klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716
gedrukt
Dit jaar wordt er één volwassen zeug ingezet met tien biggen. Hoewel de Japanse duizendknoop niet bovenaan het menu staat van de varkens – het eerste jaar gaven ze de voorkeur aan eikels en kastanjes – ziet de gemeente wel een duidelijke afname van Japanse duizendknoop op het perceel. André
Onkruid. De komende weken steekt het her en der in straten en tuinen weer de kop op. En waar eerdere seizoenen er nog een beroep kon worden gedaan op chemische onkruidbestrijdingsmiddelen, moet de hovenier of groenvoorziener zich nu bijna helemaal verlaten op mechanische of thermische methoden. Eind dit jaar wordt de regelgeving nog verder aangescherpt. Vanaf november mogen er ook op niet-verhardingen geen chemische middelen meer worden gebruikt. Zeker voor de hovenier die veel in de particuliere tuin werkzaam is, wordt dat een flinke uitdaging. Sowieso zijn er nog niet heel veel machines op de markt die ook in een kleinere tuin gebruikt kunnen worden. Hoewel er inmiddels wel meer en meer apparaten verschijnen die op dit gat in de markt inspringen. Tuin en Landschap organiseert daarom samen met het Wellant College in Houten op 21 september
Menting van het Team Beheer Openbare Ruimte: „In het tweede seizoen zagen we hetzelfde effect als in het eerste: tot juni was de grond volledig kaal en zwart. Daarna kreeg de groeikracht van de duizendknoop weer de overhand. In het tweede seizoen was de hoogte en dichtheid afgenomen weer ten opzichte van het eerste seizoen. We hopen op voortzetting van die tendens.’’ De varkens zijn echter veel meer dan alleen duizendknoopbestrijders. Zo versterken ze de sociale samenhang van de buurt. Diverse bewoners houden voor de gemeente een oogje in het zeil en voeren de varkens bij. Deze zogenoemde hulpboeren hebben aangegeven dat ze hierdoor veel meer betrokken zijn bij hun woonomgeving en elkaar. Daarnaast helpen de Bentheimers bij de bewustwording van hoe we met ons voedsel omgaan, vindt de gemeente. Aan het eind van het tweede seizoen zijn de
varkens geslacht. Ze hebben echter wel een heel seizoen buiten kunnen leven, wat volgens de gemeente veruit te verkiezen is boven een leven lang nauwelijks daglicht zien. Ook is het goed voor het varkensras ’Bonte Bentheimer Landvarken’. „Door te slachten, moet er meer gefokt worden, waardoor dit bijzondere oud-Nederlandse ras in stand wordt gehouden.’’
Behalve de varkens, gaan dit seizoen ook vrijwilligers de Japanse duizendknoop in Renkum bestrijden. Onder leiding van Landschapsbeheer Gelderland zal deze ’duizendknoopbrigade’ twee keer per week de omgeving afstruinen om de exoot met de hand te verwijderen. De brigade is een initiatief van Henny Tax uit Doorwerth. Hij stroopt al enige jaren zijn omgeving af op de exoot. „Als je er maar snel genoeg bij bent, kun je als inwoner echt het verschil maken.’’
een seminar Onkruidbeheersing, die zich met name op deze doelgroep richt. Hoveniers die vooral in particuliere tuinen en op bedrijventerreinen onderhoud plegen. Binnenkort volgt meer informatie over het programma en de inschrijving voor deze boeiende seminar. In het huidige nummer kunt u alvast diverse artikelen lezen over onkruidbestrijding. Over de duizendknoop die menig gemeente tot wanhoop drijft. En hoe zit het nou met natuurazijn? Verder een nieuwe onkruidmachine voor halfverharding en een interview met Margareth van der Horst over regelgeving. Noteer 21 september alvast in uw agenda, en hou de komende tijd het blad, de website en de nieuwsbrief in de gaten voor verdere informatie over de seminar Onkruidbeheersing. Het belooft een evenement te worden dat u als groene vakman of -vrouw niet mag missen!
Overdag vinden de excursies en de workshops plaats, waaraan een beperkt aantal deelnemers mee kunnen doen. Bijvoorbeeld de cross-over workshop waarin tuinontwerpers kunnen samenwerken met beeldend kunstenaars. Of de workshop De Laatste Tuin waarin de deelnemers een ontwerpopgave krijgen naar aanleiding van een excursie naar een begraafplaats in Apeldoorn. De avonden zijn ingeruimd met lezingen, puntige voordrachten en discussies en voor een groter publiek toegankelijk.
Zo komen op de dinsdagavond verschillende sprekers vertellen over hun ’Buiten gewone projecten’. Ontwerper Nico Wissing bijvoorbeeld over zijn tuin op de Amerikaanse Flower Show in Philadelphia waarmee hij onlangs in de prijzen viel. De ruimtelijk ontwerpers van Gewildgroei, Vincent Wittenberg en Bennie Meek, spreken over hun Le Roy-project waarmee ze eind juni op het Utrechtse Berlijnplein gaan beginnen. Beeldend kunstenaar Irene Fortuyn maakte voor het Amstelpark in Amsterdam (voormalige Floriade-locatie) de tentoonstelling ’De Tuin en de Tuinman’. Die gaat over Nico van der Ree, die ruim 45 jaar
het park heeft beheerd. Ook zij komt over haar bijzondere project vertellen. Landschaps- en interieurbureau Inside Outside van Petra Blaisse won onlangs de prijsvraag voor het ontwerpen van een stadspark in Milaan. Deze ’Bomenbibliotheek’ werd verkozen boven onder meer inzendingen van West 8 en Kathryn Gustafson (ontwerper van cultuurpark Westergasfabriek). Dit project wordt eveneens uitgebreid toegelicht.
Op woensdagavond 14 juni staat de Laatste Tuin centraal en gaat geheel over begraafen herdenkingsplekken. Vier sprekers geven hun visie op de toekomst van herdenken. Ieder vanuit hun eigen vakgebied.
Voor de Hommage-marathon op donderdag 15 juni hebben
zich inmiddels al twaalf deelnemers aangemeld. Zij zullen elk vijftien minuten een eerbetoon aan hun voorbeeld uit het vak brengen. Dit zijn bekende en onbekende ontwerpers, nationaal en internationaal en zowel in het particuliere als het openbare groen werkzaam. De vier deelnemers aan de Tuin en Landschap-reeks ’Jong talent interviewt oude meester' brengen elk ook een eerbetoon: Sylvia Vergouwen aan Lodewijk Baljon, Hannah Schubert aan Louis le Roy, Katharina Brandt aan Sylvia Karres en Arjan Boekel aan Piet Oudolf. De marathon begint al om half twee 's middags. Er is plek voor 24 hommages, aanmelden kan nog steeds.
De vrijdagavond is ingeruimd voor een paneldiscussie. Aan het panel is de volgende stelling voorgelegd: ’De tuinkunst
dient zich meer te spiegelen aan de kunsten dan aan het eigen historisch perspectief’. Oftewel: gebeurt er te weinig in de ontwikkeling van de tuin zoals dat wel bij andere kunstvormen het geval is. Het panel bestaat onder meer uit Willem van Toorn, Leo den Dulk, Jan van IJzendoorn en Peter Sonderen. Zij zullen ook met het publiek in discussie gaan. Groenredacteur Paul Geerts van het Belgische CG Concept verzorgt die avond een lezing over de tuin in de literatuur. Op maandagavond wordt het festival geopend en zaterdag overdag is de feestelijke afsluiting met onder meer een excursie naar de stuifduinen rondom Radio Kootwijk en de presentaties van de eindresultaten van de verschillende workshops. Het volledige programma vindt u op www.ontwerpinstituut.nl.
Vitens en de Provincie Gelderland zijn samen gestart met de publiekscampagne ‘Bescherm je drinkwater’ om de bewoners van Gelderland bewust te maken van hun invloed op het grondwater. Vitens treft in bijna 60% van de Gelderse grondwaterbronnen minieme sporen van bestrijdingsmiddelen aan. 10% hiervan is afkomstig van vervuiling door particulieren. Vitens wil inwoners bewust maken dat zij kunnen bijdragen aan het beschermen van de drinkwaterbron. Daarom
vragen de provincie Gelderland en het drinkwaterbedrijf Vitens het gebruik van bestrijdingsmiddelen te beperken. „Voor het verwijderen van bestrijdingsmiddelen uit grondwater is veel energie nodig. Dat is niet duurzaam. Als we allemaal een klein beetje bewuster met onze omgeving omgaan, helpt dat al enorm. Wat niet in het grondwater terecht komt, hoeven we er ook niet uit te halen,” aldus Lieve Declercq, directievoorzitter van Vitens.
Vorige week rolde de NVWA de illegale verkoop van onkruidbestrijdingsmiddelen via internet op. Via Marktplaats werden illegale middelen aan particulieren verkocht. Het ging om onkruidbestrijdingsmiddelen die niet aan particulieren verkocht mogen worden. Bij de inspectie bleek ook dat de verkoper geen licentie had om gewasbeschermingsmiddelen te verkopen.
Eind van deze maand is het weer zover. Dan reis ik af naar Van Hall Larenstein in Velp om de negende editie van de Boominfodagen te bezoeken. Een tweedaagse waar veel kennis wordt gedeeld over bomen. Zeer interessant voor ontwerpers, boombeheerders en boomverzorgers. Heb je je al aangemeld? Ziekten en plagen staan prominent in het programma. Bomenleed. Ik ben benieuwd wat voor nieuws de boomgeneesheren voor ons hebben over de kastanje en de es. De opbrengsten van bomen staan ook in het programma. Zeker vier sprekers delen hun kennis. We weten natuurlijk al het een en ander over de verkoelende effecten van bomen voor de stad. Ook de CO2-opslag en waardevermeerdering van woningen door bomen zijn bekend. Bomen
Dolmar-carver Sander Boom heeft twee prijzen in de wacht gesleept tijdens de Boomkroonpad Carving Cup 2017. Op 6 en 7 mei hebben 25 houtzaagkunstenaars uit een robuuste boomstam een fraai kunstwerk gemaakt. Boom werd derde bij de vakjury en de publieksjury met een kunstwerk gebaseerd op de natuurlijke omgeving; het bestaat uit een zitje, een havik, een eekhoorn en een uil. Tijdens het speedcarven werd Boom eerste. Hierbij moet binnen een half uur een beeld uit een stam worden gezaagd.
staan voortdurend voor ons te werken. Ik denk dat we hier als branche nog veel meer voordeel uit kunnen halen als we ons er meer in verdiepen. Deze maand verschenen er twee boeken die de opbrengst van bomen van een hele andere kant belichten. ‘De Eetbare Stad’ en ‘Bloemen met Smaak’. In ‘De Eetbare Stad’ vind ik een heerlijk recept met gefrituurd iepenzaad. Zit ik al zolang in het vak, word ik toch weer verrast door de iep. Zelf geef ik in het boek ‘Bloemen met Smaak’ een top vijf van eetbare bloemen van bomen. Fruit en zaden van bomen kennen we al wel, maar eetbare bloemen van bomen zijn veel minder bekend. De Magnoliabloem is een echte smaaksensatie. Alvast een tip voor de programmacommissie van de tiende Boominfodagen: opbrengsten van bomen met bomensnacks.
de eerste ervaringen met een Nederlandse versie van iTree. Die het afgelopen jaar als pilot in een aantal gemeenten heeft gedraaid. Oege Oevering van de gemeente Dordrecht tot slot, laat in zijn presentatie zien hoe iTree de ’zachte’ waarde van bomen omzet in harde valuta waardoor het makkelijker wordt om te sturen op investeringen.” „De franchisemanager heeft vooral een facilitaire functie richting de vestigingen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om marketing, pr, advertenties, publicaties in vakmedia, de bedrijven vertegenwoordigen op beurzen en het coördineren van de werkwijze en doorvoeren van innovaties.”
„De grootste uitdaging is volgens mij om de kennis die er is optimaal in te zetten. Er zijn 13 vestigingen en 90 medewerkers in totaal, waaronder 20 ETT'ers. Er is dus heel veel kennis in huis en die willen we optimaal benutten
en voor iedereen beschikbaar maken.”
„Gelukkig heb ik de lopende projecten, vaste klanten en mijn medewerker Jan Wildschut, goed kunnen overdragen aan Boomadviesbureau Duifhuizen. Maar ja, ik stop toch met iets wat ik zelf in 12 jaar heb opgebouwd. Aan de andere kant, ik was echt toe aan een nieuwe uitdaging. Het was een klein bedrijf, dat betekent veel uren maken. Daardoor blijven dingen als pr, innovatie en marketing liggen, terwijl dat juist de dingen zijn die me energie geven.”
„We hebben weer een grote diversiteit aan presentaties. Bezoekers kunnen drie lijnen volgen. Een deels Engelstalige lijn van lezingen in de kapel, een Nederlandstalige lijn van lezingen in een collegezaal en een workshoplijn.”
„Wat betreft de inhoud ligt er een grote focus op iTree. Scott Maco, een van de ontwikkelaars van iTree, komt over uit de VS. En Craig Harrison vertelt over de resultaten van iTree in Londen. Wendy Batenburg en David van Uden presenteren
We staan er niet elke dag bij stil wat groen voor ons doet. Natuurlijk weten we dat groen goed voor ons is. Maar gevoel alleen is niet voldoende om mensen te overtuigen van de waarde van groen. Nog te vaak blijven we hangen in de softe hoek. Knuffelgroen bij allerlei leuke projectjes in de buurt. Schaamgroen als we ergens een gebouw hebben neergezet, maar het groen bij het begin aan de tekentafel zijn vergeten. Dat moet dus echt anders. Groen moet professioneel benaderd worden. Vanwege de baten, maar ook vanwege de kennis en het vakmanschap dat je nodig hebt om het groen die baten te kunnen laten leveren. Daarom ben ik zo blij met de nieuwe factsheets die in het kader van de Groene Agenda zijn ontwikkeld. In de Groene Agenda staan diverse onderzoeksprogramma’s centraal. Bijvoorbeeld over het effect van groen in ziekenhuizen, de effecten van de inrichting van groene wijken zodat mensen langer thuis kun-
„Wat ik heel bijzonder vind is de presentatie van de Spaanse wetenschapper Paloma Cariñanos. Normaal gesproken gaat het op dit soort symposia alleen over de positieve effecten van groen. Cariñanos belicht echter ook een negatieve kant. Zij onderzoekt namelijk de relatie tussen plantaardige allergenen en de volksgezondheid in de stad. Het blijkt bijvoorbeeld dat het ene park veel meer last geeft van allergieën dan het andere. Wat ik ook erg leuk vind dit keer is dat er veel docenten van Van Hall Larenstein, onze gastheer, een presentatie geven.” <
nen blijven wonen en de werking van groen in het verbeteren van het binnenklimaat. De Groene Agenda wordt gedragen door FloraHolland en Stichting De Groene Stad, waarvan VHG één van de initiatiefnemers is. Vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven en het Ministerie van Economische Zaken zijn nauw bij dit wetenschappelijke programma betrokken. Onderzoekers van de Wageningen Universiteit voeren de onderzoeken uit. Onlangs mocht ik de eerste resultaten van de Groene Agenda presenteren in de vorm van vijf factsheets. Over de waarde van groen in relatie tot bijvoorbeeld wonen, werken, leren en herstellen. U vindt ze op www.degroenstad.nl. Ik hoop van harte dat u ze gaat gebruiken ter onderbouwing van uw groene projecten. Dat zal ik ook doen als ik namens u het groene verhaal breng bij politici, beleidsmakers en opdrachtgevers. Groen is een serieuze business. Het gaat ergens over en het doet ertoe.
De totale kosten voor het onderhoud van het rijksbeschermde groene erfgoed in Nederland bedragen €132 miljoen per jaar. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Twaalf organisaties, waaronder LandschappenNL, Natuurmonumenten en de Vlinderstichting, doen een dringend beroep op de coalitiepartijen om te investeren in natuur. „We kunnen ons geen vrijblijvendheid meer veroorloven, het belang van ons natuurlijk kapitaal is evident.”
De omzet van de Stihl Groep steeg in 2016 met 6,6% tot €3,46 miljard – een recordomzet in het jaar waarin Stihl zijn 90-jarige bestaan viert. De grootste groei van de omzet werd in de EU en in Noord-Amerika geboekt.
Ondernemers willen minder bureaucratie bij het aan het werk helpen van mensen met een arbeidsbeperking. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor jongeren die nu vanuit het speciaal onderwijs vaak thuis komen te zitten.
Terwijl elders in de wereld bommen en raketten voor politieke crises en spanningen zorgen, trof Tuin en Landschap op de Pier van Scheveningen deze groene 'bom' aan. Een mooi statement voor een groenere en veiligere wereld... En voor meer ontspanning!
eer dan zeshonderd Geranium-soorten en cultivars worden inmiddels als tuinplant gekweekt. Een gespecialiseerde vasteplantenkwekerij heeft er al snel zo rond de honderd. De hoogte varieert van 5 tot 125 cm, bloemen zijn er in wit, roze, paars, violet en blauw. De bekende vroegbloeiende soorten zoals G. endressii en G. x magnificum hebben vaak vanaf eind juli al minder sierwaarde. De nieuwe cultivars daarentegen bloeien laat en blijven tot in het najaar decoratief. Tot eind oktober kun je bloemen ontdekken, zoals bij de nieuwe Geranium ’Storm Chaser’. Er zijn ook heel vroege bloeiers, zoals de nieuwe ’Bremigo’ (SABANI BLUE). De laatste jaren zijn enkele sterke en zeer langbloeiende ooievaarsbekken al favoriet geworden, zoals ’Gerwat’ (ROZANNE, violetblauw), ’Bremdra’ (DRAGON HEART, fel rozepaars), ’Tiny Monster’ (violet) en ’Anne Thomson’ (fel rozepaars). Nieuwe aanwinsten die veredeld zijn door Marco van Noort zijn ’Pink Penny’ en ’Sweet Heidy’, zusjes van ’Rozanne’. De Schotse kweker Alan Bremner zorgt ook voor veel nieuwe selecties, zoals de snel groeiende ’Bremdream’ (DREAMLAND) met lichtroze bloemen.
Lage soorten zoals G. sanguineum zijn goed te combineren met onder andere Campanula portenschlagiana, Gypsophila repens en Dianthus. Langbloeiende cultivars zoals ’Rozanne’ en de laatste nieuwe rassen zijn erg mooi samen met Alchemilla, Salvia en siergrassen. Combineer de langbloeiende ’Anne Thomson’ eens met Brunnera macrophylla ’Jack Frost’. Vooral de wat lagere, halfwintergroene soorten zijn prima bodembedekkers voor een schaduwrijke plek, samen met Tiarella, Waldsteinia en Epimedium. Bijvoorbeeld in grote groepen in openbaar groen.
Voor elke plek is wel een geschikte soort te vinden. G. sanguineum en G. cinereum voor wat drogere grond en volle zon, G. phaeum, G. macrorrhizum en G. x cantabrigiense voor schaduw of halfschaduw en bijna alle andere soorten voor halfschaduw of volle zon. Elke normale, goed doorlatende tuingrond voldoet. Terugknippen van vroege bloeiers zorgt vaak voor een tweede bloei. Bij de nieuwe cultivars is dit niet nodig: zij bloeien vanzelf goed door. <
et een beurs en een open dag besteedde Garden Plant het laatste weekend van maart op bescheiden wijze aandacht aan het 12,5-jarige jubileum. In die tijd heeft Richard Jeucken, - vanaf dag één belast met de dagelijkse leiding - het bedrijf elk jaar zien groeien. Garden Plant is in 2004 ontstaan uit een doorstart van het failliete ZONGarden. „Dat was niet een heel comfortabele uitgangssituatie”, erkent Jeucken. „Garden Plant heeft zich opnieuw moeten bewijzen. We kwamen uit een werkwijze die niet gelukt was en zijn back-to-basic begonnen.” Zonder pretenties, met een klein team en klein in omvang – de helft van de drie hectare die het nu is. „Van meet af aan lag onze focus op de cashand-carry, dat is nog steeds de corebusiness.” Met de goede service, de persoonlijke benadering en de laagdrempelige sfeer, wist Garden Plant het vertrouwen van de kopers opnieuw te wekken. Mede-aandeelhouder Lex Ebus zette zich schrap om voor leveranciers een financieel betrouwbare partner te zijn. „Het uitgangspunt is dat leveranciers binnen twee weken het geld op hun rekening hebben. Daar zijn we straight in”, zegt hij. Ebus nam destijds het initiatief voor de oprichting van Garden Plant. „We zitten midden in een productiegebied en dicht bij een groot afzetgebied en in de wijde omgeving was nergens een centrale handelsplek voor boomkwekerijproducten te vinden”, motiveert hij. Ook bedacht hij het format voor de oprichting van een coöperatieve vereniging van kwekers en maakte die, samen met de bedrijfsleider, mede-aandeelhouder. Dit leidt volgens hem tot een grote betrokkenheid bij het bedrijf.” Het concept bleek een goede inschat-
ting. De omzet groeide jaar op jaar. De oppervlakte van het bedrijf is verdrievoudigd, het aantal medewerkers verdubbelde. In 2010 volgde de aankoop van de bedrijfsgebouwen en in 2013 werd een nieuw kantoorgebouw gerealiseerd.
De stijgende lijn zet door. „Elk jaar trekken we nog nieuwe klanten aan die bij ons terecht komen omdat ze hier kunnen one-stop-shoppen”, zegt Jeucken. Behalve op de eigen locatie, heeft Garden Plant een onbemand verkoopfiliaal binnen de muren van FloraZON, op een steenworp afstand van de cash-and-carry. Garden Plant past goed binnen het concept van dit bedrijfsverzamelgebouw waar aanbieders van kamerplanten, snijbloemen en hardware zijn gevestigd. De cash-and-carry van Garden Plant kan met het aanbod van zo’n 150 kwekers goed uit de voeten. Bij het huren van boxen op de cash-and-carry en het aanbod van soorten, hebben de 28 coöperatieleden voorrang op niet-leden. Garden Plant heeft daarin een regisserende rol en waakt over variatie in het aanbod. „We proberen zo min mogelijk overlapping te hebben en we willen ook dat het een rendabele business is voor de kwekers. Dus vijf kwekers met hetzelfde product proberen we te vermijden”, zegt Jeucken. Garden Plant is meer dan alleen de cash-and-carry. Er worden ook orders geplaatst per mail, telefoon, fax en via de webshop. Voor die bestellingen put de organisatie uit het aanbod van álle kwekers, vaste aanvoerder of niet. ‘Nee’ verkopen is niet de stijl van het bedrijf. Sinds enige tijd heeft de organisatie de service uitgebreid met levering op locatie.
„Hoveniers willen steeds vaker hun planten laten bezorgen bij het project. Daarom bieden we hen nu ook die mogelijkheid.”
Garden Plant wil totaalleverancier zijn voor drie afnemersgroepen: tuincentra (40%), hoveniers (30%), en groothandel (30%) in binnen- en buitenland, met name Duitsland. Jeucken heeft het daarbij over ‘aanlegkwaliteit’ en ‘tuincentrumkwaliteit’. Tuincentra hechten aan visuele aantrekkelijkheid, een hovenier koopt in op basis van het tuinontwerp, puur op soort, ongeacht het groei- of bloeistadium. Om klanten te binden rijdt Garden Plant in het seizoen met een monsterbus - met een selectie van het actuele sortiment - langs klanten in een straal tot honderd kilometer van Venlo. Van het totale sortiment komt 35 tot
40% uit eigen inkoop bij kwekers door heel Nederland. Ook import van mediterrane planten uit Spanje en Italië is na een paar strenge winters weer opgepakt. Sowieso vindt Jeucken dat de groensector weer in de lift zit. „We merken aan hoveniers dat hun orderportefeuille weer redelijk is gevuld.” De komende jaren gaat Garden Plant stappen zetten om de digitale verkoop naar een hoger niveau te tillen. „Online is niet meer weg te denken. De uitdaging is om een goede methode te vinden om de webshop actueel, overzichtelijk en volledig te houden. We zijn hierin geen voorloper, omdat we de klanten toch liever hier op locatie hebben; de fysieke omgeving van de cash-and-carry zal het belangrijkste blijven”, aldus Jeucken. Ebus zou graag zien dat inkopers van grote tuincentra de weg naar de cashand-carry weten te vinden. „Soms krijg ik
de indruk dat ze zich te groot voelen om met een golfkarretje langs de boxen te shoppen. Wij willen echter serviceprovider zijn voor ál onze klanten.” <
Onafhankelijk en betrouwbaar keurmerk Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie.
‘Groenkeur in een bestek betekent maatschappelijk verantwoord inkopen van
Stichting Groenkeur
groenvoorzieningen.’
info@groenkeur.nl www.groenkeur.nl @groenkeur
○
an en Madelief zijn van plan om op 1 mei 2018 met elkaar te trouwen en vragen zich af of zij nu geen huwelijksvoorwaarden meer hoeven op te maken. Zij wonen al sinds 2015 samen in een door hen samen aangekochte woning. Jan heeft de woning destijds voor 60% in eigendom gekregen en Madelief voor 40%. Het huwelijksvermogensrecht gaat inderdaad wijzigen. Deze wijziging zal per 1 januari 2018 van kracht worden. Wanneer Jan en Madelief besluiten om geen huwelijksvoorwaarden op te laten maken, dan zal onder de nieuwe wet toch een gemeenschap van goederen ontstaan, maar deze wordt beperkt tot de bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk ontstaan. Alle bezittingen en schulden die Jan en Madelief al voor het huwelijk hadden blijven van hen privĂŠ. Ook de schenkingen en erfenissen die tijdens het huwelijk worden verkregen, blijven privĂŠvermogen van de partner die deze heeft verkregen.
Gemeenschappelijke bezittingen en schulden van voor het huwelijk, zoals de woning van Jan en Madelief, vallen na het huwelijk volgens wet ook in de beperkte gemeenschap van goederen.
Hoewel de woning voor 60% door Jan is aangekocht en voor 40% door Madelief, zal deze woning na het huwelijk gemeenschappelijk in de verhouding 50/50 hun eigendom worden. Wanneer Jan en Madelief willen dat de eigendomsverhouding na het huwelijk ook 60/40 blijft, dan zullen zij huwelijkse voorwaarden moeten op laten maken.
Jan heeft voor het huwelijk al zijn hoveniersbedrijf opgestart, onder de nieuwe wet zal zijn bedrijf buiten de beperkte gemeenschap blijven vallen. Jan moet volgens de wel een redelijke vergoeding aan de beperkte gemeenschap vergoeden voor de kennis, vaardigheden en arbeid die hij voor de onderneming aanwendt. Wat is een redelijke vergoeding? Dat laat de wetgever aan de praktijk en waarschijnlijk de rechtspraak over. Wanneer Jan en Madelief deze vraag over de rede-
lijke vergoeding niet aan de rechtspraak willen overlaten, dan is het verstandig om toch huwelijkse voorwaarden op te laten maken.
Wanneer Madelief plannen heeft om na het huwelijk een eigen onderneming op te starten, dan valt deze wel in de gemeenschap van goederen. Wanneer Jan en Madelief dit wegens het ondernemersrisico of om andere redenen niet willen, dan zal de onderneming van Madelief ook een reden zijn om toch huwelijkse voorwaarden op te maken. Voor een ondernemer lijkt het dus ook met de nieuwe wetgeving verstandig om huwelijkse voorwaarden op te maken. Bovenstaande is ook van toepassing als Jan en Madelief al op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd en denken dat zij door de nieuwe wetgeving de huwelijkse voorwaarden kunnen opheffen. <
Van geel naar groen gazon! Sommige gazons hebben behoefte aan een snelle oppepper. Na het verticuteren of een droge periode kan het gazon er slecht uitzien. Ook rooddraad is een typisch probleem in slecht gevoede gazons. Rooddraad is te herkennen aan gele plekken in het gazon met een diameter van 15-20 cm. Om een gazon snel te herstellen of goed te voeden is een meststof met een hoog stikstofgehalte nodig. DCM heeft speciaal hiervoor de perfecte oplossing gevonden in de meststof DCM VITAL-GREEN!
DCM VITAL-GREEN
NPK 14-4-8 + 3 MgO + Fe – MINIGRAN® TECHNOLOGY ■
Uitgekiende combinatie van snelwerkende én langwerkende stikstof - De direct opneembare stikstof zorgt een voor goede (her)groei van het gras in het voorjaar - Aanvoer van organische voedingselementen gedurende 3 maanden
■ GUA
RA
N
T
E
ED
• GUARAN
Bij toepassing circa 3 weken na de aanleg van een nieuw gazon zorgt het voor een snelle sluiting van de grasmat
TE E
DCM APP VOOR DE HOVENIER!
D
•
GU
ARANTE
ED
Geert van Kerkvoorde • Noord Nederland 06-126 71 236 • g.vankerkvoorde@dcmnederland.com Gerrit Klop • Midden Nederland 06-516 01 208 • g.klop@dcmnederland.com Emile Bezemer • Zuid Nederland 06-220 12 023 • e.bezemer@dcmnederland.com DCM Nederland B.V. • Valkenburgseweg 62 A • 2223 KE Katwijk • Nederland tel: +31(0)71 401 88 44 • info@dcmnederland.com
www.dcm-info.nl
lange en continue werkingsduur
Mg en Fe voor frisgroene graskleur
VAKMANSCHAP VOOR IEDERE GROENPROFESSIONAL
Duurzaam onkruid beheer met heet water V olg ons
e gemeente Houten begon zich al enkele jaren geleden te oriënteren op alternatieve methoden van onkruidbestrijding, anticiperend op het gebruiksverbod voor gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen dat sinds april 2016 van kracht is. Martin Rakke is technisch medewerker openbare ruimte voor de gemeente Houten. „De gemeenteraad wilde, vooruitlopend op het verbod, met niet-chemische methoden aan de slag. Daarop is een aanbesteding gedaan voor thermisch reinigen van de openbare ruimte. De Bunnik Groep kwam hier als beste uit naar voren.” Voorheen werd onkruid op verhardingen in de gemeente Houten vooral bestreden door middel van borstelen met een borstelmachine. Op moeilijk bereikbare plekken werd daarnaast chemische bestrijding met glyfosaat toegepast. De opzet van de proef was om diverse methoden van thermische onkruidbestrijding te onderzoeken. Rakke: „We hebben gekozen voor vier methoden: heet water (Wave-methode), hete lucht (Föhn), branden (open vuur) en infrarood (gecombineerd met hete lucht en water). Per wijk werd één methode gebruikt, om te kijken welke het beste resultaat opleverde.”
Bij de proef werd ook gekeken naar de CO2-footprint van de gebruikte machines. Dit bleek in de praktijk echter lastig, omdat deze machines nog volop in ontwikkeling zijn. „Je zit in een markt die nog volop in beweging is. Zo werkte de föhn op gas, maar de machine waarmee
deze werd gebruikt reed op diesel. Daarop vroegen we de leverancier waarom de machine niet eveneens op gas reed. Daar zijn ze vervolgens mee aan de slag gegaan.” Centraal bij de beoordeling van de verschillende methoden staat de efficiëntie. Aspecten die meetellen voor de efficiëntie zijn onder andere de rijsnelheid en de capaciteit van de machine per dag. Hier bestaan echter nog geen normen voor, zodat het lastig is dit in te calculeren. Wat steeds leidend was bij alle methoden is de beeldkwaliteit. „De aannemer moet voldoen aan CROW 3.2.3. De gemeente Houten werkt met kwaliteit A voor het centrum en voor de overige wijken kwaliteit C. Ook begraafplaatsen zitten op kwaliteit A, dat doen we met heet water.”
Uit de proef met de vier methoden komt geen eenduidig beeld naar voren. Dit komt doordat, naast de gebruikte methode, ook andere aspecten een invloed hebben op het beeld. „Weersinvloeden hebben eigenlijk een grotere invloed op het beeld dan de gebruikte methode. Daarnaast is ook het soort bestrating dat in een wijk ligt van belang.” Ook het soort vegetatie speelt een rol. „De paardenbloem is heel beeldbepalend wanneer deze opkomt, net als varkensgras. Dit kun je met branden goed onder controle houden en is visueel het meest effectief. Als je deze vegetatie droogt met de föhn, blijven de plantenresten nog steeds zichtbaar in het straatbeeld.”
Bij branden wordt de verharding met open vuur in een afgesloten bak bewerkt. Nadeel van branden is echter dat hierbij snel nevenschade ontstaat, zoals schade aan hagen en struiken direct langs de verharding. Dit leidt weer tot een negatieve invloed op het imago van de gemeente. Infrarood is vergelijkbaar met de föhn, beide methoden werken op basis van hete lucht. De verhitte lucht dringt echter onvoldoende door in het onkruid voor een langdurig effect. Daarbij ligt de rijsnelheid erg laag. Het meest effectief blijkt in de praktijk heet water, hoewel ook hierbij de rijsnelheid erg laag ligt. Heet water dringt echter het het meest door tot in de kern van de plant waardoor het het langst duurt voordat het onkruid terugkomt.
De gemeente Houten heeft vorig jaar €100.000 uitgetrokken voor onkruidbestrijding. Ook voor dit jaar gaat de gemeente uit van een zelfde bedrag. Uit een onafhankelijk inspectierapport blijkt dat de gemeente vorig jaar in 97% van de gevallen voldoet aan de beeldkwaliteit. Toch denkt Rakke dat je bewoners meer moeten betrekken bij het schoonhouden van de straat. „Vroeger was het heel normaal dat bewoners regelmatig zelf de stoep veegden. Tegenwoordig gebeurt dat nauwelijks nog, bijvoorbeeld doordat veel huishoudens tweeverdiener zijn en overdag niet thuis zijn. Die gaan niet 's avonds nog even hun stoep vegen. Toch zul je ook deze bewoners erbij moeten betrekken.”
Naast thermische onkruidbestrijding blijft de gemeente Houten ook de borstelmachine en veegwagen inzetten. Geen enkele thermische methode blijkt tot nu toe namelijk de ongewenste vegetatie geheel te verdelgen. Het grote voordeel van borstelen is dat de voedingsbodem wordt verwijderd en dat het direct resultaat oplevert.
Rakke experimenteert daarnaast ook met nieuwe producten bij de inrichting van de openbare ruimte. Zo worden bij nieuwe aanleg onkruidwerende voegmiddelen gebruikt. Ook is hij bezig met een proef met coating voor middengeleiders om onkruid tegen te gaan. â&#x20AC;&#x17E;Het is lastig om de middengeleiders goed te onderhouden met machines, omdat je dan steeds de weg deels moet afzetten. Dat kost veel tijd en is ook onwenselijk omdat je dan de toegang tot de wijk afsluit.â&#x20AC;? Of de proef met coating slaagt, moet echter nog blijken in de praktijk. Van de vier gebruikte thermische methoden komt de heet water-methode zoals gezegd als meest effectief naar voren. De gemeente Houten zal dan ook dit jaar nog een aanbesteding uitschrijven
op basis van de Wave-methode. Houten doet dit samen met Wijk bij Duurstede aangezien beide gemeenten samenwerken op dit gebied. Op de langere termijn zal daarnaast de openbare ruimte steeds meer zodanig worden ingericht dat onkruid zo min mogelijk kans krijgt; denk aan het
verwijderen van objecten als paaltjes en verkeersborden die bestrijding lastig maken. Ook blijft Rakke ervoor pleiten om minder verhardingen en meer groen toe te passen. En bewoners zullen ook moeten wennen aan het feit dat er wat vaker spontaan opkomende planten in de wijk groeien. <
uim 4 ha aan Japanse duizendknoop groeit er in Amersfoort. Christel Tijhuis kan het daarom niet vaak genoeg zeggen tegen collega-gemeenten: vormt duizendknoop nog geen probleem? Wees alert, en roei hem dan nú met wortel en tak uit, dan kost het je relatief weinig. Want voor je het weet zit je met 42.000 m2 van deze woekerplant en liggen de kosten voor de bestrijding vele malen hoger. „Je wilt niet hoeven doen, wat wij moeten doen.’’ Tijhuis is projectmanager bij de Utrechtse gemeente en stuurt de bestrijding van de invasieve exoot aan.
Japanse duizendknoop is een uitheemse plant met een enorme groeikracht. Begin april stonden de meeste planten net boven de grond, nu in mei hebben vele van hen al een lengte van 3 m bereikt. In Nederland vermeerdert de invasieve exoot zich vooralsnog uitsluitend vegeta-
tief, via de wortelstokken en stengeldelen. Ze bloeien wel, maar het zaad dat ze produceren is niet kiemkrachtig. Grondtransport en onzorgvuldig omgaan met maaisel zijn de grote boosdoeners voor de verdere verspreiding van de exoot, maar ook het storten van tuinafval door particulieren in de openbare ruimte zorgt voor nog meer aanwas van de plant. Enerzijds verdringt de Japanse duizendknoop de inheemse vegetatie, anderzijds veroorzaakt ze economische schade omdat de wortels funderingen, muren, schakelkasten en buizen beschadigen. In opdracht van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) is Probos in het voorjaar van 2013 een praktijkproef begonnen om te onderzoeken welke bestrijdingsmethode het meest effectief is. Op meer dan honderd groeilocaties zijn vier jaar lang vijf bestrijdingsmethoden in verschillende varianten toegepast; intensief maaien, begrazing, afdekken, afgraven en behan-
deling met bestrijdingsmiddelen. Komend jaar doen de terreinbeheerders van de honderd locaties niets, Probos gaat ze dan allemaal langs om in kaart te brengen wat er van de Japanse duizendknoop over is. „In het najaar komen we dan met de definitieve resultaten’’, zegt Jan Oldenburger van Probos desgevraagd aan de telefoon.
Na drie jaar praktijkproef bleek eind 2015 al dat het stengel voor stengel injecteren van de Japanse duizendknoop met glyfosaat de beste resultaten opleverde. Dat is dan ook precies wat de gemeente Amersfoort wil gaan doen dit najaar. „Vanwege die goede resultaten, maar ook omdat ons oppervlak te groot is voor andere methoden’’, verklaart Tijhuis. Afdekken met speciale folie bijvoorbeeld, is binnen de bebouwde kom volgens haar geen optie. Ten eerste moet je de af te dekken percelen ruim nemen: 3 m extra vanaf de groeiplaats van de plant, blijkt soms niet eens genoeg: dan komt de plant 3 m verder doodleuk weer boven de grond. Anderzijds mag je de folie niet meer betreden, bij grotere percelen is dat niet wenselijk. „Je kunt er helemaal niets meer mee.’’ Evenmin is afgraven een mogelijkheid. Per kuub kost dat zo’n €70 tot €80 (uitgraven en afzonderlijk afvoeren en opslaan) en als je nagaat dat de wortels van Japanse duizendknoop tot zo’n 2 m diep kunnen gaan, gaat dat aardig in de papieren lopen. Ook lenen verschillende locaties zich alleen maar voor de bestrijding met glyfosaat: de exoot groeit bijvoorbeeld in de constructie van een brug, om hem uit te graven zou de complete brug moeten worden afgebroken. Waar de Japanse duizendknoop in het openbaar groen groeit, heeft de gemeente de afgelopen twee jaar zorgvuldig in kaart gebracht. In 2015 is een eerste inventarisatie gedaan en in 2016 is een inhuurkracht opnieuw alle locaties langs- >
gefietst en heeft bekeken hoeveel het areaal was toegenomen. Amersfoort gaat de exoot niet alleen in het openbaar groen bestrijden, hij moet ook uit de particuliere tuinen verdwijnen, wil de bestrijding slagen. Daarom doet de gemeente een oproep aan haar 150.000 bewoners om het de gemeente te melden wanneer er Japanse duizendknoop in hun tuin groeit. Dit kan via een speciale website www.amersfoort.nl/japanseduizendknoop. Zo’n 78.000 adressen hebben een brief en een folder ontvangen met uitleg over de exoot. Bij mensen die zich aanmelden komt de gemeente dit najaar langs om de stengels met glyfosaat te injecteren. „Maar we dwingen niemand om mee te doen, zelfs niet als een bewoner zijn tuin aanmeldt; we zijn dan wel blij dat we die groeilocatie weten.’’ Tijhuis is zich zeer bewust van de controverse rond het gebruik van glyfosaat. Zij benadrukt dan ook dat dit niet de voorkeur heeft van de gemeente. De glyfosaat-actie heeft als doel om het areaal naar 2.500 m2 terug te brengen en om dan de bestrijding en het beheer van Japanse duizendknoop-locaties te borgen in de reguliere maai- en onderhoudsbestekken. Amersfoort maakt daarin van geen enkele chemische bestrijder gebruik. In 2019 hoopt de gemeente het streefareaal bereikt te hebben. Daarna blijft het zaak om de Japanse duizendknoop goed in beeld te houden en te
verwijderen. „We voeren de komende jaren ook niet-chemische pilots uit om de meest effectieve combinatie van methoden te bepalen. Bijvoorbeeld pollen uitgraven, technieken als heet water- en stoominjecties en plukken van hergroei.’’ Eveneens is het belangrijk om de locaties apart te blijven maaien en het maaisel afzonderlijk af te voeren. „Doe je dit niet, dan heb je over een paar jaar weer 40.000 ha’’, aldus Tijhuis.
In zowel de uitzonderingen van het geldende verbod van het gebruik van chemische middelen op verhardingen, als het verbod op onverharde terreinen dat in november dit jaar ingaat, wordt Japanse duizendknoop genoemd als soort die op geen enkele andere manier uit te roeien is en die in aanmerking komt voor een chemisch middel. Met uitzondering van de groeiplaatsen langs watergangen. Echter, niet alle manieren waarop een middel kan worden gebruikt zijn wettelijk toegestaan. „De professionele gebruiker mag glyfosaat wel vernevelen of het blad besproeien, maar injecteren niet, terwijl de omgeving daarbij veel minder risico loopt’’, zegt Tijhuis. En om die reden kiest Amersfoort toch voor injecteren. „We gaan ook bij mensen thuis de duizendknoop behandelen, daarom willen we koste wat het kost omgevings-
contact voorkomen en kiezen we voor de moeilijke weg.’’ Om glyfosaat te mogen injecteren dit najaar, vraagt de gemeente een ontheffing aan bij het Ctgb (College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden). Een ontheffing geldt echter maar voor honderdtwintig dagen, daarom hoopt Amersfoort dat de gebruiksvoorschriften permanent aangepast worden, zodat ook andere partijen glyfosaat mogen injecteren. Amersfoort wil een glyfosaathoudendmiddel gebruiken dat door particulieren wel in holle stengels mag worden geïnjecteerd. Uit het gebruiksvoorschrift blijkt verder dat het middel één keer per jaar toegepast mag worden; in een dosering van 20 ml opgelost in 100 ml water en per injectie 5 tot 10 ml van deze oplossing. Tijhuis: „Zo is het door Monsanto gedeponeerd bij het Ctgb en daar houden we ons aan.’’
Veel hangt dus af van het moment waarop glyfosaat wordt ingespoten, dat moet zorgvuldig worden gekozen omdat een herhalingsbehandeling niet mogelijk is. De gemeente kiest voor het najaar. Dan gaat de plant in rust en trekt het aangebrachte glyfosaat mee de wortels in. „Dan is het middel het meest effectief, doe je het nu dan heeft het wel effect
maar veel minder’’, zegt Tijhuis. Te lang wachten is echter ook niet goed, want wanneer de plant volledig in rust is, heeft inspuiten geen zin meer. De gemeente werkt samen met vijf verschillende groenaannemers. Die hebben alle vijf al ervaring met het inspuiten omdat de gemeente eerder een veldproef heeft gedaan. Bovendien zijn er meer dan een miljoen stengels die ingespoten moeten worden, ervan uitgaand dat er 25 per m2 groeien. Hiervan zijn de groeilocaties langs waterkanten uitgezonderd. In de korte tijd dat het middel het effectiefst is, is het praktischer om dat door meerdere aannemers te laten doen. Volgens Tijhuis kan de klus dan in zo'n twintig dagen geklaard zijn.
Het injecteren gebeurt uitsluitend door medewerkers met een spuitlicentie. Zij injecteren de stengels op een hoogte van 30 tot 50 cm. „Enerzijds om arboredenen’’, zegt Tijhuis, „anderzijds is op deze hoogte de stengel nagenoeg gegarandeerd hol, veel lager vaak niet en we willen zo dicht mogelijk bij de wortelaanzet zitten én in het holle gedeelte injecteren.’’ Eerder dit jaar maait de gemeente de Japanse duizendknoop in het
openbaar groen daarom één keer omdat sommige stengels anders zullen verhouten. Het is dus de hergroei die geïnjecteerd wordt. Het particulieren zelf laten doen – wat wettelijk is toegestaan - vindt de gemeente geen optie. „Het middel wordt nu door professionals aangebracht op het meest effectieve moment en op de juiste wijze. Onze bewoners hoeven nu
niet zelf het middel te kopen, blijven niet met restanten zitten en worden niet aan het middel blootgesteld.’’ De gemeente verwacht dat bij de meeste particulieren de duizendknoop na één behandeling met glyfosaat verdwijnt. In het openbaar groen zijn de komende jaren wellicht herhalingsbehandelingen nodig. <
et was een zin in de brief van demissionair staatssecretaris Sharon Dijksma van het ministerie van Infrastructuur en Milieu waar ze bij Burg Groep over vielen. Dijksma informeerde op 16 juli 2016 de Tweede Kamer over de mogelijkheden van een verbod op het niet-professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en schreef daarin het volgende: ’Het is ook belangrijk dat geen gebruik wordt gemaakt van middelen die niet zijn toegestaan, zoals azijn en chloor.’ Wáárom is azijn niet toegestaan? vroegen ze zich bij Burg Groep af. Het bedrijf in Heerhugowaard haalt 50% van zijn omzet uit de productie en verkoop van vinegar, oftewel natuurazijn. Dat ze ervan opkeken dat azijn in een adem wordt genoemd met chloor, is niet zo gek. „Als je even niet oplet, wordt het imago van een natuurlijk product weggespoeld down the drain’’, zegt Patricia Surendonk, directeur van Burg Groep.
Want daar begint volgens de fabrikant de verwarring. Maakt men in de ons omringende landen onderscheid tussen natuurazijn (vinegar) en chemische azijn, in Nederland wordt alles azijn genoemd. In de Warenwet wordt tussen de twee type zuren geen onderscheid gemaakt. Terwijl het verschillende producten zijn. Natuurazijn heeft altijd een agrarische oorsprong en is gemaakt van bijvoorbeeld suikerriet, suikerbieten,
tarwe of appels. De vloeibare azijn ontstaat door een dubbele fermentatie: eerst zetten schimmels en bacteriën de agrarische producten om in alcohol en vervolgens in azijn. Bij chemische azijn is dat anders, die is gemaakt van ruwe aardolie en ontstaat door een chemisch proces. Natuurlijke azijn is dus een veel ouder product dan chemische azijn en wordt sinds jaar en dag voor van alles en nog wat toegepast. „Als voedseladditief tot een middel om schimmelnagels te bestrijden’’, illustreert Surendonk de brede toepassingsmogelijkheden. „In een tijd dat we op zoek zijn naar duurzame alternatieven, is natuurazijn een heel mooi biobased product”, vult duurzaamheidsmanager Marika Stegmeijer aan. Een product waarvoor geen fossiele brandstoffen nodig zijn en dat bovendien door onze verre voorouders al werd gebruikt. Én niet onbelangrijk: door de Europese Commissie is toegestaan als basisstof voor het gebruik als fungicide en bactericide, het mag dus worden gebruikt om schimmels en bacteriën te bestrijden. Onder de basisstof vinegar verstaat de Europese Commissie natuurazijn die geschikt is als voedsel en waarin maximaal 10% azijnzuur zit. Hogere concentraties azijnzuur hebben logischerwijs een schadelijker effect op de bodem dan lage concentraties. Ter vergelijking: in natuurazijn zit meestal tussen de 4 en 5% pure azijn en in schoonmaakazijn tussen de 8 en 15%.
Basisstoffen zijn niet schadelijk voor mens, dier en milieu. Het zijn werkzame stoffen die niet uitsluitend gebruikt worden als gewasbeschermingsmiddel, ook niet primair verkocht worden als zodanig, maar die wel voor dat doeleinde nuttig zijn. Voedingsmiddelen kunnen een basisstof zijn, zonnebloemolie, wei en sucrose staan bijvoorbeeld op de lijst die door de Europese Commissie zijn toegelaten en die op de website van het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) te raadplegen is. Maar bijvoorbeeld ook heermoes, dat als aftreksel gebruikt mag worden als fungicide. Een basisstof heeft alleen een toelating nodig van de Europese Commissie, en deze is geldig in alle Europese lidstaten. Bovendien is de toelating voor onbepaalde tijd, hij heeft geen afloopdatum. Zoals gezegd mag natuurazijn al zonder toelating tegen schimmels en bacteriën worden ingezet. Alleen de erkenning als basisstof voor herbicide – als onkruidbestrijdingsmiddel - ontbreekt nog, maar daar gaat Burg Groep wat aan doen. Vorig jaar heeft een Franse natuurazijnproducent bij de Europese Commissie een aanvraag voor een toelating ingediend. Burg Groep kent deze producent goed en trekt waar mogelijk samen op met deze producent in het vervolgtraject. „Wij geloven heilig in natuurazijn, het is het product van de toekomst’’, onderstreept directeur Surendonk de missie van haar bedrijf. Het hangt van de wetenschappelijke >
beoordeling door EFSA (Europese Autoriteit Voedselveiligheid) af of natuurazijn wordt toegelaten door de Europese Commissie, bovendien worden alle lidstaten geraadpleegd. Zo’n procedure duurt ongeveer een jaar, aldus het Ctgb.
Mocht dit lukken, dan betekent dit niet dat de professional natuurazijn tegen onkruid op verhardingen mag gaan gebruiken, leert navraag bij het ministerie van Milieu en Infrastructuur. Het sinds vorig jaar maart geldende verbod van alle gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen blijft gewoon van kracht, dit geldt ook voor het verbod op het gebruik van middelen op onverharde terreinen dat op 1 november dit jaar ingaat. Als azijn als basisstof tegen onkruid wordt toegelaten, dan mag de professional het wél gebruiken in situaties waarvoor een uitzondering op het verbod geldt, dan geldt zelfs een voorkeur voor
basisstoffen en laagrisciomiddelen ten opzichte van ’gewone’ gewasbeschermingsmiddelen als RoundUp. (zie kader ’Uitzonderingen’) En de particulier? Die mag nu evenmin azijn gebruiken als bestrijdingsmiddel tegen onkruid, het is immers niet toegelaten als basisstof voor herbicide? Maar als dat over een jaar wel het geval is, dan mag hij zijn straatje voortaan wél met azijn van onkruid ontdoen. Tenminste, met natuurazijn die dus geschikt is als levensmiddel en waarin niet meer dan 10% pure azijnzuur is opgelost. Vooruitlopend hierop worden daarom in de ’Green Deal verantwoord middelengebruik particulieren’ die begin februari is ondertekend door onder meer het ministerie van I&M, Nefyto en Tuinbranche Nederland geen voorbeelden genoemd van middelen die geen toelating hebben. Volgens het ministerie van I&M wordt daarmee voorkomen dat deze tekst niet meer klopt als gedurende
de looptijd van de Green Deal middelen alsnog wel een toelating of een aanduiding als basisstof krijgen.
Voor Burg Groep is het schrappen van azijn uit de Green Deal een eerste horde die genomen is naar de erkenning van natuurazijn als duurzaam onkruidbestrijdingsmiddel. Samen met de Amsterdam Green Campus, onder leiding van bioloog Michel Haring, gaat de fabrikant onderzoeken wat de precieze werking van natuurazijn is op een plant en de effecten op het milieu. „Er zijn al veel onderzoeken uitgevoerd naar het gebruik van azijn voor onkruidbestrijding, maar een heldere conclusie specifiek voor natuurazijn en het gebruik daarvan op Europese bodem voor onkruidbestrijding, ontbreekt’’, legt duurzaamheidsmanager Stegmeijer uit. Burg Groep wil hiermee tot een verantwoord gebruiksvoorschrift voor natuurazijn komen. <
100% Roetvrij. Volledig werkend op LPG. DĂŠ milieuvriendelijkste en goedkoopste manier van onkruidbestrijding.
Universeel aanbouwdeel Geschikt voor de kleinere compact tractoren en werktuigendragers. Hete lucht, 2 x 45â&#x201E;&#x192; draaibaar.
„Hoveniers en andere professionele gebruikers mogen geen chemische bestrijdingsmiddelen meer gebruiken op verhardingen. Onduidelijkheid kan ontstaan doordat particulieren de middelen wel gewoon kunnen kopen bij tuinbouwtoeleveranciers of tuincentra. Daarbij is het etiket van Roundup Evolution niet gewijzigd. Er zijn ook uitzonderingen zoals langs spoorwegen, op recreatieterreinen, op vliegvelden en op sommige terreinen van de petrochemische industrie.”
„Er is inderdaad een Europese lijst aangekondigd, maar die is er vooralsnog niet. Alle middelen, ook zouten, zuren of andere middelen van natuurlijke oorsprong, moeten een toelatingsnummer van het Ctgb hebben, anders mag je ze niet gebruiken. Nu ben je dus afhankelijk van mechanische en thermische manieren van onkruidbeheersing.”
„Het klopt dat de regels niet door iedereen consequent worden nageleefd.
Daarvoor zijn verschillende redenen te bedenken. Ondanks dat het al lang in de lucht zat, kwam het gebruiksverbod er uiteindelijk toch nog onverwacht snel. Veel hoveniers waren niet voorbereid op het verbod. Ze hebben geen heetwatermachine, brander of heteluchtmachine, maar misschien nog wel glyfosaat staan. Bovendien hadden veel hoveniers vaak al onderhoudsovereenkomsten gesloten gebaseerd op het gebruik van glyfosaat, waardoor het ze geld zou kosten om de bestrating op een andere, duurdere manier schoon te houden. Dan wordt de verleiding misschien wel te groot, zeker omdat de wet op een vreemde manier in elkaar zit.”
De wetgeving richt zich alleen op professioneel gebruik en is niet op een logische manier tot stand gekomen. Dat maakt dat mensen wellicht minder geneigd zijn om zich eraan te houden. Het is bijvoorbeeld niet uit te leggen dat hoveniers geen glyfosaat mogen gebruiken en hun klanten wel. Zeker omdat die hoveniers een spuitlicentie hebben en dus geschoold zijn, terwijl veel particulieren geen idee hebben waar ze mee bezig zijn als ze Roundup gebruiken. Daarbij zijn er verschillende onderzoeken uit Nederland, België en Frankrijk waaruit blijkt dat verstandig gebruik van glyfosaat de milieuvriendelijkste manier is van onkruidbestrijding. De wetgever heeft echter gehandeld op basis van emotie, de wetenschap is gewoon op-
zijgezet. Dat is een tendens die je meer ziet en die me zorgen baart.”
„Het heeft belangrijke economische consequenties. Om een voorbeeld te nemen, de gemeente Rotterdam gaf aan dat het verbod in het eerste jaar al een half miljoen euro kostte. Die meerkosten van onkruidbestrijding zouden kunnen oplopen tot meer dan een miljoen per jaar. Onkruidbestrijding gaat, ook in particuliere tuinen, duurder worden. Veel hoveniers zijn terughoudend in het doorberekenen van die extra kosten. Hoveniers moeten de hogere prijs en de wetgeving aan hun klanten uitleggen. Dan kunnen ze ook een reële prijs berekenen voor hun werk. Anders neemt de hovenier alle kosten op zich van de nieuwe wetgeving.”
„Dat hangt van diverse factoren af. Wat voor bestrating ligt ergens bijvoorbeeld? Als het strakke natuurstenen tegels zijn, zul je er waarschijnlijk niet snel gaan borstelen of met de bosmaaier overheen. En langs beplantingen, houten tuinhuisjes of schuttingen zul je misschien niet snel gaan branden. Soms zal het neerkomen op handmatig plukken of met een mesje of krabbertje tussen de tegels werken. Het hangt er ook vanaf hoeveel geld
je erin wilt of kunt investeren. Sommige hoveniers hebben geïnvesteerd in een compacte heetwatermachine, dat kan heel goed werken. Maar ook die compacte machines zijn nog best groot. Daarmee moet je dan wel goed bij de tuin terecht kunnen. Sowieso moeten hoveniers ervaring opdoen met de nieuwe manieren van werken.”
„Je zult toch ervaring moeten opdoen met verschillende methoden om te weten hoe en wanneer je ze het beste kunt toepassen, hoeveel tijd dat kost en wat je ervoor moet rekenen. Als je heet water gebruikt, moet bijvoorbeeld de groeipunt kapot ’gekookt’ worden. Maar bij sommige onkruiden zitten de groeipunten verdekt in de plant. Dan zijn ze moeilijker te raken en zul je hier
meer aandacht aan moeten besteden. Dat geldt ook voor plantjes met een dikke waslaag of heel veel beharing. Ook het tijdstip is belangrijk. Vooral voor thermische methoden lijkt het gunstig om de behandeling op het heetst van de dag uit te voeren. De plant verdampt dan veel, bevat minder water en is kwetsbaarder. Voer je de behandeling ’s ochtends vroeg uit wanneer er dauw op de planten ligt, dan gaat het veel moeilijker. Je moet dan een groter temperatuurverschil overbruggen en de dauw ook nog opwarmen. Dat gaat gewoon veel minder goed. Met hete lucht heb je weer te maken met wind die de hittebehandeling minder effectief kan maken.”
„Zeker preventie wordt belangrijk. Bij
het ontwerp kun je er rekening mee houden dat je alleen paden en terrassen aanlegt die ook daadwerkelijk worden gebruikt. Juist op paden die niet veel belopen worden krijg je de hoogste onkruiddruk. Je kunt er in je ontwerp ook rekening mee houden dat je zo min mogelijk voegen krijgt. Dat zou dus pleiten voor het gebruik van grotere tegels. Gebruik voegmateriaal. Er zijn verschillende onkruidwerende inveegzanden op zoutbasis te koop. Of kun je de bestrating voegen met voegzand op epoxybasis. Deze voegen hebben als nadeel dat zouten uitspoelen en daarmee een kortere werkingsduur hebben. Epoxybehandelingen op zachte bodems zijn minder effectief. Een heel eenvoudige manier om aan preventie te doen is overigens om de bestrating gewoon geregeld te vegen om organisch vuil te verwijderen en daarmee kieming van onkruiden te voorkomen.” <
hijs Eikenaar, eigenaar van Thijs Minitractorwerken, ontwikkelde de Gritfoster, een machine voor achter de minitrekker om onkruid op halfverhardingen mechanisch te beheersen. „De kunst was om een werktuig te ontwikkelen dat het onkruid voldoende diep loswoelt en omhoog werkt. Na deze bewerking moest de dubbele rij harktanden de padbedekking wel weer voldoende kunnen egaliseren zodat het er weer netjes uitziet.” Hij keek bij de ontwikkeling vooral naar de landbouw. Uiteindelijk bleek een schijvenrol, waarbij de schijven dichter bij elkaar staan dan gangbaar, zeer goed te werken. In 2016 deed Eikenaar op diverse begraafplaatsen die hij als klant heeft, proeven met de Gritfoster en andere werktuigen. Alleen na een bewerking met de Gritfoster konden ook rolstoelen en fietsen weer over het grindpad. Bij
bewerkingen met andere werktuigen zakte een rolstoel bijvoorbeeld te ver weg in het grind. De ontwerper van de Gritfoster adviseert voor een goede beheersing van het onkruid op grind-, gravel- en schelpenpaden om deze zo’n 10 keer per jaar met de machine te bewerken. Het werktuig is overigens ook geschikt voor het mechanisch bewerken van opritten. Doordat het werktuig slechts één meter breed en 1,2 meter lang is, kan op vrijwel alle soorten paden makkelijk gedraaid worden. Eikenaar werkt aan een module die geschikt is voor paden die nóg oppervlakkiger bewerkt moeten worden. Hij verwacht dat deze module eind dit jaar op de markt komt. De ontwikkelaar heeft inmiddels diverse bedrijven die dealer zijn geworden van de Gritfoster. „Ik zoek echter nog meer dealers, want uiteindelijk wil ik een landelijke dekking.” <
kennis en advies bodem- en bemestingsadviezen inzet van natuurlijke oplossingen projectbegeleiding Adalia Mycorrhizae BioBodem
maatwerk
www.innogreen.nl / info@innogreen.nl / T0031(0)183-509796 www.innogreen.nl/onderzoek-en-advies/bodemkundig-onderzoek-&-advies
www.innogreen.nl/onderzoek-en-advies/kennisdeling
Jumbo collection Direct uit voorraad leverbaar UV- en vorstbestendig Extra verstevigde hoeken Lichtgewicht fiberstone Tot maar liefst 2 meter hoog www.potterypots.nl
n
n
n
n
Nu 10% korting
op alle items uit de Jumbo collection Code: jumboXXL17 Geldig t/m 30 april 2018 | Vermeld de code bij het plaatsen van uw bestelling Voor alle overige voorwaarden, neem contact op via sales@potterypots.nl of +31 88 445 6600
edio september moeten ze klaar zijn: het nieuwe paviljoen en de bijbehorende tuin van het hoofdkantoor van ABN AMRO aan het Gustav Mahlerplein in Amsterdam. De tuin ligt deels op het dak van het paviljoen en deels op het dak van de parkeerkelder (zie kader ontwerp). Het paviljoen is ontworpen door Architecten Cie en wordt aangelegd door BAM, de tuin is van Donkergroen Ontwerp & Advies in Sneek. Hoofdontwerper is Elwin de Vink. Het groenbedrijf neemt ook de aanleg van de tuin voor zijn rekening. Wat het paviljoen en de tuin bijzonder maken is dat ze beiden gemaakt worden van circulaire materialen. Circulair betekent dat ze ’oneindig’ te gebruiken zijn zonder dat ze hun waarde verliezen. Daarom moeten ze zo zijn ontworpen en toegepast, dat je ze makkelijk uit elkaar kunt
halen en voor een ander product kunt gebruiken. „En”, benadrukt De Vink, „als je nieuwe materialen gebruikt, moeten dat zo veel mogelijk pure, hoogwaardige materialen zijn.” Hij gebruikt hier graag het voorbeeld van betontegels ten opzichte van gebakken klinkers. Betontegels zijn goedkoop maar verliezen rap hun waarde omdat ze snel verweren. Na een aantal jaar kun je ze eigenlijk alleen maar hergebruiken als puinfundering door de tegels te vermalen. „Maar daarmee degradeer je een product; gebakken klinkers daarentegen zijn duurder maar gaan wel honderden jaren mee en behouden hun waarde.”
Sterker nog, de ontwerper verwacht dat de waarde van materialen als staal en natuur- en baksteen over vijftien of twintig jaar alleen maar zal zijn toegenomen. „Omdat die grondstoffen op raken”, benadrukt hij, „en dat gaat steeds sneller.” De ontwerper verwijst naar de zogenoemde Earth Overshoot Day, de dag waarop de mensheid meer grondstoffen verbruikt dan de aarde in een jaar kan produceren. Die dag valt elk jaar vroeger, in 2000 viel die op 1 november, vorig jaar was dat al op 8 augustus. Zuiniger zijn op wat we hebben en toepassen is dus pure noodzaak. Om de meest geschikte materialen te vinden
heeft Donkergroen ze langs een circulaire meetlat gelegd. In een complexe matrix zijn ze op verschillende eigenschappen met elkaar vergeleken. Hoe scoren ze op bijvoorbeeld onderhoud (welk onderhoud vraagt het materiaal?), remontabel (is het gemakkelijk uit elkaar te halen?), reuse-ability (hoe kun je het hergebruiken?), restwaarde (welke waarde heeft het materiaal in de toekomst?) en lokaal (waar is het geproduceerd?). De materialen die het beste scoren zijn toegepast. Met name om materialen hun waarde te laten behouden zodat ze over vijftien, twintig jaar gemakkelijk voor een ander product te gebruiken zijn, vergt aanpassingen in het ontwerp. Een paar voorbeelden van materialen die door Donkergroen samen met leveranciers zijn aangepast voor een circulair gebruik: Neem het meubilair, Donkergroen werkt daarvoor samen met Grijsen Park & Straatdesign, die eerder al banken aan ABN AMRO heeft geleverd. Deze bank wordt herontworpen. Omdat Grijsen inlands eikenhout gebruikt, afkomstig uit bossen die Staatsbosbeheer beheert, scoort het materiaal hoog op het punt â&#x20AC;&#x2122;lokaalâ&#x20AC;&#x2122;. De bestaande banken zijn volgens De Vink echter niet maximaal her te gebruiken. In de houten balken, die als zittingen dienen, is onderin tot op de helft van de balken een inkeping gefreesd waarin de stalen >
voet is bevestigd. „Die inkeping verzwakt het hout, wil je het over twintig jaar nog een keer gebruiken.” Het alternatief dat Grijsen vervolgens voorstelde, keurde De Vink af omdat hierin een houten rugleuning zat, die voor de bevestiging schuin is afgezaagd. „Daar kun je ook niet zo veel meer mee.” De banken die de leverancier van straatmeubilair nu levert - in totaal twintig stuks - bestaan uit 3m lange balken waarin niet is gezaagd. „Een puur materiaal, vanwege de lengte kun je ze over twintig jaar gemakkelijk voor iets anders gebruiken, bijvoorbeeld als funderingsbalk in een woning.” Uiteraard moet je dan wel pak en beet de bovenste 5 mm wegfrezen omdat die is verweerd. „Daarover hebben we overlegd met houthandels om de uiteindelijke maatvoering te bepalen. Het heeft immers geen zin als na het frezen een incourante maat ontstaat.” Het frame eronder wordt nu met korte schroeven aan het hout bevestigd, die schroefjes kunnen kort zijn want de balken zijn zo zwaar dat ze niet zomaar verschuiven. Donker en Grijsen kiezen voor RVS-schroeven
omdat die lang meegaan en hergebruikt kunnen worden. „Kies je voor gegalvaniseerd staal, dan moet je eerst het staal van de zinklegering scheiden en dat vergt meer energie en een vies chemisch proces”, aldus De Vink. De cortenstalen opsluitbanden waarmee Donkergroen de plantenscheggen begrensd, zijn door het bedrijf zelf ontworpen en uitontwikkeld met een staalconstructeur tot een circulair product. De losse elementen zijn 4 tot 6 mm dik en hebben zo veel mogelijk een standaardlengte. Het grote verschil met doorsnee stalen opsluitbanden is, dat Donker ze niet aan elkaar gaat lassen. In plaats daarvan worden ze met pennen aan elkaar bevestigd. „Als de tuin wordt afgebroken en het staal wordt uit elkaar gehaald, gaat het niet kapot. De losse elementen zijn allemaal weer te gebruiken”, zegt De Vink. Hij schat in dat het op deze manier nog wel honderd jaar mee kan. Een alternatief voor EPS (piepschuim) als lichtgewicht materiaal voor de dakopbouw vond De Vink in het zogenoemde glasschuim. „Piepschuim wordt gemaakt van aardolie, een fossiele brandstof die opraakt, dat materiaal gebruiken we dus liever niet”, legt de ontwerper uit. Zo’n 60% van het aanwezige piepschuim uit de oude dakbedekking wordt overigens hergebruikt, circulair betekent namelijk ook dat je datgene gebruikt wat al voorhanden is. Voor de 40% die Donkergroen niet kon hergebruiken, is een alternatief gezocht. Die vond het bedrijf in glasschuim, dit product komt vrij als afval bij de productie van glas (dat is gemaakt van zand) en is net zo licht als piepschuim. Als brokken wordt het materiaal op het dak gestort. „Mocht de tuin op termijn een andere invulling krijgen dan is dit materiaal weer ergens anders te gebruiken”, zegt De Vink.
Het kiezen voor een circulair systeem in plaats van het lineaire model van ’maken, kopen en weggooien’ betekent ook dat producten anders op de markt gezet moeten worden. Door de bank genomen had Donkergroen het liefst gezien dat de leveranciers allemaal eigenaar zouden blijven van de materialen en ze het gebruik ervan zouden ’vermarkten’. Na twintig jaar nemen zij dan hun producten weer terug om ze bij een volgende klant toe te passen. „Maar daarvoor staan leveranciers nog niet open”, stelt De Vink. „Wat we zagen gebeuren, was dat zij hun producten in een leasevorm van twintig jaar 100% wilden afschrijven, daarmee gingen wij natuurlijk niet akkoord.” Dat het leveranciers een voorinvestering kost en dat zij een risico lopen door hun producten op deze manier op de markt te brengen,
daarmee is De Vink het eens. Toch vindt hij dat het tijd wordt dat zij anders naar hun producten moeten gaan kijken. In plaats dat zij iets verkopen en er vanaf zijn - ’na ons de zondvloed’ -, verlenen ze in een circulaire economie een dienst en dat kan langere tijd duren. „In plaats dat je tl-buizen voor een parkeergarage verkoopt, zorg je ervoor dat er daar jarenlang licht brandt”, geeft De Vink als voorbeeld van de Duitse architect en duurzaamheidsgoeroe Thomas Rau. Als consumenten om dit soort diensten gaan vragen, dwingt het producenten om voor de meest duurzame, hoogwaardige materialen te kiezen in plaats van de meest goedkope. „Omdat zij de producten weer terugkrijgen en er dan nog steeds iets mee moeten.” Donkergroen heeft het nu anders opgelost: de materialen worden door ABN AMRO aangeschaft. Echter, in de contracten met leveranciers is afgesproken dat zij garant moeten staan voor een van tevoren vastgestelde restwaarde van het product. Dit betekent dat zij hoogwaardige materialen gebruiken en gedurende de vijftien jaar verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. Het groenbedrijf is de partij die al deze contracten bewaakt de komende jaren. Het opstellen van de contracten op deze manier is een goede oplossing vindt De Vink, al hoopt hij dat de markt zich snel verder ontwikkeld, zodat bij een volgend circulair project het gebruiken van echt circulaire contracten heel normaal is. <
inds de kastanjebloedingsziekte in 2002 voor het eerst om zich heen greep, zijn er al verschillende manieren geprobeerd om de ziekte te bestrijden, met name met behandelingen met knoflookextracten. Het ei van Columbus lijkt nog niet te zijn gevonden, maar misschien wel de meest veelbelovende methode is de warmtebehandeling die sinds 2013 door André van Lammeren en Fons van Kuik is ontwikkeld. Inmiddels is ook Prop Boomverzorging uit Hoogerheide betrokken bij de ontwikkeling van de warmtebehandeling. Erwin Suijkerbuijk, werkzaam bij de groenvoorziener, woonde in 2013 een presentatie over de methode bij. Met zijn achtergrond in de staalbouw zag hij meteen manieren voor zich om de experimentele methode praktisch inzetbaar te maken. Sinds een jaar of twee brengt dit bedrijf de methode, onder licentie, op de markt.
Het principe is eenvoudig. De bacterie (Pseudomonas syringae) die de ziekte veroorzaakt, sterft bij een temperatuur boven de 39 C terwijl de boom pas schade ondervindt bij 42 C. De behandeling is er dan ook op gericht om de temperatuur van het cambium waar de bacterie zijn vernietigende werk doet op 40-41 C te brengen. De behandeling bestaat uit het aanbrengen van een isolerende deken met waterslangen erin. De dekens van één bij vier meter worden om de stam heen aangebracht. Het water in de dekens wordt opgewarmd en zo wordt de boom op temperatuur gebracht. Thermometers worden in het cambium aangebracht en de behandeling kan beginnen. Rondom de meet- en regelapparatuur en de boom
worden hekken geplaatst om vandalisme en diefstal te voorkomen. Bewoners worden ingelicht en werken vaak mee door stroom te leveren voor de apparatuur. Suijkerbuijk: „We gebruiken het liefst stroom van omwonenden, die we uiteraard vergoeden. De bewoners hoeven dan niet in de herrie van een aggregaat te zitten en als zij betrokken zijn, komt dat ook het toezicht op de apparatuur ten goede.” Na 24 uur zijn de bacteriën gedood. Voor de zekerheid wordt er bij de behandeling uitgegaan van twee keer 24 uur.
Veel boomverzorgers en ook gemeenten staan nogal sceptisch tegenover de warmtebehandeling van paardenkastanjes tegen bloedingsziekte. Een reden hiervoor is dat de behandeling vrij arbeidsintensief, en dus kostbaar is. De belangrijkste reden voor twijfel is echter dat de bacteriën misschien wel gedood worden, maar dat er niets te doen is tegen herbesmetting. Aangezien de bacterie in veel gevallen volop aanwezig is in de boom, ligt het voor de hand dat ’genezen’ aantastingsplekken snel weer geïnfecteerd zouden worden. Een behandeling kost daarbij al gauw zo’n €1.500 per boom. Daarvoor mag een boom dan genezen zijn, maar voor hoe lang?
Herbesmetting is in theorie zeker mogelijk volgens Suijkerbuijk, maar in de praktijk is daar nog niets van gebleken. Uit de resultaten die op de Boominfodag van 1 juni worden gepresenteerd, blijkt dat ook bomen die vier jaar geleden zijn behandeld nog steeds vrij zijn van de ziekte.
De bomen overgroeien hun wonden en zitten veelal beter in het blad dan voor de behandeling. Volgens Suijkerbuijk is meer dan 80% van de behandelingen succesvol verlopen: „De eerste proeven in Zaandam bijvoorbeeld hebben inmiddels geleid tot opdrachten om daar nog meer bomen te behandelen.” Het uitblijven van herbesmetting heeft mogelijk te maken met hoe de ziekte zich door de boom verspreid. Een besmette boom wordt namelijk niet bevolkt door één grote homogene kolonie, maar op elke besmette plek zit een aparte stam van bacteriën die daar lokaal gegroeid is. Suijkerbuijk: „Het blijkt bij bemonstering dat het bij verschillende infectieplekken steeds om afzonderlijke besmettingen gaat. Heb je dus drie bloedingsplekken, dan zijn het drie afzonderlijke stammen van bacteriën. De ziekte is dus minder mobiel in de boom dan je misschien zou verwachten.” Of de ziekte ook daadwerkelijk wegblijft, zal moeten blijken uit het doorlopende monitoringsprogramma.
De behandelmethode wordt op verschillende manieren verder uitgerold. Prop Boomtechniek heeft een landelijk loket Kastanjebloedingsziekte opgezet waar publiek en potentiële klanten nadere informatie kunnen krijgen. Hier kunnen zieke bomen gemeld worden of een afspraak gemaakt voor diagnose en behandeling. Via dit loket is het ook mogelijk in contact te komen met partijen die advies kunnen uitbrengen en die de zieke bomen kunnen behandelen. Suijkerbuijk hoopt dat het loket in samenwerking met andere boomverzorgingsbedrijven kan uitgroeien tot een plek van samenwerking in de boomverzorging. Hier zouden mensen ook voor andere boomziektes terecht moeten kunnen. Binnenkort zal Prop niet meer het enige bedrijf zijn dat de behandeling aanbiedt. Met twee andere boomverzorgingsbedrijven lopen licentieonderhandelingen. Suijkerbuijk: „De doelstelling is om te komen tot 3 of 4 licentiehouders waarmee we een landelijk dekkend net-
werk hebben.â&#x20AC;? Suijkerbuijk heeft ook contact gezocht met enkele ETW-opleidingen en inmiddels een gastcollege gegeven bij Helicon Opleidingen om de methode meer bekendheid te geven. Er is ook een laagdrempeliger manier van warmtebehandeling in de maak. Prop werkt aan warmtematjes waarmee je kleinere besmettingen op de boom lokaal kunt behandelen. Gemeenten en boomverzorgers kunnen mogelijk in de toekomst zoâ&#x20AC;&#x2122;n setje aanschaffen om zelf lokale nabehandelingen uit te voeren. <
DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN
' systems
URENBRIEF
HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !
www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS
TE DOEN KLANTEN
FACTUUR MEDEWERKER
Schans-/steenkorven Sedum dakcassettes Grastegels
www.firmusproducts.eu
3DTUIN Designer
Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!
✔
Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%
✔ ✔
Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp
www.3dtuindesigner.nl
www.buiterbeton.nl
ntwerp O Academie De in bakken gekweekte hagen met daaraan een verticaal rek van 120cm breed en 180cm hoog zijn reeds geheel volgroeid. Uitgebreid assortiment Hedera soorten in grote aantallen.
Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak
Groeiplaatsconstructies Wortelschermen Boombakken & Exterieur Boomverankering Boomstambescherming Beluchting & Bewatering
ZinCo Benelux B.V.
Kantopsluitingen
Adviseur en leverancier van daktuinsystemen
Amfibieënschermen
www.greenmax.eu
www.hedgeworld.nl 0172 – 475502 info@hedgeworld.nl
VCA Europese Richtlijnen
www.zinco.nl daktuin@zinco.nl +31 (0)20 667 4852
7
CE-markering
Wat is de betekenis van de CE-markering? • CE-markering op een product aangebracht, betekent dat men er vanuit mag gaan, dat het product (bijv. arbeidsmiddel, machines, PBM, …) CE Conform Europese veiligheidsrichtlijn, sinds 1995
op veiligheidsvlak voldoet aan de betreffende Europese Richtlijn Hoe is de CE-markering te herkennen? • Aan het CE-logo
Eisen machines en gereedschap Aan welke eisen moeten machines en aangedreven gereedschap in het algemeen voldoen? • Na 1995 voorzien zijn van een CE-markering • Een gebruiks- en onderhoudsvoorschrift, in de taal van het land, waar de machine of het gereedschap gebruikt wordt
Daktuincentrum
Bijvoorbeeld de gele tussenasbescherming bij een trekker of de oranje beschermkap van de bosmaaier
de periodieke keuring
kleurcodering. Tot wanneer is de keuring van deze oranje machine geldig?
• In goede staat zijn Door dagelijks onderhoud van de werknemer
www.degroenepraktijk.nl Pas op, gevaar: draaiende delen!
foto lesboek + 1 dag cursus + CBT examen + incompany
€ 199
v.a.
excl. btw
,= * p.p.
www.degroenepraktijk.nl www.de www.degroene groenepraktijk.nl praktijk.nl
*bel voor info
& voorwaarden:
Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag
Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen
• Geschikt voor het uit te voeren werk
Dagelijkse controle door werknemer van de gele afscherming van de tussenas: beveiliging draaiende delen
Alles is op voorraad!
1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl
• Geldigheidsduur met sticker of
Periodieke keuring met geldigheidsduur ( tot april 2016 )
• Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk
• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels
Bewegende delen moeten afgeschermd zijn •
• De werkgever verzorgt
www.tfi.nl
0651 126 942
Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl
www.foreestgroenconsult.nl
ECOLAT ECOPIC kunststof randafwerking
voor vijver/border/tuinpad
verdeler Nederland www.stabu.com kunststof en techniek voor groen - infra 0499-575715
â&#x2013;
Tel. Web. E-mail
0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl
zaden van inheemse planten en kruidenmengsels
en W
e
ans Luiten is bij IPC Groene Ruimte het aanspreekpunt voor de genoemde opleidingen. „Wij merken dat vakkennis zich steeds meer verplaatst van de opdrachtgever naar de opdrachtnemer. Daarom is het van belang dat medewerkers in dienst bij de aannemer vaardigheden aanleren. Bij zowel opdrachtgever als opdrachtnemer willen we een bijdrage leveren in de ontwikkeling van vakkennis gericht op een duurzame groene buitenruimte. Zowel in aanleg, beheer als het onderhoud.” Een andere trend is dat groen in de stad steeds meer toegevoegde waarde krijgt. Maar ook dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt, en dus ook het werken met schonere, stillere machines en apparaten. „Onderdeel van de opleiding voor de Medewerker Groen en Medewerker Schone stad is het werken met accumachines. Daarnaast kan men op basis van incompany ook met groot onderhoudsmaterieel leren omgaan zoals veegmachines en heetwatermachines.”
Omdat bij veel opdrachtgevers groen en grijs onder dezelfde afdeling vallen, moeten de medewerkers voor een deel ook uitwisselbaar zijn. Bij de opleiding Groen ligt de nadruk wat meer op het beoordelen en verwerken van plantmateriaal, bij de opleiding Schone Stad meer op onkruidbeheersing op verhardingen en schoon houden van verhardingen. Aanleiding voor de nieuwe opleidingen is ook de Participatiewet, waardoor aannemers steeds meer werken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hierdoor verandert ook de rol van de voorman. Luiten: „In het leerpakket Vakman Groen zit daarom, naast inrichting, beheer en onderhoud van de
groene buitenruimte, ook een deel communicatie richting de medewerkers. De rol van voorman wordt namelijk steeds complexer en belangrijker.” Zowel de medewerkers als de voorman zijn ook ambassadeur voor hun opdrachtgever. „Zij moeten dan ook altijd aan de burger kunnen uitleggen waarom ze doen wat ze doen. Belangrijk daarbij is dat ze trots zijn op hun positie en werkzaamheden. Daarnaast moeten ze ook problemen signaleren.”
De opleidingen kunnen zowel bij IPC Groene Ruimte als incompany worden gevolgd. De voorkeur heeft het om te
werken met machines en apparaten van de bedrijven zelf, maar IPC Groene Ruimte kan deze ook leveren als dat nodig is. Luiten: „IPC Groene Ruimte streeft naar maatwerk. Elke kandidaat wordt uitgenodigd voor een intakegesprek. Op basis van deze nul-meting ontstaat inzicht in de competenties en vaardigheden die eerder door de kandidaat verworven zijn. Dit vormt het uitgangspunt voor het vaststellen van de leerbehoefte en het beoogd eindresultaat.” Inschrijven kan via de website van IPC Groene Ruimte. Op basis van het aantal aanmeldingen in juni zullen de opleidingen dit najaar van start gaan. <
9e editie
De kunststof onkruidborstels van KOTI zijn vonkvrij. Een belangrijk aspect bij het onderhoud van terreinen rondom de opslag van brandgevaarlijke materialen, zoals chemicaliën en vuurwerk. Ook na een lange periode van droogte voorkomt de onkruidborstel kleine (berm) brandjes bij het verwijderen
van verdord onkruid en gras. De KOTI-onkruidborstel is bovendien vriendelijk voor sierbestrating. Voor elk type veegmachine zijn er onkruidborstels verkrijgbaar en het segment met (gele) kunststof borstelbezetting is eenvoudig op onder andere de Nimos-borstelplaten te bevestigen.
Door gietranden rondom een boom te plaatsen, infiltreert het water na een watergift geleidelijk in de kluit en blijft de kluit langer vochtig. De BioGietrand van GreenGuard is een 100% natuurlijk product. Hij bestaat onder ander uit Solanyl-zetmeel, een afvalproduct uit de patatindustrie.
De BioGietrand gaat zeker drie jaar mee, en zorgt voor een vermindering van afvalstromen. Wanneer de gietrand na eventueel hergebruik definitief moet worden afgevoerd, kan hij namelijk gewoon bij het groenafval. Uiteindelijk breekt het materiaal langzaam af in de grond.
Kijlstra Bestrating uit Veendam introduceert nieuwe kleuren en extra large-formaten in zijn tegels. Zo is er nu de H2O betontegel in een formaat van 90x90 cm. Door het ruimtelijk effect lijkt het alsof de tuin groter is. De tegels hebben een minimale vellingkant en worden geleverd met afstandhou-
ders. Beschikbaar in de kleuren Grigio Camello, Grey emotion en Black emotion: 9 stuks per pak/1 stuk per laag, 1,23 stuks per m2, gewicht 140 kg/p.st. De standaard 60x60 H2Otegels zijn er nu ook in nieuwe kleuren: Grey emotion, Arctic emotion, Tefra emotion en Summer emotion.
De Buurjongens bedachten een afscheiding die je makkelijk kunt verplaatsen en beplanten. Hiermee is de (buiten)ruimte in één klap flexibel in te richten. Bijvoorbeeld om een intieme hoek bij het terras te creëren of om iets uit het zicht te zetten. De verplaatsbare schutting is in diverse varianten te verkrij-
gen, met en zonder zitbankje. De verplaatsbare schuttingen worden gemaakt van Douglashout, een milieuvriendelijk en onderhoudsvrij alternatief voor hardhout en geïmpregneerd hout. De productie gebeurt in samenwerking met sociale werkplaats Amfors te Amersfoort.
Een aluminium designrooster met een lichte kunststof onderbak. Zo omschrijft fabrikant ACO zijn nieuwe EasyGarden Slimline roostergoot. Het formaat is smal: 6 cm vergeleken met standaard roostergoten van 13 cm breed. De roostergoot is eenvoudig te plaatsen met klik- en lijmbare hulpstukken. De voetjes aan de koppelstukken zorgen voor verankering tussen de tegels. De goot kan worden aangesloten op infiltratievoorzieningen of op het riool met 50, 60, 70 of 80 mm-leidingmateriaal. Het rooster is eenvoudig uitneembaar en daardoor goed te reinigen. De Slimline roostergoot is er ook met zwart geanodiseerd aluminium rooster: passend bij een donkere bestrating.
Met de HECO-terrasclippers kun je terrasplanken recht en met exact dezelfde onderlinge tussenafstanden monteren, zonder dat het terras ontsierd wordt door boorgaten. De kunststof clippers zijn geschikt voor planken variërend van 120 tot 150 mm en zijn op verschillende afstanden van
Sinds 1 april 2017 verzorgt Van der Haeghe uit Geldermalsen de Nederlandse distributie van het Duitse merk Köppl. De import is overgenomen van de firma Stierman de Leeuw uit Apeldoorn. Köppl is bekend van de tweewielers met maaitechniek.
TenCate Grass is sinds kort eigenaar van Synthetic Grass Warehouse (SGW) Inc., een Amerikaanse kunstgrasleverancier die gespecialiseerd is in landscaping, huisdieren, golfbanen en speelplaatsen. Ten Cate wil met de overname zijn positie versterken in het snelgroeiende landscapingsegment.
Het sierbestratingsconcept GeoCeramica is onderscheiden met een Red Dot Design Award. GeoCeramica is een innovatieve tegel van ’keramiek op beton’ van de Nederlandse bestratingsproducent MBI. De officiële prijsuitreiking vindt plaats op 3 juli in Essen (Duitsland).
Ook Valtra, onderdeel van AGCO, heeft een Red Dot Design Award 2017 gewonnen. Het bedrijf kreeg de prijs voor zijn SmartToucharmsteun, die gebruiksvriendelijkheid en gebruiksgemak combineert.
elkaar te plaatsen. Door de indirecte bevestiging kan het hout in alle richtingen krimpen en uitzetten. De clippers worden aan de onderkant van de plank bevestigd; ingesteld op de breedte van de plank en op de onderconstructie geschroefd. Per m² zijn ongeveer 15 clippers nodig.
Hitachi brengt drie nieuwe elektrische heggenscharen op de markt: CH45Y, CH55Y en CH65Y. Deze heggenscharen van 560 Watt hebben een meslengte van 45, 55 of 65 cm. Ze zijn uitgerust met een mechanische rem, die binnen 0,5 seconde stopt als de schakelaar uitgaat. Ook is de schaar
voorzien van veiligheidsondermessen en een veiligheidskoppeling. Het snoeien gebeurt met diamantgeslepen mestanden aan beide zijden, die in een hoek van 30° staan. Deze speciale geometrie moet leiden tot een geringe slijtage en een veel langere standtijd.
„Dit is de eerste tuin die ik heb ontworpen én aangelegd voor mijn werkgever Vechtdalgroen. Hij ligt in mijn woonplaats Hoogeveen. Ik ben uitvoerend hovenier, maar ik wil me ook gaan bekwamen in het ontwerpersvak. Drie jaar geleden heb ik daarom al de cursus Ontwerpkunde bij het Ontwerpinstituut gedaan, komende september ga ik aan Larenstein in Velp beginnen met de deeltijd-opleiding AD Tuin- en Landschapsinrichting.’’
„Associate degree, een tweejarige opleiding die qua niveau tussen het MBO en HBO inzit. Volgens mij ligt dat mij uitmuntend. Ik werk nu tien jaar bij Vechtdalgroen, ik ben hier terechtgekomen via een stage toen ik nog op AOC Terra zat. Het
fijne hovenierswerk heb ik echt van mijn werkgever geleerd. Ik zou nu iets minder fysiek aan de slag willen en meer met mijn hoofd.’’
„Het is een moderne tuin met een klassiek randje bij een jaren dertig woning. Waar ik zit, heeft de tuin meer een strakke vormgeving met achter mij een terrasje dat is omgeven door vasteplantenborders. Zo kunnen de eigenaren ook echt middenin hun tuin zitten, in plaats van alleen maar dicht bij de woning. Nu staat er een klassieke zuil op het terras, die stamt nog uit de oude tuin en past hier mooi. De schutting is niet van de eigenaren, maar omdat hij enkel in metalen puntstaanders staat, is hij bevestigd aan oude betonnen palen.
Omdat die niet mooi zijn heb ik die gecamoufleerd met haagbeuken. Een toevalligheidje wat we in het werk hebben opgelost, maar het werkt dus heel goed. Op termijn wil ik ze in zuilen knippen.’’
„Wat me enorm fascineert is dat je met een goed ontwerp mensen optimaal het groen kan laten beleven. Zo heb ik ademloos naar de documentaire over Piet Oudolf gekeken die onlangs op de tv werd uitgezonden (Paradijs binnen handbereik, red.). Hij werkt alleen met planten en creëert daarmee magie die mensen enorm weten te waarderen. Mensen vinden zijn beplantingen bijna vanzelfsprekend, dan heb je het als ontwerper in mijn ogen goed gedaan.’’ <
HELTHUIS EXCLUSIEF IMPORTEUR VOOR DE BENELUX
Tuin en Parkmachines B.V.
“Poort van Midden Gelderland” Oranje 2 6666 LV Heteren I www.helthuis.nl E info@helthuis.nl T +31 (0)26 – 4723 464
Sinds 1958 het adres voor Tuin- en Parkmachines
ONTWIKKELD VOOR RIJBEWIJS B+E Iveco 35C17 3,0 L / 120 KW 8,8 T trekgewicht
Veldhuizen Semi-Dieplader bakmaat 7,30 x 2,20 mtr. oprijhoek 14° laadvermogen 6,9 T
VELDHUIZEN levert B+E opleggers voor het transport van kleine machines met een laadvermogen tot 7 ton. Voor het laden van golfbaan machines heeft VELDHUIZEN een knikkende semi-dieplader ontwikkeld met een oprijhoek van 8° en een gegroefde aluminium vloer, zodat er veilig geladen kan worden. De trekker-opleggers en oprijvrachtwagens zijn uit voorraad leverbaar. Ook kunt u gebruik maken van onze verhuurvloot van 300 trekkers en 400 opleggers.
Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 | www.veldhuizen.nl | info@veldhuizen.nl