Tijding, najaar 2011

Page 1

tijding

•• Drempels voor missionair werk ••Lezersdag over ‘Marginaal en missionair’ ••Nieuwe webshop IZB-Arkboekhandel ••Imago van dorpskerken

Ledenblad van de IZB • 73e jaargang, nr. 3 najaar 2011


vooraf Het meerdere Geslachten komen, geslachten gaan. Met enige weemoed schrijf ik die woorden, nadat op 1 augustus jl. dr. Albert Noordegraaf is heengegaan. Hij heeft veel voor de IZB betekend, niet alleen als bestuurslid en voorzitter, maar in al zijn werk. Ik geef hier in dankbare herinnering een citaat uit een radiotoespraak in de rubriek ‘Moment’, uitgesproken op 17 april 1980 ter gelegenheid van de ingebruikneming van de gerestaureerde Nieuwe Kerk in Amsterdam. Het kerkgebouw zal nauwelijks nog een liturgische functie hebben. Daarom spreekt hij zijn zorg erover uit dat de cultuur de plaats van de cultus gaat innemen. De samenleving heeft meer nodig dan cultuur. Hij zegt: ‘Dat meerdere is het Evangelie van Jezus Christus, Redder en Bevrijder van ons totale leven. Dat meerdere is het geloof in Hem. Die boodschap mag de kerk in die ontmoeting (tussen gemeente en wereld, LW) doorgeven. Wellicht in kleine groepen, in een minderheidspositie. Laten we ons niet blindstaren op de grote aantallen, op macht of invloed naar werelds model. De geschiedenis laat zien: als de kerk zich breed kan maken in de samenleving, als ze gaat steunen op de macht van het getal, het geld, de volksinvloed, verliest ze aan zeggingskracht en geloofwaardigheid. De kracht van de kerk is de kracht van het ons toevertrouwde Evangelie. Ik denk aan de kerk in de eerste eeuwen. Ook toen een kleine kerk in een heidense wereld. Maar wat een werfkracht! Omdat die gemeente leefde bij het Woord en zich de belijdenis van Jezus Christus niet schaamde. Is dat niet in elke eeuw het geheim van een levende gemeente? Zo, levend bij en uit het Woord, is de kerk zout in de samenleving en draagt de ontmoeting vrucht.’ Louis Wüllschleger, directeur

2

Tijding • nr. 3 najaar 2011

Dremp


pels voor missionair werk Een aantal jaar geleden ging ik met wat vrienden op vakantie. Eén van hen was niet gelovig. Ik peinigde er mijn hoofd over hoe ik toch iets met hem kon delen van het christelijk geloof. Ervaring met evangelisatie had ik helemaal niet. Toen hij later dat jaar zijn verjaardag vierde, zag ik mijn kans schoon: ik besloot een boekje van ‘Waarom Jezus?’ voor hem mee te nemen, waarin de basis van het christelijk geloof wordt uitgelegd.

Terwijl de avond vorderde, merkte ik dat ik het niet durfde te geven. Maar toen ik hem even alleen tegenkwam, in de gang, greep ik m’n kans. Razendsnel haalde ik het boekje uit mijn zak, mompelde iets van: ‘Voor jou’ en stak het hem toe. Een tikje verbouwereerd keek hij me aan. Op dat moment kwam er net iemand anders de gang binnen, die zag wat er gebeurde en zei: ‘Wat ben jij nou aan het doen? Je bent toch niet stiekem aan het evangeliseren, of zo?’ Ik kon wel door de grond gaan. Het zweet brak me uit en ik wist niet meer wat ik moest zeggen. Ik voelde me vreselijk. Het boekje verdween ongelezen bij hem op een plank. En ik dacht: dit nooit meer.

Verlangen Vanuit missionair oogpunt is er veel over dit voorval te zeggen. Misschien roept het wel herkenning op, hebt u iets soortgelijks meegemaakt. Om te beginnen stel ik vast dat deze gebeurtenis voortkwam uit een positief verlangen om anderen het evangelie bekend te maken. Dat verlangen delen we met elkaar, toch? Ik hoop tenminste dat we niet louter plichtmatig, uit gehoor-

zaamheid, betrokken zijn op het missionaire werk. We doen het toch ook omdat we zelf weten en ervaren dat het evangelie ons rijk maakt? Nu al, in dit leven, en in het leven dat nog komt. Paulus legt op een prachtige manier de verbinding tussen beide elementen: de opdracht van Godswege om het evangelie te verkondigen en de rijkdom van datzelfde evangelie. Hij schrijft (in 2 Kor. 5: 14-21) dat wanneer je één bent met Jezus Christus, je een nieuwe schepping bent. Je oude mens is met Christus gestorven, je wordt nieuw gemaakt. Je leeft niet langer meer voor jezelf, maar voor Jezus Christus. Dat is toch een rijke boodschap? Leven voor jezelf lijkt misschien leuk, maar is ook wel erg zwaar. Wat nu wanneer het niet lukt om een leuk en succesvol leven te leiden? Waar haal je dan je vreugde uit? Je zou er maar depressief van worden. Leven voor Christus betekent dat je probeert te leven met Hem voor ogen, dat je Hem navolgt. Net zoals de discipelen. Dan kan het mee of tegen zitten in het leven, maar dan vind je vreugde in het dienen van Hem. Dat is een boodschap die heilzaam is voor ieder

Tijding • nr. 3 najaar 2011

3


Je bent toch niet stiekem aan het evangeliseren, of zo?’

mens! Verder schrijft Paulus dat wij rechtvaardig voor God kunnen worden, omdat Hij Jezus Christus één heeft gemaakt met de zonde. Dat wij rechtvaardig zijn voor God geeft ons toch hoop op een toekomst bij Hem?

Belemmeringen Het verlangen om het evangelie te delen kan door mistroostige ervaringen ondersneeuwen. Na bovengenoemde gebeurtenis heb ik een hele poos gedacht: het evangelie verspreiden? Laat maar, mij niet gezien. Ik wil nooit meer in zo’n nare situatie terechtkomen. Laat het maar aan anderen over die er beter in zijn. Er zijn veel redenen waardoor het verlangen om het evangelie te delen bij ons kan uitdoven en we hebben er allemaal last van. Het zijn drempels om missionair aan de slag te gaan. Ontmoedigende ervaringen spelen daarbij een rol. We kunnen ervan gaan twijfelen aan ons geloof. Is het allemaal wel waar? Wanneer we om ons heen kijken zien we alleen maar terugloop in de kerk. De gemeente vergrijst, kerkgebouwen worden gesloten. Er zijn maar weinig mensen die toetreden tot de kerk. Familieleden haken af en schijnen geloof en kerk niet te missen. Misschien gaan uw (klein)kinderen ook wel niet meer. Ze beschouwen het geloof als achterhaald, niet meer van deze tijd. Dat doet toch iets met je? Dan moet je verdraaid sterk in je schoenen staan wil de twijfel niet toeslaan of we het nog wel bij het rechte eind hebben. Het is ontmoedigend en kan je verlangen om het evangelie te delen langzaam laten uitdoven.

4

Tijding • nr. 3 najaar 2011

Complex Het kan ook zijn dat we het geloof wel willen delen, maar dat we onszelf niet vaardig genoeg vinden om dit te doen. We hebben moeite om de juiste woorden te vinden om ons geloof mee te verwoorden. Het is ook niet zo makkelijk. Het zijn soms oude woorden die veel voor ons zelf betekenen, maar die door een ander niet meer begrepen worden. Hoe kom je dan aan nieuwe taal om een ander uit kunnen leggen wat je bedoelt? Daarnaast is de inhoud van ons geloof niet altijd even consistent. Ons geloof is een complex geheel waarvan we zelf niet precies begrijpen hoe het in elkaar zit. Soms geloven we dingen die moeilijk met elkaar te verenigen zijn. Probeer dat maar eens aan een ander uit te leggen! En dan heb je ook nog die lastige vragen die altijd aan ons gesteld worden: hoe komt het dat een goede God zoveel lijden toelaat in de wereld? Hoe zit het met schepping en evolutie? Hoe kan Jezus tegelijkertijd God en mens zijn? Gebrek aan (ant)woorden zorgen ervoor dat we dan liever maar helemaal niet meer proberen om ons geloof met een ander te delen. Een andere factor van betekenis vormt de ons omringende cultuur. Veel mensen huldigen een meervoudige waarheidsopvatting: verschillende waarheden kunnen naast elkaar bestaan. Dan kun je uitleggen dat Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven is, maar onverschillige reacties zijn dan je deel: ‘Dat is fijn voor jou maar niet voor mij’. Of: ‘Ieder zijn waarheid’. En zie dan nog maar eens een vruchtbaar gesprek te krijgen. Daarnaast heeft de secularisatie een grote invloed op ons denken. Daar krijgen we ook iets van mee. Geloof wordt steeds meer

beperkt tot de privé-sfeer. Geloven is iets voor op de zondag en voor thuis, maar niet iets dat je laat zien aan anderen in de publieke ruimte. Maar wanneer christenen niet meer zichtbaar zijn in de publieke ruimte, hoe gaat er dan nog wervende kracht uit van ons geloof? Dan vrees ik dat ons licht verdwijnt onder de korenmaat. We zijn juist geroepen om als licht te schijnen voor de mensen zodat heel deze aarde eer geeft aan onze Vader in de hemel. Binnen de IZB hebben we het tijdens een vergadering uitgebreid over bovengenoemde punten gehad. We bleken allemaal last te hebben van drempels die er voor kunnen zorgen dat het missionaire verlangen dooft. Vandaar dat we nu ook bezig zijn met een nieuw missionair aanbod voor de gemeente, dat kan helpen om die drempels te verlagen of er overheen te stappen. Een hulpmiddel dat het verlangen wil versterken om missionair actief te worden. Zodat we de moed er in houden om te blijven zoeken naar manieren om het evangelie met anderen te delen.

Veelvormig En gelukkig kennen we bij tijd en wijle de ervaring dat een vrijwel uitgedoofd verlangen weer kan gaan gloeien, ontvlammen. Wat mij indertijd de drempel over hielp was dat iemand zei dat missionair werk niet alleen met boekjes uitdelen te maken heeft, maar dat het op veel meer manieren gestalte kan krijgen. Bijvoorbeeld door in het dagelijks leven heel bewust te proberen een navolger van Christus te zijn. Door het geloof handen en voeten te geven op het werk, op je sportclub, bij je andersgelovige


p e r s o n a li a

d o o r : C h r i s ti a a n C e va a l

Wia Marinus

vrienden. Dat je probeert om juist daar gestalte te geven aan wat je gelooft. Zodat mensen kunnen zien dat het geloof in Jezus Christus verschil maakt in je leven. Dat betekent bijvoorbeeld dat je niet alleen leeft van genade, maar ook genadig naar anderen bent. Dat je niet alleen weet dat je zelf zeven maal zeventig maal wordt vergeven, maar dat je uit dankbaarheid een ander ook even zoveel keren vergeeft. En dan merk je dat zo’n levensstijl vragen oproept en ruimte biedt voor een gesprek. Wanneer mensen dan geïnteresseerd zijn in het christelijk geloof ontstaat er ook ruimte voor een boekje over ‘Waarom Jezus?’ Misschien is het een goed idee om over het verlangen om het evangelie te delen eens met elkaar in gesprek te gaan. Bijvoorbeeld tijdens een Bijbelkring of een gemeenteavond. U zou de volgende vragen als uitgangspunt kunnen nemen: • Wat is voor u de rijkdom van het geloof? • Waarom verlangt u er naar om het evangelie te delen? Zijn er momenten geweest dat dit verlangen een nieuwe impuls kreeg? • Ervaart u drempels om het evangelie met anderen te delen? Welke zijn dat? • Vertel elkaar eens bemoedigende ervaringen die u heeft opgedaan in het delen van het evangelie. Soms lopen de dingen anders dan je denkt. De vriend die ik het boekje gaf, kreeg een jaar later een vriendin. Zij wilde wel eens weten wat het christelijk geloof inhield. Hij zocht voor haar het boekje over ‘Waarom Jezus?’ op. Dit boekje leidde er uiteindelijk toe dat dit meisje christen geworden is…

Wia Marinus-Zijlstra, gaat per 1 oktober aan de slag in de protestantse gemeente van LeeuwardenHuizum. Ze heeft jarenlang in de zorg gewerkt, voordat ze theologie ging studeren. Sinds een jaar is ze parttime jongerenwerker (JOP) in de Protestantse gemeente in Goutum. Dat werk gaat ze nu combineren met missionair werk in Leeuwarden-Huizum. Wia zal in de komende drie jaar worden belast met de uitwerking van een missionair plan, waar de IZB nauw bij betrokken is. Na een moeilijke periode, als gevolg van de bezuinigingen, is de gemeente er aan toe om het missionaire werk een nieuwe impuls te geven.

Hette Domburg Hette Domburg (foto) is 4 september bevestigd in zijn bediening als missionair werker in Den Haag. Hij gaat daar werken voor MarcusConnect, een gezamenlijk project van de IZB en de Protestantse Kerk in Nederland. MarcusConnect is verbonden met de Marcuskerk in de wijk Moerwijk in Den Haag, een ‘gekleurde’ wijk waar nauwelijks binding is tussen mensen. De kerk heeft gekozen voor een gemeentemodel dat bestaat uit drie gemeentekernen: de gemeente die op zondagmorgen samenkomt, de Kinderwinkel voor kinderen en tieners in de wijk, en MarcusConnect, de nieuw te starten kerkplek voor en met jongvolwassenen in de wijk. Hette, getrouwd, vader van 4 kinderen, werkte de laatste jaren als docent aan een Bijbelschool in Mozambique.

Margreet Pleizier is met zwangerschapsverlof. Haar functie wordt de komende maanden waargenomen door Marja Wessels-Monster. Ze werkt 1 dag in de week, op woensdag. Ook Marja is afkomstig uit Nunspeet, ze is getrouwd en heeft twee jongens, van 3,5 en 1,5 jaar.

Op 1 augustus is Annet van Triest in dienst getreden als receptioniste/telefoniste. Ze werkt vier dagen per week (ma, di, do, vr). Annet is 49 jaar, ze woont in Nunspeet, en heeft twee volwassen kinderen. Hiervoor werkte ze drie dagen per week in dezelfde functie bij het Evangelisch Begeleidingscentrum in ’t Harde.

Gerda van de Beek heeft de overstap gemaakt naar de functie van secretarieel medewerker van de afdeling Communicatie/Fondsenwerving (1,5 dag per week). De rest van haar dienstverband blijft Gerda werken als secretarieel medewerker van de afdeling toerusting. Ook de afdeling Dienstverlening Gemeenten) krijgt secretariële ondersteuning. Alineke Lindhoud, nu werkzaam bij IZB-Ark-boekhandel, is na een interne sollicatieprocedure benoemd in een parttime dienstverband (0,4 fte).

Tijding • nr. 3 najaar 2011

5


Ex-kerkelijk, maar niet ongelovig ‘Mijn kinderen wilden niet meer naar de kerk. Het sprak hen niet meer aan, het ging nooit over hen, ze vonden geloof op dat moment niet zo belangrijk. En toen zijn mijn vrouw en ik ook zachtjes weggebleven. Niet van de een op de andere zondag, maar gaandeweg, zo nu en dan. We wilden op zondagmorgen samen ontbijten en niet in de kerk zitten als ze uit bed kwamen.

‘Van lieverlee gingen we minder frequent. We geloven nog wel, we bidden, lezen nog wel uit de Bijbel en hebben het er met elkaar over. Het speelt in ons leven een rol. En ik merk dat de kinderen ook nu ze zelfstandig zijn, niet onverschillig zijn. We hebben wel de basis gelegd. Geloven doen we nu op een andere manier.’ ‘Mijn kinderen wilden niet meer naar de kerk. Het sprak hen niet meer aan, het ging nooit over hen, ze vonden geloof op dat moment niet zo belangrijk. En toen zijn mijn vrouw en ik ook weggebleven. Niet van de een op de andere zondag, maar gaandeweg, zo nu en dan. We wilden op zondagmorgen samen ontbijten en niet in de kerk zitten als ze uit bed kwamen. Van lieverlee gingen we minder frequent. We geloven nog wel, we bidden, lezen nog wel uit de Bijbel en hebben het er met elkaar over. Het speelt in ons leven een rol. En ik merk dat de kinderen ook nu ze zelfstandig zijn, niet onverschillig zijn. We hebben wel de basis gelegd. Geloven doen we nu op een andere manier.’ Bovenstaand relaas zal u niet onbekend voorkomen. In veel gemeenten kom ik zulke verhalen tegen. Het gaat dan over broers

God en geloof zijn menselijke verzinsels

en zussen, neven en nichten die uit de kerk verdwenen zijn. Niet met slaande deuren, maar op kousenvoeten. Hun kinderen eerst. Vaak zijn de betrokkenen vóór die tijd actieve gemeenteleden geweest. Maar toen kwam de klad erin. Soms zie je ze na jaren weer terugkeren. Soms. Maar hun kinderen zelden. Ja, tijdens een rouwdienst en op hoogtijdagen.

Oorzaken Uit onderzoek is gebleken dat kinderen sterke veranderingen in hun geloof meemaken als ze de basisschool verlaten. Er gaat een nieuwe wereld voor ze open en die vraagt hun totale aandacht. Er zijn globaal drie oorzaken waarom kinderen kunnen afhaken op die leeftijd. • Er dient zich een ander wereldbeeld aan. De natuurwetenschappen zijn in staat heel veel zaken te verklaren waarvan God in hun kindertijd de verklaring voor was. Het ontstaan van de wereld, maar ook het voorkomen van natuurrampen en tot dan toe onverklaarbare wonderen. De wereld wordt ontmythologiseerd. God verdwijnt naar de marge van het bestaan. Hij is overbodig geworden. • God en geloof zijn menselijke verzinsels. Want er blijkt niet één godsdienst te zijn, er zijn er veel meer. En ze spreken elkaar tegen. Pubers wijzen de waarheidsclaim af. En ze prikken feilloos door schijnzekerheden in. Ouders hebben het moeilijk met hun scherpe vragen. Het zijn wel echte vragen. • God stelt teleur. Hij voorkomt het kwaad niet dat ook goede mensen treft. Zijn macht blijkt ineens erg weinig voor te stellen. Hij is niet de wonderdoener uit hun kinderjaren. God is door de mand gevallen.

Gevolgen Er heerst een taboe over kerkverlatende kinderen. Meelevende ouders dragen vaak een groot verdriet. Ze schamen zich. Ze hebben voor hun gevoel gefaald in de geloofsopvoeding. Het is geen

6

Tijding • nr. 3 najaar 2011


bezinning

n j i z n e o t n E ik n e w u o r v mijn ebleven ook wegg

gespreksonderwerp voor hen. En blijkbaar ook niet voor de gemeente, de kerkenraad en de predikant. Niet in de laatste plaats omdat het hen ook treft. De gevolgen laten zich op verschillende plekken voelen. Soms brengt de keuze van kinderen verwijdering binnen het gezin teweeg. Ouders zijn niet in staat te accepteren dat hun kinderen een eigen koers varen. Bij elke ontmoeting komt het verwijt aan de orde. Soms veroorzaakt verbittering bij de ouders een breuk met de kerk. ‘We hebben geen enkel begrip ontvangen, de gemeente gaf niet thuis en heeft niet geholpen onze kinderen op het rechte spoor te houden.’ Soms brengt de keuze van de kinderen ook de ouders tot een andere, kritischer houding ten opzichte van de kerk. Ze hekelen de achterhaalde vormen, de gesloten gemeenschap en de prediking die niet meer aansluit bij het dagelijks leven. De gemeente merkt het ook: er zit een gat in de kerk. De groep van 20- tot 40-jarigen ontbreekt in veel gemeenten. Daardoor slinkt de aanwas van kinderen ook. Ouderen maken sowieso de dienst uit in de kerk. Het ‘gat van de kerk’ versterkt dat effect alleen maar, met het risico dat jongeren, jongvolwassenen en gezinnen vertrekken naar gemeenten die kind- en jeugdvriendelijker zijn. Uit onderzoek is gebleken dat vooral oudere gemeenteleden zich (fel) verzetten tegen veranderingen om de ontvolking een halt toe te roepen. Alles moet bij het oude blijven. Een ongunstig klimaat voor ouders met kerkverlatende kinderen.

Ongevaarlijk Tot nu toe heb ik een somber beeld geschetst. Is er nog een lichtpuntje? Het is wel eerlijk om eerst de werkelijkheid maar eens goed onder ogen te zien. In het verleden is al te vaak gepoogd het lek snel te dichten, terwijl er onder de waterlijn nog een ander lek bleek te zitten. Jaren geleden hoorde ik de theoloog Klaus Eickhoff spreken. De protestantse kerk in zijn

land, Oostenrijk, is klein en niet erg vitaal. Eickhoff was dan ook niet optimistisch. In zijn analyse van de oorzaken van de krimp en kerkverlating blikte hij terug op de periode die voorafging aan de Tweede Wereldoorlog. Hij moest constateren dat de jongeren die onder bekoring waren gekomen van het nationaal-socialisme, gedoopt waren en een christelijke opvoeding hadden genoten. Blijkbaar had de kerk hen niet duidelijk kunnen maken wat de consequenties waren van de navolging van Jezus Christus. Eickhoff noemde het ‘de ketterij van de ongevaarlijkheid’. Hoe kwam het dat de boodschap van het Evangelie zo nietszeggend en krachteloos was? Ik wil maar zeggen: de eerste stap moet bij de wortel beginnen, radicaal. Te veel cosmetische ingrepen hebben ons cynisch gemaakt. Het Evangelie zelf, de navolging door de opvoeders, en de communicatie van geloof en leven, die zijn fundamenteel. Kinderen en jongeren nemen niet voetstoots aan wat ouderen beweren. Dat hoeft ook niet: Ze zijn zelf in staat om na te denken en concepten te maken die passen bij de tijd waarin zij opgroeien. Kenmerkend voor het geloof van een kind is de kwetsbaarheid, de afhankelijkheid en de verwachting dat de ander er voor je is. Voor kinderen is dat hun manier van leven, het kan niet anders. Volwassenen zijn het kwijt, maar kunnen het opnieuw leren, van kinderen!

Levensverandering Het gaat natuurlijk niet alleen over het overdragen van het geloof en de traditie aan kinderen. Het christendom is een missionaire godsdienst, al zouden we dat in het Westen bijna vergeten. We willen dat anderen delen in het heil in Jezus Christus. Dat is des te spannender als zelfs gelovigen af gaan haken. Daarmee houdt de missie echter niet op. Ik ben er van overtuigd dat als we als geloofsgemeenschap de vragen van afhakende kinderen en jongeren echt aanhoren en op zoek gaan naar antwoorden, samen met hen, met hun opvoeders, we

Tijding • nr. 3 najaar 2011

7


D o o r : J o h a n T imme r

ook ontdekkingen doen waarmee we andersdenkenden kunnen interesseren voor de rijkdom van het Evangelie. Het zal niet buiten een levensverandering van onszelf omgaan. Want we zijn blijkbaar zo immuun geworden voor de impact van het Evangelie dat anderen teleurgesteld zijn in wat ze in ons zien. Geloofsoverdracht is geen spel van woorden alleen, het is voorleven en samen oplopen. Valt er wat te beleven? Is God zichtbaar? Leeft Hij en doet Hij er toe in ons bestaan? Valt er wat over te dragen?

len aan christelijke scholen? Ik zie een kentering: scholen zijn op zoek naar hun identiteit. Maar het is lastig, veel leerkrachten zijn zelf niet of nauwelijks betrokken op een kerk en weten niet goed hoe ze het

Opdracht

godsdienstonderwijs op een effectieve wijze vorm moeten geven. Ouders en geloofsgemeenschappen kunnen er een rol bij spelen. Ik ken scholen die langzamerhand weer hun christelijk karakter herontdekken en invullen. De leerkrachten komen uit voor hun overtuiging en laten dat met respect voor andersdenkenden ook in de klas zien. Er wordt gezocht naar een wijze van godsdienstonderwijs die kinderen zonder bagage het avontuur van de ontdekking laat beleven. Hoe dat gekomen is? Jarenlang heeft

Als je als gezin, als opvoeders geen rugdekking hebt van een gemeente, dan is het zwaar, vandaag de dag. Uit gêne alleen rondtobben is ‘uit den boze’. Als opvoeder doe je jezelf en je kinderen te kort als je geen dwarsverbanden legt in de geloofsgemeenschap. De kerk heeft natuurlijk ook een opdracht. Naast de aandacht voor jeugd en jongeren dient er aandacht te zijn voor de ouders van hen. Geloven gaat niet vanzelf. En de school? Durven we nog eisen te stel-

Uit gêne alleen rondtobben is ‘uit den boze’

In Memoriam Dr. A. Noordegraaf overleden Op 1 augustus jl. overleed in Ede dr. A. Noordegraaf (78), gemeentepredikant, theoloog, docent, auteur. Hij heeft veel voor de IZB betekend, o.a. als voorzitter van het bestuur. In een ‘In Memoriam’ schreef Wim Dekker, hoofd vorming en educatie: ‘Zijn kracht lag daarin, dat hij een zeer grote kennis van zaken en een diepe liefde voor de kerk en het evangelie wist te verbinden met nuchterheid en bestuurlijke slagvaardigheid. In moeilijke kwesties hield hij het hoofd koel en het hart warm. Altijd zocht hij naar datgene wat samenbond en probeerde hij tegenstellingen te overbruggen met een groepoverstijgende visie. Als zodanig heeft hij niet alleen voor de IZB, maar voor de hele kerk grote verdiensten gehad. We danken God, dat hij ons zoveel schonk in deze broeder en vriend. Hij is in vrede gestorven in het geloof, dat hij anderen heeft gepredikt. Dat mag tot troost zijn voor zijn vrouw en kinderen en al degenen, die van hem hielden.’

8

Tijding • nr. 3 najaar 2011

een kleine groep ouders voor de school gebeden. Van tijd tot tijd spraken ze directie en personeel op vriendelijke maar indringende wijze aan op hun identiteit. En het wonder gebeurde.

Omdat de crisis zo diep is moeten we waken voor allereerst een beleidsmatige aanpak. Als de verkondiging van het Evangelie centraal staat, als we geloven dat het Woord het begin is van een leven met Jezus Christus als Verlosser en Meester van ons leven, dan wordt dat merkbaar in de mentaliteit van gelovigen, als ouder en opvoeder, als lid van de gemeente, maar ook als buur, collega, familielid. Dan wandelen we als ‘kinderen van het Licht’.


c o l u mn

Eén zin kan het verschil maken Michelle ken ik via haar vriend, die ik weer ken via het uitdeelpunt van de Voedselbank. Ze is een slimme Rotterdamse; ze heeft een strikt atheïstische achtergrond en komt uit een redelijk goed milieu. Ze volgde een secretaresseopleiding. Toch deed ze iets doms. Met een vriend ging ze op vakantie naar Suriname. Op de terugweg namen ze 2 kilo ‘poederachtig snoepgoed’ mee. De douane op Schiphol vond dat echter niet zo’n goed idee en zo werd hun vakantie plotseling onaangenaam verlengd in een verblijf waar je alles hebt behalve vrijheid. De vriend van Michelle nam de schuld op zich, zodat zij na twee weken naar huis kon terugkeren. Ze kreeg haar vrijheid terug. Dat dan weer wel. Ergens in die enerverende reis was ze een keer in gesprek geraakt met een chauffeur. Die verbaasde zich erover dat ze zonder geloof in God door het leven ging. ‘Dat lijkt me afschuwelijk om zo alleen door het leven te gaan’, was zijn reactie. Een paar maanden later zat Michelle op mijn werkkamer. Normaal gesproken hoef ik niet zo nodig vakantieverhalen terug te horen, maar dit relaas had mijn volledige aandacht. Ze vertelde wat deze zin met haar gedaan had. ‘Die opmerking kwam zo uit de grond van zijn hart. Ik besefte ook meteen dat hij gelijk had. Het is ook afschuwelijk eigenlijk. Daar was ik tien jaar geleden eigenlijk al achter gekomen toen mijn moeder overleed. Toen begon ik al langzaam open te staan voor het idee dat er misschien toch een God zou zijn. Maar deze opmerking heeft tot gevolg gehad dat ik nu echt in God geloof.’ Ik heb Michelle uitgenodigd voor de Alpha-cursus en dat leek haar wel goed. Eén zin betekende een grote verandering in het leven van Michelle op het gebied van geloof. Eén zin was genoeg. Dat bleef me bij. Ik praat me soms suf om mensen tot het geloof te brengen. Maar God kan met één zin, in één ontmoeting, tot zijn doel komen. Eén zin van u, jou of mij kan een wereld van verschil uitmaken. Met het gebed dat God je wil gebruiken – ook tijdens ‘toevallige’ ontmoetingen gedurende een willekeurige dag – hebben we elke dag de kans de koers van iemands leven te wijzigen. Met één zin kan er zoveel gebeuren. Of je nu een prater bent of niet, af en toe één zin over God, de Bijbel of het christelijk geloof – dat moet toch wel lukken?

Niels de Jong Missionair predikant in Rotterdam (De Samaritaan)

Tijding • nr. 3 najaar 2011

9


Een krimpende kerk en toch missionair? Met grote dankbaarheid kan ik constateren, dat het boek Marginaal en missionair; Kleine theologie voor een krimpende kerk, veel reactie heeft opgeroepen en nog steeds oproept. Daarom ben ik blij, dat de IZB op 8 oktober een bijeenkomst belegt, waarop we er verder over door kunnen spreken. Toch had ik aanvankelijk ook mijn aarzelingen bij zo’n dag. Het is duidelijk, dat door dit boek een proces van bezinning op gang is gebracht en het is de vraag of ik als schrijver me dan weer uitdrukkelijk met dat proces moet gaan bemoeien. Ik moet in ieder geval niet in de valkuil stappen iedereen te willen overtuigen. Wat helemaal niet moet gebeuren is, dat door alle discussies er twee kampen ontstaan: voorstanders en tegenstanders van Dekker en dan natuurlijk ook nog een derde groep van mensen, die een brug probeert te slaan. Zulke mechanismen gaan vanzelf werken, daar hoeft men in de regel niets voor te doen. Veel moeilijker is het zulke mechanismen uit te schakelen en tot een langduriger en vruchtbaarder gesprek te komen, waarin samen geluisterd wordt naar wat de Geest vandaag tot de gemeenten te zeggen heeft. Dan moet ik mij in ieder geval ook steeds opnieuw als luisteraar opstellen en moeten anderen steeds opnieuw bereid zijn zonder vooroordelen zich open te stellen. Wie meent, dat dit vanzelf wel gebeurt, vergist zich. Ik moet er zelf in ieder geval wel om bidden, dat het goed afloopt.

eigen context en daar dan hun oordeel over de thematiek en het boek van af laten hangen. Behoort men tot een gemeente, waar er in de samenkomst elke zondag stoelen bij gezet moeten worden, dan vindt men mijn boek veel te somber. Is men predikant in een gemeente, waar sprake is van gestage achteruitgang ondanks een zeer grote inzet en veel gebed, dan vindt men mijn boek nog te optimistisch. Nu is dat wel begrijpelijk, maar tegelijk legt het een rookgordijn over wat mijn punt is. Ik ga zelf elke zondag voor en de ene keer is het een gemeente, waar veertig mensen boven de zestig jaar zitten en de volgende keer een gemeente, waar duizend mensen zitten met stoelen tot achter de preekstoel. Toch schrijf ik niet elke week een ander boek, maar heb ik mijn boek geschreven zoals ik het geschreven heb. We hebben vandaag te maken met een krimpende kerk en we dienen ons vooral ervan bewust te zijn, dat geloven als minderheid een geheel nieuwe geestelijke basishouding vraagt. In ieder geval een basishouding die ons niet door de traditie van de afgelopen eeuwen is aangereikt. Komt het niet tot zo’n nieuw bewustzijn en zo’n nieuwe basishouding, dan is de kans groot, dat de afkalving snel verdergaat, ook in de vanouds kerkelijke gemeenschappen op het platteland. Missionaire programma’s zouden dit proces nog wel eens kunnen verhaasten in plaats van tegenhouden. Daarmee bedoel ik niets kwaads te zeggen over missionaire programma’s, maar deze zullen alleen vruchtbaar zijn, wanneer ze gepaard gaan met het besef, dat het grootste gevaar vandaag de uitholling van het eigen geloof is.

Basishouding

Ondankbaar?

Een van de dingen die me in de afgelopen tijd bij de vele reacties sterk is opgevallen, is het feit dat mensen heel vaak reageren vanuit de

Sommigen hebben gereageerd met de opmerking, dat ik door deze accenten te leggen voorbij ga aan het wonder, dat er in zoveel

gemeenten sprake is van missionair elan en dat ook de PKN ontwaakt is en tot een nieuw missionair bewustzijn is gekomen. Iemand zei mij zelfs, dat hij er iets tragisch in vond zitten. Juist nu de PKN meer dan de afzonderlijke kerken in het verleden, ons allen wijst op onze missionaire roeping, wordt er vanuit de IZB gevraagd, of we met missionair werk niet het paard achter de wagen spannen. Ik kan me deze reacties wel voorstellen, vooral wanneer men oppervlakkig van de discussies kennis neemt. In mijn boek ben ik echter zeer genuanceerd over de verhouding tussen het missionair naar buiten treden en de noodzakelijke verdieping naar binnen. Op deze plaats wil ik ook heel graag zeggen, dat ik altijd weer onder de indruk ben van jonge mensen, die in de steden van ons land en in andere landen zich inzetten, in de naam van Jezus dienend en getuigend willen bezig zijn. In één woord: geweldig. Praise the Lord! Laten zij zich vooral niet ontmoedigd voelen door een dominee, die een boek schrijft over de krimp.

Realisme Ook deze jonge mensen zullen toch echter hun vragen hebben over kerk en geloof in Nederland. Heel concreet. Pas sprak ik zo iemand, die voor de zending naar een ander land ging. Hij vertelde me, dat hij uit een gezin van zes kinderen kwam, die met veel liefde en gebed bij kerk en geloof werden opgevoed in een milde orthodoxe traditie. Drie uit het gezin gingen echter niet meer naar de kerk, één nog af en toe. Hij zelf en een zus van hem waren echt van binnen geraakt en kerkelijk actief. Zijn moeder kwam uit een gezin van acht. Zes deden indertijd belijdenis, twee gaan er nu nog naar de kerk, waarvan één in een evangelische gemeente en nog één in de kerk waarin ze werd opgevoed. Wanneer ik zelf terugdenk aan al de mensen,


m a r gin a a l en mi s s o n a i r die bij mij belijdenis deden, weet ik van een behoorlijk aantal, dat ze nu òf van de kerk zijn afgehaakt òf van het geloof òf van beide. Ik denk aan hen terug, heb nog flarden in mijn hoofd van de goede en vaak zeer existentiële gesprekken, die we voerden. In een aantal gevallen zijn juist degenen, die ik als de ‘besten’ beschouwde (gericht op beleving en diepgang) afgehaakt. Uiteindelijk sloeg de wissel bij hen door naar iets van ‘eerlijkheid’, zoals ze het nu noemen: de boodschap van het christelijk geloof is eenvoudigweg niet meer geloofwaardig voor hen. Mijn conclusie is dus, dat we binnenshuis een groot probleem hebben. De niet-gelovigen, die we willen bereiken zitten niet alleen buiten de kerk, ze zitten in de kerkbanken, op de rand. Nog sterker, de niet gelovige, de agnostische mens, dat is de mens die het gewoon niet weet of het wel waar is wat over God wordt verteld, zit op de bodem van ons eigen hart te wachten,tot hij eindelijk volop aan het woord mag komen. Wij zijn allen kinderen van een agnostischehumanistische cultuur. Dat zit in ons collectieve bewuste en onbewuste vandaag. Deze cultuur is in Europa al minstens een paar eeuwen zich aan het ontwikkelen. Vandaag heeft deze ontwikkeling ook de meest orthodoxe gebieden van Nederland bereikt.

Bidden en zoeken naar taal Daarover gaat mijn boek. Hoe duiden wij dit gebeuren in het licht van God, die eenmaal met zijn Evangelie Europa bezocht? Hoe komen wij tot een nieuwe spiritualiteit, waarin we deze ontwikkeling een plaats hebben gegeven; strijdbaar, waakzaam, maar misschien ook juist lijdzaam wachtend? Immers wanneer één ding duidelijk geworden is na alle kerkelijke acties in de vorige eeuw vanaf de Doleantie van Abraham Kuyper tot en met de apostolaattheologie van de Hervormde Kerk en de oprichting van de EO: met onze kracht is het niets gedaan. Tegelijk meen ik echter ook, dat we ons in ons denken moeten blijven bezinnen op de vragen van de vertolking van het christelijk geloof in onze agnostische context, zodat het christelijk geloof als een passende boodschap, een aansprekende boodschap gecommuniceerd kan worden. Daarover gaat vooral het laatste hoofdstuk van mijn boek, waarop nog bijna niemand heeft

Dekker in gesprek met lezers van ‘Marginaal en missionair’ De IZB belegt zaterdag 8 oktober in Amersfoort een bijeenkomst waarin lezers met Wim Dekker van gedachten kunnen wisselen over zijn boek ‘Marginaal en missionair’. De discussie staat onder leiding van EO-presentator Tijs van den Brink. Om het gesprek op gang te brengen geven enkele theologen een korte impressie van hun leeservaring: dr. Klaas-Willem de Jong (Leidsche Rijn), dr. Dirk Griffioen (GKV, Vrouwenpolder), drs. Diederik Wienen (RK, Utrecht), ds. Bert Karel Foppen (Katwijk) en ds. Kees van Ekris (Breukelen), de laatste twee zijn ook lid van de visiegroep Areopagus. Daarna is er uitvoerig tijd ingeruimd om met Dekker in gesprek te gaan. De bijeenkomst wordt gehouden in kerkelijk centrum ‘De Brug’, Schuilenburgerweg 2, te Amersfoort, van 10.00 tot 15.30 uur. Aanmelden: secretariaat@izb.nl.

gereageerd. Daarover gaat mijn hele volgende boek, dat in december uitkomt, getiteld: Afwezigheid van God. In ieder geval, het missionaire verlangen in mij is nooit gedoofd. Maar kennen we onze tijd wel? Kennen we ons eigen hart wel? Snappen we wel waarom mensen afhaken? Proeven we wel de geestelijke weerstanden? Maar begrijpen we ook de vele culturele botsingen tussen de wereld van de Bijbel en onze wereld? Zien we welke grote vragen dat oproept ten aan zien van de vertaalslag, die we moeten maken om het Evangelie echt aan de orde te stellen zoals het bedoeld is? Zien we wel, dat we die vertaalslag zelf vaak nog niet gemaakt hebben en dat we daarom een orthodoxe gelovige bovenbouw in ons leven tamelijk onverbonden met de onderbouw van het dagelijkse leven laten bestaan? Laten we alles op alles zetten om dit soort vragen samen te beantwoorden. Daarmee zouden we wel eens de grootste dienst aan missionair kerkzijn vandaag kunnen bewijzen, die denkbaar is.

Ds. W. Dekker

Promotie Wim Dekker Wim Dekker verdedigt maandag 19 december, om 13.45 uur in de aula van de Vrije Universiteit te Amsterdam het proefschrift ‘Afwezigheid van God’. De studie kan worden beschouwd als een theologische verdieping van de thematiek die in Marginaal en missionair aan de orde is. In zijn nieuwe boek voert Wim het gesprek met theologen, die uitvoerig en diepgaand met de marginalisering van het geloof zijn bezig geweest: Pannenberg, Miskotte, Houtepen. Wat levert hun theologie uiteindelijk op voor het gesprek dat nu gevoerd moet worden over de geloofwaardigheid van de christelijke boodschap in een agnostische cultuur? In de laatste twee hoofdstukken neemt Wim stelling in het debat. Het proefschrift, dat ook voor niettheologen toegankelijk is, wordt uitgegeven door de IZB en Boekencentrum en verschijnt in december, na de promotie.

Tijding • nr. 3 najaar 2011

11


‘Bekendheid dorpskerk wordt vaak overschat’ ‘Al te gemakkelijk wordt er vanuit gegaan dat dorpsbewoners de kerk wel zullen kennen omdat een groot deel van de inwoners als lid staat ingeschreven. In werkelijkheid zou de positie van de dorpskerk weleens marginaler kunnen zijn dan we vaak denken.’ Dat stelt Henri Wijnne, missionair adviseur van de IZB, in ‘Kerk voor het dorp; een onderzoek naar het imago en missionair handelen van dorpskerken’.

vervolgvragen bij die constatering. Wat vinden de niet-kerkelijke dorpsbewoners eigenlijk van de kerk? Speelt de kerk in hun ogen een belangrijke rol in het dorp of beschouwen ze het niet als een verlies, als ze verdwijnt? Voor het onderzoek ter afronding van zijn theologische studie aan de VU, koos Henri twee dorpen, in sterk uiteenlopende situaties: het Veluwse Hulshorst, waar bijna de helft van de inwoners staat ingeschreven als kerklid, en het Randstedelijke Nootdorp, dat door de verstedelijking in de afgelopen decennia het dorpskarakter voor een deel verloren heeft. Nog geen tien procent van de bevolking is daar geregistreerd bij de protestantse gemeente. ‘In ons dorpsleven neemt de Hervormde gemeente een grote plaats in’, schrijft de kerkenraad van de gemeente in Hulshorst in het beleidsplan. Maar de helft van nietkerkelijke dorpsbewoners die Henri een straatinterview afnam blijkt geen enkel beeld te hebben van de gemeente. Ze kunnen geen activiteiten noemen van de kerk en veel respondenten blijken ook geen enkel gemeentelid te kennen. ‘Een vrij schokkende uitkomst’, stelt Henri. ‘Vanuit missionair oogpunt geeft dit veel te denken.’ In het Veluwse dorp komen niet-kerkelijke bewoners vooral in contact met de kerk via de kinderen. De

dorpskerk heeft er daarom voor gekozen om missionaire activiteiten onder andere via de school te beleggen.

Henri Wijnne werkte de afgelopen twee jaar als parttime missionair werker voor de IZB in Nunspeet en parttime medewerker van de IZB Ark boekhandel. Daarnaast studeerde hij theologie. Per 1 september begint hij als missionair adviseur op de afdeling Toerusting.

In Nunspeet heeft hij ertoe bijgedragen dan elk van de vijf wijkgemeenten een missionaire visie heeft ontwikkeld voor de komende jaren. Het thema ‘wervend gemeente-zijn’ was een jaarlang ingebed in prediking, catechese en kringwerk. Voor

Een paar jaar geleden uitte godsdienstsocioloog Hijme Stoffels de verwachting dat de PKN in de toekomst voor de lastige keuze komt per regio één kerkgebouw aan te wijzen dat mag openblijven. De overige (dorps)kerken moeten vanwege bezuinigingen sluiten. ‘Er zullen allerlei dorpen zonder zichtbaar kerkelijk leven komen’, aldus Stoffels. Henri Wijnne stelt in zijn onderzoek interessante

12

Tijding • nr. 3 najaar 2011

In Nootdorp ligt het percentage nog hoger: ongeveer driekwart van de ondervraagden gaf aan de kerk niet te kennen, de wekelijkse uitzendingen van kerkdiensten via de lokale radio ten spijt. De plaatselijke predikant, ds. Gert van Herk is zich daarvan bewust. ‘Uit gesprekken maak ik op dat onze dorpskerk in beeld is als gebouw, maar nauwelijks als geloofsgemeenschap’, schreef hij in een verslag van zijn studieverlof. Veel inwoners van het dorp zijn eerder katholiek georiënteerd dan protestants. ‘Hoe dan ook: we hebben als geloofsgemeenschap geen duidelijke uitstraling naar buiten.’ Het imago van beide onderzochte dorpskerken onder de niet-kerkelijke inwoners die de dorpskerk wél kennen, is over het algemeen positief. De aanwezigheid wordt gewaardeerd. Voorzover er negatieve reacties loskomen, zijn die vooral gericht op de landelijke kerk (PKN) of de kerk in het algemeen. De resultaten uit het onderzoek van Henri Wijnne liggen in lijn met eerdere onderzoeken, waarin naar voren komt dat een dorpskerk als Hulshorst sterk blijkt in ‘bonding’ (het bevorderen van saamhorigheid onder actieve


t o e r u s ting leden), maar matig in ‘bridging’ (het contact leggen met andere groepen in de samenleving). Dat laatste lukt in Nootdorp weer beter; maar daar is ook minder gelegenheid om je in eigen kring op te sluiten. Henri: ‘De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat de kerk onder veel nietkerkelijke dorpsbewoners niet bekend is. De bekendheid van de kerk en, als gevolg daarvan, haar feitelijke rol in het dorp zijn vermoedelijk kleiner dan wordt beseft. Ambtsdragers en leden van de dorpskerk moeten er actief aan bijdragen dat de geloofsgemeenschap herkenbaar aanwezig is in het dorp. Op dat terrein ligt nog veel werk voor missionaire toerusting, om gemeenteleden aan te sporen eens ‘over de schutting’ te kijken.’ Als blijkt dat nietkerkelijke dorpsbewoners ‘saamhorigheid’ een belangrijke waarde vinden, kan de kerk daarop inspelen, door bij te dragen aan gemeenschapszin; ook tussen kerkleden en andere dorpsbewoners, door contact te leggen met andere organisaties die actief zijn in het dorp, door het kerkgebouw ook te benutten voor andere activiteiten dan de zondagse erediensten. Een paar jaar geleden schreef een andere IZBmedewerker een onderzoek over dorpskerken. Martin van Dam, predikant te Hagestein, belichtte de missionaire kansen voor de kerk in een dorpssituatie. ‘Twintig jaar geleden zouden we er misschien niet over hebben gedacht, maar ook in zo’n dorp is daarvoor gerichte toerusting nodig. De IZB doet veel werk in grote steden, maar ik verwacht dat we in de nabije toekomst ook steeds vaker in plattelandsdorpen aan de slag zullen gaan.’

elke wijk is een activiteitenwaaier ontwikkeld met een frisse presentatie van missionaire activiteiten. ‘Er heeft een omslag plaatsgevonden. De evangelisatiecommissies die zijn gevormd kunnen functioneren als broedplaatsen voor nieuwe activiteiten.’

De afronding van het project van Henri zet geen punt achter de relatie tussen de IZB en Nunspeet. Er wordt een plan geopperd om in de nieuwbouwwijk Molenbeek een wijkgemeente te vormen. ‘Een goede kans om daar niet een kopie van de bestaande wijkgemeenten te ontwikkelen, maar een missionaire gemeenschap, gericht op rand- en buitenkerkelijken’, zegt Henri. Bij uitstek een initiatief waar de IZB graag bij assisteert.

Tijding • nr. 3 najaar 2011

13


B o ekh a ndel

Nieuwe webshop IZB-Ark online Sinds 14 september heeft IZBArk een fonkelnieuwe webshop! Om dit te vieren, kunt u profiteren van spectaculaire aanbiedingen (zolang de voorraad strekt). Surf hiervoor naar www.izb-ark.nl. Met de introductie van de nieuwe website is de klantenservice verbeterd. Ook tussen de middag kunt u ons voortaan bellen voor vragen over uw bestellingen. Op uw e-mail ontvangt u in elk geval binnen een werkdag een reactie. Voordelen bestellen via www.izb-ark.nl: • Meest complete assortiment christelijke boeken, muziek, films, kaarten en gifts • Winkelen wanneer het u uitkomt • Snelle levering en maximaal € 1,95 aan portokosten • Met uw aankoop steunt u het werk van IZB en Ark Mission

Schooleditie van de Herziene Statenvertaling met psalmen en formulieren

Schoolbijbel met hardcover linnen Formaat: 12 x 18 cm ISBN 9789065393678

De Herziene Statenverta- € 35,ling met Psalmen en Gezangen is nu ook als schoolbijbel verschenen! Deze Bijbel is verkrijgbaar in twee uitvoeringen en is uitermate geschikt voor school en catechese. Door de grotere letter ook bruikbaar in kerkdiensten. Schoolbijbel met flexibele cover Formaat: 12 x 18 cm ISBN 9789065393647

€ 35,Bij afname van grotere aantallen gelden er interessante kortingen. Informeer bij onze klantenservice (tel. 033-4613225) naar de voorwaarden.

Bestelbon BESTELBON

Aantal. bestelnummer titel .............

x

...................................

.............................................................................................................................................................................................

.............

x

...................................

.............................................................................................................................................................................................

.............

x

...................................

.............................................................................................................................................................................................

.............

x

...................................

.............................................................................................................................................................................................

.............

x

...................................

.............................................................................................................................................................................................

Naam:......................................................................................................................................................................................................................................................... Straat en huisnummer ................................................................................................................................................................................................................. Postcode en Woonplaats ............................................................................................................................................................................................................ Tel. nr. ........................................ ................................................................................................................................................................................................................ E-mailadres:........................... ................................................................................................................................................................................................................

r Ja, ik ontvang graag de gratis digitale nieuwsbrief van de IZB-Ark Boekhandel

Bon opsturen in envelop (postzegel is niet nodig) naar: IZB-Ark Boekhandel, Antwoordnummer 70, 3800 WB Amersfoort Of per e-mail naar: boekhandel@izb.nl


Reizen met Augustinus

c o l u mn

colofon

Ieder jaar kies ik een boek van een goede schrijver uit om in de vakantie geestelijke inspiratie op te doen. Dit jaar koos ik voor de preken van Augustinus. Het was eigenlijk voor het eerst dat de kerkvader mee mocht op vakantie. Hij was jarenlang te veel ingebed in het werken aan mijn dissertatie om mee te nemen op vakantie. Maar nu ging de prachtige vertaling van Joost de Neer, Martijn Schrama en Anke Tigchelaar van de sermones (=preken) 51-94 mee naar Duitsland. In deze preken legt Augustinus het Mattheüs-evangelie uit aan gewone gemeenteleden. Augustinus’ preken zijn vaak erg beeldend en hebben een hoog dialogisch gehalte. Ze gaan in op concrete situaties en toch zijn ze niet gedateerd. Augustinus is soms geestig, maar vooral geestelijk. Je zou zeggen dat Augustinus dikwijls op cursus is geweest bij Areopagus (het centrum voor contextuele en missionaire verkondiging van de IZB). Eigenlijk is hij dat ook, omdat hij docent retorica was voor hij zijn gaven ging inzetten voor de kerk. Een preek die ik las, leek al in te gaan op het boek Marginaal en missionair van Wim Dekker. Hoewel me dit wel terugbracht in werksferen, vertroostte de inhoud mij toch zo dat ik er geen spijt van had dat Augustinus was meegegaan. De preek gaat over de storm op het meer (voor degenen die het willen nazoeken: sermo 75), wanneer Jezus op de berg blijft bidden en de leerlingen vooruit worden gestuurd in een boot. Wat me trof, is de lijn die Augustinus trekt naar het leven van de kerk. Hij zegt dat wij nu als pelgrims op reis zijn en dat de boot van de kerk ons gegeven is om naar het vaderland te zeilen. De reis is erg stormachtig (dat hoort er nu eenmaal bij) en kan alleen goed aflopen als je aan boord blijft. De vraag is niet of de boot het houdt, maar of je aan boord blijft en niet door eigen onrust overboord slaat. Het leven zien als pelgrimage door gevaarlijk gebied is leerzaam. Het kleurt je verwachtingen voor het (kerkelijk) leven anders in dan wij vaak doen. Ook is opvallend dat Augustinus de kerk vooral ziet als het door God gegeven vaartuig, waar je veilig in zult aankomen ondanks alle onvermijdelijke stormen; wanneer je maar aan boord blijft. In onze versplinterde protestantse traditie is de kerk vooral onze organisatie, waar we dus ook aan kunnen twijfelen. Het zou goed zijn dat we ons begrip ‘kerk’ in Augustinus’ richting herijken en haar opnieuw vanuit God leren zien, om met meer vertrouwen verder te reizen door de stormen die er bij horen. Vooral bemoedigend is dit: ‘Als je je geen raad meer weet, als de boot niet meer gehoorzaamt aan het roer, als het voordeel van het hijsen van de stormfok niet meer opweegt tegen het risico, als iedereen de moed opgeeft en alle pogingen staakt, dan kun je als bemanning niet anders meer doen dan je toevlucht nemen tot gebed en je stem tot God richten. Hij zorgt ervoor dat de opvarenden van de boot de haven bereiken. Zou Hij dan zijn kerk in de steek laten en er niet voor zorgen dat zij de rust bereikt?’

73e Jaargang nr. 3 najaar 2011 Tijding is een gratis kwartaal-uitgave van de IZB - vereniging voor zending in Nederland en wordt toegezonden aan de leden. IZB-lidmaatschap: aanmelden bij de IZB. De contributie is e 10,- per jaar. Opzegging lidmaatschap voor 1 november. De IZB is een missionaire organisatie binnen de Protestantse Kerk in Nederland en stimuleert, adviseert en ondersteunt gemeenten en gemeenteleden in het evangelisatiewerk door middel van toerusting, materialen en missionaire werkers. Bestuur ds. M.J. Tekelenburg, voorzitter ds. H.J. van der Veen, tweede voorzitter ds. R.F. de Wit, secretaris A.P. van der Kooy, penningmeester ds. M.C. Batenburg prof.dr.ir. J.H. van Bemmel mw. drs. Z.A. Jansen-Smit dr. H. de Leede mw. J.E. van Velzen-Vermaas ds. J. van Walsum Directie ds. L. Wüllschleger. IZB Johan van Oldenbarneveltlaan 10 3818 HB Amersfoort tel.: 033-4611949 e-mail: secretariaat@izb.nl internet: www.izb.nl ING: 980 980 Rabobank: 30 22 06 191 IBAN: NL26 RABO 0302 2061 91 BIC: RABONL2U Uw steun Steun de zending in Nederland door uw gebed, uw IZB-lidmaatschap, uw gift en door al uw boeken te kopen bij de IZB-boekhandel: www.izbboekhandel.nl, tel. 033-4613225. Redactie Anja van Maanen-Hoekman en Koos van Noppen. Overname artikelen Overname van artikelen is toegestaan met bronvermelding. Foto's Voorpagina en pagina 2, 3: Jaco Klamer.

Ds. Sjaak van den Berg missionair predikant (IZB) van de Martinikerk in Groningen.

Tijding • nr. 3 najaar 2011

15


Kinderpagina De vorige puzzel

De nieuwe puzzel

We hebben deze keer weer veel oplossingen binnen gekregen. Vast vanwege de vakantietijd. Ook heel veel puzzelaars die voor het eerst meededen. Fijn! De puzzel leek deze keer niet zo moeilijk, maar let op: lees altijd goed wat er gevraagd wordt. Bijna iedereen had de juiste woorden gevonden, maar niet iedereen heeft ook opgeschreven waar deze woorden in de Tijding te vinden waren. De enige juiste oplossing: Brood voor de buurt. Te vinden in het artikel op bladzijde 8 en 9. De prijswinnaars zijn: Elza Baas uit Oudewater, Sanne Duits uit Hei- en Boeicop, Joyce de Heer uit Harmelen, Jurian Korevaar uit Brandwijk, Arjan Luten uit Hasselt en Noa Plugge uit Oud Alblas. Zij krijgen weer een prijsje thuisgestuurd. Geniet van jullie boek. En blijf gezellig met ons mee puzzelen. Veel plezier met de volgende.

Leven met God, praten over Hem, doen zoals Jezus deed. Dat is wat de mensen van de IZB graag doen. Daarover gaat het ook in dit nummer van Tijding. We noemen het met een moeilijk woord wel ‘Missionair bezig zijn’. In deze puzzel staan een aantal woorden die daarover gaan. Ze komen ook allemaal uit de leesstukjes in dit blad. Er is één probleem: de computer heeft in plaats van letters tekens gebruikt. Gelukkig weten we wel welk teken bij welke letter hoort. Aan jullie de uitdaging uit te zoeken wat er staat. Als het goed is, vind je 10 woorden van links naar rechts, eerst de op linker- en dan de rechterpagina van het boek. Maar dan blijven er nog een aantal letters over en als je die achter elkaar zet, heb je de oplossing gevonden, die je op mag sturen naar de IZB. Doe dat, voorzien van je naam en adres, naar: IZB, Johan van Oldenbarneveltlaan 10, 3818 HB Amersfoort. Je mag de oplossing ook mailen naar l.timmermans@izb.nl. Succes!

Geheimtaal

Groetjes van Marlies en Leontien 

©

A # B $ C % D & E { F } G  H ± I ¤ J © K £ L • M ≠ N  O  P  Q ~

16

R § S « T ‡ U Σ V

W ≤ X * Y Ø Z ^

Tijding • nr. 3 najaar 2011

« Σ

Σ

Σ

«

 ¤ #

¤

§

‡  § «

¤

«

¤

«

«

#

#

^ {

Σ

{

#

«  {

{

¤

&

{

• •

§

&

«

£

{

§

$

¤

©

£

{

§

{

¤

$

{

¤

#

¤

{

{

§

£

{ {

{

 { ‡

≠ {

{ 


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.