De De Toorts Duursaamheid
IVN Zuid-Kennemerland
IVN Zuid-Kennemerland Nummer 89 Februari 2013
OVER DE TOORTS EN IVN ZUID-KENNEMERLAND
INHOUD
De Toorts is het blad van IVN Zuid-Kennemerland. De naam symboliseert de fakkel waarmee de afdeling haar boodschap uitdraagt. Het IVN, Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid, is een vereniging van vrijwilligers, die wil bijdragen aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu en landschap. Zo’n 20.000 ervaren vrijwilligers zetten zich actief in voor natuur, milieu en duurzaamheid door middel van allerlei voorlichtings- en educatieve activiteiten. Verspreid over Nederland heeft het IVN ruim 170 afdelingen.
Redactioneel Van het bestuur Duurzaamheid IVN'ers Duurzaamheid Vroeger Duurzaamheid Scholen Ledendag 2013 Duurzaamheid Ruimtevaart Park 20/20 Duindrinkwater Reactie werkgroep DL 26 Nieuwe gidsen Zwerfafval - eindproject Activiteitenoverzicht Aankondigingen KNNV Fotopagina
Lid of donateur Leden van het IVN zijn per definitie actief binnen de afdeling. Zij hoeven geen natuurgids te zijn, er zijn voldoende andere activiteiten waar mensen bij nodig zijn. Mensen die het werk van het IVN een warm hart toedragen maar niet actief willen zijn, kunnen de afdeling financieel steunen. Er kunnen niet genoeg donateurs zijn! Mede door hun steun kunnen wij een groot publiek betrekken bij onze gratis educatieve activiteiten. Leden en donateurs ontvangen driemaal per jaar De Toorts. Leden ontvangen bovendien het kwartaalblad ‘Mens en natuur’ van IVN Nederland. De jaarbijdrage is voor leden minimaal € 16,50 en voor donateurs minimaal € 15.
3 3 4 6 8 9 10 12 12 13 14 14 15 15 16
Contactgegevens Bestuur Jany van Dijk (voorzitter), Heidi van der Marel (secretaris), Cor Vlot (penningmeester), Herm Zweerts (lid, ledenadministratie), Leen Parlevliet (lid, public relations) Telefoon: 06 - 5570 5935 E-mail: ivnzk.bestuur@gmail.com; ivnzk.penningmeester@gmail.com Ledenadministratie: ivnzk.leden@gmail.com Bank: 19.83.08.728 (Triodos bank) t.n.v. IVN Zuid-Kennemerland te Heemstede
Zuid-Kennemerland gezien vanuit het ISS. Foto: André Kuipers. Bron: ESA/NASA
Werkgroepen Cursussen Jan Saveur, 023 - 527 6896, m.saveur@planet.nl Duurzame Leefomgeving Hans Kerkhoff, 023 - 528 8577, ivnzk.duurzaam@gmail.com Excursies Erna Schreuder, 023 - 5314647, erna.schreuder@klm4u.com Excursieplanner Karin Obbink, karin.obbink@planet.nl Groene Winkel Meins van der Wal, 023 - 538 2839, ivnzk.groenewinkel@gmail.com Haarlemmermeer Anneke Wegman anneke.wegman@nmch.nl Kinderen Hans Smits, 023 - 5848789, ivnzk.kinderen@gmail.com Natuurinformatiecentrum Schalkwijk, Therese van Groeningen, 023 - 545 0082, theresevangroeningen@planet.nl Natuurwerkgroep Marc van Schie, 023 - 535 1239, ivnzk.natuurwerk@gmail.com Oeverzwaluwen Marcel Schalkwijk (Vogelwerkgroep ZK), 023 - 563 6888, marcel.schalkwijk@quicknet.nl Promoteam vacature Toorts ivnzk.toorts@gmail.com Excursies op aanvraag Ok Overbeek, 06-31305324, ivnzk.excursies@gmail.com (stuur een email of een sms) Toortsdistributie Hennie Terpstra, 023 - 542 5205, sietse_hennie@hotmail.com Mediacontacten Margo Oosterveen, ivnzk.publiciteit@gmail.com Website Jan-Willem Doornenbal, Ok Overbeek, ivnzk.webbeheer@gmail.com Materialen Leo van der Brugge, 023 - 526 1584 Meer informatie over het IVN Zuid-Kennemerland is te vinden op de website www.ivn.nl/zuidkennemerland
-2-
Colofon De Toorts Redactie: Esther van den Braak, Jan-Willem Doornenbal, Marisca van der Eem, Bertine Hagmeijer, Linda Hartgring, Theo Litjens en Jonne Misset Gastredacteuren: Berna van Baarsen, Bart Oud, Piet Paree Bijdragen van: Jany van Dijk, Tanja van der Hoorn, Hans Kerkhoff, Margo Oosterveen, Arend Reinink Foto voorkant: 'Juttersgeluk' van Marisca van der Eem Druk: Editoo Arnhem (editoo.nl); op papier ‘Helo’ (met FSC-keurmerk) De volgende Toorts komt half juni 2013 uit. Kopij hiervoor kunt u vóór 1 mei 2013 digitaal aanleveren via ivnzk.toorts@gmail.com
VAN DE REDACTIE Ruim drie jaar geleden ontving u de eerste Toorts in kleur. Dat was het resultaat van een ‘gelegenheidsredactie’ die gevormd werd door twee stagiaires van de toenmalige natuurgidsencursus. Beiden, Bertine Hagmeijer en Esther van den Braak, maken sinds die tijd deel uit van het redactieteam en hebben er bij het bestuur voor gepleit De Toorts voortaan in kleur uit te brengen. En nu vormen drie stagiairs van de huidige gidsencursus een gastredactie. Bart Oud, Berna van Baarsen en Piet Paree zijn geïnspireerd door de veranderde naam van het IVN (nu: Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid), en onderzoeken in deze Toorts het thema Duurzaamheid. De landelijke koepel van het IVN gaat uit van de definitie die de Verenigde Naties (in het rapport ‘Our Common future’ van de World Commission on environment and Development van de VN) hanteert: ‘duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen’. Betrokkenheid bij de natuur stimuleert duurzaam handelen, zo is het idee van het IVN. Daarom laat het IVN jong en oud de natuur dichtbij beleven en verbindt het mensen met groene initiatieven rond natuur en met maatschappelijke thema’s zoals voeding, gezondheid en energie. Bart, Berna en Piet wilden weten hoe duurzaamheid nu leeft bij de jeugd en ook vroegen zij aan ouderen wat duurzaam leven vroeger inhield. Ze waren bovendien nieuwsgierig naar wat IVN-leden vinden van duurzaamheid. En hoe beziet regiogenoot André Kuipers de aarde met een perspectief vanuit de ruimte? De boeiende resultaten van de zoektocht van onze stagiairs naar de betekenis van duurzaamheid leest u in deze Toorts. Namens de redactie: Jonne Misset en Linda Hartgring
Van het bestuur MIJMEREN… De laatste Toorts van het jaar is aangekomen. Kleurrijk ligt hij daar op mijn vloer mooi te wezen. Wat fijn dat we zo’n mooi blad hebben waar zo veel IVN’ers zich voor inzetten. Vandaag heb ik zo’n mijmerdag… Ik mijmer vandaag over de afgelopen periode, wat er goed ging, hoe fijn het was om vrijwilligers aan het werk te zien, hun enthousiasme. Mijmeren over hoe ingewikkeld het soms was te zorgen dat iedereen zich thuis voelt, te zorgen dat elke IVN’er het gevoel heeft dat zijn werk ertoe doet, zo belangrijk is. Mijmeren of we als bestuur wel voldoende aandacht hebben besteed aan de onderwerpen die onze vrijwilligers interesseren. Mijmeren over hoe gelukkig we zijn dat er volgend jaar wéér een hele groep nieuwe gidsen, gediplomeerd en wel, klaarstaat om de natuur en het milieu ‘aan de man’ te brengen. Mijmeren over de ontwikkelingen rondom het Fort Benoorden Spaarndam, de verhuizing van het Consulentschap naar Amsterdam, het beruchte fietspad in de duinen. Mijmeren over onze bestuurlijke discussies rondom de landelijke contributieheffing, wel of niet meedoen aan Scharrelkids, wel of niet meedoen aan het Natuurontbijt. Mijmeren over de aandacht in de media voor de ‘stukjes nieuwe stijl’ over onze activiteiten. Mijmeren over weer een bijeenkomst voor nieuwe leden met opnieuw een
tegenvallende opkomst. Mijmeren over die supersuccesvolle ledendag in de boot, de Kerstwandeling, de Groene winkel, die steeds maar weer aanwezig is bij evenementen. De altijd maar bezige Kinderwerkgroep, Natuurwerkgroep, Natuurgidsencursus, al die gidsen met al die excursies! Tja… er was veel moois te zien, te horen en te ruiken in 2012. Het bestuur van het IVN-ZK bedankt jullie, al die vrijwilligers, die zich belangeloos en altijd enthousiast inzetten voor mens en natuur in onze regio. Met een goed gevoel kunnen we het jaar afsluiten, trots op wat we doen en wat we zullen blijven doen. Ook in 2013! Bestuur IVN-ZK Jany van Dijk, Voorzitter
Contributie 2013 Het nieuwe jaar is weer begonnen, dus ontvangen we graag uw bijdrage op onze Triodos-rekening (19.83.08.728, niet meer via ING): minimaal € 16,50 voor leden (huisgenootleden € 4,50) of € 15,00 voor donateurs. Wilt u het uzelf en ons gemakkelijk maken, haal dan het machtigingsformulier van onze website: ivn.nl/ afdeling/zuid-kennemerland/informatie/voor-leden (let op: zonder www). Vul het in en e-mail het of zend het op papier naar de penningmeester. De machtiging intrekken kan eenvoudig per e-mail of met een telefoontje. Alvast hartelijk dank, Cor Vlot, penningmeester
-3-
Onze gastredacteuren: Bart Oud, Berna van Baarsen en Piet Paree. Foto: Margo Oosterveen
Netwerkwandelingen De data voor de netwerkwandelingen in 2013! Locatie en thema worden per wandeling ruim van te voren per mail aangekondigd. zondag 24/2 - zaterdag 25/5 zondag 25/8 - zaterdag 2/11 We hopen jullie te zien!! Elvira Sanders, Yvonne Roep en Bertine Hagmeijer
Voorjaarsevenement Stadskweektuin Op zaterdag 20 en zondag 21 april 2013 vindt in de Haarlemse Stadskweektuin (Kleverlaan 9) het grote jaarlijkse tuinevenement plaats, georganiseerd door het Bureau Natuur- en Milieueducatie van de gemeente Haarlem. Deelnemers bieden een bijzonder assortiment planten, heesters, zaden, materialen en onderhoudsproducten aan voor de sier-, moes-, balkon- en daktuin. Het duurzaam tuinieren staat centraal. Op beide dagen is het evenement tussen 11.00 uur en 16.00 uur gratis toegankelijk voor het publiek. Er is ruime parkeergelegenheid in een nabij gelegen garage. Voor meer informatie kunt u bellen naar het Bureau NME: (023) 511 47 02.
DUURZAAMHEID, WAT BETEKENT HET VOOR ONS IVN’ERS? Recent heeft het IVN Nederland besloten om zijn naam te veranderen van Instituut voor natuur- en milieueducatie in Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid. Ik was benieuwd hoe, met het veranderen van dit motto, het IVN Zuid-Kennemerland (IVN-ZK) duurzaamheid uitdraagt. Met deze insteek ben ik mijn stage bij de Toorts begonnen. Al uit de eerste, korte discussie met de redactie leerde ik dat het onduidelijk is wat duurzaamheid nu eigenlijk is en dat het onbekend is of IVN’ers in Zuid-Kennemerland duurzaamheid wel belangrijk vinden. Ook vroeg ik mij af of het wenselijk is om De Toorts te digitaliseren. Dit bespaart immers papier, drukgang en transport. Ik besloot dit uit te zoeken via een telefonisch onderzoek. De afgelopen weken heb ik een groot aantal IVN‘ers benaderd met mijn onderzoek. Ik heb 30 mensen kunnen interviewen, dat is ongeveer 15% van de actieve leden. Deze 30 mensen zijn willekeurig geselecteerd. Ongeveer 7% van de geïnterviewden was tussen de 20 en 40 jaar oud, 44% was tussen de 40 en 60 en 48% was ouder dan 60. In het vervolg van het artikel generaliseer ik deze 30 geïnterviewde IVN’ers als: de IVN’ers. Een onderzoek onder 30 geïnterviewden geeft weliswaar geen representatief beeld van alle leden van het IVN-ZK, maar het geeft wel een interessante indicatie. De vraag wat men onder duurzaamheid verstaat bleek eenvoudiger gesteld dan beantwoord. Men zei: “Duurzaamheid is het zorgvuldig omgaan met je omgeving, niet alleen met natuur en milieu maar ook met mensen.” “Duurzaamheid is ruimte laten voor de volgende generatie.” “Duurzaamheid is niet alles consumeren en nadenken over producten.” “Duurzaamheid is een modewoord en heeft zijn inhoud verloren.” “Duurzaamheid is dat dingen langer blijven bestaan.” “Take nothing but pictures, leave nothing but footprints.” Een scala aan definities dus. Dit geeft aan dat het beschrijven van duurzaamheid nog niet erg is ’ingeburgerd‘ bij de geïnterviewde IVN’ers. Toen ik daarna de officiële Brundtland definitie (zie kader) oplas, konden de meesten zich daar wel in vinden (93%). De geïnterviewde IVN’ers geven gemiddeld een cijfer 9,5 als ik ze vraag hoe belangrijk duurzaamheid voor hen
Brundtland definitie Duurzaamheid is het gebruik maken van de hulpbronnen van de aarde zonder deze voor toekomstige generaties uit te putten. Duurzaamheid is ook te leven en werken met respect voor de natuurlijke omgeving, waarbij een evenwicht gevonden dient te worden tussen economische, ecologische en sociale belangen. Aldus de definitie in het rapport “Our common future” van de VN-commissie Brundtland uit 1987. De belangrijkste conclusie van het rapport was dat de belangrijkste mondiale milieuproblemen het gevolg waren van de armoede in het ene deel van de wereld, en de nietduurzame consumptie en productie van het andere deel van de wereld. Het rapport riep voor het eerst op tot duurzame ontwikkeling. (bron: Wikipedia)
is. Iedereen is het erover eens dat we duurzaam zouden moeten leven. Als ik vervolgens vraag hoe duurzaam deze mensen daadwerkelijk zelf leven, dan blijkt er wel een klein verschil te bestaan. Gemiddeld geven IVN’ers het rapportcijfer 7,4 voor de mate waarin ze duurzaam leven (zie figuur 1).
Veel gehoorde verklaringen: “Ik doe alles op de fiets.” “Ik doe aan afvalscheiding.” “Ik denk goed na voordat ik iets koop.” “Groene stroom, spaarlampen en goede isolatie.” En zelfs: “Ik heb bewust mijn auto weggedaan.”
Op de vraag waarom IVN’ers toch vinden dat ze nog niet leven naar hun gewenste standaard, antwoorden ze: “Het kan altijd beter.” “Omdat ik me duurzaamheid niet altijd kan veroorloven.” “Omdat ik teveel aan comfort gehecht ben.” “Het moet wel praktisch blijven.” “Moderne technologie is noodzakelijk, maar erg vervuilend.” “Duurzaamheid moet geen zuurzaamheid zijn.” “Strikt naar duurzaamheid leven is jezelf van kant maken.” “Stoppen is niet genoeg, maar terugdraaien.” Het valt op dat men er toch erg bewust mee bezig is, en dat, waar iets verbeterd kan worden qua duurzaamheid, dat ook gedaan wordt. Een wat meer objectieve manier om duurzaamheid te toetsen, is om je zogenaamde ecologische voetafdruk te meten. Verschillende websites, waaronder een website van het Wereld Natuur Fonds, hebben een vragenlijst ontwikkeld waarmee ze jouw ecologische voetafdruk kunnen meten (zie kader). Deze ecologische voetaf-
Figuur 1. Hoe belangrijk is duurzaam leven voor IVN’ers en hoe duurzaam leven IVN’ers?
Het blijkt dat veel IVN’ers weloverwogen keuzes maken in welke producten ze kopen, de voeding die ze eten en bijvoorbeeld de energie die ze gebruiken. -4-
Ecologische voetafdruk Hoe groot is jouw voetafdruk? Maak hiervan een overzicht met behulp van de volgende websites: www.duurzaamheidinactie.nl www.wnf.nl/voetafdruktest www.voetafdruk.nl
Figuur 2. De gedragingen van IVN’ers resulterend in een ecologische voetafdruk
druk geeft aan hoeveel hectare land nodig is om in jouw behoeften te voorzien en daarmee krijg je een idee of je een evenredig deel van de aarde gebruikt om te leven. Ik heb een aantal van deze vragen vrijelijk omgevormd tot stellingen en deze getoetst bij de IVN’ers (zie figuur 2). Het blijkt wel dat de ondervraagde IVN’ers bewust over de zaken nadenken en proberen om zo duurzaam mogelijk gebruik te maken van vlees, vervoer en papier. Nogmaals, deze analyse is mogelijk niet compleet, maar de uitkomst geeft wel een goede indicatie over hoe IVN‘ers denken over duurzaamheid. Het bepalen van de meer complete eigen voetafdruk via de officiële versie (bijvoorbeeld die van WNF) kan echter wel behulpzaam zijn bij het objectief bepalen van een duurzame of niet-duurzame levensstijl.
Hoe het IVN Zuid-Kennemerland duurzaamheid zou moeten uitdragen werd unaniem beschreven als dat het zou moeten gebeuren door educatie en voorlichting, zowel naar het publiek als naar de autoriteiten. Men vindt dat het nieuwe motto verplicht tot actie. Sommigen vinden het aanbod van duurzaamheid te weinig, anderen vinden het in orde op het huidige niveau. Een klein aantal echter vindt het een slechte keus geweest om zo de nadruk te leggen op duurzaamheid. Het IVN
is volgens hen een vereniging om mensen te enthousiasmeren voor de natuur, duurzaamheid komt dan vanzelf wel. Het blijkt een lastige discussie te zijn. Tot slot viel mij op dat De Toorts alleen in gedrukte versie actief wordt verspreid; op de website van IVN-ZK wordt de Toorts echter wel in digitale vorm aangeboden en is daar openbaar toegankelijk. Omdat ik geloof dat het IVN op sommige fronten op eenvoudige wijze duurzamer zou kunnen omgaan met materialen, zoals papier, heb ik de deelnemers aan het onderzoek gevraagd wat ze ervan zouden vinden als ze de Toorts alleen nog digitaal zouden ontvangen. Er werd mij terecht gewezen op het feit dat digitalisering (wereldwijd) misschien wel vervuilender is dan de papierindustrie doordat computers continu elektriciteit nodig hebben.
Een klein onderzoek op het Internet leerde mij dat de meningen van experts zijn verdeeld. De enige kwantitatieve studie die ik kon vinden concludeert dat vanaf 3000 papieren prints per jaar een digitaal medium minder CO2 equivalenten uitstoot per jaar en dus duurzamer is (Deetman en Odegaard - Scanning Life Cycle Assessment of Printed and E-paper. Documents based on the iRex Digital Reader – 2009 – student report). Ter vergelijking: een gemiddelde kantoormedewerker verbruikt deze hoeveelheid papier per kwartaal. Ervan uitgaande dat een digitaal verspreide Toorts wenselijk kan zijn voor wat betreft duurzaamheid en kosten, blijkt 57% van de IVN’ers uit Zuid-Kennemerland zich hierin te kunnen vinden (zie Figuur 3). 43% ontvangt echter liever een op papier gedrukte Toorts. “Ik verzamel al 20 jaar alle Toortsen!,” zegt een geïnterviewde.
Concluderend denk ik dat dit onderzoek ons leert dat de IVN-ZK’er een duurzame IVN’er is! Echter, er blijkt wel behoefte om het begrip duurzaamheid uit te leggen en simpeler te maken. Dit onderzoek geeft aan dat men het begrip duurzaamheid te veelomvattend vindt. Ook zou het IVN handvatten kunnen bieden aan mensen, over welke maatregelen genomen kunnen worden om duurzamer te leven. We blijken bewust te zijn van ons verbruik, maar we kunnen nog geen objectief oordeel aan onze mate van duurzaam leven hangen. Bewustwording van de eigen ecologische voetafdruk zou daar een goed middel voor kunnen zijn. Op grond van bovenstaande conclusies zou het interessant zijn om door middel van een uitgebreidere enquête onder IVN-leden te vernemen hoe zij duurzaamheid in de IVN-praktijk vorm willen en kunnen geven. De uitkomst hiervan kan het bestuur van IVN-ZK gebruiken om binnen de organisatie de aandacht voor dit onderwerp te vergroten.
Figuur 3. De bereidheid van IVN’ers om De Toorts digitaal te ontvangen
-5-
Tekst en figuren: Bart Oud
Herinneringen van ouderen over spaarzaamheid, armoede en onzichtbare duurzaamheid VROEGER WAS DUURZAAMHEID HEEL GEWOON Duurzaamheid is een onderwerp dat in toenemende mate in de belangstelling staat. In de media wordt steeds vaker over duurzaamheid geschreven wanneer het gaat over voeding, energiegebruik of afval(verwerking). Ook de politiek heeft van duurzaamheid een speerpunt gemaakt. Als mensen duurzaam willen leven, zullen zij zich moeten realiseren dat zij leven en werken in een natuurlijke omgeving die alleen kan voortbestaan wanneer een evenwicht wordt gevonden tussen economische, ecologische en sociale belangen. De aandacht voor duurzaamheid op dit moment roept de vraag op hoe er vroeger tegen duurzaamheid werd aangekeken. Was men zich bewust van de kwesties die nu spelen ten aanzien van mens, milieu en maatschappij? Welke dilemma’s speelden er toen? We vroegen Alie Stam (73, Haarlem) en Leo van Loon (78, Heemstede) aan een interview mee te werken. Leo was actief als adviseur voor de gemeenteraad van Heemstede, in de milieuraad en Alie werkte onder andere als directiesecretaresse bij het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) in Petten. Alie en Leo spelen allebei nog steeds een actieve, sociale rol in hun buurt. In dit stuk vertellen zij wat duurzaam leven vroeger inhield, wat er veranderd is en hoe zij nu aankijken tegen de samenleving. “Vroeger wisten we niet wat duurzaamheid was”, vertelt Alie Stam. “Het was normaal om biologisch te eten. De boer slachtte zijn kippen zelf, er werd niet gesjoemeld. Onze groenten kwamen direct van het land of van onze eigen volkstuin, ze waren streekgebonden en groeiden in de buitenlucht. Daardoor zat de sla vol met beestjes, dat vond ik helemaal niet leuk, maar er was niets anders. Er waren nog geen kassen of kunstmest om de productie omhoog te schroeven, dat kwam pas later. Bij ons kreeg de grond waarop alles groeide de tijd om zelf te herstellen. Ons eten was simpel maar lekker van smaak. We aten nog van die ouderwetse yoghurt, het leek op kwark, met dikke stukjes erin. Ik proef het nog, dat was zo verschrikkelijk lekker. Tegenwoordig worden er allerlei producten op de markt gebracht om het eten lekkerder te maken. Het rare is dat ik denk dat zelfs mijn smaak door de tijd heen veranderd is. Ik zou de andijvie van vroeger geloof ik niet meer lusten, veel te sterk van smaak.” Leo van Loon bevestigt het beeld dat er in die tijd sober werd geleefd. Hij vertelt: “Misschien kwam het door de armoede. Maar ook de mensen die het
Oma's kookboek. Bron: http://www.proud2bme. nl/Proud2B-eat/Oma's_kookboek
schoongemaakt met theeblaadjes die overbleven na het theezetten. Tegenwoordig zijn er stofzuigers die energie kosten en allerlei speciale schoonmaakmiddelen. De groene zeep van vroeger schijnt overigens weer helemaal in te zijn.”
De wastobbe. Bron: http://blog.seniorennet.be/ eliza/archief.php?ID=301051
rijker hadden, leefden niet uitbundig.” Alie heeft dezelfde ervaring: “Nee, ze hadden misschien vaker vlees of duurdere koekjes. Maar ze liepen er niet mee te koop.” Ook volgens Leo was het niet gebruikelijk om te pronken, dat deed je in die tijd gewoon niet. Dat paste niet in het beeld van de christelijke deugdzaamheid. Uit beider verhalen komt naar voren dat de normen voor hygiëne enorm veranderd zijn. Er zijn meer sociale regels over wat wel en niet schoon is en door de komst van wasmachine en stofzuiger is het huishouden weliswaar minder zwaar geworden, maar het leidt tot meer energieverbruik. Alie vertelt: “Als kind liep ik bijna de hele week in dezelfde kleren en ging ik maximaal twee keer per week in de tobbe. Nu zijn er mensen die wel twee keer per dag douchen. Er werd vroeger ook veel meer met de hand gedaan. Mijn kleren werden met de hand gewassen. De hele dag stond voor de witte was een grote teil op het vuur en mijn moeder gebruikte dan een wasbord om het vuil eruit te wrijven. Het was al een hele luxe toen er een machine kwam met zo’n ronddraaiende schoep onderin en een wringer. Ook de vloer werd met de hand schoongeveegd en gedweild. Ik weet nog goed dat het vloerkleed werd -6-
Ook was het vroeger de gewoonste zaak van de wereld dat de dingen veel langer gebruikt werden. In de gezinnen van Alie en Leo ging een ameublement of een servies een heel leven mee. Leo: “We waren voorzichtig als we iets kochten of iets moesten vervangen. Er was meer spaarzaamheid en minder verspilling dan nu. Als we lapjes stof over hadden, werd daar een deken van gemaakt.” De moeder van Alie maakte haar kleren zelf. “Dat was goedkoper. In en vlak na de oorlog werden de kleren van familieleden voor mij vermaakt. Daar moest ik het dan maar mee doen. Er was geen keus. Ook weet ik nog goed dat uit het blauwwit geblokte dekkleed een jurk voor mij en mijn moeder werd geknipt. Ik was daar zó blij mee, want het was tenminste iets nieuws en ik was dol op het patroon van dat stofje.” “Ja, dingen werden niet snel weggegooid,” beaamt Leo. “Maar na de oor-
Singer naaimachine met naaikist. Bron: http://www.zonderdank.be/saturnein/
Gegalvaniseerd stalen vuilnisemmers. Bron: http://www.marktplaats.nl/a/tuin-en-terras/tuindecoratie/
log heb ik het zien veranderen. Mensen wilden afstand nemen van de oorlog en er niet meer aan denken. Er kwam meer aandacht voor stijl en inrichting van huizen, waar de mensen zich prettig bij voelden. Oude dingen werden vervangen door nieuwe.” Ook de schoonmoeder van Alie blijkt de schade te hebben ingehaald: “Toen zij was overleden vonden we meer dan honderd handdoeken in haar linnenkast, waarschijnlijk als compensatie voor de armoede, waardoor ze vroeger altijd tekort had.”
Snoepje van de week. Bron: http://www.catawiki.nl/catalogus/
Uit de gesprekken wordt duidelijk dat het tempo waarin nu wordt geleefd en gekocht met vroeger vergeleken steeds hoger is geworden. Met enige verbazing vertellen Alie en Leo dat er tegenwoordig mensen zijn die elk jaar een nieuw bankstel nemen. Niet omdat het versleten is, maar omdat dat zo hoort of omdat de buren een nieuwe bank hebben gekocht. Voor Alie was het een onvergetelijk moment toen zij voor het eerst in haar leven een auto zag rijden. “En nu rijdt bijna iedereen in een auto of heeft er zelfs twee voor de deur staan.” “Deze wegwerpmaatschappij staat mij tegen,” zegt Alie. “Daar waar wij bij uitzondering een glas limonade of een snoepje-van-de-week kregen, lijken de jongeren van vandaag de hele dag
door te kopen waar ze trek in hebben.” Leo heeft ook een hekel aan het gemak waarmee dingen worden weggegooid. “Doordat de consumptie van eten en drinken op straat is toegenomen en alles tegenwoordig verpakt is, komt er ook meer rotzooi op straat terecht. Dat is het verschil met vroeger.” “Dat klopt,” zegt Alie, die het leven van vroeger als volgt typeert: “we hadden niets, en als je niets hebt kun je het ook niet op straat gooien.” Mensen waren vroeger misschien wel duurzamer, maar toch ook weer niet in alle opzichten. Leo verwijst naar al het afval dat ontstond doordat de huizen niet op het riool waren aangesloten.
Alie licht dit toe met een persoonlijke noot: “Als kind moest ik bij mijn grootouders in de tuin naar de wc, brr... We deden onze behoefte in een ton en die werd geleegd in een strontkar die een paar keer per week langs kwam. Nu wordt het rioolwater gezuiverd.” “En we hebben schoon drinkwater,” vult Leo aan. Hij vervolgt: ”wat ook veel beter geregeld is dan vroeger, is dat het huisvuil gescheiden wordt. In Haarlem moeten de mensen hun oud papier, glas en batterijen zelf weg brengen en in Bloemendaal wordt het zelfs gescheiden opgehaald. Het maakt mensen bewust van wat ze gebruiken en weggooien.” Een ander punt dat Leo na de oorlog opviel, was dat de houding en betrokkenheid van mensen veranderde, mensen leken steeds meer op zichzelf gericht te zijn. Hij weet nog goed dat men toen zei: ‘je weet niet wat er gebeurt, dus we nemen het er goed van’. “Ik vond dat op zich begrijpelijk voor die tijd,” vervolgt Leo, “maar nu nog steeds hoor ik mensen zeggen dat het hun tijd wel uitduurt, dat, zolang je kunt ademen, het wel meevalt. Mensen lijken gedesillusioneerd en voelen zich niet verantwoordelijk. Maar waarom zou je de aarde vervuilen? Vroeger was het een algemene verordening om je stoep schoon te houden, tegenwoordig zeggen mensen: ‘Wat maak ik mij druk, het is niet mijn stoep’. Nee, die stoep is nu van iedereen en dat betekent dat we voor een schone straat veel meer afhankelijk zijn van elkaar en hoe kinderen opgevoed worden en
-7-
of er voldoende op ze gelet wordt.” “Gelukkig,” gaat Leo verder, “hebben scholen steeds meer projecten om kinderen bewust te maken dat afval een probleem is en dat zij er zelf iets aan kunnen doen. Soms zie ik zelfs dat kinderen hun ouders aanspreken op hun gedrag in plaats van andersom.” “Ik ben niet godsdienstig aangelegd,” zegt Leo, “maar ik vind dat wij het rentmeesterschap hebben over onze aarde. Daarmee bedoel ik dat wij duurzaam om moeten gaan met wat die aarde ons biedt.” “Ja,” waarschuwt Alie, “het aantal mensen neemt alleen maar toe en onze grondstoffen zijn niet onuitputtelijk. Als we zo doorgaan blijft er niets meer over voor de toekomstige generaties.” Toch heeft Leo de ervaring dat mensen best bereid zijn om duurzamer te leven, maar dat ze het niet uit zichzelf doen. Het zogenaamde nimby effect: not in my backyard. “Ze moeten gestimuleerd worden om verder te kijken dan hun eigen winkeltje. Geef mensen daarom de mogelijkheden. Niet alleen goedkope oplossingen op de korte termijn, we hebben een langetermijnvisie nodig. En daar moet de overheid voor zorgen samen met natuurorganisaties zoals het IVN.” Duurzaamheid heeft volgens Alie en Leo daarom niet alleen met milieu en natuurbehoud te maken, het is ook een sociaal gebeuren. Leo: “meer kritisch staan tegenover jezelf en je medebewoners. Net als vroeger, toen we de term duurzaamheid nog niet kenden en het woord milieu betekende dat je uit een bepaalde familie en sociale omgeving kwam. Je was op elkaar aangewezen. En dát is niet veranderd.” Tekst: Berna van Baarsen
Eigen stoepje schoon. Bron: http://blog.seniorennet.be/loek2_1934/archief.php?ID=452083
HOE DUURZAAM IS HET VOORTGEZET ONDERWIJS IN HAARLEM? “Als mijn duurzame broodje maar niet duurder is” “Het zal je niet meevallen om deze ‘bolwerken’ binnen te komen,” werd mij vooraf van verschillende kanten te kennen gegeven. Ik wilde kijken hoe duurzaamheid leeft op de scholen voor voortgezet onderwijs in Haarlem, waar onze toekomstige generatie wordt begeleid op weg naar volwassenheid. Op de elf verzoeken aan schooldirecties om een gesprek hierover, kreeg ik negen reacties terug; mijns inziens een zeer hoopgevend resultaat. Hoopgevend, omdat tijdens het eerste contact bleek dat men het onderwerp belangrijk genoeg achtte om positief op mijn brief te reageren. Uiteindelijk deden zeven scholen mee. Ik bracht ze een bezoek of had een gesprek per telefoon. Op mijn openingsvraag of het IVN bij hen bekend was, werd zeer uiteenlopend gereageerd. Van “Eerlijk gezegd, nee” tot “Ik ben zelf vogelaar, dus…” De folder van IVN Zuid-Kennemerland werd overal in dank aanvaard. “Zal ik jou mijn school even laten zien,” vraagt directeur André van Zon van het Sterrencollege met een glimlach vol trots. “Mijn naam was echt geen sollicitatiecriterium,” reageert hij, als ik het bijzondere verband tussen zijn naam en die van de school ter sprake breng. Samen lopen wij de nieuwe en letterlijk groene school rond. Overal in de gangen groen behang: een immens uitvergrote foto van een boom, zodat alleen de enorme pixels zichtbaar zijn.
“Groen is rustgevend,” is Van Zon’s filosofie. Rust en structuur zijn twee belangrijke peilers waarop de sfeer in en rond dit duurzaam gebouwde schoolcomplex rusten.
Grasdaken geven naast isolatie ook kleur aan het uitzicht vanuit de directiekamer en andere vertrekken. “In de kantine begint het broodje gezond aardig te lopen. Er is op dit moment een groep schoolmedewerkers die aanvullend kantinebeleid voorbereidt. Ik ben benieuwd waar ze mee komen,” aldus Van Zon. Op hun schoolsite zie ik dat een groep leerlingen dit jaar heeft geholpen met het schoonmaken van de Haarlemmerhout in het kader van hun maatschappelijke stage. Een andere groep heeft geholpen bij het maken van gierzwaluwkastjes in het kader van de stedenband Haarlem Mutare. Dat mag wat mij betreft ‘werken aan een duurzame samenleving’ worden genoemd. Op het Sterrencollege is sprake van warmte- en koudeopslag in de grond, met een warmtepomp, zodat het in de winter en in de zomer aangenaam toeven is in de school; dit systeem is compleet en optimaal computergestuurd. Bovendien is het goed geïsoleerde gebouw zeer duurzaam wat betreft energieverbruik. Op het Rudolf Steiner College Haarlem mag ik een les meemaken op hun eigen biologisch-dynamische tuinbouwbedrijf Vrij Waterland. “Het is al laat in het jaar en dan werken we vooral binnen in het bijbehorende klaslokaal en in de keuken,” vertelt mij de enthousiaste tuinbouwleraar Simanto Dragtsma.
-8-
Ik ben getuige van het maken van mayonaise door leerlingen van de achtste klas, ongeveer 14 jaar, met biologische ingrediënten. Geconcentreerd werken ze twee aan twee aan hun product. “Het maakt kinderen bewuster als ze weten waar producten vandaan komen en hoe ze worden gemaakt,” vertelt de leraar mij. In mijn gesprek met de leerlingen bevestigen ze dit zelf ook. Diverse leerlingen nodigen mij uit hun mayonaise te proeven. Verwachtingsvol wordt mijn oordeel afgewacht. Heerlijk, natuurlijk! Trots glimlachend kijken de partnerkoks elkaar aan. “Biologisch is voor de dieren belangrijk en het is lekkerder,” zegt een van de leerlingen tegen mij. “Tenminste, vooral bij vlees proef ik dat. Groente maakt minder uit,” is het ervaringsdeskundige commentaar. Ze vinden het allemaal merkbaar interessant dat ik bij ze langs loop en enkele vragen stel over voedsel en het begrip duurzaamheid. “Dat is dat je zuinig moet zijn met de dingen, niks verspillen,” merkt een van de leerlingen op. “Duurzaam, biologisch, we doen het zoveel mogelijk, we gaan het gesprek daarover niet uit de weg als leerlingen ermee komen, maar een begrip als biologisch-dynamisch wordt pas expliciet besproken in de laatste leerjaren,” antwoordt Simanto Dragtsma op mijn vraag hoe deze woorden in de lessen aan de orde komen.
Foto: Simanto Dragtsma.
Naast eigen consumptie verwerken de oudere leerlingen de producten uit de biologische tuin wekelijks tot biologische groente- en fruitpakketten, die verkocht worden aan mensen die zich hierop hebben geabonneerd.
Directeur Teulings van het Haarlem College wijst op het zuinige gebruik van energie in zijn duurzaam gebouwde nieuwe school, rector Zoe Kwint van het Stedelijk Gymnasium wijst op de kostbare operatie die nodig zou zijn om ‘haar’ authentieke gebouw energiezuinig te krijgen. Daarentegen experimenteren ze op het Stedelijk Gymnasium met biologische producten in de kantine, in samenwerking met restaurant Pasta di Mama. “En,” aldus de rector, “dat loopt op dit moment redelijk goed.”
bewuster maakt en er daardoor dus minder troep zwerft rond de school, krijg ik een redelijk unaniem antwoord. Leerlingen laten nogal eens een hardnekkige houding zien: ik ruim nu jouw troep op, dus jij straks de mijne. Op de Paulus Mavo is een experiment gestart waarbij een groepje oudere leerlingen de jongere aanspreekt op verkeerd weggooigedrag op het schoolplein. De Daaf Gelukschool onderzoekt de mogelijkheid om een rookvrije school te ontwikkelen.
Meteen na de herfstvakantie is in de kantine van het Rudolf Steinercollege een experiment gestart met de verkoop van alleen biologische producten. “De eerste biologische schoolkantine in Nederland,” vertelt rector Jos Reckman mij trots, “en volledig in samenwerking met een biologische bakker en een reformwinkel in de buurt. De Rafaëlstichting, die een woonvorm voor mensen met een verstandelijke beperking in de buurt van de school heeft, runt nu de kantine met jongvolwassen gehandicapten.” Het inpakken van de groente- en fruitpakketten. Foto: Simanto Dragtsma.
“Een goed idee, maar te duur geworden.” “De broodjes zijn kleiner en de prijs hetzelfde.” “De soep is lekker.” “Ik moet eraan wennen dat gehandicapten mijn brood klaar maken; ik vind het wel goed, hoor.” is het commentaar van enkele kantinebezoekers, die zeggen net hun eigen meegebrachte broodje te hebben opgegeten. Opvallend is dat de oudere leerlingen in hun oordeel over deze omschakeling milder zijn dan de jongere.
Naast bovenstaande scholen heb ik ook gesproken met het Stedelijk Gymnasium, het Haarlem College, de Schoter Scholengemeenschap, de Paulus Mavo en de Daaf Gelukschool.
In alle gesprekken verneem ik dat duurzaamheid op zich geen lesthema is, maar dat het wel verspreid in diverse lesprogramma’s aan de orde komt. Op alle scholen blijkt een corveedienst voor leerlingen te bestaan; veel scholen maken jaarlijks hun omgeving schoon, inclusief een deel van de buurt. Op mijn vraag of dit leerlingen
In alle gesprekken met de scholen tref ik zeer betrokken onderwijsmensen, die allemaal overtuigd zijn van het belang van een duurzame school. Waar de een reeds grote stappen heeft gezet, staat de ander nog aan het begin van de duurzame weg. Tekst en overige foto's: Piet Paree
Zaterdag 1 juni: Ledendag 2013 Ook dit jaar hopen Yneke Bettink en ik een ledendag voor te bereiden, net als we ook in 2012 gedaan hebben, zodat we elkaar als leden van IVNZuid-Kennemerland weer eens op een andere manier dan gewoonlijk meemaken. Hoewel we best ideeën hebben voor een mogelijke bestemming, wil ik mede namens Yneke een oproep doen om suggesties voor deze dag aan ons toe te sturen. In elk geval willen we de leden oproepen om de datum 1 juni vast in de agenda te zetten. Per 1 mei willen we graag een indruk hebben van het aantal deelnemers. Aanmelden kan bij Yneke (tel.5254995) en mij (jfkerkhoff@tele2.nl of tel.5288577). Yneke en ik zijn ervan overtuigd dat het een mooie dag wordt, en we zijn benieuwd naar jullie suggesties! Hans Kerkhoff
-9-
André Kuipers over duurzaamheid en de kwetsbaarheid van de aarde ‘INVULLEN FOOTPRINT WAS EYEOPENER’ André Kuipers keerde op 1 juli 2012 terug op aarde. Het was zijn tweede ruimtereis. Omdat ruimtereizen en duurzaamheid niet samen lijken te gaan, ben ik met André in gesprek gegaan over wat duurzaamheid voor hem betekent, hoe hij naar de aarde kijkt en hoe hij onze toekomst ziet. Een portret van André Kuipers: astronaut, inwoner van Zuid-Kennemerland en Greatest Man 2012. dochter vegetariërs zijn. Ja, dat was voor mij een eyeopener, dat invullen van die voetafdruk. En dan ook te analyseren waarom ik zo uitkwam.”
Europa bij nacht gezien vanuit het ISS. Foto: André Kuipers. Bron:ESA/NASA
Als André Kuipers vanuit de ruimte naar de aarde kijkt, ziet hij aan de ene kant een prachtige gekleurde bol met ’s nachts mooi verlichte steden. Aan de andere kant is er ook de schade die door mensen is veroorzaakt. “Ik zie een groot donkergroen vlak met daarin lichtgroene aangevreten strepen waar het bos langs wegen of riviertjes is weggekapt. Erosie zie ik ook, soms doordat er rode grond uit de rivieren stroomt. Mooi, maar wel het gevolg van boskap. Milieuvervuiling geeft een grauwige, heiige laag over stedelijke gebieden.” Hoe voel je je hierover? “Het is een kwetsbaar gevoel: dit is alles wat we hebben. Er is geen andere planeet waar we even heen kunnen. En dat is wel een raar idee. Als het mis gaat met de planeet dan kunnen we niet ontsnappen.” Wat kan er op dit moment misgaan? “Ik zie de mensheid op dit moment als een plaag. We groeien met meer dan 100.000 mensen per dag, dat is wel heel griezelig. Toen ik op de middelbare school zat, waren er drie miljard mensen op deze planeet en nu zijn het er zeven. Wauw. En in 2020 zijn het er negen ofzo. Schrikbarend. En dan weet ik niet hoe we dat moeten doen.”
Moeten we mensen dan maar verbieden om kinderen te krijgen? “Het is natuurlijk heel arrogant om dat als westerling te zeggen. Het is een biologische drang. Ik heb zelf vier kinderen. Toch hoop ik dat de mensheid verstandig genoeg is om op tijd de rem er op te zetten. Want op een gegeven moment is er niet genoeg water meer, vissen dreigen uit te sterven, oerwouden worden steeds meer weggekapt.” Is overbevolking het enige probleem? “Er moet een enorme cultuuromslag plaatsvinden wat betreft het eten van vlees. Mensen moeten af van vlees. Vlees is een goede bron van eiwitten, maar het vereist zoveel van de natuur om je heen. Ik kwam daar achter toen ik de footprint test (zie kader) deed van het Wereld Natuur Fonds. Ik dacht: oh jé, ik ga heel slecht scoren want ik vloog destijds heel veel voor mijn werk. Maar het viel reuze mee omdat ik maar één keer per week vlees at. En toen dacht ik: vlees is één van de grote boosdoeners, maar dat is bijna taboe om te zeggen: mensen houden van vlees, ik ook. Ik eet wel eens vlees in restaurants en dergelijke, ik ben geen vegetariër, maar thuis staat het gewoon niet op tafel omdat mijn vrouw Helen en mijn oudste
- 10 -
Moeten we ons zorgen maken over de opwarming van de aarde? “Klimaatverandering vind ik heel lastig, daar is altijd discussie over. Ik wil mij vooral bezighouden met biodiversiteit en ecosystemen en hoe wij deze in stand kunnen houden. Wat je nu ziet is een tendens van ‘na mij de zondvloed’. En bedrijven die denken: mensen willen graag biofuel (zie kader), nou goed, hak dat oerwoud of die voedselproductiegebieden maar weg, dan kunnen we daar mooi gewassen neerzetten voor biofuel. Maar daar schieten we niet veel mee op. Je moet er wel voor zorgen dat het daadwerkelijk biofuel is die niet ten koste gaat van natuur of voedselproductie. Anders is het precies het omgekeerde van wat je wilt.” Wat gebeurt er als we zo doorgaan? “Als we zo doorgaan zijn we straks alle natuur kwijt. Dan komen we misschien in scenario’s terecht die je wel in sciencefictionfilms ziet, waarbij de aarde één grote stad is met een tekort aan voedsel. Ik zou het zonde vinden om de biodiversiteit te verliezen en niet meer te kunnen genieten en te kunnen leren van de natuur.” Heeft de ruimtevaart een oplossing? “Sommige mensen zeggen: ja, met de ruimtevaart kunnen we mensen naar andere planeten brengen. Dat is wel heel kort door de bocht. Alleen al om qua overbevolking in evenwicht te blijven zou je 100.000 mensen per dag moeten lanceren. Dat is niet realistisch, hè? En wellicht niet zo goed voor de ozonlaag.” Wat kan de ruimtevaart dan wel betekenen? “Nou, we kunnen feiten aanleveren. We hebben aardobservatiesatellieten die de ijsdiktes meten, luchtvervuiling opsporen, het gat in de ozonlaag meten, etcetera. We kunnen laten zien dat het een globaal, mondiaal probleem is en niet een lokaal probleem. In het ruimtestation (ISS), dat is als het ware een mini aarde, doen we alles met zonne-ener-
gie. We recyclen al het water uit transpiratievocht, urine en natte handdoeken en daar wordt weer drinkwater uit gemaakt. Echt topkwaliteit. Het water gebruiken we ook weer om zuurstof uit te maken. Die technologie zouden we kunnen gebruiken in ontwikkelingsgebieden waar heel weinig of slecht water is.” Vertel je in jouw lezingen dat mensen duurzamer moeten leven? “Ik zal niet gauw zeggen: je mag dit of dat niet meer. Ik laat vaak plaatjes zien van boskap en erosie, in het Amazonegebied of in Indonesië. Hoe snel dat gaat in tien jaar. Die problemen kan ik meteen aanstippen. Dan worden mensen misschien een beetje wakker. Als je ziet op foto’s wat er aan de hand is, dan kunnen mensen zelf hun conclusies trekken. Daarom heb ik ook blikjes MSC vis meegenomen het ruimtestation in. Marine Stewardship Council is een keurmerk voor duurzaam gevangen vis. Dus ik kon verantwoord vis eten. Ik heb er foto’s van genomen en die zijn weer naar beneden getweet.” Heeft de ruimtevaart jou bewuster gemaakt? “Jazeker. Je ziet dat de aarde een heel dunne dampkring heeft, je hebt het gevoel dat als je hard blaast dat ie er zo af is. In dat laagje van tien kilometer lucht en tien kilometer water, daar zit ál het leven. En dan ook nog de beperktheid: je bent zo over India heen en anderhalf uur later zie je het alweer. Hetzelfde geldt voor de Amazone. We moeten in evenwicht komen met de natuur. Dat de natuur de kans krijgt om te herstellen. Niet alles opgebruiken. Dat zie ik als duurzaamheid.” Biofuel of biobrandstof is een algemene verzamelnaam voor verschillende soorten brandstoffen die gemaakt worden uit biomassa. Biomassa omvat biologisch afbreekbare plantaardige en dierlijke producten, afvalstoffen en restmateriaal uit de landbouw, bosbouw of industrieel en huishoudelijk afval, zoals suikerriet, maïs, palmolie, dierlijke vetten. Als hernieuwbare brandstoffen vormen ze een alternatief voor fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas, steenkool) waarvan de voorraad eindig en dus niet hernieuwbaar is. Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/ Biobrandstof.
Berna van Baarsen samen met André Kuipers. Foto: Marc Heppener
Zijn kinderen hierin belangrijk? “Kinderen kunnenals ons geweten fungeren. Een heleboel mensen weten het wel, maar het is best moeilijk om dingen niet te doen. Als je inkopen moet doen, ja, het moet snel, je hebt gewoon geen tijd en misschien ook het geld niet om duurzame producten te gaan zoeken en te kopen. Je kunt het de mensen moeilijk kwalijk nemen. Het is een langzaam proces. Als bedrijven zien dat met duurzame producten ook geld te verdienen valt, dan gaan ze het vanzelf op de markt brengen. Tot het op een gegeven moment wel lukt om in vijf minuten een complete maaltijd – maar dan duurzaam – op tafel te krijgen.” Waar is jouw hoop op gericht? “Ik geloof in nieuwe technologieën. Ik heb
Footprint of ecologische voetafdruk is een maat voor het aantal (mondiale) hectares dat weergeeft hoeveel biologisch productieve grond- en wateroppervlakte een bepaald persoon of bevolkingsgroep gebruikt om zijn consumptieniveau te kunnen handhaven en zijn afvalproductie te kunnen verwerken. De voetafdruk is nuttig als indicator voor de duurzaamheid van consumptiepatronen en maakt het mogelijk dat de milieu-impact van diverse leefstijlen met elkaar kunnen worden vergeleken. Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/ Ecologische_voetafdruk.
- 11 -
een elektrische auto met zonnepanelen op het dak, heel cool, hij rijdt nog steeds af en toe tweehonderd kilometer per uur in Duitsland. Het is een snelle sportwagen, hightech en een stuk schoner en stiller. Ik geloof eerder in schonere en stillere vliegtuigmotoren, dan te zeggen: je mag niet meer vliegen. Ik hoop dat we kernfusie onder de knie krijgen, dan kunnen we het nog schoner doen. We weten dat er op de maan helium-3 ligt. Als we dat zouden gebruiken, dan hebben we duizend jaar lang energie, zonder restafval. Maar goed, dat klinkt voorlopig nog als sciencefiction.” Wat is voor jou belangrijk in de natuur? “Ik wil geluiden horen van dieren en geuren ruiken, dat vind ik het rijkste.” Wat is jouw favoriete natuurplek? “Strand vind ik mooi, de zee, die oneindigheid hè, uitgestrekte landschappen. En ik vind bossen heerlijk, om door bossen te struinen, ja dat vind ik prachtig.” En daarmee eindigt het interview. Ik bedank André voor zijn tijd (de volgende journalist staat al te trappelen om André na mij te interviewen) en zijn veelzijdige uitleg over hoe de ruimtevaart ons kan laten zien hoe (snel) de aarde verandert en dat als wij en toekomstige generaties nog lang willen genieten van de diversiteit op aarde, wij op mondiaal, lokaal en individueel niveau maatregelen moeten nemen om duurzamer te leven. Tekst: Berna van Baarsen
PARK 20/20 Economie en ecologie hand in hand Op een steenworp afstand van luchthaven Schiphol, ingeklemd tussen de A4 en de Geniedijk (onderdeel van de Stelling van Amsterdam), wordt sinds 2010 gebouwd aan park 20/20. Hier verrijst een bedrijvenpark dat duurzaam bouwen integreert met een inspirerende, openbare, natuurlijke ruimte en een nieuwe manier van werken.
Groene kades op bedrijventerrein Beukenhorst.
Voetgangersbrug naar de Geniedijk
De ontwikkelaar van park 20/20 werkt samen met William McDonough, die met Michael Braungart het boek Cradle to Cradle, remaking the way we make things schreef. De kern van het cradle-to-cradleprincipe ligt in het concept ‘afval = voedsel’. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Hierbij zou geen kwaliteitsverlies mogen zijn en alle restproducten moeten worden hergebruikt of milieuneutraal zijn. De kringloop is dan compleet. Afval is dan voedsel geworden.
DUINDRINKWATER Hoe duurzaam is dat? Geen levend wezen op aarde kan er zonder: water! Wij bestaan voor het grootste deel uit water, dat continu ververst wordt. Beschikbaarheid van veilig drinkwater is een levensvoorwaarde, nu en in de toekomst. Maar is er in die toekomst nog wel voldoende drinkwater? Met andere woorden: hoe duurzaam is eigenlijk de productie van drinkwater en van duindrinkwater in het bijzonder? Een paar feiten op een rijtje. Wist u dat in Nederland tien waterleidingbedrijven per jaar 1150 miljoen m3 drinkwater produceren? Dat is natuurlijk een enorme plas water, maar toch
De gebouwen in het park zijn gemaakt van recyclebare bouwmaterialen en er wordt gebruik gemaakt van zonne- en windenergie, waterzuivering, energie uit afval en warmte- en koudeopslag. Ecologisch bouwen is ongeveer 10% duurder, maar de jaarlijkse exploitatiekosten van deze gebouwen ligt ongeveer 30% lager. Als fotograaf in gemeentedienst heb ik al veel bouwprojecten gefotografeerd. Vaak gaat het dan om het gebouw; de omgeving speelt een minimale rol. Hoe anders is dit bij park 20/20. Wat ik zo bijzonder vind, is dat de Geniedijk, met zijn karakteristieke bomenrij en schapen als vaste bewoners, nog steeds beeldbepalend is voor dit gebied. is het maar 1% van al het water dat Nederland binnenstroomt via de rivieren en de hemelsluizen! Wist u dat het PWN (Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland / Puur Water & Natuur) en Waternet (Amsterdam en omstreken) samen 175 miljoen m3 duindrinkwater produceren en dat beide waterleidingbedrijven de helft leveren van al het drinkwater in Zuid-Kennemerland? De netten van beide bedrijven zijn met elkaar verbonden in het gebouw aan de westrand van het Haarlemmermeerse bos (met een kolonie visdiefjes op het grinddak!). PWN haalt bij Andijk water uit het IJsselmeer, infiltreert het in de duinen bij Castricum en maakt er in Heemskerk drinkwater van. Waternet haalt water uit de Lek bij Nieuwegein, pompt het - 12 -
Door de aanleg van twee bruggen is het mogelijk om in de pauze een wandeling te maken op de dijk. De kadewanden van de vele waterpartijen zijn voorzien van een verticale begroeiïng en de daken en wanden van gebouwen zijn bedekt met sedum. Er is veel aandacht voor kunst en alle verlichting is voorzien van ledlampen. Je kunt zien dat er wordt gewerkt aan een balans tussen economie en ecologie. Voor mij als IVN’er is het een uitdaging om in 2013 een excursie te organiseren in dit bedrijvenpark, waarin ik mijn gasten laat kennismaken met dit unieke stukje Haarlemmermeer. U bent alvast van harte uitgenodigd. Tekst en foto's: Margo Oosterveen
naar de AWD waarna het via de betonnen goot naar infiltratieplassen achter de zeereep stroomt. Op Leiduin wordt van het filtraat tenslotte drinkwater gemaakt. Een leuk weetje: in die betonnen goot overwinterden in 2010/2011 de twee meest gefotografeerde waterspreeuwen van Europa!
Wist u dat op de locaties Andijk en Nieuwegein het ingenomen water voorgezuiverd wordt? Er wordt wat ijzerchloride aan het water toegevoegd, waardoor zwevende deeltjes samenklonteren tot grotere, die vervolgens naar de bodem zakken. Het water wordt daarna gefiltreerd door een zandbed waarin resterende deeltjes, algen, mangaan en ijzer worden afgevangen. Dit voorgezuiverde water wordt in de duinen geïnfiltreerd. Na een reis van drie tot twaalf maanden door een labyrint van duinzandkorrels komt het ten slotte in de verzamelbekkens terecht. Wist u dat om dit water geschikt te maken voor consumptie, het eerst wordt gefiltreerd door lagen zand en grind en vervolgens wordt behandeld met ozon, om bestrijdingsmiddelen en ziekteverwekkers af te breken? Daarna wordt natronloog toegevoegd om kalk te verwijderen en ten slotte wordt het gefiltreerd door een actieve-kool-
bed om restanten organisch materiaal te vangen. Wist u dat wij gemiddeld zo’n 124 liter drinkwater per persoon per dag gebruiken, te weten 4 liter voor consumptie en 120 liter voor douche, was en toiletgebruik, en dat dit uiteindelijk via de
de rivier terug geven, schoner (!) dan toen we het eruit haalden? Wist u dat daarvoor alleen (pomp)energie en een relatief geringe hoeveelheid hulpstoffen nodig is? De lage prijs van drinkwater (0,16 cent per liter) geeft al aan dat het beslag dat de hele keten legt op onze bronnen, bescheiden is. Dat kristalheldere drinkwater is dus best een beetje groen! Maar dat vermoedde u misschien al toen u onlangs door de Amsterdamse Waterleidingduinen struinde… Tekst: Arend Reinink Foto's Linda Hartgring
rioolwaterzuivering weer in het oppervlaktewater terechtkomt? Wist u dat we zo in feite een klein stroompje aftappen van de rivier, het schoonmaken, het weer vervuilen, het weer schoonmaken en het daarna aan
Algemene Ledenvergadering Donderdag 7 maart in Thijsse’s Hof. Een uitnodiging aan alle leden volgt.
DUURZAAMHEID: EEN EINDELOOS THEMA Met veel waardering hebben de leden van de werkgroep Duurzame Leefomgeving van het IVN-ZK kennis genomen van het initiatief van leden van de Gidsencursus 2012/2013 om een themanummer van De Toorts aan duurzaamheid te wijden. Het eerste dat aan de geplaatste artikelen opvalt, is de diversiteit van de gekozen invalshoeken: onderwijs, ruimtevaart, duinwater als duurzaam gegeven, een terugblik op de sobere levensstijl van een vorige generatie en duurzaamheid binnen de eigen kring. Ze vormen een levendige illustratie van duurzaamheid als universeel begrip! Graag ga ik (op verzoek) kort in op de genoemde artikelen: • Wat het voortgezet onderwijs betreft valt het me op dat het gezichtsveld beperkt lijkt tot de duurzaamheid van het eigen gebouw en de biologische producten in de kantine. Opname van het thema duurzaamheid in het lespakket lijkt nog minimaal. Zou het IVN-ZK hierbij een katalyserende rol kunnen vervullen? • Het artikel over de indrukken en ideeën van André Kuipers geeft wat meer verdieping naar het eigenlijke onderwerp duurzaamheid. Vooral de door hem gesignaleerde littekens van de manier waarop mensen met de
aarde omgaan spreekt tot de verbeelding. Ook zijn pleidooi voor beperking van de consumptie van vlees, zijn donkere toekomstbeeld als in onvoldoende mate sprake zou zijn van een maatschappelijke ombuiging in duurzame richting, en het door hem aangegeven belang van nieuwe technieken inclusief kernfusie passen geheel in de opvattingen van de werkgroep Duurzame Leefomgeving. • Wat betreft het artikel over de herinneringen van twee mensen aan de sobere leefwijze in een nog zeer recent verleden en aan de overgang naar de huidige op consumptie en groei gebaseerde maatschappij: dit past geheel bij het gegeven van de noodzaak tot een cultuuromslag van de rijke landen in duurzame richting, die voor de komende generaties moeilijk te aanvaarden en te realiseren zal zijn. • Het artikel over duinwater geeft een uitstekend overzicht van de manier waarop oppervlaktewater wordt gezuiverd tot drinkwater. Aan dit informatieve stuk zou nog een uitbreiding in duurzame zin gegeven kunnen worden, met als mogelijke suggesties de beperking van het gebruikte watervolume per persoon (plassen/wassen), de beperking van het gebruik van afwasmiddel en reinigingsmiddelen, en alternatieve zuiveringsmethoden voor
- 13 -
huishoudelijk afvalwater in landen met een ernstig watertekort. Zou dit iets zijn voor een volgende Toorts? • En ten slotte het artikel over de duurzaamheid in de denkwereld en de dagelijkse praktijk van de IVN’ers. Dat lijkt een goede start om tot concretisering te komen van opvattingen over duurzaamheid, die we naar het publiek van onze excursies en onze eigen leefomgeving zouden kunnen doorgeven. De leden van de werkgroep Duurzame Leefomgeving staan geheel achter de suggestie om ons via de eigen ecologische voetafdruk bewust te worden van de mate waarin we duurzaamheid zelf wel of niet in de praktijk brengen. Het lijkt ons zinvol om een uitgebreide enquête bij een zo groot mogelijk aantal leden van het IVN-ZK te houden. Hiermee kunnen we een helder beeld krijgen van hoe we als individuen, in onze levensstijl, duurzaamheid op overtuigende wijze gestalte kunnen geven. Als leden van de werkgroep Duurzame Leefomgeving zijn we bijzonder blij met dit themanummer en complimenteren we de nieuwe gidsen met de door hen ingezonden artikelen: Bravo! Tekst: Hans Kerkhoff
IVN-ZK 26 KERSVERSE GIDSEN RIJKER Bij het ter perse gaan van deze Toorts moest het nog gebeuren, maar terwijl u dit leest is het IVN Zuid-Kennemerland zesentwintig kersverse gidsen rijker. Op 9 februari was het zover: na anderhalf jaar lezen, schrijven, determineren, presenteren, fietsen, leren, onderzoeken, wroeten, wandelen, lachen en discussiëren, ontvingen wij, de deelnemers aan de Natuurgidsencursus, ons diploma. Niemand heeft stilgezeten. Sommige van ons lopen (al) mee met de ’oude rotten’ bij bestaande excursies en anderen hebben hun (stage)opdrachten gebruikt om nieuwe excursies te ontwikkelen: een
fietstocht over de Geniedijk en een belevingsexcursie tijdens De dag van de stilte. Weer anderen gaan dat nog doen: een bomenexcursie aan de hand van een kaart, een schelpenexcursie, een kennismakingsexcursie over het duurzaam opgezette bedrijventerrein De Beukenhorst. Twee van onze groep hebben (al) zitting genomen in het IVN-bestuur: Cor Vlot als penningmeester en Ingrid Tigchelaar als bestuurslid. Helaas moesten in de tweede helft van de cursus drie mensen afhaken, maar we gaan in de toekomst vast nog wel van ze horen. De cursus was een groot succes. En
hoe kon het ook anders! Aan de hand genomen en bezield door diverse experts uit het veld maar vooral dankzij onze zeven wijze begeleiders (Yvonne Roep, Anneke Wegman, Erna Schreuder, Wim Swinkels, Patrick Wokke, Jan Saveur en Arend Reinink) met hun uiteenlopende en nimmer aflatende inbreng, inzet en enthousiasme. Tijdens de diploma-uitreiking zijn zij dan ook door ons in het zonnetje gezet en gaan zij vanuit een ander, hoger perspectief van Zuid-Kennemerland genieten. Allemaal bedankt en we zien elkaar terug. Tekst: Berna van Baarsen
ZWERFAFVAL, lopen we eraan voorbij of staan we erbij stil? De opdracht die we kregen (als eindproject van de gidsencursus) was om het plan uit te werken het fenomeen zwerfafval te integreren in excursies. We kregen drie maanden en een goede begeleider (Nico Wisse) om dat te realiseren. “Daar kan ik wel wat mee, ik ben er namelijk altijd wel mee bezig,” zei Jannie enthousiast. “Zwerfafval kom ik dagelijks tegen als ik fiets en dat mag zeker meer aandacht krijgen” zei Martin overtuigd. “Mmh zwerfafval…, dat is chronisch, dus zeker een uitdaging,” zei ik gemotiveerd. Maar oh wat zouden we het nog moeilijk krijgen, want hoe ga je als broekie een ervaren gids vertellen dat hij of zij tijdens de excursie aandacht moet besteden aan zoiets negatiefs als zwerfafval? Gelukkig kregen we al doende in de gaten dat er niets verteld hoefde te worden, want de gidsen deden dat eigenlijk al. We besloten om de gidsen daarmee te gaan helpen. Vol overgave stortten we ons op het verzamelen van informatie over zwerfafval, en binnen korte tijd raakten we bedolven onder de hoeveelheid. Het was een hele kluif om ons erdoorheen te werken, maar het zicht op resultaat was daar: Een kaart met korte informatie over zwerfafval voor de gidsen was de opzet, binnenkort krijgen alle gidsen deze kaart. Daarop voortbordurend willen we ook een boekwerk produceren voor diepgaande informatie met
De cursisten bij aanvang van de cursus, 10 september 2011, Ter Kleef. Foto: Jan Saveur
verhalen, foto’s en cijfers (liefst met sponsor voor de kosten van het drukwerk). Hiermee ligt er een basis voor gidsen om tijdens excursies zelfs over het fenomeen zwerfafval verwondering op te roepen. Wat we natuurlijk hopen is dat mede hierdoor zwerfafval zeer zeldzaam gaat worden... Nu rest ons nog een onderhoudende eindpresentatie aan onze medecursisten en de cursusleiding, die zeker nog wat overleg vereist. “Ik ga mijn handen uit de mouwen steken door voorbeelden te laten zien” roept Jannie. “Ik maak wel een mooie powerpointpresentatie” roept Martin. “Laten we er een toneelvoorstelling van maken” roep ik. Tja, ideeën genoeg, maar daar komen we wel uit, het zal wel een combinatie - 14 -
worden van dat alles. Op 9 februari krijgen we naar verwachting ons gidsdiploma, en mogen we zelf onze eigen ideeën in de praktijk gaan brengen. Tekst: Tanja van der Hoorn
Afbreektijden van afval Krant Natuurrubber dun Bananenschil Sigarettenpeuk Plastic drinkflesje Plastic zak Kauwgum Metalen blikje Nylon touw Aluminium blikje Glazen fles
0,5 jaar 1 jaar tot 3 jaar 1-5 jaar 5-10 jaar 10-20 jaar 20-25 jaar 1,5-50 jaar 100-500 jaar 80.000 jaar 1 miljoen jaar
Activiteitenprogramma Voorjaar 2013 IVN, Beleef de Natuur, afdeling Zuid-Kennemerland
Meer informatie over onze activiteiten op www.ivn.nl/zuidkennemerland Donderdag 14 februari 2013 vanaf 9.00 uur Natuurwerkdag Middenduin Aanmelden ivnzk.natuurwerk@gmail.com Zondag 17 februari 2013, 11.00 – 12.30 uur Dierensporen en Vogels Koningshof Vertrek bij infopaneel bij parkeerplaats Koningshof, Duinlustweg 26, Overveen; Reserveren npzk.nl Zondag 24 februari 2013, 11.00 – 13.00 uur Netwerkwandeling Uitnodiging voor IVN-gidsen volgt Zaterdag 2 maart 2013, 13.30 – 15.00 uur Strandexcursie Zuidpier IJmuiden Jachthaven, bushalte; reserveren npzk.nl Zondag 3 maart 2013, 11.00 – 12.30 uur Rondje Bolwerken en Kenaupark Start in het station Haarlem CS, voor AH to go Zaterdag 9 maart 2013, 10.00 – 12.00 uur Vogelzang op Leyduin Verzamelen op parkeerplaats,Manpadslaan Heemstede Zaterdag 9 maart 2013, 10.00 – 14.00 uur Schoonmaakactie Broedwand Oeverzwaluwen Toolenburgerplas Hoofddorp Zondag 10 maart 2013, 14.00 – 15.30 uur Knoppenwandeling Haarlemmerhout Parkeerplaats La Place Dreefzicht Zaterdag 16 maart 2013, 10.00 – 12.00 uur Vogelzang op Elswout Verzamelen bij het poortgebouw, reserveren npzk.nl Zondag 17 maart 2013, 08.00 – 09.00 uur Met padden op pad Koningshof kom met fiets/OV; reserveren npzk.nl Zondag 24 maart 2013, 14.00 – 15.30 uur Stinsenplanten in een decor van monumentale bomen: Spaar en Hout Poortgebouw aan de Kleine Houtweg 139, aan de oostzijde van de Haarlemmerhout Woensdag 27 maart 2013, 18.30 – 20.30 uur Paasmaanexcursie: Hazen in de Hekslootpolder Spaarndamse-/Vondelweg Maandag 1 april, 2e Paasdag NPZK Wilde Buitendag De activiteiten voor het 2e kwartaal van 2013 zijn nog niet definitief vastgesteld, dat gebeurt eind februari. In maart komt dan de nieuwe folder uit. Hoe kunt u op de hoogte blijven van onze activiteiten in het 2e kwartaal? • Bezoek vanaf eind februari onze website www.ivn.nl/afdeling/zuid-kennemerland • Meld u aan voor onze digitale nieuwsbrief via ivnzk.nieuwsbrief@gmail.com • Vraag naar de nieuwste activiteitenfolder als u met een IVN-excursie meegaat. Heeft u geen internet? Vraag dan begin maart een papieren overzicht of folder aan bij Hennie Terpstra, 023 – 5425205 of 06 – 413 887 89.
IVN-ZK Activiteitenprogramma - Meer informatie over onze activiteiten op www.ivn.nl/zuidkennemerland Excursies gaan altijd door, ook als het regent. Aanmelden is niet nodig, tenzij aangegeven. Staat er Reserveren npzk.nl dan is reserveren verplicht via www.np-zuidkennemerland.nl. Geen internet? Bellen kan di. t/m zo. via 023-5411123 =fietsexcursie;
=(ook) voor kinderen;
= niet geschikt voor kinderen
KNNV Basiscursus Ook dit jaar geeft de KNNV weer een Basiscursus Natuur. De cursus bestaat uit 6 maandagavonden op Ter Kleef, met telkens een excursie op de zaterdag erna. De avonden zijn op 11 maart, 25 maart, 8 april, 22 april, 21 mei en 3 juni. De kosten zijn voor KNNV- en IVN-leden € 30,-- en voor niet-leden € 45,--. Inschrijven doet u vóór 1 maart aanstaande, door u op te geven bij Marja Koning én het cursusgeld te storten op Triodos Bank, rekeningnummer: 19.84.66.625 t.n.v. KNNV-afd. Haarlem onder vermelding van ‘Cursusgeld’.
Minicursus libellen De KNNV wil u kennis laten maken met de leefwereld van libellen. Al 15 jaar lang verzorgt de KNNV-libellenwerkgroep lezingen en excursies over libellen. Misschien vindt u de inleiding bij een excursie en/of lezing wel te moeilijk. Daarom besteden we nu een hele avond aan: hoe leven libellen, hoe lang leven ze, de voortplanting, waar leven ze van en predatoren van deze prachtige insecten. Op donderdag 25 april behandelt Lippe de Vries het bovenstaande in Ter Kleef, Kleverlaan 9 te Haarlem. De (gratis) lezing begint om 20:15 uur. Om het geleerde in praktijk te brengen is er op zondag 19 mei een excursie. Deze begint om 12:00 uur bij ingang Pannenland van de Amsterdamse Waterleidingduinen. De excursie duurt maximaal 3 uur. Ook deze activiteit is gratis, wel dient u zelf voor een geldig toegangsbewijs te zorgen.
- 15 -
Duurzaamheidsfoto's achterop Zo zien Jan-Willem Doornenbal, Marisca van der Eem, Martin Ettema, Evert Hofland, Andries Mok, Eva Nijhoff (met een foto van een kunstwerk van Ap Esenbrink), Margo Oosterveen, Piet Paree, Marsya van Raalte, Ans Rรถling, Jan Saveur en Anneke Wegman duurzaamheid.
- 16 -