Maandelijkse uitgave januari 2012 - nr. 1 € 9,00
C2F
Uber and Kosher Jonas Hegi
Sabien Clement Koenraad Impens
Filles à Papa
Uber and Kosher Eindelijk is het zover, het eerste nummer van Brøt ligt in de winkelrekken! Vanaf nu hopen we jullie maandelijks van de broodnodige portie grafische en andere kunsten te voorzien. Zo mogen we deze maand binnentreden in de wereld van twee grafische vormgevers, twee grafische duo’s, een illustratrice en een modeduo. Maar deze afbakening van werkgebieden horen we niet al te strikt te nemen. De kunstenaars en vormgevers hebben namelijk allemaal een erg breed vakgebied en zijn dus niet zomaar te categoriseren. In combinatie met enkele maandelijks weerkerende rubrieken zullen jullie hopelijk niet op jullie honger blijven zitten.
▸ eindredactie Ines Maroye
▸ site www.brot.com
▸ redactie
▸ drukwerk
Atlas Copy Hundelgemsesteenweg 7 9050 Gent-Ledeberg
▸ vormgeving Ines Maroye
2
Koenraad Impens Deze ervaren ontwerper staat in voor de vormgeving van alles wat met BOZAR te maken heeft, de huisstijl, posters flyer etc.
colofon
Ines Maroye Mathieu Cieters Timo Bonneure Tom Packet Roselien Wille Stef Michelet Marc Maroye
Het grafische duo Martijn Vogelaere en Deborah Bloemen gunnen ons een blik in hun brede gamma aan werk.
▸ in opdracht van Marc Popelier Bieke Depuydt
▸ een uitgave van KASK Gent Jozef Kluyskensstraat 2 9000 Gent
Jonas Hegi Deze Zwitserse jongeman houdt zich bezig in de dj-wereld, maar is vooral op grafisch vlak een beloftevol talent!
Sabien Clement De sympathieke illustratrice over haar studies en Erasmuservaring, haar manier van werken, haar voorbije werk en haar toekomstplannen op vlak van illustratie.
Brøt goes Anamorphic Column
Experimentele pagina Vergaan Brøt
C2F Cybu Richli en Fabienne Burri brengen Zwitsers design en vormgeving op z’n best, en vielen daarmee meermaals in de prijzen.
Filles à Papa De zussen Sarah (heeft een diploma als styliste) en Carol (studeerde af als graficus) vormen een modeduo dat onwerpt voor jonge, hippe vrouwen.
Grafisch Nieuws Typografie versus dyslexie
Volgende maand in Brøt 3
Sabien
Clement
/
mama, ik wil illustrator worden
/
Donderdag 20 oktober, ik heb de hele namiddag het nodige opzoekwerk gedaan om mijn interview met Sabien Clement, een illustratrice wonend in het Gentse, voor te bereiden. Ik krijg een mailtje van Sabien of we dinsdagvoormiddag kunnen afspreken. ’s Avonds loop ik Sabien geheel toevallig tegen het lijf. Zij moet zich afgevraagd hebben waarom ik, een voor haar totaal vreemde, op haar af stapte. Maar nadat ik me een hele dag verdiept had in haar werk en leven, kon ik niet anders dan haar even aan te spreken. Ik hoopte ooit de openingszin “Hallo, ik interview U dinsdag” te kunnen zeggen, dit moment leek me uitermate geschikt. Ik wist toen al dat deze sympathieke illustratrice me aan een fijn en interessant interview zou kunnen helpen – de verwachtingen werden ingelost. De te interviewen persoon, bijgestaan door haar kat; een vragenlijst, hiervan afwijken bleek onvermijdelijk; een vriendin als rechterhand, voor het geval ik met mijn mond vol tanden kwam te staan wat gelukkig niet gebeurde; en koffie: de ingrediënten voor een gezellig interview. ▸ Ik las dat je illustratie en grafische vormgeving studeerde in Antwerpen. Wist je vooraf dat je voor illustratie zou kiezen, of was grafische toch nog een optie? Ik ben sowieso aan mijn studie begonnen met het idee om illustratie te doen. Ik wou echt wel illustreren, en dat weet ik al sinds mijn twaalf jaar. We kregen in de klas de opdracht een boek te maken, 4
iedereen werd verdeeld in groepjes, en ik had daar echt geen zin in. Maar toen zei de leerkracht dat er ook nood was aan een illustrator. Ik wist toen niet echt wat dat was, de leerkracht zei me dat een illustrator de tekeningen in een boek verzorgde. De leerkracht zei: “dat ligt voor de hand, dat is Sabien”. Het was zalig, dat ik dat mocht doen, want ik deed toen al niks liever dan tekenen. Die dag ging ik naar huis en ik zei tegen mijn moeder: ik wil illustrator worden. En toen ben ik altijd blijven tekenen, en ik ging naar de weekendacademie. Na lang zagen mocht ik in het vijfde en zesde middeljaar uiteindelijk kunstschool volgen. Voor mijn hogere studies heb ik in Antwerpen gekeken welke richtingen ze aanboden, omdat mijn zus daar al studeerde. En daar had je inderdaad illustratie en grafisch ontwerp. Ik zag daar echt illustraties aan de muur hangen en ik dan wist ik dat ik die richting wou volgen. Dan heb ik ook nog gekeken naar Gent, maar op dat moment sprak Gent me niet zo aan. Alles was nog veel meer toegespitst op vormgeving. Op dat moment leek Antwerpen de beste
maar dat was echt niet mijn ding, na twee weken was ik ontslaan. Ik dacht het misschien snel bij te leren, maar dat ging echt niet. Terwijl ik al deeltijds aan het illustreren was, zat ik bij enkele toffe organisaties die met allerlei dingen bezig waren. Dus als het in illustratie niet gelukt zou zijn zou ik in al die richtingen wel iets gezocht hebben. Mijn zus heeft een koffiebar, daar heb ik veel geholpen. Moest ik minder tekenopdrachten hebben zou ik daar veel meer werken. /
illustratierichting aan te bieden, terwijl die nu in Gent ook zeer mooi uitgebouwd is met goeie docenten die zelf al een carrière hebben. Toen was dat nog niet zo. Ik denk dat Gerda Dendooven toen wel al les gaf in Gent maar dat is toen niet tot me doorgedrongen. Achteraf ben ik daar wel blij om want ik denk dat indien ik daar les zou gevolgd hebben, mijn manier van tekenen erg beïnvloed zou zijn door haar. Wij hadden helemaal geen goede illustratiedocenten. Wij hadden Koen Fosset het eerste jaar, die was toen wel wat met illustratie bezig. Nu is hij met mantra’s en zo bezig, heel bizar, echt raar. Dus wij hebben in die vier jaar nooit echt een illustrator als leerkracht gehad. We hebben erg veel begeleiding gehad van grafische, maar in verband met illustratie bleven we in het ongewisse en deden we ons eigen ding. Maar ik wou toch nog steeds illustratie doen. Je moest alles zelf doen terwijl je nu veel meer begeleiding krijgt. De mensen waar men iets in ziet worden direct doorgeloodst naar de uitgeverijen. Op zich is het erg goed dat het niet zo moeilijk meer is om die weg te
vinden, maar aan de andere kant vind ik dat alles nu te snel gaat. Het is niet echt een harde wereld, de modewereld bijvoorbeeld is veel harder. Illustratie is een lief wereldje, maar je moet wel knokken om er te staan. Niet iedereen zit te wachten op weer een nieuwe illustrator. / ▸ Je moet jezelf toch bewijzen? Niet bepaald bewijzen, maar je moet tonen dat je je eigen ding doet en dat je niet een tweede, derde kopie bent van iemand anders. / ▸ Stel dat het toch niet zou lukken om de kost te verdienen met illustreren, zou je dan nog iets in de creatieve sec� tor doen, zoals dan bijvoorbeeld iets grafisch? Ik ben natuurlijk niet direct fulltime illustrator geweest. Ik heb nog in de horeca gewerkt, ik vond dat toen heel leuk. Ik heb mijn d-cursus gedaan, dus op zich zou ik les geven moest ik niet meer kunnen illustreren. Ik zou het wel in de creatieve sector willen zoeken, maar veel jobs zijn er nu eenmaal niet voor handen. Ik heb ook nog computerwerk geprobeerd
▸ De laatste boeken die je illustreerde waren meer voor volwassenen, gaat je voorkeur er naar uit om voor volwasse� nen of voor kinderen te illustreren? Ik vind beide erg leuk , maar nu voel ik wel dat ik nog eens iets grappig of iets zot wil illustreren, dus iets voor kinderen. Toch vind ik ook poëzie en tekst voor volwassenen erg leuk. Ik vind dat tof omdat je daar nog veel meer kan instoppen dan bij kinderen. Bij kinderen moet alles nog tamelijk duidelijk zijn. Bij volwassenen gaat het er hem vooral over mensen te raken met een beeld, zodat ze denken: “wauw, zo voel ik mij soms ook”. Het is meer gevoelsmatig, en die laag hebben kinderen niet altijd. Ze kennen wel gevoelens als droefheid, maar ze hebben bepaalde liefdesperikelen nog niet gehad. En die dingen vind ik wel tof om te verwoorden. / ▸ In je tekeningen komen veel mense� lijke figuren voor. Baseer je je daarvoor nog steeds op modellen of mensen die je ziet, of komt dat vanzelf uit jou, hoe een menselijke figuur eruit ziet. Ik vind het erg belangrijk om de realiteit te beleven, om te schetsen en te tekenen naar de realiteit. Iedere zondagavond doe ik modeltekenen met een groep. Dat is fantastisch, modeltekenen is mijn ding, ik vind dat echt zalig. Als ik een tijdje geen modeltekenen meer gehad heb, dan voel ik dat die vlotheid van het tekenen verdwijnt. Je traint om erg snel te tekenen. Ik kan wel op de boekenbeurs bijvoorbeeld, een soort ‘show’ geven waar ik dat snelle tekenen toon. Dan komt dat er uit omdat je ook die adrenaline voelt. Je tekent dan vaak kleine tekeningetjes 5
die je ooit al eerder tekende of waar je niet zo hard moet bij nadenken. Maar als je een nieuw boek begint en je moet van nul beginnen, dan is die basis van erg handig. / ▸ Naar kunst kijken is een vorm van inspi� ratie voor jou. Zitten er in het eindresul� taat nog sporen van deze inspiratiebron� nen, of zijn deze volledig opgelost in het geheel? Bij bijvoorbeeld mijn eerste boekje, Jij lievert, lag mijn boek van Miro open. Kan je dat zien? Dat denk ik niet. Ik denk niet dat daar iets van Miro inzit. Ik had toen veel meer onzekerheid, ik vroeg me constant af of wat ik aan het doen was wel goed was en of mensen er wel iets aan zouden hebben. En toen lag er een heel dik boek van Miro open. Daarom niet op de meest ingewikkelde tekeningen, maar gewoon om te zien hoe hij ook gewoon maar 2 kleuren en een vlak combineert, en dat werkt. En voor mij was dat erg inspiratievol. Gewoon, om mij te motiveren om het niet te ver te zoeken,
je moet gewoon doen en je amuseren en dan kom je tot leuke beelden die werken. Maar bij Wigbert denk ik wel dat je Matisse als inspiratiebron ziet. Ik denk dat je dat kan zien aan de cover. Maar ik ging er niet constant Matisse bij nemen, dat was voor dat ene beeld. Het was iets dat ik mooi vond, maar in een totaal ander beeld gezet. Dus soms herken je mijn inspiratiebron nog, maar meestal niet. / ▸ Je ging als Erasmusstudent naar Polen, hoe viel dat mee? Die school was helemaal niet zo goed. Ik zat ergens in the middle of nowhere, achteraf gezien. Ik zat niet in Warschau of Krakau. Krakau zou je kunnen vergelijken met Gent, die gezelligheid en het leven bruist daar ook, en er zijn ook veel meer kunstscholen en Ermasusstudenten. En Warschau is meer te vergelijken met Brussel, ook qua grootte. Ze hadden mij gevraagd: wil je naar het buitenland? En ik wou dat graag doen, liefst zo ver mogelijk. Spanje of Italië leek me leuk, want Spaans en Italiaans zijn mooie talen, en
ik wou ook een nieuwe taal leren. Ik heb trouwens geen echte Erasmus gedaan, maar een voortgezette opleiding. Dus je hebt je diploma, en doet dan nog een extra jaar via Erasmus. Ik wou niet weer streven om punten te halen, ik wou voor mezelf naar het buitenland gaan en niet achteraf examens moeten leren en alles inhalen. Dat zag ik niet zitten. Ik heb het dus na mijn studies gedaan. Toen zei men dat Spanje en Italië nog een extra jaar wachten was, maar ze hadden nog een nieuwe aanbieding. Men vroeg of ik Polen zag zitten, ergens waar nog niemand op Erasmus was geweest. Dan wisten ze of het daar goed was of niet. Ik kon ook kiezen voor Toulouse in Frankrijk, of Engeland. Achteraf gezien had ik beter gewoon Toulouse gekozen. Maar ik kon al Frans en Engels, en als ik die talen nog eens wou bijschaven, kon ik dat eender wanneer doen. Maar ik wou een nieuwe taal aanleren. Dus ik dacht: “Pools, ok, we doen dat”. Dat bleek een heel moeilijke taal, iets helemaal anders. Het was er ook erg koud. Ik woonde er
op de tiende verdieping, helemaal alleen, er zat daar niemand anders. En ik had al die eenzaamheid in mij, ik was erg gesloten. Mij dan op het tiende verdiep steken waar er niemand anders zit, dat bevordert de eenzaamheid niet. Het was ook een lastig feit dat die Polen erg
//
Ja, de school was niet goed. Men vond mij erg exotisch en ze durfden niet veel tegen mij zeggen. Ik wou veel modeltekenen doen en op groot formaat werken, dat was mijn ding. Maar, papier op groot formaat was niet eens voor handen in dat stadje. Ze hadden een maximum formaat
//
Illustratie is een lief wereldje, maar je moet wel knokken om er te staan.
gesloten waren, heel moeilijk om te leren kennen. Die waren wel nieuwsgierig en dachten “wauw, een buitenlander!”, want ik was er de enige van buiten Polen. Ik kon daar geen Engels spreken want niemand verstond mij. Dat was wel al tien jaar geleden, nu zal dat waarschijnlijk al veel beter zijn. / ▸ Heb je verschillen opgemerkt tussen de Vlaamse en Poolse kunst en manier van illustreren?
van 70 op 100 denk ik. Hier heb je rollen papier dus je kan je op elke mogelijke grootte werken. Dat was een gigantisch probleem. Ik ben beginnen tekenen en mijn manier van tekenen was toen met erg veel witruimte, in één lijn kon iets er staan. Uiteindelijk vond ik toch groot papier via een kunstenares. Zij heeft me wel erg veel geholpen. Dus ik schilder op dat groot formaat, en ik vraag iemand om commentaar te geven. En die zegt: “ik geef pas commentaar als het af is”. Maar die tekening was al af voor mij! Hij vond dat niet kunnen, want er was hier nog wit en daar en volgens hem moest echt alles volstaan. Het kwam er op neer dat iets pas af was als het volgeschilderd was. Het was ook gewoon een erg klassieke school, heel academisch. Men gebruikte heel veel olieverf, en dan deed men én roze, én groen door elkaar, en dan was dat klaar. Ik vond het echt verschrikkelijk. Op een bepaald moment heb ik er mij bij neergelegd, en dan deed ik wat men mij vroeg. Ik schilderde vlakken vol, maar dan op mijn manier. En achterafgezien heb ik daar wel uit geleerd. Je kan inderdaad wel doorwerken op een tekening, dat is ook boeiend. En de verschillen tussen Vlaamse en Poolse zijn er duidelijk. Ik vind het daar nog veel klassieker, braver, die waren echt niet veel gewend. Ze hadden wel een paar erg goeie affichekunstenaars, hun affichekunst was er bekend. / ▸ Meer het grafisch werk? Ja. Ik wist dat Tom Schamp daar al geweest was, dus ik dacht wel dat het goed
7
zou komen, maar hij heeft vast ergens anders gezeten. Ik heb er eigenlijk erg weinig dingen opgestoken. Ik ben enkele keren naar Warschau geweest en daar heb ik dan wel tentoonstellingen gezien. Erg veel heb ik er niet gedaan, want die Polen hebben allemaal geen centen. Voor hun was het al een heel gedoe om samen ergens naartoe te gaan. / ▸ Het was toch een teleurstelling? Ja, het was toch erg doorbijten, een harde periode. Een half jaar heb ik mijzelf afgevraagd: “Wat doe ik hier?”. Mijn zus was toen een jaar naar India, dus ik kon haar ook niet veel bereiken. Er waren nog geen gsm’s. Nu zou je eens iemand van het thuisfront kunnen bellen, maar toen moest dat zelfs nog vanuit een telefoonkotje gebeuren. / ▸ Je hebt al meerdere keren samenge� werkt met Pieter Gaudesaboos. Ik las dat er mensen waren die dachten dat die samenwerking niet goed zou aflo� pen, omdat je elkaar elkaars werk mis� schien zou tegenwerken. Oei, dat is helemaal niet waar. Onze samenwerking bij Linus verliep erg goed. Dat was een fantastische periode in mijn leven. Ik ging elke dag bij hem tekenen en ’s middags aten we daar samen. Het was ook een erg zonnige periode, dat was super. Ik heb nog nooit zoveel getekend. Als ik thuis alleen was, ging ik eerst nog dit en dat doen voor ik begon te tekenen, of ik begon op te ruimen. Pieter zei dat we gewoon de fun van tekenen gingen terugzoeken. Hij kende mij wel en hij vond het zo jammer dat ik soms zoveel worstel met al dat tekenen. Uiteindelijk komt het er wel maar je ziet er ook zoveel van af. En dan ben ik iedere keer bij hem gaan tekenen en dat ging luchtiger. Ik zat in zijn living te werken, en als ik naar huis ging ’s avonds nam ik ook geen tekeningen mee en kon ik ook even alles laten waaien. Nu is mijn bureau beneden, maar vroeger tekende ik in mijn leefruimte. Als het dan even niet gaat, dan zit je nog steeds met die tekeningen onder je neus. Ik heb dat erg lang gedaan, tot een jaar geleden. Tijdens de samenwerking met Pieter wist 7
ik dat de muze en de inspiratie moesten komen, maar ik besefte ook dat ik gewoon erg veel moest tekenen. Het was ook leuk omdat je een goeie moraal hebt. Dus bij Linus hebben we echt een toffe samenwerking gehad, tot het einde. Ik denk dat we in die hele periode, we hebben er zes maand aan gewerkt, slechts enkele keren een meningsverschil hadden over een beeld. Maar dat waren totaal geen wrijvingen, dat was niet persoonlijk, dat gaat over een beeld. Dan hebben we Eksternacht samen gemaakt, maar dat was wel anders. Dat was al zoveel jaar later, dat was hier al, want hij woont hier boven. Dat was moeilijker, dat was een andere tijd. Maar dat is op zich ook wel gelukt. Ik heb die tekeningen apart gemaakt, en hij deed ook zijn ding. Bij Linus was het elke keer een beeld dat samen ontstond, of ik maakte iets dat hij toen verwerkte. Nu was het anders in die zin dat als hij bijvoorbeeld een kleur niet mooi vond en ik wel, dat ik vroeger onmiddellijk de kleur zou aangepast hebben. Terwijl ik nu iets koppiger geworden ben. /
8
▸ Maar het ging er hem meer over dat je erg verschillende stijlen hebt, en dat men dacht dat dat elkaar niet zou versterken. Ja, das is waar. De mensen vonden het verbazend dat wij iets samen zouden maken en dachten dat onze stijlen niet bij elkaar zouden passen. Maar dat ging wel. / ▸ Ik las dat Gaudesaboos je losse krab� bels en schetsen erg interessant vond. Vind je het zelf moeilijk om te weten wanneer iets af is? Of heb je soms de neiging om iets af te werken, meer dan nodig? Dat is zoeken, ja. Het is moeilijk, en ik heb ik soms ook twijfels. Dan doe je het, en dan is het vorige toch net beter. En ik denk heel vaak, je hebt geen ‘appeltje-z’ zoals op de computer. Dat is iets dat ik veel illustratoren hoor zeggen: “Appeltje-z! Appeltje-z!”, maar ja, dat gaat niet. Maar je leert wel dat wanneer je iets goed vindt, je er af moet blijven. Bij modeltekenen heb ik dat ook. Je bent de hele tijd aan het tekenen, je denkt dat de tekening af is maar er zijn nog vijf minuten van deze pose. Dan moet je je tekening opzij leggen en een nieuwe maken en op deze tekening verder werken. En dat heb ik met illustreren ook.
Maar ja, ik vind het moeilijk te weten wanneer ik moet stoppen, maar je leert er wel uit. Ik ga nu sneller iets laten zoals het is en opnieuw beginnen. Alle, wat je opnieuw maken kan noemen. Of als ik vind dat ik iets stom gedaan heb, dan knip ik dat ene ding er uit wat ik goed vind en kleef ik dit op iets anders. En daardoor kom je soms tot nog een beter compositie. / ▸ Jij hebt Pieter Gaudesaboos een beet� je geleerd om gestileerder te werken, om minder te willen vol proppen. Heeft hij jou iets kunnen bijbrengen? Ja, natuurlijk, gewoon het plezier van tekenen en hij heeft mij ook een soort discipline bijgebracht. Want, hij woont boven en werkt hier beneden. Ik hoor hem naar beneden gaan, hij werkt van 8 uur kwart tot 5 of 6 uur, ik vind dat heel lang. Het is moeilijk om je zo lang te concentreren, voor mijn manier van tekenen vind ik dat onmogelijk. Ik heb dat geprobeerd maar dat gaat gewoon niet. Ik kan niet intens emoties op papier zetten van 8 uur ’s morgens to 6 uur ’s avonds. Hij heeft mij veel geleerd, hij is dan ook een goeie maat. Hij leerde mij zelfzeker te zijn en bepaalde dingen te appreciëren,
//
//
Als timmerman kan je je stiel kennen, maar illustreren is altijd zoeken.
ja, ik vind dat wel tof. Ik kijk altijd op naar zijn werk en als hij jouw werk dan ook leuk vindt, terwijl het een totaal andere manier van tekenen is, is dat een fijn gevoel. Hoh ja, er is zoveel, wederzijds respect bijvoorbeeld. En bij Linus stelde hij mij voor op totaal nieuwe materialen te tekenen. Hij gaf mij dan een blikken doos of dit of dat. Dan dacht ik dat er wel niets op zo een ondergrond zou pakken, maar toen probeerde ik toch eens acrylverf. Dan deed ik dat en begon dat te roesten, en kwamen er roestvlekjes, en dan riep ik “Pieter, Pieter, er komen vlekjes op!” Dan scande hij dat vlug in. Hij leerde me dat ik gewoon moet doen en niet moet denken dat het niet gaat lukken. Ik zou een hele dag moeten nadenken wat hij me allemaal leerde. Veel, zoals een echt maat. Ah, wat hij me nog leerde! Ik moet me vaak haasten voor een deadline. Dan maak ik snel iets en zeg: ja, dat is klaar, de volgende. En dan zegt Pieter soms dat hij die tekening toch niet zo goed vindt. Maar dan heb ik al dagen aan die tekening gewerkt. En hij kan dan echt zeggen: “Neen Sabien, het is echt niet goed.”. En als hij dat dan oprecht zegt, begin ik natuurlijk ook te twijfelen. Hij heeft me geleerd om de tijd te nemen
om te herzien en opnieuw te durven beginnen. Als ik in een bepaalde richting aan het werken ben, blijf ik daar vaak in doorwerken. Gewoon uit een soort luiheid, ik geef dat toe. Of uit stress omdat ik niet veel tijd meer heb. Terwijl hij echt wel erg gestaag alles opbouwt en zijn tijd er voor neemt. Terwijl ik denk: “Nog drie dagen? Huphuphup!”. Dan zit ik in stresssituaties en dat is niet altijd goed. Je leert dingen opnieuw en opnieuw doen tot je er tevreden over bent. En ja, hij heeft echt veel discipline, dat is zot. Ik probeer me er ook aan te houden maar dat lukt niet altijd. / ▸ Je tekeningen lijken grotendeels met de hand gemaakt, komt er achteraf toch nog veel computerwerk een te pas? Bij mij is alles altijd zoals het getekend is, geen computerwerk. Tenzij in een samenwerking met Pieter, omdat hij er dan aan werkt, anders nooit. Behalve als ik zelf zeg: ik wil één lijntje weg, maar meestal eigenlijk niet. / ▸ Bij uw illustraties, vooral bij die voor volwassenen lijkt het dat je illustraties meer zeggen dan de tekst zelf, dat er iets meer achter zit? Kunnen schrijvers
het wel altijd appreciëren? Gaat de sa� menwerking met schrijvers steeds vlot? Ik heb daar nog niet veel last mee gehad. Je ziet ze niet altijd veel. Nu begin ik er wel een gewoonte van te maken dat als ik een tekst krijg, ik de schrijver wil zien. Ik denk dat dat ook is omdat de teksten die bij mij terecht komen niet de brave teksten zijn, niet de teksten voor eerste lezertjes of zo. Het zijn teksten die iets vertellen. Dan wil ik ook wel weten wat de visie van de schrijver daar op is. Als ik de tekst goed vind, zie ik een soort beelden die meestal veel meer zijn dan een standaard braaf tekeningetje. Dan hoop ik dat de schrijver zich kan tevreden stellen met zo een beeld. Bij Iedereen ging op zijn mieren zitten zei de schrijver dat hij akkoord was met de beelden die ik in mijn hoofd had, en ik mocht mijn ding doen. Ik heb nog nooit gehad dat men zei dat er teveel in een tekening zat. Dat is eigenlijk de taak van een illustrator om een extra verhaal bij een verhaal te creëren. Maar je mag niet alle fantasie afnemen van de lezer. / ▸ Maar hebben schrijvers het niet moei� lijk om iets waar ze zo lang aan werkten uit handen te geven? 9
Ja, ze hebben het uiteraard moeilijk om dat los te laten, ik snap dat ook wel. Die tekst is hun kindje, dat voel ik bij mijn illustraties ook. Ja, die hebben het daar moeilijk mee. Maar als ik een tekst binnen krijg en er staat elke keer per hoofdstuk “Jantje heeft zulke kleren aan” of hele gedetailleerde beschrijvingen, dan neem ik de opdracht niet aan. Ik heb al gehad dat men zei in welk perspectief de tekeningen moesten getekend zijn. Dat is niks voor mij. Ik kan mij daar ten eerste niet aan houden, ik kan niet in opdracht tekenen. En dan denk ik: teken het gewoon zelf, het is toch nooit goed genoeg. Ik word daar erg lastig van. Nu kan ik daar ook strenger in zijn, of persoonlijker. Vroeger twijfelde ik meer om zulke teksten te weigeren, uit angst om geen opdrachten te hebben. Maar ik ben wel blij dat ik dat iedere keer gedaan heb, waarna er dan twee weken later toevallig een supergoede tekst binnenkwam. Maar ja, schrijvers hebben het moeilijk
10
▸ Ja, jullie kennen dan ook jullie vak. Hohja, je probeert ook maar, het is niet je stiel kennen als een timmerman. Dat is iets anders dan illustreren. Een loodgieter die zijn vak kent weet hoe hij buizen moet steken, maar illustreren is altijd zoeken. /
compositietjes mee te maken. De discipline is moeilijk. Op zich heb ik misschien wel zin om te tekenen maar dan heb ik niet de rust om mij op mijn stoel te zetten en te tekenen. Maar ik teken wel altijd graag. Ik ben wel een sociaal iemand, en dan is het soms moeilijk om mij apart te zetten en te tekenen, daarom heb ik soms geen zin. Maar gewoon voor de lol tekenen dat wil ik altijd wel doen. Als je illustrator wordt dan teken je ergens wel ook voor een andere reden. Het moet wel goed zijn en de druk wordt toch wel anders en groter. Maar het tekenen zelf vind ik fun. /
▸ Heb je altijd zin om te tekenen of heb je er soms een degout van? Ik teken eigenlijk altijd wel graag, maar het lukt niet altijd. En dan word ik kwaad als het niet lukt. Het is natuurlijk anders om te tekenen voor je plezier, of als je op reis gaat. Dan teken ik het liefst, ik vind het fantastisch om de hele dag kleine tekeningen te maken en daar
▸ Kan je muziek of iets anders als aflei� ding appreciëren tijdens het werk, of verkies je de stilte? Muziek vind ik heel leuk. Als ik begin te ontwerpen, moet ik muziek hebben die ik erg goed ken, dan moeten het mijn lievelingsliedjes zijn en zelfs de hele tijd dezelfde liedjes. Gewoon zodat je een soort veiligheidsgevoel hebt, en door die
hun tekst los te laten, en dan is het belangrijk dat ze de illustrator waarmee ze in zee gaan vertrouwen. En, dat ze je je ding laten doen. Meestal hoor je achteraf dat ze iets heel anders in gedachten hadden, maar dat ze wel erg tevreden zijn over het resultaat. /
liedjes voel ik me sowieso in een vrolijke dat er vijf delen van zouden komen, elk boekjes verschilt zijn manier van tekemood. Het gebeurt soms dat de muziek boekje met een andere illustrator. Nu zijn nen maar toch voel je dat het van hem ten einde is en dat ik dan niet door heb dat ze na een paar jaar terug bij mij geko- is. Het hele boek is van zijn hand, hij er stilte is, dan heb ik mijn koptelefoon nog men met de vraag of ik de andere delen schrijft ook zelf. Ik vind graphic novels op en doe ik gewoon verder. Dat is voor mij ook wou illustreren, maar dan niet meer erg leuk. Je moet soms goed zoeken een goed teken want blijkbaar was ik dan in verschillende delen, nu in één groot om iets moois te vinden. wel geconcentreerd. Nu kan ik ook gewoon genieten van de rust, er Ik wou dat ik bij het tekenen ook simpelweg moet niet altijd iets opappeltje-z kon toepassen! staan. Als Pieter daar zit en hij heeft zijn koptelefoon op en ik ben aan het werk, kan ik ook goed werken. Ik boek. En er komt een katern waar ik vrij Manuele Fior vind ik ook erg leuk. Ik heb heb het liefst dat er iemand rond mij is, werk kan maken, en dat vind ik leuk. er veel respect voor illustratoren van ik heb dus eigenlijk wel de perfecte com- Je kan zeggen: nog een boek illustreren, graphic novels, want wij maken dan één binatie gevonden door dit atelier. Het is en nog één, en nog één; maar ik probeer beeld, en zij, zij blijven maar bezig. Ik er pas van begin dit jaar, dus nog niet zo ook te denken wat mij verrijkt in mijn was aan het googelen en bij Polina van lang. Maar dat is leuk, en het is voor mij wandelpad doorheen het tekenen. En als Vivès zag ik dat dit boek volledig met de belangrijk dat je weet dat je samen aan het men mij dan een katern vrij werk aan- computer getekend is. Ik vind het sterk, tekenen bent. Bij sommige boekjes kan ik biedt vind ik dat interessant, ik mag ge- het is met de computer gemaakt maar zeggen: hier heb ik bij deze persoon ge- woon mijn ding doen. Daarom heb ik toch voel je die emotie. / tekend, aan de livingtafel terwijl zij aan daar ja op gezegd. het studeren was. Ik heb wel nood aan een adempauze tus- ▸ Stel dat het huis zou afbranden en je Als ik in mijn eentje teken ben ik veel sen twee opdrachten. Ik kan niet zeg- mag één ding redden, wat zou je kiezen? onrustiger. Of het tekenen lukt niet, en gen: “Hup, weer het volgende”. Als ik Oh, allee, mijn katje! Ja, dan zijn al mijn dan ik ga naar de stad. Ik heb nog aan direct aan iets nieuws zou beginnen zou tekeningen weg, maar dan heb ik mijn de Graslei gewoond, en daar ben je gi- het toch niet gaan. Daarom kwam de re- kat toch nog. / gantisch snel afgeleid. Ik dacht dat ik dat novatie van de keuken perfect uit. / ging missen als ik naar hier verhuisde, maar dat is niet zo. Nu weet ik dat als ik ▸ Hoe lang werk je gemiddeld aan een naar daar ga, ik het werk even achter me boek? laat en plezier ga maken. / Ik maak ongeveer twee boeken per jaar. Van begin tot einde, tot wanneer het ▸ Waar ben je momenteel mee bezig? boek in de winkel ligt moet je een half Ik heb net mijn keuken verbouwd, ik heb jaar rekenen. Maar zelf ben je er vier daar drie weken voor uitgetrokken. Nu maand aan bezig, in die zin dat het voor ga ik terug beginnen aan een boek met mij dan niet full time is, dat je er niet Stijn Vrancken voor het Middelheim. van ’s morgens tot ’s avonds aan werkt. Tegen midden januari moeten de teke- Er komen ook workshops tussen, en een ningen af zijn. We zijn in de zomervakan- hele hoop andere dingen. Maar je zit er tie naar Dworp op residentie geweest, wel vier maanden mee in je hoofd, en de dat is een vormingscentrum. We hebben laatste maanden ben je er wel erg intendaar een week gewerkt in een aparte ka- sief mee bezig. / mer aan die opdracht van Middelheim, dat was intensief maar zeer tof. En hij ▸ Kan je iemand aanraden uit de illustra� heeft de tekst thuis verder geschreven en tiewereld die het opzoeken waard is? ik moet nu dringend aan de tekeningen Bij mij verschilt het erg van moment beginnen. Het wordt een boekje in klein tot moment wat ik leuk vind. Nu vind ik formaat. Bastien Vivès erg leuk. Dat is een heel interview door Hiervoor heb ik net een boek geïllustreerd jonge gast. Ik vind zijn werk erg knap. Ines Maroye 25 oktober 2011 voor poëzie. Ik heb een boek geïllus- Al zijn boeken hebben een heel andere treerd, Ik wil je, dat is liefdespoëzie, in stijl en je voelt dat hij zoekt hoe hij een een klein boekje. Het was de bedoeling personage kan weergeven. In al zijn
//
//
11
brø t goes
anamorphic
Anamorwatte? Anamorfosen zijn vervormde figuren, het Griekse woord anamorfose betekent dan ook vervormen. Op het eerste zicht zien anamorfosen er zeer vreemd uit. Voor de correcte weergave van perspectivistische anamorfosen heb je geen optische hulpmiddelen nodig. Bij spiegelanamorfosen is voor het waarnemen van de originele figuur het gebruik van een spiegel vereist. Naargelang van de vorm van de spiegel ontstaat er een onderscheid in twee soorten spiegelanamorfosen. Wanneer we een kegelvormige spiegel gebruiken spreken we van conische anamorfosen, bij cilindrische anamorfosen kiezen we voor cilindrische spiegels. In beide gevallen plaatsen we de spiegel in het centrum, op het vlak van de vervormde figuur. De waarnemer kijkt in de spiegel naar het spiegelbeeld van de vervormde figuur en ziet zo de originele figuur verschijnen. Het is wel belangrijk vanuit een perfect punt en onder een perfecte hoek in de spiegel te kijken, want slechts een kleine verplaatsing 12
van de waarnemer zorgt ervoor dat we het beeld niet correct waarnemen. We noemen spiegelanamorfosen ook wel complexe anamorfosen, omdat een goede geometrische kennis vereist is voor het maken ervan. Er wordt namelijk met spiegels gewerkt, dus moet ook rekening gehouden worden met de wetten van invallende hoeken en met terugkaatsing. Stabiliteit van de anamorfose Zowel bij perspectivische als spiegelanamorfosen kan een kleine verandering van standpunt van de waarnemer het hele beeld in de war brengen. Bij een gewoon schilderij daarentegen, behouden we een normaal beeld van het geheel. Men kan zich afvragen waarom we een anamorfose instabiel zien en gewone perspectiefschilderijen niet, want in beide gevallen bewegen onze ogen en ons hoofd. Het heeft te maken met de verkorting van lijnstukken. Wanneer je ergens volgens het gewone gezichtspunt naar kijkt is deze verkorting beperkt, bij het zijdelings standpunt wordt de verkorting
groter, dus de minste verandering van standpunt zorgt al voor problemen. Bij spiegelanamorfosen worden optische veranderingen bij hoofdbewegingen zelfs nog groter. Veranderingen van optische verhoudingen zorgen voor een instabiele verschijning. Een schilderij dat rekening houdt met de regels van het perspectief imiteert de menselijke waarneming zo goed als perfect. Maar men kan naast imiteren dus ook manipuleren, door uit andere gezichtspunten en onder andere gezichtshoeken perspectieven te tekenen. Hoe deze anamorfose op te lossen? Op de pagina hiernaast zie je een onherkenbaar lijnenspel staan. Wil je weten wat dit betekent? Neem een glas met onegveer de diameter van de cirkel in stippellijn en doe er een (liefst) donkere vloeistof in. In de weerspiegeling van het glas met cola, koffie of nog iets anders zie je een woord verschijnen. Zoek de juiste hoek om het letters in de juiste proportie te zien verschijnen, want de minste verschuiving zorgt voor een vertekend beeld!
expo
THE TRUTH Ines Maroye - The naked truth SMAK te Gent − 1 januari 2012 tot 30 april 2012. Info op www.smak.be/thenakedtruth of mail info@smak.be
MARC MAROYE'S MANIFEST
&
Astrid Stue Toen de net negentien jaar geworden kunststudent Stu Sutcliffe in 1959 een schilderijtje verkocht voor 65 Engelse Pond had hij het reeds verder geschopt dan Vincent Van Gogh. Toch zou Stu Sutcliffe niet de geschiedenisboeken ingaan als kunstenaar. Of in de marge ervan. Zijn beste maatje John Lennon – eveneens student aan dezelfde kunstschool in Liverpool – kon hem overhalen om in zijn bandje te spelen en om zijn eerste zuurverdiende centen als kunstenaar te spenderen aan de aankoop van een basgitaar. Stu was – op zijn zachtst uitgedrukt – geen getalenteerd bassist, iets wat Paul Mc Cartney al snel doorhad. Eerst herdoopte Stu Sutcliffe Lennon’s band The Quarrymen tot The Beetles, later The Silver Beetles, nog later The Beatles. Kort nadien vertrok de groep op avontuur naar de havenstad Hamburg, Duitsland, waar Engelse zeelui en mariniers zich mengden met lokale Duitse jeugd – die dweepte met Franse existentialisten – in de zware buurten op de Reeperbahn. The Beatles speelden er marathonoptredens in de kroegen. Wanneer de bandleden hun ogen nog amper konden openhouden in de vroege ochtend, durfde sarcastische John wel een sneren met ‘You Krauts (sauerkraut), we won the war’. Aangezien het grootste deel van het overblijvende publiek bestond uit zatte Britten, en de lokale jeugd zich in existentialistisch gepeins verdronk, liep hij weinig risico. Op een avond in 1960 werden Astrid Kirchherr en haar vrienden, waaronder Klaus Voorman, aangezogen door het geluid dat uit de Kaiserkeller Club kwam. Ze stelden zich vlakbij het podium op waar The Beatles hun embryonale muziekrevolutie uitwerkten. Astrid Kirchherr was meteen gefascineerd door de groep. “Mijn leven veranderde in een paar minuten”, verklaarde ze later. En Stu Sutcliffe kon zijn ogen evenmin van haar afhouden.
14
Stuart Sutcliffe en Astrid Kirchherr
Astrid studeerde aan de Meisterschule fur Mode, Textil, Graphik und Werbung in Hamburg. Behalve hun gedeelde interesse voor grafisch ontwerp en kunst in het algemeen zullen testosteron en oestrogeen allicht een nog veel grotere rol hebben gespeeld in het tot stand komen van hun relatie. Britten zijn over het algemeen aartslelijk. Britse mannen in het bijzonder. En laat uitgerekend Stu Sutcliffe de spreekwoordelijke uitzondering op de regel zijn. Zijn androgyne verschijning was zijn tijd ver vooruit. Eat your heart out David Bowie, Brian Eno, Lou Reed en Koen Wauters. Het zou niet de laatste keer zijn dat de Beatles hun tijd ver vooruit waren. Alhoewel Astrid Kirchherr studeerde voor grafisch ontwerper, ging haar belangstelling vooral uit naar zwart-witfotografie. In de daaropvolgende jaren werden de prille Beatles haar geliefkoosde werkterrein. Met haar Rolleicord camera volgde ze de jongens, en de jongens lieten zich gewillig doen. Het bleef niet bij kiekjes maken. In de kunstschool had Astrid het merkwaardige kapsel van mannelijke medestudenten opgemerkt. Haar lief, Stu Sutcliffe, was uiteraard de eerste die zich graag liet overhalen om de Brylcreem uit zijn haar te wassen en zijn lange vetkuif helemaal naar voren te kammen. George Harrison, nog maar net de luiers ontgroeid, was ook al snel gewonnen voor het idee. John kon zijn beste maatje uiteraard niet in de steek laten. Bij Paul lag het net iets moeilijker. Hij vond het een goed idee, maar als een idee niet van Paul zelf kwam… En zo haalde Astrid de kam door de Beatles. Drummer Pete Best deed niet mee. Zijn haar krulde te veel, en het nieuwe kapsel kwam zo niet tot zijn recht. Dat zei hij tenminste, in zijn binnenste vond hij de hele toestand mietjesachtig. Het bleef niet bij haarkappen alleen. Astrid haalde haar kleerkast leeg en zette de schaar erin. Aangezien zij en Stu dezelfde maten hadden, paste hij perfect in haar kleren. Toen Stu voor
Pete Best, George Harrison, Paul McCartney en John Lennon in 1960, vlak voor de grote doorbraak
het eerst in een kraag- en reverloos corduroyvestje verscheen, lokte dit zelfs bij zijn beste maatje John enig sarcasme uit. Maar Astrid bleef de vestimentaire plak zwaaien en ontwierp steeds gewaagdere dingen. Enkel Pete vond het niks.Voor mietjes. Pete bleef steevast de kraag van zijn leren vest rechtzetten. Het zou nog ruim twee jaar duren vooraleer de wereld kennis nam van de creaties van Astrid Kirchherr en omvergeblazen werd door het genie van de Beatles. Tegen dan was het sprookje van Astrid en Stu uit. Toen Stu in januari 1961 aankondigde dat hij de Beatles zou verlaten om zich verder te verdiepen in kunst, was dit voor John zo’n zware opdoffer dat hij zijn beste maatje een oplawaai verkocht. Paul nam de basgitaar over. Enkele weken voordien was Stu al eens hard aangepakt in een zware vechtpartij met een straatbende in Hamburg. Straatvechters hebben het niet begrepen op mannen die er uitzien als mietjes. Stu bleef in Hamburg bij Astrid en studeerde verder aan de kunstschool aldaar. Sinds enige tijd leed hij aan onverklaarbare hoofdpijnen. Hij stortte in tijdens de lessen op 10 april 1962 en overleed tijdens de overbrenging naar het ziekenhuis in de armen van Astrid, ten gevolge van een hersenbloeding. Wroeging en onzekerheid over de oorzaak van Stu’s overlijden hebben John tot die dramatische achtste december 1980 achtervolgd. Astrid bleef verweesd achter. De daaropvolgende jaren bleef Astrid de Beatles volgen en fotograferen, als een luis in een pels. Ook nadat Pete Best, kort voor hun grote doorbraak, uit de groep werd gegooid. Pete werd vervangen door Ringo Starr, voormalig drummer bij Rory Storm and the Hurricanes. Ringo had geen probleem met voorovergekamde haren en met kraagloze vestjes en ander grafisch ontwerp van Astrid Kirchherr. Ringo deed alles op het eerste woord; op handen en voeten lopen, een mekkerende geit nadoen, zijn
ellebogen likken… . Het fotografisch werk van Astrid Kirchherr bestaat vooral uit kiekjes van de Beatles en hun navelstarende omgeving. Okselfris en een beetje stout, het laatste stof van het ancien regime weggeblazen. Tot eind 1966 leverde zij belangrijke bijdragen over de groep en zijn uitstraling naar mode, jeugd- en populaire sixtiescultuur. Zij exposeerde overal ter wereld en haar werk werd gebundeld. Haar werk wordt gewaardeerd, maar critici zijn er niet uit of zij haar faam te danken heeft aan de groep of omgekeerd, en hoe groot de stempel is die zij al dan niet gedrukt heeft op de Zeitgeist. Hoe lang duurt het vooraleer tijd wonden heelt, vooraleer verdriet slijt? In het geval van Astrid Kirchherr duurde het vijf jaar. In 1967 trouwde ze met Gibson Kemp, de drummer die Ringo Starr had vervangen bij Rory Storm and the Hurricanes. Vanaf dan heeft Astrid Kirchherr geen nieuw of ander werk meer gemaakt. Ze is terughoudend over digitale fotografie, zegt dat een fotograaf zich dient te concentreren op de kunst van fotograferen en niet op de technische resultaten. Maar ze zegt er onmiddellijk bij dat ze niets afweet van computers en dat ze bang is van internet. Schiet ze beeldjes van slaapkamerscènes? Fotografeert ze de visjes in het aquarium? Of schimmels in de keuken? De beeldschone kunstenares en het prachtig lief van Stu Sutcliffe is een oud besje van 73. En de Beatles? Nadat Astrid uit hun leven verdween doken de eerste barstjes op. Ze lieten snorren en baarden groeien, gaven zich over aan egotripperij en kregen hommeles met de vrouwen. En ze droegen jassen met kragen.
15
UBER and KOSHER EIGENZINNIG CREATIEF
Na een klein uurtje gereden te hebben richting Antwerpen komen we aan in de Pretoriastraat. De deur van een statig herenhuis doet ons absoluut niet vermoeden dat zich hier de creatieve studio Uber and Kosher van Martijn Vogelaers en Deborah Bloemen bevindt. We bellen aan en Martijn doet met een brede glimlach de deur open. Ik stel mijzelf, om het geheugen van Martijn op te frissen nog vlug even voor en Martijn laat mij vervolgens beleefd binnen. Hij vraagt of ik een koffie moet hebben. Ja, graag!, antwoord ik. Gelukkig, zegt hij. Hij gaat naar de keuken waar hij al twee tassen met elk 3 koekjes heeft klaargezet. Suiker?, vraagt hij, terwijl hij een pad in de espressomachine stopt. Met grote behendigheid en een plateautje met twee tassen op × Je hebt tijdens je opleiding Vrije Gra� × Op de website staan vooral vintage� neemt hij me mee naar de eerste fiek aan de Academie in Antwerpen achtige collages. Is dat de correcte om� verdieping. Welkom in de studio, jouw eigen stijl ontdekt. Is die stijl nog schrijving van jullie stijl? Vintage is een heel breed begrip. Dat zou zegt hij nadat hij de eerste deur steeds dezelfde bij Uber and Kosher? opent. Ik kijk rond en wat mij als Er zijn heel veel elementen die er nog ik er zelf niet op plakken, maar ik snap eerst opvalt, is een grote prikbord- zijn. Bijvoorbeeld, na mijn opleiding ben de benoeming wel, omdat het redelijk ik heel hard in het digitaal ontwerp ge- herkenbaar is en misschien is er ook wel muur waar allerlei foto’s en ont- vlogen en maakte ik illustraties via pixel- nostalgie in te vinden. Je voelt de geleefdwerpen zijn opgeprikt. “Ja dat is ontwerp. Een heel interessante techniek heid van elk beeld wel. Elk beeld zou kunons moodboard. Kan je daar geen en toen was dat echt een ontdekking, nen komen van de jaren ’60, ’70, ’80, elk foto’s van nemen? Want met som- maar ondertussen spreekt mij dat min- beeld voelt alsof het een verleden heeft. migen ontwerpen zijn we nog be- der aan. Daardoor heb ik vanalles gepro- Dat is ook iets waar we bewust naar zoeen heb ik een andere stijl ontwik- ken, een vorm van geaardheid, een beeld zig en de klanten zouden het niet beerd keld. Achteraf ben ik wel teruggekeerd dat een bestaansrecht heeft en tegelijk leuk vinden moesten bepaalde din- naar die vrije grafiek en die basiszaken geschiedenis veinst. gen al openbaar gemaakt worden. en -structuren en de analoge invloed van We werken vaak met oudere beelden en Zet je.”, zegt hij terwijl ik mijn jas het tekenen, plakken en knippen. Combi- archiefbeelden. Wij gebruiken ze dan wel naties van foto’s, meestal door Deborah in een andere context dan waar ze voor uitdoe. gemaakt, ga ik achteraf nog bewerken met toepassingen die meer naar vrije grafiek neigen dan naar illustrator strakke ontwerpen. /
16
bedoeld zijn. Dikwijls zijn het functionele beelden die niet esthetisch bedoeld zijn, maar waar wij wel de esthetiek van inzien, zij het door een andere ‘cadrage’ of een kleurverandering of een versnijding. /
propmotieposter voor het evenement Rampage
albumcover dEUs - Keep you close
× Waar halen jullie je inspiratie?
We heb eigenlijk niet echt één bepaalde inspiratiebron… We staan open voor veel zaken, we hebben een heel lange en brede geschiedenis van inspiratiebronnen en we zoeken ook op heel veel verschillende manieren. Qua sfeer voelen we ons verbonden met sobere en minimale grafische aanpak van de Vlaamse mode-ontwerpers. Ik denk dan aan De Zes (Antwerpse Zes – zes mode-ontwerpers uit het Antwerpse die in dezelfde tijd groot zijn geworden – nvdr) en de hele manier waarop zij communicatie aanpakken: de droge en klassieke typografie, hun lay-out en de combinatie van sterke beelden waar heel intense, menselijke emoties inzitten en tijdloze, minimale grafiek. Dat is waar we voor te vinden zijn: de content moet primeren en de vormgeving is helemaal in functie van de content. Op onze site is dat denk ik heel duidelijk.
18
We maakten vroeger heel veel websites waar we ons ei legden in de navigatie en de interface. Ondertussen is een website meer conform geworden door de vele bestaande degelijke portfolio-formats, blogs en social network sites en is een complexe of grafisch indrukwekkende interface meestal overbodig. Daarmee bedoel ik: een portfolio-site moet voor ons vooral een galerij zijn. Het moet een wit canvasgevoel hebben, zeker voor de klanten die we aantrekken, meestal kunstenaars, fotografen of muzikanten. Het artwork dat daar in verschijnt, moet kunnen spreken voor zichzelf. De rest zijn middelen om die content te presenteren.
Onze focus ligt dan ook voor 90% op artdirection, artwork en identity. Websites zijn slechts een van de vele toepassingen van de identities die we ontwikkelen/ontwerpen. /
× Wat is het leukste project waar je
aan gewerkt hebt? Dat is heel moeilijk om te zeggen, want elk project heeft zijn fijne en zijn mindere kanten. Maar de fijnste projecten zijn nog altijd de projecten waar de klanten gewoon zeggen: ‘Doe gewoon je ding. We willen een Uber and Kosher-ontwerp.’ Een van de voorbeelden van zo’n project is het kappersboek waar ook kunstwer-
Sommige mensen zijn heel cryptisch in hun communicatie, terwijl anderen een roman lijken te typen.
ken in zitten. Alle art direction, tot de art direction van de lay-out, het bijsturen van de lay-out en dergelijke en hoe dat het hele project eruit moest zien, hebben wij beslist. Kijk, ik zal het eens nemen! (staat recht en neemt trots het boek op). Dat is een heel goed voorbeeld van een totaalproject waar we echt wel onze stempel hebben kunnen op drukken, al hebben we natuurlijk ook rekening gehouden met de klant. Een andere opdracht waar we nu heel intens mee bezig zijn, is de laatste collectie van de ontwerper Thimister(een ontwerper van bvba 32, waar Ann Demeulemeester en Haider Ackermann ook bijzitten). We zijn momenteel onder andere het nieuwe logo aan het ontwerpen. Verder heb we ook onze tanden gezet in het artwork van de nieuwste cd van dEus Dat was ook een heel leuk project, omdat we ook alle vrijheid hadden, maar dan wel in samenspraak met Tom (Barman – red.), een intense maar heel fijne samenwerking. Een samenwerking die nog altijd loopt zelfs, ik was net nog bezig met het ontwerp voor de nieuwe single. Ook met Arsenal hebben we een fijne samenweking.
Het leuke is dus dat we redelijk vrij kunnen doen wat we willen. Ondertussen is dat eerder regel dan uitzondering, omdat we op voorhand tegen de klanten zeggen dat het niet de bedoeling is dat we uitvoeren, maar dat we bedenken. /
er ten slotte onder. Wat we wel doen is, is onze portfoliowebsite goed bijhouden. Dat vinden we heel belangrijk. We zorgen ervoor dat de recentste ontwerpen er opstaan, en dat is onze investering om klanten te werven. /
× Weigeren jullie dan dikwijls klanten?
× Is het een stresserende job?
Ja, dat gebeurt regelmatig. Dikwijls hebben mensen zo’n afgelijnd idee van hetgeen ze willen, dat ze enkel iemand zoeken om dat uit te voeren. Dan zijn ze bij ons niet aan het juiste adres. Soms hebben ze ook al een bestaande huisstijl en willen ze dat verderzetten of willen ze hun huisstijl uitgevoerd in een ander medium. Dat zijn zaken die we niet meer doen. /
× Hoe komen klanten bij jullie terecht?
Gaan jullie zelf op zoek naar klanten? Wij gaan zelf niet op zoek naar klanten omdat we daar geen tijd voor hebben. Indien er periodes zouden voorvallen waarin we geen opdrachten zouden hebben zouden we er waarschijnlijk wel werk van maken. Maar voorlopig zitten onze agenda’s steeds tsjokvol. We trachten steeds eerlijk en sterk werk te maken en om altijd kritisch te zijn over wat er naar buiten gaat. Onze naam staat
Dat hangt een beetje van de opdracht af. Niet als we een website maken, want dat heeft geen publishmoment. Deze kan je altijd nog achteraf aanpassen. Styling en ontwerp voor print, zeker op kleding, is een ander verhaal: dat moet ingediend worden en af zijn. Als het resultaat niet is wat het moest zijn, dan zit je met een probleem. Maar dat doen we uiteindelijk toch het liefst omdat je dan echt wel een moment hebt dat het klaar is: ‘Closure’. /
× Is er een specifiek domein binnen druk�
werk dat je het liefst doet? Onze voorkeur gaat naar artwork, en prints voor stoffen. We ontwerpen graag dingen die blijven, en op duurzame materialen worden uitgevoerd. Een kledingstuk wordt vaak echt gekoesterd en gaat jaren mee. Een muziekalbum is ook zoiets. Het kan jaren in een collectie zitten en kan dan soms heroplevingen
albumcover Arsenal - Lokemo
logo’s voor Piazza, 10 days off, Radar, Tinez, Arsenal, dEUs, Spark, Belpop, Cafe Capital en Stillmoving
kennen. Wanneer een album weer in de kijker komt te staan. Echt sterke ontwerpen zijn tijdloos. Dat is voor ons het hoogste. Promomateriaal (artwork/ontwerp voor flyers en posters) vinden we ook wel belangrijk om te blijven doen omdat dat juist contemporair en vluchtig is… Het houdt je scherp, als ontwerper. Het is een platform waarop we kunnen experimenteren. /
× Hoe beginnen jullie aan een opdracht?
Dat hangt een beetje af van het type klant. Meestal gebeurt het dat ze al eens gehoord hebben van ons of werk van ons
× Dat is wel een enorm risico dat jullie
daarmee nemen… Ja… Maar hoe meer logo’s je gemaakt hebt, hoe meer ervaring je hebt en hoe zekerder je bent van je beslissingen. Dat kan heel verkeerd aankomen, maar we hebben het geluk dat dat wel dikwijls goed zit. Wij streven ernaar om heel concreet en liefst zo snel mogelijk ‘boenk d’erop’ te zitten. We denken er echt wel goed over na, we schetsen daarover, we praten erover en als we er echt achter staan, dan stellen we het pas voor. We zijn niet de mensen die keiveel materiaal geven of via omwegen werken. /
Gelukkig houden we zoveel van ons werk dat bepaalde dingen als hobby kunnen bekeken worden.
Hoe creatiever de klant, hoe meer we van zijn/haar werk moeten kunnen houden. Als er een niet zo creatieve klant is, dan is het niet zo heel belangrijk voor ons wat die man doet, maar dan is het wel belangrijk dat wij ons ding kunnen doen. Maar als het dus een heel creatieve klant is, dan moeten we echt respect hebben voor zijn werk of dat botert niet. /
× Jij werkt samen met je vrouw… botert dat? Dat is heel intens. Dat natuurlijk soms ook moeilijk zijn. We hebben vaak verhitte discussies over het werk, omdat we er beiden zo emotioneel mee verbonden zijn, zeker over creatieve dingen. Je spaart elkaar niet, aangezien je elkaar door en door kent. Ik denk wel dat dat ons werk wel ten goede komt, want we maken geen compromissen en vullen elkaar echt aan. /
× Hoe ziet een doordeweekse werkdag gezien hebben en dan via via eens komen polsen hoe we werken en of we ook niet voor hen iets willen maken. Heel officieus, vaak amicaal zelfs. Met veel communicatie en persoonlijk contact, waardoor veel van onze klanten ook vrienden zijn geworden. Voor ons is het ook heel belangrijk dat je vrij tegen elkaar kan zeggen wat je vindt en denkt. We beginnen meestal met lange gesprekken over hetgeen ze willen doen, wat de sfeer is, bijvoorbeeld voor een album: wat er anders is aan dit album ten opzichte van het vorige album, waar ze naartoe willen, of het een blij album wordt of een duister album. Bij een ontwerper (kleding) krijgen we de moodboards mee of bekijken we zijn/ haar stoffen en schetsen en dan trekken we steeds een volledige dag uit om rond die moodboards en andere zaken te meeten. Bij een muziekant of band beluisteren we de eerste ruwe opnames. Bij een logo-ontwerp kan het soms zijn wat we er honderden maken, maar soms kan het ook zijn dat we één ontwerp maken en tegen de klant zeggen dat er niet over te discussiëren valt omdat we meteen voelen dat het goed zit. /
× Een belangrijke stap om tot een ont�
werp te komen is de mens achter de klant leren kennen? Ja zeker! Het is essentieel dat we elkaar goed kennen, dat we veel babbelen en dat we weten waar we naartoe willen. Wanneer je een heel droge, zakelijke verstandhouding hebt, dan kan je heel functioneel werken. Misschien zelfs functioneler dan dat wij werken, maar dan moet je niet meer zo ver gaan zoeken in de ontwerpen. Dan heb je meestal een gevoel dat je kan vasthouden en daarmee ontwerpen. Wij zoeken echter wel naar iets extra’s, niet enkel dat eerste gevoel. Voor de meeste vormgevers zoeken we het te ver, terwijl artistieke mensen net vinden dat we toegepast werken. Wij vallen eigenlijk een beetje tussen beiden in en dat vinden we positief. Dankzij de verschilllende opdrachten ontmoeten we constant andere karakters. Sommige mensen zijn heel cryptisch in hun communicatie, die mailen gewoon nee of ja, terwijl anderen een roman typen. Er zijn dus mensen die je helemaal in hun verhaal wikkelen en anderen die zeggen: zoek het maar zelf uit.
er voor jullie uit? We hebben twee kinderen, één van 11 en één van 4. Wij staan op met de kinderen, smeren de boterhammetjes en zorgen ervoor dat ze alles hebben wat ze moeten hebben om naar school te gaan. Nadat de kinderen naar school zijn gebracht, beginnen wij hier in onze studio te werken of in onze tweede studio. Deborah gaat dikwijls voor fotoshoots of producties op sets of op verplaatsing en ik ben dan heel veel hier in onze studio aan het werk. Soms springt er een derde persoon bij, omdat we het werk anders niet gedaan krijgen. We ontwerpen tot half vijf, dan komen de kinderen thuis en zijn we met de kinderen bezig tot zij in bed liggen om half negen. En dan beginnen wij terug te werken tot elf, twaalf uur om gedaan te krijgen wat we moeten doen. Dat is een werkdag bij ons. /
× Hebben jullie dan nog vrije tijd?
Het goede bij ons is dat wij kinderen hebben en dat wij daar heel bewust mee bezig zijn. Zij eisen veel tijd op, maar dat is net een heel goed tegengewicht, zo zijn we verplicht om af en toe eens tijd vrij te nemen. Anders zouden we alleen maar werken.
21
non-commercial work
Gelukkig houden we zoveel van ons werk dat bepaalde dingen als hobby kunnen bekeken worden. Bijvoorbeeld de modeweken in Parijs, waar we de zaken voor onze klanten opvolgen: dat is ook ontspannend voor ons. /
× Zou jullie jezelf omschrijven als kun�
stenaars? We houden niet zo van mensen die zelf beweren dat ze kunstenaar zijn We ontdekken vaak sterk werk bij mensen die hunzelf geen kunstenaar noemen. Kunst komt naar ons gevoel niet steeds van zelf uitgeroepen kunstenaars. We hebben teveel respect voor het woord kunst om er losjes mee om te springen. We beschouwen en beoordelen liever het werk zelf dan personen op hun artistieke waarde. Dus ik zou nooit zelf zeggen dat ik een kunstenaar ben, maar ik geloof wel dat we met artistieke dingen bezig zijn. Tenslotte doen we natuurlijk een creatieve
22
job. In hoeverre dat die creaties kunst zijn, is een beoordeling die we aan ieder individu persoonlijk overlaten. /
× Heb je nog gouden tips voor begin�
nende grafici? Doorgaan tot je bereikt hebt wat je wou bereiken, niet te snel tevreden zijn dus. Je moet altijd kritisch blijven voor je eigen werk en nagaan of de typografie in verhouding staat tot het logo of een beeld, of het uniek is wat je gemaakt hebt. Achteraf moet je, voor zover dat gaat, kijken naar je werk met een maagdelijk oog: ‘Zou ik het ook goed vinden als ik het niet zelf gemaakt had?’ Blijf goed uitkijken dat je niet steeds dezelfde technieken te gebruikt of technieken van andere ontwerpers, omdat je weet dat ze werken. Durf fouten maken, blijf zoeken, blijf spelen… Amuseer jezelf.
En dan nog een tip voor als je vastzit met je werk: vraag je af wat je zou doen als het voor jezelf zou zijn. Zou je zelf het Tshirt of de trui dragen die je ontwerpt? Dat vind we de beste referentie. Sommige mensen ontwerpen te veel in functie van de klant. Zij redeneren: ‘Als hij het goed vindt, is het goed genoeg.’ Ik denk niet dat dat een goede werkwijze is. Oordeel steeds vanuit jezelf. /
× Hartelijk bedankt voor dit heel inte� ressante gesprek!
interview door
Mathieu Cieters 21 oktober 2011
VERGAAN BRØT
experimenteel
Ok, brood vergaat, en wie daarvan nog niet overtuigd was krijgt hier het bewijs voorgeschoteld. Brood is één van onze basis voedingswaren, en het kan duidelijk een eigen leven beginnen leiden. Normaal geven wij het brood hier niet de kans toe, ik maakte een uitzondering. Het brood als voedsel vergaat, en verliest zijn eigenschap van eetbaarheid. Doch wordt het eens saaie sneetje brood dan een fascinerend verschijnsel. Een nieuwe wereld vol kleuren, vormen en texturen wordt geopend. Niet alleen brood, maar ook brØt vergaat. Grafisch ontwerp is namelijk ook iets dat nooit stil staat en steeds in beweging is. Iedereen komt bewust of onbewust voortdurend in aanraking met grafische vormgeving. Net zoals bij brood, gooien we het als het ware weg wanneer de vergankelijkheid
eraan komt. Ook grafisch ontwerp veroudert, en heeft nood aan vernieuwing. Wanneer een nieuwe trend leeft onder de vormgevers, staat de volgende al voor de deur. Daarom is het doel van goede vormgeving veroudering te vermijden en zo tijdloos mogelijk te zijn. Laten we hopen dat dit met dit magazine het geval is. En zoals ook het oude brood een hele hoop bewondering opwekt, is de grafische vormgeving van vroeger iets om van te leren. Vaak is het pure grafische ontwerp van vroeger veel waardevoller dan dat van vandaag, dat het moet hebben van voorbijvliegende trends. Het is de kunst tijdloos en juist te zijn, maar toch ook verfrissend en aangepast aan de noden van vandaag de dag.
expo /
10 jan 2012 10 juni 2012
Maes & Matthys Gallery
Maes & Matthys Gallery Pourbusstraat 3, 2000 Antwerpen www.maesmatthys.be info@maesmatthys.be
C2F Cybu Richli & Fabienne Burri C2F is a young communication design company established by Cybu Richli and Fabienne Burri. Our focus is on visual communication for arts, architecture, business, design, education, cultural cli� ents, sciences ... ▸ Could you describe the position you find yourself at in your career now? We are a young communication design company. Our focus is on a visual communication for arts, architecture, business, design, education, cultural clients, sciences. And we want to go further. / ▸ Everybody has some heroes or people to look up at. What are yours? A lot of other graphic designer have our biggest respect. Rick Valicenti is an example. Since many years he is able to keep a high quality. He experiments a lot and he is collaborating with a young team. He never lost the passion for his job. Sometimes he is doing crazy designs. And sometimes we like it or not. But there is always something magical. Then there are our students: They are always very motivated and doing a very good job. We learn a lot of them. It’s the best collaboration and also a big motivation for ourself. / ▸ What are you doing besides graphic design or when your not behind your computer? We are doing a lot of different things. We are working analog, experimenting, 28
teaching, traveling, making music, photographing... / ▸ You won several awards and prices. That must be motivating. How about the stress on that high level? Of course, getting awards and prices is very motivating. But the work remains the same. We always want to do a good job, no matter for who or what or why. / ▸ You are both teaching. I wish I had teachers like that. Can you live from your work or is teaching handy to pay the bill? Yes, we can live from our work. Our passion has become our job. And we want to do this job a lifetime. Teaching is very a good variety to the job in our studio. Currently Cybu started teaching at the Zurich University of the Arts. Together we also give workshops. We always have fun to teach. / ▸ You two are from Switzerland, I’m from Belgium. Is there a big ‘Art scene’? Yes, Switzerland has a big design scene and the quality is very high. We don’t know a lot of belgium graphic designers. But hopefully it changes soon. / ▸ What advice do you have for those com� ing up behind you? Just be open for new stuff and do always a good job. / interview door
Timo Bonneure 31 oktober 2011
Poster for the Art Exhibition at the Museum of Art Nidwalden
Our passion has become our job Poster for Master of arts in fine arts
s n e p m I d a nra
Koe
BOZAR – Behind the graphic scenes Hij draait al een tijdje mee in de grafische wereld en het was geen sinecure deze grafische duizendpoot vast te pinnen voor een interview. Na heel wat formeel mailverkeer en wachten lukte het dan toch. Het is een zonnige donderdagmiddag wanneer Koenraad Impens naast mij opduikt op een Gents terrasje en zich vriendelijk excusseert voor de vijf minuten vertraging. Twee pintjes, drie onderbroken telefoontjes en een waslijst vragen later is het mij gelukt wat inzicht te verkrijgen in de wereld van deze ervaren vormgever.
Laten we beginnen met het logische: met wat hou je jezelf op dit moment zoal bezig? Op dit moment probeer ik mij vooral te focussen op mijn werk bij BOZAR en wat eigen werk dat ik maak in m’n vrije tijd. In BOZAR hebben we een klein team van drie mensen waarmee we de grafische vormgeving doen en dan één webmaster en iemand die de content doet van de website. We zitten dus samen in een bureau met drie vormgevers en doen dus praktisch bijna alles: affiches, folders, flyers, concertprogramma’s, het maandelijks magazine, banners, inhouse signalisatie, promotiemateriaal, advertenties, .... Om je een idee te geven van het werk dat we hebben: er zijn in BOZAR zeven artistieke departementen. De twee grote pijlers hierbinnen zijn BOZAR Expo, de 2 grote tentoonstellingen die om de twee à drie maand afwisselen en dan nog een twee of drietal kleinere tentoonstellingen. De tweede pijler zijn de concerten, 30
BOZAR Music, waarvan er meer dan 250 per jaar zijn. Meestal klassieke muziek maar ook jazz en electro. Verder zijn er in bij BOZAR twee meisjes die zich enkel en alleen bezig houden met het samenstellen en maken van de catalogi die uitkomen bij elke grote tentoonstelling. De reden hiervoor is simpel: wij hebben er gewoonweg geen tijd meer voor om ons daar mee nog bezig te houden (lacht). Daarenboven is het vormgeven van een boek toch nog een stiel op zich. / Zoals BOZAR Electronic Weekend? Ja. BOZAR wil een zo breed mogelijk muziekgamma aanbieden, gekoppeld aan allerlei evenementen en tentoonstellingen. De andere departementen bevatten onder andere cinema dat strikt genomen in twee delen valt: het ene heeft een meer experimenteel karakter en het tweede zijn vooral avant-premières en grotere filmproducties. /
Ontwerpen jullie ook de de publica� ties en dergelijke voor CINEMATEEK? Neen, zij zitten ook in het paleis (Paleis voor Schone Kunsten, het Hortagebouw nvdr) maar hebben eigenlijk geen connectie met ons. Het is een aparte organisatie die hun zalen heeft in een klein gedeelte van het gebouw. / Doe je tussendoor ook veel freelance werk? Wel,dat gebeurde vroeger meer omdat ik freelance begonnen ben. Ik heb dat nu stilletjes aan proberen afbouwen omdat ik de laatste twee jaar meer vrij werk wou maken, los van opdrachten. Daarenboven heb ik maar één dag per week vrij wat niet echt veel is om nog freelance opdrachten te zoeken of uit te werken. Het is eigenlijk een puur praktische beslissing die ik voor mezelf heb genomen. / Wat heb je gestudeerd? De opleiding de ik heb gevolgd was digitale vormgeving. Aansluitend heb ik een
jaar webdesign gevolgd in avondopleiding. Beiden aan het KISP, op de HIGR campus. Ik vind het vooral belangrijk jezelf te blijven vormen. Mijn opleiding was heel technisch en legde minder nadruk op het creatieve, maar dat compenseerde ik door zelf eigen werk te maken. Verder heb ik ook cursussen gevolgd in film en kunstgeschiedenis. / Waarom ben je precies bij BOZAR gaan werken? Het was eigenlijk een vrij spontane solicitatie. Ik ben een achttal jaar geleden gaan solliciteren, toen BOZAR eigenlijk pas was opgestart. Daarvoor was het een losse verzameling van vzw’s die verzameld waren in het paleis (Paleis voor Schone Kunsten nvdr). Ze regelde tentoonstellingen, muziekoptredens, literaire evenementen en dergelijke. Voor de samenvoeging waren het dus losse organisaties die gegroepeerd zijn onder een branding uitgevoerd door BaseDesign in Brussel. /
Automatic © Koenraad Impens
Centraal in BOZAR zijn natuurlijk de grote tentoonstellingen met hun bij� behorende campagnes. Jullie maken hiervoor dan het promotiemateriaal en de reclamefolders, maar hebben jullie als vormgevers ook inbreng in hoe het geheel er mag uitzien? Die dingen hangen echt af van project tot project. Bij de grote tentoonstellingen gaat het toch over zéér grote budgetten. Het zijn vaak samenwerkingsverbanden met buitenlandse musea of kunstinstellingen of er wordt een externe gastcurator aangesteld. Dat kan iemand zijn die werkt bij een ander internationaal museum of een bekende kunstenaar of kunstcriticus. De programmatie wordt dus door de directe vastgelegd, in overleg met de instelling waaraan we het collectiemateriaal ontlenen. Achteraf zijn er wel meetings om de visual te bepalen en pas nadien komen ze naar ons om het geheel gedetailleerder uit te werken en precies te bepalen hoe we het gaan aanpakken. /
Geldt hetzelfde ook voor de kleinere tentoonstellingen? Dat hangt opnieuw af van geval tot geval. Het interessante aan kleinere projecten is dat we vaak zelf meer vrijheid hebben om beelden te kiezen. Soms vragen ze zelfs om specifiek een affiche op basis van typo te maken als er geen visual gevonden kan worden. Dit gebeurt echter meer bij festivalachtige evenementen. / Het materiaal wordt dus aangeleverd? Het materiaal dat we mogen gebruiken voor de vormgeving van onze publicaties wordt aangeleverd door de musea of instellingen waar we dan specifieek mee samenwerken. Het Paleis voor Schone Kunsten is op zich een leeg gebouw. We zijn eigenlijk geen museum met een permanente collectie. We hebben concertruimtes, tentoonstellingsruimtes, multimediale ruimtes en ook theater maar werken steeds in uitwisselingsverband. / Misschien kunnen we even doorgaan over de verschillende departementen? Binnen BOZAR is er dus nog theater, dans, architectuur, literatuur en BOZAR Studios. Studios houdt zich meer bezig met projecten rond kinderen en meestal in het kader van de grote tentoonstellingen. Zo kunnen ze overdag allerlei workshops doen en de tentoonstellingen bezoeken met allerlei bijbehorende projecten. / 32
Je kan in mijn ogen moeilijk zeggen dat het beeldende belangrijker is dan het typografische.
Heb je nog verdere carrièreplannen of is dit het eindstation? Dat weet ik eigenlijk nog niet (lacht). Ik ben er zelf nog niet helemaal uit of ik hier eigenlijk nog wel verder in wil gaan omdat ik toch al twaalf à dertien jaar bezig ben met vormgeving. Ik probeer natuurlijk los van mijn werk zelf nog te evolueren en mijn andere interesses, zoals muziek en mode, verder te ontplooien. Maar om daar dan een job in te vinden, ook niet vanzelfsprekend hé (lacht). Desalniettemin is muziek toch wel een zware passie. Ik zal stellen dat de toekomst niet helemaal duidelijk is op dit moment. / Op je blog kunnen we ook vrij werk van je terugvinden. Waar haal je door� gaans je inspiratie? Die blog gebruik ik eigenlijk als een soort vrij portfolio. Ik haal vooral inspiratie uit muziek, film, tentoonstellingen en fotografie. Fotomontage en collage hebben mij altijd wel al geïnteresseerd.
Ik probeer die dingen wel af te scheiden van mijn werk bij BOZAR. Zo ga je op mijn tumblr nooit een link vinden naar BOZAR. / Het �������������������������������� magazine wordt dus vormgege� ven door een team van 3 vormgevers. Hoe gebeurt dit juist? Is er een taakver� deling? We hebben nu onlangs een restyling van het magazine doorgevoerd. De originele maquette van het magazine was gemaakt door BaseDesign en dateerde dus al van acht jaar geleden. We hebben dat doorheen de jaren wel af en toe aangepast op vraag van de directie maar een maand of vijf geleden hebben we toch een radicale restyling doorgevoerd. De maquette was dus doorheen de jaren steeds met kleine stukjes aangepast maar het geheel was er niet beter op geworden. Integendeel, het werd veel te rommelig en onoverzichtelijk. Dat lag deels ook aan de programmatie. Er gebeurt gewoonweg elke maand
Flyer evenement BOZAR Night
zoveel. Het is dus niet evident dat overzichtelijk vorm te geven. Zo heb ik de kalender gegroepeerd achteraan het magazine en dus niet langer per departement verspreid met daar tussen nog eens heel veel advertenties en kleurenbalken. De restyling die ik nu heb doorgevoerd had dus als doel een simplificatie en vooral een meer klare lijn. We werken nu met bepaalde keywords, vaste titelstrucuren, het groeperen van logo’s en elk departement heeft nu een kleur gekregen. / En wat met de taakverdeling? Ik heb mij voornamelijk bezig gehouden met de restyling en ben bijgevolg ook meer bezig met het magazine. Mijn collega’s houden zich momenteel meer bezig met de vormgeving voor de tentoonstellingen. Al switcht dat wel regelmatig, om het interessant te houden (lacht). /
promotional postcard BOZAR Cinema
Wat is jou idee van goede grafische vormgevig? Wanneer is iets goed gra� fisch vormgegeven? Meestal heb ik meteen een mening: ik vind het goed of ik vind het niet goed. Als ik in andere musea of culturele instellingen ben, probeer ik wel altijd eens te kijken wat zij doen met hun folders en publicaties. Maar eigenlijk is dat niet zo’n gemakkelijke vraag (lacht). Soms vind ik iets goed maar is het niet mijn smaak, maar daar moet je van kunnen afstappen. Iets kan technisch heel goed gemaakt zijn door iemand die het duidelijk goed kan, maar daarom vind ik het nog niet mooi. / Wanneer is je passie voor vormgeven begonnen? Er is natuurlijk wel altijd al een zekere interesse geweest. Het idee van werken in
de grafische wereld sprak mij enorm aan. De opleiding die ik volgde was minder kunstgericht dan de opleiding die jullie hier op het KASK volgen. We leerden vooral heel klantgericht werken: je maakt een eerste schets en werkt in overleg met je klant. Achteraf gezien was dit wel een pluspunt. (denkpauze) De grafische wereld is toch wel héél klantgericht (lacht). Onze tentoonstellingen en evenementen moeten natuurlijk aanspreken. Vele affiches die je tegenwoordig ziet zijn niet echte ‘branché’. Het zijn geen echte designklassiekers die puur gemaakt zijn voor de vorm. Maar, alles is natuurlijk gerelateerd aan sponsering en coproducties. / ���������������������������������� Dus het moet toch redelijk toegan� kelijk blijven? Ja, eigenlijk wel. /
De grafische wereld is toch wel héél klantgericht!
folder voor BOZAR Expo - Jordi Colomer
Zijn er bepaalde vormgevers die je zelf goed vindt? Ik vind dat je zelf steeds moet blijven evolueren – wat toch gemakkelijker is gezegd dan gedaan. Pakweg tien jaar terug vond ik het Zwitsers designbureau burodestruct heel goed. De laatse twee jaar volg ik de grafische scene wat minder. Ik ben momenteel meer bezig met fotografie en muziek. Al vind ik het Berlijns bureau Hort op dit moment wel goed. Vroeger kon ik uren bezig zijn met bureaus online te checken, maar dat is de laatste jaren wat afgenomen. Er zijn er ook zoveel hé (lacht). / ����������������������������������� Het magazine heeft toch een bepaal� de uitstraling, mede door advertenties voor merken als Hermès en Delvaux. Compleet je zin doen zit er dus nooit echt in? Absoluut niet. We werken altijd binnen een vast stramien en in overleg met de hoofdredacteur die de tekst schreef met zijn redactieteam. Hij bepaalt de planning van de pagina’s en hoe het magazine er gaat uitzien. Het is wel onze taak om te melden wanneer dingen niet werken. We mogen achteraf dus wel pagina’s verplaatsen en er is sowieso ook
BOZAR Expo It’s not only rock’n’roll baby!
de vrijheid in het kiezen van de beelden en plaatsing ervan. Kleur en letterypes zijn wel vastgelegd in een stramien, wat noodzakelijk is. Zonder een vast stramien geen goed magazine. Onze taak komt er op neer om het visueel goed en aantrekkelijk te maken. / Je zei al dat je als vormgever zelf moet blijven evolueren. Heb je nog advies voor beginnende grafische ontwerpers? In puur grafische vormgeving vind ik persoonlijk de balans tussen typografie en beeldmateriaal belangrijk. Je kan in mijn ogen moeilijk zeggen dat het beeldende belangrijker is. Typografie vind ik soms zelfs belangrijker. Ik doe dus heel veel layout bij BOZAR en dat moet soms heel erg snel gaan. Het is niet zo dat we maanden op een folder zitten te werken. Nu werk ik aan een nieuw project dat maandelijks zal doorgaan. Daar rek je een paar dagen voor uit: je maakt een visual, pleegt overleg en begint te ontwerpen. Meestal blijft het wel in ons stramien van de huisstijl maar voor de rest ben je eigenlijk vrij qua letterrtypes en plaatsing. Uiteindelijk moeten we het gewoon voorstellen en moet het aanvaardt worden door de directie. Je moet als vormgever heel flexibel
folder overige departementen
kunnen zijn. Je moet ook snel maar grondig kunnen werken. Als je freelance werkt moet je volgens mij vooral contacten onderhouden. Niet bij de pakken blijven zitten maar zelf mensen gaan contacteren. /
interview door
Tom Packet 28 oktober 2011
35
à
filles papa we enjoy day after day what the life brings to us
36 36
▸ In 2008 you and your sister started a label named ‘Filles à papa’. Of course, you’ve been very proud, but how does the story of your label start? What’s the beginning?? We finished our studies (Sarah as fashion designer and Carol as graphic and typo designer)at the same time and we left Belgium for New York during one year. When we came back, we decided to work together on an common artistic project, and ‘Filles à papa’ became obvious for us… / ▸ You have chosen ‘Filles à papa’ as name of the label, but what’s the meaning of the name? Does it have a deeper meaning about your father? It’s a few self-derision, but above all, the name suits perfectly the girls who we imagine our clothes for. It suggests a universal, more or less ‘wild’ type. There is also the idea about a kind of luxe, from a lifestyle often out of reality, luxe to own beautiful things. /
▸ I know ‘Filles à papa’ from a Belgian store called Rewind, but is it also known broad? Do you want to expire the whole world with your label, or do you only see it as a smaller project? The Belgian shops were the first to trust in ‘Filles à papa’, but of course we try to expend the brand everywhere. We start to sell our brand in different countries like USA (NYC – LA), Hong Kong, France, Spain, England,… / ▸ Is fashion just a passion or is it more than that? It’s above all a good artistic way to express ourselves. / ▸ How do you see the future of ‘Filles à papa’? Many many projects, an underwear collection for men, flagship ‘Filles à papa’ in Belgium, accessories lines (shoes and bags) for the next collection,… /
▸ Sarah and Carol, you are two sisters, do you enjoy working together? Would you describe working together as or negative? It’s positive. We deeply enjoy the good surprises and family moments. Even if sometimes, someone’s little sister is fighting! / ▸ What if someone wants to stop with ‘Filles à papa’? What happens with the label? We don’t think about that. It’s difficult to imagine keeping on working on ‘Filles à papa’ without each other... It’s really an artistic project about the both of us. / ▸ Where do you get your ideas for your fashion label, the logo, the website, typography...? It’s pretty obvious that cites like New York or Los Angeles have directly or unconsciously influenced our style. We love the eccentricity of these cities, the liberty their inspire. We find our inspiration in
the everyday live : people on the street, friends, music, movies,…and above all, nightlife! / ▸ Carol, you studied graphic design. Have your studies got a lot of importance in your designing? I (Carol) think it helped us a lot to develop a such ‘universe’ around the collections and the name. Graphic and fashion designers have a different eye. Actually, what makes our style the way it is now, is us being that complementarily (about our sensibilities, our studies etc). I also have a very careful mind with small details or finishing on every piece... I’m also taking care of the printings of all the t-shirts, sweaters etc. / ▸ On the website we see a logo. Is that one of your own creations, what’s the idea behind it? We decide and make everything (graphic and fashion design). About the logo, we wanted something straight, something
37 37
‘anonymous’ to contrast with the fantasy of the name ‘Filles à papa’. We choose a straight typography without curves and too many details. But we are used to change our logo each season in according with the theme of the collection. So, ‘Filles à papa’ is differently written on the t-shirts on each collection. Now, on the catalogs, we write ‘Filles à papa’ SS12 or ‘Filles à papa’ FW12 (for a side more anonymous). / ▸ If you think fashion, you think fashion shows. But do you do other things topromote your label? We try to take part to different projects. For example, every august, we organize a ‘Filles à papa’ party with the Kitsch Club at Knokke, or some collaboration with other artists. And of course, some articles in the fashion press. /
Sarah and Carol
▸ I know I wear your clothes, but is there a target group for ‘Filles à papa’? We design for girls who are naturally comfortable in their own skins and who are drama free. They are audacious, free spirited and dress according to their feelings and fashion instates. Our fashion is about freedom, freedom of expressionism. /
tions evolve and assert from season toseason. We know it’s only the beginning of the adventure, we have many projects, we hope to expand the line, maybe make some collaborations with other brands, artists etc. But it’s pretty hard for us to project ourselves in the next years. We enjoy day after day what the life brings to us. /
▸ Are you satisfied with what you have reached already? Yes, we’re pretty satisfied. Things started really fast and really well. The time runs so fast, and there are so many things which happened since we have created the brand 2,5 years ago... ‘Filles à papa’ is still a young label, today we are still working with a small and very close team but the things move step by step and with our growing experience, the collec-
▸ Their typo Times New Roman, Didot, Helvetica, News Gothic STD (bold italique), handwritten typos. / interview door
Roselien Wille 2011
39 ‘sweat mountain’, new collection 2011/2012
Grafisch Nieuws
typografie versus
dyslexie
Grafisch ontwerpers en typografen hebben als doel teksten zo leesbaar mogelijk te zetten, maar willen toch ook een esthetisch interessante zetting verkrijgen. Daarvoor gebruiken ze het liefst ook ‘mooie’ lettertypes. Maar deze lettertypes zijn vaak erg moeilijk leesbaar voor dyslectici. Ze zijn namelijk zo ontworpen dat ze een mooi geheel vormen, waardoor de letters op elkaar lijken. Voor het merendeel van de lezers zien deze fonts er goed uit, maar voor dyslectici die moeilijk letters van elkaar kunnen onderscheiden, zijn deze alles behalve aangenaam te lezen.
Wist je dat...
> 5 tot 7 procent van de bevolking last heeft van dyslexie? > Mannen meer last hebben van dyslexie dan vrouwen? > Het grootste deel van de dyslectici linkshandig is?
40
Wat is dyslexie?
Dyslexie staat in het woordenboek verklaard als ‘woordblindheid’. Deze verklaring is niet echt correct, we kunnen beter zeggen dat het ‘beperkt lezen’ betekent. Dyslectici hebben het moeilijk met correct lezen en schrijven, als gevolg van een probleem in de hersenen. Los daarvan zijn ze normaal begaafd. Vaak worden ze duizelig of moe bij het lezen van lange teksten. Letters lijken over het papier te dansen. Ze hebben last van het omdraaien, spiegelen en verwisselen van letters, zeker als verschillende letters op elkaar lijken.
Ontstaan van het lettertype Dyslexie
Dyslexie is een nieuw lettertype, ontworpen door Christian Boer, een grafisch ontwerper (werkend bij StudioStudio) uit Zeist die zelf dyslexie heeft. Het nieuwe lettertype kwam er naar aanleiding van een schoolopdracht. Hij moest filosofische teksten lezen, maar hij slaagde er niet in zijn aandacht bij de tekst te houden. Daarom besloot hij het boek Een reis om de wereld in tachtig dagen van Jules Verne in een nieuw, zelfontworpen lettertype om te zetten als afstudeerproject. En, het nieuwe lettertype bleek een succes, niet alleen Boer zelf kan er vlot teksten in lezen, ook bij anderen blijkt het te werken. Verschillende hogescholen en universiteiten maken al gebruik van het lettertype. De universiteit van Twente deed een onderzoek naar de werking van het nieuwe lettertype en er bleken daadwerkelijk minder fouten gemaakt te zijn dan met het standaard lettertype Arial.
Werking van Dyslexie
Het lezen van teksten in Dyslexie gaat vlotter omdat elke letter een eigen karakter heeft, en dus erg herkenbaar wordt. Boer spendeerde ongeveer vijftien uur per letter om het juiste resultaat te bekomen. Wat maakt dat dyslectici dit nieuwe lettertype beter kunnen lezen dan de gangbare lettertypes? Doordat het zwaartepunt van de letters laag ligt, kunnen deze niet snel ondersteboven gedraaid worden. De vergrootte opening van letters en de iets schuinere zetting van sommige letters (op basis van geschreven letters) maakt dat ze onderling meer van elkaar verschillen. Ook het verlengen van de stok en/of staarten en van de letter in hun totaal geeft ze een eigen karakter . Doordat de letters hoger maar niet breder worden, worden ze luchtiger. Hoofdletters en leestekens worden vetter weergegeven, zodat het begin en het einde van een zin makkelijk waarneembaar is. De vergrootte ruimte tussen letters en woorden helpt om rust te creeĂŤren.
Andere goed leesbare lettertypes
Er zijn natuurlijk nog andere goed leesbare lettertypes, bijvoorbeeld Read Regular. En er zijn ook lettertypes die niet speciaal uitgevonden zijn met als doel het lezen voor dyslectici makkelijker te maken. Hier volgen enkele voorbeelden. Let wel, al deze lettertypes zijn schreefloos, schreven zijn voor dyslectici namelijk niet makkelijk te lezen.
READ REGULAR
Dit is een ander lettertype dat speciaal voor dyslectici gecreĂŤerd is. Dit in 2003 ontstane font heeft als uitgangspunt het geven van een individueel karakter aan elke letter. De letters worden ontdaan van elk onnodig detail, en ze hebben erg scherpe contouren. Ook hier worden stokken en staarten verlengd, binnenvormen zijn groter dan normaal en de openingen worden ook groter gemaakt.
Lager liggende zwaartepunt van de letters
Vergroting van de letters
Grote openingen in de letters
Vettere hoofdletters en leestekens
Lichte schuinheid in de letters
Meer ruimte tussen letters en woorden
VERDANA
Verdana wordt ook gezien als vrij duidelijk leesbaar. De letters zijn vrij open en geven een rustig beeld, wat dansende letters tegengaat. Vooral voor het lezen op scherm, dus bijvoorbeeld op websites, is dit lettertype aan te raden. The quick brown fox jumps over the lazy dog
TREBUCHET MS
Trebuchet MS wordt door sommigen als nog beter leesbaar gezien, door de kleine x-hoogte en de langere stokken en staarten. The quick brown fox jumps over the lazy dog
COMIC SANS MS
Ook Comic Sans MS komt af en toe naar boven als goed leesbaar lettertype, maar door zijn informele karakter is het nu eenmaal weinig bruikbaar. The quick brown fox jumps over the lazy dog Dyslexie en ReadRegular downloaden www.studiostudio.nl/project-dyslexie/ www.readregular.com/nederlands/introductie.html
41
>>>> >>>> Jonas Jonas >>>> Hegi >>>> >>>> >>>> >>>> >>>> >>>> >>>> >>>> >>>>> > >>>>> >>>>>> >>>>>> creatief jong zweeds
Jonas Hegi is a promising 24 year old graphic design from Zurich, Switzerland. After spending 2 years studying at the University of the Arts in Zurich he moved on to complete an internship at Ludovic Balland and at Carvalho Bernau in Den Haag. He is part of the vj collective ‘Les Enfants Terribles’. Hegi’s approach is very swiss and very inspiring to those whose tastes lean in that direction.
> Who is Jonas Hegi? I’m a 24 years old guy living in Zurich, Switzerland. I just made my BA-Degree in Visual Communication at the Zurich University of the Arts (ZHDK). At the moment I’m self-employed and working on different projects. /
> How did you end up in designing in the first place? How did it all start? I grew up with drawing and painting and I was always fond of design, photography, typography and the arts. For me it was always logical to end up in doing something with design and art. /
42
Festival der Künste 4, 2011
> What exactly did you graduate in and where? I graduated in visual communication (former graphic design) at the ZHdK (Zurich University of the Arts). / > Could you say your studies differ from graphic design? Differ? It was all about graphic design and a little bit photography and illustration! /
> > >>> >>>
> Where has your work taken you? I was working in Basel, The Hague and Zurich. With the VJ Collective (Les Enfants Terribles) actually soon called Sierra) we played mainly in Switzerland, Germany and Austria playing. / > What did these places teach you (that Switzerland didn’t)? Never make compromises. Always challenge yourself, always question your work. (Which I learned in Switzerland as well!) / > You also had a vj’ing project with Samuel Weidmann. How did this start and is the ‘Les Enfants Terribles’ duo still active to this day?
Yes it’s still active, actually more than ever. We’re now thinking about a new name – Sierra. We’re trying to work more on installative projects in a more artistic way. But still, vj’ing is fun and we love to do it. / > When I first heard about you, you were designing for Cryptonites. If we look at your more recent work a lot has changed. If you can agree, how would you say your work has evolved? It’s more about the concept now. And probably way more reduced. I try to create things that may last longer than just for a certain period. I still like to switch between different styles and experience new things, I always try to go one step further than what’s actually around me. So I actually don’t care what’s trendy now, I just do, what I think fits best for the project. / > Is there a specific work (regardless if it’s print, digital, installation,…) that you are really proud of? I think I’m really proud on the final work I did with Samuel Weidmann at my school, the so called ‘Grafik Kiosk’. We made a concept for a program, which is able to create posters and flyers with the content
given by the user. The user just has to tell the program, wether the poster should look funny or serious or whatever, then the program starts working on the poster. And it works without any templates. At this point I have to give some credits to Philip Laeubli and Mario von Rickenbach, two of the best programmers I know and without them the prototype just wouldn’t have been possible. The challenge was to translate composition and intuitive designing in mathematical formulas. The program is a prototype and we’re still working on it. / > Have you had an expositions yourself? There was just the final school exposition. But for me it’s always difficult to exhibit graphic design. There are some self-initiated projects I’m thinking of exposing, but it won’t be kind of a résumé of my work. / > Who did you work for, who do you work for now, who would you like to work for in the future? I’m working mainly in the cultural section. Beside that, I initiated some projects by myself. Also type design is a big thing. At the moment I couldn’t say for 43
>>>>> >>>>> >>>>> >>>>> >>>>> >>>>> >>>>> whom or what I would like to work most. It just has to be interesting and challenging and it has to make fun, always! /
> You work is amazing but still how did you get noticed so quickly? Did you get any support (from big names,…)? I got noticed so quickly? I really didn’t realize that. No, I didn’t get any support
> Do you have any future goals. If so, which ones? Uh, maybe moving to London or Berlin? Learning French in Paris? /
> Are there any tools or methods you frequently use in your work. (For ex� ample: silkscreen) If so, why?
No, I don’t like to use tools because the tools. I like to use a specific tool because I think it’s the best tool to get the best result for the project. So I love silkscreen, hand printing, but I also love my laser printer. /
interview door
Stef Michelet 30 oktober 2011
ne
ver
alw
ma
ays
ke
co
mp a lle romis ays ng es, qu ey est ou ion rs elf yo ur , wo rk . from big names. I don’t want to get no-
alw
ch
ticed because of big names or of my person, I want to get noticed because of my work. /
> What are you occupied with the most at the moment? Besides working as a designer, I’m organizing an independent fashion show called Kostume in Zurich. The next show will take place during the fashion week in Zurich. I’m not only working on the appearance of the show, I also have to deal with sponsors, fashion designers and a lot of other things. After the 12th of november, the day of the show, I will focus more on my own projects. / > After all your experience so far: can you say what it takes to be a (good) graphic designer? Passion! And never get satisfied. /
Kostume 3 Handout
44 44
> > > > > > >
www.fontshop.com
chagrined pigs graphic designers are
china drip eggs • paged chin rigs • cheap rind gigs
volgende maand in brĂ˜t eca n a h n e v lie
Ik merk ook dat ik veel makkelijker werk als het goed klikt tussen mij en de klant.
f f r o d n u eva m
Een leerkracht heeft ooit tegen me gezegd dat mijn werk niet goed is tenzij het grappig is.
el g o v d l a w e r a w a e m we beca y el neora
Samenwerken met een klant vergt veel geduld en volharding. Hoe meer we zelf in de hand hebben, hoe meer het verhaal klopt voor ons. Ja lap, daar gaat mijn mystiek!
meer op
www.brot.com