Wladimir Arn - Spel [roman, 2015]. Fragment.

Page 1




Spel Roman

Wladimir Arn

Uitgeverij IJzer Utrecht

www.uitgeverij-ijzer.nl




Geloof uitdragen is door de eeuwen heen niets meer dan politiek geweest. En politiek heeft altijd ten dienste gestaan van zakelij-ke belangen. Je denkt toch niet dat wereldleiders als de Paus en Xhonntr de Vierde zélf geloven, hè?

Pritti Nováková.




Vaag gevoel in verre vingers. Groeiend geluid. Airco, stemmen. Droge tong. Lig voorover. Haal bewust adem, richt m’n kop op, open m’n ogen. Hard licht. Meetapparatuur op zwenkwieltjes, openstaande laptop erop, systainertje met glazen buisjes en ampulletjes. Lange witte jas, witgrijs haar, bril met ’n zwaar hoornen montuur. Zie dopedokter Dobrovský knikken dat ’t okay is. Draai m’n lange, smalle blikken van ’m weg. Het is altijd okay bij doc Dobrovský, al sinds m’n tijd als leerlingwarrior in ’t Bunkr-internaat in Praag. Laat me achterwaarts van ’t folie van de behandeltafel glijden, probeer op te staan. Hand op m’n schouder. ‘Neem wat meer tijd,’ adviseert z’n leeftijdloze Turkse assistente in accentloos Nederlands. Ik weet dat de echo in ’r woorden in werkelijkheid niet klinkt. Wachten. Op evenwicht. Tot de ergste zweetaanvallen over zijn. Voorovergebogen, m’n benen zo ver uit elkaar als m’n afgezakte trainingsbroek toestaat. Steunen op altijd weer opvallend hooggeaderde handen. Ook dit hoort bij ’n spel. Bij ’n ander spel dat zo belangrijk voor me is. Kraken in m’n slapen lijkt af te nemen. Voel de kleine hand zich van me losmaken, richt me op, hijs m’n Calvin Klein over m’n geïnjecteerde kont. ‘Bedankt, bayan Hacısüleymanoĝlu,’ zeg ik met ’n stem die weinigen als de mijne zullen herkennen. In m’n droge strot verheft zich, zoals altijd na de Spritz, ’n vage metaalsmaak. Ook veranderende diepte in m’n zicht zal van korte duur zijn. Bukken zonder noemenswaardige bijwerkingen, trek ook m’n Hızlı-broek omhoog. Filiz Hacısüleymanoĝlu reikt me ’n flesje gekoeld bronwater aan. Brekende verzegeling, snelle slokken. Slaaf van ’t schema nu. Douchen, masseur, naar de make-up en m’n vaste haarstyliste, maatkostuum aan, contractueel verplichte prsessie afwerken. Voel m’n benen nu ook weer, m’n hamstrings vooral. Beetje stram voorbij ’n bureau waarachter m’n oudere landgenoot heeft 


plaatsgenomen. Een vanaf de Moldau gezien vroeger Praag in olieverf siert de wand. Van ’n rijtje fotografisch vastgelegd nageslacht kan dat zonder te liegen niet worden beweerd. ‘Děkuji, pane doktore.’ Het Nederlands dat ik al zo lang spreek heeft ’t Tsjechisch van m’n jeugd tot nostalgische waarde gemaakt. Een rimpelige hand plaatst dikke brillenglazen boven ’n onscherp geworden haargrens. Vriendelijke oogopslag onder borstelige wenkbrauwen. De man die wekelijks ’n modaal jaarsalaris ontvangt heeft al maandenlang geen kapper meer gezien, gebruikt verkeerde shampoo en ’t lijkt ’m allemaal niks uit te maken. Ik voel de glimlach op m’n gezicht. Weet dat ik de briljante farmafreak kan vertrouwen. We kennen elkaar al ruim achttien jaar. Veertien was ik toen ik ’m in ’n lab dat officieel niet bestond voor ’t eerst de hand drukte. De Herschepper. Bijna mythisch figuur voor de jongste lichtingen in de Bunkr-gemeenschap. Een kleine vijf jaar later zijn hij en ik van Bohemian Braves naar Spaarnerburch Müşterek gekomen, club van de grote kledingmerken Hızlı en Bambaşka. M’n overgang werd als Grote Transfer geheadlined. Dat ook doc Dobrovský van Praag naar Spaarnerburch verhuisde werd door Tsjechische noch Nederlandse media vermeld. Dopedokters werkten toen nog in de schaduw, wat ’n absolute onvoorstelbaarheid is in ’t hedendaags XtremePowerSoccer. Samen waren we soms Tsjechischer dan we in Tsjechië ooit waren geweest. Atheïstischer ook, in dit steeds nadrukkelijker religieus verdeelde land. Iets dat ik niet van ’m had verwacht, wel van ’m kon begrijpen. Als íemand kan weten dat de geest ’n permanent beïnvloedbaar deel van ’n identiteit is dan is dat dopinggrootheid Antonín Aharon Dobrovský. Hij moet ook hebben gezien hoe Pritti Nováková míjn geest veranderde, hoe m’n geloof in die goddelijke duivelin m’n vrienden van me afstootte. Hij was erbij toen ik m’n hele familie naar de grafheuvel in Třebonice moest brengen. Hij was erbij tijdens de minuut stilte in ’t met tweeënzestigduizend mensen gevuld stadion. Hij heeft m’n sportieve successen, maar ook m’n door de media genadeloos gekwadrateerde vernedering met me meebeleefd. Hij moet hebben begrepen dat ’t laatste me ernstiger heeft getraumatiseerd dan ikzelf kon ver-




moeden. Hij heeft me gevraagd wat ie me daarom vragen moest: of ík opdracht tot de moord op Müşterek-eigenaar Alaattin Yilmaz heb gegeven. Professioneel uitgevoerde aanslag, vijf weken geleden. Explosieve installatie in ’n permanent bewaakte, alleen op geweld van buitenaf berekende Maybach. Chauffeur, bodyguards en de Baba zelf konden nauwelijks worden geïdentificeerd. Ik heb ’m geantwoord dat ik de optie zeker heb overwogen. EuroGov, ’t Europees Gouvernement, heeft van ontspoord Nederland nog geen totale controlestaat kunnen maken. Toch worden misdadigers vaak genoeg gearresteerd. Yilmaz’ directe en indirecte moordenaars werden dat niet. Ik wel. Net als m’n opeens weduwe geworden ex. Tientallen cameraploegen rond ’t politiebureau in de stad, ondanks ’t nachtelijk tijdstip duizenden sensatiezoekers, in haast opgestelde dranghekken. Advocaat van de organisatie in ’t pand. Nog geen uur later stonden we ― stonden zij en ik in aanhoudend flitslicht weer op straat. ‘Sterkte met ’t verlies,’ hoorde ik mezelf tegen Pritti Yilmaz zeggen voordat we in afzonderlijke, door de club geregelde limousines stapten. Begreep heel goed dat ik ’r er niet bij moest aanraken. ‘The Games continues,’ antwoordde ze half binnensmonds, maar voor mij duidelijk genoeg. Wist niet wat ik hóórde, kon ’t niet geloven... Toen ik m’n ademhaling had hervonden voelde ik ’r blik vanachter ’n geblindeerde portierruit in m’n ziel boren. De aanslag werd vorige week via gezaghebbende persbureaus geclaimd. Money Khan. Wereldwijd actief syndicaat, dominante schaduwspeler op de financiële markten, leerde iedereen tegelijk. Georganiseerde misdaad, verklaarde Channel Sansasyon gretig. Uit Wit-Mongolië, ’n streek in de Kaukasus, afkomstige maffia. Grootschalige kapitaalverstrekking, genadeloze condities. Ook Alaattin Yilmaz’ goede vriend Michael Jackson zou door de onbekenden erachter als shockwekkend voorbeeld zijn gebruikt. Oud nieuws in de herhaling, van excessieve vermogensafname en onverminderde bewijsdrang tot fatale medicijnentoediening door ’n vertrouwensarts. Archiefbeelden van de King of Pop op Yilmaz’ landgoed aan de Nederlandse kust, op diens negentig meter




lange superjacht op de Zwarte Zee. Gevallen god. Zware zorgen hadden ’m bleker gemaakt dan ie zich had durven wensen. Spaarnerburch Aktüel legde de volgende morgen ’n voor ’n bepaalde geloofsgroep gruwelijke parallel bloot. Andere serieuze media sponnen die dankbaar uit. Binnenlands werd daarbij met doordacht formuleren ’t ook aan de pers opgelegd reli-verbod omspeeld. Vanuit Xzemenistische hoek werd alles ontkend. Uiteraard. Heb míjn vertrouwensarts vanmiddag gevraagd wat ik hém moest vragen. In onze voor Filiz Hacısüleymanoĝlu onverstaanbare moedertaal heeft ie me z’n woord gegeven. Als de Baba’s dood toch op mij moet worden gewroken zal ’t niet via ’n door hem toegediende spuit gebeuren. Testen en mixen van de chemicaliën doet ie altijd zelf. De combinatie van ’t cijferslot van de kluis waarin de dope wordt bewaard is uitsluitend bij hém bekend en wordt regelmatig door ’m veranderd. Een voor mij bestemde spuit uit cellofaan bevrijden doet alleen hijzelf, net als de Juice in de cilinder trekken en de naald in m’n kont zetten. Als desondanks uit ’n door hemzelf gevulde aanmaak dodelijk gif zou komen kan in één keer de transferwaarde van de hele selectie worden afgeboekt. Als medePragenaar, als meer dan ’n goede kennis ― in elk geval als teamcapo ben ik altijd de laatste die z’n injectie krijgt. Zonder te kijken draai ik de dop op ’t lege Spa-flesje. Elkaar kort knijpende rechterhanden. ‘Prettige middag verder, pane doktore. En nogmaals bedankt.’




Uur later. Sluit m’n gulp. Water stort zich over wit porselein. Trek zelfzeker genoeg de deur achter me dicht. Wanneer ik na de Spritz ’t geluid van ’n doorspoelende pisbak aan kan heb ik ’t macroscopische in m’n waarnemingen weer onder controle. Ook m’n voetstappen op de glanzend gecoate vloer klinken normaal. Uit de glazen gevel steekt beneden de hoofdingang naar buiten. Iedereen lijkt al binnen te zijn. Wolkenflarden haasten zich langs ’n zwak zonnetje. Op onzichtbare golven surfende witte roofvogels, kleurloze duinruggen in de verte. Als kind van Praag, waaruit alle richtingen zich duizenden kilometers over land uitstrekken, heeft de Noordzee me vaker ’n gevoel van beperking dan van ruimte gegeven. Fietsers en voetgangers moeten zich beschermen tegen wind en regen, echt koud is ’t zelden in dit land. Ook vandaag niet. Als EuroGov ’t strafbaar stellen van openbaar bedrijven van religie niet had doorgedrukt was ’t nu Eerste Kerstdag. Nederland. Gedevalueerde kaart in ’t herschudde spel Europa. Holland, volgens velen. Wat niet correct is, die naam is slechts van toepassing op twee provincies, Noord- en Zuid-Holland. Structureel tekort aan bestuurlijke identiteit maakte ’t land ziek. Zwalkende politici in plaats van koersvaste staatslieden, compromissen tussen middenpartijen. Waken voor politieke spelverruwing leek de grootste zorg. Als gekochte buitenlander kreeg ik er aanvankelijk niet veel van mee, maar op onderwerpen als migratie en integratie rustte ’n zwaar taboe. Al vóór m’n eerste seizoen bij Spaarnerburch Müşterek was Nederland door binnen- en buitenlandse sociologen bestempeld tot multiculturele tijdbom. Een die uiteindelijk afging. ‘In Gods naam’... ‘In Allahs naam’... ‘In Xzyrrs naam’... Alsof religie werd bedoeld om mensen dierlijker te maken. Expliciete Pritti Nováková omschreef me ’t verschil tussen niet-gelovigen en gelovigen ooit als die tussen vrije dieren en vee. Gedecideerd als ze doorgaans was had zelfs zíj er geen probleem mee op die stelling terug te




komen. ‘Hardline-Christenen, hardline-Moslims, hardline-Xzemenisten, inteelt of import ― op momenten van de waarheid blijken fundamentalistische reliens ongeremd vernietigingsgerichte beesten.’ Uitgeroepen noodtoestand. Uit ongeromantiseerde hemelen neergedaalde Chinooks verspreidden troepen van de Europese Strijdkrachten. Keiharde charges. Na de drie dagen geduurd hebbende godsdienstoorlog werd juist dit om z’n verregaande vrijheden bekendstaand staatje geconfronteerd met ’n voor velen verbijsterend wetsvoorstel: ’n algeheel verbod op openbare uiting van religie. Kon niet anders, werd beargumenteerd én bekrachtigd. Door ‘ongelovigen’. Omdat Christelijke politieke stromingen hun tijd lijken te hebben gehad, Xzemenistische fracties te geïsoleerd en Moslims te verdeeld blijven bestaat EuroGov voornamelijk uit vertegenwoordigers van atheïstische partijen. De overrulende regering pleitte zichzelf direct vrij van welk blasfemisch gedachtegoed dan ook: Goden bestaan niet totdat het tegendeel is bewezen. Vliegdekschepen voor de kust, scannende heli’s boven de stad. Pantservoertuigen in de straten. Helmen met neergedrukte vizieren, nachtkijkers, hightech handwapens. Met uitzondering van ’t moderne aan die dingen leek ’t de tijd vóór de Grote Verandering in Tsjecho-Slowakije wel. CNN en Channel Sansasyon scoorden wereldwijd met reportages over razzia’s in Nederlandse bedehuizen. Tot actie en reactie aangezet hebbende geestelijk leiders werden in hechtenis gezet, tot religieus gekleurde politieke partijen behorende burgemeesters en wethouders op non-actief gesteld. Militaire managers runden zo nodig steden en dorpen. En perplexiteit bleek nóg ’n overtreffende trap te kennen: de tot symbolisch staatshoofd opgeleide oudste zoon van Hare Majesteit de Koningin werd opgedragen ’n reli-neutraal interim-kabinet te formeren én te leiden. Dat massamedia om ’t hardst schreeuwden dat de prins belijdenis had gedaan in Nederlands Hervormde hoek kon daaraan niets veranderen ― ’t feit dat ie z’n geloof op geen enkele wijze aan anderen had opgedrongen woog kennelijk zwaarder. Sommige opiniebespelers zagen er ’n andere opzet in: slinkse truc tot ontmanteling van het Koningshuis, werd al snel geschreven.




Een ongekozen regering om de Democratie te kunnen laten voortbestaan... Werken voor z’n poen, volgens belastingbetalers. Maar ’t lijkt de man gelukt veiligheid en rust in de straten te herstellen. Zonder religieuze boventoon blijkt multiculti makkelijker mogelijk dan met. Niet alleen dankzij terugtrekking van de militia beginnen Nederlanders van verschillende afkomst zich weer wat vrijer in relatie tot elkaar te voelen. Met de vorm van ’t ruimteschipachtig stadion meebuigende gang. Halverwege wacht m’n vaste protector op me. En dat is ie niet alleen binnen de lijnen van ’t battlefield. Ugly Ottema. Weinig XPS-watchers die ’m onder z’n werkelijke voornaam kennen. Kunstmatig kale blanke. Vijfentachtig kilo netto, maar nog atleet genoeg. Brede schouders, enorme dijen en kuiten. De enige autochtoon in onze selectie. Als boerenzoon ligt ie goed bij de fans uit de poldergebieden rond de stad. Met ’n pink wrikt ie in ’n oversized oor. ‘Ready for showtime again?’ Hij veegt de top van de grote kleine vinger af aan de rug van z’n stropdas. ‘Heb ’t zó gemist, Ug...’ Hoef ’m er niet bij aan te kijken, ook buiten ’t veld is er nog altijd iets tussen ons dat zonder oogcontact kan. Samen lopen we richting geluid. Na alles wat na de moord op Yilmaz is gezegd en geschreven weer als headliners op ’n ongeprint affiche. Wekelijkse meet-and-greet. De eerste drie edities na de tragedie werden gecancelled, bij de volgende mocht ik me niet laten zien. Verplicht socializen met relaties van founders en sponsors, met klassen schoolkinderen, met mensen die hun aanwezigheid in de Bambaşka Arena danken aan ’t winnen van ’n prijsvraag. Daarna naar huis, bankdrukken, extra hamstringoefeningen doen, paar flessen zwaar bier scoren en, meestal met links, in slaap proberen te komen. Moet mezelf nog steeds afleiden sinds m’n voormalige godin Pritti Nováková me heeft gedumpt. De chemicaliën die doc Dobrovský me injecteert om de zuurstof in m’n bloed snel te maken, m’n spiervolume maximaal en de pijn van m’n inspanningen dragelijk te houden hebben niet bepaald ’t effect van traditionele, impotent makende anabole steroïden, maar geen tabloid of gossipsite die iets over me te weten komt. Laat geen callgirls opdraven, bezoek de luxe bordelen in de stad niet, vergrijp me niet aan zich aan-




biedende fans of clubmedewerksters. Vingers van dezelfde linkerhand leiden m’n nog vochtige haar naar m’n achterhoofd. Voor iemand met ’n hoge testosteronspiegel heb ik veel begroeiing op m’n kop, in vergelijking tot de meeste van m’n collega’s nog voldoende mimische vermogens ook, maar wel evenveel diepte in m’n stem. Waar blockers en destructors zich de dagen voorafgaand aan ’n battle niet scheren om er zo intimiderend mogelijk uit te zien is ’t ons vanmiddag juist verplicht. We dragen door Productplacement voorgeschreven kostuums van diepzwarte weefsels, nieuwe overhemden en dassen, blinkende designschoenen van subsponsor Görgülü. Stylish studs, schrijft ’n niet onbevooroordeelde glamoursite regelmatig. De niet-groene hulk gromt ’n serie verwensingen, autochtonenvoorvoegsel ‘kut’ op repeat. Ook hij heeft niks met dat gala-achtig gedoe, nog minder met de gezichtscrème en kleurloze lipgloss die ons voorafgaand aan elke pr-job worden opgedrongen. Z’n uitgezette schedel, die neus, lippen, oorlellen, oogleden en ook te groot lijkende handen en voeten dankt ie aan foute groeihormonen in z’n tijd als leerlingprof. Iets dat ik in m’n eigen juniorentijd bij oudere warriors met ’n atletiekverleden zag. Sportspritzencultuur heeft in Nederland altijd wat achtergelopen. Doc Dobrovský kwam voor hem net op tijd. Schraap m’n keel. ‘Ben hier straks eerder weg dan jij, animal.’ ‘Vergeet ’t!’ ‘Grote flap. Wie ’t eerst in de parkeergarage is casht.’ ‘Deal. Ben al onderweg.’ Schallende toevoeging. In de mixed area zal zoiets niet kunnen. Sinds Alaattin Yilmaz’ sudden death hebben we nog geen battle verloren, kunnen we zaterdagavond zelfs nummer 1 in de NRG League worden, maar wordt er op de kulüp nog steeds niet hardop gelachen. Door mezelf helemáál niet natuurlijk. Via grote Europese persbureaus gedeponeerde claim op de moord of niet, niemand hoeft me uit te leggen dat m’n oude relatie met de nieuwe weduwe ’n uiterst licht ontvlambaar feit is gebleven.




Praag. Asgrauwe volkswijk Žižkov, stadsdeel 3. Tijd van de Partij. Als kind wist ik al wat ‘indoctrinatie’ inhield: staatsmedia die in gezwollen taal wezen op de rotte aard van ’t kapitalisme. Wat dat betreft viel op ons weinig aan te merken; ons uit vijf personen bestaand gezin leefde op ’n adres dat in ’n vrije woningmarkt niet de minste aanprijzing waard zou zijn geweest. Met negenenvijftig andere gezinnen gedeelde woonkazerne tussen te dichtbij staande andere woonkazernes, lelijkste gebouwen ooit door communistische architectuur voortgebracht, jarenlang verscholen gehouden achter door staatsarbeiders met maandenlange tussenpozen gebruikte steigers. In sommige woningen waren onofficiële uitdragerijtjes gevestigd. Tweedekeus aardappelen per stuk, tweedehands kleding per kilo, zakken brandhout, soms eieren of levende kippen. Getolereerd illegaal. Zolang de reclames op de ruiten maar niet te opzichtig waren. Zolang er maar smeergeld werd betaald. Er was ’n kapperszaakje waar op ijshockey-, voetbal- en atletiekuitslagen kon worden gewed. Wat niet in de laatste plaats door familie, vrienden en schuldeisers van betrokken sporters werd gedaan. Er was ’n bedrijfje dat kleding en linnengoed herstelde. In ’n vertimmerd berghok konden Xzemenistische vrouwen hoofddoeken en lichaamverhullende xzonahs kopen. Alleen aardkleurige, Xzemenisten mochten zich niet anders dan in aardkleuren hullen. Uitingen van de van oorsprong Wit-Mongoolse religie rond de door de historische ziener Xhoeddr de Eerste beschreven door Xzyrr geblazen Heilige Ruimte zagen we steeds vaker in onze wijk. Vrouwen voor wie mannen uit andere stadsdelen kwamen waren duidelijk geen volgelingen van die beweging. Buurtbewoners die beweerden dat sommige van die mannen celibaatregels verachtende Roomse priesters zouden zijn waren dat wél. En er was ’n dranklokaaltje. Waar die vreemde, in elk geval niet in kerkelijke gewaden geklede kerels nooit binnengingen. Waar niet eens reclame rond flessen was




geëtiketteerd. Uitbater Špiláček had, naar boven afgerond, nog vier tanden in z’n bleekpaarse smoelwerk. De kroeg bevond zich op de tweede verdieping van ons blok, kende geen tapinstallatie, geen vaste sluitingstijd en was inpandig geschilderd in de kleuren van voetbalbolwerk Slavia Praha. M’n vader zat er vaak. Heel vaak. M’n matka, m’n bratr, m’n kleine sestra en ik woonden beneden. Huisnummer 555. Grieks Katholieke buren links, Jiddischkeit praktiserende buren rechts. Geen tuintje, niet eens iets als ’n betontegelstoepje voor onszelf. Direct buiten de gevel begon de openbare weg, keienkoppen. Omdat iemand die de achterdeur uitstapte nog met de deurkruk in z’n hand tot pulp kon worden gereden (vooral Uaz’en, verschillende types door Sovjetsoldaten bestuurde jeepachtige voertuigen en hoge, hoekige busjes, leken van alle verkeersregels vrijgesteld) waren er geen achterdeuren. Ook was er aan gedacht de ramen naar binnen te laten opendraaien, dunne gietijzeren ramen in dunne gietijzeren kozijnen. Enkel enkelglas en enkel op ’t noorden, als ’t buiten nog volop licht was werd ’t binnen al schemerig en somber. Gebarsten ruiten werden soms binnen ’n half jaar al vervangen. Beige deuren in ’n lange, zuurstofarme, nauwelijks verlichte korridor. Spouwloze muren van gezaagd, schraal bepleisterd natuursteen. Elk geluid erachter verradende wanden. Behang hadden we alleen in de huiskamer. Het zou in andere culturen als pakpapier zijn gezien. ’s Winters knaagden muizen aan de andere kant van ’t bladderig huiskamerplafond, kraken van vloerplanken erboven deed die beesten kennelijk niks. De meeste van onze meubelen kwamen uit de nalatenschap van m’n Nederlandse grootmoeder. Die m’n Nederlandse grootvader ’n jaar had overleefd en die tijd voornamelijk gebruikte om zich schoon te praten van de onkoosjere keuzes die ’r manžel tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte. Bijna iedereen in de wijk had dezelfde standaardmeubelen in huis, als onderpand voor geen woekeraar interessant. We hadden ’n hout- en bruinkoolbrandertje, ook ’n allesbehalve sierlijk ontwerp. Er was ondrinkbaar, nitraten en zware metalen bevattend water uit de regelmatig dienst weigerende kraan in de keuken/badkamer. Het moest tot de komst van onze eerste geiser,




halverwege de jaren-80, op ’t kacheltje worden opgewarmd voordat we ons ermee konden wassen. Ook koelkasten verschenen pas na de Grote Verandering. Eerder werd alles koud gehouden in teilen water. Ook de bierflessen in ’t dranklokaaltje van Špiláček. Overeenkomstig Het Rode Ideaal had iedereen in Tsjecho-Slowakije werk en dus inkomen. Toch is ook de relatieve luxe van ’n zoveelstehands Škoda’tje bij ons geen moment optie geweest. Kleding werd versleten in plaats van door mode verouderd. Tot kort na ’t vallen van de Berlijnse Muur in 1989 poetsten we onze tanden met ’n mengsel van kalk en zout. Over tandpasta hadden we, net als over bijvoorbeeld shampoo, Kleenex of zonnebrandcrème, alleen maar gelezen in undergroundkranten. Heb in ’t eerste decennium van m’n leven nooit iets als ’n sinaasappel, kiwi of banaan gezien. Fruit in die categorie was simpelweg niet te koop in de officiële, dagelijks te kort geopende uitdragerijen waar ons soort volk voor simpele boodschappen te lang in de Rij moest staan. Mensen die dankzij zwarte activiteiten over ’n wat ruimer budget beschikten konden dat daar niet eens uitgeven. ‘Nemáme…’ ― ‘Hebben we niet…’ was ’t standaardantwoord van onveranderlijk plichtmatig acterend winkelpersoneel op vragen die de status ‘standaard’ ook maar íets voorbijgingen. ‘Aspirine? Al maanden niet meer…’ ‘Cúkr? Volgende week misschien…’ We moesten ’t doen met grof brood, brokkelige kaas, reuzel, voor USSR-confiscatie afgekeurde aardappelen, penen en groenten. Met zuurkoolsoep, smakeloze karpers en meer vet dan vlees bevattende worsten. En met bier, dat werd gezien als goedkoop, door ’t hele gezin te drinken vloeibaar brood. Vet eten om de kater tegen te gaan, pivo om al dat vet door te spoelen. Het was ’t enige wat makkelijk verkrijgbaar was in die tijd. Blond, donker, bitter, wrang, zoet, allerlei tussensoorten. De lucht was vol van de zurige stank van ’t brouwen ervan, elk dranklokaal in Žižkov leek over ’n aangebouwd pivofabriekje te beschikken. Dat van Špiláček bevond zich in ’n berghok in de korridor. Omdat ’t relatief lage alcoholpercentage van bier minder ‘volkse idiotie’ zou losmaken dan grootschalig gebruik van destillaten heeft ’t communistisch regime onze nationale biercultuur nooit verboden. De bij-




zonderheid dat m’n kop jaren later uithangbord voor haarwater van Garnier werd kent waarschijnlijk z’n oorsprong in ’t feit dat ik, net als m’n moeder en zusje, m’n hoofdhuid regelmatig met blond pilsener uit de ketel van Špiláček inmasseerde. Die merkloze meuk moet onbedoeld haarwortelversterkende eigenschappen hebben gehad. De jeugd waartoe ik behoorde bediende zich naast ’t Praags, dat van de officiële landstaal verschilde, onderling van ‘Westerse taal’. Duits en uit illegale kranten opgepikt Amerikaans Engels. Russisch, binnen de schoolmuren ’n verplicht vak, werd erbuiten niet gesproken. In cyrillische tekens door dronken Russische militairen op ’n blinde gevel gekalkt slaaf gehoorzaam je Meester! kende ’n jarenlange prolongatie omdat sancties ook door structureel bezopen Russische militairen (altijd en overal kon ’n Uaz met die sadistische zwijnen opduiken) konden worden toegepast. Westerse spullen als spijkerbroeken, sportschoenen met logo’s, cassetterecorders, calculatortjes, hippe plastic zonnebrillen en kauwgum zag ik uitsluitend bij kinderen van vaders die iets bij de Communistische Partij deden. Die in minder slechte wijken woonden. Die goed water in plastic flessen konden kopen. En cola. Aarsvriendelijk toiletpapier hadden wíj nooit ervaren. Deodorant en niet van bierbrouwerijtjes afkomstig haarwater ook niet. Door m’n moeder de Rij in gestuurd voor ’n zak kolen hoorde ik voor ’t eerst vrouwen praten over maandverband voor eenmalig gebruik. Wie kon luisteren kon in de Rij horen wat door kranten niet werd geschreven, wat in bedehuizen niet werd gepreekt en wat op scholen niet werd gedoceerd. Het gerucht keerde dagelijks terug. En zwol. Opvallend genoeg ook onder mannen. Ik hoorde ’n kerel op gedempte toon zeggen dat ie overal in Žižkov aan waslijnen hangende witte en aardkleurige lappen als symbolen van op uitbarsten staande verdeeldheid zag. Met ’n vreemd soort schrik herkende ik de lading in die woorden, alsof de nieuwigheid ervan door m’n geheugen aan m’n opmerkingsvermogen werd geleverd in plaats van andersom. Ik wist meteen dat er iets in me was wakker gemaakt dat ik niet gemakkelijk weer in slaap zou kunnen krijgen.




Suggestief horlogekijkende regieassistenten bij de sluis naar de MüşterekHall. ‘Zitten jullie vrouwen thuis met de boerenkool te wachten of zo?’ vraagt Ugly. Eveneens Turkse dressers checken snel onze outfits, visagisten de glans op onze gezichten. Gestresst ogende floormanager, op de ingrijpend veranderde gelovenkaart blijkt ook voor hem Jezus niet de meest voor de hand liggende aan te roepen optie. We promoten deze week pephoudende chocoladerepen. Koud, die dingen. Een band met tromgeroffel wordt opgestart, deuren wijken, met aangeleerde smile en horizontale blik stappen we ’t officiële gedeelte van onze aanwezigheid hier binnen. Geraffineerd verlichte zaal, no-phones-aloudzone. Hard opzwellend applaus, honderden stemmen, door sidderende opwinding geproduceerd gegil. Hierin zou ik macroscoperend dus niet moeten terechtkomen. Ik weet dat er ’n paar actrices onder de aanwezigen zijn, aanjagers, in zekere zin vergelijkbaar met de vrouwen die zich vóór ’t reli-verbod lieten betalen om zich in ’t openbaar in burqa of xzonah te vertonen. Tien meter verder staat ’n altijd weer compact lijkende formatie hyped-ups ons achter violetkleurige koorden op te wachten. Vips voor één keer, alle mogelijke etniciteiten en geloven samen. Op verschillende manieren enthousiaste kinderen en vrouwen, kerels die elkaar in Müşterek-deskundigheid proberen te overtreffen. Gloed van verwachting. En allemaal zijn ze door detectiepoortjes geleid. Geen onprettig idee voor me, niet officieel beschuldigd, maar ondanks de aanspraak van Money Khan op de moord ook niet expliciet vrijgesproken, dat geen van hen ’n wapen bij zich kan dragen. SecurityTurken vormen ’n tijdelijke buffer, type free-fighters in strikte dresscode, nauwelijks zichtbare headsets. Ug en ik lopen langs ’n uit logo’s opgebouwde wand. Vooral niet te snel. Flitslicht uit cams en phones. Onder spotlights laten we ons, onze Bambaşka’s, Görgülü’s, Güvenilir-horloges en de wikkels van de unlimitine bevattende repen goed bekijken. Credits voor m’n nog volle




kop met haar zullen worden opgeëist door Garnier, de cosmetica-gigant die m’n image al veertien jaar gebruikt. Het bombardement van flitslicht neemt af. Naast Ugly sta ik er al gauw goed op natuurlijk. Hier vanmiddag voor ons geen alcohol, geen oortjes in, geen reli- of trashtalk, geen reacties op de vorige week gedeponeerde claim op de aanslag. In zo weinig mogelijk proberen af te wijken van wat ons in de ogen van de fans groot maakte, geen geloofwaardigheid verliezen. Wikkels worden propjes, belanden op ’t dienblad van ’n door ’n andere sponsor gedetacheerde serveerster. Een hostess reikt ons viltschrijvers aan. Zich openend kordon stewards. Met ’n handgebaar nodig ik de ongeduldigen uit naar me toe te komen. Geduw en getrek, ik zie er een struikelen, een van de aanjaagsters rent voor de vorm mee. Tegenwoordig ook autochtonen bij de eersten ― de impact van de economische crises blijkt de gemiddelde Nederlander andere eigenschappen te hebben bijgebracht. Notitieboekjes, fotokaarten met mezelf erop en allerlei Müşterek-merchandise worden me voorgehouden. Mechanisch begin ik krabbels te produceren. Mond vol chocolade, hoef ik tenminste niks terug te zeggen. Plasmaschermen aan de wanden. Highlights uit de kulüpgeschiedenis. Zoomshots. Vijf procent sneller weergegeven passeeracties van Müşterek-wingers, spectaculaire interventies van Müşterek-blockers, heroïsche luchtgevechten van Müşterek-flyers. Triplehits vooral. Kopgoals doen drie punten, op ’n andere manier gescoorde treffers één. De dreun met de benige harses die ons in 2007 promotie naar B-level bezorgde ’t vaakst. Beelden van de huldiging op ’t balkon van ’t stadhuis. Zie mezelf uiterlijk onbezopen de kampioensschaal heffen. Het succes leek van ‘die Turkenclub’ de trots van heel de regio te maken. Spaarnerburch Müşterek. Eensgezind Spaarnerburch. Spaarnerburch United. Handje schudden. Bal met Müşterek-logo signeren. Hand met ’n duimring schudden. Met ’n kind met te zware wenkbrauwen op de foto. Met z’n moeder. Müşterek-regenjack signeren, achterkant van ’n bierviltje, blaadje uit ’n agenda. Me laten aanraken, laten aaien eigenlijk. Turkse vrouwen, kinderen én mannen lijken geobsedeerd door aanraken. Kort




antwoorden zonder kortaf te lijken. Met ’n bleke jongen in ’n te vaak gewassen Mexx-sweater op de foto. Hand schudden. Onbekende die mij wél denkt te kennen. Hand van ’n duidelijk geëmotioneerde oudere man schudden. ‘Ik heb al die tijd in uw onschuld geloofd, captain Smrkovský.’ Slik de laatste chocoshit weg. ‘Bedankt.’ Denk niet dat ik daarmee buiten de instructies ga. In de me vanuit ’n enorm fotografisch portret aanstarende donkere ogen van onze vijf weken geleden vermoorde voorzitter Alaattin Yilmaz kan ik dan ook niets verwijtends ontdekken. Señor Yilmaz. Grootaandeelhouder van de kulüp en de kledingmerken Hızlı en Bambaşka. Als zoon van ’n Spaanse gastarbeidersweduwe en ’n Turkse gastarbeider wist ie zich verzekerd van sympathie van zowel Katholieke als Islamitische gemeenschappen in dit land. Nadat ie tijdens ’n tv-interview verklaarde dat de reli-beleving van zowel z’n Anatolische als Andalusische familie ’m ervan hadden overtuigd dat geloven ’n natuurlijke aandrang is, ’n psychisch residu uit tijden waarin voorlopers van de huidige mens ook donder en bliksem buiten de werkelijkheid plaatsten, had ie ook agnostisch en atheïstisch Nederland voor zich gewonnen. Die speciale status, z’n nederige roots, z’n als legaal te rubriceren zakensuccessen plus z’n onweerlegbaar charisma hadden ’m na de godsdienstoorlog ’n positie in ’t reli-neutrale kabinet kunnen opleveren. Z’n meervoudig geuite verklaring geen politieke ambities te hebben sterkt ’t vermoeden dat de opdrachtgever van de aanslag niet in die hoek moet worden gezocht. Dat ie z’n imperium kon opzetten met Money Khan-middelen is tot vorige week niet meer dan vuil gefluister geweest. Dat z’n doodsbestelling niet uit naam van Allah, Xzyrr, God of ’n ander opperwezen heeft plaatsgevonden wordt door gelovigen én nietgelovigen ’n ‘absolute zegen’ genoemd. Voorlopig laatste krabbeltjes. Stap even bij die gasten vandaan, naar de afgeschermde zone rond de bar. Direct breedgeschouderde security tussen hen en mij. Ug Ottema blijkt er al te zijn. Vette grijns. ‘Waar bleef je nou, man? Sta hier al zowat ’n kwartier!’ Ook voor mij ’n watertje met ijs. Merkje op ’t glas goed zichtbaar van me af. Letterlijke high-five met m’n andere hand, Mafoeta Isegawa. 2.11




meter lange Oegandees, van ’n club in Qatar gekomen flying-defender. Veel goud rond z’n aan de onderkant blanke vingers. Voor hem is de zachte Nederlandse winter meedogenloos hard. Een bestuurslid breekt ons beginnend gesprek. Turk met ’n Nederlandse voornaam. Bambaşka met ’n dubbele rij knopen, klassieke revers, betrouwbaarheid suggererend. Glas amberkleurig vocht in z’n hand, alsof we ook whiskyproducerende sponsors hebben. Mogelijk drinkt ie in ’t openbaar om er relineutraliteit mee te onderstrepen. Hij stelt me voor aan de kerel naast ’m. ‘Omar Köroğlu. Van Köroğlu Solutions. Reclamepaneel boven de warriorstunnel.’ Onderkinnen, sporen zwart in z’n grijze haar. Plichtmatig schud ik de veertiger de hand. Ook hij vindt ’t nodig me te melden dat ie onvoorwaardelijk in m’n onschuld is blijven geloven. En dat ie ’t ‘bijzonder dapper’ van me vindt dat ik gewoon m’n battles ben blijven spelen. De slijmerd is duidelijk niet aan z’n eerste borrel bezig. Misschien dat ie daarom slist dat ’t ’m ’n zeldzame eer is mij te mogen ontmoeten. Weet na al die jaren nog steeds niet wat ik op zoiets moet zeggen. Heb ook moeite met ’t verschijnsel dat volwassenen in ’n battleshirt met míjn naam erop lopen. Om maar te zwijgen van ’t feit dat de Nederlandse Kroonprins in ’t openbaar verklaarde ‘enorm fan’ van me te zijn. Thuiswedstrijden worden zelden door de om z’n snackzucht ‘Burger Prince’ genoemd wordende tijdelijke minister-president overgeslagen. Soms vindt ie ’t nodig om ons na afloop in de kleedkamer, in de doucheruimte zelfs, te komen complimenteren. M’n hand wordt eindelijk door Omar Superglue losgelaten. Ik onderdruk ’n gaap en stel ’m voor aan Ugly. Ben ík van die zeikerd af en Ug nog even niet. M’n protector en die bleke kerel lijken elkaar al te kennen. Ug draait zich zwijgend van ’m weg, onderdrukt met zichtbare moeite ’n norse trek. Het bestuurslid ziet ’t wrang glimlachend aan. Terug naar de kudde. Krabbeltje op ’n Müşterek-cap. Met ’n grote Surinaamse op de foto. Met ’n geblondeerde Turkse. Bzzz gonst. Doe ook nu alsof ’t me niet opvalt. Foto van mezelf signeren. Hand schudden. Aaiend handje over m’n haar tolereren. Grotere hand schudden, me tegelijkertijd in m’n rechterbovenarm laten knijpen ― ook zo’n apart Turks




gebruik. Slanke hand, roodkleurende, m’n naam stotterende autochtona, jaar of twintig, interessante boobs. Hand van ’r vriendje schudden. Oogcontact met ’n ploeggenoot, Nikolaj Tsjervonenko. Onder andere omstandigheden zou ik net als hij m’n lachen nauwelijks kunnen inhouden. ‘Mag ik alstublieft twee handtekeningen van u, captain Smrkovský?’ Glanzende kinderogen. Hij krijgt ze, met de periferische krul die ik vaak achterwege laat op de home- en away-shirtjes die z’n waarschijnlijke vader voor ’m heeft gekocht. Ik weet dat mainstreamers maandenlang sparen voor originele Müşterek-merchandise, tegen zware condities willen lenen zelfs. Met ’t toenemen van de armoede lijkt de kulüp steeds belangrijker voor ze te worden. Stap over ’n violetkleurig koord. Ook bij de incrowd rond de andere bar naar me uitgestoken handen. En opnieuw ’n rechterbovenarmknijper. Zwager van de betreurde voorzitter. Echtgenoot van Yilmaz’ oudere, volledig Spaanse halfzus. Prototypische Turk, donker, hoekig, besnord. Manager. Zoals veel hele en halve Turken uit Alaattin Yilmaz’ inner circle hier manager zijn. De man die me kwam zeggen dat ik niet bij de begrafenis en niet bij de vorige meet-and-greet aanwezig mocht zijn lijkt bezig met ’n persoonlijke missie. ‘Ja, zaterdagavond pakken we die gasten,’ antwoord ik. We hebben ’t over de Luxembourg Lions. Nummer 1 in de FairPlay-ranking, dus nummer laatst in de NRG League. ‘Nee, die club stelt niet veel meer voor.’ Sinds de hoofdsponsor ervan, ’n zwarterekeningenbank, onder druk van EuroGov moest afhaken. Onbekende coach, mindere warriors, vage dopedokter. 43 : 1, meldde IziBet ’n paar uur geleden. De kans op de bovenste plaats is groot. ‘Ja, ’t zal de kulüp ditmaal veel positieve publiciteit opleveren.’ Of ik even met ’m wil meelopen. ‘Daarheen.’ In ’n enkele oogopslag overzie ik de situatie. Aan Ugly’s veranderende houding zie ik dat ie scherp is. Dit is z’n kans. Shít! Opgewaardeerde lichtsterkte, geen suggestie. Net als de aanwezigheid van ’n aantal huis- en persfotografen. Ons naar ’t midden van de zaal geëscorteerd hebbende securityguys maken ruimte. Verschijning van Deniz Yilmaz. Halverwege de vijftig, nog haar genoeg voor ’n perfect kapsel, flinterdun ringbaardje, duurste Bambaşka van allemaal. Ku-




zin van Alaattin Yilmaz, zoon van ’n broer van diens vader. Gouden Patek Philippe, gouden manchetknopen, gouden zegelring, dito dasspeld, goudomrande bril. Zelfs z’n das lijkt uit zuiver goud gesneden. Ooit als partner verbonden aan ’n groot advocatenkantoor, inmiddels al vijf jaar sturend en procederend in uitsluitend ’t belang van de organisatie. Degene die me de nacht waarin de Baba’s Maybach werd opgeblazen binnen ’n uur weer vrij had. In Nederland geboren en opgeleide mooiprater die nooit ruimte voor tegenspraak laat. Hij spreekt beter Nederlands dan de meeste echte Nederlanders. Buitenlandse invloeden om die flauwe taal te kruiden, zelfs ingrediënten uit ’t Turks van z’n roots worden in ’t openbaar niet door ’m gebruikt. Al jaren vóór de godsdienstoorlog reli-neutraliteit acterende Moslim. Alaattins meest logische opvolger als machthebber binnen de kulüp en de Yilmaz Holding. Zonder oogcontact met me te maken komt ie op me af. Omhelzing waaraan ik maar mee heb te doen, in ’n tsunami van flitslicht kust ie me op beide wangen. Kunstmatig aangezet, direct overgenomen geschreeuw en applaus. Verklaren dat ie me niet van betrokkenheid bij de moord op Alaattin verdacht zou z’n positie hebben ondermijnd. Zíjn motief zou net zo onweerlegbaar zijn geweest als ’t mijne. Met ’t opeisen van de aanslag hebben de onbekenden achter Money Khan ons beiden in opiniërende zin ’n grote dienst bewezen. De powerdresser laat me los. Luider dan nodig klinkt z’n stem. Ja, ik heb z’n persoonlijk telefoonnummer voor ’t geval overijverige rechercheurs weer... Vreemd genoeg gebruikte zelfs híj ‘vervelend’ als aanduiding voor negatieve opwinding. Ik zie dat ie constateert dat genoeg ogen hebben gezien, genoeg camera’s hebben vastgelegd dat de relatie tussen de interim-voorzitter en de teamcapo als positief kan worden uitgelegd. Afsluitende klap op m’n schouder. Spel gespeeld, geloof gezaaid, weg Deniz Yilmaz. Ugly Ottema blijkt nog bij de bar te staan, maar niet meer alert op z’n voorvoeten. De hand op z’n schouder is opvallend genoeg van Omar Köroğlu. Zuchten bolt m’n protectors wangen. Het bezorgt ’m iets van de machteloosheid die ik in m’n jeugd zo vaak zag.




M’n vader deed iets vaags op ’t postkantoor. Wat ie daar verdiende maakte aanschaf van ’n ijshockeyuitrusting voor m’n broer en mij onmogelijk. IJshockey was de belangrijkste sport in Tsjecho-Slowakije. Grote voetballers als Josef Masopust en Antonín Panenka behaalden in eigen land nooit de status die niet eens de beste strijders op schaatsen wél genoten. M’n vader háátte Josef Masopust. Omdat die voor Dukla, de club van ’t leger had gespeeld. M’n vader haatte z’n meerderen bij de pošta. Omdat die lid van de Partij waren geweest. M’n vader haatte de Partij. Omdat die ons in ’n woonkazerne had weggestopt. Hij haatte de woonkazerne. Hij haatte de wijk die Žižkov was geworden. Stanislav Smrkovský. Vanaf m’n vroegste herinneringen grijs en kalend. Z’n ouders heb ik niet gekend. De familie van m’n grootmoeder zou, naast Slavisch, Jiddisch hebben gesproken. Over z’n enige zus, jaren vóór m’n geboorte gevallen voor ’n Russische militair, werd nooit gepraat. Hij háátte z’n zus. Omdat ie Russische militairen haatte. Hij had na de fade-out van de communistische bureaucratie z’n kansen niet gepakt. Omdat ie niet kon wennen aan ’t door ’t Westen gedicteerde nieuwe ritme. Hij háátte ’t nieuwe ritme. Dat ’t grootste bijproduct van de Grote Verandering werkloosheid was leek niemand te hebben voorzien. Geen volgens nieuwe normen gerund bedrijf dat op ’m zat te wachten. Een goed sociaal vangnet had ’t afschaffen van ons verkeerde socialisme wrang genoeg nog niet opgeleverd. Gezelschap van somberende alcoholisten in de kroeg van Špiláček maakten z’n situatie er niet beter op. Er zaten daar meer kerels die na hun ontslag naar binnen waren gekeerd. Die alles haatten wat buiten hun zelfbeeld viel. Na z’n dagelijkse dosis bier pakte ie regelmatig zelfgestookte slivovitsj of merkloze wodka van de zich gewoon prolongerende zwarte markt. Soms vergreep ie zich aan absint, met ’n alcoholpercentage van zeventig procent. Die tinnef had ’n zwaar agressief effect op ’m. Zagen wij. Wilde ie zelf maar niet inzien. M’n bratr en mij slaan en kleineren deed ie ‘in de vaste overtui-




ging dat we er hard en veerkrachtig van zouden worden’. Zei ie ooit, nog steeds gekleed als de postbeambte die ie óók al te lang niet meer was. Dik geworden neus. Wangen met netwerken van dieppaarse adertjes, permanent opgezwollen oogleden. Ik weet dat ie vaak ’s nachts alleen in bed lag, geluidloos vloekend, z’n waardeloosheid verwerkend. Alleen m’n hoekige kin heb ik van hem. M’n eigenlijk Nederlandse matka. Zuzka. Vaak ziek. Te vaak door kwaad beschonken Stanislav toegebeten dat ze zelf maar ’n baan moest zoeken. Of dat ze ’r landverradersbek moest dichthouden. Alsof ’t háár schuld was dat ze de dochter was van ’n met restanten van Hitlers Wehrmacht naar ’t Oosten gevluchte NSB’er. M’n broer en ik hadden er wel ’ns iets van opgevangen. Alles wat m’n latere grootouders nog bezaten in ’n kleine kartonnen koffer. Goederenwagon achter ’n stoomlocomotief waarin sloophout moest worden gestookt. Verwoeste steden. In alle opzichten verslagen Duitsers die niet op ’n stel Nederlanders zaten te wachten, laat stáán iets van medelijden konden opbrengen. Lopend verder richting Bohemen. Het IJzeren Gordijn sneed alle sporen richting hun verleden af. Oma Hoogendorp moet van huis uit Christen zijn geweest, in de koffer was plaatsgehouden voor ’n psalmenboekje, maar besef van ’r manžels activiteiten in ’40-’45 en ’r eigen ellende moet ’r vertrouwen in ’r God hebben kaltgestellt. Ze hebben hun enig kind drie voornamen gegeven: Suzanne Cornelia Catherina. En ’n jeugd met ’n stigma. Buitenlander. Ze was ’n lieve en zorgzame vrouw, Maminka, maar met tegenzin herinner ik me ook ’r dunne en blauwdooraderde polsen, ’r vaak slechte adem. Haar ogen waren meestal vochtig en bloeddoorlopen, ’r wangen bijna altijd vlammerig. Ik weet dat ze vaak ’s nachts alleen in ’t huiskamertje zat, geluidloos huilend, ’r pijn en verdriet verwerkend. Alleen m’n vele perkamentblonde haar heb ik van haar. Tomáš. M’n twee jaar oudere bratr. Die na ’t wegvallen van de door Moskou opgelegde verplichtingen niet meer naar de polytechnische škola, nog niet naar ’n baas op de vrije markten, helemaal níets wilde. Hij wilde uiteindelijk niet eens meer voetballen, wat ie minstens zo goed kon als ik. Aangeboren, alle grenzen van logica overschrijdende tech-




niek. Hoge handelingssnelheid, net als ik links- en rechtsbenig. Van ouwe Stanislav konden we ’t niet hebben, maar Maminka’s vader moet in zíjn tijd, afgebroken door de Tweede Wereldoorlog, ’n talentvol voetballer zijn geweest. We wonnen uiteindelijk alle twee-tegen-tweepartijtjes in onze buurt. Van leeftijdgenoten. Van oudere jongens. Van qua leeftijd moeilijk in te schatten Roma, niet zwervende zigeuners die aan de rand van onze wijk leefden. Sommigen van hen werden zó door ons spel gefrustreerd dat ze tackles, zelfs slidings tegen ons inzetten op ’n keienkoppenplein. En of ’t ons nou respect of narigheid opleverde: nooit heb ik m’n bratr dichterbij geweten. Maar omdat ie geen ijshockeyer kon worden werd ie liever helemaal niks. Hij vond dat wanneer ’n geboren voetballer geen voetballer wilde zijn hem in elk geval geen gemakzucht mocht worden aangerekend. We deelden ’n slaapkamertje van nauwelijks twee bij tweeënhalve meter met ’n stapelbed waarin hij altijd boven lag. Muren in dezelfde kleur als waarin loketten, deuren en lambriseringen in ’t postkantoor waren geschilderd: asgrijs. Net als m’n vader had ie regelmatig last van woedeaanvallen. Frictie van ontwikkelende identiteiten, groeiend ruimtegebrek en vooral de alcohol die we dagelijks kregen voorgezet moeten dat hebben versterkt. Stemverheffingen, gescheld, fysiek gedoe, te hard dichtgeslagen deuren. Ook Tomáš’ bijna zwarte haar zal van de Smrkovský-kant van onze familie zijn gekomen. Met zulke diepe inhammen boven z’n gezicht moet ook m’n vaders kalen zijn begonnen. Van ons gezin waren zij de enigen die hun haar niet regelmatig met bier spoelden. Elena. Net als ik perkamentblond in ’n ruime oplage. Soms droeg ze ’t in vlechten. M’n twee jaar jongere sestra die, als ’n kopie van m’n moeder, bijna niks kon. Maar zó veel wilde doen. Elena Migréna. Altijd kleiner dan ’r leeftijdgenootjes, bleek gezichtje, in tegenstelling tot m’n bratr en mij dik van ’t slechte eten. Moet de combinatie met medicijnen zijn geweest. Zelden anders dan ernstige oogopslag. Soms van pijn kapotgebeten lippen. Haar slaapkamertje was kleiner dan ’t onze. Nóg kleiner. Soort vaste kast. Wanneer ’s avonds ’r bed werd neergeklapt moest eerst ’r stoel op ’t overloopje zijn gezet. Ook wanneer die droog waren




hingen ’r kleren aan ’n waslijn onder ’t plafond. Zonder raam leken asgrijze muren er donkerder. Geen ijshockeyposters natuurlijk. Popsterren uit undergroundkranten. En er hing ’n foto van ’n net als zijzelf te zware blonde gozer in ’n met onderscheidingen bezaaid uniform. Eerst dacht ik dat ’t een of andere megalomane zoon van ’n Partij-kopstuk was. Het bleek ’n prins uit ’t Heilige Westen, de Nederlandse Kroonprins, geknipt uit ’n illegaal circulerend West-Duits royaltyblad. Ze schreef gedichtjes over ’m, ’n brief naar ’m die ze nooit verstuurde. Prinsesje Elena, luidde al snel ’r andere bijnaam. Meer dan eens beweerde ze dat ze Zijne Koninklijke Hoogheid in de Oude Stad had gezien. Waar tientallen miljoenen Xzemenisten geloofden in de aanstaande ontdekking van de door Xzyrr geblazen Heilige Ruimte mocht zij ’r eigen grote droom koesteren. Ze werd er door niemand van ons mee geplaagd. Zelfs niet door m’n negatieve, harde en botte vader.




MüşterekHall. Te signeren dingen, achtergrondmuziek uit plafondspeakers, naar me uitgestoken handen, spontane en door de regie toegevoegde uitingen van opwinding heb ik al lang op dezelfde frequentie geplaatst. Het verplichte uur is pas voor driekwart verstreken, maar ik moet maar ’ns gaan. Genoeg gapen onderdrukt. En weddenschappen om grote flappen zijn geen bijzaken. Vooral niet met die geldgeile Ug Ottema. Dikke, in ondiepe lussen doorhangende violetkleurige koorden vormen nauwelijks ’n vrije doorgang; aanrakers en aaiers lijken elke keer langere armen te hebben. Ik glimlach vriendelijk m’n verwensingen. Voor iemand op wie door fans, managers en security wordt gelet zo onopvallend mogelijk richting deur met Giriş yasaktır en Verboden toegang erop. Aannemelijk genoeg, er zijn niet-publieke toiletten daar en Dobrovský-dope drijft de eerste uren na toediening veel vocht af. En die deur voorbij. Versnel ’t onhoorbaar ritme van m’n voetstappen op de violetkleurige loper. Naar twee kanten openschuivend glas. Weet waar de bewakingscams hangen, zal niet met m’n gezicht op monitoren te zien zijn. Trek die irritante stropdas los. Violetkleurige kleding en violetkleurige gadgets in de etalages van de fanshops voorbij. Na afloop van de officiële meet-and-greet gaan de deuren ervan weer open. Zelfs lulligheden als Müşterek-badslippers en Müşterek-luiers blijken gewild. Langs ’n dominante NRG-stand. Hostesses in, niet toevallig, alle mogelijke mensenkleuren. Subwinger Mehmet Kavukçu heeft al drie van hen op z’n dikke Turkse dick gehad. Zegt ie. Selectieleden zonder uitzicht op veel speeltijd proberen zich wel vaker te profileren op die manier. Sinds de veranderde samenstelling ervan ’n sterk merk, dat sportdrankje. Nadat in de jaren-90 uitkwam dat ’t ’n chemisch equivalent van speed bevatte werd ’t direct verboden. In de jaren-00 ontwikkelde de supersap zich tot ’n ultiem undergroundfenomeen. Knap staaltje maffiaondernemerschap. Bij herintroductie in de bovenwereld werd de vergelij-




king gemaakt met Coca Cola, dat, zoals de naam nog suggereert, in z’n oerverschijning ingrediënten van cocabladeren in zich wist. Heb na de godsdienstclash gezien dat soldaten van de Europese Strijdkrachten via mobiele bevoorradingsunits flesjes NRG kregen uitgereikt. Alsof ze in ’n reclamespot figureerden. Het bezorgde me de gedachte dat alleen de pijnlijke verliezerstatus van alle betrokken gelovigen ’t commercieel beletteren van pantservoertuigen in de weg had gestaan. Stukje promenadering over. Kan niet anders. Als gebruikelijk neergestreken gieren van de media. Geen behoefte aan ’t spel dat ik met die beroepsgroep moet spelen. Met veel minder dan in de dagen na de aanslag op Alaattin Yilmaz, toen zelfs CNN en Al Jazeera hier waren, met aanmerkelijk minder dan in de dagen na de claim erop, maar nog altijd met genoeg om me ongemakkelijk bij te voelen. Een tv-ploeg gaat me achteruit vooruit, vertraagt nadrukkelijk m’n tempo. Met grauwheid geladen licht aan de andere kant van de glazen gevel biedt me zicht op uitgerolde kabels die naar mobiele productiestudio’s en opgestelde schotels leiden. Beletterde vans van de NOS, Impact TV, Channel Sansasyon, NL Enquiry TV en ook Svědek TV uit m’n vaderland. Druk telefonerende medewerkers, die van Net 999 en Impact TV geüniformeerd. Soldaten in ’n nooit eindigende mediaoorlog. Elke dag moet hier nieuws worden gescoord, nieuws worden uitgelokt als ’t niet anders kan. Oplages en kijkdichtheid bepalen de prijs voor reclameruimte, ook in deze tijd van sterk gekrompen koopkracht. Sommige conventionele kranten schrijven dagelijks ’n hele pagina over ons Müştereks. Er zijn tientallen officieuze Müşterek-sites. Transfergossip, met verlegde accenten tot subscoops opgewaardeerde achtergrondverhalen. Elke warrior wordt over alle mogelijke onderwerpen naar z’n mening gevraagd. Grondige mediatraining zorgt ervoor dat zelfs ’t jongste selectielid altijd ’n serie standaardantwoorden paraat heeft. Op aan de moord op Yilmaz gerelateerde issues mogen we ook bij dit soort confrontaties niet reageren. Ook over ’t reli-verbod, over de proefperiode van tien jaar ervan, over politiek in ’t algemeen is ons ’n spreekverbod opgelegd. In slappe tijden is ’n reactie van de ene warrior op ’n niet-gedane uitspraak van de ander




al snel ’n item. Dat beide ploeggenoten daarna soms wekenlang niet meer door dezelfde deur kunnen is óók speculatief toepasbaar. Het feit dat Pritti Nováková me dumpte voor niemand minder dan Alaattin Yilmaz was nieuws waarop media jarenlang leken te hebben gewacht. Genadeloos op m’n ziel inhakkende koppen boven sites en papieren pagina’s. Foto’s van hen samen. Foto’s van mij alleen. Alles waarop ze me konden betrappen werd door de pulppers in breed perspectief geplaatst. Wist al dat ik als beroemdheid alert moest zijn, maar sinds die tijd heeft angst dat ook m’n acties buiten de lijnen van ’t battlefield kunnen worden gepubliceerd m’n leven er niet relaxter op gemaakt. Door handen en hengels gedragen microfoons voor m’n gezicht. ‘Met opeising van de verantwoordelijkheid voor de moord zal ’n zware last van je zijn gevallen,’ probeert er een. Hef afwerend ’n hand. ‘Niks te vertellen.’ Een formeel geklede žena van ochtendblad Spaarnerburch Aktüel spreekt me volgens mij cryptisch aan: ‘Wordt er bij terreinwinst ook aan de verliezers gedacht?’ De blanke reporter/observator doet Politiek, Reli, Opinie ― items waarmee in dagen van nieuwsschaarste redactioneel onderbouwde headlines kunnen worden gelanceerd. Ze heeft misschien nooit voet op de vloer van de sportredactie van die krant gezet, weet mogelijk niet eens hoe belangrijk de battle van zaterdagavond voor ons is. Jaren geleden, toen ’n kruisigingsact als onderdeel van ’n Madonnatour nogal wat impact op de Christelijke hardcore teweegbracht, heeft ze naam gemaakt met ’n artikel waarin ze de hypothetische basis van welk geloof dan ook belichtte. Ik herkende er quotes van de atheïstische filosoof Ludwig Feuerbach in. Ze heeft me laatst ’n kaartje met ’r 06-nummer en e-adres gegeven. ‘Misschien dat ik iets voor je kan betekenen als de demonstratieve back-up die je van de Yilmaz-clan geniet zal omslaan’, zei ze erbij. Haar ’n paar weken voor de voorzitters dood gepubliceerd artikel dat Yilmaz regelmatig goodlookers van ’t mannelijk geslacht als Monica Lewinsky’s in z’n eigen Witte Huis ontbood zou zijn bedoeld om m’n beschadigd ego uit te deuken. En dat ze daarmee ‘enorm ’r nek voor mee heeft uitgestoken’. Het omdraaien van de breed




levende suggestie dat de breuk tussen Pritti en mij ’n gevolg van de Spritz was kwam dus van haar. Met Dobrovský-booster zou ’t voor de Baba, zelfs voor z’n wrakkige maat Michael Jackson mogelijk zijn geweest net zo potent te worden als de geilste Müşterek-warrior. Dat de organisatie ’r geen toegangsverbod heeft opgelegd zegt alles over de macht en status die ze heeft. Ik produceer m’n vriendelijkste smile. Heeft ze verdiend. Maar ze moet niet nóg dieper gaan graven. Beetje laat, niet helemaal gelukt lachje terug. Gebaar met ’r duim bij ’r oor en ’r pink bij ’r mond, inmiddels standaard wanneer zij en ik afscheid nemen. Jammer van ’t spleetje tussen ’r voortanden. Al zullen krampachtig mannelijke types als Mehmet Kavukçu zich via krampachtig mannelijke types als zij niet wensen te profileren. Ik zet voorzichtig genoeg die achteruitlopende cameraman opzij. Kom nauwelijks sneller vooruit. Met ’n handgebaar geef ik aan dat ik geen microfoons meer bij m’n gezicht wil. Creeps van de tabloids zijn van mening dat ze zich objectief genoeg naar me hebben opgesteld in de weken vóór de claim op de moord. Zeggen ze opnieuw. Kan worden gerubriceerd onder Voor wat hoort wat, de klassieke symbiose tussen roofen prooimensen. Stelletje ratten. Ze zijn in staat servers van ’t Vaticaan met kinderporno te uploaden, dat zogenaamd te hacken en te onderhandelen over niet-publicatie van die vondst. Of die glashard wél te publiceren. In m’n derde seizoen hier zijn ze achter ’t NSB-verleden van m’n Nederlandse grootouders gekomen, drukten ze m’n familienaam met SS in plaats van S. De ook voor hemzelf shockerende onthulling dat onze leftwinger Boldizsár Rákosi’s vrouw ooit als callgirl werkte brachten ze zonder terughoudendheid. Burger Prince die, getrouwd, tijdens de Olympische Spelen van 2004 iets met ’n blonde zwemkampioene zou hebben gehad. Economische Zaken-minister Çelik die als puber aan papaveroogsten op ’t Turkse platteland deelnam. Groen Rechts-leider Gerard Tammers’ buitenechtelijk liefdesleven. Alaattin Yilmaz’ bijzondere vriendschap met de King of Pop. Alaattin Yilmaz’ veronderstelde relatie met Wit-Mongoolse maffia. De krachtig aangewakkerde optie dat z’n




productie- en distributiemaatschappijen werden opgezet met uit die hoek geleend geld. En maar blijven proberen ‘off-the-record-gesprekjes’ tot stand te brengen. Of me m’n groeiende irritatie te laten uitspreken. Alles wat ik zeg zal worden gepubliceerd. Fuck off! Geluidloos natuurlijk, ook m’n mimiek biedt geen enkele kans tot achteraf indubben van dergelijke tekst. Ik weet dat die bloedzuigers info over Pritti en mij van m’n teammaten en van m’n buren in Roodendael Estate hebben geprobeerd te kopen. Pitbulls van NL Enquiry TV hebben vroegere medebewoners van de woonkazerne in Žižkov over haar en mij aan de praat gekregen. Herinneringen aan verjaardagsfeesten waar zij en ik samen zouden zijn verschenen, aan in ’t openbaar uitgevochten ruzies tussen ons. Volledig verzonnen ― Pritti Nováková dééd niet eens aan verjaardagen. De grootste alco van ’t blok beweerde zelfs dat ze nadat m’n ouderlijk huis was geëxplodeerd tot de omstanders had behoord. ‘Niks te vertellen,’ herhaal ik. Ook niet aan journalisten van de echte sportmedia. Ook niet aan de kontlikker die me feliciteert met ’t kennelijk door ’m waargenomen herstel van m’n hamstrings. ‘Görüşmek üzere’ voor de Turken onder hen. ‘Na shledanou’ voor m’n hierheen afgereisde landgenoten. ‘Tot ziens’ voor de anderen. Wat de me in ’t openbaar bijna dodelijk vernederd hebbende verse weduwe me de nacht na de aanslag, op de stoep bij ’t politiebureau in de stad, zei weten ze duidelijk niet. Dat ik mezelf met m’n reactie erop verbijsterde dus ook niet. Kon op dat heel intens door me beleefde moment opeens begrijpen dat zelfs mensen die ’n kind hadden verloren trouw bleven aan hun religie. Ik laat de promenadering achter me. Pers en publiek speculeren al vijf weken lang of Alaattin Yilmaz feitelijk wel een van de inzittenden van de geëxplodeerde Maybach was. Voor mij persoonlijk torent er ’n andere vraag bovenuit. The Game continues. Wat bedoelde de goddelijke duivelin er precies mee?




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.