losse verkoop â‚Ź 6,95
winter 2014
#03
Inspiratie uit innovatie
DUNE is the interactive landscape of light which brightens according to the sounds and motion of people / credits: Studio Roosegaarde
pagina 3
Voor woord fotografie: Studio Roosegaarde
Foreword Inn010 Once, during a meeting in one of the Europoint Towers, I looked out over Merwe-Vierhavens. Off in the distance, a building jumped out at me - that happens sometimes - and it appeared to be giving off light. I immediately went to have a look and fell in love. That was roughly half a year ago. In the meantime, it’s been made official that Studio Roosegaarde is
Tijdens een afspraak in een van de Europointtorens keek ik uit op Merwe-Vierhavens. In de verte sprong er een gebouw uit, dat heb je wel eens, het leek wel licht te geven. Ik ben meteen gaan kijken en werd verliefd. Dat was pakweg een half jaar geleden. Inmiddels is officieel bekend dat Studio Roosegaarde naar Rotterdam komt. Naar het Glazenpand waar alles klopt. De lichtval door het glas, de fijne schaal... De wens van de gemeente om het gebied een push te bezorgen heeft de doorslag gegeven om voor Rotterdam te kiezen. Rotterdam heeft de ambitie dé Maakstad 2.0 te worden. Hier gebeurt het, en in deze context wil ik in de rol van droomfabriek nadenken over de nieuwe economie.
coming to Rotterdam. To that glass building where everything is right. The way the light falls through the glass, the fine details... The municipality’s ambition to give the area a push was the deciding factor to choose for Rotterdam. Rotterdam wants to be Creative City 2.0. It’s happening here, and we, in the role as a dream factory, want to think about about the new economy in that context. It helps that the municipality is adaptable in its manner of thinking. They’re not just talking about things, they’re helping to build, and are establishing themselves as an active government. Old-fashioned, schematic rental of space is a thing of the past. Rotterdam wants to develop an area, accepts its responsibility and invests, also in the things that a city can be proud of. It’s merely up to me to develop fantastic, radical ideas for Smart Cities.
Wat zeker ook meespeelt is de soepele manier waarop de gemeente meedenkt. Ze zijn niet aan het babbelen, maar aan het meebouwen en stellen zich als actieve overheid op. Ouderwets programmatisch verhuren is niet meer van deze tijd. Rotterdam wil een gebied ontwikkelen, neemt hierin haar verantwoordelijkheid en investeert. En dus ook in dingen waar je als stad trots op kunt zijn. Aan mij om lekker radicale ideeën te ontwikkelen voor Smart Cities. Die mooie, lelijke Europointtorens, daar kan ik wel wat mee. Er ligt al een schetsontwerp om met inzet van kunst en technologie interactie te creëren tussen de torens en de omgeving, net zoals ik met DUNE in de Maastunnel heb gedaan. De afspraak is dat we twee, drie maal per jaar met elkaar een sessie organiseren om over Merwe-Vierhavens na te denken. Ik kan niet beloven dat die torens straks in één keer vol komen. Maar we kunnen wel ideeën delen, over en weer pingpongen.
Those beautiful, ugly Europoint Towers, I can work with th0se. There’s already a proposal to create interaction between the towers and their environment using art and technology, just as I did in the Maastunnel with DUNE. We’ve agreed to organize sessions two or three times a year to rethink the Merwe-Vierhavens area. I can’t promise that those
Studio Roosegaarde wordt een echte proeftuin, en daarin gaat het zeker niet alleen om mij. Ik wil de plek gaan kietelen en mijn technisch ondernemerschap en verbeelding inzetten voor de Maakstad 2.0. In elk geval voor de komende tien jaar. Jullie zien me vast nog vaker terug in INN010!
towers will be filled soon. But we can share ideas, toss them around.
Daan Roosegaarde Studio Roosegaarde is a real testing ground, and it’s certainly not just about me. I want to titillate the place and put my technical entrepreneurship and imagination to work for Creative City 2.0, for at least the next ten years. You’ll see me again in INN010!
kunstenaar, innovator en zelfbenoemd hippie met een businessplan
food / medisch
Food meets: Health De voedselsector heeft te maken met een veranderende beleving van de consument. Vers, duurzaam en dichtbij geproduceerd zijn de trends ...
#03 INHOUD Voor u ligt het derde nummer van INN010, het B2B-magazine dat een podium geeft aan innoverende bedrijven, makers en kennisinstellingen in de regio Rotterdam. INN010 is ontstaan uit de wens van enkele publieke en private partners om Rotterdam gezamenlijk regionaal en internationaal innovatief te etaleren met het oog op de toekomst. Vaste partners Deloitte, RDM Centre of Expertise, Stadshavens Rotterdam, Van Lanschot bankiers, R. Smaal B.V., iTanks en Nsecure geven hiertoe twee keer per jaar een magazine uit. Elke uitgave van INN010 wordt feestelijk gelanceerd en gekoppeld aan een netwerkborrel. Bovendien besteedt elke editie van INN010 in een rondetafelgesprek aandacht aan een actueel thema. In dit nummer speciale aandacht voor Food & Medisch. Ook energie, maritiem, gebiedsontwikkeling en de creatieve industrie zijn steeds terugkerende onderwerpen.
energie
18
6 Healthcare @Van Lanschot Wereldwijd neemt de behoefte aan gezondheidszorg toe. In Zuid-Amerika, AziĂŤ en Afrika, werelddelen met een groeiende bevolking ...
Groen is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven EĂŠn ding is duidelijk. De economie van de toekomst is niet meer gebaseerd op aardolie ...
Bioforce en Biolat Door toepassing van biomassa kan de uitstoot van CO2 snel omlaag. In Rotterdam komt nu een fabriek die houtsnippers gaat verwerken ...
10
Veel leesplezier!
22
Annet Spijkerman en Annemarie Teeken (uitgever A&A Business)
Yvette van Dael en Ellen Lengkeek
12 >> Food made INN010
(het redactieteam)
14 >> Kasteel van Rhoon 16 >> Tieleman Keukens
23 >> Bako Koeltechniek
pagina 5
gebiedsontwikkeling
food meets... urban development
maritiem
40 creatieve industrie
58
Welkom in de wereld van tankopslag en innovatie
24
Rechte wegen, kranen, opslagtanks. Ja, dit is Rotterdam, de belangrijkste Europese haven ...
Veni, vidi, vici: de Markthal kwam, zag en veroverde zijn plekje al voor de opening in hartje Rotterdam. Een uniek architectonisch gebouw ...
Ondernemen in Merwe-Vierhavens De stadshavens van Rotterdam bieden ruimte voor nieuwe bestemmingen op en aan het water ...
20
28 Building climate resilient communities
34
Engineering, procurement & constructionsector
Gratis schoenen en brillen wereldwijd Kopen en geven. Dat is waar het non-profitbedrijf TOMS uit Californië voor staat ...
Nieuw zakelijk wereldnetwerk
46
InfinAgora is een nieuw internationaal zakenplatform voor ondernemers en zakelijke beslissers ...
Deloitte heeft een overeenkomst gesloten met ERP-leverancier IFS en wordt daarmee strategisch partner van IFS voor de implementatie ...
60
De toekomst van de roeiers ligt in diversificatie en innovatie De bijna 120 jaar oude Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE) afficheert zich als ‘de handen, ogen, oren van de haven’...
50
62 Nieuwbouw Lely Campus Nsecure is toonaangevend in de markt van hoogstaande beveiligingsoplossingen. Lely Industries heeft de tradities van de agrarische sector ...
Wat hebben New York, Rotterdam en de andere deltametropolen in de wereld gemeen ...
32 >> De FAV010 spots van
54 >> Start-ups
35 >> Drones
44 >>Bonn&Mees
56 >> En de winnaars zijn ...
36 >> Zoeteman
48 >>Boelaars & Lambert Groep
58 >> INN010 ambassadeur
38 >> Woonboelevard Spijkernisse
53 >>Oskam
64 >> Cross-overs
pagina 6
Rondetafelgesprek De clusters food en medical leveren een interessante verbinding op met legio kansen voor innovatie. De regio Rotterdam heeft in dat opzicht alles in huis om tot hoogwaardige oplossingen te komen voor ons welzijn in de toekomst. De stadshavens van Rotterdam zijn de proeftuin waar initiatieven op dit gebied kunnen landen. Een mooi voorbeeld hiervan is de Rotterdam Science Tower. Het op grote schaal stimuleren van het eten van gezond voedsel ontlokt voor- en tegenstanders tot pittige discussies. Want wat is gezond? Professor Eric Claassen vindt in foodpionier Rob Baan en Sharon Janmaat-Bouw medestanders.
Gasten aan de discussietafel
1
2
3
1) Eric Claassen ondernemer en professor Ondernemerschap en kennisvalorisatie aan de VU en het Erasmus MC
2) Sharon Janmaat-Bouw projectmanager gemeente Rotterdam, clusteraanpak Food
3) Rob Baan directeur Koppert Cress, Monster (Westland)
food / medisch
pagina 7
Food meets: health Rob Baan: ‘Waar was je al die tijd?’ Eric Claassen: ‘Ik ben er altijd geweest.’
De voedselsector heeft te maken met een veranderende beleving van de consument. Vers, duurzaam en dichtbij geproduceerd zijn de trends, evenals voedsel van hoge kwaliteit. De medische wereld zet in op gezonde voeding om ziektes te voorkomen en eetgedrag te beïnvloeden. In het innovatieve glastuinbouwgebied het Westland zorgt INN010 voor een bijzondere ontmoeting. We praten in de Cressperience van het Monsterse bedrijf Koppert Cress over de macht van vers en de kracht van samenwerken. tekst: Yvette van Dael / Ellen Lengkeek fotografie: Freek van Arkel
De gedrevenheid van Baan is overal zichtbaar in het bedrijf, tot zelfs zijn overhemd waarop lieveheersbeestjes staan afgedrukt, de natuurlijke gewasbeschermers. Wat is zijn drijfveer? Rob Baan: ‘Mijn missie is voeding en gezondheid. Ik wil de gezondheid terugkrijgen op ons bord. Tuinbouw is daarvoor de basis. We zijn veel en goedkoop gaan produceren. We eten vaak ongezond, met talloze niet-overdraagbare ziekten als gevolg, zoals diabetes 2, kanker, obesitas en hart- en vaatziekten. Vaak het gevolg van slecht voedsel. Ik moest aanvankelijk lachen om een term als urban farming als de nieuwe toekomst. Maar wat we hier doen is typisch urban farming.
Tuinbouw naast de stad waaraan we dagelijks kakelverse producten leveren. Dat supermarkten daar dagen over doen, is hun verhaal. Maar in ons geval kan het zomaar zijn dat onze groenten ‘s morgens gesneden worden en ‘s middags op je bordje liggen. En daarom zit ik hier met dit bedrijf. Het Westland is het centrum van de wereldtuinbouw en dat hebben wij jaren terug al ingezien. Alle landen zouden willen dat ze op de achtergrond een Westland hadden met hun toeleveranciers, apparatuur en kennis. En dat is heel spannend. De relatie met de consument is door de enorme reclame, met dank aan de voedingsindustrie, op haar kop gezet. Het reclamebudget voor een Twixreep is groter dan dat voor alle promotie van tuinbouw en groente bij elkaar in Europa. Een bloody reep. Wij gaan voor vers.’ >
pagina 8
De macht van vers wordt door zijn gesprekpartners direct onderkend. Sharon Janmaat-Bouw: ‘De gemeente Rotterdam wil ten dienste staan van de bedrijven binnen het Foodcluster in deze regio. Zo hebben we veel interviews gehouden met ondernemers om vanuit de grote stad een agenda op te stellen. Hiermee willen we bedrijven helpen om hun business te vergroten, zodat de stad weer kan profiteren van goede voeding en werkgelegenheid. We hebben nu de Markthal en werken verder aan de ontwikkeling van het foodplatform De Wereld van Smaak. We hebben ook het kabinet verleid om volgend jaar alsnog te participeren in de World Expo in Milaan, met het thema food. Ook weer namens de bedrijven in deze regio. We zetten de macht van de stad in om het bedrijfsleven verder te helpen.’ Rob Baan: ‘En de gemeente Rotterdam maakt waar wat ze belooft. Zo stoer. Het was ingewikkeld om voor de realisatie van de Markthal alle kikkers in de kruiwagen te krijgen. En het is gelukt. Zelfs in Japan, waar ik vaak kom, spreken ze erover! De Markthal staat er, alleen jammer dat veel mensen nu weer gaan zeuren. Natuurlijk gaan we niet allemaal verdienen in de Markthal, maar het is voor mij een podium tot bewustwording. Een mogelijkheid ook om kinderen in de Wereld van Smaak weer te leren wat vers voedsel is.’
Eric Claassen doceert zijn ‘gezondheids- c.q. versverhaal’ over de hele wereld en onderstreept het belang van minder, vers en gebalanceerd eten. ‘We hebben nu twee jaar een website over darmgezondheid waar ook recepten op staan. De website heeft 60.000 hits per maand, wat voor een healthwebsite erg veel is. Ik werk sinds 1987 in het umfeld van voeding en gezondheid. We zijn vergeten welke groenten echt belangrijk zijn. Een mooi voorbeeld vind ik witlof. Witlof staat voor mij op nummer 1 als antidiarreemiddel. Maar de professional verklaart mij dan voor gek, want die komt met bouillon aan. Je kunt ook artisjok nemen, schorseneren of asperges. In de mediterrane restaurants staan die gewoon als bijgerechten op de kaart. In die landen weten ze heel goed dat deze groenten
goed zijn. Dat weten ze al 2000 jaar. Veel van mijn collega’s in de medische wereld onderkennen niet eens het belang van deze groenten. Zij denken bij een mediterraan dieet alleen aan tomaten en olijfolie. Je kunt die lijstjes wel publiceren, maar voordat het besef in de medische wereld landt, duurt het zeker vijf tot zeven jaar. Ik hamer op: minder eten, vers eten en gebalanceerd eten. Kook vers en niet eenzijdig.’ Baan en Janmaat-Bouw moeten lachen. ‘Dus geen sherrydieet, of alleen maar raw food.’
Food en industrie, hoe liggen de verhoudingen? Rob Baan: ‘Ik kom zelf uit de industrie en ik heb er niets mee. Dat durf ik ook te roepen. Toenmalig wethouder Baljeu verzocht mij namens de foodsector samenwerking te zoeken met een grote speler in de voedingsindustrie. Dus was ik niet te beroerd daar met de witte vlag naar toe te gaan, om te praten over de komst van onder meer het World Food Center naar Rotterdam. Laat ik zeggen, we kwamen niet tot elkaar. Zeker niet tijdens de lunch met tomatensoep uit een pakje. Maar wel met onze mooie verse tomaten op de verpakkingen. Er valt nog een slag te maken.’ Sharon Janmaat-Bouw: ‘Je ziet toch dat de industrie en de verssector elkaar een beetje naderen. Een bedrijf als Unilever wil zich heus wel verbinden aan de sector, vanuit de behoefte in te spelen op duurzaamheid en vers. Unilever heeft het Westland hard nodig voor zijn identiteit. Maar laten we een stapje teruggaan. Hoe zorgen we ervoor dat we samen de
waarheid gaan roepen: namelijk dat het eten van gezond voedsel ziekten voorkomt? Rob Baan is daarop aan het voorsorteren.’ Eric Claassen reageert: ‘De essentie van het verhaal is dat we uit de bocht zijn gevlogen met ons voedingspatroon. Als iemand dat ontkent, mag je diegene aan de schandpaal nagelen. Ketchup is echt niet beter dan verse tomaten. Het is schandalig om dat te veronderstellen. Dat is marketing. Maar mogen we een Magnum eten? Jawel, een Magnum past in een uitgebalanceerd dieet, maar dan een paar keer per jaar.’ Hij stelt dat je het feitelijk gewoon weet of iets goed voor je is en dat je dat heus niet klinisch hoeft te bewijzen. ‘Je weet ook dat je door steriel eten de goede parasieten en schimmels mist. De rebalancering van normale groenten met een normaal eetpatroon is essentieel.’
Terug naar de regio Rotterdam. Welke rol speelt de gemeente? Sharon Janmaat-Bouw: ‘We gaan ons niet mengen in de discussie wat de voedselindustrie moet doen, of de versbedrijven. Voor ons is het Foodcluster in de regio belangrijk. En wat we zien gebeuren is dat de sector veel kennis naar het buitenland verkoopt, waardoor we langzaam onze rol als voedselproducent van Europa verliezen, omdat veel regio’s nu zelf kunnen verbouwen. Bulkproductie van tomaten ofkomkommers kan dus niet meer de corebusiness van de sector zijn. Ik denk dat Rotterdam de business van het Foodcluster extra kracht kan bijzetten door kennisdeling met de andere clusters te stimuleren, mee te investeren en mee te denken over niches. En door de knowhow, geschiedenis en innovatiekracht van de bedrijven die hier zitten meer naar buiten te brengen.’ Zij stelt dat de oplossing van elk foodprobleem van de wereld zich binnen een straal van 30 km om de Euromast bevindt. ‘Daarmee proberen wij duidelijk te maken wat er op een klein stukje land gebeurt en welke logische verbindingen er te leggen zijn.’ Eric Claassen: ‘Een goede claim. De politiek moet zeggen: wat wil je nou als bedrijf, maak gebruik van die lokale kennis. Dat kun je als overheid stimuleren. Op Europees niveau zijn daar gelden voor. Maar lokaal zetten overheden
food / medisch
pagina 9
Food meets health
liever in op gebiedsontwikkeling dan dat ze een ecosysteem ontwikkelen. En hier in de regio is echt sprake van een ecosysteem. De regio kan die samen met het medische cluster, met 14.000 werknemers een van de grootste in Europa, verder uitbouwen en er een voorbeeldfunctie aan meegeven.’
The food and medical clusters offer an interesting link, with countless opportunities for innovation. The food industry is dealing with a changing consumer experience, whose current trends are fresh, sustainable, high-quality and locally produced food. The medical world is focusing on healthy diets to prevent diseases and to influence eating behavior. INN010 brought together some exceptional voices to discuss the power of freshness and the strength in collaboration: Professor Eric Claassen, professor of entrepreneurship and knowledge valorisation at the Vrije Universiteit and the Erasmus
Sharon Janmaat-Bouw: ‘In die straal van 30 km bevinden zich dé kennis op het gebied van watermanagement, logistiek & distributie en voedingsproductie, én het medische cluster. Als je dat allemaal bij elkaar hebt, op zo’n klein stukje land, dan moet je wel tot grote dingen komen.’ Rob Baan: ‘Ik geloof in cross-overs tussen lifesciences, health en tuinbouw. Van elkaar leren.’
Medical Centre; Sharon Janmaat-Bouw, project manager for the municipality of Rotterdam;
Eric Claassen: ‘Mensen als Rob sorteren de vragen voor, de wetenschap moet ermee aan de slag. Wetenschappers zijn narcisten, maar het is hun verantwoordelijkheid om te luisteren naar mensen die weliswaar geen Nobelprijs voor lifesciences krijgen maar wel de waarheid vertellen.’ Een inkopper voor Sharon Janmaat-Bouw: ‘En wij kunnen als overheid weer breed ontsluiten.’ Aan tafel zijn de muurtjes in elk geval geslecht. En de eerste cross-over is gelegd: Baan en Claassen weten elkaar vanaf nu te vinden. <
Claassen has worked in nutrition and health since 1987. “We’ve forgotten which vegetables
and Rob Baan, managing director of Koppert Cress, a company specializing in unusual seedlings and ingredients. “My mission is nutrition and health,” says Baan. “I want to get healthy food back on our plates. What we do here is almost like urban farming: growing things close to a city that we can deliver farm-fresh produce to on a daily basis. Vegetables we picked in the morning can be on your plate by the afternoon.”
are really important,” he says. “People who live in the Mediterranean countries have known for 2000 years that vegetables like artichokes, salsify and asparagus are healthy, but a lot of my colleagues in the medical world don’t even recognize their importance. If they hear ‘Mediterranean diet’, they only think about tomatoes and olive oil. People like Rob Baan figure out the questions, but science needs to get to work on them.” Janmaat-Bouw says she sees the food industry and the fresh food sector moving closer together, though. “The solution to every food problem in the world can be found within a 30 km radius of the Euromast,” she says. “In that 30 km stretch you’ll find expertise in water management, logistics, distribution and food production, and the medical cluster. If you have all of that in one small place, great things can be done.”
pagina 10
Wereldwijd neemt de behoefte aan gezondheidszorg toe. In Zuid-Amerika, Azië en Afrika, werelddelen met een groeiende bevolking en stijgende welvaart, vertaalt die behoefte zich in een betere infrastructuur en beschikbare zorg tegen zo laag mogelijke kosten. In de Verenigde Staten zijn de kosten voor
Specialisme: Van Lanschot Healthcare De eerstelijnszorg staat volop in de schijnwerpers.
gezondheidszorg dermate hoog opgelopen dat ze
De zorgvraag neemt toe en de organisatie van het
voor een steeds kleiner deel van de bevolking zijn op
aanbod is sterk in ontwikkeling. De komende jaren
te brengen. En in het vergrijzende Europa stijgen de zorgkosten en wordt de oplossing gezocht in kostenbesparingen.
staan in het teken van kwaliteit en innovatie. De zorgprofessionals moeten inzicht zien te krijgen in de gevolgen en de juiste keuzes maken. Daarvoor kunnen zij terecht bij Van Lanschot Healthcare. Deze bankiers hebben veel kennis van de zorgsector,
tekst: Yvette van Dael/Van Lanschot fotografie: archief Van Lanschot
volgen de ontwikkelingen op de voet en zijn bekend met de financiële vraagstukken en veranderingen. En vertalen deze naar concrete adviezen: financieel,
Healthcare @Van Lanschot Met besparingen alleen komen we er niet. Er is een blijvende noodzaak tot onderzoek en innovatie voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, medische technologie en behandelmethoden. Maar de ontwikkeling van geneesmiddelen is ook een kostbare onderneming. Van elke twintig middelen die aan dure, verplichte testen worden onderworpen, haalt er gemiddeld maar één de eindstreep. De hoge kosten van de mislukte middelen worden afgewenteld op de weinige middelen die de markt wél bereiken. Wat weer leidt tot hoge prijzen voor nieuwe geneesmiddelen. Met andere woorden: ook bij onderzoek en innovaties moeten de kosten tegen de baten opwegen. En daar kunnen de specialisten van Van Lanschot en 100%-dochter Kempen & Co een grote rol in spelen. Zij werken op verschillende niveaus samen met artsen, bedrijven en ondernemers in de zorgsector. Maak kennis met hun specialismes.
fiscaal én strategisch. De afdeling Healthcare richt zich specifiek op de eerstelijns medische professionals en hun praktijk of zorgonderneming.
Specialisme: Van Lanschot Participaties Van Lanschot Participaties investeert in stabiele, middelgrote Nederlandse ondernemingen en helpt hen bij het realiseren van hun groeistrategie. Als dat eenmaal gelukt is, worden de belangen weer verkocht. Zoals recent gebeurde bij DORC, een bedrijf dat instrumenten maakt voor de oogindustrie. In de healthcare sector is Van Lanschot nog wel aandeelhouder van Medsen Apotheken. Overigens... Van Lanschot verwerft bij voorkeur een minderheidsbelang voor de lange termijn en geeft in de samenwerking het management zodoende veel bewegingsvrijheid. Daarnaast is Van Lanschot Participaties vooral een betrokken aandeelhouder die het management ondersteunt en adviseert.
food / medisch
pagina 11
Specialisme:
MedSciences Capital De ambitie om door innovatie, zorg betaalbaar te houden is een gedeelde ambitie: Kempen & Co heeft als enige Nederlandse bank een investeringsfonds in de gezondheidszorg: MedSciences Capital. Het fonds investeert in niet-beursgenoteerde, opkomende ondernemingen die zich toeleggen op de ontwikkeling van innovatieve medische producten. Zo stond het fonds aan de wieg van Prosensa, het intussen aan Nasdaq genoteerde Nederlandse bedrijf dat op het punt staat om als eerste goedkeuring te vragen voor een geneesmiddel tegen de dodelijke spierziekte van Duchenne. Meer info: www.medsiencescapital.com.
Specialisme:
Kempen & Co Corporate Finance Kempen & Co Corporate Finance heeft een eigen Life Sciences & Healthcare team, dat bedrijven begeleidt bij hun kapitaalmarkttransacties en fusies & overnames. Zeker voor de biotechnologiebedrijven is toegang tot kapitaalmarkten van groot belang bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Dit jaar was Kempen & Co onder meer betrokken bij de beursgang van het Belgisch-Nederlandse bedrijf arGEN-X op Euronext Brussel, en van het Duitse bedrijf Probiodrug op Euronext Amsterdam. Beide bedrijven gebruiken het opgehaalde geld om hun producten ter bestrijding van kanker en Alzheimer’s verder te ontwikkelen. Ook medisch technologische bedrijven gebruiken een beursgang vaak om de benodigde financiën op te halen voor hun innovatieve producten. Mainstay Medical bijvoorbeeld, dat zich richt op de behandeling van lage rugpijn, is eerder dit jaar naar de beurzen van Dublin en Parijs gebracht. Fusies en overnames geven bedrijven tenslotte de mogelijkheid om technologieën te verwerven of te combineren. Zo adviseerde Kempen & Co het Indiase farmaceutische bedrijf Dr Reddy’s bij de overname van het Nederlandse technologiebedrijf Octoplus.
Westersingel 74 – 3015 LB Rotterdam / t: +31 (0)10 440 20 20 / www.vanlanschot.nl
Casus SkylineDx In de medische sector ontstaan vanzelf nieuwe kansen. De grootste impact wordt verwacht van ondernemingen die innovatieve producten combineren met slimmere productontwikkeling én een duurzamer bedrijfsmodel. Zij worden de echte ‘game changers’. De eerste ondernemingen dienen zich al aan. SkylineDx is zo’n onderneming, een van de aanjagers van de Rotterdam Science Tower (zie ook INN010#2, www.inn010.com) in het Merwe-Vierhavensgebied. SkylineDx vormt de schakel tussen onderzoek en praktijk. Het Rotterdamse technologiebedrijf brengt in 2015 de MMprofiler op de markt. Een geautomatiseerde genetische test die de ziekteprognose van een patiënt met een multipel myeloon nóg nauwkeuriger weet te voorspellen. Multipel Myeloom staat ook wel bekend als ziekte van Kahler, en is een kwaadaardige woekering van plasmacellen in het beenmerg. Aan de hand van de MMprofiler wordt bepaald welk type beenmergkanker iemand heeft. De test analyseert 92 kenmerken in het genetische profiel van het aangedane beenmerg en geeft inzicht of de patiënt een hoog risico heeft om te overlijden. Dat inzicht stelt de behandelaar weer in staat de juiste keuzes te maken in de behandeling. Van de MMprofiler hangen dus therapiebeslissingen af. Meer info: skylinedx.com
Zwammen in het zwembad Geen zwemmers, maar zwammen bevolken nu het vroegere zwembad Tropicana. RotterZwam redt koffiedik van de vuilverbranding en kweekt oesterzwammen op dit organische restafval van lokale restaurants. Zonder afval achter te laten, want ook de resten worden hergebruikt. Na de oogst gaan de zwammen weer terug naar de horeca: de cirkel is weer rond. www.rotterzwam.nl
food made inno1 o
Oogst van het dak
Loeren bij de boeren Rotterdamse Oogst wil de regionale voedselketen versterken door het organiseren van evenementen en marktplaatsen. Midden in de stad en dicht bij de consument ontmoet boerenverstand wereldburgers, ambacht design en vergeten groente innovatie. www.rotterdamseoogst.nl tekst en samenstelling: Yvette van Dael
Naar een idee van ontwerpbureau Zones Urbaines Sensibles heeft Rotterdam het eerste oogstbare dak van de Randstad: de DakAkker. Hier worden groente, fruit en kruiden verbouwd, en honingbijen gehouden. De DakAkker is opgezet als proef om te experimenteren met groene daken. www.dakakker.nl
food / medisch
pagina 13
Foodcurators Een gezonde stad Voedseltuin Rotterdam komt op voor een duurzame stedelijke samenleving met gezond voedsel voor iedereen. Volgens de principes van permacultuur produceert de tuin biologisch geteelde groente en fruit voor cliënten van de Voedselbank. De inhoud van de voedselpakketten is er een stuk gezonder door geworden! www.voedseltuin.com
Meer dan peen met ui Braakliggende terreinen worden moestuinen en leegstaande panden worden restaurants: Hotspot Hutspot buigt leegstand in de wijken om tot ‘hotspots’ waar tieners leren over stadslandbouw. Na schooltijd en in het weekend koken ze en bedienen ze de gasten die zich de ‘hutspot’ maar al te goed laten smaken. www.hotspothutspot.nl
De bedenkers van Foodcurators houden zich bezig met voedsel en vormgeving. Ze zetten voedsel stil dat anders weggegooid of zelfs weggerot zou zijn en conserveren het. Door het te pletten, drogen, in te maken, stoken enzovoorts verzamelen ze collecties van de stilgezette producten. Op de foto notencollecties gevat in karamel. www.foodcurators.wordpress.com
Écht biologische muntthee Rotterdamse Munt levert ‘kruiden met eigenwaarde’: ecologisch geteeld en verwerkt door de vrouwen uit de buurt. De passie voor kruiden delen de tuinders graag in workshops en natuurlessen. De verse munt en andere kruiden vinden hun weg naar de keukens van de lokale horeca en particulieren. www.rotterdamsemunt.nl
advertorial --- advertorial
40 dagen lang lang een zesgangendiner voorvoor 40 euro, 40 procent korting voorvoor een Veertig dagen een zesgangendiner 40 euro, 40 procent korting 40-jarige, een een gratis glasglas champagne voor eeneen selfie metmet 4040 in cijfers of of letters een 40-jarige, gratis champagne voor selfie in cijfers en, als dat lukt, een diner meester-koks. In restaurant Biggo, de parel letters en, als dat lukt, eenvoor diner40 voor veertig meesterkoks. In BIGGO restaurant, van het Kasteel Rhoon draait komend alles jaar om het getal de parel van Hetvan Kasteel van Rhoon draaitjaar komend alles om 40. het getal 40. tekst: Joke Waltmans fotografie: BIGGO Restaurant
Ad AdJanssen Janssenviert viert40 40 jaar jaar horeca horeca Precies Precies veertig veertig jaar jaargeleden geledenwerd werdzakenman zakenmanSimon SimonAbel Abeleigenaar eigenaar van het het zwaar zwaar vervallen vervallenKasteel Kasteelvan vanRhoon Rhoonuit uit1199. 1199.Dat Datjaar jaarwas was ook de start start van van de dehoreca horecaininhet hetprachtig prachtiggelegen gelegenslot. slot.Eerst Eerstalsals een soort havenbaronnen, maar soort kantine kantinevoor voordedeRotterdamse Rotterdamse havenbaronnen, maar steeds meer een à la carte restaurant met een uitstekende keuken. goede keuken. Dat is Dat is hetvan werk van meesterkok Ad Janssen, in naar 1987Rhoon naar Rhoon het werk meester-kok Ad Janssen, die in die 1987 kwam kwam en ineigenaar 1996 eigenaar en in 1996 werd. werd. In de loop loop der der jaren jarengroeide groeideHet het Kasteel Kasteel van vanRhoon Rhoonuit uittot tothet hethart hart van een een bloeiend bloeiend horeca-imperium horeca-imperiumdat datinmiddels inmiddelsacht achtzaken zakentelt. telt. Meesterkok inin dede keuken Meester-kokAart Aartvan vanden denHoek Hoekzwaait zwaaitdedescepter scepter keuken van BIGGO, bijgestaandoor doorchef-kok chefkok Michael Verboom. Een Biggo, bijgestaan Een goed goed duo, zo zo bleek bleek onlangs onlangsweer weertijdens tijdensde despeciale specialelunch lunchwaar waarJanssen Janssen zijn jubileumplannen jubileumplannenontvouwde ontvouwdeen enstilstond stilstondbij bijeen eenrijke rijkecarrière. carrière. Tijdens de de lunch genoten de genodigden niet alleen van dewas geluk En net als gasten genoot van Simon Stokvis uit ‘Toen excellente gerechten, ook vanelkaar Simon Stokvis, bekendverbaal van heel gewoon’, die de maar gangen aan praatte en zong, ‘Toen Geluk Heel Gewoon’, die deuitsprak gangenvoor aan elkaar praatte dolde Was met Janssen en zijn waardering het werk van de en zong, verbaal dolde met Janssen en zijn waardering uitsprak voor meester-kok. het werk van de meesterkok.
Puur en eerlijk Puur eerlijk ‘Puur enen eerlijk’ zijn al jaren de sleutelwoorden in Janssens werk.
‘Puur eniseerlijk’ zijn al keuken jaren denog sleutelwoorden in Janssens ‘Bij ons de klassieke steeds de basis, terwijl uitwerk. eten ‘Bij is de klassieke keuken nogissteeds de basis, ondanks gaanons in de afgelopen jaren enorm veranderd. Het begon metdat uit eten gaanPaul in de afgelopen jaren enorm is veranderd. Het begon met chef-kok Bocuse die als eerste het eten op het bord uitserveerde, chefkok Paul Bocuse eerste cuisine, het etenback-to-basic op het bord met zelf daarna kreeg je trendsdie alsals nouvelle uitserveerde. Daarna kreeg je trends als en nouvelle cuisine, van backgeteelde groente, de moleculaire keuken de presentatie to-basic met groente, deJanssen. moleculaire keuken het, en de gerechten op zelf houtgeteelde en steen’, verhaalt ‘Wij kennen presentatie vanen gerechten hout steen’, verhaalt Janssen. ‘Wij volgen het ook af en toeop vind je ereniets van terug op je bord. Maar kennen ook en af en toe vind je er iets van terug op wat goedhet, is, volgen moet jehet behouden’. je bord. Maar wat goed is, moet je behouden’. Dat is ook precies wat de gast wil, weet Janssen. ‘Dat gevoel Dat is ook je precies gast wil, wij weet Janssen. ontwikkel in de wat loopde der jaren, noemen dat‘Dat ‘degevoel gast lezen’. ontwikkel je in de loop der jaren, wij spullen, noemengoed dat ‘de gast lezen’. De mensen willen verse duurzame bereid, De mensen willen duurzame spullen; fatsoenlijke portiesverse, en redelijke prijzen. Als goed je datbereid, aanvult met fatsoenlijke portiesals engroentes, redelijke prijzen. datuit aanvult gewilde accenten kruidenAls en je fruit onze met gewilde accenten als groentes, kruiden en fruit kasteeltuin, is iedereen tevreden,’ vervolgt hij. uit Hetonze juiste
kasteeltuin, is iedereen tevreden,’ vervolgt hij. Het juiste wijnadvies wijnadvies vanmaître Biggo’s sommelier Joseph Amhandi van BIGGO’s Joseph Amhandi maakt lunch enmaakt diner lunch en diner compleet. De persoonlijke benadering gaat bij het Kasteel compleet. De persoonlijke benadering gaat bij Het Kasteel van van Rhoon een grotere nog grotere rol spelen. Compleet met tafelRhoon een nog rol spelen. Compleet met tafelbereiding, bereiding, zoals dat vroeger gewoon je ziet datzalm de wilde zoals dat vroeger gewoon was. ‘Als jewas. ziet ‘Als dat de wilde zo vers zalmhet zo mes vers op vanjehet mes op jeeet bord komt, eeteen je net weerlekkerder. een stukje van bord komt, je net weer stukje lekkerder. Envan altijd vis vanZeevis Schmidt Zeevis natuurlijk, veertig En altijd vis Schmidt natuurlijk, al veertigaljaar onzejaar vaste onze vaste leverancier, daarin doenconcessies’. we geen concessies’. leverancier, ook daarinook doen we geen Wie een blik op de kaart werpt, ziet dat Janssen ook vasthoudt aan kenmerken, zoals de de ambachtelijke kreeftende klassiekers klassiekers die die Biggo BIGGO kenmerken, zoals ambachtelijke soep, een van een de toppers van het huis. ‘Dehuis. mensen blijven erblijven om kreeftensoep, van de toppers van het ‘De mensen vragen. Het recept is geheim, maar maar ik kanikwel dat we er om vragen. Het recept is geheim, kanverklappen wel verklappen dat uitsluitend kreeft en pure room gebruiken en zeker geen we uitsluitend kreeft en pure room gebruiken en zeker geen alcoholische smaakaccenten’. Roofridder Biggo van Duivelandt was acht eeuwen geleden de eerste het Kasteel bewoner van Het Kasteel van van Rhoon. Rhoon. Deze Deze stichter stichter van van Rhoon, Rhoon, die die bekend stond als nietsontziend, heeft nooit kunnen bevroeden dat kasteel een een geliefd geliefdmonument monumentzou zouworden wordenvoor voortrouwerijen, trouwerijen, zijn kasteel recepties, diners, diners, feesten feestenen envergaderingen, vergaderingen,zowel zowelparticulier particulierals als recepties, zakelijk.Een Eenplek plekook ookwaar waar natuur zich toont; zakelijk. dede natuur zich op op zijnzijn bestbest toont; kleurig in inde deherfst herfstenenkristalfris kristalfris in de winter. juiste decor kleurig in de winter. HetHet juiste decor culinair feestje op topniveau. voor een culinair topniveau. <
Dorpsdijk 63, 63, 3161 3161KD KDRhoon Rhoon//t:t.+31(0)10 010 501 501 88 96 www.biggorestaurant.nl Dorpsdijk 88 /96 / www.hetkasteelvanrhoon.nl dagelijks geopend geopendvoor voorlunch lunchen endiner diner(zaterdag (zaterdagalleen alleendiner) diner) dagelijks
pagina 15
pagina 16
- advertorial -
De keuken wordt meer en meer de sociale hotspot van de woning. De ontmoetingsplaats voor het gezin, familieleden en vrienden. Samen koken is een feest, een lifestyle en vooral een bezigheid waardoor mensen dichter tot elkaar komen. Samen koken is dĂŠ trend van 2015. Trendwatchers voorspelden het al en bij Tieleman Keukens in Middelharnis zien ze het dagelijks: de keuken is hot en steeds energiezuiniger.
tekst: Joke Waltmans fotografie: archief Tieleman
Een dagje Tielemannen Duurzame keukenspecialist op Goeree-Overflakkee Een koelkast die vlees en vis drie keer langer vers houdt dankzij de speciale 0 gradenzone en met optimale luchtvochtigheid die de houdbaarheid van groente en fruit verlengt. Een vriezer die nooit meer ontdooid hoeft te worden of een afwasautomaat die het water verwarmt met de restwarmte van de koelkast. In de keukenwereld wordt volop geĂŻnnoveerd.
>> Als voorloper in de keukenbranche bieden wij in nauwe samenwerking met onze partners alle laatste keukentrends. <<
Tieleman Keukens op het eiland Goeree-Overflakkee is meer dan vijftig jaar specialist op het gebied van kwaliteitskeukens. Zes jaar geleden zag eigenaar Jan Tieleman zijn droom in vervulling gaan: hij opende toen een bijzonder moderne keukenzaak met meer dan zeventig keukens in diverse uitvoeringen en opstellingen. Van eenvoudig functioneel tot zeer luxe
pagina 17
keukens met domotica. Van klassiek tot ultramodern. Alle nieuwe snufjes en ontwikkelingen ten spijt, koop je toch maar een of twee keer in je leven een nieuwe keuken. Met zorg zoek je er een uit. Wat wordt de stijl? Wat mag er niet ontbreken? Wordt het mat of glas, kleurig of gedekt? Als eenmaal de keuze is gemaakt, toont de Living Wall bij Tieleman in 3D de nieuwe keuken op een scherm van drie bij vier meter, dan zie je op ware grootte wat je koopt vanuit verschillende standpunten. ‘Wij willen onze klant laten beleven, genieten en hem entertainen tijdens de aanschaf van een keuken en alle ‘zorgen’ wegnemen. Uiteindelijk wil iedereen graag zien hoe het er uit komt te zien, dat gaat niet vanaf papier.’ Alles bij Tieleman is gericht op de klant. Een dag
keukens bekijken is een dag ‘Tielemannen’, inclusief een bezoek aan het Miele Experience Centre. Voor de kinderen is er niet alleen de traditionele speelhoek, maar ook een babyruimte, een bioscoop waar tekenfilms draaien en een playstationcentre. Wie letterlijk trek heeft gekregen van alle keukens kan terecht bij Werelds In-Side, de eigen lunchroom waar ook bij een kopje koffie de aankoop kan worden besproken. Puur en eerlijk eten staat centraal bij Werelds In-Side dat in korte tijd naam heeft gemaakt en ook catering verzorgt. Duurzaamheid en innovatie beperken zich niet alleen tot de keukenvloer bij Tieleman. Het nieuwe pand is duurzaam gebouwd en telt 476 zonnepanelen. Bovendien werkt het
Korendreef 15, 3241 AS Middelharnis / t: +31 (0)187 60 25 55 / www.tielemankeukens.nl
bedrijf voor zijn producten samen met leveranciers die energiezuinige en duurzame producten leveren die FSC-gecertificeerd zijn. Op het maatschappelijke vlak worden meerdere sportverenigingen en goede doelen gesponsord. <
>> Vanuit onze oergedachte de klant ‘nog ouderwets’ centraal te stellen, willen wij onze klant totaal ontzorgen. Onze eigen montage- en servicediensten waarborgen deze kwaliteit. <<
pagina 18
energie
pagina 19
Eén ding is duidelijk. De economie van de toekomst is niet meer gebaseerd op aardolie. Sterker nog: over twintig jaar is er mogelijk geen druppel aardolie meer te vinden. We zijn dus op zoek naar alternatieven. Een van de mogelijkheden is de biobased economy. Rotterdam onderzoekt de gevolgen voor de Rotterdamse haven. En: waar liggen de uitdagingen en mogelijkheden?
groen
is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven
Over de transitie naar een biobased economy tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel
De zon straalt in een uur evenveel energie naar de aarde als de mens in een jaar gebruikt. Een deel van deze energie wordt in de natuur opgevangen en opgeslagen door planten. Zowel op het land als in grote hoeveelheden in de zee, bijvoorbeeld in de vorm van algen. Zo ontstaan groene grondstoffen, ofwel biomassa. De laatste jaren hoor je steeds vaker de term biobased economy vallen. In de biobased economy wordt biomassa afkomstig van planten, algen en resten uit de natuur gebruikt als een groene grondstof voor chemie, materialen en energie. Naast de grotere inzet van natuurlijke materialen gaat het om het vernieuwen en optimaliseren van raffinageprocessen. Ook de zorg om de CO2-uitstoot speelt een voorname rol.
Energietransitie Isabelle Vries, lector Port Development bij het Kenniscentrum RDM, onderzoekt de betekenis van nieuwe markten voor ruimtelijke ontwikkeling
van havens. Tevens is ze werkzaam bij de afdeling Strategie van het Havenbedrijf Rotterdam. ‘Voorheen draaide de haven om olie, nu zoeken we naar nieuwe vormen van energie. De fossiele brandstoffen raken op en verduurzaming staat hoog op de agenda. Bovendien zijn we afhankelijk van importen uit regio’s met grote politieke risico’s. Een energietransitie is dus nodig om aan de verschillende bedreigingen het hoofd te bieden en ook in de toekomst een succesvolle haven te zijn.’ Ad de Kok, Lector Hernieuwbare Grondstoffen bij het Kenniscentrum RDM vult aan: ‘De energietransitie in Rotterdam verloopt echter traag en het zal nog een zware dobber worden om de landelijke doelstelling van 14 procent duurzame energie in 2020 te verwezenlijken. Uiteindelijk hebben we geen keus. De transitie is iets van de lange adem, er gaan twee of drie generaties overheen. Sommige bedrijven zijn nog in een ontkenningsfase, maar zullen zich vroeg of laat realiseren dat
omschakelen nodig is. Er leven in 2050 negen miljard mensen op aarde die allemaal een bepaalde levensstandaard wensen.’
Bioport plug & play In Rotterdam is er al enkele jaren een samenwerkingsverband op klimaatgebied tussen gemeente, havenbedrijf, bedrijven in de haven en de milieudienst DCMR: het Rotterdam Climate Initiative (RCI). Speerpunten van het Actieplan Energie RCI zijn onder meer inzetten/ opwekken van hernieuwbare energie (biomassa, wind, zon), deltaplan warmte/koude energieinfrastructuur, het stimuleren van LNG in scheepvaart en vrachtverkeer, afvang, transport en hergebruik en opslag van CO2, en Rotterdam Bioport. Biomassa is onmisbaar voor de aanpak om in 2030 de meest duurzame haven te zijn. Volgens Vries liggen er volop mogelijkheden en kansen. >
pagina 20
‘De energietransitie vormt een kans om nieuwe hernieuwbare grondstoffen aan te boren, nieuwe technologieën toe te passen en te ontwikkelen, en nieuwe bedrijvigheid van de grond te krijgen. In de Rotterdamse haven hebben we de ruimte. Daarnaast hebben we een unieke gasinfrastructuur, pijpleidingen en opslagmogelijkheden. Een deel van de Tweede Maasvlakte is bestemd voor biobased ondernemingen. Daar creëren het Havenbedrijf Rotterdam en nutsbedrijven de (nuts)voorzieningen zoals water, stroom en CO2-pijpleidingen. Door dit plug & play-concept wordt het aantrekkelijk voor biobedrijven om zich hier te vestigen. Ook is een aantal industriële complexen al langer geïntegreerd, zoals in de Botlek. Dat wil zeggen dat bedrijven onderling grondstoffen, warmte en restproducten uitwisselen. In het biobased cluster profiteren bedrijven dus optimaal van elkaars aanwezigheid. Het restproduct van de één kan weer de grondstof zijn voor de ander.’ Naast ‘traditionele’ vloeibare bulkstromen is het Rotterdamse olie- en chemiecluster inmiddels ook aantrekkelijk voor het opzetten van nieuwe bulkstromen. Vier biobrandstoffenproducenten hebben al gekozen voor Rotterdam als thuishaven. En op de Maasvlakte komt een nieuwe fabriek waar van houtsnippers houtskool wordt gemaakt (zie pagina 22). Houtskool vormt een prima bijstook in kolengestookte elektriciteitscentrales.
Uitdagingen en mogelijkheden Hoe lang gaat de omschakeling duren? Zijn het winstgevende technieken? Welke nieuwe regels en wetten moeten er komen? Wat zijn de kosten en opbrengsten? Er zijn genoeg vragen rondom biomassa waar nog een antwoord op moet komen
en waar de overheid en het bedrijfsleven zich mee bezighouden. De Kok: ‘Er bestaat onzekerheid over de gevolgen van biobased op de lange termijn. Op wereldniveau liggen er grote uitdagingen op het vlak van de grondschaarste en de stevige positie van de fossiele reuzen die nu nog in staat zijn om de balans bij fossiele grond- en brandstoffen te laten doorslaan. En dan zijn er nog de hoge kosten. Als puntje bij paaltje komt, denken de grote bedrijven nog te veel aan het volgende kwartaal en te weinig aan de komende dertig jaar. Begrijpelijk, maar omschakelen naar nieuwe technologieën kost tijd en geld: denk aan nieuwe fabrieken en technieken, het opschalen. Het gaat al snel over honderden miljoenen euro’s. Op het moment wordt de olie in de wereld bovendien niet duurder. En als een nieuwe, goedkope (maar eindige) fossiele grondstof zoals schaliegas of schalieolie zich aandient, dan verplaatst de focus zich al snel weer naar de korte termijn.’ Vries pleit ervoor om vooral te kijken naar de mogelijkheden en investeringskansen: ‘Hoe pas je biobased duurzaam toe? Wel is het belangrijk om te kijken naar het grotere geheel. Denk aan de impact van productie en import van biomassa als palmolie uit landen als Indonesië en Maleisië, met name wegens de schadelijke gevolgen voor de lokale bevolking en het tropisch oerwoud. Biomassa is soms niet zo groen als het lijkt. Partijen in de sector werken aan certificering van eerlijke biomassa. De regelgeving moet nog vorm krijgen, ook moet het eenvoudiger worden om juist met restproducten te werken.’
Mond of motor? Bioport streeft naar meervoudig gebruik van biomassa: eerst de stoffen met hoogwaardige toepassingen eruit halen, voor farmacie, smaak- en geurstoffen en voedsel en dan de volumineuze restproducten benutten als veevoer, vezels en energie. Het echt verstoken doe je alleen met stoffen die je niet meer kunt gebruiken. De Kok: ‘Er worden te veel stoffen verbrand waar nog waardevolle componenten in zitten. We hebben de benodigde technologieën niet voldoende onder de knie. Bij aardolie weten we hoe we moeten fractioneren, dat doen we al meer
energie
dan honderd jaar. Dat kan bij biomassa ook, maar dat kost tijd.’ We spreken over eerste-, tweede- en derdegeneratie biomassa. Suikerbiet, mais, tarwe, graan zijn bijvoorbeeld eerste generatie. De trend is om over te gaan op de tweede generatie, de restproducten zoals de kolven, bladeren en stengels. Alles wat wij niet eten. Dan concurreer je niet met de voedselketen. De derde generatie zijn de algen en de wieren. De verwachting is dat de Rotterdamse industrie in toenemende mate ook biobrandstoffen van algen gaat verwerken. Het ligt voor de hand dat de producten uit de kwekerijen hier worden verwerkt. Vries: ‘Wij propageren het gebruik van tweedegeneratieen-verder-biobrandstoffen, om te voorkomen dat we een keuze moeten maken tussen mond of motor. Maar áls de keuze tussen de teelt van voedselgewassen voor de consumptie of de teelt van biobrandstoffen aan de orde is, dan gaan voedselgewassen altijd voor.’
Circulaire economie In het verlengde van cascadering, altijd als eerste proberen de componenten met de hoogst toegevoegde waarde uit de biomassa te halen, ligt het volledig sluiten van ketens, het kringloopdenken. Hoe kun je reststoffen weer inzetten? Het Havenbedrijf Rotterdam is partij in het Circularity Center, gericht op kennisontwikkeling en business development in de circulaire economie. Diverse partijen hebben elkaar gevonden in de ambitie om grondstoffen en materialen te hergebruiken, maar ook om daar nieuwe verdienmodellen mee te creëren en de ontwikkeling naar een circulaire economie te versnellen. Een van die projecten is Plastic to Oil. Onderzocht wordt welke methodieken en toepassingen mogelijk zijn om plastic reststromen terug te kraken tot olie en in een tweede stadium ook weer terug naar plastics.
hebben we nog niet goed in kaart. Wel duidelijk is dat je daar grondstoffen voor nodig hebt, en dat zijn bij voorkeur ook weer hernieuwbare grondstoffen.’
Worden boeren oliesjeiks? Uiteindelijk valt er heel veel van biomassa te maken. Nederland staat er vanwege vooruitstrevende agrarische en chemische industrieën goed voor om de omschakeling naar biobased te maken. Wellicht vindt straks een eerste bewerking van de biomassa plaats, op of vlak bij de boerderij. De Kok: ‘In onze
pagina 21
energie- en grondstofbehoeften voorzien met alleen biomassa is niet mogelijk. Dan heb je drie aardbollen nodig. Dit valt deels te ondervangen door algenkweek op zee. Maar zelfs dat is onvoldoende om onze energiebehoefte te dekken. Uiteindelijk pleit ik ervoor om meer beroep te doen op de zon, een onuitputtelijke bron van energie. Laten we inzetten op diversificatie van energieopwekking. Naast energieopwekking uit aardgas, kolen en biomassa is het belangrijk om te investeren in andere energiedragers zoals zon en wind.’ <
De suikerbiet De komende jaren liggen er enorme kansen voor de suikerbiet. Een belangrijk doel is nog steeds er suiker van te maken. Als ze gerooid zijn, gaan ze naar de suikerfabriek. Daar vindt extractie van suiker plaats. Het suikersap wordt gecentrifugeerd en zo worden de kristallen gescheiden. Daarnaast kan het suikersap voor de productie van bio-ethanol worden gebruikt. Per hectare kan ongeveer 5000 à 6000 liter bio-ethanol geproduceerd worden. En uit de restproducten van de suikerextractie kan cellulose-ethanol worden gehaald. Suikerbieten zijn tevens een goede grondstof voor de vergister. Suikerbieten kunnen namelijk per hectare twee keer zoveel energie opwekken als energiemais. En suikerbieten zijn zeer snel vergistbaar. Vergeleken met andere traditionele landbouwgewassen produceren ze het meeste biogas per hectare.
Green is the new gold for Rotterdam harbor One thing is for sure: the economy of the future won’t be based on oil. In fact, there might not be a single drop of oil left in twenty years’ time. So we’re looking for alternatives. One possibility is the bio-based economy. In the last few years, that term has come up more and more. In a bio-based economy, biomass derived from plants, algae and natural residues are used as green raw material for the manufacturing of chemicals, materials and energy. In addition to increasing the use of natural materials, a bio-based economy involves renewing and optimizing refining processes, with concern for CO2 emissions also playing an important role. Rotterdam is examining both the challenges and the opportunities of a bio-based economy, and the implications for its port. Biomass is an indispensible component to the goal of being the world’s most sustainable port by 2030. A section of the Maasvlakte 2 has been specifically allocated for bio-based companies. The Port of Rotterdam and utility companies are setting up services there such as water, steam and CO2 pipelines for that very purpose. The ‘plugand-play’ concept will make it more attractive for bio-based companies to establish themselves there. A number of industrial complexes has already been integrated in a way that allows companies to exchange raw materials, heat and residual products. In a bio-based culture, companies benefit from each other’s presence: one company’s
Vries: ‘Het is moeilijk om in te schatten welke gevolgen een circulaire economie heeft. Simpel gezegd hebben we heel andere ladingstromen en productiefaciliteiten nodig als we alles wat we hier consumeren lokaal zouden produceren en hergebruiken. En de gevolgen van ontwikkelingen als 3D-printing
product can be another’s raw material. To take it a step further, one could look at closing the recycling circle, or creating a closed-loop system. How can residual products be used again to create new products that feed back into the system? The Port of Rotterdam is a member of the Circularity Center, which is focused on the development of knowledge and business in the circular economy. One of its projects is Plastic to Oil, which researches which methods and applications are possible in turning plastic waste into oil, and then creating plastic again from that oil, closing the loop so that there is little to no waste.
pagina 22
energie
Frans van Kleef over twee energieprojecten in de haven
Bioforce en Biolat Door toepassing van biomassa kan de uitstoot van CO 2 snel omlaag. In Rotterdam komt nu een fabriek die houtsnippers gaat verwerken tot biocoal. Biocoal kan weer als vervanger van kolen worden ingezet en geeft een sterke impuls aan het opwekken en het gebruik van duurzame energie. Wereldwijd is de fabriek een primeur.
tekst: Madelon Stoele fotografie: Johhny Peleman
Biocoal is een houtachtige biomassa. Verhit tot maximaal 300°C krijgt de massa eigenschappen die met steenkool te vergelijken zijn. Hierdoor kan biocoal samen met gewone kolen in energiecentrales worden gestookt. Een goed alternatief voor wanneer de kolenstroom straks afneemt. Frans van Kleef, business developer bij Clean Tech Delta vertelt over twee biocoalprojecten uit de Rotterdamse haven: ‘Allereerst is er Bioforce. Doel van dit project is een fabriek te realiseren die in de Rotterdamse haven houtchips tot biocoal verwerkt. De biocoalfabriek komt op het terrein van EMO (Europees Massagoed-Overslagbedrijf) op de Maasvlakte. Dat is nu zeker, de investeringsbeslissing is genomen. Bioforce wordt geleid door River Basin Energy (RBE), en ondersteund door een consortium van industriële en academische leiders zoals Laborec (GDF-SUEZ groep), BS Energy (Duitsland), Sea2Sky (UK), KIC InnoEnergy, EMO en TU Delft.’
Biolat In het verlengde van Bioforce ligt het Biolat project. Het doel van Biolat is het ontwikkelen en toepassen van logistiek voor het ontvangen, lossen, opslaan en transporteren van biomassa en biocoal, zowel in de haven van Rotterdam als naar het achterland. Naast de logistiek op de EMO-terminal richt dit project zich op het transport naar Duitsland waar de biocoal ook gaat bijdragen aan groene energieopwekking. ‘Dat is interessant omdat biocoal, anders dan bij wind en zon, constant te gebruiken is en eenvoudig op- en af te schakelen. Om de biomassa te kunnen vervoeren moet de bestaande kolenlogistiek worden aangepast. Biolat maakt de industrie rijp voor grootschalige aanpak op de lange termijn.’
Het transporteren van biocoal werkt anders dan bij gewone kolen. Het heeft dan ook allerlei haken en ogen. Van Kleef: ‘Biocoal is veel lichter. De transportschepen liggen daardoor minder diep in het water, wat weer consequenties heeft voor het laden en lossen en voor de grijpers op de kade. Biocoal verstuift namelijk anders dan kolen. Dat moeten we allemaal onderzoeken. Hier liggen mooie uitdagingen voor studenten van RDM Centre of Expertise. Zij kunnen onder meer meedenken over techniek, logistiek, kostenberekeningen en vergunningen. Er zijn al voldoende concrete aanknopingspunten. Zo kunnen de studenten samenwerken met de binnenvaartschippers/rederijen en de grijperleverancier die in het project participeren.’ Naast EMO en RBE zijn de andere partners in Biolat RDM Centre of Expertise, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, Nemag, DAP Barging, het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs. <
Bioforce and Biolat Bio-coal is a wood-based biomass that can be used to partially replace coal in power plants, stimulating the generation and use of renewable energy. Two bio-coal projects have recently been established in the port of Rotterdam. Bioforce’s goal is to build a factory that processes wood chips into bio-coal. Biolat will, among other things, deal with the logistics of transporting biomass and bio-coal, both in the port of Rotterdam and farther afield, particularly in Germany, where bio-coal will contribute to the green energy sector.
Aangeboden door: RDM Centre of Expertise Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam / t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
- advertorial -
pagina 23
Wie bij airconditioning nog aan herrie en grote apparaten denkt, heeft een belangrijke ontwikkeling gemist. De nieuwste airconditioningsystemen zijn juist geluidloos, strak vormgegeven en energiezuinig. ‘En ieder jaar zijn de technieken weer verfijnder’, weet Mark de Jong van BAKO Koeltechniek & Airconditioning in Rhoon. tekst: Joke Waltmans fotografie: Sjors Massar
Verfijnde aircotechniek levert toprendement Het Rhoonse bedrijf, dat in 1976 door De Jong senior werd opgericht, vindt zijn oorsprong in de koeltechniek, maar de laatste jaren ligt de nadruk meer op airconditioning. Zowel bij bedrijven als particulieren. ‘We kunnen heel lokaal het juiste systeem leveren, dat zowel koelt als verwarmt’, legt De Jong uit. ‘Vooral in milieuvriendelijke huizen heb je maar drie zonnestralen nodig om de boel te verwarmen. Maar die warmte blijft in de zomer ook hangen en dat wil je niet op je slaapkamer. Of de verwarming slaat af omdat de kamer op temperatuur is, maar jij zit op een koud kantoor. Dan is airco een uitkomst en veel zuiniger dan de thermostaat hoger zetten’, vervolgt hij.
Ook de uitvoering van de apparatuur wordt steeds verfijnder: stijlvol weggewerkt in het plafond, aan de muur of op de vloer. De Jong wijst op een wand vol airco-systemen die veel weg hebben van een flatscreen. Het is de Art Cool-lijn van LG: strakke, platte designmodellen die in niets doen denken
aan een aircosysteem, maar dat wel zijn. ‘Door de wissellijstfunctie kun je er een eigen foto in plaatsen, of het behangpatroon dat je op de muur hebt. Bedrijven kunnen er hun logo in plaatsen. Als je dit bij de receptie hangt, is de temperatuur altijd goed en heb je een mooie blikvanger.’ <
De stijgende populariteit van airconditioning heeft ook de techniek een boost gegeven. ‘Vroeger was de aircoregeling aan of uit, had je alles of niks. Tegenwoordig zit de apparatuur vol met elektronica, waardoor het in een ruimte beter en zuiniger wordt geregeld. Die verfijnde techniek maakt het bijvoorbeeld ook mogelijk de airco pas aan te laten gaan als er iemand in de ruimte komt.’ Het rendement van airconditioning wordt ook steeds hoger. De nieuwste apparatuur levert rendementen van liefst 600 procent of meer.
Nijverheidsweg 31, 3161 GJ Rhoon / t: +31 (0)10 223 64 66 / www.bako.nl
pagina 24
food meets... urban development Magere verblijfscultuur binnenstad passé
Veni, vidi, vici: de Markthal kwam, zag en veroverde zijn plekje al voor de opening in hartje Rotterdam. Een uniek architectonisch gebouw met bouwtechnische innovaties en voorzien van een opvallend kunstwerk. Vanuit de hele wereld komen mensen kijken naar de ‘koopkathedraal aan de Maas’, zoals de bijnaam nu al luidt. tekst: Ellen Lengkeek/Yvette van Dael fotografie: Freek van Arkel
De ooit verpauperde Rotterdamse binnenstad en grijze havenstad vol oorlogslittekens is opgestaan. De magere verblijfscultuur in het centrum is met de opening van de Markthal door koningin Máxima in oktober 2014 voorgoed passé. In amper drie weken is de Markthal met honderd versunits al door een miljoen mensen bezocht en een enorme publiekstrekker. En dat is exact wat de gemeente Rotterdam voor ogen had tijdens de planvorming. Onder de noemer Citylounge wil zij de totale binnenstad ontwikkelen tot een vitale kwaliteitsplek voor ontmoeting, verblijf en vermaak. Citylounge is de metafoor voor de sfeer die de stad nastreeft. Stoer, robuust en groots aan de buitenkant. Warm, gastvrij en gezellig aan de binnenkant. Mensen moeten in het nieuwe stadshart op avontuur gaan. Gaan slenteren en steeds uitkomen op nieuwe doorgangen om hun weg te kunnen vervolgen zoals dat in veel andere Europese steden ook gebeurt. ‘Wij willen dat meer mensen in de binnenstad gaan wonen en werken. Ook willen we dat meer mensen de binnenstad bezoeken, er langer blijven en er meer geld besteden. Om dit
te bereiken gaan we door met het ontwikkelen van de binnenstad tot een plek waar altijd iets te doen is. Een plek waar het aangenaam is om te verblijven en te verpozen voor bewoners, bezoekers, studenten, bedrijven en investeerders,’ aldus het stadsbestuur. Daartoe is de afgelopen jaren een flinke aanzet gegeven. Het college van B en W is bezig om de binnenstad te transformeren van zakencentrum tot een meer grootstedelijk woonmilieu. Stille, tochtige plekken in het in 1940 weggebombardeerde deel van de stad zijn nieuw leven ingeblazen. Grensverleggend, werelds en no-nonsense: zo ziet Rotterdam zichzelf graag en dat wil zij ook in haar imago uitdragen. Vernieuwing zit in het dna van de stad, een beetje New Yorks, geen buurt is dezelfde. Er worden appartementencomplexen gerealiseerd, zoals Calypso en het Timmerhuis en leegstaande of incourante kantoorgebouwen worden herontwikkeld. Nieuwe woningen brengen levendigheid in de stad. Nieuwe bewoners hebben bovendien een positief effect op het omliggende gebied. >
gebiedsontwikkeling
pagina 25
pagina 26
Feiten Markthal
Gastvrij imago
Architect: Winy Maas. Bouwers: Mobilis en J.P van Eesteren. Tekenden ook voor het nieuwe CS, De Kuip, Euromast en renovatie Rijksmuseum. Groot: ’s Wereld grootste overdekte foodmarkt; 71 meter breed, 117 meter lang. Kunstenaars: Arno Coenen en Iris Roskam ontwierpen een 11.000 vierkante meter grote legpuzzel in het plafond met afbeeldingen van voedsel en natuur. De producten lijken gefotografeerd, maar zijn stuk voor stuk met de computer opgebouwd. Het werk is gemaakt met de nieuwste software van Pixar Animation Studios, het bedrijf achter succesvolle animatiefilms zoals Lord of the Rings, Finding Nemo en Cars. De enorme beelden zijn gerenderd in Nieuw-Zeeland en Frankrijk. Ramen: Bij harde wind hebben de ramen in de hal 70 cm speling naar binnen en buiten. Geluid: In de hoogte zijn de binnenpanelen geperforeerd om stemgeluid in de hal voor bezoekers en bewoners te dempen. Parkeren: Onder de hal is een innovatieve duurzame parkeergarage met drie parkeerdekken en 1200 plekken aangelegd. Ook thuis kan online een plek worden gereserveerd voor elke dag en ieder tijdstip. Geen wachttijden en wachtende draaiende motoren met uitstoot, maar ledverlichting en tal van oplaadplekken voor elektrische auto’s. Auto’s met energielabel A krijgen parkeerkorting. Zie interparking.nl. Social media: Info via markthal.nl, facebook.com, twitter, pinterest en instagram: @#indemarkthal Openingstijden: Ma-do / za: 10-20 uur, vr: 10-21 uur / zo 12-18 uur.
Rotterdam werkt bewust aan een gastvrij imago van de binnenstad. En dus is de zestig jaar oude Lijnbaan opgeknapt. Ooit Europa‘s eerste autovrije winkelstraat, nu een rijksmonument uit de wederopbouwarchitectuur. De trendy Witte de Withstraat heeft inmiddels meer terrassen, voetgangers en groen. Het Schouwburgplein biedt een culturele en sportprogrammering die samen met bewoners, ondernemers en kunstinstellingen is opgesteld. Sowieso bestaat er steeds meer aandacht voor kunst en groen in de openbare ruimte. En voor evenementen en festivals.
Place to be Rotterdam heeft zich inmiddels als stad op belangrijke ‘to-go-lijstjes’ gespeeld. Volgens de Amerikaanse krant The New York Times staat het op de tiende plek in de lijst van ‘steden die je moet bezoeken’. Reisgids Rough Guide plaatst de Maasstad op acht in de ranglijst met spannendste steden van 2014. Rotterdam staat met foto’s van de skyline tussen steden als Rio de Janeiro, Marseille, Liverpool, Los Angeles, Perth en Kaapstad. Daartoe heeft onder meer een blikvanger als het gebouw De Rotterdam van Rem Koolhaas bijgedragen. Een hypermoderne verticale stad op de Wilhelminapier met een vloeroppervlakte van 160.000 vierkante meter en 150 meter hoogte die recent is opgeleverd. Zo ook het nieuwe Centraal Station dat als entree fungeert voor de financiële hub-to-be. En sinds 1 oktober dus ook de Markthal die niet alleen mensen en bedrijvigheid aantrekt, maar ook kopers verleidt er een appartement te kopen. De kap van het gebouw bevat maar liefst 228 appartementen en het is daarmee de enige markt waar mensen wonen.
Duurzaam foodwalhalla De Markthal biedt meer dan wonen en consumeren. Het gebouw wil tevens een innovatief podium zijn voor een groot aanbod van duurzaam voedsel. Zo is in de hal een unit van Natuurlijk! te vinden, een samenwerking van Koppert Cress, TomatoWorld en Best Fresh Group, die samen aardappelen, groenten en fruit direct van de teler verkopen. Nieuw is de coöperatie Buutegeweun, waarin dertig kleinschalig werkende producenten uit Goeree-Overflakkee zich hebben verenigd. In de Markthal heeft de coöperatie twee units waar
de vissers, boeren, slagers, telers en bakkers van het eiland onder de rook van Rotterdam hun waar aanbieden. ‘We beleven hier de wederopstanding van de Stellendamse garnaal, die niet meer gezouten, gezuurd en ingevroren naar Marokko wordt gevlogen om nogmaals te worden behandeld en gepeld. Ons visaanbod komt uit duurzame flyshoot en pulsevisserij. We staan voor vers en duurzaam,’ legt woordvoerder Mark Soetman uit. ’De moderne tomatenkwekerij Van Noord werkt bijvoorbeeld met geen enkel gewasbeschermingsmiddel en verwerkt jaarlijks 25 miljoen verpakkingseenheden. De coöperatie wil energie besparen en duurzame energietoepassingen stimuleren. Nog een voorbeeld: een groene aspergeteler op ons eiland levert nu ook energie aan het net. ‘
Foodlab De Markthal huisvest tevens het foodlab De Wereld van Smaak , waarin workshops, lezingen,
gebiedsontwikkeling
pagina 27
Nu de Markthal er staat, kan de directe omgeving verder worden aangepakt: de Binnenrotte. Het grootste plein van de stad dat zelfs mét Markthal en markt niet vol te krijgen is. Ook dit heeft een bijnaam, de landingsbaan, omdat er een vliegtuig zou kunnen landen. Het plein moet levendiger worden en gaat net zoals de andere pleinen in het centrum op de schop. De Binnenrotte wordt vergroend en krijgt meer bomen en groene vlakken in aansluiting op de markt, en aan weerszijden terrassen. Er komt hetzelfde straatmeubilair als elders in Rotterdam, met z’n typerende roodbruine straatstenen en bankjes. Tot slot wordt de Binnenrotte via een trap op de Grotemarkt aangesloten, het plein tussen de Markthal en de geplande nieuwbouw RottaNova. De trap is nodig om het hoogteverschil tussen de Grotemarkt en de Binnenrotte te overbruggen. De herinrichting wordt in fasen uitgevoerd en zal eind 2016 zijn voltooid.
congressen en demonstraties worden gegeven. ‘Een interactieve plek voor inspiratie, beleving, innovatie en educatie op het gebied van vers eten. Waar we cross-overs ervaren van de verschillende verssectoren en weer teruggaan naar de smaken van de natuur. Zoals het is bedoeld’, vertelt directeur Carin Leenders de Vries van de coöperatie DWVS. De Wereld van Smaak is een onafhankelijke coöperatie U.A. en bestaat uit vertegenwoordigers uit de verssector: GroentenFruit Huis, Platform van Moeder Natuur, Brood-en banketbakkersvereniging NBOV, Kookpunt Rotterdam en Verstegen Spices & Sauces B.V. Kinderen vormen een speciale doelgroep. ‘Door kinderen hun smaak te laten ontwikkelen en beter te leren proeven kunnen ze een goede basis leggen voor gezond eten. We bieden ook kooklessen aan basisscholen. Inzet is duurzaam koken en eten.’ <
The Markthal Veni, vidi, vici: the Markthal, Rotterdam’s new indoor food market, came, saw and conquered even before its opening in the heart of the city. A unique architectural building with structural innovations, it also features a striking work of art. Since Queen Maxima officially opened the Markthal in October 2014, the city centre’s stagnant culture is clearly a thing of the past. In just three weeks, a million people have visited the Markthal’s hundred stalls. And that is exactly what the city of Rotterdam envisioned during the planning process. The members of the city council are busy trying to transform the inner city from a business centre into a greater urban living environment where there’s always something to do. A place where residents, visitors, students, businesses and investors find it pleasant to stay and linger. Groundbreaking, international and no-nonsense: that’s Rotterdam’s vision of itself, and one that it wants to convey. Rotterdam is also working hard on its image as a hospitable place. The trendy Witte de With Street has more patios, pedestrians and green space. The Schouwburgplein offers cultural and sport programs put together by residents, entrepreneurs and art organizations. There’s also been a concerted effort to develop more public art and green spaces, as well as events and festivals. Add to that Rem Koolhaas’ recently-completed 160 000 square meter multi-use building “De Rotterdam”, and the new central train station that functions as an entrance to the financial hub-to-be. And since October first, the Markthal. The Markthal is more than just a place to shop. The upper floors of the building consist of 228 apartments, making it the only market in which people live. The building also wants to be an innovative platform for a wide range of sustainable food, offering the opportunity to buy potatoes, vegetables and fruit directly from their growers. There are also a couple of stalls where fishermen, farmers, butchers, bakers and growers from Goeree-Overflakkee, a stone’s throw away from Rotterdam, can sell their goods. Finally the Markthal is home to the food lab The World of Taste, where workshops, lectures, conferences and demonstrations are given: an interactive place for inspiration, experience, innovation and education in fresh food, and where different sectors cross over, always coming back to the flavors of nature.
pagina 28
Samen de versnelling maken naar een nieuwe economie
Ondernemen in Merwe-Vierhavens De stadshavens van Rotterdam bieden ruimte voor nieuwe bestemmingen op en aan het water, nu een deel van de havenactiviteiten steeds meer richting Tweede Maasvlakte opschuift. tekst: Yvette van Dael fotografie: Flying Holland/Bas Wilders/Stadshavens Rotterdam
gebiedsontwikkeling
pagina 29
>> Het gebied fungeert als proeftuin, waar dingen bedacht en gemaakt worden <<
Een van de vier deelgebieden binnen de stadshavens is Merwe-Vierhavens, ooit een van de grootste fruithavens ter wereld. Dat de fruit- en sappenbedrijven stilletjes de haven verlaten, betekent echter niet dat de loodsen ongebruikt blijven. Op de vrijkomende plekken ontstaat juist steeds meer nieuwe bedrijvigheid. De eerste pioniers uit de maakindustrie en de creatieve sector vinden hun weg naar de leegstaande oude gebouwen. Zij voelen zich aangetrokken tot het ruige, industriële karakter van het gebied en de aanwezigheid van het water alom.
Ontwikkel mee in MH4 De nieuwe bedrijvigheid komt voort uit de strategie die het Havenbedrijf en de gemeente Rotterdam voor Merwe-Vierhavens hebben uitgezet. Zij willen de stadshaven uitdrukkelijk samen met marktpartijen transformeren tot een stedelijk platform waar haven & stad en kennis & kunde bij elkaar
komen. En waar nieuwe woon- en werkvormen een plek krijgen. De transformatie vindt geleidelijk plaats, door slim mee te bewegen met de markt en door met de huidige ondernemers kansen te pakken. Het is de bedoeling dat er zich in de toekomst ook bedrijven uit de clusters cleantech, medisch en food thuis gaan voelen, de economische clusters waarin Rotterdam internationaal koploper is. Dat gaat zeker lukken, want op een steenworp afstand van de Rotterdamse binnenstad geeft Merwe-Vierhavens namelijk alle ruimte aan vernieuwende plannen. Het gebied fungeert als proeftuin, waar dingen bedacht en gemaakt worden. Tel daarbij op de uitstekende ligging nabij uitvalswegen en ov en het wordt duidelijk wat het zo aantrekkelijk maakt voor ondernemers die gedreven worden door technologie en innovaties. Zij zijn de partijen die samen met het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente de versnelling kunnen maken naar een nieuwe, stedelijke economie.
De nieuwe economie wordt ook wel gezien als de Derde Industriële Revolutie. Nieuwe technologieën veranderen de wereld in razend tempo, met voorop 3D-printing. Maar vergeet ook niet de nieuwe energievormen, robotics, nanotechnologie, het printen van organen via bioprinting, Internet of Things, big data en de circulaire economie.
Nieuwe economie
Over al deze vraagstukken organiseerde de gemeente van 6-8 november de 3rd Rev Xperience met een aantal co-creators als Bosch, Deltalinqs, TU Delft, Ministerie van BZK en natuurlijk Stadshavens Rotterdam. Afgewisseld met demonstraties van bedrijven, kenniscentra en onderwijsinstellingen op RDM Campus deelden topdeskundigen uit binnen- en buitenland hun toekomstbeeld. Een van de hoogtepunten was het gloedvolle betoog dat topeconoom Jeremy Rifkin op 6 november hield over de wijze waarop Nederland de Derde Industriële Revolutie kan ingaan. Het Europees Parlement heeft zijn richtlijnen inmiddels tot officieel Europees beleid gemaakt. Het 3Daagse congres vond plaats in de Citrusveiling in Merwe-Vierhavens, gezien het thema natuurlijk de gedroomde locatie. Midden in het gebied waar de Derde Industriële Revolutie al lang in gang is gezet. Een uitgelezen kans om het gebied internationaal op de kaart te zetten en bedrijven voor een van de locaties in Merwe-Vierhavens te interesseren.
De nieuwe economie is onder meer gebaseerd op kleinschalige, lokaal georganiseerde netwerken van producenten en consumenten, en verleent plek aan technologische innovaties die de bestaande economische sectoren omgooien en nieuwe sectoren mogelijk maken. En dat is nu precies wat er in Merwe-Vierhavens gaande is. Voor de omslag zijn makers nodig. Ondernemers die hun kans grijpen om te vernieuwen, te groeien en door kruisbestuiving met andere ondernemers tot onverwachte innovaties komen. Daar hoort iets tegenover te staan, vinden de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam. Zij zorgen voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat en doen fysieke investeringen in de buitenruimte en in de herontwikkeling van de historische panden. Investeerders en ondernemers mogen rekenen op een hoog serviceniveau, snelle procedures en een klantgerichte organisatie. Anders gezegd: voor wat hoort wat, maar… hoe ervaren de pioniers het ondernemen in Merwe-Vierhavens zelf? We beginnen met Solid Shapes. >
Dit soort disruptive ontwikkelingen beïnvloeden de wereldeconomieën. Om dichter bij huis te blijven: wat zijn in Rotterdam de gevolgen voor de werkgelegenheid en voor de haven? De impact is straks enorm als in de haven geen containers meer binnenkomen met speelgoed uit China, maar met grondstoffen voor 3D-printing. De Maasstad kan ineens uitgroeien tot dé grondstoffenhaven van de wereld wanneer het speelgoed vervolgens hier geprint wordt. Made in China wordt dan Made in Rotterdam.
pagina 30
1
2
3
geavanceerde laboratoria aan medische ondernemers en start-ups, onder meer vanuit het Erasmus MC. Bijvoorbeeld Viroclinics Biosciences. In hun hightech laboratorium op de 20e verdieping voeren zij virologisch onderzoek uit voor biofarmaceutische bedrijven vanuit de hele wereld. Volgens CEO Bob van Gemen is het waardevol om zo nabij de universiteit te zitten. ‘We hebben slimme mensen in dienst, maar zijn een klein bedrijf. Op de universiteit zit een van de allerbeste virologische afdelingen van de wereld. Onderling wisselen wij veel kennis en mensen uit. En dan is het handig dat je bij elkaar in de buurt zit én dat je goed bereikbaar bent.’*
Solid Shapes (1) vertaalt voor ontwerpers virtuele 3D-ontwerpen in fysieke (schaal)modellen en prototypes. Ze zitten in Design Dock Rotterdam, in een voormalige vleeswarenfabriek. Vanessa van Hemert vertelt dat ze zich drie jaar geleden vooral vanwege de maakindustrie in Merwe-Vierhavens hebben gevestigd en dat ze daar de vruchten van plukken. ‘Sinds we hier zitten, hebben we er een hoop klanten bijgekregen.’ Er zijn veel ontwerpers en conceptmakers in het Design Dock en ‘dat maakt samenwerken extra makkelijk.’ De samenwerking gaat buiten gewoon door. ‘We werken voor diverse ontwerpers en architecten uit de directe omgeving. Omdat Merwe-Vierhavens aan de noordkant van de stad ligt, zitten we ook dicht bij Delft.’*
te vergeten een winkel, restaurant en terras. ‘We bieden Rotterdammers een alternatief voor de supermarkt. Een speldenprik in de voedselketen. We hebben met de gemeente afgesproken dat we hier in elk geval tien jaar mogen blijven. Gelukkig maar, want we hebben nog heel veel ideeën om onze droom verder uit te werken.’* Stichting Treehouse (4) zet zich in voor duurzame vastgoedontwikkeling. Dat wil zeggen: geen nieuwe kantoren bouwen, maar oude panden hergebruiken. ‘We zijn altijd op zoek naar gebieden waar nog veel plaats is voor ontwikkeling. Op die manier zijn we ook in Merwe-Vierhavens terechtgekomen. Waar anderen een oude loods zien, zien wij kansen voor nieuwe bedrijven en initiatieven’, aldus founder Bas van den Berg. Van de gemeente huren zij de grote loods, het Glazenpand en een deel van de buitenruimte. Hiervoor zoeken zij nieuwe bestemmingen en nieuwe gebruikers. ‘Eigenlijk zijn wij een soort makelaar.’*
Johan Bosman van ’Uit Je Eigen Stad’ (3) wil Rotterdammers verbinden met hun eten. Uit Je Eigen Stad is een stadslandbouwbedrijf van twee hectare op een voormalig rangeerterrein. ‘We verbouwen 45 soorten groente, kweken vis en paddenstoelen en hebben 1200 kippen.’ En niet
De Rotterdam Science Tower (2) zetelt sinds 2012 in een van de drie Europointtorens bij het Marconiplein. Het innovatiecentrum voor hoogwaardige medische bedrijven levert kantoorruimte met
A2
0
SCHIEDAM
3
MARCONISTRIP
M
AN
UIT JE EIGEN STAD
SCHIEDAMS
GUSTOTERREIN
TJ AL KL A
MARCONIPLEIN
EWEG
2 MARCONIST
AT
AT TR A LI GA
IN T
A RA ST
EN
HAKA GEBOUW T
RA
AA
TR
T
DE VERTREKHAL
KS
A
A
TR
ES
IL
KE
AT
ST
LE
I KE
EN V
V HA
A
4
RH IE
V
N
EN
VOEDSELTUIN
EG
HA VE
EG
P
EW
IL
AV
EW
DAKPARK & BIGSHOPS
L NK
1E
ME
RW
RA DI
OS
TR
EG AT
AA T
EG
RW ME
MS
5
EW
IL
KE
A FR
ENERGIECLUSTER
KE
SH
DA
STUDIO ROOSEGAARDE EG
N
FERRO
ATELIER VAN LIESHOUT
ME RW E
LF
HIE
1 I AM NJ
2E
DE
SC
DESIGN DOCK
LE IS
AT RW ME
R’D
DE FRUITVIS
RICHARD HUTTEN
BE
3E
AM
M
RU
NT
CE
R’DAM SCIENCE TOWER
RAAT
EG
OW EG ST GU
M
EG
RW
SE
ES
EN
H AT
LE
EN
N
E AV
KH
LE
L
SE
IJS
V HA
* Citaat uit publieksversie strategienota STADSHAVENS ROTTERDAM
NIEUWE MAAS
gebiedsontwikkeling
pagina 31
SOFIE zocht én vond ondernemers met toekomstvisie
4
De aanjager Het Glazenpand is inmiddels verhuurd aan Daan Roosegaarde (5) die in mei 2015 zijn Nederlandse studio naar deze plek verhuist. Roosegaarde is bezig met de vraag hoe je kunst en technologie kunt inzetten om de wereld interessanter, beter en mooier te maken. Hij ziet de verhuizing naar Rotterdam als een upgrade: van pand, context en ambitie. ‘De story of my life is dat ik altijd buiten alle kaders val, maar nu heet dat creativiteit. Creativiteit wordt het exportproduct van Nederland en moet met vakmanschap, met ‘de ballen’ gedaan worden. In combinatie met een visie. Daarom wil ik in een context zitten waar de maakindustrie zit, waar mensen dromen hebben en waar cross-overs ontstaan.’ Het pand wordt de komende maanden klimaatneutraal gerenoveerd. Na de verhuizing gaat hij met zijn team verder met het nieuwe ontwerp voor de Afsluitdijk, een lichtinstallatie voor Schiphol en het smogvrije park in Beijing. En natuurlijk met opdrachten voor Rotterdam zelf en met pilotprojecten, soms in opdracht, soms in eigen beheer. In Food bijvoorbeeld. ‘Zelf ga ik eenmaal per jaar naar de dokter en die zegt dan ‘meneer Roosegaarde, u gaat nog niet dood.’ Loop ik in de supermarkt, zie ik honderden producten met labels die me helemaal niets zeggen. Nu ben ik met een aantal supermarkten, een zorgverzekeraar en een bank in gesprek over een draagbare buddy. Hiermee wordt technologie een persoonlijk onderdeel van wat we dragen en gebruikt om ons gezond te houden. Er zit ook nog een vitaminesticker in de kookpan, maar die laat ik daar nog lekker even borrelen. Ik ben dus feitelijk constant bezig met de vraag hoe je dingen kunt bedenken die de wereld begrijpelijker maken.’ <
Rotterdam doet er alles aan om de ontwikkelingen in de oude havengebieden te stimuleren. Zo is in de zomer van 2013 SOFIE in het leven geroepen: het Stadshavens Ontwikkelingsfonds voor Innovatie en Economie (zie ook het artikel in INN010#2 op www.inn010.com). Ondernemers mogen bij het fonds onder bepaalde voorwaarden geld lenen en daarmee een kansrijk project opzetten. Twee aanvragen zijn inmiddels gehonoreerd. Wethouder Struijvenberg (Werkgelegenheid en Economie) gaf op 4 november de eerste lening uit aan de Stichting Handelscompagnie Sluisjesdijk voor de herontwikkeling van de voormalige tramremise. Het bijzondere aan deze renovatie is dat langdurig werkloze jongeren uit Rotterdam-Zuid hier in diverse leer- en werktrajecten ervaring opdoen. De tweede lening is voor Maskerade®, een bouwmethode waarbij het houten casco en de afbouw van elkaar gescheiden zijn. Maskerade wordt industrieel geprefabriceerd uit duurzame (biobased) grondstoffen. De combinatie met een intelligent ventilatiesysteem zorgt voor een gezonder leefklimaat. De bouw van twee Maskerade prototypen staat gepland in Heijplaat, in Concept House Village.
Entrepreneurship in Merwe-Vierhavens Merwe-Vierhavens once was one of the world’s largest fruit ports. But the warehouses that the fruit and juice companies abandoned are not empty. On the contrary, these are now places where pioneers from the manufacturing and creative industries have decided to set up shop. The city and Port of Rotterdam have a vision to transform the Merwe-Vierhavens area into an urban platform where harbour and city, knowledge and skills come together. And where new live-work spaces can be developed. The idea is that businesses from the clean-tech, medical and food sectors will feel at home there in the future - the same economic sectors in which Rotterdam has long been an international leader. Merwe-Vierhavens is a testing ground, a place where things are invented and made, attracting entrepreneurs driven by technology and innovation and partnering with the Port and the municipality in their move towards a new, urban economy. Some of the pioneers include: Solid Shapes. Located in a former meatpacking factory, Solid Shapes translates virtual 3D designs into physical (scale) models and prototypes. The Rotterdam Science Tower, located in one of the three Europoint towers. This innovation hub for high-grade medical companies offers office space and advanced laboratories to medical entrepreneurs and start-ups, including those associated with the Erasmus Medical Centre. Uit Je Eigen Stad (From Your Own City), an urban farm located on a former railroad yard. Its goal is to connect Rotterdammers with what they eat. Stichting Treehouse (Treehouse Foundation), committed to sustainable property development, reusing old buildings instead of constructing new ones. Daan Roosegaarde. Roosegaarde will move his Dutch studio to The Glass Building in May of 2015. His work blends art and technology to make the world a more interesting, better and more beautiful place. These sorts of disruptive developments can influence the world economy. Imagine that the Port of Rotterdam is no longer full of toys made in China, but with materials for 3D-printing. If the toys were made in Rotterdam instead, it could become the world’s raw material port. “Made in China” can become “Made in Rotterdam”.
Lekstraat 14 (havennr. 272), 3029 BN Rotterdam / t: +31 (0)10 283 38 00 / www.stadshavensrotterdam.nl
pagina 32
1
Het gebied Merwehaven-Vierhavens (M4H) in Rotterdam is een internationale proeftuin voor innovatieve technologische maakindustrie. Op en aan het water komt zo een nieuw bijzonder innoverend stadsdeel tot leven. We gaan er werken, wonen, leren en recreëren. ‘Er is hier genoeg ruimte om volop te experimenteren’, zegt een enthousiaste Maike Akkers. Ze werkt voor de organisatie Stadshavens Rotterdam en is Gebiedsmanager M4H. INN010 gaat met haar op stap in het oude havengebied. 2
de favo1o spots van Maike Akkers Gebiedsmanager M4H
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: Sjors Massar
1 E.On centrale Vlak achter de Europointtorens ligt de E.On- Centrale, de oude elektriciteitsfabriek aan de Galileïstraat. Het rauwe, ruwe karakter van dit zware industriële gebied maakt deze plek extra interessant. Het is de juiste plek voor innovatieve, technologisch hoogwaardige maakindustrie. De centrale is inmiddels buiten gebruik, een mooie kans voor de noodzakelijke vernieuwing van dit gebied. Het is nu een desolaat terrein met oude loodsen, kantoren en een grote lege kolenbak. ‘Straks bruist het hier.’
gebiedsontwikkeling
pagina 33
3
4
2
3
4
Het Glazenpand aan de Vierhavensstraat 54 ‘Ook ondernemers in de ambachtelijke maakindustrie voelen zich aangetrokken tot het inspirerende klimaat van M4H en richten hier hun atelier of bedrijfswerkplaats in. Het Glazenpand uit de jaren ’30, ooit bestemd voor havenactiviteiten, is een verrassende plek. Van de buitenzijde verwacht je het niet maar het is een prachtige, lichte ruimte, waarin ontwerper Roosegaarde straks zijn nieuwe studio opent. We hebben meer van zulke prachtige plekken. Dat maakt dit gebied zo verrassend. Onverwachte parels zijn het. Nu nog verborgen, straks hotspots.’
Vertrekhal Oranjelijn, Benjamin Franklinstraat ‘Dit is de voormalige passagiers- en cargoterminal in de Lekhaven. Een industrieel monument uit 1948. Het was onderdeel van een groot loodsencomplex dat tot in de jaren ’70 van de vorige eeuw een belangrijke rol vervulde bij de stukgoedoverslag in Rotterdam. Vanaf de Wilhelminapier vertrokken de beter bedeelde mensen naar Amerika. Vanuit deze vertrekhal gingen de goederen mee en het ‘gewone volk’. Sinds 2008 huisvest het gebouw food- en designbedrijven. Voor mij een sprekend voorbeeld van het gewenste hergebruik van oude havengebouwen. Verborgen tussen de grote fruitloodsen. Onverwacht, verrassend. De ondernemers hierin, zoals bakkerij Koekela en koffieleverancier Santas, zijn de pioniers van het eerste uur en zijn precies de ondernemers die we willen in dit gebied. Het is bovendien heel erg populair als trouwlocatie.’
Uitzicht vanaf Lekhaven ‘Op de kop van de Lekhaven en bovenin de oude vertrekhal heb je een prachtig uitzicht. Water, schepen, de oude Radarpost, RDM Centre of Expertise pal aan de overzijde, het oude te ontwikkelen Katoenveem. Hier komen stad en haven samen. Dit karakter, dit uitzicht maakt M4H mede uniek. Een plek waar je trots bent op de haven, op Rotterdam. Een echte feelgoodplek.’
pagina 34
Rotterdam en New York bouwen samen aan resilient waterfront cities
Building climate resilient communities Wat hebben New York, Rotterdam en de andere deltametropolen in de wereld gemeen? De strijd tegen
elkaar in de weer om kennis en best practices te delen. Deze gedegen verkenning vormt het fundament onder de samenwerking en zorgt ervoor dat andere steden naadloos op ons netwerk kunnen aansluiten.’
het water. Deltametropolen moeten constant slimme oplossingen zoeken om in te spelen op de effecten van de klimaatverandering. Daarnaast moeten ze alternatieven bedenken voor de stedelijke havengebieden die wegens het wegtrekken van de havenactiviteiten ineens veel ruimte over hebben. Deze gebieden langs het water zijn nieuwe plekken om te wonen, werken en spelen. tekst: Yvette van Dael fotografie: Gerhard van Roon
De klimaatverandering maakt de deltametropolen kwetsbaar. Zij kampen met steeds zwaardere regenbuien, overstromingen en zelfs tropische cyclonen en orkanen. De zeespiegel stijgt twee keer zo snel als voorspeld. Er moet nú wat gebeuren. Met bouwen op water, waterpleinen en groene gevels haalt Rotterdam internationaal de pers, denk aan de herontwikkelingsplannen voor de Rijnhaven en Aqua Dock op RDM Campus. Vanuit het idee om die ervaringen wereldwijd binnen de netwerken van connecting delta cities te delen is een samenwerking gestart tussen RDM Centre of Expertise en Pratt Institute uit New York.
Instapmodel voor andere steden Lector Gert-Joost Peek van het Kenniscentrum RDM van Hogeschool Rotterdam was nauw betrokken bij de start in september 2014. ‘De samenwerking met Pratt is natuurlijk niet in één dag ontstaan. Wij zijn al vier jaar in het Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange programma met
De afgelopen maanden hebben Peek en collega Gabriëlle Muris in co-creatie met Pratt gewerkt aan een publicatie. ‘De brochure resilient waterfront communities is onze eerste stap in de samenwerking. We beschrijven erin hoe wij via een wereldwijd netwerk kunnen bijdragen aan een toenemende veerkracht van de dichtbevolkte gemeenschappen aan het water in hun aanpassing aan de klimaatverandering. De volgende stap is concrete onderzoeken aan het netwerk toevoegen. Voor hun minor zijn in november drie van onze studenten naar New York gegaan. Zij onderzochten daar de veerkracht van de door het water getroffen gemeenschappen in Brooklyn.’
Drie componenten De samenwerking bestaat uit drie componenten. Online kennisdeling, gezamenlijk onderzoek en onderwijs. Én onsite uitwisseling van studenten en onderzoekers om samen met de gemeenschappen aan het water oplossingen te bedenken voor de huidige en toekomstige ontwikkelingsuitdagingen. ‘Met aandacht voor de ecologische en economische gevolgen.’ Peek vertelt dat de huidige netwerken binnen connecting delta cities zich voornamelijk verhouden op het niveau van overheid tot overheid, business-to-business of overheid tot business. ‘Wij willen de gemeenschappen aan het water een plek in die netwerken geven. Van Katrina heeft Bloomberg geen natte voeten gekregen, maar de mensen van Brooklyn hebben dat wél. En de problemen zijn daar nog steeds niet opgelost. We willen de herontwikkeling van de stedelijke gebieden aan het water dus vooral ook met de mensen doen, zodat zij er direct van profiteren. Niet alleen in termen van waterveiligheid, maar ook in sociaaleconomische spin-offs.’ De ambitie is om wereldwijd aansluiting te vinden bij de andere connecting delta cities, van Manilla tot Melbourne. <
Building climate resilient communities Building on the Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange program (2010-2014), the RDM Centre of Expertise and Pratt Institute of New York plan to initiate and foster a worldwide network of game changers and decision makers in delta cities to address living with rising sea levels. Using online sharing of expertise, joint research and education, and the onsite exchange of ideas, they hope to create innovative, climate resilient communities in partnership with citizens, government and business.
De kenniscentra RDM en Innovatief Ondernemerschap trekken het initiatief binnen de Hogeschool. Interesse in de samenwerking of de brochure? Kijk op www.rdmcampus.nl/rdmcoe of neem contact op met g.peek@hr.nl of g.m.w.muris@hr.nl
gebiedsontwikkeling
Inzet van drones: onderzoeker of toezichthouder tekst: Yvette van Dael fotografie: Deltasync/2seas20
De waterdrone Een op afstand bestuurbare waterdrone is op een aantal locaties in Nederland ingezet om onderzoek te doen naar de effecten van bouwen op water. INN010 spreekt met Rutger de Graaf-van Dinther, lector bij het Kenniscentrum RDM en eigenaar van Deltasync dat drijvend bouwen als specialisme heeft. ‘Waterdrones kunnen makkelijk onder de drijvende objecten om gegevens te verzamelen. Duikers komen daar in ondiep water niet bij, bovendien zijn ze duur.’ Hij hoopt dat de studie een aantal bezwaren tegen bouwen op waterkavels wegneemt, vooral bij de vergunningverlenende instanties. ‘In diverse projecten loopt Deltasync ertegenaan dat waterschappen zich zorgen maken over de gevolgen voor de ecologie en de waterkwaliteit. Op de een of andere manier zijn de effecten wereldwijd nooit onderzocht.’ De studie is uitgevoerd binnen een consortium van onderzoeksbureaus, gemeenten, waterschappen en verschillende Nederlandse universiteiten en hogescholen. Een van de onderzochte locaties is het Drijvend Paviljoen in de Rotterdamse Rijnhaven. Studenten van onder meer Hogeschool Rotterdam gingen in augustus op pad met een
drone die was voorzien van een camera om de vissen en planten onder het drijvende object in kaart te brengen. En van sensoren om de waterkwaliteit te meten. ‘Op de beelden van de camera zien we van alles onder het paviljoen. Garnalen, zeewier, vissen… De natuur lijkt zich er aardig thuis te voelen en dat is bijzonder, want vóór het paviljoen er stond was er op die plek weinig leven te bekennen. En dat in vier jaar tijd.’ Ook de gegevens van de sensoren tonen geen grote verschillen tussen de waterkwaliteit onder het paviljoen en ernaast. Op basis van de voorlopige resultaten lijkt het erop dat kleinschalige drijvende constructies geen negatief effect hebben op de waterkwaliteit. ‘Nu we meer weten, kunnen we voor drijvend bouwen richtlijnen opstellen die ik weer kan gebruiken voor de onderwijsprogramma’s aan de Hogeschool. RDM Centre of Expertise gaat een cruciale rol spelen in het vervolg. We beschikken hier over een interdisciplinair platform om het geheel naar een hoger plan te tillen, van data-analyse tot het ontwikkelen van een volgende generatie drones.’ Meer info, dr. ir. Rutger de Graaf-van Dinther, lector Stad en Water, Kenniscentrum RDM, r.e.de.graaf@hr.nl <
Using waterdrones A remote-controlled waterdrone is being used to research the effects of building on water. ‘Waterdrones can manoeuvre easily under floating objects to collect data. They can reach places divers can’t, like shallow water, and they’re cheaper,’ says Rutger de Graaf-van Dinther, lector at RDM Knowledge Centre. He hopes the research will remove barriers to building on water, such as concerns about ecology and water quality that, until now, have never been studied. Based on the preliminary results of the research, it seems that small-scale floating structures don’t affect the water quality.
Aangeboden door RDM Centre of Expertise Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam / t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
pagina 35
De luchtdrone Een onbemand vliegtuig dat in kustgebied illegale lozingen of scheepsbranden opspoort: de drone die op zee de veiligheid bewaakt is weer een stapje dichterbij na de presentatie van de 2Seas20 in de haven van Rotterdam. In het kader van het Europese ontwikkelingsprogramma Interreg 2 seas hebben zestien partijen uit de UK, Frankrijk en Nederland gewerkt aan het eerste prototype. De drone kan bijvoorbeeld ook een incident op zee volgen en de maritieme grenzen bewaken. Een bemand toestel kost vele tientallen malen meer per uur en verbruikt meer dan honderd keer zoveel brandstof. Het ontwerp voor de 2seas20 is zeer innovatief. Met een spanwijdte van 3,7 meter is de drone een van de eerste grote drones uit de 3D-printer. Het protoype is in tien dagen gebouwd. Een andere innovatie is de gebruiksvriendelijke bediening. Het unieke systeem stelt klant, camerabestuurder en piloot in staat om, elk via een eigen touchscreen, met elkaar te communiceren. Onder meer door de huidige strenge regelgeving zal het nog wel enige jaren duren voor de drone daadwerkelijk boven de Noordzee gaat vliegen. De businesscase ziet er positief uit, want er zit een enorme potentie in onbemande vliegtuigen. Tot die tijd staat het toestel nog even in opslag bij de TU Delft. Meer informatie op www.2seas-uav.com. <
pagina 36
- advertorial -
Op een karakteristieke plek aan de Rijsdijk in Rhoon verrijst volgend jaar appartementencomplex Rijshorst. Een traditioneel gebouwd complex dat plaats biedt aan tien appartementen. Een ideale plek om ruim en beschermd te wonen, voorzien van alle privacy. En zoveel mogelijk duurzaam gebouwd.
Buitenplaats Rijshorst:
Luxe huizen, duurzame materialen tekst: Joke Waltmans fotografie: archief Zoeteman
Met buitenplaats Rijshorst heeft bouw- en aannemingsbedrijf Zoeteman een primeur voor Rhoon. ‘Deze gemeente heeft prachtige woningen, maar geen luxe appartementen voor haar inwoners die riant en beschermd willen wonen’, weet directeur Mels Zoeteman. ‘Je vindt ze wel in Barendrecht en Rotterdam, maar de meeste mensen die in Rhoon wonen, willen hier ook blijven. Het is een mooie, groene gemeente en je zit binnen tien minuten met de auto of de metro in de stad’. Plan Rijshorst heeft die luxe en die ruimte wel. Op een eiland aan de Rijsdijk/Achterdijk in Rhoon, met zicht op de weilanden, wordt een monumentaal pand gebouwd met tien appartementen: vier op de eerste woonlaag, vier op de tweede en twee penthouses op de bovenste verdieping. De appartementen variëren van 140 tot 160 vierkante meter en de penthouses tellen 280 vierkante meter. De prijzen zijn vanaf 440.000 euro voor een appartement tot 840.000 voor de penthouses. Alle woningen hebben een eigen entree en zijn bereikbaar via de lift in de centrale hal. Zoeteman heeft de bouw van het luxe appartementencomplex al lange tijd op zijn wensenlijst staan. Over belangstelling heeft hij niet te klagen, de Rijshorst-brochures waren snel op. Na de start van de verkoop, afgelopen augustus, zijn er al snel drie appartementen verkocht, twee op de begane grond en één op de eerste verdieping. ‘Het mooie van Rijshorst is dat je er heel beschermd woont.
Door de ligging op een eiland heb je een oprijlaan met eigen toegang. Rondom is er water en om het gebouw een prachtig aangelegde, gemeenschappelijke tuin. Het perceel is ruim 3500 vierkante meter waarvan de bebouwing 600 meter beslaat’, schetst Zoeteman. De appartementen hebben ieder ook een terras als eigen buitenruimte en sommige woningen zelfs twee. De penthouses hebben de mogelijkheid voor een patio en een daktuin.
Natuurlijke materialen Buitenplaats Rijshorst wordt opgetrokken uit veelal natuurlijke materialen. Het pand wordt duurzaam gebouwd met keramische dakpannen, lichte baksteen, hardhouten kozijnen en glas met hoge isolatiewaardes. De appartementen worden alle voorzien van intercom met camerasysteem. De indeling van de appartementen is vrij te bepalen door de kopers. Er is voldoende ruimte voor een ruime living van minimaal zestig vierkante meter, een slaapkamer en een studeer- of logeerkamer. ‘Heel geschikt voor stellen van wie de kinderen het huis uit zijn. We hebben het bij Rijshorst meestal over seniorenappartementen, maar een jong stel zal het hier ook zeker naar zijn zin hebben’, stelt Zoeteman. ‘De eerste kopers zijn nu de ruimte aan het indelen.’ Zij kunnen daarbij gebruikmaken van de diensten van Eric Kant die als interieurarchitect aan dit project is verbonden.
pagina 37
Voor de keukeninrichting zijn er afspraken met Tieleman Keukens in Middelharnis, daar wordt plan Rijshorst ook gepresenteerd. ‘Voor iedere koper ligt er een waardecheque van 2500 euro klaar’, belooft Zoeteman. De bouw van Rijshorst start zodra er zes appartementen zijn verkocht, Zoeteman hoopt in het eerste kwartaal van 2015 te kunnen beginnen. Met de bouw van Rijshorst voegt het Rhoonse bouw- en aannemingsbedrijf weer een mooi pand toe aan zijn ‘visitekaartjes’. Dat zijn onder meer het Medisch Centrum, het bedrijfspand van de Karl Steder Group, het kantoor van de LBH-Group en van Jordex Shipping & Forwarding, allemaal in Rhoon. ‘Mooie traditioneel gebouwde panden die, evenals onze luxe villa’s, er net even uitspringen. Allemaal hebben ze dat luxe tintje, zoals Rijshorst, waar woondromen waar worden.’’ <
Nijverheidsweg 17 – 3161 GJ Rhoon / t: +31 (0)10 501 53 33 / www.zoeteman.com
pagina 38
- advertorial -
Woonboulevard groeit naar belevenis Het is opvallend te noemen dat juist in economisch mindere tijden en een sterk concurrerend aanbod via de digitale snelweg, Woonboulevard Spijkenisse floreert. Daar waar in Nederland veel woonboulevards kampen met een verouderd imago, groeit dit complex naar een lifestyle-boulevard waar internet verder wordt geïntegreerd en meer wordt ingespeeld op beleving.
tekst: Ellen Lengkeek fotografie: archief Campagne
‘Het complex innoveert mee met het gedrag van de huidige en toekomstige consument’, zegt Marloes Kalsbeek van het Rotterdamse communicatiebureau Campagne namens de woonboulevard-ondernemers. Spijkenisse neemt als gemeente een derde plaats in binnen de Stadsregio Rotterdam en faciliteert het eiland Voorne-Putten. De woonboulevard op de hoek van de N218 en de Groene Kruisweg, die doorloopt tot aan de grens met Rotterdam, speelt daarin een belangrijke rol. Het woonwinkelcomplex bedient het eiland met ruim 150.000 inwoners en een kleine 70.000 woningen. Woonboulevard Spijkenisse bestaat uit 24 woonwinkels en horeca onder een golvende luifel, die bij slecht weer als droogloop fungeert. Op de hoeken van de woonwinkelblokken zijn
pagina 39
hogere ovale gebouwen gerealiseerd. Bezoekers parkeren gratis voor de deur van de winkels. Er zijn 500 parkeerplaatsen aangelegd. Het complex is geopend in het najaar van 2009, ten tijde van de economische crisis, en werd twee jaar later al uitgebreid. In totaal telt het 40.000 vierkante meter aan vloeroppervlak. Het bedrijf Groeneweg Bouw heeft de woonboulevard in samenwerking met Van der Leur Vermeer Architecten BNA en opdrachtgevers gebroeders Roobol ontwikkeld.
Online koppeling Inmiddels staat de woonboulevard voor een volgende fase. ‘De basis is opgezet vanuit een traditionele retailgedachte. Die blijven we trouw maar gekoppeld aan nieuwe trends en nieuw koopgedrag’, aldus Kalsbeek. ‘We gaan ons meer proactief richten op het creëren van een beleving.’ Een trend die wordt onderschreven door deskundigen. ‘Winkelen wordt steeds meer een dagje uit. Het gaat om gezellig op pad zijn
en het opsnuiven van sfeer, die je mist als er online wordt gewinkeld. Daarnaast maken winkels een steeds betere koppeling met hun onlinewinkel om te concurreren met de verkoop via het internet. Bijvoorbeeld met het plaatsen van internetzuilen in de winkels waar ook direct online kan worden besteld’, aldus consumentenpsycholoog Maud Ebbekink. Op Woonboulevard Spijkenisse wordt een aantal winkels kleiner van opzet en wordt op de eerste etage wereldrestaurant De Watertuin geopend met ruim 500 couverts. Te midden van koikarpervijvers, ruime volières, weelderige bomen en rotsblokken kunnen bezoekers hier terecht voor diverse internationale keukens. De gerechten worden in een open keuken ter plekke bereid door koks. Het restaurant berekent vaste tarieven en is zeven dagen van 09.30 tot 22.00 uur open. Tevens komen op de woonboulevard meer live-evenementen en leisure-activiteiten en wordt wifi beschikbaar voor interactie met en service aan de consument. <
Lucebertstraat, 3202 SW Spijkenisse / www.woonboulevardspijkenisse.nl www.facebook.com/woonboulevardspijkenisse
pagina 40
Welkom in de wereld van tankopslag en innovatie Creatieve diepgang in de Rotterdamse industrie
maritiem
pagina 41
De avond is gevallen en de lampen in de haven zijn net aan. Felle bonte lichten, afgewisseld met onduidelijke kleine lichtjes die tot aan de horizon reiken. Het landschap doet futuristisch aan. Alsof we in een andere wereld zijn. De lichtjes maken duidelijk dat hier dag en nacht wordt gewerkt. Rechte wegen, kranen, opslagtanks. Ja, dit is Rotterdam, de belangrijkste Europese haven voor vloeibare lading en de daaraan gekoppelde tankopslag, met een capaciteit van 28,4 miljoen m3 in ruim 2100 tanks. tekst: Madelon Stoele fotografie: Freek van Arkel, archief Boskalis (foto Jopie), Michiel de Kruik (foto Translas)
Op mondiaal niveau is de Rotterdamse haven waarschijnlijk de grootste haven voor tankopslag en vormt ze in ieder geval samen met Singapore en Houston de top-drie. Rotterdam heeft tankopslagcapaciteit voor alle typen bulkvloeistoffen. Denk aan ruwe olie, minerale olieproducten zoals benzine, diesel, kerosine en nafta, alle soorten vloeibare bulkchemicaliën, biobrandstoffen en eetbare oliën en vetten. De grootste opslagtanks voor ruwe olie staan op de punt van de Maasvlakte en zijn van de Maasvlakte Olie Terminal (MOT). Hier bevinden zich ook steigers waar de grootste olietankers kunnen lossen. De MOT is een
samenwerking van grote partijen als BP, Esso, Vopak en Shell. Elders in de Europoort bevinden zich bedrijven die onbereikbaar zijn voor de allergrootste olietankers. De olie wordt dan via pijpleidingen naar opslagtanks en raffinaderijen in de Europoort gepompt en naar afnemers in het achterland, zoals Vlissingen, Antwerpen en het Ruhrgebied.
Fabriekjes Ron Vaz Dias, business developer bij Stichting iTanks, introduceert ons in de wereld van de tankopslag. Hij vertelt: ‘De grootste tanks zijn 85 meter in omvang. Er zijn ook kleintjes, peperbusjes, van twaalf meter hoog en drie
meter doorsnee. Alle tanks zijn eigenlijk op zichzelf staande fabriekjes, gebonden aan strikte regels en normen. Sommige hebben drijvende daken, een brandblussysteem. Je moet dampen afvangen, corrosie tegengaan, noem maar op. Elke tank heeft een onderhoudscyclus. Bij sommige tanks duurt het basisonderhoud alleen al veertig weken. Hoe sneller dat onderhoud kan plaatsvinden, hoe meer kosten kunnen worden bespaard. En dat kun je doen met innovaties.’
iTanks In de tank- en opslagbranche valt veel te verbeteren en te innoveren, vooral op het gebied >
pagina 42
iTanks Students Enthousiasme opwekken voor de industrie bij studenten en het gat dichten tussen theorie en praktijk. Dat is het uitgangspunt van iTanks Students. Zonder nieuwe lichting geen toekomst voor onze haven! iTanks Students verbindt studenten van universiteiten en hogescholen met de industrie door bijbanen, stages, projecten en door ze als denktank in te zetten.
Rookvrij lassen Jelmer Wolleswinkel, commercieel directeur Translas: ‘Samen met TNO en iTanks hebben we een lastoorts met rookafzuiging ontwikkeld. De testfase is inmiddels afgerond en we hopen half november de markt op te gaan met deze innovatie onder de naam Extractor.’ ‘Tot nu toe waren ruimtelijke afzuiging en/of een helm met frisse luchtunit voor lassers de enige goede oplossing tegen schadelijke rook. Nu is er iets nieuws ontwikkeld: een stand-alone bron-afgezogen lastoorts. De kern hiervan is dat de toorts lasrook efficiënt afzuigt zonder dat het beschermgas wordt weggezogen. De rook blijft niet in de omgeving van de lasser hangen. Dat is schoner en gezonder.’ ‘Bijzonder is dat we met de uitstoot bij het gebruik van deze toorts onder de gestelde grenswaarde uitkomen door 90 tot 95% van de lasrook weg te nemen. Dat is revolutionair te noemen. Vooral voor lassers onder extreme situaties – zoals in een tank - is dat van belang. Daarnaast is de toorts betaalbaar en niet zwaarder geworden, dat zijn ook belangrijke punten.’
van kostenbesparing, efficiëntie, veiligheid en milieuvriendelijkheid. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft stichting iTanks gevraagd of zij de innovatiemotor van het havengebied wil worden. Deze stichting, gegroeid vanuit de op- en overslag, is havenbreed een onafhankelijk kennis- en innovatieplatform. Vaz Dias: ‘Wij brengen mensen en bedrijven op een nieuwe manier samen. Door kennisuitwisseling ontstaan nieuwe ideeën en concepten die weer uitgroeien tot succesvolle innovaties.’
Een gewone telefoon kun je door zijn vonkgevaarlijkheid niet zomaar gebruiken. Vaak worden er nu nog opschrijfboekjes gebruikt. Daar valt dus een hele wereld te winnen.’
Inmiddels zijn er meer dan zeventig bedrijven bij iTanks aangesloten. Belangrijke partners zijn de Rabobank en het Havenbedrijf Rotterdam. Naast asset owners zijn ook mkb’ers en zzp’ers onderdeel van iTanks. Vaz Dias: ‘Zo komt iedereen in contact met elkaar. Dat gebeurt tijdens onze pitchontbijtjes, brainstormsessies, rondetafeldiscussies, conferenties en evenementen. We gebruiken inspirerende locaties om de creativiteit te bevorderen, zoals onze eigen ruimte in de Scheepsbouwloods: het iTanks Xperience Dock. Dat is allemaal vrij nieuw voor deze industrie.’
Haven en industrie, het is vrij lang een conservatieve wereld geweest. Innovatie? Waarom, het gaat toch goed? Je kunt dus wel spreken van een cultuuromslag. Vaz Dias: ‘Er komen steeds meer jonge mensen de industrie binnen. Zij denken op een andere manier, gaan ook uit van een ander verdienmodel. De oudere generatie groeide op met het idee van zoveel mogelijk geld verdienen. Jongeren niet, zij kopen vrije tijd en delen hun kennis. Jonge mensen groeien op met dat hele idee van delen, dat begint al op Facebook. iTanks wil de industrie graag meegeven dat de wereld in transitie is en dat we mee moeten. De kruisbesbestuiving tussen jong en oud en mensen die niet uit deze branche komen is interessant. Innovatie is een breed begrip. Techneuten vinden elkaar toch wel. Laatst is er een laserlasapparaat ontwikkeld door mensen die nog nooit een tank van binnen hadden gezien.’
Leren innoveren
Doe-mentaliteit
De industrie werkt vooral operationeel. ‘Bovendien is er nu nog een financiële crisis en staan grote bedrijven onder druk. Dan is er geen tijd voor innovatie. De focus ligt op de continuïteit van het bedrijf. Maar de continuïteit van nu is ook die van later. De wereld staat niet stil, ontwikkelingen gaan snel. Via iTanks komen innovaties makkelijker binnen bij de asset owners. Het is belangrijk om mee te gaan. Er zijn voorbeelden genoeg van miljoenenbedrijven die een ontwikkeling misten, denk aan Kodak of de Free Recordshop. Dat kan ons ook gebeuren. Een loods vol materiaal raak je misschien niet meer kwijt omdat straks alles zelf op maat 3D kan worden geprint.’
De Rotterdamse ‘doe-mentaliteit’ is sterk verweven met iTanks die in de afgelopen jaren meerdere innovaties concreet heeft gemaakt. Vaz Dias: ‘Wij innoveren door echt met ideeën aan de slag te gaan. We begeleiden bedrijven vanaf een idee tot aan de uitvoering. We halen problemen op uit de markt en gaan ermee aan de slag. We innoveren niet om het innoveren. Het doel is om twee of drie projecten per jaar te begeleiden. We zijn nu ook bezig om het Innovation Dock op RDM Campus als innovation cluster te promoten. Hiervoor zijn we onder meer in gesprek met Jules Dock, RDM Makerspace, het Havenbedrijf en Hogeschool Rotterdam.’
Cultuuromslag
‘Een tijd terug hebben we samen met Boskalis schoonmaakrobot Jopie ontwikkeld. Ook hebben we een lastoorts ontwikkeld, samen met TNO en Translas, die komt in november op de markt. Op dit moment is het meest concrete project voor de terminalwereld een laserlasrobot. Deze kan in twee weken tijd een tankbodem vervangen van 85 meter in omvang. Normaal kost dat drie maanden. Die tijdwinst levert enorm veel geld op. Bovendien is het veiliger, want je werkt met minder mensen.’ <
‘Enerzijds besteden we vanuit iTanks aandacht aan conventionele innovaties. Anderzijds proberen we juist ook de nieuwe manier van werken en denken bij de industrie onder de aandacht te brengen. Denk aan het gebruik van open data, 3D-printen, augmented reality, crowdfunding en Google Glass voor de industrie. Ook actueel is de wereld van de apps en het gebruik van mobiele devices. In de wereld van de tankopslag heb je te maken met de ATEX-norm (Atmosphères Explosives).
maritiem
Hoe gaat het nu met Jopie? Max Schellenbach, Manager Civil Boskalis Offshore: ‘Een van de innovaties waar wij een bijdrage aan hebben geleverd is de schoonmaakrobot Jopie. Deze is ontwikkeld voor het reinigen - boven en onder water - van steigerpalen van bijvoorbeeld aanlegsteigers en boorplatformen. Daarnaast is Jopie ook geschikt voor inspectie- en reparatiewerkzaamheden en voor ultrasone wanddiktemetingen, waardoor onder meer ad hoc reparaties kunnen worden uitgevoerd.’ Jopie, vernoemd naar Joop Riemens, een werknemer uit de petrochemische industrie, is vorig jaar op de markt gekomen. ‘Momenteel zijn we bezig met het doorontwikkelen van de robot. Het gaat goed, er is veel vraag naar. Jopie kan ook op hele andere gebieden worden ingezet, zoals bij windmolens. We richten ons dan ook op verschillende varianten van de robot.’ ‘Je zou kunnen zeggen dat we de industrie hiermee een beetje op z’n kop zetten. Jopie is economisch voordeliger, sneller, veiliger en milieuvriendelijker vergeleken met vroeger, toen duikers palen van steigers en platformen moesten reinigen en inspecteren.’
pagina 43
Creative innovation in Rotterdam’s port industry On a global level, Rotterdam probably has the largest port for tank storage, with capacity for all types of bulk liquids. Think crude oil, petroleum products (such as gasoline, diesel, kerosene and naphtha), liquid chemicals, biofuels and edible oils and fats. The tank and storage industry could use some improvement, especially in the areas of cost savings, efficiency, safety and sustainability. With that in mind, the Port of Rotterdam has asked the iTanks Foundation to be the engine of innovation in the harbour. iTanks is a port-wide, independent platform for expertise and innovation. More than seventy companies have joined the platform, from Rabobank to small and medium-sized entrepreneurs, as well as freelancers. Asset owners are exposed to more innovations via iTanks. ‘There are plenty of examples of big companies that missed the boat on developing, like Kodak,’ says Ron Vaz Dias, a business developer at iTanks. ‘That could happen to us too. You might suddenly have a warehouse full of material you can’t get rid of because everything can be custom 3D-printed instead. ‘On one hand, we pay a lot of attention to conventional innovations. On the other hand, we try to focus on thinking and working in new ways, by incorporating things in the industry like open data, 3D-printing, augmented reality, crowdfunding and Google Glass. Apps and mobile devices are also important. There’s a whole new world of possibility,’ says Vaz Dias. One innovation that’s already in use is Jopie, a robot designed to clean the support columns - above and below water of things such as piers and oil platforms. Jopie is also suitable for inspection and repair work, as well as ultrasonic wall thickness measurement, so that repairs can be carried out in a more ad hoc manner. Jopie is cheaper, faster, safer and more environmentally friendly compared to using divers to clean and inspect scaffolding and platforms. Jopie’s developers are also developing different variants of the robot for other industries, such as windmills. Jopie has the ability to turn this industry - and others - upside down.
pagina 44
- advertorial -
maritiem
Peter Leenheer, Bonn & Mees
Hergebruikte opslagtanks passen helemaal in de groene trend tekst: Karen Auer fotografie: archief Bonn & Mees
Een ergernis minder Trots toont directeur-eigenaar Peter Leenheer, de vierde opeenvolgende Leenheer aan het roer, het nieuwe opslagterrein van maar liefst 12.000 m2 aan de Heijsehaven op het voormalige RDM-terrein. Leenheer: ‘Voorheen gebruikten we vijf verschillende opslaglocaties met alle interne transportkosten van dien. Maar behalve een forse besparing, is het zonder al die vrachtwagens op de weg natuurlijk ook stukken milieuvriendelijker’. Hij wijst naar de rekken vol met ‘hijsmiddelen’ die met elektro-heftrucks af en aan worden gereden. Een ergernis minder, ook dat: ‘Je moet het zien als een hoogst efficiënte bibliotheek. Vroeger lagen onze materialen vaak op de verkeerde plek, dus als je iets nodig had, lag het altijd op een van de andere terreinen. Nu grijpen we haast nooit meer mis’.
Kunststukje De Hef Er is op de Willemsbrug na geen Rotterdamse brug waar Bonn & Mees niet aan heeft meegewerkt. Onder grote publieke belangstelling werd het meest recente kunststukje uitgevoerd: het uithijsen van De Hef die een grote onderhoudsbeurt krijgt.
‘Met onze drijvende bokken ‘Matador’ en ‘Matador 2’ hebben we het 560 ton zware platform - de ‘val’ - uit de oude spoorbrug gehesen en aan de Merwehaven op de kade gelegd’.
Prima conditie Een specialiteit van Bonn & Mees is het verplaatsen van opslagtanks. Nieuwe exemplaren die bij de producent van de wal worden gehesen en worden vervoerd naar de eindbestemming of bestaande tanks die over water van de ene naar de andere terminal worden verplaatst. ‘De grootste opslagtanks die wij in de takels hadden, hebben een diameter van 84 meter. Die zijn zo groot dat ze uiteraard nooit over de weg vervoerd worden’, aldus de directeur. Peter Leenheer ziet een grote toename in het transport van hergebruikte tanks: ‘Het is echt een volwassen markt geworden die ook helemaal past in de groene, duurzame trend. Voeger werden tanks afgeschreven en haalden wij de slooptanks gewoon weg, nu worden ze opnieuw gebruikt op andere locaties. Hergebruik is uiteraard ook veel voordeliger; op de coating na zijn de tanks vaak nog in prima conditie.’ <
Sluisjesdijk 123, 3087 AE Rotterdam / t: +31(0)10 - 42 90 5443 / www.bonn-mees.com
pagina 45
pagina 46
Engineering, procurement & constructionsector kan niet zonder geïntegreerde informatievoorziening bij HSE-beleid Deloitte heeft een overeenkomst gesloten met ERP-leverancier IFS en wordt daarmee strategisch partner van IFS voor de implementatie van IFS Applications in de offshore, olie & gas- en maritieme sector in de Benelux. tekst: Chris Thomassen fotografie: archief IFS
De laatste jaren is de aandacht voor veiligheid, milieu en gezondheid (Health, Safety & Environment, ofwel HSE) in de olie- en gassector en petrochemie sterk toegenomen. Niet alleen hanteren overheden steeds strengere regels, ook bedrijven zelf erkennen het belang ervan. Een effectief HSE-beleid vermindert onder meer het risico op ongevallen, wat direct van invloed is op het rendement van de organisatie. HSE is een zaak van de hele organisatie. Een geïntegreerde informatievoorziening speelt hierbij een cruciale rol. IFS heeft verschillende applicaties die de diverse aspecten van HSE-beleid ondersteunen.
>> Door deze samenwerking biedt Deloitte alle consultancydiensten op het gebied van business en systemen waar klanten om vragen, inclusief consultancydiensten voor de implementatie van IFS Applications’, zegt Eric Vennix, Partner bij Deloitte Consulting in Nederland. << Een eerste vereiste is een efficiënt HSEmanagementsysteem. In zo’n systeem zijn de verantwoordelijkheden, praktijken, procedures, processen en middelen voor de uitvoering van gezondheid, veiligheid en milieuzorg vastgelegd. De voordelen van een HSE-managementsysteem gaan verder dan voldoen aan de wettelijke eisen. Het verbeteren van processen en voorkomen van ongelukken en milieuschade komen de efficiency ten goede en leiden tot lagere kosten.
Contractor management Een belangrijk onderdeel van HSE-management is Contractor Management. Daarbij meet de
maritiem
opdrachtgever de prestaties van onderaannemers, leveranciers en andere partijen waarmee de organisatie samenwerkt. Partijen leggen de afspraken over veiligheid en werkwijzen, rollen en verantwoordelijkheden in de regel gedetailleerd vast, zodat goede controle mogelijk is en de organisatie dagelijks werkt aan een ongevalvrije werkplek. Ook wanneer werk wordt uitbesteed aan (sub)contractors is het een must om een geïntegreerd systeem te hebben voor het beheer van gezondheids- en veiligheidsinformatie, verzekeringsgegevens, trainingsprogramma’s en specifieke documenten.
Meten van de eigen prestaties Een organisatie moet natuurlijk ook zelf de prestaties op HSE-gebied meten, hiervoor worden kritieke prestatie-indicatoren vastgelegd, afgekort kpi’s. Via actieve monitoring en reguliere inspecties is vast te stellen hoe de organisatie op veiligheid scoort. Risico’s zijn zo te verminderen en bovendien kan de organisatie proactief reageren als blijkt dat de prestaties achterblijven bij de vastgestelde standaarden. Met een regelmatige audit van de prestaties zijn deze constant te verbeteren en zijn blinde vlekken op te sporen. Hierdoor gaat de algemene kwaliteit van het HSE-beleid omhoog.
Automatisering Voor veel organisaties is het monitoren en rapporteren van incidenten best complex. Het registreren van incidenten gebeurt maar al te vaak in op zich staande informatiesystemen die maar een deelaspect van het totale HSE-beleid ondersteunen. Daardoor mist een organisatie het totaalbeeld en valt er geen verband te leggen met de andere bedrijfsprocessen. Je moet je dan feitelijk de vraag stellen wat voor het automatiseren van bedrijfsprocessen het beste alternatief is. Een geïntegreerd systeem dat alle processen ondersteunt of een zogenaamde best-of-breedaanpak, waarbij voor ieder proces een aparte toepassing ingezet wordt?
het delen van gegevens en kostenbesparingen. Het beste alternatief? Onderstaande argumenten spelen mogelijk een rol bij het maken van een definitieve keus: Kosten Een best-of-breed-toepassing is vaak duurder in aanschaf en gebruik. Medewerkers hebben extra training nodig, er zijn koppelingen nodig naar andere softwarepakketten en gegevens zijn moeilijker te delen. Ondersteuning Hoe meer verschillende systemen een organisatie inzet, hoe complexer de ondersteuning en het beheer. Medewerkers moeten zich verdiepen in verschillende technologieën en benaderingen, en de verschillende interfaces onderhouden. Effectiviteit Leveranciers van geïntegreerde bedrijfssystemen vullen hun software constant aan met nieuwe functionaliteit. Functionaliteit die in eigen huis is ontwikkeld of na een overname in de eigen software opgenomen. Er is dan sprake van een combinatie van de geïntegreerde aanpak en
pagina 47
best-of-breed. In deze situatie is het delen van gegevens eenvoudiger. Thomassen: ‘En dat is ook meteen het belangrijkste argument om te pleiten voor een geïntegreerde aanpak: wanneer alle relevante gegevens in één database zijn opgeslagen, zijn verbanden beter te leggen en is een totaalbeeld van het HSE-beleid te creëren. Dat is bij op zichzelf staande systemen vele malen moeilijker, omdat gegevens verspreid over de organisatie worden bewaard. Je weet dan nooit zeker of een rapportage compleet is. Bij een geïntegreerde aanpak bestaat die onzekerheid niet.’ < Chris Thomassen (chris.thomassen@ifsworld.com) is senior business consultant Oil & Gas, Maritime Industry bij softwareleverancier IFS Benelux
>> Vennix: ‘Deloitte is Silver Partner van IFS. Onze samenwerking richt zich met name op vraagstukken die in de maritieme sector spelen.’<<
ERP staat voor enterprise resource planning, software die binnen organisaties wordt gebruikt ter ondersteuning van alle processen binnen het bedrijf. ERP-software wordt in de wandelgangen vaak bekritiseerd omdat het te complex zou zijn en moeilijk in gebruik. De bedrijfssoftware van IFS is dat allesbehalve. IFS richt zich niet alleen op gebruiksgemak, maar op de volledige gebruikerservaring. Mensen moeten van de applicatie houden, is het credo. De samenwerking stelt Deloitte dus in staat zijn portfolio uit te breiden met een bewezen ERP-oplossing die bekend is om zijn prestaties, functionaliteit en flexibiliteit. Volledig opgeleide Deloitte IFS-specialisten bieden klanten een grondige kennis van de business en technologische expertise.
Engineering, procurement & construction Deloitte has signed an agreement with ERP vendor IFS, becoming a strategic partner for the implementation of IFS Applications in the offshore, oil & gas and maritime industry in the Benelux. ERP stands for enterprise resource planning, software used within organizations to support all processes within their company. Employees often criticize ERP software because supposedly it’s too complex and difficult to use. IFS’s business
Een best-of-breed-aanpak lijkt aantrekkelijk, omdat een pakket helemaal is gebouwd voor een functie. Een geïntegreerde aanpak heeft weer voordelen vanwege het gebruiksgemak,
software is anything but. IFS focuses not just on usability, but on the complete user experience. The credo is: people have to love it. The partnership will enable Deloitte to expand its portfolio with a proven ERP solution recognized for its performance, functionality and flexibility. Fully trained Deloitte IFS specialists will offer clients a thorough understanding of business and technological expertise.
Flight Forum 3450, 5657 EW Eindhoven / t: +31 40 29 23 292 / www.ifsworld.com Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com
pagina 48
Danny MonjĂŠ, directeur-aandeelhouder Boelaars & Lambert Groep
Een informele organisatie is een voorwaarde voor productinnovatie De Boelaars & Lambert Groep, adviseur op het gebied van verzekeringen en andere financiĂŤle diensten, is van oorsprong een echt Rotterdams bedrijf en al bijna een eeuw actief. tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar
maritiem
Imiddels zijn ze uitgegroeid tot een landelijk en zelfs internationaal opererende organisatie. De verzekeringsmakelaar richt zich vooral op het midden- en kleinbedrijf. In 2008 namen de huidige directeuren, de broers Peter en Danny Monjé, de Boelaars & Lambert Groep over. Danny Monjé, directeur-aandeelhouder en Registermakelaar in Assurantiën beschikt over grondige kennis op het gebied van risicobeheer.
Wat is jullie marktgebied? ‘We richten ons in de breedte op bedrijfsverzekeringen van het middenen kleinbedrijf. Wij werken met gespecialiseerde afdelingen en zijn vooral sterk op het vlak van logistieke risico’s van ondernemingen zoals: verladers, fabrikanten, producenten, handelsbedrijven en logistieke dienstverleners.
Wat is jullie grootste kracht? ‘Onze kracht is om vanuit de ondernemer te denken, klantgericht en niet alleen productgericht. We zijn persoonlijk betrokken bij onze klanten. Anders kun je de risico’s nooit goed inschatten. Het gaat echt altijd om maatwerk.’
En wat is de link met industrie/ transport/food? ‘Goederentransportverzekeringen zijn een belangrijk onderdeel van onze activiteiten. Bij het verplaatsen van goederen van A naar B komt veel kijken. Het is nogal een verschil of je betonnen buizen vervoert of groente en fruit. Dan kun je niet met een doorsnee-verzekering aankomen. Wij kijken per soort ondernemer naar de risico’s bij het transporteren van goederen en adviseren over mogelijke verzekeringen. Als verzekeringsmakelaar ontwikkelen we eigen producten en clausules, geënt op de specifieke risico’s van de onderneming, dat is noodzakelijk in deze sector.’
pagina 49
met opdrachtgevers worden beoordeeld. Dan kijken we welke risico’s beheersbaar zijn, waar preventie mogelijk is en waar maatregelen te nemen zijn. Vervolgens kijken we hoe we de overgebleven risico’s voldoende kunnen afschermen. Ons adagium is: ‘verzekering als vangnet is iets heel anders dan een verzekering als hangmat.’ Op die manier blijft het kostenplaatje voor het verzekeren van risico’s aantrekkelijk.
Wat is het raakvlak met innovatie en duurzaamheid? ‘In 2006 hebben we een online webapplicatie ontwikkeld voor de Organisatie voor Erkende Verhuizers (OEV), waardoor real time garantiecertificaten aan de individuele relaties konden worden overhandigd. Dat was toen vrij vooruitstrevend. Ook ondersteunen en faciliteren we maatschappelijk verantwoorde projecten zoals het initiatief Klimaatneutrale verhuizing en Greenparts. Bij Greenparts gaat het om schadeherstel van auto’s met gebruikte onderdelen. Kortom: we spelen in op maatschappelijke vragen en beoordelen de risico’s bij elk nieuw product. Ook richten we ons op de ontwikkeling van apps bij verzekeringsdiensten en schademeldingen. Met een app kun je efficiënter communiceren met klanten. Als er iets aan de hand is heeft de klant direct toegang tot informatie. Daarmee ontzorgen we de klant, dat gaat verder dan alleen een verzekering.’
Hoe innovatief zijn jullie eigen werknemers? ‘Als bedrijf richten wij ons op beheer van langdurige relaties. Onze werknemers zijn vaak al lang bij ons in dienst. We willen geen formele organisatie zijn. Mensen die zich informeel durven te gedragen, durven ook over grenzen heen te kijken. En dat is een voorwaarde voor creativiteit en het ontwikkelen van nieuwe, klantgerichte producten.’ <
Wat zijn de risico’s? Met name logistieke dienstverleners zijn in de huidige marktomstandigheden gefocust op meer omzet en winst. Ondernemers nemen daardoor soms te grote risico’s bij het afsluiten van contracten. Daarnaast is er nog steeds onvoldoende kennis over de handelscondities, de Incoterms (International Commercial Terms), met alle risico’s van dien voor de ondernemer.
Waarin onderscheiden jullie je van de concurrenten? ‘Wij ontwikkelden een tool waarmee we inventariseren en analyseren welke risico’s een onderneming loopt, waarbij onder meer contracten
Boelaars & Lambert Group Boelaars & Lambert Group is an international advisor in insurance and other financial services for small and medium-sized businesses. Their specialty is inlogistics risks, and their clients include shippers, manufacturers, producers, trading companies and logistics service providers, to name a few. Boelaars & Lambert Group also responds to social issues by supporting and facilitating socially responsible projects such as climate neutral relocation and Greenparts - sustainable automotive repair using used parts. They are also developing apps that communicate more effectively with their insurance customers, giving them instant access to information.
Schiekade 79-85, 3033 BE Rotterdam / t: +31 (0)10 44 33 400 / www.boelaarsenlambert.nl Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com
pagina 50
Erik de Neef, Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht:
‘De toekomst van de roeiers ligt in diversificatie en innovatie’ De bijna 120 jaar oude Koninklijke Roeiers Vereeniging Eendracht (KRVE) afficheert zich als ‘de handen, ogen, oren van de haven’. Hoewel de roeiers zich voor het vastmaken en het lossen van scheepstrossen allang niet meer verplaatsen in roeibootjes, is de naam gebleven. tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar/archief KRVE
maritiem
Risico’s lopen de roeiers nog steeds; de huidige, zelfgebouwde motorvletten mogen dan wel state-of-the-art zijn, ze zijn nietig in vergelijking met de reusachtige zeeschepen die dag en nacht en in soms barre weersomstandigheden bedwongen moeten worden. Bovendien manoeuvreren de roeiers hun scheepjes naar uiterst linke plekken tussen de wal en het schip en dichtbij de schroef. Tot zover over wat bij het oude bleef. Om een financieel gezonde toekomst te waarborgen in een snel veranderende haven, heeft de KRVE zich de laatste jaren succesvol ontwikkeld tot een brede, internationaal toonaangevende dienstverlener. Erik de Neef (43) is een van de aanjagers van de vernieuwingen en van een efficiënte bedrijfsvoering. Nadat hij al op 16-jarige leeftijd als roeier begon, zich in de loop der tijd breed heeft geschoold en intern in diverse functies het klappen van de zweep heeft leren kennen, werd hij dit jaar gekozen tot voorzitter van de vereniging. Met maar liefst 263 stemmen voor en 2 tegen. Op 1 januari 2015 neemt hij het stokje officieel over.
Innovatiedrift Het grote vertrouwen in de nieuwe voorman van de Rotterdamse roeiers is voorstelbaar. De Neef maakt een opvallend energieke indruk en zijn enthousiasme over de nieuwste ontwikkelingen en slimme, kostenbesparende tools is aanstekelijk. De innovatiedrift oogst alom bewondering en werd in 2010 beloond met de Rotterdam Promotie Prijs. Over de noodzaak van verandering zegt De Neef: ‘Het werk in de Rotterdamse haven is teruggelopen; schepen zijn groter geworden en nemen meer lading mee. De toekomst van de roeiers ligt dus in diversificatie en innovatie.’ Behalve de traditionele core business, het vast- en losmaken van zeeschepen in het Rotterdamse havengebied en de Moerdijk, heeft de KRVE een florerende vervoerstak. Met bemande vaartuigen, maar ook met negen Mercedessen vervoeren zij loodsen in het havengebied. Ook de eigen scheepswerf in Heijplaat brengt geld in het laatje. Hier wordt de vloot van onder andere vastmaakvletten, loodstenders en supersnelle crewtenders onderhouden en worden nieuwe boten gebouwd, ook voor andere (internationale) roeiersbedrijven. De Neef: ‘In 2006 was er 1 man aan het werk, anno 2014 zijn het er 22.’
Drijvende reuzen ‘Wij pakken nu de offshore aan’, zegt de voorzitter. ‘Daar zijn we in 2006 mee begonnen toen een klant in Zuid-Afrika ons benaderde om te assisteren bij een kraaneiland, een miljardenproject. De roeiers hebben het eiland vastgekoppeld waarop het door zeesleepboten naar de kade werd gebracht. Toen werd duidelijk dat we aardig goed zijn in het offshorespelletje en sindsdien weet de wereld ons te vinden.’ De roeiersvereniging levert bij deze projecten mens en materieel voor allerlei doeleinden. De Neef: ‘Olie moet steeds verder en dieper worden gehaald. Dat gebeurt met zogenoemde FPSO-schepen: ‘floating production, storage and offloading’, zeg maar drijvende raffinaderijen. Shell laat nu de grootste drijvende installatie ooit bouwen, een opslag- en productiefaciliteit voor ‘Liquefied Natural Gas’ (LNG). 475 meter lang en 600.000 ton zwaar. Omdat deze drijvende reuzen vaak niet zijn ingericht om af te meren, komen op verzoek onze roeiers in beeld. Voor het dekwerk, werkzaamheden aan de kade, het leveren van materieel en voor de consultancy. Wij maken de berekeningen, bijvoorbeeld hoeveel trossen zijn er nodig - let wel, een set van zestien trossen kost al snel 1 à 2 miljoen dollar -, wat is de breeksterkte en hoe gaan we de mooring doen. Onze mensen worden uit den treure getraind en moeten voor specifieke klussen certificaten halen.’ >
pagina 51
pagina 52
maritiem
ShoreTension
>> Het geheime wapen << Bob de Bouwer Het geheime wapen van de vereniging is roeier Gerrit van der Burg alias ‘Bob de Bouwer’. De Neef: ‘We hebben de praktijk en de theorie in huis. Geen ingenieurs, maar geschoolde roeiers. Er zijn er die zelfs hun eigen huis hebben gebouwd, maar Gerrit is pas echt een genie.’ Deze begaafde roeier is de uitvinder van lucratieve innovaties als een milieuvriendelijke fender. Een stootkussen: ‘Het bijzondere is dat de fender afbreekbaar is, binnen twee jaar is ie weg.’ Ook een futuristische afmeerboei, de eerste door Lloyds gecertificeerde boei die 240 ton aankan, komt uit zijn koker. De Neef: ‘Met deze boei reduceren we per tros elke handeling van 15 minuten tot slechts 1 minuut. Bovendien is het veel minder gevaarlijk. Een roeier hoeft niet meer op de boei te klimmen.’
Het neusje van de zalm op innovatiegebied is de ShoreTension (ST), door de KRVE ontwikkeld in samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam. ‘De aanleiding was een incident in de haven waarvan de havenmeester zei: dat nooit meer’, vertelt de voorzitter in spe. ‘Op een stormachtige dag in 2007 lag een groot containerschip afgemeerd op de Maasvlakte. Door de harde storm braken de trossen, raakte het schip op drift en voer het dwars door een steiger heen waarachter een enorme olievoorraad lag. De schade bedroeg circa 150 miljoen euro.’ De ShoreTension werd aanvankelijk ontwikkeld als stormbeveiliging, maar bleek ook uiterst geschikt om afgemeerde schepen te fixeren, waardoor ze efficiënter geladen en gelost kunnen worden. Een bedrijfsfilm toont een even simpel als ingenieus apparaat. Een cilindrische buis met een rechthoekige trommel houdt scheepstrossen met een van tevoren ingestelde trekkracht op een constante spanning, waardoor de kans dat de trossen breken aanzienlijk wordt verminderd. De Neef, trots: ‘De ShoreTension gaat zeer waarschijnlijk de nieuwe standaard worden in de haven. Hij minimaliseert bewegingen veroorzaakt door golfslag tot slechts een halve centimeter. Zowel de haven, de terminal als het schip zijn erbij gebaat.’ <
Heijplaatweg 7, 3089 JC Rotterdam / t: +31 (0)88 113 30 00 / www.krve.nl
- advertorial -
Timmer-, stukadoors- en aannemingsbedrijf Oskam voert sinds 1980 opdrachten uit voor particulieren en bedrijven, en voor kleine en grote (nieuwbouw)projecten. De werkzaamheden bestaan onder meer uit binnen- en buitenstucwerk, gevelonderhoud en -isolatie, timmerwerkzaamheden, plaatsen en restaureren van dakkapellen, inbraakpreventie en totale verbouwingen.
Gevelisolatie: duurzaam ingepakt tekst: Karen Auer fotografie: Sjors Massar
Geen concessies Nog 1 jaar en dan viert Oskam zijn 35-jarig jubileum. Voor naamgever Adrie Oskam is de tijd gevlogen. Duizenden klussen later stapt hij nog steeds iedere ochtend vrolijk uit bed: ‘Tevreden opdrachtgevers vervelen nooit en daar hebben we gelukkig niet over te klagen. We stellen dan ook hoge eisen aan onszelf wat betreft de kwaliteit van de werkzaamheden en we doen geen concessies aan de materialen die we gebruiken. Bovendien hebben we een aantal vaste partners, zoals afbouwspecialist Lobouw en Stukadoors- en Spuitbedrijf R. Smaal, waarvan we weten dat zij diezelfde kwaliteit bieden.’ Lang voordat duurzaamheid bon ton was, specialiseerde Oskam zich al in gevelisolatie van nieuwe en bestaande woningen. Nu energieverbruik hoog op de agenda staat, ziet Adrie Oskam zijn klantenkring dan ook fors groeien. Een lesje gevelisolatie: ‘Gemiddeld verdwijnt een kwart van de warmte door ongeïsoleerde buitenmuren. Wij pakken een huis als het ware in met geluiddempende polystyreenplaten die een ondergrond vormen voor het uiteindelijke stucwerk. Een van de voordelen van buitengevelisolatie is dat je binnen niet te maken krijgt met ruimteverlies.’
Besparen Binnenshuis gaat het leefklimaat erop vooruit. ‘Gevelisolatie zorgt ervoor dat bij kou de warme lucht binnen blijft en dat in de zomer de warmte juist buiten wordt gehouden. Ook krijgen vocht en schimmel
veel minder kans’, vertelt Oskam. Tegenover een verhoogd wooncomfort staat bovendien een lagere energierekening: ‘Je bespaart al snel een paar honderd euro per jaar’, weet de vakman. Zijn klanten dragen ook bij aan een beter milieu: ’40 procent van de CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door de verwarming van gebouwen. Een goede isolatie vermindert de uitstoot.’ Gevelisolatie is ook nog eens een lust voor het oog die de waarde van het huis doet stijgen; dat zou de laatste twijfelaar over de streep moeten trekken. Adrie Oskam: ‘Nadat we een naadloze pleisterlaag hebben aangebracht, ziet de gevel er prachtig strak en verzorgd uit.’ <
Overtocht 19, 2411 BS Bodegraven / t: +31 (0)6 53 88 15 65 / www.oskam-bodegraven.nl
pagina 53
pagina 54
start ups
Vincent Wegener & Jurjen Lengkeek 2013 www.rdmmakerspace.nl
Naam eigenaar Gestart website
aangeboden door RDM Centre of Expertise Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
RDM Smart Industry Zone In het Innovation Dock gebeurt het allemaal. In deze hal waar bedrijven en opleidingen kavels huren, mogen alle Rotterdammers zelf experimenteren met nieuwe technologieën. In de monumentale industriehal - met zwevend kantoor - worden nu vier Smart Industry Zones gecreëerd. Althans, dat is het plan waarmee Vincent Wegener en zijn compagnon Jurjen Lengkeek van de RDM Makerspace naar RDM Centre of Expertise stapten. De zones richten zich op 3D-printing, robotica, drones en sensors/Internet of Things. Er komt ook een groot bassin om onder meer drijvende drones te testen. Wegener: ‘Onze visie? Een volle hal met makers. Nu kun je in het Innovation Dock een kavel huren. Dat is interessant voor ondernemers, omdat er hier veel gebeurt, maar in de praktijk missen we nog de echte bedrijvigheid. Bijvoorbeeld omdat mensen voornamelijk op hun hoofdkantoor werken, en niet hier. Daarom zijn we gaan kijken hoe we meer kunnen bieden dan alleen een kavel.’
Samen delen ‘De kracht van ons plan is het delen. We delen ruimte, technologie, machines en kennis. Elkaar fysiek ontmoeten bij de koffieautomaat of als je bezig bent is belangrijk, juist om van elkaar te leren. Voor veel mensen is dat de reden om zich bij onze community aan te sluiten. Er zijn veel mensen die iets ontwerpen, maken of repareren en zich graag omringen door mensen met dezelfde interesses of aanvullende vaardigheden. Een voorbeeld: drone-ontwikkelaars weten hoe je de drone in de lucht krijgt, maar hebben geen kennis van de tekst: Madelon Stoele fotografie: Sjors Massar
sensoren die je erop kunt aanbrengen. En daar gaat het nu juist om. Sensoren en Internet of Things zullen de komende jaren de ontwikkelingen in de technologie domineren. Die kruisbestuiving vinden we heel belangrijk.’ Studenten, het bedrijfsleven maar ook de kunstenaar of zzp’er kunnen in het Innovation Dock terecht en toegang krijgen tot de zones met bijbehorende faciliteiten en machines. ‘We hebben verschillende abonnementen. Als je eenmaal lid bent van een zone dan mag je ook gebruik maken van een andere zone. Daarnaast bieden we cursussen, programmering en services aan. Een idee werkelijk omzetten in productie komt daarmee binnen ieders bereik.’
Robotica Robotica houdt zich bezig met theoretische implicaties en praktische toepassingen van robots in de ruimste zin van het woord. Een 3D-printer kan op basis van digitale input driedimensionale objecten produceren. Dit gebeurt door het object laag na laag op te bouwen. Het is een grote tak van de rapid prototyping-industrie. In de RDM Makerspace wordt de combinatie tussen deze twee technieken zichtbaar en bruikbaar. Dit gebeurt bijvoorbeeld met een grote industriële robot die, aangestuurd door software, enorme objecten kan 3D-printen zoals industriële mallen, schaalmodellen of objecten van kunstenaars. Studenten van RDM Centre of Expertise denken mee over toepassingen, materiaalgebruik, benodigde elektronica en software van de robot. <
creatieve industrie
pagina 55
Havenbedrijf als incubator voor start-ups Mare Straetmans van het Havenbedrijf Rotterdam, programmamanager innovatie, commerciële afdeling industrie: ‘We willen nieuwe bedrijven interesseren en faciliteren in en voor de haven. Het gaat om havenstart-ups in brede zin, dus ook om mkb’ers die al wat groter zijn en die innovatieve producten naar de markt kunnen brengen. Bedrijven met verschillende ontwikkelkracht. Op RDM Centre of Expertise zal een deel van het programma plaatsvinden. Bedrijven zullen zich daar ook vestigen.’
Potentie in de haven Het Havenbedrijf Rotterdam heeft uiteraard verantwoordelijkheid naar de haven toe. ‘We zijn al lang niet meer de grootste haven. Maar als meest innovatieve haven kunnen we de beste haven blijven en internationaal concurreren. Ondernemerschap hoort bij Rotterdam. De potentie in de haven is enorm. Er zijn start-ups die innovaties ontwikkelen die miljoenen aan besparing gaan opleveren, zoals de lasrobot. Ook hebben we een fabriek in de haven staan die meer stroom gebruikt dan de hele gemeente Den Haag bij elkaar. Je kunt je voorstellen dat elke besparing dan enorm veel geld oplevert. Thema’s met veel onderzoeks- en ontwikkelpotentie zijn: IT-data, onderhoud, biobased en de circulaire economie.’ Waarom is ondersteuning nodig? ‘Er zijn bedrijven met mooie innovatieve ideeën die de haven niet weten te vinden en er zijn start-ups van buiten de haven
Het Havenbedrijf Rotterdam gaat fors investeren om starters in de haven te begeleiden. Als incubator spelen zij een belangrijk rol in nieuwe bedrijvigheid in de Rotterdamse haven.
die de haven niet kennen. Een voorbeeld: die jongen die een app ontwikkelde waarbij de aankomst- en vertrektijden beter waren dan in de app van de NS zelf. Zoiets gebeurt in de haven niet snel. De haven is nog onzichtbaar, onherkenbaar. Dan zie je ook niet welke potentie er ligt en ga je er ook niets voor bedenken. We proberen dus een programma te ontwikkelen met verschillende incubators.’ Een incubator is een plek waar start-ups bij elkaar kunnen komen en ook een programma kunnen volgen. ‘Wij ondersteunen PHIA (Philips Innovation Award), studentenstart-ups in de haven, Yes! Delft, de Start-up Bootcamp en het havenfonds voor de hele serieuze start-ups die van waarde zijn voor de economie.’
Yes! Delft YES! Delft is een van de meest succesvolle incubators van Europa. ‘Wij staan op het punt om het samenwerkingscontract met hen te ondertekenen. Zij gaan tien start-ups begeleiden. YES! Delft is een hightech ondernemerscentrum met een duidelijke missie: het bouwen van toonaangevende bedrijven van morgen. Zij inspireren en ondersteunen studenten, professionals en wetenschappers om stappen te zetten om ondernemer te worden.’ Meer dan honderd bedrijven zijn ooit onder de vleugels van YES! Delft begonnen, succesverhalen zoals Epyon Power, Ephicas en Ampelmann Operations. Bedrijven die een verschil kunnen maken en van duidelijke waarde voor de economie zijn. <
RDM Centre of Expertise (CoE) is gevestigd op de RDM Campus, de plek midden in de Rotterdamse haven waar jongeren op mbo- en hbo-niveau worden opgeleid voor werk in techniek en mainport. RDM CoE verbindt de drie O’s van onderwijs, onderzoek en ondernemers. Voor onderzoek wordt samengewerkt met Kenniscentrum RDM van Hogeschool Rotterdam.
pagina 56
creatieve industrie
En de winnaars zijn... Michelle van der Wees, Marloes Marijnissen, Désirée Sommers, Tirza Krul en Denise Smit; vijf zeevrouwen van de opleiding Maritiem Officier aan de Rotterdam Mainport University. tekst: redactie INN010 fotografie: Roy Borghouts
Op 11 juni 2014 streden studenten van Hogeschool Rotterdam en het STC-RMU om de prijs van het Beste Havenidee. De jury bestaande uit Raymond Riemen (CEO Broekman Group), Arjen van Klink (Rabobank Rotterdam), Maartje Berendsen (Havenbedrijf Rotterdam), Onno de
gaan, of met de hele groep. Er zou bijvoorbeeld wel een minor- of een afstudeerproject van kunnen worden gemaakt. We zijn er nu al zo ver mee gekomen dat we het idee niet willen laten liggen. <
Jong (Jong Haventalent), Peter Wierenga (Nieuwsblad Transport) en Klaas Winters (Deloitte) benoemde tijdens het ‘hbo in de haven TOP event’ het damesteam ‘Reduce Emission by Spark Ignition’ tot de winnaar van 2014. Reden om eens nader kennis te maken. De dames werkten samen aan een oplossing voor het probleem dat dieselmotoren te veel emissies produceren. De hoofdvraag was hoe in een moderne dieselmotor een bougie toegepast kon worden om zware olie te laten ontbranden en emissies te reduceren.
1. Het idee? We hadden eigenlijk twee ideeën. Het eerste idee was het verlagen van emissies. Bepaalde schadelijke stoffen komen vrij doordat er in een motor dusdanig hoge temperaturen ontstaan, dat stoffen als NOx ontstaan. We bedachten twee oplossingen om heavy fuel oil of marine diesel oil te ontsteken: door middel van laser of bougie in de dieselmotor.
2. Waarom wonnen jullie? Door een lagere einddruk en temperatuur te creëren wordt de uitstoot van NOx teruggedrongen. Een verlaging van emissies draagt natuurlijk bij aan een beter milieu. Daarnaast zijn er ook verschillende technische voordelen aan deze innovatieve motor. Als onze technologische innovatie eenmaal goed gaat werken is dat een enorme verbetering voor de maritieme scheepvaart.
3. Voor wie is dit interessant? In eerste instantie voor rederijen, motorfabrikanten. De wetgeving op het gebied van uitstoot wordt natuurlijk steeds strenger. De scheepvaart moet zich hieraan aanpassen, zodoende is deze ontwikkeling voor hen van groot belang. Dat geldt ook voor motorfabrikanten. En de haven als leefgebied wordt erdoor verbeterd.
Vlnr: Denise Smit, Michelle van der Wees, Marloes Marijnissen, Désirée Sommers, Tirza Krul
4. Wat was de grootste uitdaging? Bewijzen dat ons idee in de praktijk mogelijk zou kunnen zijn. Wel was vanaf het begin duidelijk dat ons idee theoretisch zou blijven, omdat de middelen ontbraken om een praktijksituatie na te bootsen. Het bouwen van een nieuwe motor is heel erg duur en niet te bewerkstelligen in een onderwijsomgeving.
5. Wat is er nodig om de nieuwe motor wél te realiseren? Onderzoek en testen. En een bedrijf dat aan het onderzoek wil meewerken en daarnaast ook kan investeren. Een TU Delft bijvoorbeeld, of Wärtsilä.
6. Gaan jullie ermee verder? Ja, dat staat vast, maar wel na de stage. Wellicht dat we daarna weer met groepsleden verder
aangeboden door RDM Centre of Expertise Heijplaatstraat 23 - 3089 JB Rotterdam t: +31 (0)10 794 92 00 / www.rdmcampus.nl/rdmcoe
Rotterdam Mainport University Om in Rotterdam de beste hbo-opleidingen voor scheepvaart, scheepsbouw, havens en logistiek aan te kunnen bieden, hebben de STC-Group en Hogeschool Rotterdam de handen ineengeslagen. De samenwerking gebeurt onder de naam: Rotterdam Mainport University of applied sciences (RMU). Hieronder vallen de opleidingen: chemische technologie, scheepsbouwkunde, logistiek, technische vervoerskunde en Maritiem Officier.
Programma hbo in de haven Het Beste Havenidee was onderdeel van het programma hbo in de haven. Dit programma wilde studenten en docenten laten kennismaken met de haven, en omgekeerd. Met als doel: jongeren enthousiast maken voor een carrière in de haven. Hoewel het programma formeel is beëindigd, worden de activiteiten deels voortgezet: www.hboindehaven.nl
INN010 ambassadeur
pagina 57
Luuk Prevaes is programmadirecteur Stadshavens Rotterdam, participant van het platform INN010
Rotterdam; wereldspeler innovaties â&#x20AC;&#x2DC;Rotterdam profileert zich wereldwijd als toonaangevende innovatieve proeftuin. In de gebiedsontwikkeling hebben we te maken met een bijzonder kennisintensieve bedrijvigheid. De organisatie Stadshavens Rotterdam vervult daarin graag een faciliterende rol. Op en rond het water bieden wij ruimte voor innovaties. Samen met marktpartijen, de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam realiseren we innovatieve woon- en werkgebieden in het stadshavengebied, waarbij de economische structuur van stad en haven verder wordt versterkt. Deze gebieden zijn Rijn- en Maashaven, Waal- en Eemhaven, RDM Heijplaat en Merwe-Vierhavens, dat we kortweg M4H noemen.
Rotterdamse innovaties, die er volop zijn. Denk aan het idee voor een drijvend bos. Voor de Maashaven hebben ondernemers het plan opgevat om de karakteristieke oude graanelevatoren van de Maassilo te renoveren en mogelijk een nieuwe functie te geven. Ook dat vind ik een geweldig initiatief. Industrieel erfgoed blijft behouden te midden van hedendaagse gebiedsontwikkelingen.
Een geslaagd voorbeeld is de ontwikkeling van het RDM-gebied, met het Aquadock voor experimenten op het water. Uniek in de wereld! Op RDM Campus komen onderwijsinstellingen en het innovatieve bedrijfsleven bij elkaar en zorgen we voor werkgelegenheid. Prachtig vind ik de windturbines van het bedrijf the Archimedes, mede ontwikkeld in het Innovationdock op RDM Campus. Ook het Stadshavenkantoor heeft een turbine van dit bedrijf op het dak staan dat ons van stroom voorziet. We ontwikkelen nu het M4H-gebied en zijn er trots op dat een pionier als Daan Roosegaarde zich met zijn studio hier vestigt.
De stad loopt nu warm voor de Wereld Expo in 2025. Ondernemers hebben daartoe het initiatief genomen. Rotterdam is een boeiende innoverende stad en speelt een bijzondere rol in de wereld. Stadshavens is daarvan warm pleitbezorger en faciliteert met genoegen dergelijke initiatieven. Ter stimulatie daarvan is het Stadshavens Ontwikkelingsfonds voor Innovatie en Economie (SOFIE) opgezet om ondernemers ook financieel bij hun projecten te ondersteunen. INN010 verhaalt over deze ontwikkelingen en innovaties. We zijn een blad maar ook een podium voor lezingen en discussies en maken cross-overs tussen verschillende sectoren in Rotterdam en omgeving. Participatie van Stadshavens Rotterdam in INN010 biedt ons de mogelijkheid om alle duurzame ontwikkelingen in het stadshavensgebied te etaleren, teneinde de gebiedsontwikkeling in al haar facetten ook bottum-up te stimuleren. <
Verdere plannen voor de Rijnhaven hopen we begin volgend jaar bekend te maken. Deze enorme â&#x20AC;&#x2DC;waterbakâ&#x20AC;&#x2122; biedt een prachtig podium voor
In de volgende INN010 geeft Luuk Preveas graag het woord aan Hans van Driel. Hij is directeur-eigenaar van Nsecure.
pagina 58
TOMS verspreidt bijzonder One for one® businessmodel
Gratis schoenen en brillen wereldwijd
Kopen en geven. Dat is waar het non-profitbedrijf TOMS uit Californië voor staat. De onderneming verkoopt schoenen en brillen volgens het One for one® businessmodel. Van elk verkocht paar schoenen wordt een paar cadeau gedaan aan kinderen in nood. Een winstdeel van de brillenverkoop wordt gebruikt om in ontwikkelingslanden mensen met een visuele handicap te helpen. Het zakelijke adviesbureau Deloitte in Rotterdam helpt mee. tekst: Ellen Lengkeek
fotografie: archief Toms
creatieve industrie
pagina 59
Inmiddels heeft TOMS al meer dan 35 miljoen paar nieuwe schoenen weggegeven en 250.000 mensen geholpen bij het herstel van het gezichtsvermogen. Doneren als marketingonderdeel. Handig en slim bedacht, menen criticasters. Vooral fijn, vinden de miljoenen mensen die dankzij TOMS nu gratis op goede schoenen lopen of zijn geholpen bij zichtproblemen. Zoals de achtjarige Dara uit Guatemala die nieuwe schoenen kreeg en Ansha Ali (65) uit Ethiopië, die na een staaroperatie weer kon zien. Voor de 42-jarige Sujon Mia uit Bangladesh betekende een door TOMS ondersteunde staaroperatie dat hij weer kon terugkeren naar zijn baan als kapper om zijn vier gezinsleden te ondersteunen. Ondernemer Blake Mycoskie richtte TOMS in 2006 op. Tijdens een reis in Argentinië kwam hij kinderen tegen die geen schoenen hadden om hun voeten te beschermen. Om ze te kunnen helpen, begon hij met de productie van canvas schoenen vanuit het idee om van elk verkocht paar een paar nieuwe schoenen aan een kind in nood te schenken. Sinds 2011 produceert het bedrijf ook brillen. Van de winst van de brillen wordt een deel gebruikt om in ontwikkelingslanden mensen met een visuele handicap te helpen. En begin 2014 ontstond TOMS Roasting Co, dat voor elke verkochte zak koffie een week schoon water geeft aan een mens in nood. Wat begon als een eenvoudig idee is uitgegroeid tot een krachtig bedrijfsmodel. One for one® is dan ook officieel zijn handelsmerk. In de marketing moet TOMS het vooral hebben van mond-tot-mondreclame, ondersteund door social media, modeshows, events op universiteiten en pop-up winkels, zodat Mycoskie zich kan blijven focussen op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Van Mycoskie wordt gezegd dat hij niet alleen schoenen, maar vooral ook zijn eigen ideaal verkoopt: klanten die zijn schoenen kopen worden weldoeners. In het One for one® programma van TOMS zijn wereldwijd veertig landen opgenomen, waaronder Argentinië, Ethiopië, Guatemala, Haïti, Rwanda, Zuid-Afrika en de VS. Naast winkels in de VS, Dubai en Griekenland is onlangs ook in Amsterdam een TOMS-store
geopend. De ‘weggeefschoenen’ worden nu geproduceerd in vier verschillende fabrieken. Deze staan in Haiti, Argentinië, Kenia en Ethiopië. Bijna een derde van de schoenen wordt nu gefabriceerd in de landen waar ze ook worden weggegeven. Zakelijk betrokken en warm voorstander van het gedachtegoed van TOMS is het Nederlandse bedrijf Deloitte met consulting en financiële advisering als corebusiness. ‘We zijn met TOMS in contact gekomen toen de organisatie de overstap maakte naar Europa’, zegt Klaas Winters, partner Deloitte in het hoofdkantoor op de Wilhelminakade. ‘Deloitte heeft TOMS geadviseerd bij het opzetten van een goede douanestructuur in Europa. Hiervoor hebben we onder meer afspraken gemaakt met de douane over de waarde van de goederen als basis voor de berekening van invoerrechten. Daarbij komt dat we het goede doel achter TOMS bijzonder appreciëren.’ <
De weggeefschoen is in eerste instantie gebaseerd op de Argentijnse variant van espadrilles. De eerste Europese TOMS flagship store is te vinden in Amsterdam, Runstraat 13. Bij TOMS werken wereldwijd 400 mensen, waarvan 25 op de Weggeefafdeling. Ook Syrische vluchtelingen lopen op TOMS. De vluchtelingenorganisatie van de VN heeft er 500.000 uitgedeeld. TOMS verkoopt simpele espadrilles maar ook warme winterlaarsen voor gebieden zoals Kirgizië. In 60 landen lopen mensen op Toms-schoenen.
TOMS Buying and giving - that’s what California’s non-profit business TOMS stands for. They sell shoes and eyeglasses following the One for one® business model. For every pair of shoes sold, another pair is given away to a child in need. A portion of the profits from the sale of eyeglasses helps people with visual handicaps in developing countries. TOMS also started a coffee roasting company in 2014, where for every bag of coffee sold, they will donate a week of clean water to a person who needs it. Professional services firm Deloitte in Rotterdam is helping with consulting and financial advice. Meanwhile, TOMS has given away more than 35 million pairs of new shoes and helped restore the vision of 250 000 people.
Danzigerkade 13F, 1013 AP Amsterdam / t:+31 (0)20 580 0520 / www.toms.com Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com
pagina 60
Kantoren InfinAgora in Rotterdam, Londen en Dubai
Nieuw zakelijk wereldnetwerk InfinAgora is een nieuw internationaal zakenplatform voor ondernemers en zakelijke beslissers. Het is ontdaan van ongemakkelijke en bovenal incourante opsmuk. Het ambieert meer omzet tegen lagere kosten, in minder tijd en binnen een veilige netwerkomgeving. InfinAgora heeft drie kantoren: in Dubai, Londen en Rotterdam en is actief in al 150 landen. Bedenker Kazim Atilla spreekt van de ‘ultieme nieuwe zakelijkheid’. tekst: Ellen Lengkeek fotografie: archief InfinAgora
Als het ligt aan initiatiefnemer Kazim Atilla, die 4,5 jaar intensief is bezig geweest om InfinAgora van de grond te tillen, zullen de komende vijf jaar honderdduizenden leden actief gebruik gaan maken van het platform. Lokaal en internationaal. ‘Ambitieus maar haalbaar en noodzakelijk’, zegt hij. De leden zijn afkomstig uit grote steden als Singapore, New York, Parijs, New Delhi en dichterbij uit Rotterdam en Dordrecht, om maar een paar voorbeeld te geven. InfinAgora staat voor ‘oneindige markt’ en is geen social media platform of businesscommunity, maar een zakelijk platform waar ondernemers en zakenlieden via een betaald lidmaatschap direct zaken met elkaar kunnen doen. InfinAgora zorgt voor hulpmiddelen en voor een beveiligde online omgeving.
Veilig zaken doen InfinAgora: ‘Onze leden hebben toegang tot het platform via een triple-layer combinatie van een username, password en persoonlijke smartcard met transactie verificatie nummer (TAN-code), bekend van het online bankieren. Daarnaast is InfinAgora een betaald member-only netwerk. Iedereen die lid wordt, heeft per definitie een zakelijke bankrekening. Bij betaling van het lidmaatschap wordt dit gecontroleerd. Leden weten op deze manier zeker dat de bedrijven waar ze contact mee hebben, écht zijn. Eenmaal lid, kan door de leden binnen Nederland zelf een onbeperkt aantal creditchecks uitgevoerd worden. Alvorens tot zaken te komen, kan in ieder geval geverifieerd worden of de andere partij kredietwaardig is.
In het oude Griekenland was de agora het kloppend hart van de stad; een plek voor het doen van zaken en het ontwikkelen van grote ideeën. Het stond voor ondernemen, democratie en vindingrijkheid. Kernwaarden waaraan Atilla waarde hecht. Als zakenman liep hij steeds tegen hetzelfde probleem aan. ‘Je wilt verkopen, maar ook weten met wie je echt van doen hebt. Vaak maak je een afspraak in het binnen- of buitenland met zakenmensen die je niet kent. Als je elkaar dan ontmoet, blijkt dat dan niet de juiste persoon te zijn en ben je voor niets gegaan. Ondernemers sluiten zich ook vaak aan bij businessclubs waar ze weinig aan hebben, terwijl ze er jaarlijks een flink bedrag voor betalen. Ik vergelijk die businessclubs met de Malediven: iedereen wil naar dat andere eiland, maar niemand weet hoe je er komt.
creatieve industrie
Het blijven 1500 losse eilandjes zonder sterke onderlinge verbinding. ’ Atilla is ervan overtuigd dat ondernemers zich wel onderling kunnen verbinden op het InfinAgora-platform. ‘Een lidmaatschap kost 2500 euro per jaar. Daarvoor krijgt onze klant vijf accounts en een mini-website waarop het bedrijf wordt gepresenteerd. Binnen een paar klikken weet je met wie je te maken hebt. En kun je direct contact leggen via Instant Messaging of bellen via het VOIP-systeem. Onze lidmaatschapskaart met login code is uiteraard beveiligd en biedt voordeel bij vele (online-) winkels en geeft kortingen op vluchten en hotels.’ Het InfinAgora-lidmaatschap biedt ook
pagina 61
toegang tot een magazine in print- en digitale versie. Het magazine bevat artikelen over lokale en (inter)nationale businesstrends, en lifestyle. ‘De digitale versie is zeer interactief. Artikelen en advertenties komen tot leven via animaties, video’s en audiobestanden. Dat is het moderne uitgeven.’
InfinAgora
Een online tv-platform tenslotte biedt in samenwerking met content providers en internationale mediapartners - diverse kanalen aan waarop de hele dag op de doelgroep toegespitst nieuws en informatie wordt aangeboden. Elk bedrijf met een lidmaatschap van InfinAgora kan zijn eigen tv-kanaal beginnen via een te personaliseren My Channel. <
InfinAgora is not a social media platform or business
WTC Beursplein 37, 22ste verdieping Rotterdam / t: +31 (0)10 268 07 00 / www.infinagora.com Wilhelminakade 1 – 3072 AP Rotterdam / t: +31 (0)88 288 28 88 / www.deloitte.com
InfinAgora is a new international trading platform for entrepreneurs and decision-makers in the business world. Its goal is more sales at lower costs, in less time and within a secure network environment. InfinAgora has three offices - in Dubai, London and Rotterdam and is active in 150 countries.
community, but a platform where entrepreneurs and business leaders can deal directly with each other, via paid membership. InfinAgora provides the tools and a secure online environment. Membership costs € 2500 per year, and members receive, among other incentives, unlimited credit checks on companies. Within a few clicks, you know who you’re dealing with.
pagina 62
Nsecure levert bijdrage aan vijfsterrenlabel voor duurzaamheid
Nieuwbouw Lely Campus
Nsecure is toonaangevend in de markt van hoogstaande beveiligingsoplossingen. Lely Industries heeft de tradities van de agrarische sector volledig veranderd. Beide bedrijven vonden elkaar in duurzame oplossingen voor de recente nieuwbouw van Lely: â&#x20AC;&#x2DC;the Greenest Innovation Campusâ&#x20AC;&#x2122; in Maassluis. tekst: Yvette van Dael fotografie: archief Lely Industries
creatieve industrie
Lely is internationaal producent van toekomstgerichte innovaties voor de melkveehouderij. Vanuit een duidelijke visie op duurzaamheid bedenkt Lely oplossingen die ervoor zorgen dat melkveebedrijven over 25 jaar nog steeds, en op een milieuvriendelijke manier, melk kunnen produceren. Producten uit de koker van Lely zijn bijvoorbeeld systemen om de levensverwachting van koeien te verlengen, zoals een monitoringssysteem. Maar ook producten als melkrobots, stalreinigers en de Lely Vector, een automatisch voersysteem. Om hun visie kracht bij te zetten, besloot het bedrijf een volledig klimaatneutrale campus te bouwen. De begin dit jaar opgeleverde Lely Campus biedt huisvesting aan het internationale hoofdkantoor en aan twee productiefaciliteiten. Op de campus ontwikkelt het bedrijf innovaties die zorgen voor een aangename toekomst voor mens en dier.
De groenste innovatiecampus van Europa Tijdens de bouw zijn zoveel mogelijk gerecyclede materialen gebruikt. Daarnaast is het complex voor 100 procent duurzaam in het gebruik. Niet voor niets is de Lely Campus onderscheiden met het hoogst haalbare internationale duurzaamheidscertificaat ‘BREEAM Outstanding’, in de categorie Kantoren en Industriegebouwen. Het kantoor en de productiefaciliteiten ontvingen zelfs als enige binnen Europa het certificaat ‘outstanding’ (vijf sterren). Van de ledverlichting tot aan de toiletten die regenwater gebruiken: de visie van Lely is tot in de kleinste details uitgewerkt. Om die reden denkt het bedrijf 60 procent aan CO2-uitstoot te kunnen besparen ten opzichte van de Europese norm. In cijfers betekent dit een besparing van 343 ton CO2.
Nsecure wint aanbesteding De groenste innovatiecampus van Europa zijn, gaat niet ongemerkt voorbij. Bedrijven uit binnen- en buitenland komen langs om het gebouw te bekijken.
Met al die bezoekers is het veiligheidsaspect geen sinecure, aangezien Lely nieuwe technologieën ontwikkelt die niet zomaar naar buiten mogen. Lely vond in Nsecure de juiste partner om de safety- en securitysystemen aan te leggen. Nsecure kwam tijdens het aanbestedingstraject met het beste voorstel. Als geen ander weet Nsecure namelijk duurzame en gebruiksvriendelijke veiligheidsoplossingen te realiseren die zijn afgestemd op de bedrijfsactiviteit van de klant. In het geval van de campus lag de uitdaging in het bedenken van oplossingen die het bedrijvencomplex gesloten zouden maken, maar niet té.
>> Voor Nsecure is ieder segment anders en elke organisatie uniek << Nsecure leverde onder meer een toegangssysteem en cameratoezicht. Ook realiseerde Nsecure elektrische vergrendelingen, werktijdregistratie en een betaalfunctie op de toegangspas. En er komt een vervolg: Lely wil de samenwerking graag uitbreiden naar andere projecten op en buiten de campus. <
Cornelis van der Lelylaan 1, 3147 PB Maassluis / t: +31 (0)88 122 82 21 / www.lely.com Aangeboden door: Postbus 26, 2990 AA Barendrecht / t: +31 (0)180 65 66 66 / www.nsecure.nl
+ + + + + + + +
pagina 63
3 cliëntwerkplekken 121 kaartlezers 36 camera’s 6 intercomposten 215 inbraakdetectiepunten 25 bedieningszuilen 20 netwerkswitches 2000 Mifare DESfire passen
pagina 64
Gelijk met alle indrukwekkende innovaties en duurzame ontwikkelingen ontstaat in en om Rotterdam een toonaangevend netwerk. Deloitte, Stadshavens, RDM Centre of Expertise, Van Lanschot Bankiers, R. Smaal B.V. , iTanks en Nsecure werken samen om het innoverend vermogen van Rotterdam te tonen in woord en beeld. Het INN010-platform verbindt. tekst: Ellen Lengkeek & Yvette van Dael
5
4
7
3
6
1 2
Voorbeelden te over: Stadshavens Rotterdam zit als een spin in het web tussen alle nieuwe bedrijvigheid van Merwe-Vierhavens. Op het dak van Stadshavens Rotterdam (1) voorziet de windturbine Liam het kantoor van energie. Niet toevallig een product van het bedrijf the Archimedes. In de Oranje Vertrekhal tegenover Stadshavens (2) kunnen de pioniers in MH4 zoals bakkerij Koekela en nieuwkomers op de oude E.On-locatie (3) zomaar geïnspireerd raken in deze stroomvoorziening van de buurman. ‘Iedereen heeft recht op goedkope stroom’ vinden ze immers bij Archimedes, aan de overzijde in het
Innovation Dock (4) van RDM Centre of Expertise. Daar is ook Hogeschool Rotterdam gevestigd, waar lectoren nadenken over biomassa, resilient cities en de gevolgen van drijvend bouwen (5). En studenten worden uitgedaagd met nieuwe innovaties te komen (6). Net zoals de start-ups in het Innovation Dock, waar alle Rotterdammers zelf experimenteren met nieuwe technologieën. In de monumentale industriehal (met zwevend kantoor) worden nu vier Smart Industry Zones (7) gecreëerd. Meetings bij de koffieautomaat zijn er belangrijk. Vinden ze ook bij koffieleverancier Santas en Koekela weer heel aardig.
>> Lector Gert-Joost Peek: ‘Wij zijn al vier jaar in het Brooklyn-Rotterdam Waterfront Exchange programma met elkaar in de weer om kennis en best practices te delen. Deze gedegen verkenning vormt het fundament onder de samenwerking en zorgt ervoor dat andere steden naadloos op ons netwerk kunnen aansluiten.’<< We zien ook een interessante liaison tussen de gemeente Rotterdam en de nieuwe makers. Die vrijage werd publiek op de jaarlijkse 3rd Rev Xperience voor de creatieve industrie. De komst
pagina 65
creatieve industrie
13 14
8
11
12 15
9
10
van Daan Roosegaarde is bekend, maar ook de Amerikaanse topondernemer Tim Rowe verklapte daar dat hij zijn oog op ‘maakstad’ Rotterdam heeft laten vallen. Hij wil in Merwe-Vierhavens zijn eerste Europese vestiging openen van het Cambridge Innovation Center. ‘De ideale internationale proeftuin.’ Bij al dat water komen de roeiers vanzelf in beeld. Zij gaan nog altijd op eigen kracht (8). Maar innoveren intussen ook hard mee. Vindt ook gezamenlijke vriend en INN010-ambassadeur Rob Smaal (9) heel aardig. Food en innovatie willen ook wat. Zie de prachtige Markthal (10) en het innovatieve Westland. Nsecure legde een ingenieus beveiligingssysteem aan voor het klimaatneutrale hoofdkantoor
van Lely, op de grens met het tuinbouwgebied. Dit bedrijf is een internationale producent van innovaties in de agrarische sector. Daar is ook de duurzame foodcoöperatie op Goeree Overflakkee (11), met een stand in de Markthal, mee bekend. Over een eiland gesproken. Terwijl de producenten van Buutegeweun er op de koffie gaan bij keukenspecialist Tieleman onder 476 zonnepanelen, wil het zakenplatform InfinAgora (12) de eilandcultuur doorbreken. Geholpen door Deloitte, dat altijd grensoverschrijdend denkt. Het bedrijf steunt het sympathieke TOMS (13) dat mensen over de hele wereld helpt met gratis schoenen. Graag willen we ook iTanks voorstellen, onze nieuwste partner. Ron Vaz Dias brengt INN010 binnen in de wereld van tankopslag en innovatie.
>> Feit: de Rotterdamse haven is binnen Europa de belangrijkste haven voor vloeibare lading en de daaraan gekoppelde tankopslag en biedt een capaciteit van 28,4 miljoen m3 in ruim 2100 tanks. << Bij iTanks (14) zijn meer dan zeventig bedrijven aangesloten. Niet alleen de grote vissen, zoals het Havenbedrijf, maar juist ook mkb’ers en zzp’ers. Vaz Dias: ‘Zo komt iedereen in contact met elkaar.’ Laten de INN010-uitgevers Annet Spijkerman en Annemarie Teeken dat nu juist voor ogen hebben (15).
Inspiratie uit innovatie
INN010 geeft nu ook online een podium aan innoverende bedrijven en kennisinstellingen in Rotterdam e.o.
inn010.com
pagina 67
colofon December 2014 / nummer 3
Partners:
Uitgever: A&A business, Partner in duurzaam ondernemen Postbus 24113 3007 DC Rotterdam info@aenabusiness.nl Redactieteam en bladmanagement: Yvette van Dael, Ellen Lengkeek Freelance redacteuren: Karen Auer, Madelon Stoele, Joke Waltman Engelse vertaling: Anik See Tekstcorrectie: Katja van Es Redactie denktank: Deloitte: Cees Jorissen, Klaas Winters Stadshavens Rotterdam / Gemeente Rotterdam: Jillian Sant-Barendregt RDM Centre of Expertise: Bert Hooijer Van Lanschot Bankiers: Raymond van Wijnen, Gregory Haas R. Smaal BV: Rob Smaal iTanks: Ron Vaz Dias Nsecure: Hans van Driel Fotografie: Redactionele paginaâ&#x20AC;&#x2122;s en cover: Freek van Arkel Bedrijfsreportages: Sjors Massar en archief bedrijven, tenzij anders vermeld Vormgeving: Advice reclame adviesbureau, advice.nl Art-direction: Jasper Hofman
Losse verkoop: â&#x201A;Ź 6,95 Advertenties: Rob Smaal Annet Spijkerman Annemarie Teeken Informatie: Inn010 verschijnt 2 keer per jaar. Iedere uitgave wordt gelanceerd tijdens een releaseparty. De oplage (5000) wordt verspreid onder bedrijven in de regio Rijnmond die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en vallen onder de topsectoren: agri & food, maritiem, life sciences & health, chemie, hightech, energie, logistiek, creative industrie, bouw & onroerend goed en offshore. Ook ligt INN010 op de leestafel bij overheidsinstellingen, ambassades en verschillende zakelijke ontmoetingsplekken in de regio. Voor meer informatie, vragen, adreswijzigingen, advertenties of een bedrijsreportage: neem contact op met A&A business, info@aenabusiness.nl, Annemarie Teeken 06-51197588 of Annet Spijkerman 06-23742596. Copyright: Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de andere auteursrechthebbenden. Het ongevraagd toesturen van materiaal geschiedt op eigen risico. Aansprakelijkheid: Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De uitgever is echter niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of gevolgen van onvolkomenheden. Druk: Drukcase Zwolle Dit magazine is geproduceerd op 100% gecertificeerd FSC papier
Verdieping
Scan de QR-code en kom meer te weten over een van onderstaande INN010-artikelen.
Food meets: health
Groen is het nieuwe goud voor de Rotterdamse haven
Welkom in de wereld van tankopslag en innovatie
HĂŠt kennis- en businessplatform voor innoverend Rotterdam inn010.com
ď&#x152;&#x160; twitter.com/inn010 ď&#x152;&#x2122; linkedin.com/inn010