projecten is via praktijkonderzoek tot innovaties in de sector te komen. Hiervoor kunt u ondersteuning krijgen, dus uit de laatste PT-gelden, maar u moet dan wel bijbetalen. Of anderen laten meebetalen. De Raad voor de Boomkwekerij (waarin LTO-vakgroep en handelsbond Anthos samenwerken) zoekt wel naar co-financierders voor elk nieuw onderzoek dat er komt. De Raad probeert daarvoor provinciale of Europese subsidies binnen te halen. > Publieke gelden: er zijn diverse subsidiemogelijkheden, regionaal, provinciaal, landelijk en Europees. Zit uw bedrijf bijvoorbeeld in de regio Opheusden, dan kunt u Greenport Gelderland laten meebetalen. Dit tuinbouwprogramma heette eerst Betuwse Bloem; het Laanboompact valt eronder. Ook zijn er innovatievouchers beschikbaar van de provincie Gelderland, via RCT Rivierenland (Regionaal Centrum voor Technologie). Zulke subsidies zijn ook mogelijk in andere (boomteelt)regio’s en provincies. Landelijk kunt u subsidies krijgen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Via een subsidiewijzer op de site rvo.nl vindt u welke fiscale regeling of subsidie is aan te vragen. Ook de site ondernemers-

plein.nl vermeldt een subsidieoverzicht, niet alleen landelijk maar ook Europees. De overheid voert bovendien het Topsectorenbeleid, maar hiervoor geldt wel cofinanciering: de overheid betaalt pas 50% mee als het bedrijfsleven zelf met 50% over de brug komt. Het onderzoek gaat dan bovendien naar een publieke en wetenschappelijke kennisinstelling zoals WUR. In het Topteam van Tuinbouw & Uitgangsmaterialen is de wetenschap vertegenwoordigd vanuit WUR. Landelijke of Europese subsidies verkrijgen is niet zomaar gedaan; een subsidietraject kan wel een jaar of langer duren. Allerlei partijen kunnen dat voor u uitzoeken, zoals subsidiebureaus, kwekers-, teeltadvies- en onderzoeksorganisaties alsmede onderzoeksinstituten. Bij elk subsidietraject is een eigen bijdrage nodig. > Private gelden: als de PT-gelden op zijn, moet u zelf voor onderzoek betalen, ook al financiert een overheid mee. Als meer kwekers dezelfde onderzoeksvraag hebben, kunnen kosten worden gedeeld. Andere partijen kunnen ook bereid zijn tot een bijdrage; denk aan fabrikanten, toeleveranciers en regionale banken. Een lening afsluiten voor innovatieonderzoek is ook mogelijk; er is wel eens een regeling waarbij de

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Onderzoekswegen.indd 12

07-05-15 15:31


Ondernemen

overheid borg staat voor 60% van het leenbedrag. Crowdfunding kan helpen bij het inzamelen van geld voor onderzoek. Hiertoe biedt LTO Groeiservice voor de glastuinbouw reeds een onlineplatform: fundaplant.nl. Dit is een alternatief voor de collectieve onderzoeksfinanciering via het PT. Bij onderzoek in het buitenland moet u sowieso meebetalen. Het PCS draait bijvoorbeeld immers op contributie van Vlaamse kwekers en overheidssubsidie, en in Duitsland zijn kwekers (en andere grondgebruikers) een jaarlijkse bijdrage verplicht aan de regionale Landwirtschaftskammer. Met die bijdrage wordt onderzoek voor regionale kwekers betaald. Kwekers uit andere regio’s (ook Duitse) moeten voor onderzoek

dus zelf betalen. Op onder andere het Noord-Duitse proefstation en het PCS vinden Euro-trials plaats. Dit meerjarige sortimentsonderzoek wordt gefinancierd door internationale deelnemers, waarvan de KVBC namens Nederland.

Hoe krijg ik kennis uit onderzoek? Voor onderzoek dat voorheen via het PT werd uitgevoerd, gold een publicatieplicht. Het werd tenslotte betaald met collectief geld van kwekers. De publicatieplicht geldt tegenwoordig nog steeds voor onderzoek met cofinanciering door een overheid: al het gesubsidieerd onderzoek dus. Algemeen geldt: wie het onderzoek betaalt, bepaalt wat er met de resulta-

ten gebeurt. Fabrikanten die bijvoorbeeld toelatingsproeven financieren, houden de resultaten daaruit natuurlijk voor henzelf – omdat de proeven met niet-toegelaten middelen plaatsvinden. Ook bedrijven die met behulp van privaat onderzoek een product hebben laten ontwikkelen, zullen de resultaten niet zomaar vrijgeven, maar ze willen dat product uiteindelijk wel vermarkten. Die communiceren de verkoop dan naar buiten toe. Boomkwekerijonderzoek is dus een markt geworden. Dat was het al in de laatste jaren van het PT, maar door het verdwijnen is het al helemaal een open markt geworden. Een markt waar de betaler in feite bepaalt wat er gebeurt. Een ondernemer zoals u. < De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Onderzoekswegen.indd 13

13

07-05-15 15:32


Tekst en Foto’s: Arno Engels

Eppie Klein, boegbeeld Tree Centre Opheusden:

’Bomen blijven leveren is ons aller directe be Tree Centre Opheusden gaat voortvarend te werk. Amper twee maanden na de oprichting van de fusievereniging, zijn er al diverse zaken in gang gezet voor de laanboomkwekers in regio Opheusden. Zoals een gewenste pest free area voor heel TCO. „Individueel zijn onze kwekers anders te beperkt in hun afzet”, aldus hun nieuwe voorman Eppie Klein.

De achtergrond van Eppie Klein ligt in landbouw, onderwijs en bestuur. Hij is twee keer waarnemend burgemeester geweest, en tot maart lid van de Provinciale Staten in Gelderland. Sinds 2007 heeft Klein een eigen organisatieadviesbureau, ECM Dialoog. Daarmee heeft hij onder andere laan- en fruitboomkwekers bijgestaan, in zowel de organisatiestructuur als met bestemmingsplannen. Door zijn bedrijf leerde Klein de laanboomkwekers in de regio Opheusden kennen. En waarderen. „Het zijn niet alleen kwekers die met hun laarzen aan in de klei staan. Het zijn ook hardwerkende ondernemers die fantastische producten maken die iedereen nodig heeft. Ze beseffen dat ze hun zaken op orde moeten hebben. Daarbij is wel een groot bedrijfsrisico: waar kunnen ze hun bomen over drie, vier, of vijf jaar verkopen?” De kwekers vormen een grondgebonden sector. Dan hebben ze de gemeente of de provincie nodig om bijvoorbeeld te zorgen voor een goede ontsluiting van bedrijven, aldus Klein. „We kunnen de rollen ook omdraaien en zeggen: de gemeente of de provincie heeft ons nodig, want wij zorgen bijvoorbeeld voor arbeidsplaatsen. Dat moeten we wel hardmaken met feiten over productie en -waarde.”

’Over een jaar kijken we waar we dan staan’

Toekomstige vestiging op ABC

Weerstand tegen concurrentie bieden Klein weet dat de sector al heel wat heeft bereikt met de gemeente. De komende ontwikkeling van het Agro Business Centre (ABC) Opheusden is een mooi voorbeeld. „De kwekers beseffen de noodzaak. Ze beconcurreren elkaar wel in de prijsstelling van bomen, maar uiteindelijk moeten ze allemaal de bomen boven kostprijs verkopen. Er is in onze sector een gezonde ondernemersgeest; dat maakt ons sterk, samen met het organiseren van weerstand.” Weerstand tegen concurrentie, bijvoorbeeld. Om de concurrentieslag met kwekers uit andere regio’s in Europa te winnen, is het volgens Klein belangrijk om kwaliteit te leveren en dit ook te borgen. „Het moet betrouwbare kwaliteit zijn. Daar horen niet alleen bijvoorbeeld plantenpaspoorten bij, maar ook duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen.” Zaken organiseren waarmee kwekers verder kunnen, daar maakt Klein zich sterk voor als interim-voorzitter van Tree Centre Opheusden (TCO). De fusievereniging is nog maar twee maanden een feit, maar in die korte tijd

14

zijn al verschillende zaken op de rails gezet. Klein prijst de werkgroepen van TCO. „Die dragen onze vereniging. De werkgroepen bestaan uit kwekers. We willen een begaanbaar pad leggen voor al onze kwekers, zodanig dat ze zeggen: ’Het gebeurt met ons, en niet zonder ons’. Om die reden legt Klein bedrijfsbezoeken af; hij gaat naar grote en kleine bedrijven. „We moeten ook oog hebben voor de kleinere ondernemers. Een kweker met 0,5 ha die net zo goed fantastische producten levert als een grote kweker.” Klein heeft ook een maandelijks spreekuur ingesteld, zodat kwekers ook naar hem kunnen komen. „Ik probeer de taal van de kwekers te spreken. Daarin past ook de afhankelijkheid van God onze Schepper.”

’We gaan weer in gesprek met LTO’

Over een jaar hoopt Klein positief af te rekenen met TCO. „Kijken waar we dan staan. Het is een nieuwe vereniging, daarom is het goed om tijdelijk interim-voorzitter te zijn.” TCO houdt ook tijdelijk kantoor bij Crum Boomkwekerijen in Dodewaard. Het bestuur heeft al besloten om straks naar het ABC te gaan. Doel is vestiging in een permanent gebouw dat ook voor onderwijs, educatie, voorlichting en promotie wordt ingezet. „Het vergunningstraject voor de nieuwbouw begint naar verwachting dit jaar.” TCO gaat dus voortvarend te werk. Om de kwaliteit van bomen te borgen, en om bomen te mogen blijven verhandelen, is de vereniging nu in gesprek met Naktuinbouw. Het gaat in eerste instantie om bacterievuur. „Heel TCO doet mee aan instandhouding van de bufferzone, omdat de kwekers zich realiseren: voor de handel van waardplanten moet dit hele gebied bacterievuurvrij zijn. Die status vragen we nu collectief aan. Dat is uniek.”

Pest free area voor meerdere organismen Als de status wordt verleend, dan biedt dit volgens Klein meer voordelen dan alleen een afzetvoordeel. „Wij organiseren dan voor al onze kwekers dat de keuring en financiën in orde zijn. Dat scheelt Naktuinbouw ook administratie. En we kunnen kwekers beter aanspreken op het belang van de status, want dat is ons aller belang. Individueel ben je anders te beperkt in je afzet.” Het gaat TCO om meer dan alleen bacterievuur. De

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Eppie Klein TCO.indd 14

07-05-15 15:32


Belangenbehartiging

te belang’

vereniging streeft uiteindelijk naar de status van pest free area voor diverse ziekten en plagen. „Het zou geweldig zijn als onze regio een pest free area wordt”, vindt Klein. „Dan kun je een betrouwbare basiskwaliteit uit TCO krijgen en is het ook echt het laanboomcentrum van Europa.”

Positie TCO en landelijke organisaties TCO komt dus op voor het regionale belang. De bacterievuurregeling is echter opgezet voor het landelijke belang.

De LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten en handelsbond Anthos hebben zich, via hun overlegorgaan de Raad voor de Boomkwekerij, sterk gemaakt voor landelijk deelnemende kwekers, in samenspraak met Naktuinbouw. Hoe ziet u de rol van TCO in dit landelijke collectief?

„Wij zullen met Anthos en Naktuinbouw directer contact hebben over afzetzaken, waarin onze ondernemers direct belang hebben: dat ze laanbomen kunnen blijven leveren. TCO is inderdaad regionaal. LTO ziet zichzelf, zo heb ik er- > De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Eppie Klein TCO.indd 15

15

07-05-15 15:32


Belangenbehartiging

varen, veel meer als organisatie die indirect opkomt voor de belangen op provinciaal en landelijk niveau.” Vorig jaar begonnen LTO en de voormalige Kring Opheusden te werken aan een collectief lidmaatschap van kwekers uit de regio. Hoe staat het daarmee?

„We hebben binnen ons bestuur uitgesproken dat we weer in gesprek gaan met LTO. Onze eerste contacten zullen weer worden aangehaald, zowel met de vakgroep als met de federatie van LTO. Vanuit de laanboomsector is er veel waardering voor LTO, maar vanuit individuele ondernemers kan ik dat nog niet nazeggen. We kunnen niet op de plek van LTO gaan zitten, maar we kunnen wel naast LTO gaan zitten en praten met bijvoorbeeld waterschappen en milieufederaties. LTO moet zich er wel van bewust zijn, dat als er in onze regio een archeologische belemmering is om de bodem tot een bepaalde diepte te kunnen bewerken, dat de weg via ons naar de overheid veel korter en directer is dan via LTO.” Klein onthult dat TCO op 3 juni naar Brussel gaat, naar Nederlandse vertegenwoordigers van de landbouwfracties CDA en SGP. Een aantal kwekers uit Opheusden zal erbij zijn. Het initiatief voor deze gang naar Brussel was vorig jaar op Expo TCO geboren, toen Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik de vakbeurs opende. „Volgens haar zou het goed zijn om als kwekers naar Brussel te gaan. We gaan er direct over onze belangen praten, en direct over mogelijkheden om als regio sterker te worden.” Waarom gaat TCO apart en niet via LTO naar Brussel? LTO is daar reeds vertegenwoordigd.

„Ik denk dat het voor kwekers regionaal juist belangrijk is om hun belangen in Brussel duidelijk te maken, en om daar een relatie op te bouwen. Ik weet dat Boskoop, Zundert en Limburg nu naar Opheusden kijken, hoe wij het doen. Er zijn gemeenschappelijke belangen, en als we elkaar kunnen versterken in Brussel: dan is dat geweldig. Ik ben ook al aangesproken door fruitboomkwekers, wat wij voor hen kunnen betekenen.” U zei eerder dat het ABC kan dienen als de plek waar TCO, samen met landschapsarchitecten en Wageningen UR, kan tonen waartoe de sector in staat is. Wordt dit samen gedaan met de laanbomencultuurgroep van LTO, aangezien deze bezig is met een vervolg van het gebruikswaardeonderzoek?

„Ik denk dat wij betrokken moeten zijn bij dat vervolg, maar we zijn het dus nog niet. Ons idee is dat we op het ABC aan landschapsarchitecten kunnen laten zien welke bomen er de komende jaren op onze kwekerijen staan. En dat architecten de kennis van kwekers gaan gebruiken in hun projecten. Dan worden wij trendsetters. De markt is trendvolgend, want de vraag in de markt wordt gecreëerd door het aanbod. In de promotie valt ook nog heel wat te winnen, bijvoorbeeld met de Boom van het Jaar.”

16

Het gebruikswaardeonderzoek was vooral een Nederlands verhaal. De meeste bomen uit TCO gaan naar het buitenland. Richt u zich dan op bijvoorbeeld de GaLaBau?

„Ja, we moeten ervoor zorgen dat ook Duitse landschapsarchitecten hier komen. Dat kunnen we doen in de vorm van een symposium, een soort opbrengstdag waarin we alle opbrengsten communiceren uit projecten die bijvoorbeeld door het Laanboompact zijn uitgevoerd. Zo’n dag kunnen we combineren met Expo TCO. Aan de vooravond van de zomerexpo dit jaar proberen we alvast onze eerste ledenvergadering van TCO te houden.” Is Expo TCO een blijver?

„Ondernemers uit onze regio hebben de expo nodig om hun producten te kunnen laten zien, en om contacten te kunnen onderhouden. Dus Expo TCO blijven we organiseren. De zomerexpo weerhoudt ons echter niet van toch weer een najaarsexpo, in 2016. In de zomer kunnen we dan bijvoorbeeld onze producten presenteren, in het najaar is de beurs gericht op de handel. In ieder geval zijn de nieuwe internationale contacten van belang.” De interim-voorzitter van TCO is ervan overtuigd dat kwekers regionaal samen sterker staan. Dat bewustzijn is er volgens Klein nu onder kwekers in Opheusden. „We mogen niet stilstaan, want dat betekent achteruitgang. We zullen beslissingen moeten nemen voor het collectief, en waar nodig muurtjes afbreken, want die werken belemmerend. Af en toe kunnen kwekers dan pijn ervaren, maar in de metafoor van kwekers: als je wat takken wegsnoeit, laat je meer licht in de bomen komen. En dat leidt tot groei voor ons allemaal.” <

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Eppie Klein TCO.indd 16

07-05-15 15:32


Ondernemersvragen

Illustratie: Peter Moorman

Moet ik een eerder afgewezen voorstel voor beëindiging arbeidscontract toch nakomen? Een medewerker heeft mijn voorstel tot betaling van een vergoeding bij de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst niet geaccepteerd. Zijn tegenvoorstel voor een hogere vergoeding heb ik afgewezen. De medewerker wil nu mijn eerste voorstel accepteren en vindt dat ik daarmee akkoord moet gaan. Heeft hij gelijk?

Margot van Herwerden Houthoff Buruma, Amsterdam m.van.herwerden@ houthoff.com

Het sluiten van een vaststellingsovereenkomst is de meest populaire manier om tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen. Hiermee kan een procedure via het UWV of de kantonrechter worden voorkomen. Dat scheelt niet alleen kosten maar schept ook duidelijkheid voor beide partijen. Vaak gaat het gepaard met onderhandelingen. Het gebeurt wel eens dat één van de partijen denkt dat al overeenstemming is bereikt, terwijl de andere partij daar anders over denkt. Wanneer is er sprake van een vaststellingsovereenkomst? Die vraag moest de kantonrechter Amsterdam beantwoorden.

Afwijzing aanbod

Stuur uw vragen of suggesties naar Postbus 9324, 2300 PH Leiden. U kunt ook bellen of mailen met (071) 565 96 82, boomkwekerij@hortipoint.nl

Een hotelmedewerkster meldde zich ziek, mede naar aanleiding van seksuele intimidatie op het werk. De bedrijfsarts adviseerde voorlopig geen terugkeer in haar eigen werk, maar het voeren van een gesprek om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Het hotel heeft daarop een voorstel tot beëindiging van haar arbeidsovereenkomst gedaan: beëindiging per 1 december 2013 met een

vergoeding van 6 maandsalarissen. De medewerkster deed een tegenbod van 20 maandsalarissen. Vervolgens heeft het hotel de medewerkster opgeroepen om te re-integreren. De hotelmedewerkster verzet zich daartegen en een moeizaam re-integratietraject volgt. Uiteindelijk start het hotel een ontslagprocedure via het UWV. Het hotel zegt de arbeidsovereenkomst per 1 mei 2014 op.

Geschil De medewerkster start een zogeheten kennelijk onredelijk ontslagprocedure. Daarin vordert zij schadevergoeding stellende dat het hotel het eerste beëindigingsvoorstel had moeten nakomen, maar in ieder geval verplicht was om door te onderhandelen over een beëindigingsregeling. Volgens de medewerkster is de opzegging om deze redenen onredelijk. De kantonrechter oordeelt dat het eerste beëindigingsvoorstel van het hotel is komen te vervallen toen de medewerkster een tegenvoorstel deed. Er was dus nog geen overeenstemming bereikt over de vergoeding, een essentieel onderdeel van

de vaststellingsovereenkomst. Er is dus ook nog geen overeenkomst. De kantonrechter meent verder dat het hotel, zij het in lichte mate, heeft gehandeld in strijd met goed werkgeverschap. De kantonrechter verwijt het hotel dat onvoldoende actie te hebben ondernomen op de klacht van de medewerkster. Er is dus reden om een schadevergoeding toe te kennen. Omdat zij al ander werk heeft gevonden, wordt de schadevergoeding wel gematigd.

Essentiële punten De uitspraak is met name interessant omdat hieruit blijkt dat als partijen nog geen overeenstemming hebben bereikt over de vergoeding, een essentieel punt in de vaststellingsovereenkomst, nog geen overeenkomst is tot stand gekomen. De einddatum is ook zo’n essentieel punt. Het verdient aanbeveling om in een concreet voorstel of aanbod op te nemen dat, als het voorstel niet wordt geaccepteerd binnen een bepaalde termijn, het voorstel in zijn geheel komt te vervallen. Dit voorkomt discussies achteraf. < De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Ondernemersvragen-BKW15-10.indd 17

17

07-05-15 15:32


Tekst: Jan Hendriks Foto: Gerdien de Nooy

Agrarisch Ondernemer 2015 haalt maximale uit appels en peren Fruittelers Peter en Leander Vereecken uit Dronten zijn uitgeroepen tot Agrarisch Ondernemer 2015. Dat danken ze vooral aan hun innovatief vermogen. Naast hun internet-handelsplatform valt op wat zij met klasse 2- en 3-product doen. „We halen al meer omzet uit toegevoegde waarde producten dan met de verkoop van appels en peren.” De kern van Vereecken Fruit bestaat uit twee teeltbedrijven met in totaal 47 ha appels en peren. Bij de teelt focussen de broers sterk op de productie van klasse-1 product. Omdat niet kan worden voorkomen dat er ook fruit van klasse-2 en 3 van het land komt, kozen de broers ervoor om dit fruit te verwerken. „In de afgelopen vijftien jaar hebben we bovendien zeven keer hagelschade gehad”, legt Leander Vereecken uit. „Daarbij kwam het vaak voor dat aangeleverde klasse-1 partijen op de veiling werden afgekeurd, waardoor de pijn dubbel zo groot werd.” Omdat de opbrengst van klasse 2- en 3 product fors lager is, gingen de broers op zoek naar alternatieven. Dit vonden zij dichtbij huis. „Een lokale bakker was op zoek naar geschilde appels. Dit zijn wij voor hem gaan verzorgen.” Zowel de samenwerking als de marktverbreding viel bij de broers in goede aarde. Inmiddels is het schillen en snijden van klasse-2 appels en peren uitgegroeid tot een volwassen bedrijfsactiviteit. Recent nog won één van de afnemers van geschilde appels, bakkerij Brokking uit IJsselstein, de landelijke oliebollentest van het AD. Deze bakker zocht in november naar een bepaald formaat appelblokjes voor zijn oliebollen. „In onderling overleg vonden wij een formaat waar bakkerij Brokking goed mee uit de voeten kon. Het is weliswaar niet onze verdienste dat zij gewonnen hebben, het is wel onze appel. En daar zijn we dan toch wel trots op.” Ook de bewerkte stoofperen die Vereecken Fruit levert, zijn inmiddels een succes. Deze worden als basis voor het bereiden van kant-en-klare maaltijden geleverd aan zorginstellingen. „Daarnaast leveren we de stoofperen in potten aan supermarkten.” Om te kunnen blijven voldoen aan de groeiende marktvraag naar bewerkte stoofperen, hebben de broers Vereecken in 2009 voor 5 ha Saint Remy bomen laten opzetten bij Verbeek Boomkwekerijen. „Dat is de beste stoofpeer voor grootschalige verwerking.”

Verwerking tot fruitsappen Bij Vereecken Fruit wordt van de klasse 3-producten fruitsap gemaakt. Sinds drie jaar worden ook de schillen, die voorheen werden afgevoerd, geperst en verwerkt in het sap. Hetzelfde geldt voor de klokhuizen, die overblijven na het schillen.

18

Verklaring succes: 1. Doorzettingsvermogen en geloof in eigen product 2. Samenwerking met solide partijen

Voor de productie van sappen is Vereecken Fruit in eerste instantie een samenwerking aangegaan met een Belgisch bedrijf. „Het productieproces bij onze Belgische partner is in de loop van de jaren verbeterd, maar ook grootschaliger geworden”, aldus Vereecken. Dat maakte de partner minder flexibel, terwijl Vereecken graag in sapsoorten wil kunnen variëren. „Daarnaast waren wij op zoek naar meer flexibiliteit om sneller de boerderijwinkels en kaasboerderijen te kunnen beleveren, die onze sappen verkopen.” Uiteindelijk besloten de broers in 2010 om zelf een eigen productielijn op te zetten, waarmee zij rasspecifiek sap kunnen produceren. Vorig jaar is een start gemaakt met het mixen met andere fruitsoorten. „Doordat we nu zelf schillen én afvullen, hebben we aan snelheid en flexibiliteit gewonnen.” Een deel van de productie vindt nog steeds in België plaats bij de oorspronkelijke partner. Het betreft de meer troebele soorten. „We laten daar flessen van 0,2 en 0,75 l afvullen ten behoeve van de retail. Op onze eigen productielijn vullen we de meer heldere sappen af, onder andere Elstar.” De pulp die resteert na de verwerking tot sap verdwijnt op het Drontense fruitbedrijf niet in de afvalcontainer, maar wordt verkocht als wormenvoer en ten behoeve van pectinewinning. Pectine zorgt voor het aan elkaar klitten van plantencellen en heeft een gunstig effect op de spijsvertering.

Soldide samenwerking Een belangrijke verklaring voor het succes van Vereecken Fruit bestaat uit de veelheid aan solide samenwerkingen, die het bedrijf is aangegaan. Het bedrijf belevert een rijke schakering aan afnemers, variërend van boerderijwinkels en kaasboerderijen tot supermarkten en dienstverleners, die zich richten op de zorgsector. Doorzettingsvermogen en geloof in het eigen product vormen volgens Vereecken de sleutel tot succes. „We beleveren een grote regio, die zich uitstrekt vanaf de Betuwe tot Groningen, Drenthe en Noord-Holland. Het transport verzorgen we in eigen beheer.” Het retailkanaal wordt beleverd met private label-product. „Dit heeft als voordeel dat je als toeleverancier niet te maken hebt met door retailers opgelegde verplichtingen. Denk dan bijvoorbeeld

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Ondernemer van het jaar-BKW15-10.indd 18

07-05-15 15:32


Ondernemen

MENING aan het voeren van reclame en het organiseren van proeverijen op de winkelvloer, zoals gangbaar bij A-merken.”

Opzet internet-handelsplatform Sinds drie jaar wordt een deel van de appel- en perenproductie van Vereecken Fruit via een internetplatform verhandeld. Vereecken Fruit is één van de initiatiefnemers van www.service2fruit en samen met enkele andere fruithandelaars en een dienstverlener aandeelhouder. Vereecken is tevreden over de ontwikkeling. „We hebben net een recordmaand achter de rug. In maart is er ruim 8 miljoen kilo appels en peren verhandeld.” Op jaarbasis wisselt zo’n 50 miljoen kilo via het internetplatform van eigenaar. Dat is ongeveer 10% van de Nederlandse appelen perenproductie. Vereecken voorziet groei tot circa 20%. Volgens de Drontense fruitteler vormt Service2fruit het bewijs dat innovatie belangrijk is voor de fruitsector. „Dankzij dit nieuwe verkoopinstrument is er meer transparantie gecreëerd. Meer telers en handelaren zijn op de hoogte van de prijsvorming.” Ook de organisatie achter Service2Fruit is meegegroeid met het volume dat via het platform wordt verhandeld. „Er werken inmiddels negen mensen voor Service2fruit, waaronder drie IT-specialisten en trade managers in diverse landen, waaronder Polen, Hongarije en België.” Op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen neemt Vereecken Fruit haar verantwoordelijkheid. „We hebben veel gedaan op het gebied van energiebesparende maatregelen. Zo wordt de warmte die de peren in de koelcel produceren, gebruikt om het kantoor te verwarmen, en het water voor de douches. En de nieuwe vrachtwagen is uitgerust met zonnepanelen in het dak.” <

Wat valt te leren van Vereecken Fruit? Wat kan de boomkwekerijsector leren van dit creatief en gedurfd ondernemerschap van de winnaar van de uitverkiezing Agrarisch Ondernemer 2015? Frans van Wanrooij, van ABAB Accountants en Adviseurs is onder de indruk van het innovatief vermogen van Vereecken Fruit. „Het is bijzonder knap wat zij hebben gerealiseerd. Buiten de gebaande paden denken levert vaak mooie innovaties op. Daar kan iedereen wat van leren.” Volgens Van Wanrooij is het echter moeilijk om een directe parallel te trekken met de boomkwekerijsector. „De producten en markten zijn compleet verschillend. In de boomkwekerijsector heb je bijvoorbeeld te maken met een veel smaller kooppubliek. Om die reden ben ik dan ook wat terughoudend met de kansen van een internet-handelsplatform in de boomkwekerijsector. Vorig jaar hebben we nog gezien dat de teruglopende verkopen via tuincentra, in combinatie met overaanbod, er toe leidden dat veel producten via de veiling werden gedumpt. Dit gaf een forse prijsdruk. Ik ben bang dat deze dumping ook op zo’n internetplatform zal plaatsvinden omdat een deel van de aanbieders zijn afzet onvoldoende heeft geborgd met vaste afnemers.” Wat de successtory van Vereecken Fruit volgens Van Wanrooij dan ook wel duidelijk maakt, is het belang van directe contacten met afnemers. „Vereecken heeft hechte relaties opgebouwd om klasse 2- en 3 producten te vermarkten. Dan is het minder risicovol om een online verkoopkanaal te starten. Bovendien krijgt Vereecken dankzij dit platform grip op informatiestromen rondom de afzet van traditionele producten. Dit levert hen een grote kennisvoorsprong op.” Van Wanrooij adviseert boomkwekers om kritisch te zijn met de opzet van een nieuwe teelt. „Kies niet voor tweede kwaliteit en zorg ervoor dat je voor de afzet niet afhankelijk wordt van een alternatief afzetcircuit.” Specifiek voor de Taxus-teelt ziet Van Wanrooij toch nog kansen voor 2e kwaliteit. „Je kunt zo’n Taxus-veld onderfreezen of terugknippen en hopen op een betere prijs volgend jaar. Maar je zou ook kunnen nadenken over het onttrekken van baccatine, dat in kankerremmende medicijnen wordt gebruikt.” De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Ondernemer van het jaar-BKW15-10.indd 19

19

07-05-15 15:32


Tekst en Foto: Ketura Haveman

Niet alles is gif Boomkweker Marcel Michels in Hilvarenbeek is er klaar mee dat mensen gelijk wijzen als ze een spuit door het gewas zien rijden. „Minimaal de helft van de tijd zit er helemaal geen chemie in mijn tank als ik met mijn spuit rond rij. Wij proberen gezonde planten te kweken. Daarvoor spuit ik onder andere met plantversterkers en bladmeststoffen. Op die manier probeer ik zoveel mogelijk te voorkomen dat ik gewasbeschermingsmiddelen in moet zetten. Niemand spuit immers voor zijn plezier met chemie. Ik hoop dat het bord mensen daar bewust van maakt. Of dat ze er in ieder geval eens over nadenken.�

20

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Spread Michels spuitmachine.indd 20

07-05-15 15:42


De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Spread Michels spuitmachine.indd 21

21

07-05-15 15:42


Tekst: Emiel van den Berg, Foto's: Agropoli

Engerlingen bestrijden kwestie van lange ad Problemen met engerlingen van de mei- en junikever zijn bijna nooit binnen een jaar opgelost. Cruciaal bij de aanpak zijn timing, de geschikte aaltjes bij de soort engerlingen, vochtige grond, juiste bodemtemperatuur en een goede toepassingstechniek.

Voor Harry Helmink in Aalten waren engerlingen de reden om zijn spillenkwekerij in de vollegrond te stoppen. „Eind jaren ’90 was de Achterhoek het episch centrum. Op onze zandgrondpercelen hebben we van alles geprobeerd, samen met onder andere DLV, PPO, Treeconsult, WUR Wageningen en Sylvia Hellingman en Henk Vlug. Ook het Engelse Becker Underwood, producent van aaltjes, is hier bezig geweest maar ook die hebben het opgegeven. Ik hoor er niks meer van.” Alwin Scholten van Plant Grow deed tussen 2003 en 2005 onderzoek naar engerlingen, onder andere in de Achterhoek. „Dik tien jaar geleden had chemische bestrijding nog de voorkeur. Echter, na chemische behandeling kwamen de engerlingen na verloop van tijd toch weer tevoorschijn. Ze bleken toen al heel lastig te bestrijden.” Nu werkzame chemische middelen verboden zijn, zet Scholten in op insectparasitaire aaltjes. Deze besmetten engerlingen met bacteriën waardoor ze uiteindelijk dood gaan. Belangrijk is daarbij steeds te weten in welk stadium de engerlingen zich bevinden. „Het eerste larve stadium is het beste moment om aaltjes in te brengen. Eitjes en jonge larven zitten altijd in groepjes bij elkaar en zijn nog erg gevoelig. Het is dus een kwestie van zoeken, van het zeven van zand, om vast te kunnen stellen hoeveel engerlingen er zijn en in welk stadium ze zich bevinden.”

Juiste keuze Wilma Windhorst van AgroPoli kiest ook voor aaltjes, maar benadrukt de variatie binnen de engerlingen en daarbij de juiste keuze van aaltjes. Engerlingen van de rozen-, salland-, juni- en meikever komen vaak voor op zandgronden. Voornamelijk bij houtige gewassen zoals laanbomen en lange teelten van beuk. Een enkele keer zijn engerlingen aangetroffen in pot. „Recent is in het westen van het land de roestbruine bladsprietkever aangetroffen. De engerlingen hiervan leven op veengrond. Er waren twee incidentele gevallen. Jaren geleden zaten ze al wel veel in Aalsmeer, maar daar is het nu weer rustig.” Windhorst legt verder uit dat de levenscyclus van een engerling per keversoort kan verschillen. Bij de meikever is dat drie tot vier jaar, bij de rozenkever één jaar. „De rest

22

Injecteren van nematoden wordt als tijdrovend en kostbaar ervaren. Windhorst: „Schade door engerlingen en de heisa als klanten engerlingen in je planten vinden, kan ook kostbaar zijn. Het is een afweging.”

zit er tussenin. Dat maakt bestrijding nog lastiger.” Bij de bestrijding van engerlingen van de mei- en junikever geeft Windhorst de voorkeur aan injecteren van de grond boven spuiten. „Spuiten is alleen aan te bevelen bij regenachtig weer anders komen de aaltjes nooit in de kluit.” Injecteren is arbeidsintensiever. Helmink: „Onderschat het kostenplaatje niet. Zeker als het om enkele hectaren gaat.” Scholten merkt ook dat kwekers injecteren behoorlijk tijdrovend vinden. „Omdat de generaties momenteel door elkaar heen bewegen, is om de drie jaar behandelen zoals vroeger, ook niet meer voldoende. Nu is jaarlijks behandelen noodzakelijk. Vanaf het uitvliegmoment van de kevers valt gelukkig goed uit te rekenen wanneer de eerste larven uit de eitjes komen.” Helmink wijt het vrijwel onmogelijk bestrijden van de engerling onder andere ook aan die driejarige levenscyclus. „Die liep parallel aan de driejarige teelt van spillen. Het eerste jaar vond vaak niks, hooguit wat eitjes. Gedurende de jaren kwamen daar dan de larven uit tevoorschijn en ontstond schade. Zo creëer je ongewild een

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Kwaliteit engerlingen.indd 22

07-05-15 15:44


Kwaliteit

ge adem

TIPS > Tijdstip en manier van bestrijden is afhankelijk van de keversoort waartoe de engerling behoort. > Engerlingen van de mei- en junikever zijn beduidend moeilijker te bestrijden dan van de rozenkever. > Bestrijding door middel van aaltjes is het meest effectief, injecteren heeft soms de voorkeur boven spuiten. > Het eerste larve-stadium is het beste moment om aaltjes in te brengen. > Cruciaal zijn timing, de juiste aaltjes bij de soort engerlingen, vochtige grond, bodemtemperatuur rond de 11-12°C en een goede toepassingstechniek. > Aangetaste percelen braak laten liggen, kan de aantasting terugdringen maar zelden helemaal tenietdoen.

Goed inregenen van aaltjes ter bestrijding van engerlingen is essentieel. Alleen dan spoelen ze enkele centimeters diep de grond in. Daarna kunnen ze zelf nog zo’n 10 cm dieper komen.

soort kraamkamer.” Inmiddels kweekt hij weer planten, in sleufpotten. „Hopelijk blijven de larven daar weg.”

Braakliggende terreinen Bij de bestrijding van al aanwezige engerlingen is goede timing volgens Windhorst essentieel. Engerlingen zitten soms tot wel 2 m diep en komen pas omhoog wanneer de grondtemperatuur 11°C tot 12°C is. „Je kunt pas behandelen als ze hoog zitten. Eerst moet je dus veel waarnemingen doen alvorens je kunt injecteren.” Helmink benadrukt de onzekerheid. „Het luistert precies als het gaat om temperatuur en vochtigheid van de grond.” Op een perceel hoge beuken dat aan drie zijden aan bos grenst, ontdekte kweker Dènis Christianen in Rijsbergen vorig jaar juli beuken die geel verkleurden. Engerlingen hadden de haarwortels weggevreten. „ Je kon de planten zo uit de grond trekken. Inregenen met aaltjes was met deze hoge planten vrijwel onmogelijk.” Na het rooien in de herfst liet hij het perceel enkele maanden braak liggen.

Gedurende die periode heeft hij het perceel intensief bewerkt in de hoop het aantal engerlingen te reduceren. Dit voorjaar plantte hij er Buxus. „Voor zover bekend wordt die niet aangevreten.” Christianen verwacht dat de kevers vanuit de bossen voortdurend richting het bewuste perceel blijven komen. „De voorgaande drie, vier jaar hadden we hier ook al problemen. Grond verschuiven middels egaliseren doe ik daarom bewust niet.” Helmink heeft percelen enkele jaren braak laten liggen en op sommige inmiddels al vier jaar maïs groeien. „Maar nog kom je de larven tegen.” Tot slot meldt Helmink dat hij zijn engerlingen proefondervindelijk ook met minder bekende producten bestreed. „Denk aan kalkstikstof en afwerende kruiden als boerenwormkruid. Niets hielp.” Windhorst: „Ook experimenten met knoflookpreparaten of groenbemesters die niet aanlokkelijk zijn voor meikevers konden een nieuwe aantasting beperken maar nooit helemaal voorkomen. < De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Kwaliteit engerlingen.indd 23

23

07-05-15 15:44


Tekst: Andre van der Wurff, Filip van Noort en Joef Sleegers Illustratie: Vakblad voor de Bloemisterij

Veel manieren om planten te activeren

Weerbaar kweken op wetenschapp eli De belangstelling voor weerbaar kweken neemt toe. Er zijn allerlei preparaten op de markt die claimen dat ze de plant beter bestand maken tegen ziekten en plagen. Zonder twijfel berust een aantal van die claims op waarheid. Hoe werken deze middelen? Andre van der Wurff en Filip van Noort, onderzoekers bij Wageningen UR Glastuinbouw, geven uitleg. Volgens oude verhalen werd vroeger wel eens aspirine in het gietwater van de tomaten gedaan. Het zou werken tegen bepaalde schimmelziekten. Waarschijnlijk had men geen idee waarom het werkte, maar met de kennis van nu is duidelijk dat dit geen gek idee is. Aspirine, ofwel salicylzuur, is een hormoon dat de plant zelf ook aanmaakt als hij wordt bedreigd door schimmels. Dit als reactie om de weerbaarheid van de plant te vergroten. De laatste tijd is er veel belangstelling voor ’weerbaar kweken’, wat echter een ruim begrip is. Hygiënemaatregelen, weerbaar substraat, gezonde grond, plantversterking, biostimulatoren, meststoffen; er valt van alles onder. Dit artikel gaat over manieren om de plant zelf te activeren.

Geen kwakzalverij meer Er zijn duizenden preparaten op de markt die bedoeld zijn om de plant te stimuleren, zoals plantversterkers, biostimulatoren en meststoffen. Er heeft altijd twijfel bestaan of deze middelen überhaupt iets doen. Inmiddels is duidelijk dat veel middelen werkelijk een effect hebben, en in een aantal gevallen is dat ook wetenschappelijk bewezen. Het precieze effect hangt echter af van de cultivar en de omstandigheden. Maar de tijd dat biostimulatoren per definitie gelijk werden gesteld met kwakzalverij is voorbij.

24

Wat het lastig maakt om te zien of ze werken, is dat het meestal gaat om middelen die preventief moeten worden toegediend. Een plaag kan immers ook door andere oorzaken niet toeslaan. Er zijn echter werkingsmechanismen bekend die de weerbaarheid van de plant verhogen. Sommige plantversterkers zetten de plant op scherp. Hij kan dan veel sneller reageren op een aanval. Het op scherp zetten kost de plant weinig energie in vergelijking met het aanzetten van genen om enzymen te produceren. Dit is dus een efficiënte manier om de weerbaarheid te verhogen.

Stikstofgift Bemesting heeft een grote invloed op de weerbaarheid van de plant. Bij de meststoffengift wordt doorgaans geen rekening gehouden met omgevingsfactoren zoals instraling en temperatuur. Er is vaak één recept voor de opkweek en één voor de afkweek. Men biedt een mengsel aan dat zich bewezen heeft. Het zou echter beter zijn om de mestgift af te stemmen op de teeltcondities. Wanneer de planten bijvoorbeeld minder licht krijgen bij een hogere temperatuur, dan is de standaard hoeveelheid stikstof te hoog. De plant gaat weelderig groeien en krijgt grote, waterige cellen. Daardoor is hij vatbaarder voor ziekten. De oplossing is dan meer licht geven, of de temperatuur laten dalen, of meer op bemesting sturen. De plant zou in dit geval gebaat zijn bij minder N en meer K en Ca.

Calcium Planten bouwen calcium in hun celwanden voor de stevigheid. Ook kunnen ze calcium gebruiken tijdens een afweerreactie. Als ze een biotrofe schimmel bespeuren – dat is een schimmel die leeft op levend plantmateriaal – dan pompen ze de geïnfecteerde cellen vol met

calcium. Dit leidt tot de aanmaak van vrije radicalen zodat de indringers afsterven. Dit is de tactiek van de verschroeide aarde: plantendelen worden afgestoten zodat de schimmel er niet verder op kan groeien. In het onderzoek wordt telkens een relatie gevonden tussen verhoogde bodemweerbaarheid en biologische beschikbaar van calcium. Dit geldt voor zowel de vruchtgroenten in de bioteelt als de gangbare teelt van chrysanten. Dit doet vermoeden dat er veel meer aandacht moet komen voor calciumgift in de teelt. Hierbij moet magnesium nauwkeurig in de gaten worden gehouden omdat anders een tekort aan magnesium in de plant kan ontstaan.

Silicium Sommige planten nemen veel silicium op, andere niet of nauwelijks. In een aantal gewassen vormt het element een schild waar aanvallers moeilijk doorheen kunnen dringen. Silicium moet dan wel vanaf het begin worden opgenomen, want als het eenmaal zijn plek heeft gevonden in de plant, dan blijft het daar. Het is belangrijk om een opneembare vorm van silicium te gebruiken. Het kan ook de verdediging van de plant activeren, namelijk de salicylzuur route, ook al wordt het niet in grote hoeveelheden opgenomen. Tegen Phytophthora in Kalanchoë is silicium enorm effectief, blijkt uit onderzoek van WUR Glastuinbouw. Het werkt echter averechts bij Fusarium in Begonia. In dezelfde studie was ook salicylzuur gedeeltelijk effectief tegen Phytophthora in Kalanchoë, maar niet tegen Fusarium. Dit lijkt het mechanisme te bevestigen.

Kaliumfosfiet Kalium is een belangrijke meststof die de plant versterkt. Ook fosfiet werkt versterkend. Dit resulteert in een afweerreactie door de plant, door onder meer een verhoging van

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Plantweerbaarheid-BKW15-8.indd 24

07-05-15 15:44


Plantgezondheid

pp elijke basis

de salicylzuur route, en het vertraagt de groei en vorming van sporen van pathogenen. De plantversterker kaliumfosfiet zet de plant aan tot vorming van meer wortels. Ook krijgen de wortels een dikkere celwand, waardoor ze minder vatbaar zijn voor aantastingen van schimmels zoals valse meeldauw, Phytophthora en Pythium.

Aminozuren Op internet worden onder meer linksdraaiende aminozuren aanbevolen, waarmee de plant efficiënter voedingsstoffen zou kunnen opnemen. Ook zouden deze de weerstand van de plant verhogen, de cellen versterken en de enzymproductie activeren. Maar wetenschappelijk gezien is hier nog weinig over bekend. In het lopende onderzoek is echter een sterk effect gezien van aminozuren op Botrytis in Cyclaam.

plagen en droogte. Elke cel reageert op een subtiele balans in hormonen. Een van die plantenhormonen is salicylzuur, het hoofdbestanddeel van aspirine. Dit speelt een rol bij de afweerreactie tegen ’biotrofe’ schimmels, zoals Pythium en meeldauw. Biotrofe schimmels voeden zich met levend weefsel. Ze hebben er dus baat bij dat de plant blijft leven. Zodra een plant pythium of meeldauw opmerkt, gaat hij salicylzuur aanmaken. Dit zuur kan cellen aanzetten tot ’zelfmoord’; de cellen worden zo vol calcium gepompt dat ze afsterven. Op die manier heeft de schimmel er ook niets meer aan. Salicylzuur zet de cellen ook aan tot de aanmaak van enzymen zoals

glucanase, die de celwanden van de schimmel kapot knippen.

Jasmonzuur De tegenhanger van salicylzuur is jasmonzuur. Dit maakt de plant aan tegen necrotrofe schimmels. Bijvoorbeeld Botrytis, die doodt de plant en gebruikt het dode plantmateriaal. De plant is er dus niet bij gebaat om zijn eigen cellen te laten afsterven, want dat speelt Botrytis in de kaart. Trichoderma zet bijvoorbeeld de productie van jasmonzuur in de plant op scherp. Maar een plant kan zich niet overal tegen wapenen. Wapent hij zich tegen biotrofe schimmels wordt hij kwetsbaarder voor necrotrofe schimmels, en andersom. <

In het kort > Plantweerbaarheid is een speerpunt in onderzoek naar gewasbescherming.

Salicylzuur Plantenhormonen spelen een rol bij de eerste signalering van plantstress, zoals veroorzaakt door ziekten,

> Het kan de afhankelijkheid van chemische middelen terugdringen. > Plantversterkers hebben vaak een effect. > De werking is echter preventief en het resultaat hangt af van cultivar en omstandigheden. > Dat maakt het lastig om resultaten exact te voorspellen. De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Plantweerbaarheid-BKW15-8.indd 25

25

07-05-15 15:44


Foto: Agropoli

Een goede start is de basis voor het eindresultaat De eerste weken na oppotten of uitplanten van stek of plantgoed van heesters is het belangrijk om goed te kijken of de planten wel echt van start gaan. Een vlotte start voorkomt veel problemen.

Wilma Windhorst Agropoli wwindhorst@agropoli.nl

Planten starten makkelijker met wortelen als de groeikoppen actief zijn. Om die reden zou stek of plantgoed het best ruim (3-4 weken) voor het potten of planten kunnen worden gesnoeid zodat de hergroei alweer op gang is gekomen voor het oppotten. Plantmateriaal uit de koeling loopt bovengronds snel uit, maar de wortels zijn vaak erg traag, en gaan pas 2-3 weken later van start. De groeispurt die deze plant op z’n reserves maakt, maskeert soms het feit dat de wortel niet mee doet. Bij dit gekoelde materiaal is extra alertheid dus op z’n plaats. Stekken met blad die in een tray staan hebben door hun bladmassa een prettig microklimaat: de relatieve luchtvochtigheid tussen de planten is vaak wat hoger. Bij het oppotten ervaren deze planten stress doordat de wortels altijd iets beschadigen, soms erger als de stekken waren vastgeworteld aan de ondergrond. Ook het wegvallen van het microklimaat kan een flinke stressfactor zijn. Daardoor vallen de stekken soms stil in ontwikkeling, met vatbaarheid voor insecten, mijten en schimmels tot gevolg.

Bemesten Er zijn verschillende manieren om wortelvorming te bevorderen. Extra fosfaat stimu-

leert de wortelontwikkeling. In potten kan dat met wateroplosbare mengmeststoffen met een hoog fosfaatgehalte (Kristalon geel, Peter 10+52+10, Soluplant start, Universol geel) of met extra fosfaat in het A-B-bak schema worden gegeven. In de vollegrond werkt het goed om bijvoorbeeld DCM vivifos voor het planten in te werken of een snelwerkende fosfaat zoals di-ammoniumfosfaat te strooien. Meststoffen zoals tripelsuperfosfaat en superfosfaat lossen erg traag op en hebben niet het gewenste, snelle resultaat. Verder kan zonodig worden bijgestuurd met enkele biologische middelen die de beworteling helpen: de bacteriepreparaten Biopak en Natusys of het biologische middel Root ’n Shoot. In kassen kan er ook aan het klimaat wat gestuurd worden, bijvoorbeeld door met een extra broesje water op het gewas of door met het nat maken van de ondergrond de RV wat te verhogen. Doe dit alleen bij schraal weer en gewassen die niet gevoelig zijn voor bladschimmels zoals meeldauw en roest, want die kunnen met deze werkwijze wel in de hand gewerkt worden. Leg uw plant in deze fase een beetje in de watten: een vlotte start geeft sterke planten die minder vatbaar zijn voor ziekten en plagen. <

Als planten snel starten met het maken van nieuwe haarwortels is de plant minder vatbaar voor allerhande ziekten en plagen.

26

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Teeltadvies BKW15-10.indd 26

07-05-15 15:44


Teeltadvies

Meer onkruiddruk en roest in rozenteelt Let in de rozenteelt op beperkingen in het toepassen van onkruidmiddelen. Let daarnaast op roest in stammentrekkers en overjarige potrozen.

Dirand van Wijk Cultus Agro Advies dirandvanwijk@cultus.nl

In de tweejarige struikrozen is de winterbespuiting uitgevoerd met Kerb en Chloor en de voorjaarsbespuiting met Butisan S en Linuron. Vanaf 1 juli aanstaande zal de oude Butisan S met W(ijzigingsnummer)8 zijn opgebruiktermijn hebben bereikt: u mag dan alleen nog maar W9 gebruiken. Dat betekent dat deze wijziging beperkingen gaat geven in het aantal toepassingen: met W9 mag u maximaal twee keer per twaalf maanden spuiten, met een maximum van 6 l/ha. Daarnaast is nog Sultan beschikbaar met dezelfde werkzame stof. Dit middel mag u een keer per twaalf maanden toepassen, met een maximum van 3 l per teeltcyclus. Let dus op een goede registratie voor alle middelen. Tijdens de teelt mag u ook een Fenmedifam-formulering gebruiken. Voor de rozensector zijn momenteel Astrix (voorheen Agrichem Fenmedifam), Corzal en Kontakt op de markt. Raadpleeg voor alle toepassingen altijd het etiket of de website ctgb.nl. Nieuw voor de sector is Dual Gold. Deze mag u als onderdoorbespuiting twee keer per teeltcyclus toepassen, met een maximum van 1,5 l/ha in tweejarige struikrozen.

Signum tegen roest en meeldauw Roest is momenteel actief. Zorg voor een juiste aanpak van roest in vooral stammentrekkers en overjarige potrozen. U kunt Folicur gebruiken, maar ook Spirit en Frupica hebben een werking op roest. Verder is er Signum, een nieuw middel dat vanaf januari in onder andere boomkwekerijgewassen is goedgekeurd. Signum is een fungicide met twee actieve stoffen (boscalid en pyraclostrobin) die zorgen voor een breed werkingsspectrum, onder andere op Botrytis, echte meeldauw en roest. De dosering is 1,5 kg/ha, maximaal twee keer per teelt. Omdat Signum over een sterke preventieve werking beschikt is het belangrijk om het middel vroeg toe te passen, liefst voor infectie. De strategie tegen roest moet u afstemmen op uw strategie tegen echte meeldauw. U zult steeds meer gaan naar een hogere plantgezondheid en weerbaarheid van zowel bodem als gewas. Daar komt veel bij kijken, maar mogelijkheden zijn er zeker. De afgelopen jaren heeft Cultus hiermee al ervaringen opgedaan; dat wordt vervolgd. Veel veranderingen dus, met even zoveel uitdagingen. <

Let op meikevers in coniferen Het uitvliegen van meikevers maakt bovengronds zichtbaar hoeveel er aanwezig zijn. De start van het seizoen vraagt ook om extra aandacht voor wortels en water.

John Steenbakkers Plant Grow john@plantgrow.nl

Eerdaags gaan de meikevers uitvliegen. Eiafzet door de kevers gebeurt op beschutte plaatsen, zoals in vaststaande gewassen. Ongeveer 6 weken na de eerste eiafzet ontwikkelen zich de larven, deze kunnen jonge haarwortels van kwekerijgewassen opvreten. De cyclus van de larven (engerlingen) duurt 3 tot 4 jaar. Het achterblijven van groei op bepaalde delen van het perceel kan een indicatie zijn voor de aanwezigheid van de larven. De volwassen kevers zijn te constateren door een bouwlamp ’s avonds aan te zetten met daaronder een bak met water met zeep. Bestrijding van de vliegende kevers is zeer lastig. Bestrijding tegen de larven kan het beste worden uitgevoerd vanaf de tweede helft van juli door de inzet van aaltjes.

Beworteling en water Door de lage bodemtemperaturen ontwikkelen de wortels van uitgeplante (en verplante) gewassen zich traag en is het voor het gewas moeilijk om water en voedingsstoffen op te nemen. Een lichte dosering monokalifos-

faat of een mengmeststof met veel fosfaat kan dan net iets meer voor de beworteling doen. Spuit planten waarvan de kluit niet in orde is om vochtverlies te beperken met een antiverdampingsmiddel zoals bijvoorbeeld Wiltpruf of CultaCoat. Bijkomend voordeel is dat de vorstschade wordt beperkt. Bij de start van het nieuwe seizoen is een watermonster van bassin, bron of sloot een goede basis voor de bemestingsstrategie. Wanneer er meer dan 3 mmol bicarbonaat (HCO3) in het water zit, dienen er maatregelen te worden genomen om de pH stabiel te houden. Verder oplopende pH brengt de opname van ijzer en mangaan in gevaar. Beluchten, mengen van regenwater en bronwater en in beweging houden van het water zorgen ervoor dat een deel van het bicarbonaat wordt gestabiliseerd en dat de pH stabieler blijft. Een buffer van 1,5 mmol bicarbonaat is wenselijk om grote pHschommelingen tegen te gaan. In bassins zien we vaak een hoge pH. Dit geeft in de teelt geen problemen als het bicarbonaatgehalte in het bassinwater maar onder de 2,5 mmol blijft. < De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Teeltadvies BKW15-10.indd 27

27

07-05-15 15:44


595777_.indd 28

7-5-2015 12:26:10


595778_.indd 29

7-5-2015 12:26:30


595779_.indd 30

7-5-2015 12:44:16


595776_.indd 31

7-5-2015 12:01:40


Tekst: Ank van Lier Foto: Praxis

Bouwmarktketen opent vijf tuincentra, zesde zit in de pijplijn

Praxis wil tuinmarkt veroveren met ni Praxis heeft ambities om een grote speler te worden in de markt voor tuinproducten. Eerste stap was de realisatie van vijf Praxis Tuincentra, die medio maart hun deuren openden. Hierbij ging Praxis onder andere een samenwerking aan met twee Limburgse ondernemers, die hun Intratuinvestigingen ombouwden tot Praxis Tuincentrum.

32

Vijftien jaar lang exploiteerde Peter Stox drie Limburgse Intratuin-vestigingen, in Venlo, Roermond en Heerlen. Vorig jaar werd Frank de Groot mede-aandeelhouder. De veranderende markt deed de ondernemers besluiten om de overstap te maken naar een andere formule, in dit geval Praxis. „Intratuin is georganiseerd als een soort coöperatie: de filiaalhouders zijn tevens eigenaar van het bedrijf en bepalen ook samen de koers”, vertelt Stox. „Hierdoor is snel schakelen lastig: veel inspraak zorgt voor minder stuurkracht. Tegelijkertijd zagen we de markt veranderen: vroeger was het tuincentrum ’the place to be’ voor planten, inmiddels spelen ook supermarkten een belangrijke rol in de bloemen- en plantenverkoop. Meer specialisatie is daarom een must om je marktaandeel te kunnen handhaven, ook moet je snel kunnen inspringen op marktontwikkelingen. Intratuin was naar onze mening een te logge organisatie: we gaven de voorkeur aan een formule met één directie, zodat we snel slagen zouden kunnen maken.”

den Frank en ik een nieuwe tuincentrumformule. Hierbij kon Praxis gebruikmaken van onze passie en kennis op tuingebied, terwijl wij konden meeliften op de expertise en bekendheid van de Praxis-formule.”

Andere formules

Geen eenheidsworst

Stox en De Groot onderzochten diverse opties: zij oriënteerden zich op de mogelijkheden van andere tuincentrumformules en bekeken de haalbaarheid van een eigen concept. „Dit vergde echter te grote investeringen. Bij toeval kwam ik in gesprek met Praxis. Bij een bezoek aan ons tuincafé in Roermond sprak toenmalig Praxis-directeur John Colley een medewerker aan en vroeg naar de eigenaar. Zo is het balletje gaan rollen: samen met Praxis ontwikkel-

Op 11 maart openden de eerste vijf Praxis Tuincentra hun deuren: het concept is niet alleen neergezet in de franchisevestigingen in Venlo, Roermond en Heerlen, maar ook in Amsterdam en Beverwijk. Op de laatste twee locaties waren al Praxis Megastores inclusief tuinafdeling gevestigd. Deze zijn uitgebouwd tot volwaardige tuincentra. „Groen is dus de basis van het nieuwe winkelconcept. Daarnaast zijn decoratie, dier en horeca belangrijke pijlers

Toegespitst op groen Volgens Praxis-directeur Joost de Beijer had de bouwmarktketen al langer plannen om haar activiteiten in de tuinmarkt uit te breiden. „Wij hadden al elf Praxis Mega en Tuin, met een grote tuinafdeling in de kas naast de bouwmarkt. Deze wilden we verder uitbouwen, met een winkelconcept dat is toegespitst op groenproducten. Op dat vlak laten veel andere tuincentra omzet liggen, zo signaleerden we. We zagen de vraag naar planten, tuinmeubilair en producten voor outdoor living namelijk groeien. Tuin en balkon worden immers steeds belangrijker voor mensen, zijn echt onderdeel geworden van de woning. Peter Stox en Frank de Groot waren de juiste partners om onze plannen mee uit te werken.”

onder de formule; we willen de klant ook een stukje beleving bieden. Steeds met de garantie voor een optimale prijs-kwaliteitverhouding”, zegt Stox. Volgens De Beijer bieden de winkels vooral een breder en dieper groenassortiment dan andere tuincentra. „Dat zie je niet alleen terug in onze winkels, waar de groenafdeling prominent aanwezig is, maar ook in de reclamefolders: 60 à 70% van de aanbiedingen heeft betrekking op groen. We zijn sterk in snijbloemen, kamerplanten, maar ook in boomkwekerijproducten: onze tuincentra bieden een brede range aan sierheesters, coniferen, bosplantsoen en mediterrane planten. En eigenlijk kunnen we alles aanbieden; de wensen van de klant zijn leidend.” Deze insteek betekent automatisch dat alle winkels hun eigen assorti-

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Intratuin (praxis) lay out.indd 32

07-05-15 15:44


Afnemers

et nieuw winkelconcept insecten aan banden te leggen. „Dat betekent dat kwekers meer aan de slag moeten met biologische alternatieven. Hoe dit precies wordt ingevuld, is nog niet duidelijk: dit moeten we nog verder uitwerken.” Pegro maakt met kwekers jaarafspraken over prijs en aantallen. „Op het moment dat druk ontstaat op de markt of wanneer blijkt dat bepaalde producten minder goed lopen, gaan we met kwekers om tafel om een oplossing te zoeken. Uiteindelijk moet de samenwerking voor beide partijen rendabel zijn; dat is het uitgangspunt.”

Verdere uitrol

De nieuwe winkels van Praxis willen zich onderscheiden door een focus op groen. Ook boomkwekerijproducten hebben een prominente rol.

ment hebben, aangepast aan het publiek in een bepaalde regio „Hoewel de tuicentra een herkenbare uitstraling hebben, is het qua aanbod zeker geen eenheidsworst”, zegt Stox. „20 tot 30% van het assortiment verschilt per filiaal. In Amsterdam bieden we bijvoorbeeld geen laanbomen aan, terwijl de vestiging in Roermond met name uitblinkt in een breed assortiment en in Venlo de snijbloemen en perkplanten een prominente plek innemen.”

Lokale inkoop De inkoop van bloemen, kamerplanten en boomkwekerijproducten gebeurt door Pegro Groeninkoop BV.; een nieuw bedrijf, waarvan Stox en De Groot eigenaar zijn. „Ook de inkoop voor onze Intratuin-vestigingen hielden we in eigen hand; deze lijn

hebben we doorgetrokken. Pegro is verantwoordelijk voor de groeninkoop van alle Praxis Tuincentra”, vertelt Stox. Pegro, dat gevestigd is in Venlo, werkt vooral samen met lokale kwekers. „Op deze manier kan sneller worden geschakeld en kunnen we de kwaliteit beter monitoren”, zegt directeur Eddy Joosten. „Nu werken we veel met kwekers rondom Venlo, maar doel is om op termijn rondom elk Praxis Tuincentrum een vaste groep kwekers en leveranciers te formeren.” Kwekers die in zee gaan met Pegro moeten MPS-A-gecertificeerd zijn of zorgen dat ze deze certificering binnen dertien maanden op zak hebben. Daarnaast werkt Praxis aan een richtlijn om de inzet van gewasbeschermingsmiddelen die schadelijk zijn voor bijen, vlinders en andere

De omzet van de pas geopende tuincentra ligt in lijn der verwachting. Ook zijn klanten enthousiast, geeft De Beijer aan. „We krijgen positieve reacties op de opzet van onze winkels en op de invulling en de breedte van het sortiment groenproducten. Zet deze lijn door, dan gaan we de tuinafdelingen van onze andere Praxis Megastores ook ombouwen naar het tuincentrumconcept. Ook willen we de franchiseformule verder uitrollen, met als doel een belangrijke speler te worden in de Nederlandse tuinmarkt en de tuinbeleving naar een hoger niveau te tillen. Eerste stap in dit proces is de opening van een Praxis Tuincentrum in Zoetermeer, in oktober van dit jaar.”

Internetverkoop Praxis wil daarnaast meer gaan doen met internet. Klanten van de Praxis Bouwmarkten kunnen al online hun bestelling plaatsen en deze thuis laten bezorgen of ophalen in de winkel. Stox: „Deze ’smaken’ willen we ook gaan aanbieden aan klanten van onze tuincentra. Hoe we dit precies gaan inkleden, hebben we nog niet duidelijk; opslag en transport van planten is toch een hele andere tak van sport dan levering van bouwmaterialen.” < De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Intratuin (praxis) lay out.indd 33

33

07-05-15 15:45


Tekst: Henk Raaijmakers, Arno Engels Foto’s: Henk Raaijmakers

’China maakt werk van De Groene Stad’ Boomkwekerijvoorman Henk Raaijmakers bezocht dit voorjaar China om, ten bate van het Nederlandse bedrijfsleven, uitleg te geven over De Groene Stad. Chinezen tonen grote interesse om deze filosofie te gebruiken bij hun stedelijke vergroening, zo bemerkte Raaijmakers. Onderweg deed hij nog meer indrukken op. Een persoonlijk verslag. Mijn bezoek aan China was op verzoek van The City Green Administration Bureau of Nanjing, Nanjing Bureau of Landscape Industry, Shanghai Greenery Commity en The Society of Shanghai Landscape Architecture. Nanjing is een stad met 8 miljoen inwoners, in Shanghai wonen er 22 miljoen. Stadsplanologen, architecten en uitvoerders van groen en infrastructuur in China zijn geïnteresseerd in betaalde kennis om te komen tot groene oplossingen. Want Chinese steden hebben enorme problemen: vanuit het platteland krijgen ze steeds meer inwoners, het verkeer neemt toe en daarmee ook de luchtvervuiling en longziekten. Wonen in zo’n stad leidt tot een levensverkorting van vijf tot tien jaar, hebben ze mij verteld.

Stadsdeel van 1 miljoen Chinezen vergroenen Nanjing gaat bijvoorbeeld een nieuw stadsdeel aanleggen voor bijna één miljoen inwoners. Net zoveel inwoners als dat Amsterdam totaal heeft. Nanjing is bezig om dat nieuwe deel te vergroenen volgens De Groene Stad-filosofie. Als dat gebeurt, kan dit business opleveren voor Nederlandse bedrijven. Chinezen zijn namelijk zeer onder de indruk van de Nederlandse kennis en integrale aanpak van luchtvervuiling en hittestress in steden. En ze vinden het logisch dat meer en beter groen zorgt voor sociale cohesie.

Bloeiende Prunus sieren dit levendige straatbeeld in China. Hoveniers willen graag meer van dit soort sierbomen toepassen.

34

Nu heb ik ook in China al veel fascinerende zaken gezien. Bij een groot treinstation in Nanjing is bijvoorbeeld een verticale tuin aangelegd van 1 km lang en 25 m hoog. Die muur is helemaal begroeid met Lonicera nitida, en met Photinia als een soort kronkelende rode draak ertussen. Ook heb ik op een dak gestaan wat een prachtig park is, waarvan een deel groentetuin. Alle technieken voor innovatieve toepassingen zijn al aanwezig in China, zoals watergeefsystemen voor verticale tuinen en daktuinen. Desondanks zeggen Chinese hoveniers dat ze nog onvoldoende kennis hebben om die toepassingen goed te gebruiken. Ze zoeken ook nog bredere sortimentsmogelijkheden. Het sortiment in Chinese steden is namelijk beperkt; ik heb hooguit vijftien verschillende soorten bomen en struiken gezien. Opvallend veel Photinia en Ligustrum.

Dikke bomen Chinese cultuur In China plant men ook vooral bomen van 25-30 cm of nog dikker. Chinese kwekers laten bomen groeien zoals ze groeien, zonder stok erbij en zonder begeleidingssnoei. Ik heb gezien dat ze grote bomen rooien met een kleine kluit, nog geen 80 cm doorsnee. Waarom planten ze zulke dikke bomen? Omdat dat ingebakken zit in hun cultuur. Met iconische beplantingsprojecten willen bijvoorbeeld burgemeesters hun status verhogen. Overheden hebben dus alleen interesse in dikke bomen, terwijl hoveniers een breder sortiment willen hebben en zich afvragen hoe ze daaraan kunnen komen. Dat sortiment is er al op bepaalde plekken. Zo heb ik tussen Shanghai en Hangzhou het bedrijf HONT bezocht, wat staat voor Haining Oregon Nursery Technologies. Het is een Amerikaanse coöperatie van dertien kwekers uit Oregon. Die hebben daar 800.000 bomen in een prachtig breed sortiment opgepot: het gaat om de maten 6-8 en 8-10 in 20 l-container.

Bij een treinstation in Nanjing staat deze verticale tuin: 25 m hoog en liefst 1 km lang, begroeid met Lonicera en Photinia als een rode draak ertussen.

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Henk in China.indd 34

07-05-15 15:45


Verre markt

De Groene Stad komt her in der in China wel tot uiting, maar miljoenensteden als Nanjing en Shanghai gaan nog meer aan de slag met deze oorspronkelijk Nederlandse filosofie, aldus Henk Raaijmakers.

De Amerikanen proberen die bomen nu op de Chinese markt te zetten, waarvoor ze een Chinese dame in dienst hebben genomen. Maar hun afzet loopt zeer moeilijk, omdat het te jonge bomen zijn, en omdat de soorten nog onbekend zijn in China. De Amerikanen omschrijven die problemen als volgt: ’Je probeert een vierkant blok door een rond gat te duwen’.

Tuincentrum op achtste verdieping Chinezen hebben geld over voor groot plantmateriaal, maar het zijn vooral overheden en particulieren uit de zeer rijke Chinese bovenlaag. In steden zijn weinig particuliere tuinen; een gemiddeld appartement is maar 100 m2 groot en er woont een compleet gezin in, met grootouders. Op het platteland is men vaak te arm voor een siertuin. Tuincentra in China zijn dan ook vooral voor de rijkeren bedoeld. In Shanghai heb ik bijvoorbeeld een tuincentrum bezocht dat op de achtste verdieping van een groot gebouw met woninginrichting zit. De nadruk in het tuincentrum ligt opvallend op showtuinen: die zijn bedoeld om Chinezen te inspireren om groen in de private sfeer te gebruiken. Maar ook hier blijkt het beperkte sortiment het

grootste probleem te zijn: men is hier dringend op zoek naar exclusieve producten zoals Camellia van 2 m groot en andere solitairen die we in Nederland verhandelen, maar er is geen goede aanvoer.

Chinese shows tot in perfectie Chinezen zijn goed in het showen van producten en andere zaken. Zo heb ik in Nanjing een indrukwekkend park bezocht dat was aangelegd voor de Jeugd Olympische Spelen in 2014. Dat park heeft wel €100 miljoen gekost. In Shanghai ben ik nog rondgeleid door een arboretum met een show getiteld Flower Expo 2015. Ook die show is groots opgezet, van hoge kwaliteit en tot in de perfectie uitgewerkt. Ornamenten tot wel 6 m hoogte. Maar ondanks die mooie shows is er in China veel vraag naar kennis over groen, sortiment en toepassingsmogelijkheden. Rondom presentaties en rondleidingen in China is de boodschap van De Groene Stad volgens mij goed geland. Van een aantal Chinese bedrijven zijn al concrete vragen gekomen over sortiment, advies en marketing. Ik denk dat de tijd nu rijp is om Nederlandse kennis te verwaarden in China. <

Het sortiment in Chinese steden beperkt zich volgens Henk Raaijmakers tot een 15-tal soorten bomen en struiken, waaronder Platanus en Photinia.

Bekijk op deboomkwekerij.nl meer impressies van China.

Deze tuin in Nanjing is aangelegd op de tiende verdieping van een gebouw. Net als verticale tuinen zijn daktuinen trend in China, waar veel hoogbouw is. De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Henk in China.indd 35

35

07-05-15 15:45


Foto’s: Ketura Haveman, Arno Engels, Intratuin Geleen

P RO D U C TA N A LYS E

Gematigd voorjaar positief voor waterplanten Het gematigde voorjaar lijkt de verkoop van de waterplanten positief te beïnvloeden. Vooral de laatste weken komt de vraag goed op gang. Het grote afwachten is nu wat mei gaat brengen, maar kwekers en tuincentra zijn positief gestemd.

Het weer loopt dit voorjaar qua temperatuur en zon redelijk in de pas met het langjarig gemiddelde en volgens kwekers geldt dat ook voor de verkoop van de waterplanten. In maart en begin april kwam de afzet gestaag op gang. Deze afzet bleef iets achter bij vorig jaar, toen het seizoen een vliegende start kende. Sinds week 16 loopt het echter vlotter en lijkt het zelfs de verkoop van vorig jaar te overstijgen. Over het algemeen kwalificeren kwekers het als

een gemiddeld afzetseizoen. Spannend is het nu of de handel in mei goed door blijft lopen. Kwekers zijn echter positief gestemd en hebben goede verwachtingen voor het seizoen. Daarbij is aandacht voor vernieuwende concepten waarmee het product waterplanten ook geschikt wordt voor kleinere tuinen en balkons wel belangrijk. Deze afzetmarkt lijkt de meeste groeipotentie te hebben, maar die impulsmarkt vereist wel dat kwekers en tuincentra aandacht vestigen op de mogelijkheden via bijvoorbeeld televisie. De vijveraanleg is minder afhankelijk van het voorjaar als afzetseizoen. Door het uitblijven van lange vorstperiodes heeft de aanleg gewoon door kunnen lopen. Gespecialiseerde bedrijven in vijveraanleg signaleren een stijgende vraag van

consumenten. Zij plaatsen hierbij echter wel de kanttekening dat de toenemende vraag bij hun bedrijven niet wil zeggen dat de algehele vraag naar vijvers groeit. Zij signaleren dat consumenten steeds vaker kiezen om vijvers door een hierin gespecialiseerd bedrijf te laten aanleggen. <

HANDELSSTEMMING

HOE LOOPT HET?

Koude tempert aanvoer van tuinplanten

’Nog verantwoord doorgaan’

April was weerkundig gezien een eigenaardige maand: uitzonderlijk zonnig maar toch relatief koud. Normaal schijnt de zon zo’n 178 uur maar dat ware er de afgelopen april maar liefst 240. Maar met 8,9 graden Celsius was het ruim 3 graden kouder dan vorig jaar. Vooral dat laatste had zijn weerslag op de handel in tuinplanten op FloraHolland. Als gevolg van het relatief koude weer was de aanvoer een stuk kleiner dan in dezelfde maand vorig jaar. In totaal werden er in aantallen 15,2% minder tuinplanten aangevoerd. Dat had een positief effect op de prijsvorming. De gemiddelde prijs kwam uit op €1,08 en dat is 7 eurocent beter dan vorig jaar. Voor Buxus geldt dat in april ruim 20% minder werd verkocht op FloraHolland in vergelijking met vorig jaar. De gemiddelde prijs lag met €2,35 28 eurocent hoger. Bij Hydrangea is in de afgelopen aprilmaand minder geprofiteerd van minder aanvoer. Bij 2,5% minder verkochte aantallen verbeterde de prijs maar 2 eurocent naar €3,49. Ook bij de perkplanten liet zich de kleinere aanvoer voelen. De aanvoer

36

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

van Pelargonium lag 15,6% lager en van Osteospermum maar liefst 23,4%. De meest opvallende groeier in de top 15 is de groep Groenteplanten. Bij een aanvoerstijging van 11,5% steeg de gemiddelde prijs met €0,17 en kwam uit op €2,92. < Tuinplanten

Handel in week 18

Peter van der Heiden, H&B Plant

Omzet 2015 % Omzet mutatie (*1.000) t.o.v. 2015

Overig bomen/heesters/klp Mandevilla Hydrangea Lavandula Buxus Groenteplanten Overig vaste planten Rhododendron Thuja Argyranthemum

4.053 3.596 3.297 2.424 2.361 2.163 1.886 1.612 1.507 1.307

-2,7% 2,4% -1,8% -24,4% -9,8% 18,5% -1,6% 14,5% 25,7% -32,5%

Totaal

77.190

-9,3%

Lees elke week beschouwingen over hoe de handel loopt op de boomkwekerij.nl

Aantal stuks % Aantal stuks Gem. prijs Gem. prijs verkocht 2015 verkocht mutatie 2015 2014 (*1.000) t.o.v. 2015 1.053 -6,4% 3,85 3,70 731 -7,2% 4,92 4,46 944 -2,5% 3,49 3,47 1.609 -28,1% 1,51 1,43 1.007 -20,2% 2,35 2,07 741 11,5% 2,92 2,75 1.363 -7,5% 1,38 1,30 777 15,7% 2,07 2,10 842 32,1% 1,79 1,88 1.037 -28,3% 1,26 1,34 71.445

-15,2%

1,08

1,01


Markt & Afzet P RO D U C TA N A LYS E

Export lindes viel tegen De verkoop van lindes is verschillende kwekers en handelaren tegengevallen. Het buitenland neemt normaal gesproken de grootste aantallen van dit grote laanboomartikel af, maar vooral Duitsland en Oost-Europese landen kochten minder.

Er waren vrij hoge verwachtingen van de afzet in Duitsland, omdat de Duitse economie weer stevig in het zadel zit en omdat er positieve geluiden kwamen vanuit de aanlegmarkt. Wat Tilia betreft werden die verwachtingen niet echt ingelost. Duitse bedrijven namen voor hun opplant minder jonge bomen af, omdat ze bijvoorbeeld zelf nog met voorraden oudere bomen zitten. Dat lag niet puur aan hun afzet op de Duitse

markt, maar ook in Oost-Europa. De laatste jaren ging er naar OostEuropa vooral T. cordata: vanuit Duitsland, Nederland en Polen. Die afzet kreeg een knauw door Rusland. De Russen waren afgelopen seizoen onzeker over hun markt, door de dalende roebelkoers en de onrust in Oekraïne. Daardoor schoven projecten door of werden afgeblazen. Deze marktontwikkelingen gelden trouwens niet alleen voor Tilia, maar voor nagenoeg het gehele bomensortiment. Tilia behoort echter, samen met Acer platanoides, tot de meest gekweekte bomen, dus minder vraag heeft een grotere impact op bedrijfsomzetten dan bij bomen die in kleinere aantallen worden gekweekt. Door het grote aanbod probeerden kwekers uit te verkopen. Dat lukte

als bomen goed waren onderhouden, maar prijzen waren lager. Verwachting is dat de exportmarkt voor Tilia over enkele jaren weer beter in balans is. Duitse bedrijven zullen toch weer lindes inkopen voor de opplant, anders zitten ze zelf straks met gaten in hun voorraad. <

LANGS DE KASSA

Har Lumens:

’We draaien iets beter dan vorig jaar’ Naam bedrijf: Intratuin Geleen Locatie: Geleen Medewerkers:

45

Het is zeker druk vlak voor Moederdag? „Ja, het loopt lekker door. Mensen kopen vooral perkgoed en kuipplanten, maar ook bloeiende boomkwekerijproducten en vaste planten doen het nu goed.” Hoe belangrijk zijn de boomkwekerijproducten voor jullie? „Met 15% van de omzet is dat voor ons best een belangrijke groep. We

zien dat meer klanten impulsaankopen doen en niet meer met briefjes komen. Ze kijken wat er leuk uitziet.”

mailen we de inkopers en dan gaan zij voor je op zoek. Daardoor hoeven we bijna nooit elders in te kopen.”

Waar kopen jullie in? „De inkoop verloopt via IGC, de inkooporganisatie van Intratuin. Je mag daarnaast wel zelf inkopen, maar dat doen we heel weinig. Natuurlijk missen we wel eens een bepaald product, maar dan bellen of

Hoe verloopt het voorjaar tot nu toe? „Redelijk positief; we draaien zelfs iets beter dan vorig jaar. Enerzijds omdat de economie aantrekt, maar anderzijds ook omdat onze achterbuurman – Hornbach – tijdelijk gesloten is vanwege nieuwbouw.” Hoe gaat u de concurrentie aan? „We hebben in het verleden altijd goed naast elkaar kunnen leven, dus we moeten gewoon op dezelfde voet doorgaan. Bij Hornbach is groen een bijproduct; bij ons een hoofdproduct. Qua prijs zitten we wel iets hoger, maar dat compenseren we met ons assortiment en onze kwaliteit en service. Een grote groep klanten waardeert dat. Bovendien verwachten we dat de nieuwe Hornbach ook klanten van verder weg trekt. En daar kunnen wij dan weer van mee profiteren!” <

Gem. prijs 2014 3,70 4,46 3,47 1,43 2,07 2,75 1,30 2,10 1,88 1,34 1,01

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Markt en Afzet BKW15-10.indd 37

37

07-05-15 16:55


iVerde en FloraHolland starten groene agenda Onlangs is de samenwerkingsovereenkomst van het programma de groene agenda getekend door iVerde, Flora-

Holland en Wageningen UR. Het programma de groene agenda staat voor een gezonde leef-, woon- en werkomgeving. In december 2014 kregen FloraHolland en iVerde groen licht van de Topsector Tuinbouw en uitgangsmaterialen om met het aangevraagde budget de verdere uitwerking van het programma en de vier benoemde projecten te beginnen. De projecten zijn ’Van Groen naar Gezond’, ’Ecosysteemdiensten van boomkwekerijproducten’, ’Groen voor Grijs’ en ’Groene gezonde ziekenhuizen’. Met deze projecten worden innovatieve, en in de praktijk goed hanteerbare, groenconcepten ontwikkeld. De focus ligt op groen in en om de bebouwde omgeving met als uitgangspunt de positieve effecten van groen op gezondheid en welbevinden. Contactpersoon vanuit LTO is Henk Raaijmakers: henk@oude-aa.nl.

Goed opgeleid personeel is essentieel De sector bomen en vaste planten heeft scholingsconsulent Piet Verhoeven aangesteld om samen met u te inventariseren welke ontwikkel-behoeften er zijn op uw bedrijf, nu en in de toekomst. Want kennis is macht en dat geeft uw bedrijf de kracht zich te onderscheiden. Naast de ’schoolbanken’ zijn er veel andere oplossingsrichtingen waar u misschien nog niet aan gedacht heeft. Zoals optimaliseren van de interne samenwerking. Piet helpt u graag verder en denkt met u mee! Geïnteresseerd? Neem dan nu contact op en maak gratis een afspraak via 06-30108049 of p.verhoeven@ agroopleidingshuis.nl. Dit aanbod is een unieke kans die niet elke bedrijfstak heeft.

Doorstart laanboomopleiding De bestaande BBL Opleiding laanboomteelt in Opheusden gaat ook in het schooljaar 2015 – 2016 weer van start. Voorwaarde is wel dat voldoende leerlingen zich op MBO niveau 2 en

niveau 3 aanmelden voor deze opleiding. De aanmelding voor de Opleiding laanboomteelt Opheusden wordt opengesteld voor geïnteresseerden binnen en buiten de regio. De aanmelding kan plaatsvinden bij het secretariaat van Tree Centre Opheusden via secretariaat@treecentreopheusden.nl.

Het vak leren in Boskoop Sinds september 2014 is de Boomteeltopleiding weer terug in Boskoop. En met succes. Vanaf begin september kan een nieuwe groep van 15 leerlingen starten. Deelnemers uit heel Nederland zijn welkom. De Boomteeltopleiding betreft een BBL opleiding MBO niveau 2 en 3 gericht op teelt en handel. Ook medewerkers van boomkwekers die hun vaktechnische kennis willen bijspijkeren zijn welkom. Wilt u meer informatie of wilt u zich aanmelden (voor 1 juni), neem dan contact op met boomteeltdocent/coördinator Peet Stolwijk (plm.stolwijk@wellant.nl).

Deze bijdrage valt onder de redactionele verantwoordelijkheid van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten. Voor informatie: (073) 2173263, e-mail: helma.hoff@zlto.nl., www.lto.nl.

38

Nieuw verdienmodel Net klaar met planten en direct omschakelen naar het verzorgen van de kwekerij. Krijg je een telefoontje ’heb je je column al klaar?’ Helemaal vergeten. Wel aan gedacht vorige week maar nog niets op papier gezet. Ik heb nog een uur voordat ik de auto in moet naar een LTO bijeenkomst, dus dan toch maar snel achter de pc. Want belofte maakt schuld! De afzet loopt ten einde met voor mijn sector een goede start en een matig vervolg in het voorjaar. Hoopvol zijn de goede prijzen voor met name Conference en Elstar. In de andere boomkwekerijsectoren zijn veel wisselende geluiden over de afzet. Over het algemeen niet erg positief. In Limburg hadden we afgelopen jaar een tuinbouwversnellingsagenda. Ook voor de boomkwekerij biedt deze agenda aanknopingspunten om eens goed naar de bedrijfsstrategie te kijken. Om uit de neerwaartse kostprijsspiraal te komen, eventueel met hulp van externe deskundigen. Eén ding is mij in ieder geval tijdens dit hele traject duidelijk geworden: op kostprijs gaan we het in Nederland niet redden. Dé oplossing heb ik ook niet, maar ik ben ervan overtuigd dat wij, met het onderzoek en de vakkennis die wij samen in Nederland hebben, de proeftuin van de wereld kunnen zijn op het gebied van voeding en groen. Door onze concepten te vermarkten en er een verdienmodel voor de toekomst van te maken. We zijn niet voor niets de tweede exporteur van de wereld op agro gebied! De hele wereld kijkt naar ons hoe wij in ons kleine kikkerlandje met onze ’stadslandbouw’ een enorme productie met hoogwaardige kwaliteit en grote diversiteit kunnen leveren. De vraag naar veilig voedsel en een kwalitatief goede (lees groene) leefomgeving neemt enorm toe in de wereld. Laten we daar al onze kennis en kunde voor inzetten, en er aan de achterkant een verdienmodel aan overhouden. Jan Veltmans

Bestuurslid LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten

De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

LTO BKW15-10.indd 38

07-05-15 15:47


Service

Foto: Ron Barendse

BEDRIJFSNIEUWS

VAKTAAL

Milieusparende innovaties op kaarten Het Brabantse project ’Schoon water voor Brabant’ heeft informatiekaarten gemaakt van een aantal innovaties die het milieu sparen. De kaarten zijn te downloaden op internet. Uit de boomkwekerij wordt bijvoorbeeld aandacht gegeven aan het branden van onkruid, maar er zijn ook kaarten over mechanische onkruidbestrijding in asperges, laag volume strooitechniek op de aardappelpoter en pneumatisch schoffelen. Op de kaarten valt te lezen hoe de techniek werkt, wat de voor- en nadelen zijn, de kosten, praktijkervaringen en uiteraard welke milieuwinst wordt behaald. De kaarten met innovaties zijn te vinden op de website van Schoon water voor Brabant.

Bayer stelt PhytoBac beschikbaar Twee studenten van de Has Hogeschool gaan in opdracht van Bayer onderzoeken welke effecten diverse innovaties en maatregelen hebben op het terugdringen van emissie van gewasbeschermingsmiddelen. Zij zullen hiervoor enquêtes versturen onder kwekers waarmee ze inzicht willen krijgen in welke maatregelen er zijn genomen om de emissie te verminderen. Bayer roept kwekers op mee te werken aan het onderzoek en stelt samen met Beutech agro een PhytoBac beschikbaar onder de deelnemers.

AGENDA Binnenland 18 t/m 24 mei Libelle zomer-

week, Almere libellezomerweek.nl 19 en 20 mei Verkoopbeurs Lagenbeurs Plantion, Ede plantion.nl 22 t/m 25 mei Beurs Summer Fair, Ommen evenementenhal.nl 25 mei Boskoopse plantendag www.esveld.nl 9 en 10 juni Verkoopbeurs Lagenbeurs Plantion, Ede plantion.nl 14 t/m 21 juni Tuinevenement Fleurig, Appeltern fleurig.nl 17 juni Demodag voor de boomkwekerij Meet & Green, Lottum meetengreen.nl 24 en 25 juni Vakbeurs Expo TCO, Dodewaard treecentreopheusden.nl

Buitenland t/m 17 mei Tuinbeurs Garten-

träume, Linslerhof, Duitsland gartentraeume.com 19 t/m 23 mei Bloemen-, planten- en tuinbeurs Chelsea Flower Show, Londen, Verenigd Koninkrijk rhs.org.uk 23 t/m 25 mei Tuinbeurs Gartenträume, Burg Hülshoff, Duitsland gartentraeume.com 3 t/m 5 juni Tuinbouwvakbeurs IFTEX, Nairobi, Kenia hppexhibitions.com 11 t/m 14 juni RHS Flower Show, Birmingham, Verenigd Koninkrijk rhs.org.uk 17 t/m 19 juni Tuinbouwvakbeurs Hortitec, Sao Paulo, Brazilië hortitec.com.br 20 en 21 juni Beurs en tentoonstelling Rosen und Gartenmesse, Königsberg, Duitsland gartenmesse.de

Bijdragen Meer informatie op: DeBoomkwekerij.nl/Tips

Bijdragen voor de service-pagina’s kunnen worden gestuurd naar Redactie ‘De Boomkwekerij’, Postbus 9324, 2300 PH Leiden, e-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl.

Merijn van Iersel Leeftijd: 35 Opleiding: mas, Breda Bedrijf: Roestenburg Kwekerijen Plaats: Nieuwkuijk

Waar heeft u het druk mee? „Ik heb het nu vooral druk met klanten die komen afhalen en met afleveren. We hebben een kwekerij en een groencentrum en omdat het nu druk is met particulieren, hoveniers en tuincentra die komen afhalen, moeten we zorgen dat het groencentrum goed gevuld blijft.” U levert ook aan particulieren? „Ja, maar we geven ook steeds vaker advies. We zien hier veel particulieren die zich oriënteren wat ze in hun tuin willen hebben. Wij kunnen ze daarbij adviseren maar wij zijn geen hovenier. Wij brengen ze echter wel in contact met hoveniers die ook bij ons klant zijn zodat die het werk vervolgens kunnen uitvoeren. Op die manier verkopen we toch onze planten en binden we onze klanten. In deze manier van werken zien wij veel toekomst.” En de kwekerij? „Ik kweek een breed sortiment van zo'n 150 soorten heesters en coniferen, maar allemaal in kleine aantallen van maximaal 2.000 stuks. We maken een iets zwaarder product dan anderen en potten al in januari zodat we ook net iets eerder op de markt zijn. Ongeveer eenderde van mijn verkoop komt van de kwekerij, de rest koop ik bij andere kwekers.”

Sortiment: breed sortiment heesters en coniferen in pot en vollegrond Oppervlakte: 6 ha vollegrond, 1 ha containerveld, 0,5 ha groencentrum

Hoe bent u in het bedrijf terechtgekomen? „Toen ik van school kwam werkte ik eerst op een handelsbedrijf en daarnaast had ik m'n eigen kwekerij. Omdat die combinatie niet werkte, ben ik daarna bij Roestenburg gaan werken. Eigenaar Henk Roestenburg had geen opvolging en vroeg of ik bij hem in het bedrijf wilde komen. Na eerst vijf jaar compagnon te zijn geweest, ben ik nu vijf jaar alleen eigenaar.” Geven loont? „Dat is het motto van BNI. Dat is een marketingclub waar ik een paar jaar lid van ben geweest. Jaarrond kwamen we wekelijks met deelnemers uit verschillende beroepsgroepen bij elkaar. De bedoeling van de club is om elkaar bij je relaties aan te bevelen zodat je allemaal meer omzet gaat doen. Ik heb er veel van geleerd en het werkt ook zeker, maar ik kreeg het op een gegeven moment te druk waardoor ik te vaak verstek moest laten gaan.” Waar leert u nu van? „Met 20 andere groene bedrijven ben ik lid van Vrienden van de tuin wat sinds een tijdje Groen Specialist heet. Een paar keer per jaar komen we bij elkaar en bespreken dan actuele onderwerpen.” < De Boomkwekerij 10 (15 mei 2015)

Service-BKW15-10.indd 39

39

07-05-15 15:47


595781_.indd 40

7-5-2015 12:04:08


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.