/091001_digispectie_h

Page 1

DWW

FONDERZOEK F ina ina ll re re ppVERBETERING oort rt INSPECTIES WATERKERINGEN

DIGISPECTIE HANDLEIDING

DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

PROFESSIONALISERING INSPECTIE WATERKERINGEN (PIW)

STOWA 2009 44 PIW 01

STOWA 2009 00


DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

2009

STOWA

44

ISBN 978.90.5773.451.9

stowa@stowa.nl www.stowa.nl TEL 030 232 11 99 FAX 030 231 79 80

Arthur van Schendelstraat 816 POSTBUS 8090 3503 RB UTRECHT

Publicaties van de STOWA kunt u bestellen op www.stowa.nl


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

COLOFON COLOFON Utrecht, 2009 STOWA L.R. Wentholt RIjkSWATERSTAAT P.j.L. Blommaart

.

BEGELEIDINGSCOMMISSIE

AUTEUR

Claudia van Ackooij

Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

jan Boezeman

Waterschap Zuiderzeeland

Ruben Bruijning

Hoogheemraadschap Schieland en de krimpenerwaard

Ruud Dekker

Waterschap Hollandse Delta

Leen van Duijn

Hoogheemraadschap van Rijnland

Hans knotter

Waterschap Rivierenland (voorzitter)

kampe Lentz

Waterschap Hunze en Aas

Stefan Loosen

Hoogheemraadschap van Delfland

Hans Ruitenburg

Rijkswaterstaat Ijsselmeergebied

Chris Westhuis

Rijkswaterstaat Utrecht

Pepijn Cluijtmans

RPS BCC

PROjECTMANAGEMENT

ADVISERING

Gerard Moser

Partner in Water Management BV

Arno Rozing

Deltares


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

TEN GELEIDE Voor STOWA en Rijkswaterstaat staan visuele inspecties van waterkeringen aan de basis van goed beheer. Ter aanvulling en verdieping van visuele inspecties zijn de mogelijkheden van nieuwe inspectietechnieken belangrijk. In allerlei stimuleringsprogramma’s van STOWA en Rijkswaterstaat worden daartoe goede aanzetten gedaan om de mogelijkheden voor dijkbewa­ king te exploreren. De onderzochte technieken leveren in potentie een belangrijke aanvulling op de hedendaagse dijkbewaking. Tevens bieden ze verdiepingsmogelijkheden voor analyse van de actuele staat van waterkeringen. In 2007 is binnen het programma Verbetering Inspectie Waterkeringen (VIW) een aanvang gemaakt met de ontwikkeling van een prototype voor het digitaal opnemen en vastleggen van visuele waarnemingen aan waterkeringen. De waterkeringbeheerders waren enthousiast over het werken met de eerste uitvoering van Digispectie. Digispectie sluit goed aan op de huidige praktijk van het waterkeringbeheer. De ervaringen met Digispectie 1 zijn in 2008 geëvalueerd en staan nu aan de basis van Digispectie 2. Met Digispectie 2 wordt de beheerder een gebruikersvriendelijk en eigentijds instrument geboden voor het gestructureerd vastleggen van visuele waarnemingen aan waterkeringen. Deze handleiding geeft de gebruiker inzicht in de mogelijkheden van Digispectie voor het sys­ tematisch opnemen en vastleggen van gegevens uit het veld. Daarnaast geeft de handleiding handvatten voor de presentatie van de verzamelde inspectiegegevens. Gelijktijdig met het uitbrengen van Digispectie 2 wordt de Digigids geïntroduceerd, de natio­ nale schadecatalogus voor waterkeringen. Digigids is een website­applicatie voor en eigenlijk ook van veldinspecteurs. De gevulde gids biedt het referentiekader voor de kwaliteitsduiding van de onderdelen van waterkeringen. Deze kwaliteitsduiding is de kern van het waarnemen bij visuele inspecties. De gids moet echter nog grotendeels gevuld worden. Hiervoor doen we een beroep op de beheerders en in het bijzonder de veldinspecteurs. Zij nemen schade waar en kunnen deze ook met camera digitaal vastleggen. De digitale schadefoto’s kunnen worden toegeleverd voor plaatsing in Digigids. De veldinspecteurs kunnen dus op deze wijze hun eigen gids maken. De bewaking van de kwaliteit van de schadegids ligt bij Deltares, het kennis­ instituut van Nederland voor waterbeheer. Deze handleiding laat zien hoe nauw Digispectie en Digigids met elkaar zijn verbonden en hoe ermee te werken. Digispectie 2 en Digigids is een product van samen werken door beheerders in de Begeleidings­ commissie Digispectie. Het toekomstige succes van Digispectie zal afhangen van het verder samen werken aan het verbeteren van visuele inspecties in het veld. Het werken met Digispectie biedt daartoe de beheerders concrete handvatten. STOWA en Rijkswaterstaat staan klaar om samen met de beheerders Digispectie een professionele basis te geven in het waterkeringenbeheer.

De directeur van de STOWA

Hoofdingenieur­Directeur Rijkswaterstaat

Ir.J.M.J. Leenen

Ir. L. Bijlsma


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

OVEREENkOMST EINDGEBRUIkERS DIGISPECTIE Door het accepteren van deze overeenkomst eindgebruikers DIGIspectie (overeenkomst) gaat u akkoord met onderstaande voorwaarden en bepalingen. Deze overeenkomst geldt voor het gebruik van de software en alle daarbij behorende onderdelen, daaronder begrepen op cd­rom, dvd, diskette, geheugenkaart, in een downloadpakket of enige andere gegevensdrager en alle inhoud en inhoudsprogramma’s (software). 1) Onderdelen SOfTWAre De software bestaat uit een veldapplicatie voor het inspecteren van waterkeringen en een desktopapplicatie voor het importeren, exporteren en bevragen van inspectiegegevens uit de veldapplicatie. De software bestaat uit de veldmodule DigiSpectie 2 Veldmodule en de desktopapplicatie DigiSpectie 2 Desktop. De veldapplicatie en veldmodule zijn gemaakt voor gebruik met ArcPad 8 van Environ¬mental Systems Research Institute Inc. (ESRI). ArcPad 8 maakt nadrukkelijk geen deel uit van de software en daarmee van deze overeenkomst. De desktopapplicatie is gemaakt voor gebruik met ArcGIS 9 van ESRI. ArcGIS 9 maakt nadrukkelijk geen deel uit van de software en daarmee van deze overeenkomst. 2) licenTieverlening Deze overeenkomst verschaft u een licentie (licentie) waarmee u de software mag gebruiken, op voorwaarde dat de software alleen is geïnstalleerd op computer(s) of hardwareapparaat/ (­apparaten) binnen uw organisatie (organisatie). Deze licentie verschaft rechten op toekom­ stige updates, upgrades of aanvullingen van de software tot en met mei 2010. Indien updates, upgrades of aanvullingen worden verkregen, is het gebruik van deze updates, upgrades en aanvullingen onderworpen aan deze overeenkomst en aan eventuele bijgevoegde wijzigingen en kan onderworpen zijn aan extra kosten en voorwaarden. 3) eigendOmS- en gebruikSrechTen Het auteursrecht en andere intellectuele, industriële en/of andere eigendomsrechten op de software en op enige kopie die u daarvan maakt zijn eigendom van RPS BCC of de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). De eigendomsrechten van de software zijn als volgt bepaald: • desktopapplicatie, eigendom STOWA; • veldmodule, eigendom STOWA. De STOWA verleent aan waterkeringbeheerders het gebruiksrecht per organisatie van de veld­ module en de desktopapplicatie. U mag de software gebruiken in overeenstemming met de voorwaarden van deze overeen­ komst. U mag ofwel (a) één kopie maken van de software als reservekopie of archiefkopie, of­ wel (b) de software overbrengen naar één enkel medium, op voorwaarde dat u het origineel als reservekopie of archiefkopie bewaart. U mag geen kopie maken van de producthandleiding(en) of gedrukte materialen die bij de software horen, behalve voor eigen gebruik. U kunt alleen eigenaar worden van de materiaalgegevensdrager; u wordt geen eigenaar van de software.


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

4) Overige beperkingen Het verhuren, uitlenen, publiekelijk presenteren, vertonen of uitzenden of enige andere vorm van distributie van de software is verboden zonder schriftelijke toestemming vooraf van de eigenaar. Behalve zoals toegestaan door het toepasselijke recht, zult u de software of enig gedeelte daarvan niet geheel of gedeeltelijk wijzigen, analyseren met behulp van ‘reverse engineering’ of decompileren of demonteren, en u mag geen producten ontwikkelen die zijn afgeleid van de software. Ook zult u anderen niet toestaan deze handelingen te verrichten. 5) verTrOuWelijkheid U zult de software strikt vertrouwelijk behandelen en niemand toegang verlenen tot of infor­ matie verschaffen over de software. 6) SOfTWArelicenTie vAn derden RPS BCC producten kunnen gebruik maken van software van derden. Naast bovenstaande clausules 2, 3 en 4 kan het gebruik van materiaal van derden in de software onderworpen zijn aan andere voorwaarden. Voor de officiële copyrightkennisgevingen en specifieke licen­ tievoorwaarden van deze softwarecodes en algoritmen van derden, wordt verwezen naar de licentievoorwaarden van de desbetreffende leveranciers. Hierbij gaat u akkoord met de voor­ waarden uit dergelijke softwarelicenties van derden. 7) beperkTe gArAnTie en AAnSprAkelijkheid RPS BCC garandeert niet en kan niet garanderen dat de software foutloos functioneert. U dient zich te realiseren dat fouten kunnen optreden tijdens het gebruik van de software, bijvoorbeeld veroorzaakt door lokale omgevingsfouten en/of incomplete gegevens. RPS BCC noch zijn leveranciers zijn aansprakelijk ten opzichte van u of naar derden voor enigerlei schade, voor directe, indirecte of incidentele schade, gevolgschade of schade anderszins (in ieder geval met inbegrip van, maar niet beperkt tot, schade voortvloeiend uit het onvermogen de apparatuur te gebruiken of toegang te verkrijgen tot de gegevens, ver­ lies van gegevens, zakelijk verlies, winstderving, bedrijfsonderbreking en dergelijke) voort­ komend uit het gebruik van of het onvermogen om gebruik te maken van de software, zelfs indien BCC of zijn leveranciers van de mogelijkheid van schade op de hoogte was gesteld. 8) TOepASSelijk rechT Deze overeenkomst en alle mogelijke geschillen met betrekking tot deze overeenkomst of met betrekking tot het gebruik van de software of anderszins zijn onderworpen aan Nederlands recht. De Conventie van de Verenigde Naties met betrekking tot Contracten voor de Internationale Verkoop van Goederen wordt hierbij wat deze overeenkomst betreft, expliciet buiten toepassing verklaard. Alle mogelijke geschillen voortkomend uit deze overeenkomst zullen worden beslecht door de gerechtelijke instanties te Amsterdam (Nederland) welke ge­ rechten exclusieve jurisdictie toekomen met betrekking tot dergelijke geschillen. RPS BCC hanteert de “FENIT 2003” voorwaarden (gedeponeerd bij de Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag op 3 juni 2003 onder nummer 60/2003 voor soft­ wareontwikkeling en dienstverlening rondom softwareontwikkeling, waarvan op verzoek een exemplaar wordt verstrekt. Indien u vragen hebt over deze overeenkomst of om andere redenen contact wilt opnemen met RPS BCC, bezoek dan de website http://www..rps.nl. Hebt u vragen over de inhoud van de handleiding dan kunt u hiervoor terecht op www.inspectiewaterkeringen.nl.


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

DE STOWA IN HET kORT De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, kortweg STOWA, is het onderzoeksplatform van Nederlandse waterbeheerders. Deelnemers zijn alle beheerders van grondwater en opper­ vlaktewater in landelijk en stedelijk gebied, beheerders van installaties voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater en beheerders van waterkeringen. Dat zijn alle waterschappen, hoogheemraadschappen en zuiveringsschappen en de provincies. De waterbeheerders gebruiken de STOWA voor het realiseren van toegepast technisch, natuur wetenschappelijk, bestuurlijk juridisch en sociaal­wetenschappelijk onderzoek dat voor hen van gemeenschappelijk belang is. Onderzoeksprogramma’s komen tot stand op basis van inventarisaties van de behoefte bij de deelnemers. Onderzoekssuggesties van derden, zoals kennisinstituten en adviesbureaus, zijn van harte welkom. Deze suggesties toetst de STOWA aan de behoeften van de deelnemers. De STOWA verricht zelf geen onderzoek, maar laat dit uitvoeren door gespecialiseerde instanties. De onderzoeken worden begeleid door begeleidingscommissies. Deze zijn samen­ gesteld uit medewerkers van de deelnemers, zonodig aangevuld met andere deskundigen. Het geld voor onderzoek, ontwikkeling, informatie en diensten brengen de deelnemers samen bijeen. Momenteel bedraagt het jaarlijkse budget zo’n 6,5 miljoen euro. U kunt de STOWA bereiken op telefoonnummer: 030 ­2321199. Ons adres luidt: STOWA, Postbus 8090, 3503 RB Utrecht. Email: stowa@stowa.nl. Website: www.stowa.nl


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

INHOUD TEN GELEIDE OVEREENkOMST EINDGEBRUIkERS DIGISPECTIE STOWA IN HET kORT 1

INLEIDING

1

1.1

Aanleiding

1

1.2

Achtergrond

1

1.3

Opbouw van handleiding

2

OVERZICHT DIGISPECTIE 2

3

2.1

Inleiding

3

2.2

Desktopapplicatie DigiSpectie 2

3

2.3

Veldapplicatie DigiSpectie 2

4

2.4

Digigids

4

ARCHITECTUUR EN TECHNISCHE SPECFICATIES DIGISPECTIE / DIGIGIDS

5

3.1

Proces

5

3.2

Componenten van het gehele systeem

6

3.3

DigiSpectie veldmodule

6

3.4

Digispectie desktopmodule

7

3.5

Digigids

9

2

3

4

INSTALLATIE DIGISPECTIE

11

4.1

Inleiding

11

4.2

Systeemeisen

11

4.3

Desktopapplicatie DigiSpectie 2

11

4.4

Arcpad

13

4.5

Veldapplicatie DigiSpectie 2

13

4.6

Toevoegen eigen data

14

4.7

Opstarten ArcPad en DigiSpectie

15


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

5

DESkTOPAPPLICATIE DIGISPECTIE 2

17

5.1

Inleiding

17

5.2

Desktopapplicatie toolbar

17

5.3

Importeren

18

5.4

Exporteren

19

5.5

Bevragen en presenteren

20

5.6

Raadplegen van foto’s

21

5.7

Digispectie venster

22

5.8

Web export

25

5.9

Instellingen

26

5.10

Help

29

VELDAPPLICATIE DIGISPECTIE 2

30

6.1

Inleiding

30

6.2

Veldapplicatie toolbar

30

6.3

Algemene gegevens

31

6.4

Reset data en instellingen

31

6

6.5

Toevoegen van waarnemingen: punten, -lijnen en -vlakken

32

6.5.1

Algemeen

32

6.5.2

Locatie

33

6.5.3

Meetwaarden

34

6.5.4

Acties

36

6.5.5

Foto’s

37

6.6

Fotopunten toevoegen

37

6.7

Overige functies

37

6.7.1

Opvragen eigenschappen

38

6.7.2

Verwijderen van inspecties

38

6.7.3

Automatische kaartrotatie

38

6.7.4

Handmatig kaartrotatie

38

6.7.5

Selecteer

38

6.7.6

Verwijder rotatie

39

6.7.7

Help

39

6.7.8

Zoom in

39

6.7.9

Zoom out

39

6.7.10 Verplaats kaartbeeld

39

6.7.11 Zoom 1:2000

39

DIGIGIDS

40

7.1

Inleiding

40

7.2

Soorten gebruikers

40

7.3

Algemene opbouw van de Digigids

41

7.4

Raadplegen en zoeken van beelden

42

7.5

Uploaden van beelden (alleen geregistreerde DigiSpectie gebruikers)

43

7

BIjLAGEN 1

DATASTRUCTUUR VAN DE INSPECTIESHAPEFILES

47

2

DATASTRUCTUUR FOTOPUNTEN SHAPEFILE

48

3

STRUCTUUR PARAMETERS EN DOMEINEN

49

4

EXPORT GEGEVENS VOOR UPLOAD

51


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

1 INLEIDING 1.1 AAnleiding Waterschappen en Rijkswaterstaat zijn voor hun zorgtaak verantwoordelijk voor de veilig­ heid van primaire en regionale waterkeringen. Jaarlijks worden deze keringen geïnspec­ teerd op onderhoudsstatus, schadebeelden en keringvreemde objecten. De meeste water­ keringbeheerders doen deze inspectie ‘analoog’, waarbij desgewenst de resultaten op kantoor worden gedigitaliseerd en ontsloten in GIS. Met de komst van digitale inspecties met hand­ held tablet PC’s en PDA’s met mobiel­GIS en GPS­ondersteuning kunnen inspecties verder­ gaand worden geautomatiseerd. Met digitale inspecties komen de gegevens uit de opnames van de visuele waarnemingen sneller voor analyse beschikbaar en zijn de gegevens sneller toegankelijk voor anderen. De inspecteur kan met Digispectie worden toegerust met de actuele topografische ondergron­ den en met een accurate plaatsbepaling op locatie. Digispectie biedt door de directe digita­ lisering van de schadegegevens een structuur voor uniformering en automatisering van de interpretatie van schadebeelden. Tevens kan de subjectiviteit van de waarnemingen worden ingeperkt door de relatie met Digigids. Digigids is een nationale catalogus voor schade aan waterkeringen. De gids biedt geclassificeerde schadevoorbeelden die een kader geven aan de schadeduiding van de veldinspecteurs. Digispectie in combinatie met Digigids structureert en objectiveert visuele inspecties. Daarnaast is er de behoefte bij waterkeringbeheerders om generieke instrumenten te ontwikkelen waaraan specifieke organisatie eigen wensen kunnen worden toegevoegd. Het project DigiSpectie heeft als doel ‘Het eenduidig digitaal vastleggen van visuele waarnemingen bij inspecties’ en borduurt voort op ervaringen bij waterkeringbeheerders met het digitaal vast­ leggen van waarnemingen in het veld. De STOWA heeft RPS BCC gevraagd om een applicatie te ontwikkelen voor het digitaal inspec­ teren van waterkeringen: DigiSpectie. De ontwikkeling hiervan is aangestuurd door de Begeleidingscommissie Digispectie, een commissie bestaande uit potentiële gebruikers van Digispectie. De ontwikkelde applicaties moeten worden gezien als prototypen. Dit document geeft een handleiding voor installeren en werken met de applicaties.

1.2 AchTergrOnd Digispectie biedt gereedschap voor het vastleggen van visuele waarnemingen door de veld­ inspecteurs. Digitaal inspecteren is erop gericht in het veld, ter plaatse van de waarneming, een aantal (standaard) aspecten vast te laten leggen door de veldinspecteur en wel op dus­ danige wijze dat de volgende deelprocessen in het inspectieproces, diagnosticeren, prog­ nosticeren en operationaliseren eenduidig en reproduceerbaar kunnen worden gevoed met gegevens. Voor deze verdere verwerking van de gegevens uit visuele waarnemingen wordt gestreefd naar geautomatiseerde verwerking.

1


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Tot nu toe worden veldwaarnemingen voornamelijk ingericht op basis van kaartmateriaal en worden de waarnemingen vastgelegd in logboeken. De vastgelegde waarnemingen kunnen bij terugkomst op kantoor worden verwerkt tot rapportages. De toegankelijkheid van de basis­ waarnemingen blijft bij deze wijze van vastleggen beperkt. Daarnaast verloopt de omzetting van de gegevens naar beheerinformatie in de rapportage onvoldoende transparant. Borging van de kwaliteit van de rapportages is dan lastig. Een belangrijke verbetering van de inspecties kan worden verkregen als waarnemingen een­ duidig worden gedefinieerd, vastgelegd en toegankelijk worden gemaakt voor verdere bewer­ kingen.

1.3 OpbOuW vAn hAndleiding Dit document is een handleiding voor het gebruik van de DigiSpectie applicatie. In hoofdstuk 2 zal de applicatie op hoofdlijnen worden besproken. Tevens zullen de systeem­ eisen van de hardware aan bod komen in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 beschrijft de installatie en configuratie van DigiSpectie op de pc en veldcomputer. In hoofdstuk 5 worden de moge­ lijkheden van de DigiSpectie veldmodule besproken. Alle knoppen van de veldapplicatie wor­ den toegelicht. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de DigiSpectie desktopapplicatie in de bijbehorende functionaliteit. In de bijlagen zijn de structuur van de belangrijkste bestanden (shapefiles en parametertabellen) opgenomen.

2


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

2 OVERZICHT DIGISPECTIE 2

Datum : 1 oktober 2009 Pagina : 9 van 59

2.1 inleiding

2In ditOVERZICHT 2 hoofdstuk wordt DIGISPECTIE de DigiSpectie 2 applicatie op hoofdlijnen besproken. De applicatie bestaat uit drie hoofdonderdelen: de desktop ­, de veldapplicatie en de Digigids. Deze drie

2.1 Inleiding onderdelen worden in dit hoofdstuk kort toegelicht waarna in vervolg hoofdstukken de details besproken worden.

In dit hoofdstuk wordt de DigiSpectie 2 applicatie op hoofdlijnen besproken. De applicatie bestaat uit drie hoofdonderdelen: -, de veldapplicatie de Digigids. Deze drie onderdelen worden in dit Beheerders plannende en desktop laten inspecties uitvoeren voor en toezicht op en controle van de actuele hoofdstuk kort toegelicht waarna in vervolg hoofdstukken de details besproken worden. staat van waterkeringen. Digispectie legt richtlijnen op voor de wijze waarop inspecties wor­ den uitgevoerd. Zo zal de veldinspecteur als voorbereiding op zijn inspectieronde de juiste

Beheerders plannen en laten inspecties uitvoeren voor toezicht op en controle van de actuele staat van geografische gegevens moeten laden op zijn veldcomputer. Zijn ingewonnen data zullen ver­ waterkeringen. Digispectie legt richtlijnen op voor de wijze waarop inspecties worden uitgevoerd. Zo zal volgens uitgelezen moeten worden vooropopslag in een centraalde databestand. Een en ander de veldinspecteur als voorbereiding zijn inspectieronde juiste geografische gegevens moeten vraagt op overleg en afstemming met (data)beheerder. werken met Digispectie vraagt dus laden zijn veldcomputer. Zijnde ingewonnen dataHet zullen vervolgens uitgelezen moeten worden voor om organisatie van gebruik, beheer en ondersteuning. moet voorafen zijn voorzien. Deze opslag in een centraal databestand. Een en anderHierin vraagt overleg afstemming met de handleiding beperkt zich tot de aspecten die van belang kunnen werken met de beheer en (data)beheerder. Het werken met Digispectie vraagtzijn dusvoor omhet organisatie van gebruik, applicaties van Digispectie. ondersteuning. Hierin moet vooraf zijn voorzien. Deze handleiding beperkt zich tot de aspecten die van belang zijn voor het kunnen werken met de applicaties van Digispectie. 2.2 Desktopapplicatie DigiSpectie 2 2.2 deSkTOpApplicATie digiSpecTie 2 De desktopapplicatie is voor ArcGIS 9.2 en hoger ontwikkeld en bestaat uit een export­,

De desktopapplicatie is voor ArcGIS 9.2 en hoger ontwikkeld en bestaat uit een export-, import-, import­, bevragingsonderdeel een fotomodule. Onderstaande figuur toont DigiSpectietoolbar welke bevragingsonderdeel en eenenfotomodule. Onderstaande figuur toont dede DigiSpectie toolbar welke gebruikt wordt in de desktopapplicatie. gebruikt wordt in de desktopapplicatie.

Via de import- en exportfunctie is het mogelijk om inspectiedata uit te wisselen tussen de desktop- en Via de import­ en exportfunctie is mogelijk het mogelijk inspectiedata uit te wisselen tussen de veldapplicatie. Bovendien is het om om dijkvakken te koppelen aan inspectiedata. desktop­ en veldapplicatie. Bovendien is het mogelijk om dijkvakken te koppelen aan inspec­

De inspectiegegevens kunnen worden bevraagd met behulp van de desktopapplicatie. Op basis van tiedata. een groot aantal parameters, zoals datum en ligging, kunnen selecties worden gemaakt. De selecties kunnen worden gepresenteerd met behulp van kaarten, tabellen of excel-sheets. De inspectiegegevens kunnen worden bevraagd met behulp van de desktopapplicatie. Op basis

van een grootvan aantal parameters, zoals datum ligging, kunnenom selecties gemaakt. Met behulp de desktopapplicatie is heten tevens mogelijk foto’sworden te koppelen aan inspectiepunten. Via een koppeling foto’s en de geïnspecteerde objecten is het mogelijk om foto’s te tonen De selecties kunnen tussen worden de gepresenteerd met behulp van kaarten, tabellen of excel­sheets. door het bewegen van de muis over het betreffende object (= hooveren). Met behulp van de desktopapplicatie is het tevens mogelijk om foto’s te koppelen aan inspec­

2.3

Veldapplicatie DigiSpectie 2

tiepunten. Via een koppeling tussen de foto’s en de geïnspecteerde objecten is het mogelijk

om veldmodule foto’s te tonenvan door het bewegen de muis over 8.0 het betreffende (= hooveren). De DigiSpectie 2 van is voor ArcPad ontwikkeld.object Onderstaande figuur laat de toolbar van de veldapplicatie van Digispectie 2 zien.

3 Bij het starten van de inspectie dient de waarnemer een aantal algemene gegevens in te vullen, bijvoorbeeld: naam waarnemer, type inspectie en weer. Vervolgens kan de waarnemer inspectiepunten toevoegen. Afhankelijk van de waarneming en het type schade kan er gekozen worden tussen punt-, lijn- en vlakobjecten.


De inspectiegegevens kunnen worden bevraagd met behulp van de desktopapplicatie. Op basis van een groot aantal parameters, zoals datum en ligging, kunnen selecties worden gemaakt. De selecties kunnen worden gepresenteerd met behulp van kaarten, tabellen of excel-sheets. STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Met behulp van de desktopapplicatie is het tevens mogelijk om foto’s te koppelen aan inspectiepunten. Via een koppeling tussen de foto’s en de geïnspecteerde objecten is het mogelijk om foto’s te tonen door het bewegen van de muis over het betreffende object (= hooveren). 2.3 veldApplicATie Veldapplicatie digiSpecTie DigiSpectie 22 2.3

De veldmodule van DigiSpectie 2 is voor ArcPad 8.0 ontwikkeld. Onderstaande figuur laat de De veldmodule van DigiSpectie 2 is voor ArcPad 8.0 ontwikkeld. Onderstaande figuur laat de toolbar toolbarvan vanDigispectie de veldapplicatie van de veldapplicatie 2 zien. van Digispectie 2 zien.

Bij het starten van de inspectie dientdedeinspectie waarnemer eende aantal algemene gegevens in te vullen, Bij het starten van dient waarnemer een aantal algemene gegevens in te bijvoorbeeld: naam waarnemer, typenaam inspectie en weer.type Vervolgens kan waarnemer inspectiepunten vullen, bijvoorbeeld: waarnemer, inspectie ende weer. Vervolgens kan de waarnemer toevoegen. Afhankelijk van de waarneming en het type schade kan er gekozen worden tussen punt-, inspectiepunten toevoegen. Afhankelijk van de waarneming en het type schade kan er geko­ lijn- en vlakobjecten. zen worden tussen punt­, lijn­ en vlakobjecten.

Tevens is het mogelijk om fotopunten toe te voegen zodat de locatie van de foto wordt vast­

Handleiding Digispectie 2

Ingenieursbureau RPS BCC

gelegd inclusief mogelijke kenmerken van de foto, zoals: fotonaam, richting en type. Ten slotte zijn er een aantal extra functies om de kaart te draaien, inspectiepunten te verwijderen en het selecteren van objecten.

2.4 digigidS De Digigids is de digitale portal voor keringbeheerders om hun kennis over schade aan water­ keringen te delen. Zij hebben de mogelijkheid om foto’s van schadebeelden aan te bieden aan de gids waarna zij na goedkeuring voor anderen beschikbaar zijn. Onderstaand figuur toont de Digigids welke door gebruikers via het internet benaderd kan worden.

4


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

3 ARCHITECTUUR EN TECHNISCHE SPECFICATIES DIGISPECTIE / DIGIGIDS 3.1 prOceS Onderstaande afbeelding geeft op hoofdlijnen het proces aan dat met de te ontwikkelen applicaties wordt ondersteund.

Bepalen locatie

Opnemen

Vastleggen

Maken fotoÕ s

Inlezen veldgegevens

Koppelen fotoÕ s

Vastleggen

Maken FotoÕ s

Uploaden fotoÕ s

Beoordelen schade

Publiceren fotoÕ s

Raadplegen fotoÕ s

Toelichting:

Veldmodule

Desktop

Digigids

Facultatief

Veldwerkzaamheden worden voorbereid in de Digispectie Veldmodule. Vervolgens worden met de Digispectie Veldmodule waarnemingen aan waterkeringen opgenomen en vastge­ legd. Met digitale camera kunnen foto’s van schades aan de registratie worden toegevoegd. De veldmodule biedt een systeem voor het registreren van schade. Eventueel toegevoegde foto’s verbijzonderen de geregistreerde schades en geven een completer beeld dan dat ontleend aan de opgenomen administratieve gegevens. Na het veldwerk kunnen de in het veld ingewonnen gegevens worden ingelezen met behulp van de Digispectie Desktopmodule. Hierbij worden de gemaakte foto’s gekoppeld aan de veld­ gegevens en ontstaat een uniek databestand van de inspectie. Op basis van dit bestand kun­ nen er rapportages worden gemaakt. Bij deze rapportages kunnen ook de databestanden van eerdere inspecties worden betrokken. Daarnaast kunnen binnen de applicatie digitale schadebeelden worden geselecteerd die geschikt worden geacht voor opname in de nationale schadecatalogus. De geselecteerde foto’s kunnen worden verzonden naar Digigids. In de Digigids kunnen de ingezonden foto’s worden geüpload, beoordeeld door deskundi­ gen en vervolgens worden gepubliceerd. Ten slotte kunnen geuploade beelden geraadpleegd worden via de Digigids.

5


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

3.2 cOmpOnenTen vAn heT gehele SySTeem De figuur toont in essentie de componenten en hun samenhang. De Digispectie Veldmodule is een applicatie die boven op ArcPad draait. De applicatie is gemaakt voor het gebruik van Arcpad op een tablet PC. De Digispectie Veldmodule is een extensie die binnen ArcGis (Arcmap) draait. De Digispectie Desktopmodule kan gebruik maken van gegevens uit de IRIS database (bijvoorbeeld topografie of dijkvakken). De Digigids is een losstaande webapplicatie die vanuit standaard internet browsers kan worden geraadpleegd.

ArcPad

Digispectie Veldmodule

Exporteren basisgegevens

Importeren veldgegevens

ArcGis

Digispectie Desktopmodule

exporteren schadebeelden

Digigids

Opslag/ raadplegen

IRIS

3.3 digiSpecTie veldmOdule cOmpOnenTen De Digispectie Veldmodule is ontwikkeld als applicatie binnen ArcPad 8.0. De applicatie bestaat uit: • een ArcPad applet (digispectie.apa) die de toolbar definieert • Visual basic scripting files (digispectie.vbs) ten behoeve van programmacode • ArcPad layer files (digispectie_p.apl, digispectie_l.apl en digispectie_v.apl) waarin de in­ vulschermen voor de verschillende datasets gedefinieerd zijn • Shape­files (digispectie_p.shp, digispectie_l.shp, digispectie_v.shp, digispectie_f.shp) voor de opslag van gegevens • Dbf­files (parameter.dbf, ...) ten behoeve van de configuratie van parameters en keuze­ lijsten. • Cfg­files waarin interne configuratie van tellers (laatst gebruikte id’s) en paden wordt opgeslagen • Icon bestanden ten behoeve van de afbeeldingen op de knoppen van de toolbar • Eventueel aanvullende gegevens in de vorm van shapefiles of rasterdatasets ter gebruik als ondergrond.

6


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

.APA

.APL .APL .APL

.APL .APL .ICO

.APL .APL .DBF

.APL .APL .VBS

.APL .APL .CFG

configuratie ArcPad 8.0

Digispectie Veldmodule

lezen schrijven

.APL .APL .SHP

lezen Tablet PC .APL Onder .APL grond De functionaliteit van de Veldmodule manifesteert zich als een aparte toolbar binnen ArcPad. Vanuit deze toolbar zijn alle specifieke functionaliteiten beschikbaar. Alle standaardfunctio­ naliteit van Arcpad blijft tevens voor de gebruiker beschikbaar. De schadebeelden die tijdens de inspecties worden gefotografeerd worden opgeslagen in de camera. De Digispectie Desktopmodule heeft de mogelijkheid om de fysieke beelden (JPG bestanden) te koppelen aan de opnamepunten. SySTeemeiSen Voor de Digispectie Veldmodule gelden de volgende systeemeisen • Operating system:

Windows XP of Windows Vista

• Schermresolutie:

Minimaal 800 x 600 pixels

• Processor:

750 MHz (of hoger)

• Geheugen/RAM:

1 Mb (of hoger)

• Schijfruimte:

250 Mb (voor ArcPad 8.0 en de Digispectie Veldmodule,

• Software

Microsoft XML (MSXML) parser 4.0 sp 2

Ruimte voor extra ondergrond­data is niet opgenomen ArcPad 8.0 PDF reader • Hardware:

ruggadized tablet PC (aanbevolen) Ingebouwde GPS met NMEA output Toegang tot een netwerk of USB voor uitwisseling data met Digispectie

• Desktopmodule.

3.4 digiSpecTie deSkTOpmOdule cOmpOnenTen De Digispectie Desktopmodule is ontwikkeld binnen het Microsoft.NET Framework (versie 3.5) in C# als extensie binnen ArcGIS 9.2 / 9.3.

7


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

De applicatie bestaat uit: • .NET assemblies (DLL’s ) waarin de Arcgis­extensie en de functionaliteiten zijn vervat. • MS Excel (XLS) Configuratiebestand • Shapefiles (digispectie_p.shp, Digispectie_l.shp, Digispectie_v.shp en Digispectie_f.shp) afkomstig uit de veldmodule of leeg ten behoeve van gebruik in de veldmodule • Aanvullende ondergronddata afkomstig uit geodatabases of shapefiles. • JPG bestanden met afbeeldingen uit schadebeelden. • Exportbestanden (JPG. voor foto upload naar Digigids, XLS voor rapportage)

.APL .APL .XLS

.APL .APL .DLL

.XLS

rapportage extensie en configuratie

.APL .APL .JPG

ArcGis lezen

export en import veldmodule

Digispectie Desktopmodule

.APL .APL .SHP

.APL .APL .DBF IRIS export beelden Digigids lezen en schrijven centrale opslag

geodatabase

.APL .APL .ZIP

.APL .APL .SHP

De functionaliteit is vervat in een toolbar die binnen Arcmap beschikbaar is. De toolbar bevat alle specifieke functies voor het gebruik van Digispectie Desktop. Alle overige standaard ArcGIS functionaliteiten en functionaliteiten van andere applicaties (zoals IRIS­modules) blij­ ven beschikbaar. De opzet van de Digispectie Desktopmodule is dusdanig dat de applicatie gebruik kan maken van zowel data afkomstig uit shape­files als van data in geodatabases (personal, file en enter­ prise). Op deze manier is geborgd dat ook datasets die vanuit de IRIS omgeving (enterprise geodatabase) beschikbaar worden gesteld te gebruiken is. De gegevens, die de desktopmo­ dule inleest van de veldmodule of wegschrijft voor de veldmodule, zullen overigens wel altijd shapefiles zijn. De Digispectie desktopmodule maakt geen gebruik van een voorgeschreven database voor opslag van gegevens. De opslag die plaatsvindt, is altijd in reeds bestaande datasets. Om de Digispectie gegevens uit het veld centraal op te kunnen slaan is het wel noodzakelijk dat er eenmalig datasets voor de Digispectie punten, lijnen, vlakken en fotopunten worden gedefi­ nieerd. De definitie van deze databestanden is opgenomen in de bijlagen. Standaard worden shapefiles meegeleverd voor de centrale opslag, maar deze kan net zo goed in een geodatabase plaatsvinden.

8


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Voor de configuratie van Digispectie desktop module wordt gebruik gemaakt van een excel­ sheet. In deze excelsheet zijn de parameters en configuratie van keuzelijsten gedefinieerd. De Digispectie Desktopmodule regelt zelf geen toegang tot bestanden of datasets. Indien de gebruiker binnen Arcmap toestemming heeft om bepaalde data te muteren, dan gelden deze rechten ook voor de functies binnen Digispectie. SySTeemeiSen Voor Digispectie Desktop gelden de volgende systeemeisen: Software:

ArcGIS 9.2 / 9.3 sp. 3 of sp. 6. Microsoft Excel (ten behoeve van rapportage naar Excel) Microsoft .NET Framework versie 3.5 PDF reader

Hardware en OS:

conform systeemvereisten ESRI t.b.v. ArcGIS desktop (zie website http://wikis.esri.com/wiki/display/ag93bsr/ArcGIS+Desktop voor gedetailleerde informatie. Toegang tot een netwerk of USB voor uitwisseling data met Digispectie Veldmodule.

3.5 digigidS cOmpOnenTen De Digigids is een webapplicatie die via een standaard internet­browser kan worden geraad­ pleegd. De applicatie is geïnstalleerd op een centrale webserver en is gebaseerd op een Open Source tool voor het beheren en publiceren van foto’s: Gallery 2.3 (zie de website gallery. menalto.com). Binnen Gallery 2 wordt gebruik gemaakt van PHP (incl. Smarty templating), CSS en Javascript. De applicatie bestaat uit de volgende componenten: • applicatiebestanden (PHP­files (pages, classes, includes), Smarty Templates (TPL), Javascripts, e.d) • styling (images en CSS bestanden) • MySQL database voor de centrale opslag van gegevens • Filestructuur voor de opslag van de fysieke foto’s en caching • JPG­ bestanden voor de upload van foto’s naar Digigids toe. Digispectiegegevens worden in de EXIF header opgeslagen). • Webcontent ­ Statische PDF bestanden (met statische versies van de Digigids), onderdeel van inspectiewaterkeringen.nl

9


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Apache Webserver MySQL

Digigids PHP app

.APL .APL .ZIP

.APL .APL HTML http-request Werkplek met standaard web browser

.APL Java.APL script

.APL .APL JPGÕ s

http-response

SySTeemvereiSTen clienT • Standaard web­browser met Javascript ondersteuning. Voor bepaalde gebruikersfuncties is het noodzakelijk dat cookies enabled zijn. De opgeleverde versie van Digigids wordt getest in Internet Explorer 7, Mozilla Firefox en Google Chrome. De snelheid waarmee verschillende webbrowser Javascripts kunnen verwerken is zeer divers. Voor de beste performance wordt Mozilla Firefox of Google Chrome aangeraden, Internet Explorer is beduidend trager in het verwerken van Javascripts. • Schermresolutie: 1024 x 786 (minimaal) • PDF reader •

10


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

4 INSTALLATIE DIGISPECTIE 4.1 inleiding De installatie van de DigiSpectie applicatie bestaan uit een aantal stappen. Bij de installatie wordt onderscheid gemaakt tussen de desktopapplicatie op de PC en de veldapplicatie voor de veldcomputer. Digigids is een webapplicatie en daarvoor hoeft de gebruiker, buiten een web­ browser, geen extra software tot zijn beschikking te hebben. In dit hoofdstuk wordt de installatieprocedure van de Digispectie desktopapplicatie en de veldmodule beschreven. Bovendien komen aanverwanten zaken aan bod, zoals het importe­ ren van eigen data en systeemeisen voor het gebruik van Digispectie 2.

4.2 SySTeemeiSen DigiSpectie 2 zal door een groot aantal waterkeringbeheerders gebruikt gaan worden, het geen een grote variëteit in besturingssystemen en configuraties betekent. Standaardisatie, gebruiksvriendelijkheid en stabiliteit zijn derhalve zeer belangrijk. De desktopapplicatie is ontwikkeld in de ontwikkelomgeving .NET/ C#. De opslag van geometrie en administratieve gegevens vindt plaats in shapefiles of ‘feature classes’. binnen geodatabases Voor het gebruik van de desktopapplicatie zijn de volgende softwarecomponenten vereist. • ArcGIS 9.2 en hoger • Microsoft .Net Framework 3.5 ( gratis verkrijgbaar op www.microsoft.com) Voor het gebruik van de mobiele applicatie is een mobiele veldpc nodig met daarop ArcPad 8.0 geïnstalleerd. Het schermgrootte van de veldpc is minimaal 800 x 600 pixels.

4.3 deSkTOpApplicATie digiSpecTie 2 Op de Cd­rom staat een map “DigiSpectie 2 Desktopmodule” met het installatiebestand digi­ spectie.msi, start dit bestand en geef aan in welke map het programma geïnstalleerd dient te worden. Bovendien is er de mogelijkheid om de installatie op de veldpc voor alle gebruikers van de PC toegankelijk te maken, kies hiervoor de optie: ‘Everyone’. Onderstaande afbeelding toont één van de installatiedialogen.

11


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Klik vervolgens tweemaal op ‘next’ en Digispectie 2 wordt op de Pc geïnstalleerd. Na de instal­ latie dient u de installatie wizzard te sluiten door op de ‘close button’ te klikken. Na de installatie dient u ArcMap op te starten en via Tools – Extensions de DigiSpectie 2 exten­ sie te selecteren. Vervolgens kunt u via Tools – Customize – Toolbars de DigiSpectie 2 toolbar aanzetten. Onderstaande afbeeldingen tonen deze dialogen en de Digispectie 2 toolbar.

12


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

4.4 ArcpAd Alvorens u de veldapplicatie DigiSpectie 2 kunt installeren dient ArcPad 8.0 geïnstalleerd te zijn. U installeert ArcPad met de standaard ArcPad set­up op de pc. Hiervoor is een licen­ tiecode vereist. Deze code kan op de pc en op de veldcomputer dezelfde zijn. Bij de eerste keer opstarten van ArcPad wordt gevraagd deze code en de gebruikersinformatie in te voeren. Als deze informatie niet wordt ingevoerd, is ArcPad als testversie 20 minuten te gebruiken, waarna ArcPad opnieuw moet worden opgestart. De DigiSpectie veldmodule werkt ook in deze testversie.

4.5 veldApplicATie digiSpecTie 2 Het installeren van de veldapplicatie Diigispectie 2 op een veldcomputer bestaat uit een aan­ tal handmatige kopieeracties en het aanmaken van mappen. Op de Cd­rom staat een map “veldmodule” die de installatiebestanden bevat. 1

Kopieer de inhoud van de map \Applets naar de ArcPad map \Applets op de veldcomputer.

2

Kopieer de gehele map \Data\…, dus map + inhoud, naar de locatie op de veldcomputer

Selecteer alle GIM*.apa­bestanden en alle GIM*­mappen, kopieer en plak. waar deze moet worden opgeslagen. Dat kan in de ArcPad­map zijn, maar ook ergens anders, bijvoorbeeld de data­directory. 3

Maak een \Backup map aan op de veldcomputer, waar de back­ups naar moeten worden weg­ geschreven.

13


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Onderstaande figuur toont de mappenstructuur van ArcPad.

De Applets directory bevat de specifieke applicatiebestanden (applets, en configuratiebestan­ den) en de Data directory (…\Data\GIM_DIGI2\…) bevat de data voor de Digispectie 2 module. In de data directory staan de volgende mappen: • Ondergronden – deze map bevat achtergrondlagen; • Edit – deze map bevat de bestanden waarin de geïnventariseerde data wordt opgeslagen. • Backup – hierin worden backups van de data opgeslagen.

4.6 TOevOegen eigen dATA In de veldapplicatie kan eigen data worden gebruikt naast de data welke door DigiSpectie 2 wordt vereist. De gebruikersdata moet in de juiste mappen worden geplaatst. Het kopiëren van ondergronden, keringen en inspectiepunten is in de DigiSpectie desktopapplicatie onder­ vangen. De GIM datastructuur in de ArcPad directory is op de volgende manier georganiseerd: • Data\GIM_DIGI2\ondergronden Alle ondergronden die hier worden geplaatst worden automatisch geladen wanneer DigiSpectie 2 actief is. Bovendien staan hier de shapefiles die door de module worden uit­ gelezen (bijvoorbeeld dijkvaknummer). • Data\ GIM_DIGI2\edit: Hier staan alle shapefiles die door de module tijdens het inspecteren worden bewerkt of aangevuld. De bestanden in deze map worden met de back­upfunctie gearchiveerd. • Applets\GIM_DIGI2\shp_leeg: Hier staan lege shapefiles van de bestanden die in de \editmap worden bewerkt. Deze bestanden worden gekopieerd naar de \edit­map met de resetfunctie. De structuur van deze bestanden mag niet worden bewerkt, anders functioneert de applicatie niet meer correct.

14


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Om juist te kunnen functioneren moeten in elk geval op het systeem de volgende shape­ bestanden aanwezig zijn in de edit­map: DigiSpectie_f.shp

Datum : 1 oktober 2009 Pagina : 22 van 59

DigiSpectie_p.shp DigiSpectie_l.shp DigiSpectie_v.shp kOpiëren dATumTrAnSfOrmATie beSTAnd in ArcpAd Kopiëren datumtransformatie bestand in ArcPad ArcPad 8.0 ArcGIS Projection Engine. In deze engine staanstaan diverse ArcPad 8.0maakt maaktgebruik gebruikvan vandede ArcGIS Projection Engine. In deze engine diverse transformaties gedefinieerd om van Rijksdriehoekstelsel naar WGS_1984 te herprojecteren. transformaties gedefinieerd om van Rijksdriehoekstelsel naar WGS_1984 te herprojecteren. Om invloed Omteinvloed uit te op welke transformatie gebruikt, de gebruiker aanpas­ uit oefenen opoefenen welke transformatie ArcPad ArcPad gebruikt, kan dekan gebruiker aanpassingen maken in een tweetal bestanden de system folder: singen maken in eenin tweetal bestanden in de system folder:

•• transforms.dbf: transforms.dbf: hierin kunnen datum transformaties worden gespecificeerd. hierin kunnen nieuwe nieuwe datum transformaties worden gespecificeerd. •• defaulttransforms.dbf: defaulttransforms.dbf: hierin staat welke transformatie te gebruiken. hierin staat welke transformatie te gebruiken. Zonder het maken van deze aanpassingen, kan de positiebepaling een afwijking tot wel honderd meter Zonder het maken van deze aanpassingen, kan de positiebepaling een afwijking tot wel hon­ hebben. U kunt het bestand transforms.dbf kopiëren in de ArcPad system directory, waarmee deze derd meter hebben. U kunt het bestand transforms.dbf kopiëren in de ArcPad system direc­ afwijking minimaal wordt. Wij raden u aan om de originele transforms.dbf hierbij niet te overschrijven, tory, waarmee deze afwijking minimaal wordt. Wij raden u aan om de originele transforms. maar eerst te hernoemen. U kunt het transforms.dbf bestand downloaden van de website van ESRI dbf hierbij niet te overschrijven, maar eerst te hernoemen. U kunt het transforms.dbf bestand Nederland: www.esri.nl. downloaden van de website van ESRI Nederland: www.esri.nl.

Als gebruiker kunt u controleren welke transformatie wordt gebruikt door in het GPS menu te kiezen Als gebruiker kunt u controleren transformatie wordt door in de hetdoor GPS menu voor 'GPS Preferences'. In het welke tabblad 'Datum' klikt u opgebruikt de 'i', waarna ArcPad gebruikte te kiezen voor in ‘GPS Preferences’. In het tabblad ‘Datum’ u optransformatie de ‘i’, waarnagebruikt de door staat er bij transformatie een nieuw venster wordt getoond. Alsklikt u deze 'Transform' de waarde 'Amersfoort_To_WGS_1984'. ArcPad gebruikte transformatie in een nieuw venster wordt getoond. Als u deze transformatie gebruikt staat er bij ‘Transform’ de waarde ‘Amersfoort_To_WGS_1984’.

4.7

Opstarten ArcPad en DigiSpectie

4.7 OpSTArTen ArcpAd en digiSpecTie

Wanneer ArcPad wordt opgestart verschijnt onderstaand scherm. Wanneer ArcPad wordt opgestart verschijnt onderstaand scherm.

Wanneer u dit scherm niet meer wilt zien, gaat u naar: Opties – Algemeen – Toon opstart­ scherm en u u dit verwijdert vinkje. Wanneer schermhet niet meer wilt zien, gaat u naar: Opties – Algemeen – Toon opstartscherm en u verwijdert het vinkje. Wanneer ArcPad nu wordt gestart verschijnen er twee knoppenbalken, zie onderstaande

Wanneer afbeelding.ArcPad nu wordt gestart verschijnen er twee knoppenbalken, zie onderstaande afbeelding.

In de bovenste knoppenbalk geeft u aan welke knoppenbalk met bijbehorende functies geladen dient te worden. In de onderste knoppenbalk staan de functies behorende bij een specifieke toolbar. 15 DigiSpectie 2 maakt onderdeel uit van de Gimsuite: een lijn van software producten geschikt voor veldpc’s en handhelds. Wanneer de DigiSpectie 2 de enige GIM module is die geïnstalleerd staat op de

Handleiding Digispectie 2

Ingenieursbureau RPS BCC


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

In de bovenste knoppenbalk geeft u aan welke knoppenbalk met bijbehorende functies gela­ den dient te worden. In de onderste knoppenbalk staan de functies behorende bij een speci­ fieke toolbar. DigiSpectie 2 maakt onderdeel uit van de Gimsuite: een lijn van software producten geschikt voor veldpc’s en handhelds. Wanneer de DigiSpectie 2 de enige GIM module is die geïnstal­ leerd staat op de veldcomputer dan wordt deze automatisch opgestart. Zo niet, dan dient de gebruiker de gewenste applicatie zelf te kiezen. Via de GIM Instellingen dient u de locatie van de bestandslocaties op te geven. Deze infor­ matie wordt opgeslagen in een config.cfg bestand. Telkens wanneer ArcPad wordt opgestart, wordt dit bestand uitgelezen. Via de toolbar DIGI en de optie ‘instellingen’ (zie onderstaande afbeelding) kunnen deze instellingen initieel en tussentijds worden gewijzigd.

In het instellingendialoog kunnen de volgende systeempaden worden aangepast: • Datapad: pad waar de specifieke DigiSpectie 2 bestanden staan; • Ondergrondpad: pad waarin algemene ondergronden geplaatst kunnen worden die auto­ matisch worden ingelezen; • Backuppad: pad waarin de backup’s weggeschreven worden. Onderstaande afbeelding toont het DigiSpectie 2 instellingendialoog.

16


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

5

Datum : 1 oktober 2009 Datum : 1: oktober 2009 Pagina 24 van 59 Pagina : 24 van 59

DESkTOPAPPLICATIE DIGISPECTIE 2 55

5.1 5.1

5.1 inleiding

DESKTOPAPPLICATIEDIGISPECTIE DIGISPECTIE22 DESKTOPAPPLICATIE

Inleiding Inleiding

In dit hoofdstuk DigiSpectie 2 desktopapplicatie besproken. De toolbar met bijbeho­ In dit dit hoofdstuk hoofdstukwordt wordtde de DigiSpectie desktopapplicatie besproken. Detoolbar toolbar metbijbehorende bijbehorende In wordt de DigiSpectie 22desktopapplicatie besproken. De met rende functionaliteit wordt toegelicht. functionaliteit wordt toegelicht. functionaliteit wordt toegelicht.

Voordatgebruik gebruikkan kan worden gemaakt vanfuncties defuncties functies binnen deDigiSpectie DigiSpectie desktopmodule module het van Voordat worden gemaakt vanvan de binnen de DigiSpectie desktopdesktop module Voordat gebruik kan worden gemaakt de binnen de is is het van belang dat binnen ArcMap een aantal kaartlagen zijn toegevoegd. Om gegevens te kunnen importeren is het van belang dat binnen ArcMap een aantal kaartlagen zijn toegevoegd. Om gegevens belang dat binnen ArcMap een aantal kaartlagen zijn toegevoegd. Om gegevens te kunnen importeren of exporteren exporteren hetvan van belang datinin ArcMap de featureclasses DigiSpectie_f, DigiSpectie_p, of isis het dat featureclasses DigiSpectie_f, DigiSpectie_p, te kunnen importeren ofbelang exporteren isArcMap het vande belang dat in ArcMap de featureclasses DigiSpectie_l en DigiSpectie_v zijn toegevoegd aan de table of contents in ArcMap. Alseerste eerste start DigiSpectie_l en DigiSpectie_v zijn toegevoegd aan de table of contentsaan in ArcMap. Als start DigiSpectie_f, DigiSpectie_p, DigiSpectie_l en DigiSpectie_v zijn toegevoegd de table of kunnen dit bijvoorbeeld bijvoorbeeldde delege legeshapefiles shapefileszijn zijndie diezijn zijnmeegeleverd meegeleverdopopdedeinstallatie installatie CD, maar kunnen contentsdit in ArcMap. Als eerste start kunnen dit bijvoorbeeld de lege shapefiles zijn die zijnCD, maar bijvoorbeeld ook ook featureclasses featureclassesinineen eengeodatabase geodatabasemet meteen eengelijke gelijkestructuur structuurals alsdedevoornoemde voornoemde bijvoorbeeld meegeleverd op de installatie CD, maar bijvoorbeeld ook featureclasses in een geodatabase shapefiles. shapefiles. met een gelijke structuur als de voornoemde shapefiles.

5.2 5.2

Desktopapplicatietoolbar toolbar Desktopapplicatie

5.2 deSkTOpApplicATie TOOlbAr

De DigiSpectie is is een toolbar in in ArcMap diedie bestaat uit uit 8 uit knoppen. De desktopapplicatie desktopapplicatievan van DigiSpectie iseen een toolbar inArcMap ArcMap diebestaat bestaat knoppen. Onderstaand De desktopapplicatie van DigiSpectie toolbar 8 8knoppen. Onderstaand figuur toont toont de de Digispectie 2toolbar. toolbar. 2 toolbar. figuur Digispectie Onderstaand figuur toont de 2Digispectie

De functies worden opgestart via de DigiSpectie 2 toolbar: De volgende functies worden opgestart via de 22toolbar: Devolgende volgende functies worden opgestart via deDigiSpectie DigiSpectie toolbar: Importeren van inspectiegegevens Importeren van Importeren vaninspectiegegevens inspectiegegevens Exporteren van inspectiegegevens Exporteren van Exporteren vaninspectiegegevens inspectiegegevens Bevragen en presenteren van inspectiegegevens Bevragen en van Bevragen enpresenteren presenteren vaninspectiegegevens inspectiegegevens Raadplegen van foto’s Raadplegen van foto’s

Raadplegen van foto’s

Openen en sluiten van Digispectie venster venster Openen en sluiten van Digispectie

Openen en sluiten van Digispectie venster

Webexport Webexport

Webexport

Instellingen Instellingen

Instellingen

Help Help functie functie

Help functie

5.3 5.3

Importeren Importeren

Het importdialoog geeft de mogelijkheid om: Het importdialoog geeft de mogelijkheid om: a. a. b. b.

Geïnventariseerde velddata te importeren in de desktopapplicatie; Geïnventariseerde velddata te importeren in de desktopapplicatie; Een aanwezige laag met dijvakken te koppelen aan inspectiedata. Een aanwezige laag met dijvakken te koppelen aan inspectiedata.

Handleiding Digispectie 2 Handleiding Digispectie 2

17

Ingenieursbureau RPS BCC Ingenieursbureau RPS BCC


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

5.3 impOrTeren Het importdialoog geeft de mogelijkheid om: a. Geïnventariseerde velddata te importeren in de desktopapplicatie; b. Een aanwezige laag met dijvakken te koppelen aan inspectiedata. Voor het uitlezen van geïnventariseerde velddata en het koppelen van dijkvakken is het nood­ zakelijk dat een aantal instellingen juist zijn ingevuld. De instellingen worden elders in deze handleiding toegelicht.. Onderstaand figuur toont het importdialoog.

In het linkervenster van het dialoog wordt de directory geselecteerd welke de geïnventari­ seerde gegevens bevat. Standaard is dit de Edit directory die te vinden is via het volgende pad: …\Data\GiM_DIGI2\Edit. Deze directory kan rechtstreeks van de veldpc worden uitgelezen maar kan ook via een import/export directory plaatsvinden. In de dialoog rechtsboven worden de geografische lagen aangegeven waarin de geïnventa­ riseerde data dienen te worden geïmporteerd. Deze geografische lagen dienen in ArcMap ingelezen te zijn en de naamgeving tussen de veld­ en desktop bestanden worden vastgelegd in het instellingendialoog, tabblad naamgeving. In de dialoog rechtsonder kan een laag met dijvakken worden geselecteerd en worden gekop­ peld aan inspectiepunten, lijnen of vlakken. Het leggen van deze koppeling geeft informatie over het dijkvak waarin de geïnventariseerde inspectiepunten gelegen zijn. Het koppelen kan alleen plaats vinden met een polygonenbestand. Via de Importeer knop linksonder worden de nieuwe inspectiegegevens (punten, lijnen, vlak­ ken en fotopunten) geïmporteerd. Via het interne nummer INSIDENT wordt gecontroleerd of het nieuwe data betreft, die nog niet eerder geïmporteerd is. Via de checkbox Toon log wordt een logvenster geopend met details over de import sessies.

18


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Indien niet alle data geïmporteerd wordt is de meest voor de hand liggende oorzaak dat er al records in de centrale datasets aanwezig zijn met bestaande INSIDENTS. Let hierop bij het importeren. Ook bij het importeren van data vanuit verschillende veldpc’s naar een centrale dataset is het van belang dat de INSIDENTS uniek zijn. In principe wordt dit in de veldmodule ondervangen door de naam van de waarnemer op te nemen in het INSIDENT.

5.4 expOrTeren Het exportdialoog geeft de mogelijkheid om inspectiedata, topografie en waterkeringen bestanden te exporteren ten behoeve van de veldapplicatie. De data in zijn geheel of een deelselectie wordt geëxporteerd naar een specifieke directory, welke wordt vastgelegd via het instellingendialoog. Wanneer de veldpc wordt aangesloten op een netwerk kan de export ook rechtstreeks naar de veldpc plaatsvinden. Onderstaand figuur toont het exportdialoog.

Boven in de dialoog kiest de gebruiker de lagen welke geëxporteerd dienen te worden. Via type selectie kan de grootte van de export worden gewijzigd. De volgende mogelijkheden zijn aanwezig: • Kaartbeeld – hiermee wordt het grafische kaartbeeld wat in ArcMap zichtbaar is geëxpor­ teerd. • Alle features – hiermee worden alle objecten in de betreffende laag geëxporteerd. • Selectie – hiermee wordt enkel een vooraf ingestelde selectie van de objecten geëxpor­ teerd. In het onderste deel van de dialoog wordt de export map geselecteerd. Via de Exporteer knop linksonder wordt de data geëxporteerd naar de geselecteerde directory.

19


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

5.5 bevrAgen en preSenTeren De rapportagedialoog geeft de mogelijkheid de geïnventariseerde data aan de hand van verschillende criteria te bevragen. Vervolgens kunnen de resultaten grafisch of via een tabel worden weergegeven. Onderstaand figuur toont het rapportagedialoog.

In het rapportagedialoog wordt linksboven aangegeven welke inventarisatie gegevens bevraagd moeten worden, dit kunnen inspectiepunten, lijnen of vlakken zijn. Vervolgens kun­ nen de gegevens aan de hand van de volgende selectiecriteria worden bevraagd: • Inspectietype ­ tijdens de inventarisatie dient het type inspectie type worden aangegeven. • Datum – de periode waarbinnen de inventarisatie heeft plaats moeten vinden. • Kwaliteit – de kwalitatieve beoordeling van de inspectiepunten, ­lijnen of –vlakken. • Kering – Zone – Element – de locatie van de waarneming en het type element wat wordt beoordeeld. • Beschikbare parameters – mogelijke schade beoordelingen die voorkomen bij een specifieke keuze van: kering, zone en element. • Geselecteerde parameters – de parameters die gebruikt dienen te worden binnen de selectie. De resultaten van de selectie kunnen worden gerapporteerd op kaart, in een ArcMap tabel of in een Excel spreadsheet. Omdat DigiSpectie als een werkbalk wordt gepresenteerd, blijven alle ArcGIS­functies beschik­ baar.

20


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Voor de presentatie van de punten in ArcMap wordt een knop opgenomen, waarmee de gebruiker de gegevens uit de waarnemingen­database ophaalt. De locatie van de database moet handmatig aangegeven worden. De waarnemingen worden standaard aan de hand van het oordeel goed ­ redelijk ­ matig ­ slecht van groen naar rood weergegeven. De gebruiker kan de resultaten presenteren en afdrukken met een eigen organisatiespecifieke kaartopmaak via standaard ArcGIS­functies en ­sjablonen. Specifiek voor de analyse van waarnemingen en schadebeelden zijn enkele selectiefunc­ ties ontwikkeld. Voor het ophalen van waarnemingen is een dialoog ontwikkeld, waarin de gebruiker voorwaarden zoals datums en weer te geven schadebeelden kan aangeven Via een knop Rapportage worden lijsten van de waarnemingen geëxporteerd voor verder gebruik binnen de organisatie naar Excel. Tevens kan ervoor worden gekozen om selecties te tonen in een tabel binnen ArcMap, en kan het kaartbeeld op deze selecties worden gefilterd.

5.6 rAAdplegen vAn fOTO’S Digispectie biedt de mogelijkheid om foto’s te koppelen aan inspectie waarnemingen. Wanneer er foto’s gekoppeld zijn aan een object dan kunnen deze opgeroepen worden door over het object te hooveren met de muiscursor. Onderstaand dialoog toont twee foto’s die gekoppeld zijn aan het specifieke punt PC2­00002.

Door op een foto te klikken wordt de thumbnail vergroot en is het mogelijk om gekoppelde informatie te tonen. Voor onderstaande foto zijn dat het projectnummer en informatie over de locatie. De koppelvelden worden gedefinieerd via: Digispectie venster – Menu – Informatievelden Web Export….

21


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

5.7 digiSpecTie venSTer Het Digispectie venster bestaat uit drie onderdelen: 1

Digispectie – Informatie

2

Digispectie – Schadebeelden

3

Digispectie – Acties Ad 1. Digispectie – Informatie In dit deelvenster kan informatie worden getoond over geïnventariseerde objecten. In onder­ staand deelvenster wordt informatie gegeven over de zone en de waarnemer. Om de infor­ matie te zien dient de knop het Raadplegen van foto’s aan staan en moet de gebruiker over een object hooveren. De informatievelden worden vastgelegd via: Digispectie venster – Menu – Informatievelden Foto Venster….

22


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Ad 2. Digispectie – Schadebeelden In dit deelvenster worden de foto’s getoond die gekoppeld zijn aan schadepunten. Selecteer hiervoor de gewenste foto inspectiepunten en ga naar: menu – Dia voorstelling…. In onder­ staande afbeelding wordt een foto getoond in het diavenster.

Ad 3. Digispectie – Acties Dit deelvenster wordt gebruikt om foto’s te koppelen aan de geïnventariseerde objecten. De foto’s worden geladen via: Digispectie venster – Menu – Voeg schadebeelden toe…. Tevens is het mogelijk foto’s in het deelvenster te slepen. Vervolgens dient het foto inspectiepunt te worden geselecteerd en kunnen via de ‘+’ knop de foto’s worden gekoppeld. Bij het koppelen van de eerste foto dienen een aantal variabelen worden ingesteld: 1

Kaartlaag: geef aan welke dataset de fotopunten bevat;

2

Koppelveld: geeft aan wat het veld is dat zorgt voor de koppeling van de foto inspectiepunten met geïnventariseerde (schade)punten;

3

Bestandslocatie foto’s: geeft de directory aan waarin de foto’s zijn opgeslagen.

23


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Onderstaande afbeelding toont het instellingendialoog voor de koppeling van de foto’s.

Via de ‘­’ knop kunnen foto’s ontkoppeld worden van het foto inspectiepunt. Selecteer hier­ voor het betreffende foto inspectiepunt en klik op de ‘­’ knop. Met behulp van de ‘C’ knop worden alle foto’s uit het deelvenster verwijderd. Onderstaande afbeelding toont het deelven­ ster Digispectie – Acties.

De ‘Menu’ knop geeft toegang tot de volgende functies: • Voeg schadebeelden toe… – Hiermee worden foto’s toegevoegd aan het deelvenster: Digispectie – Acties. • Verwerk Foto’s… – Deze functie opent een dialoog (zie onderstaande afbeelding) waarmee foto’s automatisch gekoppeld kunnen worden aan foto inspectiepunten. De foto’s worden gekoppeld op basis van tijd of bestandsnaam. Voor de koppeling dient de locatie van de fotobestanden en de naam van het bestand met foto inspectiepunten ingevoerd te worden. Bovendien moeten de juiste koppelvelden worden geselecteerd, namelijk: koppel­, datum­ en tijdveld.

24


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

• Informatievelden Foto Venster… – Deze functie wordt gebruikt om de velden te definiëren die getoond worden in het deelvenster: Digispectie – Informatie. • Informatievelden Web Export… – Deze functie wordt gebruikt om de velden te definiëren die geëxporteerd worden ten behoeve van de Digigids. • Dia voorstelling… ­ Deze functie toont een diavoorstelling van opgenomen foto’s in het DigiSpectie venster. Zie voor details: paragraaf 5.7 Digispectie venster. • Exporteren schadebeelden (batch)… – Exporteerd een selectie van schadebeelden op basis van een selectie van inspectierecords in het kaartbeeld. • Opties… – Deze functie geeft toegang tot het instellingendialoog, zie voor details para­ graaf 5.9 instellingen. • Info… – Geeft informatie over de versie en de release datum van DigiSpectie 2.

5.8 Web expOrT Met behulp van de Web export functie kunnen schadebeelden geëxporteerd worden ten behoeve van een upload in de Digigids. Het web­export scherm is naar voren te halen door de functie ‘Raadplegen foto’s’ te activeren en vervolgens op een thumbnail van een foto te klikken. In het scherm voor webexport kan met een vinkje per schadebeeld worden aangegeven of het geëxporteerd moet worden of niet.

25


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Het scherm toont met tabbladen de verschillende foto’s beschikbaar bij de betreffende inspec­ tie. Wanneer op de knop “Exporteer (schade) beelden naar website…” wordt gedrukt worden de foto’s geëxporteerd naar de ingestelde export­map. De foto’s worden hernoemd en in de foto worden de inspectiegegevens als onderdeel van de EXIF informatie vastgelegd. De digigids kan deze informatie uitlezen om vervolgens de inspectiegegevens ook in digigids te tonen.

5.9 inSTellingen Via het DigiSpectie 2 instellingendialoog worden opties, parameters en vaste paden ingesteld. Het instellingendialoog bestaat uit 4 tabbladen die hieronder worden toegelicht. Ad 1. Algemeen Onder dit tabblad worden de volgende algemene settings vastgelegd: • Toon logvenster – toont informatie in een logvenster wanneer DigiSpectie 2 functies worden uitgevoerd. • Toon hover functionaliteit – geeft de mogelijkheid om het tonen van foto’s d.m.v. hoveren uit te zetten. • Genereer automatisch thumbnails (performance) – deze optie zorgt er voor dat er automa­ tisch kleine afbeeldingen (thumbnails) worden gegenereerd voor gekoppelde foto’s. Dit verhoogd de performance. Standaard staat deze optie aan. • Forceer verplichte lagenselectie in dialogen – Deze optie zorgt er voor dat de selectie van lagen in de dialogen alleen die waarden kan bevatten van beschikbare lagen.

26


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Ad 2. Locaties Onder dit tabblad worden vaste paden vastgelegd. • Excel bronbestand digispectie parameters – locatie van bestand met de definities van velden in de inventarisatie bestanden: digispectie_p.shp, digispectie_l.shp, digispectie_v. shp en digispectie_f.shp. Het excel bestand wordt standaard in de root van de installatie directory weggeschreven. • Werk folder – Dit is een folder op het systeem waarin DigiSpectie Desktop tijdelijke bestanden wegschrijft tijdens de uitvoering van diverse functies. Vaak kan bijvoorbeeld c:\temp een geschikte folder zijn. • Import folder – dit is de folder waar de import functie controleert of er nieuwe waarne­ mingspunten zijn. • Export folder – dit is de folder waar de waarnemingspunten en ondergronden naartoe worden geëxporteerd.

Datum : 1 oktober 2009 Pagina : 35 van 59

• Web export folder – dit is de folder waar foto’s en extra web informatie naar toe wordt geschreven.

Ad 3. Naamgeving Onder dit tabblad worden de namen vastgelegd van (koppel)velden en vereiste ArcGIS lagen.  Velden en extra laagnamen – onder deze sectie worden de namen van noodzakelijke velden aangegeven en eventueel de namen van extra ArcGIS lagen.  ArcGIS lagen – onder deze sectie worden de namen van de waarnemingslagen vastgelegd. Dit geldt voor zowel de lagen die gebruikt worden in de veld- alsmede de lagen in de desktopapplicatie.

27


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Ad 3. Naamgeving Onder dit tabblad worden de namen vastgelegd van (koppel)velden en vereiste ArcGIS lagen. • Velden en extra laagnamen – onder deze sectie worden de namen van noodzakelijke velden aangegeven en eventueel de namen van extra ArcGIS lagen. • ArcGIS lagen – onder deze sectie worden de namen van de waarnemingslagen vastgelegd. Dit geldt voor zowel de lagen die gebruikt worden in de veld­ alsmede de lagen in de desk­ topapplicatie.

28


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Ad 4. Foto lagen Onder dit tabblad worden alle foto lagen en koppelingen getoond. De gebruiker heeft de mogelijkheid via het tabblad om specifieke lagen uit te zetten of om koppelvelden te veran­ deren. Onder aan de dialoog zijn drie knoppen die voor het volgende kunnen worden gebruikt: • Verwijder – met deze knop kan een laag incl. de koppeling uit de lijst verwijderd worden. • Thumbs… – deze optie is voor toekomstig gebruik. Op dit moment heeft de knop geen werking. • Smartmode – met deze knop worden standaard entries weer toegevoegd aan de lijst. Het is aan te bevelen deze instelling te gebruiken voor het koppelen van fotopunten aan inspectie­featureclasses.

5.10 help Via de “Help” button wordt de handleiding van DigiSpectie geopend in Acrobat Reader. Mocht u Acrobat Reader nog niet geïnstalleerd hebben dan kunt u deze download via: http://www. adobe.com/nl/

29


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

6

Datum : 1 oktober 2009 Pagina : 38 van 59 Datum : 1 oktober 2009 Pagina : 38 van 59

VELDAPPLICATIE DIGISPECTIE 2 6

VELDAPPLICATIE DIGISPECTIE 2 6

VELDAPPLICATIE DIGISPECTIE 2

6.1 inleiding Inleiding 6.1

In dit hoofdstuk wordt de DigiSpectie 2 veldapplicatie besproken. De toolbar met bijbeho­ 6.1wordt Inleiding In dit hoofdstuk de DigiSpectie 2 veldapplicatie besproken. De toolbar met bijbehorende rende functionaliteit wordt toegelicht. functionaliteit wordt toegelicht. In dit hoofdstuk wordt de DigiSpectie 2 veldapplicatie besproken. De toolbar met bijbehorende functionaliteit wordt toegelicht.

6.2 veldApplicATie Veldapplicatie TOOlbAr toolbar 6.2

De desktopapplicatie van DigiSpectie bestaat uit een toolbar met 12 knoppen in ArcPad. 6.2 Veldapplicatie toolbar De desktopapplicatie van DigiSpectie bestaat uit een toolbar met 12 knoppen in ArcPad. Onderstaand Onderstaand figuur toont deDe Digispectie 2 figuur toolbar.toont de Digispectie 2 toolbar. desktopapplicatie van DigiSpectie bestaat uit een toolbar met 12 knoppen in ArcPad. Onderstaand figuur toont de Digispectie 2 toolbar.

De volgende functies worden opgestart via de DigiSpectie 2 toolbar: De volgende functies worden opgestart via de DigiSpectie 2 toolbar: De volgende functies worden opgestart via de DigiSpectie 2 toolbar:

Algemene inspectiegegevens Algemene inspectiegegevens Algemene inspectiegegevens Reset en instellingen functie en algemene info Reset en instellingen info Reset en instellingenfunctie functie en en algemene algemene info ToevoegenToevoegen van schadepunt van schadepunt

Toevoegen van schadepunt

ToevoegenToevoegen van schadelijn vanvan schadelijn Toevoegen schadelijn

vanvan schadevlak ToevoegenToevoegen van schadevlak Toevoegen schadevlak vanvan fotopunt ToevoegenToevoegen van fotopunt Toevoegen fotopunt eigenschappen Opvragen eigenschappen Opvragen Opvragen eigenschappen Verwijderen van object Verwijderen Verwijderen van object van object Automatische kaartrotatie AutomatischeAutomatische kaartrotatie kaartrotatie Draai kaart Draai kaart Draai kaart Selecteer feature Selecteer feature Selecteer feature Verwijder rotatie Verwijder rotatie Verwijder rotatie Open helpfile Open helpfile Open helpfile Zoom in (rechthoek) Zoom in (rechthoek)

Datum : 1 oktober 2009 Pagina : 39 van 59

Zoom in (rechthoek) Zoom uituit Zoom Zoom uit

Verschuf kaartbeeld Verschuf kaartbeeld

Handleiding Digispectie 2 1:2000 Zoom naar schaal Zoom naar schaal 1:2000

Handleiding Digispectie 2

6.3

30

Ingenieursbureau RPS BCC

Ingenieursbureau RPS BCC

Algemene gegevens

De knop ‘Algemene inspectiegegevens’ geeft toegang tot een dialoog waarin zes algemene parameters kunnen worden ingevuld. Deze waarden gelden vervolgens voor de gehele inventarisatie. Onderstaande afbeelding toont de dialoog ‘Algemene inspectiegegevens’.


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

6.3 Algemene gegevenS De knop ‘Algemene inspectiegegevens’ geeft toegang tot een dialoog waarin zes algemene parameters kunnen worden ingevuld. Deze waarden gelden vervolgens voor de gehele inven­ tarisatie. Onderstaande afbeelding toont de dialoog ‘Algemene inspectiegegevens’.

Datum : 1 oktober 2009 Pagina : 40 van 59

Het domein van de parameters: Type inspectie, Inspectie wijze en Weer, zijn aan te passen in de tabel: …\ArcPad 8.0\Applets\GIM_DIGI2\dbf\PULLDOWNS.dbf

6.4

Reset data en instellingen

6.4 reSeT dATA en inSTellingen

Onderstaande afbeelding toont menu dat toegang geeft tot de instellingen van DigiSpectie 2 en de Onderstaande afbeelding toont het het menu dat toegang geeft tot de instellingen van DigiSpectie reset 2 en deknop. reset knop.

Met de functie functiereset resetdata dataworden worden lege shapefiles Digispectie klaargezet. De bestaande gegevens Met de lege shapefiles voorvoor Digispectie klaargezet. De bestaande worden als back-up in eenindoor de gebruiker in het instellingen menu aan te geven locatie. gegevensautomatisch worden automatisch als back­up een door de gebruiker in het instellingen menu aan te geven locatie.

Met Instellingen kunnen verschillende instellingen van Digispectie worden gedaan. Zo worden hier de locaties aangegeven waar de data staat die met Digispectie bewerkt wordt. Ook kan hier worden ingesteld of het tabblad Acties op het inspectieformulier zichtbaar moet zijn of niet. Standaard is het tabblad zichtbaar. De onderstaande afbeelding toont het instellingendialoog.

31


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Met Instellingen kunnen verschillende instellingen van Digispectie worden gedaan. Zo wor­ den hier de locaties aangegeven waar de data staat die met Digispectie bewerkt wordt. Ook kan hier worden ingesteld of het tabblad Acties op het inspectieformulier zichtbaar moet zijn of niet. Standaard is het tabblad zichtbaar. De onderstaande afbeelding toont het instel­ lingendialoog.

6.5 TOevOegen vAn WAArnemingen: punTen, -lijnen en -vlAkken Bij het inventariseren van schade kan de gebruiker kiezen tussen het toevoegen van een scha­ depunt, lijn of vlak. De informatie die gekoppeld wordt aan een punt, lijn of vlak is identiek en de inventarisatiedialoog is dus ook gelijk. De dialoog bestaat uit 5 tabbladen. Per tabblad dienen een aantal gegevens te worden inge­ voerd. Hieronder wordt elk tabblad afzonderlijk besproken. In het rechterdeel van het scherm is steeds een overzicht zichtbaar van de reeds ingevoerde gegevens. In de titelbalk van het scherm wordt door middel van een zogenaamde breadcrumb (broodkruimel) methodiek aangegeven waar de gebruiker zich in het invoerproces bevindt (bijv: punten > Algemeen > Locatie > Waarnemingen). 6.5.1 Algemeen In dit tabblad worden algemene gegevens ingevoerd over de inspectie. De meeste waarden in dit scherm worden of door het systeem gegenereerd (automatische nummering) ofwel overge­ nomen van de laatst ingevulde waarde. De waarden voor Waarnemer, Inspecterende instan­ tie, Type inspectie, Inspectiewijze en weersomstandigheden kunnen ook via de algemene inspectie­instellingen gedaan worden. Bij het openen van het inspectieformulier (dus na het plaatsen van een punt in de kaart) wordt het formulier geopend op het tabblad “Locatie” aan­ gezien de waarden voor het tabblad Algemeen al ingevuld zullen zijn. De ingevulde waarden zijn overigens voor de gebruiker direct zichtbaar in het rechter gedeelte van het formulier.

32


Inspectiewijze en weersomstandigheden kunnen ook via de algemene inspectie-instellingen gedaan inspectieformulier (dus na het plaatsen van een punt in de kaart) wordt het formulier geopend op het tabblad “Locatie” aangezien de waarden voor het tabblad Algemeen al ingevuld zullen zijn. De ingevulde waarden zijn overigens voor de gebruiker direct zichtbaar in het rechter gedeelte van het formulier.

worden. BijDIGISPECTIE het openen van het STOWA 2009-44 2 HANDLEIDING

item Inspectienummer

Item

Omschrijving

Veld in shapefile

Inspectienummer Omschrijving

Uniek ID van de inspectie. Wordt door systeem automatisch

INSIDENT veld in shapefile

gegenereerd

Uniek ID van de inspectie. Wordt door systeem automatisch gegenereerd

Waarnemer

Waarnemer

Naam van de waarnemer. Bij nieuwe items wordt standaard de

INSIDENT

OBSINSPEC

Naam van de waarnemer. Bij nieuwe items wordt laatst gebruikte waardestandaard getoond.de laatst gebruikte waarde getoond.

Waarnemende van de instantie. Bij nieuwe items wordt Waarnemende instantie Naaminstantie van de waarnemendeNaam instantie. Bij waarnemende nieuwe items wordt standaard

OBSINSPEC OBSINSTAN OBSINSTAN

de laatst gebruikte waarde standaard getoond. de laatst gebruikte waarde getoond. Datum en tijd

Datum en tijd

Datum en tijd. Wordt door systeem automatisch gegenereerd.

OBSDT

Project

Projectnummer. Bij nieuwe items wordt standaard de laatst

PROJECT

Project

Datum en tijd. Wordt door systeem automatisch gegenereerd.

OBSDT

Projectnummer. Bij nieuwe gebruikte items wordt standaard de laatst gebruikte waarde getoond. waarde getoond.

PROjECT

Type inspectie. Bij nieuwe itemsgebruikte wordt standaard laatst Type Inspectie (lijst)Type Inspectie Type (lijst) inspectie. Bij nieuwe items wordt standaard de laatst waarde de getoond.

INSTYPE INSTYPE

Inspectiewijze (lijst)

gebruikte waarde getoond.

Wijze van inspecteren. Bij nieuwe items wordt standaard de laatst gebruikte

Inspectiewijze (lijst)

waarde getoond

Wijze van inspecteren. Bij nieuwe items wordt standaard de laatst

Weersomstandigheden (lijst) Weersomstandigheden. Bij Weersomstandigheden. nieuwe items wordt standaard de laatst Weersomstandigheden (lijst) Bij nieuwe itemsgebruikte wordt standaard de waarde getoond.

INSWIjZE

INSWIJZE

gebruikte waarde getoond

INSWEERS INSWEERS

laatst gebruikte waarde getoond.

6.5.2 lOcATie

Handleiding Digispectie 2

Ingenieursbureau RPS BCC

In dit tabblad wordt de locatie op de kering aangeduid waar de waarneming heeft plaatsgevonden,wordt het schadebeeld op elementenniveau vastgelegd en wordt aan het ele­ ment een kwaliteitsniveau toegekend. Het invullen van type keringen, zones, elementen en parameters kan doormiddel van het selecteren van waarden uit een lijst. Na het vullen van het type kering wordt automatisch de lijst gevuld met zones, Bij keuze van de zone, vult de lijst zich met beschikbare elementen enz. Door middel van de wijzig knoppen kunnen reeds ingevoerde waarden aangepast wor­ den, waarbij ook de onderliggende waarden in de structuur aangepast moeten worden. De laatstgekozen type kering wordt na invoeren van de eerste inspectie telkens onthouden. De motivatie van de kwaliteit is verplicht. Bij motivatie kwaliteit kan met met de knop “Geen bijzonderheden” snel een tekst “Geen bijzonderheden” als motivatie invoeren.

33


kunnen reeds ingevoerde waarden aangepast worden, waarbij ook de onderliggende waarden in de structuur aangepast moeten worden. De laatstgekozen type kering wordt na invoeren van de eerste inspectie telkens onthouden. STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING De motivatie van de kwaliteit is verplicht. Bij motivatie kwaliteit kan met met de knop “Geen bijzonderheden” snel een tekst “Geen bijzonderheden” als motivatie invoeren.

item

Item

Omschrijving

Omschrijving Locatieaanduiding

Hier kan een dijkpaalnummer o.i.d. worden ingevoerd.

veld

veld INSLOC

Kering Type kering. Types ingevoerd. van keringen worden getoond in de lijst. Bij selectie vanINSLOC INSKERING Locatieaanduiding TypeHier kan(lijst) een dijkpaalnummer o.i.d. worden

Type kering (lijst)

een type kering uit de lijst wordt automatisch doorgesprongen naar Zone.

Type kering. Types van keringen worden getoond in de lijst. Bij selectie van een type kering uit

Zone (lijst)

INSkERING

Zone. De onderscheiden zones (afhankelijk van de gekozen kering) worden

de lijst wordt automatisch doorgesprongen naar Zone.

INSZONE

getoond in de lijst. Bij selectie van een zone uit de lijst wordt automatisch

Zone (lijst)

Zone. De onderscheiden doorgesprongen zones (afhankelijk vanElement. de gekozen kering) worden getoond in de lijst. naar Bij selectie uit de lijst automatisch doorgesprongen naarvan Element. Element (lijst) van een zoneElement. De wordt onderscheiden elementen (afhankelijk gekozen kering en

Element (lijst)

INSZONE INSELEMENT

Element. De onderscheiden elementen (afhankelijk van gekozen kering en zone) worden getoond INSELEMENT Handleiding 2 een element wordt automatisch doorgesprongen naar parameter. Ingenieursbureau RPS BCC in de lijst.Digispectie Bij selectie van

Parameter (lijst)

Inspectieparameter / schadebeeld. Onderscheiden parameters (afhankelijk van gekozen kering,

INSPARAM

zone en element) worden getoond in de lijst. kwaliteit (lijst)

keuzelijst waarin de kwaliteit van het element kan worden vastgelegd.. Onderscheiden zijn:

INSOORD

Goed, Redelijk, Matig en Slecht. Motivatie kwaliteit

Motivatie van de inspecteur voor de kwaliteitsduiding

INSMOTIV

Kering, Zone, Element, Parameter en kwaliteit zijn aan elkaar gerelateerd. Bij wijziging van bijvoorbeeld een Zone moeten element, parameter en kwaliteit opnieuw worden ingevuld. 6.5.3 meeTWAArden In het tabblad Meetwaarden kunnen ‘meetwaarden’ van de waarneming behorend bij de gekozen parameter op het tabblad “Inspectie” worden ingevuld. Er zijn maximaal 5 velden per parameter beschikbaar om specifieke meetwaarden vast te leggen. Meetwaarden kunnen worden ingevuld aan de hand van domeinlijsten of op basis van vrije tekstvelden. De wijze van invullen wordt bepaald door de configuratietabel “parameter.dbf” die onderdeel is van de Digispectie configuratie. Indien er domeinlijsten worden gebruikt, worden de waarden in een lijst getoond. Indien er een vrije tekst wordt gebruikt, wordt er een tekstveld getoond. Tevens wordt er dan een lijst getoond met meest recent ingevoerde waarden. Dit versnelt het invoeren.

34


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

item

Omschrijving

veld

Meetwaarde 1

Het tekstlabel voor dit invulveld wordt bepaald door het veld L! uit de parameter tabel Het tekstlabel en de waarde worden beiden opgeslagen in de shapefile

PARAMETER.L1 INSW1NAAM INSW1WAAR

Meetwaarde 2

Vergelijkbaar met Meetwaarde 1

PARAMETER.L2 INSW2NAAM INSW2WAAR

Meetwaarde 3

Vergelijkbaar met Meetwaarde 1

PARAMETER.L3 INSW3NAAM INSW3WAAR

Meetwaarde 4

Vergelijkbaar met Meetwaarde 1

PARAMETER.L4 INSW4NAAM INSW4WAAR

Meetwaarde 5

Vergelijkbaar met Meetwaarde 1

PARAMETER.L5 INSW5NAAM INSW5WAAR

35


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

6.5.4 AcTieS In dit tabblad kunnen gegevens over de urgentie, de te ondernemen actie, de opvolging van het schadebeeld en opmerkingen worden ingevoerd. Waarden voor de uit te voeren acties en actoren worden getoond in een lijst. Deze lijst is in de configuratie van de veldmodule aan te passen op acties en actoren die specifiek voor een bepaalde organisatie gelden. Dit tabblad is standaard ingeschakeld maar kan via de algemene instellingen worden uitgeschakeld.

item

Omschrijving

veld

Urgentie (lijst)

Urgentie. Standaard wordt onderscheiden hoog, middel of laag

INSURG

Uit te voeren actie (lijst) Te ondernemen actie. De beschikbare waarden worden gevuld van een standaard lijst met acties. Deze lijst is op gebruikersniveau aan te passen (pulldowns.dbf)

INSACT

Actie door (lijst)

Actie door. De beschikbare waarden worden gevuld vanuit een standaard lijst met INSACTDOOR acties. Deze lijst is op gebruikersniveau aan te passen (pulldowns.dbf)

Opmerkingen

Opmerkingen

36

INSOPMERk


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

6.5.5 fOTO’S In dit tabblad kunnen foto’s worden toegevoegd aan de vastgelegde waarneming van schade. Via de knop “Fotopunt plaatsen” kan de gebruiker het schadepunt in het kaartbeeld aanwij­ zen en vervolgens een tweede punt voor de kijkrichting. Daarnaast kunnen een aantal gege­ vens van de foto worden vastgelegd.

Het fotonummer wordt standaard ingevuld op basis van het laatst bekende fotonummer. Eventueel kan dit nummer worden aangepast met de plus/min knoppen.

6.6 fOTOpunTen TOevOegen Het is binnen Digispectie mogelijk meerdere foto’s van schadebeelden te koppelen aan inspec­ tiepunt, ­ lijn of –vlak. De fotopunten kunnen zowel vanuit de functie “Toevoegen van inspec­ ties” als vanuit de toolbar worden aangemaakt. Fotopunten worden aangemaakt in een puntenbestand digispectie_f.shp. De werking van de functie is als volgt. De gebruiker maakt eerst met de camera een foto. Vervolgens vult hij het type foto en het fotonummer in. Om het fotopunt in de kaart te plaatsen dient de knop “Voeg fotopunt toe” ingedrukt te wor­ den. Het kaartbeeld wordt dan zichtbaar. In het kaartbeeld kan de locatie van het fotopunt worden aangewezen. Men klikt hiertoe in de kaart en houdt de muisknop of pen ingedrukt. Vervolgens beweegt men met ingedrukte muiskniop of pen de cursor om de richting van de foto aan te geven. Een pijl in het kaartbeeld toont de gekozen richting. • fotonummer op camera (standaard wordt de laatst opgeslagen waarde + 1 gebruikt. De gebruiker kan de waarde aanpassen). • fototype (overzichtsfoto of detailfoto).

37


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

6.7 Overige funcTieS 6.7.1 OpvrAgen eigenSchAppen Via de knop ‘opvragen eigenschappen’ kan de gebruiker de invoerdialoog van de inspectie­ punten oproepen. Via de rechterzijde van het invoerdialoog kunnen alle waarden van het inspectiepunt bekeken worden. 6.7.2 verWijderen vAn inSpecTieS De gebruiker wijst een inspectiepunt (­lijn, ­vlak) aan in het kaartbeeld. Er verschijnt een waarschuwing met de vraag of het geselecteerde item moet worden verwijderd. Bij de keuze “ja” wordt het geselecteerde inspectie­item verwijderd. Eventuele fotopunten worden die gere­ lateerd zijn aan dit inspectiepunt (­lijn, ­vlak) worden niet verwijderd. 6.7.3 AuTOmATiSche kAArTrOTATie De functie automatische kaartrotatie is een standaard ArcPad functie en zorgt er voor dat het kaartbeeld automatisch wordt geroteerd op basis van de GPS positie van de gebruiker en de loop­ of rijrichting. 6.7.4 hAndmATig kAArTrOTATie Via deze standaard ArcPad functie kan de gebruiker de oriëntatie van de kaart handmatig aanpassen. 6.7.5 SelecTeer Met deze functie kan de gebruiker ingevoerde inspectiepunten, ­lijnen of vlakken selecteren. Vervolgens is het tevens mogelijk om de ingevulde waarden aan te passen. Hiertoe moet met eerst een inspectiepunt, lijn of vlak worden geselecteerd en vervolgens in de ArcPad werkbalk “Drawing tools” de knop “Eigenschappen” worden aangeklikt.

38


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

6.7.6 verWijder rOTATie Met deze functie wordt de oriëntatie van de kaart weer aangepast aan de standaard waarde. 6.7.7 help Met behulp van de helpknop wordt de help van Digispectie getoond als PDF bestand. 6.7.8 ZOOm in Met deze functie wordt ArcPad in de zoom­in modus geplaatst. Door middel van het tekenen van een rechthoek in het kaartbeeld wordt ingezoomd.. 6.7.9 ZOOm OuT Met deze functie wordt ArcPad in de zoom­out modus geplaatst. 6.7.10 verplAATS kAArTbeeld Met deze functie wordt ArcPad in de pan modus geplaatst. Met het handje kan het kaartbeeld worden verschoven. 6.7.11 ZOOm 1:2000 Met deze functie wordt het bestaande kaartbeeld ingezoomd naar een schaal 1:2000.

39


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

7 DIGIGIDS 7.1 inleiding De Digigids is de digitale portal voor keringbeheerders om hun kennis over schade aan water­ keringen te delen. Gebruikers van Digispectie hebben de mogelijkheid om foto’s van schade­ beelden aan te bieden aan de gids waarna zij na goedkeuring voor anderen beschikbaar zijn. De Digigids is publiekelijk toegankelijk via de website van VIW (www.inspectiewaterkeringen.nl).

7.2 SOOrTen gebruikerS Binnen Digigids worden verschillende soorten gebruikers onderscheiden. Afhankelijk van het type gebruiker is bepaalde functionaliteit wel of niet beschikbaar. Hieronder worden de verschillende soorten gebruikers, met hun specifieke kenmerken nader beschreven. AnOnieme gebruikerS Anonieme gebruikers hebben geen account voor de Digigids en hebben enkel en alleen toe­ gang tot het publieke deel van de Digigids. Dit deel bestaat uit de gepubliceerde beelden in de gids. Gebruikers kunnen de beelden en de bijbehorende inspectiegegevens raadplegen. Daarnaast kunnen deze gebruikers de digigids doorzoeken. digiSpecTie gebruikerS Gebruikers van DigiSpectie krijgen per organisatie één account voor de digigids. Via deze account kan men inloggen op de digigids, waarna naast de functionaliteit voor het raad­ plegen en zoeken van beelden in de publieke delen van de gids ook extra functionaliteit beschikbaar komt voor het uploaden van beelden naar de gids. De geuploade beelden worden beoordeeld door de moderatoren en eventueel door een panel van deskundigen waarna de beelden al dan niet opgenomen worden in het publieke deel van de digigids. pAnelleden Er zijn twee soorten panels binnen de Digigids. Er is een panel van deskundigen voor de primaire keringen en een panel van deskundigen voor de regionale keringen. Pannelleden lid van een van beide panels. De panelleden hebben toegang tot de specifieke panel­mappen waar beelden beoordeeld kunnen worden. Dit oordeel kan per panellid door middel van een commentaar aan het beeld worden toegevoegd. De moderator plaatst de beelden ter beoorde­ ling in de panel­mappen en besluit ook na beoordeling om beoordeelde beelden al dan niet definitief te plaatsen in het publieke deel van de digigids. mOderATOren De moderatoren beheren de content van de digigids. Zij zijn verantwoordelijk voor het publi­ ceren van de beelden in het publieke deel, het initieel beoordelen van de beelden en het voor­ leggen van de beelden aan de panels van deskundigen.

40


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

7.3 Algemene OpbOuW vAn de digigidS Deze paragraaf geeft een toelichting op het scherm van de Digigids. De verschillende compo­ nenten waaruit de webpagina is opgebouwd worden toegelicht.

Bovenstaande figuur toont het startscherm van de Digigids. De genummerde onderdelen worden hieronder toegelicht: 1

De zogenaamde “Breadcrumb (broodkruimel)” waarmee inzichtelijk is in welk deel van de Digigids men zich op een bepaald ogenblik bevind. Vanuit de breadcrump kan men in de boomstructuur van Digigids gemakkelijk naar een bovenliggend niveau navigeren.

2

Zoekvenster. Hiermee kan men binnen Digigids zoeken op woorden. Standaard wordt er een zoekactie uitgevoerd op basis van de ingevoerde tekst in alle beschrijvingen van beelden en hoofdstukken in de gids. Met de functie geavanceerd zoeken kan op specifieke kenmerken worden gezocht.

3

Gidsen. Dit blokt toont in tekst een overzicht van de binnen Digigids aanwezige gidsen: Zeedijken, Duinen, Rivierdijken en Regionale Keringen. Door op een van de links te klikken navigeert men naar het specifieke deel van de gids.

4

Speciale mappen. De speciale mappen bevatten functies voor het uploaden van beelden en beoordelen van beelden. Deze functionaliteiten zijn alleen voor gebruikers met specifieke toegangsrechten beschikbaar..

5

Titel van het beeld of het album dat op dat moment getoond wordt.

6

Overzicht van de subalbums of aanwezige beelden in het subalbum. Door te klikken op een thumbnail van een album wordt het album geopend. Op het hoogste niveau is de indeling van de albums gelijk aan de indeling van de gidsen zoals beschreven onder punt 3.

7

Inloggen. Geeft de gebruiker de mogelijkheid om in te loggen in het systeem.

41


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

7.4 rAAdplegen en ZOeken vAn beelden Het publieke deel van de digigids is opgebouwd uit indeling in type kering, zone, element, inspectieparameter en beoordeling (gelijk aan de decompositie van de waterkeringen gebruikt in DigiSpectie). Deze indeling is door middel van een boomstructuur te raadplegen. De boom­ structuur bevind zich aan de linkerzijde van het scherm. De boomstructuur wordt pas zicht­ baar nadat men een specifieke gids of een speciale map heeft geselecteerd.

In het rechter deel van het scherm worden telkens de onderliggende items in de boomstruc­ tuur getoond. Een vraagteken wil zeggen dat er in die tak van de boom verder geen schade­ beelden zijn opgenomen. Als er schadebeelden in de tak (of subtakken) aanwezig zijn wordt een thumbnail van het schadebeeld (of een van de schadebeelden) getoond. Boven aan in het scherm is via een breadcrumb zichtbaar waar men zich in de gids begint en ken men snel naar bovenliggende niveaus navigeren. Op het laagste niveau in de gids (het niveau van de kwaliteit) bevinden zich de schadebeelden. Na aanklikken van een thumbnail van het schadebeeld opent zich dit beeld en worden de eventuele DigiSpectie­gegevens bij de afbeelding getoond. Het formaat van het schadebeeld is maximaal 640 x 640 in dit scherm. Om het schadebeeld in zijn originele grootte te tonen kan men op het verkleinde schadebeeld klikken. Het schadebeeld wordt dan in een apart scherm (of tabblad, afhankelijk van de gebruikte web­browser) geopend en getoond in zijn originele afmetingen.

42


snel naar bovenliggende niveaus navigeren. Op het laagste niveau in de gids (het niveau van de kwaliteit) bevinden zich de schadebeelden. Na STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING aanklikken van een thumbnail van het schadebeeld opent zich dit beeld en worden de eventuele DigiSpectie-gegevens bij de afbeelding getoond. Het formaat van het schadebeeld is maximaal 640 x 640 in dit scherm. Om het schadebeeld in zijn originele grootte te tonen kan men op het verkleinde schadebeeld klikken. Het schadebeeld wordt dan in een apart scherm (of tabblad, afhankelijk van de Via het zoekmenu kan men zoeken naar schadebeelden. Men voert een zoekterm in in de gebruikte web-browser) geopend en getoond in zijn originele afmetingen. invulbak en drukt op enter om te zoeken. Via de optie geavanceerd zoeken kan men nader

specificeren waarop gezocht moet worden. De zoekresultaten worden getoond als thumb­

Via het zoekmenu kan men zoeken naar schadebeelden. Men voert een zoekterm in in de invulbak en nails van gevonden beelden of takken in de structuur. Door er op te klikken navigeert men drukt op enter om te zoeken. Via de optie geavanceerd zoeken kan men nader specificeren waarop hetworden. gevondenDe item. gezochtnaar moet zoekresultaten worden getoond als thumbnails van gevonden beelden of takken in de structuur. Door er op te klikken navigeert men naar het gevonden item. 7.5 uplOAden vAn beelden digiSpecTie gebruikerS)gebruikers) 7.5 Uploaden van (Alleen beeldengeregiSTreerde (alleen geregistreerde DigiSpectie Gebruikers van DigiSpectie kunnen schadebeelden uploaden naar de digigids. Deze beelden

Gebruikers kunnenworden schadebeelden uploaden naar de digigids. beelden zullenvan na DigiSpectie upload beoordeeld door de moderatoren en eventueel doorDeze een van de zullen na upload panels beoordeeld worden door en eventueel door van gepubliceerd de panels van van deskundigen. Nade de moderatoren beoordeling worden de beelden al een dan niet in deskundigen. Na de beoordeling worden de beelden al dan niet gepubliceerd in het publieke deel van de het publieke deel van de digigids. digigids. Uploaden van schadebeelden kan alleen in de specifieke upload­box die per gebruiker beschik­

Uploaden van schadebeelden kan alleen in de specifieke upload-box die per gebruiker beschikbaar is. baar is. Deze upload­box is niets anders dan een mapje dat na inloggen zichtbaar is in de Deze upload-box is niets anders dan een mapje dat na inloggen zichtbaar is in de boomstructuur aan de boomstructuur aan descherm. linkerkand hetvan digigids scherm. De naam vanmet het mapje komt linkerkand van het digigids De van naam het mapje komt overeen de naam van de overeen met de naam van de gebruiker. gebruiker. Omuploadbox in de uploadbox te komen moeten de volgende stappenondernomen ondernomen worden: Om in de te komen moeten de volgende stappen worden: 11. Klik dede linkerkant vanvan het het scherm onderonder het kopje “Speciale mappen” op de link Klikaan aan linkerkant scherm het kopje “Speciale mappen” op de link “Schadebeelden uploaden”. “Schadebeelden uploaden”. De gebruiker wordt gevraagd om te loggen. de gebruikersnaam en wachtwoord in en klik 22. De gebruiker wordt gevraagd om in te in loggen. Vul de Vul gebruikersnaam en wachtwoord in en op op inloggen om ininteteloggen Digigids. klik inloggen om loggenop op de de Digigids. 3. Linksonder in het beeld wordt nu een boomstructuur zichtbaar zoals hieronder afgebeeld (in dit 3 Linksonder in het beeld wordt nu een boomstructuur zichtbaar zoals hieronder afgebeeld geval voor de gebruiker ws Rivierenland.): (in dit geval voor de gebruiker ws Rivierenland.):

Het vanvan het het scherm toonttoont ook een van devan gebruikersmap. Hetrechterdeel rechterdeel scherm ookthumbnail een thumbnail de gebruikersmap. 44. Klik thumbnail of of de de naam van van de gebruikersmap in de boomstructuur om de upload­ Klikopopdede thumbnail naam de gebruikersmap in de boomstructuur om de uploadbox

binnen te te gaan. de uploadbox uploadboxisisverschijnt verschijnt linksonder in beeld een link met de box binnen gaan.Zodra Zodra men men in de er er linksonder in beeld een link titelde“Items toevoegen”. Hiermee kan men toevoegen.(zie de afbeelding op de met titel “Items toevoegen”. Hiermee kan mende debeelden beelden toevoegen.(zie ookook de afbeelding volgende pagina). op de volgende pagina).

Handleiding Digispectie 2

Ingenieursbureau RPS BCC

43


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

In de uploadbox bevind zich standaard een mapje met de naam “afgewezen”. Hierin komen schadebeelden te staan die door de moderator of het panel worden afgewezen voor publicatie in de digigids. Op die manier is ook voor de gebruiker inzichtelijk of zijn beeld is opgenomen in de gids of niet. Om een schadebeeld te uploaden klikt men op de link “Items toevoegen” dat onder de boom­ structuur zichtbaar is. Er opent zich een scherm waarin men een schadebeeld kan selecteren en eventueel een toelichting kan invoeren. In totaal kunnen tegelijkertijd 10 beelden geüp­ load worden, waarbij geldt dat de totale omvang aan beelden niet groter is dan 64 Megabyte. Uit performanceoverwegingen is het aan te raden het aantal simultane uploads te beperken.

44


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

Na het uploaden verschijnt er een melding dat de schadebeelden zijn toegevoegd. Inden de schadebeelden via de DigiSpectie desktop module geëxporteerd zijn worden de inspectie­ gegevens opgenomen in het schadebeeld. Deze informatie wordt door digigids bij het uploaden geïnterpreteerd en weergegeven onder de betreffende schadebeelden:

45


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

46


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

bijlAge 1

DATASTRUCTUUR VAN DE INSPECTIESHAPEFILES Inspectiegegevens worden in de veldmodule vastgelegd in featureclasses. Voor de veldmodule zijn dit shapefiles, maar in de kantoor omgeving die vanuit de desktopmodule benaderd wordt kunnen dit ook featureclasses in een geodatabase zijn. Er zijn 3 featureclasses. Eén voor punten, één voor lijnen en één voor vlakken. De naamgeving van de shapefiles is vast: Digispectie_p.shp, Digispectie_l.shp en Digipectie_v.shp. De structuur van deze shapefiles is als volgt: veld

type

lengte

verplicht

uniek

Toelichting

OBSINSPEC

tekst

50

ja

nee

Waarnemer

OBSINSTAN

tekst

50

ja

nee

Naam van de inspecterende instantie

OBSDT

datetime

8

ja

nee

Datum

OBSTIM

text

8

ja

Nee

Tijd inspectie

PROjECT

tekst

50

nee

nee

Projectnummer

GPSPUNT

tekst

1

ja

nee

GPS gebruikt voor punt (T=ja; N=nee)

INSIDENT

tekst

20

ja

ja

uniek ID (apparaat-datum-volgnummer)

INSTYPE

tekst

50

nee

nee

Type inspectie

INSWIjZE

tekst

50

nee

nee

Wijze van inspecteren

INSWEERS

tekst

50

nee

nee

Weersomstandigheden

kVkIDENT

tekst

50

nee

nee

Dijkvak / kadevak identificatie

INSLOC

tekst

50

nee

nee

Vrije Locatieaanduiding (bijvoorbeeld een dijkpaalnummer of kilometerraai)

INSkERING

tekst

50

ja

nee

kering

INSZONE

tekst

50

ja

nee

Zone

INSELEM

tekst

50

ja

nee

Element

INSPARAM

tekst

50

ja

nee

Inspectieparameter

INSOORD

tekst

10

ja

nee

kwaliteit (“Goed”,”Redelijk”,”Matig”,”Slecht”)

INSMOTIV

Tekst

255

ja

nee

Motivatie

INSW1NAAM

tekst

25

nee

nee

meetwaarde 1 naam (= L1 uit PARAMETER tabel)

INSW1WAAR

tekst

50

nee

nee

meetwaarde 1 waarde

INSW2NAAM

tekst

25

nee

nee

meetwaarde 2 naam (= L2 uit PARAMETER tabel)

INSW2WAAR

tekst

50

nee

nee

meetwaarde 2 waarde

INSW3NAAM

tekst

25

nee

nee

meetwaarde 3 naam (= L3 uit PARAMETER tabel)

INSW3WAAR

tekst

50

nee

nee

meetwaarde 3 waarde

INSW4NAAM

tekst

25

nee

nee

meetwaarde 4 naam (= L4 uit PARAMETER tabel)

INSW4WAAR

tekst

50

nee

nee

meetwaarde 4 waarde

INSW5NAAM

tekst

25

nee

nee

meetwaarde 5 naam (= L5 uit PARAMETER tabel)

INSW5WAAR

tekst

50

nee

nee

meetwaarde 5 waarde

INSURG

tekst

50

nee

nee

Urgentie

INSACT

tekst

50

nee

nee

Uit te voeren actie, keuze uit domeintabel ACTIES

INSACTDOO

tekst

50

nee

nee

Actie door, keuze uit domeintabel ACTOREN

INSOPMERk

tekst

254

nee

nee

Opmerkingen

47


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

bijlAge 2

DATASTRUCTUUR FOTOPUNTEN SHAPEFILE Foto’s worden gekoppeld aan punten en vastgelegd in een fotopunten featureclass. In de veld­ module zal dit een shapefile zijn , maar in de kantoor omgeving die vanuit de desktopmodule benaderd wordt kan dit ook een featureclass in een geodatabase zijn. Deze shapefile heeft een vaste naamgeving: Digispectie_f.shp. De structuur van deze shapefile is als volgt: veld

type

lengte

verplicht

uniek

Toelichting

FOTIDENT

tekst

50

ja

ja

Uniek ID

X

Double

20.2

ja

nee

X coördinaat

Y

Double

20.2

ja

nee

Y coördinaat

INSIDENT

tekst

50

nee

nee

Foreign key naar de inspectie_p/inspectie_l/inspectie_v

INSTYPE

tekst

50

nee

nee

Type inspectie (punt, lijn of vlak)

FOTDT

datum

nee

nee

Datum en tijd waarop het fotopunt geplaatst is

FOTNAAM

tekst

50

nee

nee

Naam van de foto volgens camera (exclusief extensie)

FOTTYPE

tekst

50

nee

nee

Type foto (overzicht of detail)

RICHTING

double

20.2

ja

nee

kijkrichting

48


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

bijlAge 3

STRUCTUUR PARAMETERS EN DOMEINEN pArAmeTerS De basisstructuur voor Digispectie 2 wordt gevormd door de Parametertabel. In deze tabel wordt de relatie gelegd tussen de Kering, de zone, het element en de inspectieparameter. Als uitbreiding ten opzichte van Digispectie 1 worden in de parametertabel voor inspectie­ parameters waarbij meetwaarden van toepassing zijn, deze meetwaarden gedefinieerd. Een meetwaarde is bijvoorbeeld de “diepte” van een scheur behorend bij de inspectieparameter “scheurvorming”. Per parameter worden conform het programma van eisen maximaal 5 meetwaarden opgenomen. De structuur van de parametertabel is als volgt: veld

type

lengte

verplicht

uniek

Toelichting

kERING

tekst

50

ja

Nee

kering

ZONE

tekst

50

ja

nee

Zone

ELEMENT

tekst

50

ja

nee

Element

PARAMETER

Tekst

50

ja

nee

Inspectieparameter

L1

tekst

50

nee

nee

Label behorend bij meetwaarde

T1

tekst

2

nee

nee

Type meetwaarde “DL” bij domeinlijst, “FT” bij vrije tekst

D1

Tekst

50

nee

nee

Domeinlijst (lookup naar DOMEIN tabel)

L2

tekst

50

nee

nee

Label behorend bij meetwaarde

T2

tekst

2

nee

nee

Type meetwaarde “DL” bij domeinlijst, “FT” bij vrije tekst

D2

Tekst

50

nee

nee

Domeinlijst (lookup naar DOMEIN tabel)

L3

tekst

50

nee

nee

Label behorend bij meetwaarde

T3

tekst

2

nee

nee

Type meetwaarde “DL” bij domeinlijst, “FT” bij vrije tekst

D3

Tekst

50

nee

nee

Domeinlijst (lookup naar DOMEIN tabel)

L4

tekst

50

nee

nee

Label behorend bij meetwaarde

T4

tekst

2

nee

nee

Type meetwaarde “DL” bij domeinlijst, “FT” bij vrije tekst

D4

Tekst

50

nee

nee

Domeinlijst (lookup naar DOMEIN tabel)

L5

tekst

50

nee

nee

Label behorend bij meetwaarde 1

T5

tekst

2

nee

nee

Type meetwaarde “DL” bij domeinlijst, “FT” bij vrije tekst

D5

Tekst

50

nee

nee

Domeinlijst (lookup naar DOMEIN tabel)

49


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

dOmeinen Indien meetwaarden gekoppeld zijn aan een inspectieparameter zullen deze meetwaarden meestal worden ingevoerd aan de hand van vooraf vastgestelde keuzelijsten (domeinlijsten). Zo kan voor een diepte van een scheur gekozen worden voor bijvoorbeeld (< 10 cm; 10 – 25 cm; 25 – 50 cm; > 50cm). De domeinlijsten worden voor alle domeinen in een tabel “parameter” beheerd. De structuur van de domeintabel is als volgt: veld

type

lengte

verplicht

uniek

Toelichting

DOMEIN

tekst

50

ja

nee

Domeinnaam (overeenkomstig D velden parametertabel

WAARDE

tekst

50

ja

nee

Domeinwaarde

50


STOWA 2009-44 DIGISPECTIE 2 HANDLEIDING

bijlAge 4

EXPORT GEGEVENS VOOR UPLOAD Voor elk schadebeeld dat geëxporteerd wordt via de Desktopmodule voor export naar de, worden de onderstaande gegevens meegestuurd. Deze gegevens worden door de Digigids weggeschreven in het JPG bestand als een EXIF waarde (EXIF.USERCOMMENT). veld

bron-shape

toelichting

INSIDENT

_p, _l, _v

uniek ID (apparaat-datum-volgnummer)

OBSINSTAN

_p, _l, _v

Naam van de inspecterende instantie

OBSDT

_p, _l, _v

Datum + tijd inspectie

PROjECT

_p, _l, _v

Projectnummer

INSTYPE

_p, _l, _v

Type inspectie

INSWEERS

_p, _l, _v t

Weersomstandigheden

kVkIDENT

_p, _l, _v

Dijkvak / kadevak identificatie

INSLOC

_p, _l, _v

Vrije Locatieaanduiding (bijvoorbeeld een dijkpaalnummer of kilometerraai)

INSkERING

_p, _l, _v

kering

INSZONE

_p, _l, _v

Zone

INSELEM

_p, _l, _v

Element

INSPARAM

_p, _l, _v

Inspectieparameter

INSOORD

_p, _l, _v

kwaliteit (“Goed”,”Redelijk”,”Matig”,”Slecht”)

INSMOTIV

_p, _l, _v

Motivatie kwaliteit

INSW1NAAM

_p, _l, _v

meetwaarde 1 naam (= L1 uit PARAMETER tabel)

INSW1WAAR

_p, _l, _v

meetwaarde 1 waarde

INSW2NAAM

_p, _l, _v

meetwaarde 2 naam (= L2 uit PARAMETER tabel)

INSW2WAAR

_p, _l, _v

meetwaarde 2 waarde

INSW3NAAM

_p, _l, _v

meetwaarde 3 naam (= L3 uit PARAMETER tabel)

INSW3WAAR

_p, _l, _v

meetwaarde 3 waarde

INSW4NAAM

_p, _l, _v

meetwaarde 4 naam (= L4 uit PARAMETER tabel)

INSW4WAAR

_p, _l, _v

meetwaarde 4 waarde

INSW5NAAM

_p, _l, _v

meetwaarde 5 naam (= L5 uit PARAMETER tabel)

INSW5WAAR

_p, _l, _v

meetwaarde 5 waarde

INSOPMERk

_p, _l, _v

Opmerkingen

X

_f

X-coördinaat in RD van het fotopunt

Y

_f

Y-coördinaat in RD van het fotopunt

RICHTING

_f

kijkrichting van de foto

FOTNAAM

_f

Naam van de foto

51


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.