Heidi Liebt mutsen: koopt Nederlandsche waar! Ingolf van Oostveen nam na iedere wintersportvakantie een muts mee naar huis, als souvenir. Althans dat was de bedoeling, maar een leuke originele muts was niet altijd te vinden. De oplossing bleek simpel: zelf ontwerpen. Van Oostveen kiest er bewust voor om de mutsen die hij ontwerpt te laten produceren in Nederland. “Daardoor wordt onze maakindustrie gestimuleerd en behouden werknemers van de breifabriek hun baan”. Als student was Ingolf van Oostveen (nu 43) al creatief en ondernemend. Communicatie leerde hij op de Hanzehogeschool, vormgeving kreeg hij zelf onder de knie en logo’s ontwerpen en bedrijfsnamen ontwikkelen werd één van zijn specialiteiten. Tijdens zijn studententijd -inmiddels 22 jaar geleden- startte hij zijn eigen tekst en vormgevingsstudio en dat zorgt nog steeds voor brood op de plank. Toen in 2011 de studentes Marlies en Laura bij hem aanklopten om een businessplan te maken, wilde hij ze wel helpen. Na een aantal wilde ideeën werd uiteindelijk een plan uitgewerkt om de ideale boardshorts te maken. Het resultaat was een dikke voldoende voor de opdracht. Het leek Van Oostveen leuk na te gaan of de boardshorts daadwerkelijk gemaakt konden worden. De productie kwam er,
maar het werd geen succes. De shorts waren niet allemaal even netjes gemaakt en de studentes uit Groningen verdwenen snel uit het zicht. De één ging stage lopen in Dubai, de ander vond de liefde van haar leven in het westen van het land. Hartje en hoorntjes Het plan voor de boardshorts had de creatieve ondernemer in hem gewekt. “Het leek me leuk om zelf een kledinglijn op te zetten. Een mutsenmerk. Ik ging met een trekkerstentje naar het meer van Genève, vlakbij Evian. De mutsenlijn moest een pakkende naam hebben. Een bergachtige naam als alpine of Edelweiss. Ik dacht aan de naam Heidi, dat heeft alles met bergen te maken. En toen dacht ik aan Heidi en Peter, of Heidi & Peter, net als Vickor & Rolf. Toen werd het Heidi liebt Peter, maar
dat was allemaal wat lang. Om twee uur ’s nachts ging het licht in mijn hoofd aan, ik maakte mijn vriendin Astrid wakker en riep: ‘het wordt Heidi Liebt!” Misschien is de verkering van Heidi wel uit. Dat is een open eind, je kunt het zelf invullen.” Het logo werd in een ochtend op zijn iPhone in elkaar gedraaid. Het is bijna onveranderd gebleven na die eerste schets. De vorm is die van een plaatje op een wandelstok, die mensen verzamelen als ze in de bergen wandelen. De kleuren rood en wit komen van de vlag van Zwitserland. Het hartje komt van ‘liebt’. Maar toen was het te lief. Misschien is Heidi wel helemaal niet zo lief. En dus werden er twee hoorntjes toegevoegd aan het hart. Wat dat betekent, mag je zelf invullen.” In de Albert Heijn-tas De eerste serie mutsen werd 2011 in China geproduceerd. “Marlies en Laura hadden er al contacten gelegd. Die eerste serie had één model. Die liet ik in verschillende, aansprekende, kleuren maken. Ze moesten functioneel en een beetje grappig zijn.” Toen de eerste mutsen binnenkwamen, had Van Oostveen nog geen businessplan, website of distributiekanaal. “Ik had alleen 2500 skimutsen.” De vol-
gende stap was bedenken hoe de mutsen in de Alpen zouden komen. Van Oostveen stopte een lading mutsen in een Albert Heijn-tas en gaf ze aan Nederlandse skileraren mee. “Zij verkochten de mutsen ter plekke. Ook werden ze in de webshop van de skischool in Groningen verkocht.” Het eerste jaar verkocht hij zo’n 1500 mutsen. “Toen het seizoen afgelopen was zette ik het project op een laag pitje, om alles te laten bezinken. In september kwamen er nogal wat mailtjes uit Oostenrijk en Duitsland. Mensen vroegen waar ze die mutsen konden bestellen. Dus: vol gas er tegenaan.”
‘Wij zijn gek dat we alle productie naar het buitenland brengen terwijl wij daarmee onze eigen industrie om zeep helpen.’
Nederlandse breifabrieken Er kwamen hobbels op de weg. De productieprijzen in China waren opeens dertig tot veertig procent hoger en de minimaal af te nemen hoeveelheid mutsen was gestegen tot 500 per kleur. Hij zocht vervolgens een leverancier in Polen en Duitsland. Dat leidde tot niets. Van Oostveen bestelde toch een tweede lading mutsen in China. Met een grotere bol er op. Maar hij wilde eigenlijk meer modellen, in allerlei kleuren. Polen werd niets, dus hij keek in Nederland om zich heen. Er was één fabriek die mutsen kon maken, in Boven Leeuwen, bij Tiel. Ze ontvingen hem met open armen. Het was inmiddels januari, midden in het skiseizoen. Van Oostveen overlegde een weekend lang met de breifabriek over hoe de mutsen moesten worden. Maar er was nog iets. “Ik schrok toen ik hoorde dat het zo slecht gaat met de breifabrieken. Een paar jaar geleden waren er nog 60 breifabrieken in Nederland, nu nog maar 5. Al het personeel, zeven dames in de confectie, zou worden ontslagen om drie maanden later op nuluren contract terug te komen, anders hielden ze het hoofd niet boven water. Toen ging bij mij de knop om. Wij zijn gek dat we alle productie naar het buitenland brengen terwijl wij daarmee onze eigen maakindustrie om zeep helpen. Als de mutsen hier gemaakt worden, dan help ik ook deze vrouwen.”
Nieuwe mutsontwerpen Het was tijd om Heidi Liebt professioneel neer te zetten. Ingolf van Oostveen opende een webshop en hij liet het merk Heidi Liebt internationaal registreren. Nieuwe ontwerpen kwamen er ook. “Ik heb alle skimode bij elkaar gelegd en gekeken welke kleuren in zijn. Daarbij keek ik naar mijn mutsenverzameling. Zo kwam ik op kleuren en ontwerpen. Voor de breipatronen klopte ik bij de fabriek aan, want daar heb ik geen verstand van. Een serie nieuwe mutsontwerpen zag het levenslicht. Alle mutsen hebben iets unieks. Vanzelfsprekend de kleuren en modellen maar ook in technisch opzicht. Een goekope muts is gewoon gebreid, de duurdere hebben een fleece randje. Veel Heidi Liebt mutsen hebben een twee- of drie-lagen systeem met Sportswool Merino. Eigenlijk precies het laagjes-systeem dat elke wintersporter wel kent.” In de webshop kun je nu ook terecht voor mutsen met namen als Sporty Spice, Hang Loose en Lucky Bastard. De mutsen moeten functioneel zijn, lekker zitten en er leuk uitzien. Mutsen met een twist.” Inmiddels is er een vertegenwoordiger voor het mutsenmerk op pad. “Komend seizoen zijn ze ook te vinden in diverse gespecialiseerde sportzaken. Dat moet de komende jaren verder worden uitgebreid.”
Leuke functionele schaatsmutsen Eind 2012 kwam Van Oostveen in contact met een schaatsteam CENNED. Ze kochten Heidi Liebt mutsen bij hem. “Zij vonden hun eigen schaatsmutsen saai en niet functioneel. Dat triggerde mij.” Van Oostveen plande een overleg met de schaatsgrootheden Rintje Ritsma en Alida Pasveer om te bepalen waar een goede en leuke schaatsmuts aan moet voldoen. Dat leek op papier niet eens zo moeilijk, maar het heeft de hele zomer geduurd voordat hij eindelijk tevreden was. “Tijdens het skiën draag je een helm en daarbuiten een leuke muts. Schaatsmutsen draag je wel tijdens het schaatsen en ze moeten daardoor aan meer functionele eisen voldoen. De band is iets strakker gebreid dan het bovenste gedeelte, voor isolatie en ventilatie. Ze zijn technischer.” Van Oostveen laat de grijze band aan de binnenkant zien. “Die band is van Sportswool Merino. Dat is warmer, ademt beter en voert beter vocht af dan fleece. Dat is innovatief. Het model is aan de achterkant hoger opgesneden. Dan kropt het niet in je nek als je schaatst of fietst en je hoofd hoog houdt.” Wat Van Oostveen ontwerpt moet niet alleen aan functionele eisen voldoen maar uiteraard ook technisch geproduceerd kunnen worden. “Het logo zit net iets hoger dan ik had gewild, maar dat komt door de naad die daar loopt.” En dan… Dit winterseizoen moet het allemaal gebeuren. De hele lijn nieuwe mutsen van Nederlandse bodem moet het gaan maken in de Alpen en de schaatsmutsen vliegen straks in hoog tempo over het kunst- en het echte ijs, op de hoofden van het door Van Oostveen gesponsorde CENNED marathonteam. ICO Communicatie blijft ondertussen de hoofdinkomstenbron van Van Oostveen. “Het verdienmodel moet nog worden gevonden, het vliegt met duizendjes de deur uit en komt met tientjes binnen. Door de keuze voor productie in Nederland hou ik er niet veel aan over. Ze worden machinaal gebreid, maar de afwerking en de details worden er met de hand opgezet en de arbeidslonen in Nederland zijn gewoon hoog. Heidi Liebt is te gek om mee aan de slag te zijn, mutsen ontwerpen en laten maken is een passie. Ik wil die passie graag overbrengen.” Van Oostveen lacht trots. “Je hebt een leuke Barts muts uit China of je hebt een Heidi Liebt muts uit Nederland: dat is een groot verschil.” www.heidiliebt.com www.facebook.com/HeidiLiebt