InterConnect Link naar de toekomst
FOS&S: Vlaamse KMO op de wereldkaart Draadloos: alles op een rijtje Chip spoort tumorcellen op
n째26 | viermaan delijk s | m a a r t 2 0 0 8
Voorwoord Biomimetica of de-natuur-nabootsen is tegenwoordig ”hot” bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Sinds kort ben ik zelf de trotse eigenaar van een mooi staaltje natuur-nabootsen. Met de ‘lichtwekker’ van Philips word ik elke ochtend met de glimlach wakker. Het geheim van deze wekker is een gesimuleerde zonsopgang vanaf een half uur voor de wektijd. Het licht stuurt via de oogzenuw een signaal naar onze biologische klok om aan te geven dat het ochtend is. Zo word je op een natuurlijke manier wakker. En de consument heeft het begrepen, zo blijkt uit de verkoopcijfers. Containers bestemd voor het buitenland moesten worden teruggeroepen om aan de vraag in Nederland en België te voldoen. Er zit nog veel innovatiepotentieel in de natuur. Het grote voordeel is dat de natuur al miljoenen jaren bezig is met het uittesten en selecteren van de beste ‘technologie’ voor een specifiek probleem. Bepaalde oplossingen duiken zelfs onafhankelijk van elkaar op in verschillende diersoorten. Diatomeeën, eencellige microalgen met prachtig gestructureerde kiezelskeletten, worden bijvoorbeeld als inspiratiebron gebruikt om uiterst lichte autovelgen te maken. Energie uit de (opkomende) zon. Bij mij werkt het, bij mijn gsm spijtig genoeg nog niet. Wat zijn we met al die draadloze toepassingen als ze ‘s avonds toch steeds weer ‘aan de draad’ moeten hangen om op te laden? Maar ook voor deze persoonlijke bron van ergernis – de batterij van mijn gsm is steeds leeg als ik hem nodig heb – komt de industrie binnenkort met een oplossing. Texas Instruments belooft in 2008 de eerste zonnecel-gsm op de markt te brengen. En de creativiteit van de onderzoekswereld beperkt zich niet tot zonne-energie. Waarom niet het menselijk lichaam gebruiken als energiebron? Studenten van de TU Delft wonnen de Intel-innovatieprijs voor hun laptop die kan aangedreven worden door schommelbewegingen van het onderbeen. Een Duitse studente won dan weer een andere wedstrijd met de ontwikkeling van een insulinepomp die gedragen wordt als een horloge en zijn energie haalt uit armbewegingen.
Els Parton
Ook op IMEC zijn we actief in dit soort ‘harvesting’ technologie. Kenners hier geloven dat het niet lang meer zal duren vooraleer dergelijke technologieën gaan doorbreken op de markt. Voor sommige toepassingen zou het een ware revolutie kunnen betekenen. Moesten de marsmannetjes (jawel, ze bestaan – kijk op www.destandaard.be, ‘marsmannetje blijkt vrouwtje’) hun buitenaardse blik op de aarde laten neerdalen, zouden ze zeker goedkeurend knikken bij het zien van onze ‘harvesting’ technologie en misschien zelfs de technologie nabootsen, onder de noemer ‘homomimetica’. Els Parton, Hoofdredacteur InterConnect
2 In t erC o nne c t
03-2008
diatomeeën
Inhoud Bedrijf met visie
Marelec: Creatief met vis
....................................................
FOS&S: Vlaamse KMO op de wereldkaart
.................................................
Umicore: Bedrijf in transformatie
................................................
4
10
22
Bioproducten Chip spoort tumorcellen op
Biomimetica: Allemaal vliegjes
.................................................
...............................................
18
26
Een stand van zaken
Holst Centre: Nog zo jong en al zoveel bereikt Draadloze technologieĂŤn: Heb je ze allemaal op een rijtje?
....................................................
..................................................
8
14
Colofon Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieĂŤn, opnamen of enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Prof. Gilbert Declerck, Algemeen directeur IMEC | Disclaimer: www.imec.be/disclaimer | Redactie: Els Parton en Mieke Van Bavel Concept en vormgeving: Kunstmaan.be | Voor meer informatie: Katrien Marent, Corporate Communications, 016/28 18 80, Katrien.Marent@imec.be
Voor gratis abonnement: registreer op www.imec.be
3 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Creatief
4 In t erC o nne c t
03-2008
Bedrijf met visie
Marelec is een groeiend bedrijf actief in de visserijsector. Ze vonden het ‘gat in de (scheeps)markt’. Wat is het geheim van hun succes? De zes ‘Do’s’ van Piet Rommelaere, Directeur van Marelec.
met vis H
et verhaal van Marelec begint 25 jaar geleden wanneer Piet Rommelaere afstudeert als industrieel ingenieur elektronica. Piet Rommelaere: “Mijn vader werkte destijds voor Brusselle, een fabrikant van visserijlieren (nvdr.: trommels waar de vislijnen van een schip op gerold zitten). Toen ik op zoek was naar een thesis-idee, stelde hij voor om een systeem te ontwikkelen dat krachten in de vislijnen meet.” De vislijnen verbinden het visnet met de vissersboot. Door de krachten te meten in de vislijnen merk je bv. wanneer het visnet vastzit aan een scheepswrak. Het prototype dat Piet Rommelaere na zijn thesis maakte, bleek een schot in de roos: de bestellingen van Franse rederijen kwamen al snel binnen. Op 23-jarige leeftijd richtte Piet samen met zijn vader het bedrijf Marelec op. 1. Pas je product creatief aan voor een nieuwe doelgroep Piet Rommelaere: “Ons systeem bestaat uit een meetblok op het dek van het schip en een computer met extra software die op de brug van het schip visueel de krachtmetingen weer-
geeft. Het meetblok bevat naast sensoren ook actuatoren die de vislijnen meer aantrekken of loslaten waar nodig.” Franse vissersboten gebruiken visnetten die gemakkelijk dichtklappen bij stromingen of wanneer het schip een scherpe bocht maakt. Door de krachten op de vislijnen te meten en bij te sturen, slaagt Marelec’s systeem erin ook in deze omstandigheden een maximale visnetopening te realiseren, en dus een hogere visvangst voor de Franse vissers. In België gebruikt men een ander soort visnetten waarbij de opening van de netten gegarandeerd wordt door het gebruik van een metalen frame (de ‘kor’). Het visnetcontrolesysteem leek geen enkel nut te hebben. Maar dat was buiten Piet Rommelaere gerekend die door het creatief oplossen van dit probleem, zijn nr.1-product maakte. “Belgische en Nederlandse vissersboten hebben hun netten langs weerszijden van het schip. Als een visnet vast komt te zitten aan bv. een scheepswrak is de kans groot dat het schip kantelt. Als antwoord op dit probleem pasten we ons visnetcontrolesysteem aan. Het werd een soort
Piet Rommelaere ABS voor schepen. Als het sensorsysteem een overbelasting van de vislijnen opmeet, schiet de vislijn los. Sinds 1990 werden bijna alle nieuwe vissersboten in België en Nederland uitgerust met ons Protec-systeem.” 2. Vind het gat in de markt De creativiteit van Piet Rommelaere kende geen grenzen. Op basis van zijn expertise met krachtmetingen ontwikkelde hij een weegschaal voor op zee. Piet Rommelaere: “Een gewone weegschaal kan je op zee niet gebruiken door de deining en de veranderende krachten die dit veroorzaakt op de weegschaal. Wij ontwikkelden een weegschaal die deze krachten compenseert en dus correct kan meten op zee. De manier waarop we dit doen, is in een patent opgenomen.” Dankzij deze slimme weegschaal kan de vis aan boord gewogen worden en op gewicht gesorteerd. Via satellietcommunicatie wordt alle info verstuurd naar land en kunnen kooplustigen de vis al op voorhand kopen. Zodra het schip aan land komt, worden de voorgesorteerde bakken in vrachtwagens geladen en rechtstreeks naar de viswinkels gebracht. Dit
5 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Bedrijf met visie
Marelec en IMEC werkten samen op het vlak van CMOS-beeldsensoren en draadloze sensornetwerken.
betekent minstens een dag tijdswinst tussen vis lossen en verkopen. Naar de toekomst toe zal het geïntegreerde weeg- en sorteersysteem ook meer en meer gebruikt worden in verband met quotabeheer. De weegschaal en software kunnen immers perfect bijhouden hoeveel kg vis reeds gevangen is. 3. Gebruik Europese projecten om interessante partners te vinden Recent nam Marelec deel aan een Europees project voor de ontwikkeling van een elektronische maaswijdtemeter voor het meten van de mazen in visnetten. Piet Rommelaere: “De grootte van de mazen ligt volgens een Europese wet vast. Er zijn in dit verband al veel rechtszaken geweest waarbij het correct meten door de controleurs in vraag werd gesteld. Er is dus zeker nood aan een objectief meetsysteem. Naast de technologische uitdaging was het in contact komen met nieuwe partners – zowel bedrijven als onderzoeksinstellingen – ook zeer belangrijk voor ons. De administratieve ‘rompslomp’ schrikte ons niet af omdat dit volledig werd opgenomen door de projectcoördinator (het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, ILVO).” Als resultaat van dit project brengt Marelec samen met een Nederlandse projectpartner binnenkort de eerste elektronische maaswijdtemeter op de markt. 4. Gebruik thesissen om de juiste mensen te vinden Piet Rommelaere: “We zijn vandaag met 28 werknemers, waarvan de helft ingenieurs. Het aantrekken van de juiste mensen was niet altijd eenvoudig. De visserijsector is nu eenmaal niet de droom van elke ingenieur. Via thesisprojecten proberen we te zorgen voor een goede instroom. Dit jaar hebben we vijf
6 In t erC o nne c t
03-2008
thesisstudenten. De interesse is heel groot de laatste jaren.” 5. Blijf op de hoogte van nieuwe technologieën De eerste vissorteermachines van Marelec sorteerden op basis van gewicht, geïnspireerd door de slimme weegschaal voor op zee. Piet Rommelaere zag als snel de mogelijkheden van 3D-camera’s om op heel andere parameters de vis te kunnen sorteren. Piet Rommelaere: “Ongeveer 10 jaar geleden begonnen we zelf wat te experimenteren met het gebruik van camera’s in onze sorteermachines. Toevallig werd ik op dat moment ook uitgenodigd op een IMEC Vlaamse Bedrijvendag waar een demo werd getoond van CMOSbeeldsensoren. CMOS-camera’s bleken veel voordelen te hebben ten opzichte van de CCD-camera’s die wij aan het bekijken waren, onder andere een lagere kostprijs.” Marelec en IMEC beslisten samen een innovatiestudie te doen en ontwikkelden een prototype van een CMOS-camera. Piet Rommelaere: “Een van de eerste toepassingen waarvoor we de camera gebruikten, was een sorteersysteem om lege van volle oesters te onderscheiden. Op basis van gewicht is dit onmogelijk, maar op basis van vorm kan je een onderscheid maken.” Meer recent werkten Marelec en IMEC opnieuw samen, dit keer om de mogelijkheden van draadloze sensornetwerken op schepen te onderzoeken. Er werd een innovatiestudie uitgevoerd en een prototype gemaakt. Piet Rommelaere: “Ons meetblok voor het meten van krachten in vislijnen is via kabels verbonden met de brug van het schip. Het gebruik van draadloze sensoren zou het prijskaartje sterk naar beneden halen waardoor ons systeem
ook voor kleinere schepen haalbaar is.” De studie en veldtesten wezen uit dat radiofrequenties zeker kunnen gebruikt worden voor de communicatie tussen de sensoren en de computer in de brug. Zonnecellen worden gebruikt voor de stroomvoorziening. Dit jaar nog zal Marelec zijn meetblok uitbreiden met draadloze technologie. In de toekomst wordt ook gedacht aan draadloze sensoren die de buiging van de romp meten. Overbelasting van de romp veroorzaakte in het verleden meermaals ongelukken. Naast IMEC werkte Marelec ook al samen met de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende (KHBO) en ILVO. 6. Verover nieuwe markten Na de zee veroverd te hebben, breidde Marelec zijn werkterrein uit. Piet Rommelaere: “We beslisten om ook sorteermachines voor op land te ontwikkelen. Terwijl onze systemen voor op zee uniek zijn, kwamen we nu in het vaarwater van grote bedrijven. We pasten ons bedrijfsmodel aan en richtten ons op nichemarkten. Er werden sorteermachines-op-maat gemaakt volgens de specifieke wensen van de klant.” Voor een klant in Noorwegen ontwikkelde Marelec een sorteermachine die kabeljauw en koolvis van elkaar kan onderscheiden, voor een Vietnamese klant wordt gesorteerd op basis van de witheid van de visfilet. Piet Rommelaere: “De IP van elke machine blijft ons eigendom. Zo kunnen we dezelfde specifieke sorteermachine aan meerdere klanten verkopen.” Na de sprong van zee naar land, maakt Marelec sinds kort ook de overstap van vis naar vlees met zijn sorteermachines voor kippenvlees. Geen enkele markt lijkt veilig voor de ondernemerszin van Piet Rommelaere. p
Nieuwtjes
Zonnecel als raam
Geen geld bij? Trakteer met je gsm Betalen met je gsm kan al in sommige winkels en bij parkeerautomaten. Het Nederlandse TNO gaat nog een stap verder: gsm-betalingen tussen consumenten. Want wat is er erger dan tijdens een avondje stappen geen contant geld bij te hebben als het jouw beurt is om te trakteren? Het systeem werkt via Near Field Communication (NFC). Een speciale chip in de gsm bevat de bankgegevens van de eigenaar. Door de gsm’s dicht bij elkaar te houden, kan er geld worden overgeschreven tussen de bankrekeningen.
Plastiek zonnecellen beloven de wereld te veranderen omdat ze goedkoper zullen zijn dan huidige siliciumzonnecellen, plooibaar …. en misschien zelfs doorzichtig. Normaal wordt onderaan de zonnecel een spiegelende laag gebruikt zodat de lichtabsorptie in de zonnecel groter is. Nu heeft men een semi-doorzichtig materiaal gevonden dat in staat is het licht vast te houden. Zo is de lichtabsorptie toch nog OK en krijg je een semidoorzichtige zonnecel die je als raam kan gebruiken. Meer info: www.rug.nl, zoekterm ‘doorzichtige zonnecellen’
Schat, we staan in het rood! We doen vandaag allemaal ons best om minder energie te verbruiken. Om ons extra te motiveren ontwikkelde het Engelse bedrijf DIY KYOTO de Wattson. Dit designtoestel geeft via blauw en rood sfeerlicht aan hoe groot het energieverbruik in huis op een bepaald moment is. Het enige wat je hoeft te doen, is de sensor aanbrengen op de draad tussen de verdeelkast en de elektriciteitsmeter en via een zender wordt deze info draadloos doorgestuurd naar de Wattson. De Wattson werd door de Guardian uitgekozen tot een van de top-10 ‘groene’ gadgets van 2007. Meer info: www.diykyoto.com
7 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Een stand van zaken
Nog zo jong en al zoveel bereikt Holst Centre vierde zijn tweede verjaardag in stijl: met de opening van hun nieuwe thuisbasis, met hoogstaand bezoek en met vele tot de verbeelding sprekende demo’s.
R
ecent trokken de Holst Centreonderzoekers in hun nieuw gebouw op de High Tech Campus in Eindhoven, het terrein van het voormalige 'natlab' (het Philips Natuurkundig Laboratorium). Ze maakten van de gelegenheid gebruik om hun tweede verjaardag te vieren in aanwezigheid van meer dan 300 gasten, onder andere ook de Vlaamse en Nederlandse ministers van Economische Zaken Patricia Ceysens en Maria van der Hoeven. Verschillende demo’s toonden de stand van zaken van het Holst Centre-onderzoek en een blik op de toekomst.
Holst Centre is het Nederlands-Vlaams initiatief van TNO en IMEC, opgericht in 2005. Het onderzoek concentreert zich op intelligente, draadloze sensorsystemen en op systemen-op-folie. Holst Centre telt vandaag meer dan 100 medewerkers en een tiental partners waaronder zowel grote, middelgrote en kleine bedrijven als academische instellingen. Meer info: www.holstcentre.com
8 In t erC o nne c t
03-2008
Slimme pillenverpakking Wereldwijd sterven er ieder jaar 150.000 mensen doordat ze vergeten hun medicijnen te nemen. Als antwoord op dit probleem ontwikkelt Holst Centre technologieën voor een ‘slimme’ pillenverpakking: organische circuits, batterijen enz. geïntegreerd in één folie. Dergelijke pillenverpakking zal op het juiste tijdstip aangeven (bv. met een lichtje) welk pilletje moet ingenomen worden. Het kan de informatie ook doorsturen naar de gsm van de patiënt en opslaan voor de dokter.
Ter ere van de tweede verjaardag van Holst Centre werd het boekje ‘Roads into the future’ uitgegeven met verschillende toekomstscenario’s prachtig in beeld gebracht. InterConnect geeft vijf exemplaren weg via www.imec.be
vandaag morgen
Licht ‘kleven’ waar je maar wil De meeste mensen kennen LED’s of lichtgevende diodes van het standby-knopje van televisietoestellen. Recent worden ze ook gebruikt voor verkeerslichten en autolampen met als grote voordeel hun laag energieverbruik. Holst Centre ontwikkelde een folie met de organische tegenhanger van deze LED’s, de OLED’s. Als de folie van stroom voorzien wordt, geven de OLED’s licht. De toekomstvisie is om de folie tegen het plafond te plakken en zo oude TL-buizen of andere lichtbronnen te vervangen. Misschien kunnen we binnen tien jaar wel een rol OLEDfolie kopen in de doe-hetzelf-winkel. Voor het zover is, zullen flexibele OLED’s al opduiken in bewegwijzering of andere lichtgevende signalisatie.
vandaag morgen
Sensoren met het hoofd als energiebron Holst Centre ontwikkelde samen met IMEC meerdere prototypes van kleine draadloze sensorsystemen die hartslag (ECG), hersengolven (EEG) of spieractiviteit (EMG) kunnen opmeten. Recent werden twee systemen ontwikkeld die bovendien het lichaam gebruiken als energiebron: een hoofdband met EEG-elektroden die de warmte van het voorhoofd gebruiken en een polsband met oxymeter (meet zuurstof in het bloed) die werkt op basis van de warmte van de pols. In de toekomst denkt men onder andere aan EEG-elektroden die onzichtbaar geïntegreerd worden in een pet en die de gebruiker verwittigen voor een nakende epilepsieaanval.
9 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Bedrijf met visie
FOS&S:
Vlaamse KMO op de wereldkaart
De optische vezelsensoren die FOS&S produceert, waken wereldwijd over de veiligheid van de meest indrukwekkende structuren uit de luchtvaart, petrochemie, bouwkunde, gasindustrie… Nieuwe toepassingen rijzen als paddenstoelen uit de grond. Marc Voet, President en CEO van FOS&S, brengt hun succesverhaal.
10 In t erC o nne c t
03-2008
Wortels in het verleden Het Kempense FOS&S is gespecialiseerd in de ontwikkeling en commercialisering van optische vezelsensoren die toelaten om parameters zoals temperatuur, vervorming, vochtigheid, druk enz. heel nauwkeurig te meten. Het is een jonge KMO die desondanks al wereldwijd opdrachten heeft lopen. Aan de wieg en aan het hoofd ervan staat Marc Voet. Wanneer we hem interviewen, is hij pas terug van een succesvolle zakenreis in China.
economisch samenwerkingsverband tussen het Molse SCK, de Vrije Universiteit Brussel, een Duits bedrijf en ik zelf. ID FOS Research heb ik in 1991 opgestart in mijn garage, waar ik om de vier weken een dag kwam werken. In het kader van een Europees project ontwikkelden we er een optisch vezelnetwerk voor sensortoepassingen. Tegelijkertijd was ik mededirecteur van een Duits bedrijf, dat conventionele elektrische meetapparatuur maakte voor gebouwen, mijnen, tunnels, metro’s, stuwdammen enz. Hier heb ik zowat alle standaard sensingtechnieken leren kennen. ID FOS Research heb ik hoofdzakelijk vanuit Duitsland gerund. De optische vezelsensoren installeerden we in het ondergronds laboratorium van Mol waar later nucleair afval zou worden opgeslagen. De Duitse regering heeft ons in dit project gesteund, tien jaar lang. Later zouden we dan alle mogelijke mijnen (lees: toekomstige opslagplaatsen van nucleair
“ Wij kunnen een totaalpakket aanbieden. Zo zijn er wereldwijd maar 2 of 3 bedrijven. “
Het is al gauw duidelijk dat we te doen hebben met een erg dynamische medemens, een indruk die wordt bevestigd wanneer we hem op zijn step door zijn gebouw in het Kempense Geel zien zoeven. Om toch maar geen seconde tijd te verliezen… Hoe het zo ver is gekomen? Marc Voet: “FOS&S is opgericht in 2001, maar komt niet uit het niets: zijn roots liggen in ID FOS Research, een Europees
afval) in Duitsland voorzien van optische vezelsensoren om temperatuursverhogingen, vervormingen, verplaatsingen of waterlekken in de ondergrondse formaties op te sporen.” Maar toen het onderzoek evolueerde naar productontwikkeling en installatie, moest er een bvba of nv worden opgericht. FOS&S in Geel, vandaag een zeventienkoppige KMO, zag het levenslicht. Het licht gezien Wie optische vezel hoort, denkt aan telecommunicatie. Maar in FOS&S vormen ze diezelfde optische vezel om tot een sensor waarmee temperatuur, druk, verplaatsing, rek, vochtigheid enz. kan worden gemeten. Marc Voet: “Het principe steunt op een fysische wet die we nog kennen als de Bragg-voorwaarde. Eenvoudig uitgelegd wordt de kern van een optische vezel blootgesteld aan een periodiek patroon van intens ultraviolet licht. Hierdoor ontstaat een optische component (de fiber Bragg grating) die alleen licht van een welbepaalde golflengte – de Bragggolflengte – terugkaatst en de rest doorlaat. Deze Bragg-golflengte is afhankelijk van de
temperatuur en/of de vervorming waaraan de optische vezel onderhevig is.” De vezel wordt een sensor waarmee men temperatuur, vervorming, en, mits enkele ingenieuze ingrepen aan de behuizing, ook vochtigheid, druk, verplaatsing enz. kan meten. Optische vezelsensoren hebben heel wat voor op hun conventionele elektrische tegenhangers: het zijn passieve componenten en dus zijn ze een lang leven (25-30 jaar) beschoren, de optische vezelkabel kan het meetsignaal tientallen kilometers meedragen, ze interfereren niet met elektromagnetische straling, en ze zijn licht, dun en niet explosief.
lichtstraal in een optische vezel die tot 40km lang kan zijn. Die lichtstraal botst met onzuiverheden in de kern van de vezel. Daardoor komen er kleine lichtstralen terug die een maat zijn voor de temperatuur (in geval van Raman-verstrooiing) en de vervorming (Brillouin-verstrooing) op de plaats van de onzuiverheden. Je kan over de hele lengte van de vezel meter per meter die parameters gaan opmeten, alleen maar door aan een uiteinde van de kabel te meten. Het is onvoorstelbaar wat we daar allemaal mee kunnen doen.”
“ Het is onvoorstelbaar wat we allemaal kunnen doen met optische vezelsensoren.”
Marc Voet: “Naast deze fiber Bragg grating bekijken we nog andere meetprincipes, zoals Raman-terugverstrooiing en Brillouinterugverstrooiing. Hierbij schiet men een
The sky is the limit Marc Voet: “We hebben recent nog een ander soort sensor op de markt gebracht die werkt volgens een akoestisch OTDR (optical time domain reflectometry) meetprincipe. Een belangrijke toepassing hiervan is het meten van intrusies op gasleidingen. Zo kunnen bijvoorbeeld gaslekken worden opgespoord voor de Belgische aardgas-transportmaat-
11 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Marc Voet
schappij Fluxys. Je moet weten dat er in ondergrondse gasleidingen altijd optische vezelkabels zitten voor telecommunicatiedoeleinden. Met onze meetapparatuur kan je om de 10 meter kijken welke daver of trilling er op die kabels zit. Als er een tractor over rijdt, dan meet je dat. Het is ook een perfect systeem om hekken rond bijvoorbeeld kerncentrales te beveiligen. De toepassingen swingen werkelijk de pan uit. We zijn nu zelfs al zo ver dat we een vezel als microfoon kunnen gebruiken. Je kunt je voorstellen wat dat voor potentieel heeft… Stel dat we in de toekomst naar hogere frequenties kunnen gaan. In heel wat gebouwen liggen optische vezels die doorheen alle muren computers met elkaar verbinden. We kunnen dan via onze sensoren in elke kamer meeluisteren wat er gezegd wordt… hallucinant.” Te land, ter zee en in de lucht De producten van FOS&S vinden we wereldwijd terug in een heel brede waaier van structuren en materialen, zoals in onderzeese oliepijpleidingen en kabels, in steun pilaren van boorplatformen, in ondergrondse opslagplaatsen voor nucleair afval en in
12 In t erC o nne c t
03-2008
verschillende bouwstructuren zoals bruggen en gebouwen. Op hun klantenlijst staan indrukwekkende namen zoals het Belgische Fluxys, het Nederlandse Stork Fokker, het Franse Airbus, het Highways Department van HongKong, de Franse spoorwegmaatschappij… niet bepaald Jan en klein Pierke.
juiste controlemetingen te kunnen verrichten. Vervolgens hebben we die sensoren geplaatst en we evalueren constant de gegevens. Onze ingenieurs hier kijken dagelijks via een online verbinding met de computer van Athene wat er gebeurt. We doen dus het hele proces, en zo zijn er wereldwijd maar 2 of 3 bedrijven. Dat is onze sterkte.”
“ Er zit in China voor ons een gigantische markt aan te komen. ”
Marc Voet: “Onze sterkte is dat we een totaalpakket kunnen aanbieden, van problem solving over het uitvinden van de juiste sensor tot het plaatsen en evalueren ervan. Een mooi voorbeeld hiervan is de instrumentatie van de dakstructuur van de Olympische velodroom in Athene. Tijdens de Olympische Spelen in 2004 had men geen tijd om de bogen die het dak van het stadion dragen, te instrumenteren. Toen is men tot de vaststelling gekomen dat die bogen wel eens zouden kunnen scheuren na een aardbeving of een tyfoon. FOS&S heeft dan een haalbaarheidsstudie gedaan, een modellering van waar sensoren moeten geplaatst worden om de
Sinds twee jaar is er ook een FOS&S Asia Ltd in Honkong, en waarschijnlijk komt er een FOS&S China bij. Marc Voet: “Om concurrentieel te blijven met de goedkopere conventionele sensormarkt, doen we de productie van onze sensorbehuizing al sinds enige tijd in China. We kunnen niet anders. Bovendien zit er in China een gigantische markt voor ons aan te komen. Daar spreken we niet over projecten met 10 sensoren, maar met 1000 sensoren.” In de kabel die de Stonecutters Bridge in Hongkong draagt, zit nu al instrumentatie van FOS&S. Andermaal een mooi staaltje van
Heet van de naald Een andere troef van FOS&S is dat ze de nieuwste ontwikkelingen in de fotonica en de optische vezelsensortechnologie op de voet volgen. FOS&S is op alle internationale conferenties over optische vezelsensoren vertegenwoordigd, en zit zo mee in de denktank rond nieuwe technologieën en toepassingen. Hieruit zijn al verschillende samenwerkingen voortgevloeid met universiteiten of onderzoeksinstellingen zoals IMEC. Enkele voorbeelden: Tijdens het Visionair Seminarie van 5 december 2007 dat IMEC en Leuven.Inc organiseerden rond de opportuniteiten en ontwikkelingen in fotonica, sprak Dr. Johan Vlekken, CTO van FOS&S, over optische vezelsensoren en hun toepassingen. Meer info over de Visionaire Seminaries op www.imec.be/visionair
problem solving. En dat principe zal nu wereldwijd in heel wat bruggen worden ingebouwd.
dat kan aangebracht worden onder de funderingen van civiele constructies.
Klaar voor het grote werk Wat eens begon in nichemarkten, lijkt stilaan uit zijn voegen te barsten. De unieke instrumentatie in de Stonecutters Bridge wordt een standaardproduct dat weldra in heel grote volumes zal geproduceerd worden. En zo zijn er nog wel voorbeelden. Marc Voet: “De laatste tijd zien we een toenemende verscheidenheid aan composietmaterialen – een vezelversterkte kunststof – verschijnen in heel wat industriële toepassingen. Die materialen kunnen we voorzien van optische vezels en dus van sensoren om zettingen of scheuren te meten. Momenteel zijn we wereldleider in het integreren van optische vezels in verschillende soorten composietmaterialen. Met deze technologie zijn we ook in de vliegtuigindustrie terechtgekomen in een project met Airbus. We voorzien de composietmaterialen in de romp en vleugels van het vliegtuig van optische vezelsensoren.” Een gelijkaardig verhaal voor zogenaamd intelligent geotextiel, een robuust geosynthetisch materiaal voorzien van optische sensoren,
Marc Voet: “Deze ‘geomatten’ hebben we initieel ontwikkeld om de spoorwegbedding van de TGV te onderzoeken op zettingen en anomalieën. Die technologie hebben we nu uitgebreid zodat hij in alle mogelijke funderingen kan worden geplaatst. We zijn klaar om uit de startblokken te schieten en het zal niet eenvoudig zijn om alle leverings termijnen te halen.” FOS&S Geel gaat daarom uitbreiden, niet alleen qua werkvloer, maar ook qua werkkrachten. Marc Voet: “Helaas is het vandaag heel moeilijk geworden om goede ingenieurs elektronica of elektromechanica te vinden. Ze worden allemaal weggeplukt door grote bedrijven, nog voor ze afstuderen.” Nochtans zullen zij de toekomst van FOS&S en het succesverhaal van onze Vlaamse optische vezelsensoren v e r d e r moeten verzekeren. p
¬ In een samenwerking tussen FOS&S en INTEC, een geassocieerd labo van IMEC aan de Universiteit Gent, werd gekeken naar optische sensoren gemaakt op zogenaamde silicon-oninsulator (SOI)-structuren. Dit zijn heel kleine sensoren die met standaard chiptechnologie kunnen worden gemaakt. Binnen dit project werd de haalbaarheid aangetoond om spannings- en druksensoren op basis van zo’n kleine structuurtjes te maken. ¬ In IQ-tire, een project gefinancierd door Flanders’ DRIVE, keek FOS&S samen met IMEC, Melexis en Bekaert naar de integratie van meer intelligentie in autobanden. Terwijl FOS&S de mogelijkheden van optische vezelsensoren voor spanningsmetingen in banden evalueerde, ging IMEC na of de energie opgewekt door de beweging van de band kon gebruikt worden om sensoren aan te drijven. ¬ FOS&S werkt samen met XenICs, een spin-off van IMEC. XenICs ontwikkelt ‘snelle’ optische detectoren waarmee lichtsignalen in optische vezelsensoren kunnen worden gedetecteerd met een frequentie van enkele kHz. Met deze detectoren kunnen dynamische fenomenen worden gemeten, zoals vibraties van een brug of trillingen in een vliegtuig.
13 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Heb je ze allemaal op een rijtje? Er hangt vandaag vanalles in de lucht, en dan hebben we het niet over vervuiling maar wel over radiosignalen die ons een draadloos en mobiel leven verzekeren. “Hoog tijd voor een overzicht�, besloot Ingrid Hoffman van de netwerkorganisatie ADM.
14 In t erC o nne c t
03-2008
Een stand van zaken
De publicatie “Wireless – what’s in the air?” is een initiatief van de netwerkorganisatie ADM en werd geschreven door experten van Alcatel-Lucent, fifthplay, Hogeschool Antwerpen, IMEC, Integan, LCC, Mobistar en Telenet.
H
et begon allemaal met de afstandsbediening voor de tv, toen waren er de draadloze telefoons voor in huis, de gsm’s en nu willen we ook overal draadloos kunnen internetten op onze laptop. Draadloos is een deel van ons leven geworden. Voor elk soort toepassing is er nood aan een geschikte draadloze technologie. Ingrid Hoffman, General Manager bij ADM: “Veel mensen zien door het bos de bomen niet meer. Met onze wireless-werkgroep beslisten we daarom een studie te schrijven die een duidelijk overzicht geeft van wat er vandaag op de markt is aan draadloze technologieën. We vertrekken hierbij vanuit de toepassingen die je elke dag gebruikt om het zo heel toegankelijk te maken voor niet-experten (gebruikers en bedrijven).” Ook bij de voorstelling van de paper werd van dit idee uitgegaan. Aan de ene kant van de zaal speelde iemand een doordeweekse dag na, waarna aan de ander kant van de zaal telkens de technologie werd belicht die voor een
bepaalde activiteit nodig was. Ingrid Hoffman: “In de paper draait alles rond het verhaal van John op een doordeweekse dag: hij staat op, ontbijt, staat in de file, komt aan op het werk. Door te klikken (paper is enkel beschikbaar in online-versie) op een bepaalde activiteit van John, spring je naar de technologie die hij in die omstandigheden gebruikt.” In de studie wordt elke draadloze technologie gekarakteriseerd door vier parameters (bereik, snelheid, kostprijs en mobiliteit). Ingrid Hoffman: “We hebben uiteindelijk gekozen voor deze parameters, die we overzichtelijk voorstellen in een ‘spinnenweb’. Hoe groter het gekleurde vlak in het spinnenweb, hoe beter de technologie. Om een voorbeeld te geven, voor kostprijs: hoe goedkoper, hoe groter de waarde in het spinnenweb.” Op de volgende pagina’s alvast een voorsmaakje van de paper “Wireless – what’s in the air?” die u ook kan opvragen via Ingrid.hoffman@adm.be met vermelding ‘InterConnect-magazine’*.
IMEC werd gevraagd om zijn medewerking vanuit zijn expertise op het vlak van draadloze communicatie en meer specifiek van software-defined radio. Dit concept zal zijn weg vinden naar toekomstige mobiele telefoons om de gebruiker toe te laten in elke situatie de meest geschikte draadloze technologie te gebruiken: bijvoorbeeld WiFi om goedkoop te bellen via VoIP in de buurt van een WiFi-hotspot, het GSM-netwerk als je buiten bereik van de WiFi-hotspot komt. De klassieke oplossing is om voor zowat elke standaard een extra radiochip in te bouwen. Dit is duur en vraagt veel plaats in je kleine mobieltje. Daarom wil men de radiochips ‘softwaregestuurd’ maken. Je hoeft er dan maar één te hebben die automatisch kan overschakelen naar de gewenste standaard.
Meer informatie over ADM: www.adm.be
* ADM bracht ook een studie uit over RFID-technologie. De studie bevat onder andere veel praktijkvoorbeelden (ziekenhuis, voetbalstadion), een overzicht van de bestaande technologie en een woordje over de privacyproblematiek. U kan de studie opvragen via Ingrid.hoffman@adm.be met vermelding ‘InterConnect-magazine’.
15 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
GSM / GPRS / EDGE / UMTS / HSDPA Eigenschappen: mobiele telefonie die je tegen hoge snelheid (bv. in de auto) kan gebruiken. ¬ GSM: global system for mobile communication. In België zijn er drie operatoren (Proximus, Mobistar en BASE), elk met hun eigen netwerk. Een netwerk bestaat uit aaneensluitende cellen rond een antenne. Enkel voor telefonie. ¬ GPRS: general packet radio service. Hogere datasnelheden mogelijk waardoor ook e-mails en kleine documenten kunnen doorgestuurd worden. Op basis van GSM-netwerk. ¬ EDGE: enhanced data rates for GSM evolution. Uitbreiding van GPRS voor nog hogere datasnelheden. Op basis van GSM-netwerk. ¬ UMTS: universal mobile telecommunications system. Vereist nieuw radio- en antennenetwerk. Meer antennes nodig dan voor GSM-netwerk. Datasnelheid 10 maal groter dan met GPRS waardoor ook video en zwaardere internettoepassingen mogelijk worden. ¬ HSDPA: high speed downlink packet access. Datasnelheid 10 maal groter dan met UMTS waardoor breedband internet mogelijk wordt. Gebruikt zelfde netwerk als UMTS.
Bereik
DECT
TETRA
Toepassing: draadloze telefoon thuis of op kantoor, ook in ziekenhuizen. Eigenschappen: staat voor digital enhanced cordless telecommunications. Elke telefoon is verbonden met een basisstation dat op zijn beurt in verbinding staat met het telefoonnetwerk. Er bestaan GSM/ DECT-telefoons die bv. op kantoor het DECT-netwerk gebruiken (gratis gesprek) en van zodra ze buiten bereik van een DECT-basisstation zijn, overschakelen op het GSM-netwerk.
Toepassing: radiocommunicatie bij hulpdiensten. Eigenschappen: Terrestrial Trunked Radio. Netwerk met basisstations en antennes, vergelijkbaar met GSM-netwerk. Beperkte bandbreedte, enkel voor telefonie.
16 In t erC o nne c t
03-2008
RFID Toepassing: RFID-tags op kleding, op wijnflessen, badgen om parking of bedrijf binnen te gaan. Eigenschappen: radio frequency identification. Gebruik van radiosignalen om goederen, dieren, mensen te identificeren. Een RFID-tag bestaat uit een chip en een antenne. De chip bevat informatie over het object. De antenne stuurt informatie door naar een RFID-lezer. Onderscheid tussen passieve (gebruikt energie van de lezer) en actieve (hebben eigen energiebron, batterij) RFID-tags.
Zowel UMTS/HSDPA als WiMAX technologie zijn geschikt voor draadloos breedband internet. Het voordeel van WiMAX is zijn groter bereik en bandbreedte. Voor de telecomoperator is het bovendien veel interessanter om een WiMAX-netwerk uit te bouwen dan een UMTS/ HSDPA-netwerk omdat de netwerkarchitectuur gebaseerd is op die van internet. Op deze manier kan WiMAX geïntegreerd worden met de nieuwe IP-netwerken die recent worden uitgebouwd voor bv. digitale tv.
WiMAX
Bluetooth
Toepassing: Draadloos breedband internet. Momenteel is Clearwire de enige operator die (fixed) WiMAX aanbiedt. Vanaf 2008 zal WiMAX-technologie waarschijnlijk worden ingebouwd in laptops, pda’s, spelcomputers en mobiele telefoons, misschien zelfs in televisietoestellen. Eigenschappen: worldwide interoperability for microwave access. De grote broer van WiFi, zoals UMTS en HSDPA de opvolgers zijn van GSM/GPRS/EDGE. WiMAX gebruikt de 802.16standaard. Er zijn twee soorten WiMAX, namelijk fixed WiMAX (802.16d) waarvoor je een vaste modem nodig hebt en mobile WiMAX (802.16e) waarbij je terminal mobiel is en er dus een heel nieuw antennenetwerk moet gebouwd worden.
Toepassing: draadloze verbinding tussen gsm en ‘oortje’, tussen laptop en printer, laptop en beamer. Eigenschappen: toestellen laten communiceren die zich op korte afstand van elkaar bevinden. Er moet maar weinig data worden doorgestuurd. Bluetooth wordt ook wel de draadloze versie van de USB-kabel genoemd.
Bereik
GPS Toepassing: navigatiesysteem in auto. Eigenschappen: wanneer de GPSontvanger een signaal krijgt van minstens vier satellieten, kan zijn positie exact bepaald worden. Systeem van het Amerikaanse leger. De Europese tegenhanger (Galileo) is in ontwikkeling. Galileo wordt een tweewegs GPS-systeem waarbij de GPS-ontvanger ook een signaal zal kunnen uitsturen. Hierdoor wordt het mogelijk om iemand op te sporen.
WiFi Toepassing: draadloos internet in huis, op kantoor, in wegrestaurants of in publieke gebouwen (WiFi-hotspots). In de kantooromgeving worden meerdere WiFi-basisstations en -antennes gebruikt om een volledige dekking te hebben. Op kantoor kan WiFi ook gebruikt worden voor telefonie met zogenaamde WiFi-telefoons of de gecombineerde WiFi/GSM-telefoons. Eigenschappen: Wireless Fidelity. Draadloos netwerk (WLAN, wireless local area network) op basis van meestal één basisstation (bv. router) dat in verbinding staat met het internet. De routers en WiFi-toestellen (bv. laptop met WiFi-kaart) gebruiken de 802.11-standaard. ¬ 802.11b: gebruikt de 2.4GHz-frequentieband, 11Mbps datasnelheid ¬ 802.11g: gebruikt de 2.4GHz-frequentieband, 54Mbps datasnelheid ¬ 802.11a: gebruikt de 5GHz-frequentieband, 54Mbps datasnelheid
RF home automation Toepassing: draadloze lichtschakelaars, noodknoppen in huis. Eigenschappen: op basis van radiofrequentie(RF)signalen, zeer laag energieverbruik zodat batterijen maar om de vijf jaar moeten vervangen worden.
17 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Bioproducten
Chip spoort tumorcellen op Het lijkt een sciencefictionverhaal over magnetische bolletjes die tumorcellen achtervolgen doorheen dunne kanaaltjes. In werkelijkheid is het een van de meest ambitieuze lab-opchip projecten waarvoor de onderzoekswereld en de industrie de handen in elkaar slaan.
E
en lab-on-chip of lab-op-chip is een chip die bestaat uit microsysteempjes die handelingen en testen uitvoeren die normaal enkel kunnen in een gespecialiseerd laboratorium. Het grote voordeel is dat de test snel en ter plaatse (bv. naast het bed van de patiënt) kan gebeuren. Op de vraag of dergelijke systemen reeds op de markt zijn, nuanceert Liesbet Lagae: “De term lab-on-chip wordt te pas en te onpas gebruikt. Een ‘echte’ lab-op-chip bevat verschillende functionaliteiten, zoals in een labo ook verschillende toestellen moeten gebruikt worden om bv. een bepaalde ziekte vast te stellen. De lab-opchip systemen die vandaag op de markt zijn, kunnen vaak maar één ding, bv. een vloeistof van punt A naar punt B brengen.”
Technologie in huis Wat maar weinig mensen weten, is dat op IMEC ook chemici en biologen werken. De samenwerking met de chiptechnologen
18 In t erC o nne c t
03-2008
Europees project Dit onderzoek gebeurt in het kader van het Europese MASCOT-project. Partners in het project zijn IMEC, Universitat Rovira i Virgili, Fujirebio Diagnostic, Institut für Mikrotechnik Mainz, AdnaGen, Norwegian Radium Hospital en MRC Holland.
Copyright 2002 E-spaces and robert A. Freitas Jr.
Meer info: www.imec.be/mascot
levert mooie resultaten op, zoals ook technologieën voor lab-op-chip. Liesbet Lagae: “We ontwikkelen microsystemen die het mogelijk maken om specifiek bepaalde cellen uit bloed te vissen en om cellen open te breken en het erfelijk materiaal te analyseren. Door gesprekken met bedrijven gingen we op zoek naar een mooie toepassing waarin onze technologie het verschil kan maken.” Duitse KMO In de Duitse KMO AdnaGen vonden de onderzoekers een enthousiaste partij die mee wou werken aan een unieke lab-op-chip toepassing. Het bedrijf maakt testkits voor het opsporen van tumorcellen in het bloed van kankerpatiënten. Zulke testen geven een aanwijzing wanneer er uitzaaiingen optreden en zijn ook nuttig om na te gaan of een therapie al dan niet resultaat oplevert. Liesbet Lagae: “We beslisten om samen met AdnaGen en enkele
andere partners een lab-op-chip systeem te ontwikkelen voor de opvolging van borstkankerpatiënten.”
witte, rode en andere bloedcellen. Met onze eerste module kunnen we bepalen hoeveel tumorcellen het bloed bevat.”
Op zoek naar een naald in een hooiberg Het lab-op-chip systeem dat IMEC samen met de Europese projectpartners ontwikkelt, bestaat uit drie modules. Het bloedstaal doorloopt deze modules via kleine kanaaltjes op de chip. In een eerste module worden kleine magnetische nanodeeltjes gebruikt om de tumorcellen in het bloed te ‘vangen’. Om in deze missie te slagen, zijn de magnetische bolletjes bekleed met moleculen die specifiek binden met de tumorcellen. Vervolgens worden de gebonden tumorcellen geïsoleerd en over een magnetische sensor geleid. Op deze manier worden de tumorcellen geteld. Liesbet Lagae: “Om een idee te geven hoe moeilijk dit is: in de hoeveelheid bloed die we onderzoeken (7,5ml) zitten typisch maar een 10-tal tumorcellen naast miljoenen
Een extraatje Wanneer de gebonden tumorcellen de tweede module bereiken, worden ze opengebroken. Hun celinhoud komt vrij en het genetisch materiaal wordt geïsoleerd. De genen die belangrijk zijn voor het identificeren van de tumorcel, worden vermenigvuldigd. Liesbet Lagae: “Voor deze stap steunden we op de knowhow van een andere partner in het project, MRC Holland. Zij ontwikkelen kits voor de amplificatie (vermeerdering) van specifieke genen.” In de derde module worden de vermenigvuldigde genen geïdentificeerd. Dit toont aan of het wel degelijk om een tumorcel gaat en welk type tumorcel het is. Liesbet Lagae: “Deze extra genetische analyse is een pluspunt van onze lab-op-chip. Zelfs in de grote
19 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Liesbet Lagae
machines die vandaag gebruikt worden voor het tellen van tumorcellen in bloed (o.a. Cellsearch) gebeurt deze extra stap niet. Allereerst verhoogt het de zekerheid van de test, maar ook is het interessante informatie voor de artsen omdat bepaalde subklasses van tumorcellen mogelijk gecorreleerd kunnen worden met een bepaald stadium van de ziekte.” De identificatie van het genetisch materiaal kan elektrochemisch gebeuren of met magnetisch nanodeeltjes. Liesbet Lagae: “Door opnieuw magnetische bolletjes te gebruiken, verhogen we de gevoeligheid van nanomolair (voor elektrochemische detectie) naar picomolair. Hetzelfde principe dat in de eerste module voor het vangen van de tumorcellen gebruikt werd, kan ook voor het vangen van de target-genen gebruikt worden: de magnetische nanodeeltjes bekleden met biomoleculen die specifiek binden met in dit geval de target-genen. Op deze manier binden de genen met het magnetische nanodeeltje en kunnen ze geteld worden door een magnetische sensor.”
20 In t erC o nne c t
03-2008
Wegwerp Vandaag zijn de drie modules klaar. Ze worden getest met zogenaamd gespiked bloed (gezuiverde vorm van bloed met gekend aantal tumorcellen in opgelost). Liesbet Lagae: “De volgende stappen zijn testen met bloed van zieke patiënten en de integratie van de drie modules op een chip met microkanaaltjes. Ook moeten we bekijken hoe we er een wegwerpchip van kunnen maken door bepaalde onderdelen in wegwerpmateriaal uit te voeren. Het idee van een wegwerpchip kwam meermaals naar voren toen we advies inwonnen bij bedrijven en ziekenhuizen. Het moet contaminatie tussen opeenvolgende patiënten voorkomen.” De toekomst Een mooie technologie en een mooie toepassing. De vraag die dan onmiddellijk rijst: ‘Wanneer komt dit op de markt?’. Liesbet Lagae: “Voorlopig zien we geen problemen die doen vermoeden dat het systeem niet zou werken. Na verdere testen en integratiewerk, zullen de partners moeten beslissen wat er verder gaat gebeuren. Er kan een spin-off
opgericht worden of de technologie kan in licentie gegeven worden. Ik schat dat het dan nog 2 à 3 jaar kan duren om een echt product uit te werken.” Maar hiermee stopt het lab-op-chip verhaal niet. Liesbet Lagae: “In een opvolgproject willen we de ruimere toepasbaarheid van onze technologie bekijken, bijvoorbeeld voor andere vormen van kanker, het opsporen van foetuscellen in het bloed van de moeder (o.a. voor opsporen van mucoviscidose) of stamcelonderzoek.” Lab-op-chip is bovendien een generische technologie en kan in alle sectoren van pas komen, denk bijvoorbeeld aan de voedingsindustrie (opsporen van allergenen in levensmiddelen), voor milieuonderzoek (toxische stoffen in bodemstalen). We zijn benieuwd welke sector het eerst een echte lab-op-chip op de markt brengt. p
Nieuwtjes
Swingen op de eco-beat Waarom niet je batterijen opladen in het weekend en tegelijk ook de disco draaiende houden? Een nachtclub met een geluid- en lichtshow tot in de vroege uurtjes kost heel wat energie. Eén avondje clubben verbruikt 50 keer meer stroom dan een normaal gezin in een gans jaar. De Nederlandse vzw Enviu kwam op het lumineuze idee om de energie van de swingende en springende fuifnummers nuttig om te zetten in stroom. Het systeem werkt een beetje zoals de LED-lampjes van het achterlicht van je fiets. Daar wordt de beweging van de pedalen omgezet in stroom waardoor je achterlicht gaat branden. In de eco-disco beweegt de dansvloer en die bewegingsenergie wordt via een systeem van veren onder de vloer elektriciteit. Je zorgt dus al dansend voor licht, muziek en airco! Het eerste prototype van de duurzame dansvloer kan je binnenkort in een Rotterdamse club gaan uittesten. Meer info: www.enviu.org
Koelkastmagneten voor een beter milieu Wanneer een magnetisch materiaal wordt gemagnetiseerd, komt er warmte vrij. Op basis van dit verschijnsel werken Deense onderzoekers aan een magnetische koelkast. Zo’n koelkast heeft vele voordelen: minder energieverbruik, als vloeistof in de koelkast kan gewoon water gebruikt worden en de koelkast zou veel stiller zijn dan onze koelkasten vandaag. Voorlopig haalden de onderzoekers een temperatuur van 11°C, nog niet genoeg voor een fris pintje bier. Ze verwachten dat tegen 2010 hun eerste demonstratiemodel klaar is. Meer info: www.risoe.dk, zoekterm ‘milestone in magnetic cooling’
Slimme brug Draadloze sensoren kunnen ingezet worden om de ‘gezondheidstoestand’ van bruggen op te volgen. Vaak werken deze sensoren met batterijen, wat niet erg handig is: de batterijen moeten regelmatig vervangen worden en bovendien hangen de sensoren op moeilijk bereikbare plaatsen. Daarom ontwikkelden Amerikaanse onderzoekers sensoren die hun energie halen uit de trillingen van de brug door voorbijrijdende auto’s. Meer info: www.intelligent-systems.info/ bridge.htm
21 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Umicore: Bedrijf in transformatie Met een historische bagage aan kennis van metalen begeeft Umicore zich op het pad van duurzaam ondernemen. Marc Van Sande, Executive Vice-President en Chief Technology Officer van Umicore, volgde de transformatie op de voet en ziet met trots zijn bedrijf ‘schoner’ worden.
© Umicore
22 In t erC o nne c t
03-2008
Bedrijf met visie
Tijdens IMEC's Annual Research review Meeting in oktober 2007 sprak Marc Van Sande over de opportuniteiten van materialen in de industrie van hernieuwbare energie. Marc Van Sande
A
nno 2008 ademt Umicore niets meer uit van het grondstofverwerkend bedrijf dat het eens was. Meer dan 200 jaar spitste deze industriegroep – tot 2001 beter bekend onder de naam Union Minière – zich hoofdzakelijk toe op het ontginnen, smelten en zuiveren van verschillende (zware) metalen zoals zink en koper. Maar sinds een tiental jaren waait er een nieuwe wind, eentje van respect en waardering voor ons leefmilieu. Marc Van Sande: “Het laatste decennium richt Umicore zich steeds meer op ‘schone technologieën’ en op de ontwikkeling van producten met hoge toegevoegde waarde. Onze zink- en koperactiviteiten hebben we recent ondergebracht in aparte maatschappijen. Vandaag ontwikkelen we materialen en oplossingen voor emissiebeheersing, en voor de opwekking en opslag van groene energie. Hierbij gebruiken we innovatieve technologieën die onze natuurlijke grondstoffen zo efficiënt mogelijk benutten en de impact op het milieu minimaliseren.” Deze strategische visie van duurzame ontwikkeling loopt als een rode draad doorheen al hun R&D-activiteiten. In het nieuwe ‘materiaaltechnologiebedrijf’ worden de bouwstenen ontwikkeld voor enkele belangrijke ‘groene’ producten, zoals herlaadbare batterijen voor laptops en mobiele telefoons, zonnecellen voor zowel ruimteals aardse toepassingen en waterstofcellen
voor de aandrijving van ‘propere wagens’. Daarnaast ontwikkelen ze technologieën om materialen uit elektronisch schroot te recycleren. Kers op de taart, door de overname van de edelmetaaldivisie van het Amerikaanse bedrijf OMG in 2003, werd Umicore één van ’s werelds grootste producenten van autokatalysatoren. Marc Van Sande: “Dit is een mooi voorbeeld van de sterke internationalisering en van de vele acquisities en fusies die Umicore de laatste 10 jaar doorvoerde.”
jaren hebben we heel wat kennis en ervaring opgebouwd op het gebied van metalen, metallurgie en fysica van materialen. Deze ‘oude’ kennis kunnen we nu exploiteren en valoriseren in onze nieuwe toepassingen. In deze toepassingen spelen metalen en materialen gebaseerd op metalen een heel belangrijke rol: het zijn de enablers voor onze nieuwe technologieën.” Metalen hebben nog een troef: ze kunnen heel efficiënt en ongelimiteerd gerecycleerd worden zonder hierbij hun eigenschappen te verliezen. En dus vormen ze een stevige basis voor duurzame producten. Marc Van Sande: “Onze klanten beginnen meer en meer te beseffen dat de eigenschappen van materialen heel belangrijk zijn voor de vooruitgang van heel wat eigentijdse producten. Hierdoor beginnen ze Umicore toch in een ander perspectief te plaatsen en dat doet me plezier. De nieuwe richting die het bedrijf genomen heeft, begint stilaan door te sijpelen. Maar zo’n transformatie vraagt tijd. Ik verwacht dat er nog zeker 10 jaar nodig is om ze tot de finish te brengen.”
“ Umicore richt zich steeds meer op ‘schone technologieën’ en op de ontwikkeling van producten met hoge toegevoegde waarde.”
Deze transformatie van grondstofverwerker naar materiaaltechnologisch bedrijf en trendsetter in duurzaam ondernemen komt er niet toevallig. Marc Van Sande: “Dit gaat over keuzes maken in een heel breed veld, vertrekkend van de strategie en missie van ons bedrijf. Binnen die missie hebben we gekeken naar onze sterkste competenties, naar technologieplatformen waar we werkelijk heel goed in zijn. Pas later hebben we marktsegmenten en financiële parameters in rekening gebracht.” Wat die competenties dan zijn? Marc Van Sande: ”Door al die
23 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Materialen voor zonnecellen De huidige productenportefeuille van Umicore bevat heel wat materialen die nodig zijn voor de ontwikkeling van zonnecellen. Bovenaan de lijst staan germaniumsubstraten die gebruikt worden als basismateriaal voor zonnepanelen van satellieten. Hoogefficiënte multi-junctiezonnecellen gemaakt op germaniumsubstraten zijn tot twee keer meer efficiënt (efficiëntie tot 40%) in het omzetten van zonlicht naar elektriciteit dan hun evenknieën uit silicium. Ze zijn duur, maar beter bestand tegen kosmische straling. Bovendien kunnen ze heel dun en dus licht gemaakt worden: belangrijke troeven voor hun missie in de ruimte. Vandaag banen ze hun weg naar aardse toepassingen: in zogenaamde concentrator-zonnepanelen worden door een rooster van lenzen en/of spiegels zonnestralen geconcentreerd op een heel kleine zonnecel. Hierdoor zijn er minder zonnecellen nodig. Afhankelijk van de locatie en het aantal uren beschikbaar zonlicht kan het fotovoltaïsch systeem goedkopere energie leveren dan de minder efficiënte siliciumzonnecellen.
24 In t erC o nne c t
03-2008
© Umicore
Daarnaast werkt Umicore samen met IMEC aan de ontwikkeling van nieuwe generaties germaniumsubstraten in het kader van enkele projecten voor het Europees Ruimtevaartagentschap ESA. Umicore produceert ook materialen (zoals zinkoxide en indium-tin-oxyde) voor goedkope, flexibele maar minder efficiënte dunnefilmzonnecellen die niet op silicium of germanium gebaseerd zijn. Door een recente joint venture met het Noorse bedrijf Hydro mag Umicore weldra ook silicium in zijn portefeuille steken. Beide bedrijven hebben hun krachten gebundeld voor de productie van solar-grade silicium: silicium met een hoge zuiverheidsgraad die nodig is voor de productie van mainstream zonnecellen. Het nieuwe bedrijf Hycore zal gebruik maken van een heel specifieke technologie die Hydro en Umicore hebben ontwikkeld voor de omzetting van metallurgisch silicium in solar-grade silicium. De technologische aanpak is gebaseerd op de reductie van siliciumtetrachloride (SiCl4) met zink en is aanzienlijk meer energie-efficiënt dan de traditionele processen. In dit proces worden ook alle belangrijke procesmaterialen opnieuw gebruikt, volledig in lijn met de doelstellingen van het ‘nieuwe’ Umicore.
Umicore Solar Team In oktober 2007 eindigde het Umicore Solar Team – een groep studenten van groep-T uit Leuven genoemd naar hun hoofdsponsor – tweede in de World Solar Challenge, een 3000km lange race doorheen Australië voor wagens die alleen op zonne-energie worden aangedreven. De Umicar Infinity, de zonnewagen van het Belgische Umicoreteam, werd aangedreven door zonnecellen gemaakt op basis van Umicore’s germaniumsubstraten. Met zijn zonne-olympiade ‘Solar Olympics’ wil het Umicore Solar Team ook jongeren sensibiliseren voor duurzame ontwikkeling. In deze wedstrijd dingen teams uit Vlaamse middelbare scholen met een zelfgemaakte gadget op zonne-energie naar de hoofdprijs. Naast Umicore behoort ook IMEC tot de projectpartners.
Nieuwtjes
Koeien, opgepast! Australische onderzoekers ontwikkelden de virtuele tegenhanger van de schrikdraad. Het vee draagt een halsband met sensoren en speciale software. De grens wordt gevormd door een GPS-signaal. Zodra de dieren in de buurt komen van de virtuele grens, horen ze een geluidssignaal. Vinden ze het gras toch nog groener aan de andere kant, dan krijgen ze een lichte elektrische schok. En niet alleen de halsband maar ook de koeien zijn slim, want binnen het uur leren ze het geluidssignaal te associëren met hun gedrag. Meer info: www.csiro.au, zoekterm ‘virtual fence’
Nano-inventaris Recent werd een lijst opgesteld met nanoproducten die vandaag op de markt zijn. Enkele voorbeelden uit de inventaris: een teddybeer behandeld met zilvernanodeeltjes tegen bacteriën en stofmijt, ideaal voor kinderen met allergie; ‘zelfgemaakte’ diamanten; sneldrogende en UV-beschermende zwembroek. Meer info: www.nanotechproject.org/consumerproducts
Jas toont de weg Wie zich een nieuwe skijas wil aanschaffen, kan beter wachten tot volgend jaar want dan brengt O’Neill een gps-skijas uit. Via een flexibel beeldscherm in de mouw of via luidsprekers in de kap krijg je instructies om naar je reisdoel te gaan. Ook je snelheid en het weerbericht kan je opvragen. Zijn je vrienden weggeskied omdat ze jaloers zijn op je jas? Geen probleem, via de friend-finder functie vind je ze zo terug. De jassen worden dit seizoen getest in de Alpen. O’Neill werkte voor deze jas samen met MyGuide, een bedrijf dat navigatiesystemen maakt. Meer info: www.navjacket.com
25 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Bioproducten
Stanislav Gorb van het Max Planck Institut was een van de sprekers tijdens het ‘Nano meets micro’ CALIT-seminarie op IMEC. Deze seminaries worden driemaal per jaar georganiseerd rond de thema’s Nano-Bio-Convergence, Security, en Technology-Aware Design. Meer info over CALIT op www.imec.be/mtc/CALIT.htm Meer info over Gorb’s onderzoek via www.mf.mpg.de/en/abteilungen/arzt/ evobio.html en s.gorb@mf.mpg.de
26 In t erC o nne c t
03-2008
De natuur heeft vele geheimen. Een van die mysteries is hoe vliegen over het plafond kunnen lopen. Stanislav Gorb van het Max Planck Institut ontrafelde het geheim en opende zo een wereld van mogelijkheden voor de industrie.
Allemaal vliegjes V
aak geven dagelijkse gebeurtenissen aanleiding tot de belangrijkste ontdekkingen van de mensheid. Denk maar aan Archimedes in zijn bad of Newton onder zijn appelboom. Ook de wetenschappers van vandaag worden geïnspireerd door dagdagelijkse beslommeringen. En komt die inspiratie uit de natuur, dan spreekt men van ‘biomimetics’, de discipline waarbij biologen en ingenieurs de handen in elkaar slaan om ‘technologieën’ uit de natuur na te bootsen en te gebruiken voor het verbeteren van materialen en producten. Stanislav Gorb van het Duitse Max Planck Institut is een bekende in dit onderzoeksdomein. Hij bestudeert het gesofisticeerde hechtingssysteem waarmee dieren op de muur en zelfs ondersteboven op een plafond kunnen lopen. De optimale oplossing Stanislav Gorb: “De meeste mensen denken hierbij aan de gekko, een soort hagedis en tevens het grootste dier dat op een plafond
kan lopen. Maar mijn passie is insecten. Het grote voordeel is dat je hier een grote verscheidenheid vindt – ongeveer een miljoen beschreven soorten – die kunnen landen en lopen over zeer uiteenlopende plantoppervlakken (harig, glad, viltig). Insecten zijn misschien wel kleiner maar zeker niet minder spectaculair dan de gekko. Onze labo-kampioen is de kever Gastrophysa viridula die een hechtingskracht van 20x zijn lichaamsgewicht kan creëren.” En in dit mooi stukje natuur – de insecten – ging Stanislav Gorb op zoek naar de heilige graal van het all-terrain onderstebovenlopen. Hij ontdekte dat in de insectenwereld slechts twee systemen voorkomen voor hechting van de poten: oorwormen, kevers en vliegen gebruiken kleine haartjes, sprinkhanen gebruiken gladde bekervormige structuren. Stanislav Gorb: “Het is opmerkelijk te zien dat deze twee systemen meermaals voorkomen
in de evolutie, en dit onafhankelijk van elkaar. Het harig systeem vind je bijvoorbeeld ook bij spinnen en gekko’s, die niet verwant zijn met insecten. We kunnen dus aannemen dat deze twee systemen de optimale oplossing zijn voor het probleem.” Stanislav Gorb’s onderzoeksgroep bestudeerde het harige systeem in detail. De onderzoekers kwamen tot de vaststelling dat (1) hoe groter het dier, hoe kleiner de haartjes en hoe groter de densiteit ervan; (2) de uiteinden van de haartjes in 90% van de gevallen een paddenstoelvorm hebben en (3) het systeem hiërarchisch is opgebouwd: elk haartje bestaat op zijn beurt uit weer fijnere haartjes enz. Stanislav Gorb: “Door het samenbrengen van al deze kennis, slaagden we erin een nieuw soort hechtingsmateriaal te maken. Robotexperten testten het materiaal en lieten een robot van 120gr op een verticale glasplaat lopen.”
27 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Bioproducten
“Dat willen wij ook!” Op noorderlicht.vpro.nl kan je gratis prachtige filmpjes bekijken over biomimetics. Onder andere: Spinnen als een spin; Kleven als een gekko; Vliegen als een vlieg.
Vlieg-technologie voor sensorsystemen De facetogen van insecten zoals vliegen en libellen bestaan uit honderden tot duizenden kleine lichtdetectors. Door hun ontwerp en werking nemen ze een klein volume in, creëren een breed gezichtsveld en vereisen weinig signaalverwerking. Deze voordelen hebben ook technologen opgemerkt. Onderzoekers van IMEC en VUB ontwikkelen in het kader van het Eindhovense Holst Centre een beeldsensor met een reeks van lenzen gebaseerd op facetogen van insecten. Zo een compacte ultrazuinige beeldsensor is ideaal om te gebruiken in kleine autonome sensorsystemen.
Insecten-knowhow voor de industrie Dat niet iedereen wild wordt van op-demuur-lopende robots, begrijpt Stanislav Gorb ook: “De echt interessante toepassingen komen uit onze samenwerking met de industrie. Vanaf het begin werkten we samen met het Duitse Gottlieb Binder GmbH. Zij zijn gespecialiseerd in hechtingssystemen en gebruiken ons materiaal in hun producten.” Gorb’s onderzoeksgroep werkt ook samen met bedrijven die robotgrijpers, papiertoevoersystemen, en echtheidskenmerken voor eurobiljetten maken. Ook het Belgische Recticel gebruikt Gorb’s kennis uit de natuur in hun dashboards voor wagens. Stanislav Gorb: “De mogelijkheden om onze kennis
28 In t erC o nne c t
03-2008
Gekko-technologie om kaders op te hangen Black&Decker gebruikt de technologie van gekkopoten in hun ‘Accu mark Gekko grip level’. Het is een geavanceerde meetlat die je met een hand kan recht houden tegen de muur terwijl je met je andere hand de plaatsen aanduidt waar de nagel moet komen. Dankzij de gekko-technologie schuift de lat niet weg en laat hij ook geen sporen na op de muur.
te gebruiken in producten zijn ontelbaar. Ik heb het hier nu gehad over hoe insecten hechten en wandelen op een oppervlak, maar je zou deze kennis ook kunnen gebruiken om oppervlakken te maken waar vliegen niet op kunnen lopen. We zien namelijk dat als de ruwheid van het oppervlak kleiner is dan de grootte van de contactpunten van de insectpoten, ze er niet op kunnen lopen. Met deze kennis zou een bedrijf anti-vlieg-ramen kunnen maken.” Een ding is duidelijk: biomimetics is een fascinerend en nuttig onderzoeksdomein. Dus volgende keer als je een vlieg op het plafond ziet lopen, niet doden, maar bestuderen… p
Nachtvlindertechnologie voor zonnecellen Nachtvlinders zien in het donker dankzij ultrakleine structuren op hun oogoppervlak. Deze structuren zijn kleiner dan de golflengte van licht waardoor het weinige licht dat aanwezig is ongestoord het oog kan binnendringen en dus niet reflecteert. Engelse onderzoekers bouwden op basis van dit idee een industriële lens voor gebruik in omgevingen met weinig licht. De lens zou onder andere kunnen toegepast worden voor zonnecellen waar de reflectie van licht moet geminimaliseerd worden.
Recticel kiest voor de zachte kant van kevers Het Belgische Recticel werkte samen met Stanislav Gorb om tropische kevers onder de loep te nemen. De schilden van deze kevers kunnen heel verschillend zijn: geribbeld, viltachtig, enz. Het doel van dit onderzoek was om de parameters te bepalen die een aangename ‘touch’ geven aan een oppervlakte. Deze kennis komt van pas in de ontwikkeling van autodashboards.
Agenda
Wat is het verband tussen... Een laser-oogcorrectie en een geleide raket De lasertechnologie die vandaag zo populair is om oogcorrecties uit te voeren, is oorspronkelijk ontwikkeld door NASA en defensie om vliegtuigen en raketten te leiden. Het oogoppervlak kan perfect gemonitord worden en de laser kan binnen 1/4000ste van een seconde gestopt worden om heel precies een behandeling aan het oog uit te voeren.
Een snowboardpet en een voetbal Het zogenaamde d3o-materiaal bestaat uit ‘intelligente’ moleculen die in normale omstandigheden een soepel materiaal vormen maar bij een schok zich tijdelijk omvormen tot een stevig netwerk. Ideaal dus voor beschermkledij die toch soepel rond het lichaam past. Quicksilver gebruikt het materiaal in zijn recentste snowboardpet. Maar ook Puma zag heil in dit materiaal en gebruikte het voor zijn ‘intelligente’ voetbal. De voetbal voelt zacht aan tijdens het dribbelen, maar wordt harder als je er hard tegen trapt waardoor hij sneller door de lucht vliegt. Vanaf de zomer zou de v1.08-bal in de winkels liggen.
Een hifiluidspreker en een vliegtuig De ontwerper van de Muon-luidsprekers gebruikte bewerkingstechnieken uit de automobiel- en vliegtuigwereld om deze heel speciale vorm te verkrijgen. De gecurfde luidsprekers zijn uit een massief blok aluminium geslepen en het proces neemt een week in beslag.
© Muon
IMEC coatingtechnologie en uw bedrijf? Op 14 mei stelt IMEC zijn procestechnologieën uit de micro-elektronica voor aan Vlaamse bedrijven met de bedoeling kennis uit te wisselen over bv. reinigingsmethoden, karakterisatiemethoden, depositietechnieken. Waarom niet ‘onze’ anti-reflectieve lagen voor zonnecellen gebruiken voor ‘uw’ nieuwste bril, of ‘onze’ zuurstofbarrière in organische zonnecellen gebruiken in ‘uw’ voedingsverpakkingen? Kruisbestuiving is het motto van deze demodag. Meer info: www.imec.be/coatingevenement
29 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Agenda
Capita selecta on nanoscience and nanotechnology In het voorjaar van 2008 organiseert IMEC’s trainingscentrum MTC een reeks lezingen (de ‘Capita Selecta’) over nanowetenschappen en nanotechnologie. Over deze jonge disciplines zijn vandaag de verwachtingen hooggespannen, aangezien ze revolutionaire materialen en toepassingen zullen genereren. Maar er bestaan evengoed veel onzekerheden, bijvoorbeeld over hun impact op onze samenleving. In de Capita Selecta on nanoscience and nanotechnology geven Vlaamse en internationale kenners toelichting bij de nieuwste ontwikkelingen in nanotechnologie en gaan ze dieper in op een aantal ethische vragen. Meer informatie over deze ‘Capita Selecta’ kan je vinden op www.imec.be/mtc. Neem ook een kijkje op deze website voor andere cursussen die MTC organiseert.
Industrial Wireless Forum 4 juni 2008, IMEC, Leuven Op 4 juni 2008 organiseert Roularta Media Group in samenwerking met IMEC een conferentiedag over tele-automatisering en draadloze producten. Het forum speelt in op het toenemende aanbod aan draadloze uitrustingen voor industriële toepassingen. De lezingen en debatten geven je een overzicht van de bestaande en toekomstige technologieën, hun implementatie en toepassingen. De conferentiedag is bedoeld voor ontwerp- en ontwikkelingsingenieurs, netwerk- en systeemintegratoren en technische diensthoofden. Meer info weldra op www.imec.be/kiosk
Kunst@IMEC Naar aanleiding van het initiatief ‘creativiteit uit kunst en wetenschap ontmoeten elkaar’, stelt kunstenares Katrien Caymax haar werken tentoon op IMEC. Dit is meteen de achtste tentoonstelling die kadert in het initiatief. In ‘Vleugels’ grijpt de kunstenares terug naar een thema dat haar jarenlang bezighield. Met elementen als een vliegles, gevleugelde mannetjes, vliegtuigen, wolken en vogels creëert ze een eigen wereld waarin de Caymax-stempel onmiskenbaar is. Behalve recente mixed-media-werken die een geraffineerde combinatie zijn van collage, druk, verf en kleurkrijt, worden ook prenten gedrukt op 100% lompenpapier en pastellen geëxposeerd. Met het initiatief wil IMEC de wereld van kunst en wetenschap dichter bij elkaar brengen. Beide hebben immers heel wat gemeenschappelijk. Zo zijn creativiteit en verwondering basisvereisten voor zowel een mooi kunstwerk als een succesvolle uitvinding. De tentoonstelling loopt tot 4 april 2008 en is mits afspraak open voor het publiek contact: Olfa marzouk – marzouk@imec.be 016/28 15 52.
30 In t erC o nne c t
03-2008
Doorgelicht
In elk nummer van InterConnect laten we iemand van IMEC aan het woord die op een of andere manier samenwerkt met de Vlaamse industrie. In dit nummer: Bart Onsia.
Bart Onsia is Business Program Manager Vlaanderen bij IMEC. Hij is contactpersoon voor Vlaamse bedrijven die geïnteresseerd zijn in IMEC’s coatingtechnologie, technologieën voor de bouwsector enz. Welk bedrijf waar je recent mee in contact kwam, heeft indruk gemaakt? BASF. Op een textielconferentie vertelde iemand van BASF hoe ze (coating)technologie uit een andere discipline gebruikten voor textiel. In een groot bedrijf met verschillende disciplines onder één dak kan ‘open innovatie’ zonder enige barrière. Ik ben een sterke believer van zulke cross-disciplinaire technologietransfer. Wat is volgens jou het ‘gat in de markt’? Echt draadloze toepassingen met draadloze dataoverdracht én energievoorziening. Dan kan je bv. overal in huis lampen ophangen zonder vooraf een bedradingsplan te moeten uitdokteren. Ik verwacht dat tegen de tijd dat mijn twee zonen – nu 9 maand en 3,5 jaar – hun huis (ver)bouwen, dit realiteit zal zijn. Met welke persoon uit de bedrijfswereld zou je graag een lange treinreis maken? Met Marc Coucke van Omega Pharma. Als student is hij ooit begonnen met het verkopen van shampoos aan apotheken en nu leidt hij een bedrijf van 2000 werknemers. Ik denk dat zijn levenswandel een mooi gespreksonderwerp is, waar je veel van kan leren. Wat is volgens jou dé uitvinding van de voorbije 10 jaar? De blauwe LED (lichtgevende diode). Door deze uitvinding werd het volledige kleurenpalet mogelijk met energiezuinige LED’s. Een mooie anekdote is dat de bazen van Shuji Nakamura – de uitvinder van de blauwe LED – hem hadden afgeraden om hier tijd aan te besteden. Nog maar eens een bewijs dat elke werknemer een hoeveelheid vrije tijd moet krijgen om dingen uit te proberen, het beroemde vrijdagnamiddag-experiment. Welke gadget kocht je onlangs? Een EyeTV-stick voor digitale tv via de ether. Wij hebben geen tv, maar kunnen nu dus via de laptop tv kijken. Via de stick ontvang je ook digitale radio. Zo kan ik mijn favoriete opera’s die worden uitgezonden, beluisteren in cd-kwaliteit en opslaan op de laptop.
Bart.Onsia@imec.be
Favoriet restaurant
Mijn woonplaats, Schaarbeek, telt veel goede restaurants, onder andere La Cueva de Castillo en Senza Nome (met een ster).
Favoriete cd
‘Parlez-moi d’amour’ van ‘Les Chauds Lapins’. Het zijn New Yorkers die Franse chansons zingen onder begeleiding van ukeleles en strijkers, een uitzonderlijke combinatie.
31 In te rCo n n e c t
0 3 -2 0 0 8
Bent u een KMO met een idee? Loopt u als KMO al een tijdje op een idee te broeden? Heeft u een innovatieplan waarvan u denkt dat het een grote impact zal hebben? Vraagt u zich af of uw innovatie uitvoerbaar is? Wil u uw dromen graag omzetten in daden? De KMO-Innovatiecel van Imec werd speciaal opgericht om KMO’s verder te helpen met hun innovatieplannen. Onze medewerkers beantwoorden uw vragen, buigen zich over uw idee en gaan samen met u op zoek naar de juiste aanpak. Voor meer informatie hierover kan u terecht bij: vlaamseindustrie@imec.be
IMEC vzw
RPR Leuven
BTW BE 0425.260.668
Kapeldreef 75
B-3001 Leuven
BelgiĂŤ
www.imec.be