Spank Moons Spankenstein by ivan willemink

SPANKENSTEIN

www.stockmans.be

SPANKENSTEIN

SPANK MOONS

❤ ➜ [Klaartje °1959 + Lily °1986, Jago °1988, Romy °1991 & Zino °1993]

Voorwoord Ik ken Spank Moons al jaren, maar heb pas onlangs ontdekt dat hij een begenadigd fotograaf is. Net zoals een schilder of een beeldhouwer, legt ook een fotograaf zijn ziel in zijn werk. De foto's van Spank wekken bij mij een gevoel van diepe melancholie op: alhoewel soms op het eerste gezicht ludiek, zijn de foto's nooit vrolijk en vaak overvalt mij een gevoel van onbehagen. Zoals bij alle kunst geldt vooral één norm: het mag je niet onverschillig laten. Ik hoop nog jaren samen te werken met Spank en ben vol verwachting naar zijn verdere artistieke ontwikkeling. — Paul Verbeeck / december 2005 —

Préface Voilà des années que je connais Spank Moons, mais je n'ai découvert que récemment qu'il est un photographe de génie. À l'instar du peintre ou du sculpteur, le photographe s'investit dans son travail. Les photos de Spank éveillent en moi un sentiment de profonde mélancolie : bien qu'à première vue parfois ludiques, ses photos ne sont jamais gaies et souvent un sentiment de malaise m'envahit. Comme pour tout art, il existe une règle principale à laquelle on ne peut déroger : l'œuvre ne peut vous laisser indifférent. J'espère pouvoir encore collaborer de longues années avec Spank et j'attends avec impatience d'assister à son évolution artistique future. — Paul Verbeeck / décembre 2005 —

Foreword I have known Spank Moons for many years but only recently discovered that he is a talented photographer. Just like a painter or sculptor, a photographer reveals his soul in his work. Spank's photographs arouse a feeling of deep melancholy in me. Although they sometimes appear playful at first sight, they are never happy and indeed often leave me with a feeling of unease. As is the case with all art, there is one all-important principle: it shall not leave you indifferent. I hope to work together with Spank for many years to come and look forward to his further artistic development. — Paul Verbeeck / December 2005 —

Het bal masqué van Spank Moons 'Daken die zich niet bewegen, de schemering die doof is, kattenogen die zwijgen. Een korte klik. De sluiter van de fotocamera ontspant zich. De kat loopt door.' 1 Hyperrealiteit Hedendaagse fotografie wordt bepaald door foto’s die weliswaar de realiteit als uitgangspunt hebben, maar waarbij door middel van fotografische techniek en vormgeving, de werkelijkheid vanuit een specifiek perspectief wordt benaderd. Vooral typische fotografische mogelijkheden, zoals de herhaling, de paradox, het spel van analoog-digitaal, de spanning tussen de echte en de afgebeelde realiteit worden benut. Deze actuele en autonome fotografie wordt gekenmerkt door een vervreemding van de waarneembare realiteit en heeft een soms sterk illusoir karakter. De fotografie is in staat een duplicaatwereld te scheppen die dramatischer is dan de natuurlijke wereld. Door deze werkelijkheid op een fragmentarische manier in beeld te brengen suggereert de fotograaf dat er behoefte is aan een tweede werkelijkheid die door de fotograaf overwonnen moet worden. De foto’s van de positief-eigenzinnig werkende fotograaf Spank Moons houden ook een vraagstelling in. Zijn onderzoek peilt naar wat de werkelijkheidswaarde van een beeld is en hoe het objectieve gedesobjectiveerd wordt door de subjectiviteit van de maker en van de ziener, vermeerderd met de contextuele invloeden op beide. Analoge fotografie is verhoudingsgewijs de grootste periode geweest in zijn loopbaan en hij beseft goed dat er momenteel nog een richting te gaan is, namelijk digitaal. Hij schreef me hieromtrent het volgende: ‘... De reacties op het werk situeren zich praktisch allemaal in dezelfde richting (mysterie, puzzel, vreemd), maar vooral: hoe heb je dat fotografisch voor elkaar gekregen? (dubbele of driedubbele opname?, een tijdsopname gekoppeld aan invulflits? enz.) ....’ En hij vervolgde: ‘... ik heb subtiel gebruik gemaakt van digitale technieken. Als je de oorspronkelijke opname vergelijkt met het uiteindelijke geëxposeerde beeld, merk je subtiele maar zeer essentiële toevoegingen op. Het boeiende is dat deze digitale ingrepen niet echt als dusdanig ervaren worden en dat de toeschouwer ze als ‘echt’ ervaart. Wel geven ze het beeld juist die extra toets mee....’ En hij eindigde met: ‘... dat is voor mij op dit moment één van de zegeningen van de lichte kamer!...’ 2 De fotografische dimensie Vandaag spreken we over de digitaal-fotografische dimensie als een hedendaagse artistieke strategie. Ik verkies momenteel te spreken – geïnspireerd door Andreas Müller-Pohle – over de artistieke strategie met drie actuele tendensen: de esthetische, politieke en technologische. Dus halt aan: ‘het juiste moment’ of niet langer ‘straight photography’ bepleiten. Met de dood van Henri Cartier-Bresson is er een einde gekomen aan altijd maar zoeken en ontdekken, het verkennen van een landschap in tijd en ruimte volgens bepaalde esthetische normen. En het oeuvre van Robert Frank is tóch niet te evenaren, laat staan re-photographing. Dus op zoek naar dé nieuwe fotografische dimensie! De strategieën worden echter nu eerder als ensceneringen uitgevoerd. Ensceneren is een hogere productievorm dan het zoeken en vinden omdat het de mogelijkheden van deze laatste methode bevat. Het creatieve domein van de ensceneringen bestaat uit de vier essentiële bestanddelen van het fotografisch proces: het subject, het object, het apparaat en het licht, maar ook het eindbeeld zelf en zijn context. De nieuwe paradox in heel deze situatie is dat bij de huidige neergang van de analoge fotografie de thematiek van de nieuwe generatie fotografie waar Moons zich duidelijk in profileert zich richt op het fotografisch realisme. De ironie zal je niet ontsnappen, maar de fotoscène blijft ons dus verbazen. Vandaag is het realisme de nieuwe avant-garde geworden. 3 Daarom is het fotowerk van Moons vernieuwend, maar het heeft ook kenmerken in zich om die hedendaagsheid te transcenderen op basis van kenmerken die ook voor de volgende generaties de moeite waard zouden kunnen zijn. De foto’s van Moons laten reeds decennia zien dat fotografie niet langer op zichzelf bestaat. Zijn oeuvre is een aspect geworden van een nieuwe zintuiglijke wereld met een ingewikkelde structuur. De belangrijkste zeggingskracht van zijn geënsceneerde fotografie ligt in het vermeende realisme, de huldiging van het principe van de fotografische waarheid. Sinds de jaren zeventig van vorige eeuw fotografeert Spank Moons en toont hij de wereld waarin hij leeft. Zijn fotografie omvat ook diverse ervaringsniveaus. Daardoor wordt zijn oeuvre gemakkelijker te benaderen vanuit een romantisch of esthetisch oogpunt. In een gesprek dat ik recent met hem had sprak hij vaak over de waardigheid van de mensen en over de waardevolle relatie die hij opbouwt met de personen die hij fotografeert. De ironie hierbij ontgaat ons niet want zijn onderwerp is vaak hijzelf. Hij is een koorddanser die treffend de breuk tussen de romantische gerichte fotografie en de experimentele, op dieper inzicht van de dingen gebaseerde fotografie bewandelt. Spank Moons werkt als een communicator die informatie en opvattingen over de ons omringende vervreemdende werkelijkheid doorgeeft. De esthetiek van zijn beeldtaal wordt geconditioneerd door de fundamentele eigenschappen van het medium. Zijn foto’s zijn in staat onze humanistische bewustwording grondig te beïnvloeden. Voor Spank Moons is de droom van de mens het belangrijkste onderwerp van de fotografie gebleven. De verscheidenheid van zijn reeksen

1. Nádas, P., De prachtige geschiedenis van de fotografie, Van Gennep, Amsterdam, 1999. 2. Brief van Spank Moons aan JS, 22 juli 2005. 3. Voor een overzicht van hedendaagse analysemodellen zie: SWINNEN, J., De lichte kamer. De onverborgen fotografie, Uitgeverij Garant, Antwerpen, 2005.

foto’s zijn hiervan representatieve voorbeelden. Eén van de fotografische middelen die Spank Moons hanteert is de geënsceneerde betekenis van het beeld. De kleuren en zwart-wit schakeringen die het fotografische beeld vormen, spatten uiteen en spreiden zich uit om bijvoorbeeld de hopeloze troosteloosheid van de mens in zijn gedachten uit te drukken. Van volwassenen en van kinderen. Uitvergroting Ik denk dat het bij Spank Moons erom gaat alle visuele energie die hij met zijn fototoestel kan opwekken, samen te ballen in zijn beelden. Anders dan bij de reportagefotografie die bij het publiek belangstelling of ontroering wil wekken voor het dagelijks leven, dirigeert Spank Moons zijn fotografische kracht niet naar de kijkers, maar naar de geportretteerde zelf. In die zin gaat zijn fotografie wel degelijk over fotografie. Fotografie als theorie. Zijn fotografie verheerlijkt ook zichzelf, geniet van haar eigen vermogen de dingen mooier te maken dan ze zijn. Deze fotografische synthese geeft aan Spank Moons’ beelden een hoog fotogeniek gehalte mee, een fotogenie die de geportretteerden laat stralen met een innerlijk licht. Zijn onderwerp blijft steeds zelf net zo mysterieus als het medium fotografie. Hoe meer foto’s ik doorheen de jaren van Spank Moons zag, hoe zekerder ik ervan ben geworden dat de inzet van zijn fotografie de volgende is: Spank Moons verzet zich tegen een kijkgewoonte die zich heeft ontwikkeld in onze beeldcultuur. De foto’s van Spank Moons tonen onszelf in die foto’s. Onschuld, hulpeloosheid, tederheid, kracht, vrolijkheid en gevangen vrijheid. En hij doet dat zo dat we nog willen kijken ook en dit met veel goesting. Zijn manier van fotografische beeldvorming is erg duidelijk. Onder zijn foto’s verstaan we zowel concrete, zichtbare voorstellingen als imaginaire voorstellingen — de sensaties die ons ‘voor ogen staan’ als we aan iets dromerigs denken. En zelfs verbale uitingen kunnen ‘beelden’ zijn, zoals wanneer we het over ‘poëtische beelden’ of over ‘beeldspraak’ hebben. Daarbij weten we dat zijn fotobeelden — concreet of imaginair — nooit een getrouwe kopie van de werkelijkheid zijn, maar altijd een zekere mate van fictie bevatten. Na de studie van de fotografische paradox zal dat geen verrassing meer zijn. Zelfs foto’s, altijd opgevoerd als de ultieme toetssteen voor hoe iets er ‘echt’ uitziet, zijn interpretaties van wat er visueel te beleven valt. Daar hoeven we verder geen woorden meer aan vuil te maken. Wel aan wat dat betekent. Hier nemen wij aan dat beelden niet ‘onschuldig’ zijn, zelfs al zijn ze in alle onschuld gemaakt. Hoe wij over zijn fotobeelden oordelen heeft veel te maken met op welke manier ze ons voor ogen komen — en bij dat voor ogen staan speelt de lange reeks foto’s die in dit sp(r)ankerig boek voorbij trekken een belangrijke rol. De mensheid heeft ongemerkt de realiteit verlaten In dit essay kunnen we passend het ideeëngoed van de Franse filosoof Jean Baudrillard plaatsen. We zullen proberen er een aantal kernideeën uit te halen die we toetsen aan het werk van Spank Moons, ook al kunnen we er verschillende lezingen aan geven. Dit is onder meer in de hand gewerkt door zijn soms moeilijk te doorgronden taalcreaties. Baudrillard scherpt zijn pen met veel metaforen die uiteraard niet al te letterlijk moeten worden genomen en ons gelukkig ruimte laten voor vrije interpretatie.4 De teksten over fotografie van Jean Baudrillard hebben twee centrale thema’s. Ten eerste de problematiek van de zin van de beelden en dit betreft dus de semantische (en in zekere zin ook de ontologische) vraag. Het tweede thema handelt rond de dramatische kracht van beelden. Beide thema’s hangen ook nauw samen in het wereldbeeld van Spank Moons. Baudrillard echter onderscheidt twee manieren waarop fotografische beelden hun dramatische kracht laten blijken. De eerste manier door de stilte, de onbeweeglijkheid van beelden. Deze onbeweeglijkheid is volgens Baudrillard intenser dan beweging. Om dit te staven verwijst hij naar de film die teruggrijpt naar slow motion en stilstaande beelden om ons te ontroeren. Wat hij echter niet vermeldt, is dat deze shots meestal voorafgegaan worden door een reeks steeds sneller bewegende beelden die slechts bij de climax even halt houden. Een andere opmerking is dat bij stilstand beweging gesuggereerd kan worden. Het is duidelijk dat het stilstaand beeld ons kan emotioneren. We krijgen tijd om de inhoud tot ons te laten doordringen. Zo ook met de pakkende stilstaande beelden – foto’s – van Spank Moons. De tweede wijze waarop het fotografische beeld dramatisch is, is door de strijd tussen de wil van het subject enerzijds en de wil van het object anderzijds. De wil van het subject probeert een visie en een zekere orde op te leggen. De wil van het object daarentegen poogt zichzelf op te dringen in zijn directheid en discontinuïteit. Volgens Baudrillard beslecht het object de zaak in het beste geval in zijn voordeel. Het fotobeeld geeft namelijk slechts een fragmentair beeld van de realiteit. De dingen veranderen van functie: het lichaam wordt een kunstwerk Baudrillards uitgangspunt is dat iets gefotografeerd wil worden omdat het zijn betekenis niet wil prijsgeven. Het wil gefotografeerd worden om beter te verdwijnen. Met andere woorden, in het beeld laat het object (de realiteit) zich niet van zijn ware kant zien. Wat zien we dan wel? Volgens Baudrillard rest in het beeld niets dan een radicale abstractie van het object. Het object is er namelijk ontdaan van al zijn

4. Zie de essays : Baudrillard, J., La transparance du mal. Essai sur les phénomènes extrêmes, Ed. Galilée, Paris, 1990 en Baudrillard, J., Want illusie is niet in strijd met werkelijkheid in Swinnen, J. (red.) , Attack. Photography on the Edge, Uitgeverij Houtekiet/De Prom, Antwerpen/Baarn, 1999.

dimensies. Het heeft geen gewicht, reliëf, diepte, tijd, continuïteit, geur en zin. Net deze vervreemding van de realiteit geeft het beeld haar intensiteit en fascinatie. Dezelfde teneur nemen we waar bij Mulder: ‘Geen zin, betekenis of functie, geen derde en vierde dimensie (geen ruimte en tijd). Geen beweging of verandering. Geen waarheid of wil. Geen geur, geluid of gesprek. Geen boodschap, geen media. Niets algemeens. Alles wat blijkbaar overbodig is in de werkelijkheid, wordt door het fototoestel geschrapt. (...) De interpretatie van een fotografisch beeld onthult alleen wat er in je eigen hoofd zit, misschien wat de fotograaf in zijn of haar hoofd had bij het maken van juist deze uitsnede uit ruimte en tijd: herkenning door introspectie. Maar wat er op de foto zelf staat blijft daardoor onberoerd, geen enkele lezing is juist of onjuist.’ 5 Deze aanvulling is erg belangrijk. Iedereen kan de foto interpreteren zoals hij of zij het wenst, want dé betekenis ligt niet vast in het beeld en bestaat zelfs niet. Het enige dat de fotograaf Spank Moons doet is een klein fragment uit de wereld knippen en vastleggen. Samenvattend kunnen we stellen dat beelden volgens Baudrillard de realiteit niet kunnen vatten, de reële objecten geven hun ware aard namelijk niet bloot. Hierbij komt dan de vraag in welke mate de beelden voeling houden met de realiteit. Vormen beelden een realiteit op zich en neigen ze meer naar simulacra omdat ze niet als eigen realiteit verder leven? De band met het oorspronkelijke object is ondanks de abstractie nog steeds aanwezig. Het beeld is als het ware een eendimensionale afbeelding (een teken) van het object, ontdaan van alle dimensies. Het zou van oppervlakkigheid en willekeur getuigen om een gemeenschappelijke omschrijving te geven van zo’n groot aantal foto’s die voortspruiten uit zijn geest en getuigen van veel creativiteit: verschillende gevoeligheden, achtergronden en ambities. Toch kan men er de meest opvallende gelijkenissen uit distilleren en zodoende een idee krijgen van hoe je er vandaag kan naar kijken, en dus genieten. Er zijn de introspectieve foto’s, foto’s waarin gezocht wordt naar een identiteit of waarin een familiegeschiedenis wordt opgespoord — als het ‘ik’ al gebruikt wordt is het niet om iets over zichzelf te vertellen maar om vragen te stellen aan de Ander — toch vormen de enquêtefoto’s een opmerkelijke entrée in zijn oeuvre en geven ze blijk van een surrealistische ‘speurdersgeest’. Ze zijn politiek in de ruime betekenis van het woord. Ze ontleden een gebeurtenis, een persoonlijk gegeven in een maatschappelijke context gegoten. En daar tussenin, acteurs, experimenteerders, opmerkelijke en inventieve stemmen en ook nog de gebruikelijke genres, kunstfoto’s of portretten. Af en toe priemt er wat ironie door, wordt een luchtiger toon aangeslagen die van zijn foto’s nog geen grappen- en grollenfoto’s maakt maar waardoor hij toch goed is voor een geamuseerde blik. Introvert Om in het denken van Jean Baudrillard opnieuw elementen te vinden die ons het être et avoir van Moons helpen begrijpen beamen we zijn stelling dat de realiteit niet moet opgeroepen worden waar die is afgestorven. Je kunt in die gevallen maar beter meedansen op het bal masqué van de hyperrealiteit. Bedriegen we onszelf dan niet met onze maniertjes, gepoederde glimlachjes en mooie woorden? Maar het is niet per definitie onaangenaam bedrogen te worden. Integendeel, zei Erasmus al, het is veel onaangenamer om niet bedrogen te worden. In Erasmus’tijd waren er nog mensen die door de ramen naar binnen keken. Nu zijn er geen buitenstaanders meer die ons met een minzaam lachje terugroepen naar de realiteit. Iedereen heeft nu het masker opgezet en iedereen danst mee op de artificiële, menselijke maat. Daardoor dreigt de danszaal een op zichzelf staande wereld te worden. ‘Het brengt ons het schaamrood op de kaken dat het systeem zo introvert is geworden’, zegt Baudrillard. Maar er is een remedie. ‘Op het moment dat je het systeem analyseert, doorzie je de absurditeit ervan. Er treedt een zekere vervreemding op en in die toestand is er nog alle kans om iets origineels te vinden, om een onverwachte stap te zetten, om je te bevrijden van je identiteit.’ Het bal masqué hoeft niet te verstarren. Rationaliteit kan de zaak levendig houden. ‘Waar nagedacht wordt, is een opening naar een zuivere vitaliteit mogelijk, iets origineels wat volledig los staat van het algemene systeem. Door je leven te analyseren, kun je onthutst raken. Dat biedt een zekere vrijheid om iets anders te bedenken, om af te wijken.’ 6 En is dat niet wat Spank Moons al dertig jaar doet: overlopen naar de andere kant? — Johan Swinnen —

Johan Swinnen is hoofddocent Time Based Arts aan de Vrije Universiteit Brussel en voorzitter van de Manama Cultuurwetenschappen, tevens hoogleraar aan de Hogeschool Antwerpen en gastdocent op reguliere basis aan de Université de la Sorbonne Nouvelle – Paris III. Daarnaast is hij kunstcriticus (VRT, European Photography, Photoq, Foto+) en voorzitter van de Vlaamse Dienst voor Filmcultuur. Johan Swinnen publiceerde reeds talrijke artikels over fotografieeducatie, foto-filosofie en hedendaagse kunsttheorie o.a. in ‘Encyclopedia of 20th-Century Photography’ (the ‘Work’) gepubliceerd bij Routledge.

5. Mulder, A., Het fotografische genoegen, Van Gennep, Amsterdam, 2000. 6. Interview met Jean Baudrillard in Filosofie Magazine, oktober 1999, pag. 8-11.

Le bal masqué de Spank Moons 'Des toits immobiles, un crépuscule sourd, des yeux de chat silencieux. Un bref clic. L'obturateur de l'appareil photo se déploie. Le chat passe son chemin.' 1

Hyperréalité La photographie contemporaine s'articule autour de photos qui, il est vrai, ont pour point de départ la réalité, mais qui, grâce à la technique photographique et le design, abordent la réalité d'un point de vue particulier. Les possibilités photographiques, comme la répétition, le paradoxe, le jeu analogique-numérique, la tension entre le monde réel et reproduit sont surtout exploitées. Cette photographie actuelle et autonome se caractérise par une aliénation de la réalité visible et présente un caractère illusoire parfois prononcé. La photographie peut reproduire un monde dupliqué plus dramatique que le monde réel. En mettant cette réalité en images par fragment, le photographe suggère qu'il existe le besoin d'une deuxième réalité à dépasser. Les images du photographe actif et obstinément positif qu'est Spank Moons contiennent également une problématique. Par sa recherche, il tente de découvrir la valeur réaliste d'une image et la manière dont l'objectivité est pervertie par la subjectivité de l'auteur et du spectateur, sans compter les influences contextuelles qu'elles subissent. Proportionnellement, la plus grande période de sa carrière a été consacrée à la photographie analogique et il se rend bien compte qu'actuellement on peut aussi adopter le numérique. À ce sujet, il m'a fait parvenir les lignes suivantes : '... Les réactions relatives à l'œuvre abondent quasiment toutes dans le même sens (mystère, puzzle, étrange), mais interrogent surtout : comment avez-vous harmonisé tout cela sur le plan photographique ? (prise double ou triple ?, prise instantanée couplée à un fill-flash ?, etc.)....' Et de continuer : '... j'ai fait subtilement usage des techniques numériques. Si vous comparez la prise de vue originale à la photo finale exposée, vous remarquerez des ajouts subtils mais essentiels. Ce qui est captivant, c'est que ces interventions numériques ne sont pas perçues comme telles et que le spectateur les considère comme « authentiques ». Ils attribuent tout de même à l’image cette petite touche supplémentaire...' Et de conclure : '... c'est pour moi, à cet instant, un des bienfaits de la chambre claire !...' 2 La dimension photographique Actuellement, on évoque la dimension numérique-photographique comme une stratégie artistique contemporaine. Je préfère pour le moment m'inspirer d'Andreas Müller-Pohle et parler de la stratégie artistique en reprenant trois tendances actuelles : l'esthétique, la politique et la technologie. Donc, terminé le 'moment décisif' ou le 'straight photography'. La mort d'Henri Cartier-Bresson a marqué la fin de la recherche et la découverte continues, l'exploration d'un paysage dans le temps et l'espace suivant des normes esthétiques données. Et l'œuvre de Robert Frank est à nulle autre égale sans parler du re-photographing. Partons donc à la recherche de la nouvelle dimension photographique ! Les stratégies apparaissent toutefois plutôt comme des mises en scène. La mise en scène est une forme de production plus élevée que la recherche et la découverte parce qu'elle reprend les possibilités de cette dernière méthode. Le domaine créatif de la mise en scène se compose des quatre éléments essentiels du processus photographique : le sujet, l'objet, l'appareil et la lumière, mais également l’image finale et son contexte. Le nouveau paradoxe de toute cette situation concernant la période de déclin actuel de la photographie analogique, c'est que la thématique de la nouvelle génération de photographes, dans laquelle Moons se profile clairement, s'appuie sur le réalisme photographique. L'ironie ne vous échappera pas, mais le monde de la photographie ne cesse de nous étonner. Le réalisme est actuellement devenu le nouveau courant avant-gardiste.3 Pour cette raison, l'œuvre photographique de Moons est novatrice, mais recèle également des caractéristiques permettant de transcender ce caractère contemporain sur la base de particularités susceptibles de présenter un intérêt pour les générations à venir. Depuis des dizaines d'années, les photos de Moons illustrent le fait que la photographie n'existe plus en soi. Son œuvre est devenue un aspect d'un nouveau monde sensoriel doté d'une structure complexe. L'éloquence principale de sa photographie mise en scène réside dans le prétendu réalisme, l'installation du principe de réalité photographique. Depuis les années soixante-dix, Spank Moons s'adonne à la photographie et montre le monde dans lequel il évolue. Sa photographie comprend également différents niveaux d'expérience. De ce fait, son œuvre est plus facilement abordable d'un point de vue romantique ou esthétique. Dans une conversation récente, il évoquait souvent la dignité des gens et la précieuse relation qu'il établit avec les personnes qu'il photographie. L'ironie de la situation ne nous échappe pas, car son sujet est souvent sa propre personne. C'est un funambule qui exploite de manière touchante la rupture entre la photographie axée sur le romantisme et la photographie expérimentale, basée sur une conception plus profonde des choses. Spank Moons travaille en tant que communicateur qui transmet des informations et des opinions concernant la réalité aliénante qui nous entoure. L'esthétique de son langage imagé est conditionnée par les caractéristiques fondamentales du média. Ces photos

1. Nadas, P., De prachtige geschiedenis van de fotografie, Van Gennep, Amsterdam, 1999. 2. Lettre de Spank Moons à JS, 22 juillet 2005. 3. Pour un aperçu des modèles d'analyse contemporains, voir : SWINNEN, J., De lichte kamer. De onverborgen fotografie, Éditions Garant, Anvers, 2005.

sont à même d'influencer considérablement notre prise de conscience humaniste. Pour Spank Moons, le rêve de l'homme est resté le sujet principal. Ses séries de photos diversifiées en sont des exemples représentatifs. La signification mise en scène de l'image est l'une des méthodes photographiques à laquelle Spank Moons a recours. Les nuances de couleurs et noir et blanc qui constituent le cliché photographique éclatent et s'étendent afin d'exprimer, par exemple, la désolation désespérée de l'homme dans ses pensées. Des adultes comme des enfants. Agrandissement Je pense que, chez Spank Moons, il convient de réunir dans ses images toute l'énergie visuelle éveillée avec son appareil photo. Contrairement à la photographie de reportage, qui tente de stimuler l'intérêt ou l'émotion du public pour la vie quotidienne, Spank Moons concentre son pouvoir photographique non pas sur les spectateurs, mais sur la personne dont il tire le portrait. En ce sens, sa photographie traite sérieusement de photographie. La photographie en tant que théorie. Sa photographie se contente elle-même, profite de son pouvoir de rendre les choses plus belles qu'elles ne le sont. Cette synthèse photographique confère aux photos de Spank Moons une haute qualité photogénique, une photogénie qui fait rayonner les personnes photographiées d’une lumière intérieure. Son sujet reste constamment aussi mystérieux que le média photographique. À travers les années, plus j'ai pu admirer des photos de Spank, plus je suis convaincu du fait que le motif de sa photographie est le suivant : Spank Moons s'oppose à une habitude d'observation qui a évolué dans notre culture des images. Les photos de Spank Moons nous révèlent à nous-mêmes. Innocence, impuissance, tendresse, force, allégresse et liberté captive. Il agit également de la sorte afin que nous souhaitions regarder, et ce avec beaucoup d’envie. Sa manière de créer des images photographiques est très claire. Derrière ses photos, nous percevons tant les représentations concrètes et visibles que les représentations imaginaires - les sensations qui 'défilent sous nos yeux' lorsque nous pensons à quelque chose qui nous fait rêver. Même certaines expressions verbales peuvent être des 'images', comme lorsque nous évoquons des 'images poétiques' ou la 'métaphore'. Nous savons en outre que ces images - réelles ou imaginaires - ne sont jamais une copie fidèle de la réalité, mais comportent toujours un certain degré de fiction. Après avoir étudié le paradoxe photographique, ce ne sera plus une surprise. Même les photos, toujours considérées comme les pierres de touche de l'apparence 'réelle' des choses, sont des interprétations de ce qui doit être vécu d'un point de vue visuel. Il n'y a plus grand-chose à ajouter à ce sujet. Mais bien quant à sa signification. Supposons que les images ne soient pas 'innocentes', même lorsqu'elles sont réalisées en toute innocence. La manière dont on juge ces photos est fortement liée à la manière dont elles nous sont montrées, et, lors de cette exposition, la longue série de photos qui défilent dans ce chef-d'œuvre joue un rôle important. L'humanité a imperceptiblement abandonné la réalité Dans cet essai, nous pouvons adéquatement relever la marque du philosophe français Jean Baudrillard. Nous essaierons d'en retirer un certain nombre d'idées clés que nous comparerons à l'œuvre de Spank Moons, bien que nous puissions en donner des interprétations différentes. Ses créations linguistiques, parfois difficiles à pénétrer, y contribuent notamment. Baudrillard manie la plume en utilisant de nombreuses méta-phores qui, bien entendu, ne doivent pas être prises trop littéralement et laissent heureusement le champ libre à l'interprétation.4 Les textes de Jean Baudrillard traitant de la photographie contiennent deux thèmes centraux. Le premier est la problématique du sens des images, qui touche donc la question sémantique (et dans un certain sens aussi, ontologique). Le second thème touche à la force dramatique des images. Ces deux thèmes sont également étroitement liés dans la vision du monde de Spank Moons. Baudrillard distingue cependant deux manières dont les images photographiques dévoilent leur pouvoir dramatique. La première par le silence, l'immobilité des images. Selon Baudrillard, cette immobilité est plus intense que le mouvement. Afin d'appuyer cette théorie, il renvoie au film qui se base sur le slow motion et les arrêts sur image afin de nous émouvoir. Toutefois, il omet de mentionner que ces prises de vue sont le plus souvent précédées par une série d'images qui bougent de plus en plus rapidement et ne s'arrêtent quelque peu que lors de l'apothéose. Autre remarque : le mouvement arrêté peut suggérer le mouvement. Il apparaît clairement que l'arrêt sur image peut nous émouvoir. On laisse au contenu le temps de nous pénétrer. Il en va de même des images (photos) passionnantes de Spank Moons. La deuxième chose qui rend une photographie dramatique est la lutte entre la volonté du sujet, d'une part, et de l'objet, d'autre part. La volonté du sujet tente d'imposer une vision dans un certain ordre. Au contraire, la volonté de l'objet cherche à s'imposer de façon directe et discontinue. Selon Baudrillard, dans le meilleur des cas, l'objet tourne la chose à son avantage. Le cliché photographique ne rend en effet qu'une image fragmentaire de la réalité. La fonction des choses change : le corps devient une œuvre d'art Baudrillard part du principe qu'une chose veut être photographiée afin de préserver sa signification. Une chose veut être photographiée

4. Voir les essais : Baudrillard, J., La transparence du mal. Essai sur les phénomènes extrêmes, Éd. Galilée, Paris, 1990 et Baudrillard, J., Car l'illusion ne s'oppose pas à la réalité dans Swinnen, J. (red.), Attack. Photography on the Edge, Éditions Houtekiet/De Prom, Anvers/Baarn, 1999.

pour mieux disparaître. En d'autres termes, dans l'image, l'objet (la réalité) ne dévoile pas son vrai côté. Mais que voyons-nous, alors ? Selon Baudrillard, il ne subsiste dans l'image rien de plus qu'une abstraction radicale de l'objet. L'objet s'y retrouve en effet défait de toutes ses dimensions. Il n'a ni poids, ni relief, ni profondeur, ni durée, ni continuité, ni odeur, ni sens. C'est justement cette aliénation de la réalité qui confère à l'image son intensité et sa fascination. Même son de cloche chez Mulder : 'Aucun sens, aucune signification, aucune fonction, pas de troisième et quatrième dimensions (ni espace, ni temps). Ni mouvement, ni changement. Ni vérité, ni volonté. Aucune odeur, aucun bruit, aucun dialogue. Ni message, ni média. Rien de général. Tout ce qui semble superflu dans la réalité est supprimé par l'appareil photo. (...) L'interprétation d'une image photographique dévoile uniquement ce que vous avez à l'esprit, peut-être également ce que le photographe avait en tête au moment précis où il a extrait cette parcelle d'espace et de temps : récognition par introspection. De ce fait, le contenu de la photo reste toutefois impassible, aucune interprétation n'est correcte ou erronée.' 5 Cette précision est très importante. Chacun peut interpréter la photo comme bon lui semble, étant donné que la signification n'est pas stipulée dans l’image et n'existe même pas. Spank Moons se contente de découper et immortaliser un fragment minime du monde. En résumé, nous pouvons avancer que, selon Baudrillard, les images ne peuvent saisir la réalité, les objets réels ne dévoilent en effet pas leur vraie nature. La question se pose alors de savoir dans quelle mesure les images restent en contact avec la réalité. Les images forment-elles une réalité en soi et sont-elles enclines aux simulacres parce qu'elles ne continuent pas de vivre en tant que réalité propre ? Le lien avec l'objet initial reste présent malgré l'abstraction. L'image est en réalité une illustration unidimensionnelle (un signe) de l'objet, défaite de toutes les dimensions. Une définition commune d'un si grand nombre de photos, qui sont le fruit de son imagination et font preuve de beaucoup de créativité, attesterait d'un certain caractère superficiel et arbitraire : sensibilités, contextes et ambitions différents. Il est pourtant possible d'en extraire les similitudes les plus frappantes et d'obtenir ainsi une idée de la manière dont l'aborder et, donc, d'en tirer profit. On trouve les photos introspectives, dans lesquelles on recherche une identité ou un contexte familial - dès que la forme 'je' est utilisée, il ne s'agit plus de parler de soi-même mais d'interroger l'Autre - les photos d'enquête constituent tout de même une entrée remarquable dans son œuvre et font montre d'un 'esprit de limier' surréaliste. Elles sont politiques au sens large du terme. Elles analysent un fait, une donnée personnelle dans un contexte social. Entre les deux se trouvent des acteurs, des expérimentateurs, des voix remarquables et inventives, sans oublier les genres, photos artistiques ou portraits habituels. Çà et là pointe un soupçon d'ironie, un ton plus léger emprunté, qui ne transforme pas pour autant ses photos en blagues et plaisanteries, mais qui autorisent tout de même un coup d'œil amusé. Introverti Afin de retrouver, dans la pensée de Jean Baudrillard, de nouveaux éléments qui nous aident à comprendre l'être et l'avoir de Moons, nous adoptons sa position selon laquelle la réalité ne doit pas être évoquée alors qu'elle a disparu. Il vaut mieux, dans ce cas, prendre part à ce bal masqué qu'est l'hyperréalité. Mais ne nous dupons-nous pas nous-mêmes avec ces manières, ces sourires faux et ces belles paroles ? Par définition, il ne s'agit pas d'être fâcheusement trompé. Au contraire, disait déjà Erasme, il est bien plus désagréable de ne pas l'être. À l'époque d'Erasme, certaines personnes regardaient encore à travers les fenêtres pour voir à l'intérieur. Actuellement, plus aucun profane ne nous rappelle à la réalité, un sourire affable au coin des lèvres. Chacun porte son masque et prend part à la danse à l'échelle artificielle humaine. De ce fait, la salle de bal menace de devenir un monde autonome. 'Le fait que le système soit devenu si introverti nous fait rougir de honte', déclare Baudrillard. Mais il existe un remède. 'En analysant le système, vous en saisissez l'absurdité. Une certaine aliénation a lieu et, dans cette situation, il est encore tout à fait envisageable de trouver quelque chose d'original, pour ajouter une étape inattendue, pour vous libérer de votre identité.' 6 Le bal masqué ne doit pas se figer. La rationalité peut maintenir la chose animée. 'Quand on réfléchit, une brèche vers une vitalité pure peut s'ouvrir, quelque chose d'original totalement indépendant du système général. L'analyse de votre vie peut vous déconcerter. Voilà qui laisse une certaine liberté pour imaginer autre chose, pour dévier.' Et n'est-ce pas ce que Spank Moons fait déjà depuis trente ans : passer de l'autre côté ? — Johan Swinnen — Johan Swinnen est chargé de cours principal en Time-Based Arts à la « Vrije Universiteit Brussel » et président de « Manama Cultuurwetenschappen » ; il est également professeur à la « Hogeschool Antwerpen » et professeur invité régulièrement à l'Université de la Sorbonne Nouvelle - Paris III. Il est en outre critique d'art (VRT, European Photography, Photoq, Foto+) et président du « Vlaamse Dienst voor Filmcultuur ». Johan Swinnen a déjà publié de nombreux articles sur l'éducation photographique, sur la philosophie photographique et sur la théorie artistique contemporaine, notamment dans « l'Encyclopedia of 20th-Century Photography » (ouvrage de référence), publiée par Routledge. 5. Mulder, A., Het fotografische genoegen, Van Gennep, Amsterdam, 2000. 6. Interview avec Jean Baudrillard dans Filosofie Magazine, octobre 1999, pp. 8-11.

The masked ball of Spank Moons

“Motionless roofs, deaf twilight, the silence of a cat's eyes. A brief click. The camera shutter is released. The cat continues on its way.” 1

Hyperreality Contemporary photography is characterised by photos that take reality as their starting point but in which, due to the photographic technique and design, this reality is approached from a specific perspective. It is principally typical photographic techniques such as repetition, paradox, the interaction between analogue and digital and the tension between actual and imagined reality that are used. This current, autonomous type of photography is characterised by alienation from perceptible reality and at times has a strong illusory character. Photography is capable of creating a copy of the world that is more dramatic than the real one. By depicting this reality in a fragmentary manner, the photographer suggests that there is a need for another reality that the photographer has to master. The photographs of the fiercely individualistic photographer Spank Moons also see the photographer posing questions. He attempts to uncover what the reality of an image really is and how the objective becomes deobjectified by the subjectivity of both the creator and the viewer, a subjectivity that is only intensified by the contextual influences on both of them. Analogue photography has accounted for the greatest part of Moons's career yet he realises that there is now also another way to go: digital. The following is what he wrote to me about this: “... The reactions to my work are practically all the same - viewers find it mysterious, puzzling and strange but especially they ask, “how did you manage to achieve this photographically?” (through double or triple exposures? through a delayed-action shot using a fill in flash?, etc.) ....” He continues: “... I've made subtle use of digital techniques. If you compare the original shot with the final exposed image, you notice subtle but crucial additions. The fascinating aspect is that these digital shots are not really seen as such and the viewer experiences them as “real”. However, they do give the image that extra little something....” He ends on this note: “... this is for me one of the blessings of the light room!...”.2 The photographic dimension Today we are concentrating on the digital photographic dimension as a contemporary artistic strategy. Inspired by Andreas MüllerPohle, I would like to speak about artistic strategy in dealing with three current tendencies - the aesthetic, the political and the technological. It is now a question of dispensing with “the right moment” or “straight photography”. The death of Henri Cartier-Bresson marked the end of simply constantly searching and finding, exploring a landscape in time and space according to certain aesthetic principles. And nobody will ever be able to match the work of Robert Frank, not to mention the concept of re-photographing. So let us embark on a search for the new photographic dimension! The above strategies are, however, now being used rather for scene setting. Encapsulating as it does all the possibilities of searching and finding, scene setting can be said to be a higher-level production form than this method. The creative domain of scene setting consists of four basic concepts of the photographic process - subject, object, equipment and light, not to forget the final image and its context. The new paradox in this whole situation is that while analogue photography is declining, the subject-matter of the new generation of photography in which Moons is so clearly active emphasises photographic realism. The irony will not have passed you by, but the fact is that the photographic scene keeps on surprising us. Nowadays realism is the new avant-garde.3 Thus Moons's photography is innovative but also has characteristics that transcend this contemporary nature with various features that may be of value for future generations. Moons's photographs have demonstrated down the decades that photography is no longer an end in itself. His work has become part of a new world of the senses, with a complicated structure. The most important expressive element in his staged photographs lies in their deliberate realism, their adherence to the principle of photographic truth. Since the 1970s, Spank Moons has been photographing and presenting the world in which he lives. His photography also contains various levels of experience. For this reason, his work is easier to approach from a romantic or aesthetic point of view. In a recent conversation I had with him, he spoke a lot about human dignity and the valuable relationship that he had built up with the people he had photographed. It is difficult to escape the irony of this, as the subject is often himself. He skilfully walks the tightrope between the romantically inclined type of photography and the experimental, less superficial variety. Spank Moons is a communicator telling us information and ideas about the alienating reality surrounding us. The aesthetic nature of his imagery is determined by the basic characteristics of the medium. His photos are capable of influencing our humanistic consciousness. For Spank Moons, the dream of humanity remains the most important subject of photography. The varied nature of his photographic series is an example of this. One of the photographic methods that Spank Moons uses is the stage-managed meaning of the image. The

1. P. Nádas, De prachtige geschiedenis van de fotografie [The splendid history of photography], published by Van Gennep, Amsterdam, 1999. 2. Letter from Spank Moons to JS, 22 July 2005. 3. For an overview of contemporary analysis models, see J. SWINNEN, De lichte kamer. De onverborgen fotografie [The light room. Photography exposed], published by Garant, Antwerp, 2005.

colours and black and white tones that make up the photographic image, burst and then spread out to express, for instance, the hopeless desolation of the human being - adult or child - as he sees it. Enlargement I find that Spank Moons concentrates into his pictures all the visual energy that he can generate with his camera. As opposed to journalistic photography, which is meant to create interest in daily life or move the general public, Spank Moons does not direct his photographic powers at the viewer but at the photographed subject. In that sense, his photography is about photography itself - the theory of photography. His photography extols its own virtues, enjoys its own capacity to make things more beautiful than they actually are. This photographic synthesis gives Spank Moons's images an enhanced photogenic quality, a photogenic quality that allows the subject to radiate an inner light. His subject-matter always remains just as mysterious as the photographic medium. The more of Spank Moons's photos I have seen over the years, the more certain I have become that the intention of his photography is to oppose a manner of perception which has developed in our image culture. In these photos of Spank Moons he projects an image of ourselves - innocence, helplessness, tenderness, power, joy and imprisoned freedom. And he does this in such a way that we have the urge to continue looking, which gives us a sensation of intense pleasure. His way of creating a photographic image is very clear. We see in his photos visible images of tangible subjects as well as imaginary ones - the visual sensations we see in our mind's eye when we are (day)dreaming about something. Even verbal expressions can be “images” such as references to “poetic images” or “imagery”. We know then that his photographic images, tangible or imaginary, can never be a carbon copy of reality but will always involve a certain fictional element. After studying the photographic paradox, this should come as no surprise. Even photographs, always presented as the ultimate touchstone for how something “really” looks, are interpretations of what lies within the scope of visual experience. Let us not devote any more space to this subject but rather concentrate on what it means. In this case, we assume that images are not “innocent” even if they were taken in all innocence. How we judge his photographic images mainly depends on the way in which they are perceived. It is this perception that plays an important role in the series of photos that pass before our eyes in this spankingly - or perhaps that should be sparklingly - impressive book. The human race has left reality without realising it In this essay, the ideas of the French philosopher Jean Baudrillard can be aptly applied. We will try to extract a number of basic ideas and test them against the work of Spank Moons, even though we can give them different interpretations. The reason for this is Baudrillard's use of linguistic forms that are sometimes difficult to comprehend. He peppers his text with numerous metaphors that must not be taken too literally and fortunately give us room for free interpretation.4 The texts of Jean Baudrillard that deal with photography have two central themes. The first one is the problem of the meaning of images, which is semantic and, to a certain extent, also ontological. The second theme deals with the dramatic power of images. Both themes are closely connected in Spank Moons's vision of the world. Baudrillard, however, distinguishes two ways in which photographic images demonstrate their dramatic power. The first way is through silence, the motionlessness of images. According to Baudrillard, this motionlessness is more intense than movement. In order to underpin this argument, he refers to the medium of film, which makes use of slow motion and motionless images to have an effect on us. What he fails to mention, however, is that these shots are usually preceded by a series of ever faster moving images that only pause temporarily when the climax is reached. Another remark that can be made in this regard is that motionless moments can be used to suggest motion. It is clear that the motionless image can instil emotion in us. We are given enough time to allow the contents to sink in. The same is true with the arresting motionless images – photographs – of Spank Moons. The second way in which the photographic image is made dramatic is through the struggle between the will of the subject on the one hand and the will of the object on the other. The will of the subject tries to create a vision and some kind of order. The will of the object on the other hand tries to impose itself through directness and discontinuity. Ideally, according to Baudrillard, the object will settle this tug of war to its advantage. The photographic image only provides a fragmentary image of reality. Changes in function: the body becomes an art form Baudrillard's basic tenet is that something demands to be photographed because it does not want to reveal its meaning. It demands to be photographed in order to become more invisible. In other words, the image does not allow the object, i.e. reality, to reflect its true meaning. What do we see then? According to Baudrillard, nothing more than a radical abstraction of the object is left in the image. The object has been robbed of all its dimensions. It has no weight, relief, depth, time, continuity, smell or sense. It is precisely this alienation from reality

4. See the following essays: J. Baudrillard, La transparance du mal. Essai sur les phénomènes extrêmes [The transparency of evil. Essay on extreme phenomena], published by Ed. Galilée, Paris, 1990 and J. Baudrillard, Car l'illusion ne s'oppose pas à la réalité [As illusion is not in conflict with reality] in J. Swinnen, (ed.) Attack. Photography on the Edge, published by Houtekiet/De Prom, Antwerp/Baarn, 1999.

that provides the image with its intensity and fascination. The same tone is taken up by Mulder: “No sense, meaning or function, no third or fourth dimension (no space or time). No movement or change. No truth or will. No smell, sound or discussion. No message, no media. Nothing of a general nature. Everything that appears superfluous in reality is removed by the camera. (...) The interpretation of a photographic image reveals only what you are thinking and perhaps what the photographer was thinking when making this particular extraction from space and time - recognition through introspection. However, what the photograph shows remains untouched. No single interpretation is correct or incorrect.” 5 This explanation is very important. Anyone can interpret the photograph as he/she wishes as its meaning is not captured in the image and does not even exist. All that Spank Moons does is cut out and capture a small fragment of the world. To sum up, we can postulate that according to Baudrillard images cannot capture reality as real objects do not reveal their true nature. The question then arises: to what extent do the images relate to reality? Are images a reality in themselves and more inclined towards simulacra because they cannot exist as a separate reality? The link with the original object is still present despite the abstraction. The image is, as it were, a one-dimensional illustration (a sign) depicting the object, devoid of all dimensions. It would be superficial and arbitrary to give a common description for such a large number of photographs, products of his mind that bear witness to a well of creativity: various sensitivities, backgrounds and ambitions. Nevertheless, we can distil the most striking comparisons and in so doing get an idea of how to interpret - and enjoy - them today. There are introspective photos, photos that seem to be looking for an identity or in which a family history is traced. If the “I” form is used, it is not to recount something about himself but to question “the Other”. The survey photos are, however, a striking introduction to his work and demonstrate a surrealistic “investigative spirit”. They are political in the broadest sense of the word. They originate from an event, a personal detail enveloped in a social context. And in between there are the players, the experimenters, striking and inventive voices and also the usual genres, artistic shots or portraits. Now and then a bit of irony peeks through and a lighter tone is assumed. This does not make his photos exactly funny or comical but it does manage to create a certain sense of amusement in the viewer. Introvert As we use the ideas of Jean Baudrillard again to find elements that help us to understand the être et avoir of Spank Moons, we can endorse Baudrillard's tenet that reality should not be recreated from where it has been removed. In these cases, it is better to go along with the masked ball of hyperreality. But aren't we fooling ourselves with our little mannerisms, powdered smiles and fine words? It is not by definition unpleasant to be fooled. On the contrary, as Erasmus said, it is much more unpleasant not to be fooled. In Erasmus's era, there were still people who were on the outside looking in. Nowadays, there are no longer any outsiders who with a loving smile bring us back down to earth. Everyone has now put on a mask and dances to an artificial, human beat, and so the ballroom itself threatens to become a world of its own. “It is embarrassing for us to realise that the system has become so introverted,” says Baudrillard. However, there is a solution to the problem. “The moment you analyse the system, you suddenly realise its absurdity. A certain alienation occurs and in this state there is still every chance of discovering something original, for us to take an unexpected step to free ourselves from our identity”. The masked ball does not have to stagnate. Rationality can keep the whole thing alive. “Where a process is examined, an opening is created for a breath of pure vitality, something original that is completely separate from the general system. People become bewildered when they analyse their life. This offers a certain freedom to think of something else, to deviate from the norm”.6 And isn't that what Spank Moons has been doing for the last thirty years - moving over to the other side? — Johan Swinnen —

Johan Swinnen is senior lecturer in Time-based Arts at the Free University of Brussels (VUB) and Chairman of Manama Cultural Sciences, as well as professor at the Antwerp College of Higher Education ('Hogeschool Antwerpen') and a frequent visiting lecturer at the Université de la Sorbonne Nouvelle - Paris III. Furthermore, he is an art critic (VRT [Flemish Radio and Television], European Photography, Photoq, Foto+) and Chairman of the Flemish Service for Film Culture. He has published many articles about photography and education, photographic philosophy and contemporary art theory, including some in the “Encyclopedia of 20th Century Photography” (in the 'Work' section) published by Routledge.

5. A. Mulder, Het fotografische genoegen [Photographic pleasure], published by Van Gennep, Amsterdam, 2000. 6. Interview with Jean Baudrillard in Filosofie Magazine [Philosophy Magazine], October 1999, pp. 8-11.

1. Little (big) boy, between garter-belts - 1977

2. Sucking up Pussy - 1978

3. First aid - 1978

4. Big (small) boy, with garter-belts - 1978

5. Love / hate - 1978

6. Burning pictures - 1979

7. Probably sheâ&#x20AC;&#x2122;s right ! - 1979

8. Baby here I come ! - 1979

9. Sweet Lorelei - 1979

10. Balloon contest, anno â&#x20AC;&#x2DC;66 - 1980

11. Parrot is sick and he will die... - 1980

12. Through the looking-glass - 1980

13. Picture, picture on the wall, who is... ? - 1980

14. Sugar baby - 1981

15. Sax revenge - 1981

16. Monopoly-solitaire - 1981

17. Spankenstein - 1981

18. The magic of photography - 1982

19. Amusement at ‘TIR Emile’ - 1982

20. Cyclist - 1982

21. The effect of instant-photography on human behaviour - 1983

22. Hey You ! - 1983

23. Petits-four(mi)s Ă la Pompadour - 1984

24. Big boys donâ&#x20AC;&#x2122;t cry anymore - 1988

25. A bunch of grapes for the sick - 1989

26. Death of a sailor - 1989

27. Fallen angel - 1990

28. The swan and the crocodile - 1990

29. The princess and the frog - 1992

30. Lion tamer - 1990

31. Who, when ? - 1992

32. Ganesh - 1990

33. Snow-white - 1994

34. Shadow-frog - 2001

35. Frog-woman - 1994

36. Big spider - 2002

37. Black Panther - 2002

38. Encounter - 2004

39. Clowns shall never die - 2005

Spank Moons - Antwerpen °1956 Studies aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (1971 - 1979) en aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (1979 - 1982) te Antwerpen. Geeft sinds 1985 les en is momenteel docent aan het atelier Fotografie van de Hogeschool Antwerpen, departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Tentoonstellingen in groep en individueel (een selectie): I.C.C.Antwerpen, 1979 / Fotografie Museum Antwerpen, Sterckshof, 1980 / Musée de la Photo, Charleroi, 1980 / De Singel, Antwerpen, 1980 / Triennal de la Photo, Fribourg, Zwitserland, 1981 en 1985 / 'Staged Photo Events', met o.a. Cindy Sherman, Joël-Peter Witkin, Sandy Skoglund en Boyd Webb, Rotterdam, Aken, Apeldoorn, I.C.C. Antwerpen, 1982 / Galerie Pennings, Eindhoven, 1983 / De Brakke Grond, Amsterdam, 1984 / Galerie XYZ, Gent, 1985 / DB-S, Antwerpen, 1985 en 1986 / Galerie AZL, Leiden, 1986 / ‘Witzli-Poetzli’, Antwerpen, 1987, 1988, 1989 en 1990 / 'Fabrik '88', Antwerpen, 1989 / Museum voor Fotografie, Antwerpen, 1989, 1991 en 1994 / VU Brussel, 1993 / Conservatorium Antwerpen, 'Fin-de-siecle', 1993 / De Zwarte Panter, Antwerpen, 1998 / 'Kip-Kip', met o.a. Jan Fabre en Panamarenko, De Kunstbank, Leuven, 1999 / Huis van Alijn, Gent, 2001 / Microsoft, hoofdhuis, Diegem, 2001 / 'Borgerhart', 2001, 2002 en in de Roma, Borgerhout, 2004 / Kasteel van 's Gravenwezel, 2003 / BOZAR, Brussel, 2005 / Galerie De Buck, Gent, 2005 / Wintertuin, Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Hogeschool Antwerpen, 2006. Publicaties (een selectie): Elsevier Jaarboek , 1980 / 'Zien'-magazine, 1981 en 1982 (Staged Photo Events) / 'Perspectief', 1984 / 'Avenue' november 1984 / 'Spank MoonsImage building', 1986 / 'De paradox van de fotografie' door Johan Swinnen, 1992 / 'Openbaar kunstbezit in Vlaanderen', 1994 / 'Postmodernisme in de filosofie en de kunst', Karel Van Deuren, december 1995 / 'Images/images', Koen Broucke, 'Sensations', 1997 en 'l'Altrui', 2002 / 'Millenium Art Project' Creative Camera, England, 2000 / 'Het archief van de verbeelding', Fotomuseum Antwerpen, 2002 / DWB 'Poëzie over de waarheid De waarheid over poëzie.', Inge Henneman & Luc De Rycke, mei 2005 / 'De lichte kamer. De onverborgen fotografie', Johan Swinnen, 2005 / 'Spankenstein', 2006. Prijzen en selecties: Rotary-club Antwerpen, 1978 / Prijs 'Frans De Groof' Club der XII, 1980 / Selectie voor de ‘Triennal de la Photo’, Fribourg in 1980 en 1985 / Prijs 'Horlait-Dapsens' in 1982 / Selectie Prijs Fotografie Provincie Antwerpen in 1980, 1982 en 1984 / 1e Prijs Fotografie Provincie Antwerpen in 1990 / 1e Prijs 'Flanders Erotica' in 1993 / Werkbeurs van de Vlaamse Gemeenschap, ministerie van cultuur in 1991. Werk in bezit van de Fotomusea : Antwerpen en Fribourg / Bryan Ferry e.a. verzamelingen.

Spank Moons - Anvers °1956 Spank Moons a étudié à la « Koninklijke Academie voor Schone Kunsten » (1971 - 1979) ainsi qu'au « Hoger Instituut voor Schone Kunsten » (1979 - 1982) d'Anvers. Il donne cours depuis 1985, et est actuellement professeur à l'atelier Photographie à l'Académie Royale des Beaux-Arts, de la Grande Ecole d’Anvers « Hogeschool Antwerpen ». Expositions en groupe et à titre individuel (sélection) : I.C.C. Anvers, 1979 / Fotografie Museum, Anvers, Sterckshof, 1980 / Musée de la Photo, Charleroi, 1980 / De Singel, Anvers, 1980 / Triennal de la Photo, Fribourg, Suisse, 1981 et 1985 / 'Staged Photo Events', avec e.a. Cindy Sherman, Joël - Peter Witkin, Sandy Skoglund et Boyd Webb, Rotterdam, Aixla-Chapelle, Apeldoorn, I.C.C. Anvers, 1982 / Galerie Pennings, Eindhoven, 1983 / De Brakke Grond, Amsterdam, 1984 / Galerie XYZ, Gand, 1985 / DB-S, Anvers, 1985 et 1986 / Galerie AZL, Leyde, 1986 / ‘Witzli-Poetzli’, Anvers, 1987, 1988, 1989 et 1990 / 'Fabrik '88', Anvers, 1989 / Museum voor Fotografie, Anvers, 1989, 1991 et 1994 / UL Bruxelles, 1993 / Conservatoire d'Anvers, 'Fin-de-siècle', 1993 / De Zwarte Panter, Anvers, 1998 / 'Kip-Kip', avec e.a. Jan Fabre et Panamarenko, De Kunstbank, Louvain, 1999 / Huis van Alijn, Gand, 2001 / Microsoft, maison-mère, Diegem, 2001 / 'Borgerhart', 2001, 2002 et au Roma, Borgerhout, 2004 / Château de 's Gravenwezel, 2003 / BOZAR, Bruxelles, 2005 / Galerie De Buck, Gand, 2005 / Wintertuin, Académie Royale des Beaux-Arts de la Grande Ecole d’Anvers, 2006. Publications (sélection) : Elsevier Jaarboek, 1980 / Magazine 'Zien', 1981 et 1982 (Staged Photo Events) / 'Perspectief', 1984 / 'Avenue' novembre 1984 / 'Spank MoonsImage building', 1986 / 'De paradox van de fotografie' par Johan Swinnen, 1992 / 'Openbaar kunstbezit in Vlaanderen', 1994 / 'Postmodernisme in de filosofie en de kunst', Karel Van Deuren, décembre 1995 / 'Images/images', Koen Broucke, 'Sensations', 1997 et 'l'Altrui', 2002 / 'Millenium Art Project' Creative Camera, Angleterre, 2000 / 'Het archief van de verbeelding', Fotomuseum Anvers, 2002 / DWB 'Poëzie over de waarheid - De waarheid over poëzie.', Inge Henneman & Luc De Rycke, mai 2005 / 'De lichte kamer. De onverborgen fotografie', Johan Swinnen, 2005 / 'Spankenstein', 2006. Prix et sélections : Rotary-club Anvers, 1978 / Prix 'Frans De Groof' Club des XII, 1980 / Sélection pour la ‘Triennal de la Photo’, Fribourg en 1980 et 1985 / Prix 'Horlait-Dapsens' en 1982 / Sélection Prix de la photographie pour la province d'Anvers en 1980, 1982 et 1984 / 1er Prix de la photographie pour la province d'Anvers en 1990 / 1er Prix 'Flanders Erotica' en 1993 / « Werkbeurs van de Vlaamse Gemeenschap », Ministère de la Culture in 1991. Œuvres en possession des musées de la photographie d'Anvers et de Fribourg / Bryan Ferry et autres collections.

Spank Moons - Antwerpen °1956 Spank Moons studied at the Royal Academy of Fine Arts (1971 - 1979) and the Higher Institute for Fine Arts (1979 - 1982) in Antwerp. He has been teaching since 1985 and is currently a professor at the photography studios of the Royal Academy of Fine Arts of the Antwerp College of Higher Education ('Hogeschool Antwerpen'). Group and individual exhibitions (a selection): I.C.C. Antwerp, 1979 / Museum of Photography, Antwerp, Sterckshof, 1980 / 'Musée de la Photo', Charleroi, 1980 / 'De Singel', Antwerp, 1980 / 'Triennal de la Photo', Fribourg, Switzerland, 1981 and 1985 / 'Staged Photo Events', with among others Cindy Sherman, Joël-Peter Witkin, Sandy Skoglund and Boyd Webb, Rotterdam, Aachen, Apeldoorn, I.C.C. Antwerp, 1982 / Pennings Gallery, Eindhoven, 1983 / 'De Brakke Grond', Amsterdam, 1984 / XYZ Gallery, Ghent, 1985 / DB-S, Antwerp, 1985 and 1986 / AZL Gallery, Leiden, 1986 / 'Witzli-Poetzli', Antwerp, 1987, 1988, 1989 and 1990 / 'Fabrik '88', Antwerp, 1989 / Museum of Photography, Antwerp, 1989, 1991 and 1994 / Free University of Brussels (VUB), 1993 / the Conservatory, Antwerp, 'Fin-de-siecle', 1993 / 'De Zwarte Panter', Antwerp, 1998 / 'Kip-Kip', with Jan Fabre and Panamarenko, 'De Kunstbank', Leuven, 1999 / 'Huis van Alijn', Ghent, 2001 / Microsoft head office, Diegem, 2001 / 'Borgerhart', 2001, 2002 and in the 'Roma', Borgerhout, 2004 / 's Gravenwezel castle, 2003 / BOZAR, Brussels, 2005 / De Buck Gallery, Ghent, 2005 / Winter Garden, Royal Academy for Fine Arts, Antwerp College of Higher Education, 2006. Publications (a selection) : 'Elsevier Jaarboek', 1980 / 'Zien' magazine, 1981 and 1982 (Staged Photo Events) / 'Perspectief', 1984 / 'Avenue' November 1984 / 'Spank Moons - Image building', 1986 / 'De paradox van de fotografie' by Johan Swinnen, 1992 / 'Openbaar kunstbezit in Vlaanderen' , 1994 / 'Postmodernisme in de filosofie en de kunst', Karel Van Deuren, December 1995 / 'Images/images', Koen Broucke, 'Sensations', 1997 and 'l'Altrui', 2002 / 'Millenium Art Project' Creative Camera, England, 2000 / 'Het archief van de verbeelding', Museum of Photography, Antwerp, 2002 / DWB 'Poëzie over de waarheid - De waarheid over poëzie.', Inge Henneman & Luc De Rycke, May 2005 / 'De lichte kamer. De onverborgen fotografie', Johan Swinnen, 2005 / 'Spankenstein', 2006. Prizes and nominations: Rotary club Antwerp, 1978 / Prize ‘Frans De Groof’ Club of XII, 1980 / 'Triennal de la Photo', Fribourg in 1980 and 1985 / 'Horlait-Dapsens' prize in 1982 / Nomination for the Photography prize of the Province of Antwerp in 1980, 1982 and 1984 / 1st prize for photography, Province of Antwerp in 1990 / 1st prize at 'Flanders Erotica' in 1993 / Grant from the Flemish Community, Ministry of Culture in 1991. Work owned by the Museums of Photography in Antwerp and Fribourg / Bryan Ferry et al. collections.

Dankwoord Aan de Academie-professoren Paul Ausloos en Jan Gruyaert. Aan al diegenen, die van ver of dichtbij, hebben geholpen bij het tot stand komen van de foto’s. Aan Dr. Jos Macken en Marina Sterckx voor hun steun. Aan Johan Swinnen voor zijn belangrijke bijdrage aan dit boek en voor zijn vele raadgevingen. Aan Paul Verbeeck voor zijn geloof in mijn werk en het in leven roepen van dit boek. Aan uitgeverij Stockmans voor hun kwaliteitsvolle afwerking. Aan Jean-Luc Wittevrongel, collega digitaal atelier op de Academie, voor zijn volgehouden inzet en inzicht. Aan mijn vrouw Klaartje Macken en onze kinderen voor hun begrip, geduld en hun steeds opbouwende commentaren. Dank U.

Remerciements Aux professeurs de l'Académie Paul Ausloos et Jan Gruyaert. À tous ceux qui, de près ou de loin, ont contribué à la réalisation des photos. Au Dr. Jos Macken et à Marina Sterckx pour leur soutien. À Johan Swinnen pour la contribution considérable qu'il a apportée à ce livre et pour ses nombreux conseils. À Paul Verbeeck pour sa foi en mon œuvre et pour la concrétisation de ce livre. Aux éditions Stockmans pour leur finition qualitative. À Jean-Luc Wittevrongel, collègue de l'atelier numérique à l'Académie, pour la persévérance soutenue de son ardeur et de ses idées. À mon épouse Klaartje Macken et nos enfants pour leur compréhension, leur patience et leurs commentaires toujours constructifs. Merci.

Acknowledgements With thanks to the following: Academy professors Paul Ausloos and Jan Gruyaert. All those, near or far, who helped me realise the photographs. Dr. Jos Macken and Marina Sterckx for their support. Johan Swinnen for his important contribution to this book and for his extensive advice. Paul Verbeeck for his belief in my work and his idea to create this book. Stockmans publishers for their quality results. Jean-Luc Wittevrongel, my colleague at the digital workshop at the Academy, for his unflinching dedication and insight. My wife, Klaartje Macken, and our children for their understanding, patience and ever constructive comments. Thank you.

Colofon Permanente collectie Spank Moons & originele en gesigneerde foto's on-line te bestellen via Galerie Paul Verbeeck – Wolstraat 39-41 – 2000 Antwerpen – België Tel. 0032-3-231 36 85 – Fax 0032-3-232 72 74 – E-mail paul.verbeeck2@pandora.be Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, door druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form by any electronic or mechanical means (including photocopying, recording, or information storage and retrieval) without prior permission in writing from the publisher. Copyright © 2006 Stockmans Antwerpen Published by www.stockmans.be Production by Peter Faes and Stockmans nv Printed and bound in EC ISBN 90-77207-139 9 789077 207130

“De schoonheid van Spank Moons’ eindeloze momenten toont ons grote scherpte door een klein gaatje. Zij tonen onszelf : onschuld, hulpeloosheid, tederheid, kracht, vrolijkheid en gevangen vrijheid. En hij doet dat zo verbeeldend dat we nog willen kijken ook en dit met veel goesting. Zijn foto’s zijn mooier dan de werkelijkheid en daarom raken ze ons zo dramatisch.”

« La beauté des moments interminables de Spank Moons nous montre une grande finesse à travers un petit objectif. Ils nous révèlent à nous-mêmes : innocence, impuissance, tendresse, force, allégresse et liberté captive. Et il l'expose d'une manière si figurative qu'il nous invite à regarder et ce avec beaucoup d’envie. La beauté de ses photos surpasse la réalité, c'est pourquoi elles nous touchent profondément. »

'The beauty of Moons's endless moments is that they manage to provide us with a sharp focus through a little hole. They show ourselves: innocence, helplessness, tenderness, power, joy and imprisoned freedom. And he does this in such an imaginative way that we have the urge to continue looking, which gives us a sensation of intense pleasure. His photos are more beautiful than reality and that's why they have such a dramatic effect on us.' Johan Swinnen