Ta13 Ineta13
Napels zien en dan sterven?
De kracht van het
Gardameer Italia Magazine is een uitgave van Cisano Design nummer 1 oktober 2016 eerste jaargang
Italy is a dream that kleeps returning the rest of your life‌
Gondels in Venetië
Het stadje Sirmione gelegen aan het Gardameer. Het is het meest gefotografeerde plekje van Italië en scoort daarmee dus nog hoger dan plaatsen als Venetië en Rome…
La Bella Figura… Montepulciano, betaalbaar in Toscane
Achter de schermen van de Palio
Mijn leven in Italië..
9
Ventimiglia, Ligurië…
De kracht van het Gardameer…
En nog veel meer….
17
11
voorwoord
ITALIA MAGAZINE Is een uitgave van Cisano Design
Daar is ze dan…het eerste nummer (nu nog digitaal) van het Italia Magazine. Eindelijk kan ik iets doen met mijn liefde en passie voor Italië. Het begon uit een soort onvrede over bestaande bladen met Italië als thema. Ze zijn fraai en mooi en schotelen mooie plaatjes en verhalen voor over eten, fraaie kunst en mooie omgevingen. Maar ik miste de werkelijkheid, de betaalbare locaties, de eenvoudige recepten, de echte verhalen uit Italië (ik wil me namelijk graag inleven in dat echte Italië) , de betaalbare producten, het echte nieuws uit Italië en de realiteit.
Redactie Verona (I) & Assen (NL): italiamagazine@cisanodesign.nl telefoon 0031 6 547 88 087 Advertenties ook via bovenstaande contactopties We zijn ook op Facebook:
ITALIA MAGAZINE Zo begon de zoektocht naar digitaal of papier, de adverteerders, mensen. We zijn er nog niet. We zoeken nog door en ons doel is op papier te komen, maar dat hangt af van de reacties. Is er belangstelling voor, hoe vindt de lezer het magazine? De komende tijd wordt spannend want het is aan de reacties wat de toekomst gaat brengen. Wij hebben in ieder geval onze passie er in gelegd. De komende tijd zoeken we door naar mensen die ons kunnen helpen, naar adverteerders, naar verhalen maar zijn we ook benieuwd naar jullie reacties. Want die reacties bepalen de voortgang. Zitten we op de goede weg, moeten we aanpassen of kunnen we beter stoppen? Mail over al deze zaken naar italiamagazine@cisanodesign.nl (let op de A in italiA) . Wij stellen uw mening, tips en trucs meer dan op prijs. Wij willen graag door blijven gaan onze passie te delen maar ook op zoek te blijven gaan naar het echte Italië. Wij wensen u veel leesplezier en we hopen tot snel...ofwel in het Italiaans: A presto… Ciao Jan Roelof Steenbergen Eindredacteur en uitgever ITALIA MAGAZINE
Italia magazine is een digitaal magazine. De intentie is er om dit magazine ook op papier uit te brengen. Dit is afhankelijk van het succes.
La Vita… E bella…
ACHTER DE SCHERMEN VAN DE PALIO IN SIENA We wandelen Siena binnen en niets wijst er nog op dat we straks oog in oog staan met een prachtig stadje met een rijke historie. Het is nog vroeg maar al erg warm. We hebben afgesproken op een terras op het beroemdste plein van deze plaats, de Piazza del Campo. Dat is ook het plein waar twee keer per jaar de beroemde Palio wordt verreden. Een knotsgekke paardenrace. Maar het is meer dan een race, het is een traditie, het leeft, het is bijna oorlog. Daar komen we Piazza del Campo straks achter. Door de diverse documentaires hadden we al een aardig beeld kunnen maken van het feit dat de Palio leeft in deze Toscaanse stad. We denken dus ongeveer te weten wat we tegen gaan komen. Om te ontdekken of die veronderstelling klopt lopen we vandaag mee met een Italiaanse filmploeg die een documentaire maakt over deze race. Ieder jaar worden er twee races verreden in Siena; op 2 juli en op 16
augustus. Aan die races doen 10 van de 17 wijken mee uit Siena. Zo’n wijk heet een “Contrade”. De zeventien Contrade strijden niet tegelijkertijd; tijdens de race doen er namelijk maar tien Contrades mee. De zeven andere Contrades zijn verzekerd van deelname aan de Palio in juli of augustus het jaar daarop. De overige drie deelnemers worden bepaald door een loting.
De deelnemende paarden worden door een lotingssysteem aan de wijken gekoppeld en kunnen dus niet door een wijk worden gekocht. Op deze manier hoopt men een soort eerlijkheid in te bouwen. De berijders zijn echter geen wijkbewoners. Deze jockeys, fantini (enkelvoud = fatino), komen niet uit Siena zelf maar zijn wel Italiaan. Per palio verdienen deze fantini een aardige som geld die kan variëren van € 60.000,00 tot €200.000,00 per palio. De grootte van het bedrag wordt bepaald door de ervaring en het aantal overwinningen. Dat betekent eigenlijk: des te meer geld er neergelegd kan worden des te groter de kans op succes is. De race zelf is een wedstrijd waarin veel is toegestaan. Men mag elkaar met zweepjes slaan en de fatino mag best een ander paard afsnijden. Dit gebeurt allemaal op een parcours van ongeveer 1000 meter waarvoor men drie ronden moet afleggen over het plein. We kijken uit over het plein en genieten van een espresso. Het is niet voor te stellen dat op de racedagen hier zoveel mensen, zonder toilet en in de brandende zon, zoveel geld neerleggen om de race te mogen aanschouwen. Tenminste, we kunnen het ons nu nog niet voorstellen. Na de koffie verdwijnen we naar één van wijken van Siena om kennis te maken met Flavio. Een 82 jarige inwoner van de Contrade “Oca”. Een wijk die al diverse keren de palio heeft mogen winnen. We ontmoeten Flavio zittend op een bankje en na het langdurig handen schudden kunnen we beginnen aan ons gesprek. Flavio is geboren en getogen in deze wijk en vol verve vertelt hij over zijn geboortegrond. Het laat zien dat een wijk niet zomaar een wijk is maar een soort thuis. Met grote armgebaren toont Flavio zijn omgeving en vertelt dat de wijk en de mensen die er in wonen wel veranderen, dat wel. Maar dat eenmaal geboren in Oca betekent dat je nooit ergens anders thuis zal voelen. Zijn kleindochter van 14, die even naast opa is komen zitten, beaamt dat knikkend. In mijn hart, zegt ze en ondersteunt dat door haar hand op de plaats van haar hart te leggen. Het maakt mij al snel duidelijk dat deze passie voor hun wijk ook in de palio terug te vinden zal zijn. De wijk is een enorm belangrijke plaats voor deze mensen.
Wetende dat we voor de palio komen schakelt de oude man snel over naar deze gebeurtenis. Meneer, zegt hij terwijl hij de Italiaanse interviewer bij de arm pakt, ik ben sinds een paar jaar slecht ter been. Ik kan niet meer zelf op de piazza zijn en dat maakt me erg verdrietig. Ogenschijnlijk komen de emoties ook want hij veegt even zijn ogen droog terwijl de kleindochter haar arm even om haar opa heen slaat. Ik wil er zo graag bij zijn. Zo graag. Wanneer de palio nadert wil ik er zoveel mogelijk van meemaken. De loting van de paarden, de zegening van het paard en de fatino. Maar ik kan ook uren voor de stal zitten waar het paard staat zonder wat te zien. Een fatino die verliest is een schande. De oude man heft zijn armen in de hemel en schudt zijn hoofd. Het is niet gespeeld, de emoties zijn meer dan echt. Het is een schande voor de wijk. Wij hebben vaak gewonnen, vertelt Flavio. Dat maakt me gelukkig, ook nog nadat mijn vrouw 4 jaar geleden overleed. De palio en mijn (klein)kinderen zijn een goede reden om door te leven. Dat lokt een vraag uit aan de oude man hierover. Wat is de volgorde van die redenen. Wat is nu het belangrijkste in zijn leven? Flavio lacht en kijkt naar zijn kleindochter en terwijl hij haar haar beetpakt kijkt hij mij aan. Wat is het belangrijkste? Ik wil daar eigenlijk geen volgorde in aan brengen maar geloof me‌de palio komt vlak na mijn (klein)kinderen‌ Wanneer de palio is aangebroken heb ik een nacht niet geslapen. Ik ben dan op van de zenuwen. Ik stap mijn bed uit en trek mijn enige pak aan wat ik nog bezit. Het is na maanden van voorbereiding
eindelijk zo ver. De dag zelf eet ik weinig en kan alleen maar wat heen en weer wandelen en ben dan vooral samen met de andere wijkbewoners. We praten over de palio en steunen elkaar. Wanneer het na lang wachten zover is brengt mijn dochter, die de wijk ook nooit heeft verlaten, mij naar mijn kamer en installeert de tv. En dan ga ik zitten. Vlak voor de tv. In mijn goede stoel. En dan…Het lijkt alsof Flavio wil gaan staan maar praat verder…en dan…dan is het zover. De start begint en dat kan vaak heel lang duren. Wanneer de paarden eenmaal weg zijn stopt mijn hart met slaan. Ik zit gwoon in de tv. Het lijkt alsof Flavio op dat moment ook voor die tv zit. Vol verve vertelt hij over dat ene moment dat hij voor de tv de Palio meemaakt. Zijn ogen zijn als schoteltjes en zijn handen staan al minuten omgedraaid met de vingers omhoog. Het duurt maar even, vervolgt hij dan zijn verhaal, en het wordt al snel duidelijk hoe het gaat aflopen. Wanneer we winnen ben ik dagen dolgelukkig en wanneer we verliezen ben ik verdrietig. Erg verdrietig maar ook boos. Boos op de fantino. Dat hij de wijk heeft laten zitten. Tot schande gemaakt. De kleindochter wordt ook betrokken nu. Hoe zij dan e palio ervaart. Het meisje vertelt dat ze bij de palio zelf wil zijn, op het plein met haar vader. Ze vertelt hoe ze in die mensenmassa op de piazza zich staande houdt en haar Contrade toejuicht. De manier waarop zij voor de camera haar verhaal doet laat zien dat ook dit jonge meisje hart heeft voor haar wijk. Dat de palio ook in dit jonge leven een zeer belangrijke rol vervult. De traditie zal op deze manier niet uitsterven, verwacht k. Wat de leeftijd ook is, de wijk is alles voor hen. De manier waarop deze mensen hun verhaal deden deed me beseffen dat dit niet zomaar een wedstrijdje is, maar veel meer. Men leeft hier bijna voor. We nemen afscheid en lopen nog met de cameraploeg even de wijk door om sfeerplaatjes te maken. Het fanatisme waarmee de inwoners hun wijk promoten is bijna angstig. Het doet me bijna denken aan hele fanatieke voetbalsupporters. Dan keren we terug naar de Piazza om daar nog Nestore te ontmoeten. Nestore is 59 en is ook inwoner van Oca. Hij zal ons op de plek van de wedstrijd nog wat achtergrondinformatie geven over de palio.
Op de plaats waar de start plaats vindt brandt nu de zon. Je realiseert je dat de toeschouwers het toch echt wel warm moeten hebben om op deze plaats te staan. Nestore vertelt ook volg overgave en door zijn manier van praten krijg je bijna het gevoel dat de paarden over een uurtje hier ook echt zullen staan. Hij vertelt hoe de berijders vlak voor de start een zweepje krijgen uit handen van een politieagent en dat ze daarna op volgorde van een loting plaats nemen achter een touw. Tijdens de startprocedure is er tijd om elkaar om te kopen. Het kan zijn dat een bepaalde wijk (of de fantino) geld biedt aan een andere wijk voor een betere positie of misschien wel om zelfs de wedstrijd met opzet te verliezen. Het is een soort van legaal omkopen. De bedragen worden echter pas echt uitbetaald wanneer de wijk ook echt wint. Het is dus een zware gok om ergens op in te gaan. De fantini mogen niet zelf onderhandelingen doen maar dit gaat altijd in overleg met de “capitano”, de kapitein van het team. Luistervinken in het publiek zorgen er voor dat de fantini niet zelf zaken gaan afspreken. Wanneer er negen paarden klaar staan achter het starttouw is het wachten op het tiende paard. Zodra deze zijn neus tussen de twee starttouwen heeft gestoken wordt er gestart. Er is dus geen starter maar het tiende paard bepaalt het moment van starten. Dan gaat het los… Ik kijk om me heen en probeer me voor te stellen hoe het is om er bij te zijn. Het moet geweldig zijn en dat moeten we ook maar een keer gaan doen. Vooral ik nu het gemerkt hoezeer de palio leeft en vooral waarom. De mensen leven zo enorm voor hun eigen wijk en de palio zorgt er voor dat ze nog trotser kunnen worden op die wijk. Na het afscheid lopen we terug naar onze auto die we op een grote parkeerplaats hebben neergezet. Siena is voor mij nu meer dan een leuke plaats om te bezoeken, Siena is voor mij nu ook een plaats waar mensen wonen die toegewijd zijn aan hun woonplaats. Die trots zijn op hun geboortegrond en daarmee er voor zorgen dat die beroemde palio meer is dan zomaar een race tussen paarden…
Mijn leven in Italië De zon brand hevig over het terras en ik kijk uit over het meer. We zitten in Cisano bij de Kuyaba-bar waar we hebben afgesproken met Hilde en hoewel het eigenlijk al tijd is voor een Aperol
zitten we keurig aan het water. Hilde lijkt in alles al op een Italiaanse, donker haar en een grote zonnebril en een tas waarin ongetwijfeld haar hele hebben en houden zich bevinden. Ik ontmoette Matteo tijdens een rondreis in Zuid-Amerika en was toen begin twintig. Hoewel ik niet op zoek was gebeurde het me toch en werd zowaar verliefd op hem. Na vijf weken moesten we afscheid nemen en vertrok ik weer naar Nederland. In Nederland bleef Matteo echter in mijn hoofd zitten en het contact was ook gebleven. Al na korte tijd werd duidelijk dat het echt diep zat. Hij woonde aan het Gardameer waar hij het oude huisje van zijn op had overgekocht nadat deze was gestorven. Zijn roots liggen in Brescia, een stad op zo’n 50 kilometer van het meer. Dat hij aan het Gardameer woonde was wel leuk, als kind had ik daar jaren vakanties doorgebracht met mijn ouders dus geheel onbekend was de omgeving niet. Al vrij snel zat ik in het vliegtuig richting Bergamo en bracht lange tijd bij hem door. De relatie leek stand te houden en na veel wikken en wegen besloot ik de stap te wagen en definitief (wat is definitief?) te gaan wonen aan het meer. Dat klinkt eenvoudig maar de realiteit was anders. Het was nu ook echt anders dan daarvoor. De periode ervoor woonden we natuurlijk ook samen maar werd het serieuzer, tenminste zo voelde het. Ik kwam hier aan het begin van de zomer en dan leeft het. Vanwege zijn werk was mijn vriend twee weken weg en dan weer twee weken thuis. Wanneer ik alleen was vermaakte ik me met hardlopen, wandelen, lezen en zonnen. Het voelde als vakantie. Ondertussen probeerde ik me het Italiaans eigen te maken en daar hielpen de dagelijkse gesprekjes met onze oude buurman ook aan mee. Hij vertelde vaak over de keerzijde van Italië. Zo maakte hij me eens duidelijk dat in Italië niets zeker is, zo werd hij vorig jaar op 74 jarige leeftijd uit de ziektekostenverzekering gegooid omdat hij teveel kosten maakte. Vanaf dat moment kan hij niet eens meer een bezoek aan een huisarts betalen. Tegen de herfst, zo ongeveer 3 maanden na mijn komst hier, begon ik werk te zoeken. Lastig, ik was nog geen Italiaanse. Het wilde niet echt lukken en tegelijk met de rust en het ruige weer af en toe zakte ook mijn humeur. Ik lette vooral op datgene wat me tegenviel. Zo ergerde ik mij aan de vriendengroep waar mijn vriend uit voort kwam. Afspraken zijn hier makkelijk te maken maar het nakomen is een ander verhaal… Had je om acht uur afgesproken in een restaurant dan kon het zo maar zijn dat je om tien er er nog zat, met z’n tweeën…Wanneer je belde werd soms doodleuk verteld dat ze voor de televisie zaten en de film zo leuk was dat ze maar niet kwamen. Waarom dan niet even afgebeld? Mijn vriend maakte er geen punt van. Hij zou zo hetzelfde kunnen doen. Het kwam ook regelmatig voor dat een afspraak met twee vrienden opeens een afspraak met acht mensen werd. Mensen die ik helemaal niet kende maar vrienden waren van onze vrienden. Op zich vind ik het niet erg, hoe meer zielen hoe meer vreugd, maar de voorraad in huis was vaak niet voldoende en in plaats gezellig bij te kletsen luisterde je toe hoe oude gebeurtenissen werden opgerakeld. Ik voelde me op dat soort momenten hopeloos alleen. Daar kwam nog bij dat mijn vriend, als een echte Italiaan, toch kon volhouden aan de traditionele verdeling in het rolpatroon van man en vrouw. Terwijl ik in de keuken stond om de maaltijd te
bereiden lag hij onderuitgezakt in de tuin en deed dat ook na het eten terwijl ik de vaat deed. We hebben daar uiteindelijk veel woorden over gehad maar uiteindelijk doorbrak ik dit en hielp hij hard mee. Alleen vond mijn schoonmoeder dat weer een schande en dat leidde vaak tot lastige situaties. Ik werd, voor mijn gevoel, niet echt geaccepteerd en vaak genegeerd. Alleen mijn schoonvader zocht contact. Uiteindelijk was een gebeurtenis met kerst de druppel. Toen we een week later in Nederland waren besloot ik achter te blijven na vele avonden huilen, praten en ruzie maken. Ik zie nog de rode Alfa de straat uit rijden, dat was het dan. Ik voelde me eerst opgelucht, ik zou nooit een Italiaan kunnen worden en voelde me in Nederland wel thuis. Alles in Italië streek zo in tegen mijn Nederlandse persoontje. Na twee weken zag ik een interview op tv met een man die vanuit een oorlogsgebied asiel had gekregen in Nederland. Hij vertelde dat hij enorm moest wennen aan ons land maar dat het aanpassen vroeg. Daar moet je voor knokken, wil je blijven. Soms moet je over principes heen stappen. Het zette me aan denken. De liefde was er nog en misschien was ik te rigoureus geweest. Ik heb gebeld en na uren gepraat te hebben besloot ik op het vliegtuig te stappen richting Bergamo. Uiteindelijk zat ik achttien dagen nadat de Alfa de straat was uitgereden weer in het huis aan het Gardameer. Ik heb de draad weer opgepakt, heb werk gevonden en mijn vriend kookt zelfs af en toe en helpt gewoon mee in het huishouden. Wanneer zijn moeder er is hoeft hij niets te doen, dat is dan weer mijn handreiking naar hem. Het heeft er wel voor gezorgd dat mijn schoonmoeder mij iets meer accepteert. Voor de rest blijft het slikken en af en toe even op de lippen bijten. Ook wanneer je auto zes dagen bij de garage staat in plaats van twee uurtjes. Ook wanneer de bank weer geen rekening voor je kan openen. Ook wanneer niemand rechtstreeks iets tegen je durft te zeggen terwijl de leidinggevenden op het werk je afblaffen en absoluut niet accepteren dat je meedenkt. Hilde kijkt even lachend in de richting van het meer. Ze zucht nog even en zegt dan dat ze niet weet wat de toekomst brengt. Het gaat nu veel beter, we wonen in een prachtige omgeving. Maar wat wanneer er sleur gaat ontstaan? Ik maak me daar wel druk om en dat is misschien onzin. Het blijft lastig om alles te kunnen accepteren maar de liefde is sterk. Dan lacht ze weer even en wijst op haar grote zonnebril. Mijn vriendinnen zeggen echter dat ik meer Italiaanse ben geworden dan ik zelf denk. Niet alleen qua uiterlijk maar ook met zaken als afspraken nakomen. Zo was een vriendin van me hier met haar gezin in de buurt op vakantie. We hadden afgesproken in Verona om twee uur. Op dat tijdstip was ik echter nog druk bezig met een gesprek met onze buurman. Pas tegen half vier, na veel sms-jes van haar was ik in de stad. Ik begreep niet waar ze zich druk om maakte en toen realiseerde ik me dat ze misschien gelijk hadden. In een jaar was ik al meer Italiaanse geworden dan ik zelf doorhad en nam zelfs al vervelende gewoonten over! En nu maar een Aperol? Ze roept de ober op het terras en na 10 minuten zitten we aan de Aperol. Het lijkt allemaal zo mooi he? Toch zien al die toeristen een heel ander Italië dan er in de werkelijkheid is, maar dat laten we mooi zo. Dat is beter voor de economie hier. En waarom zou je je als toerist druk maken om zaken waar je als inwoner alleen maar last van hebt? Italië is mooi en daar
moet je van genieten! En dat doe ik ook. We maken nog even de afspraak dat Hilde ons op de hoogte blijft houden van haar leven in Italië en dan genieten we even van het Dolce vita… Reizen naar Ventimiglia en betaalbaar houden In Ligurië, aan de Franse grens ligt het stadje Ventimiglia. Het is een plaats aan zee met een kleine 25.000 inwoners. De stad vindt zijn oorsprong in de Romeinse tijd en de overblijfselen zijn daarvan zeker terug te vinden. Ventimiglia heeft een mooie boulevard met een aantal leuke en betaalbare restaurantjes. Vaak eet je terwijl op een paar meter de Middellandse zee zich meldt. Het stadje kent een oude stadskern die een wandeling waard is. Ventimiglia kent een treinstation van waaruit Monaco, Nice, Genua en Portofino goed bereikbaar zijn. Met de trein komt je midden in de centra van deze steden tegen zeer betaalbare prijzen. Wanneer je zonaanbidder bent is er een breed strand, kiezels…dat dan weer wel. Het is er nooit overdreven druk en dat maakt het tot een relaxte ligplaats. De stad zelf is een typisch Italiaanse stad met veel restaurantjes, druk verkeer, chaotisch parkeren maar zeer goed berijdbaar. Iedere vrijdag is er een ongekend grote typisch Italiaanse markt. Ook is er de overdekte markthal waarin etenswaren worden aangeboden. Het is zeker te moeite waard om te bezoeken. We besluiten de stad met ons bezoek te vereren en vertrekken richting Italië en nemen een hotelovernachting in Zwitserland vlak na de Gotthardtunnel , dan hebben we die alvast gehad. De overnachting vindt plaats in een klein Zwitsers stadje vlakbij de Lago Maggiore, Lavorgo. We hebben gekozen voor een klein Hotel, Hotel Defanti. De overnachting kost € 165,00 voor twee kamers inclusief ontbijt. Het hotel is eenvoudig maar schoon en het personeel erg behulpzaam en vriendelijk. Een warme hap kan, al is het hotel de enige mogelijkheid en zijn de prijzen redelijk hoog ten opzichte van Italië en Duitsland. We slapen goed en de volgende dag, na een goed ontbijt, stappen we in de auto om richting Genua te gaan en tijdig af te buigen naar ons reisdoel Ventimiglia. De autostrada is prima te rijden maar tunnelangst moet je niet hebben. Het gaat van tunnel maar tunnel en tussendoor krijgen we de meest prachtige vergezichten voorgeschoteld. Wanneer je ook maar twijfels had of het reisdoel wel een goede keuze was dan zijn die twijfels nu verdwenen. Wanneer Ventimiglia op de borden verschijnt hebben we een goede reis achter ons. We rijden het stadje binnen en vinden al vrij snel ons Hotel, Hotel Provenza. Hier hebben we een kamer voor vier personen (zonder ontbijt) geboekt voor € 480,00 euro (vier nachten). Het hotel is modern, schoon en het personeel behulpzaam en vriendelijk. De kamer is mooi en voorzien van alle gemakken. Enig minpuntje is de parkeerplaats, die is er niet…We drukken de auto onbetaald aan de kant van de straat maar hebben daarvoor wel enige malen moeten rondrijden. De volgende dag proberen we het ontbijt voor vijf euro per persoon maar dat doen we niet weer. Het ontbijt is karig en stelt niets voor. Die middag halen we voor 12 euro brood en beleg bij de supermarkt vlakbij en stallen dit op onze kamer waar zich ook een koelkast bevindt. Het wordt een stranddag en ’s avonds wandelen we door het stadje en eten bij een plaatselijke pizzeria.
Een dag gaat op aan Monaco, voor nog geen 25 euro reizen we met ons vieren op en neer naar deze bijzondere stad en komen we midden in het centrum aan. Ideaal en comfortabel, deze manier van reizen. De andere dagen gaan op aan de markt en het bekijken van het oude deel van Ventimiglia. De vier dagen zijn zo voorbij. De stad heeft meer dan voldaan aan onze verwachtingen. Het is een gezellig stadje om een aantal dagen te verblijven en kan prima dienen als uitvalsbasis. Kijkend naar de kosten kunnen we stellen dat we aan overnachtingen € 645,00 hebben betaald en dat komt neer op € 32,25 per persoon per dag. Daar komt natuurlijk nog eten, drinken en brandstof voor de auto overheen maar dat is allemaal erg persoonlijk. Uit eten kan bijvoorbeeld zoveel kosten als je zelf wilt. Er is een McDonalds, wil je Italiaans dan is er al een pizza vanaf vier euro. Wij kunnen maar één conclusie trekken: Ventimiglia was een goede en betaalbare keuze en zijn blij dat we er zijn geweest! Ventimiglia hebergt voortdurend een groep van ruim 150 asielzoekers welke wanhopig proberen Frankrijk binnen te komen. Voor deze groep is opvang in het stadje gecreëerd. De grensbewaking tussen Frankrijk en Italië is mede hierom scherp. Veel overlast geeft dit overigens niet.
Betaalbaar in Toscane op een boerderij? Voor het magazine gingen we op zoek in een populaire regio naar een betaalbaar maar uniek overnachtingsadres. Dan probeer je dus wat en dan kom je bij toeval ergens terecht waarvan je achteraf denkt…nee…hier ga ik niet over schrijven want dit wil ik graag voor mezelf houden. Zo goed is het bevallen. Maar vooruit, wanneer niemand het verder vertelt deel ik hierbij een geweldig leuk adres… Het was even een lastige zoektocht. We wilden iets leuks, zoals een boerderij en dan bij voorkeur met een eigen zwembad en dan ook nog een lage prijs. Deze combinatie is lastig, dat mag duidelijk zijn. Toch vonden we een adres vlakbij Montepulciano. We gingen niet af op de recensies omdat we zo langzamerhand wel weten dat een verblijf zo persoonlijk wordt ervaren dat we het zelf willen meemaken en oordelen. Het stadje Montepulciano (vooral bekend om de wijn, de beroemde vino-nobile wijn, uit deze streek) ligt nog net in Toscane en vlakbij Umbrië. De plaats heeft ruim 14.000 inwoners en is fraai gelegen. Het ligt hoog op een heuvel en vanaf het stadje heb je een prachtig uitzicht over de omgeving. Restaurants zijn er voldoende en het herbergt ook een aantal leuke winkeltjes en er is ook een plaatselijke supermarkt. Parkeren is redelijk eenvoudig maar wel betaald. De agriturismo waar we naar toe gaan ligt op een paar kilometer van Montepulciano en is binnen 5 minuten bereikbaar met de auto. Montepulciano ligt op haar beurt weer op 1450 kilometer van Utrecht verwijderd. De boerderij ligt op een kwartier rijden van de snelweg en is bijzonder goed bereikbaar. Het is zaterdag wanneer we na een lange reis een smal straatje indraaien waaraan de boerderij is gelegen. Dit straatje slingert zich verderop tussen de heuvels door met aan weerszijden de druivenranken. We worden meteen al verliefd op de omgeving, blauwe lucht en groene heuvels en in de verte zien we het, voor ons toen nog onbekende Montepulciano, op een heuvel liggen. We rijden
door het hek naar binnen en parkeren de auto in een oude schuur. Het eigenaars-echtpaar komt ons meteen begroeten. Ondanks het gebrekkig Engels en de matige communicatie in het Italiaans begrijpen we elkaar goed. De boerderij is verdeeld in vijf appartementen, waarvan één wordt bewoond door de eigenaren. We krijgen het appartement toegewezen aan de binnenzijde met uitzicht op het zwembad. Deze week zal blijken dat er meer dan voldoende privacy is voor alle gasten bij het eigen appartement. Het huisje is eigenlijk authentiek Toscaans. Bruine meubelen, tegelvloer en klassieke kleuren aan de muren. Het heeft een complete keuken, een goede douche, toilet en wasgelegenheid. Er staat een fraaie eethoek, bank en de bedden zijn goed. Voor de liefhebbers is er ook een t.v. Airco is er niet, maar door de dikke muren en de luiken voor de ramen ontdekten we in die week dat de airco ook geen vereiste is, ondanks de 38 graden buiten. De boerderij wordt omringd door bosschages waardoor de buitenwereld alleen in de verte bestaat! In de ochtend is het heerlijk buiten ontbijten in alle rust. De eigenaar is voor die tijd (lees: voor acht uur) al bezig geweest om het zwembad schoon te maken, een klus die hij elke dag serieus doet. Er is een buitenkeuken waar je gebruik van kunt maken om te barbecueën. De eigenaar zal die week laten zien dat hij, zonder zich op te dringen, altijd voor je klaar staat. Net als hij iedere dag langs komt met abrikozen en pruimen van de eigen boerderij. Heerlijk! Ook is er een fles wijn aan het begin van onze week, gemaakt van de druiven van zijn boerderij. Het is heerlijk om bij het zwembad in de heerlijke relaxstoelen een boek te lezen en af en toe een verfrissende duik te nemen. De rust is ook aangenaam en het is zeker geen straf om af en toe een dag door te brengen op de boerderij. De boerderij is een prima uitvalsbasis om Rome en Florence (met de trein vanaf het nabij gelegen Chiusi) te bezoeken. Met de auto is Siena prima te doen evenals Pienza en Arezzo. Ook een verkoelende duik in het meer van Trasimeno is een optie. Wanneer we de zaterdag daarop weer vertrekken kunnen we stellen dat we een fantastische week hebben gehad. Het beheerdersechtpaar is behulpzaam en staat altijd klaar voor de gasten. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Je kan er prima relaxen, wandelen, zwemmen en ook fietsen zijn te huur op de boerderij. We hebben vaak Montepulciano bezocht, niet alleen vanwege de supermarkt maar ook om af toe even een terrasje te pakken of een hapje te eten. Daarvoor moet je sowieso caffe Poliziano hebben bezocht. Een restaurant waarbij je geweldig kunt zitten met een geweldig vergezicht over de Toscaanse omgeving. We hebben voor 7 nachten € 700,00 betaald (inclusief schoonmaak en gas en elektra) en dan kan je met 4 tot 6 personen verblijven. Er komt nog wel toeristenbelasting overheen. Al met al is het een prima prijs-kwaliteitverhouding, het is de prijs meer dan waard zullen we zeggen. De beoordeling staat hieronder maar laten we benadrukken; het is persoonlijk, (schaal 1 – 10, 1 is erg slecht en 10 is super) Prijs-kwaliteit verhouding totaal : 9 Leef- en slaapruimte: 8
Bereikbaarheid beheerdersechtpaar: 9 Schoon: 7 Faciliteiten op de boerderij: 9 Ligging t.o.v. bezienswaardigheden: 10 Bereikbaarheid van de boerderij met de auto: 9 TOTAALOORDEEL: 9 Adres van deze boerderij Il Fienile: Via di Casa Rossa, 2 53045 Località Torrente Salarco, Montepulciano SI, Italië Telefoon: +39 0578 707180
De kracht van het Gardameer Het Gardameer lijkt net een Lelijke Eend (de auto dan), of je houdt er van of je verafschuwt het. Een gulden middenweg lijkt er niet te bestaan. Het meer is populair onder Nederlanders, Engelsen, Duitsers, Belgen en Denen. Waarom eigenlijk? Op veel stranden langs het Gardameer drommen Nederlanders samen op steeds dezelfde plaats, handdoeken en stoelen worden vroeg in de ochtend neergezet (ook andere volken maar zich daar wel aan schuldig, dit ter geruststelling) om pas uren later de opgeëiste plek weer te bezetten. Net als al die dagen er voor. Rond het meer is autorijden op bepaalde tijden filerijden. Het is druk en over 30 km zou je zo maar eens twee uren kunnen doen. In de stadjes aan het meer is he t’s avonds in de vakantie zo druk in de vakanties dat het lastig is om een stoel te vinden in een restaurant. Rustig tafelen is er vaak ook niet bij, want hoe sneller de tafel weer leeg is des te sneller kunnen nieuwe klanten aanschuiven. Eenmaal het eten besteld betekent vaak binnen vijf minuten het eten voor je op tafel. De winkeltjes puilen uit van toeristische prullaria en het is moeilijk om in de centra nog het oude Italië terug te vinden. Het leven gaat door tot diep in de avond. De natuur rond het meer wordt verstoord met reclameborden en aangelegde campingplaatsen. Vaak worden de nachten ruw verstoord door terugkerende jongeren uit de uitgaansgelegenheden. Tot overmaat van ramp kan een er zomaar ook nog eens een bui ontstaan die fors kan uitpakken en met enorme hagelstenen auto’s en caravans in korte tijd kan omvormen tot heuse poffertjespannen. Wat is toch de magie van dit meer waardoor zoveel toeristen, vaak ieder jaar opnieuw, neer strijken aan dit meer? Jaren geleden passeerden we met de auto altijd dit meer en al het voorgaande wat hier is beschreven passeerde dan onze netvliezen. We waren er nog nooit geweest maar het moest echt verschrikkelijk zijn, Lloret de Mar in het kwadraat. Tot een jaar waarin we besloten om een keer bij het meer vakantie te gaan vieren omdat het toch ook wel lekker berijdbaar is vanaf Nederland. Sindsdien keren we ieder jaar in ieder geval een week terug… Laten we voorop stellen dat iedere vakantieplek voor- en nadelen heeft en dat dit ook nog eens persoonlijk is. Maar de aantrekkingskracht van het Gardameer is vrij gemakkelijk te verklaren. Ook
dat het bij een breed publiek zo geliefd is. Breed in de zin van leeftijd en opleidingsniveau. Wát heeft het Gardameer wat andere delen van Italië minder of niet hebben?
Eigenlijk komt die aantrekkingskracht simpel door de diversiteit van het meer. Het meer telt veel stadjes die (afgezien van de drukte) goed en gemakkelijk bereikbaar zijn via een goed water en wegennet. Het populaire Lago Maggiore bijvoorbeeld heeft ook leuke plaatsjes maar het zijn er minder en het wegennet is aanzienlijk minder van kwaliteit. De stadjes aan het Gardameer zijn daarnaast een bron van vermaak. Hoe klein dan ook, ze tellen vele restaurantjes en winkeltjes. Het stimuleert het flaneren en dat zorgt voor een extra stuk gezelligheid. Naast die bron van vermaak zijn de stadjes ook nog vaak vol van authentieke gebouwen en kasteeltjes. Mensen die komen voor het echte Italië komen op deze manier ook aan hun trekken. Het meer heeft daarnaast een goed verkeersnet en vanuit hier kan er met de trein gereisd worden naar steden als Milaan, Bologna, Verona en Venetië. Met de auto is het gehele meer goed bereikbaar maar ook steden als Bergamo, Verona en Brescia zijn haalbaar. Er zijn dus legio mogelijkheden. Het meer heeft tevens een fraaie natuur. Het heeft elementen van Toscane, Umbrië, Trento en Ligurië in zich en is daardoor aantrekkelijk om doorheen te reizen. Het meer zelf biedt voldoende mogelijkheden voor allerlei vormen van watersport. Ook de watersporter komt prima aan zijn trekken maar dat geldt ook voor andere sporten. Mountainbiken, wandelen en bergbeklimmen bijvoorbeeld. Het Gardameer heeft ook een fijn klimaat. Het is stabieler en warmer dan een meer als het Lago Maggiore en koeler dan een streek als Toscane. Het is overwegend altijd goed weer in de zomerperiode op een enkele onweersbui na, het blijft tenslotte toch een bergachtig gebied. Kortom, het is heel Italië in een klein gebied samengevoegd. Wanneer je wat drukte om je heen niet erg vindt dan zal je snel verliefd kunnen worden op het Gardameer…
Een Rolls Royce onder de wijnen… Tussen het Gardameer en Verona ligt een groot wijngebied. Hier komen de zogenaamde Valpolicella wijnen vandaan. Wij namen een kijkje bij één van deze wijnboerderijen. Piccoli is de naam van het bedrijf. We rijden vanaf het Gardameer richting de boerderij, zo’n 25 kilometer verderop in de richting van de stad der liefde, Verona. De weg er naar toe loopt door het dal van de rivier de Adige, die Verona uiteindelijk in tweeën splijt. De natuur is mooi, de ligging van de weg niet. Kantoorgebouwen en industrie nemen het uitzicht af en toe weg. Uiteindelijk vertelt onze navigatie dat we linksaf moeten en nog twee kilometer van de boerderij verwijderd zijn. De weg is smal en stijl en rijdend achter een claxonnerende medeweggebruiker komen we uiteindelijk boven op de berg aan. Wat een prachtig uitzicht. Verona ligt aan onze voeten. Het uitzicht is werkelijk fantastisch.
Wanneer we van het uitzicht hebben genoten lopen we naar de nieuwe boerderij. Veronica Tommasini komt ons begroeten. Gastvrijheid is merkbaar en voelbaar. Ze laat ons de wijnranken zien en de wijze waarop ze vertelt maakt ze ons al enthousiast nog voordat we iets hebben gedronken. Daarna laat ze vol overgave de boerderij van de familie zien. Nieuw, schoon, heerlijk koel en overal is goed over nagedacht. Na de wijnvaten gaan we naar de ontvangstruimte. Prachtig aangekleed. Dat is ook niet zo raar, Veronica heeft design gestudeerd in Milaan en dat is terug te zien in de boerderij. Ze vertelt dat de boerderij zo’n 25.000 flessen per jaar produceert en dat dit aantal er voor zorgt dat ze veel aandacht kunnen besteden aan de kwaliteit. We worden gastvrij aan tafel geplaatst en in combinatie met heerlijke hapjes gaan we proeven. We hebben een groot deel van de totale range aan wijnen geproefd. Wat opvalt is de kwaliteit. De wijnen zijn allemaal erg goed. Ze zijn lekker, heerlijke smaak en de rode wijnen hebben een prachtige unieke kleur. We pikken even de Amarone er uit. Met een alcoholpercentage van 15,5% en een mooie rode kleur. Smaakt uitstekend bij koud vlees of kaas. Maar ook zonder voedsel een heerlijk wijn. Dit is voor mij de beste wijn die ik ooit heb geproefd! Wat een volle smaak. Mijn dochters, die nog nooit rode wijn wilden proeven, zijn het met mij eens. Deze smaak is zo bijzonder. Eén van mijn dochters wilde uitdrukken dat deze wijn zo’n prettig gevoel op je tong gaf en benoemde deze prijs winnende wijn als “funny”. Ik zou eerder zeggen…het is de Rolls Royce onder de wijnen. Complimenti! Een terechte prijswinnaar is deze wijn! Ook de Valpolicella is een goede rode wijn met een volle smaak. Een alcoholpercentage van 13,5% en gaat goed bij soepen en risottto’s. Ook deze wijn verdient een prijs. De vormgeving van het etiket is van de hand van Veronica. De vormgeving is verrassend en bijzonder mooi. Deze wijn verdient ook een mooi etiket! Ik wil ook even de Rosato benoemen. Een heerlijke frisse rosé. Het is een rosato die heerlijk weg drinkt en vooral lekker is in het zonnetje op een zomers terras… Al met al zijn de wijnen van Poccili van een bijzonder goede kwaliteit. Veronica vertelt enthousiast en kan met volle overgave vertellen over de wijnen. Bijzonder gastvrij. Wilt u meer weten over deze goede wijnen dan kunt u contact met ons zoeken en u kunt natuurlijk ook de website van Piccoli bezoeken. Dank Veronica voor de
gastvrijheid en voor het feit dat je ons de wijnen hebt doen leren kennen. Ze zijn van een uitzonderlijke kwaliteit. Met pijn in het hart nemen we afscheid. Piccoli Wine: http://www.piccoliwine.it
Het Italiaanse leven Column van Jan Roelof Steenbergen Het valt me vaker op...de klantgerichtheid die andere volken in de wereld laten zien en waar we veel van kunnen leren. Dat moeten wij Nederlanders toch ook kunnen? Dit jaar was ik (natuurlijk) weer eens in Italië en vlakbij de camping waar ik verbleef stonden op niet al te grote afstand drie (soort van) strandtentjes. De dag dat we aankwamen op de camping puften (maar niet klagen natuurlijk!) we van de hitte en waren we in de middag echt wel toe aan een Italiaanse panini en een groot glas Aperol. Toen ik de bestelling deed zei de grijnzende medewerker dat hij mijn naam zou roepen zodra het klaar was. Hij vroeg mijn naam en ik gaf aan "Jan" te heten. "Ciao Jan..."riep hij lachend en schudde mij de hand. "Sono Marco", en hij wees op zichzelf.`"ciao Marco', zei ik terug en lachend zette ik mij op het terras. Even later riep Marco mjin naam en lachend gaf hij het dienblad aan en wenste ons 10x een goede maaltijd en zwaaide naar mijn vrouw en dochters. Vanaf dat moment kon ik de strandtent niet maar passeren of Marco (en ook zijn collega Dennis) schreeuwden vanachter de balie: "ciao Jan...hoe is het??" Zelfs op straat in het dorp waar Marco en Dennis woonden werden we hartelijk begroet door de twee uitbaters. Ook vrouw en dochters werd naar hun naam gevraagd en na één keer wisten ze het hele rijtje op te noemen. Natuurlijk was dit gespeeld en deden ze dit uit het oogpunt van klantenbinding, maar toch. Het voelde welkom en sterker nog...je voelde je zelfs schuldig wanneer je ergens anders gaat zitten dan op het terras bij Marco en Dennis. Dat hadden ze mooi bereikt. Ook bij andere restaurants werd je bij een tweede bezoek herkend en had de bediening onthouden wat je had besteld. Op die manier voelde je je welkom, serieus genomen en ben je echt een belangrijke klant (denk je). Geweldig zoals deze mensen dit doen. Je welkom laten voelen terwijl je als klant veelal weet dat het gespeeld is. Ze bereikten echter wel dat we voorkeur kregen voor hun restaurant om te zitten. Ook was je sneller geneigd even te gaan zitten om te drinken dan blikjes drinken te kopen (dat is tenslotte toch goedkoper, Nederlands als we zijn) en op te drinken. De manier
waarop je wordt geholpen is geweldig. De glimlach, de adviezen maar ook de reacties op "klachten". Geen ge-maar maar handelen en oplossen. petje af...maar waarom kunnen wij dat nu niet??? Zo was er ook een Nederlands stel wat wilde gaan trouwen in Italië en met hun net in Italië aangeschafte trouwkleding in tassen een winkeltje binnen wandelde om er een riem te kopen. De uitbater zag de kleding en trok spontaan een fles Prosecco open om met het stel te proosten op het aanstaande huwelijk..eerlijk is eerlijk…dat kan bijna alleen maar in Italië, helaas…
La Bella Figura Italianen hebben iets met schoonheid. Eigenlijk moet je stellen: de Italianen hebben alles met schoonheid. Kijk naar hun taal maar ook naar kleding en uniformen. Uniformen zijn één en al pracht en praal en op warme dagen loopt men bij voorkeur in de mooiste kleding. Maar het is ook vaak terug te zien in gebouwen en aankleding van de zogenaamde openbare ruimte (pleinen bijvoorbeeld). Het is ook niet voor niets dat vanuit Italië de prachtigste modellen auto’s komen of scooters, of keukens. Italianen zijn meesters in vormgeving. Er is een term voor deze wijze van “leven”. We noemen het “la bella figura”, wat eigenlijk zoveel betekent als een goed figuur slaan. Er goed uit zien. Maar dat dekt niet de lading. Het gaat verder, veel verder. La bella figura zit in de genen, zit in de genen van de mensen maar ook van de gehele samenleving. Wat is het dan precies? Wie herkent het niet, op je vakantieadres in Italië even wat graan drinken en eten in het plaatselijke dorp of stadje en dan de gehele avond, ongeacht de dag, hordes Italianen voorbij zien trekken in hun mooie kleding. Jong, oud, gezin, man en vrouw. Het is één van de uitingen dat Italianen graag laten zien dat het goed met ze gaat. Zo is het de gewoonste zaak van de wereld dat een vader heel lang geld aan de kant legt om de bruiloft van zijn dochter te betalen. Het mag die dag aan niets ontbreken. Een mooie jurk, een mooie trouwlokatie en ga zo maar door. Op deze manier laat je de buitenwereld zien dat het goed met je gaat maar dat je ook het beste wilt voor je familie, je vrienden en kennissen. Bella figura is ook de Italiaan die vol trots en passie vertelt over zijn beroep, zijn product of zijn afkomst. Het is ook de Italiaan die een restaurant aanbeveelt en dan ook zeker weet dat het goed is want anders kost het zijn of haar reputatie. Het is ook de Italiaan die weet hoe het eten bereid moet worden en vol passie vertelt hoe het bereiden hoort te gaan. Het is ook de Italiaan die de stoel aanbiedt aan zijn vriendin of het portier voor haar openhoudt wanneer ze aankomen bij het restaurant. Etiquette dus. Heb je wel eens een
Italiaan dronken in een restaurant of bar gezien. De kans is klein. Wanneer je te veel drinkt ga je dingen doen die je anders nooit zou doen en dat pas natuurlijk niet in deze levensstijl. Het is ook vrienden die regelmatig met elkaar lunchen en bijna nooit problemen met elkaar bespreken, want dat hoort niet zo. Dat is ook bella figura. Ondanks problemen altijd laten zien dat het goed met je gaat. La Bella Figura is veel en gaat ver. Het is veel omvattend en eigenlijk is het simpelweg een levensstijl. Het hoort al eeuwen bij Italië en de Italianen en dat zal ook altijd zo blijven. En stiekem vinden wij dat ook maar al te mooi, toch? Vespa… Piaggio was eens een vliegtuigbouwer van formaat in Italië. Het bouwde vooral gevechtsvliegtuigen en na afloop van de tweede wereldoorlog mocht Piaggio dat niet meer. Van de nood werd een deugd gemaakt en van alle liggende onderdelen een vervoersmiddel gemaakt. Vervoersmiddelen waren in die dagen schaars in Italië. Met vliegtuigneuswielen als wielen en een startmotor werd de eerste scooter gemaakt. Piaggio in Genua werd een scooterfabriek en presenteerde in 1946 de wesp, in het Italiaans…Vespa. De naam was niets voor niets want het model deed (onder ander door de ranke taille) denken aan een wesp. Voor dit model was er eerst nog een andere scooter geweest, Il paperino (Donald Duck). Het model werd geen succes en de directeur ontsloeg de verantwoordelijke ingenieur. Corradino d 'Ascanio (overleden in 1981) kwam met de Vespa. Het model ontstond in enkele weken nadat er een lijst aan eisen was opgesteld. Eisen als: lichtgewicht, verwisselbare wielen, handgeschakeld, goedkoop en nog een aantal eisen. Bijkomend voordeel van de Vespa was het feit dat het vrouwvriendelijk was. Door de brede voorzijde en het brede zadel kon men plaatsnemen in een korte rok. Op deze manier kon de Italiaanse vrouw elegant gekleed zich verplaatsen. Het was ook niet voor niets dat vrouwen vaak gebruikt werden op posters om de Vespa aan te bieden. Na 1953 nam de populariteit van de Vespa een enorme sprong. In de film “Roman Holiday” reden Gregory Pack en Audrey Hepbrun op een Vespa en als snel werd de Vespa het symbool van het befaamde “La Dolce Vita”… De scooter werd steeds populairder en heeft, na een inzinking, de laatste jaren weer aan populariteit gewonnen. Dat heeft alles te maken met het gebuiksgemak in de steden maar ook met de toenemende belangstelling van jongeren voor dit vervoermiddel (en dan vooral de zogenaamde bromscooter). NOG VERDER De maffia en Italië Italië en de maffia zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. Beiden worden vaak in één adem genoemd. De maffia heeft al honderden jaren haar tentakels in de politiek, de industrie, bouwwereld en middenstand. Ondanks een jarenlange strijd met veel slachtoffers, lijkt de strijd nog lang niet gestreden. Iedere keer duiken weer verhalen op waaruit blijkt dat
de maffia nog steeds actief is, een grote vinger in de pap heeft in veel zaken in het land en op onverwachte momenten toeslaat. De maffia kent zijn oorsprong op Sicilië. Daar bevindt zich de zogenaamde Casa Nostra, vooral de steden Palermo en Corleone zijn broeinesten van deze maffia-tak. Een andere maffia-tak bevindt zich in Napels en wordt de Camorra genoemd. Een derde grote maffia-tak is genesteld in Calabrië en wordt de Ndrangheta genoemd. De komende magazine besteden we aandacht aan de verschillende takken. Deze keer beginnen we met de Casa Nostra… De casa nostra De bakermat van de maffia ligt dus op Sicilië. De eerste melding over maffia-achtige praktijken stammen uit 1837 en concentreren zich op dat moment in de olijf boomgaarden en de wereld van de olijfolie rond Palermo. De maffia ontstond onder de arme arbeiders en had de intentie om meer invloed te krijgen ten opzichte van de rijke “buitenlanders” (Fransen én Italianen van het vaste land). Uiteindelijk werkten boeren en arbeiders voor hoger geplaatste tussenpersonen die geld betaalden voor bepaalde klussen. De maffia was geboren. In de film “the Godfather” krijgt een familie de achternaam “Corleone”, waarmee het stadje op Sicilië werd vernoemd wat als broeinest van de maffia wordt gezien. De invloed van de maffia werd echter langzaam ook verplaatst naar Palermo. Steeds vaker moesten middenstanders zogenaamd beschermgeld geven. Deden ze dat niet dan had dat gevolgen, zo werden mensen hard aangepakt, je zaak ging in vlammen op of de winkel werd niet meer voorzien van producten. Wie tegen de maffia in het geweer kwam had een groot probleem, uiteindelijk durfde niemand meer naar de politie en kreeg de maffia meer en meer een vrijbrief. Ook kreeg de maffia in de loop van de 19e eeuw steeds meer invloed en greep op de politiek. Dat leidde er uiteindelijk toe dat de maffia ook in bestuurlijke lagen doordrong. Hiermee nam de macht van de maffia verder toe en stond de maffia vanaf dat moment mede aan het roer van het eiland. In 1922 kwam Mussolini aan de macht en één van zijn doelstellingen was het uitroeien van de maffia. Hierdoor weken veel maffiosi uit naar Amerika waarmee de Amerikaanse tak van de maffia een feit werd. De doelstelling van Mussolini slaagde echter niet maar de maffia was er zelfs in geslaagd zich uit te breiden naar het zuidelijke vaste land van Italië. Op Sicilië was inmiddels een organisatie ontstaan waarbij verschillende families hun eigen territorium en werkzaamheden hadden. Dit luidde uiteindelijk ook een strijd onderling in, waarbij de families elkaar naar het leven stonden. In 1978 ontstond er een maffia-oorlog waarbij moordaanslagen op maffia-leden en bestuurders werden gepleegd. De angst werd groot onder de maffia en wel zo groot dat er zelfs, tegen alle afspraken in, mensen overliepen van de maffia naar de politie om te praten. De strijd ging jarenlang door, soms smeulend als een veenbrand om af en toe de kop weer op te steken. Een bekende overloper was Tomasso Buscetta. Veel van zijn familieleden, ook twee van zijn zoons, waren vermoord door de maffia. Uit onmacht besloot hij te gaan praten
waardoor uiteindelijk veel duidelijk werd over de structuur van de maffia en leidde tot arrestatie van honderden maffiosi. Contactpersoon voor Tomasso was Giovanni Falcone, onderzoeksrechter. Op 23 mei 1992 was Falcone met zijn vrouw en een grote escorte onderweg van het vliegveld naar Palermo. Tijdens het passeren van een afslag op de snelweg ontplofte er een zware bom waarbij Falcone, zijn echtgenote en drie agenten werden gedood. We kunnen rustig stellen dat dit de brutaalste aanslag was uit de geschiedenis van de maffia. Momenteel zitten veel bazen van de Casa Nostra achter slot en grendel en lijkt de maffia minder machtig te zijn. De waarheid ligt in het midden, de casa nostra leeft en zet jaarlijks miljarden om in afpersing, wapenhandel en de drugs-business. Het vermoeden is ook dat de maffia altijd onderdeel zal blijven uitmaken van de samenleving op Sicilië. Het eiland kent een lange geschiedenis van onderdrukking en mede daardoor zit er een soort van opstandigheid tegen alles wat riekt naar bazen en overheid. Dat genenmateriaal is belangrijk voor een maffialid, ook al is het zo dat veel maffialeden redelijk leven in luxe en veel geld bezitten. Het is soms wonderbaarlijk hoe vrij spel de organisatie heeft. In Italië werd zelfs een groot ziekenhuis gebouwd, buiten een grote stad en op een heuvel. Geen plaats of project om over het hoofd te zien. Toen het gebouw klaar was, na anderhalf jaar werken, stond het leeg en dat bleef het ook. Het ziekenhuis had er nooit mogen staan en er was nooit een opdracht verstrekt. Anderhalf jaar lang had een bouwonderneming van de maffia er gebouwd aan een ziekenhuis terwijl niemand, althans ogenschijnlijk, actie had ondernomen. We spraken een voormalig Carabinieri, afkomstig uit het noorden van Italië. Wanneer een Caribinieri zijn opleiding had afgerond werd men een jaar te werk gesteld. Flavio (naam gefingeerd) vertelde dat het een onderdeel was van de opleiding. Na een jaar stage kreeg je je definitieve plek toegewezen. Vergelijkbaar met het jaar wachtlopen bij een koninklijk huis van een marechausse in Nederland. Flavio mocht na zijn opleiding plaats nemen op de kazerne in Palermo halverwege de jaren tachtig. De periode dat het extreem onrustig was in de wereld van de maffia, aldus Flavio. Als jonge jongen mocht hij in het door de maffia gehate uniform dienen in het hol van de leeuw. Ja, ik was bang. Maar dat ging snel over. Eenmaal in Palermo bleken de werkzaamheden wel mee te vallen maar eigenlijk wel diep triest. In de ochtend reden we naar de kazerne, deden onze uniformen aan, sloten de luiken en legden de hoorn van de haak. Aan het eind van de middag werd het uniform geruild voor het burgerpakje en verdwenen we uit de kazerne. Zo bracht ik een jaar door in het hol van de leeuw. Het is tekenend voor de macht destijds van de maffia. Tegenwoordig is de maffia misschien minder zichtbaar maar heeft nog steeds macht. Hoe je het ook went of keert, de aantrekkingskracht van de maffia blijft. Dat komt natuurlijk ook vooral door de vele televisieseries en films waarin vooral duidelijk werd dat de maffia stond voor gerechtigheid en trouw.
Milaan, de meest Duitse stad onder de Italiaanse steden Milaan, de tweede grote Italiaanse stad met ruim vier miljoen inwoners. Het is de stad welke behoort tot de vijf steden van Italië welke het meest bezocht worden door toeristen vanuit de hele wereld. Milaan is economisch gezien de hoofdstad van Italië. De stad herbergt veel hoofdkantoren van grote ondernemingen en is ook de zetel van de Italiaanse beurs. Daarnaast is Milaan toonaangevend in de wereld van de mode en design. Reden genoeg om Milaan te vereren met ons bezoek en de meest Duitse stad (aldus de Italianen zelf) onder de Italiaanse steden te bezoeken. In een overvolle trein naderen we het hoofdstation van Milaan. Een blik naar buiten leert ons dat we een echte miljoenenstad zijn binnen gereden. Veel hoogbouw, drukte qua verkeer en mensen en overvliegende vliegtuigen. Milaan bruist. De stem uit de intercom kondigt aan dat we Milano Centrale binnenrijden, het teken voor veel reizigers om de spullen bij elkaar te zoeken en te gaan staan. Even later zijn we in de stroom mee naar buiten gelopen en staan we op het perron. Het is er druk, hoe kan het ook anders in een miljoenenstad. Buiten het station besluiten we te gaan lopen richting het centrum. Het is wel een half uur maar lopend zie je meer en ben je beter in staat de stad in je op te nemen. We steken de straat over en langs een eerste Mc Donalds lopen we een lange straat in. Banken, uitzendbureaus en kantoren. Mannen in snelle pakken en vrouwen in prachtige mantelpakjes. Italië ten voeten uit. Langs de weg staan honderden scooters en motoren opgesteld, wachtend op hun eigenaar om aan het einde van de dag weer huiswaarts door het drukke verkeer te gaan. E stad is hier ruim opgezet en ademt een zekere vriendelijkheid uit. Ik was wat bevoordeeld omdat een Italiaan kennis mij had verteld dat Milaan niet echt was. Deze kennis had er gestudeerd en wist te vertellen dat Milanezen alleen geven om uiterlijke schijn en je misschien wel het gevoel geven dat je welkom bent maar in werkelijkheid niets om je geven. Vooroordelen zijn gevaarlijk en ik wilde me niet laten beïnvloeden, maar toch…Tot nu toe niets wat wijst op deze mentaliteit. Wat wel opvalt is inderdaad de kleding van de gemiddelde voorbijganger. Vaak goed in de kleding , grote zonnebrillen, glimmende schoenen en prachtige kapsels. Dat van dit uiterlijke schijn zou maar zo kunnen kloppen. De modestad doet haar naam eer aan. Uiteindelijk passeren we het gebouw van RTL 102.5, een bekend radiostation uit Italië en slaan rechtsaf richting het centrum. In de verte zien de het beroemde overdekte winkelcentrum van Milaan, de Galleria Vittorio Emanuele… Rond 1870 werd het winkelcentrum gebouwd naar een ontwerp van de Italiaanse architect Guiseppe Mengoni. Vlak voordat het winkelcentrum af was, stierf hij. Het is een prachtig gebouw, zowel van buiten als van binnen. Binnen valt de mooie mozaïekvloer op en valt het licht speels naar binnen door de glazen koepels. We concluderen dat het een fraai winkelcentrum is. Het herberg veel restaurantjes, een heuse Mc Donalds maar ook winkels van Prada, Gucci, Louis Vuitton en Mercedes. Het is een winkelcentrum van allure. We
wandelen tussen de horden fotograferende Chinezen door naar de andere kant van het winkelcentrum. We kijken nog even over onze schouders achteruit en kunnen alleen maar de conclusie trekken dat het een bijzonder mooie winkelcentrum is. Dan volgt buiten de overweldigende aanblik van de Duomo., eigenlijk de Duomo Santa Maria Nascente. Het is een kathedraal van 150 meter lang. Het is een imposant gebouw en het meest bezochte gebouw van Milaan. Ook wij sluiten ons aan in de rij om uiteindelijk na een intensieve controle en gadegeslagen door zwaar bewapende carabinieri’s, het gebouw van binnen te bekijken. Pracht en praal en vooral groot is de juiste omschrijving. Aan deze kerk is van de 14e tot de 20e eeuw gebouwd en dat is terug te zien. Het heeft vele mooie beelden en vormen. Een echte trekpleister die niet mag ontbreken op het lijstje bij een bezoek aan deze stad. Het is ook mogelijk om wandelend over het dak een mooi uitzicht te hebben op de vele beelden van de kerk en de omgeving. Weer buiten gekomen wurmen we ons langs de vele mensen die proberen ons armbanden of duivenvoer aan te bieden. Opdringerig en vervelend maar we zijn resoluut en uiteindelijk laat men ons met rust. We gaan langs de kerk het winkelgebied binnen. Na enkele honderden meters van winkels, die we ook in Nederland vaak wel kennen, besluiten we dat we er toch niet zijn om te winkelen (maar wie dat wil, er is voldoende keuze) maar juist om andere zaken te bekijken. We stappen het winkelgebied uit en gaan weer in de toeristenmodus verder. Het enige wat we aan winkelbezoek nog doen is een bezoekje aan de vlakbij gelegen Ferrari store. Net nu wij er zijn is het mogelijk een rondje Milaan toe doen voor veel geld, dat slaan we maar af. Het is toch alleen file rijden in Milaan en dat is zonde in een heuse Ferrari. Het is aan te raden om bij een bezoek, en je wilt veel zien en bezoeken, een zogenaamde “Milan Pass” aan te schaffen. Voor een volwassene kost deze pas € 69,00 en voor een kind € 29,00. Bij deze pas krijg je een stadsplattegrond en heb je toegang tot veel bezienswaardigheden, veel musea en ook de Duomo en het beroemde San Siro stadion. Deze laatste ligt vrij ver buiten het centrum en is alleen bereikbaar met openbaar vervoer. Deze pas geeft je echter ook 48 uur toegang tot al het openbaar vervoer. We kiezen niet voor de metro maar stappen in de bus en gaan onderweg naar de wijk “Navagli”. Wanneer we aankomen kunnen we alleen stellen dat het de moeite waard is. De wijk doet een beetje denken aan Venetië. Veel water en in de leuke kanaaltjes liggen veel binnenvaartschepen die nu dienst doen als restaurant of bar. Deze hippe wijk telt veel boetiekjes en ateliers. Ook ’s avonds is het erg gezellig toeven in deze wijk. We brengen ruim een uur door in deze wijk en dat is veel te kort maar we willen nog naar het San Siro stadion en zoeken daarom de bus om af te reizen naar dit imposante stadion. We vergapen ons een tijdje aan de thuisbasis van de Milaneze voetbalclubs. Na een rondgang constateren we dat de dag er voor ons op zit en we een restaurantje gaan opzoeken om te gaan eten. Vanavond wacht de trein terug. Ja, het was te kort. De stad barst niet van de bezienswaardigheden en inderdaad…Milanezen zijn niet echt standaard Italiaans, maar twee dagen was toch wel nodig geweest. We nemen de bus naar Brera. Een voormalige kunstenaarswijk met veel galerieën, markten, antiekwinkels en restaurantjes. Deze laatste zijn hier heel betaalbaar en ook nog eens in een leuke
omgeving. De wijk telt vele achttiende-eeuwse paleizen en een prachtige kerk, de San Simpliciano. Die avond zien we ook mensen langskomen die een fietstocht van 3,5 uur hebben gedaan door Milaan. Daarbij zie je ook een flink aantal bezienswaardigheden op een relaxte manier. Hadden we ook leuk gevonden! We proosten nog even op vandaag en we moeten nog terugkomen want we hebben nog veel niet gezien…
Wat hebben we nog niet gezien? Santa Maria delle Grazie Deze kerk stamt uit 1492 en heeft een ook klooster. In dit klooster is op afspraak het fresco van 460 x 880 cm te bewonderen van Leonardo da Vinci: Het Laatste Avondmaal. Dat is toch een bekend tafereel. Om het te bekijken lukt alleen maar als je een plekje vooraf gereserveerd hebt. Zomaar binnenlopen is niet mogelijk, reserveren vooraf kan! Er mogen slechts 25 mensen tegelijk naar binnen. Cimitero Monumentale De bekendste begraafplaats van Milaan is het Cimitero Monumentale. Sinds het kerkhof haar poort opende in 1866 zijn er heel wat prominenten begraven. De graven en tombes werden gezien als een weerspiegeling van de status die de overledene had in de maatschappij. De graven vormen eigenlijk min of meer een soort openluchtmuseum van verschillende bouwstijlen. In het jaar 1876 kwam het Cimitero Monumentale volop in het nieuws, omdat hier het eerste Europese crematorium werd geopend naar een idee van een koopman, Alberto Keller. La Scala Theater Het Teatro alla Scala is hét theater gebouw van Milaan en behoort tot één van de mooiste operagebouwen van de wereld. Vaak zijn kaarten van beroemde stukken al maanden van te voren uitverkocht. Ook zit er een museum in dit gebouw Parco Sempione Grenzend aan Castello Sforzesco ligt het stadspark Parco Sempione. Het park heeft meerdere monumenten, waterpartijen, bruggen en veel groen. Wanneer het mooi weer is, is het erg druk in dit park. Het amfitheater ‘Arena Civica’ uit 1807 weerspiegelt de neoklassieke architectuur uit die tijd. En vanaf de Torre Branca heb je een fraai uitzicht over de omgeving. Vanaf de ruim honderd meter hoge ijzeren toren zie je veel herkenningspunten waaronder de Duomo. Een andere belangrijke bezienswaardigheid is de in het park gelegen stadspoort Porta Sempione met daarin de ‘boog van de vrede’ Arco della Pace. Het park is een ontwerp van de Italiaanse architect Emilio Alemagna. Colonne di San Lorenzo Aan de voorkant van de basiliek San Lorenzo zijn de bekendste Romeinse ruïnes van Milaan te zien. Deze indrukwekkende rij kolommen stammen uit de 4de eeuw
Sint Laurusbasiliek Je ziet meteen de verschillende bouwstijlen bij dit gebouw. De oudste delen van deze kerk dateren uit de vierde eeuw. In de 11e eeuw zouden er op het plein ‘Piazza della Vetra’ achter de Sint Laurusbasiliek executies worden uitgevoerd. Het interieur van de Sant’Aquilino kapel is vrij sober. Maar het mozaïeken kunstwerk ‘Tradito legis’ is het waard om te bekijken!
Het dorp met één inwoner… Hoog in de Italiaanse Alpen ligt het dorpje Sostila. Wanneer je een lineaal pakt en op de kaart een rechte streep naar boven maakt vanaf Bergamo kom je op een gegeven moment uit in Sostila. Het is een oud middeleeuws dorp, gelegen op ruim 800 meter hoogte maar omsloten door steile hellingen en kastanjebossen. Het dorp is niet met een auto te bereiken. Dat is één van de redenen dat het inwoneraantal snel terugliep in de loop der tijden. Werk was er niet voor handen, voorzieningen niet aanwezig en totaal afgesloten van de buitenwereld. Vooral in de winter is het dorp niet te bereiken. Op een goed moment waren alle huizen (een kleine 20) verlaten en zorgde de natuurlijke onstandigheden ervoor dat de huizen niet vervielen maar redelijk in takt bleven. Tegenwoordig heeft het dorp weer een inwoner, het is een gepensioneerde Italiaanse man welke luistert naar de naam Fausto. Ik woon hier inderdaad helemaal alleen, dat is niet bizar maar eigenlijk heerlijk. Ik ben hier als kind opgegroeid en, net als alle inwoners, heb het dorp verlaten. De mensen die achterbleven waren oud en zijn de afgelopen decennia hier gestorven. Zo ook mijn oma, van wie het huis was waar ik nu in woon. Ik heb mijn leven buiten dit dorp laten afspelen, ben twee keer getrouwd geweest en heb twee dochters. Nu ben ik gepensioneerd en besloot terug te keren naar dit dorp nadat ik gehoord had dat het helemaal leeg stond.Ik heb altijd gedaan wat anderen van mij hebben verwacht en nu is het tijd om te doen wat ik wil doen op mijn 65e. Waarom? Ik was toe aan de rust na mijn hectische leven. Ik vind het niet erg om alleen te zijn, alleen tijdens het eten voel ik me wel eens eenzaam. Ik kan goed koken maar koken voor mezelf is toch ook wel saai, net als geen tafelpartner
hebben‌Voor de rest vermaak ik mij prima hier. Ik ben niet bang voor de dood of om hier te sterven. Wanneer ik een hartaanval krijg is de kans groot dat dat onopgemerkt blijft, maar daar wil ik nu ook niet te veel over nadenken. Wanneer ik weer eens in de stad ben doe ik geen oog dicht van al dat lawaai en ben ik blij dat ik weer in Sostila terug ben. Altijd alleen of? Nee. De meeste weekenden komen vrienden langs om te genieten van de rust en natuur. We gaan vaak op pad om te wandelen, Sostila is een ideale uitvalsbasis en vrienden vinden het heerlijk in een dorp te zijn waar we niemand tot overlast kunnen zijn. Fausto lacht even en slaat met de hand op tafel. Het zijn gezellige weekenden maar ik koester de maandag dan ook weer om heerlijk alleen te zijn in mijn dorp. Ook wanneer het donker wordt, ik geloof niet in geesten of dat soort zaken. De vallei waarin mijn dorp ligt schijnt een broeinest te zijn van heksen en demonen maar heb ze nog nooit gezien! Iedere week loop ik een uur door de bossen om bij mijn auto in de vallei te komen. Dan ga ik boodschappen doen en bezoek mijn dochters, zo enorm afgelegen is het dus ook weer niet. Wat doe je overdag? Ik verzamel fruit (noem het en ik heb het, tenzij de vogels het hebben opgegeten.Ik hak hout, maak wandelingen en doe herstelwerkzaamheden. Ik verveel me geen minuut hier. Ook fotografeer ik veel. En in de wintermaanden? In de winter is het dorp ontoegankelijk, wanneer er verse sneeuw ligt. Dat gebeurt nog wel eens natuurlijk. Dan is er geen enkele mogelijkheid meer om hier te komen, misschien nog door de lucht maar over de grond is het echt onmogelijk. Die dagen slijt ik voor de open haard, lees een goed boek en eet vanuit de voorraad hier in huis.
Van: tripnieuws.nl
Boete voor 'reserveren' van strandplek in Italië DRIEBERGEN - Het is niet verstandig om op een Italiaans strand een strandplek te reserveren door strandstoelen en parasols voor de volgende dag achter te laten. Bezoekers die dit toch doen, kunnen een boete van 200 euro tegemoet zien. Dat meldt de Italiaanse krant La Republica. Het verbod geldt onder meer voor de publieke stranden van Toscane en Sardinië. Zo mag je op het strand van de Toscaanse stad Cecina voor 08.30 uur geen (zwem)spullen achterlaten. Vanaf dat tijdstip is het namelijk toegestaan om te zwemmen. Afgelopen weekend heeft de kustwacht van Livorno tientallen strandstoelen en parasols in beslag genomen. Daarnaast werden er handdoeken en badpakken meegenomen. De Italiaanse autoriteiten hebben al vaker opgetreden tegen soortgelijk gedrag. Zo kregen zes toeristen in Ligurië enkele jaren geleden bijvoorbeeld een boete van duizend euro. Reden? Voor 06.00 uur hadden zij door middel van handdoeken tien 'plaatsen' op het strand gereserveerd. Van Knack.be:
Kinderen veganistisch opvoeden binnenkort wettelijk verboden in Italië? Een Italiaanse politica wil een wet invoeren die het opleggen van een veganistisch dieet of ander 'roekeloos en gevaarlijk eetgedrag' aan kinderen bestraft. De centrumrechtse partij Forza Italia wil met een wetsontwerp Italiaanse ouders wettelijk verbieden om hun kinderen een veganistisch dieet voor te schotelen, of zoals omschreven in het voorstel 'een dieet met een gebrek aan elementen die essentieel zijn voor een gezonde en gebalanceerde groei.' Dat schrijft de Italiaanse krant La Republica. Het wetsvoorstel komt er nadat enkele gevallen van ondervoeding in Italië gelinkt werden met een veganistisch dieet. Zo was er een kind van één jaar oud in Milaan dat het gewicht van een baby van drie maanden had omdat zijn ouders
hem veganistisch opvoedden. In een ander geval was een 12-jarige jongen uit Bergamo gestopt met groeien - volgens de vader - door de voedingskeuze van zijn moeder voor hem. De rechter oordeelde toen dat de moeder voor hem minstens één keer per week een vleesgerecht moet bereiden. Eerst obesitas aanpakken 'Ik heb niets tegen veganisten of vegetariërs zolang het gaat om een vrije keuze van volwassenen', zegt het Italiaanse parlementslid Elvira Savino aan Reuters. 'Ik vind het gewoon absurd dat sommige ouders hun wil op een bijna fanatieke manier mogen opleggen aan hun kinderen, vaak zonder degelijke wetenschappelijke kennis of medisch toezicht.' De wet zou betrekking hebben op minderjarigen onder de leeftijd van 16 jaar. Volgens Savino kan een veganistisch dieet bij kinderen leiden tot een tekort aan ijzer, zink, B12 en andere vitaminen die nodig zijn voor de ontwikkeling. Als de wet wordt goedgekeurd, riskeren veganistische ouders een celstraf tot zeven jaar indien kan worden vastgesteld dat een kind als gevolg van ondervoeding gestorven is. Voor enkel het serveren van een veganistisch dieet, riskeren ouders een gevangenisstraf van een jaar. Critici menen dat Italië beter eerst de obesitasepidemie bij de Italiaanse jeugd aanpakt in plaats van het veganisme. (TE) Van duurzaambedrijfsleven.nl:
Hoe Italië de doggybag aantrekkelijker maakt Nieuwe wetgeving in Italië moedigt het gebruik van doggybags in restaurants aan. Deze aanpak moet de voedselverspilling in het land terugdringen. Dat schrijft The Guardian. De nieuwe wetgeving haalt juridische obstakels weg voor bedrijven als restaurants en supermarkten die voedsel willen doneren. De nieuwe regels schrijven voor dat voedsel, ook na het verstrijken van de houdbaarheidsdatum, mag worden gedoneerd aan charitatieve instellingen. Daarnaast mogen maaltijdresten in restaurants voortaan worden meegegeven aan gasten. Hiervoor gebruiken de Italianen de family bag, die als semantisch alternatief voor de doggybag is bedacht om schaamte bij het vragen om restjes weg te nemen.
Naar schatting gaat in Italië jaarlijks $ 13 mrd aan voedsel verloren. Het gebruik van onder meer de family bag en de versoepeling van de regeling voor voedseldonaties, moeten die hoeveelheid terugdringen. Duurzaam beleid tegen voedselverspilling In Frankrijk zijn al langer strengere regels rondom voedselverspilling van kracht. Zo mogen supermarkten sinds 2015 geen voedsel meer weggooien. Ze moeten onverkoopbare producten weggeven of, wanneer deze niet meer eetbaar zijn, beschikbaar stellen als diervoeding, compost en bio-energie. Wanneer supermarkten dat verzuimen, kunnen ze een boete verwachten. Autostrada del Sole Veel Italie-liefhebbers hebben er al eens op gereden. De autostrada del Sole. De snelweg waarbij je altijd, heen of terug, de zon in je gezicht hebt. Dat is ook de reden dat deze weg de Autostrada del Sole wordt genoemd en niet omdat het de weg zou zijn naar zonniger oorden. Maar wat weten we nu van deze snelweg? Op 4 oktober 1964 werd de weg officieel geopend en in gebruik genomen door de later vermoorde Aldo Moro. De handeling werd verricht in Florence bij de tolpoort van deze stad. In deze stad is ook speciaal een kerk gebouwd ter nagedachtenis aan de 160 arbeiders die het leven lieten tijdens de aanleg van deze weg. Het is, grofweg, de snelweg tussen Milaan en Napels. Een traject van ruim 750 km. Italië oogstte in de jaren zestig veel lof met de aanleg, vooral omdat de snelweg de Etruskische Apennijnen moest doorklieven. Dat betekende dat er veel bruggen en tunnels moesten worden aangelegd. De snelweg kent veel passanten op een dag, in de zomer gaan vele nationaliteiten richting Rome of Toscane. Voorheen was de weg tussen Bologna en Florence een heuse dodenweg. Veel files, bochten, klimmende wegdelen en tunnels zorgden voor onveilige situaties. Sinds kort, veel navigatiesystemen raken daar nog van slag, is er een keuze. Of men neemt de Panoramaweg (is de oude (doden)weg) of men neemt de “rechtstreekse route” door moderne , goed verlichte brede tunnels. Vlak voor Florence komen beide wegen weer samen. Wie van uitzichten houdt en het niet erg vindt wat tijd te verliezen kiest voor de panorama-weg.
Autostrada del Sole, in Italië vaak afgekort tot Autosole, is voor ons vakantiegangers toch vaak wel de route op weg naar de zon en dan is het ook heerlijk wanneer deze via de voorruit heerlijk naar binnen schijnt.
Bron: AGF.nl
Invoering registratieplicht chauffeurs Italië gaat van buitenlandse vervoerders vragen om hun chauffeurs te registreren als zij in Italië cabotageritten doen. Nadat Frankrijk voorschriften heeft ingevoerd op 1 juli voor buitenlandse chauffeurs die in Frankrijk werken, is er nu dus weer een land dat een registratieplicht gaat invoeren voor buitenlandse chauffeurs. Het aanstellen van een vertegenwoordiger zal ook verplicht zijn. Deze vertegenwoordiger zal over alle gegevens dienen te beschikken, zoals de arbeidsovereenkomst (deze dient in het Italiaans te zijn vertaald), de salarisoverzichten en de betalingsbewijzen. Worden deze verplichtingen niet nageleefd, dan zijn zware boetes het gevolg. Het decreet is pas bekend geworden. Naar verluidt is het nog niet officieel. De datum waarop een en ander ingaat, is niet bekend.
Nederland? Een fraai voorbeeld zijn de fraaie zuidelijke huisnummers. Het is lastig om in Nederland Italiaanse bordjes te krijgen maar er is een alternatief. Op internet vinden we deportugees-webshop.nl. Deze verkoopt onder andere huisnummers die ook in Italië te vinden zijn, neem maar eens een kijkje…
www.deportugees-webshop.nl
Onder het genot van een koffie nog even de wandeling terughalen die je maakte in Venetië? Dat kan met deze mok van Italiepunt.nl . De mok kost € 7,95 (let op verzendkosten), is 10 cm hoog en heeft een diameter van 8 cm. Levertijd 2-5 werkdagen
www.italiëpunt.nl
De voorkant (lengte 106 cm en hoogte 43 cm) van een voorkant van een Fiat 500 aan de muur? Dat kan. In diverse kleuren leverbaar en prijzen zijn op aanvraag. Producten worden handgemaakt in (hoe kan het ook anders) Turijn…
http://musetticinquecento.blogspot.nl/p/beschikbare-modellen.html
Te koop bij Bol.com: Italië Agriturismo en kleine hotels de beste agriturismo en kleine hotels in italie prijs € 19,50 (excl bezorgkosten)
De verkoper op het strand De handel van Boy Wie kent ze niet? De zwarte verkopers van allerlei waar op de stranden en in steden in Italië. Vaak zeulen ze complete winkeltjes met zich mee en proberen de handel aan de man te brengen. Een paar maanden geleden waarschuwden veiligheidsdiensten voor deze verkopers. Er zouden terroristen onder deze verkopers zitten die aanslagen hadden beraamd op weerloze badgasten. Voorlopig is daar nog niets van uitgekomen maar in de verkoop van hun waar wordt hen niets in de weg gelegd. In Ventimiglia zagen we op de vrijdagsmarkt, net als we in Venetië al een keer hadden gezien, een kat en muis-spel tussen de carabinieri en de verkopers. Ze probeerden hun illegale waar aan de man te brengen maar moesten voortdurend op de hoede zijn voor de politie. Wanneer de geüniformeerde politie voor de kramen langs liep vluchtten zij achter de kramen langs, het was een slapstick waardig.
Aan de stranden van het Gardameer lopen ook een aantal verkopers rond. Veelal zijn het illegaal in Italië verblijvende mannen (ook enkele vrouwen die zich dan vooral storten op het aanbrengen van vlechten in het haar van meisjes) en zijn ze ooit gevlucht vanuit Afrika en in Italië terecht gekomen. We worden iedere dag geconfronteerd met een verkoper die een enorme hoeveelheid tassen en portemonnees met zich meezeult. Altijd roept hij in bijna perfect Nederlands “goede materiaal”. Zijn tassen zijn van wereldmerken, Gucci, Michael Kors en Vuitton. Hij is lang en goedlachs. Vaak komt hij langs en begroet de mannen met “hai boss” en noemt de vrouwen steevast “lady”. Iedere dag , wanneer we bij het strand zijn, hebben we even contact en geven wat te eten of te drinken. Zijn Engels is slecht, net als alle andere Europese talen. Na een week raken we in een soort van gesprek over het leven van Boy. Zo noemt hij zich tenminste en of het zijn echte naam is? Boy geeft aan met een aantal andere verkopers in een huis te wonen. Met z’n zessen in een kamer waar normaal twee mensen in zouden kunnen verblijven. Ze delen de kosten. De producten krijgen ze aangeleverd via een tussenpersoon die het in midden-Italië schijnt te halen. Wij vertalen dat naar Napels of omgeving. Zijn producten zijn bedrieglijk gelijkend op de echte originele tassen van de dure merken. Boy geeft aan dat er in Afrika geen eten genoeg was. Afrika, zegt hij en maakt een gebaar met zijn hand alsof hij een hap eten neemt en schudt dan zijn hoofd en hand. Nee, er was geen eten. “Boat”, zegt hij en maakt roeibewegingen met zijn hand…Italy. De vlucht vanuit Afrika (vermoedelijk Nigeria) ging met een boot naar Italië. Hoe hij uiteindelijk hier belandde blijft onduidelijk. Wanneer we willen weten of hij illegaal is zwijgt hij. Hij lacht en dat zegt ons voldoende. Police? Vragen wij. Of hij bang is voor de politie. Hij lacht weer en geeft aan dat het vrienden zijn. Wat Boy doet met het geld wat hij verdient. Dat gaat op aan huisvesting, eten en drinken. Het bijzondere is dat deze mensen geen strobreed in de weg wordt gelegd. Ze mogen over terrasjes heen met hun koopwaar en krijgen zelfs eten tegen een laag tarief in restaurants. Ook de politie loopt hen hier inderdaad voorbij alsof ze er niet zijn. We krijgen niet uit Boy waar hij in de winter uithangt. In de zomer kan hij in zijn eerste levensbehoeften voldoen door datgene wat hij verdient, dat wel. Che caldo…zegt hij en wijst op zijn handelswaar en de zon. Hij maakt
loopbewegingen en veegt met zijn arm demonstratief zijn voorhoofd af. De tochten lijken hem zwaar te vallen. Op onze vraag of de mensen vriendelijk zijn knikt hij overtuigend. Of dit een sociaal gewenst antwoord is weet ik niet. Boy wordt ogenschijnlijk goed geaccepteerd door de mensen hier op het strand. Dat komt ook omdat hij niet vervelend blijft doorvragen. Zolang de mensen blijven kopen blijven ook de verkopers bestaan. Hier aan het meer vallen de consequenties nog wel mee maar in steden als Venetië moet je als potentiele koper oppassen. Wanneer je een tas koopt voor 30 euro waarvan de echte 2000 euro kost en je wordt betrapt op een koop dan kan dat zomaar een boete opleveren ter grootte van het verschil tussen die twee bedragen. Dan had je beter een originele kunnen aanschaffen. Maar de toeristen keren ieder jaar huiswaarts met “dure” tassen en Rolexhorloges waar de verkopers aan verdient hebben. Zolang de mensen blijven kopen en de plaatselijke bevolking tot steun blijft zullen we steeds weer terugkeren. Misschien hoort het er ook gewoon bij, het gaat al decennia op deze manier, want wat gaan deze mensen anders doen? Boy staat op en pakt al zijn tassen weer en gooit ze over de schouders en arm. Bi bi boss, zegt hij lachend en schudt me de hand. Hij weet niet dat ik er morgen niet meer zal zijn. We nemen afscheid voor het leven maar volgend jaar is er weer een nieuwe Boy…en nieuwe handel!
Foto van een strandverkoper aan de Adriatische kust
Ferrara/verona/brescia/arezzo/sardinie
Eenvoudig Italiaans koken kan‌ Veel mensen willen graag genieten van Italiaans eten maar zelf maken kost vaak veel tijd en voorbereiding. We blijven toch Noord-Europeanen en gunnen ons vaak niet de tijd om zoveel uren te steken in onze avond maaltijd. In ItaliÍ neemt de maaltijd wel een heel belangrijke plaats in het dagelijkse leven in. Toch kunnen we vaak op een eenvoudige manier de lekkerste Italiaanse gerechten maken zonder uren in de keuken te staan. Eenvoudig en lekker. Daarom besteden we in ieder magazine een artikel aan een simpel gerecht. Deze keer‌Spaghetti met pesto en champignons.. Wat hebben we nodig voor dit gerecht wat binnen 30 minuten op tafel kan staan?
( voor 2 personen) - 1 klein potje groene pesto - 1 klein uitje - bakje champignons - paar plakjes ham - zakje Parmezaanse kaas
De pesto kan ook zelfgemaakt worden, vers is altijd gezonder en lekker, maar in dit geval zijn we uitgegaan van een kant en klaar potje pesto (Pesto is een mengsel van basilicum, pijnboompitten, Parmezaanse kaas en olijfolie). Zet water (met een eetlepel zonnebloemolie; hoeft niet maar dit zorgt ervoor dat de spaghetti niet gaat plannen) op het vuur en wanneer het kookt kan de spaghetti in de pan. Laat dit 9 minuten koken. Wanneer de 9 minuten voorbij zijn de spaghetti onder de koude kraan afspoelen.
Snipper vervolgens de ui, snij de champignons in dunne plakjes en maak de plakjes ham in kleine vierkantjes. Fruit daarna de ui in een koekenpan met wat olie en voeg snel de champignons toe, laat de champignons slinken en voeg daarna 3 eetlepels pesto toe. Eventueel meer maar dat is persoonlijk. Daarna ook de ham toevoegen. Vervolgens gaat de spaghetti weer terug in de pan en wordt de pesto saus toegevoegd aan de pasta. Daarna op een laag vuur weer verwarmen en blijf vooral roeren. Bij het serveren kan er Parmezaanse kaas aan de bord pasta worden toegevoegd. Bon appetito!
Sardinië, droomeiland… Veel Nederlanders en Belgen weten de weg naar het eiland Corsica wel te vinden, het eiland daaronder is een ander verhaal. Sardinië. Dat heeft allerlei oorzaken waarvan de bereikbaarheid en de onbekendheid de grootste oorzaken zijn. Maar dat het eiland de moeite waard is, dat is zeker. Het eiland, met als hoofdstad Cagliari, telt ruim 1,6 miljoen inwoners en ligt ten westen van de laars van Italië. Sardinië heeft warme zomers en zachte winters, het klimaat is voor de mooi weer liefhebbers om jaloers op te worden. Sardinië is geliefd bij de toeristen, voor Italianen zelf mogen hier graag komen. Wanneer je er rond kijkt is dat ook geen wonder. Helder en azuurblauw water. Hoe mooi zijn de plaatjes van een zeilboot in het blauwe water waarvan je de schaduw zelfs op de zeebodem nog kan zien. De boor ligt dan vaak in een rotsachtige baai met in de verte één van de vele rotsachtige eilandjes waarvan er vele rondom het grote eiland liggen. Sommige zijn bewoond maar anderen zijn heuse onbewoonde eilanden.
Sardinië is bereikbaar per vliegtuig maar ook de eigen auto is een optie. In dat geval zal de auto op de boot kunnen in Genua waarna nog een overtocht volgt van 8 a 11 uren. Na een reis van ruim 14 uren naar Genua is dat toch bijna 24 uur reizen al moet natuurlijk wel worden gesteld dat de overtocht geen inspanning zal vergen. Naast het zonnen op de prachtige zandstrandjes aan het blauwe water heeft Sardinië nog meer te bieden. We noemen er een paar en beginnen in de hoofdstad van het eiland, Cagliari. Vanuit het noorden is het een paar honderd kilometer naar de hoofdstad maar de beloning voor de moeite is groot! Het is een echte Italiaanse stad. Slenteren door de smalle steegjes, shoppen in de vele winkelstraatjes en eten bij één van de vele restaurantjes. De weg langs het strand wordt versierd door zoutmeren en hier kunnen we ook roze flamingo’s spotten. In het hart van de stad, op een heuvel, ligt de middeleeuwse wijk “Castello”. Hier bevinden zich nog vele oude bouwwerken. Wanneer je met de boot gaat en aankomt in Porto Cervo is het aan te raden in dit stadje even wat langer te verblijven. Hier zetelt de jetset en het plaatsje vormt het hart van de Costa Esmeralda. In Alghero bevinden zich de beroemde druipsteengrotten van Neptunes, Grotte di Nettuno. De grot is te bereiken via een boottocht of een wandeling over een in de rotsen uitgehouden trap met 655 treden (!). Zowel met de boot als tijdens de wandeling geniet je van de meest prachtige vergezichten. Verspreid over geheel Sardinie zijn de resten van de oudheid te vinden. Er zijn ruim 7000 overblijfselen te zien uit het bronzen tijdperk. Zodra je een reis plant naar dit mooie eiland zal je nog veel meer bezienswaardigheden kunnen vinden op internet. Wat je niet moet vergeten is dat de natuur al een reden is om hier te zijn. Informatie over overtochten met de boot en vliegreizen zijn vrij gemakkelijk te vinden op het internet. Wij van Italia magazine kunnen alleen maar stellen dat Sardinië misschien wel een soort “bounty-eiland” is..
Op zoek naar de Italiaan
Ik heb me voorgenomen de Italiaan beter te leren kennen. De komende magazines wil ik daarover schrijven. Maar hoe leer ik de echte Italiaan kennen? Je ziet en hoort veel en er is al een beeld in mijn hoofd. Maar komt die overeen met de werkelijkheid? Daarvoor heb ik Matteo benaderd. Hij is een rasechte Italiaan en ik ken hem al een tijdje en weet dat hij zijn eigen volk kritisch kan bekijken en er prachtig over kan vertellen. Misschien helpt zijn studie, psychologie, daar ook wel een handje in. Ik ontmoet hem op een terras in Florence, gelegen in de schaduw met uitzicht over een klein pleintje. Hij draagt voor onze ontmoeting een zwart wit gestreept shirt en een zwarte broek. Een geintje, zo legt hij uit. Want het stereotype beeld van een Italiaan is altijd dat van een gondelier in Venetië. Terwijl de espresso voor ons op tafel wordt gezet vraag ik hem wat het geheim is van de uitbundige en vrolijke Italiaan. Matteo lacht en haalt diep adem. We hebben als volk veel tegenslag gekend en ook veel onderdrukking. We hebben geleerd er maar steeds het beste van te maken en wanneer je dat eeuwen doet wordt dat een soort volksaard. Je moet het leven nemen zoals het komt. We mogen graag discussiëren over politiek of over de economische situatie, zoals die nu weer actueel is. Terwijl hij nipt aan zijn kopje schudt hij zijn hoofd. Maar echt druk maken we ons daar niet om, niet van binnen in ieder geval. Kijk, en hij maakt een zwaaiende beweging en wijst op de mensen op het plein. Kijk, wij maken ons niet druk om dingen waar we toch geen invloed op hebben. Ik knik, hoe vaak heb ik in Nederland al niet gehoord dat je je niet druk moet maken om zaken waar je niks aan kan doen. Dat is alleen maar slecht voor je. Wanneer het leven tegenzit proberen we ons zelf op te vrolijken, het is ook niet voor niets dat kunst en cultuur vooral opveert tijdens oorlogen en onderdrukking. Italianen mogen graag laten zien dat het goed gaat, ook al gaat het nog zo beroerd. We noemen dat ook wel “fare la bella figura”. Nergens in de wereld is schoonheid zo belangrijk als hier. Italianen zijn uitbundig en leggen daarom snel contacten aan. Een groot deel van het sociale leven speelt zich af op straat. Alleen families zijn in zichzelf gekeerd maar buiten onze familie om zoeken we graag contact. We doen dat in de avond na het eten, of tussen de middag tijdens een lunch of wat later met
een Spritz op een terras. De Italiaan mag graag rondslenteren in zijn of haar woonplaats en anderen ontmoeten. Maar ook om gezien te worden. Matteo roept de ober nog eens en bestelt, zonder overleg, twee Aperol Rosa…die moet ik proberen. Ik ben met de trein dus maak geen bezwaar. Dus, zegt hij…het beeld van de uitbundige en goedlachse Italiaan klopt zeker. Al is het misschien uiterlijke schijn. Maar het is eeuwen zo gegaan en zal ook niet veranderen, de komende 100 jaar. Iedereen houdt dit in stand en daarom is het zo leuk om je op straat te begeven. Wanneer je alleen maar klaagzang krijgt zal iedereen snel binnenblijven. Matteo lacht om zijn eigen opmerking. “Familie”, zeg ik. Over familie gesproken. Dat is belangrijk voor een Italiaan, toch? Matteo kijkt bedenkelijk om dan heftig ja te knikken. Daarover de volgende keer…
De magie van Autogrill De eerste confrontatie met Autogrill was voor mij in 2008. Jarenlang waren we de wegrestaurants voorbij gereden en nooit anders bezocht dan voor het toilet. Eerlijk is eerlijk, deze restaurants staan niet nu eenmaal niet op de meest fraaie plaatsen en met de ervaringen in Nederland en België in het hoofd beperkten we onze bezoeken. Tot in 2008, Autogrill was op de één of andere manier toch een onderdeel van het vakantiegevoel, we gedreven door een soort van honger (of toch trek) een Autogrill opzochten. Het was rond een uur of half twee en we besloten, we waren tenslotte in Italië, een pasta te bestellen. Terwijl we , toen al verrast door wat we zagen liggen op ons bord, plaats namen aan een tafeltje werden we overmand door de geuren van de borden. Het rook zo lekker, zal dat de honger zijn die toesloeg? Toen we eenmaal een hap hadden genomen realiseerden we ons dat de pasta echt niet onderdeed voor een gemiddeld Italiaans restaurant. Heerlijk. Dat gold ook voor de koffie die we later namen. De kwaliteit is echt niet een doorsnee wegrestaurant. Ook hier zijn we echt in Italië!
Het was koekjesgigant Pavesi die in 1947 het eerste restaurant opende aan de autostrada Milaan-Turijn. Daarna is het snel gegaan en na een dip in de jaren 70, waarbij het bedrijf zelfs in staatshanden terecht kwam, gaat het nu goed. Het bedrijf is verspreid over geheel Europa. Tegenwoordig neem ik geen eten en drinken meer mee in de auto om zo een goed excuus te hebben te stoppen bij een Autogrill. Het hoort gewoon bij de vakantie en de kwaliteit blijft gewoon goed. Vreemd genoeg vind ik het geweldig om onder een brugrestaurant van Autogrill door te rijden, het doet me weer eens beseffen in Italië te zijn. Iemand verweet me niet objectief te zijn, gezien mijn liefde voor Italië. “Jij vindt zelfs een benzinepomp op de Po-vlakte nog mooi”. Echter, nieuwsgierig gemaakt, maakte deze persoon dit jaar voor het eerst een stop bij een Autogrill. Hij kwam schoorvoetend naar me toe en bekende: “ik snap nu wat je bedoelde…”
Bed and Breakfasts zijn niet meer weg te denken uit de vakantiewereld. Ze zullen de leegte op tussen hotel en camping en eigenlijk zijn ze overal wel te vinden. Maar één ding is zeker, je moet afgaan op reviews op internet of de gok nemen. Wij hebben de vervelende taak op ons genomen om een aantal te bezoeken en onze mening met jullie te delen, ook al blijven veel zaken persoonlijk…Deze keer zijn we in …Verona… Verona is een gewilde stad voor een stedentrip, dat is niet voor niets. In ons volgende magazine staan we uitgebreid stil bij deze stad. Voor nu richten we onze aandacht op een tweetal B&B’s in de stad der liefde. De eerste is de goedkoopste van de twee, Residenza Tre Marchetti Vicolo Tre MArchetti 34 37151 Verona We hebben gekozen voor deze B&B vanwege de prijs en de ligging. Hoewel de prijs schommelt zitten wij er voor 100 euro per nacht. Dit overigens in een periode dat er geen voorstelling is in de Arena. Dat scheelt in de prijs. De ligging is pal in het centrum, op een steenworp van de Arena zelf (zelfs te zien vanaf de B&B) en in de Via Mazzini (de drukste winkelstraat van Verona).
We halen de sleutel, na een half uur bellen en wachten op de eigenaar, bij een restaurantje aan de overkant. Ons wordt verteld de trap op te gaan en het nummer van het appartement staat op de sleutelbos. Na een weinig hoopvolle klim op een trap door een oud trappenhuis komen we bij ons appartement. Eenmaal binnen zijn we toch blij verrast. Het is Italiaans en het is groot. Slaapkamer, fraaie douche en toilet en een keukentje met twee-persoons slaapbank. Aan de slaapkamerzijde bevindt zich een balkon, klein maar we kunnen er met vier personen op en we zitten midden in de Via Mazzini. Met een glas wijn in de hand zouden we later genieten van al het winkelende publiek beneden ons. De bedden zijn goed en het enige minpuntje kan het lawaai zijn vanaf de straatzijde waar he t publiek eigenlijk een groot deel van de nacht doorloopt. Toch is de magie van deze plek zo groot dat we het niet eens als storend ervaren. De B van Breakfast bestaat hier niet, dus dat hebben we zelf geregeld. We hebben heerlijk kunnen genieten van dit appartement, ook mede dankzij de airco die goed van pas kwam in de hete Italiaanse nacht. We leveren onze sleutel in bij hetzelfde restaurantje, al moeten we daar wel weer moeite voor doen. We moeten contant afrekenen, want de pinapparaten zijn nog niet in werking vandaag (?). Cijfers geven is altijd lastig maar we doen een poging op een schaal van 10: Locatie 9 Hygiene 7 Aandacht eigenaar 5 Ontbijt n.v.t.
Bedden 7 Totaaloordeel: 7 Zouden we nog een keer komen? Jazeker, zonder twijfel! De tweede B&B is een duurdere B&B maar dat is ook niet zonder reden. Het gaat om: La Bella Verona via Armando Diaz 10 37121 Verona Ook deze B&B bevindt zich in het centrum (al is deze verder van het echte centrum dan de vorige) en de prijzen per nacht liggen hier over de 10 euro. Het heeft drie kamers en die zijn ronduit luxe te noemen. Stijlvol en schoon. Ontvangst is goed en we worden meegenomen in een korte rondleiding en we voelen de gastvrijheid er van af spatten. De kamers, variÍrend in prijs en grootte, zijn goed ingericht en schoon. Van alle gemakken voorzien en echt stijlvol ingericht. De locatie is mooi en we zijn in hele korte tijd in de stad (lopend). De bedden liggen goed, sanitair is schoon en het geluid is minimaal. De nachtrust is perfect. We durven deze B&B exclusief te noemen. Zonder rekening te houden met de hogere prijs: Locatie 9 Hygiene 9 Aandacht eigenaar 9 Ontbijt 9 Bedden 9 Totaaloordeel: 9 Zouden we nog een keer komen? Graag‌ Locatie 9 Hygiene 7 Aandacht eigenaar 5 Ontbijt n.v.t. Bedden 7 Totaaloordeel: 7
De overlever “Crodino”… Wie kent het aperitiefje “Crodino” niet? De meeste Italië-gangers zullen het drankje al eens hebben geprobeerd, in de loop der tijd is het drankje steeds weer teruggekomen van weggeweest. Het is jaren een trend om dan weer ruimte te maken voor andere trends maar opeens is ze er weer…Crodino. Jaren geleden zag ik veel Italianen een glas oranje-achtige substantie naar binnen werken in de Italiaanse zon. Een groot glad met veel ijs. Wanneer je zelf zit te zweten op een terras lijkt zo’n consumptie wel heel aantrekkelijk. We vroegen aan de dichtstbijzijnde Italiaan wat hij dronk. Crodino, zei hij. Aha. Crodino kende ik van de eerste kennismaking in 1989. Dat was in Nederland waar ik het traditionele en beroemde kleine flesje op een beurs kreeg aangeboden. We proefden en waren verkocht. Jarenlang nooit meer aan het drankje gedacht en nu was het er weer. We bestelden twee exemplaren en inderdaad, we waren weer verkocht. Italianen drinken Crodino, ook omdat het geen alcohol bevat, tijdens de lunch, in de middag op terras, bij het avondeten of zomaar tussendoor. Altijd eigenlijk. Het is populair, ook al lijkt het even geen trend te zijn. Het drankje zag al in 1964 het levenslicht. Dat gebeurde in het prachtige Piëmont, vlakbij de Lago Maggiore. Boven dit meer ligt het plaatsje Crodo. Daar ligt een bron met heerlijk bronwater, een bron die al in 1685 werd ontdekt. Met dit mineraalwater wordt Crodino gemaakt. Het drankje is samengesteld uit fijne kruiden, natuurlijke zuidvrucht-extracten (12 soorten), specerijen en het genoemde water. Het drankje heeft een bitterzoete smaak en is echt uniek daarmee qua samenstelling. Na de persing van de ingrediënten krijgt het vier weken rust waarna het bronwater wordt toegevoegd. Daarna gaat het in de beroemde flesjes op weg naar de consument. Crodino (tegenwoordig onderdeel van het Campari-concern) kan gebruikt worden in mixjes met alcoholische dranken maar een aanrader is het puur
drinken van één flesje, vermengd met dezelfde hoeveelheid koud bronwater met prik en een grote hoeveelheid ijs. Een schijfje sinaasappel op het grote wijnglas en je hebt een heerlijk aperitief. Crodino is Italië en hoort bij dit land. Het is er al meer dan 50 jaar en overleeft steeds weer. En persoonlijk vind ik dat terecht!
Meer groen en blauw op straat in Italië Wie dit jaar terugkeert van een verblijf uit Italië zal het niet zijn ontgaan. Er is meer groen en blauw op straat. Militairen met machinegeweren en veel geuniformeerde agenten, vaak ook zwaar bewapend. Natuurlijk ontkomt ook Italië niet aan terreurdreiging, sterker nog…De zetel van de Katholieke kerk maakt Italië tot een serieus doelwit.
Op 15 augustus, Maria Hemelvaart en vaak het begin van veel vakanties in Italië, riep minister van Binnenlandse Zaken Alfano nog dat veiligheid een absolute nationale prioriteit is. Er is zichtbaar meer blauw en groen de straat opgestuurd maar ook achter de schermen wordt er hard gewerkt. Al deze inspanning zorgt er niet alleen voor dat mogelijke terroristen worden ontmaskerd maar en passant stuit men ook op de mafia (er zijn dit jaar al bijna 2000 mafiosi daardoor gearresteerd) en is de criminaliteit al met 7% gedaald ten opzichte van vorig jaar. De politiediensten werken nauw samen met Interpol en sinds januari 2015 zijn er al 100.000 mensen gecontroleerd. Een fors aantal mensen is uitgezet en zo onlangs ook een Tunesiër die verdacht werd van het beramen van een aanslag
op de toren van Pisa. Ook werd Italië onlangs gewaarschuwd voor de mogelijke aanwezigheid van een IS-cel in Milaan. Italië is natuurlijk niet alleen gevoelig voor aanslagen vanwege de Katholieke Kerk maar ook vanwege het feit dat voor veel vluchtelingen Italië de eerste bestemming is na hun vlucht. De controle van deze stroom mensen legt ook een enorme druk op de veiligheidsdiensten . Dat vraagt ook wat van de diverse Italiaanse politiediensten waarvan samenwerking niet altijd een natuurlijk iets is geweest. Al met al zorgen de Italiaanse diensten tot op heden voor een veilig land en daardoor voor ons voor een veilig verblijf in Italië..
Napels zien en dan sterven? Is er een stad in Italië met een slechtere naam dan Napels? Waarschijnlijk niet. Napels is vies, Napels is crimineel en Napels is druk. De vooroordelen, of niet, zijn niet van de lucht over deze Italiaanse stad. We trokken er twee dagen doorheen om te kijken of de vooroordelen waar zijn. Napels zien en dan sterven, luidt het gezegde. Wat er precies mee wordt bedoeld is onduidelijk. Het kan zijn dat men vindt dat je Napels gezien moét hebben en dat je dan pas rustig kan sterven. In de voorbereiding op deze reis vermoed ik echter dat men er mee bedoelt te zeggen dat Napels op diverse terreinen zo onveilig is dat de kans groot is dat je er sterft. Zeer waarschijnlijk komt deze uitdrukking van een aantal uitbraken van de pest in het verleden waar veel mensen aan overleden; noot redactie De stad Napels telt bijna één miljoen inwoners, de totale agglomeratie ongeveer vier miljoen. Deze havenstad, de derde grote stad van Italië, is de hoofdstad van de regio Campanië. Het is een oude stad, ouder nog dan de Romeinse tijd. Napels heeft veel te bieden op papier. De Vesuvius en Pompeï bijvoorbeeld om er maar twee te noemen. Maar is meer, veel meer. Bij binnenkomst begrijp je de waarschuwing om vooral niet met eigen vervoer te komen. Je moet redelijk suïcidaal zijn om vrijwillig deel te nemen aan het verkeer in deze stad. Onoverzichtelijk, druk en luid geclaxonneer is het beeld. De stad is echter mooi, echt Italiaans. We ontmoeten Francesca die ons kort zal rondleiden door de stad. Ze is van oorsprong Romeinse maar kwam voor haar
werk terecht in Napels, al weer acht jaar geleden. Sindsdien woont ze in deze stad. Ooit keert ze terug maar ze heeft het prima naar haar zin. Ze moet lachen wanneer we al snel vragen naar de veiligheid. Milaan is gevaarlijker stelt ze, daar is de kans dat je slachtoffer wordt van een zakkenroller vele malen groter. Napels heeft een lage criminaliteit maar een hoog aantal moorden. Dat komt dan weer door de actieve maffia in deze stad. Natuurlijk heeft de stad een aantal wijken waar je als toerist beter niet kan komen, maar als toerist heb je daar ook niets te zoeken. Echt niet. Welke stad heeft niet zulke wijken? Het stelt ons een beetje gerust en we zetten ons in beweging. Rome is druk en lastig met oversteken maar hier lijkt het nog iets erger. Francesca geeft ons een tip. Steek over waar veel mensen bij elkaar staan, dan is de kans groter dat de auto’s ook echt stoppen voor het zebrapad. We merken dat de stad nu beter bij ons binnenkomt. Een aantal vooroordelen is al aan het verdwijnen en zorgt er voor dat we beter kunnen genieten. We slenteren door de winkelstraten (het is een oud centrum en de straatjes zijn smal) en langs de vele restaurantjes en barretjes. Het oogt gezellig en gemoedelijk en het moet gezegd, de mensen zijn vriendelijk en behulpzaam. Luxe shoppen met de dure merken is mogelijk in de wijk Santa Lucia, aldus onze gids. De langste winkelstraat van Napels is de Via Toledo. Rond het station Garibaldi, waar we aan kwamen, zijn overigens ook veel winkels in de goedkopere segmenten en zijn er enkele markten. Na enige tijd komen we aan bij de Kathedraal Santa Maria Assunta. In deze kerk zijn de overblijfselen te vinden van een kerk uit de 4e eeuw, de voorloper van deze kerk. Wanneer je de kerk binnen gaat bekijken vallen de prachtige plafondversieringen op en de zeer gedetailleerde bogen. Een prachtige kerk, ook wanneer je niet van oude gebouwen houdt is dit toch een aanrader. Francesca vertelt dat de meeste kathedralen in Italië destijds zijn betaald door inwoners van de stad. Door geld te doneren kon men zijn of haar zonden afkopen. Ze lacht even en zegt dan zachtjes “kan je nagaan hoeveel zondaren de stad toen kende…” De mensen in Napels zijn eigenlijk niet anders dan in andere delen van Italië. Misschien is de gemiddelde inwoner van deze stad net iets ruiger dan de gemiddelde Italiaan. Dat heeft alles te maken met de omstandigheden, het leven met en op zee en de strijd die de mensen hier ook altijd hebben moeten leveren. Eén ding is zeker, zegt ze vol overtuiging….de
mensen hebben een hart van goud! Ze zet haar zonnebril weer op de neus en draait zich om. We laten de kathedraal achter ons en zoeken vervoer naar de haven. In de haven is het druk en ook liggen er grote cruisschepen afgemeerd. Er is nog steeds een levendige handel vertelt onze gids. Het is één van de grootste havens aan de Middellandse zee. Wij kijken onze ogen uit en zien niet alleen een drukke haven maar ook een prachtige stad, grenzend aan een prachtige zee. We zoeken een restaurantje op om de lunch te gebruiken. Tijdens die lunch vertelt Francesca dat we morgen toch echt Pompeii moeten bezoeken. Dat waren we sowieso al van plan. Ook Capri is een bezoek waard, een klein eilandje in de baai van Napels. Het is een grillig prachtig stukje natuur volgens haar. Ook dat nemen we mee. We zitten bij Storie e Sapori, een restaurant welke geliefd is bij de lokale bevolking en dat betekent vaak goed eten. Dat klopt in dit geval dus ook. Na een goed glas wijn rekenen we af en vervolgen onze weg. We belanden op de Piazza Mercato. Francesca vertelt ons dat dit plein een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van deze stad. Omdat het zo dicht bij de haven ligt is het veel gebruikt in de handel. Ook werden hier vanaf de dertiende eeuw bloedige executies uitgevoerd. Napels zien en dan sterven? Francesca wijst op de stenen en vertelt ons dat onder dit plein duizenden skeletten moeten liggen omdat hier jarenlang slachtoffers van de pest zijn begraven. Hoewel we niet echt museumbezoekers zijn met dit mooie weer laten we ons later naar binnen leiden in het Museo Archeologico Nazionale. Hierin zijn veel Romeinse en Griekse overblijfselen. Het gebouw zelf is niet altijd een museum geweest maar werd gebouwd voor de koninklijke cavalerie in de 16e eeuw en werd later de universiteit. Nu is het een museum waar ook veel voorwerpen vanuit Pompeii zijn terecht gekomen. Na dit bezoek wil de gids ons nog één bezienswaardigheid tonen. Eén dag is echt te kort hoor, lacht ze. We geloven haar. Ze neemt ons mee naar de Napoli Sotterranea , een ondergrondse gangengewelf van Napels. De ingang ligt verstopt in een zijstraatje van de Via Tribunali. Dit labyrinth van tunnels, cisternen, rioolgangen en voorraadkelders werd gemaakt door de Grieken en de Romeinen. In de oorlog deden de ondergrondse kelders dienst als
schuilkelders voor luchtaanvallen. Hier leer je de stad toch langs een andere kant kennen. Het maakt indruk. Francesca gaat afscheid nemen. Veel te kort zegt ze nogmaals. We kunnen dat alleen bevestigen. Wij willen graag een hapje eten maar ze slaat een uitnodiging af. Francesca vertelt nog dat deze periode een drukke periode voor haar is. Ze moet dus echt afscheid nemen. Ze drukt ons op het hart om naar pizzeria Brandi (Salita Sant’Anna di Palazzo 1) te gaan. Leuk om een keer te zijn geweest vertelt ze ons op een samenzweerdige toon. Het is het geboortehuis van de pizzeria Margherita. De pizzabakker van dit restaurant werd een keer ontboden bij koningin Margherita om een lekker pizza samen te stellen. Het werd een pizza met basilicum, mozzarella en tomaat. De koningin vond de pizza geweldig en vanaf dat moment is deze pizza niet meer weg te denken uit pizzeria’s over de gehele wereld. We lachen even en beloven haar om haar advies op te volgen. We nemen afscheid voor nu en gaan richting de pizzeria. Die avond eten we, geen Margherita, in Brandi. Het was nog even zoeken maar schreeuwerige reclame zorgde ervoor dat we, ons door de drukte wurmend, toch aan tafel konden aanschuiven. Het is een heuse auhentieke Italiaanse pizzeria. We blijven zo lang mogelijk om dan moe, maar tevreden onze hotelkamer op te zoeken. We blikken terug op een leuke dag. Toch al veel gezien en wat ons is opgevallen dat het vooroordeel over de drukte is uitgekomen. Over de onveiligheid zeker niet. Goed, het is een grote stad met alle kansen om gerold te worden. Maar dat we ons hier onveilig hebben gevoeld? Nee, eigenlijk geen moment. Het is een drukke stad, maar wel een mooie stad. Het enige negatieve tot op vandaag was dat we hier en daar bergen afval zagen liggen wat zorgde voor de nodige stank. Voor de rest hebben we ons prima vermaakt. We maken ons op voor dag twee en willen dan buiten de stadsgrenzen. We gaan naar Pompeii.
Voor de (h)eerlijkste Italiaanse wijnen… Bezoek onze website www.casadi.nl
CENA IN STRADA, Via St.Anna en Via San Marco. Karin Vorstenbosch woont in Italië en verhuurt daar haar appartement. Ze beschrijft op een leuke en luchtige manier het alledaagse leven in een Italiaans bergdorp… Een dag in LIGURIA, een dag in montagna, een dag in het dorp Montegrosso Pian Latte, gelegen op een heuvel in de Valle d’Arroscia - ‘Valle SLOW’, vanuit ons huis en appartement “Tra Mare e Monti” (“Tussen Zee en Bergen”).
Vanaf haar balconnetta roept ze me toe: “Stasera, cena alle otto”. Ze veegt ondertussen haar handen aan haar schort af, zij is al aan het koken. Ik roep haar toe dat we zeker van de partij zullen zijn en we de uitnodiging van een paar dagen geleden met open armen hebben ontvangen. Ze lacht, denkt aan de vorige editie en vraagt wat we gaan maken. Ze kijkt ernaar uit. Ze benadrukt dat de gasten van ons appartement “Tra Mare e Monti” ook van harte welkom zijn, het is tenslotte ‘per tutti'.
Omstreeks half augustus, als de meeste Italianen vrij zijn op- en rond Ferragosto (Nationale feestdag), stroomt het dorp waarin wij wonen vol met familie en oude bekenden die hier geboren zijn of anderszins verbonden zijn met deze streek en dit dorp. Normaliter 130 ‘vaste bewoners’ groeien uit tot een bevolking van ruim 400 inwoners. De straten die doorgaans heel rustig zijn, bruisen nu van levendigheid: kinderen die de nonni bezoeken, nichten en neven die aan de kust wonen en werken bezoeken hun familieleden. De bankjes in de smalle straatjes doen hun functie volop eer aan als ontmoetingsplekken. Er worden (sterke) verhalen, hilariteiten en rariteiten van het leven verteld, uitgelegd en besproken. Dit gebeurt met betrokkenheid, passie, emotie èn veel volume. In deze periode zijn er veel feesten (met dito maaltijden) te beleven in de regio, maar onze ‘Cena in Strada’ is een belevenis waar ik me elk jaar weer op verheug: een straatdiner van onze Via Sant’Anna. Omdat de Via Sant’Anna in haar verlengde overgaat in de Via San Marco, horen ook haar bewoners er natúúrlijk bij. Alle bewoners, onze ‘buren van de straat’ maken één of twee gerechten voor die maaltijd welke bestaat uit verschillende gangen. Dit jaar is er voor het eerst een informele ‘riunione’ geweest, een informele toetsing van ‘wie-maakt-wat-en-hoeveel’. Als er eten overblijft, gaan onze Italianen de volgende dag namelijk verder tijdens de ‘pranzo’ (lunch), en zo elke dag verder tot alles ‘zogoed als op is’. Vorig jaar waren dat drie dagen! Hans, mijn man, en ik mogen dit jaar slechts één gerecht maken, anders is het te veel. Ook dit jaar maken wij een speciaal Nederlands gerecht, namelijk bitterballen, puur Hollands (inclusief België). De zelfgemaakte bitterballen hebben we eerst gepresenteerd en geserveerd aan een paar gewillige Italiaanse vrienden, of liever proefkonijnen - ’fare la cavia’ heet dat hier. Dat leek ze wel wat. Ze komen namelijk niet uit onze straat en vinden het leuk om een ‘piatto Olandese’ te proeven. Na hun goedkeuring - ze hebben er zo’n 40 met zijn vijven opgegeten - hebben we twee dagen later wederom bitterballen gemaakt naar een oud-Hollands recept. Onze Italiaanse buren kennen wel polpette - balletjes, vaak van gehakt - maar zijn onbekend met de bitterballen zoals we die in Nederland en België kennen. Het uur ‘U’ is bijna aangebroken, de ragout klaar en gekoeld en de ballen gerold.
In onze ‘carruggio’ zijn lange tafels (in Nederland kennen we ze als biertafel) aan elkaar gezet met bijpassende bankjes. Zo ontstaat er één grote lange tafel die de straat volledig in beslag neemt. De zwoele avond en het diffuse zonlicht, de schaduw van het tafereel in de straat, maakt deze gebeurtenis als een scène uit een Italiaanse film van Fellini. Met een groot plateau met daarop heel veel bitterballen liepen wij de straat in. Met een groot applaus en een warm onthaal worden wij ontvangen: direct wordt er wijn voor ons ingeschonken, met ons geproost “cin cin” en gelachen bij de pogingen om de naam 'bitterbal' uit te spreken. Aan tafel zit jong en oud, baby's en honden. Een onderwerp wat uiteraard veel ter sprake komt is het eten, de moestuin, recepten over en weer. Soms wordt er gesproken in dialect en ben ik de draad direct kwijt. Als we daar een opmerking over maken, schakelt iedereen weer snel over op Italiaans en geeft men aan dat we ons toch gauw het dialect eigen moeten maken. Dàt beloven we, als zíj dan maar eerst Nederlands leren spreken. Alle geserveerde gerechten zijn ‘casalinga’ (huisgemaakt) met pure ingrediënten: kruiden in de bossen gevonden of zelf gekweekt, groenten uit de eigen orto (moestuin) en zelfs het vlees van het wilde zwijn, komt van de jacht in de eigen bossen. De wijnen, de antipasti, de primi de secondi, de dolci, èlk gerecht - klein of groot is met de grootst mogelijke zorg gemaakt, alsof de eer van de familie op het spel staat (en misschien is dat ook wel zo…). Een straatdiner compleet met koffie en zelfgemaakte digestieven, púúr genieten … Ik laat me het eten goed smaken en kijk om me heen: ook onze gasten van het appartement genieten volop van dit unieke samenzijn en communiceren met handen en voeten en een beetje Frans. Ik voel me opgenomen door deze
mensen uit de straat en het warme en ware Italiaanse gevoel bekruipt me. Het samenzijn gaat door tot in de kleine uurtjes. De maan verlicht de carruggio bij. Er is alleen nog geen bard in de boom geknoopt!
Karin Vorstenbosch KarinMPL@icloud.com www.ActiefinLigurie.nl FaceBook: Actief.in.Ligurie
De volgende keer o.a. Verona, stad der liefde Onbekend maar niet onbemind Ferrara Schoonheid van de Lago Maggiore Mijn leven in Italië De Italiaanse Maffia Chianti, van mandflesje naar kwaliteitswijn 24 uur in Venetië Dagelijks leven op Sicilië Treinreis naar het zuiden Limoncello Buiten Napels
Piccoli / mafia / nieuws / recepten / advertenties