MKB Doe MEE

Page 1

Pure winst Doe MEE 2010


Indeling 3

Voorwoord projectleider MKB Doe MEE

4

Bomefa

6

De Koningshoeven

8

Rubber Resources

10 Ebretti 12 Tapkoel 14 Kranenburg Group 16 VelopA 18 Chevalier 20 Lankhorst Recycling Products 22 Van de Water 24 Werkwijze Syntens

2

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


Pure winst

Koen Knol, projectleider Doe MEE

Een verdienmodel waarmee ook nog eens ecologische vraagstukken worden opgelost. Voorbij is de tijd waarin duurzaamheid werd beschouwd als een soft thema dat bedrijven geen lusten maar wel lasten opleverde. Tegenwoordig is het juist andersom. Syntens, innovatienetwerk voor ondernemers, helpt MKB’ers succesvol aan de slag te gaan. De boodschap: duurzaam ondernemen is pure winst.

Het is zo langzamerhand duidelijk dat duurzaamheid in de afgelopen jaren geen hype was. Het fenomeen wordt juist steeds meer opgevat als een randvoorwaarde om zaken te doen. Denk aan de overheid die sinds dit jaar uitsluitend duurzaam inkoopt. Denk aan grote bedrijven die groene eisen stellen aan hun toeleveranciers. Denk niet in de laatste plaats aan de consument die vraagt naar producten en diensten die bijvoorbeeld niet schadelijk zijn voor het milieu. Zelfs als ze het niet zouden willen, moesten MKB’ers er toch in mee. Voeg daarbij het bewustzijn dat onze grondstoffen uitgeput raken. Koper? Over vijftig jaar is het op. Ondernemers zullen andere wegen moeten bewandelen, al was het maar omdat als gevolg van de toenemende schaarste de prijs van grondstoffen zal stijgen. Dankzij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) kan Syntens sinds de zomer van 2008 ondernemers met groene ambities verder stimuleren en ondersteunen. Het innovatienetwerk voor ondernemers doet dat onder de vlag van Doe MEE, waarbij dat laatste staat voor milieu uitstoot vermindering, energie besparingen, economisch voordeel. Winst op het ene vlak betekent winst op het andere vlak. De ondernemer die bijvoorbeeld efficiënter omgaat met zijn grondstoffen, zal minder vergen van moeder natuur en bespaart tegelijkertijd op zijn inkoop. Wij zijn het ministerie zeer erkentelijk dat Syntens dit werk kan verrichten voor MKB’ers. Doe MEE heeft niet alleen een positief effect gesorteerd op ondernemers, zoals de lezer ervaart tijdens bestudering van tien succesvolle cases, de werkwijze van Syntens en zijn innovatieadviseurs zelf zijn er ook door veranderd. ‘Zorg ervoor dat je houdbaar blijft’, luidt nu onze boodschap. Voorheen was ons doel bij een ondernemer toegevoegde waarde te creëren en zo zijn omzet op peil te houden of uit te bouwen. Nu maken we ook duidelijk dat je het alleen kunt volhouden als je ‘duurzaamheid’ een belangrijke en structurele plek geeft in je bedrijfsvoering. Ik hoop dat u zich laat inspireren. Koen Knol, namens Syntens projectleider Doe MEE

www.syntens.nl/duurzaamondernemen

3


“Maar nu wordt 80% van onze producten niet meer in dozen naar de opdrachtgever verstuurd”

Producten die dankzij een nieuw ontwerp en ander materiaalgebruik ruim twintig procent lichter zijn dan voorheen. Transport dat als gevolg van die ontwikkeling minstens in dezelfde mate is afgenomen. Bomefa BV, gespecialiseerd in hoogwaardig designmeubilair, archiefsystemen en totaalconcept bibliotheken, hád met behulp van Syntens al progressie geboekt qua duurzaamheid toen bleek dat dankzij Doe MEE de horizon nog verder kon worden verbreed. Pallets, plastic, dozen, karton en nog veel meer. Geeft Karel van Ingen een opsomming van de soorten afval die Bomefa voortbracht, dan moet de technisch directeur van Bomefa eerst diep ademhalen. “Maar nu wordt tachtig procent van onze producten niet meer in dozen naar de opdrachtgever verstuurd”, zegt hij. “We hebben tegenwoordig een U-vormig systeem op de pallets aangebracht, waar de goederen tussen worden gestapeld. Vervolgens is alleen wat wisselplastic nodig om de goederen te kunnen verzenden, maar dat staat in geen verhouding tot wat voorheen gebruikelijk was.” Het mag duidelijk zijn: bij Bomefa staat het vizier op duurzaamheid. Welke noten heeft het bedrijf op de zang nu het in samenwerking met Syntens het Duurzaam Innovatie Actieplan (DIAP) heeft opgesteld?

4

www.syntens.nl/duurzaamondernemen

“De onderneming had al een concrete vraag voor ons op het moment dat we het plan nog moesten maken”, zegt innovatieadviseur Joke Feenstra van Syntens. “Karel en zijn mensen wilden weten hoe een ISO 14000 certificering kon worden verkregen. Met die normering toon je vooral aan dat duurzaamheid een constante factor is binnen jouw kwaliteitsystemen. Bomefa heeft die aandacht al, denk bijvoorbeeld aan de eigen fabriekshal met optimaal energieverbruik, maar het is goed bewijs te hebben dat je er structureel mee bezig bent.


Bomefa: op netvlies bij overheden Syntens heeft een consultant ingeschakeld die gaat helpen de certificering te verkrijgen.” De certificering zou bijvoorbeeld van grote waarde zijn in de contacten met overheden. Zo koopt de landelijke overheid sinds dit jaar alleen maar duurzaam in. Van Ingen: “Een behoorlijk deel van onze omzet wordt gegenereerd bij overheden.” Feenstra: “We willen studenten van een hogeschool marktonderzoek laten verrichten in landen die al verder zijn met duurzaam inkopen. Denemarken bijvoorbeeld. Wellicht kan Bomefa dan ook op die markten opereren, maar het onderzoek moet in elk geval kennis opleveren over de kansen die je kunt grijpen binnen dergelijke omstandigheden. Wat zijn precies de criteria van de overheid? Hoe kun je er als bedrijf op het netvlies komen of blijven?” Minder milieubelasting Hoogwaardige producten. Dat is waar alles om draait bij Bomefa. Technisch directeur onderscheidt drie pijlers: “We kunnen veel bibliotheken tot onze klantenkring rekenen. Van de Openbare Bibliotheek in Amsterdam tot de bibliotheek in mijn woonplaats Dronten. Als de klant het wenst, leveren wij een totaalconcept. Bijvoorbeeld boekenkasten, vitrines, vloerbedekking verlichting en speciaal meubilair, al dan niet voorzien van RFID. Zie ons als de partij die de totaaloplossing kan verzorgen. Verder tekenen wij voor verrijdbare archieven, elektrisch of handwiel aangedreven. Tot slot zijn we bekend om ons gespecialiseerde kantoormeubilair. Het gaat om maatwerk. Je krijgt precies de afmetingen die je wenst en er kan bijvoorbeeld sprake zijn van houten design of glazen deuren.”

Innovatieadviseur Joke Feenstra van Syntens: “Bomefa wil nog meer werk gaan maken van duurzaamheid en daar ook internationaal mee scoren. Daarom organiseert Syntens een workshop over LCA, life cycle analysis, voor ondernemers in de maakindustrie die met duurzaamheid bezig zijn. Daarna kunnen we ervoor zorgen dat onder andere een aantal producten van Bomefa een LCA ondergaat om in kaart te krijgen wat de milieubelasting ervan is. Dat kan tot verbeterpunten leiden en daarmee kun je bijvoorbeeld goede sier maken in landen waar de overheid duurzaam inkoopt.”

Langdurige relatie medewerkers Wie het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ uitlegt, komt al gauw uit op people, planet, profit. Op alle drie de fronten moet sprake zijn van een goede tendens. Een bedrijf verdient geld, maar dat gaat niet ten koste van de aarde, terwijl er ook aandacht is voor het welzijn van mensen. Daaronder wordt ook het eigen personeel verstaan. Innovatieadviseur Joke Feenstra van Syntens: “Bij Bomefa komt dat onder meer tot uiting in de langdurige relatie met de meeste medewerkers. Die kunnen actief zijn onder veilige omstandigheden en hebben de mogelijkheid zich te ontwikkelen. Dat is ook een vorm van duurzaamheid.” www.syntens.nl/duurzaamondernemen 5


“Syntens helpt ons hiermee stappen te zetten”

De Koningshoeven: minder water voor productie bier Een van de zeven trappistenbierbrouwerijen ter wereld had al oog voor duurzaamheid voordat Doe MEE in beeld kwam. “Maar het is nuttig om ook met buitenstaanders en specialisten bijvoorbeeld je productieprocessen door te nemen”, zegt algemeen directeur Thijs Thijssen van De Koningshoeven. “Hoe kunnen wij bijvoorbeeld minder water gebruiken om tot één liter bier te komen?” De producent van La Trappe is een bedrijf als weinig andere. De bierbrouwerij is in BerkelEnschot gevestigd naast een abdij, en aldaar woonachtige monniken hebben invloed op het reilen en zeilen. Broeder Isaac geldt als mededirecteur en de abdij is eigenaar van de gebouwen, de merknamen en de recepten van de bieren. De brouwerij voert de werkzaamheden uit. Thijs Thijssen: “Wij hechten al langer aan duurzaamheid. We willen bijvoorbeeld een goede werkgever zijn. Dat uit zich onder meer in de aanwezigheid van een aantal medewerkers met een handicap. We willen ook goed omgaan met onze productiemiddelen. Onze hop kopen we bijvoorbeeld rechtstreeks bij de boer, zonder bemiddeling van tussenpersonen. Er is dus sprake van fair trade: de boeren krijgen een goede prijs.” Maar hoe timmert De Koningshoeven aan de weg op het terrein van milieu? Thijssen: “Syntens helpt ons hiermee stappen te zetten. 6

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


Zo heeft de organisatie KWA erbij gehaald (adviesbureau voor kwaliteits-, arbo-, milieu- en projectmanagement, red.). We zijn de energie- en waterprocessen aan het monitoren. Is er winst te behalen? Kunnen we ergens besparing realiseren?” Innovatieadviseur Gert van Staalduinen van Syntens: “De Koningshoeven kent bijvoorbeeld relatief veel watergebruik. Grote brouwerijen hebben twee tot drie liter water nodig om een liter bier te produceren. Bij De Koningshoeven zijn het er tien, betrokken uit de eigen grond.” Thijssen: “Dat willen we nu met behulp van KWA stapsgewijs terugdringen.” Stoomketels stoken met afval Evenals voor de andere bedrijven die meedoen aan Doe MEE, stelde Syntens bij De Koningshoeven een ‘Duurzaam Innovatie Actieplan’ op. Innovatieadviseur Gert van Staalduinen: “Het gaat heel nadrukkelijk om actiepunten waarmee ook geld is te verdienen.” Hij vervolgt: “Allereerst is er een onderzoek naar energieopwekking en het gebruik van meer duurzame energie.” Directeur Thijs Thijssen vult aan: “De kafjes en ander afval van het graan die overblijven na de productie, worden nu gebruikt als veevoer. Wij denken dat het mogelijk is dit materiaal te verbranden en zo de stoomketels te kunnen stoken. Hetzelfde effect verwachten we van het gas dat vrijkomt bij zuivering van het afvalwater.” Staalduinen: “Verder heeft de externe partij KWA een analyse gemaakt van het energieverbruik- en verlies bij De Koningshoeven. De resultaten zijn nog niet bekend, maar het moet tot besparing leiden. Er zijn ook ambities voor optimalisering van de waterzuivering. De regenafvoer zou bijvoorbeeld volledig gescheiden moeten zijn. Het is dan mogelijk te onderzoeken, of je het regenwater voor andere doeleinden kunt gebruiken. Het spoelen van de toiletten bijvoorbeeld.” Rekenmodel windenergie Waarom zoveel aandacht voor duurzaamheid? Voor algemeen directeur Thijs Thijssen van De Koningshoeven is die vraag niet moeilijk te beantwoorden. “Er zijn twee redenen. Wij willen onze verantwoordelijkheid nemen richting de maatschappij. Dat doe je bijvoorbeeld door zo zuinig mogelijk te produceren. Grondstoffen zijn nu eenmaal niet onuitputtelijk. De tweede motivatie is dat je op deze manier kosten kunt besparen.” Inmiddels is bij de trappistenbierbrouwerij geopperd wind- of zonenergie te winnen en die te benutten voor het productieproces. “We gaan een rekenmodel maken”, zegt Thijssen. “Wat zijn de investeringen en hoe wegen die op tegen het verwachte rendement?”

www.syntens.nl/duurzaamondernemen

7


“Als iets nieuws ecologisch gunstig is, is het negen op de tien keer ook economisch interessant.” Dat zegt Ruud Burlet. Hij is directeur van Rubber Resources BV. Vervolgt: “En zodra het kostentechnisch aansprekend is, zijn je partners in de keten normaal gesproken ook enthousiast over te gaan op zo’n innovatie.”

“...er heerst nooit het gevoel dat dit thema klaar is”

Recycling van rubber. Dat is de kerntaak van Rubber Resources. Vrachtwagen- en binnenbanden worden bijvoorbeeld geïmporteerd vanuit diverse plaatsen in de wereld om te worden verwerkt tot ‘nieuwe’ grondstoffen die onder andere bruikbaar zijn voor de bandenindustrie. Het materiaal, in gemalen vorm, vormt ook steeds meer de basis voor bijvoorbeeld kunstgrasvelden. Gezien de aard van de werkzaamheden behoeft het geen betoog dat Rubber Resources, met vestigingen in Maastricht, het Belgische Lommel, Amerika en Zuid-Afrika, duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan. Het bedrijf handelt bijvoorbeeld ook naar de convenanten die zijn afgesloten tussen de overheid en zijn branchevereniging. Innovatieadviseur Kim Rekko van Syntens: “Duurzaamheid zit in het DNA van directeur Ruud Burlet. Daarom heerst nooit het gevoel dat dit thema klaar is.” Het kan dus altijd beter. Logisch dat Burlet te spreken is over de werkwijze van Syntens om tot een ‘Duurzaam Innovatie Actie Plan’ te komen - zie tekst ‘Efficiënter en groener’. Dat moet allereerst dit jaar leiden tot een verbeterplan om de CO2-reductie en de transportkosten te verlagen. Hoe kan Rubber Resources het best verdere verduurzaming aanpakken? En waarmee moet het bedrijf mee beginnen?

8

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


Rubber Resources: duurzaamheid in DNA Met die vragen ging Kim Rekko aan de slag. De innovatieadviseur van Syntens lichtte de bedrijfsvoering door op duurzaamheidaspecten en maakte een ‘Duurzaam Innovatie Actieplan’, ofwel een DIAP. Die werkwijze ontwikkelde Syntens samen met het ministerie van VROM voor het project Doe MEE.

Het leidde tot drie actiepunten voor Rubber Resources: Transport van rubberstromen efficiënter krijgen, zodat minder CO2 wordt uitgestoten Producten nog groener maken via ecodesign Betere vermarkting van het duurzaamheidimago van Rubber Resources. Rekko raadde Rubber Resources aan te beginnen met een transportscan. Verder luidde het advies in de loop van dit jaar een aantal toekomstscenario’s uit te werken om het bedrijf verder te verduurzamen, waarbij de focus ligt op het productenpakket - denk aan ecodesign - en de vermarkting ervan. Minder transport en minder uitstoot CO2 Ondersteund door Syntens richt directeur Ruud Burlet van Rubber Resources nu het vizier op transportreductie.

Het innovatienetwerk voor ondernemers koppelde het bedrijf aan een adviesbureau dat de logistieke stromen en het transport van de onderneming analyseert. Die partij zal voorzien in een verbeterplan om de uitstoot van CO2 te reduceren en de transportkosten te verlagen. Burlet stelt: “Het mag dan zo zijn dat in ons productieproces geen sprake is van nieuwe grondstoffen en dat we dus handelen volgens de principes van cradle to cradle, maar met het vervoer verwachten we nog veel te kunnen winnen. Jaarlijks wordt vanuit alle delen van de wereld voor in totaal 25.000 ton aan rubber naar Maastricht getransporteerd. Na verwerking gaat er ook weer 25.000 ton de wereld in. We gaan laten onderzoeken, of al die transporten minder invloed kunnen hebben op het milieu. Kunnen bijvoorbeeld vrachtwagens vol rubber op treinen worden geplaatst?” Stel, dat er goede duurzame alternatieven beschikbaar zijn. Dan volstaat het niet als alleen Rubber Resources wil overstappen. Het bedrijf is een schakel in de keten en zal ook de andere spelers voor het idee moeten zien te winnen. Burlet: “Onze ervaringen zijn dat ‘ecologisch interessant’ bijna altijd ook ‘economisch interessant’ is. Berekeningen wijzen meestal uit dat duurzaamheidinvesteringen leiden tot meer efficiëntie en dat ze dus op de langere termijn winst opleveren. Als je bijvoorbeeld je toeleveranciers een goedkopere oplossing aanreikt, zullen ook zij graag de overstap maken.”

www.syntens.nl/duurzaamondernemen

9


“...de gemiddelde scootergebruiker rijdlt maximaal 25 km per dag”

Elektrische scooter Ebretti snel populair Er rijden er in ons land al ruim duizend van rond. Scandinavië kent sinds kort ook een importeur en spoedig volgen nog meer Europese landen. Het mag duidelijk zijn: de in maart 2008 geïntroduceerde elektrische scooter van Ebretti Europe BV wint rap aan populariteit. “Hij is veel minder vervuilend en natuurlijk veel stiller dan een scooter met een benzinemotor”, zegt directeur Tom Bodt. Een stijlvolle urban look. Als er íets is wat de verantwoordelijken bij Ebretti in de gaten hebben, is het dat duurzaamheid gepaard kan gaan met een flitsend imago. Misschien móet dat zelfs wel het geval zijn om er een succes van te maken. Bodt: “Iedereen vindt duurzaamheid belangrijk. Maar je moet het ook léuk vinden, wil je overgaan tot aankoop. Wij merken het ook bij onze klanten. Slechts drie procent vraagt zich af hoe de scooter er vanbinnen uitziet, hoe het technisch in elkaar zit. De rest valt gewoon voor het uiterlijk en het feit dat de scooter elektrisch, dus heel voordelig rijdt. Ebretti heeft bewust voor een lifestyle uitstraling gekozen, met bijvoorbeeld achttien standaardkleuren en twaalf zadeldesigns om uit te kiezen. Daar wordt een Ebretti niet schoner van, maar wel leuker. Als het over duurzaamheid gaat, moet je af van het geitenwollen sokkenimago.” Ebretti had al een kant-en-klaar duurzaam product toen Syntens op de proppen kwam met DoeMEE. In welke zin dacht Bodt toch baat te hebben bij het project? “Marketing, strategie, en kennis- en productontwikkeling”, antwoordt hij. Innovatieadviseur Ruben van der Horst van Syntens: “Samen hebben we een toekomstvisie voor Ebretti opgesteld. 10

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


Wie ben je nu en hoe zou je toekomst er uit moeten zien? Welk aanbod van elektrische scooters wil je straks hebben ontwikkeld?” Syntens legde ook de link met de TU Delft. Welke producten moet Ebretti in 2012 leveren? En waarmee wordt de consument in 2020 het best bediend? Wat zijn dan de kenmerken van bijvoorbeeld het woon werkverkeer? Van der Horst: “Over dat soort vragen hebben studenten zich gebogen. Het bedrijf zal zijn portfolio uitbreiden. Nu is Ebretti op de markt vertegenwoordigd met het eerste model: de 518.” Bodt: “Wij zijn eigenlijk nog maar relatief kort actief op de markt. Daarom willen we dit jaar allereerst onze verkoopdoelstellingen halen en de distributie verder uitrollen in Europa, wat overigens heel voorspoedig verloopt. Maar voor de wat langere termijn beschikken we nu alvast over waardevolle informatie.” In hetzelfde licht moeten de werkzaamheden van Heliox worden gezien. Syntens benaderde de expert op het vlak van accutechnologie. Bodt: “We laten testen hoe effectief onze opladers al zijn en hoe we ze verder kunnen ontwikkelen. De actieradius van de scooter hangt voor een belangrijk deel af van de efficiëntie waarmee de accu’s worden opgeladen.” Van der Horst: “Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde scootergebruiker nu maximaal 25 kilometer per dag rijdt. Misschien verandert dat niet in de toekomst, misschien ook wel, maar het is in elk geval goed voor de perceptie van de consument als de Ebretti honderd kilometer kan rijden zonder op te laden. Nu is dat nog niet mogelijk.” Het Duurzaam Innovatie Actieplan voor Ebretti voorziet dus nadrukkelijk in kennis- en productieontwikkeling. Bodt: “We zijn bezig naast de Ebretti 518 een tweede model te ontwikkelen. Een model dat kleiner en wendbaarder is en dat beter geschikt is voor de stad.” Minder benzinemotoren “De elektrische scooter van Ebretti moet nog beter gaan aansluiten bij de behoeften van de consument. Want één verkochte elektrische scooter meer betekent één verkochte scooter met benzinemotor minder. In die zin komt aandacht voor marketing duurzaamheid ten goede.” Dat zegt innovatieadviseur Ruben van der Horst van Syntens. Naar ministerie Je rijdt geen scooter, je rijdt een Ebretti! Binnen drie jaar wil Ebretti in Europa internationaal de bekendste merknaam zijn voor elektrische mobiliteit. Dat betekent onder meer dat aan de weg moet worden getimmerd ten aanzien van publiciteit. “Wij willen het bedrijf helpen mee te doen aan prijsvragen, free publicity en ga maar door”, zegt innovatieadviseur Ruben van der Horst van Syntens. Hij introduceerde Ebretti in elk geval op het ministerie van VROM. Directeur Tom Bodt: “Medio mei heb ik de gelegenheid ambtenaren bij te praten over elektrisch rijden, de mogelijkheden voor de samenleving en onze kennis over dit onderwerp.” www.syntens.nl/duurzaamondernemen

11


‘Negentig procent installatie TapKoel herbruikbaar’ Ooit gehoord van een bierspiraal? Het is te beschouwen als een warmtewisselaar in een tapinstallatie. Na vijf jaar is hij gemiddeld aan het eind van zijn Latijn. Maar Tapkoel BV reinigt ze, brengt eventueel een nieuwe koppeling aan en voilà: de bierspiraal gaat een nieuwe cyclus in. “Soms sturen wij een bierspiraal al voor de vierde of vijfde keer het veld in”, zegt commercieel directeur Paul van Dijk. “Het is een van de manieren waarop wij bezig zijn met duurzaamheid.” Compleet nieuwe producten verkopen. Onderdelen zó kostbaar maken, dat het aantrekkelijker is een hele installatie aan te schaffen. Paul van Dijk kent zijn pappenheimers: heel wat grote installatiebedrijven maken bij voorkeur louter nieuwe producten. Bij Tapkoel BV ligt het anders.

“Een tankbierinstallatie kunnen wij voor negentig procent hergebruiken”, zegt hij. “Onze producten zijn van dusdanige kwaliteit dat ze na terugkomst niet hoeven te worden weggegooid. Over het algemeen heb je het over roestvrij staal. Dat is pure kwaliteit.” 12

Hij vervolgt: “Een mooi voorbeeld zijn die bierspiralen. Maar binnen Doe MEE proberen we nu ook te komen tot een reviseerbare waterpomp voor bierinstallaties. Een waterpomp bestaat uit een insteek- of staartpomp. Het mag niet zo zijn dat je de hele pomp moet weggooien als een van die onderdelen kapot is, simpelweg omdat de onderdelen heel moeilijk uit elkaar zijn te halen. Wij streven ernaar dat je het kapotte onderdeel kunt vervangen en dat de installatie dan weer functioneert. Bovendien reviseren wij dat defecte onderdeel, zodat het kan worden hergebruikt in een andere installatie.” Tapkoel ontwikkelt, produceert, vermarkt, plaatst en repareert tapinstallaties voor bier, wijn en limonade. De hoofdmoot van de afzet wordt bepaald door bierbrouwerijen en limonadefabrikanten die de installaties laten plaatsen in horecazaken. Innovatieadviseur Mariëlle Vermunt van Syntens: “Het bedrijf opereert op het snijvlak van horeca, koeling en flow. Met dat laatste bedoel ik onder meer kranen en drukcompressors. Een van de doelstellingen is ook de specifieke kennis uit te breiden naar andere sectoren. Te denken valt aan de voedingsmiddelenindustrie.” Geen oud ijzerbak meer Leuk en aardig, dat hergebruik van onderdelen, maar laat Tapkoel BV daarmee geen geld liggen? Het is toch veel lucratiever alleen nieuwe tapinstallaties te verkopen? Commercieel directeur Paul van Dijk is stellig: “Als wij geen hergebruik aanbieden en er op een dag een speler op de markt verschijnt die wél aan revisie doet, zijn wij zowel onze klanten voor hergebruik als onze klanten voor nieuwe producten kwijt.

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


Dankzij de combinatie van revisie en nieuw doen we juist aan klantenbinding. Het is heel gemakkelijk: wat normaal in de oud ijzerbak ging, daar verdienen we nu geld aan.” Energietechnische janboel Wat is de betekenis van Syntens en Doe MEE voor de duurzaamheidambities bij Tapkoel? Innovatieadviseur Mariëlle Vermunt: “Dit is een bedrijf waar het wemelt van de ideeën over duurzaamheid. In die zin hoeven wij geen stimulerende rol te spelen. Wat we wel hebben gedaan, is de onderneming helpen prioriteiten te stellen en keuzen te maken. Je kunt nu eenmaal niet alles doen en je kunt zeker niet alles tegelijk doen. Samen hebben we een stappenplan opgesteld waarin de ambities zijn uitgewerkt.”

“Het bedrijf weet zoveel, dat omzet is te genereren met voorlichting”

Het gaat daarbij niet alleen om reviseerbare waterpompen voor bierinstallaties en betreding van nieuwe markten, Vermunt wees ook op de kansen om te adviseren. “Het bedrijf weet zoveel van koeling, warmte en energiebesparing, dat omzet is te genereren met voorlichting aan horecaondernemers. Dikwijls heb je in een ruimte bijvoorbeeld een afwasmachine, een koelkast en verwarming. Op welke manier beïnvloeden al die energiestromen elkaar? Kun je bijvoorbeeld warmte van horeca-apparatuur zodanig hergebruiken, dat een andere machine minder energie nodig heeft?” Commercieel directeur Paul van Dijk voegt toe: “Je ziet vaak dat bijvoorbeeld een brouwerij iets plaatst, dat een limonadefabrikant iets neerzet en dat in dezelfde ruimte ook nog een koelcel staat. Energietechnisch blijkt het dan allemaal negatief op elkaar in te werken. Jazeker, wij verwachten onze activiteiten in deze richting uit te kunnen breiden.” www.syntens.nl/duurzaamondernemen

13


“Wij verkopen onze installaties nu vooral aan de bouwsector.”

‘Kranenburg Group: meer aluminium en minder staal met zinklaag’ Bij Kranenburg Group lijkt het wel op simultaan schaken. De specialist in gevelonderhoud en metaalbewerking schuift qua duurzaamheid met stukken op een aantal borden tegelijk: productontwikkeling, vermarkting, doelgroepenbeleid en intern energieverbruik. “Wij willen bijvoorbeeld meer aluminium en minder staal met een zinklaag gaan gebruiken”, zegt hoofdengineer Cor van Harten. “Het eerste materiaal is te recyclen, terwijl zink tot afval leidt wanneer staal wordt gerecycled.” Nee, het vuur van duurzaamheid hoefde niet meer te worden ontbrand bij Kranenburg Group. Maar het bedrijf wilde wel graag een beroep kunnen doen op extra expertise en zicht krijgen op nog meer kansen. Logisch dus dat ‘ja’ werd gezegd toen Doe MEE in beeld kwam. “Wij zijn vooral een technisch bedrijf”, zegt Van Harten. “Er zijn geen medewerkers die zich speciaal richten op marketing. Met Syntens praten we onder meer over dat soort zaken. Wij hebben al duurzame producten ontwikkeld. Hoe kunnen we dat beter voor het voetlicht krijgen? We melden bijvoorbeeld op onze website dat we duurzaam opereren, maar hoe komt iemand daar terecht?” Kranenburg Group ontwerpt, ontwikkelt, produceert, onderhoudt en vermarkt installaties voor gevelonderhoud. Eenvoudig gesteld gaat het om bakjes waarin een glazenwasser of inspecteur van gevels op grote hoogte langs gevels kan zakken. De installaties worden gekocht door onder meer gebouwbeheerders, bouwbedrijven en verenigingen van eigenaars. Ze zijn bijvoorbeeld te vinden op flats, appartementencomplexen, kantoren en ziekenhuizen. 14

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


Waar de samenwerking met Syntens toe gaat leiden? Onder meer tot perfectionering van het cradle tot cradle principe. “Maar het is ook de bedoeling dat Kranenburg Group zich in de markt meer gaat profileren met duurzaamheid”, zegt innovatieadviseur Bob Weehuizen van Syntens. “Het onderwerp moet doorklinken in de visie en strategie. In het verlengde daarvan ligt uitbreiding van de doelgroepen.” Van Harten vult aan: “Wij verkopen onze installaties nu vooral aan de bouwsector. Over het algemeen is die wat terughoudender met vernieuwing. Men doet wat staat voorgeschreven in het bestek, maar niet meer. Daarom willen wij onder de aandacht komen bij gebouwbeheerders. Terwijl een bouwbedrijf na de klus vertrokken is, kijkt een gebouwbeheerder naar de exploitatie voor lange termijn. Daar kan duurzaamheid een aankoopargument zijn. Je geeft je gebouw een duurzame uitstraling, wat bijvoorbeeld aantrekkingskracht uitoefent op potentiële huurders.” Op naar het binnenwerk… Beter en verfijnder. Voordat Kranenburg Group en Syntens samen optrokken onder de noemer Doe MEE, had het bedrijf al een installatie voor gevelonderhoud ontwikkeld die energieneutraal is en in grote lijnen overeenkomt met de geest van cradle tot cradle. Nu wil Kranenburg Group vernieuwingen doorvoeren. Hoofdengineer Cor van Harten: “Onze installaties staan normaal gesproken op hoogbouw. Daar vangen ze veel wind. Een installatie voor gevelonderhoud wordt vaker niet dan wel gebruikt, dus leek het ons nuttig een windmodule aan te brengen die energie opwekt. Verder hebben we elementen toegevoegd die energie opvangen wanneer het bakje van de installatie wordt neergelaten. Alles bij elkaar draagt dat ertoe bij dat een gebouw energieneutraal wordt. Over dat gedeelte zijn we tevreden, maar bij cradle to cradle moeten de zaken nog worden vervolmaakt.” Wat is er aan de hand? Van Harten: “Op eigen houtje hebben we de eerste stappen gezet, maar eerste stappen zijn vaak het gemakkelijkst. Nu hebben we behoefte aan externe kennis. Kijk, we maken tegenwoordig gevelinstallaties van aluminium in plaats van met staal. Op staal bevindt zich een coating van zink. Wanneer je staal wilt hergebruiken en het omsmelt, verdwijnt het zink als rook in de lucht. Die afval is ongewenst. Maar nu willen we verder gaan.” Innovatieadviseur Bob Weehuizen van Syntens: “Wij hebben het adviesbureau Nice to Commit benaderd om te bekijken hoe we dit onderwerp kunnen verdiepen.” Van Harten: “Tot dusver zijn we bezig geweest met de buiteninstallatie. Het wordt een stuk moeilijker als je kijkt naar het binnenwerk. Wat doe je bijvoorbeeld met de elektracomponenten?” Lassen vermijden Hartstikke mooi natuurlijk, die duurzame producten van Kranenburg Group, maar het bedrijf is er scherp op dat de ambities ook van toepassing zijn op de eigen handelingen. ‘Aandacht voor eigen energieverbruik’ staat er dan ook in het door Syntens opgestelde Duurzaam Innovatie Actieplan. Dat kan onder meer worden gerealiseerd door te vermijden dat wordt gelast. Een alternatieven is toepassing van klinknagels. Soms is het ook een optie na te gaan, of meer onderdelen uit één stuk kunnen worden gemaakt. www.syntens.nl/duurzaamondernemen

15


VelopA zorgt voor kettingreactie top-20 toeleveranciers Toeleveranciers in beweging krijgen en opdrachtgevers duidelijk maken over kennis van zaken te beschikken. Bij VelopA, specialist in straatmeubilair, fietsparkeersystemen, overkappingen en sport- en spelelementen, heerst het bewustzijn dat duurzaamheid geen soloactie kan zijn. Directeur Ton van Klooster: “Onze aandacht voor dit onderwerp in de keten heeft er onder meer toe geleid dat toeleveranciers niet alleen ons maar ook andere klanten al voorzien van een duurzaam pakket.” “Het gonst van de duurzaamheid binnen dit bedrijf”. Het is een van de eerste zinnen die innovatieadviseur Quirien Veldman van Syntens uitspreekt wanneer haar wordt gevraagd VelopA te kenschetsen. Directeur Ton van Klooster beaamt het. “Máár,” voegt hij er aan toe, “het was zaak dat onze gedachten werden geordend. Uit de Duurzaamheid Quick Scan van Syntens bleek dat wij op alle relevante niveaus in de organisatie bezig zijn met het thema. Dat leidde tot vervolgvragen: hangen de activiteiten bijvoorbeeld met elkaar samen? We zijn van goede wil, maar doen we het ook goed?” In het later door Syntens opgestelde Duurzaam Innovatie Actieplan (DIAP) kwam onder meer naar voren dat VelopA mooie stappen zou kunnen zetten door toeleveranciers bij zijn ambities te betrekken.

Van Klooster: “Al onze producten worden gemaakt door andere bedrijven: producenten en toeleveranciers. Het gaat vooral om bedrijven die metaal produceren. Wij verlangen dat zij hun productieprocessen verduurzamen. Als opdrachtgever zijn wij in staat dat gesprek aan te gaan en hen daartoe te bewegen. Zeker bij onze relaties in Midden Europa is veel te winnen. Zij hebben de vertaalde versie van de Duurzaamheid Quick Scan ondergaan om tot verbeteringen te komen. Veel van de Nederlandse bedrijven laten zich nu ook door Syntens bijstaan om hun productieproces te verduurzamen.” VelopA streeft ernaar dat in elk geval zijn top-20 van leveranciers werk maakt van duurzaamheid. Innovatieadviseur Veldman: “Doordat één bedrijf een visie ontwikkelt, gaan andere partijen in de keten erin mee. Heel goed, maar het zal niet altijd zo gemakkelijk gaan. Andere ondernemingen moeten zelf ook de intrinsieke motivatie hebben.” “Hoe dan ook, VelopA heeft iets moois op gang gebracht. Het is goed voor de relatie tussen bedrijven. Bij toeleveranciers wordt nu geredeneerd: wij zijn niet zomaar een toeleverancier, maar we bereiden ons samen met de klant voor op een veelbelovende toekomst. Ze doen niet iets omdat het wordt verlangd, maar omdat ze zich ervan bewust zijn hoe waardevol het is kennis te delen en samen doelen te bereiken. Hiërarchie maakt plaats voor een coöperatieve houding. Het is een goed idee bij VelopA een dag voor toeleveranciers te organiseren om dit gevoel te versterken. Ondertussen ondersteunt Syntens de toeleveranciers op individueel niveau om te verduurzamen op een manier die past bij hun strategie en ambities.” Eindeloos te recyclen Het zijn vooral overheden en daarvan afgeleide organisaties die de producten van VelopA afnemen. Het portfolio bestaat onder meer uit buitenbanken, picknicksets, fietsklemmen en

16

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


“We kregen het advies: je mag er best nadrukkelijker mee de markt op”

overkappingen voor fietsen en motoren. VelopA ontwikkelt en vermarkt de producten. De vervaardiging is uitbesteed. Directeur Ton van Klooster: “Wij zijn al een aantal jaren bezig met duurzaamheid. Vanuit ethische opvattingen natuurlijk. We geven om het milieu. Maar zeker ook vanuit commerciële overwegingen: we willen zo overheden helpen hun doelstelling te bereiken op het vlak van duurzaamheid. Zo hebben we twee jaar geleden een buitenbank op de markt gebracht die voldoet aan de eisen van cradle tot cradle. Het is na bemiddeling door Syntens gemaakt door de toenmalige studente Eveline Bijleveld van de Rotterdamse opleiding Industrieel Productontwerpen. De buitenbank is vervaardigd van verzinkt staal en een biologische kunststof die eindeloos kan worden gerycled: biologische thermoharder.” Innovatieadviseur Quirien Veldman van Syntens: “VelopA was dus al druk bezig met duurzaamheid. Op een gegeven moment was de vraag: what is the next big thing? DoeM EE kwam dus als geroepen. VelopA betrekt nu ook toeleveranciers en opdrachtgevers in het duurzaamheidverhaal.” Kennis etaleren “Wij zijn intensief bezig met duurzaamheid, maar blijken enigszins terughoudend te zijn in het etaleren ervan.” Directeur Ton van Klooster van VelopA noemt een belangrijke uitkomst van de Duurzaamheid Quick Scan van Syntens. “We kregen het advies: je mag er best nadrukkelijker mee de markt op.” Hoe gaat VelopA dat doen? Van Klooster: “Wij willen dit jaar bijvoorbeeld seminars over duurzaamheid organiseren voor klanten. Daarmee tonen wij aan: wij hebben ervaring met dit onderwerp en kunnen daarin een partner zijn. Gemeenten hebben bijvoorbeeld van de landelijke overheid richtlijnen gekregen om duurzaam in te kopen. Maar wat betekent dat precies in de praktijk? Hoe pak je dat aan? Wij geven advies en laten zien wat we in huis hebben.” www.syntens.nl/duurzaamondernemen

17


“Wij stellen onszelf voortdurend de vraag hoe we ons kunnen onderscheiden”

Chevalier: van groene schakel naar groene keten Als je 25.000 bomen in Sumatra koopt om je eigen CO2-uitstoot te neutraliseren en de plaatselijke bevolking handelswaar te bieden in de vorm van het fruit dat eraan groeit, heb je dan Syntens nog nodig om duurzaam te opereren? Jazeker, zo stellen ze bij grafisch bedrijf Chevalier BV. Algemeen directeur Diederik Chevalier: “Wij maken deel uit van een keten. Ons streven is dat het er niet alleen duurzaam aan toegaat binnen de muren van ons bedrijf, maar ook daarbuiten.” Het is een mooie oneliner die technisch projectmanager Sander Been uit zijn mond laat rollen: “We konden wel tegen klanten zeggen dat we een CO2-neutrale productie hadden, maar niet dat we CO2-neutrale producten leverden.” De woorden illustreren hoe de zaken ervoor stonden sinds Chevalier BV besloot vanaf 1 januari 2009 minder CO2 uit te stoten, onder meer door een energiezuinige drukpers aan te schaffen, en de rest te compenseren via bomenaankoop in Sumatra. Chevalier legt uit: “De wetenschap dat onze producten niet CO2-neutraal waren, vormde een belangrijke reden voor ons enthousiasme over Doe MEE. Binnen ons eigen bedrijf hebben wij het qua duurzaamheid netjes op de rit. We hebben bijvoorbeeld maatregelen getroffen om energieverbruik te besparen en het productieproces hier is CO2-neutraal geworden. Maar hoe zit het in de rest van de keten? Wat doe je met de CO2 die wordt uitgestoten bij de papierproducenten waarmee we samenwerken? En wat gebeurt er wanneer jouw drukwerk naar de binderij wordt getransporteerd? Syntens staat ons bij als objectieve buitenstaander en als bruggenbouwer. De organisatie kan makelen en schakelen. Zo werd advies- en ingenieursbureau DHV BV bij onze ambities betrokken.” 18

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


Innovatieadviseur Koen Knol van Syntens: “Mede dankzij DHV is een miniketen ontstaan waarbinnen duurzaam wordt geopereerd. Het gaat om een samenwerking tussen Chevalier BV, papierleverancier ModoVanGelder en binderij Bindgenoten.” Chevalier: “ModoVanGelder is een van onze vele leveranciers. Ze hebben ons geholpen klanten te adviseren over duurzame papiersoorten. Kijk, bij de productie van het ene papiertype komt meer CO2 vrij dan bij de andere. Moet het bijvoorbeeld worden gebleekt? Wij kunnen nu als drukkerij tegen een klant zeggen: met dit papier koop je dezelfde kwaliteit als je gewend was, maar is sprake geweest van minder CO2-uitstoot. We zullen nooit kunnen achterhalen of we dankzij het duurzaamheidverhaal meer of juist minder omzet draaien, maar ik weet in elk geval wel dat we klanten hebben binnengehaald op basis van hun enthousiasme over dit thema. Je merkt ook: men gunt je eerder een opdracht.” Been vertelt over een andere schakel in de keten. “Elke productiefase in het drukproces vergt zogeheten inschietvellen. Die heb je nodig als proef om je machines goed in te stellen tot de ideale druk te komen. Stel, de opdracht is 100.000 boekjes. Dan druk je er bijvoorbeeld 102.000. In de grafische industrie wordt gemiddeld twee procent te veel gedrukt. Wij zijn bezig dat terug te brengen naar één procent. Dat klinkt misschien niet spectaculair, maar het betekent op jaarbasis dat wij een aantal vrachtwagens minder naar binderij Bindgenoten hoeven te laten rijden en minstens dertig ton minder afval produceren. Het aardige is, dat de binderij nu ook besmet is met het groene virus. Ze willen ook CO2-neutraal produceren.” Nieuwe klantwens Een grafisch familiebedrijf dat zich vooral richt op drukwerk van hoge kwaliteit. Zo kan Chevalier het best worden omschreven. De onderneming bedient hoofdzakelijk de auto-industrie, de modewereld en de financiële sector. Algemeen directeur Diederik Chevalier: “Wij stellen onszelf voortdurend de vraag hoe we ons kunnen onderscheiden. Nederland, België en Duitsland tellen nu eenmaal veel drukkerijen. In het verleden legden wij de nadruk op bijvoorbeeld betere inkttypen en kleurspecialismen. Een paar jaar geleden merkten we een verandering bij klanten. Er ontstond niet alleen meer behoefte aan goede service in plaats van alleen een product, vooral vanuit Engeland hoorden we ook steeds vaker: hoe gaan jullie om met duurzaamheid? In 2007 is binnen onze directie besloten: in de komende twintig jaar gaan we ons onderscheiden met duurzaamheid.” Het leidde onder meer tot deelname aan Doe MEE en een Duurzaam Innovatie Actieplan (DIAP), gericht op duurzame ketensamenwerking. Kwaliteit “Als je een kwaliteitsbedrijf bent, moet je ook op milieugebied tot de top willen behoren.” Dat zegt algemeen directeur Diederik Chevalier van Chevalier BV. “Neem nu Lexus, het neusje van de zalm in de auto-industrie. Ik weet zeker dat ze er daar naar streven op een gegeven moment auto’s te produceren die ecologisch verantwoord zijn.” www.syntens.nl/duurzaamondernemen

19


Wij van wc-eend adviseren wc-eend. Het is precies het imago dat directeur Sjouke Tjalsma van Lankhorst Recycling Products wil vermijden bij zijn opdrachtgevers. Laat juist op basis van objectieve metingen en dankzij inspanningen van een externe partij duidelijk worden hoe duurzaam de producten van het bedrijf zijn, zo stelt hij. Een bijeenkomst voor opdrachtgevers en ook medewerkers van de onderneming zelf waar het onafhankelijke adviesbureau Beco aantoont dat - hopelijk - een product van Lankhorst Recycling Products een duurzamer karakter heeft dan wat de concurrentie te bieden heeft. Dat is dit voorjaar het eerste resultaat dat voortvloeit uit het door Syntens opgestelde ‘Duurzaam Innovatie Actieplan’ van het bedrijf.

“Intern spreken we weleens over het Olympisch minimum.”

20

www.syntens.nl/duurzaamondernemen

“We hebben het oordeel van een objectieve buitenstaander nodig om het wc-eend imago te vermijden”, zegt Tjalsma. “Intern spreken we weleens over het Olympisch minimum. Daarmee doelen we op de zaken waar je in elk geval aan moet voldoen om binnen de markt mee te spelen op het vlak van duurzaamheid. Dat minimum wordt in onze ogen gevormd door een ISO 14001-certificaat voor milieu. Daarover beschikken we. Verder hebben we zelf de ecologische voetprint van onze producten vergeleken met houten, betonnen en stalen producten. Wat is bijvoorbeeld de milieubelasting en wat is de levensduur? Daaruit kwamen wij als beste naar voren, maar ja: het blijft een eigen onderzoek. Daarmee overtuig je buitenstaanders uiteindelijk niet. We willen dus dat het objectief wordt aangetoond.” Innovatieadviseur Sietse Vlietstra van Syntens vond in Beco de gewenste partij. Hij zegt: “Vanuit de markt wordt dikwijls aan Lankhorst Recycling Products gevraagd hoe duurzaam het bedrijf is. De organisatie is er zelf van overtuigd over unique selling points te beschikken, maar vroeg zich af hoe nou haar duurzaamheid objectief kon worden gemeten.


Lankhorst Recycling Products: geen adviseur wc-eend’ Nou, daar heb je de Levenscyclusanalyse voor, de LCA. Dat is een internationaal erkende methode om de milieu-impact van een product of dienst objectief te beoordelen. Een LCA is weer de basis voor een Environmental Product Declaration, een soort keurmerk voor hoe jouw product scoort ten aanzien van het milieu.” Vlietstra vervolgt: “Naar verwachting worden de aanpak van LCA en EPD’s de komende jaren rap gemeengoed. Wellicht gaan overheden ze straks ook verplichten. Om het LCA-denken ook bij de klanten en overige ketenpartners goed en snel ingeburgerd te krijgen, heeft Syntens aan Lankhorst Recycling Products voorgesteld alle ketenpartijen uit te nodigen voor een workshop over deze thematiek.”

adviseur Sietse Vlietstra van Syntens voegt toe: “Dikwijls wordt Lankhorst vanuit de markt uitgedaagd met een betere oplossing te komen voor producten die traditioneel van hout, beton of staal worden gemaakt.” Lankhorst Recycling Products is zich steeds meer gaan toeleggen op totaaloplossingen. Tjalsma: “Voorheen leverden we vooral onderdelen aan bedrijven. Nu tekenen we voor de volledige oplossing, bijvoorbeeld een brug met een vrije overspanning van twaalf meter, compleet met berekeningen, assemblage en als het gewenst is ook inclusief de plaatsing.”

Tjalsma zegt dat zijn bedrijf graag wil leren van Beco. “Het is ons doel dat medewerkers van de Research & Development in de vingers krijgen hoe je een LCA uitvoert om dat vervolgens zelf te doen bij onze andere producten. Juist binnen R&D is deze kennis van grote toegevoegde waarde. Het ondersteunt je bij het maken van goede keuzes binnen het ontwerpproces.” Gemalen flessendop als grondstof Iedereen kent minstens één product van Lankhorst Recycling Products. Het gaat om de zogeheten Diamand Koppaal, ofwel het zwarte paaltje met de roodwitte reflectiebandjes. Ze worden onder meer gebruikt als anti parkeerpaal en ze worden vervaardigd van bijvoorbeeld gemalen kratten en flessendoppen. Directeur Sjouke Tjalsma: “Met die paaltjes is het voor ons begonnen in de jaren zeventig. We zijn nieuwe producten of productonderdelen blijven maken uit gerecycled materiaal. Denk aan tuinbanken, loop- en fietsbruggen, picknicktafels voor langs de snelweg en opslagsystemen voor de staalindustrie.” Innovatie-

Kennis bij ketenpartners Waartoe moet het Duurzaam Innovatie Actieplan leiden bij Lankhorst Recycling Products? Op het verlanglijstje staat: Levenscyclusanalyses (LCA) en Environmental Product Declarations (EPD) van producten van Lankhorst. Meer kennis over LCA en EPD bij medewerkers van Lankhorst. Meer kennis en begrip bij de (potentiële) klanten van Lankhorst over het belang van LCA en EPD. Meer omzet en winst door op basis van objectieve informaties beter unique selling points aan te kunnen tonen. Vergroting van het kennisnetwerk met betrekking tot duurzaam innoveren en ondernemen. Duurzaam handelen en denken van ketens versterken. www.syntens.nl/duurzaamondernemen

21


Van de Water: “Duurzaamheid draait ook om welzijn mensen” Heel mooi en lovenswaardig, een directeur die een passie voor duurzaamheid heeft opgevat, maar pas in teamverband kan hij woorden in daden omzetten. Directeur Edgar Willemse van grafisch bedrijf Van de Water beseft het terdege. Daarom werkt hij samen met Syntens aan een boekje waarin zijn 28 medewerkers onder meer tips lezen over milieubesparing en duurzaamheid. “Dat vind ik te gemakkelijk”, oordeelt Willemse. Hij heeft zonet verhaald over het scenario dat hij menig bedrijf ziet volgen.”Ze willen een product dat CO2-neutraal is. Eerst maken ze het, dan kijken ze wat de CO2-uitstoot is geweest en daarna kopen ze die af door bomen aan te schaffen of te laten planten. Nee, als wij te zijner tijd een CO2-neutraal product maken, willen we dat doen zonder iets af te kopen.” Een dergelijk eco-product is een van de punten die op het Duurzaam Innovatie Actieplan staan dat Syntens en Van de Water opstelden. Willemse: “Voor de korte termijn hebben we qua duurzaamheid andere noten op onze zang, maar we willen wat later komen tot bijvoorbeeld een tijdschrift of folder waarvoor een LCA, een levenscyclusanalyse, is gemaakt. Net zoals Syntens ons gaat helpen met het opstellen van een milieuprofiel van het bedrijf. Het doel? Dat uiteindelijk in alle bedrijfsprocessen een minimum aan energie en materiaal wordt gebruikt en dat geen CO2 wordt uitgestoten.” Terug naar het boekje. Voordat hij in aanraking kwam met Doe MEE had Willemse het idee voor zijn medewerkers in een kleine uitgave allerlei praktische tips op een rij te zetten. Hij vertelt: “Denk aan zaken als hoe je handelt bij ziekteverzuim en hoe je voorkomt arbeidsongeschikt te worden. Dat noem ik ook een vorm van duurzaamheid. Innovatieadviseur Koen Knol van Syntens stelde voor er ook onder meer suggesties over energiebesparing in op te nemen. Samen met Stimular, de werkplaats voor duurzaam ondernemen, heeft hij die tips verzorgd. Het boekje wordt hier binnenkort gepresenteerd tijdens een workshop voor onze medewerkers die wordt georganiseerd door Syntens en Lexpertise, een onderneming in Business Coaching & Training.” Knol: “We willen de medewerkers er graag van bewustmaken hoe zij zich het best kunnen gedragen met bijvoorbeeld licht, apparatuur, de airco en de stand by knop.” Willemse: “Syntens heeft zelfs het idee de basis van het boekje te gebruiken voor medewerkers in andere bedrijven.” Last but not least: duurzaamheid is ook bedoeld om eraan te verdienen. Dat wordt niet alleen gerealiseerd door minder energie te verbruiken, maar ook door klanten te doordringen van je groene karakter en zo opdrachten binnen te halen. Knol: “Wij willen Van de Water aan een duurzaam marktprofiel helpen.” 22

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


“Voor de korte termijn hebben we qua duurzaamheid andere noten op onze zang”

Willemse: “Daarbij willen we ervoor waken niet als fanatici over te komen. Je moet een bepaalde beleving hebben bij duurzaamheid, maar die zullen wij niet opdringen. We kunnen wel proberen enthousiasme te wekken. Wij hebben bijvoorbeeld het FSC-keurmerk, dat betekent dat je voldoet aan wereldwijde standaarden voor bosbeheer. De overheid vraagt ons er wel naar, maar zover ik weet zijn er daarnaast slechts drie klanten die er uit eigen beweging over beginnen. Dat hopen we te veranderen met onze marketing.” Winst en welzijn Duurzaamheid is meer dan milieu. Die wetenschap was voor Van de Water een belangrijke motivatie deel te nemen aan Doe MEE. Directeur Edgar Willemse: “Dat bij dit onderwerp niet alleen sprake is van milieu, moet volgens mij als een belangrijke reden worden gezien waarom steeds meer bedrijven werk maken van duurzaamheid. Het onderwerp gaat een paar stappen verder: duurzaamheid draait bijvoorbeeld ook om het welzijn van mensen en winst van je bedrijf.” Van de Water is een grafisch bedrijf dat producten drukt en print en dat een florerende internettak kent. De hoofdmoot van het werk is bedoeld voor de business to business markt. Het bedrijf is vooral gespecialiseerd in formulierendruk, huisstijl- en fullcolour producties. Valkuil “Ik doe de dingen liever goed in een wat rustiger tempo dan dat ik heel veel activiteiten in een korte tijd ga proppen.” Dat zegt Edgar Willemse van Van de Water. De directeur illustreert met die uitspraak niet in de valkuil te willen stappen waarin ondernemers kunnen belanden nadat zij ‘het licht van duurzaamheid’ hebben gezien: als gevolg van een overvloed aan ambities het overzicht kwijtraken en uiteindelijk geen enkel doel bereiken. www.syntens.nl/duurzaamondernemen

23


24

www.syntens.nl/duurzaamondernemen


Lagere kosten en hogere winsten Consument vraagt om duurzame producten. En daarna: duurzaamheid wordt de norm. Bedrijven kunnen er niet meer omheen, al is het maar uit kostenoverwegingen.

Aldus luidden in maart de kop en de eerste regels van een artikel in de Volkskrant dat was gewijd aan een onderzoek van ING. Syntens, innovatienetwerk voor ondernemers, ondersteunt steeds meer bedrijven die ‘groener’ willen worden en op die manier ook zakelijk aan de weg timmeren. In deze uitgave staan tien voorbeelden: bedrijven die mede dankzij Syntens mooie stappen konden zetten en als inspiratiebron kunnen dienen voor ondernemingen die ook kansen willen grijpen op het vlak van duurzaamheid. Die bedrijven boekten progressie onder de vlag van ‘Doe MEE’. Andere ondernemers kunnen in hun voetsporen treden. Hier worden de achtergronden en de werkwijze van het project geschetst.

Veel aanwezige kennis, maar weinig toegepaste kennis. Dat is de kennisparadox waarvan sprake was en die ook nu nog vaak wordt ervaren. Het is de taak van Syntens om - op basis van vragen uit het MKB - een bijdrage te leveren aan de oplossing van deze paradox.

Syntens & het MKB Syntens, innovatienetwerk voor ondernemers, werkt aan innovatiebevordering in het MKB. Dat doet zij in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, andere ministeries en overheidsorganisaties. Syntens is ruim tien jaar geleden door ‘Economische Zaken’ opgericht om de dikwijls ervaren kloof tussen markt en kennis te dichten of in elk geval te verkleinen. De onvolkomenheden die destijds werden geconstateerd: • Een tekortschietende wisselwerking tussen private en publieke kennis. De twee sloten evenmin voldoende op elkaar aan. • Kwantitatieve en kwalitatieve tekorten aan menselijk kapitaal. • Ontoereikend kennismanagement.

Netwerken die niet goed genoeg functioneren. Te denken valt aan afwijkende informatie en een gebrekkige interactie tussen spelers in de waardeketen.

Syntens is in staat als onafhankelijke partij en samen met ondernemers innovatie in bedrijven te bevorderen. De innovatieadviseurs van Syntens helpen de MKB-ondernemer een duidelijke vraag te formuleren. Via een integrale bedrijfsanalyse wordt vastgesteld wat de kern en de bedrijfscontext zijn van deze vraag. Dit vormt het uitgangspunt voor de dienstverlening van Syntens. Deze service is veelal gericht op verbetering van de strategie, structuur en cultuur binnen de onderneming. Dat moet ertoe leiden dat innovatiewens kan worden gerealiseerd. Als het nodig is, brengt Syntens het bedrijf in contact met partijen of diensten uit haar innovatienetwerk. Dat kunnen bijvoorbeeld publieke kennisinstellingen zijn, maar ook subsidieregelingen of commerciële kennisleveranciers die helpen de bedrijfsvraagstukken verder uit te werken. Op deze manier zet Syntens aan tot succesvol innoveren op het gebied van product, proces, technologie, dienst, organisatie of markt. Zo versterkt de organisatie het innovatievermogen van ondernemend Nederland en wordt een bijdrage geleverd aan economische groei. Syntens heeft een jaarlijks MKB-bereik van zo’n 15.000 innovatieadviezen. www.syntens.nl/duurzaamondernemen

25


nnovatieadviseur van Syntens ook direct aangrijpingspunten naar voren komen om met de ondernemer in discussie te gaan over diens innovatieambities en organisatie daarvan in zij bedrijfsvoering.

Algemene werkwijze van operationele strategische vraagstukDat is in grote lijnen waar de Innovatie Quick Scan (IQS) voorenstaat - zie ook www.iqs.nl. Een zeer laagdrempelige scan van circa ken. Bij het eerste gaat het om de werkvorm Normaal gesproken begint een adviestraject van Syntens met zo’n digitale scan. Is het glob tien minuten die de ondernemer een globale van de innovatievraag of advisering, bij het beeld duidelijk, dan kunnen adviestrajecten van start gaan. Syntens maakt daarbij ondersch analyse - maximaal een vol A4’je - van zijn tweede om de werkvorm van het innovatieacussen de innovatievermogen behandeling vanoplevert. operationele en strategische vraagstukken. Bij het eerste gaat he Waaruit voor de tieplan, ofwel IAP. om de werkvorm van devan innovatievraag of advisering, bij het tweede om de werkvorm van innovatieadviseur Syntens ook direct aangrijpingspunten Doe MEE nnovatieactieplan, ofwelnaar IAP.voren komen om met de ondernemer in discussie te gaan over diens innovatieambities en organisatie daarMEEvan in zijn bedrijfsvoering.

Een sterkere kennisbasis op het gebied van duurzaamheid en duurzame innovatie. StimuDoe lering van duurzame innovatie bij het MKB. Een sterkere kennisbasis op het gebied van duurzaamheid en gaan duurzame innovatie. Die twee zaken deel uitmaken van deStimule van duurzame innovatie hetdeMKB. Die twee zaken deel uitmaken van deHet reguliere Dat is in grote lijnenbij waar Innovatie Quick regulieregaan werkzaamheden van Syntens. Scan (IQS) voor staat - zieHet ook www.iqs.nl. zijn doelstellingen die voortvloeien uit Doe werkzaamheden van Syntens. zijn doelstellingen die voortvloeien uit Doe MEE. Normaal gesproken begint een adviestraject MEE. Daartoe heeft Syntens haar standaard van Syntens met zo’n digitale scan. werkwijze verrijkt met enerzijds de ‘DuurDaartoe heeft Syntens haar standaard werkwijze zaamheid verrijkt Quick met enerzijds de ‘Duurzaamheid Is het globale beeld duidelijk, dan kunnen adScan’ (DQS), een methodiek Quick Scan’ (DQS),van eenstart methodiek in de geest van Innovatie Quick Quick Scan,Scan, en anderzijd viestrajecten gaan. Syntens maakt in dede geest van de Innovatie en daarbij onderscheid tussen de behandeling het ‘Duurzaamheid Innovatiehet ‘Duurzaamheid Innovatieactieplan’ (DIAP), anderzijds in de traditie van het innovatieactieplan. D

s weergegeven in onderstaand figuur.

Doelgroep & werkwijze Doe MEE 150 koplopers in de maakindustrie ism branche organisaties Plastic & Rubber industrie (NRK)

DIAP + QW (ca.75)

Metaal industrie (KMU & VOM)

DQS G r a f i s c h eindustrie

(KVGO)

Meerjarenplannen duurzaam innoveren

activering

Quick Wins (ca.75)

Elektrische industrie

(NVFN)

26

voorlichting

www.syntens.nl/duurzaamondernemen

Figuur 1. Doelgroep en werkwijze in het project Doe MEE.


actieplan’ (DIAP), in de traditie van het innovatieactieplan. Dat is weergegeven in onderstaand figuur.

De uitkomst van de DQS maakt zijn ambitieniveau zichtbaar op de vier belangrijkste werkgebieden: product & dienst, markt & marketing, technologie & ICT en organisalgroep daarbij waren 150 toonaangevende MKB-ondernemingen uit de maakindustrie, Doelgroep daarbij waren 150 toonaangeventie & processen. Verder geeft deze scan ral de de metaal& elektrotechnische, de kunststoffenen rubber enhetdegatgrafische MKB-ondernemingen uit de maakinduseen kwalitatief beeld van tussen de industrie. de selectie van deze toonzetters in hun sector heeft Syntens nauw samengewerkt trie, vooral de metaal- & elektrotechnische, ambitie en realisatie (zie figuur 2.) De DQS met de de brancheorganisaties: kunststoffen- en rubber en respectievelijk de grafische is ook geschikt omNVFN, resultatenNRK met elkaar effende KMU, VOM, & dete KVGO. industrie. Bij de selectie van deze toonzetters vergelijken. Een voorbeeld is een nulmeting in hun sector heeft Syntens nauw samengevoor een meerjarenplan of een benchmark rzaamheid Quick Scan werkt met de betreffende brancheorganisamet andere deelnemende bedrijven. intaketies: moment, een prikkel en NVFN, een meting. De DQS kan de ondernemer inspireren tot respectievelijk KMU, VOM, NRK & de KVGO. De uitkomst vanDQS de scan kan dezijn basis vorere verduurzaming van zijn bedrijf. De uitkomst van de maakt ambitieniveau men voor een gesprek tussen ondernemer tbaar op de vier belangrijkste werkgebieden: product & dienst, markt & marketing, Duurzaamheid Quick Scan en de innovatieadviseur van Syntens over nologie & ICT en organisatie & processen. Verder geeft deze scan een kwalitatief beeld Een intake moment, een prikkel en een mekansen. Op vier gebieden worden de mogehet gat tussen de ambitie en realisatie (zie figuur 2.) Deaanzien DQS van is ook geschikt om ting. De DQS kan de ondernemer inspireren lijkheden ten kostenbesparing of ltatentot met elkaar te vergelijken. voorbeeld is een ingeschat: nulmeting voor een meerjarenplan verdere verduurzaming van zijnEen bedrijf. omzetgroei

en benchmark met andere deelnemende bedrijven. DOE MEE

Output DQS: kwalitatief grafisch Uitgevoerd

Wordt

aan

gewerkt

Integratie

Omzetgroei Realisatie Ambitie

Wordt

overwogen

Besparen

Geen acties

Conformeren

Realisatie

Ambitie

Figuur 2. Grafische weergave vanwww.syntens.nl/duurzaamondernemen de uitkomst van de DQS

27

uitkomst van de scan kan de basis vormen voor een gesprek tussen ondernemer en de


• Product & Dienst. Voorbeelden: grond• Organisatie & Processen. Vermindering stoffenkeuze, dematerialisatie, anders van verspillingen, optimalisatie van verpakken, vermindering van het energie transport, initiatief tot duurzame keten verbruik tijdens de levensduur en omgang samenwerking, regionale samenwerking • Organisatie & Processen. Vermindering van verspillingen, optimalisatie van met end of life (is het mogelijk te recyclen?). en borging in bedrijf. transport, initiatief tot duurzame ketensamenwerking, regionale samenwerking en • Markt & Marketing. Voorbeelden: de duurborging in bedrijf. binnen de markt nog zaamheidbehoeftes Is de ondernemer primair gericht op kosten beter leren kennen en ook optimale besparing en quick wins? Dan kan Syntens communicatie met bestaande en potenverwijzen maatregelenlijsten vanSyntens Agents de ondernemer primair gericht op kostenbesparing en naar quick wins? Dan kan tiële nieuwe klanten over het duurzaam schap NL, het Energiecentrum MKB of verwijzen naar maatregelenlijsten van Agentschap NL, het Energiecentrum MKB of heidprofiel van het bedrijf. milieuadviesbureaus als Stimular en Beco. milieuadviesbureaus als& Stimular en Beco. • Technologie ICT. Voorbeelden: optimalisatie van de productietechniek, Duurzaamheid Innovatieactieplan Als de ambitie van de ondernemer verder reikt investering in duurzame technologie, Duurzaamheid Innovatieactieplan dan kostenbesparing, kostenbesparing, kan kan worden overge-overgega vermindering van het energieverbruik, Als de ambitie van de ondernemer verder reikt dan worden gaan tot het DIAP. Vaak spelen er dan meer digitalisering van werkstromen en toeot het DIAP. Vaak spelen er dan meer vraagstukken die kunnen worden geïnventariseerd vraagstukken die kunnen worden geïnventari passing van slimme technologie (functiegeanalyseerd met behulp van de DIAP-scan van seerd Syntens. Dikwijls met gaatbehulp het om en geanalyseerd van strategisch de integratie).

actische vraagstukken.

DOE MEE

Branche kaarten: B r a n c h e- t r e n d s Wetgeving Convenanten Technologie Energie Samenwerking

28

Handleiding: Strategie Organisatie P r o d u c t i ep r o c es s en Kennis Financiering (subsidie)

www.syntens.nl/duurzaamondernemen

Figuur 3. De DIAP-scan

1 4


DIAP-scan van Syntens. Dikwijls gaat het om strategische en tactische vraagstukken. De DIAP-scan levert dus verder inzicht op in het vermogen van een onderneming om zich duurzamer te ontwikkelen. Die kennis vormt de basis om een dieper duurzaamheidprofiel van het bedrijf te maken. De blik wordt gericht op de positie in de keten. Er wordt ook een analyse gemaakt van de sterke en zwakke punten van het bedrijf en de kansen en bedreigingen. Verder is er een analyse van de belangrijkste bedrijfskenmerken. Wat is het primaire proces, hoe ziet de financiĂŤle situatie eruit, hoe luidt de doelstelling van de onderneming? De bedrijfsstructuur, - cultuur en -strategie worden eveneens belicht. Daarbij beschikt de innovatieadviseur van Syntens over zogeheten branchekanskaarten. Te denken valt onder meer aan trends en ontwikkelingen op het vlak van duurzaamheid in de sector. Hij stelt ook hulpvragen aan de

ondernemer. Zo wordt helder op welk gebied de ondersteuning het meest noodzakelijk is. Het resultaat van het DIAP is het vertrekpunt voor verdere ondersteuning door Syntens en eventueel andere partijen. In een DIAP staan per activiteit de doelstelling, de activiteiten, het beoogde resultaat, de doorlooptijd en de taakverdeling van de betrokken partijen vastgelegd. Een DIAP is dus een meerjarenplan, met een maximale looptijd van drie jaar. Daarbinnen worden concrete adviestrajecten uitgevoerd. Balans Syntens heeft binnen Doe MEE met 78 bedrijven een Duurzaam Innovatie Actieplan (DIAP) opgesteld. De ondernemingen vormen een selectieve groep, ze opereren in de industrie en zijn gemiddeld innovatiever dan andere bedrijven (zie ook figuur 1). Onderzoeksbureau EIM maakte de balans op. Het bleek dat tijdens het consult van Syntens gemiddeld twee tot drie van de onderwerpen zijn besproken uit het rijtje ‘product, www.syntens.nl/duurzaamondernemen

29


techniek, markt en organisaties’. Ongeveer negentig procent van de ondernemers zei dat de adviezen van Syntens op het gebied van product, technische en/of organisatorische aspecten van duurzaam innoveren belangrijk waren voor hun bedrijf. Zij gaan er zeker mee verder aan de slag in hun onderneming. Bij de marktadviezen lag dit percentage iets onder de tachtig. Dit zijn hoge scores, die de waarde Doe MEE onderstrepen. Effect Wat het effect was van de DIAP’s? Vier op de tien MKB-ondernemers zeiden hun voordeel te hebben gedaan met het advies, vooral om de juiste duurzame informatie, kennis en technologie te werven. Bovendien meldde dertig procent van de ondernemers veel baat te hebben ondervonden bij de advisering van Syntens die was gericht op het generen van nieuwe ideeën over duurzaam innoveren en de omzetting daarvan in concrete resultaten. Maar liefst tweederde van de bedrijven beoordeelde de adviezen van Syntens met een

30

www.syntens.nl/duurzaamondernemen

acht. Verder gaf 28 procent een zeven. Bijna de helft van de ondervraagde ondernemers zei een hoger cijfer te hebben toegekend dan zij voor het consult hadden verwacht. Vanzelfsprekend zijn dit de eerste reacties. De werkelijke effecten kunnen pas op langere termijn worden gemeten. De innovatieadviseurs van Syntens bouwen doorgaans een langdurige relatie op met de bedrijven die zij adviseren. Daarvan mag een positief effect worden verwacht op de resultaatverwachtingen. Succesvolle voorbeelden Het zijn mooie, eerste resultaten. Ze tonen aan dat Syntens met de binnen Doe MEE ontwikkelde dienstverlening goed aansluit bij de behoeften van het MKB. Maar hoe ziet een DIAP er uit in de praktijk? Om hier meer zicht op te krijgen, treft de lezer tien succesvolle praktijkvoorbeelden aan. Zo komen nut en meerwaarde van de Syntens DIAPwerkwijze tot leven voor ondernemers, die (verder) aan de slag willen gaan met duurzaam innoveren.


Colofon Redactie Eindredactie Fotografie Opmaak

Pluma tekst / Gerben Stolk Syntens / Herman Poos Totally Eye / Anoeska van Slegtenhorst andersdoen.nl / Steven Schravesande



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.