klimaatneutraal natureOffice.com | NL-077-331716
gedrukt
Jongeren die moeilijk aansluiting vinden bij de arbeidsmarkt, krijgen via TOP Academie (Talent Ontwikkeling in de Praktijk) de mogelijkheid zich met praktijklessen te specialiseren in een vak. M. van der Spek Groep en Binder Groenprojecten nemen deze leerlingen onder hun hoede voor het vakgebied groen. Bij Van der Spek bouwden de leerlingen aan vogelhuisjes en insectenhotels. Ook werden typeplaatjes voor speeltoestellen gestanst, een belangrijk onderdeel voor de keuring van speeltoestellen. Bij Binder gingen de leerlingen aan de slag in de Spoortuin van het Essenburgpark in Rotterdam. De TOP Academie is een initiatief van Learn2Work.
Er was afgelopen weken weer van alles te doen rond onkruid en onkruidbestrijding - pardon, onkruidbeheersing. Niet alleen tiert het onkruid als gevolg van het warme najaarsweer nog steeds welig op stoep en in plantsoen, ook ging vanaf 1 november het uitgebreide gebruiksverbod van kracht. En, oh ja, er werd ook nog gestemd in Brussel, over glyfosaat. Of nee, toch niet. Volgt u het allemaal nog? Als het antwoord 'nee' is, wees gerust, u bent niet de enige. Voor een update van de uitbreiding van het gebruiksverbod voor professionals verwijs ik u naar pagina 20. Daarnaast vindt u in dit nummer diverse artikelen over bestrijding/beheersing van onkruid, van nieuwe methodes die met schuim en straalmotoren het onkruid te lijf gaan, tot een onkruidvriendelijke inrichting van de tuin. Het nieuws werd vorige week beheerst door een stemming in Brussel over een nieuwe toelating
Opvallend is dat de Omgevingswet, die vergunningen op gebied van ruimtelijke ordening bundelt, wordt ondergebracht bij het ministerie van Binnenlandse Zaken van D66-minister Kajsa Ollongren. Tot nu toe was de nieuwe wet, die diverse malen is uitgesteld, ondergebracht bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Al eerder werd bekend dat het groene onderwijs van Economische Zaken naar Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen verhuist. Binnen dit ministerie met twee ministers, is het D66’er Ingrid van Engelshoven die zich hiermee bezig gaat houden. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) van Infrastructuur en Waterstaat gaat over biociden
en gewasbescherming buiten de landbouw. Deze zal zich bezighouden met het gebruiksverbod voor groenprofessionals en particulieren. Ook Milieu en het Planbureau Leefomgeving vallen onder Van Veldhoven. Klimaat valt onder het ministerie van Economische Zaken van VVD-minister Eric Wiebes. Deze zal zich bezighouden met het terugdringen van CO2-uitstoot om aan het Parijsakkoord te voldoen. Carola Schouten van de ChristenUnie wordt minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ook de NVWA valt onder het uit de as herrezen ministerie. Staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) van Sociale Zaken gaat zich bezighouden met de Participatiewet. Ook de Wajong-regeling valt onder haar. D66’er Wouter Koolmees wordt minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en gaat over arbeidsbeleid, ontslagregelingen, pensioen en AOW. <
voor glyfosaat. Uiteindelijk werd er niet gestemd, omdat er geen 'gekwalificeerde meerderheid' voor een verlenging met tien jaar is. Dit betekent dat niet voldoende landen zich achter het voorstel van de Europese Commissie hebben geschaard, die nu met een nieuwe voorstel moet komen. Om het nog verwarrender te maken, stemde het Europees Parlement vóór een verbod op glyfosaat vanaf 2022. Alleen heeft het parlement geen wetgevende macht en is het dus niet meer dan een advies richting de landen die in de Europese Commissie vertegenwoordigd zijn. Interessant is om intussen te zien dat in eigen land de posities rond glyfosaat aan het schuiven zijn. Zo wil een groep CDA-leden een debat over de nieuwe toelating. En wat willen de nieuwe partijen in het kabinet? Voor u als hovenier maakt het in principe niet uit, want u mag geen glyfosaat meer gebruiken. Tenzij het om een uitzondering gaat...
De uitspraak is gedaan in een zaak waarbij zowel de eigenaar als de buurman van de boom afwilde. De buurman had bij de eigenaar de verwijdering van de boom gevorderd op grond van artikel 5:42 BW. In deze Bomenverordening ontbrak echter dit af te wegen belang namelijk: de ingezette vordering tot verwijdering. Daardoor kon dit belang niet bij de belangenafweging worden meegenomen en zou geen omgevingsvergunning kunnen worden verleend
op dit belang. Hiermee kwam de Bomenverordening in strijd met de regel in het Burgerlijk Wetboek. Een gemeentelijk velverbod mag het recht op vordering tot verwijdering van een boom die in de verboden zone tot erfgrens staat, volgens de Afdeling niet onmogelijk maken. Reden is dat een wet in formele zin - zoals het Burgerlijk Wetboek - voorrang heeft boven een wet in materiële zin - zoals een Bomenverordening. Het bestreden artikel werd voor dit geval onverbindend verklaard. En dus verklaarde de Afdeling dat omgevingsvergunning moest worden verleend. Deze niet-verbindendheid kan ook gelden voor Monumentale bomen. Deze uitspraak kan dus grote gevolgen hebben voor het bomenbestand in een gemeente. Gemeenten die hun bomenbestand naar aanleiding
van deze uitspraak beter willen beschermen, kunnen hieraan wel iets doen volgens Kitty Goudzwaard, juriste bij Cobra boomadviseurs: „Het Burgerlijk Wetboek biedt gemeenten de mogelijkheid om de afstand tot de erfgrens waar bomen mogen staan te beperken, wat veel gemeenten ook doen.”
Goudzwaard raadt gemeenten echter wel aan om hierover goed na te denken, en de APV of Bomenverordening zorgvuldig aan te passen. „Je kunt bijvoorbeeld wel bepalen dat bomen tot 10 cm van de erfgrens mogen staan. Dan voorkom je inderdaad dat buren het verwijderen van - monumentale - bomen kunnen vorderen zonder dat je daar als gemeente iets aan kunt doen. Dan pleeg je echter wel een enorme
inbreuk op de rechten van je burgers. Er zijn natuurlijk gevallen waarin mensen veel overlast hebben van bomen en die wil je toch ook de mogelijkheid blijven bieden om het verwijderingsrecht in te zetten. Het is dan de vraag in hoeverre je de rechten van die burgers wilt beperken.” Goudzwaard adviseert gemeenten daarom in ieder geval om eerst te onderzoeken of deze uitspraak gevolgen kan hebben voor bijzondere bomen binnen hun gemeentegrenzen. „Onderzoek of het vorderingsrecht op verwijdering ex artikel 5:42 BW als een afwegingsbelang in de APV of Bomenverordening is gesteld. Verklein zo nodig de afstand waarop bomen tot de erfgrens mogen staan (artikel 5:42 lid 2 BW). En doe dit vooral voor bijzondere bomen.”
Kragt is altijd voorstander geweest van populieren. „Daarmee kun je snel bos krijgen, maar populieren hebben zeker ook natuur- en cultuurhistorische waarde en leveren hoogwaardig hout.” Snelle groei van populieren wil niet zeggen dat de bomen korter leven. „Met goed beheer kunnen populieren 100 jaar meegaan”, aldus Kragt. „Sommige exemplaren, met name zwarte populieren, zijn zelfs al 150 jaar oud.”
Essentaksterfte grijpt volgens Kragt nog steeds snel om zich heen. Staatsbosbeheer verwijdert sinds de zomer als eerste zieke essen die gevaarlijk zijn voor mens en verkeer. Beheerders letten ook extra goed op essen die op het oog gezond zijn. Sommige essen die gezond lijken, blijken in de stam en/ of hoofdwortels van binnen „zo rot als een mispel te zijn”, aldus Kragt. Beheerders onderzoeken nu de staat van gezondheid, bijvoorbeeld met een prikstok in de stam. „Essenhout is normaal hard, maar als de boom toch is aangetast door de ziekte, prik je er zo in – als een mes wat door boter gaat.”
Staatsbosbeheer is voornemens om 4000 hectare essenbos om te vormen. Zo'n 60 tot 70% wordt beplant met duurzaam loofhout, 30 tot 40% wordt beplant met wilg en populier.
Reagerend op de column van Mark Kino met de oproep onze fouten toe te geven, hier mijn verhaal: Bij de kleinste tuin ooit ontworpen en aangelegd ging álles, maar dan ook álles mis. Deze mensen wilden uitsluitend bestrating met een stukje kunstgras voor hun zoontje om op te spelen. Echt gras had hier geen kans van slagen. Het leggen van de strook kunstgras besloot ik uit te besteden. Daar heb ik geen ervaring mee en wil ik ook geen ervaring mee krijgen. Het ging om een strook van 4 bij 6 meter. Blij was ik dat er rollen van 4 meter breed blijken te bestaan, zo kon het stuk aan één gelegd worden. Maar volgens het ingehuurde bedrijf bepaalde de kijkrichting hoe het kunstgras kwam te liggen en het kon dus niet uit één stuk gelegd worden. Het werden twee banen met toch een lasnaad. Daar had ik in moeten grijpen. In een tuin van postzegelformaat is er niet zoveel ‘kijkrichting’. Om-
Op de Dag van de Duurzaamheid, dinsdag 10 oktober, werden de eerste twee CityTrees in gebruik genomen. Het gaat om 4 m hoge en 3 m brede muren bekleed met mos die volgens de producenten net zoveel lucht zuiveren als 275 bomen. In Utrecht namen de gedeputeerden Pim van den Berg en Jacqueline Verbeek-Nijhof de CityTree in gebruik. In Groningen (foto) namen directeur Riksta Zwart van Waterbedrijf Groningen en wethouder Mattias Gijsbertsen de CityTree in gebruik. Deze CityTree staat voor het hoofdkantoor van Waterbedrijf Groningen.
ringd door muren en schuttingen, grenzend aan twee slaapkamers, is dat niet van belang, kijkrichting. En die ene lasnaad mislukte ook nog, een wijkende naad was het! Het hele kleine terras dat we gingen leggen had ik verkeerd berekend. Ik had 700 stenen en dus ook ophoogzand te veel besteld. En alles moest aan-, en dus ook weer áfgevoerd door het huis. Het enige groene element was het planten van een leiboom, er stonden er al twee en ik wilde er graag nog een bij planten. Dat lukte niet want er bleek een niet te verwijderen betonnen plaat onder de grond te liggen van de naast gelegen garage. Uiteraard hebben we alles opgelost. We hebben de walen en zand afgevoerd, het kunstgras tóch zelf gelegd en de boom in een andere tuin geplant. Het is uiteindelijk een mooi klein kunst tuintje geworden. Toegegeven, we maken allemaal fouten en daar leren we van.
Het evenement wordt georganiseerd ’door meesters voor meesters’ aldus Niels in't Veen, eigenaar van Trivium Ceramics en initiatiefnemer van Meesters in de Tuin. Veel tophoveniers en ontwerpers vinden op de huidige beurzen in Nederland en België volgens hem niet de materialen waar zij naar op zoek zijn. „Een veelgehoorde klacht is dat de getoonde producten te commercieel en doorsnee zijn en de beurzen te massaal.” De exposanten op Meesters in de Tuin blinken dan ook uit in onderscheidende producten én in maatwerk. Zo presenteerde Design2Chill loungemeubelen voor buiten
die dezelfde look and feel hebben als binnenmeubilair. Het bedrijf heeft 150 verschillende kleuren stoffen ontwikkeld. Zeno Products is gespecialiseerd in cortenstalen buitenhaarden en kan aan bijna alle afwijkende ontwerpvragen voldoen, bijvoorbeeld een haard die aan een wand hangt. Op www.herkwerkopmaat.nl van DJS Hekwerken kun je zelf een
hek ontwerpen, dat volledig bij het bedrijf wordt gemaakt en in één dag bij de klant gezet. LuxCom is specialist in op maat gemaakte muren, banken en overkappingen van glasvezelversterkte polymeer-composiet. Studio Mae van Tynke van den Heuvel liet de bezoekers kennismaken met de door haar zelf ontworpen tegel (zie foto). De vorm van de betontegel is geïnspireerd op de schilderijen van Escher. Ze zijn waterpasserend, gemaakt van gerecycled materiaal en hebben het NL Greenlabel A. Het evenement werd geopend door trendwatcher en futurist Richard van Hooijdonk, bekend van het tv-programma RTLBoulevard waar hij geregeld aanschuift. Hij schetste een toekomstbeeld waarin nieuwe technologieën waar nu al volop mee wordt geëxperimenteerd, de maatschappij enorm veranderd hebben. Zo toonde hij onder meer de video van
Het zijn late avonden geworden, maar uitermate nuttig. De afgelopen weken heeft VHG een regiotournee gedaan. Op zes plaatsen in het land zijn we in gesprek gegaan met leden over wat hen in de dagelijkse praktijk bezighoudt en hoe we dit vertalen naar nieuwe activiteiten en diensten van onze vereniging. We hebben veel input verzameld. Algemeen beeld is dat bedrijven het druk hebben. Er is zorg over het aantrekken van vakbekwame medewerkers. De instroom van jeugd blijft achter, omdat het imago van het vak als eenzijdig wordt beoordeeld. Aan de kwaliteit van het onderwijs zou nog meer aandacht mogen worden besteed. Ondernemers lopen op tegen vragen in hun bedrijfsvoering. Zoals; hoe zit het met het werken met pay-rollers als ik in België een opdracht heb? Kunnen procedures rondom kapvergunningen worden vereenvoudigd? Over knellende regels op het gebied van ziekte en verzuim van medewerkers. Maar
Husqvarna waarin het openbaar groen door middel van een drone en een vloot hooverende robotmaaiers wordt onderhouden. Alle voorspellende en herhalende taken zullen nog meer worden geautomatiseerd en het zogenoemde ’smart gardening’, waarmee door middel van apps allerlei functionaliteiten in de tuin worden aangestuurd, zal een vlucht nemen.
Volgens Van Hooijdonk moeten hoveniersbedrijven hun bedrijfsvoering drastisch veranderen om mee te kunnen in deze vernieuwing. Als tips gaf hij de ondernemers onder meer mee om te gaan praten met wetenschappers en start-ups, volgens hem zijn er al enkele honderden start-ups in de groene sector actief. Ook zou elke huidige directeur een 25-jarige CEO moeten aannemen om de oude en de nieuwe wereld met elkaar te verbinden.
ook van een ondernemer die met pensioen wil gaan en zijn bedrijf wil stoppen, maar dat niet kan omdat hij dan zijn opgebouwde pensioenvoorziening als transitievergoeding aan zijn medewerkers moet uitbetalen. Voor VHG liggen hier vele mooie opdrachten voor 2018. Te zorgen voor een goede cao, actief te zijn in het bevorderen van goed onderwijs, een proactieve lobby te voeren op ondernemersthema’s en de waarde van groen, een vraagbaak voor ondernemers te zijn. De verzamelde input wordt verwerkt in het nieuwe jaarplan, waarmee we willen aansluiten bij wat er bij onze leden leeft en hen zo mogelijk van dienst willen zijn. Op 14 november komt het jaarplan 2018 aan de orde in onze Ledenraad. Dan zal er ook gestemd worden over de nieuwe verenigingsstructuur, waarmee we nog kortere lijnen met de leden willen realiseren en de markt aan de vereniging willen verbinden.
De Europese Commissie heeft vorige week geen besluit genomen over verlenging van de toelating van glyfosaat met tien jaar. Verschillende landen, waaronder België, Frankrijk en Italië, zijn tegen een verlenging voor tien jaar.
De LTO Cultuurgroep Laan-, Bos-, en Parkbomen heeft een nieuw thema gekozen voor de verkiezing Boom van het Jaar in 2018: bomen met voedsel voor mens en dier.
Op 30 november wil de Floriade een convenant tekenen met de partijen verenigd in Stichting De Groene Stad (Anthos, VHG en LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten). Daarmee verbinden de organisaties zich aan de afspraak dat kwekers planten leveren aan de gemeente Almere voor de realisatie van de Floriade 2022.
Van tampons en maandverband die in het riool worden gedumpt, kan een onderlaag gemaakt worden voor groene daken. Een groep studenten won met dit idee de BlueCity Circulair Challenge.
De privétuin van Piet Oudolf in Hummelo is een plaatje in de herfst. De siergrassen zijn op hun hoogtepunt, en in een zonovergoten weekend in oktober schitterden de planten in rijke gouden schakeringen.
VAKMANSCHAP VOOR IEDERE GROENPROFESSIONAL
+31(0)318 525 888 | www.onkruidkoken.nl | info@empas.nl
Maak kennis met ons!
LRRIERPHQ ]Ä&#x17D; Q YDQ RXGVKHU LQWLHP YHUERQGHQ PHW KHW ODQGVFKDS 'LW ERHN EHVFKUÄ&#x17D; IW PHHU GDQ ORRIERRPVRRUWHQ HQ K\EULGHQ GLH R D EHODQJUÄ&#x17D; N ]Ä&#x17D; Q YRRU RSHQEDDU JURHQ $DQ ERG NRPHQ KHUNHQQLQJ WRHSDVVLQJ HFRORJLH HQ EHKHHU (HQ VWDQGDDUGZHUN YRRU OLHIKHEEHUV HQ YDNPHQVHQ 0HW YHHO DFKWHUJURQGLQIRUPDWLH HQ UÄ&#x17D; N JHÃ&#x152;OOXVWUHHUG
â&#x20AC;¢ â&#x20AC;¢ â&#x20AC;¢ â&#x20AC;¢ â&#x20AC;¢
Bestel nu voor â&#x201A;¬49,90!
0HHU GDQ VRRUWHQ ORRIERPHQ K\EULGHQ HQ YDULÃ&#x2C6;WHLWHQ HHUNHQQLQJ WRHSDVVLQJ HQ EHKHHU GHVFKLHGHQLV YDQ KHW ERRPJHVODFKW HQ VWDQGSODDWVHQ LÄ&#x17D; VW YDQ FROOHFWLHV YDQ ERRPJHVODFKWHQ HQ PRQXPHQWDOH ERPHQ 0HW PHHU GDQ NOHXUHQIRWRpV
Onmisbaar voor bomenliefhebbers, boomkwekers- en verzorgers, beheerders, hoveniers, tuin- en landschapsarchitecten. HHW ERHN LV WH EHVWHOOHQ YRRU b LQFO EWZ exFO YHU]HQGNRVWHQ GRRU HHQ PDLO WH VWXUHQ QDDU LQIR#KRUWLSRLQW QO
n Noord-Amerika, op zonnige plekken in licht vochtige, maar goed gedraineerde grond in de prairie, kun je de geel bloeiende Rudbeckia hirta vinden. Een tweejarige plant die lichte vorst kan verdragen, maar in ons klimaat eenjarig uit zaad gekweekt. Deze zomer had ik in mijn tuin een proef van cultivars uit de nieuwe Rudbeckia hirta Smiley-serie, om eens te kijken naar de mogelijkheden voor de tuin. Ik heb gelet op bloemkleur en de grootte van de bloem, maar ook op de hele groeiwijze en hoogte van de plant. De planten had ik in de volle grond uitgeplant en in potten, op een plek in de halfschaduw. Alle planten gaf ik begin juli een halve dosering vloeibare mest in het gietwater. De bloei was zeer rijk, de eerste bloemen openden zich begin juli. Sommige cultivars bloeiden pas vanaf begin augustus, deze staan nu eind oktober nog te bloeien. Vooral de wat hogere, laat bloeiende cultivars spraken me aan omdat ze goed samen gaan met laat bloeiende vaste planten in de border en kleur geven tot in oktober. Ze kunnen de plek innemen van al uitgebloeide vroege eenjarigen of â&#x20AC;&#x2122;gatenâ&#x20AC;&#x2122; in de border opvullen. De felle gele tinten zijn misschien wat moelijker te combi-
neren, maar de zacht oranje, rozerode en warme bruine tinten passen eigenlijk overal goed bij, zeker in het najaar. De middelhoge cultivars vond ik erg fraai in potten. Een keer overslaan met water te geven op een warme dag bleek geen probleem voor deze sterke plant. Opvallend was het bezoek van heel veel bijen en hommels. Deze zonnehoeden plant ik volgend jaar zeker weer in de tuin. Een andere nieuwe serie is de Summerina-serie, kruisingen tussen Rudbeckia hirta en Echinacea. Deze kruising tussen twee soorten levert sterke en robuuste planten op, met grote bloemen en een extra lange bloeiperiode.
Rudbeckia hirta is goed zelf te zaaien, bijvoorbeeld van zelf geoogst zaad. Bij voorkeur vanaf begin maart binnen voorzaaien bij kamertemperatuur. Vanaf half mei in de volle grond of in potten uitplanten. In zeer voedzame grond groeien de planten hoog op en hebben ze steun nodig. Soms komen bij vochtig weer schimmels voor. Slakkenvraat was in mijn tuin wel een probleem. Kan zich uitzaaien. <
n Den Haag vormen lanen, bossen en beken lange lijnen evenwijdig aan de kust. Op het zand staan statige wijken met royale buitenruimten en grote bomen. Lisse is een fraai voorbeeld van een dorp waarbij de landschappelijke opbouw van strandwallen, bollengronden, veengebied en hogere stroomruggen zeer goed afleesbaar is. Het behoud van het open landschap in het hart van de
Bollenstreek, de keuzes die in het verleden zijn gemaakt tussen glastuinbouw, woningbouw en bollenteelt zijn kwalitatief sterk. De stadsjury van Entente Florale is in Den Haag onder de indruk geraakt van de integrale benadering van de Haagse openbare ruimte, de aanleg van buurtparken in dichtbebouwde wijken en de gelijktijdige verdichting en vergroening. Wim Duijs, hoofd Duurzaamheid en Groen van de beleidsafdeling Stadsbeheer weet waarom: „Veel ontwerpen worden gemaakt door ons eigen ingenieursbureau dat in 2011 de Bijhouwerprijs mocht ontvangen. De herinrichting van het centrum is daarvan een mooi voorbeeld. Het project De Kern Gezond gaat nu naar een nieuwe fase. Omdat je veel in eigen hand hebt en leert vanuit het verleden kun je die kennis toepassen in de nieuwe ontwerpen.” Den Haag heeft de sociale aspecten van groen in de stadsvernieuwingswijken ingezet om de buurten leefbaar te houden. De nieuwe ontwikkeling van Centraal Station in combinatie met de Koekamp is een mooi voorbeeld hoe de stad haar toekomst ziet door de combinatie van Verduurzamen, Vergroenen en Verdichten vorm te geven. Daarnaast is Den Haag bezig met veel nieuwe onderwerpen, zoals groeiplaatsconstructies voor bomen. De jury waardeert het dat de bomen rond het Binnenhof en de Lange Voorhout in een ruime groeiplaats wortelen. Daarmee kunnen ze een respectabele leeftijd bereiken. Dat kan niet voorkomen dat er takken of complete bomen afsterven. Het beleid is erop gericht om
dood hout pas te verwijderen wanneer er direct gevaar dreigt voor de omgeving. De jury is van mening dat dood hout niet bevorderlijk is voor het aanzien van de residentie en geeft in overweging om dode bomen snel te ruimen, aldus het juryrapport.
Het Lissese bomenbeleid is ook de 'dorpsjury' van de nationale groencompetitie opgevallen. Lisse hanteert sinds enkele jaren een boomnorm van een halve boom per inwoner; er staan er in totaal elfduizend. Het huidige bomenbeleidsplan houdt een vaste verdeling aan van drie categorieën: waardevolle bomen, structuurbomen en functionele bomen. „In het verleden zat je altijd net achter de plannen voor reconstructie of nieuwbouw aan”, zegt Paul Wolvers, beleidsmedewerker Groen van de gemeente. „Nu doen we als groensector ècht mee in de planvorming. Net als een parkeernorm is er ook een boomnorm. Iedereen weet nu waar hij zich aan te houden heeft.” De waardevolle bomen die het veld moesten ruimen bij de herinrichting van het Lissese Havenkwartier zijn vervangen door flinke Gleditsia triacanthos die 120 tot 150 jaar oud kunnen worden, met een groeiplaats van 25 kubieke meter per boom zeker op deze plek. Een van de redenen voor de gemeente Lisse om aan de groencompetitie mee te doen was dat er in 2018 een nieuw groenbeleidsplan op stapel staat. „We zijn nog lang niet waar we willen zijn”, zegt Wolvers. „Je stelt dan de vraag: wat moet er de komende jaren worden ondernomen?”
In Lisse praat een klankbordgroep van deskundige en betrokken inwoners mee over het bomenbeleid. In Den Haag zijn de stadsdelen de eerste lijn voor veel bewonersparticipatie in het groene en sociale domein. Duijs: „Bij veel projecten wordt op verschillende manieren meegestuurd of meegedacht, van Denktank tot digitale platforms waarop gestemd kan worden. De visie wijk- en buurtgroen Scheveningen is ontwikkeld in coproductie met een aantal wijk- en buurtorganisaties. De Denktank Scheveningse Bosjes die alleen bestaat uit betrokken Hagenaars, heeft met ondersteuning van de gemeente de uitgangspunten voor het gebied bepaald. Voor een abstractere Agenda Groen is geëxperimenteerd met een digitaal platform naast reguliere inloopavonden. Daarnaast zijn er mooie particuliere initiatieven zoals Emma’s Hof in Regentessekwartier.”
Natuurontwikkeling wordt in Den Haag begeleid met investeringen in het landschap en doorgaande routes voor langzaam verkeer. Ecologie, biodiversiteit en landschap kunnen op een breed draagvlak rekenen. Provincie, waterschap, aanpalende gemeenten, terreinbeheerders
en natuurbeschermers werken samen in ‘landschapstafels’ om de tussengebieden, stadsranden en regionale verbindingen te verbeteren. Duijs: „Den Haag heeft een unieke ligging aan de kust en drie Natura2000 gebieden binnen de gemeente grenzen. Er zijn inprikkers evenwijdig aan de kust en strandwallen maar ook haaks op de kust. De Stedelijke Groene hoofdstructuur is vastgelegd in de Agenda Groen van 2016 en vormt een stevig raamwerk.” Lisse wordt door de jury aangespoord om een natuurvisie te ontwikkelen en de biodiversiteit in de sloten, die door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bloembollenteelt verloren is gegaan, drastisch verbeteren. De jury pleit hier voor een plan van aanpak. „Dat is zeker een terecht punt”, reageert Wolvers. „We denken zelf dat we met een beter maaibeleid, ook van de provincie, een heel eind kunnen komen. Maar het heeft natuurlijk ook met schaalgrootte te maken. Ik hoop dat we het regionaal kunnen oppakken.” Een tweede en derde fitplein, meer fiets- en wandelpaden, meer aandacht voor beweging; stiekem hoopt Wolvers dat de aanbevelingen van de Entente Florale-jury ook in de verkiezingsprogramma’s voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018 terecht komen. „Dit
is een positief signaal; een goede boost voor het groen.”
De strandboulevard van Scheveningen trekt elk jaar twintig miljoen bezoekers. Ook de musea en de binnenstad zijn belangrijke trekpleisters. „Met jaarlijks bijna 1,5 miljoen overnachtingen en 7% groei draait het toerisme ‘als een tierelier’. Het beleid is gericht op groei in internationaal verband, zegt de jury. Het valt echter niet uit te sluiten dat een sterke groei van toerisme plaatselijk op gespannen voet staat met ambities voor duurzaamheid. Lisse krijgt juist het advies de aanwezigheid van De Keukenhof beter te benutten. Op het gelijknamige landgoed waar de bloemententoonstelling deel van uitmaakt, is jaarrond van alles te beleven, maar de tentoonstelling zelf – trekker van 1,4 miljoen bezoekers – is maar acht weken per jaar open. Wolvers weet het maar al te goed. „Je zou meer met elkaar willen doen”, zegt hij. „Maar dat is lastig. De Keukenhof is een commerciële instelling met zijn eigen prioriteiten. Het is natuurlijk een prachtig park om in te wandelen, ook in die andere 44 weken van het jaar. Misschien kunnen we met elkaar iets bedenken. Je weet maar nooit.” <
ersteende tuinen zorgen voor een waterprobleem in dorpen en steden. Overstroming van straten komt helaas steeds vaker voor. Dit kun je voorkomen door het hemelwater in eigen tuin op te vangen en niet meer naar het riool te sturen. In deze twee klimaatbestendige tuinen in Amersfoort wordt het goede voorbeeld gegeven.
De voortuin van de familie Wins was toe aan een complete renovatie. De tuineigenaars wilden de nieuwe tuin graag klimaatbestendig inrichten. Er werd besloten al het hemelwater in de tuin op te vangen en hiervoor een wadi aan te leggen. Een wadi (Water Afvoer Door Infiltratie) is een verlaagd deel in de tuin waar hemelwater naar toe kan stromen
en tijdelijk wordt opgevangen om te infiltreren in de bodem. Het is een ideale manier om problemen met waterafvoer te voorkomen en ervoor te zorgen dat het water ter plekke in de grond kan zakken. Het is ook mogelijk regenwater vanaf het dak direct in de wadi uit te laten komen, zoals in deze voortuin is gebeurd. De bovenste laag van een wadi kan uit een grasmat bestaan óf beplant worden, onder de wadi kan indien nodig een grindkoffer of infiltratiekrat komen ter bevordering van de doorstroming. In deze tuin op doorlatende zandgrond was het niet nodig om de ondergrond aan te passen. Voor de 35 m² dakoppervlakte van de woning was een wadi van minimaal 0,9 m³ nodig, om ook bij een stortbui voldoende water te kunnen bergen. Voor de wadi is een halfrond muurtje gemetseld
om het niveauverschil op te vangen, anderhalve meter van de gevel om de kruipruimte droog te houden. Het water van de regenpijp stroomt onder de grond via een oude gresbuis in de wadi. Voor de wadi is een beplanting ontworpen met soorten die zowel in droge als natte grond kunnen groeien. Omdat het hier zandgrond betreft, is het water zelfs na een heftige regenbui al binnen een uur weggezakt. De paden in deze voortuin werden waterdoorlatend gemaakt met een halfverharding van Gravilux. Het terrasje voor de erker is uitgevoerd met split, gelegd in honingraatplaten. Halfverharding zoals split, grind en schelpen hebben de voorkeur in een klimaatbestendige tuin. Het pad naar de voordeur was verhard met stoeptegels, deze zijn gebroken en hergebruikt in een stapelmuurtje voor
>
er kwam 3 m2 aan beplanting bij. Zo kan hemelwater makkelijker wegstromen in de grond. De grootste verandering heeft ondergronds plaatsgevonden: de plaatsing van het infiltratiesysteem. Al het regenwater dat via de regenpijpen van het dak stroomt, blijft in de tuin en gaat niet meer naar het riool. Omdat deze tuin een voorbeeldfunctie heeft, is gekozen voor twee systemen van ondergrondse infiltratie: infiltratieblokken en infiltratiekratten. De twee aanwezige regenpijpen werden afgekoppeld van het riool. De
een kleine verhoogde border bij de stoep. Hier groeien mediterrane kruiden die van droge grond houden.
De verouderde tuin van de familie Keizer was toe aan vernieuwing, na een gesprek met de tuinontwerpers is gekozen voor een klimaatbestendige tuin. In het ontwerp zorgen diverse maatregelen ervoor dat al het regenwater in de tuin wordt opgevangen. Een deel van de bestrating werd vervangen door grind en
woonhuis
HWA 80 mm
Zandvanger
4,00 m
HWA 80 mm
Berging
1,83 m
3,20 m
4,93 m
3,60 m
9,60 m
0,60 m
Zandvanger
4,22 m
6 x Hydroblob D 170
1,51 m
6 x Infiltratie krat 10,48 m
ene regenpijp werd op het systeem van infiltratiekratten aangesloten, de andere regenpijp loost het water in de infiltratieblokken. De regenpijpen werden voorzien van een bladscheider. Deze filtert het grove vuil en zorgt voor de ontluchting, bij zware regenval doet de bladscheider ook dienst als overstort. Tussen de regenpijp en het infiltratiesysteem is een zandvangput geplaatst waarin de fijne deeltjes worden afgevangen. De twee zandvangers in deze tuin hebben een afneembaar deksel en zijn onzichtbaar weggewerkt onder een laag grind. <
ls er één duidelijk is, is het wel dat het gebruiksverbod op gewasbeschermingsmiddelen vooral voor veel onduidelijkheid zorgt. Dat begint al bij het feit dat het verbod middelen betreft, die volgens het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) gewoon zijn toegelaten in Nederland. Dat wil zeggen, de middelen zijn getest en gekeurd, en veilig bevonden voor gebruik. Nog lastiger uit te leggen is vervolgens het feit dat particulieren nog wel gewasbeschermingsmiddelen mogen gebruiken op hun eigen terrein, maar de groenprofessional niet. Wel is het zo dat het ministerie bezig is om een verbod voor particulieren in stelling te brengen. Eerder werd een verbod voor particulieren door de Raad van State teruggefloten, omdat de juridische grondslag niet deugdelijk was. In dit verband is ook merkwaardig dat in België de situatie net omgekeerd is.
Daar mogen particulieren onkruidbestrijdingsmiddelen wel kopen, maar niet gebruiken. Professionals mogen nog wel, op beperkte schaal, onkruidbestrijdingsmiddelen gebruiken. Het is dus niet vreemd dat veel groenmensen nog steeds niet goed weten waar ze aan toe zijn. Hier daarom de feiten nog eens op een rijtje.
Sinds 31 maart 2016 geldt een gebruiksverbod voor groenprofessionals op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen. Op 1 november 2017 is dit verbod uitgebreid naar nietverhardingen. Simpel gezegd mag de hovenier of groenvoorziener vanaf 1 november dus geen gewasbeschermingsmiddelen meer gebruiken. Het betreft dus niet alleen onkruidbestrijdingsmiddelen zoals Roundup (glyfosaat), maar álle gewasbescher-
mingsmiddelen. Dit geldt dus ook voor middelen tegen insecten of schimmels, voor laagrisicomiddelen en ook voor 'alternatieve' middelen zoals schoonmaakazijn of strooizout. Er zijn echter diverse uitzonderingen op het verbod.
Al eerder was bekend dat een uitzondering geldt in situaties waar bijvoorbeeld de veiligheid in het geding is, zoals op vliegvelden en defensieterreinen. Sporten recreatieterreinen zijn voorlopig ook uitgezonderd van het verbod. Hiervoor zijn Green Deals afgesloten waarin is afgesproken dat in 2020 het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op sporten recreatieterreinen zoveel mogelijk is teruggedrongen. Daarnaast is een lijst gepubliceerd van planten en insecten die gericht mogen worden bestreden met gewasbeschermingsmiddelen wanneer dit noodza-
kelijk is voor de bescherming van de gezondheid van mens, dier of milieu. Het gaat om de volgende soorten: 1. Duizendknoop: Japanse duizendknoop (Fallopia japonica), Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis), bastaard duizendknoop (Fallopia x bohemica), Afghaanse duizendknoop (Persicaria wallichii) en kruisingen; 2. Ambrosia (Ambrosia species); 3. Eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea); 4. Bastaardsatijnrups (Euproctis chrysorrhoea); 5. Buxusmot (Cydalima perspectalis); 6. Fluweelboom/azijnboom (Rhus species); 7. Hemelboom (Ailanthus altissima); 8. Pontische rododendron (Rhododendron x superponticum); 9. Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina); 10. Eik (Quercus species) met uitzondering van Quercus robur en Quercus petraea; 11. Esdoorn (Acer species) met uitzondering van Acer campestre; 12. Witte abeel (Populus alba); 13. Grauwe abeel (Populus x canescens); 14. Zuurbes (Berberis species), niet zijnde Berberis vulgaris; 15. Robinia (Robinia pseudoacacia); 16. Rimpelroos (Rosa rugosa); 17. Dwergmispel (Cotoneaster species) met uitzondering van Cotoneaster integerrimus; 18. Knolcyperus (Cyperus esculentus); 19. Trosbosbes (Vaccinium corymbosum en hybriden). De Tweede Kamer heeft de regering verzocht om de uitzonderingen terughoudend toe te passen en â&#x20AC;&#x17E;alleen uitzonderingen op het verbod toe te staan die voldoen aan de criteria goud en zilver van de Barometer Duurzaam Terreinbeheer van de Stichting Milieukeur.â&#x20AC;?
Particulieren vallen nu nog niet onder het gebruiksverbod. Volgens Martin Keve
van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is een verbod voor particuliere gebruikers in voorbereiding. Dat zei hij tijdens het seminar Onkruidbeheersing dat in september door Tuin en Landschap en Wellantcollege Houten werd georganiseerd. Volgens Keve kost het tijd om de wet aan te passen. Hij verwacht dat, zodra het nieuwe kabinet is aangetreden, de Tweede Kamer hierover in debat zal gaan. Diverse hoveniers gaven tijdens het seminar aan het huidige gebruiksverbod niet duidelijk te vinden. Ze vinden het niet uit te leggen dat een hovenier geen chemische middelen mag gebruiken, maar een particulier wel. Keve stelde dat een verbod voor particulieren lastig is. Zodra glyfosaat voor particulieren verboden wordt, kunnen zij ook een fles Glorix of azijn pakken om onkruid te bestrijden, terwijl dit voor het milieu misschien nog wel schadelijker is. Het is daarom zaak om particulieren hier goed over voor te lichten. <
diverse tips. Over het algemeen geldt: hoe groener de tuin, hoe minder onkruid.
’
nkruidvrij ontwerpen vanaf de tekentafel’ heette de workshop van Versluis en Van de Loo die zij eind september gaven tijdens de onkruiddag van Tuin en Landschap en het Wellant College. Volgens hen is een onkruidvrije tuin echter een utopie en kun je er maar beter aanvaarden dat er af en toe een plant op de verkeerde plek staat. Beter nog zou het zijn als we anders naar onkruid gaan kijken. Ten eerste zitten er gewoon mooie planten tussen – kinderen waarderen paardenbloemen bijvoorbeeld heel anders dan volwassenen – en ten tweede dragen ze op veel manieren bij aan een goede leefomgeving (zie kader). Toch kun je er in je ontwerp best voor zorgen dat er minder onkruid groeit, en dat áls er onkruid groeit, dit minder als zodanig wordt ervaren door de tuineigenaren. Versluis en Van de Loo gaven
1: Zorg dat de bodem in balans is Hoe meer de grond is verstoord, hoe meer onkruid er in de tuin zal groeien. Zo groeit heermoes op een verstoorde arme grond en zevenblad op verstoorde voedselrijke grond. Kijk goed naar welke onkruiden er groeien, wat zegt dat over de bodem? Wat heeft de bodem nodig? Verstoor de grond zo min mogelijk: overal waar licht en lucht toetreedt, zal onkruid tot ontwikkeling komen. 2: Bedek de bodem tijdelijk met een mulchlaag Wanneer de jonge aanplant in een border nog niet gesloten is, kun je de kale grond bedekken met mulch (bosstrooisel, afgeknipte plantenresten of blad). Dit weert onkruid en activeert het bodemleven. Ook zou je ervoor kunnen kiezen de lege plekken in te zaaien met éénjarige akkerbloemen. 3: Wees kritisch op compost, grond en planten De kwaliteit van deze materialen is bepalend voor de onkruidontwikkeling in de tuin. Kies daarom goede leveranciers, gebruik bijvoorbeeld alleen maar kwaliteitscompost.
4: Kies voor een gelaagde beplanting Onkruid heeft weinig gelegenheid om zich te vestigen wanneer een beplanting bestaat uit de vier lagen: bodembedekkers, kruiden, heesters en bomen. En als er dan eens een onkruidje groeit, is dat veel minder verstorend dan bij een monobeplanting. Uiteraard is het belangrijk dat de juiste planten op de juist plek staan (afgestemd op de bodem en klimaatomstandigheden) en dat ze de ruimte krijgen om tot volle wasdom te kunnen komen. 5: Pas in de verharding brede voegen toe en beplant die Tijm en slaapkamergeluk zijn daar bijvoorbeeld heel geschikt voor. Nauwe voegen zijn veel moeilijker onkruidvrij te houden. Brede voegen met beplanting leveren een mooi beeld op. 6: Kies bomen die de bestrating niet opdrukken Elke verstoring in de bestrating (schuine tegels, verzakkingen, scheuren) biedt ruimte voor onkruid. Op die plekken hoopt organisch materiaal zich op en kunnen onkruiden groeien.
7: Plant op de juiste tijd in Het liefst in het najaar! Dan kan de nieuwe aanplant nog vóór de winter goed wortelen. In het voorjaar kan ze daardoor beter concurreren met de groeikracht van onkruiden. Plant je in het voorjaar, dan moet je rekening houden met een grotere onkruiddruk aangezien de jonge aanplant dan nog niet goed geworteld is en moet opboksen tegen het onkruid. 8: Kies voor een bloemrijk gazon in plaats van een biljartlaken In een laagbloeiend weideveld valt onkruid minder op. Kies je wel voor een strak groen gazon, let dan bij het maaien op dat de maaimachine niet te laag is afgesteld. Daardoor kunnen kale plekken ontstaan waar onkruid kan gaan groeien. Bovendien droogt de mat daardoor uit.
9: Hou de paden die niet intensief gebruikt worden smal Waarom zou je die paden zo breed maken? Hoe
meer bestrating, hoe meer onkruid als een probleem wordt ervaren, het is namelijk veel visueler. Op de paden die minder vaak betreden worden, zal het nog harder groeien ook. Beter nog is om voor gemaaide paden of zandpaden te kiezen. 10. Pas op weinig gebruikte plekken een gesloten verharding toe en op veelvuldig gebruikte een halfverharding Vaak gebeurt het andersom: het terras en het pad naar de schuur worden verhard met grote tegels en de ’secundaire’ paden en zitjes krijgen een halfverharding. Die laatste worden maar weinig gebruikt, liggen soms in de schaduw, raken vergeten, waardoor het onkruid zich daar goed kan vestigen. Als je beide materialen wilt gebruiken, waarom zou je ze niet juist andersom toepassen? 11. Maak boomspiegels en plantvakken onder het bestratingsniveau Blad en vuil (lees: humus) verzamelt zich in de lagere delen, wat de beplanting ten goede komt. De bestrating blijft schoner doordat zich daar minder organisch materiaal ophoopt. <
aar liefst 25 miljoen m2 verhardingen ligt er in Rotterdam. Trek je daar het asfalt vanaf, dan houd je nog ruim 18 miljoen m2 verharding over. „Een heel oppervlak om te behandelen’’, constateert manager Reiniging Arno Struik nuchter. De overgang van het makkelijk te gebruiken glyfosaat op niet-chemisch was geen sinecure. Zo moesten alleen al van de 600 medewerkers reiniging, 350 personen worden opgeleid om de borstelmachines te kunnen bedienen. Dat hoefde niet van het ene op het andere moment: de gemeente Rotterdam stapte in 2013 al over op mechanische methoden, vooruitlopend op het gebruiksverbod dat er vorig jaar definitief kwam. De straten schoonhouden van onkruid zonder glyfosaat had grote impact: op het budget, het beeldniveau, de manier van werken. Struik: „We zijn eerst veel gaan borstelen, de straat goed vegen, zodat je de voedingsbodem helemaal weghaalt.’’ In een later stadium kwam daar ook branden en heetwatermethode bij. Rotterdam is in zes gebieden verdeeld en de onkruidaanpak – veelal ’n combi van methoden – varieert per gebied. „De collega’s hebben enige vrijheid om dat zelf in te vullen’’. Het straatbeeld moet voldoen aan een gemiddelde Schoon 4, is de afspraak in de havenstad. Rotterdam hanteert een schaal van 1 tot 5 met 5 als hoogste score; 4 komt overeen met een beeldkwaliteit tussen A en B van de CROW-systematiek.
Zonder glyfosaat lukte het aanvankelijk niet om Schoon 4 te halen. Struik: „De eerste jaren hadden we echt budgettekort. Zeker in de zomermaanden konden we de target niet halen. We hadden ook te weinig budget om te kunnen inhuren.’’ Gelukkig voor de ambtelijke afdeling is dat budget inmiddels gerepareerd. Daarvoor moest de wethouder wel diep in de buidel tasten. Van €1,3 miljoen in 2013 heeft hij het dit jaar meer dan verdubbeld naar €2,9 miljoen.Toch blijft het on-
kruid op verharding bestrijden een punt van aandacht, is Struiks ervaring: „In het groeiseizoen, van half april tot half september, zag je in sommige gebieden toch het Schoonniveau zakken onder het gemiddelde van 4.’’ Wat hierbij meespeelt is dat het verhoogde budget dit jaar nog niet volledig kon worden benut, vanwege al lopende contracten met groenaannemers. Struik verwacht dan ook met ingang van volgend jaar de target volledig te kunnen halen, ook in de zomer. Hiertoe is onlangs een nieuw bestek voor onkruidbestrijding op verhardingen in de markt gezet, waarbij op EMVI-basis gegund wordt. Het betreft een beeldbestek, voor onkruidbestrijding nieuw in Rotterdam. „We kozen hier bewust voor om de aannemers optimaal de kans te geven om innovatie toe te passen’’, legt Struik uit. Wie zelf de methodiek kan kiezen, en slimme ideeën heeft, of met innovaties komt, kan immers efficiënter werken en dus geld verdienen. Struik noemt als voorbeeld de lage rijsnelheid van de heetwaterma-
chines. „Daarmee is ook je capaciteit beperkt. Op dit gebied zou ik van de markt graag innovaties willen zien.’’
Het fors opgehoogde budget is structureel in de gemeentebegroting verwerkt, dus de komende jaren hoopt Struik er goed mee uit de voeten te kunnen. Hij stipt nog wel een praktisch probleempje aan: er komt steeds meer natuursteenverharding te liggen in de stad. Hier kun je alleen de duurdere methodiek van branden of heet water inzetten. „Natuursteen is een arbeidsintensief type bestrating. Afhankelijk van het weer kom je toch gauw aan vier à zes behandelingen per jaar.’’ De groenafdeling van de gemeente Venray had er vorig jaar een zware dobber aan. Zij moest met een gelijkgebleven budget van €60.000 de stad plots onkruidvrij zien te houden zonder chemie. We moesten kiezen, maakt Rogér Hoeijmakers duidelijk, die beleidsmede-
>
werker groen, speelterreinen en wijkbeheer is. Hoofdwegen en centrum kregen prioriteit, en op de inwoners in de wijken werd een beroep gedaan om zelf hun straatje onkruidvrij te houden. Maar die bleken niet erg bereid om de handen vies te maken. Hoeijmakers: „We kregen veel signalen over vergroening, en dan niet in de goede zin van het woord.’’ In de loop van 2016 maakte de gemeenteraad het College dus duidelijk dat ze terug wilde naar het niveau van de chemische onkruidbestrijding en dat het budget dus omhoog moest. Hoeijmakers: „Om dat inzichtelijk te maken hebben we een beheerplan Onkruidbestrijding op verhardingen laten vaststellen eind 2016. Dat was er tot dan toe niet: voorheen deden we twee keer een chemische ronde.’’ Het College ging overstag en verhoogde het budget structureel naar €300.000. Het bedrag was ingeschat op kengetallen, want de onderhandelingen met de aannemers moesten nog plaatsvinden. Die schatting pakte goed uit, vertelt Hoeijmakers: „We zijn binnen die drie ton gebleven.’’ Volgens het plan wordt het centrum nu onderhouden op niveau A (CROW) en de overige gebieden op B. Ook de halfverhardingen – veelal wandelpaden - zijn op A gezet, omdat ze er snel verloederd uitzien bij een lager niveau. Bovendien ben je bij B uiteindelijk duurder uit om de
volgegroeide halfverhardingen schoon te krijgen, stelt de gemeenteman.
In Venray loopt een pilot waarin mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in het groen werken. En dus ook voor een klein deel onkruid op verhardingen bestrijden. Maar de hoofdmoot wordt gedaan door twee aannemers, volgens het beeldbestek. Ze kunnen zelf hun moment, frequentie en methoden kiezen, maar de gemeente stelde wel een beperking in: borstelen mag alleen in de maanden september en oktober. „We wilden dat hij niet gedurende het groeiseizoen ging borstelen, omdat dat minder effectief is. Omdat het onkruid na twee weken er weer op staat. Bovendien ondervindt de bestrating schade van het borstelen’’, verklaart Hoeijmakers. Om dan wel in het najaar te borstelen is vanuit de gedachte om schoon de winter in te gaan, als een laatste grondige beurt. Het Venrayse onkruid wordt overwegend met de heteluchtmachine aangepakt; de moeilijkere plekken met heet water. Over de beeldkwaliteit is Hoeijmakers dit jaar „grosso modo best tevreden’’. Leerpunten zijn er beslist: de timing blijft belangrijk, aldus de beleidsmedewerker groen. „Je moet op het juiste moment beginnen, zodat je niet
achter de feiten aanloopt’’. De beleidsmedewerker beschouwt dit jaar samen met de aannemer als een leerjaar: „We zijn wat soepeler omgegaan met eventuele kortingen. Vanaf volgend jaar gaan we strikter het beeld aanhouden.’’ Toch is het beeld in de openbare ruimte wel veranderd, geeft Hoeijmakers toe. „Zoals het was met glyfosaat, dat gaat niet terugkomen. Dan kost het nog een keer drie ton, dat is niet reëel.’’ Dat het verbod op chemie per 1 november ook geldt voor niet-verhardingen is voor de ambtenaar in ieder geval geen probleem. De gemeente is er al terughoudend met chemie en bestrijdt hiermee alleen de agressieve soorten.
Zwolle beheert haar openbare ruimte al zo lang zonder gif, dat heel wat van de huidige ambtenaren nog geboren moesten worden. In de jaren 70 koos de stad enthousiast vóór ecologisch bermbeheer en tégen onkruidwerende middelen. Die groene bevlogenheid zit diep in de Overijsselse hoofdstad verankerd. Zo is het ondanks bezuinigingen volgens beheermanager Rutger Ekhart nooit bij de beheerders opgekomen om weer naar chemie te grijpen. „Heel incidenteel is in het onderhoud van sportvelden nog wel eens gericht gif gebruikt. Maar in het regulier onderhoud van de openbare ruimte nooit meer. Om vanuit kostenperspectief toch weer te terug te draaien naar spuiten is nooit een issue geweest.’’ Ekhart vindt het lastig te zeggen of ecologisch beheren duurder is dan chemisch beheren. „Ik heb niet de indruk dat wij enorm veel kosten maken. Het is lastig vergelijken. Met het huidige budget van €1,9 miljoen voor straatvegen en €360.000 voor onkruidbestrijding kunnen we de kwaliteit halen die we willen.” De beheermanager kan zich indenken dat het even wennen is voor gemeenten die de omslag nu nog moeten maken. „Zij moeten zich nieuwe manieren eigen maken, dat is lastig. En zeker in de eerste periode brengt dat ook kosten met zich mee.” Belangrijk is ook de bril waarmee je naar de openbare ruimte kijkt. „Wat accepteer je op welke plek? En moet het er allemaal als een biljartlakentje bij liggen?”
Zoals gezegd moest Zwolle de afgelopen jaren bezuinigen, ook op onkruidbestrijding en vegen. Dit leidde tot meer variatie in de frequentie: de ene plek krijgt meer aandacht dan de andere. En sommige straten zijn belangrijker voor de beleving dan andere, of ouder. In beide gevallen is meer aandacht nodig. Verder is er onderscheid tussen de binnenstad en de rest van het gebied. Om effectief en dus kostenbesparend te beheren, besteedt Zwolle aandacht aan de detaillering bij nieuwaanleg van verhardingen. „Om te voorkomen dat er ruimtes ontstaan waar makkelijk onkruid in groeit,” verduidelijkt Ekhart. De stabiele ondergrond van Zwolle is een natuurlijk voordeel bij de onkruidbeheersing. „We hebben geen verzakkingen zoals in een gemeente met veen.” Het borstelen en vegen gebeurt nu nog op frequentiebasis. ROVA, een inbestede uitvoeringsdienst voor afval en groen,
voert de werkzaamheden uit. Henk van Dijk van ROVA: „We vegen minimaal acht keer per jaar machinaal, tegelijk met het borstelen van de trottoirs.’’ Ook heeft de dienst twee jaar lang de hetelucht- en heetwatermethode uitgetest in delen van Zwolle. Een goede toevoeging voor díe plekken waar weinig ruimte is, zoals een krappe stadsgracht met parkeerplaatsen, vindt Van Dijk. Het luistert wel nauw qua timing: „Ben je wat later en is het onkruid wat langer, dan krijg je het ook niet weg.’’ Voor de grotere oppervlakken blijft borstelen de methode van voorkeur. Van Dijk: „De productie ligt hoog, en je haalt ook meteen de voedingsbodem weg. Als je bent geweest, heb je gelijk een schoon straatbeeld.’’
De gemeente is op dit moment bezig om de frequentieafspraken om te vormen
naar beeldsystematiek, die al geldt voor de rest van het beheer. Het beeldniveau is nog niet volgens de CROW-systematiek bepaald. Of Zwolle dat ook gaat doen staat voor Ekhart nog niet vast. „De waardering van de bewoners in de wijken staat centraal. Die is niet één op één te vatten in een A-, B- of C-kwaliteit.’’ Nu al doet Zwolle elke twee jaar onderzoek in de buurten naar hoe de mensen de openbare ruimte ervaren. Volgens Ekhart zijn de Zwollenaren tevreden; dat blijkt ook uit het meest recente onderzoek uit 2016. „De waardering is constant en goed. Ondanks de bezuiniging van drie jaar geleden was er geen afname van de waardering.’’ Zowel gemeente als bewoners accepteren dat er soms wat onkruid staat op de Zwolse straten. „Je hoeft niet elke grassprietje uit je beeld vandaan te hebben, ook al willen we professioneel gezien het liefst een 10 halen.’’ <
egin oktober maakte het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) de uitzonderingen bekend op het professioneel gebruiksverbod van gewasbeschermingsmiddelen. Op die lijst staan problematische invasieve exoten zoals de Japanse duizendknoop. Hoewel het ministerie ervoor pleit om in eerste instantie een laagrisicomiddel te gebruiken, blijkt uit navraag bij IenM dat glyfosaat gewoon gebruikt mag worden.
Er zit echter één ’maar’ aan. Glyfosaat mag volgens de toepassingsvoorwaarden op het etiket namelijk niet worden geïnjecteerd in de plant. De toelatingshouder Monsanto heeft ’bestrijding via injecteren’ (nog) niet aangevraagd en het Ctgb heeft die toepassing dus niet toegelaten. Maar juist het injecteren bleek in de praktijkproef van Probos van de drie onderzochte methoden het beste te werken. De andere twee toepassingen, die wel zijn toegelaten, waren bladbehandeling via verneveling met een rugsproeier en de zogenoemde stobbenbehandeling waarbij de snijvlakken (de stobben) van de afgemaaide stengels worden ingesmeerd met glyfosaat. Het gaat hier overigens om tussentijdse resultaten na drie jaar, dit najaar rondt Probos de landelijke proef na vijf jaar af. Vanwege dit injectieverbod heeft de gemeente Amersfoort voor haar grootscheepse actie om meer dan een miljoen duizendknoopstengels te injecteren
een eenmalige ontheffing gekregen. De gemeente heeft deze actie dit najaar uitgevoerd. Om dit nogmaals te kunnen doen, is óf weer een ontheffing nodig, óf Monsanto moet de toepassing aanvragen bij het Ctgb. Daarbovenop moet ook de Europese Unie de goedkeuring van glyfosaat verlengen en daarover wordt eind dit jaar beslist. Er zitten dus heel wat mitsen en maren aan het gebruik en de effectiviteit
van glyfosaat. Om nog maar te zwijgen van het milieueffect. Daar komt nog bij dat op sommige locaties ondanks de wettelijke uitzondering nog steeds geen chemie gebruikt mag worden, bijvoorbeeld in de buurt van water. Hoe de Japanse duizendknoop dan wel te bestrijden? Drie beheerders en onderzoekers vertellen in de volgende kaders hoe zij de invasieve exoot aanpakken, zónder gewasbeschermingsmiddelen.
>
nkruidbestrijding met heetwater is al meer dan tien jaar op de markt en onderhand een bekende methode. Inmiddels is er een handvol bedrijven die hiervoor verschillende machines levert. Onkruid bestrijden met heet water en schuim is ook niet helemaal nieuw, maar voor de Nederlandse markt toch nog niet zo bekend. Het principe is eenvoudig. Het hete water wordt toegedekt met een laag schuim die zorgt voor isolatie. Op die manier moet het water langer heet blijven en zijn hitte afgeven aan het onkruid in plaats van aan de buitenlucht. Ook kan daardoor de hitte dieper in de grond doordringen zodat wortels, en volgens de leveranciers zelfs zaden, beschadigd worden. Door de effectievere werking zouden met de heetwater/schuimmethode minder rondes per jaar nodig zijn om het beoogde beeld te realiseren.
Het Duitse bedrijf Iprogreen is van oorsprong een fabrikant van stoomreinigers. Toen het bedrijf de vraag kreeg of onkruid niet te bestrijden was met stoom ging het onderzoeken of het ook een manier kon ontwikkelen om gifvrij onkruid te verdelgen. Na onderzoek bleek volgens Iprogreen de methode met heet water en schuim het meest effectief. Iprogreen onderscheidt zich doordat het schuim niet in de machine gemengd wordt met het water maar pas aan het einde van de spuitlans via een apart kanaal wordt toegevoegd. Op die manier verliest het water geen warmte door
menging met het schuim. Volgens Iprogreen blijft het hete water zeker twee minuten lang geïsoleerd in de grond, waardoor het onkruid tot en met de wortel wordt aangetast. Ook de in de grond aanwezige zaden moeten worden vernietigd door het hete water. Zodoende sterft het plantje af en duurt het ook lang voordat nieuwe onkruidplantjes zich weer laten zien, aldus Iprogreen. Door het gebruik van isolatieschuim zouden per seizoen één of twee rondes onkruidbestrijding minder nodig zijn.
In Duitsland wordt nu een jaar of zes met deze methode gewerkt. Iprogreen Nederland in Haaksbergen is de importeur van de machines en heeft de methode op de Groene Sector Vakbeurs afgelopen januari gepresenteerd. Al vrij snel verkocht het bedrijf een aantal machines, maar veel potentiële klanten wilde graag eerst de effecten van de methode in de praktijk beoordelen. Daarop besloot Iprogreen Nederland om de machines ook te verhuren, inclusief personeel, voordat gemeenten en groenvoorzieners tot aanschaf overgaan.
Het HWS 2000 isoleerschuim dat Iprogreen gebruikt is gemaakt van kokosolie en palmpitolie. Het schuimmiddel (Cocoamino propyl betaïne) wordt ook gebruikt in shampoo en douchegel en is volledig biologisch afbreekbaar. Een spuitlicentie of toelatingsnummer van het Ctgb is niet nodig om met HWS 2000 isoleerschuim te werken. De reden
n de W-JET Weed Control zit een straalmotor waaruit per uur 65 m3 lucht van 700°C komt. In de pijp naar de branderbak wordt deze hete lucht gemengd met 30 liter water per uur. Door de hitte gaat het water over in waterdamp. Door deze verdamping zakt de temperatuur van de lucht naar 450°C. De hete lucht en waterdamp wordt onder de branderbak geblazen. De vorm van de branderbak geeft turbulentie in de luchtstroom waardoor het onkruid van alle kanten wordt verhit. De grote hoeveelheid warmte doet zijn werk zodra de waterdamp condenseert op het onkruid. Afhankelijk van de hoeveelheid onkruid kan met een rijsnelheid tot ruim 4 km per uur worden gereden. Met deze rijsnelheid en een branderbak van 80 cm kun je een oppervlakte van ongeveer 4000 m² per uur behandelen. Vergeleken met infrarood- en heetwatersystemen is de rijsnelheid bij de W-JET hoger door de
combinatie van grote hoeveelheid hete lucht met de hete waterdamp die het onkruid van alle kanten raakt. De W-JET kan op iedere werktuigdrager worden gebouwd. De straalmotor met de branderbak komt in de front hefinrichting of aan een vast frame aan de voorkant. De brandstoftank met een inhoud van 100 liter en een watertank van 200 liter komen op de achterkant. In de brandstoftank zit een mengsel van biologische dieselolie met olie. De olie in deze brandstof zorgt voor de smering van de straalmotor. Alle warmte die vrijkomt bij de verbranding van de brandstof zit in de lucht die wordt gebruikt voor de bestrijding van onkruid. Daardoor is het een energetisch een heel efficiënt systeem. Onder de branderbak is er geen vlam en dus is er geen brandgevaar.
„De IOB (Internationale Organisation für naturnahe Badegewässer) is de internationale koepel voor natuurlijk zwemwater. Op het congres komen experts hun kennis overbrengen over onderwerpen als regelgeving, onderzoek naar virussen en bacteriën in zwemwater, de verwarming van zwemvijvers, leidingbouw, filtertechnieken of de aanplant van oevers. Ook heeft het Platform voor Natuurlijk Zwemwater van de VHG opdracht gegeven aan studenten om te onderzoeken hoe regenwater gebruikt kan worden als vulwater voor zwemvijvers. Zij zullen hun bevindingen op het congres presenteren.”
„Zwemvijvers en natuurlijke zwembaden - een zwembad dat op natuurlijke wijze gefilterd wordt, zonder chloor - zijn vrij grote en kapitaalsintensieve projecten. Een zwemvijver kost al gauw €30.000 tot €50.000. Dat betekent dat de aanleg ervan op zich al een mooie klus is, maar meestal is het maken van de zwemvijver een onderdeel van de renovatie of aanleg van een tuin. Vaak mag je meteen het hele project doen. De aanleg van een zwemvijver is zo een mooie manier om een goed marktsegment aan te boren. Op dit congres kun je zien wat er allemaal bij komt kijken, want het is wel cruciaal dat je voldoende kennis in huis haalt. Er worden al veel te veel projecten ondeskundig uitgevoerd.”
„Ik ben vaak bij zwemvijvers gehaald die
niet goed functioneren. Mensen hebben dan een zwemvijver aan laten leggen, meestal voor relatief weinig geld, maar toch een groot bedrag, en al snel gaat de waterkwaliteit achteruit. Dan is er vaak al niet veel meer aan te doen. We kunnen hem natuurlijk wel omvormen, maar dat kost dan weer tienduizenden euro's. En die mensen hebben hun budget net uitgegeven, ze hebben dan meestal niet de mogelijkheid of de behoefte om nog eens zo'n bedrag uit te geven om de boel te herstellen. Als Platform voor Natuurlijk Zwemwater willen we de kwaliteit graag hoog houden. Dat is belangrijk voor de klanten, maar ook belangrijk voor het imago van de zwemvijver. Net als bij andere relatief nieuwe verschijnselen zoals daktuinen, is het belangrijk dat de kwaliteit van het geleverde werk hoog is. Gaan teveel daken lekken of worden zwemvijvers troebel, dan krijgt natuurlijk zwemwater een slechte naam en wordt de markt de nek omgedraaid.”
„Nee, het maken van een zwemvijver vergt veel specifieke kennis. Dan gaat het met name om de waterkwaliteit. De fosfaathuishouding luistert bijvoorbeeld veel nauwer bij een zwemvijver dan bij een gewone vijver. In een gewone vijver houd je het water doorgaans helder door er veel planten in te zetten, terwijl je in een zwemvijver juist een groot volume water hebt zonder waterplanten. Daarbij wil je dat het helofytenfilter wel genoeg voeding heeft, maar niet teveel, want dan krijg je weer
algengroei. Je moet kennis van zaken hebben van de filtersystemen, de regeneratiezone, materialen, de samenstelling van het vulwater et cetera.”
„Er is geen opleiding, maar er zijn verschillende manieren om te weten te komen hoe je een zwemvijver aanlegt. Het VHG Platform is een manier om kennis te delen en dus te vergaren. Daarnaast is er literatuur zoals de FLL-richtlijnen voor ontwerp, bouw en beheer van particuliere zwemvijvers in Duitsland, waarvan de nieuwe editie op het IOB-congres wordt besproken. En natuurlijk is er het IOB-congres zelf. Het zou mooi zijn als daar veel Nederlandse hoveniers komen kijken en luisteren, want er valt veel te leren.”
„Nee, de meeste zwemvijverbouwers leveren een systeem van een fabrikant en krijgen daar ondersteuning bij. Wij hebben voor Biotop bijvoorbeeld 15 dealers in België en Nederland. Dat zijn meestal hoveniersbedrijven, maar er zijn ook bedrijven die alleen zwemvijvers aanleggen. Zoals Biotop zijn er meer bedrijven, bijvoorbeeld Bionova of gardenSwimm, elk met hun eigen dealernetwerk. Het handige van zo'n dealerschap is dat je niet het wiel zelf opnieuw hoeft uit te vinden. Als er een grotere organisatie achter zit dan gaat ook de ontwikkeling van technieken en materialen door, zonder dat je dat zelf allemaal uit moet zoeken. Toch zijn er ook goede zwemvijverbou-
wers die wel op eigen kracht werken, Lilypond bijvoorbeeld. Maar als je het zo wilt doen, dan moet je dus wel serieus werk maken van het vergaren van kennis.”
„Ik verwacht een sterke groei in zwemvijvers de komende tijd. In Nederland worden er nu per jaar hooguit een stuk of 70 zwemvijvers aangelegd, terwijl er misschien wel 1500 gewone zwembaden worden gemaakt. Ook in de publieke ruimte komt er steeds meer aandacht voor natuurlijk zwemwater. Wetgeving die dit mogelijk maakt ligt al klaar, maar treedt vermoedelijk in 2019 in werking. Het is bizar dat het niet al lang geregeld is, terwijl
de politiek de mond vol heeft van duurzaamheid. Er wordt in de semi-openbare ruimte al wel pilots uitgevoerd met natuurzwembaden, bijvoorbeeld bij appartementencomplexen, sauna's en recreatieparken. Ik verwacht dat in de toekomst veel meer mensen zullen kiezen voor een zwemvijver of natuurzwembad in plaats van een regulier zwembad. Dat is veel beter voor gezondheid en milieu. Het is nu een kwestie van de kwaliteit hoog houden en meer bekendheid geven aan natuurlijk zwemwater. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld door de internationale Pondy Awards die op het congres worden uitgereikt en de Zwemvijver van het Jaarverkiezing van de VHG.” <
→
→
Onafhankelijk en betrouwbaar keurmerk Vakmanschap, duurzaamheid, kwaliteit en garantie.
‘Groenkeur in een bestek betekent maatschappelijk verantwoord inkopen van groenvoorzieningen.’
Stichting Groenkeur info@groenkeur.nl www.groenkeur.nl @groenkeur
Achter een nieuwgebouwd huis in het hartje van Schiedam is hovenier Ton Hosemans (links) bezig met het plaatsen van een drainagekoker. Het grondwerk in dit eeuwenoude stuk stadsgrond had nogal wat voeten in de aarde. De uitgangssituatie was abominabel. Een dikke laag blauwe klei verstoorde de waterhuishouding en daarbovenop lag een laag slechte grond vermengd met puin.
Samen met een aantal andere zzp'ers waaronder boomverzorger/hovenier Erik Snijder (op de kraan) heeft Hosemans de tuin 20 tot 30 cm afgegraven en de ondergrond doorgespit met drainagezand en tuinaarde. Een aantal putten met drainzand en kokers met grind moeten verder zorgen voor een goede afwatering. De waterhuishouding moet ook wel goed zijn, want het wordt een echte groene tuin met 110 m² aan plantvakken.
3DTUIN Designer
Maak de tuindroom van uw klant werkelijkheid!
✔
Verhoogt het verkoopresultaat met minimaal 50%
✔ ✔
Geen CAD ervaring nodig Laat de klant wandelen in uw 3D ontwerp
www.3dtuindesigner.nl
DE NIEUWE STANDAARD IN REGISTREREN
' systems
URENBRIEF
HET NIEUWE DIGITALE URENBRIEFJE !
www.timin.eu info@timin.eu STAMGEGEVENS
Schans-/steenkorven Sedum dakcassettes Grastegels
TE DOEN KLANTEN
FACTUUR MEDEWERKER
www.firmusproducts.eu
VCA Europese Richtlijnen
Daktuincentrum
7
CE-markering
Wat is de betekenis van de CE-markering? • CE-markering op een product aangebracht, betekent dat men er vanuit mag gaan, dat het product (bijv. arbeidsmiddel, machines, PBM, …) CE Conform Europese veiligheidsrichtlijn, sinds 1995
op veiligheidsvlak voldoet aan de betreffende Europese Richtlijn Hoe is de CE-markering te herkennen? • Aan het CE-logo
Eisen machines en gereedschap Aan welke eisen moeten machines en aangedreven
• Verkoop drainagematerialen • Daktuinsubstraat Terra Top in 30 liter zakken • Kwekerij sedumpluggen XL • Afhalen sedummatten • Dakgrind en daktegels
Duurzaam groen begint met een goede basisinrichting van het plantvak
gereedschap in het algemeen voldoen? • Na 1995 voorzien zijn van een CE-markering • Een gebruiks- en onderhoudsvoorschrift, in de taal van het land, waar de machine of het gereedschap gebruikt wordt Bewegende delen moeten afgeschermd zijn • Bijvoorbeeld de gele tussenasbescherming bij een trekker of de oranje beschermkap van de bosmaaier
• De werkgever verzorgt de periodieke keuring
Alles is op voorraad!
1e Mientlaan 11, 2223 LG Katwijk T: 071 3646111 E: info@ugbv.nl
Groeiplaatsconstructies Wortelschermen Boombakken & Exterieur Boomverankering
• Geldigheidsduur met sticker of kleurcodering. Tot wanneer is de keuring van deze oranje machine geldig?
Boomstambescherming
Periodieke keuring met geldigheidsduur ( tot april 2016 )
• Geschikt voor het uit te voeren werk • In goede staat zijn
Beluchting & Bewatering
Door dagelijks onderhoud van de werknemer
Kantopsluitingen Dagelijkse controle door werknemer van de gele afscherming van de tussenas: beveiliging draaiende delen
Amfibieënschermen
www.degroenepraktijk.nl Pas op, gevaar: draaiende delen!
foto lesboek + 1 dag cursus + CBT examen + incompany
€ 199
v.a.
www.greenmax.eu
excl. btw
,= * p.p.
www.degroenepraktijk.nl www.de www.degroene groenepraktijk.nl praktijk.nl
*bel voor info
& voorwaarden:
0651 126 942
ntwerp O Academie
www.tfi.nl
• Groeiplaatsverbetering • Opheffen bodemverdichting • Insecten- en plaagbestrijding • Vermindering wortelopdruk
ZinCo Benelux B.V. Adviseur en leverancier van daktuinsystemen
Advies | Onderzoek | Beleid | Beheer Detachering | Vergunningsaanvraag
Stedelijk groen | Landschap Flora | Fauna | Bomen Van Pallandtlaan 10 | 6998 AW | Laag-Keppel Tel 0314-642221 | info@foreestgroenconsult.nl
www.foreestgroenconsult.nl
www.zinco.nl daktuin@zinco.nl +31 (0)20 667 4852
en W
e
Tel. Web. E-mail
0229-279840 www.medigran.nl info@medigran.nl
zaden van inheemse planten en kruidenmengsels
â&#x2013;
Tekst Dick van Doorn Beeld Hoveniersbedrijf Martin Buijtels
e aanleiding voor het ontwerpen van een wijnkelder die razendsnel te plaatsen is en ook de juiste condities voor het bewaren van allerlei soorten wijnen heeft, is de vraag van een klant. „En wij hadden al contact met iemand uit de betonindustrie in verband met de productie van waterpartijen, stoelen en plantenbakken, dus hebben deze kans meteen aangegrepen”, aldus Buijtels. Toen het demonstratiemodel dat te zien was tijdens de tuinbeurs Bloem en Tuin ook nog eens overweldigende belangstelling kreeg, wist de hovenier het zeker. Hij moest natuurlijk wel eerst weten hoe je de lucht in zo’n kelder het beste kunt conditioneren én op de juiste temperatuur kunt houden. Verder moest hij weten wat de beste betonconstructie zou zijn en hoe je er het beste een ventilatiesysteem in kon maken. Buijtels: „En wie kun je dan het beste
vragen dan wijnkenners en -gaardeniers in Frankrijk natuurlijk. Dus wij zijn afgereisd naar Frankrijk naar SaintRomain-la-Virvée in de streek Aquitaine en hebben diverse wijnboeren en hun wijngaarden bezocht, onder andere die van Ilja Gort.” De wijnboeren vertelden de hovenier alles over hoe wijn zich gedraagt en hoe je wijn het beste op kunt slaan. Buijtels: „Ze vertelden ons dat de wijnkelder zo luchtdicht mogelijk moet zijn en zo lichtarm mogelijk. Vandaar ook alleen het mangat met rvs-trap naar beneden in de tuin.” De hovenier vond een kunstenaar bereid om de rvs-trap en wijnrekken te ontwikkelen. De wijnrekken zijn zo ontworpen dat je ze aan kunt passen aan de diameter van de wijnflessen. Doordat er boven het grootste deel van de kelder (uitgezonderd het mangat) een laag van 60 cm aarde komt, kun je graszoden, planten en kleinere bomen gewoon boven de kelder planten. Over het gelaagde veiligheidsglas van het mangat kun je gewoon lopen. De grondsoort en -waterstand onder de tuin is wel van belang aangezien de kelder 25,6 ton weegt. Deze kelder is overigens ook zeer geschikt als ondergrondse sauna voor in de tuin. Verder is de kelder zowel kaal als volledig ingericht te bestellen. Als hoveniers of groenvoorzieners interesse hebben om op basis van een business-tobusinessrelatie kelders bij geïnteresseerden te plaatsen, dan is dat mogelijk. <
RootBarrier uit Lelystad heeft Plantex Platinium in het assortiment: een getest doek van DuPont tegen invasief en agressief onkruid. Het vliesdoek belemmert de groei van soorten als Japanse duizendknoop, kweekgras, Spaans riet, paardenstaart en reuzenberenklauw. Het donkergroene
doek is vrij van chemicaliën, lucht- en waterdoorlaatbaar en zeer bestendig: onbedekt blijft het acht jaar effectief. Slechts incidenteel kan invasief onkruid, ondanks voorbehandelen van de grond, door het doek groeien. Plantex Platinium is verkrijgbaar in breedtes van 1, 2 en 5 m.
De Turflynx F315 is een volledig elektrische en autonome fairway robotmaaier. De eerste op de Nederlandse markt, aldus fabrikant Turflynx en De Ridder Golf-, Sport- en Groenvoorzieningen die hem gezamenlijk introduceren. De Ridder zet de driedelige kooimaaier al in op de fairways
van de Rijswijkse Golfclub. De robotmaaier heeft GPS, en weegt bijna de helft van een traditionele dieselgedreven fairwaymaaier. Daardoor heeft hij minder impact en raakt de toplaag minder verdicht. De Turflynx F315 maait ongeveer 6 fairways (ca 3,5 ha) of 4 voetbalvelden op volle accu’s.
McCulloch introduceert een ruggedragen bladblazer met een topsnelheid van 355 km/u. De bladblazer is krachtig genoeg om blikjes, zwerfafval, nat blad of snoeiresten weg te blazen. De blaassnelheid bepaal je met een gashendel. De handgreep met geïntegreerd ’gaspedaal’ geeft volledige
controle over de blaasbuis. En met de cruise control kun je een constante blaassnelheid aanhouden. Bovendien is de blazer uitgerust met een antitrillingsmechanisme, zodat ermee werken comfortabeler wordt. De verkoopadviesprijs van de GB355 bedraagt €299
Met de nieuwe helmset van Stihl zijn je hoofd, gelaat en gehoor beschermd. Zijn naam is Function Basic en hij is oranje, licht van gewicht en stevig.
De drie veiligheidselementen, dus helm, gehoorbescherming en gelaatsbescherming, voldoen allemaal aan de actuele veiligheidsnormen. De Stihl Function Basic heeft een hoofdband waarvan je de lengte eenvoudig kunt aanpassen met een PinLock-slot van 52 tot 66 cm. Ventilatieopeningen moeten het hoofd koel houden, zelfs bij zwaar werk. De klep van de helm beschermt tegen verblinding.
Waterbuffering op daken is een belangrijk thema in de dakenbranche. Dat kan uitstekend met een groendak. Maar met een moerasdak kan je ook water bergen én het is volgens de NDA meer biodivers dan een standaard sedumdak. Dat laatste heeft een wat kortere bloeiperiode en is monotoon
De Fiskars Noorse bladhark is er in een versie met houten steel én een met glasfibersteel. Beide harktypen zijn uitgerust met 21 onbreekbare kunststof tanden; de werkbreedte van de hark bedraagt 390 mm. De bladhark met houten steel is in totaal 164 cm lang met een doorsnede van 2,4 mm; de hark met glasfibersteel is 168 cm lang en is 2,2 mm in doorsnee. De glasfiberversie is licht en sterk. Donar Groen verkoopt de Fiskars harken nu voor €36,30 incl. btw, voor vijf stuks met houten steel. Vijf glasfibersteelharken kosten tijdelijk €72,60 incl. btw.
IPC Groene Ruimte kent ETWpunten toe aan deelnemers van de Engeland-excursies van Geronimo. De punten zijn te verdienen op de onderdelen: anatomie en fysiologie (12), groeiplaats en bodem (10) en ziekten en aantastingen (10). Voor een geldig certificaat moeten European Tree
Workers elke drie jaar punten halen. De reizigers krijgen inzicht in het ouderdomsproces van bomen; Engeland is immers het Mekka van de veterane reuzen. Aan bod komen onder meer de invloed van locatie, mens en bodem, en ziekten en aantastingen.
van structuur, dus minder schuilplek voor insecten. Bij een biodiverse moerasdaktuin vormen inheemse planten de sleutel, omdat je hiermee ’stapstenen’ voor dieren en planten creërt: zij kunnen zo van het ene naar het andere natuurgebied komen.
De MG5300.4 is de nieuwe professionele ruggedragen bladblazer van Dolmar. Met een geluidsdrukniveau van 102,8 dB(A)) is hij stil en met 8,9 kg de lichtste in zijn klasse. De motor is speciaal ontwikkeld door Makita: een compacte 4-takt motor van 52,5 cc met MM4-techniek.
De MG5300 haalt een luchtopbrengst van 900 m3/h, en een luchtsnelheid van 98 m/s. Nuttig bij vastgeplakt nat blad. Het antivibratiesysteem zorgt voor een laag trillingsniveau op de bedieningshandgreep. Adviesverkoop incl. 21% btw is €549. Eerst zelf uittesten kan, via de dealer.
„Dit is de urnentuin van de begraafplaats in Sneek. Begin 2016 is die heringericht naar een ontwerp dat ik samen met voorman Evert Westerhof van de buitendienst heb gemaakt, ik werkte toen zelf ook bij de buitendienst. Sinds twee jaar gebruikt de gemeente geen chemische middelen en de oude inrichting was daardoor niet langer praktisch. Binnen de urnenmuren lagen 40 bij 40 cm tegels en buiten de muren grind, om die onkruidvrij te houden vraagt veel werk. Daarnaast vonden bezoekers van de begraafplaats de plek vrij somber. We wilden hem daarom beheersvriendelijk maken en er tegelijkertijd extra beleving aan toevoegen.’’
siergrassen zorgen voor beleving op deze plek. Ik heb wel voor ingetogen kleuren gekozen, vaak bloeit een prairiebeplanting vooral in deze tijd van het jaar in fel oranje, rood en geel. Met de rustige kleuren paars en blauw heb ik een bepaalde beleving willen neerzetten. Daarnaast is een prairiebeplanting beheersvriendelijk. Tussen de beplanting ligt bijvoorbeeld lavagesteente. Die past goed bij de natuurlijke DurEko-mix waarmee de tegels in het midden van de tuin zijn vervangen. Deze halfverharding die inmiddels voor alle paden op de begraafplaats is toegepast, lijkt op een schelpenverharding, maar is harder en er komt bijna geen onkruid doorheen.’’
„De bloeiende planten en de
„Het onderhoud is vooral veran-
derd. Hadden we de oude inrichting behouden, dan had het wel veel meer werk en geld gekost om hem op hetzelfde niveau te beheren. Nu heeft de plek veel meer kwaliteit. Op dezelfde manier proberen we nu de complete openbare ruimte beheersvriendelijker te maken en er tegelijkertijd meer kwaliteit aan toe te voegen. Zijn bijvoorbeeld al die stoepen en paaltjes nog nodig waar onkruid zich ook heel gemakkelijk vestigt?’’
„Ja, na mijn werk bij de buitendienst ben ik eerst acht maanden gaan reizen. Toen ik terugkwam kon ik weer aan de slag bij de gemeente, maar nu in een functie die meer bij me past.’’ <
CO -neutrale onkruidbestrijding