2008 - nr. 1

Page 1


VAN DE REDACTIE

INHOUDSOPGAVE

Een kwestie van zijn ‘Ondanks de inspanningen van alle kerken en zendingsgenootschappen bij elkaar, schat men dat duizend christenen 365 dagen moeten werken om één mens te winnen voor Christus. Dat moet echt beter.’ Dit is een uitspraak van de Amerikaanse theoloog dr. Leighton Ford, erevoorzitter van het Lausanne Comité voor Wereldevangelisatie. Naast de ‘zeepkist’ beklimmen, zoals dr. Ford bij de wereldwijde Billy Graham campagnes deed, zijn er ook andere manieren om het Evangelie over te brengen. Dat geeft een islamitische commentator in het Midden-Oosten aan: ‘De enige zendelingen waar we bang voor zijn, zijn de franciscaner monniken. Al zevenhonderd jaar krijgen we de zenuwen van ze. Wij benaderen potentiële bekeerlingen altijd met apologetische argumenten. De franciscanen gaan echter niet de discussie aan, maar gaan stil onze steden door om iedereen te dienen. Als mensen dat eenmaal hebben meegemaakt, raken ze geïnteresseerd in het christendom: voor je het weet, zijn ze volgelingen van Jezus.’ Het zijn twee uitersten: de directe verkondiging enerzijds en dienstbaar zijn anderzijds. In het werk van IZB en GZB kom je beide tegen: de missionaire toespraak en de noodhulp en alles wat daar tussenin zit. Blijkbaar heeft God vele pijlen op Zijn boog om mensen te raken. Wat de beste manier is in de zending? Dat is geen goede vraag. In de vergaderopening in dit blad schrijft ds. Verhoeven: ‘Wij proberen niet missionair te zijn. We zijn het gewoon.’ De redactie hoopt dat alles wat u in dit nummer leest daaraan bijdraagt.

Van de redactie Een kwestie van zijn

2

Vergaderopeningen De ogen van Job Rust als missionair item

3 4

Preekschets Geloven in de oogst

5

Zending ‘Wees trots op Nederland!’ Kerk zijn in het huis van de islam

7 9

Column Liturgie: waarom moeilijk doen als het christelijk kan?

11

Evangelisatie Contextuele en missionaire verkondiging SCOPUS - bijbelverhalen beleven

12 14

Missionaire agenda

16

MARJA BRAK E-MAIL: M.BRAK@IZB.NL

KADERBLAD VOOR KERKENRADEN, ZENDINGS- EN EVANGELISATIECOMMISSIES

Uitgave: Gereformeerde Zendingsbond (GZB) Postbus 28 3972 PP Driebergen Tel. 0343 512444 E-mail: info@gzb.org Internet: www.gzb.org Postbank rek.nr. 28016

IZB Joh. van Oldenbarneveltlaan 10 2818 HB Amersfoort Tel. 033 4611949 E-mail: secretariaat@izb.nl Internet: www.izb.nl Postbank rek.nr. 980980

Redactie: Mw. M.E. Brak (eindred.) Ds. W. Dekker Ds. S.J. van der Vlies

Foto voorkant: Internationale gemeente in Beirut, Libanon Foto’s: GZB (pag. 1, 7, 9, 10, 11), Rufo Petri (pag. 12, 13, 14, 16) Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, Boskoop Druk: De Bunschoter bv, Bunschoten Adreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven.

2

Transmissie VOORJAAR 2008


VERGADEROPENING

De ogen van Job

J.H. VAN BEMMEL

JOB 39:34-38 (IS NBV 40:1-5); 42:1-6; 19:23-27

Het boek Job is bepaald niet eenvoudig. Job worstelt met de grote levensvragen: Waarom ben ik op aarde? Waarom onderga ik dit lijden? Heeft mijn bestaan wel zin? Iedereen, gelovig of niet, komt ooit voor zulke vragen te staan. Je kunt er maar beter vroeg mee bezig zijn. Job heeft op de puinhoop van zijn leven over zulke vragen lange gesprekken met zijn vrienden. Die brengen hem alleen maar meer in verwarring. Hij twijfelt aan de zin van zijn bestaan. Waaraan heeft hij dit verdiend? Had hij er maar beter niet kunnen zijn? Hij roept zelfs God ter verantwoording. God luistert, maar zet hem wel even op zijn plaats. ‘Waar was je, toen Ik de aarde grondvestte? Vertel het als je inzicht hebt!’ (Job 38:4). God vraagt dóór: wil Job Hem wel eens vertellen hoe de aarde is ontstaan en alles wat daarop leeft? Wat kan Job daarop zeggen? Schepper en Verlosser En wij dan, zoveel eeuwen later? Weten wij het beter? Wij, overmoedige mensen van na de Verlichting, die menen met onze wetenschap alles in de hand te hebben? Wat kunnen wíj God antwoorden? De westerse mens van nu heeft God afgezworen. Het antwoord van Job is anders: ‘Ik leg de hand op mijn mond’. Zo’n bescheiden antwoord staat loodrecht op dat van de moderne mens. Wilde God Job het zwijgen opleggen? Nee, God bedoelde dat Job zijn plaats scherper ging zien en tegelijkertijd meer vertrouwen zou krijgen in zijn God, die de kosmos tot stand bracht. God steekt hem een hart onder de riem. Houd moed, Job, Ik heb alles in de hand! En dat blijkt effect te hebben, want Job zegt: ‘Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aanschouwd’. Eigenlijk is die uitspraak heel vreemd. Kende Job God dan niet? In het begin van dit bijbelboek zegt God immers tegen de satan dat er niemand op aarde zo vroom en oprecht is als Job. Als íemand God kende, dan was Job het wel. Wát heeft hij dan

Transmissie VOORJAAR 2008

gezien, nadat God tot hem heeft gesproken? Als je de hoofdstukken 38-41 leest, dan ontdek je dat God daarin eigenlijk alleen maar spreekt over wat Hij heeft geschapen. Is het zien van de schepping dan voldoende om tot geloof te komen? Nee, zo gaat dat niet. Er gaat iets aan vooraf. Kijk maar: in hoofdstuk 19 staat al zijn geloofsuitspraak: ‘Ik weet: mijn Redder leeft, en Hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen’. Opeens ziet Job het: de Schepper van hemel en aarde is dezelfde als de Verlosser die hem zal bevrijden van de puinhoop van zijn leven. De schepping zie je voor je lijfelijke ogen; van de redding mag je weten door ‘horen zeggen’, door de ogen van het geschreven Woord. Parallellen De genoemde uitspraken van Job staan niet voor niets in deze volgorde: hij wist al dat zijn Verlosser leeft; daarna raakt hij ondersteboven van de majesteit van de schepping. Hoe zou hij anders op die puinhoop hebben kunnen volhouden, wanneer hij niet had geweten dat zijn Redder leeft? Hoe zouden wij het kunnen volhouden in ons eigen leven als wij niet Jezus hebben leren kennen? Door te

kijken naar de schepping staan wij sprakeloos van Gods almacht, maar nergens komen wij meer onder de indruk, dan wanneer wij Zijn liefde zien in de herschepping. Wij leggen dan de hand op onze mond. Bij de geschiedenis van Job wordt ook wel aan Jezus gedacht. Hij kwam naar de puinhoop van ons bestaan en eindigde Zijn leven aan het kruis. Maar evenals voor Job was deze puinhoop niet het einde. Hij verrees! Er zijn ook parallellen tussen de geschiedenis van Job en die van Israël of die van de kerk. Israël, dat alle eeuwen door werd vervolgd; de kerk die door de wereld met de nek wordt aangekeken. Voor Israël is die vervolging niet het einde, want er is nog steeds het perspectief van Romeinen 11. Voor de kerk geldt Christus’ belofte dat Hij met haar zal zijn tot aan het eind van de tijd (Mat. 28:20). Hij maakt dan alle dingen nieuw (Jes. 65:17; 2 Petr. 3:13, Openb 21:1). Voor ieder die zijn vertrouwen op God stelt mag de uitspraak van Job gelden: ‘Ik weet: mijn Redder leeft, en Hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen’. En dat, omdat Jezus Christus de Redder is (Joh. 19:30). Hij zal terugkomen en net als bij Job alle tranen van de ogen afwissen. PROF.DR.IR. J.H. VAN BEMMEL IS BESTUURSLID VAN DE IZB. E-MAIL: JANHVB@GMAIL.COM

V E RW E R K I N G 1. Wat leert de geschiedenis van Job ons voor het gesprek met niet-gelovigen? 2. Kan men tot geloof komen door onder indruk te geraken van de schepping (zie ook Rom. 1)? 3. Bij Job kwam het goed. Wat zegt deze geschiedenis voor lijden dat niet voorbij gaat?

3


VERGADEROPENING

Rust als missionair item Missionaire gedrevenheid loopt vast als er geen innerlijke rust in God is. Een christen (of een gemeente) die met het evangelie naar buiten treedt, zal innerlijk sterk moeten staan. Sterk in God. Sterk in God ben je als je dicht bij Jezus leeft, en je leven transparant is tot op God. Geen kwaad woord over strategisch denken, missionaire (beleids)plannen en organisatie van zendingsgerichte activiteiten. Maar wel de waarschuwing dat die weinig vrucht dragen, tenzij er mensen in deelnemen die innerlijk tot rust zijn gekomen bij God. Eenvoud (vers 1) ‘Ik heb geen hoog hart, geen hoge ogen, ik wandel niet in te hoge dingen.’ Dat zegt de dichter niet tegen anderen. Zeg je dat tegen anderen, dan loop je het risico van opbieden tegen elkaar: wie van ons is het nederigste? De dichter opent zijn hart voor de HERE. U mag kijken tot op de bodem van mijn ziel. U vindt er niets dan oprechtheid. Hooghartigheid sluipt gemakkelijk binnen. De koningen Uzzia en Hizkia maakten op jonge leeftijd een mooie start in de dienst aan God. Maar hooghartigheid bracht hen ten val (2 Kron. 26:16; 32:25). Leer van Jezus: Ik ben nederig van hart (Mat. 11:29). Hoge ogen kijken trots. Ogen zijn de spiegel van je ziel. Als je oog eenvoudig is, is je hele bestaan een stralend licht (Mat. 6:22 / Luk.11:34). Dat kan niemand ontgaan. In het Spreukenboek horen we dat trotse ogen een werkelijkheid weerspiegelen waarin leugen en geweld de toon aangeven (Spr. 6:17; 16:5; 21:4; 30:13). Ook dat zien de mensen. Een kind van God behoort toe aan een andersoortig Koninkrijk. Je wandelt niet in dingen die je te hoog zijn, te wonderlijk. Je houdt je aan de menselijke maat. Hoge aspiraties zijn aan jou niet besteed. Burgers van het Koninkrijk der hemelen kennen andere prioriteiten (Fil. 3:20; Mat. 5:1-12). Dat hangt samen met de

4

hoop (vers 3). Wij kijken vooruit. Ik denk dat het in onze wereld zal opvallen, wanneer wij in eenvoud leven. Het Oude Testament noemt dat: leven in de vreze des HEREN. Daar schuilt veel werfkracht in. Overigens is dat leven met God niet strikt privé. Je doet het samen met Gods volk (vers 3). Je hebt de gemeente nodig. Stil tot God (vers 2) Een kind wordt na ongeveer drie jaar ontwend aan de moederborst, gespeend (Gen. 21:8; 1 Sam.1:22). Als het daarna nog bij moeder op schoot zit, is het niet meer te doen om de moedermelk. Het is alleen nog maar: je tegen haar aanvlijen, in onbezorgde overgave, verzadigd, voldaan. De hartenklop van moeder brengt rust. Met deze beeldspraak geeft de dichter uiting aan stilte tot God (Ps. 62:2). Hij vraagt geen gaven meer aan de HERE, hij heeft genoeg aan Hemzelf. Hij verlustigt zich in Hem (Ps.37:4). Dit is geen berusting. Helaas kwam dat akelige woord in de berijming (van 1773) terecht. Berusting legt zich gelaten neer bij het lot. Rust legt zich kinderlijk neer aan Gods hart. Berusting maakt gezapig. Rust maakt sterk. Hoe ook de uiterlijke omstandigheden mogen zijn: ik verblijd mij in de HERE.

J.A.W. VERHOEVEN PSALM 131

Ik verlies de vreugde niet (Fil. 4:4). En ik ben bestand tegen alle dingen. Door Christus die mij kracht geeft (Fil. 4:13). Het geheim daarvan zit in de Naam. Psalm 130 zingt: bij U is vergeving. Wij dan gerechtvaardigd uit het geloof (Ps. 130) hebben vrede bij God (Ps. 131). Zonder doorleving van de rechtvaardiging word je nooit missionair. Zonder besef van genade blijven je hart en je ogen hoog. De HERE rekent mij niet af op mijn verleden, Hij rekent mij toe wat Christus voor mij verwierf. Dat geeft rust. Ook rust om over die wonderlijke God een goed woord te spreken. Gewoon missionair Leven als kind van God is leven in rust bij Hem. Stil tot Hem. Wij willen niet paniekerig de kerk redden. Wij draven niet onszelf voorbij omdat we nog zoveel voor God moeten doen. Wij proberen niet missionair te zijn. We zijn het gewoon. Gewoon? Er liggen wel keuzes achter. Het kost iets. Zo ik niet…! (vers 2). Ook heel letterlijk kiezen we voor momenten van stilte. Je laat je niet gek maken door wat de wetten van deze wereld je voorschrijven. Je slikt niet alles voor zoete koek. Je woorden zijn weinig, maar er zit wel zout in. Je wandelt eenvoudig, oprecht, matig, moedig en blijmoedig. DS. J.A.W. VERHOEVEN IS PREDIKANT IN OUDEWATER EN BESTUURSLID VAN DE GZB. E-MAIL: DS.VERHOEVEN@HERVORMDOUDEWATER.NL

V E RW E R K I N G 1. Vreemdelingschap – in eenvoud leven - heeft missionaire kracht. Bent u het daarmee eens? 2. Hoe verhouden stilte (bijbelstudie, gebed, bezinning) en activiteiten (plannen maken, acties opzetten, activiteiten uitvoeren) zich in uw werk als kerkenraad of missionaire commissie?

Transmissie VOORJAAR 2008


PREEKSCHETS

Geloven in de oogst Wat me trof in dit ‘missionaire intermezzo’ is, dat de gemeente door het geloof betrokken is bij het missionaire werk van de Vader en de Zoon. Dat verhindert de preek te laten opgaan in missionaire vuistregels of een vermoeiende ‘oproep’. Het zorgt voor een heilige vanzelfsprekendheid: de gemeente kan niet anders! Voor een grote ontspannenheid: het is niet haar werk! En voor een gegronde hoop: het loopt uit op oogst!

Z. DE GRAAF JOHANNES 4:31-38

Uitleg Vers 31-33: Weet Jezus wel dat het etenstijd is? Hij lijkt verstrooid, oppert Smelik. Ik heb een spijs te eten waarvan ge niet weet. Echein + infinitief: iets te doen hebben uit innerlijke overtuiging (zie 6:35 en 6:50,51). Het zo genoemde Johanneïsche misverstand. Een ‘spijs te eten hebben’ wordt tot een metafoor. Zoals het water in dit hoofdstuk en het brood (Joh. 6). Misverstand bij buitenen binnenstaanders’. Het is bij Jezus nooit gesneden koek. Je moet nooit allereerst je ogen open doen, maar je oren. Maarten Luther: ‘Stop je ogen in je oren’. Vers 34: Spijze, voedsel is iets dat je leven voedt. Jezus’ leven wordt gevuld door de wil te doen van de Vader die Hem zond. Zie Psalm 40:7-9 en Hebreeën 10:5-9. Later lezen we: ‘Zoals de Vader Mij heeft gezonden, zend Ik u’ (Joh. 20:21). In Zijn discipelen – Zijn gemeente – zetten Vader en Zoon hun werk voort. Zijn werk volbrengen: met deze opdracht is Hij gezonden in de wereld. Volbrengen (teleio-oo) = tot voleinding brengen. Zie Johannes 17:4; 19:30 (hier staat teleoo = voleinden). Schnackenburg: Jesus lebt ganz aus der inneren Verbundenheit mit dem Vater, empfängt von diesem den Auftrag zum handeln und beugt sich gehorsam. Er ist von einem Sendungsbewustsein und einem solchen Eifer für die Sache des Vaters erfüllt das die Dinge und Bedürfnisse dieser Welt zurücktreten. Seine Verbundenheit mit dem Vater erscheint hier nicht als eine mystische und metafysische, vielleicht mehr als

Transmissie VOORJAAR 2008

Willenseinheit und Wirkgemeinschaft.(…) Sein gehorsames Dienen und Wirken zum heil der Menschen wird zugleich zum Vorbild für seine Jünger, die es aufnehmen und fortsetzen sollen. Vers 35-36: Nog vier maanden en dan komt de oogst. Dat konden ze met een blik op de velden constateren. Tegenover het ‘zegt gij’ van de discipelen zet Jezus ‘Zie Ik zeg u, slaat uw ogen op!” Jezus ziet andere ‘velden’ en een andere ‘oogst’! Oogst is in het OT al een eschatologisch begrip (Joël 3:13; Jes. 27:12). In gelijkenissen keert dat terug, bij voorbeeld in Markus 4:26-29. In Mattheüs 9:37 blijkt dat Jezus deze eschatologische oogst als nabij zag en hoe die oogst eruit ziet. Met Jezus is het eschaton al aanwezig. Hij is begonnen met het inzamelen van de vrucht (zie Joh. 12:24; Rom.1:13; 1 Cor. 9:7). ‘Ten eeuwigen leven’: voor het eeuwige leven, met het oog op het eeuwige leven, dat volgens Johannes 5:24 en 1 Johannes 3:14 nu al

begonnen is. De twee-eenheid van de zaaier en de maaier kan niets anders betekenen (vers 34) dan die van de Vader en de Zoon. Vers 37-38: Het spreekwoord verduidelijkt wat gebeurt. Ieder die gehoor geeft aan die missionaire opdracht zal deze waarheid ervaren. Nu komen kerk- en zendingsgeschiedenis in beeld. ‘Gij hebt de vrucht van hun arbeid geplukt’, letterlijk: gij zijt ingetreden in de arbeid/ moeite van … ‘Arbeid’ of ‘moeite’: een woord dat we tegenkomen als een missionaire term bij Paulus. (Zie 1 Thess. 3:5; 1 Cor. 3:8, 15:10; Col. 1:29). Schnackenburg: ‘Alle Missionstätigkeit steht in kontinuierlichen Zusammenhang mit der Sendung und dem Wirken Jesus, und jeder Missionar baut auf der Arbeit seiner Vorgänger auf. Die Zeit der Kirche ist nichts anders als die Verlängerung und Fruchtbarmachung der Zeit Jesu.’

Aanwijzingen voor de prediking Ik heb me laten leiden door de meditatieve uitleg van E.L. Smelik. Hij schrijft bij vers 31-32: ‘Er is in Christus op zulke momenten iets van een heilige verstrooidheid, iets dromerigs ligt over zijn antwoord wanneer Hij daar, als met gesloten ogen ver van de nabije werkelijkheid zegt: het is mijn spijze dat Ik Gods wil doe en zijn werk volbreng’. Hij stelt de vraag of Jezus een ‘verstrooide professor’ is of juist heel geconcentreerd op wat er werkelijk te doen is en zijn dus de discipelen verstrooid? Jezus weigert alle afleiding van de taak die Hij te doen heeft, namelijk het werk van de Vader volbrengen. Het is etenstijd! Tijd voor een diepe concentratie, in verbondenheid met Jezus, op: 1. de wil van de Vader 2. het doel van de Vader: de oogst. 3. het werk van de Vader: zaaien en maaien.

5


PREEKSCHETS

De preek 1. De verzen 27-30 wellicht navertellen en beëindigen met de opmerking dat het inmiddels etenstijd geworden is. Dan komt het misverstand. Etenstijd betekent voor Jezus iets heel anders. Geef aandacht aan het feit dat zowel binnen- als buitenstaanders Hem misverstaan. Wat Hij zegt is nooit gesneden koek. Je moet open staan (gaan!) voor zijn woorden. Jezus verdringt niet de gewone dagelijkse dingen. Zie de bruiloft te Kana. Psalm 40 kan hier meeklinken. Vaders wil moet ‘volbracht’. Zo duurt Jezus’ etenstijd de lange dag van zijn leven, in één grote concentratie op die wil. Daarin mag Hij niet gestoord worden. Dus wie zijn nu verstrooid hier? Hij of zijn volgelingen? Ga na waar we op geconcentreerd zijn, welke afleiding ( en waarvan af dan?) we zoeken. Jezus betrekt de gemeente bij die concentratie. Is dat de constante van ons leven? Zie ook Markus 3:31-35! Gemeente zijn is een werkgemeenschap vormen met deze Zoon en Zijn Vader. Met een samengevoegd hart (zingt psalm 86). Daarin niet af te leiden, niet gestoord! Want het is etenstijd. 2. Het gesprek wordt concreter. Als Jezus de Samaritanen ziet naderen, zegt Hij: daar is de oogst. Een lijn valt te trekken naar gelijkenissen over de oogst. Bij Johannes is die nu al begonnen. Zoals het eeuwige leven bij hem nu al begint (zie Joh. 5:24). De oogst bestaat uit Samaritanen. Jezus ziet in Mattheüs 9 de schare, voortgejaagd en afgemat, als Zijn oogst. We leven temidden van de oogst: de verstrooide mens van deze tijd, die zoveel te eten heeft en zoveel om zich op te concentreren en die zich door van alles laat afleiden. Geef voorbeelden uit verschillende lagen van de bevolking (gemeente!) en waar het leven door gevuld wordt! Jezus laat zich niet storen, maar stoort

6

ons met zijn vraag: ‘Verstrooide professoren’, zien jullie (in al die mensen bij jullie in de straat, in je dorp of wijk) de oogst? En wat doe je eraan? Etenstijd is oogsttijd. 3. Oogst is een eschatologisch gegeven (Openb. 14:14-20!) Jezus verplaatst die naar nu! Tot vreugde van de zaaier (de Vader) en de maaier (de Zoon). Werk waarin de gemeente betrokken wordt (Joh. 20:21). Dat geeft ontspannenheid aan het missionaire werk. Gemeente zijn is betrokken geraakt zijn bij dit geweldige zaai- en maaiwerk (en bij de blijdschap!) van Vader en Zoon. Met alle beloften en verhalen die de Bijbel ons daaromheen vertelt. Verblijden: woord dat bij oogst past (Jesaja 9, Psalm 126 en het slot van de gelijkenissen in Lukas 15!) De grote blijdschap van de oogst is ons leven binnen gekomen. Zo zal het voortaan gaan: de een zaait met alle moeite van dien (zie weer Psalm 126!) en de ander maait en plukt de vrucht. En soms mag je het allebei doen. Denk aan de opvoeding, aan evangelisatie en zending. Het verhaal krijgt een enorm perspectief. Het gaat om een kerk die zich laat uitzenden tot zaaien en maaien in een wereld die er niet op wacht. Daar zit de moeite! Of moet Jezus zeggen: het leeft niet? Lettend op gesprekken na de dienst, de agenda van de kerkenraadsvergaderingen, vragen van mensen op huisbezoek? Zijn we zo geconcentreerd op ‘ons eten’ en niet ‘af te leiden’ van óns werk? Hoe wordt dat dan anders? Door akker te zijn voor het zaad van het evangelie, dat ons betrekt bij het werk van Vader en Zoon. Om zo’n gemeente gaat het, die daarbij al de beloften van God ‘mee’ heeft! En de Geest van Pinksteren! Etenstijd is werktijd. En voorlopig zingen we tijdens het werk psalm 126 (met de vreugde en de tranen) en

blijft het gedicht van Adriaan Roland Holst ons bemoedigen: ‘Ik zal de garven niet meer zien, noch binden ooit de volle schoven, maar doe mij in de oogst geloven, waarvoor ik dien.’

Liturgische aanwijzingen Schriftlezingen: Psalm 40:1-9; Johannes 4: (26-30) 31-38 (39-42); 1 Corinthiërs. 3:1-9. Liederen: psalm 22:67, 72, 86, 87; gezang 168, 244 , 249, 304, 312, 313, 314. Voorbede: Aansluitend op Jezus’ woord (Mattheüs 9:37,38) bidden we om arbeiders in de oogst en voor de dagelijkse zaaiers thuis en in het christelijk onderwijs.

Geraadpleegde literatuur Uit de serie ‘Prediking van het Nieuwe Testament’: E.L.Smelik, De weg van het woord, het evangelie naar Johannes. Vanwege de meditatieve toonzetting geeft hij beeldende mogelijkheden voor de preek. Rudolf Schnackenburg, Das Johannesevangelium (Herders Kommentar zum NT).

DS. Z. DE GRAAF IS EMERITUS-PREDIKANT EN WOONT IN KATWIJK A/D RIJN. E-MAIL: ZENMDEGRAAF@HETNET.NL

Transmissie VOORJAAR 2008


ZENDING

’Wees trots op Nederland!’ Vijf christenen uit Centraal Azië kwamen op bezoek in Nederland. Vier uit een land dat sinds 1991 onafhankelijk is van Rusland en één uit Rusland zelf. Ze waren een week te gast in onze kerk, in drie PKNgemeenten. Hun advies: ‘Wees trots op Nederland’. De GZB nodigt natuurlijk niet zomaar gasten uit. Waarom investeert een zendingsorganisatie in een delegatiebezoek vanuit het buitenland? Wat willen we ermee bereiken? Uitwisseling Het gaat in de eerste plaats om het uitwisselen van kennis en ervaring. Onze gasten maken het gewone gemeenteleven van dichtbij mee. Ze zien hoe kerkmensen in onze samenleving christen zijn. Zij reageren daarop, stellen vragen, doen voorstellen en gaan met ons in gebed. Voor de gastgemeenten komt door het bezoek ook het zendingswerk van ver weg, dichtbij. Zeker als één van de gasten op zondag in het Russisch preekt en getolkt moet worden. Uiteindelijk leren we van elkaar anders kijken naar de wereld waarin we leven, naar de kerk die wij samen vormgeven, naar onszelf als christen én naar God. We ontdekken dat

“We hadden dit bezoek niet willen missen”.

SIMON VAN DER VLIES

God veel groter is dan wij denken. Het gesprek met de ander verdiept en verrijkt ons geloof. Eén van de verslagen uit de gemeenten meldt: We hadden dit bezoek niet willen missen! […] Wij hebben zeker veel van hen geleerd en zijn weer aan het denken gezet over ons eigen dagelijks leven, onze omgang met mensen, ons werken in de kerk. Zo mogen we van elkaar leren en door elkaar bemoedigd worden in de dienst van onze God.

kijken. Dat begint reeds met de verwoording. Die is vaak net even anders dan wij gewend zijn. Zo schreef Yian: Ik mis jullie allemaal […]. Geve God, dat ik jullie weer kan ontmoeten ergens in de toekomst voor ik naar de hemel ga. Over het algemeen zijn de gasten zeer dankbaar voor het bezoek en de ontmoetingen. Ze hebben zich hier thuis gevoeld. We hebben elkaar herkend in het dienen van God.

Ang Yian Kwan 1 Aan één van de gasten, Yian, heb ik gevraagd om een aantal bevindingen op papier te zetten. Ik heb hem ook gevraagd kritisch te zijn. Dat is meestal lastig voor niet-Nederlanders. Bovendien schreef hij: ik ben maar één week, op één plaats geweest en alleen daarom al is mijn kijk beperkt. Toch is het de moeite waard om met buitenlandse ogen naar Nederland en de Nederlandse kerk te

Traditie Yian begint met indrukken die de traditie op hem hebben gemaakt. Hij schrijft: Het was verfrissend om een schone en nette kerk zonder beelden en snijwerk van religieuze figuren binnen te stappen. Echter, een kerk moet wel van tijd tot tijd bepaalde praktijken evalueren. Met name praktijken die niets met de bekering te maken hebben. Bij voorbeeld het gebruik van alleen het orgel voor de begeleiding en het zingen van alleen maar de psalmen en bepaalde gezangen. Buitenlanders geven vaak dit commentaar. Preken Yian vervolgt: Ik vind dat de preken ‘tamme’ christelijke onderwerpen aanroeren: het liefhebben van elkaar, onderlinge bemoediging, wandelen in het licht, het evangelie doorgeven en dergelijke. Daarbij werd gebruik gemaakt van christelijke termen, van jargon en veel voorbeelden uit

1 Mr Yian Kwan Ang is de president van een non-gouvernementele organisatie voor educatieve, humanitaire en community development programma’s. Van oorsprong komt hij uit Maleisië, heeft als landbouwingenieur eerst in Thailand gewerkt en is nu al acht jaar als zendingswerker vanuit Bangkok in Centraal-Azië werkzaam. Zijn e-mailadres is verkrijgbaar via mij, SV.

Transmissie VOORJAAR 2008

7


ZENDING

de Bijbel. Ik zou willen voorstellen om meer voorbeelden te gebruiken die met het echte leven te maken hebben. En dan op een manier dat de luisteraars dagelijkse gebeurtenissen en situaties kunnen linken aan de Bijbel. Spreek mensen aan met directe vragen als: wat gebeurt er met mensen die overspel plegen? Is echtscheiding een reële optie? De Heilige Schrift kan sommige controversiële christelijke kwesties verduidelijken, zoals de rol van mannen en vrouwen in de kerk, het spreken in tongen en het uitwerpen van de duivel. Zeker, dat zijn gevoelige en eigentijdse kwesties, maar dat betekent niet dat we ze moeten laten liggen. Gemeente Als Yian nadenkt over de gemeente, dan borrelen er vragen op. Stimuleren jullie mentorschap van ouderen voor jongeren? Wordt de gemeente gemotiveerd om relaties aan te gaan met niet-christenen, door bij voorbeeld ongelovigen uit te nodigen voor de maaltijd, samen op vakantie te gaan of voetbalwedstrijden te organiseren? Christenen uit landen buiten Europa zijn vaak missionair. Ze zijn zich meer bewust van hun rijkdom en van hun verantwoordelijkheid. Als ze in Nederland komen, valt het op, dat wij vooral met onszelf bezig zijn. Zo schrijft Yian: Wat me opviel, waren de vele kerkelijke activiteiten door de week. Genoeg om vanaf je geboorte totdat je naar de hemel gaat binnen de kerk actief te zijn. Is het in het algemeen zo, dat jullie je bewegen in jullie eigen christelijke kring, onder ‘ons soort mensen’? Zo merkt hij van de zondagschool op: Ik was erg onder de indruk van de zondagscholen en de hele organisatie daarvan. Het was duidelijk dat de leiders houden van het werken met de kinderen. Het lijkt me heel goed als die kinderen hun niet-christelijke vriendjes en vriendinnetjes met wie ze spelen ook uitnodigen voor de club van de kerk. Dominee Voor ons is het vanzelfsprekend, dat een kerk wordt geleid door een betaalde kracht die de hele week wordt ingezet

8

voor het werk in de gemeente. In veel landen hebben predikanten een betaalde baan naast hun werk in de gemeente en zijn verschillende ‘leken’, gewone gemeenteleden, betrokken bij eredienst en pastoraat. Vandaar dat Yian het volgende opmerkt: De dominee doet alles, van A tot Z. Tenminste dat is wat ik gezien heb en gelukkig was het een jonge en energieke dominee. Mijn vraag is of het werk niet gedelegeerd kan worden aan leken. Wij zijn het lichaam van Jezus Christus en iedereen heeft zijn eigen taak om niet-gelovigen te bereiken: collega’s, buren, de vrouwen bij de kassa in de supermarkt en de mannen als ze het huisvuil bij de weg zetten. Ook de geestelijke leiding kan onder supervisie van de kerkenraad, worden gedelegeerd. Yian is vol lof over de vele vrijwilligers die hij in en rond de kerk tegenkomt, maar ziet dat voor het echte werk vooral de dominee wordt ingezet. Maak gebruik van elke gelegenheid om dagelijks de ziel van de ander aan te raken. Dat is niet alleen de taak van een dominee of zendingswerker, zo zegt hij. Nederland Wat wij ons vaak niet realiseren, is dat heel veel wereldburgers meertalig zijn. Wij klagen wel eens over de invloed van het Engels, maar kunnen overal in het eigen land terecht met onze moedertaal.

Dat is Yian niet ontgaan, hij vindt het opmerkelijk en heeft er een verklaring voor. Hij schrijft: Nederlanders spreken Nederlands met elkaar. Hoewel zij Engels kennen, spreken zij toch Nederlands met elkaar. Dat komt, omdat zij een lange geschiedenis hebben. Wees daar trots op en op wat God heeft gedaan in de geschiedenis: de pracht en de plaats van de koninklijke familie, de tulpen, de molens, koffie, voetbal, pannenkoeken, Sinterklaas en de zwarte Piet en de nationale kleur oranje. Zeker er zijn allerlei invloeden van Engeland, Frankrijk en Duitsland, maar ze zijn nu typisch Nederlands. Het herinnert me aan de mensen van Thailand. Zij hebben het vermogen om nagenoeg alles van andere landen te absorberen en maken het vervolgens Thai. Zending Yian rondt af met de woorden: Het is zeer te prijzen, dat de kerk van Nederland zoveel levens in verschillende delen van de wereld door hun zendingswerkers bereikt. Wat ons betreft, waren wij zeer bevoorrecht om zoveel jaren zendingswerkers vanuit Nederland te hebben. Daar zijn we dankbaar voor. Uiteraard stemt dat ook ons tot dankbaarheid. DRS. S.J. VAN DER VLIES IS STAFMEDEWERKER STUDIE EN TOERUSTING BIJ DE GZB. E-MAIL: SJVANDERVLIES@VERSATEL.NL

V E RW E R K I N G 1. Wat kunt u met deze observaties van Yian? Welke opmerkingen van hem blijven u het meeste bij? 2. Yian komt uit een land met jonge kerken en jonge christenen. Dat is de achtergrond van zijn waardering van onze traditie. Wat zijn voor- en nadelen van onze jarenlange kerkgeschiedenis en traditie? Formuleer eens waarop we trots kunnen zijn. 3. Buitenlandse waarnemers merken altijd op dat Nederlandse christenen zo naar binnen gericht zijn. Gaat dat ook voor u op? Hebt u vrienden die niet-christelijk zijn? Hoe kunnen we het perspectief verleggen naar de wereld? Wat kunt u daar zelf aan doen?

Transmissie VOORJAAR 2008


ZENDING

Kerk zijn in het huis van de islam WILBERT VAN SAANE RUTGER MAURITZ

De Bijbel kwam uit Arabië: zo luidt de titel van een boek van de Libanese schrijver Kamal Salibi, waarin hij wil aantonen dat het christendom een godsdienst is die in het Midden-Oosten thuis hoort. Hij gaat zelfs zo ver te zeggen dat Jezus geen Hebreeuwse rabbi, maar een Arabische profeet was. Dit zal door weinigen onderschreven worden, maar toch moeten we proberen Salibi’s bedoeling te begrijpen. Wij zijn onbewust geneigd te denken dat het Midden-Oosten aan de islam toebehoort en dat het christendom een westerse indringer is. Kerk en zending bevinden zich in ‘vijandig gebied’ dat veroverd moet worden. Niets is echter minder waar. De hele regio was sinds de apostolische tijd tot diep in de zevende eeuw overwegend christelijk. De islam is, vergeleken met het christendom, een nieuwkomer. Dat is precies Salibi’s punt: we moeten het MiddenOosten niet aan de islam prijs geven. Zonder de christenen is het MiddenOosten zichzelf niet meer. Diversiteit Het christendom is een authentiek oosterse religie. Zodra we gaan nadenken over kerk en zending in het Midden-Oosten moeten we dit gegeven diep tot ons laten doordringen. Voor de islam haar veroveringstochten begon, strekte het Byzantijnse Rijk zich uit van de Egyptische woestijn tot in de Kaukasus en van Constantinopel tot op het Arabische schiereiland. Het Byzantijnse christendom leek op een veelkleurige lappendeken: Kopten in Egypte; Arabische stammen in de centrale woestijn; Aramees sprekende

Transmissie VOORJAAR 2008

Rutger Mauritz achter de preekstoel in Egypte

inwoners in Libanon, Syrië en Irak; Armeniërs in Oost-Anatolië; Grieken aan de Middellandse Zeekust en in KleinAzië. Maar ook voorbij de grenzen van het Byzantijnse Rijk had het christendom wortel geschoten. Denk bij voorbeeld aan de Nestoriaanse kerk in Mesopotamië en de Thomas-christenen in India. De westerse kerk zou vaker verwonderd en dankbaar naar het oosten moeten kijken. Daar liggen immers onze wortels, niet slechts in het jodendom, maar ook in die oude, oosterse kerk. De oosterse kerk is in sommige opzichten de moeder van de westerse kerk. Onder druk Is er nog iets van over? Of zijn al die oosterse kerken en christenen sinds de opkomst van de islam langzamerhand weggekwijnd? Op sommige plaatsen is er inderdaad bitter weinig van het christelijke erfgoed te bespeuren. In SaoediArabië is vandaag alleen de islam toegestaan; bijbels en kerken hebben er geen plaats. Turkije heeft haar christelijke gemeenschappen (Grieken, Armeniërs en Syrisch-Orthodoxen) er in de loop van de twintigste eeuw systematisch uit gewerkt

en is druk doende de sporen van het christelijke verleden uit te wissen. In Irak en Iran zijn de Assyriërs tot een minderheid die niet meer van betekenis is geworden, terwijl er in de periode van dekolonisatie nog sprake was van een onafhankelijk thuisland voor deze groep. Op andere plaatsen zijn wel restanten van het corpus christianum te vinden. De Kopten in Egypte en de Maronieten in Libanon zijn de belangrijkste voorbeelden. Zij vormen christelijke subculturen en leggen nog enig gewicht in de politieke schaal. Maar ook zij staan onder druk, in Egypte onder een soennitische meerderheid, in Libanon onder het opkomende politieke sji’isme van Hezbollah. Ooit riep het westen uit tot het oosten: ‘Kom over en help ons!’ Nu klinkt de roep vanuit het oosten: ‘Help ons, want wij vergaan!’ Exodus zonder beloofd land Steeds meer christenen verlaten het zinkende schip. De schaarse demografische cijfers die wij hebben zijn verontrustend genoeg. Tarek Mitri, Grieks-Orthodox denker en de huidige Libanese minister van buitenlandse zaken, schat dat in 1914 de christenen in Syrië, Libanon, Jordanië

9


ZENDING

en Palestina nog 25% van de bevolking uit maakten. In 1990 was dat nog slechts 10%! Het Libanese christendom ging in dezelfde periode van 53% naar 35%. Voor andere landen zijn de cijfers niet beter. Inmiddels hebben de meeste oosterse kerken twee maal zoveel leden buiten het Midden-Oosten dan in het MiddenOosten! In Nederland zien wij hier de tekenen van: zo hebben wij een SyrischOrthodox klooster in de Achterhoek en een Iraanse gemeente in Almere. Als we de foto van de belijdenisgroep van de Protestantse Kerk van Beiroet van vier jaar geleden bekijken, dan kunnen we ze afstrepen: Assaad is in Dubai, Dima in Parijs, Mike in Amsterdam et cetera. Toegegeven, dit is een gemeente in het hart van Beiroet, de poort naar het westen. Maar toch is dit een trend die door het hele Midden-Oosten is te bespeuren. De kerk lijdt aan bloedverlies, met name van jong leidersbloed. Wat zit er achter de massale emigratie en de geleidelijke verdwijning van de christenen uit het Midden-Oosten? De meest gangbare uitleg is dat christenen zich steeds vaker vreemdelingen voelen in eigen land en dat zij de toekomst somber inzien. Het voortdurende geweld in de regio maakt dat ze zich onzeker en vervolgd weten. Veel van het geweld heeft hen immers niet ongemoeid gelaten: de massamoorden op Armeniërs en SyrischOrthodoxen in het Ottomaanse Rijk; de onteigening en uitzetting van duizenden Palestijnse christenen in 1948 en 1967; de Libanese burgeroorlog (1975-1991); de Iraanse revolutie (1979); en ten slotte de Amerikaanse inmenging in Irak en het voortdurende geweld aldaar. Politieke islam – economische malaise Deze historische wapenfeiten zijn echter niet alles. Het leven van vele oosterse christenen wordt beheerst door veel subtieler en kleinschaliger geweld. Op sommige plaatsen mogen christenen geen eigen bedrijf hebben; op andere plaatsen is het christenmannen verboden met moslimvrouwen te trouwen; weer elders is

10

het drukken en/of importeren van bijbels verboden. Beschadiging van kerkgebouwen is in Egypte en Irak niet uitzonderlijk. Ook staat de kerk in de meeste landen – Iran, SaoediArabië, Syrië, Egypte en ook in de kleinere Kinderclub in internationale gemeente in Libanon Golfstaten – onder voortdurende overheidscontrole: er wordt mee- woord zijn: delen in de pijn. Als een deel gekeken en meegeluisterd, om te voorkovan het lichaam lijdt, dan lijden alle delen men dat de kerk zich kritisch tegen de mee. Oosterse christenen willen door hun overheid uitspreekt. westerse broeders en zusters erkend en Naast het geweld weegt de economische gehoord worden. Uit de diepte roepen zij factor zwaar. Waar zie je een toekomst tot ons, hopend dat wij het kunnen opvoor jezelf en je kinderen? Hoog opbrengen om af te dalen en in de diepte geleide, getalenteerde, jonge christenen naast hen te komen zitten. slagen er vaak in om naar het westen te Toch mogen we de hoop niet opgeven; emigreren. Maar voor het merendeel van oosterse christenen doen dat zelf ook niet. degenen die willen vertrekken is dit niet Zij blijven bijeen komen; zij belijden hun langer een optie: Europa heeft de ophaalgeloof; zij geven het door aan nieuwe brug opgetrokken en ook de Verenigde generaties. De GZB gelooft dat het cruciStaten en Australië hebben een steeds aal is om hen bij te staan, simpelweg door strenger toelatingsbeleid. Steeds vaker bij hen te zijn. Financiële hulp voor missitrekken christenen daarom naar het onaire en diaconale projecten is goed; Arabische schiereiland: Saoedi-Arabië, maar nog beter is om mensen te sturen: Dubai, Kuweit en de andere economische niet mensen die het beter weten, maar grootmachten, waar christenen echter nog mensen die eenvoudigweg dienstbaar aan minder vrijheden genieten dan in de de oosterse kerk willen zijn, zoals kindelanden waar zij vandaan komen. ren hun oude moeder dienen, zodat zij nieuwe hoop vat en herleeft. Delen in de pijn Het verhaal van de oosterse christenen is DS.IR. R.F. MAURITZ IS REGIOCOÖRDINATOR niet opwekkend. Als wij ons afvragen wat MIDDEN-OOSTEN EN LATIJNS-AMERIKA BIJ DE GZB, E-MAIL: RFMAURITZ@GZB.NL we kunnen doen voor het oosterse DS. W.P.J.L. VAN SAANE WERKT VOOR DE GZB IN christendom, dan moet ons eerste antLIBANON, E-MAIL: WVANSAANE@HOTMAIL.COM

V E RW E R K I N G 1. Uit onderzoek blijkt dat in de zending de meeste aandacht wordt gegeven aan Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Slechts ongeveer 6% van de zendingswerkers gaat naar het Arabische zendingsveld, een gebied (Midden-Oosten en Noord-Afrika) met verreweg de meeste mensen die niet of moeilijk over het evangelie kunnen beschikken. Hoe komt dat, denkt u? Wat zegt dat van de zendende kerken? Wat vindt u daarvan? 2. Iemand zei eens, doelend op de islam: ‘Als wij niet naar het zendingsveld willen, brengt God het zendingsveld bij ons’. Wat doen wij daarmee?

Transmissie VOORJAAR 2008


COLUMN

Liturgie: waarom moeilijk doen als het christelijk kan? GERT-JAN SEGERS

Een liedje meer of minder, liedbundel zus of zo, wel of geen powerpoint, gitaar, drum of orgel in de dienst. Er worden compromissen over gesloten waar uiteindelijk niemand echt blij van wordt. Voor het evangelicale gemeentelid is het opwekkingslied voor de zegenbede net niks. Voor het iets stemmiger gemeentelid is zo’n compromis juist het hoorbare begin van het einde. Voor alle nonverbale mopperaars en alle kerken waarin de liturgische discussie piept en kraakt, heb ik een tip. Om u gerust te stellen, dit wordt niet zo’n buitenlandse bijdrage waarin u weer links en rechts om de oren krijgt. U heeft al te vaak van (ex)zendelingen moeten horen dat, vergeleken met christenen elders in de wereld, Nederlandse christenen een stelletje luie, materialistische, gebedsloze lieden zijn. Nee, ik wil u echt helpen met een tip uit de VS, waar wij nu wonen. De kerk waar we naar toe gaan, heeft – net als veel andere gemeenten hier – een mooie keuze gemaakt wat liturgie betreft. De kerk komt namelijk tege-

Transmissie VOORJAAR 2008

moet aan de liturgische verscheidenheid en heeft meer te bieden voor zoekers die langs willen komen. Op zatermiddag is er een dienst voor gezinnen, waarbij niet op of om wordt gekeken wanneer een kind draait en een baby kraait. Zondagmorgen om 9.00 uur is er een ingetogen dienst, met een orgel, een uitgeschreven liturgie, soms een koor. Om 11.00 uur is er een dienst met iets meer decibellen en iets meer mensen die al zingend hun handen ten hemel heffen. ’s Middags is er eerst een dienst voor Spaanstaligen en daarna een dienst voor jong volwassenen, waar ik als oudere jongere nooit ben geweest maar me wel een voorstelling van kan maken. Het aardige is dat alle voorgangers in alle soorten diensten voorgaan (met de dienst voor Latino’s als uitzondering). Hoor ik daar Nederlandse bedenkingen over Amerikaanse toestanden? Jazeker, ik hoor ze luid en duidelijk. In mijn eigen hoofd. Maar zo wordt de eenheid van de gemeente aangetast. Augustinus zei ooit dat er in de kerk eenheid behoort te zijn op hoofdzaken en verscheidenheid in bijzaken. Daar houdt onze kerk zich aan. Als het gaat om het hart van het evangelie, het kruis, zonde en genade, de betrouwbaarheid van de Bijbel, is er volstrekte eenheid. Als het gaat om liedkeuze, muziekbegeleiding, volume en lichaamshouding is er verscheidenheid. En als er niet langer gekibbeld wordt over bijzaken, kan een kerk juist beter onderscheiden waar het in de kern op aankomt. Maar zo versnippert de gemeente in subgroepjes. Het is maar hoe je het bekijkt. Met verschillende diensten bereikt onze gemeen-

te meer verschillende soorten (be)zoekers, houdt ze beter verschillende soorten gemeenteleden vast en voorkomt ze heilloze discussies waar niemand wijzer van wordt. Per saldo is het aantal kerkgangers in de laatste 20 jaar verviervoudigd. Je ziet ook dat mensen – zoals wijzelf – op verschillende momenten verschillende diensten bezoeken. Er zijn momenten waarop de stilte een lofzang voor God is, maar ook momenten waarop de praiseband helpt om het hart tot God te heffen. Er zijn fases in het leven waarop een draaiend kind, een opgeheven hand, een electrische gitaar een verademing is, maar ook momenten waarop het irriteert. Ik vind het bijzonder dat een kerk daar ontspannen mee omgaat en zoveel mogelijk onnodige hindernissen tussen God en de gemeenteleden wil wegnemen. En ik vind het een verademing dat liturgische verschillen een non-issue zijn en mensen zoveel mogelijk in staat worden gesteld om op een authentieke manier God de lof toe te zingen. Eenzelfde keuze kan Nederlandse kerken van onzalige discussies verlossen, kan voorkomen dat gemeenteleden om liturgische bijzaken afhaken en biedt verschillende (be)zoekers verschillende vormen zodat God voor hen allen relevant kan worden. Hoe dan ook, wij gaan iedere week met veel plezier naar de kerk en in de auto zingen wij altijd, naar oud Segersgebruik, psalm 122: ‘Ik ben verblijd wanneer men mij godvruchtig opwekt, zie wij staan gereed om naar Gods huis te gaan. Kom ga met ons en doe als wij.’ DRS. G.J. SEGERS WAS VAN 2000-2007 VOOR DE GZB WERKZAAM IN EGYPTE EN STUDEERT NU IN WASHINGTON DC.

11


EVANGELISATIE

Contextuele en missionaire De IZB heeft er een nieuwe werktak bij. Een centrum voor contextuele en missionaire verkondiging onder de naam Areopagus. Het centrum is voortgekomen uit het reeds bestaande IZB-cursusaanbod voor predikanten op Hydepark: de cursussen ’Presentatie en communicatie’, ‘Preken dichter bij het leven’ en ‘Een prediking die landt’. Alle informatie over het centrum is te vinden op de website van de IZB: www.areopagusizb.nl. In dit artikel wil ik wat dieper ingaan op de vraag welke hermeneutiek Areopagus hanteert. Dat wil zeggen: welke sleutel hanteren we om de Bijbel te lezen en te verstaan in de missionaire context van vandaag? De vraag naar de sleutel Er zijn gemeenteleden en predikanten, die de vraag naar de sleutel voor het verstaan al een beetje riskant vinden. Ze menen dat je de Bijbel gewoon moet lezen zoals die er ligt. Elke sleutel die wij hanteren om te verstaan, kan leiden tot een selectie, die te maken heeft met eigen voorkeuren. Bij even dieper nadenken, blijkt deze argwaan geen stand te kunnen houden. Altijd is de Bijbel op een bepaalde manier gelezen. Dat geldt van de oudste joodse uitleggers, van wie het werk in de Talmud is terecht gekomen. Sinds de komst van Christus ontstond er een beslissend ver-

schil tussen de interpretatie van het Eerste Testament door hen, die in Jezus de Messias zagen en de andere joden. De kerkvaders interpreteerden het Oude Testament allegorisch en zagen de kerk als de vervanging van het joodse volk. Luther las de Bijbel als getuigenis van Christus en de rechtvaardiging van de goddeloze. Waar hij dat niet tegenkwam, haakte hij af. Zo kende hij bij voorbeeld geen enkel gezag toe aan de brief van Jacobus. Calvijn keerde terug naar de letterlijke historische betekenis van de teksten, maar bleef daar niet in steken. Ook voor hem was heel de Bijbel vervuld van het in Christus geopenbaarde heil. Bij zijn preken uit het Oude Testament heeft hij oog voor het concrete historische van de gebeurtenissen. Vaak verbindt hij daar praktische toepassingen aan voor zijn eigen tijd en hoorders volgens de methode van de analogie. Maar telkens veronderstelt hij ook reeds in het Oude Testament het heil van het Nieuwe onder de schaduwen aanwezig. In de negentiende eeuw kwam het (heils)historische denken op, dat ook op de gereformeerde theologie en prediking grote invloed gehad heeft. Veel preken kregen een heilshistorische inslag volgens het schema belofte - vervulling. Bang voor subjectivisme In de discussie over de hermeneutiek speelt altijd de angst voor subjectivisme een rol. Veel predikanten omzeilen de vragen van de hermeneutiek, weigeren te kiezen voor een bepaalde manier van bijbel lezen. Zij zeggen: de Schrift moet zelf aan het woord komen, ik mag daar met mijn subjectieve voorkeur niet over gaan heersen. Maar wie zegt geen speciale sleutel te hanteren, bedriegt zichzelf. Elke preekanalyse brengt aan het licht welke sleutel

12

is gehanteerd. En als die absoluut niet te ontdekken valt, heeft de preek ook geen boodschap, maar is slechts een aaneenrijging van teksten of algemene uitspraken. Belangrijk is dus dat we ons bewust zijn welke sleutel(s) we hanteren en waarom. Bij de waarom vraag spelen voor mij twee dingen een rol. 1. Gaat op deze manier de Bijbel open voor de mensen van nu? Wij belijden immers dat de Bijbel het woord van de levende God is, die ook nu door deze woorden tot mensen spreekt. Dit laatste kan echter niet alleen maar een theologische waarheid zijn. Daar moet de ervaring van mensen aan beantwoorden, dat ze in de Schrift de stem van de levende God zelf horen. 2. In de tweede plaats gaat het erom, dat met deze hermeneutische sleutel op een aantoonbare manier recht gedaan kan worden aan zeer grote delen van de Schrift. Het gaat er nooit om of wij nu de enige echte manier van bijbeluitleg gevonden hebben. Dat is te tijdloos gedacht. De kracht van de Bijbel ligt in het kunnen spreken in elke tijd en cultuur, de contextualiteit. Het gaat er wel om dat de context niet gaat heersen over de Schrift en de Bijbel niet gaat buikspreken. Een hermeneutische sleutel waardoor grote delen van de Bijbel buiten spel zouden komen te staan, bij voorbeeld het Oude Testament of de brieven van Paulus of de Apocalyptiek, is niet goed. Relationele hermeneutiek Dit alles overdacht zijnde, spreekt Areopagus zijn voorkeur uit voor een relationele hermeneutiek. Wat wordt daarmee bedoeld? Er wordt niet mee bedoeld, dat we heel de Bijbel uit zouden moeten leggen vanuit de invalshoek van de persoonlijke relatie tot God of tot Jezus. Dat zou wel eigentijds zijn, omdat individuele spiritualiteit eigen is aan onze cultuur. Maar de Bijbel zelf verzet zich tegen een dergelijke relationele hermeneutiek. In de Bijbel gaat het over de wereld, de schepping, de volkeren en bepaald niet alleen om de persoonlijke

Transmissie VOORJAAR 2008


verkondiging

Medewerkers Areopagus: dr. Paul Visser, mevr. Astrid Slob en ds. Wim Dekker

relatie van de mens met God. In de Bijbel gaat het echter wel om relaties. Dat heeft iedereen er altijd al in kunnen lezen. Alleen opent het relationele denken van onze tijd er ons wel extra de ogen voor. In de gereformeerde theologie is het relationele niet zodanig benoemd, maar aangeduid met de term ’verbond’. Dat de mens geschapen is in de relatie drukte de gereformeerde theologie bij voorbeeld uit in de gedachte van het werkverbond in het paradijs. Na de zondeval kwam het genadeverbond. Altijd ging het God om een relatie tussen Hem en Zijn mensen. Evenzeer gaat het om de relatie van de mens tot de wereld en tot zijn medemens. Adam geeft de dieren namen (een relationele handeling bij uitstek, omdat de naam het wezen weergeeft) en tot Kaïn klinkt de vraag: Waar is je broeder? Dit alles vinden we op de eerste bladzijden van de Bijbel. In dit preludium wordt het grondstramien ten gehore gebracht met behulp waarvan we de hele compositie van de Bijbel kunnen verstaan. De relationele hermeneutiek in de drievoudige zin (God - mens, mens - wereld en mens – medemens) vinden we dus in de opening van de Schrift zelf. Tegelijk

Transmissie VOORJAAR 2008

kunnen we met deze sleutel in handen heel eigentijds preken. Vandaag immers ervaart de mens zich sterk als een relationeel wezen in verantwoordelijkheid voor de wereld. Evenzeer als een relationeel wezen in de gesegmenteerde samenleving, waarin het collectief zeer weinig bescherming meer biedt aan persoonlijke relaties. Relaties blijken deze nieuwe situatie nauwelijks aan te kunnen. Het meeste leed vandaag is dan ook relationeel leed. En de relatie tot God? Hoe zit het daarmee? Voor de meesten is Hij de onbekende X geworden, hetgeen niet betekent dat ze helemaal opgehouden zouden zijn met zoeken. Maar een persoonlijk God? Is dat niet achterhaald? Wat bedoelt de Bijbel met een persoonlijk God? Een relationele hermeneutiek geeft alle gelegenheid hier diep op in te gaan. Bijbels, eigentijds, bevindelijk De relationele hermeneutiek geeft de mogelijkheid de Bijbel heel letterlijk te nemen in het concrete verhaal van God met de mensen. Bij de exegese vragen we ons niet alleen af hoe en waar het gebeurde, maar we letten vooral op de dynamiek in de relaties tussen mensen en de relatie tussen mens en God. Wat gebeurt daar,

WIM DEKKER ook in psychologische zin, zodat we woorden vinden om het in taal van vandaag over te zetten. Want daar zit natuurlijk wel een punt. Wij zijn geen schaapherders zoals Abraham en Lot. Maar zitten wij psychologisch anders in elkaar of kunnen we ook zonder veel moeite in de verhalen van deze herders de angsten en verlangens, begeerten en teleurstellingen van mensen van alle tijden tegenkomen? Wanneer ‘bijbels’ betekent dat het altijd gaat over de relaties, die alles bepalend zijn voor het menszijn, dat kan er nooit een grote kloof zijn tussen ‘bijbels’ en ‘eigentijds’. Dan is het alleen een kwestie van hedendaagse verwoordingen te vinden voor altijd aanwezige menselijke patronen. ‘Bevindelijk’ zijn preken die gebaseerd zijn op een relationele hermeneutiek ook. Relaties impliceren dat er heel veel beleefd wordt. In het dagelijkse leven met God, de medemens en de wereld. Bevinding gaat niet over een apart geestelijk leven. Daar zijn nauwelijks bijbelse papieren voor. Bevinding is beleving van het verrukkelijke en verschrikkelijke leven hier en nu, maar dan voor het aangezicht van God in verantwoordelijkheid voor de wereld en in ontmoeting met de naaste. In een relationele hermeneutiek verdwijnt het verschil tussen voorwerpelijk en onderwerpelijk, heilshistorisch en heilsordelijk, uitleg en toepassing. Het gaat toen en nu om de ontmoeting met de levende God in het leven van elke dag. Met alle vreugde en gevecht, schuld en schaamte, genade en verwachting, daarmee gegeven. Toekomst In dit artikel konden slechts enkele aspecten worden aangeduid. Elke predikant, die er meer van wil weten en vooral ook: die erin wil oefenen, is van harte welkom op de cursussen. Verder gaat Areopagus ook een publicatiereeks starten, waarin al deze zaken uitvoerig aan de orde komen. DS. W. DEKKER IS STUDIESECRETARIS VAN DE IZB EN COÖRDINATOR VAN AREOPAGUS. E-MAIL: WDEKKERIZB@HOTMAIL.COM

13


EVANGELISATIE

SCOPUS – bijbelverhalen Scopus is een nieuwe missionaire cursus in het palet van mogelijkheden om zoekers kennis te laten maken met de Bijbel. Door de bijbelverhalen heen ontdekken de cursusdeelnemers wie God is en wat Hij met ons dagelijkse leven te maken heeft. Vanuit deze nieuwe invalshoek is er ook voor christenen heel wat aan Scopus te beleven. We introduceren dit jaar de Scopuscursusmodule (vijf bijeenkomsten) ‘Een plek onder de zon’. Er zijn perioden in ons leven dat de zon schijnt, maar ook tijden waarin het - meer of minder donker is. Soms gaan wij in het licht staan, waardoor we anderen in de schaduw zetten. Maar het komt ook voor dat iemand anders in de zon gaat staan en wij in de schaduw terecht komen. In deze Scopus-cursus willen we de zonnige plaatsen in ons leven zoeken, die misschien al lange tijd schaduwplekken geworden zijn. Aan de hand van verhalen uit het Nieuwe Testament beleven we mee hoe door Jezus de zon doorbreekt in het leven van mensen en zij nieuwe levensruimte krijgen.

Tineke Zeefat en Coby van der Zee

Ontstaan van de cursus Scopus is de naam die de IZB heeft gekozen voor de van oorsprong in Duitsland ontwikkelde cursus Stufen des Lebens. Al 25 jaar wordt er met deze cursus gewerkt, waarvan er nu zo’n 20 thema’s beschikbaar zijn. De IZB is een samenwerkingsrelatie aangegaan met de Duitse Stiftung Pflanzschule. Concreet betekent dit dat voor elke nieuwe module IZB-medewerkers in Duitsland na een training gecertificeerd worden. Vervolgens mogen zij in Nederland voor deze module kringleiders trainen. De deelnemers aan deze training ontvangen van de IZB een certificaat om deze cursus (dit onderdeel van Scopus dus) in hun eigen gemeente te mogen verzorgen. Het is niet mogelijk om het materiaal bij de IZB te bestellen en er dan mee aan de slag te gaan. Uw gemeente kan pas met Scopus gaan werken nadat één of meer gemeenteleden door de IZB getraind zijn als cursusleider. Ervaringen De afgelopen twee jaar hebben we voorbereidingen getroffen. IZB-medewerkers zijn gecertificeerd, het materiaal is vertaald, de bodembeelden en figuren zijn gemaakt én er is in een zevental gemeenten ervaring opgedaan met Scopus. De mensen die hieraan meegedaan hebben, zijn unaniem in hun aanbeveling om Scopus een plaats te geven binnen onze gemeenten. Opmerkelijk is dat allerlei verschillen tijdens de Scopus-bijeenkomsten wegvallen. Zowel christenen die met het geloof opgegroeid zijn als zoekers en mensen die kort geleden tot geloof gekomen zijn, zijn enthousiast omdat het bijbelverhaal voor hen echt tot leven komt. Ook niveauverschillen

14

Transmissie VOORJAAR 2008


beleven

COBY VAN DER ZEE ‘Een plek onder de zon’

dekkend. De opzet van de cursus is ook zeer geschikt om de integratie tussen nieuwkomers en gemeenteleden te stimuleren. Door de korte duur van een cursusmodule – vijf bijeenkomsten – is deze flexibel in te passen in het jaarprogramma. In de ene gemeente stopt na Pasen het kringwerk en is er ruimte voor gemeentebrede toerusting, in de andere gemeente zoekt men naar mogelijkheden voor na de Alpha-cursus of juist naar een methode die de integratie tussen zoekers en gemeenteleden bevordert. In al deze situaties is Scopus goed in te zetten.

vallen weg. De bijeenkomsten zijn, en dat is anders dan bij andere missionaire cursussen, meer op de eigen reflectie en beleving gericht dan op het verbaal verwoorden. Mensen met jarenlange kringervaring stonden ervan versteld dat er in korte tijd – vaak al in de eerste bijeenkomst – zo’n enorme diepgang bereikt wordt. Het is mooi te ervaren dat de Bijbel zo van-zelf-sprekend is. De rol van de cursusleider is van groot belang. Ervaring met groepen en enige levenservaring zijn vereist om een Scopus-groep te kunnen leiden. Plaats in het gemeenteaanbod Scopus is geschikt voor zoekers en toetreders en kan heel goed vóór of ná een andere missionaire cursus gebruikt worden. De cursus is namelijk bedoeld voor mensen die zoeken naar wat van belang is in hun leven en in die zoektocht de Bijbel willen verkennen. De thema’s zijn herkenbaar en van belang voor iedereen. De manier van bespreken is enorm ont-

Transmissie VOORJAAR 2008

Starten in uw gemeente? Het begint dus met het volgen van de training voor kringleiders. In de training volgt u als deelnemer het cursusprogramma, zodat u zelf ervaart wat dit met mensen doet. Daarnaast wordt u geïnformeerd over hoe u in uw gemeente de cursus kunt organiseren. Ook is er aandacht voor hoe u leiding kunt geven aan een kring. Welkom bij deze kringleiderstraining zijn: - kringleiders die de cursus in hun gemeente willen gaan geven - evangelisten / missionair werkers - predikanten Regio Huizen: 15, 22, 29 mei en 5 en 12 juni 2008 Regio Nieuwerkerk a/d IJssel: 19 mei, 2, 16, 23 en 30 juni 2008 Voor de kringleiderstraining kunt u zich opgeven via secretariaat@izb.nl. Verder zijn er folders beschikbaar om mensen binnen uw gemeente te attenderen op de training. Deze kunt u telefonisch of per e-mail bestellen. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met Tineke Zeefat of Coby van der Zee. MEVR. J.D. VAN DER ZEE-VAN DER PLOEG IS MISSIONAIR TOERUSTER BIJ DE IZB.

E-MAIL: C.VANDERZEE@IZB.NL

SCOPUS ... is een missionaire methode, die bijbels en pastoraal opgebouwd is vanuit algemeen herkenbare levensthema’s. ... richt zich op die mensen voor wie de drempel voor het geloof en de gemeente te hoog (geworden) is. Niet kennisoverdracht staat voorop, maar het vers voor vers tot je door laten dringen van het bijbelverhaal. De cursus is ook geschikt voor groepen waaraan mensen deelnemen die nog maar kort geloven of geïnteresseerd zijn en deelnemers die al lange tijd geloven. ... werkt met bodembeelden waarin bijbelse verhalen met behulp van vormen en figuren toegankelijk gemaakt worden. Op deze wijze wordt de aanzet gegeven tot een persoonlijke gedachtewisseling. ... heeft als kenmerken: • directe ontmoeting met de bijbeltekst • bijbelkennis is niet vereist • niet discussie, maar de dialoog staat centraal • deelnemers voelen zich persoonlijk aangesproken • in / door de bijbelverhalen worden diepere lagen aangeboord • door het associatief omgaan met teksten worden bekende verhalen heel concreet … bestaat uit vijf bijeenkomsten per cursusmodule - waarvan de 5e een evaluatief en / of vierend karakter heeft - en zo’n module is een afgerond geheel. Sommige modules behandelen nieuwtestamentische bijbelgedeelten, andere oudtestamentische en sommige beide.

15


MISSIONAIRE AGENDA

‘Nieuwe religiositeit, teken van hoop of verder verval?’ Ds. W. Dekker, studiesecretaris van de IZB, ziet in de oplevende religiositeit vooral nieuw heidendom. Hij sprak daarover op de predikantencontio van de Gereformeerde Bond. Uit reacties blijkt dat hij nog wel iets heeft uit te leggen, want het is toch niet de bedoeling dat we ons afwenden van de cultuur en opsluiten in de veiligheid van de kerk? Een nieuwe lezing dus (de vorige is te vinden op: www.izb.nl) op een bezinningsavond in De Schakel te Nijkerk. Een eerste reactie geeft dr. Arjan Markus, missionair predikant in Utrecht. Datum: 28 mei 2008, 19.45-22.00 uur. Aanmelding niet nodig. dr. Arjan Markuc

‘Samen leren’ – symposium met Stuart Murray Het Dienstencentrum van de PKN heeft samen met onder andere de IZB de Engelse theoloog en missionair denker Stuart Murray uitgenodigd voor een bezinningsdag op 29 mei 2008 in Utrecht. Murray is bekend van zijn analyses van de omslag naar

een post-christendom tijd en zijn pleidooi voor een veel vrijere kerkvorm en voor kerkplanting. Ook is hij de inspirator van een netwerk van missionaire groepen in grote steden (Urban Expression). Hij zal twee lezingen houden: over wat een post-christen-

dom tijd betekent voor de kerk en over de wederzijdse beïnvloeding van oudere en nieuwe kerkvormen. Reacties van Nederlandse theologen en missionaire werkers. Zie voor meer gegevens: www.izb.nl

‘Kennis maken met…’ – informatiedag over missionaire cursussen Oriëntatiecursus christelijk geloof, Alpha-cursus, 7 + 1 Basiscursus Geloven, Emmaüs, Scopus... Er zijn tal van cursussen voor zoekers die meer willen weten over de Bijbel en het christelijk geloof. Maar niet elke cursus is in elke situatie bruikbaar. Voor welke doelgroep is welke cursus geschikt? Welke leiding is nodig? Wat past bij je gemeente? Wat is de beste volgorde voor deze cursussen? Het kiezen van de juiste cursus in een bepaalde situatie is uitermate belangrijk, evenals het nadenken over een vervolg: hoe houd je deelnemers vast? De IZB houdt daarover een landelijke werkdag op zaterdag 7 juni 2008 in Woudenberg. In het ochtendprogramma spreekt ds. René van Loon, die vele jaren geleden de nog altijd actuele Oriëntatiecursus christelijk geloof ontwikkelde. Hij zal ingaan op de mogelijkheden om mensen die meer willen weten over de Bijbel, God en het christelijk geloof met een cursus te bereiken. Daarbij

16 16

put hij uit een grote ervaring. ’s Middags zijn er over elk van de genoemde cursussen workshops, waarvoor al medewerking is toegezegd door ds. René van Loon (OCG), Jan Bakker (Alpha), ds. Peter Hendriks (7 + 1). IZB-medewerkers verzorgen de programma’s over Emmaüs en Scopus.

We verwachten dat het een inspirerende dag wordt die het evangelisatiewerk in uw gemeente een nieuwe stimulans kan geven. Toegang: ca. € 17,50 (incl. lunch). Aanmelding voor deze dag is noodzakelijk: tel. 033-4611949 of e-mail: secretariaat@izb.nl Meer informatie op: www.izb.nl

Transmissie VOORJAAR 2008


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.