Echo juli 2013

Page 1

Echo

Stilte vinden

9

| ‘Zonder Pasen zou ik dit werk niet volhouden’

12 14

| Geluksmoment

| Verlangen naar een herstart


Het begon met verkering

2

Stilte vinden NRC Handelsblad heeft onlangs de favoriete stilte­plekken van lezers geïnventariseerd. Iedereen kon een plek noemen – mits openbaar, goed toegankelijk – waar je tot rust kunt komen. Natuurlijk waren er ook lezers die reageerden met ‘ik-ken-wel-zo’n-plek, maar-ik-zeg-hetlekker-niet’, te bang dat het anders voorgoed gedaan zou zijn met de rust. Met de berg tips kon zo een ‘stiltekaart’ van Nederland worden samengesteld. Het resultaat was om meer dan één reden verbazingwekkend. De meest genoemde stille plek was de Oude Kerk, midden in de drukte van de Amsterdamse Wallen. Je kunt er natuurlijk over twisten of er geen stillere locaties in ons land te vinden zijn. Oók opvallend: de landkaart toont een concentratie van stilteplekken in/rond Amsterdam en Utrecht. Het zou zomaar kunnen zijn dat de lezers in die grotestadsgebieden zo hartstochtelijk verlangen naar rust en stilte, dat ze daarom veel locaties instuurden. Degenen die Randstad en rust nooit in één adem zouden noemen, kunnen we geruststellen: ook de mergelgroeve van de St. Pietersberg staat op de stiltekaart, alsook De Balg, op Schiermonnikoog.

Kerk Als je deze zomer de stilte zoekt, stap dan eens een kerk binnen. Zo’n ruimte helpt je om even tot rust en tot jezelf kunt komen. En tot God. Niet voor niets spreken we van een Godshuis… Op de volgende sites vind je vast iets in jouw omgeving van je gading: www.reliwiki.nl/index.php?title=Open_kerken www.tsjerkepaad.nl/CMSH4D/index.php www.rondjeopenkerk.nl www.kerkenkijken.nl www.dagjeweg.nl/kerken

www.reliwiki.nl/ index.php?title= Open_kerken

www.tsjerkepaad.nl/ CMSH4D/index.php

www.rondjeopenkerk.nl

www.kerkenkijken.nl

Begraafplaats Het klinkt misschien wat luguber, maar wie de stilte zoekt, kan ook een begraafplaats bezoeken. Het kan geen kwaad zo nu en dan eens stil te staan bij de eindigheid van het leven. Soms is getracht de dood mooi aan te kleden met stijlvolle grafmonumenten, met passende teksten op de zerken. In de rust van een begraafplaats vinden veel vogels en kleine wilde dieren een veilig thuis. Nederland kent tal van parkachtige begraafplaatsen, schitterend aangelegd en onderhouden, met bijzondere planten en monumentale bomen. www.dodenakkers.nl www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/ detail/891487/2008/03/08/Poetische-dodenakkers. dhtml (ook: http://tinyurl.com/lwca63c)

Hofjes Het Begijnhof in Amsterdam is misschien wel het bekendste hofje in Nederland, maar lang niet het enige. Hofjes zijn stilteplekken. Meestal mag u er als bezoeker wel komen, zoals het Bruntenhof in Utrecht. Ga eens op zoek naar deze stilteplekken in de steden, leer hun geschiedenis kennen en geniet. Waar? Om er maar een paar te noemen: Haarlem: Brouwershofje, Hofje van Loo, Frans Loenenhofje, Hofje Codde en Van Beresteijn, Luthers Hofje, Hofje In den Groenen Tuin. Amsterdam: Jeruzalemhof, Groot Sionshof, Sint Stevens­hof, Sint Anna Aalmoeshuis, Sint Annahof of Joostenpoort, Sint Janshof, Bethaniënhof, Cathrijn Jacobsdochterhof. Een overzicht: www.amsterdamsehofjes.nl Zoekt u een hofje in de buurt? http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_hofjes_in_ Nederland (ook: http://tinyurl.com/cv5aufo)

www.dagjeweg.nl/ kerken

www.dodenakkers.nl

http://tinyurl.com/ lwca63c

www. amsterdamsehofjes.nl

http://tinyurl.com/ cv5aufo

Hoe komen mensen vandaag tot geloof? Langs allerlei wegen - iedere gelovige heeft een eigen route. Lees het verhaal van Ingrid.

‘Ik kreeg verkering met een jongen die iedere zondag naar de kerk ging. Ik wist dat niet direct, maar toen ik bij hem thuis kwam, merkte ik hoeveel ruimte en aandacht er was voor de kerk en voor geloof. Ze lazen aan tafel uit de Bijbel, ze baden voor en na het eten en op zondag mochten we niet zo heel veel. Behalve naar de kerk. Dat was ontzettend wennen. Maar ik was gek op hem en hij op mij en ik maakte er geen punt van. Ik merkte aan hem niet zo veel. Hij deed het omdat, nou ja, omdat het er bij hoorde. Er werd niet zoveel over gepraat. Ik merkte wel dat het moeilijk lag dat

ik niet christelijk was. Ze vielen me niet af, maar ik had het gevoel niet helemaal compleet te zijn. Mijn schoonmoeder vond me aardig, dat merkte ik wel, maar ze zou toch liever gehad hebben dat ik ook uit een christelijk gezin kwam. Mijn vriend zat een beetje tussen twee vuren. Ik denk dat hij er daarom liever niet over praatte. Maar ik werd toch wel nieuwsgierig. Ik stelde soms voorzichtig een vraag. Dan leek het wel of ze schrokken. Ik herinner me nog dat ik vroeg: ‘Maar heeft God dan geen vader of moeder?’

3


4

5 Daar wisten ze geen raad mee. Ik ben toen maar gestopt met vragen stellen. Er was in het gezin en in de kerk geen ruimte voor. Doe nou maar gewoon mee, dan is het goed. Ik vond dat toch vreemd, merkte ik. Het is zelfs een poosje uit geweest. We vonden toch dat we niet bij elkaar pasten, door dat geloof. Maar het raakte weer aan. We hielden echt van elkaar. We hebben toen gezegd: Hier komen we uit, hoe dan ook. Ik had een vriendin waarvan ik wist dat ze ook naar de kerk ging. We hadden het er wel eens over, maar meer terloops. Ik heb haar toen opgebeld en gevraagd of ze mij antwoorden wilde geven op mijn vragen over geloof en kerk. Ze was verrast en stemde onmiddellijk toe. Dat vond ik heel leuk van haar. Ik was erg blij om iemand gevonden te hebben die geen echt ‘belang’ had. Ze was natuurlijk wel mijn vriendin, maar er hing toch minder vanaf dan bij mijn vriend. Ik kon echt elke vraag stellen, ze vond niks gek! Ze wist natuurlijk niet overal een antwoord op, maar dat verwachtte ik ook niet. Ik merkte dat je ook op een andere manier kunt geloven. Ik kon echt merken dat mijn vriendin Jezus kende. Alsof Hij bijna elke dag met haar belde, of zo. In het begin vond ik het een beetje griezelig. Ik dacht toch, stel dat het verzonnen is, dan beeldt mijn vriendin zich van alles in... Het is een gezonde nuchtere meid, dus het kon eigenlijk niet, maar toch. Na een poosje merkte ik dat ik dat ook wel wilde, een soort van praten met God, die ver weg is, maar je toch hoort, en begrijpt.

Op de camping In Renesse, Stavenisse, Aalst, Schoorl en Katwijk kan het zomaar zijn dat u een Dabarteam aantreft op uw camping of in het dorp. Maar ook in Den Haag, in Moerwijk. Op de Veluwe, in Zuid-Holland en Overijssel, op zo’n 20 plekken zijn deze zomer dabarteams actief. Wilt u weten waar allemaal: www.dabarwerk.nl

Voor mij is het geloof echt begonnen toen mijn vriendin en ik samen zijn gaan bidden. Ik vond het reuze spannend om zomaar in een kamer, wij tweetjes, mijn mond open te doen en iets te zeggen tegen God. Ik had kippenvel. Maar we hebben het vaker gewoon gedaan en ik merkte dat ik het fijn vond. Als ik naar haar toe ging had ik er gewoon zin in, om aan het eind tegen God te zeggen wat me bezig hield. Ik gebruik mijn eigen woorden, ik ga niet praten zoals dominees vaak doen, met allerlei deftigheid, kom op zeg. Ik denk dat God al weet wat ik ga zeggen voor ik mijn mond opendoe, dus doe ik heel gewoon. Ik ben mezelf. Eerst vond ik dat moeilijk, ik was nooit goed genoeg, dacht ik. Maar ik kwam er achter dat ik dat zelf vond, God niet. Hij vindt me goed genoeg. Ik bedoel, mijn man - jawel, we zijn getrouwd - is een lieverd, maar hij is niet perfect. Maar ik hou van hem, en dat maakt het anders. Ik kan van hem alles, nou, bijna alles hebben. En God kan alles van mij hebben. Dat doet me zo goed. Mijn schoonfamilie kijkt nog wel eens gek op als ik iets zeg. Ik kies blijkbaar net niet de goede woorden. Ik herinner me nog dat ik zei dat ik iets nooit zou doen omdat ik dat zielig zou vinden voor Jezus. Toen moest mijn schoonzusje lachen! ‘Je hebt helemaal gelijk!’ zei ze: ‘En je zegt het zo raak.’ Dat kan je wel aan me overlaten, ik ben recht voor z’n raap. Ik denk dat geloven nooit meer weggaat. Het is net als trouwen, je bent van plan om altijd bij elkaar te blijven.

Wie zijn ze en wat doen ze? Het zijn jongeren die een of twee weken van hun zomervakantie besteden aan het opzetten van activiteiten voor kinderen en jongeren tijdens hun verblijf op de camping. Het gaat daarbij om gezelligheid, een goed gesprek, aandacht, interesse, plezier en geloof. Ook volwassenen zijn welkom. Het is geen werk en het wordt niet betaald. Waarom doen jongeren dat? Om twee redenen: ze hebben zelf ervaren dat God er is en er toe doet. Die positieve ervaring stimuleert

hen om aandacht te hebben voor mensen om hen heen. Dabar geeft daar een vorm aan: zorg dat kinderen en jongeren het extra naar hun zin hebben tijdens hun vakantie en heb aandacht en een luisterend oor voor ze als dat nodig is. Daarnaast vinden de jongeren het gezellig en gaaf om een paar weken met elkaar op te trekken. Komt u ze tegen of ziet u ze aan het werk? Val gerust even binnen voor een kop koffie, een glaasje fris en een praatje! Van harte uitgenodigd!

Diep onder water staat dit beeld, bij de kust van het Italiaanse dorpje San Fruttuoso. Christus heft zijn armen op, Hij bidt wanhopig. Al lang, erg lang, wacht Hij op het licht boven hem. Hij roest. Hij is beschadigd door een anker. Begroeid met zeewier en schelpen. Lees verder


6

7

‘Ik heb weer iemand’ Hij krijgt niet veel bezoek. Toeristen met zuurstof­ flessen maken soms een kiekje van zijn radeloosheid. Om thuis te laten zien. Kijk, gek hè. Zomaar een Christus onder water. Alleen niet zo goed onderhouden. Net als die Christussen in de steden, bekleed met duivenstront. ‘Il Cristo degli Abissi’ heet hij, de Christus van de afgrond. We zetten Christus vaker bovenop een kerk. Iedereen kan hem zien. We zetten hem op de hoogste bergen. In de eeuwige sneeuw kijkt Hij uit over de wereld. Trots, het is zijn wereld. Hij heeft het overzicht. Iedereen kent ook wel het beeld in Rio de Janeiro. ‘Cristo Redentor’, Christus de bevrijder. Je ziet de littekens nog in zijn handen, maar Hij is opgestaan. Uit elke steeg in de krottenwijken kun je hem zien. Hij kan elke steeg in elke krottenwijk zien. Maar Christus is ook diep gezonken, letterlijk. Bij elke schipbreuk zakten crucifixen naar omlaag. En Christus zakte mee, verdronk mee met zijn arme broers en zussen, en daar op de bodem legde Hij zich met hen te rusten. In de diepste zeeën is Jezus.

‘Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan,’ zegt de psalm. ‘Lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar.’ Christus maakt een gebaar van wanhoop. Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten?! Hij drong door tot de diepste nacht. De plek waar zelfs God niet is, zocht Hij op. In de onderwereld, zo zegt de Bijbel, de hel, daar was Hij. Sindsdien is geen plek meer vogelvrij. Nergens kan het kwaad nog een monopolie claimen. Christus is er altijd bij. Als Christus niet zo diep was gezonken, konden wij dieper zinken dan hij. Maar nu wacht hij op ons, in de afgrond. Hij is al op de bodem. Lager dan hij kun je niet zinken. Zijn gebaar van wanhoop is ook een gebaar van vangen. Alsof er iets van boven nadert en hij wacht. Er zullen dagen komen dat je steeds dieper wegzakt en denkt dat er geen einde is. Maar Christus is altijd onder je. Hij wacht. Hij vangt je op.

H

et was even zoeken. Havenstraat 6 in Woerden is zo gevonden, maar omdat de deur dicht is, moet ik omlopen naar de achterkant. Daar zitten mensen in het zonnetje op het terras. Niemand weet hier wie ik ben. Toch heten ze me hartelijk welkom. ‘Koffie? Cappuccino? De eerste twee koppen zijn gratis, of je nu koningin of zwerver bent.’ Het is een historisch pand, het Weeshuis Woerden. Een inloophuis. Je kunt er koffie drinken, lunchen, dineren (varkensrolletjes gevuld met courgette en kaaschampignon roomsaus, gebakken aardappeltjes, velderwten, rabarberaardbeimoes, dat is het deze week), een winkel met tweedehands kinderkleding (KIDB) en de Gebedswinkel. Pardon?? Kun je daar dan gebeden kopen? Nee. Je kunt er wel bidden en voor je laten bidden. Of gewoon stil zijn. Of een praatje maken, of je hart uitstorten. Vandaag hebben Nellie en Rafaël ‘dienst’. Gewone mensen. Rafaël is duidelijk te horen niet van hier. Komt hij uit Armenië? Hij kent zo te zien de sportschool niet alleen van buiten. Zijn T-shirt zit gespannen om een gespierde torso. Zijn gezicht is een en al vriendelijkheid. Je kunt beter met hem bidden dan vechten.

Wie komen hier zoal? ‘Mensen die nieuwsgierig zijn. En gratis internet en gratis koffie trekt altijd volk. Marokkanen, Polen, mensen op zoek naar werk, eenzame mensen, noem maar op. Ze vangen en passant flarden van de gesprekken op, van de medewerkers, van andere gasten, en horen dat het hier ook over andere dingen gaat dan in een gemiddeld café. Er komen vragen aan de orde die ze zelf ook hebben.


8

9

‘Zonder Pasen zou ik dit werk niet volhouden’

Laatst kwam er een vrouw binnen met en taart. ‘Ik ben jarig, maar ik krijg geen bezoek. Ik wil het graag met jullie vieren.’ Ze komt vaker, om een praatje, maar ook om te bidden en om gebed te vragen. Daarvoor is een speciale kamer ingericht. Rustig, stil, mooi..’ ‘Er komen ook mensen, vaak ouderen, die door de kerk beschadigd zijn, maar niet zijn gestopt met geloven. Hier is een luisterend oor, hier is gebed. Ze krijgen een woord mee uit de Bijbel, zonder verder enige verplichting. En dat willen ze wel!’ ‘Nog niet zo lang geleden kwam hier een jonge vent. Net uit de gevangenis, van plan om van zijn verslaving af te komen. Via een van onze vrijwilligers kon hij terecht in een afkickcentrum. Nu is hij schoon, heeft een vriendin, heeft zijn leven weer op de rails. Hij is ook tot geloof

gekomen. Als je dit een poos doet, krijg je steeds meer bekendheid, en leer je zelf steeds meer mensen kennen. Maatschappelijk werk stuurt mensen door: daar willen ze naar je luisteren, daar willen ze met je bidden. Onlangs stond er iemand op de deur te bonken. Ze ging niet eerder weg dan nadat er met haar gebeden was.’ Of bidden helpt? In de kamer hangt een bord met briefjes. Er boven hangt een briefje met de tekst ‘Verhoorde gebeden’. ‘Alleen al het feit dat we er zijn, dat we luisteren, dat we meeleven, alleen dat is voor veel mensen een soort gebedsverhoring. ‘Ik heb weer iemand.’ Ik kan nu door de voordeur naar buiten. Het winkeltje is open gegaan en het bord wordt buiten gezet. Je kunt hier terecht, met je hele hebben en houwen.

Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had, tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren. En in die stilte hoorde ik de stem van God.
Søren Kierkegaard

‘In de afgelopen vier weken ben ik hier zeker acht keer met een rouwende familie geweest’, zegt Kees Hoogendoorn. We lopen over de begraafplaats. Hij is gekleed in stemmig zwart, want even tevoren heeft hij nog een begrafenis geleid. Dat doet hij regelmatig, soms zelfs een paar keer per week. In heel veel gevallen voor families die geen enkele band met de kerk (meer) hebben. ‘Zonder het perspectief van Pasen zou ik dit werk niet kunnen volhouden.’


10

‘Zonder Pasen zou ik dit werk niet volhouden.’ ‘In het hospice ontmoette ik een keer een bejaarde bewoner die decennialang geen voet in de kerk had gezet. Vroeger was ze zondagsschooljuf geweest, had ze kinderen Bijbelverhalen verteld, met hen gezongen. Kent u er nog één? Samen hebben we gezongen: ‘Neem Heer mijn beide handen / en leid uw kind. Tot ik aan de eeuwige stranden / de ruste vind.’ Dat kwam na jaren zomaar weer boven.’ ‘Ik was het kwijt. Nu heb ik het weer’, zei ze. Indrukwekkend, vond ik het. Daar zoek ik altijd naar: wat is je enige troost, nu je alles ontvalt?’ Kees, gepensioneerd maatschappelijk werker, is kind aan huis in hospices en verzorgingscentra. Hij begeleidt mensen in de laatste fase van hun leven. ‘Ik vind dit zulk kostbaar werk. Met elkaar in gesprek over het laatste houvast. De man die ik vanmorgen begraven heb ook: ooit deed hij belijdenis. In de decennia daarop raakte hij vervreemd van de kerk. Maar niet van het geloof. Op zondagmorgen keek hij altijd naar de EO, ds. Van der Veer. ‘Veilig in Jezus’ armen’, hebben we gezongen, tijdens de uitvaart. Je zou Kees een Amersfoortse Rent-a-Priest kunnen noemen. ‘Waar ik ook maar gevraagd word, bied ik mijn diensten aan. Uitvaartondernemingen bellen me vaak als ze bij een familie ontdekken dat er niemand is om de plechtigheid te leiden. Soms is er zoveel in het leven gebeurd, dat mensen zeggen: we willen beslist geen dominee of priester. In dat soort situaties komen ze – onder andere – bij mij terecht. Ik ben geen predikant, maar ben een naaste, die een eindje met de nabestaanden oploopt, tijdens een moeilijk stuk van hun leven.’ Bescheiden Over zijn ‘aanpak’ kan hij kort zijn. Hij stelt zich bescheiden op. ‘Ik lever maatwerk. Tijdens de voorbereiding spreken we over de overledene. Wie is hij of zij geweest? Daarbij speur ik in hun verhalen naar het geloof dat er was en dat vergroot ik uit. De familie heeft de regie over de plechtigheid, al is het ook weer niet: ‘u vraagt, wij draaien’. De grens ligt voor mij hier, dat ik naast alles wat er over de overledene wordt gezegd, ook iets vanuit het christelijk geloof mag zeggen. Nooit zal ik tijdens een uitvaart vanuit mezelf bidden; ik vraag altijd: vindt u het goed als ik bid? En als ik dan voorbede doe voor de familie en vrienden, dan vergeet ik natuurlijk niet te danken voor wat God in het leven van de overledene heeft geschonken. Ik herinner me een

familie die beslist niet wilde dat er gebeden werd. Daarin had ik toegestemd. Ik zou een toespraak houden, evenals de zoon van de overledene, een man met een katholieke achtergrond. Nauwelijks was hij uitgesproken of hij zei: ‘Eigenlijk zouden we nu met z’n allen het Onze Vader moeten bidden…’ En zo geschiedde. Alsnog.’ Hemeldoos Hij constateert dat het voor nabestaanden erg belangrijk is als er ‘in de goede dagen’ weleens is gesproken over de wensen ten aanzien van de uitvaart. ‘Ik vraag altijd naar de ‘hemeldoos’. Die term gebruikte een Canadese vrouw een keer in een gesprek met me, toen haar man hier tijdens een vakantie onverwacht was overleden. Diens persoonlijke laatste wensen, met betrekking tot zijn uitvaart had hij thuis bewaard in – wat zij noemde - zijn ‘hemeldoos’. Mijn grootmoeder had iets dergelijks. Onder de pendule op de schoorsteen bewaarde ze een briefje met haar persoonlijke wensen voor de begrafenis. Ik raad iedereen zoiets te maken, want dat is voor de nabestaanden van grote betekenis, als de dag onverhoopt komt…’ Door de vele uitvaarten word je sterk bepaald bij de broosheid van het menselijk leven. ‘De dood waart in dit huis rond’, zegt Hermien, mijn vrouw, weleens. Het maakt natuurlijk veel verschil of je de begrafenis leidt van een 90-plusser, van een klein kind, een doodgeboren kind. Of van iemand van je eigen leeftijd. Altijd ben ik me ervan bewust dat je nabestaanden bijstaat tijdens een dieptepunt van hun leven, een hoogtepunt van het rouwproces. ‘U doet het met uw hart, hè?’, zei de schoonzoon van de man die we vanmorgen begroeven. Ik zou niet weten hoe je het anders moet doen. De rouw van een ander confronteert je ook weer met de rouw van jezelf.

11

‘Je moet v e r t r a g i n g in je leven inbouwen’ Een rood verkeerslicht, een file, een tractor die voor je rijdt: zie je deze dingen als hinder of als zegen? ­Vertraging in je leven inbouwen is niet moeilijk; het leven heeft in zichzelf al genoeg vertraging. De kunst is daar af en toe in mee te gaan en je eigen haast stop te zetten. Heel vaak lost stress niets op. Je kunt beter ­genieten van een oponthoud dan je erdoor van de wijs te laten brengen. Dus: • Stop voor het rode verkeerslicht, ook als voetganger. • Ga wat vaker met de trein. • Calculeer vertraging in bij het maken van je tijdsplanning. • Wandel eens in het tempo van een kind naar de supermarkt (wel de hele middag vrij houden!) • Durf je eigen plannen los te laten en ruimte voor iemand te hebben die verlangt naar een gesprek. • Staar eens uit het raam en kijk naar de drukte buiten zonder er onderdeel van te zijn. Uit: Koester je hart, Mirjam van der Vegt

Wat ik zeggen wil, verpak ik vaak in dichtvorm. Laatst schreef ik een gedicht over de betekenis van het geloof in de opstanding van Jezus Christus: ‘Hij overwint, de nieuwe morgen / is vol van overvloedig licht./ Mijn toekomst is in Hem geborgen.’ Zonder dat perspectief van Pasen, zou je bij een graf met lege handen staan. Als er niets is, na de dood…. Dan kun je mooie muziek draaien en stil zijn, maar veel te zeggen heb je dan niet meer. Maar door de opstanding van Jezus uit de dood is er nooit een doodlopende weg. Dat is een van de kernen van het christelijk geloof. Zonder dat uitzicht, zou ik dit werk niet volhouden. ‘

Benieuwd hoe dit afloopt? Bestel het hele verhaal via Echo@izb.nl


12 Dan worden blinden de ogen geopend, de oren van doven worden ontsloten. Verlamden zullen springen als herten, de mond van stommen zal jubelen: waterstromen zullen de woestijn splijten, beken de dorre vlakte doorsnijden.

Als ik op een zomeravond in mijn tuintje zit, de merel hoor fluiten en in de verte gelach en gepraat, terwijl de zon door het bladerdak het terras beschijnt, denk ik wel eens dat het altijd zo mag blijven. Ik weet natuurlijk beter: die momenten gaan voorbij. Iedereen, jij ook, kent van zulke momenten. Iedereen weet dat ze voorbij gaan.

Het verzengde land wordt een waterplas, dorstige grond wordt waterrijk gebied. Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt. Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest. Er zal alleen maar blijdschap zijn en groot gejuich om wat Ik schep.

Uit de Bijbel, Jesaja, een gedeelte uit hoofdstuk 35.

Een man in Palestina krijgt 800 jaar voor het begin van onze jaartelling ook zo’n geluksmoment. Het gaat alleen niet over zijn tuintje, zijn eigen leven. Want daar gaat het niet zo goed mee. Een heel volk wordt gedeporteerd, het land ligt in puin. Dan moet je wel lef hebben om het over zoiets moois te hebben als Jesaja doet. Wat hij voor zich ziet kan niet! Nee, het kan niet. maar je kan het je wel voorstellen. Dat is wel apart, dat je blijkbaar iets kan denken dat nog nooit vertoond is. Een werkelijkheid zonder een enkele schaduwzijde. Het wordt spannend als het dichtbij komt. Als ik zelf ziek ben kan ik intens verlangen naar gezondheid.

Als ik zelf te lijden heb onder onrecht smacht ik naar recht. Als ik zelf te kort kom verlang ik naar overvloed. Zou het niet geweldig zijn als dit werkelijkheid wordt? Wat wel lastig is: hoe kan zo’n ideale toestand blijven voortbestaan? Een mooie zomer gaat uiteindelijk weer voorbij. Aan alle goeds dat ik bedenk komt een eind. Onvoorstelbaar dat dat niet meer zo zal zijn. Die ideale toestand heeft alles met God te maken. Hij wil het en zorgt dat het gaat gebeuren. ‘Er zal alleen maar blijdschap zijn’. Er kan zelfs niet meer worden gedacht aan het duister van weleer. Ik kan er intens naar verlangen. Soms, in een vluchtig moment van geluk, is het er even. Voor mij voldoende om er in te geloven. Voor u ook?

13


14

Verlangen naar een herstart Reboot Universe. Herstart het heelal. Dit is een gevaarlijke knop. Druk er niet op, het heelal zou wel eens als een computer opnieuw kunnen opstarten. Alles wordt weggevaagd. Alle herinnering weg. Alles begint overnieuw. Of druk er wel op natuurlijk, juist om dat effect! En dan ervaar je dat de knop niet werkt. Het heelal blijft z’n ongenaakbare zelf. Geen knop krijgt die aan het herstarten. Waarom zou je op de knop drukken? Natuurlijk omdat je naar de andere kant van de straat wil. Maar ik denk dat ik er ook op zou drukken als ik er toevallig langs zou lopen. Ik weet dat het heelal niet herstart, en toch is het aanlokkelijk om op die knop te drukken. Is het om die milliseconde twijfel? Stel je voor... Stel nou dat het tóch werkt... Maakt die twijfel het interessant om toch te drukken? Al was het maar om te bewijzen dat ik er heus niet in trap. Even spelen met die nauwelijks bewuste verlokking dat ik de geschiedenis zou kunnen veranderen. Of misschien om een klein statement te maken: kijk, zo verschrikkelijk ongenaakbaar is het heelal. Dat laat de knop je even voelen. Er gebeurt niets. Herstarten kan niet. Ryan Laughlin werkt als designer en studeert aan de universiteit van Yale. Hij was nog maar 18 toen hij in New Haven (een middelgrote stad in de Amerikaanse staat Connecticut) tientallen van dit soort afbeeldingen ophing, allemaal met verschillende teksten. Ze waren geïnspireerd door de bekende ‘Total Crisis Panic Button’ van de kunstenaar Jason Eppink. Dit soort kunst wordt overal gemaakt, maar juist deze

afbeelding van Laughlin werd een hit op internet. Ikzelf kwam hem ergens tegen op een willekeurige blog, zonder enige bronvermelding, gewoon als illustratie. Blijkbaar raakt dit werk iets. Een computer ‘reboot’ je als die vastloopt. Raakt deze afbeelding van Laughlin aan een gevoel dat onze wereld is vastgelopen? Dat er inderdaad zo’n radicale herstart nodig is? Of is het kleiner en raakt zo’n afbeelding aan bijvoorbeeld een ruzie op je werk en dat je gewoon even zou willen dat alles anders was? Als je een fout hebt gemaakt, zou je ook wel de dag willen wegwissen. Vergeving is in die zin een soort ‘reboot’. En Christus is door zijn opstanding een ‘reboot’ van het heelal. De film Groundhog Day is een extreme uitwerking van dit idee. De hoofdpersoon, de chagrijnige weerman Phil Connors, wordt elke ochtend op dezelfde dag wakker. Telkens is het 2 februari en alles is hetzelfde. Net alsof de computer herstart. De programma’s zijn hetzelfde, het enige verschil is wat jij ermee doet. Schrijf je hate mail of een liefdesbrief – om maar een keuze te noemen. Connors in de film leert dat hij inderdaad zich anders kan opstellen en zo tot een zegen kan zijn. Hij wordt een soort opstanding. Het is de vraag of dit werk van Laughlin kunst is. Je kunt het niet kopen, het hangt niet in een museum, het heeft geen titel, er is geen schoonheid. Als het kunst is, dan conceptuele kunst, die ideeën aanreikt en daarover discussieert. Of is het gewoon een grapje van een jonge designer? Ja, ook. Maar wel een geslaagd grapje. Die doet wat veel goede kunst doet: ze opent een mogelijkheid. Even overweeg je of het kan. Of je het wil. En dit werk wijst naar de meest extreme ‘andere mogelijkheid’: een nieuw heelal. Een wereld zonder zondeval. Deze knop voedt, zoals veel goede kunst, het verlangen naar opstanding.

15

De kunst van het ophouden ‘Ik ben nog niet klaar, maar ik houd er wel mee op.’ (Boer Jan) Beginnen aan een taak is voor veel mensen een opgave, maar de kunst van het ophouden is een nog veel groter probleem. Ben je net lekker bezig en dan heeft de tijd je alweer ingehaald! Hoe stop je met je werk terwijl het nog lang niet af is? Je laat het eten toch niet onafgemaakt op het aanrecht staan? En als je midden in een telefoongesprek zit, kun je dat toch niet ineens afkappen? Ophouden is een kunst die je moet leren. Een kunst om te ontdekken hoeveel aandachtig werk er in een uur past. Omdat wij vaak veel tegelijkertijd willen en daar geen realistisch tijdsplan aan koppelen, komt ons werk niet af. Er bestaan geen onmogelijke doelstellingen, wel onmogelijke tijds­ planningen. Uit: Koester je hart, Mirjam van der Vegt

De ware stilte is niet zonder geluiden, maar zonder gedachten.

Niets lijkt zoveel op God als de stilte.

Paul van der Berg

Meester Eckehart


Juli13

1E6 c

ho

Uitgave van IZB – voor zending in Nederland en de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland Redactie en administratie: Joh. v. Oldenbarneveltlaan 10 3818 HB Amersfoort Tel. 033-4611949 E-mail: echo@izb.nl ECHO 04-2013

Deze Echo is u aangeboden door:

Abonnementen: Abonnementsprijs € 10,00 per jaar bij vooruitbetaling. Reacties: Voor reacties op de inhoud kunt u zich wenden tot de bezorger of de redactie.

Redactie: Ds. L.C. Buijs, K. van Noppen, J.J. Timmer (eindredacteur), mw. J. de Waard. Bijdragen van Koos van Noppen (pag. 9,10), Reinier Sonneveld (pag. 5,6, 14,15) Johan Timmer (pag. 3,4,7,8, 12, 13).

ISSN 0012-9119

Vormgeving: Hans van Eck (Impressio Communicatie) Foto’s: Johan Timmer (cover, pag. 2, 16), Sjaak Boot (pag. 7, 8), Wim Nuninga (illustraties pag. 11), www.shutterstock.com, www.vanbeekimages.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.