6 september 2013
33
Barcham Trees kiest voor wit 22
Nieuwe EU-regelgeving in aantocht 12 Nieuwe machines in de strijd tegen onkruid 20 Fusiebedrijf Gasa Bøg koopt liever in Duitsland 36 Omslag-BKW13-33.indd 1
02-09-13 15:43
513526.indd 2
2-9-2013 9:30:09
Inhoud
Omslag: Arno Engels
14 Opleiding naar vier kernlocaties
Nieuws 4 Commentaar: Exportkampioen 4 Ingezonden brief: toeleverancier Ruud van Buggenum over positief denken
5 Column: Wat ook gratis kan 6 Poolse beurs trekt 50 minder exposanten
Bedrijf
11 Ondernemersvragen: Waar moet ik op letten als ik zaken doe met buitenlandse ondernemers?
12 Waarom er nieuwe EU-regelgeving in aantocht is
26 Service belangrijk bij Otto & sons
14 ’Terug naar vier kernlocaties voor boomkwekerijopleiding’ 16 WUR-spuithal maakt eerste stap naar objectief
Teelt & Gewas
onderzoek mogelijk
19 Teeltadvies: Voorkom overwinteraars 20 Onkruid zegt veel over de bodem 22 Witte zakken stimuleren een stabiele wortelstructuur 24 Sensoren maken optimaal beregenen mogelijk 26 Bij Otto & sons draait het vooral om service
34 Treeport prominent aanwezig
28 Zoet water ondergronds bewaren op zoutwater
Markt & Afzet
30 Juiste snoeimoment zorgt voor goed afgeharde Buxus 34 Treeport-leden zijn steeds nadrukkelijker op beurzen te zien 36 ’We verhandelen liever Duits sortiment dan Nederlands’ 38 Marktnieuws
Service
41 LTO Nederland Vakgroep Bomen en Vaste planten 43 Vaktaal en Agenda De onderstaande icoontjes bij de artikelen hebben de volgende betekenis en zijn te vinden op de website deboomkwekerij.nl:
colofon Redactie
Schipholweg 1, Postbus 9324, 2300 PH Leiden E-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl Website: deboomkwekerij.nl Hoofdredactie Wim du Mortier (071) 565 96 82 Vakredactie Arno Engels 565 96 86 Ketura Haveman 565 96 83 Ron Barendse 565 96 84 Bureauredactie Marrit Molenaar, Jenny Mostert, Carolyne de Vries Lentsch, Jolanda de Wekker Vormgeving Bert Hassing, John Jennissen Fotografie Gerdien de Nooy Directie Elbert van den Berg Secretariaat Linda Laman 565 96 78 Alice Hoogenboom
Exploitatie
BDUmedia, Afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld Uitgever: Wiljo Klein Wolterink MBA T (0342) 494 263 Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Advertentie-exploitatie Media adviseur: Gert-Jan Bloemendal T (0342) 49 48 07 E g.bloemendal@bdu.nl, Internet: bdu.nl Verkoopleider: Ron van de Hoef T (0342) 494 263 M 06 51 80 63 25 E r.v.d.hoef@bdu.nl Abonnementenservice Aanvraag (ook via website deboomkwekerij. nl) en wijziging abonnement naar BDUmedia, afdeling Vak- en Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld, T (0342) 494 844, F (0342) 494 299, E abonnementen@bdu.nl. Op werkdagen
Filmpjes –
Foto’s –
telefonisch bereikbaar van 8.30 – 14.00 uur. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. Opgave via deboomkwekerij.nl of bij de abonnementenservice. Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk twee maanden voor vervaldatum bij de abonnementenservice wordt opgezegd. Dit kan schriftelijk, telefonisch of per e-mail. Ook voor informatie over een lopend abonnement kan contact worden opgenomen met de abonnementenservice. Jaarabonnement: €236,65 (exclusief 6% btw). Studenten en scholieren krijgen 25% korting. Buitenlandse abonnees betalen een kleine toeslag.
Documenten en linken naar website
Druk BDUprint 25ste jaargang
ISSN-nummer: 0923-2443
De Boomkwekerij is een uitgave van de Stichting Vakinformatie Siergewassen en BDUmedia. Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Lezers worden met nadruk aangeraden deze informatie niet geïsoleerd te gebruiken, maar af te gaan op hun professionele kennis en ervaring en de te gebruiken informatie te controleren. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Algemene voorwaarden: op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Koninklijke BDU Uitgevers B.V. zijn van toepassing de voorwaarden, welke zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbanken en de KvK.
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
13-33Inhoudspagina-BKW.indd 3
3
02-09-13 15:52
Foto:
INGEZONDEN BRIEF
Toeleverancier Ruud van Buggenum roept op tot positief denken
Ogen gericht op een nieuw seizoen Directeur Ruud van Buggenum van toeleverancier Van Krimpen bv bezocht de boomkwekerijvakbeurs Plantarium. Hem viel op dat veel kwekers weinig optimistisch zijn over de handel. In de hiernaast staande ingezonden brief geeft hij zijn mening over de invloed van positief denken.
Ruud van Buggenum, Van Krimpen bv.
Net als voorgaande jaren heb ik dit jaar twee dagen Plantarium in Boskoop bezocht. Zoals elk jaar tref ik daar veel bekenden: zowel in de stands als in de wandelgangen. Omdat ik geen klant ben, vind ik dat je het fatsoen moet hebben om standhouders die druk zijn met klanten, rustig hun ding te laten doen. Die wil ik niet storen. Maar dit jaar bleek al snel dat menig standhouder zich aan mij vastklampte en begon te vertellen over de misère van het afgelopen voorjaar. Allerlei verklaringen hiervoor passeerden de revue. En velen waagden zich ook aan toekomstvoorspellingen over de najaarshandel - die volgens hen toch al jaren op zijn gat ligt - en het voorjaar van 2014. Al snel voelde ik de behoefte om tegengas te geven aan te veel negativiteit. Natuurlijk, het voorjaar 2013
COMMENTAAR
was niet best en de zomer die volgde, nodigde vooral uit voor een biertje op het terras, in plaats van om in de tuin te werken. Maar wat bleek uit de weersstatistieken? Hebben we iets dergelijks ooit eerder meegemaakt?
Wat is realiteit? Realiteit is dat het afgelopen voorjaar geen best seizoen was voor veel kwekers. Maar is het niet beter dit zo snel mogelijk af te sluiten? Want het zegt toch helemaal niets over het aanstaande najaar en voorjaar? Van de sceptici krijg je dan vaak antwoord ’je moet naar de realiteit kijken’ Maar wat is realiteit? Volgens mij heb je als mens altijd een keuze: of je blijft vasthouden aan de tegenslagen die je ervaart of je bedenkt dat het ook anders kan en creëert zo een andere werkelijkheid. Bedenk bijvoorbeeld
PEILING
Exportkampioen
Wim du Mortier Hoofdredacteur
4
In het eerste halfjaar van 2013 is de uitvoer van agrarische producten weer gegroeid. Met meer dan 7% maar liefst. In deze duistere economische tijden is dat naturlijk goed nieuws. De land- en tuinbouw levert een prestatie van formaat, daar waar anderen het kennelijk laten afweten: in totaal nam de Nederlandse uitvoer namelijk nog met 0,2% af. De cijfers laten zien dat boeren en tuinders een van de motoren van de Nederlandse economie zijn. Als u er niet was, dan had ons land een negatieve handelsbalans: dan importeerden we meer dan we verkochten. LTO Nederland vindt dat de cijfers nog eens aantonen dat de agrarische sector steun verdient. Het is de laatste tijd een van de stokpaardjes van voorzitter Albert Jan Maat. Zijn boodschap aan de overheid is dat de sectoren die geld verdienen - hij noemt ze exportkampioenen - met rust moeten worden gelaten. En dat de export alle steun verdient die hij kan krijgen. LTO heeft groot gelijk. De overheid moet oppassen om uit bezuinigingsdrift bijvoorbeeld sterk te gaan snijden in de landbouwvertegenwoordigingen in het buitenland. Die diplomaten verrichten goed werk voor exporteurs en agrarische ondernemers die naar afzet in het buitenland zoeken. Ook binnen de EU. De tijdsgeest leidt er toe dat ook binnen de Europese grenzen de export met hand en tand verdedigd zal moeten worden. Overal zie je ontwikkelingen dat consumenten kiezen voor lokaal geproduceerde spullen. ’Local for local’: het klinkt mooi en lijkt ingegeven door nobele motieven. Of is het gewoon een verkapte vorm van protectionisme?
Er moet een aanvoerquotum komen voor de veilingklok.
Eens 57%
Oneens 43%
De nieuwe peiling luidt:
Beplantingsplannen gemeenten eerst lokaal aanbesteden. Stem mee op deboomkwekerij.nl.
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Nieuws opinie BKW13-33.indd 4
02-09-13 16:02
Opinie COLUMN COEN DEKKERS
Wat ook gratis kan Nieuw! Een unieke cursus. Doe mee en verhoog direct uw steksteekresultaat! Vrijdag 6 september van 8.00 tot 12.15 uur organiseren wij een cursus steksteken. Let op! Deelname aan de cursus is geheel gratis! Wat houdt
dat dit najaar de handel goed gaat lopen, want veel mensen willen toch nog inhalen wat ze dit voorjaar niet hebben kunnen doen in de tuin. Of bedenk dat 2014 weer super wordt: gelukkig heeft onze handel nauwelijks last van de crisis. De kracht van het denken wordt naar mijn mening onderschat. Je kunt de effecten van het denken moeilijk aantonen, maar dat wil niet zeggen dat ze er niet zijn. Als ik iets niet weet maak ik het in mijn hoofd zo mooi mogelijk en laat de self fulfilling prophecy zijn werk doen. Kies zorgvuldig hoe je denkt, want misschien wordt het sneller werkelijkheid dan je denkt. Allen een uitmuntend seizoen gewenst.
deze cursus in: > Na een instructie van vijf minuten gaat u al zelf aan de slag, u oefent gedurende het eerste uur zelfstandig de volgende handelingen: Het van de kar pakken van een tray waarin 30 reeds met potgrond gevulde potjes zitten, het dippen van de stekken in een stekpoeder, het steken van 4 stekken per potje volgens het ’dobbelsteenmotief’ en daarnaast het afvoeren van een volle tray met 120 stekken. > Al in het tweede uur van de cursus gaat u de snelheid opvoeren. Ervaar de rust die u zal overkomen doordat u slechts gefocust bent op één ding: het zo snel mogelijk stekken van het reeds geprepareerde materiaal. Ook ideaal voor topsporters die hun oog-handcoördinatie willen verbeteren! Tijdens de werkzaamheden is er ruim voldoende tijd voor het stellen van vragen. Maar bedenk daarbij: u mag praten zoveel u wilt, als uw handjes maar blijven bewegen! Jazeker, allebei uw handjes dus! > Om 10.00 uur is er tijd voor een pauze van vijftien minuten. Is de cursusleider tevreden over uw vorderingen, dan is een kop koffie of thee van het huis. > Na de pauze brengt u het geleerde verder in de praktijk. Het doel van dit deel van de cursus is ’break the fifty’! Minimaal vijftig trays volstekken binnen de twee uur. Ongetwijfeld zal de cursusleider u aansporen met de woorden: ’Niet het vele is goed, maar het goede is veel’. En probeert u dan nog maar eens kwaliteit en kwantiteit te verenigen. Een ware uitdaging! > Om 12.15 uur is het tijd om op te ruimen en de cursus af te ronden. Als beloning krijgt u van de cursusleider een stevige handdruk en een welgemeend: ’Bedankt!’ Dus geen overbodige cursusmappen of certificaten waar toch niemand ooit nog naar vraagt en die, na jaren in uw kast te hebben gelegen,
De inhoud van geplaatste lezersbrieven valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie. Zonder opgaaf van redenen kunnen brieven worden geweigerd of ingekort.
alsnog bij het huisvuil gemikt worden. Treuzel niet langer en schrijf u in voor deze unieke kans. Op verzoek is de tekst van deze column ook in het Pools, Roemeens en Hongaars beschikbaar.
STELLING
Aangescherpte driftreductie verdient kleine teeltvrije zone Jan
Kloosterhuis,
Ad Kempen, F.N. Kempen
Paul Sneijers, Sneijers
bv, Mijdrecht:
Boomkwekerij bv, Beek en
„Ja, ik begrijp het wel. In het
Donk:
verre verleden pootten we de
„Natuurlijk verdient een
tegenwoor-
planten ook tegen de schoei-
betere driftreductie een klei-
dig onwerkbaar met al die
ing aan en liep je over de
nere teeltvrije zone. Voor de
onpraktische regelgeving en
kantplank naar het volgende bedje. Volgens
overheden gaat het er toch om dat er minder
onflexibele overheden. Als sector liggen wij
mij ging er toen ook wel wat spuitdrift de sloot
middel in de sloot terecht komt. Voor kwekers
altijd achter in onderhandelingen ten opzichte
in, want het waait altijd in het westen. Is er
is het van belang dat het gewas zo effectief en
van milieuorganisaties. Die zijn op veel punten
een nultolerantie, dan is 3 m ook nog niet vol-
efficiënt mogelijk wordt behandeld. Als beide
veel meer ter zake kundig omdat ze anders
doende, hoe goed de technieken nu ook zijn.
doelen gehaald kunnen worden door nieuwe,
niets te doen hebben en economisch niets te
Dus is een windkering wel duurder, maar dan
betere technieken zonder dat dit ten koste
verliezen hebben. Als sector zijn we veel te
kan je wel weer je laatste meter benutten.’’
gaat van teeltoppervlakte en grote, structurele
Boomkwekerij Kloosterhuis
Jan en
H. Zn,
Winschoten: „Het
wordt
lief en moeten ons concentreren op ons vak
investeringen, dan is de winst voor alle par-
om het hoofd boven water te houden. Wij zijn
tijen daar. Het zou te prijzen zijn als overhe-
als sector geen vervuilers en gaan niet roe-
den constructief en creatief met ondernemers
keloos om met gewasbeschermingsmiddelen.
om tafel zitten om samen naar oplossingen
Daar zijn ze te duur voor en we zoeken steeds
voor dit soort problemen te zoeken, voordat er
naar betere methoden. Maar de teelten wor-
regelgeving wordt gemaakt.’’
den langzamerhand niet meer rendabel. Als de overheid bijvoorbeeld met schaliegas grote inkomsten kan creëren, dan is het milieuprobleem minder belangrijk.’’ De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Nieuws opinie BKW13-33.indd 5
5
02-09-13 15:43
Foto's: Ketura Haveman, Gerdien de Nooij
Poolse beurs trekt 50 minder exposanten De Poolse beurs Zielen to Zycie (ook wel Green is Life genoemd) was dit jaar sterk afgeslankt. Er waren 250 deelnemers, terwijl er vorig jaar nog ruim 300 stonden. De beurs toont zich echter wel steeds meer als een echte vakbeurs.
Na jaren van groei telde de beurs Zielen to Zycie dit jaar voor het eerst minder deelnemers dan het voorgaande jaar. Het ging daarbij niet om enkele standhouders. Er waren 50 minder standhouders dan in 2012 waardoor de beurs in plaats van de gebruikelijke drie nu twee hallen telde.
In verhouding steeg het aantal groene deelnemers en bij de niet-groene deelnemers bleven vooral de toeleveranciers van boomkwekerij en aanleg en onderhoud over en verdwenen een aantal niet of minder vakgerelateerde standhouders. De beurs toonde daardoor, volgens de deelnemers, wel meer als een echte vakbeurs. Agnieszka Zukowska, directeur van de organiserende boomkwekerijpromotieorganisatie Agencja Promocji Zieleni: „De laatste jaren groeit het percentage vakbezoekers. We hopen dat deze ontwikkeling doorzet, nu ook het aantal vakgerichte standhouders groeit.” Vorig jaar lag het aantal vakbezoekers met 5.550 op 33% volgens de tellingen van de organisatie. De laatste jaren groeit dit percentage gestaag met enkele procenten per jaar. De afname van het aantal Nederlandse deelnemers was goed te verklaren. Tot vorig jaar organiseerde Plant Publicity Holland (PPH) altijd een gezamenlijke inzending voor Nederlandse kwekers. Dit jaar ontbrak de gezamenlijke Nederlandse
kort Zundert ontwikkelt inspiratieboek ruimtelijke ontwikkeling
'Uitdaging’ voor Treeport-leden deel duurzaamheidsscan
Voor ondernemers die op eigen grond landschappelijke kwaliteitsverbetering willen realiseren, ontwikkelen enkele Treeport-leden, samen met Ton van Beek Buitenruimte en Architectuur en de gemeente Zundert een inspiratieboek. In het boek worden ideeën aangedragen hoe kwekers kunnen omgaan met het landschappelijk beleid van gemeente en provincie wanneer zij hun bedrijf willen ontwikkelen.
Bij zestig Treeport-leden is de duurzaamheidsscan ’Groen is Leven’ afgenomen. Als het gaat om duurzaamheid en winstgevendheid, dan scoren de bedrijven net zo goed als kwekers in de rest van Nederland. Op het gebied van omgang met personeel liggen volgens Treeport bij haar leden nog uitdagingen. Binnen Treeport bekijkt een werkgroep wat er gedaan kan worden om op termijn op dit vlak ook beter te scoren.
Geen middelenheffing
Cateraar FloraHolland Rijnsburg failliet
Staatssecretaris Sharon Dijksma ziet geen brood in het invoeren van een heffing op bestrijdingsmiddelen. Dat schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer. Zo’n heffing zou erg hoog moeten zijn, wil het enig effect hebben. Om het middelengebruik met een kwart terug te dringen is een prijsverhoging van 50 tot 250% nodig. Zo’n heffing komt er dan ook niet.
6
Cateraar Van der Gugten Horeca is na 96 jaar gestopt met de catering van FloraHolland in Rijnsburg. Dat meldt FoodHolland. nl. De opkomst van internet heeft geleid tot minder klanten en minder omzet. Overleg met FloraHolland over een lagere pachtprijs voor het bedrijfsrestaurant bracht geen oplossing, waarop Van der Gugten zelf
het faillissement aanvroeg. FloraHolland verhuurt vanaf 2014 de ruimte aan een nieuwe exploitant.
Nieuwe middelen toegelaten De toelating van Karma is uitgebreid en mag nu ook worden toegepast in rozen als schimmelbestrijdingsmiddel. Na de herregistratie mag het schimmelbestrijdingsmiddel Signum op basis van boscalid en pyroclostrobin worden toegepast bij kruiden, vruchtbomen en vruchtboomonderstammen. De fungicide Switch met de werkzame stoffen fludioxonil en cyprodinil mag na de herregistratie woren gebruikt in boomkwekerijgewassen en in de vasteplantenteelt.
Ambrosia-waarschuwing De NVWA waarschuwt kwekers en particulieren voor de invasieve exoot Ambrosia. Het onkruid is dit jaar meer aanwezig door de
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Nieuwsbericht en kortnieuws BKW13-33.indd 6
02-09-13 15:52
Nieuws
n stand en veel van de standhouders die altijd bij PPH participeerden bleven afwezig in Warschau, waardoor het aantal Nederlandse deelnemers met ruim de helft verminderde.
sen van de beursdatum. Doorgaans is dat week 34, maar dit jaar week 35. Hierdoor viel de beurs gelijktijdig met IPM Moskou, een beurs waar ook veel boomkwekers staan. <
Kijk op deboomkwekerij.nl voor foto’s van de beurs
Concurrentie Maar niet de Nederlandse boomkwekerij liet het deels afweten. Het percentage Duitse en Italiaanse standhouders nam nog sterker af en Hongarije was helemaal niet meer vertegenwoordigd op de beurs. Zukowska: „Door de economische crisis staan boomkwekers onder druk, waardoor ze onder andere proberen te besparen door deelname aan het aantal beurzen te beperken.” Enkele boomkwekers bevestigen dat ook het gebrek aan nieuwe klanten reden is om de beurs over te slaan. Anita Piatkowski van Szkólka Drzew i Krzewów Karol J. Piatkowski: „Wij staan al jaren op Zielen to Zycie in Warschau en Gardenia in Poznan waar we vooral contacten onderhouden met onze bestaande klanten. We hebben daarom ervoor gekozen om dit jaar Warschau over te slaan en volgend jaar is het andersom dan laten we Poznan liggen en kiezen we voor Warschau als beurs.” Een andere reden is mogelijk het aanpas-
Rosa ’Anisade’ beste noviteit Zielen to Zycie De gele tuinroos Rosa ’Anisade’ van Szkólka Krzewów Ozdobnych Bogdan Hajdrowski is uitgeroepen tot de beste noviteit van Zielen to Zycie. De bloemen kleuren van diep haast oranjegeel naar lichtgeel tijdens de bloei. De plant bloeit van juli tot en met oktober en is goed winterhard. Er waren minder noviteiten dan andere jaren. Er was slechts één vaste plant. De noviteiten werden gevormd door heesters, coniferen, klimplanten en rozen. In totaal werd er 1 gouden, 1 zilveren, 3 bronzen medailes uitgedeeld en waren er 5 eervolle vermeldingen. Het koste de jury dit jaar veel moeite om een winnaar aan te wijzen. Aan de kwaliteit lag het niet, want die was volgens de jury over het algemeen erg goed. Tussen de inzenders waren echter geen grote of opvallende vernieuwingen, waardoor het aanwijzen van een winnaar lastig was.
warme zomer. Het onkruid gaat rond deze periode bloeien en zorgt bij veel mensen voor hooikoorts. De plant kan het best worden bestreden vóór de zaadzetting.
Record buitenlandse bezoekers Plantarium 2013 heeft een recordaantal buitenlandse bezoekers getrokken. Dat meldt de beursorganisatie. Het totaal aantal bezoekers nam daarentegen af. Zo’n 16.600 personen kwamen kijken op de beurs, 700 minder dan vorig jaar. De buitenlanders komen uit alle windstreken. De beursorganisatie noteerde 48 verschillende landen.
Agrarische export groeit De export van agrarische producten is in het eerste halfjaar van 2013 met ruim 7% gegroeid. In totaal nam de Nederlandse export af met 0,2%. Het belang van boeren en tuinders voor de handelsbalans neemt dus toe.
Ondergrondse wateropslag in trek Verschillende fruittelers gaan bekijken of hun ondergrond ook geschikt is voor wateropslag volgens het nieuwe systeem Freshmaker. Dat meldt Fruitteelt. Zeventien belangstellende kwekers woonden onlangs een informatieavond bij over het systeem. Uitleg over de wateropslag leest u op pagina 28.
Meedoen bij lokale aanbesteding
Boetes voor asbest verwijderen
Kwekers moeten kunnen inschrijven op beplantingsprojecten in hun regio. Dat zegt boomkwekerijvoorman Peter Bontekoe in een interview over het Laanbomenpact. Hij verwijst naar B(l)oeiend Boskoop als voorbeeld voor andere gemeenten. Alle kwekers uit het district Boskoop mochten vorig jaar meedingen naar levering aan dit aanbestedingsproject.
Een speciaal team van de Inspectie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid spoort actief het incorrect weghalen van asbest op. De eerste boetes zijn uitgedeeld, nog buiten de agrarische sector. Intussen spoort LTO Nederland kwekers aan asbest te verruilen voor zonnepanelen. Verzekeraar Achmea steunt LTO financieel bij deze campagne. De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Nieuwsbericht en kortnieuws BKW13-33.indd 7
7
02-09-13 15:52
513527.indd 8
2-9-2013 9:28:19
513528.indd 9
2-9-2013 9:28:44
513529.indd 10
2-9-2013 9:27:44
Ondernemersvragen
Illustratie: Studio Moor
Waar moet ik op letten als ik zaken doe met buitenlandse ondernemers? Mijn agrarisch bedrijf valt onder de landbouwregeling voor de btw en doet zaken met Belgische afnemers en leveranciers. Hoe gaat dat voor de btw? Kortom, waar moet ik op letten als ik zaken doe met ondernemers uit andere EU-landen?
Thijs Bijlaard Van Oers Agro T.Bijlaard@vanoers.nl
Stuur uw vragen of suggesties naar Postbus 9324, 2300 PH Leiden. U kunt ook bellen of mailen met (071) 565 96 82, boomkwekerij@hortipoint.nl
Bij levering van goederen naar een ander EU-land
Bij inkoop van goederen uit een ander EU-land
U moet eerst vaststellen of de klant een particulier is, belaste ondernemer of ondernemer die de landbouwregeling toepast. - De klant past landbouwregeling toe De landbouwregeling is gewoon van toepassing, zodat u geen btw hoeft af te dragen. Als uw klant voor meer dan €10.000 (excl. btw) per jaar aan goederen uit andere EU-landen inkoopt, moet hij in zijn eigen land btw betalen. Dit moet u dus bij uw klant navragen. Met een door u uit te reiken landbouwverklaring kan hij dan 5,4% van het factuurbedrag terugvragen bij de Nederlandse belastingdienst. - De klant is particulier Ook voor verkopen aan particuliere klanten geldt de landbouwregeling. Let wel: onder bepaalde omstandigheden kan de regeling voor afstandsverkopen van toepassing zijn. - De klant is belaste ondernemer In deze situatie is de landbouwregeling eveneens van toepassing. Als u uw klant een landbouwverklaring verstrekt, kan hij 5,4% van het factuurbedrag terugvragen van de Nederlandse belastingdienst.
Indien u goederen inkoopt van een Belgische leverancier, moet u nagaan of u in dit jaar of in het afgelopen jaar voor meer dan €10.000 aan inkopen uit andere EU-landen heeft gedaan. Als u deze drempel heeft overschreden, moet u in Nederland btw-aangifte doen en betalen over de aankoop. Om te voorkomen dat de Belgische leverancier ook Belgische btw aan u berekent, moet u uw Nederlandse btw-nummer aan hem verstrekken. Als u de drempel van €10.000 in dit en in het afgelopen jaar niet overschrijdt, hoeft u uw btw-nummer niet te verstrekken aan de Belgische leverancier. Hij zal in dit geval Belgische btw aan u berekenen.
Diensten verricht voor ondernemer in ander EU-land Als hoofdregel geldt dat diensten voor de btw-heffing daar plaatsvinden waar de afnemer is gevestigd. Er zijn uitzonderingen op deze regel. Zo worden diensten met betrekking tot een onroerende zaak belast waar die onroerende zaak is gelegen.
Diensten aan Belgische afnemers zijn dus veelal in België belast. De Nederlandse landbouwregeling geldt dan niet op deze diensten. Als uw dienst onder de hoofdregel valt, moet u factureren met ’btw verlegd’ met het btw-nummer van de Belgische afnemer op de factuur. Deze omzet moet u aangeven in uw btw-aangifte en opnemen in uw Opgaaf ICP.
Bij inkoop diensten van ondernemer in ander EU-land Voor de meeste diensten geldt dat deze belast zijn in Nederland. De buitenlandse dienstverlener zal u dan geen buitenlandse btw in rekening brengen. U moet in Nederland btwaangifte doen voor deze ingekochte diensten. Hierbij dient u Nederlandse btw te betalen.
Conclusie Als u onder de landbouwregeling valt, is het niet altijd eenvoudig om de btw-gevolgen van internationale transacties te bepalen. Raadpleeg bij twijfel uw adviseur. <
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Ondernemersvragen-BKW13-33.indd 11
11
29-08-13 13:21
Tekst: Arno Engels Illustratie: John Jennissen
Waarom er nieuwe EU-regelgeving in Over enkele jaren zullen alle huidige EU-richtlijnen voor planten en dieren zijn samengevoegd tot slechts enkele EU-verordeningen. Wat dit gaat betekenen voor de teelt en handel, is nog niet geheel duidelijk. De filosofie achter de nieuwe EU-regelgeving is wel helder. John van Ruiten, directeur van Naktuinbouw, legt het uit.
John van Ruiten, directeur van Naktuinbouw
Het traject naar nieuwe EU-regelgeving loopt meerdere jaren. Achter de schermen in Brussel is de laatste jaren gewerkt aan voorstellen voor die regelgeving. In mei zijn die voorstellen gepubliceerd, waarna de politieke discussie erover is begonnen. Voordat alle EU-lidstaten het met elkaar eens zijn, details zijn uitgewerkt en de regelgeving gaat gelden, zal het waarschijnlijk 2018 zijn. Met de regelgeving streeft de Europese Commissie naar ’Gezondere dieren en planten en een veiligere voedselketen’. Dit gaat de hele land- en tuinbouw aan, legt John van Ruiten, directeur van Naktuinbouw, uit. Ook de boomkwekerij, al zijn de meeste bedrijven in die sector (behalve vruchtboomkwekerijen) niet bezig met voedsel. „Ze hebben wel te maken met plantgezondheid, milieu, biodiversiteit enzovoort.” De regelgeving zal bestaan uit vijf verordeningen. Twee zullen niet of weinig relevant zijn voor individuele boomkwekerijbedrijven: de verordening Diergezondheid en de verordening Uitgavenbeheer (geld dat Brussel beschikbaar stelt aan lidstaten). Het gaat de boomkwekerij om de drie verordeningen: Teeltmateriaal, Plantgezondheid en Controle.
Verordening Teeltmateriaal De verordening Teeltmateriaal zal de huidige twaalf EU-richtlijnen voor de land- en tuinbouw vervangen. Hiervan zijn er nu drie van toepassing op de boomkwekerij: de EU-richtlijn voor Bosbouwkundig teeltmateriaal, de richtlijn voor Siergewassen en de richtlijn voor Fruitgewassen. Dat pakket aan richtlijnen is van
12
kracht sinds 1966. Ze zijn wel eens vernieuwd, zoals de bosbouwrichtlijn in 1999. „Maar het is nog steeds een lappendeken van regels die allemaal anders in elkaar zitten”, aldus Van Ruiten. „En sinds 1966 is de teeltpraktijk nogal veranderd.” Twee achtergrondredenen dus voor de nieuwe verordening. „Alle huidige richtlijnen worden geharmoniseerd tot één samenhangend pakket.”
Verordening Plantgezondheid De EU-regelgeving op het gebied van plantgezondheid is vrijwel onveranderd sinds de invoering in 1992. In de afgelopen jaren kampte de EU echter met zulke grote fytosanitaire problemen, dat nieuwe regelgeving noodzaak is geworden. Voorbeelden van die problemen zijn de insleep van boktorren uit Azië en het dennenhoutaaltje, dat in Portugese bossen veel schade aanricht. De huidige regelgeving kon die problemen niet voorkomen, werd in Brussel geconstateerd. „Onze grenzen zijn kennelijk onvoldoende beschermd, en het lukt ons in de EU niet om snel en effectief maatregelen te nemen tegen een nieuw fytosanitair probleem”, licht Van Ruiten toe. „We moeten als EU dus beter onze grenzen bewaken.” Mede daarom komt er dus de verordening Plantgezondheid. Deze zal niet alleen over quarantaineorganismen zoals de Oost-Aziatische boktor gaan (en vervangt zodoende de huidige EU-Fytorichtlijn), maar ook over kwaliteitsziekten zoals essentaksterfte, Verticillium, enzovoort. Alle gewassen worden dan ook paspoortplichtig.
Bepaalde huidige q-organismen worden misschien wel kwaliteitsziekten, als ze al zodanig verspreid in de EU voorkomen dat uitroeiing geen optie meer is. De EU gaat zeker vaststellen welke q-organismen de hoogste prioriteit behoeven bij de importcontroles. „De zogeheten super-q’s”, zegt Van Ruiten. „Daar vallen de boktorren uit Azië onder.” Volgens Van Ruiten kan je stellen dat bijvoorbeeld Amerikaanse importregels strenger zijn dan EU-importregels. De oorzaak van dat verschil ligt in de geschiedenis. „Europa is van oudsher een redelijk open continent, met handelsroutes naar alle delen van de wereld. Via allerlei zee- en luchthavens kan er van alles binnenkomen.” Europa wordt ook wel de oude wereld genoemd, terwijl de Amerikanen, maar ook bijvoorbeeld de Australiërs, hun land in de nieuwe wereld hebben opgebouwd. „Sindsdien zitten ze bovenop alles wat aan hun grenzen staat’’, aldus Van Ruiten.
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
EU regels.indd 12
29-08-13 13:25
Verordeningen
ng in aantocht is is al waarheid gebleken, zegt Van Ruiten. „De laatste twintig jaar is de mondiale concurrentiepositie van de zaaizaad- en plantmateriaalsector sterker geworden door intensiever beleid in de EU. Brussel vindt dus dat we daarmee moeten doorgaan.”
Discussie over controlekosten
Klimaatverandering is geen achtergrondreden voor de verordening Plantgezondheid. Brussel ziet wel dat klimaatverandering effect kan hebben op de land- en tuinbouw. Door klimaatverandering kan een ziekte van buiten de EU zich bijvoorbeeld beter in de EU vestigen en verspreiden. Klimaatverandering kan ook mede bepalen welke rassen geschikt zijn voor gebruik in de EU.
Verordening Controle Binnen de EU gelden nu dezelfde regels op het gebied van teeltmateriaal en plantgezondheid, maar in Brussel is geconstateerd dat lidstaten de controles op verschillende manieren uitvoeren. „Heel verschillend”, weet Van Ruiten. „En de kosten van die controles kunnen ongelooflijk variëren: de ene lidstaat maakt bijvoorbeeld veel meer kosten dan de andere, of bedrijven moeten in een lidstaat meer betalen dan ergens anders. Die verschillen knellen in de
EU, met name bij het bedrijfsleven.” Daarom komt er een aparte controleverordening. Brussel vindt dat alle betrokken bedrijven in de EU recht hebben op een gelijk speelveld. „Alleen dan kan de interne EU-markt goed functioneren.” Brussel streeft bovendien naar een risicogebaseerde controle die uitgaat van eigen verantwoordelijkheid van ondernemers. „Als je aantoonbaar maakt welke kwaliteit teeltmateriaal je gebruikt, welke risico’s je bedrijf loopt en hoe je die beheerst, dan kan je de controles vanuit de EU terugbrengen tot een minimum. Doe je dat niet goed, dan krijgt een bedrijf met extra toezicht te maken.” Met de nieuwe verordeningen wil Brussel niet alleen beter beschermde grenzen en een gelijk speelveld. Bedrijven in de EU moeten er ook hun concurrentiepositie op de wereldmarkt mee versterken. Nieuwe regels lijken op het eerste gezicht eerder nadelig dan voordelig te zijn voor die bedrijven, maar het tegendeel
De politieke discussie over de voorgestelde verordeningen is dus net op gang gekomen. Iedere lidstaat zal zich immers afvragen of de nieuwe EU-regelgeving goed of minder goed zal zijn voor het eigen land, het bedrijfsleven en de handelspositie. Volgens Van Ruiten zullen alle lidstaten begrijpen dat er meer regelgeving op EU-niveau moet komen, ten bate van een goed functionerende interne EU-markt en ter bescherming van bedreigingen van buiten de EU-zone. „De Nederlandse land- en tuinbouw heeft duidelijk ingestemd met meer invloed vanuit Brussel. Dan ontkom je niet aan geharmoniseerde regelgeving.” Over één voorstel is al veel discussie binnen de EU, zegt Van Ruiten. De Europese Commissie heeft voorgesteld om kleine bedrijven vrij te stellen van controlekosten – en daarmee hun administratieve en financiële lasten te verlichten. Een klein bedrijf is volgens de EU-definitie een bedrijf met minder dan 10 fte personeel en minder dan €2 miljoen omzet. Nederland is tegen dit voorstel. De belangrijkste reden hiervan is volgens Van Ruiten dat de vrijstelling het bedrijfsleven een verkeerde prikkel kan geven op het nemen van eigen verantwoordelijkheid, omdat ze kunnen denken ’controles zijn toch gratis’. Bedrijven kunnen strategisch gedrag vertonen om toch onder de vrijstelling te vallen, bijvoorbeeld door op te splitsen in bv’s. Van Ruiten: „En als kleine bedrijven geen controles hoeven te betalen, gaat dit de staatskas veel geld kosten. Daar is ons kabinet geen voorstander van.” < De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
EU regels.indd 13
13
29-08-13 13:25
Tekst: Ron Barendse Foto: Johan Schoenmakers
’Terug naar vier kernlocaties voor bo om „De situatie in het middelbaar beroepsonderwijs voor de land- en tuinbouwsector is zorgelijk en dat geldt zeker ook voor boomkwekerijopleidingen.” Dat zegt Jan van Leeuwen, voorzitter van de Werkgeverscommissie Onderwijs van LTO Nederland, naar aanleiding van het LTO-rapport over ontwikkelingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. In het rapport ’Focus op innovatief ondernemerschap’ (zie kader) pleit LTO Nederland voor meer samenwerking tussen Agrarische Opleidings Centra (AOC’s) en voor meer transparantie over de inhoud en kwaliteit van opleidingen. Vooral de teruglopende leerlingenaantallen zorgen ervoor dat het in de nabije toekomst anders moet. Voor Jan van Leeuwen, voorzitter van de Werkgeverscommissie Onderwijs van LTO Nederland, is het probleem waar kleine onderwijssectoren, zoals de boomkwekerij, mee kampen niet nieuw. „De situatie is zorgelijk, maar eigenlijk kan ik me niet anders herinneren dan dat dat al zo is zolang ik in de boomkwekerij meeloop. Maar toch zijn we nu echt in een nieuwe fase beland.” In het LTO-rapport staat dat de teruglopende leerlingenaantallen het onmogelijk maken om nog op elke AOC een kleine vakopleiding
aan te bieden. Voor de boomkwekerij betekent dit volgens Van Leeuwen dat het onderwijs toe moet naar zo’n vier kernlocaties in plaats van de huidige acht. Op deze kernlocaties moet de boomkwekerijkennis op peil worden gehouden en vervolgens gedeeld met andere locaties. „Leerlingen die kiezen voor een boomkwekerijopleiding, krijgen nu soms maar weinig specifieke boomkwekerijvakken. Omdat scholen hun opleidingen combineren en verbreden, komt het voor dat leerlingen die kiezen voor de boomkwekerij nu soms meer leren over andere sectoren dan over de boomkwekerij. Vorig jaar heeft er zelfs een groep leerlingen die boomkwekerijonderwijs volgde hierover bij LTO Nederland aan de bel getrokken. Zij vonden dat de boomkwekerijvakken ondersneeuwden bij vakken voor de glastuinbouw.” Volgens het LTO-rapport is er meer samenwerking nodig tussen de
Mening
LTO Nederland pleit voor meer samenwerking tussen scholen In juli kwam het rapport ’Focus op innovatief ondernemenschap’ uit. In het rapport beschijft LTO Nederland haar visie op een aantal ontwikkelingen in het onderwijs en de arbeidsmarkt. Een van de ontwikkelingen is dat het aantal leerlingen dat zich aanmeldt bij de agrarische opleidingscentra (AOC’s) terugloopt. Hierdoor is het voor de kleinere sectoren - zoals bijvoorbeeld de boomkwekerij - onmogelijk om op elke AOC een opleiding aan te bieden. Indien er weinig leerlingen zijn, lossen scholen dit op door opleidingen te combineren en te verbreden. Dit komt volgens het rapport niet overeen met de verwachtingen van leerlingen en bedrijven, die juist een vakgerichte opleiding wensen. LTO Nederland pleit in het rapport voor meer samenwerking tussen scholen en meer transparantie over de inhoud en kwaliteit van opleidingen. Hierdoor kunnen teleurstellingen bij leerlingen en bedrijven worden voorkomen. Door vergrijzing van werknemers en schaalvergroting van bedrijven is er meer vraag dan aanbod naar leerlingen met een middelbare agrarische opleiding. Het aantal leerlingen dat wordt opgeleid voor de land- en tuinbouw, is daarentegen gedaald van 9.000 in 1985 naar 3.000 op dit moment. Krachtenbundeling in het onderwijs is volgens het rapport een voorwaarde voor voldoende en goed opgeleide medewerkers in de toekomst.
14
verschillende AOC’s om dit probleem op te lossen. Volgens docent Henk Mantje van AOC Terra Meppel is het probleem hierbij vooral dat alle AOC’s autonoom zijn en hun eigen lespakket mogen samenstellen. In het verleden is het volgens hem nooit gelukt om kennis te concentreren.
Kans groter dan ooit Mantje zegt het al twintig jaar te hopen, maar door de steeds verdere versnippering van het boomkwekerijonderwijs is de kans nu groter dan ooit dat dit inderdaad gebeurt. Hij geeft als voorbeeld een leerling van AOC Terra die vorig jaar als enige in Assen de hoveniersopleiding volgde. De kennis voor deze opleiding kwam via een docent van de AOC Terra vestiging in Meppel. Dit schooljaar is er ook een leerling die op dezelfde manier boomkwekerijonderwijs gaat
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
MBO Boomkwekerij.indd 14
29-08-13 13:23
Onderwijs
bo omkwekerijopleiding’ Toch ziet Mantje in de samenwerking tussen de AOC’s een mogelijkheid om aan kleinere studierichtingen - zoals boomkwekerij - een betere invulling te geven. Wat daarbij ook een rol speelt, is dat het aantal uren specifiek boomkwekerijonderwijs beperkt is; namelijk zo’n drie uur per week. Volgens scholingsconsulent Piet Verhoeven klopt het dat het grootste aantal uren uit algemene vakken als taal en rekenen bestaat en daarnaast uit vakken die voor verschillende groene opleidingen hetzelfde zijn zoals bodemkunde en techniek. „Bij een vakgerichte middelbare beroepsopleiding bedraagt het aantal vakgerichte uren zo’n 15% van het totaal. En dit percentage is nog inclusief de stage-uren. Eigenlijk is dat best weinig.”
Adviescommissie Een dag in de week volgen de leerlingen van de opleidingen De Groene Campus uit Helmond en van Citaverde uit Horst een gezamenlijk programma. Deze keer is dat op de boomkwekerij van Geert Baltussen in Wanroij waar ze van teeltmanager Koen Linders uitleg krijgen.
volgen. „De leerling blijft in Assen en krijgt daar les van een ’groene’ docent zonder specifieke boomkwekerijkennis. De benodigde lesstof voor de boomkwekerijvakken krijgt hij digitaal aangeleverd vanuit de vestiging in Meppel maar de docent in Assen begeleidt de leerling wel in het maken van de opdrachten. Op deze manier werkten het afgelopen schooljaar al twee AOC’s in het noorden van het land samen - AOC Oost in Twello en AOC De Groene Welle in Zwolle en dit schooljaar voegt ook AOC Terra in Meppel zich daarbij. Mantje: „Theorie kan prima digitaal worden uitgewisseld en wat dat betreft past het ’afstandsleren’ ook wel bij deze tijd.” Naast de theorie is de praktijk belangrijk. Daarom organiseren de samenwerkende scholen gezamenlijke praktijkdagen, zoals bijvoorbeeld een boomteeltdag. Leerlingen die boomkwekerijonderwijs volgen op
de verschillende vestigingen, komen op deze dag samen. Dit kan op een centraal gelegen boomkwekerij zijn waar bijvoorbeeld ook een adviseur van DLV of Cultus bij betrokken is. „Door op deze manier als opleidingen samen te werken, kunnen we de leerlingen toch goed praktijkonderwijs geven”, zegt Mantje.
Niet meer als vroeger Maar de situatie is volgens Mantje niet meer te vergelijken met vroeger. „Toen gaf ik les aan een klas met twintig of zelfs dertig leerlingen die allemaal voor de richting boomkwekerij kozen. Het werken met een grote groep leerlingen die dezelfde interesse hebben, werkt motiverend. Er is sprake van kennisconcentratie en zo’n groep versterkt elkaar. De versnippering die nu optreedt, maakt het lesgeven toch minder leuk”.
Wat Verhoeven in de toekomst graag zou zien, is dat er per kernlocatie - als het daarvan komt - een adviescommissie wordt ingesteld. Hierin zit een docent en een aantal vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Deze commissies moeten inhoudelijk invulling geven aan het boomkwekerijonderwijs en toezien op de kwaliteit er van. Eén persoon uit een van deze commissies moet vervolgens het boomkwekerijonderwijs vertegenwoordigen in de Landelijke Onderwijscommissie. LTO Nederland hamert er in haar rapport op dat het bedrijfsleven moet zorgen voor voldoende betrokkenheid bij het tot stand komen van het lespakket. Maar over betrokkenheid van boomkwekers hebben de betrokkenen geen klagen. Integendeel. Van Leeuwen noemt de betrokkenheid van het bedrijfsleven groot en geeft het aanbod van stagebedrijven als voorbeeld. „Het aantal stageplaatsen in de boomkwekerij overstijgt het aantal leerlingen dat een stageplaats zoekt. Het werken met stagiaires zit boomkwekers in de genen.” < De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
MBO Boomkwekerij.indd 15
15
29-08-13 13:23
Tekst: Ketura Haveman Foto: WUR-PRI
WUR-spuithal maakt eerste stap na Er wordt in Nederland veel onderzoek gedaan naar spuittechniek en driftarme doppen. Hoe gebeurt dergelijk onderzoek en hoe kunnen instellingen objectieve uitkomsten garanderen?
Met regelmaat verschijnen er artikelen naar aanleiding van onderzoek naar nieuwe spuittechnieken. In die artikelen en rapporten worden altijd resultaten weergegeven over de driftbeperking of de effectiviteit. Maar hoe komt een onderzoeksinstelling tot deze resultaten? Achterop de campus van Wageningen UR staat een onopvallende loods. En hoewel de buitenkant het niet doet vermoeden, staan er binnen enkele hoogstaande technische apparaten voor onderzoek naar spuitmachines en doppen. In deze ruimte worden alle spuitdoppen en nieuwe technieken getest en gefinetuned voor een optimaal spuitresultaat. „In de spuithal kunnen we nieuwe technieken ontwikkelen en testen. De hal dient voor fundamenteel onderzoek en het optimaliseren van instellingen”, vertelt Jan van de Zande, verantwoordelijk voor onderzoek naar spuittechniek bij Plant Research International (WUR-PRI). In de hal is het mogelijk om onder geconditioneerde omstandigheden spuittechnieken uit te testen, waarbij het zichtbaar wordt hoeveel drift er is, hoeveel vloeistof er wordt gespoten en waar deze terecht komt. Ook is het mogelijk om verschillende technieken onder dezelfde omstandigheden te testen voor vergelijking. „Je kan je voorstellen dat buiten factoren als wind, regen en zon een grote rol kunnen spelen bij het resultaat van een bespuiting. Om een nieuwe techniek objectief te kunnen beoordelen is het belangrijk dat je deze factoren uit kan schakelen. Maar in het land heb je ook te maken met hobbels en kuilen. Dit kan veel invloed hebben als je het spuitpa-
16
troon van een machine wil beoordelen. Een spuithal zorgt dat dergelijke factoren geen rol spelen.”
De basis De hal bestaat uit drie hoofdruimtes: een ruimte waar spuitmachines kunnen worden getest, een geconditioneerde ruimte waar spuitdoppen op drift worden beoordeeld en een ruimte waar alle meetresultaten uit de spuitruimte en ook uit het veld geanalyseerd kunnen worden. In de spuitruimte kunnen ze met behulp van een voortbewegende robotarm de gewenste techniek onderzoeken, ongeacht of het om neerwaartse, zijwaartse of opwaartse bespuitingen gaat. Op de robotarm kunnen ze luchtondersteuning testen, doppencombinaties uitproberen maar ook sensortechniek onder de loep houden. „Afgelopen jaren hebben we hier bijvoorbeeld ook de spuiten met sensortechniek, zoals die op de Weed-it en SensiSpray wordt toegepast, getest.” Om de sensortechniek te testen zijn er in de hal planten in potten geplaatst. „Bij een nieuwe techniek moet je eerst gaan kijken hoe het werkt, en wat nodig is voor een goede werking. Bijvoorbeeld bij de sensortechniek moet je eerst kijken hoe de sensor functioneert, hoeveel sensoren er nodig zijn en hoe de sensoren de spuitdoppen goed kunnen aansturen. Als een sensor groen ziet oftewel onkruid, dan is het belangrijk dat hij ook daadwerkelijk dat groen bespuit en niet 2 m eerder of later. Het basisonderzoek en ook het afstellen van de machine doen we in de spuithal. Daarna is het tijd om de
machine in de praktijk te testen”, legt Van de Zande uit.
Veldonderzoek Als een machine of techniek binnen getest en afgesteld is, wordt het tijd om de machine buiten onder de loep te nemen. De testen gebeuren niet met een spuitvloeistof met gewasbeschermingsmiddelen, maar met water waaraan een fluorescentiemiddel is toegevoegd. Het fluorescentiemiddel maakt het voor de onderzoekers mogelijk om te zien waar de spuitvloeistof terecht komt. Op een proefveld worden collectoren uitgezet. Deze collectoren nemen die fluoriserende stof op. De collectoren worden niet alleen op het veld maar ook in de lucht, boven de sloot of op een naastgelegen perceel geplaatst. Hein Stallinga, onderzoeker spuittechniek bij WUR-PRI: „We wil-
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
spuithal.indd 16
29-08-13 13:24
Gewasbescherming
ap naar objectief onderzoek mogelijk delijk voor zorgen dat een middel toelating krijgt in laanbomen.”
Druppelgrootte
In de spuithal van Wageningen UR wordt een spuittechniek meetbaar. Je kan bekijken hoeveel vloeistof er wordt verspoten, hoe driftgevoelig een methode is en waar de vloeistof terechtkomt.
len weten wat er op het land terecht komt, maar bij nieuwe technieken wil je ook weten wat de drift is. Door collectoren tot op 10 m hoogte te plaatsen, boven een sloot te hangen en op verschillende afstanden van het te bespuiten perceel, kan je inzichtelijk maken of er drift is en wat het bereik van de drift is.” Het plaatsen van de collectoren gebeurt volgens een protocol. „De resultaten moeten natuurlijk een goed beeld geven. Door de collectoren op vaste plaatsen te zetten, worden meetgegevens ook vergelijkbaar.” De filters uit de collectoren moeten vervolgens binnen een half uur weer worden verzameld. „Het nadeel van de fluorescerende stof is dat UV-straling de werking vermindert. Als er te veel tijd zit tussen de bespuiting en het verzamelen van de collectoren, worden de meetgegevens onnauwkeuriger”, aldus Stallinga.
In het laboratorium, één van de ruimtes in de loods, worden de filters vervolgens onderzocht op de hoeveelheid opgenomen vloeistof. „Tijdens een veldonderzoek verwerken we 10-20.000 monsters. Je kan je voorstellen dat zo'n hoeveelheid monsters een behoorlijke klus is”, vertelt Stallinga. „De collectoren maken inzichtelijk wat er gebeurt, hoeveel drift een spuitmethode geeft. Je kan zien of een middel vervliegt of juist makkelijk in de sloot terecht komt.” PRI heeft door veldonderzoek ook aan kunnen tonen dat kantdoppen zorgen voor minder vervuiling van het oppervlaktewater. „Voorheen werd als standaard de akkerbouwmethode van bespuiting gebruikt. Bij het gebruik van kappen in de onkruidbestrijding van bijvoorbeeld laanbomen, krijg je hele andere driftcijfers. Dit soort cijfers kunnen er uitein-
De derde ruimte in de loods is bedoeld voor onderzoek van spuitdoppen. De ruimte is geheel geconditioneerd. Zowel temperatuur als RV kunnen worden geregeld. „Beide spelen een rol bij het maken van de druppelgrootte en de verdeling van de druppels.” Veel nieuwe spuitdoppen worden in deze ruimte getest en geclassificeerd, alvorens de Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) ze op haar lijst van toegestane spuitdoppen plaatst. In de ruimte kan worden bepaald wat de druppelsnelheid en de druppelgrootte is, gecombineerd met de spuitdruk. Dit kunnen de onderzoekers vertalen naar drift. Bij iedere nieuwe spuitdop die wordt onderzocht, wordt ook een referentiedop getest. „Zelfs onder geconditioneerde omstandigheden zien we per keer toch nog variatie”, aldus Stallinga. Door ook de referentiedop te testen, kunnen de onderzoekers de resultaten beter vertalen. Van de Zande: „In opdracht van de NBvB, LTO en Productschap Tuinbouw hebben we de Dopclassificatie voor onkruidbestrijding in de boomkwekerij ontwikkeld. Inmiddels is er ook een doppenclassificatie gemaakt voor de fruitteelt. Afgelopen jaar bleek tijdens een congres voor spuittechniekonderzoekers dat Nederland hiermee uniek is.” Komende jaren wil WUR-PRI internationaal meer gaan samenwerken met dergelijk fundamenteel onderzoek en het opzetten van classificatiesystemen. „Samen kun je meer testen en kan je de resultaten beter vertalen. Bovendien zorgt het voor een eerlijkere concurrentie, want dan gebruiken we allemaal dezelfde meetgegevens.” <
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
spuithal.indd 17
17
29-08-13 13:24
513530.indd 18
2-9-2013 9:30:43
Teeltadvies
Foto: Koppert
Voorkom overwinteraars Het groeiseizoen is nog niet afgelopen en gewasbescherming moet nog aandacht behouden. Blijf alert in het voorkomen van plagen of schimmels en geef ze niet de kans om te overwinteren en volgend jaar het gewas te belagen.
Margareth van der Horst Plant Care Education margareth@casema.nl
Taxuskevers zijn nog actief in september en leggen eitjes die in het najaar zullen uitkomen. Als de bladeren vreterij vertonen, bestrijd de kevers dan met Steward 17g/100 l water. Dit middel mag maximaal vier keer per jaar worden toegepast in de buitenteelten. U kunt afwisselen met Calypso 25 ml/100 l water. Lees voor gebruik de beperkingen op het etiket. Controleer bij waardplanten van de larven van taxuskever de kluit op aanwezigheid van larven of vreterij
aan de wortelhals en zet aaltjes in. Er zijn drie verschillende insectparasitaire aaltjes in de handel namelijk: Heterorhabditis bacteriophora, Heterorhabditis megidis en Steinernema kraussei. Uit proeven is gebleken dat H. megidis de beste werking heeft bij bodemtemperatuur boven 12°C. Tussen 10 en 12°C kunt u voor H. bacteriophora kiezen. Bij lagere temperatuur (onder 10°C) kunnen Steinernema kraussei ingezet worden, echter deze aaltjes zijn minder effectief. U kunt het beste de aaltjes spuiten op een regenachtige dag in de avond. Water zorgt voor verspreiding van de alen in de bodem. Zorg dat de bodem twee weken vochtig blijft.
Spintbestrijding In september wordt de bonenspintmijt oranje van kleur en maakt zich
Voorkom dat taxuskever en hun larven in de bodem overwinteren.
T I P S
klaar voor overwintering. Ze verschuilen zich in schorsspleten, op beschutte plaatsen in de buurt van afgestorven planten, in spleten in de grond of in kasconstructies en gaan in winterslaap. De citrusmijt en fruitspintmijt overwinteren in eivorm in de planten. De andere mijten zoals sparrenspintmijten en weekhuidmijten overwinteren in volwassen stadium. Voorkom dat ze gaan overwinteren en bestrijd ze tijdig. Bladschimmels overwinteren vaak op afgevallen bladeren. Voorkom dat schimmels op het veld achterblijven als het gewas volgroeid is. Deze schimmels zijn actief in de herfst omdat de omstandigheden gunstig zijn - lange vochtige nachten en hoge etmaaltemperatuur. Cylindrocladium zorgt voor infectie bij een bladnatperiode van zes uur en een etmaaltemperatuur van 20°C. Bij een temperatuur van 9°C is de bladnatperiode zestig uur. Bij aangetaste percelen kunt u de curatieve behandelingen aanhouden met Switch, Spirit of Mirage Plus. Om de gezonde planten te beschermen kies een bedekking fungicide zoals Daconil of Captan. Toevoeging van een hechter is zinvol in deze periode. Dit jaar is gebleken dat in proeven van Cultus Agro Advies toevoeging van Bond een betere werking heeft gegeven bij Mirage Plus en Spirit. Al deze middelen hebben een breed spectrum op bladvlekkenziekte. <
De tips worden samengesteld door DLV Plant, boomteelt@dlv.nl
Plant in het najaar tijdig. Planten in het
den gewasssen voor de kleur een balbemesting
is mogelijk met contactmiddelen als captan en
najaar heeft als voordeel dat de gewassen nog
worden gebruikt. Er zijn verschillende samen-
Daconil of systemische middelen als Mirage Plus
voor de winter vastwortelen en het eerste jaar
gestelde en enkelvoudige bladmeststoffen ver-
en Switch. Daconil is na 1 januari 2014 alleen nog
meer groeien. Een nadeel is meer kans op vorst-
krijgbaar. Spuit bijvoorbeeld 500 g ureum en 1 kg
toegelaten voor de bedekte teelt.
schade. Plant alleen winterharde en niet wortel-
bitterzout per 100 l water of bijvoorbeeld 300 tot
rotgevoelige gewassen en let daarbij op de juiste
500 g Agroleaf per 100 l water. Spuit bij donker
Bestrijd de gegroefde lapsnuitkever. Voer
teeltvrije zone. In het nieuwe Activiteitenbesluit
weer en een voldoende hoge luchtvochtigheid,
bij gevoelige gewassen zoals coniferen, Ericaceae
is een teeltvrije zone van 1,0 m vastgelegd voor
zodat het blad het op kan nemen.
en diverse vaste planten nu een bestrijding uit
bedrijven die spuiten met een motorvatspuit. Als
met insectenparasitaire aaltjes. Voor een goede
u een windscherm heeft, is geen teeltvrije zone
Blijf alert op spint. Voer indien nodig nu nog
werking moet de bodemtemperatuur minimaal
nodig. Meer info bij uw waterschap.
een bespuiting uit voordat de oranje overwinte-
12oC zijn en de grond voldoende vochtig. De aal-
ringsstadia ontstaan.
tjes kunnen met lage druk en een spuitopening
Voer een bladbemesting uit. Als aanvulling op de gewone bemesting kan bij bladhouden-
van tenminste 0,5 mm worden verspoten.
Let op taksterfte in coniferen. Bestrijding De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Teeltadvies-BKW13-33.indd 19
19
29-08-13 13:26
Tekst: Ketura Haveman Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s: DLV Plant, Tom Hamilton
Nieuwe machines voor onkruidbestr ijd Tijdens de demodag over duurzame onkruidbestrijding op donderdag 5 september bij Lodders in Zundert konden kwekers zich laten informeren over de laatste ontwikkelingen op het gebied van milieuvriendelijke onkruidbestrijding. Er werden workshops gehouden en een grote groep bedrijven presenteerde zich op de bedrijvenmarkt. Daanaast waren er ook demonstraties met verschillende machines te zien. Enkele opvallende machines bij elkaar.
Met schuim onkruid te lijf Dat hitte onkruid doodt, is niet nieuw. Maar voor een goed resultaat moet de hitte wel lang genoeg kunnen inwerken op het onkruid. Dat maakt het lastig en vaak kostbaar om warmte of stoom in te zetten als onkruidbestrijding. Het Britse bedrijf WeedingTech heeft daar een oplossing voor gevonden en introduceerde vorig jaar Foamstream. Foamstream verhit de onkruidplanten door warm water en stoom. Vervolgens wordt over het onkruid een deken van schuim gelegd die ervoor zorgt dat de hitte langer aanwezig blijft. Het schuim is gemaakt van uitlsuitend natuurlijke oliĂŤn en suikers die worden gewonnen uit aardappelen, mais, graan en koolzaad, zonder toevoeging van chemische stoffen. De schuimtechniek kan daardoor overal worden toegepast, ook in kwetsbare gebieden. Na enkele mi-
Met Foamstream worden onkruiden met warmte, stoom en schuim uitgeschakeld.
nuten zijn de onkruiden gedood en het schuim lost uiteindelijk op. Doordat er geen chemische componen-
naar het effect van de techniek, waar-
ten zijn toegevoegd aan het schuim, is
uit bleek dat het vrijwel tegen alle alge-
voor het gebruik van Foamstream geen
meen voorkomende onkruiden werkt.
spuitlicentie nodig.
De zaadonkruiden worden door de tech-
De techniek is in eerste instantie ontwik-
niek goed afgedood. Wortelonkruiden
keld voor toepassingen op verhardingen
worden bovengronds goed vernietigd,
als alternatief voor chemische onkruid-
wortels verdwijnen echter niet altijd.
bestrijding met bijvoorbeeld RoundUp.
Het bleek overigens zelfs te werken
Niet alleen in Nederland, maar in heel
tegen een invasieve exoot als Crassula,
Europa staat het gebruik van chemische
zo bleek bij NIAB.
onkruidbestrijding op verharding name-
De fabrikant claimt dat het schuim niet
lijk ter discussie.
gevoelig is voor regen, waardoor de
Onkruiden bestrijden met ee
techniek onder alle weersomstandig-
Alle onkruiden
20
heden even effectief zou zijn. Zelfs met regen zou het schuim niet wegregenen
Het Engelse National Institute of Agri-
en goed in staat zijn om de warmte lang
cultural Botany en de universiteit van
genoeg vast te houden om de onkruiden
Cambridge hebben onderzoek gedaan
te vernietigen. <
De harmonicaspuit van Kwekerij Den Aert kan in bomen tot 3 m hoogte zeven rijen gelijktijdig bespuiten.
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
dz onkruid Lodders.indd 20
02-09-13 15:44
Duurzame gewasbescherming
str ijding op demodag Hoaf brandt onkruid weg Hans van Meer van Kwekerij Parasolboom koos eerder dit jaar voor een Hoafbrander om het onkruid te bestrijden. „Met de brander kunnen we redelijk snel rijden. Dankzij twee ventilators en extra infraroodstraling krijg je een goed resultaat in een korte tijd. Maar het is wel even testen voor je een goede snelheid hebt voor een optimaal resultaat.” Er worden geen chemische middelen gebruikt, waardoor er geen spuitlicentie vereist is en in principe iedereen met de brander mag rijden. Helemaal passend was de machine in eerste instantie niet. In april startte de kweker met proeven en iedere keer is de machine door de zoon van Van Meer op details aangepast om hem geschikt
Met de aangepaste Hoaf-brander heeft de kweker aardig bekijks.
te maken voor gebruik op de boomkwekerij. „Deze proeven hebben we overi-
De machine rijdt niet langer op wielen,
speciale eisen aan het weer voor een
gens op de kwekerij van Bas van Hassel
maar glijdt door het gewas op een soort
goed effect, alleen met harde regen is
mogen doen tussen de veren.” Na testen
verhoogde slee.
het beter om te stoppen. Voor een opti-
is de machine van onder gesloten en nu
De machine heeft een werkbreedte van
maal resultaat is het onkruid ongeveer
wordt de restwarmte via een schoor-
1 m en weegt 350 kg. Hij wordt voortge-
10 cm hoog. Vooral tegen kruiskruid,
steen aan de bovenkant afgevoerd.
trokken door een smalspoorkniktractor
kleine brandnetel, kamille en melt werkt
Ook is de wielconstructie aangepast.
van 90 cm breed. De brander stelt geen
de brander goed. <
Kijk op deboomkwekerij.nl voor filmpjes en foto’s.
et een harmonicaspuit Piet van Eyken ontwikkelde voor de
al spuitmachines die met een harmonica
De machine is voorzien van zeven spuit-
Belgische kwekerij den Aert een meer-
in- en uitklapbaar waren. Gek genoeg
armen met ieder een eigen spuitdop.
rijige spuit. Jan Ceusters, eigenaar van
zie je ze echter nergens rijden.”
De machine is nu gemaakt om in spillen
de kwekerij, wilden zijn planten met meerdere rijen tegelijk kunnen bespui-
en haagplanten tot 3 m hoog onkruid onderlangs te kunnen spuiten. Jan Ceus-
ten. Vanwege zijn korte kopakkers kan
Variabele rijafstand
ters heeft de spuit op een cultuurtrekker
hij de bestaande spuiten echter niet in-
De machine is ontwikkeld voor een rij-
gezet waarmee hij tussen de rijen door
zetten. De spuit moest aan de eind van
afstand van 1 m. De zeven armen klap-
kan rijden. De trekker rijdt door de mid-
de rij eenvoudig inklapbaar zijn om na
pen echter op de centimeter nauwkeu-
delste rij. Twee wielen aan de buiten-
het draaien weer snel uit te kunnen
rig parallel in, waardoor de machine ook
zijden van de harmonica ondersteunen
schuiven.
inzetbaar is bij smallere rijafstanden. „De
de spuit en zorgen dat de spuitdoppen
Van Eyken had gelijk een idee over de toe
techniek is daardoor ook bruikbaar voor
in alle zeven rijen vlak over de grond
te passen techniek. „Met een harmonica
kwekers die bijvoorbeeld met variabele
blijven lopen.
kan je de spuit heel smal invouwen.” Na
rijafstanden werken. Het totale bereik
Van Eyken is gespecialiseerd in het
het ontwikkelen van de machine wilde
wordt dan gemaakt op de breedste rij-
maken van pasklare oplossingen die
Van Eyken patent aanvragen. Maar uit
afstand. Als hij vervolgens de machine
aan de specifieke eisen voldoen van een
zijn research bleek, dat het systeem niet
wil gebruiken in een smallere rijafstand,
boomkweker. <
nieuw is. „Twintig jaar geleden waren er
kan dat ook.” De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
dz onkruid Lodders.indd 21
21
02-09-13 15:44
Tekst en Foto: Arno Engels
Witte zakken stimuleren een stabiele wo Niet in zwart of groen, maar in wit. Barcham Trees kweekt laan- en sierbomen standaard af in witte zakken. Door het wit draaien de wortels namelijk niet ongewenst rond, maar groeien ze naar beneden, weg van het licht. Daardoor zijn de bomen langer houdbaar dan in containers, aldus het Engelse bedrijf, en zijn er geen verplantingsproblemen. Voor Barcham Trees zijn witte zakken al jaren gemeengoed, maar voordat dit teeltsysteem de standaard werd op het bedrijf in Ely (Cambridgeshire), had directeur Mike Glover zich uitvoerig verdiept in allerlei systemen los van de vollegrond. De aanleiding zou een vraag vanuit de markt moeten zijn, aldus Glover. Toch was dat uiteindelijk niet de reden voor de verandering. „Sommige variëteiten zijn moeilijk te verplanten met blote wortel of zelfs met kluit”, vertelt de Engelsman. „Eik met blote wortel is bijvoorbeeld zo onbetrouwbaar, dat verplanten tot uitval leidt. En ook Sequoiadendron met kluit is net zo moeilijk te verplanten. Als je prachtige bomen kunt kweken maar niet kunt verplanten, wat is dan het nut van dat kweken?” Alle problemen met verplanten kunnen worden opgelost, bedachten ze bij Barcham, als de wortelstruc-
tuur maar stabiel genoeg blijft, van teeltplaats tot uiteindelijke standplaats. Maar welk teeltsysteem zou voor deze stabiliteit kunnen zorgen? In ieder geval niet de teelt in zwarte containers. Evenmin de ingegraven variant: pot-in-pot.
Nadelen van containers Glover ziet niet graag de beworteling in containers, of die nu gewoon boven- of ondergronds staan. „De wortels draaien maar rond en rond, waardoor ze na verplanten niet goed uitgroeien en verankeren in de grond”, verklaart de directeur van Barcham. Hij begrijpt wel waarom pot-in-pot standaard is in Amerika. „Pot-in-pot zorgt voor een isolatiebuffer in de grond, dan zijn de bomen beschermd tegen bijvoorbeeld vorst.” Als alternatief zijn bij Barcham springringen uitgeprobeerd, maar die zagen juist de klanten niet graag,
MONITORING
Houdbaarheid in zakken goed te monitoren De laan- en sierbomen van Barcham worden niet van kleins af aan in de witte zakken gekweekt, maar ze groeien de eerste jaren gewoon op in de vollegrond. Na rooien met blote wortel gaan ze de zakken in, om in twaalf maanden tijd een neerwaarts gericht wortelstelsel te ontwikkelen. Daarna zijn de zakken volgens directeur Mike Glover goed doorworteld en klaar voor de verkoop. Kunnen de bomen op dat moment niet worden verkocht, dan laat Barcham ze gewoon nog een bepaalde tijd in dezelfde zakken staan. De wortels zullen namelijk gewoon doorgaan met neerwaarts groeien, aldus Glover, waardoor de wortelkwaliteit stabiel blijft – en waardoor de boom dus langer goed blijft voor de verkoop. Hoe lang bomen al in dezelfde zakken staan, monitort Barcham aan de hand van labels op iedere zak. Een label bevat informatie als partijnummer, oppotdatum en herkomst van het teeltmateriaal. Met behulp van die informatie is iedere boom ook makkelijk te traceren, bijvoorbeeld voor een order. De houdbaarheid van bomen in containers is volgens Barcham beperkt. Op den duur draaien de wortels namelijk rond en in elkaar. Dit probleem wordt niet opgelost middels overpotten, wat volgens het Engels bedrijf bewezen is in Amerikaans onderzoek.
22
zegt Glover. Omdat ze voor het uitplanten de springringen moeten verwijderen. Ook op de kwekerij was men niet positief over de geperforeerde, kunststof ringen om de kluiten heen. „Vocht was er te snel uit. En het was voor ons erg duur om de springringen zelf weg te halen en de kluiten met iets anders te verpakken.”
Oplossing uit Australië Aan de andere kant van de wereld ontdekte Glover jaren geleden een ander systeem. Kwekers in Australië produceerden Eucalyptus niet meer in zwarte containers, maar in witte containers. De temperatuur liep in de zwarte containers namelijk zo hoog op – als gevolg van de brandende Australische zon – dat de wortels verschroeiden. De Australiërs bedachten een rationele oplossing voor het pro-
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Barcham.indd 22
29-08-13 13:27
Buitenland
le wortelstructuur keloos in het teeltsysteem van Barcham. „Iedere kweker weet wat het best werkt voor zijn bedrijf. Er zijn ook zoveel verschillende omstandigheden, dat je een systeem niet voor elk bedrijf kunt kopiëren.” Barcham ontwikkelde een variant op de witte containers. Het werden witte teeltzakken met vier hengsels eraan en een afsluitbare bovenkant. In tegenstelling tot containers zijn zakken flexibel, is de filosofie van Barcham, waardoor ze niet langs stammen schuren tijdens transport. Dankzij de hengsels zijn de bomen handmatig te verplaatsen tot op de standplaats, hoewel dat bij Barcham machinaal gebeurt met een grijper.
Spaart tegen onkruid
De witte teeltzakken van Barcham kunnen aan de bovenkant helemaal dicht worden getrokken, zodat er geen onkruid kan kiemen. Het folie is wel waterdoorlatend.
bleem, vertelt Glover. „Je draagt een wit t-shirt om koel te blijven bij heet weer, dus waarom zou je niet in witte containers kweken die de straling van de zon weerkaatsen?” Dat bleek inderdaad ook te werken in de teelt. „De pottemperatuur was behoorlijk gezakt door het wit.” Temperatuurverlaging was voor Glover niet echt relevant, omdat het gemiddelde Engelse klimaat veel koeler is dan het gemiddelde Australische klimaat, waar een temperatuur van 40°C vrij normaal is. Glover hoorde wel over een tweede effect van de witte containers. „De wortels groeiden recht naar beneden in plaats van in rondjes.” Dit effect is volgens Glover eenvoudig te verklaren met fototropie. Fototropie is een verschijnsel waarbij bovengrondse gewasdelen naar het licht toe groeien, en ondergrondse delen van het licht af groeien. In de witte containers dringt
rondom licht door en is het alleen op de bodem donker, dus groeien de wortels daar naartoe. Dit in tegenstelling tot zwarte potten, waar het overal in de container donker is en de wortels dus blijven ronddraaien. „Dit is geen wetenschap”, zegt Glover, „maar gewoon natuur.” De naar beneden gegroeide wortels hadden down under een positief effect op het verplanten. Dit verliep zonder problemen, doordat de wortels elkaar niet in de weg zaten tijdens het uitgroeien op de standplaats. Rond gedraaide wortels draaiden na het verplanten daarentegen gewoon door, met wurging – en daarmee een dode boom – tot resultaat.
Eigen variant ontwikkeld De witte containers in Australië boden dus de oplossing voor het verplantprobleem in Engeland, maar Glover implementeerde ze niet klak-
De afsluitbare bovenkant is tegen het onkruid. Het werkt niet alleen afdoende, zegt Glover, maar het spaart ook nog eens veel geld uit bij de onkruidbeheersing. „We gaven vroeger alleen al aan spuitmiddelen £15.000 per jaar uit (ruim €17.000, red.). Daar kwam ook nog het werk erbij.” De afsluiting bestaat uit stevig folie dat waterdoorlatend is, maar het niet lijkt. Je zou denken dat water op het folie blijft staan of naar het laagste punt vloeit, maar dat is niet zo, aldus Glover. „Sommige Nederlandse kwekers geloofden het eerst niet, totdat ze zagen dat een glas water recht door het folie ging, naar de wortels toe.” Feitelijk zijn het zakken en in Engeland worden ze Barcham white bags genoemd, maar Barcham heeft ze gepatenteerd onder de merknaam Light Pots (’lichtcontainers’). Met het patent, dat volgens Glover Brits en Europees patent is, wil het Engelse bedrijf voorkomen dat anderen de zakken zomaar namaken. Barcham verdient evenwel aan de Light Pots. „We verkopen ze bijvoorbeeld in Italië en Nederland. Maar ze gaan ook naar Zuid-Korea.” < Bekijk meer foto’s van Barcham op deboomkwekerij.nl. De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Barcham.indd 23
23
29-08-13 13:27
Tekst en Foto: Pieter van Dalfsen (PPO)
Sensoren maken optimaal beregen en Bodemvochtsensoren geven inzicht in het juiste beregeningsmoment, zo blijkt uit het project ‘Wireless’ waaraan boomkwekers landelijk hebben meegedaan. Dankzij sensoren kunnen zij optimaal beregenen. Het hangt wel van de grondsoort af of het gemeten bodemvocht daadwerkelijk beschikbaar is voor het gewas.
Optimaal beregenen betekent niet te veel en niet te weinig. Te veel water kan tijdelijk zuurstoftekort opleveren en veroorzaakt onnodige uitspoeling van meststoffen, met name stikstof, maar ook kalium. Te weinig water geeft droogteschade en daarmee opbrengstderving. Met name in droge perioden leidt beregenen tot een versnelde daling van het oppervlaktewater, waardoor waterschappen beregeningsverboden instellen.
Rol bij vergunningen Hulpmiddelen die kunnen aantonen dat beregenen, mits optimaal toegepast, noodzakelijk is voor behoud van groei, kunnen in de toekomst een rol gaan spelen bij beregeningsvergunningen. Door middel van sensoren is het mogelijk het vochtgehalte op verschillende diepten in de grond
Bij TerraSen meet een sensor per 10 cm diepte het bodemvochtgehalte, en er is een regenmeter aan gekoppeld. Meetgegevens worden ‘wireless’ ofwel draadloos naar een computer gestuurd.
continu te monitoren. Dit geeft de kweker de mogelijkheid om op het optimale moment te beregenen. In het project ’Wireless’ is het bodemvocht-adviessysteem TerraSen van Dacom gebruikt. Deze sensor meet per 10 cm diepte het bodemvochtgehalte. Afhankelijk van de bewortelingsdiepte kan daarmee
PROEFOPZET
Beregenen op gevoel en sensoren Aan het project ‘Wireless’ deden landelijk negen boomkwekerijen mee. Van juni 2011 tot eind 2012 hebben zij ervaring opgedaan met TerraSen, het bodemvocht-adviessysteem van Dacom, met begeleiding van PPO, Proeftuin Noordbroek en Projecten LTO Noord. Per bedrijf werd een deel van een perceel beregend op het gevoel, en een ander deel op basis van het adviessysteem. De gewasgroei werd uitvoerig gemeten. Omdat de zomers tijdens dit project relatief nat waren en omdat de meeste deelnemers verder wilden met het onderwerp, is het vervolgproject ‘Boomkwekers aan de slag met innovatief waterbeheer’ opgezet. In dit project gaan elf kwekers tot zomer 2015 aan de slag met meettechnieken als vocht- en gewassensoren, bodemscans en satellieten om de watergift te optimaliseren. Projectfinanciering komt vanuit Productschap Tuinbouw, Projectenfonds LTO Noord en de waterschappen Regge en Dinkel, Groot Salland alsmede Vallei en Veluwe.
24
eenvoudig de relevante bodemvochtvoorraad worden gemeten. Aan de sensor is een regenmeter gekoppeld, zodat inzichtelijk is hoeveel millimeter er op het perceel is gevallen. De metingen worden via internet naar Dacom verstuurd. Zodoende is de actuele situatie in het veld altijd af te lezen. In het adviessysteem wordt ook de neerslagverwachting voor vijf dagen opgenomen. Er kan dan worden voorspeld wanneer het vochtgehalte in de kritische zone terechtkomt.
Minder nodig in natte zomers Het project liep in 2011 en 2012. Omdat de zomers in beide jaren relatief nat waren, was er minder beregening nodig. Er waren wel korte perioden waarin vochtgehalten te ver zakten en beregening noodzakelijk bleek. De groeiverschillen tussen beide behandelingen waren echter
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Wireless.indd 24
29-08-13 13:28
Onderzoek
en en mogelijk
te klein of niet herleidbaar tot een andere beregeningsstrategie. Wel zijn in de behandelingen volgens het adviessysteem optimalere hoeveelheden water gegeven, meestal kleinere giften dan gebruikelijk.
nemers op dekzandgrond kweken, bleken de grenswaarden waartussen het vochtgehalte idealiter moet blijven, behoorlijk te verschillen. Bij een bedrijf lagen de grenswaarden tussen 10 en 20 volumeprocent, terwijl dit bij een ander bedrijf tussen 24 en 36 volumeprocent lag. De overige bedrijven zaten er tussenin. Opvallend was ook dat het gemakkelijk beschikbaar water (hoeveelheid tussen goed vochtig en moment van beregenen) bij alle bedrijven ongeveer hetzelfde was: zo’n 10 volumeprocent. In een bouwvoor van 40 cm is dit circa 40 mm water. Dit maakt tegelijk duidelijk dat beregeningsgiften van 30 mm of meer in korte tijd te groot zijn voor dekzandgrond. Een deel van de gift kan dan niet worden gebufferd in het perceel. Ondanks de natte zomers gedurende het project, bleken de sensorgegevens samen met de weersvoorspelling meer inzicht in de bodemvochttoestand te geven. De deelnemende kwekers ervoeren hierdoor meer zekerheid, en vooral bij percelen op afstand bleek dat dan een nuttig hulpmiddel.
Geleerd uit grafieken Daarnaast leerden de kwekers veel uit grafieken van verzamelde data. In zo’n grafiek was bijvoorbeeld te zien
dat de grond bij flinke buien verzadigd raakte, ofwel het vochtgehalte bereikte een maximumniveau. Maar daarna draineerde de grond snel weer uit, waardoor het vochtgehalte sterk daalde. In grafieken was ook eenvoudig terug te zien als er toch te veel was beregend. Het vochtniveau nam dan toe in diepere lagen waar geen wortels aanwezig waren. Verder bleek een goede gewasverdamping vaak duidelijk terug te zien in het dag-nachtritme: overdag daalde het vochtgehalte en ’s nachts bleef het stabiel. Zodra de grond te droog werd, konden de planten het vocht moeilijker opnemen: de lijn van het vochtgehalte ging dan horizontaal lopen. Daarmee kwam ook de ondergrens voor het betreffende gewas en perceel in beeld.
Beperkte meetposities Belangrijk bij de toepassing is dat de sensoren goed in de wortelzone worden geplaatst. Een beperking van dit systeem is verder nog dat er slechts op één, of hooguit op enkele posities, het vochtgehalte wordt gemeten. Bij een grotere variatie in grondsoort of bij veel gewassen op één perceel is er dan een minder nauwkeurig beeld. Een bodemscan kan de variatie in de bodem wel goed in beeld brengen. <
Vochtvasthoudend vermogen Uit het project kwam naar voren dat het zeer belangrijk is om de waterhoudende eigenschappen van het perceel in beeld te brengen. De vochtsensor meet namelijk het bodemvochtgehalte, maar of dit vocht daadwerkelijk voor de plant beschikbaar is, is afhankelijk van de grondsoort. De korrelgrootteverdeling en het organische stofgehalte bepalen het vochtvasthoudend vermogen van de bodem. Een pF-curve geeft aan in welke mate de bodem het water vasthoudt en uitdraineert, en of het gewas het vocht kan opnemen. Ondanks dat bijna alle projectdeel-
COMMENTAAR
Waterschap verwacht beregening op maat Waterschap Groot Salland was betrokken bij ‘Wireless’. Net als de kwekers heeft het waterschap dankzij het project meer inzicht gekregen in efficiënt water geven en in beschikbare technieken. „Inefficiënt beregenen heeft een negatieve invloed op grond- en oppervlaktewater, zowel kwantitatief als kwalitatief”, aldus David van Maaswaal van het waterschap. Een aantal boom- en bollenkwekers in het beheersgebied van Groot Salland beregent volgens Van Maaswaal relatief veel. Onder voorwaarden mogen ze uit zowel oppervlakte- als grondwater beregenen. Gezien de huidige beregening verwacht het waterschap dat kwekers gebruik gaan maken van de technieken om op maat water te geven. „Zodat dit bijdraagt aan een efficiëntere praktijk. Minder verlies van water draagt weer bij aan een betere waterkwaliteit.” De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Wireless.indd 25
25
29-08-13 13:28
Tekst en Foto's: Ketura Haveman
Bij Otto & sons draait het vooral om service Otto & sons is een van de oudste handelskwekerijen in Boskoop waar de vierde generatie nu de scepter zwaait. Naast de handel is de boomkwekerij ook nog steeds een belangrijk onderdeel van het bedrijf. Daar wordt een beperkt sortiment gekweekt. „Maar we kunnen alles leveren wat wordt gevraagd”, aldus ondernemers Adriaan en Johan Otto.
niet hoe het helemaal in het begin was qua kwekerij. Maar de manier van werken is in ieder geval de laatste generatie al erg veranderd. Vroeger werden alle planten los geladen in de vrachtauto. Dan was je echt twee dagen bezig met het volpakken van een vrachtauto waar iedere kluit één voor één naar binnen werd gedragen en moest worden gestapeld”, herinnert Adriaan zich. Johan: „Nu gaat alles in pallets. Waar we vroeger in maart en april met 12 tot 15 man in de loods stonden in het pakseizoen, doen we dat nu met zijn tweeën.”
Nieuwe markten Langs de Rijerskoop staat nog het oude kantoorgebouwtje van begin 1900, waaraan te zien is dat boomkwekerij Otto & son al geruime tijd bestaat. De Rijerskoop is echter al lang niet meer de toegangsweg tot de kwekerij. „Toen ze de Biezen gingen ontsluiten, heeft mijn vader een kantoor en loods gebouwd aan de andere kant van het perceel. Dat was veel efficiënter”, vertelt Adriaan Otto. Samen met broer Johan runt hij de het bedrijf Otto & sons. De broers zijn de vierde generatie op het bedrijf. „De kwekerij is gestart door onze overgrootvader in 1885. We zijn een van de oudste handelskwekerijen in Boskoop, maar niet de aller oudste.” Maar na deze vierde generatie lijkt het op te houden. „Vooralsnog is er geen bedrijfsopvolging. Zelf zijn we nog lang niet van plan om te stoppen, maar een 200-jarig jubileum gaan we dus niet meemaken.” Of er op het bedrijf veel veranderd is sinds het begin, knikken de broers instemmend. „Wij weten natuurlijk
Alle planten worden drie of vijf jaar gekweekt.
26
De afzetmarkt is ook veranderd sinds het begin. „Uit oude kasboeken van 1900 blijkt dat onze opa vooral in Engeland en Duitsland afzette. Onze vader leverde veel op Amerika en Canada, maar afzet naar die landen is lastig geworden door regelgeving. We moesten alle producten gaan spoelen voor export. Dat zag hij niet zitten”, vertelt Adriaan. Na jarenlange handel op Engeland, ligt de focus nu meer op Zwitserland. Sinds een jaar of vijf is daar Rusland als afzetland bijgekomen. „Dat is eigenlijk gewoon toevallig zo gelopen. Er ging één partij planten heen en dat is steeds meer geworden. Onze afzet naar Rusland groeit ieder jaar verder.” Momenteel is Zwitserland goed voor 70-75% van de afzet van Otto & sons, het overige deel gaat hoofdzakelijk naar Rusland. Zelf op beurzen staan, doen de ondernemers niet. Wel bezoekt Adriaan twee keer per jaar zijn klanten in Zwitserland en een keer per jaar gaat hij naar Rusland. „Daar ga ik wel naar de beurs in Moskou om mijn klanten op te zoeken, maar ik sta er zelf niet met een stand.”
Het bedrijfsgebouw van Otto & sons aan de Biezen in Boskoop.
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Otto en son.indd 26
29-08-13 13:29
Heesters en coniferen
e
Otto & sons, Boskoop Sortiment: Eigen teelt van Acer, geënte Pinus, Picea, coniferen en Syringa. Handel in alle boomkwekerijproducten. Afzet: Export op Zwitserland, Rusland en Engeland, naar kwekers en handelsbedrijven. Oppervlakte: 2 ha eigen teeltproductie Personeel: Naast ondernemers Adriaan en Johan Otto, een medewerker op de kwekerij en twee medewerkers op kantoor. Website: otto-sons.nl
Johan (links) en Adriaan Otto kweken zelf vooral soorten die amper te koop zijn.
Het product wat de broers afzetten is heel divers. „Eigenlijk is ons motto dat we alles kunnen leveren. Zelfs als er om aardbeienplanten wordt gevraagd zoals eerder dit jaar. Het heeft natuurlijk niks met boomkwekerij te maken, maar als een klant er om vraagt gaan we toch kijken of we het kunnen regelen.” Uiteraard zijn dit soort producten meer een aanvulling. Het bedrijf levert een breed boomkwekerijsortiment, van vaste plant tot laanboom. „Het voornaamste is dat het goed winterhard is. Dat is eigenlijk de belangrijkste voorwaarde die wordt gesteld.”
Eigen kwekerij Slechts een klein gedeelte van de planten komt van eigen kwekerij. Ongeveer 10 tot 15% komt uit eigen teelt, de rest wordt ingekocht. Inkopen gebeurt in de regio Boskoop, maar ook elders in Nederland. Soms halen ze zelfs planten uit Duitsland of België. „Steeds minder vaak komt het product uit Boskoop, want we merken dat het aanbod hier minder wordt. Er is hier steeds minder boomkwekerij”, aldus Adriaan. Op de eigen kwekerij wordt Acer palmatum, geënte Pinus, Picea, coniferen en Syringa gekweekt in een drie- tot vijfjarige teelt. Adriaan: „Wij kweken soorten die we elders niet kunnen krijgen. Het sortiment wat we nu kweken,
hebben we al langere tijd. Daar zit weinig verandering in.” De broers vinden ook dat ze hun teelt niet te veel moeten laten afhangen van de vraag. „De vraag wisselt. We kweken nu planten die moeilijk te krijgen zijn, die wij hier teelttechnisch goed kunnen kweken en die altijd hun afname hebben.” Overigens zijn de seringen relatief nieuw in het sortiment. „Die hebben we toch aan het sortiment toegevoegd sinds we ook exporteren op Rusland. Het is een geliefd product op die markt. En ach, het past ook wel op onze kwekerij”, meent Adriaan. De broers hebben nooit overwogen om met de handel óf de kwekerij te stoppen. „We zijn van oudsher echt een handelskwekerij. De handel is qua inkomsten natuurlijk een veel grotere poot van ons bedrijf, maar de kwekerij hoort bij ons. Het is ons visitekaartje. Vooral onze Zwitserse afnemers doen graag zaken met bedrijven die ook zelf kweken.” Het 2 ha grote visitekaartje wordt ook onderhouden als een visitekaartje. Er staat geen vuiltje tussen de planten. Johan: „Ik vind het belangrijk dat het er netjes uitziet. Ik zou er niet aan moeten denken om op een kwekerij te moeten werken met veel onkruid. Maar klanten moeten hier ook onverwachts kunnen komen. Regelmatig komen handelaren uit Boskoop zonder tuin hier met hun klanten, omdat ze graag een kwekerij willen zien. Ons visitekaartje werkt dus.” < De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Otto en son.indd 27
27
29-08-13 13:29
Tekst: Harmen Kamminga Illustratie: KWR Watercycle Research Institute
Zoet water ondergronds bewaren op zout water Een fruitbedrijf op Zuid-Beveland gaat vierduizend kuub zoet water opslaan in de zilte bodem onder de bomen. Dit om de beschikbaarheid van zoet water voor de fruitteelt te vergroten. Tegelijkertijd kan het verdere verzilting van de bodem tegengaan. Het is een andere aanpak dan het doorspoelen van boezemwater, wat tot dusver gebruikelijk is in de regio Boskoop. Onlangs ging bij fruitbedrijf RijkBoonman bij Overzande op ZuidBeveland het waterproject Freshmaker van start. Wateronderzoeksinstituut KWR in Nieuwegein, Meeuwse Handelsonderneming in Goes, die de watertechniek verzorgt, en de ZLTO hopen hiermee een stap te zetten in de aanpak van schaarste aan zoet water in dit deel van de Zuidwestelijke Delta. Zoet oppervlaktewater in de winter opslaan in de zilte ondergrond moet tevens voorkomen dat het zoute grondwater in de zomer optrekt naar de wortelzone van de gewassen. „Net als elders in Nederland is op Zuid-Beveland in de winterperiode een grote hoeveelheid zoet water beschikbaar”, zegt Koen Zuurbier, onderzoeker bij KWR. „In de oude situatie werd dit overschot grotendeels door de watergangen gespoeld en vervolgens afgevoerd. Door nu een deel van het water in te nemen en op te slaan in de bodem, is het tijdelijke tekort aan zoet water in de zomer op te heffen.”
Horizontale putten Hoewel fruitbedrijf Rijk-Boonman al beschikt over een bovengronds waterbassin, heeft het vergroten daarvan niet de voorkeur van de initiatiefnemers van Freshmaker. Zuurbier: „De capaciteit van bovengrondse wateropslag is beperkt, en aanleg en onderhoud van een foliebassin zijn redelijk kostbaar. Het bassin neemt bovendien ruimte in die ook voor de teelt geschikt is.” Voor Freshmaker zijn daarom afgelopen winter twee horizontale putten onder de boomgaard geboord.
28
Op 14 m diepte wordt zout water weggepompt. Daardoor komt in de bodem ruimte beschikbaar voor zoet water, dat via een put op 7 m diepte op het zoute water wordt gelegd. De dichtheid van zoet water is kleiner dan die van zout water, zodat de bel zoet water op het zoute grondwater blijft drijven. Hiermee is over een lengte van 70 m de bestaande kleine zoetwaterlens onder de boomgaard vergroot. Sinds half juli levert deze bron het water voor de druppelbevloeiing op de kwekerij. De diepe put blijft continu zout water wegpompen om te voorkomen dat het zoete water verdrongen wordt.
goed water is de beperkende factor.” In de toekomst kunnen ook gebieden in met name Noord-Nederland en het Waddengebied baat hebben bij de lessen die de komende jaren met Freshmaker worden geleerd. „In sommige gebieden beschikt men nu in geval van schaarste nog over IJsselmeerwater, maar dat zal in de toekomst mogelijk minder het geval zijn.”
Stapeling niet overal mogelijk Door de stapeling van zoet op zout water is de Freshmaker niet overal in Nederland toe te passen. In veel gebieden, bijvoorbeeld in Noord- en Zuid-Holland, maakt een dikke deklaag van ondoorlatende klei en veen het gebruik van horizontale putten op geringe diepte namelijk onmogelijk. Bij glastuinbouwbedrijven in Nootdorp en ’s-Gravenzande wordt al wel hemelwater van het kasdek tijdelijk in de bodem opgeslagen, maar dan met diepere verticale putten.
Gelijke of lagere kostprijs
Opslag onder drijvende vloer
Afgezien van de speciaal geboorde putten is de installatie van Freshmaker simpel, aldus onderzoeker Zuurbier. „Er staat een container als pomphuisje en die is voor het grootste deel leeg. Hij bevat een paar pompjes met 1,5 kW vermogen, die ’s nachts een uur of zes op dalstroom draaien. En wat meetapparatuur voor de waterkwaliteit.” Op deze manier moet het volgens de onderzoeker mogelijk zijn om de fruitteler tegen een gelijke of lagere kostprijs dan bassinwater of landbouw-leidingwater van goed water te voorzien. Zuurbier geeft toe dat Freshmaker vooralsnog maatwerk is voor de situatie op Zuid-Beveland. „De omstandigheden in de bodem zijn hier gunstig. Bovendien heeft de tuinbouw al te maken met waterschaarste. Zeeland is klimatologisch zeer geschikt voor tuinbouw, maar
In de regio Boskoop lijken boomkwekers en waterbeheerders vooralsnog in te steken op andere manieren van waterberging. „We hebben in deze regio te maken met een waterrijk gebied met veel sloten, en met veel bedrijven met containerteelten”, schetst onderzoeker Theo Aendekerk het uitgangspunt. „De grond hier kan maar in beperkte mate bovengrondse wateropslag dragen. Wij werken dus aan het vergroten van de hoeveelheid oppervlaktewater door containerteelt op drijvende velden te ontwikkelen.” Aendekerk was betrokken bij het pilot-onderzoek naar de drijvende teeltvloer. „Bij het monitoren van de waterkwaliteit merkten we dat het water onder de drijvende vloer zuurstofrijker is dan gewoon oppervlaktewater. Dat wordt in deze regio in de regel snel overwoekerd door eendenkroos en azolla.”
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Freshmaker.indd 28
02-09-13 15:44
Innovatie
Het principe van Freshmaker: via horizontale putten wordt zout water uit de bodem gepompt, waardoor er ruimte vrijkomt om zoet water in op te slaan.
Aendekerk ziet wel iets in het verdringen van brak water met het overschot aan zoet water in de winter. „Dat werkt alleen goed als je dat met een hele polder tegelijk doet.” Tot op heden kiezen waterbeheerders rondom de regio Boskoop een andere strategie om zoet water in de boezem beschikbaar te houden, weet Aendekerk, die sinds het midden van de jaren ’70 onderzoek doet naar de waterhuishouding in het gebied. „Bij voldoende aanbod aan zoet water spoelt men het boezemwater er mee door. Op die manier lukt het de meeste jaren om de boomkwekerij jaarrond te verzekeren van boezemwater van voldoende kwaliteit.” Onderzoeker Zuurbier plaatst echter kanttekeningen bij die methode. „Doorspoelen kost veel water, het bereikt niet altijd de haarvaten en is in droge jaren nauwelijks mogelijk. Blijft die methode houdbaar als het zomerse wateraanbod afneemt of
de vraag verder toeneemt? Ondergrondse berging van het winterse overschot kan duurzamer, efficiënter en robuuster zijn.”
Instandhouden zoetwaterlens Voor containerteelten in Boskoop is het afschermen van zout water in de bodem door het versterken van de zoetwaterlens misschien niet het belangrijkste, zegt installateur Arie-Jan Broere. „Maar voor gebieden met veel grondteelten en zoute kwel is het de toekomst. Als het je alleen al lukt om de zoute kwel tegen te houden, scheelt dat al veel.” Bij een project met bollenteelt op Texel zag Broere dat je een zoetwaterlens in stand kan houden door dagelijks een laagje van 1,5 -2 mm vocht toe te voegen. „Dat kan al voldoende zijn om het zout bij je wortels vandaan te houden. Hoeveel bolmaten dat precies scheelt, is me
even ontschoten, maar het verschil is aanzienlijk.” Hydrologen versterken de zoetwaterlens al op veel plekken in de wereld, weet Broere. „De methode heeft zich al enorm bewezen.” Daarnaast is gietwater uit de bodem volgens Broere schoner dan boezemof bassinwater. „De bodem zuivert het water op natuurlijke wijze. In proeven in Noord-Nederland blijkt bijvoorbeeld dat water uit ondergrondse opslag bijdraagt aan vermindering van de aardappelziekte.” Broere gaat er dan ook vanuit dat wateropslag in de bodem, samen met precisie-irrigatie, in de langzaam verziltende Nederlandse land- en tuinbouw een goede toekomst tegemoet gaat. „Opslag in de bodem is een goedkope en duurzame maatregel tegen verdere verzilting, en je kan er de rijkdom aan zoet water uit het natte deel van het jaar in het droge deel benutten.” < De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Freshmaker.indd 29
29
02-09-13 15:44
Tekst: Emiel van den Berg Foto’s: Floralook
Juiste snoeimoment zorgt voor goed afgeh ar Er gelden enkele basisregels maar over het algemeen is de snoei bij Buxus goed te sturen. Belangrijkste uitgangspunt is om de planten jaarrond met jong en goed afgehard schot af te kunnen leveren.
Van den Beucken Boomteelt in Helden kweekt met name bollen, piramides en struiken in de volle grond. De planten worden verkocht vanaf half augustus tot half mei. Snoeien gebeurt in juni en juli. „Liefst proberen we zoveel mogelijk voor 1 juli te doen”, vertelt Rob van den Beucken. „Het schot wat daarna nog verschijnt, kan dan voor de winter goed afharden. Dat is precies wat mijn klanten willen; planten met stevig en gezond jong schot.” Bij Van den Beucken begon de snoei dit jaar wat later vanwege het koude voorjaar maar alles was toch op tijd klaar. Later knippen was geen optie. Dat heeft volgens hem als risico dat het nieuwe schot in de winter kan bevriezen. „Dan is de plant niet meer toonbaar.” Te vroeg snoeien, bijvoorbeeld al in mei, is volgens hem ook geen optie. ,,Jonge uitlopers, dat knipt niet fijn. Die moeten echt eerst wat harden.” Adrie van Dun van Topbuxus in Strijbeek kweekt alleen struikvormen. Tijdens de opkweek in de volle grond heeft hij als doel dat de planten steeds na elke snoeibeurt een maatje groter groeien. „Je snoeit dus altijd net iets hoger dan bij de vorige snoeibeurt. In de regel bouwen we op met 5 cm waarbij we altijd kijken naar de lengte-volume verhouding van het gewas. Wil je in het najaar 30 cm hoogte, dan knip je in juli tot 25 cm. Er komt altijd 5 tot 10 cm gewas op.”
Klimaatverandering Van Dun geeft de voorkeur aan half juni als snoeimoment en probeert dan al zijn percelen binnen een week te snoeien. „Buxus maakt meestal drie keer per groeiseizoen jong schot. Snoei je vroeger, bijvoorbeeld in juni, dan maakt de plant daarna vaak nog twee keer jong schot. Dat is niet altijd wenselijk.” Ook hij benadrukt om niet later te snoeien vanwege het afharden van jong schot. Van Dun wijst nog op verschuivingen door de klimaatverandering. „Vroeger was het advies niet meer te knippen tijdens de maanden die een r in de naam hebben. Tegenwoordig hoort ook augustus bij die periode.” Johan van den Broek, adviseur boomteelt bij DLV Plant, adviseert eveneens te snoeien in de periode juni en juli en bij voorkeur in een zo kort mogelijke periode. Ook kan
30
Links een voorbeeld van een tekort geknipt struikje met daardoor weinig nieuw schot. Het middelste struikje is te hoog geknipt en daardoor te weinig vertakt. Het struikje rechts is goed vertakt.
er volgens hem nog licht gesnoeid worden in de winterperiode maar hij benadrukt daarbij de risico’s bij vorst. De meningen zijn volgens hem verdeeld en hij adviseert zeker niet te snoeien bij temperaturen onder nul. Van den Beucken vindt het belangrijk om tijdens de snoeibeurt in juni niet te veel weg te knippen. „Knip je te veel en volgt daarna een periode van felle zon, dan kan verbranding optreden. Daarom is het overhouden van een klein beetje jong schot zo belangrijk; dat beschermt het oude schot.” Van den Broek waarschuwt ook voor bladverbranding bij te diepe snoei. „Onderliggend schot is gevoelig voor verbranding met het risico dat er gaten in de plant vallen.” Hij adviseert daarom zoveel mogelijk met bewolkt weer te knippen. Na de hoofdsnoei in de vroege zomer past Van den Beucken bijna altijd nog lichte correctiesnoei toe in het najaar, zeker bij planten die dan worden afgeleverd en er daarom verkoopbaar uit moeten zien. „Ook bij deze leverbare planten knippen we het jonge schot nooit helemaal weg. We laten altijd iets staan zodat de plant mooi oogt en ook nog kan doorgroeien.” Bij alle planten die in het voorjaar worden afgeleverd, vindt een lichte correctiesnoei plaats.
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Buxus knippen layout.indd 30
29-08-13 13:32
Kwaliteit
eh arde Buxus Snoeitips voor Buxus > Snoei liefst in juni en juli, met lichte nasnoei in najaar of winter. > Voorkom bladverbranding door te diepe snoei bij scherp en schraal weer. > Knip niet te hoog, dat kan geen of te weinig vertakking geven. > Knip niet te diep, dat geeft te weinig nieuwe scheuten. > Zorg dat de plant met fris en goed afgehard schot de winter ingaat. > Gebruik scherp snoeimateriaal om bladkneuzingen te voorkomen.
Planten voor de doorkweek knipt Van den Beucken in de regel nog een tweede keer, laat in oktober. „Vóór de winter is er dan geen groei meer, maar in het voorjaar vormen zich gelijkverdeelde scheuten met extra vertakking.”
Valkuilen Voor Van Dun zijn de valkuilen het te hoog en te laag knippen. „Knip je te hoog dan kan dat geen of te weinig vertakking geven. Dan moet je later extra terugzetten.” Te diep knippen kan volgens Van Dun stress tot gevolg hebben met gaten in de vertakking en/of te weinig nieuwe lange scheuten. Hoeveel te snoeien, hangt volgens Van den Broek eveneens af van de groei wat op zijn beurt weer afhangt van de bemesting en het perceel waar de planten staan. Op slechte grond kan het tweede schot volgens hem ontbreken. „Rustig kweken is niet verkeerd, zeker wat betreft schimmeldruk, maar het tweede schot blijft zonder meer wenselijk.” Na de hoofdsnoei in juli krijgen de verschillende percelen van Van Dun op andere tijden correctiesnoei. Afhan-
kelijk van de bestemming van de planten. „We richten ons daarbij op het tijdstip dat de klant zijn planten wil hebben. Afleveren in maart betekent goed snoeien in juli, afleveren in juni betekent een lichte snoeibeurt in maart of april. Struikvormen kunnen volgens Van den Broek zeker wat vaker geknipt worden. „Drie tot vier keer per seizoen snoeien, zorgt voor een goede uniformiteit en vertakking.” Van den Broek benadrukt tot slot goede scherpe messen te gebruiken. „Juist door kneuzing van het blad wordt een plant lelijk. Het schadebeeld kan daarbij erger zijn dan bij bladverbranding.” Van Dun vat samen dat Buxus heel goed te sturen is. „Maar het is wel topsport.” <
Bij het knippen van snoeivormen is het belangrijk iets van het jonge schot te laten staan. Dit voorkomt bladverbranding van het oudere blad bij extreem scherpe zon.
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Buxus knippen layout.indd 31
31
29-08-13 13:32
513532.indd 32
2-9-2013 13:11:22
513533.indd 33
2-9-2013 13:11:56
Tekst en Foto: Ron Barendse
Treeport-leden zijn steeds nadrukke lijk Om de aanwezigheid van Treeport en haar leden op de belangrijkste beurzen kan nu al niemand meer heen. Maar wat betreft de belangenorganisatie laten Treeport-leden zich in de toekomst nog prominenter zien. Groot Groen Plus blijft als huisbeurs het belangrijkst, maar nieuwe initiatieven zijn er, onder meer wat de deelname betreft aan IPM Essen en Salon du Végetal. „In 2009 begon Treeport met een eenvoudige informatiestand op Groot Groen Plus, maar twee jaar later presenteerden we ons al met een groot aantal aansloten kwekers gezamenlijk in een tent”, zegt Petra Nouws, algemeen bestuurslid en voorzitter van de werkgroep Marketing, Communicatie en PR van Treeport. Dat de groei niet ten einde is, bewijst het deelnemersveld voor dit jaar. „Vorig jaar stonden er 38 kwekers onder de vlag van Treeport op Groot Groen Plus, dit jaar zullen dat er naar verwachting 43 zijn”, zegt Nouws. ’Drempelverlaging’ is hierbij het toverwoord zegt Ronald van der Stroom, projectleider van Treeport. „Kwekers die nog nooit op een beurs hebben gestaan, doen dit onder de vlag van Treeport nu wel omdat we hen de belangrijkste organisatorische zaken rondom beursdeelname uit handen nemen.”
Regio in een oogopslag Net zoals vorig jaar wordt dit jaar tijdens Groot Groen Plus het sortiment van de Treeport-leden op een prominente plek als een aparte presentatie neergezet. Dus naast dat kwekers hun producten in hun eigen stand laten zien, komen hun producten in deze aparte presentatie nog een keer terug. Het voordeel hiervan is dat het hele beschikbare sortiment van de leden op een overzichtelijke manier wordt gepresenteerd. „Handelaren kunnen in een oogopslag zien wat er
34
in de regio Zundert - en van enkele kwekers daarbuiten - te krijgen is”, zegt Nouws. Van der Stroom legt uit dat Treeport dit jaar tijdens Groot Groen Plus met hun activiteiten zal aansluiten bij de doelgroepdagen van de beurs. „Op woensdag, tijdens de dag voor de retail, willen we stilstaan bij de rol die het tuincentrumpersoneel heeft. We geven nu via etiketten veel informatie met onze producten mee maar de rol van verkopers op de vloer bij tuincentra wordt daarbij nog wel eens vergeten. Dat is zeker zo belangrijk.”
Richten op trends Donderdag is de dag voor het openbaar groen. Van der Stroom legt uit dat Treeport zich wil richten op een aantal trends. „De budgetten in de markt voor het openbaar groen zitten op slot, maar er zijn een aantal ontwikkelingen die kansen bieden. De zorg rondom de bijenstand is er zo een. We willen gemeenten wijzen op de mogelijkheid van het gebruik van waardplanten voor bijen. Daarnaast is de stadslandbouw in opkomst. Steden als Rotterdam en Delft grijpen het aanleggen van stads(moes)tuinen aan om de sociale cohesie in de stad te vergroten. Ook voor de boomkwekerij biedt dit mogelijkheden. Daarnaast blijft ook het feit dat bomen zorgen voor meer welzijn een thema.” Op vrijdag richt de beurs zich op hoveniers. Treeport heeft voor deze dag Lodewijk Hoekstra uitgenodigd om het verhaal rondom het merk NL Greenlabel te vertellen. „De eerste Treeport-leden mogen inmiddels het predikaat NL Greenlabel voeren. Het label moet nog groeien maar de netwerkorganisatie die erachter zit werkt goed”, zegt Van der Stroom die verder aangeeft dat voor de invulling van alle doelgroependagen de puntjes nog op de i moeten worden gezet. Naast Groot Groen Plus, wat door Nouws en Van der Stroom toch voor-
al wordt gezien als hun ’huisbeurs’, verlegt Treeport ook de aandacht naar een aantal buitenlandse beurzen. „De export van Treeport-leden is substantieel. We willen ons vooral richten op de markten waar onze leden al een jarenlange relatie mee hebben zoals Duitsland, Frankrijk en Engeland.” De plannen voor IPM zijn het meest vergevorderd. Van der Stroom: „Onze leden vroegen steeds vaker of wij ook niet iets voor hen op deze Duitse beurs konden betekenen. Na een inventarisatie bleek dat elf kwekers geïnteresseerd waren om op IPM te staan. Daarop hebben we in de afgelopen periode gesprekken gevoerd met de IPM-organisatie maar ook met Jos van Lint van Bizz Holland om te kijken naar de mogelijkheden.”
Niet met Bizz Holland In 2012 organiseerde Bizz Holland voor het eerst voor Nederlandse kwekers deelname aan de Duitse beurs. Daarmee sprong zij in het gat dat Plant Publicity Holland achterliet. Van der Stroom benadrukt de goede gesprekken die zijn gevoerd met Bizz Holland maar uiteindelijk heeft Treeport er toch voor gekozen rechtstreeks met de IPM-organisatie in zee te gaan. Het kostenaspect speelde hierbij een belangrijke rol. „Onze visie is zoveel mogelijk bedrijven aan IPM te laten deelnemen. Via Bizz Holland worden bedrijven volledig ontzorgd maar hieraan hangt wel een prijskaartje. Door de hogere kosten zou er een aantal Treeport-bedrijven minder hebben deelgenomen. Via de IPM-organisatie is het basistarief lager en kunnen we flexibel diensten inkopen waarvan we gebruik willen maken.” Treeport heeft voor komend jaar 220 m2 standruimte aangevraagd, maar Van der Stroom heeft het vertrouwen dat als alles tijdens IPM loopt zoals gepland, het aantal kwekers en het aantal vierkante meters van Treeport het jaar erop wel
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Treeport beurzen layout.indd 34
29-08-13 13:35
Beurzen
ke lijker op beurzen te zien
Treeport voert een actief beurzenbeleid. In de toekomst wil zij haar leden steeds vaker op weg helpen bij beursdeelname.
eens kan verdubbelen. Aan de andere kant vindt hij het ook belangrijk dat Nederland als één land naar buiten treedt. Om die reden sluit hij voor de toekomst een samenwerking met Bizz Holland zeker niet uit. Een andere beurs waarvoor Treeport nieuwe plannen ontwikkelt is Salon du Végetal die in februari 2014 wordt gehouden in het Franse Angers. Omdat de Franse markt voor veel kwekers een lastige markt is om te bedienen is er door Treeport gekozen voor een nieuw concept. Het concept bestaat er uit dat kwekers hun producten op presentatietafels aanbieden maar niet zelf op de beurs staan en dus ook niet de verkoop voor hun rekening nemen. Die rol is weggelegd voor een aantal
Nederlandse handelaren die thuis zijn op de Franse markt.
Naar Franse beurs De inschrijftermijn voor de beurs loopt nog maar zoals het er nu naar uitziet, zullen acht of negen Treeportkwekers deelnemen en twee of drie handelaren. Ook hier werpt de drempelverlaging zijn vruchten af want zonder dit concept zouden geen van deze kwekers aan de Franse beurs deelnemen. En Plantarium? „Als Treeport hadden we een gedeelde stand met marketingbureau PEP Business Creators, met name om onze organisatie voor het voetlicht te brengen. Omdat voor veel van onze leden de markt voor
het openbaar groen belangrijker is dan de consumentenmarkt hebben extra activiteiten voor onze leden rondom Plantarium voor ons minder prioriteit. Maar de inspanningen voor de eerder genoemde beurs in de toekomst dus des te meer”, besluit Van der Stroom. <
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Treeport beurzen layout.indd 35
35
29-08-13 13:35
Tekst: Guus Wijchman Foto: Arno Engels
Hans Schultz, Deens fusiebedrijf Gasa Bøg:
’We verhandelen liever Duits sortiment dan Ne Een jaar geleden gingen de nummers 1 en 2 van de Deense sierteeltexport, Bøg Madsen en Gasa, op in één onderneming: Gasa Bøg Holding A/S. De fusie heeft de Denen zeker gebracht wat ze ervan verwachten. En de komende jaren zullen boomkwekerijproducten voor hun grootste groei zorgen. Maar die kopen de Denen liever bij Duitse kwekers in.
„Alle voordelen op het gebied van de synergie die we ons bij de fusie hadden voorgesteld, hebben we in het afgelopen jaar kunnen waarmaken”, vertelt Hans Schultz over het samengaan van de Deense potplantenexporteurs Gasa en Bøg Madsen. Schultz is algemeen directeur van de nieuwe holding. Voor de fusie waren Gasa en Bøg Madsen met een aandeel van respectievelijk 40% en 20% de grootste spelers in de Deense export van sierteeltproducten. Van hun gezamenlijke export die een waarde heeft van €310 miljoen, maken de boomkwekerijproducten ongeveer 15% uit. Het overgrote deel van die export betreft kamerplanten. De gezamenlijke omzet is sinds de fusie min of meer gelijk gebleven. Schultz toont zich daarover content, zeker gezien het economische klimaat in Europa en de rampzalige voorjaarsafzet in diverse Europese landen. „Dat we onze omzet hebben kunnen vasthouden, is mede te danken aan het boomkwekerijproduct.” Het aandeel boomkwekerijproducten is nog wel gering voor Gasa Bøg, maar die producten zullen de komende tijd voor de grootste groei zorgen, aldus Schultz. Die profiteren namelijk van de logistieke kanalen waarin beide ondernemingen al opereerden. Die zijn na de fusie nog efficiënter ingericht, aldus Schultz. De fusie brengt het boomkwekerijproduct bovendien dichterbij voor potplantenafnemers die tot voorheen er weinig mee deden.
’Uiterst compleet sortiment’ Op inkoopgebied hebben Gasa en Bøg Madsen elkaar sterk aangevuld. „Samen hebben beide bedrijven veel meer spierballen”, aldus Schultz. „De holding kan een uiterst compleet sortiment leveren: een sortiment waar potplanten en tuinplanten elkaar perfect aanvullen.” Schultz claimt dat er geen Europese ondernemingen zijn die een completer sortiment kunnen aanbieden. Het sortiment is zo breed mede dankzij de mediterrane inkoop. Bøg Madsen was al actief in Italië en Spanje. In het verleden exporteerde het bedrijf veel naar Spanje. Door de economische crisis heeft die export plaats gemaakt voor import. Het aanbod is volgens Schultz groot en het prijsniveau is „uiterst aantrekkelijk”, mede omdat de Spaanse overheid de kwekerijen ondersteunt in hun afzet naar het buitenland.
36
’Duits valt gewoon meer in smaak bij afnemers’
Ook Polen neemt, qua inkoop, een steeds belangrijkere plaats in. De meeste boomkwekerijproducten koopt Gasa Bøg echter in in Duitsland, benadrukt Schultz. Duitsland is zowel de belangrijkste toeleverancier als de belangrijkste afzetmarkt voor het Deense fusiebedrijf. In de vermarkting van Duitse tuinplanten op de Duitse markt speelt Gasa Bøg bovendien een belangrijke rol, aldus Schultz. „Wij behoren met onze Duitse vestiging in Kevelaer zonder meer tot de top van handelsondernemingen op de Duitse markt.”
’Duitse kwekers hongeriger’
’Onze groei zit in boomkwekerij op Rusland’
Gasa Bøg koopt ook in Nederland in, maar in beperkte mate, aldus Schultz. „Zeker wanneer we die inkoop vergelijken met de zaken die we met Duitse kwekers doen.” Volgens hem zijn kwekers in Duitsland doorgaans „hongeriger” naar hun afzet dan kwekers in Nederland. Hij schetst een beeld van een Nederlandse kwekerij waar vaak al de vierde generatie de scepter zwaait, en waar het kennelijk nog zo goed gaat, dat van een echt agressieve marktbenadering nauwelijks sprake is. Er zijn meer verschillen, constateert Schultz. Nederlanders zijn volgens hem erg sterk in de vermarkting van hun producten. „De etiketten zijn goed, de verpakkingen zijn innovatief en de potten zijn attractief.” Maar gaat het puur om het sortiment, dan kiest Schultz voor Duitsers. Het is meer een gevoel waarover Schultz spreekt. Hij wijst op de beurzen die Gasa Bøg in Kevelaer regelmatig verzorgt. „Het blijkt gewoon dat het Duitse sortiment dat dan wordt getoond, in de smaak valt bij onze afnemers.” Dat is ook de belangrijkste reden waarom Gasa Bøg op Plantarium niet alleen met een stand de aandacht vestigde op het Duitse sortiment. De Denen organiseerden er ook een orderbeurs rondom dat sortiment.
Aanvullen vanuit Nederland Wat kunnen Nederlandse boomkwekers doen om meer in het vizier van Gasa Bøg te komen? Schultz aarzelt in zijn antwoord op deze vraag. Met een duidelijke reactie komt hij niet. Wel stelt hij vast dat de gefuseerde onderneming „gewoon meer gefocust is op de Duitse productie.” Die productie kan vanuit Nederland wel worden aan-
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Denen2.indd 36
29-08-13 13:35
Buitenland
an Nederlands’ gevuld, door aan Gasa Bøg in Duitsland te leveren. Het Nederlandse product gaat dan wel als onderdeel van het ’Duitse sortiment’ de markt op. Het minder oog hebben voor de Nederlandse productie, laat zich ook vertalen naar producties in Groot-Brittannië en Frankrijk. Gasa Bøg heeft daar geen bruggenhoofden en volgens Schultz komen die er voorlopig ook niet. Bij de bekendmaking van de fusieplannen vorig jaar, kregen de Oost-Europese ambities van Gasa Bøg veel aandacht. De kansen in Oost-Europa zijn volgens Schultz groot; hij noemt vooral de kansen op de Russische markt.
Die stond al open voor Deense potplanten. De groei zal daar zitten in het boomkwekerijproduct, zo verwacht Schultz. „Het is daarom belangrijk dat er een sortiment komt dat bij uitstek geschikt is voor de groeiomstandigheden in Rusland.” De Poolse boomkwekerijproductie komt hier in beeld. En zeker ook de productie in Denemarken, of - breder - in Scandinavië. Ook Duitse planten zouden in dat sortiment kunnen passen, aldus Schultz. Nederlandse planten worden door hem bewust niet genoemd. <
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Denen2.indd 37
37
29-08-13 13:35
Foto’s: Arno Engels, Gerdien de Nooy, Tuincentrum Veenendaal
p ro d u c ta n a lys e
Clematis kende wisselend seizoen Sommige kwekers zeggen dat de afzet van Clematis nog nooit zo slecht was als dit jaar. Maar andere kwekers raakten hun planten toch nog aardig kwijt. Kwekers die planten overhielden, maken zich zorgen dat er daardoor volgend jaar extra aantallen op de markt zullen komen.
Eigenaar Szczepan Marczynzki van het Poolse bedrijf Clematis Container Nursery spreekt van het slechtste jaar voor de afzet van Clematis in de afgelopen tien jaar. „Vooral het weer was de spelbreker. Het voorjaar was te koud en daarna werd de zomer te warm. We hebben klanten in dertig landen, maar zelfs ons brede klantenpakket kon niet voorkomen dat we het slechtste seizoen van de afgelopen tien jaar meemaken”. Ook sommige Nederlandse kwe-
kers spreken van het slechtste jaar sinds heugenis. Zij hebben niet al hun planten verkocht en zien zich genoodzaakt die deze winter over te houden. Eén kweker schat dat hij zo’n 30% van zijn productie heeft overgehouden. Dit betekent extra werk en dus extra kosten, terwijl hij verwacht dat het product niets extra’s zal opleveren ten opzichte van de prijs van dit jaar. Ook verwacht hij dat er komend voorjaar extra aantallen op de markt komen, wat de prijs wellicht negatief zal beïnvloeden. Over de daghandel en de handel voor het najaar waren de meeste kwekers ook niet erg enthousiast. Maar toch waren er ook kwekers minder negatief over het afgelopen seizoen. Paul Vermeulen is in- en verkoper bij Boomkwekerij Richard Dorst en vindt dat ze ’niet mogen
handelsstemming
klagen’. Dat komt waarschijnlijk ook omdat Dorst niet alleen aan tuincentra verkoopt. „Veel planten zijn dit voorjaar ’zonder blad - met stok - in kisten’ verkocht richting de aanlegmarkt en naar kwekers die ze overpotten. Eigenlijk is onze productie normaal weggelopen”, zegt hij. <
hoe loopt het?
Oost-Europa blijft positief Op de beurs Green is Life in Warschau zit de stemming er goed in. Hoewel ze ook in deze hoek van Europa een ronduit slecht voorjaar hebben gehad, lijkt dat kwekers en handel niet af te schrikken voor het nieuwe jaar. De verwachtingen zijn goed.
„De sfeer hier is totaal anders dan op Plantarium vorige week” aldus Sebastiaan Hoogenraad van handelskwekerij G. Hoogenraad. „Iedereen op de beurs heeft zin in het nieuwe seizoen en is positief gestemd. Echt een verademing.” Gelijk de eerste ochtend van opening was het druk op de beurs. En hoewel de middag rustiger was en zaterdag en zondag ook veel consumenten de beurs bezochten, noemen de Nederlandse deelnemers het een goede beurs die net zo goed of zelfs beter is dan vorig jaar. Boomkwekers die al langer aan de beurs deelnemen signaleren de laate jaren ook een toename in het aantal vakbezoekers
38
op de beurs uit zowel Polen als de omringende landen. De problemen in Rusland en Oekraïne met de invoer van boomkwekerijproducten, weerhouden kwekers en handelaren uit beide landen er niet van om naar de beurs te komen en concrete afspraken te maken over aankopen. De interesse voor boomkwekerij is onverminderd groot uit deze landen. Maar ook vakbezoek uit Litouwen is veel gezien op de beus. De Nederlandse kwekers op de beurs doen vooral zaken met kwekers die hun product als uitgangsmateriaal gebruiken. En hoewel de Poolse kwekers een slecht voorjaar hebben gedraaid, wordt deze dip vooral als tijdelijk gezien en lijkt dit weinig invloed te hebben op de inkopen voor komend voorjaar. Voor het najaar wordt er geen handel verwacht. Ondanks promotie voor najaarsverkoop, concentreert de handel zich in Polen ook op het voorjaar. <
Handel in week Rapportcijfer: 34 -
Léon Faassen, J.H. Faassen-Hekkens bv:
‘Aanvragen komen binnen’
Handel in week Rapportcijfer: 35 8
Eric Kessels, Arie Bouman Tuinplanten
’Het wordt een spannende herfst’
Meer info op deboomkwekerij.nl
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Markt en Afzet BKW13-33.indd 38
02-09-13 15:51
Markt & Afzet p ro d u c ta n a lys e
Dikkere eiken verkochten het best Eiken vanaf diktemaat 16-18 waren afgelopen seizoen minder voorradig, terwijl de vraag wel goed was, dus deze eiken werden goed betaald. In de kleinere maten waren er echter te veel eiken op de markt. De prijzen voor deze bomen waren dan ook navenant. Met name Quercus robur is nog altijd een echte broodboom, zeker voor de handel in Nederland en Duitsland. Wellicht ook daarom is deze soort vatbaar voor overproductie. Als er in bepaalde jaren teveel jonge eiken voorradig zijn, reageren diverse kwekers door er minder op te zetten voor de toekomst. Zo ook andersom: de opplant groeit snel als de maten 6-8, 8-10 en 10-12 wel goed lopen. Afgelopen seizoen liep de verkoop van die maten niet naar wens van veel kwekers. De komende jaren
zal het aanbod dus waarschijnlijk afnemen. Er is ook bovendien minder om op te planten, omdat er minder zaailingen zijn dan anders. Enkele kwekers hebben de afgelopen jaren bewust jonge eiken uit de verkoopvoorraad gehouden. Deze bomen konden dus doorgroeien tot grotere maten. Hier was afgelopen seizoen, net als het seizoen ervoor, flink vraag naar. Kwekers zaten met die maten dus goed op de markt. De meeste andere soorten verkochten algemeen ook wel goed, hoewel er van bijvoorbeeld Q. rubra of Q. palustris veel minder bomen worden gekweekt en gevraagd dan Q. robur. Ook Q. robur ’Fastigiata’ speelt een kleinere rol op de markt, maar deze cultivar is volgens kwekers nog genoeg in voorraad.
Specifiek Britse afnemers lijken weer als vanouds naar eiken te vragen. Angst voor eikenprocessierups speelt de export weinig of geen parten meer. Voor de export moeten de eiken toch afkomstig zijn van kwekerijen die vrij zijn verklaard van de rups. <
langs de kassa
Janny Konijn en Melvin Brouwer:
‘Gemeente verplicht burgers beuken te planten’ Naam bedrijf:
Tuincentrum Veenendaal Locatie: Veenendaal Medewerkers: 3
Jullie waren vroeger een haagcentrum? „Ja, vroeger werden hier alleen haagjes verkocht, om de consument te laten zien wat er allemaal is en kan met hagen. Sinds een jaar of vier is het haagcentrum verbouwd tot tuincentrum en bieden we ook andere tuinplanten, decoratieartikelen, potgrond, mest en beelden aan.”
Wat is jullie doelgroep? „We richten ons zowel op jongeren als ouderen. We hebben het geluk dat hier in de buurt nog veel huizen worden gebouwd. Daar proberen we op in te springen. Zo moeten de mensen in Veenendaal verplicht beuken langs de voortuintjes planten van de gemeente, om een nostalgisch
straatbeeld te creëren. En als ze eenmaal voor beuken komen, willen ze vaak meer.” Waar kopen jullie in? „Onder andere bij veiling Plantion, die hier vlak om de hoek zit. Als mensen vragen naar iets wat we niet hebben, kunnen we binnen een kwartiertje terug zijn. De haagplanten kopen we verder rechtstreeks bij Jan Konijn Boomkwekerijen, het bedrijf van de zoon van de eigenaar. Hierdoor kunnen we ze scherp aanbieden.” Wat is jullie kracht? „We hebben snelle en verse aanvoer en kunnen goedkoop inkopen. Daarom kunnen we ook goedkoop verkopen. Veel mensen zijn verbaasd over onze prijzen. Maar omdat we hele andere kosten hebben dan bijvoorbeeld een Intratuin, hoeven we veel minder winst te halen op een plant. Daarvan profiteert bij ons de consument.” < De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Markt en Afzet BKW13-33.indd 39
39
02-09-13 15:51
513531.indd 40
2-9-2013 9:31:23
- IN MEMORIAM Een herinnering aan Aad en Trees Vergeer - van der Weide Op zondag 25 augustus bereikte ons het droeve bericht dat Aad en Trees Vergeer zijn omgekomen bij een ernstig verkeersongeluk. In de regio Boskoop, maar ook binnen de Nederlandse Boomkwekerij, was Aad jarenlang een actief en betrokken bestuurder. Een heel bijzondere plaats nam hij in binnen de Studieclub regio Boskoop. Vanaf 1993 was hij bestuurslid en penningmeester. Zijn bijzondere kwaliteiten lagen op het vlak van organiseren. Zo organiseerde hij buitenlandse studiereizen en speciale excursies voor een groepje boomkwekers die geïnteresseerd was in eb- en vloedsystemen. Helma van der Louw, voorzitter van de Studieclub, karakteriseert hem als een man met een luisterend oor, een rustige houding en een bindend vermogen. Aad was ook een flink aantal jaren bestuurslid van de Ver. Kring Boskoop van de Nederlandse Bond van Boomkwekers. Vanuit die hoedanigheid was hij afgevaardigde in het hoofdbestuur, bestuurslid van de Cultuurgroep voor Siergewassen en de Stichting Hulpmaterialen. In 2010 stopte hij met deze activiteiten. Bij zijn afscheid kreeg hij een Koninklijke onderscheiding, hetgeen hij zeer waardeerde. Toch bleef het bestuurlijk actief zijn binnen de boomkwekerij hem trekken en zo zette hij zich de laatste maanden in voor het behoud en herstel van de Sortimentstuin Harry van de Laar. Ook al was hij zelf geen kweker meer, hij vond het belangrijk dat de sector zich bleef ontwikkelen, ook in het sortiment. Hoewel ik Aad al vele jaren ken, heb ik hem de laatste twee jaren pas echt goed leren kennen door onze samenwerking in het project Glassanering Polder Bloemendaal in Waddinxveen. In dit gebied lag zijn bedrijf waarvoor hij ook een saneringsovereenkomst tekende. Als projectadviseur had ik daarover veel gesprekken met hem en later ook met zijn vrouw Trees erbij. Ook bij dit project kwam zijn bindend karakter en zijn organisatietalent weer tot uitdrukking. Mede door zijn inzet ontstond er een hechte samenwerking tussen de dertien bedrijven die participeren in dit project. „Samen is altijd beter dan alleen”, was een veel gebezigde uitspraak van hem. Daarbij had hij oog voor de omgeving en ook voor de bedrijven die daar worden voortgezet. Waarschijnlijk komt op zijn grond een klein landschapsparkje. Bij de uitwerking van dit plan gaf Aad de opdracht mee: „Zorg ervoor dat er geen gewassen gaan groeien die onkruid veroorzaken bij de buren.” En hij gaf mij de opdracht: „Leg goed vast dat de boomkwekers altijd zeggenschap blijven houden over dit landschapspark zodat zij kunnen ingrijpen wanneer het misgaat.” Hij vond het een prima idee om het parkje open te stellen voor publiek. „Laat de buren er ook maar van genieten”, zo was zijn boodschap. Behalve het werk voor de boomkwekerij zetten Aad en Trees zich ook in voor veel andere zaken binnen de Boskoopse gemeenschap. Wij verliezen in Aad en Trees goede vrienden. Hun inzet voor de samenleving en in het bijzonder voor de boomkwekerij zullen lang in onze herinnering blijven en ons ook steeds weer inspireren. Zij laten één dochter achter die wij, met haar vriend en andere familieleden, kracht en sterkte toewensen om dit grote verlies te dragen.
Henk van der Smit
Deze bijdrage valt onder de redactionele verantwoordelijkheid van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten. Voor informatie: (073) 217 31 83, e-mail: info@zlto.nl, www.lto.nl. De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
LTO2 rechterpag-BKW13-33.indd 41
41
02-09-13 15:44
Bijeenkomst Cultuurgroep voor Fruitgewassen
Verwaarloosd groen en zwerfvuil
Op vrijdag 4 oktober organiseert het bestuur van de Cultuurgroep voor Fruitgewassen haar jaarlijkse ledenvergadering. Ook dit jaar wordt een koppeling gemaakt met de jaarlijkse vergadering van deelnemers van Stichting Vermeerderingstuinen Nederland. De gecombineerde vergadering maakt
Toen het huidige kabinet met VVD en PvdA aantrad, was ik als ondernemer zeer hoopvol. Een ondernemend kabinet met een sociaal gezicht. Dat moet goed komen. Van deze hoop is weinig meer over. De economie is door rekenmeesters kapot bezuinigd en de mensen zijn zo gekort en bang gemaakt dat niemand nog geld durft uit te geven.
gebruik van het programma van de Week van de Smaak die op dat moment plaatsvindt in de Regio Venlo. Leden van LTO met teelt van vruchtbomen of vruchtboomonderstammen ontvangen nog een persoonlijke uitnodiging met het programma.
Bezoek aan Floriadestad Almere De Floriade in Venlo ligt nog geen jaar achter ons, maar de voorbereidingen op de volgende Floriade zijn al in volle gang. Evenals bij eerdere Floriades wil de boomkwekerijsector tijdig betrokken zijn bij de inrichting van het terrein. Om een goed aangekleed floriadeterrein te krijgen moeten bomen immers tijdig worden geplant. Op initiatief van het bestuur van de Cultuurgroep van Laan-, Bos- en Park-
bomen heeft een delegatie afgelopen week een bezoek gebracht aan Almere en de contacten gelegd met de direct betrokkenen. De delegatie werd blij verrast met de inrichting van een permanente opstelling van een maquette in hartje Almere en met de uitleg over de Floriade 2022 die als ondertitel Growing Green Cities meekrijgt. Het is duidelijk dat de Floriade in Almere nu al leeft.
Aantasting eikenspintkever Op verzoek van de Cultuurgroep Laanbomen (en gefinancierd door het PT) hebben PPO en Alterra onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van schade door hout- en bastkevers bij eiken op kwekerijen en in het openbaar groen. Gaatjes in eik worden meestal veroorzaakt door de eikenspintkever. Voor deze zwakteparasiet zijn vooral minder vitale bomen gevoelig. De conditie van de bomen op de kwekerijen is meestal zo goed dat een spintkeveraantasting zich niet kan handhaven. Het blijft dan beperkt tot mislukte inboringen. Bij (jonge) eiken in het openbaar groen was het
aantastingsniveau veel groter, vaak omdat de (her)groeiomstandigheden niet altijd optimaal waren. Hierdoor was de conditie van de eiken verminderd, waardoor ze vatbaarder werden voor aantasting door spintkevers uit de omgeving. De aantasting vindt dus bijna altijd ter plekke plaats en niet op de kwekerij. Belangrijkste (preventieve) maatregel om problemen met deze kever te voorkomen is te zorgen voor een goed groeiende vitale boom. Regelmatig extra water geven gedurende de hergroeiperiode kan veel onheil voorkomen. Het onderzoeksrapport kunt u inzien op www.tuinbouw.nl.
Deze bijdrage valt onder de redactionele verantwoordelijkheid van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten. Voor informatie: (073) 217 31 83, e-mail: info@zlto.nl, www.lto.nl.
42
43% van de MKB-ondernemers ziet geen toekomst. De regeldruk neemt samen met de lastenverzwaring toe in plaats van af en dit ondernemende kabinet bezuinigt gewoon door. Zo ook in het groen. In de gemeente waar ik woon, Deurne, wordt het groen niet meer onderhouden en het zwerfvuil niet meer opgeruimd. Men gaat uit van de zelfredzaamheid van de burger. Met andere woorden: wel gemeentelijke belastingen verhogen maar de burger ook nog zelf het gemeentegras laten maaien. Het groen is dus weer het kind van de rekening. Groen heeft bewezen economische waarde te genereren doordat huizen meer waard zijn en wijken beter leefbaar met kwalitatief goed groen. Daarom hebben LTO vakgroep Bomen en Vaste Planten, Anthos en VHG iVerde opgericht en wordt de eerste campagne gericht op de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Bedrijven uit de boomkwekerij en groenvoorziening hebben geld bijeen gebracht voor de eerste grote campagne met privaat geld ter bevordering van groen. Dit geeft de bedrijven toegang tot een enorm netwerk van groeninkopers en afnemers zoals de overheid. Wilt u als bedrijf daar bij zijn? Meldt u dan bij iVerde zodat ook uw bedrijf meeprofiteert van de promotie die tot doel heeft de politiek het groene licht weer te laten zien. Nu maar hopen dat in plaats van bezuinigen dit kabinet weer gaat ondernemen. Zodat bij economische groei uw bedrijf als eerste profiteert.
Henk Raaijmakers
Vice-voorzitter LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten.
De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
LTO-BKW13-33.indd 42
02-09-13 16:07
Service
Foto's: Ketura Haveman
bedrijfsnieuws
vaktaal
Sjaak Bakker naar Flier Systems Begin september start Sjaak Bakker als commercieel directeur bij Flier Systems. Hiervoor was Bakker algemeen directeur bij Javo bv in Noordwijkerhout en deed daarvoor ervaring op bij Logiqs Agro. Samen met algemeen directeur Ard Flier vormt Bakker de directie van Flier Systems. Salesmanager Ad Kranendonk wordt Manager New Business binnen het bedrijf. Flier Systems uit Barendrecht ontwerpt, ontwikkelt en installeert machines en systemen voor bedrijfsprocessen in veredelingsbedrijven, plantenkwekerijen en productiebedrijven binnen groente- en sierteelt.
Kwaliteitsnormen geactualiseerd De nieuwste versie van de uitgave Kwaliteitsnormen Boomkwekerijproducten is beschikbaar. In boekvorm én op internet. In de kwaliteitsnormen staat onder andere informatie over maatvoering, herkomst en codering. De publicatie is digitaal beschikbaar via www.kwaliteitsnormenboomkwekerij.nl. In boekvorm is de publicatie te bestellen via het secretariaat van de Raad voor de Boomkwekerij in Hillegom door een e-mail met uw gegevens te sturen naar info@raadvoordeboomkwekerij.nl.
agenda Binnenland 10 t/m 12 september Groen Techniek Holland Biddinghuizen
11 t/m 13 september Vakbeurs
Demo-Dagen Arnhem, Papendal
15 t/m 17 september Vakbeurs
voor retailers, o.a. voor groen Trendz Venray, Evenementenhal 1 oktober Marktplaats Event Bleiswijk, FloraHolland 2 en 3 oktober Tuinbouw contactdagen Rijswijk, de Broodfabriek 2 t/m 4 oktober Boomkwekerijvakbeurs GrootGroenPlus Zundert, assortimentstuin 6 t/m 8 november Handelsbeurs Trade Fair Aalsmeer
Buitenland 6 en 7 september Tuinbouwvak-
beurs The Green World Tsjechië, Brno
8 t/m 10 september Vakbeurs
9 t/m 11 september Vakbeurs
FlowerExpo Rusland, Moskou
11 t/m 13 september Sierteeltvakbeurs Flormart Italië, Padua
14 en 15 september Sierteelt-
vakbeurs Naivasha Horticultural Fair Kenia, Nairobi 15 t/m 17 september Tuinbeurs Glee Engeland, Birmingham 2 en 3 oktober Tuinbeurs Elmia Garden Zweden, Jörnköping 3 t/m 5 oktober Sierteeltvakbeurs Iberflora Spanje, Valencia 4 t/m 6 oktober Tuinbeurs Orticolario Italië, Como 17 t/m 20 oktober Beurs Florex Roemenië, Cluj-Napoca 23 t/m 27 oktober Sierteeltvakbeurs Flower Autumn Bulgarije, Plovdiv
Spoga + Gafa Duitsland, Keulen
Bijdragen Meer informatie op: deboomkwekerij.nl/agenda
Bijdragen voor de service-pagina’s kunnen worden gestuurd naar Redactie ‘De Boomkwekerij’, Postbus 9324, 2300 PH Leiden, e-mail: boomkwekerij@hortipoint.nl.
Elliot Grooves Leeftijd: 47 Opleiding: Tuinbouwschool Bedrijf: Stepping Stones Nursery Plaats: New Plymouth, Nieuw Zeeland
Wat doet u in Warschau? „Proberen nieuwe klanten te vinden voor onze planten. Europa is voor ons een belangrijke afzetmarkt. 50% van onze planten gaat hier al heen. Ik sta al jaren op de IPM, maar denk dat ik in Polen meer potentiële Oost-Europese afnemers tref.” Is het de eerste keer in Polen? „Ja. Om te kijken of het wat is, zal ik ook de komende jaren participeren. Je kan niet verwachten dat het gelijk succesvol is. Pas na een paar jaar ga ik evalueren wat deze beurs ons oplevert, om daarna te bepalen of we hier al dan niet mee doorgaan.” Waarom exporteert u naar Europa? „Wij zijn gespecialiseerd in geënte planten. Door het enten zijn onze planten winterharder dan de gestekte japanse Acer. Dat maakt het product interessant voor met name Noord- en Oost-Europa. Maar we exporteren ook richting Italië, Duitsland en Frankrijk.” Maken de transportkosten het product niet te kostbaar? „Dat valt reuze mee. Wij versturen alles per vliegtuig en vaak blijken de transportkosten niet veel hoger dan die van vrachttransport binnen Europa.”
Sortiment: Bladverliezende geënte gewassen, met Acer en Magnolia als hoofdgewas Oppervlakte: 180 ha
Is per boot niet goedkoper? „Misschien, maar dat scheelt niet veel. Belangrijker is echter dat het niet werkt voor ons product. Wij leveren in juni/juli, dat zijn onze wintermaanden en dan is het product vrij van blad. Zodra het hier wordt opgepot, krijgt de plant een enorme groeispurt. Het zou erg vervelend zijn als de plant in blad begint te komen gedurende de zes tot acht weken dat de gewassen in de boot liggen.” Is het onderbreken van de winterrust geen probleem? „Juist niet. Na zes tot acht weken staan de planten vol in het blad. Gemiddeld genomen staan ze dan nog negen maanden op de kwekerij en worden ze het voorjaar erna verkocht.” Jullie verkopen ook planten via televisie? „Ja, en dat werkt heel goed. We promoten de planten op een Tel-sell manier in het reclameblok. Het is verrassend hoeveel mensen vervolgens ook kopen. We hebben eerst wel uitgegezocht of en hoe we de planten in een optimale conditie bij de klant konden krijgen. We versturen ze per doos in Nieuw-Zeeland, maar ook ver daar buiten. Het is een hele andere manier van verkopen.” De Boomkwekerij 33 (6 september 2013)
Service-BKW13-33.indd 43
43
02-09-13 15:41
513535.indd 44
2-9-2013 13:10:44