IDEWE Informeert

Page 1

BELGIĂ‹ - BELGIQUE

Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - BC 14788 Afgiftekantoor: 3500 Hasselt 1 Erkenningsnummer: P501328

P.B./P.P. 3500 Hasselt 1 BC 14788

IDEWE informeert ... Driemaandelijks informatiemagazine van de Groep IDEWE, Interleuvenlaan 58, 3001 Leuven. Uitgave: maart 2010.

nt

e A c ti p u

Them a num mer-

RI

Inhoud Werken aan welzijn

2-3

Vaardig in veiligheid

4

Wanneer werkt SOBANE in scholen?

5

Sint-Bernard ontwikkelt dynamisch systeem

6

Stap per stap minder risico’s

7

Nieuwe H- en P-zinnen

8

Recente wetgeving

8

Colofon

8

E


Risicoanalyse: kern van het dynamisch risicobeheersingsysteem

Werken aan welzijn In 1998 werd het koninklijk besluit van kracht over het beleid inzake het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk. Sindsdien wordt in Belgische organisaties op een totaal andere manier aan preventie gewerkt. Vóór 1998 volstond het om conform te zijn met het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (ARAB). Men moest voldoen aan de voorschriften zoals die overdreven en uitermate punctueel in het ARAB waren vastgelegd. Als het ARAB stipuleerde dat de breedte van een uitgangsdeur 80 cm moest zijn, dan was men in overtreding wanneer die maar 79 cm breed was. De deur moest dan worden vervangen. Nieuwe aanpak In 1998 werd het uitgangspunt van het welzijnsdenken volledig omgegooid. Werkgevers moeten sindsdien niet langer de conformiteit met het ARAB nastreven. Ze moeten een dynamisch risicobeheerssysteem (DRBS) opzetten. Dat moet risico’s op een effectieve en efficiënte wijze beheren. Daartoe moeten werkgevers eerst de risico’s kennen, ze vervolgens inventariseren en ze tenslotte evalueren: dat is de risicoanalyse. Werkgevers laten zich bij die analyse bijstaan door de interne preventieadviseur. Ook de externe dienst wordt in dat proces betrokken (verplicht voor kleinere organisaties met minder dan 20 werknemers). Tijdens een risicoanalyse wordt onderzocht welke gevaren er in de organisatie aanwezig zijn, welke letsels of schade kunnen ontstaan en wat de kans is dat de risico’s zich uiten. Aan de hand daarvan wordt het belang van de verschillende risico’s ingeschat en krijgt men een zicht op de risico’s die prioritair moeten worden aangepakt. Vervolgens kan men dan de gepaste beheersingsmaatregelen nemen. Hoe een risicoanalyse uitvoeren? De werkgever kan vrij een methode voor een risicoanalyse kiezen of ontwikkelen. Over risicoanalyses zijn er uiteenlopende visies — er bestaan dan ook diverse uitvoeringsmethodes, de ene al beter en grondiger dan de andere. Toch zijn er een aantal criteria waaraan een risicoanalyse moet voldoen. • Elke goede risicoanalyse gebeurt participatief. De werkgever moet heel wat mensen betrekken bij de risico-evaluatie: de interne preventieadviseur, de hiërarchische lijn, de werknemers met hun afvaardiging in het comité preventie en bescherming op het werk, de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en eventuele andere preventieadviseurs van de externe preventiedienst. • Een risicoanalyse moet multidisciplinair worden aangepakt. Het gaat om veiligheidsrisico’s (brandveiligheid, machineveiligheid,...), ergonomische aspecten (werken aan beeldschermen, aangepaste werkposten,...), arbeidshygiënische aandachtspunten (klimaat, gebruik van producten,...), psychosociale

2

aspecten (arbeidstijdregeling, menselijke verhoudingen,...) en uiteraard ook medische gezondheidsrisico’s. De inbreng vanuit die diverse vaktechnische gezichtspunten is noodzakelijk. • Een risicoanalyse moet gebeuren op het niveau van de organisatie in haar geheel, op het niveau van elke groep van werkposten of functies en op het niveau van het individu. Dat laatste gebeurt tijdens het gezondheidstoezicht: de preventieadviseurarbeidsgeneesheer toetst de individuele medische geschiktheid van elk personeelslid af aan de resultaten van de risicoanalyse.

Gezondheidstoezicht De risicoanalyse zal bepalen of werknemers blootgesteld worden aan gezondheidsrisico’s en dus of gezondheidstoezicht van toepassing is. Werknemers die worden blootgesteld aan bepaalde fysische, biologische en chemische agentia, bijvoorbeeld, moeten periodiek een preventief medisch onderzoek ondergaan bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. Enkele voorbeelden ter verduidelijking: • een werknemer die dagelijks wordt blootgesteld aan lawaai van gemiddeld 80 dB(A) of meer, is onderworpen aan gezondheidstoezicht; • ook de werknemer uit de gezondheidssector die (eventueel) in contact komt met — mogelijks besmet — bloed, urine of speeksel van patiënten, moet zich periodiek bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer aanbieden; • een werknemer die werkt met chemische producten (onderhoudsproducten, laboratoriumproducten,…) en de kans loopt op gezondheidsschade, is onderworpen aan gezondheidstoezicht; • werknemers die een veiligheidsfunctie bekleden (bijvoorbeeld heftruckbestuurders) of een functie hebben met verhoogde


waakzaamheid (bijvoorbeeld luchtverkeersleiders), worden onderworpen aan een gezondheidstoezicht; • werknemers die rechtstreeks contact hebben met voedingswaren, worden onderworpen aan een gezondheidstoezicht; • werknemers die worden blootgesteld aan een fysieke, mentale of psychosociale belasting, moeten periodiek bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer langsgaan om gezondheidsschade op te sporen. Wordt gezondheidsschade vastgesteld tijdens de preventieve medische onderzoeken, dan kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer collectieve of persoonlijke preventiemaatregelen voorstellen: • collectieve preventiemaatregelen worden besproken op het comité voor preventie en bescherming op het werk; • persoonlijke preventiemaatregelen worden voorgeschreven op het formulier voor de gezondheidsbeoordeling en worden besproken met de werkgever. Indien gezondheidsschade optreedt, zal de werkgever de risicoanalyse en de bestaande preventiemaatregelen herzien. Het gezondheidstoezicht maakt dus integraal deel uit van het preventiebeleid. Het heeft als doel om de gezondheid van werknemers te bevorderen en te behouden door risico’s (en de gevolgen ervan) te voorkomen, op te sporen en te beperken. Daarbij wordt rekening gehouden met de specificiteit en de gezondheidstoestand van elke werknemer. Verschillende methodieken SOBANE De Federale Overheidsdienst FOD WASO ontwikkelde de SOBANEstrategie voor risicobeheersing. IDEWE heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de uitwerking van de strategie. Ze bestaat uit 4 trapsgewijs opgebouwde niveaus: screening (of opsporing), observatie, analyse en expertise. De werkgever start het onderzoek van een arbeidssituatie altijd met het opsporingsniveau, ongeacht de reden (klacht, ongeval,…) van het onderzoek. Het probleem wordt daarbij in z’n totale context geplaatst. Alles wat een invloed heeft op de gezondheid, de veiligheid en het welzijn, komt aan het licht. Er worden oplossingen gezocht voor het geheel van de arbeidssituatie. Het observatie-, analyse- en expertiseniveau worden slechts uitgevoerd wanneer tijdens het opsporingsniveau geen passende oplossing wordt gevonden om tot een aanvaardbare situatie te

komen. De noodzaak om over te gaan tot een volgend niveau, hangt in grote mate af van de complexiteit van de arbeidssituatie. IDEWE-IBEVE ontwikkelde verschillende complementaire methodieken om een complexe opgave met succes te volbrengen. SARIER Voor grotere organisaties is de SARIER-methode geschikt. Het is een praktische werkwijze die gegroeid is uit jarenlange praktijkervaring in uiteenlopende organisaties. Het is één van de weinige standaardmethodieken op de markt. Ze past volledig in het reglementair kader. De methodiek is gebaseerd op een gefundeerde analysemethode die heel wat verder reikt dan een loutere checklist. Ze kan slechts tot een goed einde worden gebracht door preventieadviseurs met de nodige achtergrondkennis en ervaring. Het geheel wordt gebundeld in een overzichtelijk risicodossier, op te vatten als een praktisch werkinstrument. Het is een prima basis om een globaal preventieplan op te stellen. Het is bij uitstek geschikt om voor te leggen aan de inspectiediensten en aan certificeringdiensten die bijvoorbeeld doorlichtingen verrichten in het kader van VCA. De methodiek is ook te gebruiken tijdens veiligheidsaudits. Hij werd recent geautomatiseerd in een software-applicatie. BRIE Voor kleinere organisaties is er BRIE. Naast de algemene welzijnsaspecten worden bij die methode vooral ook de sectorspecifieke aspecten bekeken. We werken met vooraf duidelijk bepaalde profielen. Aan die profielen worden bepaalde activiteiten en bepaalde werkposten toegekend met een bepaald risico voor de werknemers. Alle activiteiten of werkposten met een veiligheidsof gezondheidsrisico, worden dus in kaart gebracht. Ook de daaraan gekoppelde preventiemaatregelen worden voorgesteld. Later kunnen we dan gemakkelijk de nodige werkpostfiches opstellen. De methode speelt zeer kort op de bal en kan op korte tijd worden uitgewerkt.

3


Mariaschool in Tervuren let op gevaar dankzij Sirk Sekuur

Vaardig in veiligheid Veiligheid is een zaak van iedereen op school. Sirk Sekuur biedt het personeel van scholen een uitgewerkte vorming rond risicoperceptie en leert juiste veiligheidsattitudes aan. Want om een school tot een goede en veilige school te laten uitgroeien, heeft de preventieadviseur nood aan alerte leerkrachten én leerlingen. In de Mariaschool van Tervuren is er — na een sessie Sirk Sekuur — alvast méér oog voor veiligheid. Een veilige school is meer dan een veilig schoolgebouw. Momenteel ligt in scholen de focus echter vooral op technische veiligheid. Er zijn al heel wat wetgevende maatregelen die het welzijn op school bepalen. De interne preventieadviseurs volgen die nauwkeurig op. Aan de veilige vaardigheden bij leerkrachten en leerlingen wordt minder aandacht besteed. Niet zo in de Mariaschool van Tervuren: op een pedagogische studiedag werd met Sirk Sekuur de veiligheid in de school onder de loep genomen. Scholen moeten veilig zijn Op een bijeenkomst van het preventiecomité stelde externe preventieadviseur Jeroen Aussems het project Sirk Sekuur voor. Directeur Carine Vanderlinden: “Het sprak ons meteen aan omdat we dit schooljaar nog niet veel rond veiligheid hadden gewerkt met het team. We besloten om het aan bod brengen op een pedagogische studiedag. Scholen moeten immers veilig zijn. Directeuren, bestuurders en leraren hebben een grote verantwoordelijkheid en doen ook heel wat inspanningen om de scholen veilig te maken. Maar wij zijn geen veiligheidsspecialisten. Wij kunnen er wel voor zorgen dat specialisten ons informeren en dat we daarna zelf de touwtjes in handen nemen om onze schoolgebouwen

4

veilig te maken. Zij kunnen ons ook leren hoe wij moeten reageren in verschillende noodsituaties. Sirk Sekuur leek ons een ideaal middel om die doelstellingen te realiseren.” Hoe reageren in onveilige situaties? Sirk Sekuur zoomt dieper in op het gedrag van leerkrachten en leerlingen. Een handcamera volgt tot in de gangen en lokalen: een prettige manier om naar veiligheid te kijken door en met de ogen van iemand anders. Die aanpak viel in de smaak bij de leerkrachten. Via leuke en grappige filmpjes leerden ze hoe ze de school veiliger konden maken. In iedere klas zijn er immers wel enkele onveilige of zelfs gevaarlijke situaties die onder de aandacht moeten worden gebracht van de kinderen. Sirk Sekuur leerde hen dat ze — voor zover mogelijk — oog moesten hebben voor de diverse gevaren die ook in een school om elke hoek loeren. Ze leerden hoe ze moeten reageren in verschillende onveilige situaties. Toch bleven heel wat leerkrachten met een onvoldaan gevoel achter: er was tijdens de sessie geen tijd om de gevaren in elke klas te inventariseren. Ongevallen voorkomen Sirk Sekuur bleef geen dode letter in de school. Directeur Carine Vanderlinden: “Op een personeelsvergadering wordt ruimte gemaakt om een nieuw evacuatieplan op te stellen en ook om de onveilige situaties op te lijsten. We gaan zoeken naar ideeën om te komen tot een veiligere school. We gaan ook proberen om lessen uit te werken en tijd uit te trekken om leerlingen te wijzen op mogelijke gevaren en er alert voor te zijn. Ik hoop ook dat leerkrachten de school met een kritische veiligheidsblik gaan bekijken. Als er iets in een klas wordt aangepast, hoop ik dat er eerst wordt nagedacht of het wel is afgestemd op de leeftijdsgroep en of de veiligheid voor de kinderen is gegarandeerd.” Volgens de leerkrachten is dé les van Sirk Sekuur dat veel ongevallen kunnen worden voorkomen door vooraf oog te hebben voor veiligheid. De sessie deed hen stilstaan bij situaties die anders gewoon aan hen voorbij gaan: een geslaagde oefening.


Terugblik op de SOBANE-workshops

Wanneer werkt SOBANE in scholen? Vorig jaar organiseerde het Departement Onderwijs en Vorming 6 provinciale workshops ‘SOBANE in scholen’. Aan de workshops namen telkens ongeveer 20 scholen deel. Na de sessie konden ze de SOBANE-strategie zelf opstarten in hun school. Dankzij die strategie kunnen scholen veel problemen uit de 7 welzijnsdomeinen opsporen en eventueel meteen oplossen. In 15 scholen werd de eerste stap van de SOBANE-strategie (screening) uitgevoerd onder begeleiding van IDEWE. Wat zijn de resultaten? Vlaanderen heeft in de jaren negentig te weinig geïnvesteerd in schoolinfrastructuur. Daardoor zijn veel schoolgebouwen niet aangepast aan gestegen leerlingenaantallen en nieuwe onderwijsbehoeften. De verouderde gebouwen kampen meestal ook met zware energiefacturen. Om de kloof te dichten tussen het voorziene budget voor scholenbouw en de grote nood aan infrastructuurwerken, is een grootschalige inhaaloperatie opgezet. Het budget voor schoolinfrastructuur werd verhoogd. Daarnaast komt er een inhaalbeweging via alternatieve financiering: het DBFM-project. Een vennootschap krijgt de verantwoordelijkheid voor het ontwerp (Design), de bouw (Build), de financiering (Finance) en het onderhoud (Maintain) van nieuwe bouwprojecten. Ook de uitrusting van scholen laat te wensen over. Daarom besliste de vorige Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming Frank Va n d e n b ro u c ke om vanaf schooljaar 2005-2006 jaarlijks ongeveer 10 miljoen euro te investeren in uitrusting. Patrick De Potter (TAC) en Grote interesse Erwin Gysemans (preventieadviseur). Mede door de slechte infrastructuur en uitrusting, sloeg ‘SOBANE in scholen’ aan. Er was veel interesse voor de workshops die het Departement Onderwijs en Vorming organiseerde. Een aantal scholen moest zelfs worden geweigerd. Om die reden — en om nog meer scholen de kans te geven om de SOBANE-strategie toe te passen — wordt het project met één schooljaar verlengd. Nieuw in 2010 wordt alvast de bijdrage van de inspectie. Tijdens de workshops werd immers duidelijk dat men niet altijd weet waar de inspectie op focust en wat de verwachtingen zijn. Daarom krijgt de inspectie nu een stem.

Wanneer succesvol? Veel deelnemers vroegen om blijvende begeleiding en opvolging. Daarom volgde op 17 november 2009 een terugkomdag. In verschillende workshops werden heel wat ideeën en ervaringen uitgewisseld. Opvallend was dat de SOBANE-strategie vooral resultaten oplevert wanneer iedereen samenwerkt. Iedereen heeft dan inspraak, waardoor het preventiebewustzijn veel groter wordt. De SOBANE-strategie is ook een dynamisch gegeven, zo bleek. Er is een duidelijke evolutie wanneer projecten stapsgewijs worden aangepakt. In een school kan immers niet alles in één keer worden opgelost. Ten slotte moet er communicatie zijn over de evolutie van een project en de resultaten. Zo ziet iedereen ‘dat men ermee bezig is’ en dat er wordt gewerkt aan het welzijn op school door bepaalde punten onmiddellijk aan te pakken.

SOBANE in het Don Bosco Instituut van Haacht Hoe wordt de SOBANE-strategie toegepast in het Don Bosco Instituut van Haacht? De school bestudeerde het gebruik van speelpleinen, sportvelden en -zalen. Aan de hand van de 19 rubrieken voor sportterreinen werd een eerste Déparisvergadering georganiseerd (begeleid door IDEWE). De speelpleinen, sportvelden en -zalen werden geëvalueerd. Actiepunten voor verbetering werden opgesteld. Een belangrijk punt was het gebrek aan plaats om te sporten en om zich om te kleden. Ondertussen is er een extra sportlokaal en een nieuwe omkleedruimte.

Te weinig kleedruimte in de sportzaal. Een leslokaal dat grenst aan de sportzaal, werd ingericht als kleedruimte.

Te weinig sportruimte. Een leslokaal werd omgebouwd tot sportlokaal voor judo-initiatie, dans en poweroefeningen.

Wat is SOBANE? De SOBANE-strategie werd ontwikkeld in een project van het Europees Sociaal Fonds. Twee universitaire partners en vier externe diensten werkten mee. De strategie wil de arbeidssituaties in kleine en grote organisaties bespreekbaar maken. Ze wil ook de samenwerking tussen werknemers, management, arbeidsgeneesheren, preventieadviseurs en andere belanghebbenden coördineren. Op die manier hoopt SOBANE te komen tot een snellere, efficiëntere en minder dure preventie. Om dat doel te bereiken, worden verschillende interventieniveaus binnen de SOBANE-strategie vooropgesteld: screening (Déparisvergadering), observatie, analyse en expertise. De rol van de preventieadviseur als facilitator of bewaker van het proces staat daarbij centraal. Hij moet de filosofie en de tools van de strategie introduceren. Tevens moet hij de continuïteit van de participatieve benadering verzekeren en zijn eigen inbreng bewaken, bijvoorbeeld op het vlak van conformiteiten.

5


RIE vraagt een verandering van mentaliteit

Sint-Bernard ontwikkelt dynamisch systeem De psychiatrische instelling Sint-Bernard in Manage speelt een voortrekkersrol op het gebied van preventie. De organisatie past een eigen dynamisch systeem toe voor risicobeheer dat werd goedgekeurd door de technische inspectie. Hoe pakken zij de zaken aan? De wet van 4 augustus 1996 over het welzijn van werknemers tijdens de uitvoering van hun werk voorziet een dynamisch systeem van risicobeheer. “Het is vooral de term ‘dynamisch’ die ons heeft aangesproken”, vertellen algemeen directeur M. Pierrard en D. Cambier, interne adviseur inzake preventie (Niveau 1). “Het volstond niet om eens en voor altijd een risicoanalyse uit te voeren. De wet verplichtte ons om een continu proces uit te werken dat elke dag kan worden toegepast. Dat is geen gemakkelijke opdracht. Voor instellingen als de onze bestond er geen standaardmodel. De complexiteit van onze organisatie zou wel eens kunnen leiden tot het snel opgeven van goede beslissingen. Daarom moesten we iets uitwerken dat zowel eenvoudig als visueel was.” Actie voor elk risico Sinds 2004 gebruikt SintBernard een eigen dynamisch systeem voor risicobeheer. Elk mogelijk professioneel risico in de organisatie wordt opgenomen in een tabel. Daarin worden alle domeinen van veiligheid, ergonomie en verfraaiing van de werkplek opgenomen. Voor elk van de risico’s wordt ook een actieniveau opgegeven: • • • •

toezicht vereist (geen maatregelen); actie op te nemen in het algemene actieplan; actie op te nemen in het jaarlijkse actieplan; actie zo snel als mogelijk uit te voeren.

Voor elke actie is iemand verantwoordelijk. Wanneer een actie tot een goed einde is gebracht, wordt er een uitvoeringsdatum in het systeem ingevoerd. De actie wordt dan automatisch afgesloten, maar blijft wel zichtbaar. Met de regelmaat van bepaalde acties wordt rekening gehouden. Iedereen gebruikt het systeem Het systeem kan door iedereen in de organisatie — op alle niveaus — worden gebruikt. Tijdens de bezoeken van IDEWE en bij periodieke controles worden actiepunten verzameld en ingevoerd door de interne preventiedienst. De directie, de interne adviseur inzake preventie en twee vertrouwenspersonen voor psychosociale aspecten hebben toegang tot het systeem. Alle leden van het Comité zijn bevoegd om de gegevens te lezen. Elk kwartaal evalueren zij de RIE. Ook de hiërarchische lijn krijgt een rol: voor elke te ondernemen actie moet zij aangeven wie verantwoordelijk is. Die collega moet de uitvoering van de actie controleren.

6

Mooie resultaten M. Pierrard en D. Cambier zijn erg tevreden over het systeem: “Dankzij de RIE krijgen wij een beeld van alle risico’s op de werkplek en kunnen wij een algemeen en een jaarlijks actieplan opstellen, zoals bepaald door de wet. Op dit moment werken wij aan een analyse om terugkerende werkongevallen aan te pakken. Tussen 2000 en 2009 was er een belangrijke afname van werkongevallen en verminderde het aantal afwezigheden. Bepaalde acties uit de RIE zouden best wel eens aan de basis van die mooie resultaten kunnen liggen.” De voorbije jaren werden talloze acties op poten gezet. Gevallen van agressie werden beter aangepakt, de procedure bij werkongevallen werd verbeterd en het personeel kreeg een opleiding om lasten beter te dragen. De RIE leidde tot de modernisatie van de sanitaire installaties en de vernieuwing van een lift. “Het systeem moet worden uitgebreid naar andere domeinen van welzijn. Dat is de volgende uitdaging”, aldus M. Pierrard en D. Cambier. Essentieel belang Volgens M. Pierrard en D. Cambier moet een dynamisch systeem voor risicobeheer eenvoudig te beheren zijn. Alleszins moet het een beeld kunnen geven van mogelijke problemen met de veiligheid van de werknemers, de acties die werden uitgevoerd, die nog lopende of die gepland zijn. Een RIE is een middel om zowel de werkgever als de werknemers attent te maken voor minder bekende maar toch aanwezige risico’s op de werkplek. Het systeem moet helpen om die risico’s beter te bestrijden zowel op het niveau van de veiligheid als op het niveau van de medische follow-up. KMO’s die in onderaanneming willen werken, moet overigens kunnen bewijzen dat ze bezig zijn met preventie. “Een RIE is van essentieel belang voor de verbetering van het welzijn op het werk, maar de toepassing vereist een verandering van mentaliteit en de betrokkenheid van alle spelers”, luidt het bij Sint-Bernard.


Heldere brochure informeert werkgevers

Stap per stap minder risico’s Een risicoanalyse is een reglementaire verplichting voor iedere organisatie. De wet op het welzijn van werknemers (4 augustus 1996) en de uitvoeringsbesluiten (27 maart 1998) verplichten elke organisatie om een algemene risicoanalyse te maken. Voor heel wat organisaties is dat geen gemakkelijke opdracht. Daarom besloot de Groep IDEWE een heldere brochure te maken. In de brochure ‘Stap voor stap naar een beheerst welzijn - RisicoInventarisatie en Evaluatie’ stelt de Groep IDEWE de aangesloten organisaties een stappenplan voor. Stap per stap wordt duidelijk hoe organisaties aan de verplichtingen kunnen voldoen. Werkgevers krijgen met het stappenplan een methode om de risico’s op de werkplaats op een systematische manier te inventariseren en te evalueren. Werkgevers ontvangen de brochure tijdens de bedrijfsbezoeken die op periodieke basis worden uitgevoerd door de preventiedeskundigen van de Groep IDEWE. Meteen wordt dan de inhoud van de brochure overlopen.

maat worden geadviseerd. De brochure is een onderdeel van een campagne die begin 2009 werd gelanceerd. Ze werd bekendgemaakt op de internetsite en in ‘IDEWE informeert...’ werd aan de campagne een artikel gewijd. Belangrijke meerwaarde In heel wat organisaties is de welzijnsreglementering nog onvoldoende ingeburgerd. Daardoor is het niet altijd evident om managers actief te laten meewerken. Vele zelfstandigen hebben al heel wat papierwerk, waardoor het moeilijk is om ook hen te overtuigen om voor een RIE tijd vrij te maken. Tijdens het bezoek proberen de preventiedeskundigen werkgevers daarom het nut te doen inzien van een risicoanalyse. Meestal zien ze dan dat zo’n studie wel degelijk een belangrijke meerwaarde kan betekenen voor hun organisatie. Stuwende kracht Het is belangrijk om medewerking te krijgen op het hoogste niveau. De werkgever moet de stuwende kracht zijn van het welzijnsbeleid. Concrete voorbeelden in de brochure tonen hem hoe het stappenplan verloopt en hoe hij dat kan integreren in de dagelijkse werking van zijn organisatie — een risicoanalyse is nu eenmaal een dynamisch gegeven. Hoe de werkgever overtuigen? Een risicoanalyse is niet alleen wettelijk verplicht. Bovendien kan ze het veiligheidsniveau — en de perceptie ervan bij het personeel — naar een hoger niveau tillen.

Bewustmaking De brochure is een prima middel om organisaties bewust te maken van hun eigen verantwoordelijkheid bij het naleven van de wetgeving. Bij het persoonlijk contact ter plaatse kunnen al de eerste stappen worden ondernomen én kunnen de werkgevers op

Gestructureerde aanpak Een risicoanalyse inventariseert in eerste instantie de risico’s waaraan werknemers en derden worden blootgesteld tijdens hun arbeid. Aan elk arbeidsproces zijn risico’s verbonden — per arbeidsproces worden ze in kaart gebracht. De informatie wordt verzameld door werknemers te bevragen. Ook wordt er heel wat in kaart gebracht tijdens de rondgang in organisaties. Het is aanbevolen om de algemene risico’s te laten noteren door wie er al lang werkt. Die werknemers hebben een goede kijk op de arbeidsprocessen. Zo ontstaat een globaal beeld van de aanwezige risico’s en hun ernst. Enkel zo’n gestructureerde aanpak kan leiden tot een geïntegreerd preventiebeleid waarbij de gepaste preventiemaatregelen kunnen worden geselecteerd. Wij zijn in ieder geval benieuwd naar de reacties op de nieuwe aanpak en danken de aangesloten organisaties voor hun bereidwillige medewerking.

7


Informatie en tips voor werkgevers en werknemers

Nieuwe IDEWE affiches Bent u reeds bij met de nieuwe H- en P-zinnen? Wat weet u over de aard en de gevaren van een stof of een mengsel? Welke maatregelen moet u nemen om schade aan de mens en het milieu zo klein mogelijk te houden? Heeft u graag een overzicht van de nieuwe preventiemaatregelen en gevarenaanduidingen? Vraag beide affiches dan aan en hang deze op in uw onderneming.

U kan deze informatieve brochures en/of affiche aanvragen via uw regionaal secretariaat of via de documentatiedienst (016/39.04.77 - bibliotheek@idewe.be).

Preventie en bescherming op het werk

Recente wetgeving Voor een volledig overzicht van de recente wetgeving kunt u terecht op www.idewe.be.

Colofon

Regionale secretariaten

Verantwoordelijke uitgever dr. Simon Bulterys, algemeen directeur

IDEWE-IBEVE Antwerpen Entrepotkaai 15 2000 ANTWERPEN Tel. 03 218 83 83 Fax 03 230 56 78 antwerpen@idewe.be

IDEWE-IBEVE Leuven Interleuvenlaan 58/2 3001 LEUVEN Tel. 016 39 04 38 Fax 016 39 04 02 leuven@idewe.be

IDEWE-IBEVE Brussel Wetstraat 23 1040 BRUSSEL Tel. 02 237 33 24 Fax 02 230 05 69 brussel@idewe.be

IDEWE-IBEVE Mechelen Sint-Katelijnestraat 154 2800 MECHELEN Tel. 015 28 00 50 Fax 015 28 00 60 mechelen@idewe.be

IDEWE-IBEVE Gent Grotesteenweg-Noord 9 9052 GENT-ZWIJNAARDE Tel. 09 264 12 30 Fax 09 264 12 39 gent@idewe.be

IDEWE-IBEVE Namur Chaussée de Liège 140-142 5100 NAMUR Tel. 081 32 10 40 Fax 081 30 13 71 namur@idewe.be

IDEWE-IBEVE Hasselt Kunstlaan 16 3500 HASSELT Tel. 011 24 94 70 Fax 011 22 35 62 hasselt@idewe.be

IDEWE-IBEVE Turnhout Patersstraat 100 2300 TURNHOUT Tel. 014 40 02 20 Fax 014 40 02 29 turnhout@idewe.be

Contactadres Groep IDEWE Interleuvenlaan 58 3001 Leuven Tel. 016 39 04 11 Fax 016 40 02 36 www.idewe.be Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van IDEWE vzw op enige wijze worden overgenomen.

8

Centrale diensten IDEWE-IBEVE Roeselare Hof ter Weze 1 8800 ROESELARE Tel. 051 27 29 29 Fax 051 27 29 59 roeselare@idewe.be

‘IDEWE informeert...’ verschijnt vier maal per jaar. Een extra exemplaar van ‘IDEWE informeert...’ voor een collega of medewerker kan u aanvragen bij uw regionaal IDEWE-IBEVE secretariaat.

www.idewe.be www.ibeve.be ISO 9001 gecertificeerd

IDEWE Interleuvenlaan 58 3001 LEUVEN Tel. 016 39 04 11 Fax 016 40 02 36 info@idewe.be www.idewe.be

IBEVE Interleuvenlaan 58 3001 LEUVEN Tel. 016 39 04 90 Fax 016 40 05 62 info@ibeve.be www.ibeve.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.