Concept verslag workshop Digispectie 01072009
1.
DOEL
Het doel van de workshop Digispectie is de gebruikswaarde van Digispectie te verhogen. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in het gebruik van Digispectie, hoe Digispectie te verbeteren en binnen welke kaders Digispectie kan werken. 2.
OPZET WORKSHOP
Ochtend Inleiding (Gerard Moser) Presentatie Gebruikswaarde Digispectie (Martin van der Meer) Presentatie WTI (Ed Calle en Alessandra Bizzarri) Groepsdiscussie van 3 verschillende groepen
Middag Presentatie Concretiseren voor mechanisme piping (Leo Zwang) Presentatie Gebruikerswensen vanuit beheerder (Hans Knotter) Discussie en vaststellen ‘marsroute’ (o.l.v. Martin van der Meer)
FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Onze ref.:Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Blz. 2
3.
SAMENVATTING OP HOOFDLIJNEN & AANBEVELINGEN
3.1. Het gebruik van Digispectie Digispectie kan gebruikt worden voor verschillende doeleinden, hieronder zijn een aantal doeleinden opgesomd: 1) 2) 3) 4)
Onderhoud en beheer Toetsing Bewaking veiligheid Calamiteiten;
1) Onderhoud en beheer; Digispectie kan worden gebruikt om dijken te monitoren ten aanzien van onderhoud. Ook kan Digispectie in een tijdreeks de ontwikkeling van schade aan een waterkering weergeven. Daarvoor is het belangrijk dat dijken ook op de goede momenten gecheckt worden. 2) Toetsing Digispectie biedt aanknopingspunten voor het WTI (Wettelijk Toetsinstrumentarium). Betrouwbare en eenduidige gegevens over de keringen in belastingsituaties bieden waardevolle informatie bij de toetsing. 3) Bewaking en veiligheid; Digispectie kan gebruikt worden als een systeem voor bewaking en dus het borgen van de veiligheid. De eenduidigheid en de structuur die Digispectie gebruikers bieden, zorgen voor vergelijkbare gegevens van keringen bij bijzondere omstandigheden. Niet alleen in de aanloop van een belastende situatie moeten gegevens worden verzameld, maar ook na de belastende situatie, om vast te leggen hoe de kering zich onder belastende omstandigheden heeft gedragen. De registraties zijn van belang voor het correct en preventief handelen in het kader van veiligheid. Men dient extra alert te zijn wanneer een nieuw schadebeeld wordt aangetroffen. 4) Calamiteiten In noodsituaties dient de situatie zwart-wit gemaakt te worden. Digispectie kan zich onderscheiden in een reguliere inspectie en in een inspectie gedurende een extreme belasting. De resultaten van een reguliere inspectie schetst een algemeen beeld van de conditie van een kering, hierbij worden ook de nuances genoteerd. De inspectie gedurende een belasting, tijdens een hoogwatersituatie, is alleen gericht op de relevante faalmechanismen (zwart-wit). De inspectie in dergelijke situaties kan in de voorfasen van een calamiteit aangeven waar noodmaatregelen nodig zijn. 3.2. Hoe Digispectie te verbeteren Tijdens de discussie zijn er aanknopingspunten naar voren gekomen welke zijn te onderscheiden in de manier van waarnemen, hoe met data om te gaan en hoe Digispectie gebruikt kan worden in combinatie met het WTI. De punten die zijn behandeld tijdens de discussie worden in de volgende alinea’s beschreven.
website verslag workshop 01072009
FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Onze ref.:Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Blz. 3
3.2.1. Eenduidigheid van waarnemingen Waarnemingen en vastlegging van waarnemingen dienen eenduidig te zijn. Hierbij is het belangrijk dat de inspecteurs duidelijkheid krijgen over welke data relevant is om uit het veld mee te nemen. Een verduidelijking kan zijn wanneer de belangrijkste plekken van een waterkering uitgekarteerd worden. Inspecteurs moeten weten welke zones van de dijk belangrijk zijn om te inspecteren voor relevante faalmechanismen. De ligging van schadebeelden die een relatie kunnen hebben met faalmechanismen beperkt zich niet tot alleen de kernzone van de kering zoals die is aangeven in de legger van de dijk. Er kan gedacht aan worden om inspectiezones per faalmechanisme aan te geven zoals het achterland en kwelsloten voor het faalmechanisme piping. De externe omstandigheden waaronder de inspecties worden uitgevoerd, zijn belangrijk om te noteren; zoals neerslag, waterstand en belasting op de dijk. Ook dient er geregistreerd te worden welke maatregelen bij een dijk al zijn genomen en of het gewerkt heeft of niet. Door landelijke instructies op te stellen voor Digispectie als inspectietechniek kan Digispectie zich op landelijke schaal tot een betrouwbaar systeem ontwikkelen met een goede kwaliteit. 3.2.2. Waarnemingen in variërende gebieden Gebieden die geïnspecteerd worden variëren veel met elkaar, de vraag is of de waarnemingen wel hetzelfde zijn en of er wel eenduidig kan waargenomen worden. Digispectie biedt de mogelijkheid waarnemingen op eenduidige wijze vast te leggen. De betekenis van de waarnemingen voor de staat van de kering is gebonden aan zowel situatie als locatie. Leiden de waargenomen schadebeelden in de verschillende gebieden tot een zelfde faalmechanisme? 3.2.3. Dataverwerking Bij de beheerder bestaat het probleem dat het nu niet duidelijk is wat er met de data gebeurt en wat de beheerder er mee aan moet. Belangrijk is dat de beheerder bij het gehele proces Digispectie wordt betrokken en er teruggekoppeld wordt wat er met de data is gebeurd. Beheerders hebben aangegeven, dat er behoefte is aan kennisoverdracht van oudere werknemers naar opvolgers. Met Digispectie wordt het mogelijk om historische informatie van ervaren medewerkers vast te leggen voor opvolgers. Hierbij kan historische informatie en of interviews van oudere werknemers in Digispectie gezet worden. Digispectie moet leiden tot een transparant inspectieproces. De data van Digispectie dient inzichtelijk te worden vastgelegd en toegankelijk worden gemaakt. Op deze manier wordt het onderhoud van de dijken en het gevaar op calamiteiten inzichtelijk. 3.2.4. Digispectie en toetsing Met Digispectie kunnen toetsresulaten beter onderbouwd worden. De wisselwerking tussen beide is als volgt in de discussie naar voren gekomen. Digispectie als input voor toetsing De 5-jaarlijkse toetsing is een meting van een nulsituatie. Wanneer een dijk al een paar jaar geleden is getoetst, hoeft men niet te twijfelen aan het resultaat wanneer dijkinspectie geen verandering aan geeft. Wanneer de belasting van de dijk het zelfde blijft, er geen veranderingen worden geconstateerd met Digispectie en uit de toetsing een ‘goed’ oordeel komt, is er geen reden om nog een uitgebreide toetsing te doen.
website verslag workshop 01072009
FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Onze ref.:Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Blz. 4
Wanneer een beheerder alles goed op orde heeft en kan aantonen dat er geen veranderingen zijn opgetreden, zou de beheerder moeten kunnen volstaan met een simpelere toets. Dit zou gedaan kunnen worden aan de hand van een checklist van de WTI. De simpele toets kan de beheerder zelf uitvoeren, hij hoeft dan geen ingenieursbureau meer in te schakelen. Een en ander heeft tot gevolg dat de frequentie van een uitgebreide toets minder kan worden. Er dient opgemerkt te worden, dat wanneer er wel veranderingen worden opgemerkt tijdens Digispectie, dit niet hoeft te betekenen dat dit negatieve gevolgen heeft op de waterkering. Toetsing als input voor Digispectie Andersom kan een toetsing ook weer input leveren voor Digispectie. Voordelen zijn dat uit een toetsing kan volgen wat de zwakke punten van een dijk zijn en waar dan extra op gelet moet worden. Wel bestaat het gevaar dat men met oogkleppen op naar buiten gaat en mogelijk andere zwakke punten van de waterkering niet meer signaleert. 3.2.5. Gebruik van Digispectie binnen waterschappen Er moet voldoende ruimte binnen Digispectie worden geboden om specifieke eigen accenten te zetten. Digispectie biedt een generieke opzet met mogelijkheden tot fine tuning op de organisatie. Het is de taak van de Begeleidingscommissie om de balans te bewaken tussen de generieke opzet en het specificeren van het systeem. 4.
AANBEVELINGEN:
4.1. Inspectie Er zouden op landelijk niveau instructies moeten worden opgesteld voor de uitvoering van visuele inspecties. Digispectie geeft een werkwijze voor het vastleggen, maar zegt niet wat de veldinspecteur moet doen om goed te kunnen signaleren. 4.2. Uitbreiding systeem Digispectie moet worden geschikt gemaakt voor het gebruik van inspecties tijdens hoogwateromstandigheden. Tot nu toe is het systeem vooral toegepast op groene keringen en bij omstandigheden tijdens mooi weer. Digispectie moet door ontwikkeld worden voor inspecties in extreme omstandigheden. Aanbevolen wordt om het nut en de noodzaak van de schadebeelden te specificeren en dit vast te stellen voor zowel primaire als regionale keringen. Ook wordt aanbevolen om een onderscheid te maken tussen welke schadebeelden vastgelegd moeten worden voor de toetsing op veiligheid en welke op calamiteitenbeheersing. Digispectie dient uitgebreid worden voor kunstwerken en NWO. Hiertoe zou gebruik gemaakt kunnen worden van de ervaringen van het ‘Inspectiehuis’ van Rijkswaterstaat welke een inspectiesysteem heeft ontwikkeld voor infrastructurele objecten. Kenmerkend van het systeem is dat de inrichting op gewenste output is geconfigureerd. De gewenste output is risico gestuurd. 4.3. Digispectie &Toetsing Wanneer Digispectie als input wordt gebruikt voor de toetsing van een waterkering dient de beheerder een praktisch systeem te hebben dat voldoet aan de richtlijnen van de toetser. Om met Digispectie voordeel te halen bij een toetsing, dient de beheerder het bewijs te kunnen leveren aan het WTI waarom een dijk goed is. Het is daarom belangrijk te
website verslag workshop 01072009
FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Onze ref.:Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Blz. 5
inspecteren in bijzondere omstandigheden, het liefst in een bijna maatgevende belastingssituatie. Dan leveren de waarnemingen veel toegevoegde waarde op. Van belang is dat op dergelijke momenten de omstandigheden en de waarnemingen goed worden genoteerd. 5.
CONCLUSIE:
Binnen welke kaders kan Digispectie werken? Wees terughoudend met het verder detailleren van de methode, de prioriteit ligt vooral bij het opdoen van ervaringen en het vergroten van het draagvlak door het demonstreren van de gebruikswaarde die je nu al hebt of zou kunnen hebben. Het demonstreren van deze gebruikswaarde ligt uiteraard bij de waterschappen die nu overschakelen op Digispectie. Het enthousiasme voor gebruik van Digispectie is groot. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld nu op systematische wijze historische informatie uit de hoofden van ervaren medewerkers vast te leggen en aan te bieden aan hun opvolgers. Dit kan een belangrijke reden zijn voor nieuwe waterschappen om mee te doen. Een zorgpunt is het borgen van de continuïteit op het proces voor de langere termijn dat met Digispectie ingang wordt gezet. De inbedding van Digispectie vraagt het veiligstellen van het beheer en onderhoud van Digispectie. Het gaat daarbij niet alleen om de aansluiting van verschillende ‘software’ ontwikkelingen, maar ook om ‘organisatie’. Deze vraag wordt teruggelegd bij de opdrachtgevers van Digispectie (STOWA en Waterdienst). Voor uitbreiding van het systeem voor hoogwateromstandigheden is behoefte aan duidelijkheid. Welke schadebeelden moeten worden vastgelegd, en hoe kan deze informatie worden gebruikt voor de toetsing op veiligheid en/of calamiteiten beheersing. Aanbevolen wordt om nut en noodzaak van specificeren van dit soort schadebeelden vast te stellen voor zowel primaire als regionale keringen. Deze vraag hoort bij WTI (primaire keringen) en STOWA (regionale keringen). Als deze duidelijkheid er is, zullen de waterschappen dit graag benutten. Besef dat er grote (en verklaarbare) verschillen zijn tussen waterschappen. Zorg daarom dat individuele waterschappen hun eigen keuzes kunnen (blijven) maken welk deel van het instrumentarium ze op welke wijze willen gebruiken. De taak om dit te bewaken ligt bij de Begeleidingscommissie van Digispectie.
website verslag workshop 01072009
FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Onze ref.:Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Blz. 6
Deelnemers Tabel 1 weergeeft een lijst van de deelnemers die tijdens de workshop aanwezig zijn geweest. Tabel 1: Deelnemers Naam
Organisatie
e-mailadres
Bizzarri, Allessandra
RWS Waterdienst
Bizzarri, Alessandra (WD)
Blommaart, Peter
Waterdienst
Peter.blommaart@rws.nl
Boezeman, Jan
Ws Zuiderzeeland
J.boezeman@zuiderzeeland.nl
Bouman, Barbara
Fugro
B.Bouman@fugro.nl
de Jong, Abe Klaas
HKV lijn in water
A.k.dejong@hkv.nl
Dekker, Ruud
Ws Hollandse Delta
R.dekker@wshd.nl
Hal, Arjan van
Ws Peel en Maas
Arjan.v.Hal@wpm.nl
Hemert, Henk van
Stowa
Vanhemert@stowa.nl
Hoffmans, Gijs
Deltares
Gijs.Hoffmans@deltares.nl
Kampe, Lentz
Ws Hunze en Aa's
K.lentz@hunzeenaas.nl
Knotter, Hans
Ws Rivierenland
H.knotter@wsrl.nl
Lam, Kin Sun
Fugro
K.lam@fugro.nl
Loosen, Stefan
Hhrs van Delfland
Sloosen@hhdelfland.nl
Meer, Martin van der
Fugro
M.vdmeer@fugro.nl
Moser, Gerard
PWM
Nd3992@hetnet.nl
Mudde, Jurian
RWS WD Utrecht
Jurian.Mudde@rws.nl
Rozing, Arno
Deltares
Arno.Rozing@deltares.nl
Ruitenburg, Hans
RWS WD IJsselmeergebied
Hans.ruitenburg@rws.nl
van Ackooij, Claudia
Hhrs De Stichtse Rijnlanden
Ackooij.ca@hdsr.nl
van Dam, Oscar
RPS
Oscar.van.Dam@rps.nl.
van Duijn, Leen
Hhrs van Rijnland
Leen.Duijn@rijnland.net
Vries, Wout de Wentholt, Ludolph
Infram STOWA
Wout.de.vries@infram.nl Wentholt@stowa.nl
website verslag workshop 01072009
FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Onze ref.:Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Blz. 7
website verslag workshop 01072009