/200708_stowa_handlei

DIGISPECTIE HANDLEIDING INSTALLATIE EN GEBRUIK DIGISPECTIE

2007

RAPPORT

08

2007

018

DWW RAPPORT

ISBN 978.90.5773.352.9 (STOWA) ISBN 978.90.369.5763.2 (DWV)

stowa@stowa.nl WWW.stowa.nl TEL 030 232 11 99 FAX 030 232 17 66

Publicaties :jib nellvan etsede b uSTOWA tnuk Akunt WOTSuebestellen d nav seitbij: acilbuP

ln.awots.WWW ln.awots@awots

lifluFCCnaZwijndrecht, megaH ,thceHageman rdnjiwZ CCFulfilment 0333 ,011POSTBUS 1 SUBTSO1110 P tne, m 3330 6 6 7 1 2 3 2 0 3 0 X AF 9 9 1 1 2 3 2 0 3 0 L E T

ln.namegaTEL h@ 078 ofn623 i LIA05 ME 00 84 FAX 50 3078 26 8623 70 X05 AF 48 00 EMAIL 50 326 info@hageman.nl 870 LET Arthur van Schendelstraat 816 618 taartslednehcS nav ruhtrA serdarRB eveUTRECHT lfa nee ne remonder muntrvermelding oppar AWOTvan S foISBN NBSIofnaSTOWA v gnidlrapportnummer emrev redno en Teen POSTBUS 8090 .3503 H C E Rafleveradres.

T U B R 3 0 5 3 0 9 0 8 SU B T S O P

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

COLOFON UTRECHT, 2007 UITGAVE

STOWA UTRECHT

OPDRACHTGEVERS STOWA

L.R. Wentholt

DWW

P.J.L. Blommaart

PROJECTTEAM J. Boezeman

Waterschap Zuiderzeeland

B. van Kampen

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier,

J. Stoop

Hoogheemraadschap Rijnland

M. Hollebek

(namens) Waterschap Hollandse Delta

V. Brunst

Waternet

M. Hartman

HKV lijn in water

O. van Dam

Ingenieursbureau BCC

nu werkzaam bij de gemeente Enkhuizen

PROJECTGROEP B. van de Roest (vz) Rijkswaterstaat C. van Ackooij

Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

R. van Oort AGI

Rijkswaterstaat

M.Guichelaar

Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard

R.Joosten

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

K. Klaassens

Provincie Groningen

R. Stellingwerf

Waternet

L. Zijlstra

Wetterskip Fryslân

DRUK

Kruyt Grafisch Advies Bureau

STOWA

rapportnummer 2007-08

DWW

rapportnummer 2007-018 ISBN 978.90.5773.352.9 (STOWA) ISBN 978.90.369.5763.2 (DWV)

II

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

TEN GELEIDE Naar aanleiding van de kadeverschuiving te Wilnis en Terbregge in de zomer van 2003 en de afschuiving van de kanaaldijk bij Stein in januari 2004 is door de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat en Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) besloten onderzoek te doen naar mogelijke verbeteringen van inspecties van waterkeringen, het onderzoeksprogramma Verbetering Inspecties Waterkeringen (VIW).

Het project DigiSpectie is onderdeel van dit onderzoeksprogramma VIW en heeft als doel ‘Het eenduidig digitaal vastleggen van visuele waarnemingen bij inspecties’ en borduurt voort op ervaringen bij waterkeringbeheerders met het digitaal vastleggen van waarnemingen in het veld.

De uitvoering van dit project is door Ingenieursbureau BCC en HKV lijn in water verzorgd.

Waterschappen zijn voor hun zorgtaak verantwoordelijk voor de veiligheid van boezemwaterkeringen en polderkaden. Jaarlijks worden deze keringen geïnspecteerd op onderhoudsstatus, schadebeelden en kadevreemde objecten. De meeste waterschappen doen deze inspectie ‘analoog’, waarbij desgewenst de resultaten op kantoor worden gedigitaliseerd en ontsloten in GIS. Met de komst van digitale inspecties met PDA’s met mobiel-GIS en GPSondersteuning kunnen inspecties verdergaand worden geautomatiseerd.

Met digitale inspecties kunnen gegevens sneller worden geanalyseerd en gedeeld met anderen. De inspecteur heeft de beschikking over recente topografische ondergronden en accurate plaatsbepaling. Daarnaast biedt deze automatisering de mogelijkheid om de interpretatie van schadebeelden te uniformeren middels voorbeelden welke beschikbaar zijn als digitale foto’s. Er bestaat daarnaast de behoefte om alle waterschappen te laten kennismaken met digitale inspecties en hiervoor een generiek instrument te ontwikkelen.

Utrecht juni 2007 De directeur van de STOWA Ir. J.M.J. Leenen

III

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

OVEREENKOMST EINDGEBRUIKERS DIGISPECTIE Door het accepteren van deze overeenkomst eindgebruikers DIGIspectie (overeenkomst) gaat u akkoord met onderstaande voorwaarden en bepalingen. Deze overeenkomst geldt voor het gebruik van de software en alle daarbij behorende onderdelen, daaronder begrepen op cd-rom, dvd, diskette, geheugenkaart, in een downloadpakket of enige andere gegevensdrager en alle inhoud en inhoudsprogramma’s (software).

1 ONDERDELEN SOFTWARE De software bestaat uit een veldapplicatie voor het inspecteren van waterkeringen en een desktopapplicatie voor het importeren, exporteren en bevragen van inspectiegegevens uit de veldapplicatie.

De software bestaat uit de veldapplicatie GIM-basis, de veldmodule GIM-digi en de desktopapplicatie DigiSpectie. De veldapplicatie en veldmodule zijn gemaakt voor gebruik met ArcPad 7 van Environmental Systems Research Institute Inc. (ESRI). ArcPad 7 maakt nadrukkelijk geen deel uit van de software en daarmee van deze overeenkomst. De desktopapplicatie is gemaakt voor gebruik met ArcGIS 9 van ESRI. ArcGIS 9 maakt nadrukkelijk geen deel uit van de software en daarmee van deze overeenkomst.

2 LICENTIEVERLENING Deze overeenkomst verschaft u een licentie (licentie) waarmee u de software mag gebruiken, op voorwaarde dat de software alleen is geïnstalleerd op computer(s) of hardwareapparaat/(-apparaten) binnen uw organisatie (organisatie). Deze licentie verschaft geen rechten op toekomstige updates, upgrades of aanvullingen van de software. Indien updates, upgrades of aanvullingen worden verkregen, is het gebruik van deze updates, upgrades en aanvullingen onderworpen aan deze overeenkomst en aan eventuele bijgevoegde wijzigingen en kan onderworpen zijn aan extra kosten en voorwaarden.

3 EIGENDOMS- EN GEBRUIKSRECHTEN Het auteursrecht en andere intellectuele, industriële en/of andere eigendomsrechten op de software en op enige kopie die u daarvan maakt zijn eigendom van Ingenieursbureau BCC (BCC) of de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA). De eigendomsrechten van de software zijn als volgt bepaald: -

desktopapplicatie DigiSpectie, eigendom STOWA;

-

veldapplicatie GIM-basis, eigendom BCC;

-

veldmodule GIM-digi, eigendom STOWA.

BCC verleent aan de STOWA en de participerende waterkeringbeheerders het gebruiksrecht per organisatie van de veldapplicatie GIM-basis. De STOWA verleent aan waterkeringbeheerders het gebruiksrecht per organisatie van de veldmodule GIM-digi en de desktopapplicatie DigiSpectie.

U mag de software gebruiken in overeenstemming met de voorwaarden van deze overeenkomst.

IV

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

U mag ofwel (a) één kopie maken van de software als reservekopie of archiefkopie, ofwel (b) de software overbrengen naar één enkel medium, op voorwaarde dat u het origineel als reservekopie of archiefkopie bewaart. U mag geen kopie maken van de producthandleiding(en) of gedrukte materialen die bij de software horen, behalve voor eigen gebruik. U kunt alleen eigenaar worden van de materiaalgegevensdrager; u wordt geen eigenaar van de software.

4 OVERIGE BEPERKINGEN Het verhuren, uitlenen, publiekelijk presenteren, vertonen of uitzenden of enige andere vorm van distributie van de software is verboden zonder schriftelijke toestemming vooraf van de eigenaar. Behalve zoals toegestaan door het toepasselijke recht, zult u de software of enig gedeelte daarvan niet geheel of gedeeltelijk wijzigen, analyseren met behulp van ‘reverse engineering’ of decompileren of demonteren, en u mag geen producten ontwikkelen die zijn afgeleid van de software. Ook zult u anderen niet toestaan deze handelingen te verrichten.

5 VERTROUWELIJKHEID U zult de software strikt vertrouwelijk behandelen en niemand toegang verlenen tot of informatie verschaffen over de software.

6 SOFTWARELICENTIE VAN DERDEN BCC-producten kunnen gebruik maken van software van derden. Naast bovenstaande clausules 2, 3 en 4 kan het gebruik van materiaal van derden in de software onderworpen zijn aan andere voorwaarden. Voor de officiële copyrightkennisgevingen en specifieke licentievoorwaarden van deze softwarecodes en algoritmen van derden, wordt verwezen naar de licentievoorwaarden van de desbetreffende leveranciers. Hierbij gaat u akkoord met de voorwaarden uit dergelijke softwarelicenties van derden.

7 BEPERKTE GARANTIE EN AANSPRAKELIJKHEID BCC garandeert niet en kan niet garanderen dat de software foutloos functioneert. U dient zich te realiseren dat fouten kunnen optreden tijdens het gebruik van de software, bijvoorbeeld veroorzaakt door lokale omgevingsfouten en/of incomplete gegevens.

BCC noch zijn leveranciers zijn aansprakelijk ten opzichte van u of naar derden voor enigerlei schade, voor directe, indirecte of incidentele schade, gevolgschade of schade anderszins (in ieder geval met inbegrip van, maar niet beperkt tot, schade voortvloeiend uit het onvermogen de apparatuur te gebruiken of toegang te verkrijgen tot de gegevens, verlies van gegevens, zakelijk verlies, winstderving, bedrijfsonderbreking en dergelijke) voortkomend uit het gebruik van of het onvermogen om gebruik te maken van de software, zelfs indien BCC of zijn leveranciers van de mogelijkheid van schade op de hoogte was gesteld.

8 TOEPASSELIJK RECHT Deze overeenkomst en alle mogelijke geschillen met betrekking tot deze overeenkomst of met betrekking tot het gebruik van de software of anderszins zijn onderworpen aan Nederlands recht.

De Conventie van de Verenigde Naties met betrekking tot Contracten voor de Internationale Verkoop van Goederen wordt hierbij wat deze overeenkomst betreft, expliciet buiten toepassing verklaard. Alle mogelijke geschillen voortkomend uit deze overeenkomst zullen worden be-

V

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

slecht door de gerechtelijke instanties te Amsterdam (Nederland) welke gerechten exclusieve jurisdictie toekomen met betrekking tot dergelijke geschillen.

BCC hanteert de “FENIT 2003� voorwaarden (gedeponeerd bij de Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag op 3 juni 2003 onder nummer 60/2003 voor softwareontwikkeling en dienstverlening rondom softwareontwikkeling, waarvan op verzoek een exemplaar wordt verstrekt.

Indien u vragen hebt over deze overeenkomst of om andere redenen contact wilt opnemen met BCC, bezoek dan de website http://www.ingbcc.nl/.

VI

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

DE STOWA IN HET KORT De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, kortweg STOWA, is het onderzoeksplatform van Nederlandse waterbeheerders. Deelnemers zijn alle beheerders van grondwater en oppervlaktewater in landelijk en stedelijk gebied, beheerders van installaties voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater en beheerders van waterkeringen. Dat zijn alle waterschappen, hoogheemraadschappen en zuiveringsschappen en de provincies.

De waterbeheerders gebruiken de STOWA voor het realiseren van toegepast technisch, natuurwetenschappelijk, bestuurlijk juridisch en sociaal-wetenschappelijk onderzoek dat voor hen van gemeenschappelijk belang is. Onderzoeksprogramma’s komen tot stand op basis van inventarisaties van de behoefte bij de deelnemers. Onderzoekssuggesties van derden, zoals kennisinstituten en adviesbureaus, zijn van harte welkom. Deze suggesties toetst de STOWA aan de behoeften van de deelnemers.

De STOWA verricht zelf geen onderzoek, maar laat dit uitvoeren door gespecialiseerde instanties. De onderzoeken worden begeleid door begeleidingscommissies. Deze zijn samengesteld uit medewerkers van de deelnemers, zonodig aangevuld met andere deskundigen.

Het geld voor onderzoek, ontwikkeling, informatie en diensten brengen de deelnemers samen bijeen. Momenteel bedraagt het jaarlijkse budget zo’n zes miljoen euro.

U kunt de STOWA bereiken op telefoonnummer: 030-2321199.

Ons adres luidt: STOWA, Postbus 8090, 3503 RB Utrecht.

Email: stowa@stowa.nl.

Website: www.stowa.nl

VII

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

VIII

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

DIGISPECTIE HANDLEIDING

INHOUD TEN GELEIDE OVEREENKOMST EINDGEBRUIKERS DIGISPECTIE STOWA IN HET KORT 1

INLEIDING

1

1.1

Aanleiding

1

1.2

Achtergrond

1

1.3

Opbouw van handleiding

2

OVERZICHT APPLICATIE

3

2.1

Inleiding

3

2.2

Desktopapplicatie DigiSpectie

3

2.2.1

Exporteren

3

2.2.2

Importeren

4

2.2.3

Bevragen en presentatie

4

2

2.3

Veldapplicatie DigiSpectie

5

2.4

Systeemeisen

6

1

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

3

INSTALLATIE

7

3.1

Inleiding

7

3.2

Installeren ActiveSync

7

3.3

Installeren Arcpad

7

3.4

Kopiëren datumtransformatie bestand in ArcPad

8

3.5

Installeren DigiSpectie op de pc

3.6

Toevoegen eigen data

8 10

3.7

Installeren DigiSpectie op veldcomputer

10

3.8

Opstarten ArcPad en DigiSpectie

10

3.9

ArcPad en GIM-suite versies

12

4 4.1 4.2

4.3

5

DIGISPECTIE-VELDMODULE

13

Inleiding

13

Basis menubalk

13

4.2.1

Menu 1: bestandsbeheer

13

4.2.2

Menu 2: instellingen en modulebeheer

14

4.2.3

Menu 3: zoomopties

15

4.2.4

Menu 4: meten

16

4.2.5

Menu 5: GPS-opties

16

4.2.6

Menu 6: informatie

16

4.2.7

Command bar

19

4.2.8

Back-up maken van gegevens

19

DigiSpectie menubalk en formulieren

20

4.3.1

Menubalk

20

4.3.2

Formulieren

20

DIGISPECTIE-DESKTOPAPPLICATIE

24

5.1

Inleiding

24

5.2

ArcGIS toolbar

24

5.3

Exporteren

24

5.4

Importeren

25

5.5

Rapportage

26

5.6

Help

27

BESTANDEN EN PARAMETERS

28

6.1

Inleiding

28

6.2

Shapefile

28

6.3

Parameters

29

6

BIJLAGE 1 PARAMETER TABEL

2

30

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

1 INLEIDING 1.1 AANLEIDING Waterschappen zijn voor hun zorgtaak verantwoordelijk voor de veiligheid van boezemwaterkeringen en polderkaden. Jaarlijks worden deze keringen geïnspecteerd op onderhoudsstatus, schadebeelden en kadevreemde objecten. De meeste waterschappen doen deze inspectie ‘analoog’, waarbij desgewenst de resultaten op kantoor worden gedigitaliseerd en ontsloten in GIS. Met de komst van digitale inspecties met PDA’s met mobiel-GIS en GPS-ondersteuning kunnen inspecties verdergaand worden geautomatiseerd.

Met digitale inspecties kunnen gegevens sneller worden geanalyseerd en gedeeld met anderen. De inspecteur heeft de beschikking over recente topografische ondergronden en accurate plaatsbepaling. Daarnaast biedt deze automatisering de mogelijkheid om de interpretatie van schadebeelden te uniformeren middels voorbeelden welke beschikbaar zijn als digitale foto’s. Er bestaat daarnaast de behoefte om alle waterschappen te laten kennismaken met digitale inspecties en hiervoor een generiek instrument te ontwikkelen.

Het project DigiSpectie heeft als doel ‘Het eenduidig digitaal vastleggen van visuele waarnemingen bij inspecties’ en borduurt voort op ervaringen bij waterkeringbeheerders met het digitaal vastleggen van waarnemingen in het veld.

De STOWA heeft Ingenieursbureau BCC gevraagd om een applicatie te ontwikkelen voor het digitaal inspecteren van waterkeringen bij waterschappen: DigiSpectie. Dit document bevat de handleiding bij deze applicatie.

1.2 ACHTERGROND Digitaal Inspecteren is erop gericht in het veld, ter plaatse van de waarneming, een aantal (standaard) aspecten vast te leggen en wel op dusdanige wijze dat de volgende deelprocessen in het inspectieproces, diagnosticeren, prognosticeren en operationaliseren eenduidig en reproduceerbaar kunnen worden gevoed met gegevens. Voor deze verdere verwerking van de gegevens uit visuele waarnemingen wordt gestreefd naar geautomatiseerde verwerking.

Tot nu toe worden veldwaarnemingen voornamelijk ingericht op basis van kaartmateriaal en worden de waarnemingen vastgelegd in logboeken. De vastgelegde waarnemingen kunnen bij terugkomst op kantoor worden verwerkt tot rapportages. De toegankelijkheid van de basiswaarnemingen blijft bij deze wijze van vastleggen beperkt. Daarnaast verloopt de omzetting van de gegevens naar beheerinformatie in de rapportage onvoldoende transparant.

Borging van de kwaliteit van de rapportages is derhalve lastig.

Een belangrijke verbetering van de inspecties kan worden verkregen als waarnemingen eenduidig worden gedefinieerd, vastgelegd en toegankelijk worden gemaakt voor verdere bewerkingen.

1

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

1.3 OPBOUW VAN HANDLEIDING Dit document is een handleiding voor het gebruik van de DigiSpectie applicatie.

In hoofdstuk 2 zal de applicatie op hoofdlijnen worden besproken. Tevens zullen de systeemeisen van de hardware aan bod komen. Hoofdstuk 3 beschrijft de installatie en configuratie van DigiSpectie op de pc en veldcomputer. Bovendien wordt de installatie van ActiveSync en ArcPad besproken welke noodzakelijk zijn voor het installeren van DigiSpectie. In hoofdstuk 4 worden de mogelijkheden van de DigiSpectie veldmodule besproken. Alle knoppen van de veldapplicatie worden toegelicht. Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van de DigiSpectie desktopapplicatie in de bijbehorende functionaliteit. In het laatste hoofdstuk wordt de structuur van de DigiSpectie shapefile en waarnemingsparameters besproken.

2

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

2 OVERZICHT APPLICATIE 2 2.1 INLEIDING

2

OVERZICHT APPLICATIE OVERZICHT APPLICATIE

2.1ditInleiding In hoofdstuk wordt de DigiSpectie applicatie op hoofdlijnen besproken. De applicatie bestaat uit 2 hoofdonderdelen: de desktop - en de veldapplicatie DigiSpectie. Deze 2 onder-

2.1dit Inleiding In hoofdstuk wordt de DigiSpectie applicatie op hoofdlijnen besproken. De applicatie bestaat uit 2 hoofdonderdelen: de desktop - en de veldapplicatie DigiSpectie. Deze 2 onderdelen worden separaat beschreven.

In dit hoofdstuk wordt deworden DigiSpectie applicatie op van hoofdlijnen besproken.

De applicatie bestaat uit 2 toegelicht.

Vervolgens de systeemeisen DigiSpectie nog beschreven. hoofdonderdelen: de desktop - en de veldapplicatie DigiSpectie. Deze 2 onderdelen worden separaat toegelicht. Vervolgens worden de systeemeisen van DigiSpectie nog beschreven. delen worden separaat toegelicht. Vervolgens worden de systeemeisen van DigiSpectie nog

2.2 Desktopapplicatie 2.2 DESKTOPAPPLICATIE DIGISPECTIE DigiSpectie 2.2desktopapplicatie Desktopapplicatie DigiSpectie De is voor ArcGIS 9.1 en hoger ontwikkeld en bestaat uit een export-,

De desktopapplicatie is voor ArcGIS 9.1 en hoger ontwikkeld en bestaat uit een export-, import- en

importen bevragingsonderdeel.

Onderstaande figuurde toont de DigiSpectie bevragingsonderdeel.

Onderstaande figuur toont DigiSpectie toolbartoolbar welke welke gebruikt wordt in de De desktopapplicatie is voor ArcGIS 9.1 en hoger ontwikkeld en bestaat uit een export-, import- en gebruikt wordt in de desktopapplicatie. desktopapplicatie.

bevragingsonderdeel. Onderstaande figuur toont de DigiSpectie toolbar welke gebruikt wordt in de desktopapplicatie.

De volgende functies worden opgestart via de DigiSpectie toolbar:

De functies worden opgestart via via de DigiSpectie toolbar: Devolgende volgende functies worden opgestart de DigiSpectie toolbar:

Importeren van inspectiepunten Importeren inspectiepunten Importeren vanvan inspectiepunten Exporteren van inspectiepunten en kaartlagen Exporteren inspectiepunten kaartlagen Exporteren vanvan inspectiepunten enen kaartlagen Bevragen en presenteren van inspectiepunten Bevragen enen presenteren Bevragen presenterenvan vaninspectiepunten inspectiepunten Help functie Help functie Help functie 2.2.1 2.2.1 Exporteren Exporteren

2.2.1 EXPORTEREN

Bij het exporteren worden de standaardkaartlagen, waterkeringen eerder geconstateerde Bijhet hetexporteren exporterenworden worden standaardkaartlagen, waterkeringen en en eerder geconstateerde Bij dede standaardkaartlagen, waterkeringen en eerder geconstateerde

waarnemingen naar de veldmodule geconverteerd. Indien de hardware aan de computer gekoppeld is, de gegevens gegevensrechtstreeks rechtstreeksworden wordenweggeschreven. weggeschreven.

Indien veldapplicatie is, kunnen kunnen de Indien de de veldapplicatie niet niet is is koppeld is, kunnen de gegevens rechtstreeks worden weggeschreven.

Indien de veldapplicagekoppeld, wordt de mogelijkheid geboden gegevens naar een specifieke locatie te schrijven. gekoppeld, wordt de mogelijkheid geboden gegevens naar een specifieke locatie te schrijven.

waarnemingennaar naardedeveldmodule veldmodule geconverteerd.

Indien de hardware aancomputer de computer waarnemingen geconverteerd.

Indien de hardware aan de ge- gekoppeld tie niet is gekoppeld, wordt de mogelijkheid geboden gegevens naar een specifieke locatie te

Bij van het het exporteren exporterenwordt wordthet hetbeeld beeld ArcMap overgenomen de view-extent Bij aanvang aanvang van in in ArcMap overgenomen metmet de view-extent (het (het schrijven. zichtbare kaartdeel) of ofde dehuidige huidigeselectie selectieals alsfilter, filter, hele bestand wordt geëxporteerd. zichtbare kaartdeel) of of hethet hele bestand wordt geëxporteerd.

Bij aanvang van het exporteren wordt het beeld in ArcMap overgenomen met de view-extent (het zichtbare kaartdeel) of de huidige selectie als filter, of het hele bestand wordt geëxpor2.2.2 Importeren 2.2.2 Importeren teerd.

Specifieke instellingen worden opgeslagen; via een Specifieke instellingenzoals zoalslocatie locatievan vandedeDigiSpectie-database DigiSpectie-database worden opgeslagen; via een browser-knop moet genavigeerd worden.

VoorVoor het uitlezen browser-knop moet naar naarde decentrale centralewaarnemingen-database waarnemingen-database genavigeerd worden. het uitlezen van de de veldmodule veldmodule worden uituit dede hardware ingelezen metmet behulp van van van wordende degegevens gegevensrechtstreeks rechtstreeks hardware ingelezen behulp Microsoft ActiveSync. gekoppeld is, is, wordt de de mogelijkheid geboden Microsoft ActiveSync.Indien Indiende develdapplicatie veldapplicatieniet niet gekoppeld wordt mogelijkheid geboden gegevens vanaf een specifieke locatie uit te lezen.

Omdat het niet mogelijk is om waarnemingen te te gegevens vanaf een specifieke locatie uit te lezen. Omdat het niet mogelijk is om waarnemingen muteren, worden bij het importeren alleen nieuwe punten toegevoegd. Om het importeren te muteren, worden bij het importeren alleen nieuwe punten toegevoegd. Om het importeren te versnellen, wordt gewerkt met een numeriek oplopende ID als unieke sleutel. versnellen, wordt gewerkt met een numeriek oplopende ID als unieke sleutel.

3 Tijdens het importeren kan het kadevaknummer aan de waarnemingen worden gekoppeld. Hierbij Tijdens het importeren kan de hetkeringenshape. kadevaknummer aan de waarnemingen worden gekoppeld. wordt gebruik gemaakt van Dit kadevaknummer wordt dan eveneens in de Hierbij wordt gebruik gemaakt van de keringenshape.

Dit kadevaknummer wordt dan eveneens in de geodatabase opgenomen. Als de shapefile niet beschikbaar is, wordt -9999 ingevuld. geodatabase opgenomen. Als de shapefile niet beschikbaar is, wordt -9999 ingevuld.

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

2.2.2 IMPORTEREN Specifieke instellingen zoals locatie van de DigiSpectie-database worden opgeslagen; via een browser-knop moet naar de centrale waarnemingen-database genavigeerd worden. Voor het uitlezen van de veldmodule worden de gegevens rechtstreeks uit de hardware ingelezen met behulp van Microsoft ActiveSync. Indien de veldapplicatie niet gekoppeld is, wordt de mogelijkheid geboden gegevens vanaf een specifieke locatie uit te lezen. Omdat het niet mogelijk is om waarnemingen te muteren, worden bij het importeren alleen nieuwe punten toegevoegd. Om het importeren te versnellen, wordt gewerkt met een numeriek oplopende ID als unieke sleutel.

Tijdens het importeren kan het kadevaknummer aan de waarnemingen worden gekoppeld.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de keringenshape. Dit kadevaknummer wordt dan eveneens in de geodatabase opgenomen. Als de shapefile niet beschikbaar is, wordt -9999 ingevuld.

2.2.3 BEVRAGEN EN PRESENTATIE Omdat DigiSpectie als een werkbalk wordt gepresenteerd, blijven alle ArcGIS-functies beschikbaar.

Voor de presentatie van de punten in ArcMap wordt een knop opgenomen, waarmee de gebruiker de gegevens uit de waarnemingen-database ophaalt. De locatie van de database moet handmatig aangegeven worden. De waarnemingen worden standaard aan de hand van het oordeel goed - redelijk - matig - slecht van groen naar rood weergegeven. De gebruiker kan de resultaten presenteren en afdrukken met een eigen organisatiespecifieke kaartopmaak via standaard ArcGIS-functies en -sjablonen.

Specifiek voor de analyse van waarnemingen en schadebeelden zijn enkele selectiefuncties ontwikkeld. Voor het ophalen van waarnemingen is een dialoog ontwikkeld, waarin de gebruiker voorwaarden zoals datums en weer te geven schadebeelden kan aangeven Via een knop Rapportage worden lijsten van de waarnemingen geĂŤxporteerd voor verder gebruik binnen de organisatie naar Excel. Tevens kan ervoor worden gekozen om selecties te tonen in een tabel binnen ArcMap, en kan het kaartbeeld op deze selecties worden gefilterd.

4

voorwaarden zoals datums en weer te geven schadebeelden kan aangeven Via een knop Rapportage worden lijsten van de waarnemingen geëxporteerd voor verder gebruik STOWA 2007-08 HANDLEIDING naar Excel. Tevens kan ervoor worden gekozen om selecties te tonen in een binnen deDIGISPECTIE organisatie tabel binnen ArcMap, en kan het kaartbeeld op deze selecties worden gefilterd.

2.3 VELDAPPLICATIE DIGISPECTIE DigiSpectie 2.3 Veldapplicatie De veldmodule van DigiSpectie is voor ArcPad 7 ontwikkeld. Bij het starten van de applica-

De veldmodule vaninlog-venster DigiSpectie getoond is voor ArcPad 7 ontwikkeld.

Bijaantal het starten vanmoet de applicatie wordt tie wordt altijd een waarin de gebruiker een gegevens altijd een inlog-venster getoond waarin de gebruiker een aantal gegevens moet invoeren. Op basis invoeren. Op basis hiervan wordt een nieuw metadatarecord in de algemene tabel bijgezet. hiervan wordt een nieuw metadatarecord in de algemene tabel bijgezet. Onderstaande figuur laat de Onderstaande laat de veldapplicatie van Digispectie zien. veldapplicatiefiguur van Digispectie zien.

Bij het vaststellen van een waarneming moet de gebruiker kunnen aangeven of de waarneming die wordt gedaan, geldt voor de locatie waar de waarnemer is, of dat hij iets op een andere locatie waarneemt. Deze keuze wordt ook in de database vastgelegd. Per locatie wordt één schadebeeld vastgelegd, indien gewenst een fotonummer en is er ruimte voor het invoeren van vrije tekst (opmerkingen).

De veldmodule is ontwikkeld als integrale module van de GIM-suite: een door BCC ontwikkelde applicatie voor digitale inspecties en inventarisaties. Hierdoor is het voor de verschillende waterkeringbeheerders eenvoudig om reeds ontwikkelde modules aanvullend aan te schaffen en kunnen de waterkeringbeheerders die de GIM-suite reeds gebruiken dit blijven doen. Voor aanvullende informatie over de GIM-suite en de bestaande modules verwijzen wij naar de volgende website: www.mobielgis.nl.

Bij het vaststellen van een waarneming moet de gebruiker kunnen aangeven of de waarneming die wordt gedaan, geldt voor de locatie waar de waarnemer is, of dat hij iets op een andere locatie waarneemt. Deze keuze wordt ook in de database vastgelegd. Per locatie wordt één schadebeeld vastgelegd, indien gewenst een fotonummer en is er ruimte voor het invoeren van vrije tekst (opmerkingen).

De veldmodule is ontwikkeld als integrale module van de GIM-suite: een door BCC ontwikkelde applicatie voor digitale inspecties en inventarisaties. Hierdoor is het voor de verschillende waterkeringbeheerders eenvoudig om reeds ontwikkelde modules aanvullend aan te schaffen en kunnen de waterkeringbeheerders die de GIM-suite reeds gebruiken dit blijven doen. Voor aanvullende informatie over de GIM-suite en de bestaande modules verwijzen wij Handleiding DigiSpectie naar de volgende website: www.mobielgis.nl.

7

Ingenieursbureau BCC

5

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

2.4 SYSTEEMEISEN DigiSpectie zal door een groot aantal waterkeringbeheerders gebruikt gaan worden, hetgeen een grote variëteit in besturingssystemen, licentiebeheer en gebruikersrechten betekent.

Standaardisatie, gebruiksvriendelijkheid en stabiliteit zijn derhalve zeer belangrijk. De desktopapplicatie is ontwikkeld in de ontwikkelomgeving .NET/ C# zodat het aansluit op de IRISarchitectuur.

De opslag van geometrie en administratieve gegevens vindt plaats in een ESRI personnel geodatabase of shapefile.

Voor het gebruik van de desktopapplicatie zijn de volgende softwarecomponenten vereist.

•

ArcGIS 9.1 en hoger

•

Microsoft .Net Framework 2.0 ( gratis verkrijgbaar op www.microsoft.com)

Voor het gebruik van de mobiele applicatie is een op Windows CE gebaseerd mobiel apparaat nodig met daarop ArcPad 7.0.1 geïnstalleerd.

6

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

3 INSTALLATIE 3.1 INLEIDING De installatie van ArcPad en de DigiSpectie applicatie bestaan uit een aantal stappen. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de desktopapplicatie op de pc en de veldapplicatie voor de veldcomputer. In dit hoofdstuk zal de installatieprocedure van DigiSpectie en aanvullende software worden beschreven. Bovendien komen aanverwanten zaken zoals het importeren van eigen data aan bod.

3.2 INSTALLEREN ACTIVESYNC Om een connectie te kunnen maken tussen de veldcomputer en een desktop is het noodzakelijk om het programma ActiveSync te installeren op de desktop. Dit programma is te downloaden vanaf de volgende locatie: http://www.microsoft.com/downloads/.

Installeer ActiveSync altijd eerst voordat een mobiel apparaat wordt aangesloten!

Zorg dat u eerst ActiveSync op de pc heeft ge誰nstalleerd voordat u ArcPad op de pc installeert.

Na de installatie van ActiveSync kan een connectie gemaakt worden tussen de veldcomputer en de desktop. Sluit de veldcomputer aan op de desktop met de USB-kabel. ActiveSync probeert nu automatisch een connectie te maken. Volg de aanwijzingen van de wizzard.

3.3 INSTALLEREN ARCPAD U installeert ArcPad met de standaard ArcPad set-up op de pc. Hiervoor is een licentiecode vereist. Deze code kan op de pc en op de veldcomputer dezelfde zijn. Bij de eerste keer opstarten van ArcPad wordt gevraagd deze code en de gebruikersinformatie in te voeren. Als deze informatie niet wordt ingevoerd, is ArcPad als testversie 20 minuten te gebruiken, waarna ArcPad opnieuw moet worden opgestart. De GIM-suite werkt ook in deze testversie. Aanvullend kan de Dutch Language Pack worden ge誰nstalleerd.

De ArcPad-installer vraagt of u ArcPad na het installeren op de pc ook op het mobiele apparaat wilt installeren. Volg de aanwijzingen van deze installatie. Nadien kan op andere apparaten ArcPad worden ge誰nstalleerd met behulp van de installatiescripts van ArcPad. Wanneer er voldoende ruimte is op het standaard ROM geheugen van de veldcomputer is het raadzaam om ArcPad hierop te installeren. Het draaien van ArcPad via het interne geheugen werkt aanzienlijk sneller dan vanaf een geheugenkaart. Het is wel noodzakelijk om de data op het geheugenkaartje te zetten omdat het standaardgeheugen van een veldcomputer veelal te gering is om veel gegevens zoals kaarten op te slaan.

7

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

Let wel, bij een hard reset van de veldcomputer gaan alle installaties (incl. ArcPad) verloren.

Daarom is het wel raadzaam dat u een backup maakt van de installatie om te voorkomen dat u deze opnieuw moet doen. Wanneer de batterij van de veldcomputer leeg is, vindt een hard reset plaats.

Aanvullend kan het Dutch Language Pack worden geïnstalleerd.

3.4 KOPIËREN DATUMTRANSFORMATIE BESTAND IN ARCPAD ArcPad 7.0 maakt gebruik van de ArcGIS Projection Engine. In deze engine staan diverse transformaties gedefinieerd om van Rijksdriehoekstelsel naar WGS_1984 te herprojecteren.

Om invloed uit te oefenen op welke transformatie ArcPad gebruikt, kan de gebruiker aanpassingen maken in een tweetal bestanden in de system folder: • transforms.dbf: hierin kunnen nieuwe datum transformaties worden gespecificeerd.

• defaulttransforms.dbf: hierin staat welke transformatie te gebruiken.

Zonder het maken van deze aanpassingen, kan de positiebepaling een afwijking tot wel honderd meter hebben. U kunt het bestand transforms.dbf kopiëren in de ArcPad system directory, waarmee deze afwijking minimaal wordt. Het bestand kunt u vinden in de root van de DigiSpectie installatie. Wij raden u aan om de originele transforms.dbf hierbij niet te overschrijven, maar eerst te hernoemen.

Als gebruiker kunt u controleren welke transformatie wordt gebruikt door in het GPS menu te kiezen voor ‘GPS Preferences’. In het tabblad ‘Datum’ klikt u op de ‘i’, waarna de door ArcPad gebruikte transformatie in een nieuw venster wordt getoond. Als u deze transformatie gebruikt staat er bij ‘Transform’ de waarde ‘Amersfoort_To_WGS_1984_ESRINL’.

3.5 INSTALLEREN DIGISPECTIE OP DE PC Op de cd-rom staat een map DigiSpectie met het installatiebestand setup.exe, start dit bestand en geef aan in welke map het programma geïnstalleerd dient te worden. In dezelfde map worden ook de ArcPad veldapplicatie bestanden geïnstalleerd: zowel de applets-map en de data-map. Deze moet u handmatig kopiëren naar de desbetreffende ArcPad mappen op de pc als op het mobiele apparaat. Deze mappen staan ook afzonderlijk op de cd in de GIM_DIGImap. Samenvattend dienen de volgende acties te gebeuren: 1. De applets-map bestaat reeds in ArcPad; alleen de inhoud van de applets-map hoeft te worden gekopieerd; 2. De data-map bestaat nog niet in ArcPad en kan in zijn geheel worden gekopieerd; 3. De Backup-map moet handmatig worden aangemaakt, zowel op de pc als op het mobiele a pparaat.

Deze acties staan ook beschreven in paragraaf 3.7: ”Installeren veldcomputer op DigiSpectie”.

Onderstaande figuur toont de mappenstructuur van ArcPad.

8

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

De directory bevat de applet files files voor voor de basis Digispectie module. module.

De Data GIM DeApplets Applets directory bevat de applet de en basis en Digispectie De Data GIM directory directory de basisdata voor alle veldmodules.

Debasis Data/GIM_DIGI directory bevatalle allespecifieke De Applets directory bevat develdmodules. applet files voor en Digispectie module.

De Data GIM directory bevat debevat basisdata voor alle De de Data/GIM_DIGI directory bevat data voor

bevat de basisdata alle veldmodules.

De Data/GIM_DIGI directory bevat alle specifieke data voor de DigiSpectie module specifieke data voor devoor DigiSpectie module de DigiSpectie module Na de installatie van DigiSpectie, op zowel de PC als op de veldcomputer, kunt u de DigiSpectie Na de van DigiSpectie, de PC als deals veldcomputer, u de Na deinstallatie installatie van DigiSpectie, op zowel deop PC op de veldcomputer, kunt u de DigiSpectie In desktop-applicatie als toolbarop inzowel ArcGIS laden.

Ga hiervoor naar:kunt View – DigiSpectie Toolbars – DigiSpectie. desktop-applicatie alsals toolbar in ArcGIS laden.laden.

Ga hiervoor naar: – Toolbars desktop-applicatie toolbar in ArcGIS Ga hiervoor naar: View –– DigiSpectie.

Toolbars – DigiSpectie. In onderstaand figuur ziet u de DigiSpectie toolbar die wordtView opgestart. onderstaand toolbar wordt opgestart.

In onderstaandfiguur figuurziet zietuude de DigiSpectie DigiSpectie toolbar diedie wordt opgestart.

3.6 Toevoegen eigen data 3.6 Toevoegen eigen data In de GIM-suite kan eigen data worden gebruikt naast de data welke door DigiSpectie wordt vereist.

In GIM-suite kanmoet eigenindata worden gebruikt naastgeplaatst. de data welke door DigiSpectie wordt vereist.

Dedegebruikersdata de juiste mappen worden Het kopiëren van ondergronden, De gebruikersdata moet in deisjuiste worden geplaatst. Het ondervangen. kopiëren van ondergronden, keringen en inspectiepunten in demappen DigiSpectie desktopapplicatie De GIM keringen en inspectiepunten is in de DigiSpectie desktopapplicatie ondervangen. De GIM datastructuur in de ArcPad directory is op de volgende manier georganiseerd: datastructuur in de ArcPad directory is op de volgende manier georganiseerd: • Data\GIM\algemeen: • Data\GIM\algemeen: Alle ondergronden die hier worden geplaatst worden in alle GIM-modules automatisch geladen. ondergronden die hier worden geplaatst worden in alle GIM-modules automatisch geladen.

• Alle Data\GIM_module\algemeen: • Data\GIM_module\algemeen: Alle aanvullende ondergronden voor deze module worden hier geplaatst en worden alleen Alle aanvullende vooris.deze module worden hier geplaatst en worden alleen geladen wanneerondergronden de module actief geladen wanneer actief Hier staan tevensde demodule shapefiles dieis.door de module worden uitgelezen (bijvoorbeeld Hier staan tevens de shapefiles die door de module worden uitgelezen (bijvoorbeeld dijkvaknummer). dijkvaknummer).

• Data\GIM_module\edit: • Data\GIM_module\edit: Hier staan alle shapefiles die door de module tijdens het inspecteren worden bewerkt of Hier staan alle door de module tijdens hetback-upfunctie inspecteren worden bewerkt of aangevuld.

Deshapefiles bestandendie in deze map worden met de gearchiveerd. aangevuld. De bestanden in deze map worden met de back-upfunctie gearchiveerd.

Handleiding DigiSpectie Handleiding DigiSpectie

11 11

9

Ingenieursbureau BCC Ingenieursbureau BCC

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

3.6 TOEVOEGEN EIGEN DATA In de GIM-suite kan eigen data worden gebruikt naast de data welke door DigiSpectie wordt vereist. De gebruikersdata moet in de juiste mappen worden geplaatst. Het kopiëren van ondergronden, keringen en inspectiepunten is in de DigiSpectie desktopapplicatie ondervangen. De GIM datastructuur in de ArcPad directory is op de volgende manier georganiseerd: • Data\GIM\algemeen: Alle ondergronden die hier worden geplaatst worden in alle GIM-modules automatisch geladen.

• Data\GIM_module\algemeen: Alle aanvullende ondergronden voor deze module worden hier geplaatst en worden alleen geladen wanneer de module actief is.

Hier staan tevens de shapefiles die door de module worden uitgelezen (bijvoorbeeld dijkvaknummer).

• Data\GIM_module\edit: Hier staan alle shapefiles die door de module tijdens het inspecteren worden bewerkt of aangevuld. De bestanden in deze map worden met de back-upfunctie gearchiveerd.

• Data\GIM_module\leeg: Hier staan lege shapefiles van de bestanden die in de \editmap worden bewerkt. Deze

•

bestanden worden gekopieerd naar de \editmap met de resetfunctie.

Data\GIM_module\leeg:

Hier staan lege shapefiles van de bestanden die in de \editmap worden bewerkt. Deze bestanden worden gekopieerd naar de met resetfunctie.

Opm: GIM_Module is \editmap in het geval vande DigiSpectie GIM_DIGI.

Opm: GIM_Module is in het geval van DigiSpectie GIM_DIGI.

De structuur van deze bestanden mag niet worden bewerkt, anders functioneert de applicatie

structuurmag van deze wordt peranders modulefunctioneert nader uitgelegd.

De structuur niet van meer. deze De bestanden niet shapefiles worden bewerkt, de applicatie niet meer. De structuur van deze shapefiles wordt per module nader uitgelegd.

3.7 DIGISPECTIE OP 3.7 INSTALLEREN Installeren DigiSpectie op VELDCOMPUTER veldcomputer Het installeren van de GIM-suite op een veldcomputer bestaat uit een aantal handmatige

Het installeren van de GIM-suite op een veldcomputer kopieeracties en het aanmaken van mappen. bestaat uit een aantal handmatige kopieeracties en het aanmaken van mappen.

1. Kopieer de inhoud van de \Appletsmap naar de Appletsmap op de veldcomputer. Selecteer

1. Kopieer de inhoud van de \Appletsmap naar de Appletsmap op de veldcomputer. Selecteer alle alle GIM*.apa-bestanden en alle GIM*-mappen, en plak.

GIM*.apa-bestanden en alle GIM*-mappen, kopieerkopieer en plak.

2.

Kopieer de gehele map \Data\, dus map + inhoud, naar de locatie veldcomputerwaar waardeze 2. Kopieer de gehele map \Data\, dus map + inhoud, naar de locatie op op dede veldcomputer moet worden opgeslagen. kan in de zijn, maar zijn, ook ergens anders, deze moet worden Dat opgeslagen.

DatArcPad-map kan in de ArcPad-map maar ook ergensbijvoorbeeld anders, een SD- bijvoorbeeld of CF-card. een SD- of CF-card.

3. Maak een \Backup map aan op de veldcomputer, waar de back-ups naar moeten worden 3. Maak een \Backup map aan op de veldcomputer, waar de back-ups naar moeten worden wegweggeschreven. geschreven.

3.8 Opstarten ArcPad en DigiSpectie 3.8 OPSTARTEN ARCPAD EN DIGISPECTIE

Als ArcPad wordt opgestart verschijnt het scherm rechts.

Als ArcPad wordt opgestart verschijnt het Door “Toon dit venster niet meer” aan te vinken, wordt dit “Toon venster scherm in hetscherm vervolgrechts. bij het Door opstarten vandit ArcPad nietniet meer getoond. meer” aan te vinken, wordt dit scherm in het vervolg bij het opstarten van ArcPad niet meer

Wanneer ArcPad nu wordt gestart, wordt gelijk de basis getoond.

GIM-toolbar geladen. De DigiSpectie veldmodule wordt automatisch opgestart wanneer DigiSpectie de enige GIM module is die geïnstalleerd staat op de veldcomputer.

Via de GIM Instellingen dient u de locatie van de bestandslocaties op te geven. Deze informatie wordt opgeslagen in 10een config.cfg bestand. Telkens wanneer ArcPad wordt opgestart, wordt dit bestand uitgelezen.

Via de menuknop “opties en instellingen” in de GIMbasisknoppenbalk kunnen deze

3. Maak een \Backup map aan op de veldcomputer, waar de back-ups naar moeten worden weggeschreven.

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

3.8 Opstarten ArcPad en DigiSpectie Als ArcPad wordt opgestart verschijnt het scherm rechts.

Door “Toon dit venster meer” aangelijk te vinken, wordt dit Wanneer ArcPad nu wordtniet gestart, wordt de basis GIM-toolbar geladen. De DigiSpectie scherm in het vervolg bij het opstarten van ArcPad niet veldmodule wordt automatisch opgestart wanneer DigiSpectie de enige GIM module is die meer getoond. geïnstalleerd staat op de veldcomputer.

Wanneer ArcPad nu wordt gestart, wordt gelijk de basis

GIM-toolbar geladen. De DigiSpectie wordt Via de GIM Instellingen dient u de locatieveldmodule van de bestandslocaties op te geven. Deze inforautomatisch opgestartinwanneer DigiSpectie enigewanneer GIM ArcPad wordt opgestart, matie wordt opgeslagen een config.cfg bestand.de Telkens module is die geïnstalleerd staat op de veldcomputer.

wordt dit bestand uitgelezen.

Via de GIM Instellingen dient u de locatie van de bestandslocaties op te geven. Deze informatie wordt

Via de menuknop “opties en instellingen” de GIM-basisknoppenbalk kunnen deze instelopgeslagen in een config.cfg bestand. in Telkens wanneer ArcPad wordt opgestart, wordt dit bestand uitgelezen. lingen initieel en tussentijds worden gewijzigd.

Via de menuknop “opties en instellingen” in de GIMbasisknoppenbalk kunnen deze instellingen initieel en tussentijds worden gewijzigd.

De volgende GIM instellingen kunnen worden aangepast:

De volgende GIM instellingen kunnen worden aangepast:

• Tabblad: SYS

•

Tabblad: installatieSYS locatie van ArcPad. De Data en Backup

directories worden standaard onder de ArcPad root in- ingevuld.

InInhet SYS worden dede systeempaden hettabblad tabblad SYS worden systeempaden geplaatst. Mochten de data of backup bestanden op een Deze zorgen ervoor dat de juiste locaties worden gebruikt. gevuld.

Deze zorgen ervoor dat de juiste locaties andere lokatie staan dan kunt u dat hier veranderen.

directory •Het Tabblad: KRT pad wordt standaard afgeleid van de worden gebruikt.

In het tabblad KRT wordt de “snapping”-tolerantie in

Het meters directory pad wordt afgeleid opgegeven.

Dezestandaard waarde wordt gebruiktvan voorde de

koppeling aan shapefiles die worden uitgelezen (bijv. installatie locatie van ArcPad. De Data en Backup Handleiding DigiSpectie 12 dijkvakken). De default snapping tolerantie is 10 meter. directories worden standaard onder de ArcPad root • Tabblad: FTP In het tabblad FTP worden parameters ingevuld die nodig geplaatst.

Mochten de data of backup bestanden op zijn voor het uploaden van gegevens naar een FTP functionaliteit is nog niet in deveranhuidige een server. andereDeze lokatie staan dan kunt u actief dat hier versie.

Ingenieursbureau BCC

deren.

• Tabblad: KRT In tabblad KRT wordt de “snapping”-tolerantie in meters opgegeven. Deze waarde 3.9het ArcPad en GIM-suite versies wordt gebruikt voor de koppeling aan shapefiles die worden uitgelezen (bijv. dijkvakken).

De GIM-suite vs 7 en ArcPad vs 7 kunnen niet op één apparaat, desktop of veldcomputer,

De default snapping tolerantie is 10 meter. operationeel zijn met installatie van lagere versies van beide software. Dus de GIM-suite en ArcPad

dienen altijd dezelfde versie te hebben op dezelfde machine. Verwijder voorafgaand aan nieuwe GIM

• Tabblad: FTP installaties altijd eerst alle *.APA bestanden uit de Appletsmap van lagere versies.

In het tabblad FTP worden parameters ingevuld die nodig zijn voor het uploaden van gegevens naar een FTP server. Deze functionaliteit is nog niet actief in de huidige versie.

11

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

3.9 ARCPAD EN GIM-SUITE VERSIES De GIM-suite vs 7 en ArcPad vs 7 kunnen niet op één apparaat, desktop of veldcomputer, operationeel zijn met installatie van lagere versies van beide software. Dus de GIM-suite en ArcPad dienen altijd dezelfde versie te hebben op dezelfde machine. Verwijder voorafgaand aan nieuwe GIM installaties altijd eerst alle *.APA bestanden uit de Appletsmap van lagere versies.

12

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

4

4

DIGISPECTIE-VELDMODULE

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk zal de DigiSpectie veldmodule worden beschreven. Allereerst van de GIM-suite worden besproken (paragraaf 4.2) en vervolgens zullen de s knoppen worden toegelicht (paragraaf 4.3).

DIGISPECTIE-VELDMODULE 4

DIGISPECTIE-VELDMODULE

4.1 INLEIDING4.1 Inleiding 4.2 Basis menubalk In dit hoofdstuk zal de DigiSpectie veldmodule worden beschreven. Allereerst zal de basis

In dit hoofdstuk de DigiSpectie veldmodule worden de basis menubalk menubalk van de zal GIM-suite worden besproken (paragraaf 4.2)beschreven. en vervolgensAllereerst zullen de zal speci-

De bestaat uit een basis knoppenbalk met algemene van GIM-basismodule de GIM-suite worden besproken (paragraaf 4.2) en vervolgens zullen de specifieke DigiSpectiefunctio fieke DigiSpectie knoppen worden toegelicht (paragraaf 4.3). knoppen worden toegelicht (paragraaf 4.3). beschikbaar is. Deze module bevat functionaliteit die beschikbaar is bij elke m suite wordt gebruikt. Onderstaande figuur toont de basis menubalk.

4.2 BASIS MENUBALK 4.2 Basis menubalk De GIM-basismodule bestaat uit een basis knoppenbalk met algemene functionaliteit die

De GIM-basismodule bestaat eenfunctionaliteit basis knoppenbalk met algemene altijd beschikbaar is. Deze moduleuit bevat die beschikbaar is bij elkefunctionaliteit module die die altijd

beschikbaar is. Deze module bevat functionaliteit die beschikbaar is bij elke module die met de GIMsuite gebruikt. secties Onderstaande figuurde toont de basis menubalk.

In dewordt volgende zullen opties van de basis menubalk worden toegeli met de GIM-suite wordt gebruikt. Onderstaande figuur toont de basis menubalk.

In de volgende secties zullen de opties van de basis menubalk worden toegelicht.

In de volgende secties de opties van de basis menubalk worden toegelicht.

4.2.1 Menu 1:zullen bestandsbeheer 4.2.1 MENU BESTANDSBEHEER 4.2.1 1:Menu 1: bestandsbeheer

In dit menu vindt u de volgende standaard ArcPad-knoppen. Een complete toe In dit menu vindt u de volgende standaard ArcPad-knoppen. Een complete toelichting is in handleiding vinden: In ArcPAd-handleiding dit menu vindtte u de de tevolgende vinden: standaard ArcPad-knoppen. Een complete toelichting is in de ArcPAdhandleiding te vinden:

Identificeer.

Geeft de attribuutinformatie van (punt, lijn, vlak) Identificeer.

Geeft de attribuutinformatie van het objectis(punt, lijn,het vlak)object dat wordt aangeklikt. aangeklikt. Wanneer geen APL van de shapefile aanwezig met een formulieropWanneer geen APL vanAPL de shapefile aanwezig is met aanwezig een formulieropmaak, gehele Wanneer geen van de shapefile is metwordt eende formulieropm maak, wordt de gehele tabel getoond. tabel getoond.

Identificeer. Geeft de attribuutinformatie van het object (punt, lijn, vlak) dat wordt

tabel getoond.

Vernieuwen. Ververst het kaartbeeld.

Vernieuwen. Ververst het kaartbeeld.

Vernieuwen. Ververst het kaartbeeld.

Lagen toevoegen. Voegt een eigen punt, lijn of vlakken shape toe. De gebruiker moet hier tevens alle kolommen en eigen de kolomeigenschappen opgeven.

Lagen toevoegen.

Voegt een punt, lijn of vlakken shape toe. De gebruiker moet

Lagen toevoegen. Voegt een eigen punt, lijn of vlakken shape toe. De g

hier tevens kolommen deoverzicht kolomeigenschappen opgeven. kaartlagen. Binnen de dialoog Layers.

Dealle dialoog toont en een van de aanwezige tevens alle kolommen en de kolomeigenschappen opgeven. kunnen de kaartlagen aan- of uitgezet worden. Tevens kan aangegeven worden of ze bewerkt mogen worden (“editable”) en kan extra informatie iedere kaartlaag opgevraagd, Layers. De dialoog toont een overzicht van de aanwezigevan kaartlagen.

Binnen deworden diaLayers.

De dialoog toont een overzicht van de aanwezige kaartlagen. zoals projectiegegevens.

B kunnen de kaartlagen aan-enof uitgezetalsworden.

Tevens kan aangegeve Add Voegt een ArcIMS-imageservice laagvan toeiedere aan de huidige kaart. of zeInternet bewerkt Server. mogen worden (“editable”) kan extra informatie kaartmogen worden zoals (“editable”) en kan extra informatie van iedere kaartlaag laag worden opgevraagd, projectiegegevens.

New Layer. Maakt een nieuwe shapefile en voegt deze toe aan de huidige kaart. De standaard zoalsedit-toolbar projectiegegevens.

ArcPad verschijnt en kan worden verwijderd (zie menu 2). loog kunnen de kaartlagen aan- of uitgezet worden. Tevens kan aangegeven worden

Add Internet Server. Voegt een ArcIMS-imageservice als laag toe aan de huidige

Exit.

Sluiten van ArcPad. Add Internet Server. kaart.

Voegt een ArcIMS-imageservice als laag toe aan d

4.2.2 Menu 2: Layer. instellingen en modulebeheer New Maakt nieuwe shapefile voegtkaart. deze New Layer.

Maakt een nieuweeen shapefile en voegt deze toe aanen de huidige

toe aan de huid edit-toolbar enworden kan verwijderd worden(zie verwijderd (zie menu 2).

DeArcPad standaard ArcPad edit-toolbarverschijnt verschijnt en kan menu 2).

Modulebeheer:

Exit. Sluiten van ArcPad.

Klik de knop � formulier rechts wordt geopend: Exit.op Sluiten van Modulebeheer ArcPad.

4.2.2

In de bovenste lijst verschijnt een overzicht met modules die geladen kunnen worden. Er kan altijd maar één module tegelijkertijd gebruikt MenuDe2:gebruiker instellingen engewenste modulebeheer worden. selecteert de module � klikt op OK � de13 module wordt geladen.

In de balk onder “Actieve module” is te zien welke module op dit moment in Modulebeheer: gebruik is.

Wanneer slechts 1 GIM-module aanwezig is, wordt deze automatisch geladen.

Klik op de knop Modulebeheer � formulier rechts wordt geopend:

Wanneer -imageservice als laag toe aan de huidige kaart. geen APL van de shapefile aanwezig is met een formulieropmaak, wordt de gehele tabel getoond. e en voegt deze toe aan de huidige kaart. De standaard Vernieuwen. Ververst het kaartbeeld. orden verwijderd (zie menu 2).

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING Lagen toevoegen. Voegt een eigen punt, lijn of vlakken shape toe. De gebruiker moet hier tevens alle kolommen en de kolomeigenschappen opgeven.

Layers. De dialoog toont een overzicht van de aanwezige kaartlagen. Binnen de dialoog kunnen de kaartlagen aan- of uitgezet worden. Tevens kan aangegeven worden of ze bewerkt mogen worden (“editable”) en kan extra informatie van iedere kaartlaag worden opgevraagd, zoals projectiegegevens.

er

4.2.2 MENU 2: INSTELLINGEN EN MODULEBEHEER

ulier rechts wordt geopend:

Add Internet Server. Voegt een ArcIMS-imageservice als laag toe aan de huidige kaart.

icht met modules die geladen module tegelijkertijd gebruikt wenste module � klikt op OK � de

New Layer. Maakt een nieuwe shapefile en voegt deze toe aan de huidige kaart. De standaard ArcPad edit-toolbar verschijnt en kan worden verwijderd (zie menu 2).

Exit. Sluiten van ArcPad.

zien welke module op dit moment in 4.2.2 Menu 2: instellingen en modulebeheer

zig is, wordt deze automatisch geladen.

Modulebeheer: Modulebeheer:

Klik op de knop Modulebeheer → formulier

14

Klik op de knop Modulebeheer � formulier rechts wordt geopend:

Ingenieursbureau BCCgeopend: bovenstaand wordt

debovenste bovenste verschijnt een overzicht met modules die geladen InInde lijstlijst verschijnt een overzicht met modules die geladen kunnen worden. Er kan kunnen worden. Er kan altijd maar één module tegelijkertijd gebruikt worden. De gebruiker selecteert de gewenste module � klikt op OK � de module klikt op OK → de module wordt geladen. In de balk onder “Actieve module” is te module→wordt geladen.

altijd maar één module tegelijkertijd gebruikt worden. De gebruiker selecteert de gewenste zien welke module op dit moment in gebruik is. Wanneer slechts 1 GIM-module aanwezig is,

In de balk onder “Actieve module” is te zien welke module op dit moment in

wordt deze gebruik is.automatisch geladen.

Wanneer slechts 1 GIM-module aanwezig is, wordt deze automatisch geladen.

Aanmelden: Aanmelden:

Bij het opstarten van ArcPad wordt de Aanmelden/dialoog zorgt Bij het opstartenautomatisch van ArcPadgeopend. wordt deDit Aanmelden/dialoog ervoor dat altijd de juiste inspecteurnaam en apparaatnaam is ingevuld, voordat aan de in- de juiste automatisch geopend. Dit zorgt ervoor dat altijd Handleiding DigiSpectie 14 Ingenieursbureau BCC

inspecteurnaam en apparaatnaam spectie wordt begonnen. Daarnaast is het mogelijk om dit scherm te openen door is opingevuld, de knop voordat aan de Aanmelden:

Aanmelden te klikken.

Aanmelden:

inspectie wordt begonnen. Daarnaast is het mogelijk om dit scherm te openen door op dewordt knop de Aanmelden te klikken.

Bij het opstarten van ArcPad Aanmelden/dialoog geopend.

Dit zorgt dat altijd de juiste Bijautomatisch het opstarten van ArcPad wordtervoor de Aanmelden/dialoog inspecteurnaam en apparaatnaam is dat ingevuld, voordat automatisch geopend.

Dit zorgt ervoor altijd de juiste aan de inspectie wordten begonnen.

Daarnaast is het mogelijk inspecteurnaam apparaatnaam is ingevuld, voordat om aandit de schermwordt te openen door op de knop Aanmelden te klikken. inspectie begonnen.

Daarnaast is het mogelijk om dit scherm te openen door op de knop Aanmelden te klikken.

Zet de standaard ArcPad-Edit-taakbalk aan of uit.

Back-up: Zet standaard ArcPad-Edit-taakbalk aan of uit.wordt geopend: Klik op de knop Back-up � onderstaand scherm Zet dede standaard ArcPad-Edit-taakbalk aan of uit.

Zet de standaard ArcPad-Edit-taakbalk aan of uit.

Met de back-upknop wordt een back-up gemaakt van alle gegevens die geïnventariseerd zijn.

Back-up: Back-up: Onder de knop Opties – GIM-instellingen, tabblad Systeem Klik op de knop Back-up � onderstaand scherm wordt geopend: moet een back-updirectory Klik op de knop Back-up � onderstaand scherm wordt geopend: zijn ingesteld. Klikt de gebruiker op Met de back-upknop back-up gemaaktofvan alle de back-upknop, danwordt wordteen eerst gecontroleerd de backgegevens die geïnventariseerd zijn.

Met de back-upknop wordt een back-up gemaakt van alle updirectory bestaat. Zo niet, dan wordt deze aangemaakt. gegevens die wordt geïnventariseerd zijn. aangemaakt met de huidige Vervolgens een subdirectory Onder de knop Opties – GIM-instellingen, tabblad Systeem datum als naam, bijvoorbeeld moet een back-updirectory zijnD:\ArcGIS\ArcPad\Back-up\24ingesteld.tabblad Klikt deSysteem gebruiker op Onder de knop Opties – GIM-instellingen, 11-2005.

Vervolgens alle gecontroleerd gegevens de back-upknop, dan worden wordt of editdirectory de backmoet een back-updirectory zijneerst ingesteld.

Klikt uit dede gebruiker op deze back-updirectory gekopieerd. updirectory bestaat.

Zo niet, dangecontroleerd wordt deze aangemaakt. denaar back-upknop, dan wordt eerst of de backVervolgens wordt een subdirectory aangemaakt met de als huidige updirectory bestaat.

Zo dan wordt deze aangemaakt.

Om te voorkomen datniet, bestanden overschreven worden datum als naam, bijvoorbeeld D:\ArcGIS\ArcPad\Back-up\24Vervolgens wordt een subdirectory aangemaakt met de huidige meerdere keren op een dag een back-up wordt aangemaakt, 11-2005.

Vervolgens worden alle gegevens de editdirectory datum alsalle naam, bijvoorbeeld D:\ArcGIS\ArcPad\Back-up\2414 krijgen gekopieerde bestanden de prefix:uitbacknaar deze back-updirectory gekopieerd.

11-2005.

Vervolgens worden alle gegevens uit de editdirectory up<volgnr>_. naar deze back-updirectory gekopieerd.

Om te voorkomen dateen bestanden overschreven als Met deze back-up worden de bestanden gekopieerd naar andere directory op deworden veldcomputer. meerdere keren op een dag een back-up wordt aangemaakt, Om te voorkomen dat bestanden overschreven worden als Aan het eind van de dag moet in ieder geval een back-up gemaakt worden om de gegevens van de krijgen gekopieerde bestanden de prefix: meerdere keren op een dag een back-up wordt backaangemaakt, veldcomputer af te halen (zie hoofdstuk 5). alle up<volgnr>_. krijgen alle gekopieerde bestanden de prefix: back-

automatisch geopend.

Dit zorgt ervoor dat altijd de juiste Bij het opstarten van ArcPad wordt de Aanmelden/dialoog automatisch geopend.

Dit zorgt ervoor dat altijdvoordat de juisteaan de inspecteurnaam en apparaatnaam is ingevuld, inspecteurnaam en apparaatnaam is ingevuld, voordatom aan inspectie wordt begonnen.

Daarnaast is het mogelijk ditde scherm tewordt openen door op Daarnaast de knop Aanmelden te klikken. inspectie begonnen. is het mogelijk om dit STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING scherm te openen door op de knop Aanmelden te klikken.

Zet de standaard ArcPad-Edit-taakbalk aan of uit.

Zet de standaard ArcPad-Edit-taakbalk aan of uit.

Back-up: Back-up: Back-up: Klik dede knop Back-up → onderstaand schermscherm wordt geopend: Klikopop knop Back-up � onderstaand wordt geopend: Klik op de knop Back-up � onderstaand scherm wordt geopend: Met de back-upknop wordt een back-up gemaakt van alle Met de back-upknop wordt een back-up gemaakt van alle gegevens die geïnventariseerd zijn. gegevens die geïnventariseerd zijn.

Onder de knop Opties – GIM-instellingen, tabblad Systeem Onder de knop Opties – GIM-instellingen, tabblad Systeem moet een back-updirectory zijn ingesteld. Klikt de gebruiker op moet een back-updirectory zijn ingesteld. Klikt de gebruiker op de back-upknop, dan wordt eerst gecontroleerd of de backde back-upknop, dan wordt eerst gecontroleerd of de backupdirectory bestaat. Zo niet, dan wordt deze aangemaakt.

Zet de standaard ArcPad-Edit-taakbalk aan ofbestaat. uit. updirectory Zo niet, dan wordt deze aangemaakt.

Zet de standaard ArcPad-Edit-taakbalk aan of uit.

Vervolgens wordt een subdirectory aangemaakt met de huidige Vervolgens wordt een subdirectory aangemaakt met de huidige datum als naam, bijvoorbeeld D:\ArcGIS\ArcPad\Back-up\24datum als naam, bijvoorbeeld D:\ArcGIS\ArcPad\Back-up\2411-2005. Vervolgens worden alle gegevens uit de editdirectory Back-up: 11-2005. Vervolgens worden alle gegevens uit de editdirectory naar deze back-updirectory gekopieerd.

Back-up: naar deze back-updirectory gekopieerd.

Klik op de knop Back-up � onderstaand scherm wordt geopend: Klik op de knop Back-up � onderstaand scherm wordt dat geopend: Om te voorkomen bestanden overschreven worden als OmMet te voorkomen dat bestanden worden de back-upknop wordt eenoverschreven back-up gemaakt vanals alle meerdere keren op een dag een back-up wordt aangemaakt, meerdere keren een wordt dag een aangemaakt, gegevens dieop geïnventariseerd zijn. wordt Met de back-upknop eenback-up back-up gemaakt van alle krijgen alle gekopieerde bestanden de prefix: backkrijgen alle gekopieerde bestandenzijn. de prefix: backgegevens die geïnventariseerd up<volgnr>_.

Onder de knop Opties – GIM-instellingen, tabblad Systeem up<volgnr>_. moet een back-updirectory zijn ingesteld. Klikt de gebruiker Onder de knop Opties – GIM-instellingen, tabblad Systeem op Met deze back-up worden de bestanden gekopieerd naar een andere directory op de veldcomputer.

Met deze back-up worden de bestandenmoet gekopieerd naardan eenwordt andere directory opKlikt de veldcomputer. de back-upknop, eerst gecontroleerd de back- op een back-updirectory zijn ingesteld. deofgebruiker Aan eind van de dag moet in ieder geval een back-up gemaakt worden omzijn. de gegevens van de Met de het back-upknop een back-up gemaakt van alle gegevens die geïnventariseerd Aan het eind van dewordt dag moet in ieder geval een back-up gemaakt worden om deze de gegevens de updirectory bestaat.

Zo niet,eerst dan wordt aangemaakt. de back-upknop, dan wordt gecontroleerd of de van backveldcomputer af te halen (zie hoofdstuk 5). Systeem Onder de knopafOpties – GIM-instellingen, tabblad moet een back-updirectory zijnaangemaakt. bestaat.

Zo niet, dan wordt deze veldcomputer te halen (zie hoofdstukupdirectory 5).

Vervolgens wordt een subdirectory aangemaakt met de huidige Vervolgens wordteerst een gecontroleerd subdirectory aangemaakt met de huidige datum dan als naam, bijvoorbeeld D:\ArcGIS\ArcPad\Back-up\24ingesteld. Klikt de gebruiker op de back-upknop, wordt of de backdatum als naam, bijvoorbeeld D:\ArcGIS\ArcPad\Back-up\2411-2005.

Vervolgens worden alleeen gegevens updirectory bestaat. Zo niet, dan wordt deze aangemaakt.

Vervolgens wordt subdirec-uit de editdirectory Zip edit-files: 11-2005. wordengekopieerd. alle gegevens uit de editdirectory Zip edit-files: naar dezeVervolgens back-updirectory tory aangemaakt met de huidige datum als naam, bijvoorbeeld D:\ArcGIS\ArcPad\Back-up\ Deze optie zorgt ervoor dat er een zipnaar bestand wordt aangemaaktgekopieerd. met de naam van de GIM module deze back-updirectory Deze optie zorgt ervoor dat eralle een zip bestand wordt aangemaakt metback-updirectory deoverschreven naam van de worden GIM module Om dat bestanden als 24-11-2005.

Vervolgens worden gegevens uittedevoorkomen editdirectory naar deze welke wordt opgeslagen in de archive map.

Om te voorkomen dat bestanden overschreven worden als welke wordt opgeslagen in de archive map. meerdere keren op een dag een back-up wordt aangemaakt, gekopieerd. meerdere op een dag een back-up wordtbackaangemaakt, krijgen allekeren gekopieerde bestanden de prefix: Om te voorkomen dat bestanden overschreven worden als meerdere keren op een dag een up<volgnr>_. krijgen alle gekopieerde bestanden de prefix: backUploadwordt edit aangemaakt, bestanden (de zip-files) naar de FTP-server.

Deze functionaliteit is nog niet beschikbaar back-up allenaar gekopieerde bestanden de prefix: back-up<volgnr>_.

Upload edit bestanden (dekrijgen zip-files) de FTP-server.

Deze functionaliteit is nog niet beschikbaar up<volgnr>_. inMet deze versie. deze back-up worden de bestanden gekopieerd naar een andere directory op de veldcomputer. in deze versie.

Met back-up worden de bestanden gekopieerd naar een andere directory veldcomputer.

Aandeze het eind van de dag moet in ieder geval een back-up gemaakt worden om op de de gegevens van de Met deze worden de moet bestanden gekopieerd naar een andere directory op de Aan hetback-up eind van dehalen dag in ieder geval back-up gemaakt worden omveldde gegevens van de veldcomputer af te (zie hoofdstuk 5). een het van de(zie daghoofdstuk moet in ieder 4.2.3 computer.

Menu 3:Aan zoomopties veldcomputer afeind te halen 5). geval een back-up gemaakt worden om de 4.2.3 Menu 3: zoomopties gegevens van de veldcomputer af te halen (zie hoofdstuk 5).

Zip edit-files: Zoomt in.

Zoomt in.

Zip edit-files: optie zorgt ervoor dat er een zip bestand wordt aangemaakt met de naam van de GIM module ZipDeze edit-files: welke opgeslagen ineen de archive map.

Deze optie zorgt ervoor dat erzip een zip bestand wordt aangemaakt met de van de GIMBCC module Handleiding 15 aangemaakt DezeDigiSpectie optiewordt zorgt ervoor dat er bestand wordt met de naam vannaam deIngenieursbureau GIM Handleiding welke DigiSpectie 15 Ingenieursbureau BCC wordt opgeslagen in de archive map. module welke wordt opgeslagen in de archive map.

Upload edit bestanden (de zip-files) naar de FTP-server. Deze functionaliteit is nog niet beschikbaar

Upload edit bestanden zip-files) de FTP-server.

Deze functionaliteit nog niet beschikbaar Upload edit bestanden (de(de zip-files) naarnaar de FTP-server.

Deze functionaliteit is nogisniet in deze versie. in deze versie. beschikbaar in deze versie.

4.2.3 Menu 3: zoomopties 4.2.3 Menu 3: zoomopties

4.2.3 3: 3: ZOOMOPTIES 4.2.3 MENU Menu zoomopties Zoomt in. in.

Zoomt

Zoomt in.

Zoomt out.

Handleiding DigiSpectie Zoomt out.

Zoomt out.

Handleiding DigiSpectie Handleiding DigiSpectie Verschuift kaartbeeld Verschuift kaartbeeld (Pan).(Pan).

Verschuift kaartbeeld (Pan).

Verschuift Verschuift kaartbeeld kaartbeeld (Pan).

(Pan).

Zoomt naar vorige niveau.

Zoomt naar vorige niveau.

Zoomt naar vorige niveau.

Zoomt naar vorige niveau.

Zoomt naar vorige niveau.

Brengt volledige kaart in beeld.

Brengt volledige kaart in beeld.

Brengt volledige in Brengt volledige kaartkaart in beeld.

Brengt volledige kaart in beeld. beeld.

Zoomt out.out.

Zoomt

15 15 15

Ingenieursbureau BCC Ingenieursbureau BCC BCC Ingenieursbureau

4.2.4 4.2.4 Menu Menu 4: 4: meten meten 4.2.4 4.2.4 Menu Menu 4: 4: meten meten Meten Meten Meten Meten Meet de de afstand afstand van van een een traject. traject. Druk Druk deze deze knop knop in in en en klik klik met met de de cursor cursor op op het het15scherm scherm om om het het Meet Meet de van een Druk deze in en klik met op scherm om het Meet de afstand afstand van een traject. traject.

Druk keren deze knop knop in op en het klik scherm met de de cursor cursor op het het scherm om het te meten traject te creëren.

Meerdere klikken levert een polyline op.

Het te meten traject te creëren.

Meerdere keren klikken op het scherm levert een polyline op.

Het te meten traject te creëren.

Meerdere keren klikken op het scherm levert een polyline op.

Het te meten traject te creëren.

Meerdere keren klikken op het scherm levert een polyline op.

Het meten stopt stopt door door op op te klikken. klikken. meten te meten te meten stopt stopt door door op op te klikken. klikken.

Er Er verschijnt verschijnt een een scherm scherm met met afstanden afstanden en en oppervlakte oppervlakte (als (als er er meer meer dan dan twee twee punten punten zijn). zijn).

Er verschijnt een scherm met Er verschijnt een scherm met afstanden afstanden en en oppervlakte oppervlakte (als (als er er meer meer dan dan twee twee punten punten zijn). zijn).

eladen module. e ArcPad opties is in te stellen: ard map de foto’s worden

etters bestanden worden

Verschuift (Pan).

Zoomt naarkaartbeeld vorige niveau.

Zoomt naar vorige niveau.

Zoomt Zoomt naar naar vorige vorige niveau. niveau.

Zoomt vorige niveau.

Brengt naar volledige kaart in beeld.

Brengt volledige volledige kaart in in beeld.

Brengt Brengt volledige kaart kaart in beeld. beeld.

Brengt volledige kaart in beeld.

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING 4.2.4 Menu 4: meten 4.2.4 Menu 4: meten 4.2.4 4.2.4 Menu Menu 4: 4: meten meten 4.2.4 MENU Menu meten 4.2.4 4: 4: METEN Meten Meten Meten Meten Meten Meten Meet de afstand van een traject. Druk deze knop in en klik met de cursor op het scherm om het Meet de van een Druk deze in en klik met op scherm om het Meet de afstand afstand van een traject. traject.

Druk keren deze knop knop in op en het klik scherm met de de cursor cursor op het het scherm om het Meet afstand van een traject.

Druk deze in en klik met de op het scherm te meten traject creëren.

Meerdere klikken levert een polyline op.om Hethet Meet de de afstand vante een traject.

Druk deze knop inknop en klik met de cursor opcursor het scherm om Meet de afstand van een traject.

Druk deze knop in en klik met de cursor op het scherm om het te meten traject te creëren.

Meerdere keren klikken op het scherm levert een polyline op.

Het te meten traject te creëren.

Meerdere keren klikken op het scherm levert een polyline op.

Het te meten traject te creëren.

Meerdere keren klikken op het scherm levert een polyline op.

Het meten stopt doorte te klikken. het temeten meten traject teop creëren.

Meerdere keren klikken op het scherm levert levert een polyline op. te traject creëren.

Meerdere keren klikken op het scherm een polyline op.

Het meten stopt door op te klikken. meten stopt stopt door door op op te klikken. klikken. meten te meten stopt op klikken.

Ermeten verschijnt een met afstanden en oppervlakte (als er meer dan twee punten zijn).

Het stoptdoor door scherm op te te klikken.

Er verschijnt een scherm met afstanden en oppervlakte (als er meer dan twee punten zijn).

Er verschijnt een scherm met en (als er dan punten verschijnt een scherm met afstanden afstanden en oppervlakte oppervlakte (alsdan er meer meer dan twee twee punten zijn). zijn).

ErEr verschijnt een scherm met afstanden en oppervlakte (als er meer twee punten zijn).

Er verschijnt een scherm met afstanden en oppervlakte (als er meer dan twee punten zijn).

4.2.5 Menu 5: GPS-opties

4.2.5 Menu GPS-opties 4.2.5 5: 5: GPS-OPTIES 4.2.5 MENU Menu 5: GPS-opties 4.2.5 Menu 5: GPS-opties

4.2.5 Menu 5: GPS-opties GPS active.

Zet de GPS of uit. het kaartbeeld centrerenzich op de GPS active.

Zet deaan GPS aanAls ofde uit.GPS Alsaanstaat de GPSzalaanstaat zal hetzich kaartbeeld centreren op GPS active.

Zet de GPS aan of uit. Als de GPS aanstaat zal het kaartbeeld zich centreren op GPS active.

Zet de huidige GPS-locatie.

GPS active.

Zet de de GPS GPS aan aan of of uit. uit. Als Als de de GPS GPS aanstaat aanstaat zal zal het het kaartbeeld kaartbeeld zich zich centreren centreren op op huidige GPS-locatie.

GPS active.

Zet de GPS aan of uit.

Als de GPS aanstaat zal het kaartbeeld zich centreren op de huidige GPS-locatie. de de huidige huidige GPS-locatie.

GPS-locatie. de huidige GPS-locatie.

GPS/Rangefinder GPS/Rangefinder GPS/Rangefinder GPS/Rangefinder GPS/Rangefinder GPS/Rangefinder GPS Window. Geeft informatie over de GPS-satellieten, positie en navigatie.

GPS Window.

Geeft informatie over de GPS-satellieten, GPS-satellieten, positie en navigatie. navigatie.

GPS Window. informatie over de en GPS Window.

GeeftGeeft informatie over de GPS-satellieten, positie en positie navigatie.

GPS Window.

Geeft informatie over de GPS-satellieten, positie en navigatie.

GPS Window. informatie over de GPS-satellieten, positie en navigatie.

Centreert kaartGeeft op GPS-positie.

Centreert kaart op GPS-positie.

Centreert kaart op Centreert kaart op GPS-positie.

GPS-positie.

Centreert kaart op GPS-positie.

Centreert kaart op GPS-positie.

GPS Tracklog. Slaat de GPS tracklog op in een shapefile (tracklog.shp). Deze kan worden GPS Tracklog.

Tracklog. Slaat Slaat de de GPS GPS tracklog tracklog op op in in een een shapefile (tracklog.shp). (tracklog.shp). Deze Deze kan kan worden worden GPS toegevoegd metSlaat deGPS add layerknop bestandsbeheer).

GPS Tracklog. detracklog GPS tracklog op in een shapefile shapefile (tracklog.shp).

Deze toekan worden GPS Tracklog.

Slaat de op in(zie een shapefile (tracklog.shp).

Deze kan worden GPS Tracklog.

Slaat de GPS tracklog op in een shapefile (tracklog.shp).

Deze kan worden toegevoegd met de add layerknop (zie bestandsbeheer). toegevoegd met de add layerknop (zie bestandsbeheer). toegevoegd de add layerknop (zie bestandsbeheer). gevoegd met de met add layerknop (zie bestandsbeheer). toegevoegd met de add layerknop (zie bestandsbeheer).

Rangefinder activeren.

Rangefinder activeren. activeren.

Rangefinder Rangefinder activeren.

Rangefinder activeren.

Rangefinder activeren.

4.2.6 MENU 6: INFORMATIE Informatie over de geladen module.

4.2.6 Menu 6: informatie 4.2.6 Menu 6: informatie

ArcPad-opties. In de ArcPad opties is in te stellen: • Informatie in welke standaard map de foto’s worden opgeslagen; over de geladen module.

Informatie over de geladen module.

ArcPad-opties.

In de ArcPad opties is worden in te stellen: inwelke welkefotokwaliteit; standaard map de foto’s • • met • opgeslagen; in welke standaard map de foto’s worden • of Datum/tijd in de naam van de foto wordt opgeslagen.

• opgeslagen; met welke voorletters bestanden worden • opgeslagen; met welke voorletters bestanden worden opgeslagen; • met welke fotokwaliteit; •• met welke fotokwaliteit; of Datum/tijd in de naam van de foto wordt • opgeslagen. of Datum/tijd in de naam van de foto wordt opgeslagen.

• ArcPad-opties. met welke voorletters bestanden worden In de ArcPad opties is inopgeslagen; te stellen:

waliteit; de naam van de foto wordt

GIM instellingen GIM instellingen In het tabblad SYS worden de systeempaden ingevuld.

In het instellingen tabblad SYSzorgen worden de systeempaden ingevuld.

Deze ervoor dat de applicaties Deze instellingen zorgen ervoor dat de applicaties goed kunnen werken. goed kunnen werken.

Handleiding DigiSpectie 16 Handleiding DigiSpectie DigiSpectie 16 Handleiding 16 Handleiding DigiSpectie - DigiSpectie Appletsdirectory. Deze directory wordt 16 Handleiding 16 worden de systeempaden ingevuld.

Appletsdirectory.

Deze wordt weergegeven maar kandirectory niet worden gewijzigd. rgen ervoor dat de applicaties weergegeven niet worden Datadirectory. maar Dit is kan de directory waargewijzigd. de data voor n.

Datadirectory.

Ditmodules is de directory waar de data voor de verschillende zijn opgeslagen. de verschillende modules opgeslagen.

Back-updirectory.

Dit is dezijn directory waar de . Deze directory wordt Back-updirectory.

Dit is de directory waar de als gegevens naartoe moeten worden gekopieerd aar kan niet worden gewijzigd. gegevens naartoe moeten worden gekopieerd als een back-up wordt gemaakt. Bestaat deze Dit is de directory waar de data voor een back-up wordt gemaakt.

Bestaat deze directory niet, dan zal deze worden aangemaakt e modules zijn opgeslagen. directory niet, dan deze worden aangemaakt op het moment datzal een back-up wordt gemaakt. y. Dit is de directory waar de op het moment dat een back-up wordt gemaakt. oe moeten worden gekopieerd als 16 rdt gemaakt. Bestaat deze Probleem selecteren map: an zal deze worden aangemaakt Probleem selecteren map: dat een back-up wordt gemaakt.

Op sommige PDA’s, afhankelijk van de Windows Op sommige afhankelijk vanvan de Windows Mobile versie,PDA’s, werkt het selecteren een data of Mobile versie, werkt hetHet selecteren van eenom data of backup map niet goed. is niet mogelijk backup map te niet goed. HetDit is niet om en map: submappen selecteren. kan mogelijk worden opgelost

Ingenieursbureau BCC Ingenieursbureau BCC BCC Ingenieursbureau Ingenieursbureau BCC Ingenieursbureau BCC

ap de foto’s worden

•

bestanden worden

it; am van de foto wordt

n module.

Pad opties is in te stellen: ap de foto’s worden bestanden worden

of Datum/tijd in de naam van de foto wordt opgeslagen.

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

GIM instellingen GIM instellingen In het tabblad SYS worden de systeempaden ingevuld.

Deze instellingen zorgen ervoor dat de applicaties applicaties goed kunnen werken. goed kunnen werken.

In het tabblad SYS worden de systeempaden ingevuld. Deze instellingen zorgen ervoor dat de

it; n de systeempaden ingevuld. am vandat de de fotoapplicaties wordt ervoor

-

e directory wordt an niet worden gewijzigd. e directory waar de data voor ules zijn opgeslagen. is de directory waar de oeten worden gekopieerd als n de systeempaden ingevuld. maakt. Bestaat deze ervoor dat de applicaties deze worden aangemaakt en back-up wordt gemaakt.

-

-

Appletsdirectory. Deze directory wordt weergegeven maar kan niet worden gewijzigd.

Datadirectory. Dit is de directory waar de data voor de verschillende modules zijn opgeslagen.

Back-updirectory. Dit is de directory waar de gegevens naartoe moeten worden gekopieerd als een back-up wordt gemaakt. Bestaat deze directory niet, dan zal deze worden aangemaakt op het moment dat een back-up wordt gemaakt.

Probleem selecteren map:

Op sommige PDA’s, afhankelijk van de Windows Mobile versie, werkt het selecteren van een data of e directory wordt backup map niet goed. Het is niet mogelijk om an niet worden gewijzigd. ap: submappen te selecteren. Dit kan worden opgelost e directory waar de data voor - Appletsdirectory. Deze directory wordt weergegeven maar kan niet worden gewijzigd. door het bewuste pad naar de map en submap nkelijk van de Windows ules zijn opgeslagen.

- handmatig Datadirectory.

Dittypen. is de directory waar de data voor de verschillende modules zijn opgeslain te electeren van een data is de directory waar de of gen. et is niet mogelijk om oeten worden gekopieerd als Ditwordt is de de directory waar de gegevens .maakt.

Dit kanBestaat wordendeze opgelost InBack-updirectory. het tabblad KRT ‘snapping’-toleratie in naartoe moeten worden gekopieerd als een back-upDeze wordtisgemaakt.

Bestaat directory niet, dan zal deze worden ardeze de map en submap worden aangemaakt meters opgegeven. geldig voor alledeze modules. en back-up wordt gemaakt. aangemaakt op het moment dat een back-up wordt gemaakt.

de ‘snapping’-toleratie in ap: is geldig voor alle modules. nkelijk van de Windows electeren van een data of en deniet ftp mogelijk connectieom et is nog niet .tpDitfunctionaliteit kan worden is opgelost ar de map en submap

ellingen worden ook de ‘snapping’-toleratie in 3.8 is geldig voor alle modules.

In het Tabblad FTP worden de ftp connectie parameters ingevuld. De ftp functionaliteit is nog niet Opactief sommige PDA’s, afhankelijk van de Windows Mobile versie, werkt het selecteren van een in deze versie.

PROBLEEM SELECTEREN MAP:

data of backup map niet goed. Het is niet mogelijk om submappen te selecteren. Dit kan worden opgelost door het bewuste pad naar de map en submap handmatig in te typen.

Opm: De DigiSpectie instellingen worden ook beschreven in paragraaf 3.8

GPS instellingen: Communicatie poort, Middeling, Kwaliteit registratie,

en de ftp connectie tp functionaliteit is nog nietHandleiding DigiSpectie

17

Ingenieursbureau BCC

deling, Kwaliteit registratie,

ellingen worden ook 17 3.8

Ingenieursbureau BCC

In het tabblad KRT wordt de ‘snapping’-toleratie in meters opgegeven. Deze is geldig voor alle modules.

deling, Kwaliteit registratie,

In het Tabblad FTP worden de ftp connectie parameters ingevuld. De ftp functionaliteit is nog niet actief in deze versie.

17

Opm: De DigiSpectie instellingen worden Ingenieursbureau BCCook beschreven in paragraaf 3.8

17

Opm: De DigiSpectie instellingen worden ook beschreven in paragraaf 3.8

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

GPS instellingen: GPS instellingen: Communicatie poort, Middeling, Kwaliteit registratie, GPS hoogte, GPS datum, waarschuwinCommunicatie poort, Middeling, Kwaliteit registratie,

gen, locatie bij eerste activering GPS. GPS hoogte, GPS datum, waarschuwingen, locatie bij GPS hoogte, GPS datum, waarschuwingen, locatie GPS hoogte, GPS datum, waarschuwingen, locatie bijbij eerste activering GPS. DigiSpectie 17 datum, waarschuwingen, locatieHandleiding bij eerste activering GPS. eerste activering GPS. PS.

Ingenieursbureau BCC

Rangefinder instellingen.

Rangefinder instellingen.

Rangefinder instellingen.

Rangefinder instellingen.

Reset knop: Reset knop: Reset knop: Reset knop:

ngen.

De resetknop zorgt ervoor dat lege bestanden in de editdirectory worden geplaatst. Als een

De resetknop zorgt ervoorheeft dat geïnspecteerd, lege bestanden in de editdirectory worden geplaatst. een inspecteur zeer veel gegevens waardoor de module steeds trager wordt, Als resetknop zorgt ervoor dat lege bestanden editdirectory worden geplaatst. een DeDe resetknop zorgt ervoor dat lege bestanden in in dede editdirectory worden geplaatst.

AlsAls een inspecteur zeer veel gegevens heeft geïnspecteerd, waardoor de module steeds trager wordt, ervoor dat lege bestanden in de editdirectory worden geplaatst.

Als een heeft hij metzeer de resetknop de mogelijkheid om deze gegevens op te schonen zodat de appliinspecteur zeer veel gegevens heeft geïnspecteerd, waardoor de module steeds trager wordt, inspecteur veel gegevens heeft geïnspecteerd, waardoor de module steeds trager wordt, heeftdehijmodule met desteeds resetknop dewordt, mogelijkheid om deze gegevens op te schonen zodat de applicatie el gegevens heeft geïnspecteerd, waardoor trager heeft hij met de resetknop de mogelijkheid om deze gegevens op te schonen zodat de applicatie catie weer sneller zal werken. heeft hij met de resetknop de mogelijkheid om deze gegevens op te schonen zodat de applicatie weeropsneller zal werken. etknop de mogelijkheid om deze gegevens te schonen zodat de applicatie weer sneller zal werken. weer sneller werken.

Hiervoor moetzal eerst een back-up worden uitgevoerd omdat bij een reset de oorspronkelijke rken.

Hiervoor moet eerst een back-up worden uitgevoerd omdat bij een reset de oorspronkelijke Hiervoor moet eerst een back-up worden uitgevoerd omdat bij een reset oorspronkelijke gegevens worden overschreven.

Kliktworden de gebruiker op de resetknop, dan verschijnt eerst de eerst de vraag Hiervoor eerst een back-up uitgevoerd omdat een reset dede oorspronkelijke gegevens worden overschreven.

Klikt de gebruiker op de bij resetknop, dan verschijnt t een back-up worden uitgevoerd omdat bij eenmoet reset de oorspronkelijke gegevens worden overschreven.

Klikt de gebruiker op de resetknop, dan verschijnt eerst vraag gegevens worden overschreven.

Klikt de gebruiker op de resetknop, dan verschijnt eerst dede vraag vraag of er een back-up uitgevoerd moet worden. of er een back-up uitgevoerd worden. overschreven. Klikt de gebruiker op de resetknop, dan verschijnt eerstmoet de vraag of er een back-up uitgevoerd moet worden. of er een back-up uitgevoerd moet worden.

Bovendien is het noodzakelijk dat onder de datadirectory (zie GIM-instellingen) een directory itgevoerd moet worden.

Bovendien is het noodzakelijk dat onder de datadirectory (zie GIM-instellingen) een directory met Bovendien is noodzakelijk onder de datadirectory (zie GIM-instellingen) een directory met naamis “leeg” voorkomt, bijvoorbeeld: C:\Program Files\ArcPad 7.0\Data\GIM_DIGI\ Bovendien hethet noodzakelijk datdat onder datadirectory (zie GIM-instellingen) een directory met dede naam “leeg” voorkomt, bijvoorbeeld: C:\Program Files\ArcPad 7.0\Data\GIM_DIGI\leeg.

In deze oodzakelijk dat onder de datadirectorymet (zie GIM-instellingen) een directory met de de naam “leeg” voorkomt, bijvoorbeeld: C:\Program Files\ArcPad 7.0\Data\GIM_DIGI\leeg.

In de naam “leeg” voorkomt, bijvoorbeeld: C:\Program Files\ArcPad 7.0\Data\GIM_DIGI\leeg.

In deze directory moeten shapefiles eventuele tabellen) staanstaan die in worden deze leeg.

In deze directorylege moeten lege shapefiles (en eventuele tabellen) diede ineditdirectory de editdirkomt, bijvoorbeeld: C:\Program Files\ArcPad 7.0\Data\GIM_DIGI\leeg.

In(en deze directory moeten lege shapefiles (en eventuele tabellen) staan editdirectory worden moeten lege shapefiles (en eventuele tabellen) staan diedie in in dede editdirectory worden gebruikt. het uitvoeren een reset bestanden uit de “leeg” directory naar de ge shapefiles (en eventuele tabellen) directory staan die inBij degebruikt. editdirectory worden rectory worden Bij hetvan uitvoeren van worden een resetalle worden alle bestanden uit de “leeg” gebruikt.

Bij het uitvoeren van een reset worden alle bestanden uit de “leeg” directory naar gebruikt.

Bij het uitvoeren van een reset worden alle bestanden uit de “leeg” directory naar dede editdirectory gekopieerd. voeren van een reset worden alle bestanden uit de “leeg” directory naar de directory naar de editdirectory gekopieerd. editdirectory gekopieerd. editdirectory gekopieerd. ieerd.

ArcPad-help.

ArcPad-help.

ArcPad-help.

ArcPad-help.

4.2.7 Command bar 4.2.7Command Command bar 4.2.7 bar Bij verschillende handelingen verschijnt onder in het scherm de command bar.

Bij verschillende handelingen verschijnt onder scherm command bar.

Bij verschillende verschijnt onder in in hethet scherm dede command bar.

Deze bevat eenhandelingen aantal functies. gen verschijnt onder in het scherm de command bar.

Deze bevat een aantal functies.

Deze bevat een aantal functies. cties.

muisklikken uit van geheel ArcPad.

ijzigingen op.

18

Schakelt pen of muisklikken uit van geheel ArcPad. Schakelt pen muisklikken van geheel ArcPad. Schakelt pen of of muisklikken uituit van geheel ArcPad. Slaat geometriewijzigingen op.

Slaat geometriewijzigingen Slaat geometriewijzigingen op.op.

18

Handleiding DigiSpectie Handleiding DigiSpectie Handleiding DigiSpectie

Ingenieursbureau BCC

18 18 18

Ingenieursbureau BCC Ingenieursbureau BCC Ingenieursbureau BCC

en alle bestanden uit de “leeg” directory naar de ArcPad-help.

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

4.2.7 Command bar

4.2.7 COMMAND BAR

Bij verschillende handelingen verschijnt onder hetscherm schermde de command command bar.

Bij verschillende handelingen verschijnt onder inin het bar.

Deze bevat een aantal functies. scherm de command bar.

ArcPad.

of muisklikken uit van geheel ArcPad. DezeSchakelt bevat eenpen aantal functies.

Slaatpen geometriewijzigingen op.geheel ArcPad. Schakelt of muisklikken uit van Slaat geometriewijzigingen op.van punten voor een object (ook het meten).

Beëindigt het opnemen

Verwijdert laatste punt uit de collectie punten van het object.

Verwijdert laatste punt uit de collectie punten van het object.

Beëindigt het opnemen van punten voor een object het meten).

Handleiding DigiSpectie 18(ook

Ingenieursbureau BCC

Zet gebruik vanuit de voor hetobject opnemen van punten aan of uit.

Verwijdert laatste punt depen collectie punten van hethet object.

Beëindigt hethet opnemen van punten voor een (ook meten).

Ingenieursbureau BCC de aan een object of eenaan geheel Verwijdert punt uit collectie van het punten object.

Zet Annuleert hetlaatste gebruik vanveranderingen dede pen voor hetpunten opnemen van of uit.nieuw object.

Zet het gebruikde van de pen voor aan het opnemen punten aan of uit.

Annuleert veranderingen een object van of een geheel nieuw object.

Annuleert de veranderingen aan een object of een geheel nieuw object.

4.2.8 Back-up maken van gegevens 4.2.8 BACK-UP Back-up maken van gegevens 4.2.8 MAKEN VAN GEGEVENS Om te voorkomen dat geïnventariseerde gegevens verloren gaan als de veldcomputer kapot

Om te voorkomen dat geïnventariseerde gegevens verloren gaan als de veldcomputer kapot gaat of gaat of wordtvan gestolen, is het belangrijk om aan het eind van iedere veldwerkdag een backVerwijdert laatste punt uit de collectie punten hetbelangrijk object. wordt gestolen, is het om aan het eind van iedere veldwerkdag een back-up te maken van 4.2.8 Back-up maken van gegevens up te maken van de geïnventariseerde gegevens.

Er kunnen twee soorten back-ups worden Zet het gebruik van pen voor het opnemen van punten aan of uit. Er kunnen dedegeïnventariseerde gegevens. twee soorten back-ups worden gemaakt: Beëindigt het opnemen van punten voor een object (ook het meten).

Annuleert aan een of een geheel nieuw object. gemaakt: Om de teveranderingen voorkomen datobject geïnventariseerde gegevens

verloren gaan als de veldcomputer kapot gaat of wordt gestolen, is het met belangrijk om aan het eindarchiveert van iederevan veldwerkdag een back-up van 1. Back-up de GIM-suitefunctie de veldcomputer naar te demaken back-uplocatie.

2. van de veldcomputer naar een desktop pc. de geïnventariseerde gegevens.

Er kunnen twee soorten back-ups worden gemaakt: 2. 1. Back-up Back-up van de veldcomputer naar een desktop pc.

Back-up met de GIM-suitefunctie archiveert van de veldcomputer naar de back-uplocatie.

4.2.8 Back-up maken van gegevens 2.

Back-up vanverloren de veldcomputer naar een desktop pc.

Om te voorkomen geïnventariseerde gegevens gaan als dearchiveert veldcomputer 1. dat Back-up GIM-suitefunctie van deofveldcomputer naar de back-uplocatie.

Voor het maken van back-up van de geïnventariseerde gegevens, moeten Voor met het de maken van een een back-up vankapot de gaat geïnventariseerde gegevens, moeten alle alle bestanden bestanden uit uit de de wordt gestolen, is het belangrijk om aan het eind van iedere veldwerkdag een back-up te maken van 2. Back-up van deback-updirectory veldcomputer een desktop pc. de geïnventariseerde gegevens. twee soorten back-ups naar worden gemaakt: edit- Er enkunnen de worden gekopieerd naar een directory op de desktop. Dit gaat als volgt: Voor het maken van eennaar back-up van de geïnventariseerde gegevens, moeten alle bestanden 1. Back-up met de GIM-suitefunctie archiveert van de veldcomputer de back-uplocatie. het maken een back-up van de geïnventariseerde gegevens, moeten alle bestanden uit de 2. Back-up Voor van de veldcomputer naarvan een desktop pc.

uit de edit- en de back-updirectory worden gekopieerd naar eendesktop. directory de desktop.

Dit edit- en Klik de back-updirectory worden gekopieerd naar een directory op de Ditopgaat als volgt: in het Microsoft ActiveSync scherm -> hiermee wordt een verkenner op de Explore-knop

Voor het maken van een back-up van de geïnventariseerde gegevens, moeten alle bestanden uit de gaat als volgt: edit- en de back-updirectory worden gekopieerd naar een directory op de desktop. Dit gaat als volgt:

geopend waarin de directorystructuur van de veldcomputer wordt getoond.

Klik opde de volgende Explore-knop in het Microsoft ActiveSync scherm -> hiermee wordt een verkenner Scroll naar locatie: \Disk\Data\<naam GIM-module>. in het Microsoft ActiveSync scherm -> hiermee wordt een verkenner Klik op de Explore-knop in het Microsoft ActiveSync scherm -> hiermee wordt een verkenner Klik op de Explore-knop geopend waarin de directorystructuur van de veldcomputer wordt getoond. geopend waarin de directorystructuur van de veldcomputer wordt geopend waarin de directorystructuur van de veldcomputer wordt getoond.

Scroll naar de volgende locatie: \Disk\Data\<naam GIM-module>.

getoond.

naar locatie: de volgende locatie: \Disk\Data\<naam GIM-module>.

Scroll naar deScroll volgende \Disk\Data\<naam GIM-module>.

Kopieer de hele editdirectory naar een locatie op de desktop.

Als in het veld een back-up en een reset zijn uitgevoerd, is het van belang dat de gegevens uit de back-updirectory ook worden gekopieerd naar de desktop. Zie paragraaf 4.2.6. GIM-instellingen om te achterhalen waar de back-updirectory staat.

Kopieer Kopieer de de hele hele editdirectory editdirectory naar naar een een locatie locatie op op de de desktop. desktop.

Kopieer de hele editdirectory naarop eendelocatie op de desktop.

Kopieer de hele editdirectory naar een locatie desktop.

Als in het veld een back-up en een reset zijn uitgevoerd, is het van belang dat de gegevens uit de back-updirectory gekopieerd naaruitgevoerd, dehet desktop.

Zievan paragraaf 4.2.6.

GIM-instellingen om te Als in het veldAls een en worden een reset is van is belang datbelang de gegevens uit de uit in back-up het veldook een back-up enzijn eenuitgevoerd, reset zijn het dat de gegevens Handleiding DigiSpectie 19 de gekopieerd BCC Zie paragraaf 4.2.6. GIM-instellingen om te back-updirectory ookwaar worden naarIngenieursbureau destaat. desktop. achterhalen back-updirectory de back-updirectory ook worden achterhalen waar de back-updirectory staat. gekopieerd naar de desktop. Zie paragraaf 4.2.6. GIM-instellingen om te achterhalen waar de back-updirectory staat.

19

4.3 DigiSpectie menubalk en formulieren STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

4.3.1 Menubalk

4.3 DigiSpectie menubalk en formulieren

4.3 DIGISPECTIE MENUBALK EN FORMULIEREN

4.3Wanneer DigiSpectie en formulieren de menubalk DigiSpectie-module is opgestart 4.3.1 Menubalk

4.3.1 verschijnt MENUBALK

kunnen er “inspectiepunten” worden to een tweede menubalk met de DigiSpectie-knoppen:

4.3.1 Menubalk Wanneer de is opgestart kunnen er “inspectiepunten” worden toegeWanneer deDigiSpectie-module DigiSpectie-module is opgestart kunnen er “inspectiepunten” worden toegevoegd. Er verschijnt een tweede menubalk met de DigiSpectie-knoppen: voegd.

Er verschijnt een tweede menubalk met de DigiSpectie-knoppen: Wanneer de DigiSpectie-module is opgestart kunnen er “inspectiepunten” worden toegevoegd. Er verschijnt een tweede menubalk met de DigiSpectie-knoppen:

Toevoegen inspectiepunt. De DigiSpectie formulieren worden geactiveerd,

Toevoegen inspectiepunt.

De DigiSpectie worden geactive Toevoegen inspectiepunt.

De DigiSpectie formulieren formulieren worden geactiveerd, zoals zoals hieronder beschreven. hieronder beschreven. hieronder beschreven.

Toevoegen inspectiepunt. De DigiSpectie formulieren worden geactiveerd, zoals hieronder beschreven.

Selecteer bestaand Nadat eeneen punt is geselecteerd, worden Selecteer bestaandinspectiepunt. inspectiepunt.

Nadat punt is geselecteerd, worden de knoppen

Selecteer bestaand inspectiepunt. Nadat een punt is geselecteerd, wo

hieronder actief. dehieronder knoppen hieronder actief. actief.

Selecteer bestaand inspectiepunt. Nadat een punt is geselecteerd, worden de knoppen hieronder actief.

Vraag eigenschappen op. Hiermee kunt u een reeds ingevuld inspectiepunt bekijken.

Vraag eigenschappen op. Hiermee kunt u een reeds ingevuld inspectiepunt eigenschappen op.

Hiermee De Vraag informatie kan niet meer worden bewerkt. kunt u een reeds ingevuld inspecti Vraag eigenschappen op.

Hiermee kunt u een bewerkt. reeds ingevuld inspectiepunt bekijken. bekijken.

De informatie nietmeer meer worden De informatie kankan niet worden bewerkt.

De informatie kan niet meer worden bewerkt.

Door het activeren van het kleine pijltje wordt de verwijder-functie actief, zodat u een inspectiepunt kunt verwijderen. het activeren van het kleinepijltje pijltje wordtde deverwijder-functie verwijder-functie actief, Door het activeren van het kleine pijltje wordt de verwijder-functie DoorDoor het activeren van het kleine wordt actief, zodat u een actie zodat u een inspectiepunt kunt verwijderen. inspectiepunt kunt verwijderen. inspectiepunt kunt verwijderen.

4.3.2 Formulieren 4.3.2 Formulieren

het moment dat een waarneming wordt gedaan en er een punt wordt toegevoegd verschijnt er een 4.3.2 Op FORMULIEREN 4.3.2 Formulieren

formulier met een aantal tabbladen.wordt gedaan en er een punt wordt toegevoegd vermoment dateen eenwaarneming waarneming wordt OpOp hethet moment dat gedaan en er een punt wordt toegevoegd verschijnt er een formulier met een aantal tabbladen. schijnt er een formulier met een aantal tabbladen.

Op het moment dat een waarneming en eralgemene een punt wordt toegevoegd Hetwordt eerstegedaan tabblad bevat informatie zoals de naam van de inspecteur, het apparaat, een automatisch formulier met een aantal tabbladen.

Het eerste tabblad bevat algemene informatie zoals de

gegenereerd volgnummer (A-231106-003: apparaatnaamnaam van de inspecteur,huidige het apparaat, eentijd. automatisch datum-volgnummer), datum en Tevens kan hie gegenereerd volgnummer (A-231106-003: apparaatnaamHet eerste tabblad bevat algemene inform worden aangegeven of het punt m.b.v. GPS moet worden datum-volgnummer), huidige datum en tijd.

Tevens kan hieree naam van de inspecteur, het apparaat, geregistreerd of op basis van de positie waar het scherm is worden aangegeven of het punt m.b.v.

GPS moet worden gegenereerd volgnummer (A-231106-003: aangeraakt.

Tenslotte kan hier een projectnummer worden geregistreerd of op basis van de positie waar het scherm is ingevuld. huidige datum en tijd aangeraakt.datum-volgnummer), Tenslotte kan hier een projectnummer worden worden aangegeven of het punt m.b.v. GP ingevuld.

Informatie op dit tabblad wordt overgenomen uit de

geregistreerd of op vanhetdebegin positie instellingen van de Gim-Suite of basis moet aan van w Informatie op dit tabblad wordt overgenomen uit de aangeraakt. kan hier een projec een inventarisatie sessieTenslotte eenmalig worden ingevoerd, instellingen van de Gim-Suite moet het aanweer het begin waarna het wordt onthoudenoftotdat wordtvan ingevuld. een inventarisatie sessie eenmalig worden ingevoerd, aangepast. waarna het wordt onthouden totdat het weer wordt aangepast.Informatie op dit tabblad wordt overgenom

instellingen van de Gim-Suite of moet aan een inventarisatie sessie eenmalig worden waarna het wordt onthouden totdat het we Het eerste tabblad bevat algemene informatie zoals de naam van de inspecteur, het apparaat, aangepast. een automatisch gegenereerd volgnummer (A-231106-003: apparaatnaam-datum-volgnummer), huidige datum en tijd. Tevens kan hier worden aangegeven of het punt m.b.v. GPS moet worden geregistreerd of op basis van de positie waar het scherm is aangeraakt. Tenslotte kan hier een projectnummer worden ingevuld.

20

Handleiding DigiSpectie Handleiding DigiSpectie 20

20

Ingenieursbureau BCC Ingenieursbureau BCC

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

Informatie op dit tabblad wordt overgenomen uit de instellingen van de Gim-Suite of moet aan het begin van een inventarisatie sessie eenmalig worden ingevoerd, waarna het wordt onthouden totdat het weer wordt aangepast.

Op het tweede tabblad kan het type inspectie worden ingevoerd, het type kering dat wordt geïnspecteerd en eventuele bijzondere weersomstandigheden. Ook deze informatie wordt onthouden en hoeft dus slechts te worden ingevoerd aan het begin van de sessie of wanneer de omstandigheden wijzigen.

Op het tweede tabblad kan het type inspectie worden ingevoerd, het type kering dat wordt geïnspecteerd en eventuele bijzondere weersomstandigheden. Ook deze informatie wordt onthouden en hoeft dus slechts te worden ingevoerd aan het begin van de sessie of wanneer de omstandigheden wijzigen.

Ook is hier de mogelijkheid een ID van een dijk- of kadevak in te voeren. Als er een (polygonen) laag met dijkvakken aanwezig is in ArcPad, en een veld “DKV_IDENT” in de attribuuttabel van deze laag, dan wordt deze informatie automatisch ingevuld. Als dat niet het geval is wordt als standaardwaarde “-9999” ingevoerd.

Op het tweede tabblad kan het inspectie worden Dit wordt als eerste getoond bij type het eerste opgenomen ingevoerd, het type kering dat wordt geïnspecteerd en schadebeeld van een inventarisatie-sessie. eventuele bijzondere weersomstandigheden. Ook deze Ook is hier de mogelijkheid een ID van een dijkof kadevakwordt in te onthouden voeren. Als er (polygoinformatie eneen hoeft dus slechts te worden nen) laag met dijkvakken aanwezig is in ArcPad, en een veld “DKV_IDENT” in de attribuutOp het derde tabblad kan middels keuzelijstjes worden ingevoerd aan het begin van de sessie of wanneer de weergeven in welke zone en op welk element het wijzigen. tabel van deze laag, dan wordt deze informatieomstandigheden automatisch ingevuld.

Als dat niet het geval schadebeeld wordt vastgelegd. De lijstjes met betrekking tot is wordt als standaardwaarde “-9999” ingevoerd.

“Zone” en “Element” wordeneen aangepast n.a.v. deofwaarde in Ook is hier de mogelijkheid ID van een dijkkadevak detekeuzelijst deeen elementen. in voeren. van Als er (polygonen) laag met dijkvakken Dit wordt als eerste getoond bij het eerste opgenomen schadebeeld van en eeneen inventarisatieaanwezig is in ArcPad, veld “DKV_IDENT” in de Dit tabblad wordt eerste bij deze alle opgenomen sessie. attribuuttabel van als deze laag,getoond dan wordt informatie schadebeelden, behalve het eerste opgenomen automatisch ingevuld.

Alsbijdat niet het geval is wordt als schadebeeld van een inventarisatie-sessie.

“-9999” ingevoerd.

Op het derde tabblad kan middels keuzelijstjes standaardwaarde worden weergeven in welke zone en op welk element het schadebeeld wordt vastgelegd. De lijstjes met betrekking tot “Zone” en “Element”

Dit wordt als eerste getoond bij het eerste opgenomen

worden aangepast n.a.v. de waarde in de keuzelijst van de elementen. schadebeeld van een inventarisatie-sessie.

Op het derde tabblad kan middels keuzelijstjes worden weergeven in welke zone en op welk element het schadebeeld vastgelegd.

De lijstjes met betrekkingentot Op het vierdewordt tabblad wordt de parameter geselecteerd “Zone” en “Element” worden aangepast n.a.v. de waarde in een beoordeling van het geselecteerde schadebeeld de keuzelijst van de elementen. gegeven. Er zijn vier mogelijkheden (“goed”, “redelijk”, “matig” en “slecht”). Tevens kan hier worden aangegeven Dit tabblad als de eerste getoond bijtealle opgenomen welke actie wordt er n.a.v. inspectie dient worden schadebeelden, ondernomen. behalve bij het eerste opgenomen schadebeeld van een inventarisatie-sessie.

Op het vierde tabblad wordt de parameter geselecteerd en een beoordeling van het geselecteerde schadebeeld gegeven. Er zijn vier mogelijkheden (“goed”, “redelijk”, “matig” en “slecht”). Tevens kan hier worden aangegeven welke actie er n.a.v. de inspectie dient 21 te worden ondernomen.

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

Op het derde tabblad kan middels keuzelijstjes worden weergeven in welke zone en op welk element het schadebeeld wordt vastgelegd. De lijstjes met betrekking to “Zone” en “Element” worden aangepast n.a.v. de waarde in de keuzelijst van de elementen.

Dit tabblad wordt als eerste bij alle opgenomen Dit tabblad wordt als eerste getoond bij alle opgenomen schadebeelden, behalvegetoond bij het eerste schadebeelden, behalve bij het eerste opgenomen schadebeeld van een inventarisatie-sessie.

opgenomen schadebeeld van een inventarisatie-sessie.

Op het vierde tabblad wordt de parameter geselecteerd en een beoordeling van het geselecteerde schadebeeld gegeven. Er zijn vier mogelijkheden (“goed”, “redelijk”, “matig” en “slecht”). Tevens kan hier worden aangegeven welke actie er n.a.v. de inspectie dient te worden ondernomen.

Op het vierde tabblad wordt de parameter geselecteerd en een beoordeling van het geselecteerde schadebeeld gegeven. Er zijn vier mogelijkheden (“goed”, “redelijk”, “matig” en “slecht”). Tevens kan hier worden aangegeven welke actie er n.a.v. de inspectie dient te worden ondernomen.

Op het vijfde tabblad kunnen aanvullende opmerkingen worden weergegeven. Ook kan een referentie naar een foto worden gemaakt voor foto’s die gemaakt zijn met een camera die niet is geïntegreerd in de veldcomputer.

Op het vijfde tabblad kunnen aanvullende opmerkingen worden weergegeven. Ook kan een referentie naar een fot worden gemaakt voor foto’s die gemaakt zijn met een camera die niet is geïntegreerd in de veldcomputer.

Handleiding DigiSpectie

21

Ingenieursbureau BC

Het zesde en laatste tabblad zorgt voor ondersteuning van camera’s die zijn geïntegreerd in de veldcomputer. Vanaf dit tabblad kan een foto worden gemaakt en automatisch geregistreerd.

Bij de HP iPAQ veldcomputers is het raadzaam om via het map icoon de foto’s te koppelen in plaats van de camera aan te sturen vanuit ArcPad .

22

Na registratie wordt de beoordeling van een schadebeeld middels een kleurcode in het scherm weergegeven.

Op het vijfde tabblad kunnen aanvullende opmerkingen worden weergegeven. Ook kan een referentie naar een foto worden gemaakt voor foto’s die gemaakt zijn met een Op het vijfde tabblad kunnen aanvullende opmerkingen camera dieOp niet is vijfde geïntegreerd in de veldcomputer. het tabblad kunnen aanvullende opmerkingen worden weergegeven. Ook kan een referentie naar een fotoOok kan een referentie naar een worden weergegeven.

Het zesde en laatste tabblad zorgt voor ondersteuning van camera’s die zijn geïntegreerd in worden gemaakt voor foto’s die gemaakt zijngemaakt met een voor foto’s die gemaakt zijn met een worden de veldcomputer. camera Vanaf ditdie tabblad een foto worden gemaakt en automatisch gereginiet iskan geïntegreerd in decamera veldcomputer. die niet is geïntegreerd in de veldcomputer.

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

streerd.

Het zesde en laatste tabblad zorgt voor ondersteuning van camera’s die zijn geïntegreerd in de veldcomputer. Vanaf dit tabblad kan een foto worden gemaakt en automatisch geregistreerd.

Bij de HP iPAQ veldcomputers is het raadzaam om via het

map icoon de foto’s te koppelen in plaats van de camera aan sturentabblad vanuit ArcPad .

Het zesde entelaatste zorgt voor ondersteuning van camera’s die zijn geïntegreerd in de veldcomputer. Vanaf dit tabblad kan een foto worden gemaakt en automatisch Het zesde en laatste tabblad zorgt voor vantabblad zorgt voor ondersteuning geregistreerd.

Hetondersteuning zesde en laatste camera’s die zijn geïntegreerd in de veldcomputer.

Vanaf camera’s die zijn geïntegreerd in de veldcomputer. Van dit tabblad kan een foto worden en automatisch Bij de gemaakt HP iPAQ veldcomputers is het raadzaam om via het dit tabblad kan een foto worden gemaakt en automatisc geregistreerd. geregistreerd. map icoon de foto’s te koppelen in plaats van de

camera aan tedesturen vanuit ArcPad . is het raadzaam om via Bij de HP iPAQ veldcomputers is het raadzaam om via het Bij HP de iPAQ veldcomputers Na registratie wordt beoordeling van een schadebeeld Bij de HP iPAQ veldcomputers om via het map icoon de foto’s foto’s te map icoon is het deraadzaam foto’s temiddels koppelen in plaats van in dede een kleurcode het scherm weergegeven. map icoon tekopkoppelen in plaats van de pelen in plaats vancamera de camera aan te sturen vanuit ArcPad . aan te sturen vanuit ArcPad camera . aan te sturen vanuit ArcPad .

• Donker groen is goed; • licht groen is redelijk; Na registratie wordt de beoordeling van een schadebeeld middels een kleurcode in het scherm • oranje is matig; weergegeven.

• rood is slecht.

Na registratie wordt de beoordeling van een schadebeeld middels een kleurcode in het scherm weergegeven.

Na registratie wordt de beoordeling van een schadebeeld • Donker groen is goed; Na registratie wordt de beoordeling van een schadebee middels een kleurcode in het weergegeven.

• scherm licht groen is redelijk; middels een kleurcode in het scherm weergegeven.

• oranje is matig; • Donker groen is goed;• rood is• slecht.

Donker groen is goed; • licht groen is redelijk; • licht groen is redelijk; • oranje is matig; • oranje is matig; • rood is slecht.

• rood is slecht.

Handleiding DigiSpectie

22

Ingenieursbureau BCC

22

Ingenieursbureau BCC

• Donker groen is goed; • licht groen is redelijk; • oranje is matig; • rood is slecht.

Handleiding DigiSpectie

Handleiding DigiSpectie

22 Handleiding DigiSpectie

Ingenieursbureau BCC 22

Ingenieursburea

23

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

5 DIGISPECTIE-DESKTOPAPPLICATIE 5

DIGISPECTIE-DESKTOPAPPLICATIE

5.1 Inleiding

5.1 INLEIDING

In dit hoofdstuk wordt de deDigiSpectie DigiSpectiedesktopapplicatie desktopapplicatie besproken.

De DigiSpectie In hoofdstuk wordt besproken.

De DigiSpectie toolbartoolbar met 5 ditDIGISPECTIE-DESKTOPAPPLICATIE bijbehorende functionaliteit wordt toegelicht. met bijbehorende functionaliteit wordt toegelicht.

5.1 Inleiding

5.2 ArcGIS wordt toolbar In dit hoofdstuk de DigiSpectie desktopapplicatie besproken. De DigiSpectie toolbar met

bijbehorende functionaliteit wordt toegelicht.

5.2 ARCGIS TOOLBAR

De desktopapplicatie van DigiSpectie istoolbar een toolbar in ArcMap die bestaat uit 4 knoppen: De desktopapplicatie van DigiSpectie is een in ArcMap die bestaat uit 4 knoppen: 5.2 ArcGIS toolbar De desktopapplicatie van DigiSpectie is een toolbar in ArcMap die bestaat uit 4 knoppen:

5.3 Exporteren 5.3 EXPORTEREN De module in DigiSpectie biedt de mogelijkheid om verschillende shapefiles voor het 5.3export Exporteren

De export module in DigiSpectie biedt de mogelijkheid om verschillende shapefiles voor het gebruik gebruik van de veldapplicatie GIM-DIGI te genereren. Er kunnen 3 typen bestanden worden van de veldapplicatie GIM-DIGI te mogelijkheid genereren.om Erverschillende kunnen 3 typen bestanden worden geëxporteerd: De export module in DigiSpectie biedt de shapefiles voor het gebruik geëxporteerd: van de veldapplicatie GIM-DIGI te genereren. Er kunnen 3 typen bestanden worden geëxporteerd:

•• waterkeringen; waterkeringen; • waterkeringen; ••• topografie; topografie; topografie; ••• (bestaande) (bestaande) inspectiepunten. (bestaande) inspectiepunten. inspectiepunten.

De waterkeringen dienen in een te staan.teEen unieke met het veldmet het veld De waterkeringen dienen in vlakkenshapefile een vlakkenshapefile staan.

Eencode unieke code “DKV_IDENT” dient in de attribuuttabel van deze shapefile aanwezig te zijn. Topgrafie kan zowel in

“DKV_IDENT” in de attribuuttabel van deze shapefile aanwezig te zijn. Topgrafie een lijnen- als indient een vlakkenbestand staan. De inspectiepunten komen uit de database en dienen kan uitsluitend ter informatie enin referentie in het veld. Hetstaan. is niet mogelijk om de inspectiepunten m.b.v. zowel in een lijnen- als een vlakkenbestand De inspectiepunten komen uit de daGIM-DIGI aan te passen, het is echter wel mogelijk om ze te bevragen.

tabase en dienen uitsluitend ter informatie en referentie in het veld. Het is niet mogelijk

De waterkeringen dienen in een vlakkenshapefile te staan. Een unieke code met het veld om de inspectiepunten GIM-DIGI aanvan te passen, het is echter wel mogelijk ze te “DKV_IDENT” dient inm.b.v. de attribuuttabel deze shapefile aanwezig te zijn.om Topgrafie kan zowel in bevragen. een lijnen- als in een vlakkenbestand staan. De inspectiepunten komen uit de database en dienen uitsluitend ter informatie en referentie in het veld. Het is niet mogelijk om de inspectiepunten m.b.v.

GIM-DIGI aan te passen, het is echter wel mogelijk om ze te bevragen.

24 Handleiding DigiSpectie

23

Ingenieursbureau BCC

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

Voor alle drie de bestanden kan worden aangegeven welk gedeelte moet worden geëxporteerd. U kunt kiezen uit: • het gehele bestand; • de selectie zoals die op dit moment aanwezig is in ArcMap; • het huidige kaartbeeld; • een nieuwe selectie via de optie “Pas aan”. Zie voor uitleg over deze functie

Voor alle drie5.5. de bestanden kan worden aangegeven welk gedeelte moet worden geëxporteerd. U paragraaf kunt kiezen uit: Ook hier moet een werkdirectory worden aangegeven. Dit kan elke willekeurige locatie zijn

• het gehele bestand; schijf, bijvoorbeeld •op uw deharde selectie zoals die op ditC:\temp. moment aanwezig is in ArcMap; • het huidige kaartbeeld; •Tenslotte een nieuwe viaaan devan optie aan”. Zie bestanden. voor uitlegAls over functie 5.5. geeft u selectie de locatie de“Pas geëxporteerde ditdeze lokaal of op paragraaf het netwerk is, kunt u dat aangeven met de optie “systeem” en dient u de directory in het lin-

Ook hier moet een werkdirectory worden aangegeven. Dit kan elke willekeurige locatie zijn op uw ker selectiescherm te selecteren.

Als u direct naar een aangekoppeld mobiel apparaat wilt harde schijf, bijvoorbeeld C:\temp. exporteren, selecteert u de optie “mobiel” en de directory in het rechter selectiescherm.

Tenslotte geeft u de locatie aan van de geëxporteerde bestanden. Als dit lokaal of op het netwerk is, kunt u datGIM_DIGI aangeven met de “systeem” en dient u de directory het linker selectiescherm te Wanneer gebruik vanoptie de geëxporteerde bestanden moet maken in dan dient de laatselecteren. Als u direct naar een aangekoppeld mobiel apparaat wilt exporteren, selecteert u de optie ste subdirectory de naam “GIM_DIGI” te hebben (bijv. disk\data\GIM_DIGI). In de GIM_DIGI “mobiel” en de directory in het rechter selectiescherm. Wanneer GIM_DIGI gebruik van de veldapplicatie kunt u aangeven waar data isdan opgeslagen. geëxporteerde bestanden moet maken dient de laatste subdirectory de naam “GIM_DIGI” te hebben (bijv. disk\data\GIM_DIGI). In de GIM_DIGI veldapplicatie kunt u aangeven waar data is opgeslagen.

5.4 IMPORTEREN De import module in DigiSpectie heeft als doel om resultaten van de veldinspectie die zijn ver5.4 Importeren kregen m.b.v. de veldmodule GIM_DIGI, in te voeren in een personal geodatabase of shapefile.

Dit import bestandmodule dient een featureclass te bevatten de naamvan “inspectiepunten”, met De in punten DigiSpectie heeft als doel ommet resultaten de veldinspectie die zijn verkregen m.b.v. detabelopbouw veldmoduleals GIM_DIGI, in die te voeren in een personal of shapefile. Dit bestand dezelfde de shapefile de veldmodule gebruikt. geodatabase Tijdens het importeren dient een punten featureclass te bevatten met de naam “inspectiepunten”, met dezelfde tabelopbouw wordt nagegaan in hoeverre de inspectiepunten in de shapefile nog niet zijn geïmporteerd als de shapefile die de veldmodule gebruikt. Tijdens het importeren wordt nagegaan in hoeverre de aan de hand van de unieke ID-codenog die niet elk punt heeft. Als een punt niet invan de database inspectiepunten in de shapefile zijn geïmporteerd aan nog de hand de unieke ID-code die elk staat,heeft. wordt Als dezeeen geïmporteerd. punt punt nog niet in de database staat, wordt deze geïmporteerd.

Als er een mobiel apparaat aan de PC is gekoppeld kunnen er direct vanaf dit apparaat inspectiepunten worden geïmporteerd naar de database. Dit doet u door de optie “mobiel apparaat” te selecteren en vervolgens de shapefile met geïnspecteerde punten in het rechter selectiescherm te selecteren. Als de shapefile met inspectiepunten op het netwerk of op de PC zelf staan (bijvoorbeeld omdat ze door een inspecteur per e-mail zijn opgestuurd), kunnen deze ook worden geïmporteerd. In dat geval selecteert u de optie “systeem” en de shapefile met inspectiepunten in het linker 25 selectiescherm.

Ook dient u in beide gevallen een werkmap te selecteren (Deze wordt onthouden zodat niet elke keer opnieuw de directory moet worden geselecteerd). Als laatste moet worden aangeven naar welke featureklasse in de geodatabase de punten moeten worden geïmporteerd. Deze dient als laag te zijn

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

Als er een mobiel apparaat aan de PC is gekoppeld kunnen er direct vanaf dit apparaat inspectiepunten worden geïmporteerd naar de database. Dit doet u door de optie “mobiel apparaat” te selecteren en vervolgens de shapefile met geïnspecteerde punten in het rechter selectiescherm te selecteren. Als de shapefile met inspectiepunten op het netwerk of op de PC zelf staan (bijvoorbeeld omdat ze door een inspecteur per e-mail zijn opgestuurd), kunnen deze ook worden geïmporteerd. In dat geval selecteert u de optie “systeem” en de shapefile met inspectiepunten in het linker selectiescherm.

Ook dient u in beide gevallen een werkmap te selecteren (Deze wordt onthouden zodat niet elke keer opnieuw de directory moet worden geselecteerd). Als laatste moet worden aangeven naar welke featureklasse in de geodatabase de punten moeten worden geïmporteerd. Deze dient als laag te zijn toegevoegd in Arcmap, en met een unieke naam. (U dient er dus voor te zorgen dat er geen 2 lagen met dezelfde naam aanwezig zijn als de laag met inspectiepunten).

Tijdens het importeren bestaat de mogelijkheid om een ruimtelijke koppeling te leggen met een laag waarin dijkvakken staan afgebeeld. Als u deze optie aanvinkt, dient u de laag met dijkvakken te selecteren, en vervolgens in welk veld een uniek ID staat waarmee de koppeling gelegd kan worden. Als deze optie staat aangevinkt zal tijden het importeren per punt worden nagegaan welk dijkvak het dichtst bij dit punt ligt. Van dit dijkvak zal de informatie uit het aangegeven veld worden gekopieerd naar het veld “DKV_IDENT” in de database voor het betreffende punt.

Let op: tijdens de veldinspectie kan er ook al informatie over dijkvakken bij de geïnspecteerde punten worden opgeslagen, en die zal worden overgeschreven als van deze optie gebruik wordt gemaakt!

5.5 RAPPORTAGE De bevraag module van DigiSpectie (zie volgende figuur) dient om selecties van inspectiepunten te maken en op verschillende manieren te presenteren. Na het aangeven in welke laag de inspectiepunten uit de database staan kunnen selecties plaatsvinden op: • Datum (bijv alle punten geïnspecteerd tussen juni en augustus 2006).

• Inspectietype (bijvoorbeeld alle punten geïnspecteerd tijdens een voorjaarsof najaarsschouw).

• Oordeel van de inspecteur (alle matige en slechte beoordelingen).

• Type parameter (alle inspectiepunten betreffende de parameters van rivierdijken).

Deze selectiemethoden kunnen worden gecombineerd, zodat geavanceerde selecties mogelijk zijn.

Wanneer er op datum en inspectietype moet worden geselecteerd kunt u dat aangeven door de betreffende vakjes aan te vinken, en data respectievelijk inspectietypen te selecteren.

Als er op oordeel moet worden geselecteerd kunnen de typen beoordelingen worden aangevinkt. Als er geen enkel oordeel staat aangevinkt, wordt er niet op beoordeling geselecteerd.

Wanneer u op parametertype wilt selecteren kunt u dit aangeven door het betreffende vakje aan te vinken. Vervolgens ziet u drie rolmenu’s en twee lijsten met daartussen 4 knoppen. De bovenste lijst geeft de parameters weer die voldoen aan de aangegeven criteria in de 3 rolmenu’s. Als een van deze leeg is worden alle parameters getoond die aan de aangegeven

26

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

criteria van de wel ingevulde rolmenu’s voldoen. Zijn alle rolmenu’s leeg, dan worden alle mogelijke parameters (in totaal meer dan 500) weergegeven. De onderste lijst toont de parameters waarop een selectie zal worden uitgevoerd.

In de lijst kunt u parameters selecteren. Als u vervolgens op de + knop tussen de twee lijsten drukt voegt u de geselecteerde parameters uit de bovenste lijst toe aan de onderste lijst. Als u op ++ knop druk voegt u alle parameters die op dat moment in de bovenste lijst staan (en dus voldoen aan de criteria uit de rolmenu’s) toe aan de onderste lijst. Met de – knop verwijderd u geselecteerde parameters uit de onderste lijst, en met de - - knop maakt u de onderste lijst leeg.

Met de onderste rij knoppen kunt u de selectie op verschillende manieren weergeven. Als u op de Met de onderste knoppen kunt de selectie op verschillende manieren weergeven.

Als u knop “kaart” druktrij worden enkel deupunten getoond die binnen de selectiecriteria vallen.

Als u op de op de“Tabel” knop “kaart” drukt worden enkelArcMap de punten diede binnen de selectiecriteria val-die aan de knop drukt, opent zich binnen eengetoond tabel met gegevens van de punten selectiecriteria Tenslotte met binnen de knopArcMap “Excel”een dezelfde gegevens, maar dan in een len. Als u op devoldoen. knop “Tabel” drukt,toont opentu zich tabel met de gegevens van Excel tabel. de punten die aan de selectiecriteria voldoen. Tenslotte toont u met de knop “Excel” dezelfde gegevens, maar dan in een Excel tabel.

5.6 Help 5.6 HELP

Via de “Help” button wordt de handleiding van DigiSpectie geopend in Acrobat Reader. Mocht u Acrobat Reader nog niet geïnstalleerd hebben dan kunt u deze download via: Via de “Help” button wordt de handleiding van DigiSpectie geopend in Acrobat Reader. http://www.adobe.com/nl/ Mocht u Acrobat Reader nog niet geïnstalleerd hebben dan kunt u deze download via: http://www.adobe.com/nl/

27

Handleiding DigiSpectie

26

Ingenieursbureau BCC

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

6 BESTANDEN EN PARAMETERS 6.1 INLEIDING In dit hoofdstuk worden de datavelden in de punten shapefile opgesomd. Bovendien wordt een gedeelte van de DigiSpectie parameters getoond welke worden gebruikt in de keuzemenuâ&#x20AC;&#x2122;s voor de waarnemingen.

6.2

SHAPEFILE De geregistreerde gegevens worden opgeslagen in een punten shapefile met de volgende velden: Veld

Type

Lengte

Omschrijving

OBSINSPEC

Tekst

50

Naam van de inspecteur

OBSDATUM

Datum

8

Datum opname

OBSTIJD

Tekst

20

Tijdstip opname

PROJECT

Tekst

20

Projectnummer

GPSPUNT

Tekst

5

Punt opgenomen met GPS (T = ja, F = nee)

RDX

Float

20.2

X coordinaat

RDY

Float

20.2

Y coordinaat

PDOP

Float

5.2

Position Of Dispersal (indicatie kwaliteit GPS meting)

INSIDENT

Tekst

20

Uniek ID nummer (apparaat-datum-volgnummer)

INSTYPE

Tekst

50

Type schouw

INSOMST

Tekst

50

Weersomstandigheden

INSVAK

Tekst

50

Dijkvak ID

INSKERING

Tekst

50

Type kering

INSZONE

Tekst

50

Zone opnamepunt

INSELEMENT

Tekst

50

Element opnamepunt

INSPARAM

Tekst

50

Omschrijving opgenomen parameter

INSOORD

Tekst

10

Beoordeling (goed, redelijk, matig, slecht)

INSACTIE

Tekst

50

Te ondernemen actie n.a.v. inspectie

MEMO_

Tekst

254

Overige opmerkingen

IMAGE_

Tekst

50

Verwijzing naar foto

28

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

6.3 PARAMETERS De DigiSpectie parameters zijn opgeslagen in een PARAM.DBF bestand. Dit bestand kan door de applicatiebeheerder worden aangepast, zolang de systematiek blijft gehandhaafd.

Aanpassingen kunnen worden doorgevoerd in Excel en opslaan als DBASE IV. Een gedeelte van de tabel is hieronder opgenomen. De complete tabel is opgenomen in bijlage 1.

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

zeedijk

voorland

maaiveld

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

zeedijk

vooroever

steenbestorting

Gebarsten of gebroken stenen

zeedijk

vooroever

steenbestorting

Ontbrekende stenen

zeedijk

vooroever

steenbestorting

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

vooroever

steenbestorting

Uitspoeling

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Hechting mortel

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Gebarsten of gebroken stenen

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Ontbrekende stenen

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Verzakkingen of opbolingen

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Uitspoeling

zeedijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Overgangselement aangetast

zeedijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Geen vlakke aansluiting

zeedijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Spleet naast overgangselement

29

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

BIJLAGE 1

PARAMETER TABEL KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

zeedijk

geen bijzonderheden

geen bijzonderheden

geen bijzonderheden

zeedijk

voorland

maaiveld

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

zeedijk

vooroever

steenbestorting

Gebarsten of gebroken stenen

zeedijk

vooroever

steenbestorting

Ontbrekende stenen

zeedijk

vooroever

steenbestorting

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

vooroever

steenbestorting

Uitspoeling

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Hechting mortel

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Gebarsten of gebroken stenen

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Ontbrekende stenen

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Verzakkingen of opbolingen

zeedijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Uitspoeling

zeedijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Overgangselement aangetast

zeedijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Geen vlakke aansluiting

zeedijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Spleet naast overgangselement

zeedijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Overgangselement plaatselijk weg

zeedijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Vervorming en deformaties

zeedijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Spandraden defect

zeedijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Paal defect

zeedijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Uit lood

zeedijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Gaten/ niet veedicht

zeedijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

zeedijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Gebarsten of gebroken stenen

zeedijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Losse of gekamde stenen

zeedijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Openingen tussen de stenen

zeedijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Uitspoeling (inwasgrind)

zeedijk

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Slechte doorgroeiing

zeedijk

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Ontbrekende stenen

zeedijk

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Uitspoeling grond

zeedijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Rafeling asfaltbeton/zeer open asfaltbeton

zeedijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Dwarsonvlakheid

zeedijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Oneffenheden

zeedijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Scheurvorming

zeedijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Gaten

zeedijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Overgangselement aangetast

zeedijk

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Geen vlakke aansluiting

zeedijk

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Spleet naast overgangselement

zeedijk

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Overgangselement plaatselijk weg

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Erosieschade / hoogwaterschade (afslag)

30

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Kale plekken / plaatselijk ontbrekende grasmat /

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Scheuren (krimp door uitdroging)

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Spoorvorming

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Vertrapping door vee

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Onkruid (Distels, Hoefblad, mos, etc.)

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Ongewenste schaduw

zeedijk

buitentalud

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

zeedijk

kruin

grasbekleding

Kale plekken / plaatselijk ontbrekende grasmat /

zeedijk

kruin

grasbekleding

Scheuren (krimp door uitdroging)

zeedijk

kruin

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

kruin

grasbekleding

Spoorvorming

zeedijk

kruin

grasbekleding

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

zeedijk

kruin

grasbekleding

Vertrapping door vee

zeedijk

kruin

grasbekleding

Onkruid (Distels, Hoefblad, mos, etc.)

zeedijk

kruin

grasbekleding

Ongewenste schaduw

zeedijk

kruin

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

zeedijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Gebarsten of gebroken stenen

zeedijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Losse of gekamde stenen

zeedijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Openingen tussen de stenen

zeedijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Uitspoeling (inwasgrind)

zeedijk

kruin

doorgroeistenen (steenbekleding)

Slechte doorgroeiing

zeedijk

kruin

doorgroeistenen (steenbekleding)

Ontbrekende stenen

zeedijk

kruin

doorgroeistenen (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

kruin

doorgroeistenen (steenbekleding)

Uitspoeling grond

zeedijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Rafeling asfaltbeton/zeer open asfaltbeton

zeedijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Dwarsonvlakheid

zeedijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Oneffenheden

zeedijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Scheurvorming

zeedijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Gaten

zeedijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

kruin

asfaltbetonwegen (klinkerwegen (kl))

Rafeling asfaltbeton

zeedijk

kruin

asfaltbetonwegen (klinkerwegen (kl))

Dwarsonvlakheid (ook bij kl)

zeedijk

kruin

asfaltbetonwegen (klinkerwegen (kl))

Oneffenheden (ook bij kl)

zeedijk

kruin

asfaltbetonwegen (klinkerwegen (kl))

Scheurvorming

zeedijk

kruin

asfaltbetonwegen (klinkerwegen (kl))

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

kruin

opsluitbanden bu/k

Overgangselement aangetast

zeedijk

kruin

opsluitbanden bu/k

Geen vlakke aansluiting

zeedijk

kruin

opsluitbanden bu/k

Spleet naast overgangselement

zeedijk

kruin

opsluitbanden bu/k

Overgangselement plaatselijk weg

zeedijk

kruin

opsluitbanden k/bu

Overgangselement aangetast

zeedijk

kruin

opsluitbanden k/bu

Geen vlakke aansluiting

zeedijk

kruin

opsluitbanden k/bu

Spleet naast overgangselement

zeedijk

kruin

opsluitbanden k/bu

Overgangselement plaatselijk weg

zeedijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Rafeling asfaltbeton

31

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

zeedijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Dwarsonvlakheid (ook bij kl)

zeedijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Oneffenheden (ook bij kl)

zeedijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Scheurvorming

zeedijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

kruin

trappen (NWE)

Trapelement aangetast

zeedijk

kruin

trappen (NWE)

Trap plaatselijk weg

zeedijk

kruin

trappen (NWE)

Verzakking

zeedijk

kruin

trappen (NWE)

Aansluiting grondlichaam

zeedijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Spandraden defect

zeedijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Paal defect

zeedijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Uit lood

zeedijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Gaten/ niet veedicht

zeedijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

zeedijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Spandraden defect

zeedijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Paal defect

zeedijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Uit lood

zeedijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Gaten/ niet veedicht

zeedijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

zeedijk

kruin

dijkpalen (NWE)

Aanwezig

zeedijk

kruin

dijkpalen (NWE)

AďŹ&#x201A;eesbaar

zeedijk

kruin

peilschalen (NWE)

Aanwezig

zeedijk

kruin

peilschalen (NWE)

AďŹ&#x201A;eesbaar

zeedijk

kruin

peilschalen (NWE)

Uit lood

zeedijk

kruin

Meubilair ((NWE) zitbanken etc.)

Kale plekken

zeedijk

kruin

Meubilair ((NWE) zitbanken etc.)

Plaatselijk ontbrekende bekleding

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Kale plekken / plaatselijk ontbrekende grasmat /

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Scheuren (krimp door uitdroging)

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Spoorvorming

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Vertrapping door vee

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Onkruid (Distels, Hoefblad, mos, etc.)

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Ongewenste schaduw

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

zeedijk

binnentalud

grasbekleding

Natte plekken

zeedijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Gebarsten of gebroken stenen

zeedijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Losse of gekamde stenen

zeedijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Openingen tussen de stenen

zeedijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Uitspoeling (inwasgrind)

zeedijk

binnentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Slechte doorgroeiing

zeedijk

binnentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Ontbrekende stenen

zeedijk

binnentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

binnentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Uitspoeling grond

zeedijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Rafeling asfaltbeton/zeer open asfaltbeton

zeedijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Dwarsonvlakheid

zeedijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Oneffenheden

32

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

zeedijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Scheurvorming

zeedijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Gaten

zeedijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

binnentalud

opsluitbanden bi/bi

Overgangselement aangetast

zeedijk

binnentalud

opsluitbanden bi/bi

Geen vlakke aansluiting

zeedijk

binnentalud

opsluitbanden bi/bi

Spleet naast overgangselement

zeedijk

binnentalud

opsluitbanden bi/bi

Overgangselement plaatselijk weg

zeedijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Bezonning/schaduwwerking

zeedijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Opgroeiende wortels

zeedijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Windworp / erosie

zeedijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Sterfte

zeedijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Boomtype

zeedijk

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Spandraden defect

zeedijk

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Paal defect

zeedijk

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Uit lood

zeedijk

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Gaten/ niet veedicht

zeedijk

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

zeedijk

stabiliteitberm

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

stabiliteitberm

grasbekleding

Natte plekken

zeedijk

onderhoudstrook

grasbekleding

Spoorvorming

zeedijk

onderhoudstrook

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

zeedijk

onderhoudstrook

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

teensloot

bodem

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

teensloot

bodem

Wellen (bruine vlekken of zandkraters op bodem)

zeedijk

teensloot

bodem

Afvoermogelijkheid

zeedijk

teensloot

drainuitmonding

Eindbuis verstopt

zeedijk

teensloot

drainuitmonding

Zanduitspoeling

zeedijk

teensloot

drainuitmonding

Markering eindbuis ontbreekt

zeedijk

pipingberm

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

zeedijk

pipingberm

grasbekleding

Natte plekken

zeedijk

pipingberm

grasbekleding

Vergravingen

zeedijk

achterland

maaiveld

Vergravingen

zeedijk

achterland

maaiveld

Natte plekken

duin

geen bijzonderheden

geen bijzonderheden

geen bijzonderheden

duin

vooroever

profiel

afslag

duin

vooroever

profiel

drijf- en zwerfvuil

duin

vooroever/strand

strandhoofd

Palenrij

duin

vooroever/strand

strandhoofd

Gebarsten of gebroken stenen

duin

vooroever/strand

strandhoofd

Ontbrekende stenen

duin

vooroever/strand

strandhoofd

Verzakking

duin

vooroever/strand

strandhoofd

Uitspoeling

duin

strand

profiel

drijf- en zwerfvuil

duin

duinfront

voetverdediging (steenbekleding)

Gebarsten of gebroken stenen

duin

duinfront

voetverdediging (steenbekleding)

Ontbrekende stenen

duin

duinfront

voetverdediging (steenbekleding)

Verzakkingen/afslag

duin

duinfront

voetverdediging (steenbekleding)

Verstuiving

duin

duinfront

profiel

Afslag

33

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

duin

duinfront

profiel

Helmgras

duin

duinfront

profiel

Riet-/stropoten

duin

duinfront

profiel

Zwerfvuil

duin

duinfront

afrastering (NWE)

Spandraden defect

duin

duinfront

afrastering (NWE)

Paal defect

duin

duinfront

afrastering (NWE)

Uit lood

duin

duinfront

trappen (NWE)

Trapelement aangetast

duin

duinfront

trappen (NWE)

Trap plaatselijk weg

duin

duinfront

trappen (NWE)

Verzakking

duin

duinfront

trappen (NWE)

Aansluiting grondlichaam

duin

duingebied

profiel

Stuifgaten

duin

duingebied

profiel

Begroeiing en beplanting

duin

duingebied

duinovergangen (NWE)

Verstuiving

duin

duingebied

duinovergangen (NWE)

Oneffenheden

duin

duingebied

duinovergangen (NWE)

Scheurvorming

duin

duingebied

duinovergangen (NWE)

Verzakkingen

duin

duingebied

duinovergangen (NWE)

Gaten

duin

duingebied

afrastering (NWE)

Spandraden defect

duin

duingebied

afrastering (NWE)

Paal defect

duin

duingebied

afrastering (NWE)

Uit lood

rivierdijk

geen bijzonderheden

geen bijzonderheden

geen bijzonderheden

rivierdijk

voorland

maaiveld

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

rivierdijk

vooroever

steenbestorting

Gebarsten of gebroken stenen

rivierdijk

vooroever

steenbestorting

Ontbrekende stenen

rivierdijk

vooroever

steenbestorting

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

vooroever

steenbestorting

Uitspoeling onderliggend materiaal

rivierdijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Hechting mortel

rivierdijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Gebarsten of gebroken stenen

rivierdijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Ontbrekende stenen

rivierdijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Verzakkingen of opbolingen

rivierdijk

vooroever

vol en zat gepenetreerde bestorting

Uitspoeling onderliggend materiaal

rivierdijk

vooroever

breuksteen in schanskorven

Wapening (roest, kapot)

rivierdijk

vooroever

breuksteen in schanskorven

Ontbrekende stenen

rivierdijk

vooroever

breuksteen in schanskorven

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

vooroever

breuksteen in schanskorven

Uitspoeling

rivierdijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Overgangselement aangetast

rivierdijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Geen vlakke aansluiting

rivierdijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Spleet naast overgangselement

rivierdijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Overgangselement plaatselijk weg

rivierdijk

vooroever

damwand/beschoeiing

Vervorming en deformaties

rivierdijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Spandraden defect

rivierdijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Paal defect

rivierdijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Uit lood

rivierdijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Gaten/ niet veedicht

rivierdijk

vooroever

afrasteringen v/bu (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

rivierdijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Gebarsten of gebroken stenen

rivierdijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Losse of gekamde stenen

34

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

rivierdijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Openingen tussen de stenen

rivierdijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

buitentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Uitspoeling (inwasgrind)

rivierdijk

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Slechte doorgroeiing

rivierdijk

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Ontbrekende stenen

rivierdijk

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Uitspoeling grond

rivierdijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Rafeling asfaltbeton

rivierdijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Dwarsonvlakheid (ook bij kl)

rivierdijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Oneffenheden (ook bij kl)

rivierdijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Gaten

rivierdijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Scheurvorming

rivierdijk

buitentalud

asfaltbetonbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Overgangselement aangetast

rivierdijk

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Geen vlakke aansluiting

rivierdijk

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Spleet naast overgangselement

rivierdijk

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Overgangselement plaatselijk weg

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Erosieschade / hoogwaterschade (afslag)

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Kale plekken / plaatselijk ontbrekende grasmat /

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Scheuren (krimp door uitdroging)

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Spoorvorming

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Vertrapping door vee

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Onkruid (Distels, Hoefblad, mos, etc.)

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Ongewenste schaduw

rivierdijk

buitentalud

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Erosieschade / hoogwaterschade (afslag)

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Kale plekken / plaatselijk ontbrekende grasmat /

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Scheuren (krimp door uitdroging)

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Spoorvorming

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Vertrapping door vee

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Onkruid (Distels, Hoefblad, mos, etc.)

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Ongewenste schaduw

rivierdijk

kruin

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

rivierdijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Gebarsten of gebroken stenen

rivierdijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Losse of gekamde stenen

rivierdijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Openingen tussen de stenen

rivierdijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

kruin

zuilen en blokken (steenbekleding)

Uitspoeling (inwasgrind)

rivierdijk

kruin

doorgroeistenen (steenbekleding)

Slechte doorgroeiing

rivierdijk

kruin

doorgroeistenen (steenbekleding)

Ontbrekende stenen

rivierdijk

kruin

doorgroeistenen (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

kruin

doorgroeistenen (steenbekleding)

Uitspoeling grond

rivierdijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Rafeling asfaltbeton

35

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

rivierdijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Dwarsonvlakheid (ook bij kl)

rivierdijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Oneffenheden (ook bij kl)

rivierdijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Gaten

rivierdijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Scheurvorming

rivierdijk

kruin

asfaltbetonbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

kruin

asfaltbetonwegen

Rafeling asfaltbeton

rivierdijk

kruin

asfaltbetonwegen

Dwarsonvlakheid (ook bij kl)

rivierdijk

kruin

asfaltbetonwegen

Oneffenheden (ook bij kl)

rivierdijk

kruin

asfaltbetonwegen

Gaten

rivierdijk

kruin

asfaltbetonwegen

Scheurvorming

rivierdijk

kruin

asfaltbetonwegen

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

kruin

klinkerwegen

Dwarsonvlakheid

rivierdijk

kruin

klinkerwegen

Oneffenheden

rivierdijk

kruin

klinkerwegen

Gaten

rivierdijk

kruin

klinkerwegen

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

kruin

klinkerwegen

Uitspoeling

rivierdijk

kruin

opsluitbanden bu/k

Overgangselement aangetast

rivierdijk

kruin

opsluitbanden bu/k

Geen vlakke aansluiting

rivierdijk

kruin

opsluitbanden bu/k

Spleet naast overgangselement

rivierdijk

kruin

opsluitbanden bu/k

Overgangselement plaatselijk weg

rivierdijk

kruin

opsluitbanden k/bi

Overgangselement aangetast

rivierdijk

kruin

opsluitbanden k/bi

Geen vlakke aansluiting

rivierdijk

kruin

opsluitbanden k/bi

Spleet naast overgangselement

rivierdijk

kruin

opsluitbanden k/bi

Overgangselement plaatselijk weg

rivierdijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Spandraden defect

rivierdijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Paal defect

rivierdijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Uit lood

rivierdijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Gaten/ niet veedicht

rivierdijk

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

rivierdijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Spandraden defect

rivierdijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Paal defect

rivierdijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Uit lood

rivierdijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Gaten/ niet veedicht

rivierdijk

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

rivierdijk

kruin

dijkpalen (NWE)

Aanwezig

rivierdijk

kruin

dijkpalen (NWE)

AďŹ&#x201A;eesbaar

rivierdijk

kruin

peilschalen (NWE)

Aanwezig

rivierdijk

kruin

peilschalen (NWE)

AďŹ&#x201A;eesbaar

rivierdijk

kruin

peilschalen (NWE)

Uit lood

rivierdijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Rafeling asfaltbeton

rivierdijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Scheurvorming

rivierdijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Dwarsonvlakheid

rivierdijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Oneffenheden

rivierdijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Gaten

rivierdijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

kruin

op- en afritten (NWE)

Uitspoeling

36

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

rivierdijk

kruin

trappen (NWE)

Trapelement aangetast

rivierdijk

kruin

trappen (NWE)

Trap plaatselijk weg

rivierdijk

kruin

trappen (NWE)

Verzakking

rivierdijk

kruin

trappen (NWE)

Aansluiting grondlichaam

rivierdijk

kruin

Meubilair ((NWE) zitbanken etc.)

Kale plekken

rivierdijk

kruin

Meubilair ((NWE) zitbanken etc.)

Plaatselijk ontbrekende bekleding

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Erosieschade / hoogwaterschade (afslag)

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Kale plekken / plaatselijk ontbrekende grasmat /

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Scheuren (krimp door uitdroging)

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Spoorvorming

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Vertrapping door vee

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Onkruid (Distels, Hoefblad, mos, etc.)

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Ongewenste schaduw

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

rivierdijk

binnentalud

grasbekleding

natte plekken

rivierdijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Gebarsten of gebroken stenen

rivierdijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Losse of gekamde stenen

rivierdijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Openingen tussen de stenen

rivierdijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

binnentalud

zuilen en blokken (steenbekleding)

Uitspoeling (inwasgrind)

rivierdijk

binnentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Slechte doorgroeiing

rivierdijk

binnentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Ontbrekende stenen

rivierdijk

binnentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

binnentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Uitspoeling grond

rivierdijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Rafeling asfaltbeton

rivierdijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Dwarsonvlakheid (ook bij kl)

rivierdijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Oneffenheden (ook bij kl)

rivierdijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Gaten

rivierdijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Scheurvorming

rivierdijk

binnentalud

asfaltbetonbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

binnentalud

opsluitbanden bi/bi

Overgangselement aangetast

rivierdijk

binnentalud

opsluitbanden bi/bi

Geen vlakke aansluiting

rivierdijk

binnentalud

opsluitbanden bi/bi

Spleet naast overgangselement

rivierdijk

binnentalud

opsluitbanden bi/bi

Overgangselement plaatselijk weg

rivierdijk

binnentalud

afrasteringen bi/a

Spandraden defect

rivierdijk

binnentalud

afrasteringen bi/a

Paal defect

rivierdijk

binnentalud

afrasteringen bi/a

Uit lood

rivierdijk

binnentalud

afrasteringen bi/a

Gaten/ niet veedicht

rivierdijk

binnentalud

afrasteringen bi/a

Ingroeien gras/beplanting

rivierdijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Bezonning/schaduwwerking

rivierdijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Opgroeiende wortels

rivierdijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Windworp / erosie

rivierdijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Sterfte

rivierdijk

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Boomtype

rivierdijk

binnentalud

kabels en leidingen ( NWE)

Vergraving / onvoldoende verdichting

37

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

rivierdijk

binnentalud

kabels en leidingen ( NWE)

Schade aan afdekbekleding

rivierdijk

stabiliteitberm

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

stabiliteitberm

grasbekleding

Natte plekken

rivierdijk

onderhoudstrook

grasbekleding

Spoorvorming

rivierdijk

onderhoudstrook

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

rivierdijk

onderhoudstrook

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

teensloot

bodem

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

teensloot

bodem

Wellen (bruine vlekken of zandkraters op bodem)

rivierdijk

teensloot

bodem

Afvoermogelijkheid

rivierdijk

teensloot

drainuitmonding

Eindbuis verstopt

rivierdijk

teensloot

drainuitmonding

Zanduitspoeling

rivierdijk

teensloot

drainuitmonding

Markering eindbuis ontbreekt

rivierdijk

pipingberm

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

rivierdijk

pipingberm

grasbekleding

Natte plekken

rivierdijk

pipingberm

grasbekleding

Vergravingen

rivierdijk

achterland

maaiveld

Vergravingen

rivierdijk

achterland

maaiveld

Natte plekken

regionale kade

geen bijzonderheden

geen bijzonderheden

geen bijzonderheden

regionale kade

vooroever

rietkraag

breedte

regionale kade

vooroever

rietkraag

dichtheid

regionale kade

vooroever

rietkraag

conditie

regionale kade

vooroever

steenbestorting

Gebarsten of gebroken stenen

regionale kade

vooroever

steenbestorting

Ontbrekende stenen

regionale kade

vooroever

steenbestorting

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

vooroever

steenbestorting

Uitspoeling onderliggend materiaal

regionale kade

vooroever

beschoeiing

Gebreken of mankementen

regionale kade

vooroever

beschoeiing

Conditie materiaal

regionale kade

vooroever

beschoeiing

Aansluiting op grondlichaam (afkalving)

regionale kade

vooroever

afrasteringen v/bu

Spandraden defect

regionale kade

vooroever

afrasteringen v/bu

Paal defect

regionale kade

vooroever

afrasteringen v/bu

Uit lood

regionale kade

vooroever

afrasteringen v/bu

Gaten/ niet veedicht

regionale kade

vooroever

afrasteringen v/bu

Ingroeien gras/beplanting

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Erosieschade / hoogwaterschade (afslag)

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Kale plekken / plaatselijk ontbrekende grasmat /

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Scheuren (krimp door uitdroging)

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Spoorvorming

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Vertrapping door vee

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Onkruid (Distels, Hoefblad, mos, etc.)

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Ongewenste schaduw

regionale kade

buitentalud

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

regionale kade

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Slechte doorgroeiing

regionale kade

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Ontbrekende stenen

regionale kade

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Verzakkingen

regionale kade

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Omhoog gedrukte stenen

38

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

regionale kade

buitentalud

doorgroeistenen (steenbekleding)

Uitspoeling grond

regionale kade

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Overgangselement aangetast

regionale kade

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Geen vlakke aansluiting

regionale kade

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Spleet naast overgangselement

regionale kade

buitentalud

opsluitbanden bu/bu

Overgangselement plaatselijk weg

regionale kade

kruin

grasbekleding

Erosieschade / hoogwaterschade (afslag)

regionale kade

kruin

grasbekleding

Kale plekken / plaatselijk ontbrekende grasmat /

regionale kade

kruin

grasbekleding

Scheuren (krimp door uitdroging)

regionale kade

kruin

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

kruin

grasbekleding

Spoorvorming

regionale kade

kruin

grasbekleding

Vergraving: gaten en holen (dier / mens)

regionale kade

kruin

grasbekleding

Vertrapping door vee

regionale kade

kruin

grasbekleding

Onkruid (Distels, Hoefblad, mos, etc.)

regionale kade

kruin

grasbekleding

Ongewenste schaduw

regionale kade

kruin

grasbekleding

Drijf- of zwerfvuil

regionale kade

kruin

asfaltwegen

Rafeling asfaltbeton

regionale kade

kruin

asfaltwegen

Dwarsonvlakheid

regionale kade

kruin

asfaltwegen

Oneffenheden

regionale kade

kruin

asfaltwegen

Gaten

regionale kade

kruin

asfaltwegen

Scheurvorming

regionale kade

kruin

asfaltwegen

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

kruin

klinkerwegen

Dwarsonvlakheid

regionale kade

kruin

klinkerwegen

Oneffenheden

regionale kade

kruin

klinkerwegen

Gaten

regionale kade

kruin

klinkerwegen

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

kruin

klinkerwegen

Uitspoeling

regionale kade

kruin

opsluitbanden bu/k

Overgangselement aangetast

regionale kade

kruin

opsluitbanden bu/k

Geen vlakke aansluiting

regionale kade

kruin

opsluitbanden bu/k

Spleet naast overgangselement

regionale kade

kruin

opsluitbanden bu/k

Overgangselement plaatselijk weg

regionale kade

kruin

opsluitbanden k/bi

Overgangselement aangetast

regionale kade

kruin

opsluitbanden k/bi

Geen vlakke aansluiting

regionale kade

kruin

opsluitbanden k/bi

Spleet naast overgangselement

regionale kade

kruin

opsluitbanden k/bi

Overgangselement plaatselijk weg

regionale kade

kruin

onverharde wegen/paden

Spoorvorming

regionale kade

kruin

onverharde wegen/paden

Oneffenheden/gaten

regionale kade

kruin

onverharde wegen/paden

Spoorvorming buiten tracĂŠ

regionale kade

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Spandraden defect

regionale kade

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Paal defect

regionale kade

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Uit lood

regionale kade

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Gaten/niet veedicht

regionale kade

kruin

afrasteringen bu/k (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

regionale kade

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Spandraden defect

regionale kade

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Paal defect

regionale kade

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Uit lood

regionale kade

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Gaten/niet veedicht

regionale kade

kruin

afrasteringen k/bi (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

39

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

regionale kade

kruin

dijkpalen (NWE)

Aanwezig

regionale kade

kruin

dijkpalen (NWE)

AďŹ&#x201A;eesbaar

regionale kade

kruin

peilschalen (NWE)

Aanwezig

regionale kade

kruin

peilschalen (NWE)

AďŹ&#x201A;eesbaar

regionale kade

kruin

peilschalen (NWE)

Uit lood

regionale kade

kruin

Bomen / houtopstanden (NWE)

Bezonning/schaduwwerking

regionale kade

kruin

Bomen / houtopstanden (NWE)

Opgroeiende wortels

regionale kade

kruin

Bomen / houtopstanden (NWE)

Windworp / erosie

regionale kade

kruin

Bomen / houtopstanden (NWE)

Sterfte

regionale kade

kruin

Bomen / houtopstanden (NWE)

Boomtype

regionale kade

kruin

op- en afritten (NWE)

Rafeling asfaltbeton

regionale kade

kruin

op- en afritten (NWE)

Dwarsonvlakheid

regionale kade

kruin

op- en afritten (NWE)

Oneffenheden

regionale kade

kruin

op- en afritten (NWE)

Gaten

regionale kade

kruin

op- en afritten (NWE)

Scheurvorming

regionale kade

kruin

op- en afritten (NWE)

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

kruin

trappen (NWE)

Trapelement aangetast

regionale kade

kruin

trappen (NWE)

Trap plaatselijk weg

regionale kade

kruin

trappen (NWE)

Verzakking

regionale kade

kruin

trappen (NWE)

Aansluiting op grondlichaam

regionale kade

kruin

Meubilair ((NWE) zitbanken etc.)

Kale plekken

regionale kade

kruin

Meubilair ((NWE) zitbanken etc.)

Plaatselijk ontbrekende bekleding

regionale kade

binnentalud

grasbekleding

zie grasbekleding buitentalud

regionale kade

binnentalud

grasbekleding

natte plekken

regionale kade

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Bezonning/schaduwwerking

regionale kade

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Opgroeiende wortels

regionale kade

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Windworp / erosie

regionale kade

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Sterfte

regionale kade

binnentalud

bomen / houtopstanden (NWE)

Boomtype

regionale kade

binnentalud

kabels en leidingen ( NWE)

Vergraving / onvoldoende verdichting

regionale kade

binnentalud

kabels en leidingen ( NWE)

Schade aan afdekbekleding

regionale kade

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Spandraden defect

regionale kade

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Paal defect

regionale kade

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Uit lood

regionale kade

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Gaten/niet veedicht

regionale kade

binnentalud

afrasteringen bi/a (NWE)

Ingroeien gras/beplanting

regionale kade

stabiliteitberm

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

stabiliteitberm

grasbekleding

Natte plekken

regionale kade

stabiliteitberm

bomen / houtopstanden (NWE)

Bezonning/schaduwwerking

regionale kade

stabiliteitberm

bomen / houtopstanden (NWE)

Opgroeiende wortels

regionale kade

stabiliteitberm

bomen / houtopstanden (NWE)

Windworp / erosie

regionale kade

stabiliteitberm

bomen / houtopstanden (NWE)

Sterfte

regionale kade

stabiliteitberm

bomen / houtopstanden (NWE)

Boomtype

regionale kade

onderhoudstrook

grasbekleding

Spoorvorming

regionale kade

onderhoudstrook

grasbekleding

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

teensloot

bodem

Verzakkingen of opbollingen

regionale kade

teensloot

bodem

Wellen (bruine vlekken of zandkraters op bodem)

40

STOWA 2007-08 DIGISPECTIE HANDLEIDING

KERING

ZONE

ELEMENT

PARAMETER

regionale kade

teensloot

bodem

Afvoermogelijkheid

regionale kade

teensloot

drainuitmonding

Eindbuis verstopt

regionale kade

teensloot

drainuitmonding

Zanduitspoeling

regionale kade

teensloot

drainuitmonding

Markering eindbuis ontbreekt

regionale kade

achterland

maaiveld

Vergravingen

regionale kade

achterland

maaiveld

Natte plekken

41