klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716
gedrukt
Met name het standpunt van de VVD is opvallend, aangezien het verbod op chemische onkruidbestrijding tot stand is gekomen onder het huidige kabinet van VVD en PvdA. CDA is het stelligst in haar kritiek: „Dit verbod is een van de voorbeelden van zeer slecht beleid van dit kabinet. Het is
Amerika, land van de onbegrensde mogelijkheden. Waar een krantenjongen miljonair kan worden. Ja, dat was vroeger. Tegenwoordig is het vooral het land waar een miljardair president is. Waar natuur en klimaat moeten wijken voor oliepijpen en asfalt. Waarom dan toch een special over Amerika in Tuin en Landschap? Lange tijd was Amerika toonaangevend op het gebied van stedelijke groenontwikkeling. Denk aan de visionaire Highline in New York. Maar ook de trend van urban farming, stadslandbouw in goed Nederlands, is komen overwaaien uit de Verenigde Staten. Mooi dan om te zien dat Nederlandse tuinontwerpers en landschapsarchitecten nu furore maken in de VS. Natuurlijk, de beplanting van Piet Oudolf op de Highline ligt er alweer wat jaren. Maar van recenter datum is het iconische park op Governors Island dat door West 8 is aangelegd.
de vraag of dit verbod juridisch houdbaar is.” Verschillende partijen pleiten voor het toelaten van laagrisicomiddelen. Zo zijn naast VVD en CDA ook de christelijke partijen ChristenUnie en SGP voor toelating van laagrisicomiddelen. De ChristenUnie wil dat er zo snel mogelijk een lijst komt van toegestane laagrisicomiddelen, zodat bedrijven de omslag kunnen maken. Ook nieuwe partijen als VNL en de Piratenpartij zijn voorstander van toelating van laagrisicomiddelen. D66, dat pleit voor handhaving van het verbod op chemische onkruidbestrijding buiten de landbouw, wil dat middelen op individuele basis worden bekeken. „Laagrisicomiddelen kunnen een hogere dosering nodig hebben of een langere afbraaktermijn die er uiteindelijk toe leidt dat een middel meer invloed heeft op het milieu dan een hoogrisicomiddel. De ruimte die geboden wordt, zal
dus individueel per middel gecombineerd met gebruiksvoorschriften bekeken moeten worden.”
Diverse partijen wijzen op de nadelige effecten van alternatieve methoden zoals branden en stomen. Zo stelt de VVD dat „alternatieve methodes zoals het branden van onkruid schadelijker zijn voor het milieu en kostbaarder” dan glyfosaat. De SGP schrijft: „Alternatieve methoden zijn veel duurder en hebben ook nadelige effecten.” Volgens de partij is hier bij de invoering van het verbod te snel aan voorbij gegaan. PVV, DENK en de Ondernemerspartij hebben niet gereageerd op vragen van Tuin en Landschap. GroenLinks, Partij voor de Dieren en 50Plus gaven aan geen tijd te hebben om te reageren vanwege een krappe bemensing.
Directe aanleiding voor de special is de Philadelphia Flower Show die als thema 'Holland' heeft en waar drie Nederlandse ontwerpers showtuinen hebben aangelegd. Het Ecodome dat door NL Greenlabel in opdracht van het ministerie van Economische Zaken is ontworpen, is voor de gelegenheid zelfs speciaal de grote plas overgestoken. Maar ook in New Orleans wordt met Nederlandse inbreng een groot waterproject aangelegd in de nasleep van orkaan Katrina. Zo laten Nederlandse ontwerpers zien wat je allemaal met groen in een stedelijke omgeving kunt doen. De groene stad als exportproduct in de praktijk gebracht. Naast al deze inspirerende artikelen in dit nummer ook een uitgebreid overzicht van de standpunten van politieke partijen over zaken die u als groenspecialist aangaan, en hopelijk ook aan het hart gaan. Van gewasbescherming tot groene daken. Doe er uw voordeel mee!
'Wereldtuinbouwexpositie' is eigenlijk een vlag die de lading niet meer dekt. Midden in Almere moet niet minder dan de groene woonwijk van de toekomst verrijzen. Wethouder Tjeerd Herrema van de gemeente Almere sprak zelfs van 'de stad van de toekomst', een formulering die in verschillende bewoordingen de revue zou passeren. Diverse sprekers benadrukten ook het verschil met de laatste Floriade in Venlo. Volgens Jan Willem Griep, directeur Tuinbouw & Financiën van de Floriade Almere 2022, slaat de Floriade in Almere een nieuwe weg in. „Deze expositie loopt synchroon met de uitdagingen en kansen van deze tijd.” Anthos-directeur Henk Westerhof zei namens Stichting De Groene Stad vooral het
gedachtegoed van de groene stad in stand te willen houden en verder uit te willen bouwen, samen met de groensectoren. Ook Griep benadrukte dat de achterban een belangrijke schakel vormt om bij de Floriade te betrekken. „Prioriteit nummer één zijn de bomen. We willen daarbij het niveau van de Champions League, voor minder doen we het niet.” Hoewel de opening van de wereldtuinbouwexpositie pas over vijf jaar plaats vindt, gaan dit najaar de eerste bomen al de grond in.
Via een videoboodschap sprak ontwerper Winy Maas van MVRDV de volle theaterzaal toe. „We willen een bibliotheek van planten aanleggen, van A tot Z. Maar de planten en bomen worden niet gepresenteerd zoals ze bij de kweker staan, maar gedragen zich stedelijk. Ze staan bijvoorbeeld op een balkon of terras. Of we maken een kathedraal van wilgen, of een kantoorgebouw dat geheel uit glas en berken is opgetrokken. We willen elke
plant zo in zijn waarde zetten.” Wat Maas betreft moet de Floriade in Almere een blijvende bijdrage leveren. „Mijn voorbeeld is het Amstelpark dat er ook nog steeds ligt. Het moet niet zo zijn dat na de expositie alles de vrachtwagen in gaat en klaar.” Lennart Graaff presenteerde namens bureaus Northernlight en Bloc het expoconcept van de Floriade. „De doelgroep van de Floriade is niet heel breed en het bezoekersaantal is de afgelopen jaren steeds teruggelopen. Hoe kun je anders naar de Floriade kijken?” Volgens Graaff moet de Floriade naar Disney-concept minstens acht iconen huisvesten, zodat mensen nog een keer terugkomen. Denk aan een Droomstraat, een Klimaattoren en een Jasmijnhotel. Daarnaast moet het park twintig bakens of herkenningspunten tellen, zoals een bloementunnel en een doolhof. Naast pioniersprojecten voor groen leven moet de Floriade groene innovaties uit de hele wereld naar Almere brengen.
Landschapsarchitect Niek
Roozen gaf vervolgens een bevlogen inkijkje in het hart van de Floriade, het Arboretum van A tot Z. Verdeeld over 200 kavels komen planten en bomen, geselecteerd op duurzame criteria en ingedeeld volgens het alfabet, op het terrein te staan. Roozen hoopt dat sierteeltbreed planten worden ingezonden, zowel op gezamenlijke als individuele basis. De teller staat inmiddels op 2.000 soorten, waarbij sommige letters oververtegenwoordigd (de A) en andere ondervertegenwoordigd zijn (de Y en de Z). De X ontbreekt nog. De planten en bomen worden geïntegreerd met bebouwing zoals daken, gevels en balkons. Volgens Roozen is dit dé kans om de groene stad echt te bouwen. „Er is budget vanuit de gemeente Almere voor de groenstructuur. Met dit aanjaaggeld kunnen we iets heel bijzonders maken.”
De reacties van de vertegenwoordigers van de diverse sectoren waren positief. VHGdirecteur Egbert Roozen: „Ik word helemaal happy van dit verhaal. 2022 is wat ons betreft geen startpunt, we zijn al begonnen. De Floriade wordt een showcase voor de groene stad.” Douwe Snoek van Snoek Hoveniers reageerde ook positief: „Ik word hier enorm enthousiast van. Als bedrijf alleen kun je dit niet overbrengen, we moeten dit gezamenlijk oppakken.” Ook Bert Griffioen van Vasteplantenkwekerij Griffioen was enthousiast. „Prachtig zoals steen, hout, glas en groen wordt gecombineerd, we kunnen hier laten zien hoe het moet. Als kweker wil ik graag meewerken aan het Arboretum waarbij ook nieuwe variëteiten kunnen worden toegevoegd.”
lingen: „De problemen van het veranderde klimaat worden nu als eerste gevoeld in de stad: overstromingen door piekbuien die in de stad moeilijk gebufferd kunnen worden. Verder een perspectief van meer hittegolven en pieksterfte van ouderen door het stedelijk hitte-eilandeffect.” Entente Florale en Operatie Steenbreek hebben de verkiezingsprogramma’s van de tien grootste politieke partijen geanalyseerd op de onderwerpen natuur, groen, stedelijke omgeving en klimaat. Volgens de stichtingen gaat het bij veel partijen alleen over beperking van emissies van broeikasgassen en CO2. In een brief aan de fractievoorzitters van de grootste landelijke partijen vragen Entente en Operatie Steenbreek om meer aandacht voor klimaatverandering op de partijagenda’s en tijdens de coalitieonderhande-
De organisaties zijn wel positief gestemd over de Klimaatwet die nu bij de Tweede Kamer is ingediend door PvdA, D66, GroenLinks, SP en CU. „Maar er moet veel meer gebeuren. Groenblauwe maatregelen in de publieke en private ruimte kunnen daarbij juist het verschil maken. We weten door de ervaring van onze organisaties in de afgelopen jaren, dat er een geweldig landelijk potentieel aanwezig is met lokale acties rond groenparticipatie, de groene stad en vergroening van particuliere tuinen.”
Carnaval hakte er te stevig in voor mij dit jaar. Waarschijnlijk had dat toch te maken met een soort van midlifecrisis waaraan ik niet wilde toegeven. En dus stortte ik mij gewoon als een jonge hond maar liefst zes (!) dagen in het gedruis. Om te laten zien hoe jong ik nog ben, haalde ik het ook nog in mijn hoofd om met zes kameraden een dance-act op te gaan voeren. Onze vrouwelijke Antilliaanse coach zag dat helemaal zitten en maakte een wervelende choreografie. Toen ik mijn dochter in het publiek zag zitten, terwijl ik op het podium in mijn onderbroek uitschreeuwde 'I am sexy and I know it' begreep ik de blik in haar ogen. ‘Best grappig maar beter niet meer doen’, was het devies. Uiteraard werd ik daarna ook nog afgestraft door Moeder Natuur. Want mijn weerstand was na het nuttigen van al dat bier en vette hap tot een
Met de symbolische overdracht van een boompje, een , werd donderdag 2 maart in schouwburg KAF in Almere de samenwerking tussen de Floriade 2022 en de groensector bekrachtigd. Namens de Floriade mocht directeur Jan Willem Griep (links) het boompje ontvangen uit handen van VHGdirecteur Egbert Roozen, voorzitter LTO Bomen en Vaste planten Henk Raaijmakers en Anthos-voorzitter Henk Westerhof. Dit najaar wordt al begonnen met de aanplant van de eerste bomen op het Floriadeterrein in Almere.
minimum gedaald. En dus zat deze vijftiger op dag zeven onder een deken te rillen op de bank en sprak alleen nog de woorden ‘het doet overal pijn’. Mijn puberdochter hoefde ditmaal opnieuw niets te zeggen: haar blik sprak ook nu weer boekdelen. Ik besloot er mijn voordeel mee te doen: had me nog geen vijf minuten bezig gehouden met de verkiezingen en wilde toch op 15 maart een goede keuze maken. En dus keek ik naar veel politiek en verplichtte ik mezelf tot het aanschouwen van het Carré-debat. Eén persoon kreeg in elk geval mijn stem niet: de architect van de Wet Werk en Zekerheid mochten ze van mij meteen naar huis sturen: wat een blamage. Ik liet me ook niet leiden door vriendelijk kijkende lachende gezichtjes die loze beloftes doen. Als ik iets had geleerd in de afgelopen dagen, dan was het dat je realistisch moet blijven.
Twintig jaar al maakt OBB speelruimteplannen voor gemeenten. Een grote frustratie van het bureau is dat veel speelplekken met de beste bedoelingen zijn aangelegd, maar vervolgens weinig door kinderen gebruikt worden. „Zonde van de tijd, energie én het geld.” Veel speelplekken zijn nu een verzameling toestellen, vindt eigenaar Johan Oost, die te eenzijdige speelmogelijkheden bieden. „Toestellen zijn leuk, maar door een gevarieerde omgeving creëer je
veel meer speelmogelijkheden, je kunt daarom beter een speellandschap maken.” Om het gemeenten makkelijker te maken hun nieuwe of bestaande speelplekken langs de meetlat te leggen, ontwikkelde OBB de Spikkel: een vragenlijst waarmee je in kaart brengt wat de speelmogelijkheden zijn voor verschillende leeftijdsgroepen én verschillende karakters. „Het doel van de Spikkel is dat er meer speelplekken gemaakt worden die echt leuk zijn, waardoor kinderen lekker gaan buiten spelen en waardoor het geld dat daarvoor beschikbaar is, beter wordt besteed. Het is niet bedoeld om plekken af te keuren, maar om te inspireren.”
De eerste vraag van de Spikkel gaat over verschillende speeltypes. Is er op de speelplek ruimte voor de zogenoemde rauwer, de douwer, de bouwer
en de schouwer? Zo heeft een rauwer veel open ruimte nodig om te kunnen ravotten, terwijl de veel rustiger schouwer gedijt bij beschutting en rugdekking. Een bouwer moet kunnen ’rommelen’, dingen bouwen en organiseren en de douwer voelt zich thuis in een ruimte specifiek ingericht voor een activiteit of spel. Andere belangrijke vragen gaan over de variatie in spelvormen, de omgeving, de uitdaging die een plek biedt en of je er samen kunt spelen. In de vragenlijst wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende leeftijdsgroepen (0-5, 6-11 en 12-18 jaar). Bij de vraag of een plek voldoende uitdaging biedt, is ’ik kan er vies worden’ en ’ik kan het zelf doen’ bijvoorbeeld belangrijk voor de allerjongsten, en ’ik kan er zitten/ hangen’ en ’ik kan meerdere sporten doen’ belangrijk voor de oudste leeftijdsgroep. In De Spikkel maakt OBB on-
Ik zit nog na te genieten van de prachtige nominaties die ik recent tijdens de uitreikingen van de prijzen Tuin van het Jaar, Zwemvijver van het Jaar en Interieurbeplanting van het Jaar mocht presenteren. Stuk voor stuk zeer hoogwaardige projecten, vakkundig aangelegd en onderhouden. Een lust voor het oog. Een onafhankelijke jury beoordeelt de inzendingen en stelt per project een juryrapport op. Het is interessant hoe een project tot stand is gekomen, welke wisselwerking er was tussen de klant, de ontwerper en de groenprofessional en welke functie het groen na de oplevering van het project heeft gekregen. Als brenger van sociaal contact, een prettige omgeving om in te ontspannen of om in te werken. Deze projecten vormen in mijn politieke lobbywerk het bewijs van wat groen doet. Een onderbouwing voor de bijdrage van groen aan de kwaliteit van onze leefomgeving, de biodiversiteit en de gezondheid van mensen.
derscheidt tussen vier speelplekken die variëren in grootte en functie: de informele plek, de steunplek, de centrale plek en de bovenwijkse plek. Voor elk type zijn dezelfde vragen opgesteld, maar afhankelijk van de grootte en de functie die ze voor de buurt hebben, hoeven ze aan meer of minder voorwaarden te voldoen. De Spikkel is bedoeld om gemeenten aan het denken te zetten hoe ze speelplekken kunnen verbeteren. OBB organiseert de komende tijd samen met diverse gemeenten bijeenkomsten over De Spikkel. De eerste vond plaats in Ermelo op 2 maart en werd bezocht door beheerders en beleidsmedewerkers van Ermelo, Harderwijk, Elburg en Zeewolde. Uit de reacties bleek dat zij het vooral een handige tool vinden om met collega's in discussie te gaan over speelplekken óf de vragenlijst te gebruiken tijdens bewonersbijeenkomsten. <
Een boodschap die we maar niet genoeg kunnen laten horen. Uit het recente tuinbelevingsonderzoek blijkt namelijk, dat tuineigenaren in de afgelopen jaren anders naar hun tuin zijn gaan kijken. Er wordt nog wel waarde aan de tuin gehecht, maar de tuineigenaar van tegenwoordig lijkt minder bereid om er veel tijd in te steken. Gemak is belangrijk, liefst kanten-klaar en op kosten wordt gelet. Eetbaar in de tuin is een trend. Daar ligt een uitdaging voor ons als hoveniers. We kunnen tuineigenaren ontzorgen en adviseren wat er op basis van specifieke wensen allemaal kan. De moderne tuin hoeft echt geen steenwoestijn te worden. En daar kom ik weer terug bij mijn grote genieten van de prachtige nominaties. Hulde voor deze prachtige groene projecten en alle lof voor het vakmanschap van onze hoveniers en groenvoorzieners! Zo kan het dus! Wie moet ik dan nog overtuigen van de waarde van groen buiten en binnen?
De Floriade 2022 is een topprioriteit voor het college van B en W van Almere. Dat zei burgemeester Franc Weerwind donderdag bij de kick-off van de wereldtuinbouwexpositie die in 2022 plaatsvindt in zijn stad.
Boomfeestdag heeft dit jaar als thema ‘Bomen verbinden’. Op 22 maart viert de nationale Boomfeestdag haar 60-jarig bestaan en starten 500 kinderen met de aanplant van de Groene Loper op het dak van de A2-tunnel in Maastricht.
Het Ctgb heeft een toelating verleend voor Roundup Gel Max. Het middel voor niet-professioneel gebruik is toegestaan als onkruidbestrijdingsmiddel in sierbeplanting, moestuin, open verharding, half open verharding en onverharde terreinen.
Het Edudelta College mag zich ‘Beste AOC van Nederland’ noemen. Het is een landelijke erkenning voor de opleidingen in de regio’s Barendrecht, Goes en Middelharnis. Edudelta is één van de aoc’s waar de VHG Brancheopleiding wordt verzorgd.
n
n
n
n
ij bosanemonen gaan de bloemen pas helemaal open als de zon schijnt, ze draaien gedurende de dag met de zon mee. Het geslacht Anemone bestaat uit zoâ&#x20AC;&#x2122;n 65 soorten en behoort tot de ranonkelfamilie, duidelijk te zien aan de schaalvormige bloemen. Er zijn soorten met gewone wortels, soorten met knollen en soorten met wortelstokken. Bosanemonen zijn geschikt om toe te passen onder bladverliezende struiken en bomen, of onder een haag. Vooral A. nemorosa en A. ranunculoides zijn erg sterk en zeer geschikt om te laten verwilderen: prachtig in grote groepen. Ze zijn ook bekend als stinzenplant. Het duurt vaak enige jaren voordat ze rijkelijk bloeien.
Bij de voorjaarsbloeiers sterft het blad vaak al vrij snel na de bloei af, daarom zijn deze anemonen goed te combineren met vaste planten die zich laat ontwikkelen. Je hebt dan twee keer bloei op dezelfde plek. Of plant deze lentebloeiers tussen vroege vaste planten zoals Pulmonaria, Helleborus en Primula, samen met bollen. Probeer voorjaarsanemonen ook eens onder rozen.
De meeste voorjaarsbloeiende anemonen zijn echte bosplanten. In het voorjaar verlangen ze veel licht en voldoende vocht, na de bloei sterven ze bovengronds al snel af. Vanaf dat moment zijn schaduw en een drogere bodem geen probleem. Plant de dunne wortelstokken in september of oktober direct na ontvangst in een vruchtbare en humusrijke, maar wel goed gedraineerde bodem die aan de zure kant mag zijn. Omdat de wortels ondiep groeien, hoeft alleen de bovenste laag aan deze kwaliteiten te voldoen. Geef in de vroege zomer een mulchlaag van compost. Een meer open plek, zoals een bloemenweide in de volle zon, is ook geschikt. De grond moet dan tijdens de groei wel constant vrij vochtig zijn. A. coronaria kan het beste elk jaar opnieuw geplant worden in zanderige grond; wel de knollen eerst een nacht weken. Bij planten in het voorjaar valt de bloei in de zomer. Volle zon is gewenst. A. canadensis, A. multifida en A. parviflora verlangen ook vrij veel zon. A. sylvestris is geschikt als rotsplant en houdt van kalkhoudende grond. Alle anemonen zijn giftig en worden daarom niet door dieren aangetast. <
MERCEDES AROCS 6x6 WSG AROCS 33-42 WSG - totaalgewicht 33 ton - netto laadvermogen 15 ton - ideale aslastverdeling - draaicirkel 18 meter
Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.eu | info@veldhuizen.eu
groep is onverstandig. De regelgeving moet daarom vrijer worden”, zo laat lijsttrekker Jan Roos via zijn woordvoerder weten.
Harmoniseren btw-tarieven
an de door ons benaderde partijen kregen we bij een aantal nul op het rekest. Hoewel de PVV meermaals door ons werd benaderd, ontvingen we geen reactie. Datzelfde gold voor DENK en de OndernemersPartij. GroenLinks, Partij voor de Dieren en 50PLUS konden vanwege hun beperkte menskracht niet op ons verzoek ingaan. Uit ons vragenrondje blijkt dat politici het over sommige dingen roerend met elkaar eens zijn. Zo zijn alle partijen voor meer groen in steden. Maar hoe dat moet gebeuren en wie dat moet regelen, is minder duidelijk. Wél duidelijk is dat geen van de ondervraagde partijen enthousiast is over het idee om een verplicht ’groenquotum’ in te voeren in de strijd tegen verstening van met name tuinen in steden. Ook het verplicht vergroenen van daken en gevels krijgt geen bijval. „Wij zien zulke ideeën vooral als een streven. Ook moeten we voorkomen dat groene daken gaan strijden met zonnepanelen. In steden moet vooral gekeken worden naar gecombineerd gebruik. Dus geen ’kijkgroen’, maar ’speelgroen’. Er moet minimaal 3% groen en speelruimte in een wijk zijn”, zegt kandidaat-Kamerlid Inez Starink van de SP. Ook Kamerlid Carla Dik-Faber van de ChristenUnie ziet niets in een groenquotum of het verplicht vergroenen van gevels en daken. „We zijn wel voor goede afspraken tussen gemeenten, woningcorporaties en project ontwikkelaars.”
’Niet te veel reguleren’ Waarover de meningen verschillen, is het verbod op het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen door professionals. Waar de PvdA warm pleitbezorger is van dit verbod, stelt de VVD dat het gebruik van deze middelen mogelijk moet zijn als uit wetenschappelijke toetsing blijkt dat ze veilig zijn voor mens, dier en milieu. „Verder zijn wij voorstander van laag risico middelen, maar de toelatingsprocedures daarvoor moeten beter”, aldus Kamerlid Helma Lodders. Dat particulieren wél chemische onkruidbestrijdingsmiddelen mogen gebruiken, maar professionals niet, is eveneens een kwestie die uiteenlopende reacties oproept. Zo wil D66 het verbod op chemische onkruidbestrijdingsmiddelen buiten de landbouw behouden, terwijl nieuwkomer VNL van een „bizarre situatie” spreekt. „Juist professionele gebruikers weten wat zij moeten doen en hoe. Het beknotten van die
Veel partijen willen de btw-tarieven harmoniseren en verlagen. Een laag tarief voor hoveniersdiensten lijkt daar echter vaak niet in te passen. Zo waarschuwt SGP-Kamerlid Elbert Dijkgraaf dat forse verlaging van btw-tarieven vaak tot prijsverhogingen leidt. „Verder is aanleg en onderhoud van tuinen en parken, hoe nuttig ook, geen primaire levensbehoefte. Mensen kunnen er ook voor kiezen het zelf te doen.” Ook CDA-Kamerlid Jaco Geurts ziet niets in een laag tarief voor hoveniers. „Wij zijn voor een uniform btw-tarief naast het 6%-tarief dat voor voedsel en agrarische productie geldt.”
Geen mening De PiratenPartij, alleen al vanwege haar naam een opvallende nieuwkomer, stelt zich als doel dat de overheid zich minder met de burger moet bemoeien en dat bedrijven minder invloed moeten hebben. Als enige heeft de partij geen mening over de vraag bij welk ministerie het groene onderwijs het beste kan worden ondergebracht en of er wel of geen ministerie van Landbouw moet komen. <
>
2
e organisatie van de prestigieuze Philadelphia Flower Show (zie kader) kwam vorig jaar bij hem op bezoek in het Achterhoekse Megchelen. Nico Wissing, tuinontwerper, visionair en drijvende kracht achter het duurzaamheidslabel NL Greenlabel, heeft hen verschillende van zijn ontwerpen laten zien. Daarin staan thema’s als duurzaamheid, het stimuleren van de biodiversiteit en met respect omgaan met de omgeving en de natuur, steevast centraal. De organisatie vroeg hem als hoofdontwerper voor de show. Wissing tekende een showtuin (120 m²) en vroeg twee bevriende ontwerpers dat ook te doen (Carrie Preston en Bart Hoes, zie volgende pagina’s). Drie showtuinen van Nederlandse hand zullen dus te zien zijn tussen de Amerikaanse inzendingen. Daarnaast reist de Travelling Ecodome met de ontwerpers mee, het paviljoen dat eveneens door Wissing is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en waarin allerlei groene technische innovaties zijn te zien. In zijn showtuin blijft Wissing trouw aan zijn duurzame boodschap. „Ik wil de meerwaarde van groen laten zien, dat je leefomgeving een stuk aangenamer wordt als je ruimte aan de natuur geeft.’’ Ook in de Verenigde Staten gaat de
leefbaarheid in sommige steden volgens Wissing achteruit door de verstening. Slechts door enkele ingrepen help je de natuur in je tuin op weg. Een daarvan is het afkoppelen van het regenwater, dit is visueel gemaakt door een aantal regenpijpen in de tuin te plaatsen, die onderaan zijn afgezaagd. Het water – ’bron van alle leven’ - vertakt zich langs verschillende ’vingers’ door de tuin en voedt diverse soorten beplantingen. Een van de vingers laat het water uiteindelijk in een mosbeplanting (Selaginella kraussiana) infiltreren, een ander leidt naar een vijver waarin waterplanten gedijen. Een tweede ingreep is het openbreken van asfalt waardoor de natuurlijke ontwikkeling wordt versneld. „Voor je het weet neemt de natuur het over.’’ In de tuin is dit verbeeld door een stapstenen pad van brokken asfalt, te midden van het groen. In de tuin past Wissing een mix toe van gecultiveerde soorten en wilde planten. Bijvoorbeeld Ammi majus, Eryngium yuccifolium, inheemse Euphorbia-soorten, Deschampsia cespitosa en Panicum virgatum. „Borders krijgen daarmee een natuurlijk karakter, bovendien hoef je dan niet meer elk onkruidje weg te schoffelen.’’ Zowel bomen, heesters, vaste planten en klimplanten worden aangeplant in de tuin. Maar ook een paar rijen tulpen in combinatie met een aantal geknotte wilgen. „Een kwinkslag op het thema’’, zegt Wissing.
Hoe groener de omgeving, hoe beter je gedijt als mens. „In de natuur leef je anders, je vergeet de tijd en je wordt creatiever’’, somt Wissing enkele voordelen op. In zijn ontwerp kun je de natuur van dichtbij beleven. Enerzijds door het houten zonnedek, dat bestaat uit verschillende gebogen
ligbedden op maaiveldniveau die worden afgewisseld door stroken met een witroze bloeiende beplanting. „Je kunt echt heerlijk dicht in de natuur gaan liggen en ervaren wat dat met je doet.’’ Daarnaast heeft hij een wilgenpergola ontworpen die in hoogte en breedte varieert en een slingerbeweging door de tuin maakt. Op sommige plekken vormt de wilgensculptuur de achtergrond van een zitplek. Een daarvan heeft de vorm van een houten nest dat boven de vijver zweeft en waarmee je ook weer heel dicht in contact komt met het groen. Overigens is het niet de bedoeling dat de bezoekers de showtuinen betreden. Dat zijn er een kwart miljoen, die zouden de tuinen gedurende de tien dagen volledig stuklopen. Leden van de jury (er worden awards uitgereikt) en genodigden mogen de tuinen wel van dichtbij ervaren. Wat Wissing ook met zijn tuin wil benadrukken is de rijkdom van de natuur en de grote variëteit aan plantenmaterialen die zij ons verschaft. Zo bestaat het zonnedek uit vier verschillende soorten hout, ceder, eucalyptus, bamboe en eiken „het is echt een bonte kleurrijke verzameling’’, zegt de ontwerper. Ook de wilgensculptuur bestaat uit verschillende soorten kleuren wilgentenen - vijf in totaal - van blank, groen naar donkerrood. Alle planten en materialen – op de wilgentenen na – komen uit Amerika. Na de Philadelphiashow feet, floating above the ground and water. krijgen ze een tweede leven. Waar enLoungenest hoe,ondat weet Wissing nog niet exact. De show heeft echter een enorm aantal vrijwilligers, die een community op zich vormen, daarom heeft Wissing het volste vertrouwen dat de materialen via hen goed terechtkomen. <
+30
+30 +70
+50
+30
+30 +30
+30
+10 +50
eerdere keren al heeft Carrie Preston de Philadelphia Flower Show bezocht; ze groeide op in de omgeving van de Noord-Amerikaanse stad. „De staat Pennsylvania is het regionale hart van de tuincultuur en de beurs is al meer dan 180 jaar oud’’, schetst ze de betekenis van de show. In de tien dagen dat de tentoonstelling open is, trekt deze dan ook een kwart miljoen bezoekers. Zowel als kind met oma mee en later als student, heeft Preston de show bezocht. Tot nog toe heeft de in Nederland gevestigde Amerikaanse geen tuin voor deze beurs ontworpen. Dat ze een thuiswedstrijd zou spelen, gaat dan ook niet op. „Ik heb wel vaker showtuinen gemaakt, maar nog nooit één die door al mijn ooms en tantes en iedereen die ik ken in Amerika, wordt bezocht.’’ De Philadelphia Flower Show staat traditiegetrouw symbool voor het einde van de winter, legt Preston uit. Een verlangen naar kleurrijke voorjaarsbloeiers hoort daarbij, nog extra aangewakkerd door het thema van vorig jaar, ’National Parks’, dat wel mooie tuinen opleverde, maar weinig kleur. Tel daarbij op dat veel bezoekers bij het thema ’Holland, flowering the world’ als eerste aan tulpen denken. „Aan die twee verwachtingen wil ik voldoen, maar dan wel door ermee verder
te gaan.’’ Daarom koos Preston voor stinzenbollen als thema: verwilderingsbollen als winterakonieten, krokussen, bosanemonen en sneeuwroem die van oudsher op landgoederen en buitenplaatsen werden aangeplant, oftewel de Friese stinzen. Deze link met de Nederlandse historie past overigens ook goed bij de bewoners van Philadelphia vindt de ontwerper. Omdat hun stad een van de oudste steden van Amerika is, zijn ze behept met een groot historisch besef. Preston is dan ook voornemens om in haar tuin wat promotie te maken voor de historische Friese staeten en stinzen. Het grootste gedeelte van de 120 m² grote showtuin zal bestaan uit een tapijt van stinzen. De kleuren blauw en wit spelen de hoofdrol – een verwijzing naar Delfts blauw – en hier en daar lichtgele accenten. Bij haar zoektocht naar de juiste soorten speelden verschillende aspecten een rol. Het liefst moesten het typische historische stinzenplanten zijn, maar als het even kon wel inheems voor Amerika. Daarnaast speelden bloeitijd en verkrijgbaarheid een grote rol. Omdat het onmogelijk was om aan al die voorwaarden te voldoen, heeft Preston wel concessies moeten doen. Uiteindelijk is het Anemone die de hoofdrol speelt. Tienduizend stuks van deze voorjaarsbloeier worden aangeplant op een totaal van twintigduizend bollen. „Anemone is betrouwbaar en bloeit lang’’, aldus Preston, die er zeker van wil zijn dat de tuin er tien dagen lang goed bij zal liggen. Zo’n 70 tot 80% zal bestaan uit Anemone apennina ’Petrovac’ met accenten van onder meer A. apennina ’Alba’ en A. blanda ’Blue Shades’.
De verschillende primula’s uit het oorspronkelijke beplantingsplan zijn komen te vervallen. „Die zijn nergens te krijgen in Amerika.’’ In plaats daarvan heeft de ontwerper gekozen voor Narcissus ’Têteà-Tête’, die nu samen met Tulipa sylvestris voor de lichtgele accenten zorgt. Een mooie vondst is de Mertensia virginiaca, die met blauwe klokjes bloeit. Geen historische stinzenplant, maar wel inheems voor Amerika. Een andere ontdekking die Preston deed is de Dicentra cucullaria, het gebroken hartje dat in Amerika de bijnaam ’Dutchman breeches’ draagt, een verwijzing naar de historische witte pofbroeken. De vaste plant en typische voorjaarsbloeier wordt in de borders langs de verhoogde berceau geplant, net als de bollen Erythronium ’Pagoda’, Chionodoxa sardenis en Scilla siberica. De berceau komt langs twee kanten van het stinzentapijt en is gemaakt van gegalvaniseerde
stalen buizen van Kee Klamp. Via bakstenen trappen is deze toegankelijk. Wat echter de blikvanger zal worden is het hekwerk erachter dat de achtergrond van de berceau vormt. „Chain link fences, raster hekwerken, die vind je overal in Amerikaanse volkswijken’’, legt Preston uit, „die horen echt bij het Amerikaanse landschap, net zoals je de 30/30 stoeptegel overal in Nederland vindt.’’ Preston heeft echter geen gewoon hekwerk toegepast. Want net zoals de Nederlandse stinzenbeplanting een Amerikaanse twist heeft gekregen, krijgt het kenmerkende Amerikaanse hekwerk een Nederlands tintje. In het hekwerk zijn met fijnmazige kettingen patronen van Tulipa sylvestris en Anemone blanda verwerkt door het Nederlandse bedrijf Lace Fence. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het vervaardigen van ’kantwerk’ in gewone hekwerken. „Het laat de Nederlandse ambachtelijkheid goed zien’’, vindt Preston. „Iets wat puur functioneel is bedoeld, kan ook mooi en decoratief zijn.’’ Achter het hekwerk komt een lichte grijsblauwe muur om het hekwerk mooi uit te laten komen. Omdat de berceau hoger komt te liggen, wordt ruimte gecreëerd om heesters te kunnen toepassen. Zo flankeren een aantal Rhododendron catawbiense – niet-bloeiend! – de toegangstrappen. „Statige planten en ze stralen rust uit.” Daarnaast
past Preston vroegbloeiende heesters toe: Corylopsis pauciflora en C. spicata, die beide zachtgeel bloeien. Onder de heesters komen varens, met name Matteuccia struthiopteris. Het blauwwitte stinzentapijt zal echter de hoofdrol spelen. „Op een tuinenshow werken grote gebaren het best, daarom heb ik het beplantingsplan bewust simpel gehouden. Veel van de bezoekers zijn geen professionals, ik wil met name hún gevoel aanspreken met mijn tuin.’’ <
’
reen gives you energy’ staat in graffiti te lezen op de licht gebogen muur in de showtuin van Bart Hoes. De ontwerper uit Vogelenzang heeft een stadstuin ontworpen, „een urban jungle die zich op een dak zou kunnen bevinden met veel ruimte voor eetbare planten.’’ Behalve het thema ’Holland’ staan ook duurzaamheid en ecodesign centraal op de Amerikaanse show, legt de ontwerper uit. Die twee thema’s heeft hij in zijn tuin laten versmelten. Zijn ontwerp heeft een ovalen vorm – Hoes wilde daarmee de vierkante ruimte (120 m2) die hem tot beschikking staat, wat verzachten. Een golvend pad deelt de tuin in tweeën, met de eerdergenoemde muur aan de ene kopse kant en een kas aan de andere kant. Aan de binnenkant van de muur komt een foto van wat Amerikanen als een typisch Nederlands landschap zullen herkennen. Daarvoor groeien in een aantal langwerpige plantenbakken tulpen die qua kleur aflopen van paars naar wit (Tulipa ’Gabriella’, Tulipa ’Pleasure’ en Tulipa ’Delta White’). De bakken zijn niet rechthoekig, maar hebben een abstracte vorm. „Op die manier krijgen ze meer zeggingskracht’’, vindt Hoes. Eén van de plantenbakken is gevuld met
water, en staat symbool voor de sloten waarmee de langwerpige bollenvelden samen het slagenlandschap vormen. Tussen de bakken worden grofgeknipte wolken van Ilex crenata aangeplant. Aan beide lange kanten van de ovalen vorm komt een pergola, met watergoten als liggers. Hoes wil hiermee het opvangen van regenwater onder de aandacht brengen. „Hoe klein je stadstuin ook is, zowel op het maaiveld als op het dak is het belangrijk om water op te vangen en te gebruiken.’’ Via kettingen stroomt het in twee waterbekkens, tijdens de show wordt het water via de staander van de pergola weer omhooggepompt, zodat er voortdurend beweging in de tuin is. Langs de liggers van de pergola wordt Lonicera henryi aangebracht, „om echt een jungle-effect te creëren.’’ Haaks op de pergola komen verschillende kant-en-klaarhagen van Mobilane (180x120x30 cm). Deze ’ribben’ zorgen volgens Hoes voor diepte en spanning in de tuin. „Je blik wordt geleid van buiten naar binnen en andersom.’’
De hagen staan in plantenborders, met daarin een combinatie van sierplanten met eveneens sierlijke eetbare gewassen. „In de stad moeten we slim omgaan met kleine ruimtes en waarom zou je niet meer zelf je groenten verbouwen?’’ Zo past hij onder meer de donkerbladige Brassica oleracea ’Nero di Toscana’ en de paarse Brassica oleracea ’Purple’ toe, evenals Mentha x piperita f. citrata ’Chocolate’ en Foeniculum vulgare ’Giant Bronze’. Ook rode en gele snijbiet (Beta vulgaris ’Ruby Red‘ en Beta vulgaris ’Bright Yellow’) komen in de borders. Hij
combineert ze met voornamelijk grijsbladige vaste planten, voor een mooie gestileerd effect. Onder meer Nepeta ’Novanepjun’ JUNIOR WALKER, Salvia officinalis ’Garden Grey’, Santolina rosmarinifolia en Artemisia. Rondom de kas, voor de muur en centraal in de tuin komen plantentassen van Bacsac in allerlei kleuren en maten. Met daarin tomaten, aubergines, aardbeien en vijgenboompjes. De tassen zijn volgens Hoes ideaal voor de kleine (balkon)tuin omdat ze makkelijk te verplaatsen zijn. Daarnaast geven ze de tuin een speels karakter. „Bovendien zijn ze gemaakt van een volledig recyclebaar materiaal.’’ Dubbelwandig geotextiel om precies te zijn. In de kas komen twee laagstam appelbomen.
Hoes heeft verschillende producten door Nederlandse bedrijven laten maken. De plantvakken worden afgezet met cortenstalen L-profielen van Adezz, die zijn allemaal op maat gemaakt voor de showtuin. Voor de golvende loper maakt hij gebruik van de composiet terrasonderdelen van Esthec, de latten variëren in breedte van 7 tot 16 cm waardoor een speels effect ontstaat. Ook die zijn hier op maat gezaagd, en worden in Philadelphia op de show in elkaar gezet. „Als dat lukt, want ze zijn heel streng. Het is niet de bedoeling dat je als ontwerper de handen uit de mouwen steekt. De lokale vakbond heeft veel invloed, zelfs op de hoveniersbedrijven die de tuinen opbouwen.” In Hoes’ geval is dat DownEnd
Landscaping. In de voorbereidingen op de show heeft Hoes meerdere concessies moeten doen aan zijn ontwerp. Zo was hij voornemens om de muur met levend mos te bekleden. Dat werd echter te duur, want hoewel de ontwerpers elk voor hun tuin 65.000 dollar ter beschikking gesteld kregen, bleek dat bedrag zo op te gaan aan onvoorziene kosten. „Het voortrekken van de planten, maar ook de arbeidskosten liggen in Amerika twee tot drie keer zo hoog, ook is het transport erg duur.” Daarom kwam hij uiteindelijk uit bij de kant- en klaarhagen van Mobilane, via hun vestiging Suite Plants in het relatief nabije Toronto. „De Osmanthus of Liguster die ik voor ogen had, hadden uit Florida of Californië moeten komen. Niet haalbaar.” <
ierhonderd jaar geleden, voordat de Europeanen voet aan land zetten op Mannahatta (Land of Many Hills zoals de inheemse bevolking Manhattan noemde), bestond het uit een groen heuvellandschap met een enorme ecologische rijkdom. Door de dichtheid van de hoogbouw en ontelbare wolkenkrabbers is het wellicht moeilijk voor te stellen. Toch bedekten ruim 570 heuvels het eiland langs de Hudson. In dat licht bezien is het bouwen van vier nieuwe heuvels op Governors Island â&#x20AC;&#x201C; dat bij Manhattan hoort â&#x20AC;&#x201C; helemaal niet zo gek. En dat is precies wat het Nederlandse West 8 van landschapsarchitect Adriaan Geuze heeft gedaan. Het 70 ha grote Governors Island ligt middenin de haven van New York tegenover het zuidelijkste deel van Manhattan (Lower Manhattan). Ten oosten ligt het
stadsdeel Brooklyn en ten westen Ellis Island en Liberty Island met het Vrijheidsbeeld. In 2007 won het Rotterdamse West 8 de prijsvraag voor de transformatie van het eiland en het integreren van de noordelijke en zuidelijke helft. Het noorden wordt gevormd door het oorspronkelijke eiland waarop in de 17e eeuw de Nederlandse kolonisten zich als eersten vestigden, de inheemse bevolking gebruikte het eiland als uitvalsbasis om te vissen. Lange tijd was het Amerikaanse leger er gestationeerd (tot 1966) en daarna de kustwacht (tot 1995). Vanwege de relatief lange historie vind je op dit deel van het eiland dan ook mooie historische gebouwen en vestingwerken. Het zuiden echter is pas in 1912 ontstaan nadat hier het puin en de grond is gestort die vrijkwam door de aanleg van de eerste metrolijn van New York.
Daarmee werd de oppervlakte van het eiland meer dan verdubbeld. Bijna tien jaar is aan de nieuwe inrichting van het eiland gewerkt. In 2014 waren de eerste 12 ha klaar en halverwege 2016 werden The Hills (de heuvels) geopend voor publiek. West 8 heeft van het eiland een aantrekkelijke bestemming gemaakt voor wie de drukte van de stad even achter zich wil laten of voor wie de stad vanuit een ander perspectief wil zien. Vanuit Manhattan en Brooklyn varen veerboten naar het eiland dat van mei tot eind september zeven dagen per week gratis toegankelijk is. De landelijke stijl van Frederick Law Olmsted, die het ontwerp voor Central Park in New York maakte, was voor het bureau een grote inspiratiebron. Net als in Central Park wisselen op Governors Island open ruimtes zich af met beslo-
>
ten, beschutte plaatsen. In een golvend groen landschap met meanderende paden vind je diverse sport- en speelvelden en picknickplekken. Ook is er een hangmattenbos aangelegd, de Hammock Grove, waar je alleen of samen in een hangmat de drukte van je af kan laten glijden. Op de fiets en te voet kun je het eiland beleven. De namen van de vier heuvels verwijzen naar hun functie. De 8 m hoge Grassy Hill, heeft zacht glooiende met gras begroeide hellingen en biedt uitzicht op het nieuwe en historische landschap van het eiland en de Manhattan skyline. Slide Hill is 12 m hoog en heeft vier glijbanen, waarvan één de langste van New York is. Op de 13 m hoge Discovery Hill leidt een slingerend pad naar het kunstwerk Cabin van de Britse Rachel Whiteread. Outlook Hill steekt daar met ruim 21 m bovenuit. Deze heuvel biedt het hoogste 360 graden uitzicht op de skylines van Jersey City, Lower Manhattan en Brooklyn. Én Governors Island is de dichtstbijzijnde plek op het droge waarbij je het Vrijheidsbeeld in de ogen kan kijken.
Behalve dat New York dankzij West 8 een prachtig park rijker is, vormt de nieuwe inrichting van Governors Island ook een blauwdruk van hoe de miljoenenstad de effecten van klimaatverandering het hoofd kan bieden. Om te beginnen rekende West 8 voor dat het vanwege de toekomstige stijging van de zeespiegel nodig was om het zuidelijke deel van het eiland 5 m op te hogen. Dit om de beplanting te beschermen tegen het brakke grondwater. In 2012 werd daarmee begonnen en werden de eerste bomen geplant. Vijf maanden later in oktober raasde orkaan Sandy over de stad met rampzalige gevolgen. Governors Island hield het echter droog dankzij de recentelijke maatregelen. Orkaan Sandy toonde de urgentie van een veerkrachtige kustverdediging aan. Op Governors Island is deze drieledig. Ten eerste heeft West 8 rondom het zuidelijke deel een verdedigingswal opgetrokken door brokken steen in zee te storten, die de branding breekt. Mocht de zee hierover heen slaan, dan vormen de
witte betonnen zitmuren die de heuvels uitlijnen een volgende subtiele barrière. Zij begeleiden een flauwe helling die afloopt naar de kustlijn en waarin het zeewater kan afspoelen. Tot slot vormen de vier heuvels zelf door hun hoogte en ligging een beschermingswal. De aanleg van The Hills was een technisch hoogstandje. Ze bestaan voornamelijk uit gebroken puin, afkomstig van de gebouwen die op op dit deel van het eiland zijn afgebroken. Ook is er extra materiaal zoals steengruis aangevoerd. Om met name Outlook Hill niet te zwaar te maken, is deze voor een derde gevuld met het veel lichtere puimsteen. Bovenop het puin is een laag goede grond aangebracht, ingezaaid met gras. Uiteindelijk is het de beplanting (zie kader) van bomen en heesters die de nieuwe topografie van Governors Island moet stabiliseren en moet voorkomen dat de heuvels eroderen. Nu zorgen daar onder meer de jute matten voor waarmee de heuvels zijn ’ingepakt’ en biologisch afbreekbare rollen die om de paar meter langs de hellingen zijn geplaatst. <
ater is altijd essentieel geweest voor de economische vooruitgang van Greater New Orleans (1,2 miljoen inwoners). Naast scheepsladingen vol met exportgoederen brachten de Missouri- en de Ohio-rivier ook water via de Mississippi naar de Golf van Mexico. In deze Amerikaanse deltastad in de staat Louisiana houden muren het water weliswaar buiten de deur, maar of dat in de toekomst ook nog zo is, is nog maar de vraag. Door de ligging van de ommuurde stad lijkt New Orleans steeds meer op een gevaarlijke badkuip. Catastrofale overstromingen zoals met orkaan Katrina ontstaan door hevige regenval, een complex drainagesysteem van kanalen, pijpen en pompen dat ontoereikend is, en opstuwend water door tropische stormen die de bestaande beschermingsconstructies beschadigen en het stedelijk gebied razendsnel doen onderlopen. Gek genoeg is er voor een stad die deels in het moeras is gebouwd en deels op de oeverwallen van de Mis-
sissippi, maar weinig water te beleven in de stad zelf. Per jaar krijgt de stad zoâ&#x20AC;&#x2122;n 1.600 millimeter regenwater te verwerken, dat is twee keer zoveel dan in Nederland. Op piekmomenten valt er gemiddeld 150 millimeter per uur. Om de stad droog te houden wordt al dat water zo snel mogelijk door gemalen weggepompt en afgevoerd in een stelsel van kanalen, deels ondergronds en deels open (zie foto rechtsboven). Het drainagestelsel kan tijdens heftige regenval het eerste uur slechts 15 millimeter water verwerken, daarna 8 millimeter per uur. Tijdens deze neerslagpieken raakt het drainagesysteem overwerkt. De straten van New Orleans staan dan ook om de haverklap blank. Bovendien heeft het overgrote deel van de bestaande waterafvoer geen enkele toegevoegde waarde voor het straatbeeld of recreatief gebruik. De betonnen afvoerkanalen liggen veelal droog om de opslag- en afvoercapaciteit tijdens zware regenval te vergroten, maar die kanalen
zijn zo overwoekerd met onkruid en zwerfvuil dat juist op piekmomenten de waterafvoer stagneert. Datzelfde drainagesysteem is ook de primaire oorzaak van bodemdaling in de regio waardoor de problemen met wateroverlast in de toekomst alleen maar zullen toenemen. Het van Waggonner & Ball c.s. legt een meer Nederlandse gelaagde aanpak bloot: vertragen, vasthouden waar het valt, rondpompen in grachten en kanalen, en wegpompen als dat nodig is. David Waggonner: â&#x20AC;&#x17E;New Orleans is vergeten dat het een deltastad is. Om wateroverlast in de toekomst te verminderen zal de stad haar identiteit als waterstad moeten onderkennen en ruimte moeten maken voor het water.â&#x20AC;&#x2122;â&#x20AC;&#x2122;
Het waterplan is het resultaat van een aanbestedingsproject van Greater New Orleans, Inc. (GNO, Inc.) dat werd gewonnen door het Amerikaans-Nederlandse team dat voortkwam uit de Nederlandse Dialoog (zie kader). In eerste instantie zocht men vooral naar technische oplossingen om het water buiten de deur te houden, zoals dijken, hogere muren en het optimaliseren van de bestaande drainagecapaciteit. Maar de Nederlandse kennis over watermanagement verlegde de Amerikaanse aanpak van een bedreiging naar kansen zien. Water zou de regio een kwaliteitsimpuls kunnen geven, leefbaarder maken, en ook economisch aantrekkelijker. Met het waterplan speelt de architect dan ook veel meer in op de deltaomgeving van de stad en op het natuurlijke stroomgebied van de rivieren binnen de dijken van de St. Bernard-, Jefferson-, en Orleans-bassins. Het gebruik van een gelaagd concept is de basis voor deze nieuwe benadering: vasthouden van regenwater waar het valt, vertraagde afvoer >
en opslag van grote hoeveelheden regenwater naar het landschap voor infiltratie en recreatieve ontwerptoepassingen, zoals een netwerk van kanalen, grachten, meren en stedelijke moerasgebieden. De stad moet er deels voor op de schop, maar de aanleg van zo’n exfiltratienetwerk komt de veiligheid ten goede, vermindert de snelheid waarmee de regio zinkt, en doet de biodiversiteit toenemen. Waggonner: „Voor New Orleans is dat een nieuwe benadering van hemelwater en grondwatermanagement.’’
Het waterplan van Waggonner is ontworpen voor de dynamische omstandigheden van een deltagebied. Volgens de architect is er geen goedkope oplossing voor New Orleans, maar door rekening te houden met stedelijke en natuurlijke toepassingen, economische ontwikkelingen en het herstel van het milieu, maximaliseer je de waarde van de investeringen in de waterinfrastructuur. De pompstations die gekoppeld zijn aan het bestaande drainagesysteem worden alleen geactiveerd als dat écht nodig is. De grondwaterstand zal hierdoor verhogen en dat biedt mogelijkheden voor recreatieve en
stedelijke ontwerptoepassingen. Het bestaande drainagesysteem kan in de toekomst ook worden gebruikt voor de verplaatsing van oppervlaktewater binnen de delta bij langdurige droogte. Door oppervlaktewater toe te voegen aan het grondwater, wordt de grondwaterstand evenwichtiger. Dit voorkomt bodemdaling en verbetert de samenhang tussen de waterkwaliteit en de ecologische gezondheid van de regio. Waggonner: „Door ruimte te creëren voor het water, wordt de delta zichtbaar in het stedelijke landschap. Daardoor ontstaan mogelijkheden voor de aanplant van waterminnende planten, bomenlanen en andere groenstroken. Zo ontstaat een wisselwerking tussen een technische waterinfrastructuur en de natuur. Daardoor nemen de waterkwaliteit en de stedelijke biodiversiteit toe en wordt het landschap evenwichtiger. De veerkracht en het herstellend vermogen van de natuur nemen daardoor ook toe.’’
In de afwateringsstrategie wordt gebruikgemaakt van het natuurlijke stroomgebied van de Mississippi. De waterscheiding (ridge) is de grens van dat
stroomgebied. Aan weerszijden van de ridge wordt het water geloosd naar open water. Dat water wordt nu zo snel mogelijk door betonnen kanalen afgevoerd. Door die kanalen te ontharden, ontstaan oevers voor beplanting. De blauwgroene corridor (Lafitte Blue Way) die daardoor bijvoorbeeld ontstaat, loopt van de French Quarter (in het centrum van de stad) naar Lake Pontchartrain, waarbij de corridor de wijk Mid City en Lake View doorkruist. De corridor biedt mogelijkheden voor groenstroken met bomen, parken, speelgazons, en bloementuinen. Een deel van het regenwater zal daar langzaam infiltreren in de bodem en opgenomen worden door de beplanting en verdampen (90%), slechts een klein deel van het water wordt nog afgevoerd naar de rivier (10%).
Voor de opslag van water verrijzen op onbebouwde stukken grond miniparken en watertuinen. Water wordt daar zichtbaar voor de stadsbewoners. Waggonner: „New Orleans is nu grotendeels bomenvrij. De aanleg van groenprojecten, en de aanplant van bomen verbetert de luchtkwaliteit in de stad. Bovendien heeft Het
bladerdak een vertragend effect op de infiltratie van regenwater in de bodem.’’ Door de aanleg van wateropslagplaatsen en beplantingszones worden lokale overstromingen stroomafwaarts ook beter beheersbaar en wordt het drainagesysteem ontlast. Het wegpompen van water heeft dan niet meer de primaire functie van waterbeheer zoals het dat in de oude situatie wel had. Alleen in noodgevallen zal het systeem nog water lozen. In de lagergelegen gebieden in de regio zijn circulerende kanalen voorzien. Zo kan de grondwaterstand worden verhoogd op plekken waar dat nodig is. Deze kanalen fungeren als opslagplaats van oppervlaktewater. Tijdens droogte circuleert het opgeslagen zoetwater door de kanalen, zodat deze vrij blijven van invasieve beplanting en vuil.
Voor de hoger gelegen openbare straten in de stad is een ontwerpoplossing gevonden met zogenoemde interceptor straten met waterdoorlatende bestrating
(zie illustratie linksboven). De interceptor straten vangen het regenwater stroomafwaarts op in ondergrondse bassins aan weerszijden van het wegdek. Bij heftige regenval wordt het water afgevoerd naar regentuinen en groenstroken met waterminnende planten. In de lager gelegen stadsdelen bieden ’drijvende’ straten uitkomst. Een verhoogde grondwaterstand onder de straten moet het wegdek hoog houden. Drijvende straten zijn aan één kant van het wegdek hoger en lopen af naar parkeer- of groenstroken die water vasthouden in plaats van meteen afvoeren. De mogelijkheid om regenwater te infiltreren in groenstroken is van belang voor het op peil houden van een hogere grondwaterstand. De bodemverzakking neemt daardoor in die stadsdelen af, waardoor economische duurzaamheid van de investeringen in de openbare infrastructuur toeneemt. In 2013 zijn de eerste voorbeeldprojecten aangelegd. Deze projecten dienen vooral om functionaliteit te evalueren en eventueel aan te passen. <
e eerste vraag die een dergelijk baanbrekend project opwerpt is: hoe krijg je zonlicht onder de grond? Want planten en licht is een vrij essentiële combinatie. Natuurlijk, je kunt tegenwoordig ook met kunstlicht allerhande groente en planten laten groeien. Maar bij de Lowline willen ze daglicht via een ingenieus systeem naar de ondergrondse plantenwereld leiden. Bedenker van het project is ontwerper James Ramsey van Raad Studio. Centraal in het Lowline-concept staat het idee om zonlicht van de ene naar de andere locatie te leiden. Ramsey noemt dit concept 'remote skylight' of 'vloeibaar licht'. Het zonlicht wordt bovengronds opgevangen door een soort grote satellietschotels die het hele jaar door de baan van de zon volgen. Vervolgens wordt dit zonlicht via een glasvezel buizensysteem onder-
gronds geleid. Het licht wordt daar via aluminium reflectieschotels in de ondergrondse ruimte verspreid. Dankzij deze technologie wordt de juiste golflengte van het zonlicht doorgezonden wat fotosynthese in de planten mogelijk maakt. Alleen bij bewolkt weer wordt gebruik gemaakt van led-lampen. In 2012 is een proefopstelling in een verlaten pakhuis gebouwd, om aan te tonen dat deze technologie daadwerkelijk functioneert. Via crowdfundingplatform Kickstarter is een campagne opgestart die wereldwijd bijna €150.000 binnenbracht. De pilot werd wereldwijd ondersteund door 3.300 donateurs, de grootste groep ooit voor een project op het gebied van stedelijke inrichting. In oktober 2015 is een eerste aanzet gemaakt tot een permanente inrichting van het ondergrondse park. In de Lowline
Lab wordt de baanbrekende 'remote skylight'-technologie toegepast in combinatie met een grote variëteit aan planten. Ramsey: „De Lowline is een ode aan de geschiedenis van New York. Er is geen enkele referentie voor een ondergronds park, geen model of gids. In het lab proberen we de technologie uit die straks wordt gebruikt in het echte park. Zo kunnen we kijken welke planten in dergelijke omstandigheden kunnen overleven. Daarnaast is het een educatief project, voor scholen maar ook voor wetenschappelijke vraagstukken.” Tot februari van dit jaar hebben al meer dan 100.000 mensen een bezoek gebracht aan het Lowline Lab. Bij het project zijn ook landschapsarchitecten betrokken. Het ontwerp van het Lowline Lab is van de hand van Signe Nielsen van ontwerpbureau Mathews Nielsen. Mark Mini van John >
Mini Distinctive Landscapes legde het project aan: „De Lowline moet bezoekers hetzelfde gevoel geven als wanneer je onder het bladerdek in het regenwoud loopt. Het idee is om een alternatieve wereld te creëren waarin bezoekers zich kunnen verwonderen. We kijken daarom ook naar de kwaliteit van het licht, het moet prettig zijn voor mensen om in te vertoeven, en ze een gevoel van rust en ontspanning geven.”
Omdat een dergelijk omvangrijk project ook de nodige kosten met zich meebrengt, en er dus moet worden gezocht naar sponsors en investeerders, is er ook een haalbaarheidsstudie verricht. Hieruit komt naar voren dat het park niet alleen technisch haalbaar is, maar ook een enorme boost zou geven aan de lokale economie. Een dergelijk effect was eerder zichtbaar bij de Highline, waar het onroerend goed rondom het park aanzienlijk in waarde steeg en ook economische activiteit naar de achtergestelde wijken
werd getrokken. Ramsey: „De Lowline moet niet alleen een publieke ruimte worden waar jongerenactiviteiten en evenementen kunnen worden gehouden, het moet een lichtend voorbeeld worden van hoe technologie onze steden in de 21e eeuw kan transformeren.” De initiatiefnemers willen de gemeenschap in New York's Lower East Side nadrukkelijk bij het project betrekken. Het lab is een 'live open experiment', en is ieder weekend vrij toegankelijk voor het publiek. Gedurende de week vinden er educatieve projecten plaats voor jongeren op gebied van kunst, wetenschap en technologie. „We willen dat het Lab fungeert als een 'community hub' om mensen van alle leeftijden te laten zien hoe innovatie de kracht heeft om de ruimte te transformeren.” Inmiddels heeft het project de aandacht getrokken van ontwikkelaars en bestuurders van andere wereldsteden zoals Londen, Moskou, Parijs en Seoul. Het ondergrondse project kan een model vormen voor mondiale steden die kampen met ruimtegebrek en schaarse
groene ruimtes. De initiatiefnemers hebben groen licht van het stadsbestuur om hun plannen verder te ontwikkelen. De kosten voor de aanleg van het park worden geschat rond de €70 miljoen. Daarnaast kost het onderhoud van het ondergrondse park bijna €4 miljoen per jaar. Tot nu toe is er geen publiek geld toegezegd. De organisatie moet eerst voor juli van dit jaar €10 miljoen ophalen, als startkapitaal. Er zijn dus nog heel wat hobbels te nemen voordat het park er daadwerkelijk ligt. Projectleider Daniel Barasch, een voormalig marketing manager bij Google, stelt dat hij nooit had verwacht dat het project zo ver zou komen. Tegen New York Magazine zei hij: „We proberen een unieke 'alleen in New York' ontwerpervaring te creëren. Waar ter wereld kun je in een park zitten en de metro voorbij zien rijden?” De stad lijkt er in ieder geval klaar voor, de buurtbewoners en het stadsbestuur ook. Als de nodige financiën bijeen gebracht kunnen worden, is New York over vier jaar mogelijk weer een trekpleister rijker. <
seerde ik me dat we veel fouten maken als het op bomen aankomt. Vooral wat betreft de bodem en bomen. In de VS leren landschapsarchitecten vrijwel niets over de bodem en de manier waarop bomen groeien. Veel ontwerpers weten dan ook weinig van groeiomstandigheden. Ze zien bijvoorbeeld onvoldoende in dat het sortiment dat je gebruikt moet passen bij de situatie. Natuurlijk zijn niet alle landschapsarchitecten zo, sommigen snappen het, anderen niet. Maar praktisch iedere dag zie ik situaties die het gevolg zijn van pijnlijke fouten van architecten, zoals kwarrende of dode bomen.”
„Ik ben altijd in de eerste plaats landschapsarchitect geweest. Vanaf 1971 heb ik dertig jaar lang als landschapsarchitect gewerkt. Uiteindelijk ben ik mijn eigen bureau begonnen. Inmiddels ben ik zo langzamerhand aan mijn pensioen toe. Ik heb geen personeel meer in dienst en doe alleen nog ’high end’-klussen die ik alleen aan kan. Ik ben nu bezig in New York, Canada en Florida. Die projecten hebben veelal met bomen te maken, maar ik voel me nog altijd sterk verbonden met de ontwerpwereld.”
„De meeste aannemers geven één of twee jaar plantgarantie. Maar zelfs als je een boom niet eens in de grond stopt, kun je hem nog wel twee jaar in leven houden. Veel van de problemen als gevolg van slechte groeiplaatsen openbaren zich pas na vijf, tien of soms zelfs pas twintig jaar. Het duurt lang om een boom te doden. Verder is de kwaliteit van kwekerijbomen in Amerika vaak een ramp. De laatste tijd begint men zich daarvan bewust te worden en een aantal kwekerijen is begonnen met het verbeteren van het product.”
„Tijdens mijn werk als architect reali-
„De overgrote meerderheid van de pro-
jecten wordt gedaan door projectontwikkelaars. Zelfs overheidsprojecten worden doorgaans in handen gegeven van private projectontwikkelaars. Die bedrijven zijn vooral geïnteresseerd in het laag houden van de kosten en er zijn weinig prikkels om te investeren in een goede plantplaats voor de langere termijn. Al snel na oplevering wordt de verantwoordelijkheid voor het project overgedragen aan de eigenaars. In het geval van bomen in de openbare ruimte wordt de opdracht vaak uitgezet door een dienst die zich met ontwikkeling bezighoudt. Na oplevering wordt het overgedragen aan het ’Parks Department’ of het ’Urban Forestry Department’. Daar hebben ze pas te maken met de lange termijneffecten van een slechte standplaats.”
„Het grootste probleem waarmee we te maken hebben is aanvallen van insecten en ziektes, zoals essenprachtkever en ’Sudden oak death’ (Phytophtora ramorum). We moeten een diverser sortiment aanplanten om ons tegen dit soort plagen te wapenen. Het geheim is om een grotere diversiteit aan genera aan te planten. De ontwikkeling van nieuwe cultivars is een deel van het proces. Ik verwacht dan ook de grootste vooruitgang op het gebied van sortiment. Een ander punt is dat we moeten stoppen met het te veel opwerken en aanbrengen van nieuwe grond. Het is
verzameld, door de nieuwe regering zullen worden vernietigd of zoek gemaakt. Daarom hebben ze de data veiliggesteld op servers in Canada.”
„Boomaanplant is vaak een onderdeel van wegenbouw. Bij heel veel wegen draagt de federale overheid een groot deel van de kosten. Het was juist de federale overheid die de meeste aandacht had voor de gevolgen van klimaatverandering en vrij vooruitstrevende richtlijnen had. Bijvoorbeeld voor het aanleggen van voorzieningen voor wateropvang bij stortbuien. De meeste – lokale – politici dienen maar twee tot vier jaar, die kijken zelden naar de gevolgen na hun termijn. We hebben dan ook een lange geschiedenis van projecten waarbij niet nagedacht is over de gevolgen op lange termijn.”
„Het probleem is de manier waarop federale regelgeving tot stand komt. Het congres neemt alleen heel algemene wetten aan. Het is vervolgens aan de uitvoerende macht om daaraan invulling te geven. Dat laten ze doen door diensten als EPA en die interpreteren die algemene wetten op hun eigen manier. De enige manier om daarna nog iets te doen aan de manier waarop wetten uitgevoerd worden, is door naar de rechter te stappen. Maar dat is een lang proces.”
beter om de grond te gebruiken die er al op de projectlocatie aanwezig is. Je kunt daaraan nog iets als compost toevoegen, maar pas je sortiment aan de omstandigheden aan. Dat bespaart kosten, energie en het milieu.”
„In de VS was dat tot anderhalve maand geleden ook zo. Toen trad de nieuwe president aan. Ik bied de wereld alvast mijn excuses aan voor wat we gaan
doen. Het lijkt erop dat we de klok twintig jaar terug gaan zetten. Van deze regering hoeven we niets te verwachten wat betreft het vergroenen van de buitenruimte vanwege het klimaat. Het nieuwe hoofd van de Environmental Protection Agency (EPA), de dienst die is belast met de bescherming van het milieu en de volksgezondheid, is iemand (Scott Pruitt, redactie) die ontkent dat klimaatverandering wordt veroorzaakt door de mens. Ook Trump zelf is een klimaatscepticus. Wetenschappers zijn zelfs bang dat de klimaatdata die tot dusverre zijn
„Nou, de keerzijde is dat de president wel flink wil investeren in infrastructuur om de economie sneller te laten groeien. Bij infrastructuurprojecten wordt vaak meteen het groen aangepakt. Dat zou dus goed nieuws kunnen zijn. Het is natuurlijk wel de vraag hoe die investeringen in infrastructuur eruit komen te zien. We hoeven niet te verwachten dat er geld naar groen zal gaan omdat dat goed is voor het milieu, maar misschien wel omdat het mooi is en omdat het goed is voor de prijs van onroerend goed.” <
e Stihl-motoren die worden gebruikt in handgereedschap, zoals bosmaaiers, zijn 2- of 4-Mix motoren. De 2-Mix motoren zijn tweetakt-motoren waarbij de verse verbrandingsgassen via het carter en de spoelpoorten naar de verbrandingsruimte van de motor gaan. Bij 4-Mix motoren gaan de verse verbrandingsgassen via een inlaatklep in de verbrandingsruimte en verlaten de uitlaatgassen via de uitlaatklep deze ruimte. Bij machines die werken met een laag toerental worden 4-Mix motoren toegepast. Voor het openen van de in- en uitlaatklep is er voldoende tijd om de verse of verbrande gassen in of uit te laten. Bij machines die werken met een hoog toerental is de zuigersnelheid te hoog en daarmee de tijd te kort om de in- en uitlaatklep te openen voor de wisseling van de gassen. De 2- en 4-Mix motoren worden beide gesmeerd door de olie die is toege-
voegd aan de benzine. Kant-en-klare alkylaatbrandstoffen hebben een vaste verhouding tussen olie en benzine. Deze brandstoffen geven minder uitstoot van schadelijke en milieubelastende stoffen en zijn daardoor ook veiliger voor de gebruiker. Het gevaar van zelf mengen is dat de olie onvoldoende mengt met de benzine. Slecht gemengde olie laat meer onverbrande delen achter in de motor. Daardoor zal de motor inwendig vervuilen en ontstaat er meer slijtage. De toegepaste elektronica meet de temperatuur van de inlaatgassen en het toerental van de motor en door deze gegevens bepaalt het motormanagement de hoeveelheid brandstof die wordt gemengd met lucht. Voor het onderhoud sluit een dealer een laptop aan op de motor van de machine en op hiermee worden de gebruiksgegevens zoals draaiuren van een motor uitgelezen. <
3DTUIN Designer
Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!
✔
Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%
✔ ✔
Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp
DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN
' systems
www.3dtuindesigner.nl URENBRIEF
HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !
www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS
TE DOEN KLANTEN
FACTUUR MEDEWERKER
www.buiterbeton.nl
ntwerp O Academie De in bakken gekweekte haagelementen met daaraan een verticaal rek van 120cm breed en 180cm hoog zijn reeds geheel volgroeid. Verschillende Hedera soorten in grote aantallen.
Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak
Groeiplaatsconstructies Wortelschermen Boombakken & Exterieur Boomverankering Boomstambescherming Beluchting & Bewatering
ZinCo Benelux B.V.
Kantopsluitingen
Adviseur en leverancier van daktuinsystemen
Amfibieënschermen
www.greenmax.eu
www.ajleclercq.nl 0172 – 475502 info@ajleclercq.nl
VCA Europese Richtlijnen
www.zinco.nl daktuin@zinco.nl +31 (0)20 667 4852
7
CE-markering
Wat is de betekenis van de CE-markering? • CE-markering op een product aangebracht, betekent dat men er vanuit mag gaan, dat het product (bijv. arbeidsmiddel, machines, PBM, …) CE Conform Europese veiligheidsrichtlijn, sinds 1995
op veiligheidsvlak voldoet aan de betreffende Europese Richtlijn Hoe is de CE-markering te herkennen? • Aan het CE-logo
Eisen machines en gereedschap Aan welke eisen moeten machines en aangedreven gereedschap in het algemeen voldoen? • Na 1995 voorzien zijn van een CE-markering • Een gebruiks- en onderhoudsvoorschrift, in de taal van het land, waar de machine of het gereedschap gebruikt wordt
Daktuincentrum
• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels
www.tfi.nl
• Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk
Bewegende delen moeten afgeschermd zijn • Bijvoorbeeld de gele tussenasbescherming bij een trekker of de oranje beschermkap van de bosmaaier
• De werkgever verzorgt de periodieke keuring
Alles is op voorraad!
1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl
• Geldigheidsduur met sticker of kleurcodering. Tot wanneer is de keuring van deze oranje machine geldig? Periodieke keuring met geldigheidsduur ( tot april 2016 )
• Geschikt voor het uit te voeren werk
Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag
• In goede staat zijn Door dagelijks onderhoud van de werknemer
Dagelijkse controle door werknemer van de gele afscherming van de tussenas: beveiliging draaiende delen
www.degroenepraktijk.nl Pas op, gevaar: draaiende delen!
foto lesboek + 1 dag cursus + CBT examen + incompany
€ 199
v.a.
excl. btw
,= * p.p.
www.degroenepraktijk.nl www.de www.degroene groenepraktijk.nl groene praktijk.nl
*bel voor info
& voorwaarden:
0651 126 942
Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl
www.foreestgroenconsult.nl
ECOLAT ECOPIC kunststof randafwerking
voor vijver/border/tuinpad
verdeler Nederland www.stabu.com kunststof en techniek voor groen - infra 0499-575715
Tel. Web. E-mail
0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl
zaden van inheemse planten en kruidenmengsels
W
â&#x2013;
e
EdenParks is een specialist in hoogwaardige, bijzondere glazen constructies uit Kwintsheul. Het bedrijf was onder meer veranwoordelijk voor de bouw van de kas van de Hortus in Leiden en het nieuwe paviljoen Jardin d’Hiverre van Bomencentrum Nederland. De kassen en an-
dere glazen bouwwerken zijn inmiddels over de hele wereld te vinden. Samen met AP Holland bouwt Edenparks een project in Boston, USA. Het glazen paviljoen met de naam ’The Ouchhouse’ nadert de oplevering. Het gebouw gaat een grote verscheidenheid aan woestijnplanten huisvesten.
De THO-M Terra mini kweekkas met verhoogd kweekbed is gemakkelijk voor mensen met fysieke klachten of die gewoon liever comfortabel tuinieren. Het kasje heeft een toogvorm en is opgebouwd uit aluminium en beschermd door een poedercoating. De afmetingen zijn 170x90x230
cm en door de vier zwenkwielen kun je hem gemakkelijk verplaatsen en zelfs gebruiken als windscherm. De 3 mm dikke plexiglazen panelen kunnen tot in de nok geopend worden. De kas word geleverd als bouwpakket en kost €1.899 een groeilamp is optioneel en kost €249.
Ferris introduceert de Soft Ride Stand-on (SRS) Z1 maaier met een bestuurdersplatform met instelbare veersysteemtechnologie dat de stress op het lichaam van de bestuurder moet verminderen, terwijl de voor- en achterwaartse hendels en ergonomische dijbeenkussens de vermoeidheid
helpen te verminderen. De SRS Z1 heeft een rijsnelheid tot 12,8 km/u en 3 snelheidsposities en wordt geleverd met een 91cm (36 inch) iCD-maaisysteem met achteruitworp en mulchkit. De krachtbron van deze machine is een Kawasaki motor met een vermogen van 19 pk.
Tijdens IPM Essen toonde PanAmerican Seed, een Amerikaanse bedrijf met een Europese vestiging in Venhuizen, verschillende nieuwe zaadproducten. Vooral de nieuwe introductie Tagetes Fireball springt in het oog. Het bijzondere van deze plant is dat de bloemen, wanneer ze ouder
worden, zich in verschillende kleuren ontwikkelen. Elke bloem start dieprood en ontwikkelt zich daarna naar verschillende oranje-, oker- en vlammend rode tinten – allemaal op één plant. Daarnaast toonde PanAmerican onder meer een sier Oreganum en nieuwe kleuren Viola.
Bestel nu voor â&#x201A;¬49,90!
LRRIERPHQ ]Ä&#x17D; Q YDQ RXGVKHU LQWLHP YHUERQGHQ PHW KHW ODQGVFKDS 'LW ERHN EHVFKUÄ&#x17D; IW PHHU GDQ ORRIERRPVRRUWHQ HQ K\EULGHQ GLH R D EHODQJUÄ&#x17D; N ]Ä&#x17D; Q YRRU RSHQEDDU JURHQ $DQ ERG NRPHQ KHUNHQQLQJ WRHSDVVLQJ HFRORJLH HQ EHKHHU (HQ VWDQGDDUGZHUN YRRU OLHIKHEEHUV HQ YDNPHQVHQ 0HW YHHO DFKWHUJURQGLQIRUPDWLH HQ UÄ&#x17D; N JHÃ&#x152;OOXVWUHHUG
â&#x20AC;¢ 0HHU GDQ VRRUWHQ ORRIERPHQ K\EULGHQ HQ YDULÃ&#x2C6;WHLWHQ â&#x20AC;¢ HHUNHQQLQJ WRHSDVVLQJ HQ EHKHHU â&#x20AC;¢ GHVFKLHGHQLV YDQ KHW ERRPJHVODFKW HQ VWDQGSODDWVHQ â&#x20AC;¢ LÄ&#x17D; VW YDQ FROOHFWLHV YDQ ERRPJHVODFKWHQ HQ PRQXPHQWDOH ERPHQ â&#x20AC;¢ 0HW PHHU GDQ NOHXUHQIRWRpV
HHW ERHN LV WH EHVWHOOHQ YRRU b LQFO EWZ exFO YHU]HQGNRVWHQ GRRU HHQ PDLO WH VWXUHQ QDDU LQIR#KRUWLSRLQW QO
Storax levert de nieuwe UltraGrip Antislip strip voor houten vlonders, gemaakt van gepultrudeerd glasvezelversterkt polyester. De strips zijn eenvoudig te installeren door de voorgeboorde gaten en bijgeleverde schroeven en bestand tegen water en verrotting. Er is de
keuze uit 50 en 90 mm brede strippen (lengte 800, 1.200 en 2.400 mm.) De antracieten strips zijn 3 mm dik, met afgeschuinde kanten om struikelen te voorkomen. De bovenlaag met korrelstructuur is gemaakt uit een duurzaam aggregaat met een hoge slipbestendigheid.
Onlangs werd er een nieuwe mijlpaal in de historie van Tobroco-Giant bereikt. Oprichter en eigenaar Toine Brock overhandigde de sleutels van de 15.000ste Giant aan Karel Beel, directeur van Firma Beel, één van de dealers van het eerste uur. In 2001 liep de eerste Giant
wiellader van de lijn. Door uitbreiding van het programma met telescoopladers en verreikers werd de 10.000ste machine in 2014 geproducerd. De populariteit van Giant machines bleef groot. Mede door uitbreiding van het aantal modellen, introductie van skid steer laders.
In Memphis Tennessee (VS) zijn nieuwe Rough&Ready Loungers uit de Collectie Straatmeubilair van het Leidense bedrijf Streetlife geplaatst. Ze staan in het Shelby Farms Park van 18 km² met ongeveer één miljoen bezoekers per jaar. Doordat Streetlife betrok-
ken was bij het ontwerptraject was het mogelijk om producten op maat uit te werken. Zo is de zitting van de extra lange R&R Curve bank 30 cm dieper dan standaard. En de R&R 6 bank, een Streetlife klassieker, is uitgegroeid tot R&R 9 bank, een dubbelzijdige zitting van 90 cm breed.
In New York verschenen in de jaren zeventig de houten wachtbanken op de perrons van de metro. GjaltProducties brengt deze iconische houten wachtbanken in Nederland nieuw op de markt. Er zijn verschillende uitvoeringen: als vierzitter (210 cm lang) en als zeszitter (310 cm
lang) van massief eikenhout en van Meranti/Okumé. Bovendien komt er ook een betonnen versie voor buiten. Het gewicht daarvan is 400 kilo, de zithoogte 48 cm en de prijs is €1.960 exclusief btw. Andere kleuren dan betongrijs zijn leverbaar tegen een meerprijs.
„Ik sta in een leslokaal bij de fabriek van Gardena in het ZuidDuitse Ulm. We bezoeken met een groep hoveniers twee fabrieken en een testcentrum. Ook volgen we trainingen over robotmaaiers en besproeiingssystemen. De technologische ontwikkelingen gaan snel en de consument heeft niet altijd zin, tijd of kennis om zich in de aanleg en het onderhoud van dit soort systemen te verdiepen. Daar kan de hovenier een belangrijke rol spelen als tussenpersoon.”
„Voor de contacten en om de samenwerking tussen Gardena en de hoveniers op gang te krijgen. Ook is het interessant om van collega’s te leren. Zo heb ik weinig ervaring met robotmaaiers, maar kan
ik anderen uitleggen hoe je een besproeiingssysteem aanlegt. Die wisselwerking is leuk. Ik heb het gevoel dat hoveniers meer open zijn naar elkaar; vroeger was de concurrentie heviger.”
„Onze kennis en creativiteit. Veel collega’s die een tuintje aanleggen, doen dat op dezelfde manier en met dezelfde materialen. Het moet vooral niet te ingewikkeld zijn. Ik probeer mijn kennis toe te passen en klanten te geven waarnaar ze zoeken. Soms is dat een uitdaging, maar zo blijf je jezelf ontwikkelen.”
„Ik mag niet klagen. Ons bedrijf ligt tegen ’t Gooi aan, waar veel rijke mensen wonen. Neemt niet weg dat ook wij mindere tijden
hebben gekend. De afgelopen jaren is alleen het meest noodzakelijke gebeurd; er zijn weinig tuinen aangelegd of vernieuwd. Daar komen mensen nu op terug. Bovendien merk ik dat ze niet meer kiezen voor de goedkoopste aanbieder, maar voor degene die goed werk levert en betrouwbaar is. Het gaat de goede kant op!”
„Enerzijds een voordeel omdat je elkaar goed kent. We hebben aan een paar woorden genoeg. Maar het is ook wel eens lastig, omdat we best verschillend zijn. Mijn vrouw kan moeilijk ‘nee’ zeggen, gevolg is dat er dan te veel werk ontstaat. Maar we doen het al een hele tijd zo en we houden het ook nog wel even vol, haha!” <
VAKMANSCHAP VOOR IEDERE GROENPROFESSIONAL
+31(0)318 525 888 | www.onkruidkoken.nl | info@empas.nl
Onze afdeling Groenprojecten zoekt versterking voor het
Wat breng je daarvoor mee?
team operationeel leidinggevenden. Een groep medewerkers
•
met een afstand tot de arbeidsmarkt verzorgt de aanleg, het onderhoud en beheer van plantsoenen, bossen, natuur,
Maak kennis met ons!
Interesse?
Afgeronde mbo-opleiding niveau 3 in het vakgebied
Neem voor meer informatie contact op met Wim Walravens,
groen, aangevuld met enkele functie specifieke (bedrijfs)
Manager Groenprojecten (tel. 0492 58 24 44). Stuur je
opleidingen/cursussen;
reactie met cv vóór 24 maart 2017 naar
sportvelden en bedrijventerreinen. Wil jij deze groep
•
Het kunnen interpreteren van (beeld)bestekken;
vacature@senzer.nl o.v.v. assWL-groen.
aansturen en begeleiden? Reageer dan nu!
•
Ruime ervaring in het leidinggeven;
•
Het vermogen om een brede diversiteit aan mensen met
Over Senzer
specifieke problematieken te begeleiden;
Senzer verbindt werkgevers en werkzoekenden. We zijn
Wat ga je doen? •
Leidinggeven aan en begeleiden van een groep van
•
Rijbewijs B/E;
een centrale speler op de regionale arbeidsmarkt met als
maximaal 25 medewerkers met een afstand tot de
•
Een zelfstandige, stevige persoonlijkheid en een
doel om deze verder te versterken. Zo geven we uitvoering
positieve, proactieve werkhouding.
aan de Participatiewet voor de zeven gemeenten in de
arbeidsmarkt; •
arbeidsmarktregio Helmond-De Peel.
Je bent verantwoordelijk voor de productie, coördineert de werkprocessen en zorgt voor de inzet en planning
Wat bieden wij jou?
•
Zorg dragen voor de productadministratie en uren- en
Een salaris op basis van cao Welzijn & Maatschappelijke
Acquisitie naar aanleiding van deze vacature wordt niet op
tijdsregistratie;
Dienstverlening schaal 5 met een maximum van EUR 2.656
prijs gesteld.
•
Mede uitvoering geven aan het vastgestelde personeels-
bruto per maand o.b.v. 36 uur. Daar bovenop kennen we
beleid
een Individueel Keuzebudget van ruim 18%, riante verlofopbouw en bieden we veel opleidingsmogelijkheden.