VISSEN MET DOODAAS

Hoe vind je geschikte roofvisstekken? Welke materialen gebruik je? Hoe stel je de hengel en de molen af? Hoe speel je in op de omstandigheden aan de waterkant? En de hamvraag: welke soorten doodaas zet je in. Gijs Nederlof geeft op al deze vragen antwoord.

LS JIJ NU ZO’N ROOFVISSER bent die graag met een dobber en doodaas gaat vissen op snoek, snoekbaars of baars, dan ben je niet alleen. Voor veel sportvissers bestaat er niets mooiers dan zo’n ‘doodaasdobber’ onder te zien gaan, de lijn strak te laten lopen en dan met een stevige tik de haak te zetten. Na een spannende dril sta je dan even later met een schitterende snoek, mooie snoekbaars of wellicht een vette baars in je handen. Even een fotootje schieten en dan kan de vis weer terug het water in.

Koude maanden

Het leuke van het vissen met doodaas is dat het, vooral in de koudere maanden, een perfecte manier is om achter de roofvis aan te gaan. Vis is koudbloedig en dat betekent dat ze in de koude maanden een stuk minder actief zijn dan in de zomer. Als er dan zo’n aasvis voorbijkomt, dan kunnen ze de verleiding niet weerstaan en dan is het vaak al snel raak.

Grote vraag blijft natuurlijk hoe je de stekken vindt waar de vis zich ophoudt. Roofvis zoekt vaak plaatsen op waar ook veel witvis rondzwemt. Het is dus niet zo gek om op zoek te gaan naar locaties waar veel witvis zit. Je komt