door sybrand zijlstra aan idealisme heeft het in de vormgeving nooit ontbroken. aan de realiteitszin wel, meent sybrand zijlstra. ‘In het verleden is er veel te gemakkelijk van uitgegaan dat design een soort maatschappelijk wondermiddel is.’
In 1972 schreef de Amerikaanse ontwerper Victor Papanek het boek Design for the Real World waarin hij de praktijk van het industrieel ontwerpen misdadig noemde Hij riep ontwerpers op tot het maken van design voor de ‘echte wereld’, dat wil zeggen voor mensen met echte problemen, zoals de honderden miljoenen in ontwikkelingslanden die in armoede leven. Toen Papanek zijn boek schreef was er nog geen sprake van massatoerisme naar de derde wereld. Inmiddels heeft de globalisering haar krachten ontbonden en is een ontwikkelingsland als reisbestemming geen bijzonderheid meer. Wie een ontwikkelingsland bezoekt, kan vastleggen dat de verschillen met onze wereld, waar welbeschouwd iedereen rijk is, enorm zijn. Met een schok realiseer je je hoe bevoorrecht je bent deel uit te maken van het kleine welvarende deel van de wereldbevolking. En tegelijkertijd is er ook een schok van herkenning: men leidt er een verloren gewaand bestaan dat elementair is en in het teken staat van overleven in plaats van consumptie en vermaak. En wat misschien nog wel het meest treffend is: er wordt desondanks van het leven genoten, terwijl dat voor ons, ondanks alles wat we hebben, vaak problematisch is vanwege welvaartsaandoeningen als stress en verveling. De globalisering heeft ook op mijn leven vat gekregen. Sinds ruim een jaar woon ik met mijn gezin in IndonesiĂŤ. Kijkend naar design vanuit de derde wereld ontkom ik er niet aan de zaak op scherp te stellen, in overeenstemming met de
De xo laptop van het spraakmakende one laptop per child project geïntroduceerd in 2007 sterke contrasten – tussen arm en rijk, modern en traditioneel, inheems en westers – die kenmerkend zijn voor dit deel van de wereld.
Armoede Indonesië heeft 235 miljoen inwoners waarvan bijna de helft in armoede leeft. In armoede leven betekent een gebrek hebben aan gevarieerde voeding, veilig drinkwater, hygiëne, gezondheidszorg en educatie. Kan design iets voor deze mensen betekenen? Design for the Real World is zo’n beetje de bijbel voor elke ontwerper met een geweten, toch is Papaneks oproep niet echt effectief geweest. Aan een tot de verbeelding sprekend voorbeeld uit het boek is te zien waar dat door komt. Het gaat om een radio-ontvanger die bestaat uit een transistor, een oortelefoon, een conservenblik en een thermokoppel (1), met als energiebron een kaars. Deze ‘blikradio’ was bedoeld voor afgelegen gebieden inde derde wereld waar geen stroom is en te weinig geld voor batterijen. Via UNESCO is hij in de jaren ’60 onder andere verspreid in dorpen in Indonesië. (2) Als voorbeeld van design voor de echte wereld zijn hier volgens mij twee dingen mee mis. Een ultragoedkope radio-ontvanger voor de derde wereld lijkt op het eerste gezicht een goed idee. Maar wat verandert het eigenlijk aan de situatie van iemand die in armoede leeft dat hij zoals Papanek suggereerde, elke dag in zijn eentje vijf minuten naar het nieuws kan luisteren? Weinig, vrees ik. Eigenlijk is het niet meer dan een arme-
lui’s versie van de transistorradio, die de suggestie moet wekken dat men hiermee toch nog een beetje deel heeft aan de moderne wereld. (3) In de tweede plaats is deze radio weliswaar een vernuftige technische vinding, maar design is er niet aan te pas gekomen. Volgens Papanek was dit een bewuste keuze: ‘For one thing, it would have raised the price of each unit […]. Secondly, and much more importantly, I feel I have no right to make aesthetic or “good taste” decisions that will affect millions of people in Indonesia, who are members of a different culture’. (4) Een terechte keuze, daar niet van, maar Papaneks beslissing heeft wel een vreemde consequentie: dit voorbeeld van een ontwerp voor de echte wereld heeft geen ontwerp.
Misvatting over design De primaire taak van een ontwerper is het bedenken van een gepast uiterlijk voor gebruiksvoorwerpen. Wanneer hij dit achterwege laat, is hij iets anders aan het doen dan ontwerpen. Papanek dacht daar kennelijk anders over. In zijn laatste boek, The Green Imperative, definieerde hij ontwerpen als ‘het vinden van werkbare oplossingen die onmiddellijk toepasbaar zijn op problemen in de echte wereld’. (5) Dat is vreemd, want ook volgens Papanek spannen de meeste ontwerpers zich uitsluitend in voor de ‘onechte wereld’. Zij weten misschien wel oplossingen te vinden voor ontwerpproblemen, maar dat zijn geen problemen in de echte wereld. Anders gezegd: ontwerpers zijn geen uitvinders.
Design for the Real World is zo’n beetje de bijbel voor elke ontwerper met een geweten
de ‘soupper‘ soepkom resultaat van een ddidproject op java ontwerp: rixt reitsma en lidewij spitshuis
Als het om overleven gaat is het van geen belang hoe voorwerpen die daarbij van pas komen er uitzien. Het voornaamste is dat ze doen wat ze moeten doen en om dat voor elkaar te krijgen heb je geen ontwerper nodig. Vanuit het perspectief van de echte wereld geven ontwerpers vorm aan overbodigheden of een overbodige vorm aan noodzakelijkheden. (6) Dat is op zich geen schande. Bijna alle aangename dingen des levens zijn nutteloos, overbodig of allebei, en bovendien hebben wij ons in het westen afhankelijk gemaakt van dergelijke overbodigheden. Wij houden onze welvaart in stand met een systeem van overmatig produceren en consumeren waarin design een belangrijke schakel is. Alleen betekend dat niet dat je met design ook echte problemen kunt oplossen in de echte wereld. Papanek veronderstelde dit wel en niet allen hij. Lange tijd hebben functionalistische overtuigingen een misvatting over design in stand gehouden: esthetiek in design zou niet meer dan een afgeleide zijn van functie. Als dat echt zo was, waren alle ontwerpers werkeloos. Door de langdurige dominantie van het functionalisme hebben nog steeds veel ontwerpers een ongemakkelijke houding tegenover esthetiek en leggen zij overdreven nadruk op alles wat er behalve vormgeving nog meer komt kijken bij het maken van een ontwerp.
Afstandelijkheid Elders in deze aflevering van Morf is een tekst uit The Green Imperative opgenomen over ‘the best
designers in the world’. (7) Daarmee bedoelde Papanek de Inuit. Eskimo’s ‘designers noemen is een ongerijmdheid, al deed Papanek het waarschijnlijk voor het retorische effect, Design is een professionele bezigheid die niet te vergelijken valt met de manier waarop mensen onder veeleisende en armoedige omstandigheden hun gebruiksvoorwerpen en eigen omgeving verfraaien. Zij doen dit voor hun eigen plezier of voor dat van anderen waarmee ze nauw verwant zijn. De resultaten zijn automatisch afgestemd op de lokale omstandigheden en persoonlijke voorkeuren. Natuurlijke materialen en traditioneel overgenomen vormen en technieken zijn bepalend. Daartegenover staat design: bestemd voor een groep anonieme gebruikers en tegemoetkomend aan een denkbeeldige smaak, meestal een combinatie van de voorkeur van de ontwerper zelf en diens interpretatie van de smaak van het publiek waar zijn ontwerp voor bestemd is. Traditie wordt zo goed als afgezworen en een zekere mate van originaliteit, zo niet artistieke pretentie, is vereist. In de meeste gevallen worden moderne technieken en materialen toegepast. Design wordt gekenmerkt door een gedwongen afstand tussen de ontwerper en de gebruiker, de productie, het werk van collega’s, het verleden, de natuur. Als westerse ontwerpers design gaan maken voor de echte wereld wordt de afstand wel erg groot. Design is omgeven met allerlei codes, pretenties en bedoelingen die alleen betekenis hebben in de ‘onechte wereld’. In de echte wereld kan design weliswaar ook een symbolische beteke-
Alleen betekent dat niet dat je met design ook echte problemen kunt oplossen in de echte wereld
nis hebben, als statusobject bijvoorbeeld, maar de uitwerking hiervan zou ik gelijk willen stellen aan die van bijgeloof: troostrijk maar niet effectief om iets aan de heersende omstandigheden te veranderen.
Fair trade In de tijd die verstreken is sinds Papanek Design for the Real World schreef is er veel veranderd. Dankzij het postmoderne cultuurrelativisme zijn we ons bewuster geworden van de valkuilen van het etnocentrisch denken. Dankzij internet staat
Daarvan uitgaande komt een radio ten bate van de derde wereld er totaal anders uit te zien
ons heelveel informatie over de derde wereld ter beschikking en in de ontwikkelingshulp is men meer op zijn hoede voor paternalistisch ingrijpen. Dat neemt niet weg dat we soms nog steeds in oude fouten vervallen. De blikradio van Papanek is misschien een verouderd voorbeeld, maar de XO laptop van het spraakmakende One Laptop Per Child-project is andermaal een westerse oplossing voor non-specifieke problemen in de derde wereld. Onder het mom van liefdadigheid wordt voor de ‘lage’ prijs moderne technologie aangeboden (dit keer inclusief design), maar meer en meer krijgen zakelijke belangen de bovenhand en begint het te lijken op een ordinaire poging om nieuwe markten aan te boren en daar nieuwe afhankelijkheden te creëren. (8) Het kan ook anders. Er is bij ontwerpers de laatste jaren een opleving van de belangstelling voor ‘ontwikkelingshulp’, met het fair-trade-model als uitgangspunt. De ontwerper zelf gaat naar een ontwikkelingsland en kijkt in kleine, ambachtelijke
de Ragbag van id-1 gemaakt van gerecyclede plastic zakken in india ontwerp: ellen sillekens werkplaatsen naar de beschikbare materialen en productiemogelijkheden om speciaal hierop toegespitst ontwerpen te maken die bestemt zijn voor export naar het westen. (9) Dit sluit goed aan bij de manier waarop ontwikkelingslanden zelf bij voorkeur aan armoedebestrijding doen, namelijk door de arme bevolking meer kansen op inkomen te geven. Ook voor de ontwerpers is het een verrijkende ervaring, in geestelijk opzicht wel te verstaan. Wat niet iedereen zich realiseert is dat er ook in derdewereldlanden goed opgeleide, professionele ontwerpers zijn. Er is iets voor te zeggen dat westerse ontwerpers hun eigen markt beter kennen, maar deze lokale ontwerpers zijn weer veel beter op de hoogte van plaatselijke omstandigheden zoals taal, cultuur, klimaat, materialen, regelgeving, ambachtelijke technieken, etc. En ook zij kunnen het hart op de juiste plaats hebben. In IndonesiĂŤ zijn door ontwerpers tal van initiatieven genomen om handwerk in te zetten voor hoogwaardige producten, met als bedoeling de kwaliteit en daarmee het rendement van de ambachtelijke productie binnen bepaalde lokale gemeenschappen te verhogen. Zij richten zich met hun ontwerpen behalve op de bovenkant van de thuismarkt ook op de export en met groeiend succes. Van dit succes profiteren ook de ambachtsmensen met wie zij samenwerken.
Design voor de onechte wereld Uitgaande van deze benadering komt een radio ten bate van de derde wereld er totaal anders uit
De ‘wooden radio‘ houten radio’s van magno ontwerp: singgih s. kartono te zien dan die van Papanek, zoals de radio’s van de Indonesische ontwerper/ondernemer Singgih S. Kartono bewijzen. Na aan de technische universiteit van Bandung industrieel ontwerpen gestudeerd te hebben, keerde deze terug naar zijn geboortedorp op Midden-Java, dat hij stelselmatig had zien afglijden door het binnendringen van de moderne wereld. Nieuwe, minder arbeidsintensieve landbouwtechnieken brachten werkeloosheid met zich mee, waardoor veel dorpelingen zich gedwongen zagen werk te gaan zoeken in de stad. Anderen zochten rond het dorp naar alternatieve bronnen van inkomsten en kapten bijna al het bos in de nabije omgeving. Singgih besloot een werkplaats op te zetten, waarbij hij modern management koppelde aan traditionele, arbeidsintensieve ambachtelijkheid. Zijn onderneming zorgt niet alleen voor inkomen en werkgelegenheid in het dorp. Uit liefde voor het materiaal en omdat het lokaal ruimschoots voorhanden is, ontwierp hij een radio die zoveel mogelijk van hout gemaakt is (palissander en grenen). Voor elke boom die ten behoeve van zijn onderneming gekapt word, zorgt Singgih dat er een nieuwe geplant wordt en samen met een lokale school nam hij het initiatief tot een herbebossingsproject. De radio combineert een eigentijdse retro-vormgeving met een aloud natuurlijk materiaal en moderne elektronica. Er zijn drie varianten leverbaar (150-300 euro), die voornamelijk afgezet worden in het buitenland. Hoogwaardig handwerk zorgt ervoor dat elk exemplaar uniek is en Singgih koos
bewust voor een ‘imperfecte’ afwerking (o.a. olie in plaats van vernis) om de eigenaar ertoe te verleiden regelmatig zorg aan de radio te besteden. Het ontwerp van de radio is weliswaar cruciaal voor het commerciële succes van de onderneming, maar voldoet op zichzelf niet om ook de andere doelstellingen te bereiken. Zonder de zorgvuldige bedrijfsvoering zou precies hetzelfde ontwerp ook nadelige ecologische en sociale gevolgen kunnen hebben. In tegenstelling tot de radio van Papanek gaat het hier niet om design voor de echte wereld, maar om ‘design voor de onechte wereld’, gemaakt in de echte wereld met het oog op ecologische en sociale duurzaamheid. Vooral in de lage lonen landen, die de uitwassen van industriële uitbuiting maar al te goed kennen, is dit soort projecten hoopgevend als tegenwicht voor de ontwrichtende invloed van de moderniteit op traditionele leefgemeenschappen. Niet uit nostalgie of angst voor verandering, maar uit een gevoel van verantwoordelijkheid voor mens en natuur. (10)
Geen wondermiddel Papaneks grote verdienste was dat hij de problematiek van de derde wereld op indringende wijze aan de orde heeft gesteld. (11) Dit ontwerp kan niet los gezien worden van het milieuvraagstuk. In de toekomst zal de welvaart in de derde wereld hoe dan ook toenemen, met grote gevolgen voor het milieu. Dat betekend niet dat de ontwikkelingslanden maar moeten ophouden met zich te ontwikkelen. Zij streven naar het verkrijgen van
‘nearly all the professors walked out in protest against the radio’s ugliness and it’s lack of formal design’
De constructor vaas uit dezelfde ddid collectie als de soupper soepkom hun rechtmatige deel van de rijkdommen die met de moderne techniek aan de aarde onttrokken kunnen worden. Niemand die hen dat ontzeggen kan. In hoeverre design in dit complexe proces kan bijdragen aan een beter verloop van zaken is niet op voorhand uit te maken. Het lijkt me verstandig niet al te hoge verwachtingen te koesteren, want in het verleden is er veel te gemakkelijk van uitgegaan dat design een soort maatschappelijk wondermiddel is. Papanek beschrijft in Design for the Real World wat er gebeurde toen hij dia’s van zijn blikken radio liet zien aan docenten en studenten van de Hochschule für Gestaltung in Ulm:’[...] nearly all the professors walked out (in protest against the radio’s “ugliness” and its lack of “formal” design).’ (12) Ik denk dat die docenten zo heftig reageerden omdat hun heilige geloof in design als almachtig instrument om de wereld te verbeteren aan het wankelen was gebracht. Dat design ongeschikt is voor het realiseren van echte oplossingen voor echte problemen in de echte wereld is voor ontwerpers misschien een bittere pil om te slikken, maar het lijkt me te prefereren boven het bestendigen van een vals zelfbeeld, zoals al veel te lang gebeurd is.
Noten 1. Thermokoppel: apparaat dat warmte omzet in stroom 2/4/12. Zie Victor Papanek, Design for the Real World, 1971, p.162-165. 3. De blikradio ontvangt alle zenders tegelijk en je hebt er dus alleen wat aan in gebieden waar maar één zender ontvangen kan worden. Dit neemt een groot deel van de kracht van radio als medium weg. 5. Victor Papanek, The Green Imperative, p.223. Zie ook p.103 van dit nummer. 6. Zie ook: George Basalla, ‘Verscheidenheid, noodzaak en evolutie’ in Morf 8, p.40. 7. Zie pagina 102-113 van dit nummer. 8. Het oorspronkelijke plan uit 2005 was om in de derde wereld een minimale, robuuste laptop voor US$100 per stuk aan te bieden, die draait op open source-software. Later werd besloten dat ook Microsoft Windows erop moet kunnen draaien en bij de introductie eind 2007 bleek dat hij ongeveer het dubbele moest kosten. Inmiddels zijn er tal van concurrerende laptops op de vrije markt verschenen. 9. Nederlandse voorbeelden: producten van Fair Trade (o.a. door Ton Haas), de projecten van Dutch Design in Development en de Ragbag van Siem Haffmans (Id-1). 10. Voor meer over Singgih’s motieven en details van zijn bedrijfsvoering, zie: Singgih Susilo Kartono, ‘Magno - The Story Behind’, www.fair-kaeuflich.de/ index.php/manufacturers_id/157. Zie ook: www.wooden-radio.com. 11. Victor Papanek bezocht zelf regelmatig de derde wereld in het kader van zijn werkzaamheden voor UNESCO en hield er vaak workshops met ontwerpstudenten.
www.wooden-radio.com houten radio’s van Magno www.ddid.nl Dutch Design in Development www.rag-bag.eu Ragbag® www.fairtrade.nl zie ‘Fair Trade Originals’ www.tonhaas.com zie ‘Fair Trade’ www.laptop.org One Laptop Per Child www.olpcnews.com onafhankelijke berichtgeving over het OLPC-project