Jasper Branding casestudies Ultimo Chilometro Gratis Advocaten Advies De Gentse Zuivelhoeve
Een voorlopig eenmalig magazine over design, muziek en journalistiek januari 2020
Spinvis over traagheid STUFF. over toekomst Een plons in het PEOPLEmuziekarchief
Leven na een opname Ex-patiĂŤnten getuigen Bombay Bicycle Club over hun nieuwe album + albumreviews van The National, Vampire Weekend en nog veel meer ...
6
12
22
28
jeugdafdeling van Natuurpunt in Tielt waar hij als leider veel verantwoordelijkheid op zich nam. “Het was ook een test voor mezelf om te zien hoe ver ik al stond en hoe ik het er van af zou brengen,” zegt Jonathan. “Achteraf heb ik ook werkpuntjes voor mezelf opgesteld. Zo heb ik nog steeds problemen met communicatie en deadlines halen.” “Ik ga nu om de drie weken naar een psycholoog in Gent, maar wil dat afbouwen naar één keer in de maand,” vertelt Jonathan. “Soms vraag ik me af waarom ik nog ga, maar tijdens een afspraak komen er altijd dingen naar boven waar ik mee zat. Dat zijn die sluimerende dingen in je hoofd en een afspraak is altijd een goeie check-up.” Ook zijn antidepressiva wil Jonathan afbouwen. “Ik neem wel antidepressiva, maar ik weet niet of het echt veel helpt,” geeft hij toe. “Ik neem het al anderhalf jaar en merk niet veel verschil. Voor andere mensen werkt het wellicht meer in op angsten, terwijl het bij mij eerder ondersteunend dan energie gevend werkt.” Na een bloedtest net na zijn ‘donkerste’ periode had Jonathan geen meetbare vorm van vitamine D en daarom krijgt hij vitaminesupplementen. “Die vitamines ben ik al anderhalf jaar lang terug aan het opbouwen en in het
48
Stefaan (40)
“Meestal duurt een mi ode een week tot tien d Stefaan uit. “Tijdens z sieve periode zit er niet in mij en kom ik bijn niet uit.” Hij heeft ne dere periode achter de nu terug klaar om geïn worden. “In 2005 heb ik depressie gehad. Ik stop werken, maar door ee aan mijn knie viel ik in gat. Mijn grootste hobb en door die blessure kon meer doen. Daardoor ra geïsoleerd en dat dee pressie geen goed.”
Twaalf jaar later heeft S niet de perfecte manie om met zijn depressies Hij probeerde eerst no problemen op te lossen chologen en probeerd werk te zoeken. “Van aan moest ik mijn pla vertelt Stefaan. “Ik da tijd met werk op te lo dat kon niet blijven lu huisdokter in Leuven h wel al eens doorverwez psychiater maar ik had want hij had toen gee zijn agenda,” lacht hij. vond Stefaan opnieuw
54
in een studentenclub in Kortrijk en kreeg daar veel kritiek. Hij besloot toen om een open brief te sturen naar het praesidium waarin hij zijn situatie uitlegde. “Ze hebben dat toen heel discreet behandeld,” vertelt Jonathan. “Ze toonden wel begrip en lieten het daarbij. Misschien had ik toen ook nood aan contact of dat ze me vroegen hoe
Inhoudstafel Branding
18 38 58
Ultimo 6 Gratis Advocaten Advies 12 De Gentse Zuivelhoeve 18 Posterboy 22 Journalistiek Getuigenissenstuk 28 5 mythes over psychiatrie 34 interivew Willy Vandamme 38 Muziek Spinvis 48 STUFF. 54 Bombay Bicycle Club 58 People 62 Albumreviews 64
Branding Toen ik in 2017 aan mijn bachelorproef Journalistiek werkte, wou ik mijn artikels nog wat opsmukken met een strakke layout en bijpassende foto’s. Ik bestudeerde aandachtig de opmaak van kranten en magazines en probeerde die dan wat naar mijn eigen hand te zetten. Hoewel het resultaat behoorlijk oogde, was ik zelf niet echt tevreden en merkte ik dat ik eigenljik helemaal niet wist wat ik aan het doen was.
De inhoud van mijn artikels zaten al goed, maar ik wou die ook nog mooi kunnen presenteren. Daarom begon ik na mijn Bachelor in de Journalistiek aan de Howest in Kortrijk aan een extra Bachelor in de Grafische en Digitale Media aan Artevelde Hogeschool in Gent. Daar lag de nadruk meer op vorm dan op inhoud, en gingen de opdrachten van het opmaken van artikels, over logo’s ontwerpen tot zelfs complete huisstijlen creëren. Ontdek hieronder enkele van mijn eigen creaties.
Branding Ultimo fietsen “Een nieuw merk van racefietsen wil zich in de markt zetten,” dat was het simpele uitgangspunt van de examenopdracht in het eerste jaar GDM. Je bepaalde zelf de merknaam, merkvisie en merkwaarden die de basis vormden voor de rest van je huisstijl. Een stevige opdracht, want een complete huisstijl is niet alleen een logo met woordmerk, maar ook advertenties, brochures, een website en talloze extra toepassingen (truitjes, drinkbussen, auto’s) en natuurlijk ook een fiets die ontworpen is in de kenmerkende huisstijl van je merk.
6
Bij een branding opdracht is het natuurlijk zeer belangrijk dat alle componenten een mooi coherent geheel vormen en dat de ‘spelregels’ die je zelf opstelt overal goed worden toegepast. Het was een goeie les in keuzes maken, merken analyseren, waarden opstellen en die visualiseren, maar vooral een leuke speeltuin om creatief te zijn en je eigen merk van racefietsen te bedenken en vorm te geven.
▶︎
7
BRANDING
Het gebeurt niet vaak dat je een brandingopdracht van nul moet beginnen. Meestal is er al een bestaand merk of huisstijl die branding of een opfrissing nodig heeft. Voor deze opdracht moest je zelf je eigen merk verzinnen en kreeg ik zo goed als carte blanche. Een enkele voorwaarde werd ons opgelegd: kies voor ofwel racefietsen ofwel mountainbikes. Toeval wil dat de opdracht gebriefd werd tijdens de Giro d’Italia en mijn keuze dus snel gemaakt was. Hoewel ik de koers vaak met een half oog volg, keek ik deze keer
8
wat meer geïnteresseerd en probeerde ik inspiratie op te doen. Tijdens een van de vele sprintetappes viel mijn oog op die zo kenmerkende rode vod. De zone van de waarheid werd ingeluid door Renaat Schotte’s ‘ultimo chilometro’. Het gefriemel en de nervositeit in het peleton was zo aanstekelijk dat ik onmiddelijk aan het beeldscherm gekluisterd was. Hier moest het gaan gebeuren en over minder dan een kilometer zou er één iemand als eerste over de meet komen. In een kwestie van minuten wordt er beslist over winst en verlies, over
hemel en hel. Een rit van 200 kilometer kan zo helemaal voor niets zijn of net van goudwaarde zijn. Meteen had ik mijn insteek gevonden. Een racefiets die zich profileert als dé fiets die het verschil kan maken in die laatste meters. Het kleinste foutje kan dan een wereld van verschil betekenen. Een haast onfeilbaar schakelsystem, een beter verdeeld zwaartepunt en ergonomisch stuur moeten er voor zorgen dat je net dat tikkeltje extra hebt voor die ultieme krachtingspanning in de laatste kilometer: het merk “Ultimo Chilometro” was geboren.
Snelheid, kracht en oog voor detail werden de belangrijkste waarden waarop ik mijn branding ging afstemmen. Het logo moest er dus sterk en vinnig uitzien, onmiddelijk herkenbaar en opvallend voor de wielerliefhebber. Voor de huisstijlkleuren liet ik mij leiden door de kenmerkende rode vod van de laatste kilometer. Die kleur is zo sterk verbonden met kracht en inspanning dat ik me haast geen enkel ander kleur kon inbeelden dat dezelfde kracht kon uitstralen. In combinatie met wit of zwart werkte die kleur heel goed.
Ook in het logo komt de rode vod terug. De driehoekige vorm heb ik iets aangepast (in het echt is het een gelijkbenige driehoek) om zo een meer harmonieuze compositie te krijgen en het driehoekvormige logo beter te kunnen afstemmen op de typografie. Ik probeerde eerst zelf een blokkig en schuin lettertype te creĂŤren op basis van die driehoekvorm, maar dat bleek te complex en onleesbaar, dus zocht ik een schreefloos lettertype dat diezelfde kracht en impact kon hebben. Toevallig viel mijn keuze op het lettertype Mont, dat niet enkel door
zijn naam plots heel toepasselijk werd. De combinatie van lettertype en driehoekvorm werkte heel goed op verschillende toepassingen. Vooral de driehoek met de letter “U� in verweven werkt ook zonder het woordmerk en leent zich makkelijk tot gebruik op een website of op wielertruitjes. Maar oordeelt u vooral zelf of de combinatie van kleur, vorm en lettertype een goeie visuele uitdrukking is van kracht, inspanning en snelheid.
9
BRANDING
10
Links: grafische voorstelling van het logo op verschillende kleurachtergronden, mockup van wielertruitje en drinkfles. Rechts: mockup van fiets, folder en website.
11
Branding Gratis Advocaten Advies Wanneer je branding moet doen voor een bestaand bedrijf of organisatie, moet je meteen al veel meer informatie inwinnen en je verdiepen in het onderwerp. Normaal is dat een proces van verheldering en vragen opwerpen en die beantwoorden. Tijdens de briefing voor de brandingsopdracht voor Gratis Advocaten Advies werd dat proces helemaal op zijn kop gezet. Want hoe meer info we kregen, hoe verwarrender en complexer de werking van die organisatie werd. Gratis Advocaten Advies doet eigenlijk exact wat hun naam belooft: Gratis advies
van een advocaat, niet meer en niet minder. Op zich heel duidelijk, maar om een huisstijl te maken, moeten we goed het onderscheid kunnen maken tussen de verschillende diensten en mogen we geen diensten beloven die Gratis Advocaten Advies niet aanbiedt. Een complexe evenwichtsoefening die het belang van goeie research en verdieping duidelijk maakte. Hoe meer je over je opdrachtgever weet, hoe beter je die kunt destilleren tot zijn essentie en hoe beter je de kern van zijn missie kan definiëren. ▶︎
BRANDING
Wanneer iemand geconfronteerd wordt met een rechtzaak of juridische problemen kan dat zeer intimiderend en beangstigend overkomen. Omdat de stap naar een advocaat voor veel mensen nog te groot is (door stigma of om financiële redenen), kan je bij Gratis Advocaten Advies aankloppen voor, welja, gratis advies van een advocaat. De organisatie werkt samen met advocaten van over heel Vlaanderen die kostenloos advies geven aan particulieren. Zij gaan echter geen zaak voor je bepleiten. Wel kunnen ze orde scheppen in het juridisch
14
kluwen en samen met hun cliënt de opties overlopen. Door dat advies helemaal kostenloos aan te bieden, verlaagt dat de drempel voor veel mensen en kan het heel wat problemen sneller oplossen of uitklaren.
“Gratis Advocaten Advies probeert orde in de chaos te scheppen”
Om een logo te ontwerpen dat zo dicht mogelijk bij de kern van GAA aanleunt, moeten we eerst nagaan welke waarden we er kunnen aan koppelen. GAA is gratis maar niet goedkoop, kwaliteitsvol maar niet elitair, open en gebaseerd op vertrouwen. GAA onderscheidt zich dan wel van de normale advocatuur door gratis te zijn, er blijft wel degelijk een verschil. Dus om die twee niet met elkaar te verwarren, nam ik mij voor op zo ver mogelijk weg te blijven van de clichés rond advocatuur en rechten. Denk aan vrouwe justicia met de blinddoek,
overzicht van schetsen
geschreefde statige letters, romeinse kolonnen ... die elementen stralen meer luxe dan kwaliteit uit en kunnen we dus best mijden. Een bijkomende moeilijkheid was dat Gratis Advocaten Advies quasi geen naambekendheid heeft. Het merk wordt al over heel Vlaanderen gebruikt, maar zit per provincie in een aparte balie van advocaten. Door die versnipperde werking is er geen samenhangende visuele identiteit die mensen kunnen herkennen en linken
aan GAA. De pogingen om van de initialen GAA een logo te maken, waren dus vruchteloos. Hoewel sommige ontwerpen grafisch aantrekkelijk oogden, was het vooral praktisch niet nuttig. De afkorting wordt nooit gebruikt en zal dus ook niet herkend worden. We moeten dus andere oplossingen zoeken om de waarden van Gratis Advocaten Advies te visualiseren. Het antwoord lag letterlijk recht onder onze neus. Want hoe kan je beter visueel voorstellen dat Gratis Advocaten Advies gratis advies biedt van advocaten, door gewoon de
volledige naam te gebruiken. De drie belangrijkste elementen zitten namelijk al in de merknaam, dus is het niet nodig om die nog eens te versterken in het logo en kunnen we een ander, meer overkoepelende waarde gebruiken om in het logo te visualiseren. Als je je afvraagt waarop juridisch advies gebaseerd is, dan kom je al snel uit bij een gegronde kennis van strafwetboeken. Maar als je iets dieper graaft, dan is de relatie tussen cliÍnt en advocaat vooral gebasseerd op vertrouwen. Je gaat er van uit dat de ▜︎
15
BRANDING
Gratis Advocaten Advies
Gratis Advocaten Advies
Gratis Advocaten Advies
Gratis Advocaten Advies
advocaat het beste met je voor heeft en beslagen is in de juridische wereld om je verder te helpen. Omgekeerd moet een advocaat ook zijn cliĂŤnt kunnen vertrouwen dat hij eerlijk is en zijn verhaal helemaal kwijt kan. Goed advies kan maar effectief zijn als beide partijen open kaart spelen. Vertrouwen, openheid en transparantie zijn dus onderliggende waarden die onbewust een veel grotere rol spelen dan kwaliteit en kennis. Met dat verhaal indachtig begon ik te schetsen en kwam ik al snel op het idee van een krabbel die ontward wordt. Het lijnenspel is wat speels maar is een mooie visuele metafoor voor het oplossen van problemen, of orde scheppen in de chaos. Wanneer je in de knoop ligt met iets (hier juridische problemen), dan kan je bij GAA
16
aankloppen om die knoop te ontwarren. Met dat idee maakte ik verschillende schetsen en probeerde ik in de krullen van het lijnenspel ook twee handen die naar elkaar reiken te verwerken. Een handdruk is misschien nog de meest basale uitdrukking van vertrouwen die er bestaat. Een deal wordt ook meestal met een symbolische handdruk besloten, beide partijen vertrouwen er dan op dat ze zich aan de afspraken zullen houden. Een derde visuele metafoor vond ik in de krullen die lijken op fluctuerende grafiek. Met wat goeie wil kan je er een levenscyclus met ups en downs in herkennen. Wanneer je levenslijn verstrikt raakt, kan GAA je terug op het rechte pad helpen. Daarmee wordt het sociale aspect wat meer in de verf gezet. Juridisch advies is meer dan enkel tips over rechtzaken. Het kan ook echt een
wereld van verschil betekenen in iemands leven. Het gebruik van een lijn om het logo op te bouwen, biedt ook perspectieven naar andere toepassingen. Zo kan je de lijn laten doorlopen over briefpapier, kan je de krullen uitvergroten tot grafische elementen of kan je zelfs de lijn animeren voor mogelijke tvspotjes. Het kleurenpalet hield ik bewust heel sober. Blauw is een kleur die rust en kwaliteit uitstraalt en tegelijk ook krachtig is. Dat zijn niet toevallig ook de kwaliteiten die GAA wil uitstralen. De combinatie van logo, kleur en font (het eenvoudige sans serif Proxima Nova) werken allemaal goed samen om die waarden visueel voor te stellen ĂŠn zijn flexibel en herkenbaar genoeg om ook op andere formaten en toepassingen te kunnen werken.
Links: grafische voorstelling van het logo op verschillende kleurachtergronden. Rechts: mockups van visitekaartjes, briefpapier en notitieblok.
17
BRANDING
Branding De Gentse Zuivelhoeve Na enkele schoolopdrachten rond branding, was het in het laatste semester van GDM tijd voor het echte werk. Voor mijn bachelorproef moesten we een vzw zoeken die dringend nood had aan een frisse nieuwe huisstijl en logo. En die vond ik op een onverwachte plaats: de camping van Rock Werchter. Ik raakte er aan de praat met onze buren en die vertelde me dat hij werkte op een zuivelhoeve. Toen hij zijn visitekaartje gaf, werd me al duidelijk dat hun logo en huisstijl (of gebrek aan) dringend wel eens opgefrist kon worden.
18
Enkele gesprekken en berichten later was Wout Ingels van De Gentse Zuivelhoeve ook overtuigd en wou hij meewerken aan mijn bachelorproef. Ik nam me voor om een compleet nieuwe stijl te bedenken: tabula rasa. Alle bestaande grafische elementen zou ik links laten liggen, en iets compleet anders voorstellen. Het zou een grondige facelift voor de Gentse Zuivelhoeve worden.
▜︎
Voor ik aan het ontwerpen begon, moest ik me eerst verdiepen in het bedrijf en in de werking van De Gentse Zuivelhoeve. In oktober en november interviewde ik zaakvoerders Wout en Linda, kreeg een rondleiding op hun domein en op een koude zaterdag in december ging ook eens mee naar de boerenmarkt in Sint-Amandsberg. Daar sprak ik enkele klanten aan en vroeg ze naar hun mening over de huisstijl en het logo van de zuivelhoeve. Daarnaast verspreidde ik ook een online enquête die gelijkaardig liep met de straatinterviews. Zo kon ik begin januari al enkele duidelijke vaststellingen doen en een grondige analyse van het merk “De Gentse Zuivelhoeve” neerschrijven. Wat vooral opviel tijdens die interviews, was dat de waarden die mensen associeeren met een zuivelhoeve, niet terug te vinden zijn in het logo. Een zuivelhoeve biedt ambachtelijke, kwaliteitsvolle en verse producten aan een eerlijke prijs. Daar voldoet de Gentse Zuivelhoeve zeker aan. Zowat alle klanten die ik sprak waren enthousiast over de kwaliteit van hun producten. De mening over het logo waren veel meer verdeeld. Oudbollig, kinderlijk en onduidelijk waren het vaakst de omschrijvingen voor het logo van de zuivelhoeve. Na slechts twee vragen konden we meteen al een duidelijke kloof tussen product en uitstraling, tussen verwachting en werkelijkheid ontdekken.
“Een goeie huisstijl overbrugt de kloof tussen verwachting en werkelijkheid” Eens we de waarden van De Gentse Zuivelhoeve vastgelegd hadden, konden we een creatieve ruimte afbakenen waarin het nieuwe logo moest passen. Het moet een simpel, maar duidelijk logo worden dat niet te kinderlijk oogt en toch kwaliteit uitstraalt. Met die waarden in het achterhoofd stelde ik een moodboard op en liet ik me inspireren door de input van de respondenten van de enquete. Daar bleek namelijk dat zij vooral de kleuren groen en blauw associeerden met een zuivelhoeve. Groen doet denken aan de grasvelden waar de koeien op grazen en blauw is een vaak terugkerende kleur in zuivelproducten zoals melk en yoghurt. Na wat zoeken en proberen, landde ik op een zacht hoevegroen, een donkere variant en bruinzwart. Die drie kleuren (hiernaast afgebeeld) zullen de basis vormen van de huisstijlkleuren.
De Gentse Zuivelhoeve oostakker
De Gentse Zuivelhoeve oostakker
De Gentse Zuivelhoeve oostakker
D Zu o
De Gentse Zuivelhoeve oostakker
De Gentse Zuivelhoeve oostakker
De Gentse Zuivelhoeve oostakker
D Zu o
▶︎
19
BRANDING
Bij het ontwerpen van het logo wou ik aanvankelijk heel ver weg blijven van de clichĂŠs die bij een zuivelhoeve vaak gebruikt worden. Geen koeien, geen natuur en geen melkflessen. Dat laatste zou ook niet stroken met de producten van De Gentse Zuivelhoeve - ze verkopen immers geen gebottelde melk. Ik experimenteerde met abstracte vormen en probeerde Rorsach-gewijs vlekken te maken die toch visueel een betekenis hadden. De vlekken verwezen naar de vlekken van een koe en naar melkvlekken,
20
maar om er een diepere betekenis in te verwerken, bleek toch moeilijker dan gedacht. Ik liet het idee varen en greep terug naar het oerbeeld van de zuivelindustrie: de koe. Als ik een koe op een grafisch interessante manier kon styleren, dan zou het een herkenbaar icoon kunnen worden. Koe en woordmerk zouden dan los van elkaar gebruikt kunnen worden. Ik zocht wat relevant fotomateriaal en zocht dan naar vormen en systemen waarin die koe zou kunnen passen. Eens ik dat stramien van cirkels en rechthoeken had vastgelegd,
tekende ik binnen die lijnen een koe. Als ik te strakke lijnen gebruikte, dan werd het figuurtje te serieus en formeel. Door het logo met de vrije hand te tekenen, creĂŤerde ik vloeiende lijnen die de ambachtelijkheid en eerlijkheid van de zuivelhoeve visualiseren. Om de keuzes die ik in het logo-ontwerp maakte ook door te trekken in het lettertype koos ik voor een krachtig font met subtiel afgerondde hoeken. Zo is het woordmerk altijd duidelijk leesbaar en ziet het er visueel ook zachter en toegankelijker uit dan geschreefde of hoekige lettertypes.
“Vloeiende lijnen zetten het ambachtelijk en eerlijke karakter in de verf” Wout wou heel graag dat er een link naar het Gentse karakter van de zuivelhoeve in de nieuwe huisstijl verweven zou worden. In het oude logo kon je drie pieken zien die verwezen naar de drie torens van Gent en
was ook de drakenkoe een knipoog naar de draak op de top van het Belfort. Die betekenis ging echter helemaal verloren, volgens de overgrote meerderheid van de respondenten van de enquete herkenden ze de verwijzingen niet. Je kon je ook de vraag stellen of De Gentse Zuivelhoeve wel überhaupt nog een verwijzing naar Gent nodig had, als de stad al zo prominent in hun naam aanwezig is. Omdat de bachelorproef een totale rebranding is, moest ik rekening houden
met alle mogelijke toepassingen waarop het logo zou afgebeeld kunnen worden. Ik maakte prijslijsten, etiketten, spaarkaartjes, stempels en briefpapier, maar dacht ook na over signalisering, melkflessen en het wagenpark. Voor elke toepassing lette ik op de leesbaarheid en duidelijkheid van het logo. Het moet in één oogopslag duidelijk zijn dat het over De Gentse Zuivelhoeve gaat. Want een branding is pas geslaagd als alle elementen op elkaar zijn afgestemd en je over de hele lijn een duidelijke visuele samenhang kan zien.
21
Posterboy In de twee jaar van mijn Bachelor in de Grafische en Digitale Media kreeg ik vaak de opdracht om posters te maken. Van filmfestivals, over gedichten tot campagnebeelden ... zowat alles passeerde al eens de revue. Op de volgende bladzijden kan je een selectie van mijn posters in al hun glorie bewonderen, zij het op iets kleiner formaat.
Poster voor het Chicago Latino Festival (2019). De combinatie van felle kleuren met het beeld van filmrolletjes die uit een piĂąata stromen, geven het Latinogevoel weer en leggen meteen de link naar het filmfestival. 23
- Nele -
- Lien -
- Lisa -
- Emma -
- Manon -
- Yasmine -
- Melissa -
- Jolien -
1 op 8 vrouwen krijgt ooit te maken met borstkanker. Oktober is Borstkankermaand. Iedereen kent wel iemand die de strijd met borstkanker aangaat, of het kan ook jezelf overkomen. Borstkanker is nog steeds de meest voorkomende kanker bij vrouwen. Tijdig opsporen is belangrijk! Vraag nu een screeningsmamografie aan. Gratis voor vrouwen van 50 tot en met 69.
Poster campagne Kom Op Tegen Kanker (2018) 1 op de 8 vrouwen krijgt ooit te maken met borstkanker en om het onderwerp persoonlijker te maken, vroeg ik aan acht vrouwelijke medestudenten om snel een paar borsten te tekenen. Door ĂŠĂŠn paar weg te laten op de poster, krijg je het gevoel 24
Typografische poster van een dadaïstisch gedicht “Het stroomt in de mond” (2017). Aan de hand van het gedicht, creëerde ik een poster die ook fysiek lijkt op knip en plakwerk.
25
Het stormt in de mond Veel geluid Smak Zandmannetje zoent zoete zuchten Exquise koaladromen vormen een literaire canon Het ladderaperitief klinkt plas glas Ontstemde ogen Giechelende ogen Schaapjes op het droge Onbegrijpelijk kletsnat
Tekst: Margot Lamote Illustratie: Jasper Verfaillie
Typografische poster van een dadaïstisch gedicht “Het stroomt in de mond” (2017). Door de letters enorm uit te vergroten en te vervormen, lijkt het alsof de woorden ook letterlijk stromen en kletsnat zijn.
26
Poster voor VIGC Verbindt 2018 Samen met enkele andere studenten maakten we de huisstijl, logo en poster voor het evenement VIGC Verbindt in december 2018.
27
Journalistiek Van kinds af aan had ik een enorme nieuwsgierigheid naar nieuwsfeitjes, actualiteit en wistjedatjes. De keuze om journalistiek te doen was dan ook snel gemaakt. Zeker omdat ik me heel graag wou verdiepen in alle mogelijke manieren van storytelling. Niet enkel schrijven, maar ook video, geluid en online: in een steeds sneller veranderend journalistiek landschap zijn de mogelijkheden om nieuws en content te brengen schier eindeloos. Tijdens mijn opleiding in de Howest Hogeschool leerde ik mijn teksten bij te schaven, interviewtechnieken en een basis persfotografie. Ik leerde er werken met Avid Media Composer en Reaper om audio en video te bewerken.
Door oefening en ervaring in het werkveld kon ik mijn vaardigheden verder verfijnen. Ik deed live-interviews met beperkte voorbereidingstijd, legde europarlementariĂŤrs het vuur aan de schenen en fileerde muziekalbums en concerten voor Dansende Beren (ook op festivals). Leren omgaan met de tijdsdruk en stress van deadlines en interviews doe je het best door er gewoon meteen vol goesting in te vliegen. Ook als het om gevoelige materie gaat. Zo schreef ik voor mijn bachelorproef vier grote stukken over psychiatrie vanuit verschillende invalshoeken.
29
JOURNALISTIEK
Leven na een opname in psychiatrie: 3 ex-patiënten getuigen
‘De schoonste en zwaarste tijd van mijn l Als je in het ziekenhuis belandt, is het verloop simpel. Je krijgt een diagnose, je wordt behandeld, je geneest en je mag terug naar huis. In een psychiatrisch ziekenhuis loopt het echter iets anders. Je wordt ook behandeld en gediagnostiseerd, maar wanneer je terug naar huis gaat, is nog niet alles achter de rug. Mensen die in een pyschiatrisch ziekenhuis terecht komen, krijgen vaak het label ‘ex-patiënt’ opgekleefd. Jonathan (21), Eline (25) en Stefaan (40) hebben een opname in het pychiatrisch ziekenhuis Sint-Jozef in Pittem achter de rug en nemen nu langzaam maar zeker de draad van hun leven terug op en leren omgaan met dat label. TEKST EN ILLUSTRATIES JASPER VERFAILLIE
30
Jonathan (21) “Met mij gaat het nu zeer goed,” glundert Jonathan. Hij is ondertussen zes maanden weg uit het psychiatrisch ziekenhuis SintJozef in Pittem waar hij sinds mei 2016 in opname was. “17 mei om precies te zijn, een dinsdag,” weet hij nog goed. Een dag die in zijn geheugen en dat van zijn familie gegrift staat. “Als je naar Pittem gaat, is het omdat je jezelf of je weg bent verloren. Maar ik was het allebei kwijt. Ik had altijd wel talenten en kwaliteiten zitten, ik wist gewoon niet wat ik er kon mee doen en hoe ik ze kon gebruiken.” “Ik weet nog altijd niet wat ik wil doen in mijn leven, maar dat is niet erg.” geeft Jonathan toe. “Nu weet ik wel wat mijn struikelpunten zijn en waar ik het moeilijk mee heb. Er zijn nog altijd momenten dat ik geen energie heb, en dat is oké. In Pittem heb ik gelukkig wel ontdekt wat het leven nog te bieden heeft.” Jonathan bereidt zich nu voor op hogere studies in Leuven, experimenteert met fotografie en is leider in een jeugdbeweging. “Ik ben terug beginnen kijken naar de mogelijkheden, terwijl ik voor mijn opname in een doodlopend straatje zat.”
maar als ik slechte periodes heb, duurt het soms enkele weken voor ik opnieuw bij mijn psycholoog geraak.” In het najaar van 2014 deed Stefaan een euthanasieaanvraag. “Ik was het echt beu en ging er ook echt voor. Ik vreesde eerst dat ik weinig begrip ging krijgen bij mijn psychiaters.” De euthanasieprocedure is redelijk lang. Stefaan werd begeleid door LEIF in Brugge, ging op gesprek met een oncoloog en werd dan doorgestuurd naar twee psychiaters. “Na mijn eerste gesprek met
leven’
“Ik ben wel blij dat de kans bestaat,” besluit Stefaan. “Anders moet je het op een minder propere manier oplossen.” Zijn familie had het wel moeilijk met zijn beslissing. “Het is natuurlijk niet makkelijk als je zoon vraagt om uit het leven te stappen. Mijn vader zei letterlijk ‘Je gaat je toch niet laten vermoorden!’
name in Pittem. Die probeer ik nu ook te vinden bij mijn opleiding tot ervaringsdeskundige. Die opleiding is heel nieuw. Het is pas het derde jaar dat ze die organiseren. Ik heb zelf wel nog niet zo’n goed idee wat ik er mee zou willen doen. In de geestelijke gezondheidszorg kan je dan wel als ervaringsdeskundige aan het werk, al is dat dan meestal als vrijwilliger en zelden als betaald werk. Ik zou graag werken bij een ziekenhuis of psychiatrie, maar dan niet met de patiënten zelf en eerder op beleidsniveau.” In april dit jaar gaf Stefaan samen met de netwerkcoordinator van het GGZ regio Ieper-Diksmuide een lezing in een middelbare school over zijn levensverhaal. “Ze zochten iemand die zijn
18 “Het klinkt zeer cheesy, maar in Pittem heb ik echt mezelf terug gevonden,” lacht Jonathan. Creatieve therapie en hippotherapie hielpen hem om op een heel persoonlijke manier zichzelf te ontdekken. “Wat zit er in mij dat er uit moet, en hoe ga ik om met mezelf en anderen?”- zijn de vragen die Jonathan zich steeds stelde. “De belangrijkste les die ik er heb geleerd, is: ‘Fuck it, ga er voor!’” vat hij het samen. “Zit niet in met wat andere mensen denken of met je eigen onzekerheden. Ga er gewoon voor.” Ook door het experimenteren met de groepsdynamiek heeft Jonathan veel over zichzelf geleerd. “De leefgroep was voor mij fantastisch. Je leeft er bijna een half jaar bij elkaar, bouwt vriendschappen op en leert er in een groep leven. Ik ontdekte dat ik wel een leidersfiguur ben. Van nature ben ik wel luid, opvallend en extravert, maar tijdens mijn opname leerde ik dat ik niet altijd zo moet zijn en dat ik ook tijd voor mezelf moet nemen. In het begin trok ik nog een façade op, maar na een tijdje liet ik die vallen en kon ik echt mezelf zijn. Dat was natuurlijk met vallen en opstaan en ik heb vaak lompe dingen gezegd of gedaan. Je zit samen met zo veel kwetsbare mensen dat je sowieso wel altijd iemand kan raken, ook al bedoel je het niet zo.”
Pittem was de perfecte plaats voor Jonathan om uit te zoeken welke plaats hij kan innemen in een groep. “Voor mijn opname hield ik me meestal op de achtergrond. Of probeerde ik wel de leiding te nemen, maar faalde dan.” Na zijn opname lukt het Jonathan wel. Hij is net terug van een kamp met de jeugdafdeling van Natuurpunt in Tielt waar hij als leider veel verantwoordelijkheid op zich nam. “Het was ook een test voor mezelf om te zien hoe ver ik al stond en hoe ik het er van af zou brengen,” zegt Jonathan. “Achteraf heb ik ook werkpuntjes voor mezelf opgesteld. Zo heb ik nog steeds problemen met communicatie en deadlines halen.” “Ik ga nu om de drie weken naar een psycholoog in Gent, maar wil dat afbouwen naar één keer in de maand,” vertelt Jonathan. “Soms vraag ik me af waarom ik nog ga, maar tijdens een afspraak komen er altijd dingen naar boven waar ik mee zat. Dat zijn die sluimerende dingen in je hoofd en een afspraak is altijd een goeie check-up.” Ook zijn antidepressiva wil Jonathan afbouwen. “Ik neem wel antidepressiva, maar ik weet niet of het echt veel helpt,” geeft hij toe. “Ik neem het al anderhalf jaar en merk niet veel verschil. Voor andere mensen werkt het wellicht meer in op angsten, terwijl het bij mij eerder ondersteunend dan energie ▶︎
31
JOURNALISTIEK
veel leven in mij en kom ik bijna mijn bed niet uit.” Hij heeft net zo’n mindere periode achter de rug en is nu terug klaar om geïnterviewd te worden. “In 2005 heb ik een zware depressie gehad. Ik stopte toen met werken, maar door een blessure aan mijn knie viel ik in een zwart gat. Mijn grootste hobby is fietsen en door die blessure kon ik dat niet meer doen. Daardoor raakte ik wat geïsoleerd en dat deed mijn wil.” depressie Vooral geen het goed.” goeie
gevend werkt.” Na een bloedtest net na zijn ‘donkerste’ periode had Jonathan geen meetbare vorm van vitamine D en daarom krijgt hij vitaminesupplementen. “Die vitamines ben ik al anderhalf jaar lang terug aan het opbouwen en in het begin gaven die me wel een energieboost. Mentaal zit het nu zeer goed, nu moet alleen nog het lichaam mee willen.”
verhaal wou vertellen voor een tellen wat ik Jonathan is heel over zijn opname. dat niet met de medepatiënten de- Toch raakte Elise ook wat gefruscontact klas en ik heb meopen daar toen kandi-“Ik wil Twaalf jaar later heeft Stefaan nog niet de perfecte manier wegsteken of er over liegen. Echte goeie vrienden kunnen er mee een treerd tijdens haar opname. “Ik daat voor gesteld,” vertelt Stefaan. den haar inzien dat psychiatrie gevonden om met zijn depressies om te gaan. Hij probeerde eerst omgaan en als ze daar slecht op reageren, dan hoeft het voor goeieenkeuze wist niet op had hetmeed vooral moeilijk met men“Ikmijvoelde me die week nog zelf zijnook problemen te lossen, psychologen en probeerde ook niet. Ik hebtoen één keer gelogen overwel mijn opname voelde was. “Ik echt zat, maar was “Van senkleins dieaftegen meik mijn zeiden weer slecht en begon werk ik te zoeken. aan moest plan ‘Ik voel me daar achteraf zo slecht pas over, de dat avond ik me voornam omwaarom het nooit ik er opnieuw trekken,” dacht het altijd met werk op te lossen, meer te aan verzwijgen.” zijn opname ook ingelukkig,” een niet echt geeftvertelt EliseStefaan. toe. “Ikme eigenlijk oké maar ik wil nog ervoor mijnTijdens verhaal. Het zatisJonathan maar dat kon niet blijven lukken. Mijn huisdokter in Leuven had me studentenclub in Kortrijk en kreeg daar veel kritiek. Hij besloot toen vaak het- niet gaan werken, dus blijf ik hier uiteindelijk wel heel goed mee- “Medepatiënten hadden toen wel al eens doorverwezen naar een psychiater maar ik had toen om een open brief te sturen naar het praesidium waarin hij zijn zelfde gevoel. Je geluk kan want er jehij vinger nog eenin beetje.’ Daar ik echt gevallen. De coördinator die heel mijn had toen geen plaats zijn agenda,” lachtwerd hij. In juli situatie uitlegde. “Ze hebben dat toen discreet behandeld,” 2008 vond Stefaan opnieuw werk, maar crashte al na de eerste dag. vertelt Jonathan. “Ze toonden wel begrip en lieten het daarbij. verhaal inleidde, had een goeie Po- niet op leggen, maar je voelt dat er kwaad van,” zegt Elise kordaat. Daarop besloot hij dat het “Er zo nietzijn verder kon en liet zich opnemen in Misschien waarin had ik toenhij ookde nood aan contact of dat ze me vroegen iets scheelt.” wachtlijsten voor psychiwerPoint psychische de spoedafdeling van het ziekenhuis in Waregem. “Tijdens mijn drie hoe het met me ging. Maar dat is een moeilijke balans. Ik had toen atrie en dan blijf jij hier omdat je problematiek kaderde. Zo kregen en een halve week in de PAAZ afdeling had ik echt geen energie. Zelfs echt professionele hulp nodig.” teging, lui kon bent omgoed te slapen gaan en werken. de leerlingen al wat context en de nacht voor ik naar Pittem ik niet was ik Op aan het nadenken om het toch opnieuw “Ondanks dat je in Pittem in een kleine den duur frustreerde ik mezelf daarin paste mijn verhaal mooi in de preop te lossen. Gelukkig had ik wel door dat bubbel leeft, had ik dankzij vrienden wel en besloot ik om naar huis te gaan. sentatie.” ik daar wel de hulp kon krijgen die ik nodig het gevoel dat er nog leven was buiten mijn Er zijn mensen die erger ziek wahad.” opname,” besluit Jonathan. “Ik ben echt blij ren dan ik en ik wou niet langer in dat ik de contacten met mijn vrienden in de “Mijn opname blijven.” in Pittem was geen ‘buitenwereld’ heb kunnen onderhouden. psychiatrie Elise (25) makkelijke periode,” blikt Stefaan terug. “Je zit tussen andere ‘zieke’ mensen. Waar ik het moeilijk mee had, was dat er weinig begrip voor elkaar was onder patiënten. In sommige groepstherapieën ging het niet over hun eigen problemen, maar praatten ze liever over andere patiënten die niet in dezelfde groep zaten. Ik wou niet blijven hangen in Pittem en had mezelf al voorgenomen
Op sommige momenten sta je heel dicht bij opgeven, en toen heb ik me gelukkig kunnen optrekken de mensen rondom me.” verTussen juliaan2014 en april 2015
“Ik vraag me nog altijd af hoe ik de periode voor mijn opname heb kunnen overleven...”
(c) Randall Casaer
bleef Elise bijna tien maanden in Stefaan (40) de jongvolwassenafdeling van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Jo“Meestal duurt een mindere periode een week tot tien dagen,” legt Stefaan uit. zef in Pittem. Ze woont nu in Wet“Tijdens zo’n depressieve periode zit er niet teren, volgt een opleiding toegepaste psychologie in Brugge en pikt haar leven terug op. “Ik heb altijd wel gevoeld dat er iets was met mij,” vetelt Elise. “Maar mijn ouders zagen het niet. Psychische problemen zie je niet. En ik kan 32 dat geweldig goed wegsteken.” Al van in het vierde leerjaar kreeg ze
- Elise (25) ©Randall Casaer
“Mijn vader zei letterlijk ‘Je gaat je toch niet laten vermoorden!’”
om terug te gaan studeren.” In februari 2012 ging hij op ontslag en in de afgelopen vijf jaar kreeg hij ambulante hulp. Al ging dat ook niet zonder slag of stoot. “Het heeft een tijdje geduurd voor die ambulante hulp goed op gang kwam. Nu ga ik normaal gezien wekelijks naar een psycholoog, maar als ik slechte periodes heb, duurt het soms enkele weken voor ik opnieuw bij mijn psycholoog geraak.” In het najaar van 2014 deed Stefaan een euthanasieaanvraag. “Ik was het echt beu en ging er ook echt voor. Ik vreesde eerst dat ik weinig begrip ging krijgen bij mijn psychiaters.” De euthanasieprocedure is redelijk lang. Stefaan werd begeleid door LEIF in Brugge, ging op gesprek met een oncoloog en werd dan doorgestuurd naar twee psychiaters. “Na mijn eerste gesprek met een psychiater had ik wel het gevoel dat hij me begreep. Ik reed toen wel heel roekeloos naar huis, maar in mijn hoofd wist ik dat ik eigenlijk nog niet wou sterven.” “Ik ben wel blij dat de kans bestaat,” besluit Stefaan. “Anders moet je het op een minder propere manier oplossen.” Zijn familie had het wel moeilijk met zijn beslissing. “Het is natuurlijk niet makkelijk als je zoon vraagt om uit het leven te stappen. Mijn vader zei letterlijk ‘Je gaat je toch niet laten vermoorden!’ Toch bleek Stefaans wil om te leven groter dan zijn wens om te sterven. “Dat wordt allemaal gepland. Je krijgt dan een spuitje, valt in slaap en wordt nooit meer
wakker. Zo weet je dus ook precies wanneer je gaat sterven,” vertelt Stefaan. “Ik had het nog altijd heel lastig en had niet echt een doel in mijn leven. Maar toch zat er iets diep in mij dat toch nog wou blijven leven. En dus heb ik de procedure stop gezet en ben ik blijven leven.” “Het blijft wel lastig,” zucht Stefaan.” Na al die jaren is er nog altijd niet echt een oplossing. Ik heb nood aan veel structuur en die kreeg ik wel tijdens mijn opname in Pittem. Die probeer ik nu ook te vinden bij mijn opleiding tot ervaringsdeskundige. Die opleiding is heel nieuw. Het is pas het derde jaar dat ze die organiseren. Ik heb zelf wel nog niet zo’n goed idee wat ik er mee zou willen doen. In de geestelijke gezondheidszorg kan je dan wel als ervaringsdeskundige aan het werk, al is dat dan meestal als vrijwilliger en zelden als betaald werk. Ik zou graag werken bij een ziekenhuis of psychiatrie, maar dan niet met de patiënten zelf en eerder op beleidsniveau.” In april dit jaar gaf Stefaan samen met de netwerkcoördinator van het GGZ regio Ieper-Diksmuide een lezing in een middelbare school over zijn levensverhaal. “Ze zochten iemand die zijn verhaal wou vertellen voor een klas en ik heb me daar toen kandidaat voor gesteld,” vertelt Stefaan. “Ik voelde me toen die week wel weer slecht en begon pas de avond ervoor aan mijn verhaal. Het is uiteindelijk wel heel goed meegevallen. De coördinator die mijn verhaal inleidde, had een goeie PowerPoint waarin hij de psychische problematiek kaderde. Zo kregen de leerlingen al wat context en paste mijn verhaal mooi in de presentatie.”
Elise (25) Tussen juli 2014 en april 2015 verbleef Elise bijna tien maanden in de jongvolwassenafdeling van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Jozef in Pittem. Ze woont nu in Wetteren, volgt een opleiding toegepaste psychologie in Brugge en pikt haar leven terug op. “Ik heb altijd wel gevoeld dat er iets was met mij,” vetelt Elise. “Maar mijn ouders zagen het niet. Psychische problemen zie je niet. En ik kan dat geweldig goed wegsteken.” Al van in het vierde leerjaar kreeg ze ▶︎
33
JOURNALISTIEK
Stefaan (40) “Meestal duurt een mindere periode een week tot tien dagen,” legt psychologische hulp. Telkens ze naar school ging, had ze buikpijn. De Stefaan uit. “Tijdens zo’n depresschooldokter verwees haar dan door naar de psychiater, maar Elise wist hem omperiode de tuin te leiden.zit “Hij vroeg dan omveel een tekening sieve er meniet leven te maken, maar ik was slim genoeg en wou niet dat die iets te weten kwammij over mijnen gevoelens.” in kom ik bijna mijn bed “Wat uit.” moet ik in eenHij psychiatrie gaan doen,” Elise zich mintoen niet heeft netvroegzo’n af. Pas na zes maanden in haar opname begon ze te spreken en dat was meteenperiode een grote verandering. “Ik kon totaal communiceren dere achter denietrug en is en antwoorde altijd heel kort tegen mijn ouders. In groepstherapieën babbelden medepatiënten dan over dingen. En dat maakte nu terug klaar omtriviale geïnterviewd te wel een klik bij mij. Ik mag hier vertellen wat ik wil.” Vooral het goeie contact met de medepatiënten deden haar psychiatrie worden. “In 2005 hebinzienikdateen zware een goeie keuze was. “Ik wist ook niet echt waarom ik er zat, maar ik was niet echt gelukkig,” geeft Elise toe. hadden vaak depressie gehad. Ik“Medepatiënten stopte toen met hetzelfde gevoel. Je kan er je vinger niet op leggen, maar je voelt dat er iets scheelt.” werken, maar door een blessure aan mijn knie viel een “Ik heb nooit kind kunnen zijn,” verteltik Elise in “Ik legde de latzwart altijd veel te hoog en was te veel bezig met wat anderen van mij zouden gat. Mijn hobby fietsen denken. Ik sloot me afgrootste van iedereen en zat veel op mijn is kamer.” In Pittem kwam Elise gelukkig terecht in een groep die haar accepteerde en blessure kon dat niet zoals door ze was. “Ofdie je nu dik of dun, lelijk of mooi bent, ik dat doet er niet toe. Ze kijken naar je persoonlijkheid en dat vond ik heel mooi.” Elise meer doen. Daardoor raakte ikzijn.wat kon er puberen, kattenkwaad uithalen en kon er vooral zichzelf Door het samenleven in een leefgroep, schepte dat meteen een band geïsoleerd enheb daar datde schoonste deedtijd maar mijn met de medepatiënten. “Ik ook de dezwaarste tijd uit mijn leven gehad. Ik ben heel blij dat ik dat gedaan pressie geen goed.” heb.” Toch raakte Elise ook wat gefrustreerd tijdens haar opname. “Ik had het vooral moeilijk met mensen die tegen me zeiden ‘Ik voel me eigenlijk oké maar ik wil nog niet gaan werken, dus blijf ik hier nog een beetje.’ Daar werd ik echt kwaad van,” zegt Elise kordaat. “Er zijn wachtlijsten voor psychiatrie en dan blijf jij hier omdat je te lui bent om te gaan werken. Op den duur frustreerde ik me daarin en besloot
34
Twaalf jaar later heeft Stefaan nog niet de perfecte manier gevonden om met zijn depressies om te gaan. Hij probeerde eerst nog zelf zijn problemen op te lossen, meed psychologen en probeerde opnieuw werk te zoeken. “Van kleins af aan moest ik mijn plan trekken,”
“Ik vraag me nog altijd af hoe ik die periode heb kunnen overleven” ik om naar huis te gaan. Er zijn mensen die erger ziek waren dan ik en ik wou niet langer in psychiatrie blijven.” Na haar opname keerde Elise terug naar Wetteren waar ze samenwoonde met haar vriend. Maar het nieuws van Eline’s opname verspreide zich al snel. “Toen ik terug kwam na mijn opname vroegen veel mensen hoe het met mij was. Ik voelde dat de mensen naar mij keken en ik kon daar moeilijk mee omgaan. Ik probeerde dat toen weg te steken, maar nu, ook door mijn opleiding in psychologie, wil ik daar wel openlijk voor uit komen.” Nu gaat Elise nog maandelijks naar een psycholoog of psychiater, al twijfelt ze soms over het nut van die afspraken. “Moet ik er mee stoppen, moet ik er niet mee stoppen? Als het me goed doet, waarom zou ik dan niet meer naar een psycholoog gaan? Nu ben ik blij dat ik mijn afspraak heb. Want de ene week kan een rotweek zijn en kan alles zo overhoop gooien dat het goed is om die houvast te hebben.” “De moeilijkste stap voor mij was alleen gaan wonen. Want ik had eigenlijk een luxeleven met mijn vriend: een mooi huis, een vaste job en een goed inkomen,” blikt Elise terug. “Na iedere werkdag was ik echt helemaal op en mijn vriend verwachtte dan nog dat ik kookte, waste en kuiste. Sinds die relatie gedaan is en ik alleen woon, kan ik
veel meer genieten van de kleine dingen in het leven. Ik studeer nu opnieuw en leer ook alleen te zijn. Vanaf mijn dertien jaar had ik het ene lief na het ander, ik kon niet alleen zijn. Ik dacht dat iemand mij pas graag kon zien als ik me volledig gaf aan die persoon.” “Ik zocht altijd zelf naar een oplossing, maar werd enorm ziek, kon niet meer eten en raakte mijn bed niet meer uit. Ik vraag me nog altijd af hoe ik die periode heb kunnen overleven,” zegt Elise. Haar opname in Pittem zorgde voor een ommekeer, ook al leerde ze veel dingen pas na haar opname. “Door over mijn ouders te spreken, heb ik geleerd hoe het komt dat mijn ouders zo zijn en ook waarom ik ben wie ik ben. Depressie zit ook in mijn familie, dat is genetisch bepaald. Maar ik ben blij dat ik de enige ben die er zo’n last van heeft. Pas door mijn opname heeft mijn familie kunnen aanvaarden dat ik problemen heb. Nu kunnen ze dat relativeren en plaatsen. Ik leer nog iedere dag praten tegen mijn ouders. Vroeger kon ik dat niet, maar nu helpt dat me ook met mijn relatieproblemen en studies.” “2017 heeft me helemaal veranderd,” besluit Elise. “Mijn opname heeft me doen inzien dat er heel wat dingen anders moesten en konden. Ik ben veel zelfstandiger en stabieler geworden en kan mijn emoties beter uiten. Je moet eerst zelf gelukkig zijn om iemand anders gelukkig te kunnen maken. En je hebt niet iemand nodig om jezelf gelukkig te maken. Dat is makkelijk om te zeggen, maar moeilijk om toe te passen. Ik leer nog iedere dag bij.”
Als je vragen hebt over zelfdoding of nood hebt aan een goed gesprek, kan je altijd terecht op de zelfmoordlijn op 1813 of via zelfmoord1813.be.
35
JOURNALISTIEK
Vijf mythes over psychiatrie ontkracht Ondanks alle voorlichtingscampagnes, getuigenissen en taboedoorbrekende reportages zijn er nog steeds hardnekkige mythes, vooroordelen en onwaarheden over psychiatrie en mensen met psychische problemen. Ze zouden gevaarlijk zijn, veel medicatie nemen, gaan op bank van de psychiater gaan liggen en hun leven lang een patiënt blijven. En die mentale problemen? Die zitten toch enkel in je hoofd en kan je dus makkelijk zelf oplossen, niet? In dit artikel pakken we samen met de deskundige uitleg van psycholoog Maarten Dheedene vijf mythes over psychiatrie aan en proberen we ze voor eens en voor altijd de wereld uit te helpen. Tekst: Jasper Verfaillie Foto’s: © madvocate, © ALAMY
36
1.
De bank van de psychiater
Je ziet het vaak in series, films en cartoons, leest het in boeken en het is een vaste bron van humor voor comedians. Desondanks is de ligbank bij veel psychiaters en psychologen uit de praktijk verdwenen. Nu kiezen ze voor een simpele stoel of zetel en zitten patiënt en psycholoog kruislings tegenover elkaar. De oorsprong van dit stereotiep beeld is terug te vinden bij Sigmund Freud, de vader van de psychoanalyse. In zijn kantoor stond er wel degelijk een sofa, waar zijn patiënten zich konden op neervlijen en daarna honderduit mochten praten over hun problemen en hun jeugd. Freud nam zelf plaats achter of naast de patiënt omdat hij naar verluid geen zin had in negen uur oogcontact op een dag. Sinds 1890 is er wel het één en ander veranderd in de geestelijke gezondheidszorg. In de jaren ‘70 begonnen psychologen en psychiater zich wat af te zetten van de typische Freudiaanse gebruiken. “De techniek van de ‘sofa’ is verouderd en wordt bijna niet meer toegepast,” vertelt psycholoog Maarten Dheedene. “Ik pak het anders aan en ga soms met mijn patiënten naar de winkel, maak een wandeling en kom naar buiten. Soms heeft een patiënt meer nood aan frisse lucht dan aan een muf kantoor.”
2.
3.
Medicatie is het antwoord
Patienten zijn agressief
N MEDICATIE IS Met de regelmaat van de klok verschijnen er artikels Eén van de meest hardnekkige vooroordelen over de Belg en zijn medicatiegebruik. Het gebruik van antidepressiva tegenover mensen met een psychische aandoening of stoornis is dat R HET ANTWOORD Pze agressief, A T gewelddadig IË Nen onvoorspelbaar zijn. T E N InLOS ZE en antipsychotica blijft stijgen. Volgens cijfers van het Riziv hebben er nieuwsbericht-
ms het eeel ken en r. ep nd se. en op hun of id act
er dsoen n.
2.
in 2015 net geen 1,2 miljoen Belgen minstens één keer een antidepressivum genomen. Hoewel het aantal gebruikers wat stagneert, Met de regelmaat van de klok blijft het aantal gebruikte dosissen wel stijgen. “Zaken als een goede verschijnen er artikels over de Belg en baan, een goede partner, leuke vrienden, een zinvol leven ... zijn niet zijn medicatiegebruik. Het gebruik van terug te vinden in een pilletje,” stelt Maarten Dheedene. “Medicatie antidepressiva en antipsychotica blijft kan helpen als bijkomende ondersteuning, maar kan nooit de enige stijgen. Volgens cijfers van het Riziv behandeling zijn. Bovendien zijn er vaak vervelende bijwerkingen hebben er in 2015 net geen 1,2 miljoen en is niet alle medicatie zo onschuldig. Men maakt vaak de denkBelgen minstens één keer een antidefout dat psychische problemen het gevolg zijn van een foute balans pressivum genomen. Hoewel het aantal van stoffen in de hersenen en dat die balans herstellen via medicatie gebruikers wat stagneert, blijft het aantal de oplossing is.” Meer jongeren beginnen aan antidepressiva en gebruikte dosissen wel stijgen. “Zaken dat is een zorgwekkende trend. Aan de ene kant is het goed dat er als een goede baan, een goede partner, meer aandacht is voor psychische gezondheid bij jongeren, maar als leuke vrienden, een als zinvol leven en ... goedkope oplossing, zijn pillen gebruikt worden makkelijke is dat nietgoed. terugMedicatie als te vinden inantidepressiva een pilletje,”wordt stelt namelijk terugbetaald, niet Maarten Dheedene. “Medicatie een bezoek aan de psychiater (nog) niet. kan
helpen als bijkomende ondersteuning, maar kan nooit de enige behandeling zijn. Bovendien zijn er vaak vervelende bijwerkingen en is niet alle medicatie zo onschuldig. Men maakt vaak de denkfout dat psychische problemen het gevolg zijn van een foute balans van stoffen in de hersenen en dat die balans herstellen via medicatie de oplossing is.” Meer jongeren beginnen aan anti-
en worden mensen met schizofrenie, depressie of een bipolaire ZIJN AGRESSIEF stoornis steevast gelinkt aan misdaden, moorden ofPROBLEM criminele feiten.
3.
4.
Ook in fictiereeksen worden mensen met psychische problemen vaak opgevoerd als psychopathische seriemoordenaars of als zonderlinge Eén van de een meest hardnekki- het creëert ook Dehet grootste figuren. Dit is niet enkel makkelijke oplossing, verkeerde beeld van de psychisch gestoorde geweldenaar. ge vooroordelen tegenover mensen met mensen vaak de stap “De psychische meeste mensen met een psychische stoornis helemaal een aandoening of stoornis zijnpsychologische hulp n niet agressief,” stelt Maarten Dheedene. “Integendeel, is dat ze agressief, gewelddadig en onis patiënten omdat erzijnnog steed vaak te goed voor dezeIn wereld. Heel veel patienten zijn begaan voorspelbaar zijn. nieuwsberichten energ stigma rond hangt met anderen en dreigen zich weg te cijferen. Ze hebben moeite worden mensen met schizofrenie, demen zitten toch in je h om zich staande te houden op de arbeidsmarkt, die vaak vrij pressie of een bipolaire stoornis steevast uit je bed geraakt, is hard is en vereist dat je voldoende assertief bent en opkomt voor gelinkt aan misdaden, moorden of criomdat je niet genoeg jezelf.” Meer zelfs, de agressie die psychiatrische patiënten voelen, minele feiten. Ook in fictiereeksen worhoor je wel eens. Onz richten ze meestal op zichzelf. Automutilatie, zelfmoordpogingen en den mensen met psychische problemen maatschappij spullen kapot maken zijn maar enkele van de manieren waarop ze kan som vaak opgevoerd voor mensen die uit hun emoties uiten. als psychopathische
seriemoordenaars of als zonderlinge figuren. Dit is niet enkel een makkelijke oplossing, het creëert ook het verkeerde beeld van de psychisch gestoorde geweldenaar. “De meeste mensen met een psychische stoornis zijn helemaal niet agressief,” stelt Maarten Dheedene. “Integendeel, patiënten zijn vaak te goed voor deze wereld. Heel veel pati-
dus ook voor mense problemen of▶︎ stoorni “Uiteraard kan moeilijke zaken die je in je leven in jouw p vertelt Dheedene “D doen, maar je staat er Bewustmakingscampa 37 vooral ook het doel o inzien dat ze niet de e
JOURNALISTIEK
E N LOS ZELF JE PATIËNT BEN JE Los zelf je problemen op Patient ben je levenslang IEF PROBLEMEN OP L E V E N S L A N G
4.
5.
De grootste reden waarom mensen vaak de stap Abraham Lincoln, Robin Williams, Stephen Fry, naar professionele psychologische hulp niet (durven) zetten, is omdat Carrie Fisher … Namen die bekend in de oren klinken en allemaal dnekki- er nog steedsDeeengrootste reden stigma waaromrond hangt. “Mentale Abraham Lincoln,één Robin groot taboe en dingWilgemeen hebben: psychische aandoeningen of stoornisen met problemen zitten mensen vaak de stap professionele liams, Stephen Fry, Carrie Fisher … Na- alle getuigenissen en bewustwordingcampagnes voelt toch in naar je hoofd en als je niet uit je bed geraakt, sen. Ondanks oornis is dat psychologische hulp nietje (durven) zetten,wilskracht men hebt,” hoor die bekend in de oreneen klinken en toch gewoon omdat niet genoeg diagnose soms aan als een waardeoordeel. Psychiatrische paen onis omdat er nog steeds een groot taboe allemaal één ding gemeen hebben: psyje wel eens. Onze prestatiegerichte maatschappij kan soms nogal tiënten voelen zich vaak minderwaardig en schamen zich voor hun richten en stigma rond hangt. “Mentale problechische aandoeningen of stoornissen. hardmen zijn voor mensen die uit de boot vallen en dus ook voor mensen problemen. Daardoor gaan ze niet alleen minder snel hulp zoeken, ie, dezitten toch in je hoofd en als je niet Ondanks alle getuigenissen en bewustmet psychische problemen of stoornissen. “Uiteraard kan niemand maar kan het aanvoelen als een levenslange last op de schoudteevast uit je bed geraakt, is dat toch gewoon wordingcampagnes voelt een diagnose anders moeilijke zaken die je hebt meegemaakt in je leven in jouw ers. Het idee of criomdat je niet genoeg wilskracht hebt,” soms aan als een waardeoordeel. Psy- dat mensen met een psychische stoornis geen succesvol hardnekkiDe grootste reden waarom Abraham Lincoln, Robin Wilplaats verwerken,” vertelt Dheedene “Dat moet je zelf doen, maar je voelenof zich normaal leven kunnen uitbouwen, wordt dankzij Te Gek?! langzaam n worhoor je wel eens. Onze prestatiegerichte chiatrische patiënten vaak mensen met mensen vaak dehard stapzijnnaar minderwaardig professionele liams, Fry, CarriealsFisher … Nablemen staat maatschappij kan soms nogal en schamen voor geholpen. BV’s er niet alleen voor.” Bewustmakingscampagnes hebben vooral uitzich deStephen wereld Selah Sue, Guy Swinnen, Otto-Jan hische mensen die uit de boot hulp vallen niet en hunde problemen. gaan ze niet of stoornis psychologische (durven) zetten, die bekend inook dede Rode oren Neuzencampagne klinken en ook voor het doel om mensen te doen inzien dat ze niet enige zijn Daardoor met men Ham, Riadh Bahri en van Mediange fidus ook voor mensen met psychische alleen minder snel hulp zoeken, maar problemen. “Tegelijkertijd heb je ook anderen nodig die je kan verlaan die focuste op mentale problemen bij jongeren hebben die dig en onis omdat er nog steeds eenkan groot taboe allemaal één ding gemeen hebben: psykelijke problemen of stoornissen. het aanvoelen als een levenslange trouwen en aan wie je je verhaal kan doen,” zegt Dheedene. Vrienden negatieve visie al kunnen doorbreken. “Psychiatrisch patiënt ben je wsberichten en stigma rond hangt. problechische aandoeningen of stoornissen. keerde “Uiteraard kan niemand anders“Mentale last op de schouders. en kennissen kunnen daarin helpen, maar een psycholoog of psychiwanneer je opgenomen bent in een psychiatrische instelling,” zegt gewelmoeilijke zaken je hebt meegemaakt dat mensen met een psychifrenie, demen die zitten toch in je hoofd enHet alsidee je niet Ondanks alle getuigenissen en bewustater wordt er voor betaald en is vaak de beste oplossing. “Uiteindelijk Dheedene. “Heel wat patiënten slagen erin om nadien hun leven in je leven in jouw plaats verwerken,” sche stoornis geen succesvol of normaal nis steevast uit je bed geraakt, is dat toch gewoon wordingcampagnes voelt een diagnose alle psychische problemen de manier terugdankzij op te bouwen en buiten de muren van de instelling te blijven. vertelt Dheedene “Dat moet je zelfte maken levenmet kunnen uitbouwen, wordt n psy- hebben zowat den criomdat niet genoeg wilskracht hebt,” aan waardeoordeel. Psydoen,jemaar je staat je er niet alleen voor.” TeisGek?! langzaam uit desoms wereld geholal nietof waarop je verhoudt tot anderen. De oplossing dan ook te vinden Daarvoor isals het een wel vaak nodig dat men zijn eigen kwetsbaarheden Bewustmakingscampagnes pen. BV’s als Selah Sue, chiatrische Guy Swinnen, edene. eksen worhoor je wel eens. hebben Onze prestatiegerichte patiënten voelen zich vaak in die verhouding.” kent en er blijvend aandacht voor heeft.” vooral ook het doel om mensen te doen Otto-Jan Ham, Riadh Bahri en ook de aak te problemen maatschappij kan soms nogal hard zijn minderwaardig en schamen zich voor inzien dat ze niet de enige zijn met proRode Neuzencampagne van Medialaan el patiopathische voor mensen die uit de boot vallen en problemen. Daardoor gaan ze niet blemen. die focuste op mentale hun problemen bij ren en “Tegelijkertijd heb je ook anderen jongeren hebben die negatieve visie al hebben derlinge fidus ook voor mensen met psychische alleen minder snel hulp zoeken, maar nodig die je kan vertrouwen en aan wie kunnen doorbreken. den op makkelijke problemen of stoornissen. kan het aanvoelen als een levenslange je je verhaal kan doen,” zegt Dheedene. “Psychiatrisch patiënt ben je wand is en t verkeerde “Uiteraard lastin op schouders. Vrienden en kennissen kunnenkan daarinniemand neer je anders opgenomen bent eende psybent en helpen, maar een psycholoog of psyinstelling,” zegt Dheedene. orde gewelmoeilijke zaken die je hebt chiatrische meegemaakt Het idee dat mensen met een psychichiater wordt er voor betaald en is vaak wat patiënten slagen erin om chiatriin je leven in jouw plaats “Heel verwerken,” sche stoornis geen succesvol of normaal de beste oplossing. “Uiteindelijk hebnadien hun leven terug op te bouwen meest38 psyt een vertelt Dheedene “Dat moet je zelf kunnen ben zowat alle psychische problemen te en buiten de muren van leven de instelling te uitbouwen, wordt dankzij moordmaken met de manier waarop je je verblijven. Daarvoor is het wel vaak nodig en zijn emaal niet doen, maar je staat er niet alleen voor.” Te Gek?! langzaam uit de wereld gehol-
5. JE PATIËNT BEN JE T E4. N LOS ZELF SSIEF PROBLEMEN OP L E V E N S L A N G
4.
5.
Het leven zit vol tegenslagen hindernissen problemen kronkels miserie moeilijkheden twisten kommer en kwel
Raak jij er nog aan uit? Bij Gratis Advocaten Advies kan je terecht voor kostenloos, kwaliteitsvol juridisch advies dat de warboel van dossiers en papieren zo voor je opklaart.
Gratis Advocaten Advies
Willy Vandamme, directeur van het Oranjehuis in Kortrijk
‘Het is een kunst om dat label kwijt te spelen als je in de psychiatrie hebt gezeten’ Hij richtte een eigen school op voor zijn kinderen, was 34 jaar directeur van het Oranjehuis in Kortrijk en probeert nu een alternatief te bieden voor de in zijn ogen te kort schietende psychiatrie. Met Re-Member wil Willy Vandamme, samen met zijn vrouw Lut Wouters jongeren en hun familie helpen met hun psychische problemen, maar vooral ook de droom van hun dochter naleven. JASPER VERFAILLIE, FOTO’S: JIMMY KETS
“Ik hoef dit eigenlijk niet te doen,” zegt Willy Vandamme. We zitten buiten op het terras en zijn outfit (Hawaii hemd, strooien hoed, sandalen) is al even zomers als het weer. “Ik ben gepensioneerd dus kon ik het net zo goed niet doen. Maar het was de droom van mijn dochter om mensen met problemen te helpen.” Zijn dochter, Lieve Vandamme, stapte in 2014, na een calvarietocht langs psychiatrische instellingen en meerdere gedwongen interneringen, uit het leven. Willy en Lut verloren niet enkel hun dochter maar ook hun geloof in de psychiatrie. “Wij hebben twee jaar gewacht om met ons verhaal naar buiten te komen. Je moet dat altijd eerst plaatsen en verwerken. Op het moment zelf hebben we dat natuurlijk onmiddellijk gecommuniceerd naar onze naaste omgeving. Ook mijn medewerkers in het Oranjehuis wisten dat toen. Ik trok geen façade op.” “In het Oranjehuis en het Colombusproject in Kortrijk werden wij bijna dagelijks geconfronteerd met jongeren en jongvolwassenen die met dezelfde levensvragen zitten: Wat kan ik hier doen? Wat is mijn plaats hier in de wereld en in die prestatiegerichte maatschappij?” Twee jaar later zijn Willy en zijn vrouw klaar om hun verhaal te vertellen. “Wij moeten spreken omdat er zoveel anderen zijn die in dezelfde situatie verkeren en die niet de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.“
In februari dit jaar (2017) werd Willy Vandamme ook geïnterviewd door De Morgen die het artikel toen kaderde in hun grote psychiatrierapport. Daarin bleek dat heel wat Vlaamse psychiatrieën heel karig zijn met informatie en ook weinig transparant werken. Het verhaal van Willy’s dochter paste in dat kader omdat zij zelf helaas in aanraking kwam met de minder goeie kanten van de psychiatrische zorg in ons land. “Er is toen heel wat reactie op gekomen. De eerste reactie was meteen ‘zij overdrijven’. Wij hebben meer dan tweehonderd telefoontjes en mails gekregen. Dat artikel heeft een gevoelige snaar geraakt bij veel mensen die iets gelijkaardigs hadden meegemaakt, zich door het artikel gesterkt voelden en ook met hun verhaal nu naar buiten durfden komen.” Vandamme merkte de interesse op en organiseerde een infodag voor zijn Re-Member project in Heule. Hij deed dit speciaal voor mensen die ook geraakt waren door de mistoestanden in de zorg. Hij zag dat er stilletjes aan buiten de psychiatrie ook beweging kwam rond herstelwerking. In de psychiatrie zelf kreeg hij weinig reactie. Psychiaters schoven het van zich af en Vandamme en zijn vrouw moesten lang zoeken om iemand te vinden die wou meewerken aan hun project.
▶︎
41
JOURNALISTIEK
Psychiatrie beperkt vrijheid “Vanaf het moment dat iemand wordt opgenomen in psychiatrie, en dan vooral de jeugdpsychiatrie, word je als familie buiten gesloten,” zegt Vandamme. “In de naam van de privacy moet je er niet meer bij zijn. Je hebt wel heel je leven voor je kind gezorgd en er alles voor gedaan, maar op dat moment ben je persona non grata. Dat is afschuwelijk.” Sommige mensen worden door die structuren in de psychiatrie vermalen. Ze verliezen zelf hun persoonlijkheid. “Mijn dochter zag in de psychiatrie veel mensen rondlopen als zombies, wiens vrijheden en inspraak werden afgenomen. Toen zei ze: ‘als ik beter ben, dan wil ik iets doen voor die mensen om hen hun stem terug te geven.’ Moeten wij de psychiatrie veranderen? Nee, we gaan ons eigen alternatief beginnen.” Volgens Vandamme neemt de psychiatrie vaak vrijheden af van de patiënt en treedt het soms veel te drastisch op. Als voorbeeld vertelt hij het verhaal van iemand uit zijn Re-Member groep die verpleegster is en soms naar een psycholoog gaat. Na een aantal sessies vraagt haar psycholoog: “Denk je soms om uit het leven te stappen? En zou je dan je kinderen meenemen?” Ze antwoordt “Ja, misschien.” Twee dagen later wordt ze door de politie gecolloqueerd en meegenomen van haar werk. Via een spoedprocedure wordt ze door de procureur tien dagen gedwongen opgenomen. Voor de vrederechter krijgt ze er even later nog dertig dagen bij. “Dit is een trauma, dit gebeurt dagelijks, dit klagen we aan,” benadrukt Willy. “Het kan anders.” Als jongeren een crisis meemaken, is de eerste reactie meestal paniek, isolatiecel en psychiatrie. “De standaardprocedure,” noemt Vandamme het. “Psychiatrie heeft wel een antwoord op zelfmoordpogingen of crisissen, maar het is een beschermende en isolerende reactie.” Met zijn Colombusteam heeft Vandamme ondertussen al meer dan 2,500 patiënten begeleid, en zo ongeveer 300 daarvan hebben rechtstreeks te maken met zelfmoord. “Wij pakken dat heel anders aan. Wij gaan in dialoog en proberen het bespreekbaar te maken met de familie. En we zien dat die aanpak werkt.” Ook hier haalt hij een voorbeeld aan dat uit het leven gegrepen is. Een meisje van twaalf jaar dat hij begeleidde, wou voortdurend uit het leven stappen. Ze nam medicatie en schreef op de muur ‘Ik wil dood’. Zijn raad aan de moeder was: blijf met haar in contact. Nu is dat meisje negentien jaar en studeert ze verder. “Was ze in het psychiatrische circuit terecht gekomen …” Vandamme maakt zijn zin niet af, maar zijn sceptische blik vertelt genoeg. “Als je een depressie hebt, ga dan maar naar de psychiatrie,” stelt
42
Vandamme cru. “Met depressies kunnen ze goed werk verrichten. Maar waag het niet om een tafel omver te gooien! Met agressie en uit de hand lopende emoties kan de psychiatrie niet om. En dan spreek ik niet over mijn dochter, maar uit mijn ervaring als directeur van het Oranjehuis.”
Het toegevoegde leed van de psychiatrie “Als je een label krijgt, dan kleeft dat aan je. Het is een kunst om dat label kwijt te spelen als je in de psychiatrie hebt gezeten. Om niet meer te denken ‘ik ben manisch depressief, bipolair’ of ‘ik heb een eetstoornis’. Dat label kan je beperken in je functioneren en ontwikkeling. De psychiatrie diagnosticeert echter en dat woekert in de ziel van hun patiënten. Eigenlijk moet de psychiatrie de patiënt bevrijden van zijn diagnose,” concludeert Vandamme. Hij heeft een totaal andere kijk op mentale problemen. “Dat is een moment in je leven en dat gaat voorbij. Niets meer en niets minder. Je mag niet veroordeeld worden om levenslang met een depressie te moeten leven.” ‘Het toegevoegde leed van de psychiatrie’ noemt hij het. “Je moet er leren mee omgaan en niet afhankelijk worden van medicatie of psychiatrie.” Het is ook een geloof . Vandamme heeft al talloze situaties meegemaakt waarin mensen het niet meer zien zitten en geen uitweg vinden voor hun problemen. “Er is geen schaduw groter dan het licht,” zegt hij. “Hoe kijk je tegenover het leven? Als je het ziet als iets waar je mee zit en niet kan van af geraken, dan word je geconditioneerd in functie van je diagnose. Het leven is een dynamiek. Vandaag is het zo, morgen kan het anders zijn. De hoop installeren dat het zal veranderen, maakt dat het ook zal veranderen.” Een ‘self fulfilling prophecy’ zoals men dat in het Engels noemt. ‘Leven met een open vizier’ noemt hij het ook. “Iedereen die iets meemaakt in zijn leven, is een volwaardig mens en heeft recht van spreken. In de psychiatrie ben je een zieke en word je gediagnosticeerd.”
“Waarom moet je er over zwijgen? Je kwetsbaarheid is je kracht!”
▶︎
Openhartcirkels In zijn nieuwe project Re-Member werkt Willy Vandamme samen met zijn vrouw Lut Wouters vooral met openhartcirkels. Om uit te leggen hoe die techniek precies in zijn werk gaat, vertelt hij nog een anekdote die uit het leven van Re-Member gegrepen is. Een moeder belt hem op en vertelt dat haar zoon voor een auto is gesprongen. Ze wil spreken met Vandamme, maar in de plaats van er meteen mee in te stemmen, vraagt hij of ze haar zoon en haar hele familie mee kan nemen naar het gesprek. “Een openhartcirkel is spreken en luisteren vanuit je hart,” vertelt Vandamme. “Daarin draaien we niet rond de pot en benoemen we waarom de familie er zit.” Daarna krijgt iedereen om de beurt de kans om te vertellen wat de gebeurtenissen met hun doen en hoe het hen geraakt heeft. Door er open over te spreken, zit men niet langer met de angst en de onwetendheid en kan de familie ook sneller over gaan naar oplossingen. ‘Wat kunnen we er nu aan doen?’ is dan een logische vraag die ook in de openhartcirckels aan bod komt. “Als iemand een noodsignaal geeft en opgenomen wordt, dan betekent dat niet dat de anderen daar dan vrij van zijn. Nee, iedereen heeft daarin zijn verantwoordelijkheid,”
stelt Vandamme. “We maken dan afspraken, schrijven die op en leren de familie om ook zelf openhartcirkels te leiden.” Die techniek probeerde Willy Vandamme voor het eerst uit toen hij (nog als directeur) geconfronteerd werd met de enorm lange wachttijden in het Oranjehuis. Een moeder kwam naar hem, toen een rechter beslist had dat haar zoon in het Oranjehuis geplaatst moest worden. “Ik moest haar teleurstellen en zeggen dat ze minstens een jaar moest wachten. Een jaar wach-ten voor een familie die al langer problemen heeft, dat vond ik niet kunnen.” Daarom wou Vandamme een experiment doen onder het motto “Vandaag de vraag, morgen beginnen?” Hij maakte personeel beschikbaar om tien situaties onmiddellijk aan te pakken en de wachtlijsten weg te werken. Ook met alle procedures en prioriteitenlijsten wou hij komaf maken. “Alle diagnoses en theorieën, laat het allemaal achterwege en luister naar de mensen. Wat hebben zij te vertellen,” zo omschrijft Vandamme zijn nieuwe aanpak. “Ga dan in dialoog, luister naar iedereen en werk naar een oplossing met het gezin.” Het klinkt enorm simpel en dat is het ook. Maar de aanpak van Vandamme werkt wel, kost veel minder en vindt navolging over heel Vlaanderen.
43
JOURNALISTIEK
“Als we het met een open hart en dialoog deden, dacht ik dat er 30 procent minder instroom ging zijn in de jeugdzorg,” zegt Vandamme. “Het was in werkelijkheid 60 procent.” Minister Vandeurzen merkte de goeie resultaten op en Vandamme trok de aanpak door naar lokaal, provinciaal niveau. Ook in Gent werkte die aanpak en overal bleven de cijfers hetzelfde. “Ondertussen is het erkend in Vlaanderen en zijn er 31 organisaties die dit doen in de jeugdzorg,” zegt Vandamme trots. “En door mijn dochter proberen we nu hetzelfde te doen in de psychiatrische zorg.”
“Wij proberen
het probleem bespreekbaar te maken met de familie. En die aanpak werkt!”
Elke werknemer een cursus zelfverdediging
“Mocht ik directeur zijn van een psychiatrie, dan stuur ik mijn personeel meteen op een cursus onthaal,” grapt Vandamme. Met mensen leren omgaan is volgens hem een cruciaal onderdeel om de psychische zorg te verbeteren. In plaats van hun patiënten meteen hun bezittingen, gsm en vrijheid af te nemen, zou het personeel beter hun patiënten begroeten met een tas koffie en een goeie babbel. “Dat is die autoritaire stijl die we aanvechten,” concludeert Vandamme. Daarnaast wil hij ook de geïsoleerde kamers veranderen en ijvert hij voor meer inspraak voor de patiënt en medewerking van de familie. De schorten en uniformen moeten uit.
Benader mensen liefdevol “Hoe kijk je naar je patiënten?” dat is de vraag die Willy Vandamme vooral bezig houdt. Mocht hij vandaag alles mogen en kunnen aanpassen aan de huidige psychische zorg, is dat zijn grootste bezorgdheid. “Benader ze als volwaardige personen en niet als zieken.” Psychiatrieën werken nog steeds te weinig met de familie en de naaste omgeving van hun patiënten. “Als de ouders willen meewerken, begint je proces,” stelt hij. Ook de gedwongen colloquatie zou Vandamme afschaffen en het op een compleet andere manier doen. Als mensen in verwarring zijn, dan is een opsluiting niet de juiste (of beste) oplossing. “Een lid van Re-Member was na een meditatie helemaal weg en helemaal verward. In psychiatrie zou ze in een isolatiecel vliegen, maar wij besloten om bij haar te blijven,” vertelt Vandamme. Iemand van onze groep bleef drie dagen en nachten bij haar tot ze weer uit haar psychose kwam. Achteraf vertelde de vrouw dat ze tijdens haar psychose heel goed kon aanvoelen wie er rustig was en wie in paniek schoot. Net dat liefdevol aanwezig zijn deed de vrouw kalmeren. “Men schiet in paniek schiet en isoleert mensen met een psychose. Dat maakt dat die psychose nog langer duurt,” stelt Vandamme. “Benader mensen liefdevol.”
44
Toen hij directeur van het Oranjehuis was, verplichtte hij zijn medewerkers om een cursus zelfverdediging te volgen. “Dat is een fysieke training van zestien middagen, waar je de basis van afweren leerde,” legt hij uit. “In het Oranjehuis had ik ook een isolatiekamer, maar die gebruikten we hoogstens twee keer per jaar, ook al werkten we met jongeren met agressie problemen.” Net door die cursus zelfverdediging werd zijn personeel veel zelfzekerder en wisten ze hoe ze moesten omgaan met een patiënt die agressief of crisis gedrag vertoonde. “Je kan veel situaties oplossen als je personeel weet hoe te reageren,” zegt hij. Leren omgaan met agressie is zijn belangrijkste speerpunt. Ook psychiaters zou hij anders willen zien functioneren. “We zitten nu te veel in een biologisch medisch model,” hekelt Vandamme. Vooral het vele experimenteren met medicatie vindt Vandamme laakbaar. “Als je een patiënt herleidt tot dat biologisch model, dan ga je medicatie toedienen en als die medicatie niet helpt ga je andere proberen en combineren. Het is trial and error.” Toch sluit hij een samenwerking met psychiaters en de psychiatrie niet uit. “Ik ben jammer genoeg mijn geloof in de psychiatrie gaandeweg verloren, maar ik wil er wel mee samen werken. Behalve als ze vanuit een autoritaire positie werken.” Psychiaters die denken alles te weten, hoeft Vandamme niet. “Ze denken het te weten, terwijl ze ook maar wat gissen.”
Kan het met minder middelen? De recente besparingsmaatregelen van Minister van Gezondheid Maggie De Block dreigen roet in het eten te gooien van de psychiatrieën. Maar Willy Vandamme ziet dat anders. “Wij hebben geen middelen,” stelt hij trots. “Bij Re-Member zijn wij allemaal vrijwilligers en hebben we drie jaar gewerkt met geld uit eigen zak.” Momenteel bestaat Re-Member uit een kerngroep van tien mensen die wekelijks samenkomt en een honderdtal mensen en gezinnen die de beweging steunen. Toch staat hij niet achter de besparingsmaatregelen. Kan het dan met minder middelen? “Ja,” zegt Vandamme, “maar ze moeten anders aangewend worden.” “Wij waren de eerste om zo kritisch te zijn tegenover de psychiatrie,” blikt Vandamme terug op de artikels in De Morgen en De Standaard. “Heel wat psychiaters waren woedend, maar we kregen ook veel begrip en medeleven. Er is een maatschappelijke beweging om meer begrip te tonen voor psychische problemen. Dat proberen we ook in Re-Member.” Door openhartcirkels te houden (in midden 2017 deden Vandamme en zijn vrouw er al een twintig tal) en de familie er bij te betrekken, maakt dat het leed niet alleen draglijker, je trekt de problemen ook open. Openheid tijdens de behandeling kan niet alleen het stigma en het taboe doorbreken, maar het zorgt er ook voor dat de problemen veel makkelijker te behandelen zijn. “Waarom moet je er over zwijgen? Het is des leven, steek dat niet weg,” besluit Vandamme. “Kom er voor uit. Je kwetsbaarheid is je kracht!”
▶︎
45
Muziek Net zoals een journalist een man/ vrouw/x moet zijn van vele stielen, heb ik ook heel wat verschillende interesses. Mijn vrije tijd vul ik vooral met me onderdompelen in nieuwe muziek en mijn ogen de kost geven aan goeie films en series. Spotify en Netflix kennen geen geheimen meer voor mij (kleine overdrijving) en ook muzieksites als Pitchfork, Stereogum en Gorilla vs. Bear schuim ik af.
Zelf schrijf ik af en toe iets over muziek voor de muziekblog Dansende Beren, opgericht door een goeie vriend en studiegenoot van mij. Hieronder vind je een selectie van mijn beste/recentste stukken die ik lichtjes aangepast heb voor dit magazine. Naast interviews, single- en albumreviews heb ik ook al de eer gehad om al enkele keren verslag te mogen uitbrengen vanop festivals als Best Kept Secret, Down The Rabbit Hole, Pukkelpop, Rock Werchter en Dour. Die kan je nog steeds in hun volle glorie lezen op dansendeberen.be.
47
MUZIEK
Erik De Jong, Spinvis : Na de plaat, de tour en de verovering, tijd voor reflectie
‘Misschien weet ik pas binnen vier jaar waar ‘Trein Vuur Dageraad’ echt over gaat’ Sinds zijn nieuwe album ‘Trein Vuur Dageraad’ in april dit jaar verscheen, reisde Erik De Jong samen met zijn band al doorheen België en Nederland en terug. ‘Spinvis is voor mij een voertuig om avonturen te beleven,’ vertelde De Jong ‘Een voertuig dat me overal brengt en in contact brengt met dansers, regisseurs en mensen die ik waardeer.’ En een voertuig dat hem op een druilerige dinsdag in november naar Roeselare bracht. JASPER VERFAILLIE JASPER Het album is nu bijna een half jaar uit. Het werd overal heel lovend onthaald, ook in België. Hoe voelt het om ook in het buurland zo omarmd te worden? ERIK DE JONG “Dat ging eigenlijk al vrij snel. Spinvis ontstond zestien jaar geleden en toen had Luc Janssen een radioprogramma op 3fm in Nederland, maar ook op Studio Brussel. Hij heeft toen de eerste Spinvismuziek meegenomen en vrij snel kwamen ‘Voor ik vergeet’ of ‘Bagagedrager’ in België op de radio. Zo waren we meteen te gast hier en hebben we hier al vaak gespeeld. Waarom het zo’n goed huwelijk is, weet ik nog steeds niet. Er zijn heel veel Nederlandse bands die het ook in België proberen en dat lukt dan niet. En ons lukt dat toevallig wel.”
48
JASPER Het nieuwe album leeft wel wat meer in België en spreekt een nieuw publiek aan. Voel je dat het publiek ook steeds groter wordt? DE JONG “Ja, dat merk ik wel. Laatst zat ik in een radioprogramma van Radio 1 en werd ik aangekondigd als de ‘op het ogenblik de meest populaire Nederlandse artiest in België’. Dat had ik niet beseft. ‘t Is ook wel een beetje de normale gang van zaken, je kan als band slechter worden, maar als je je werk in eer en geweten doet, dan bereikt het wel steeds een publiek. Dat geloof ik wel. Ik hoor ook wel dat onze muziek toegankelijker is geworden, al is dat niet bewust. We hoeven niet de Lotto Arena uit te verkopen.” JASPER Maar als je dan het debuut van zestien jaar geleden naast het nieuwe Trein Vuur Dage-
raad legt, hoor je niet zo gek veel verschil. DE JONG “Dat vind ik een groot compliment, want dat hoop ik ook net. Dat is mijn handtekening, qua levensgevoel is dat inderdaad wel hetzelfde.” JASPER Dat deed me dan denken aan het idee in het nummer ‘Artis’ dat dingen nooit echt veranderen en vaak hetzelfde blijven. Is Spinvis ook zo’n band die we elke zeven jaar kunnen terug zien? DE JONG “Artis zelf gaat eigenlijk over twee mensen, geen verliefden, die afspreken om elkaar één keer in de zeven jaar te ontmoeten in Artis, wat er ook gebeurt. Dat is geënt op het idee dat je in je leven cirkels maakt van zeven jaar. Een keer in de zeven jaar verandert je vriendenkring, verhuis je, ga je trouwen, gebeuren er dingen in je leven. Met Spinvis heb ik nu twee zo’n cyclussen van zeven jaar meegemaakt. Voor mij vliegt de tijd, die zestien jaar is zo voorbij gegaan en was heel druk. Ik vind het heel leuk en ben daar wel trots op dat de muziek door generaties wordt doorgegeven en dat we ook jonge mensen bereiken. Voor mij is zestien jaar niet zo heel lang, dat is gewoon een deel van mijn leven. Voor heel wat andere mensen is dat bijna hun hele leven en dat besef ik dan pas. Mensen vertellen me soms dat ze mijn muziek
kennen van vroeger toen hun ouders op vakantie gingen.” JASPER Het is best wel sterk dat een band zestien jaar lang relevant kan blijven en dan nog eens met het laatste album een nieuw hoogtepunt meemaakt. Hoe verklaren jullie dat? DE JONG “Het is geen strategie. En ik denk juist dat het belangrijk is dat je dat niet hebt. Als je dat echt gaat proberen dan komt er iets onwaarachtigs in je muziek. Dan wordt het te marketing-achtig, en dat is niet ons doel.” JASPER Denk je dat dat komt omdat je pas met Spinvis begon toen je al een veertiger was? DE JONG “Normaal debuteert een muzikant op zijn twintigste, dan heb je nog een zelfbeeld van rock’n’roll en wil je een imago hebben. Ik was een huisvader van twee kinderen in Niewegein en wou gewoon graag muziek maken. Ik had geen imago, en nog steeds niet en dat is eigenlijk heel prettig. Nu ben ik verlost van heel wat dingen die ik zou moeten zijn, maar eigenlijk niet ben. Je ziet nu bands die vroeger jonge sexy kerels en meisjes waren, die nu dat imago niet meer kunnen vasthouden en dat is pijnlijk.” JASPER Hoe zou Spinvis klinken als je als twintiger gedebuteerd had? DE JONG “Ik heb nog demo’s van toen ik jong was en dat is wel muziek van iemand die iets probeert na te doen. Vooral wat er toen in de mode was: techno of punk. Vooral imitatiemuziek. Ik was nog aan het leren om alles te kunnen doen, maar ook leerde ik wie ik was en wat mijn handschrift was, wat wil je eigenlijk vertellen. Heel langzaam, door te imiteren, te stelen en te kopiëren ontwikkel je wel een eigen pad. De ene kan dat al op zijn twintigste, maar ik deed er langer over. Ik had echt wel veertig jaar nodig en dan ben je al wat gerijpt.” JASPER Wat zijn nu je grootste invloeden? DE JONG “Het laatste album dat ik echt helemaal beluisterd heb, moet Teen Dream van Beach House zijn, of Tame Impala. Het is een beetje de ziekte van de tijd dat je zapt. Vroeger kocht ik
een plaat en dan moest je daarvoor sparen en ging je die helemaal beluisteren. Elke seconde en dan nog een keer en nog een keer. De nummers die je eerst niet zo goed vond, ga je dan nog eens luisteren en dat vind je dan uiteindelijk wel de mooiste omdat die zo veel tijd nodig hadden om door te dringen. Dat geduld en die concentratie om te moeten luisteren ben ik wel kwijt geraakt in de loop van de jaren. Dat vind ik heel spijtig. Een kunstenaar of band stopt er zoveel meer in dan je op het eerste moment kan horen. Maar ik ben net zoals iedere andere consument: leuk’, ‘leuk’, ‘niet leuk’. Dat haat ik wel, want ik wil ook niet dat mensen zo naar mijn muziek luisteren.”
JASPER Trein Vuur Dageraadvoelt ook echt als een plaat met een verhaal dat weloverwogen in elkaar zit. Heb je lang je hoofd gebroken over de tracklist? DE JONG “Het album is vooral een dagboek en is jaren onderweg geweest. Dat besef je pas later. Mijn teksten zijn vaak heel cryptisch en ik kan soms ook niet helemaal juist zeggen wat ik ermee bedoel. Het voelt alleen maar goed, ook al is dat vaag. Het kan heel goed zijn dat als je me binnen drie, vier jaar vraagt waar Trein Vuur Dageraadover gaat, dat ik het dan pas echt zal weten.” JASPER Veel nummers van Spinvis gaan over personages, je hebt Stefan en Lisette, Ronny ‘¦ Zijn die personages uit het leven gegrepen? DE JONG “Ja, in die veertig jaar voor ik Spinvis was, kon ik niet leven van muziek en werkte ik in fabrieken en bij de post.
▶︎
49
MUZIEK
50
Ik deed toen nachtdiensten en werkte met mensen uit alle uithoeken van de wereld en tijdens zo’n nachten begon ik vragen te stellen: ‘Hoe kom je hier? Hoe is je leven verlopen? Ben je gelukkig? Wat zou je nog willen van het leven?’ Persoonlijke vragen, midden in de nacht. Als iemand merkt dat je echt echt geïnteresseerd bent, dan komen er ook eerlijke antwoorden. Die gesprekken heb ik allemaal opgeslagen en opgeschreven. En alle personages in mijn liedjes zijn samenstellingen uit die verhalen. Een soort Frankenstein van eigenschappen. Die veertig jaar voor ik Spinvis was, is nu ook nog steeds mijn kapitaal. Want ik put
Je schrijft en stileert het wel los van jezelf, maar jij hebt het gedroomd, jij hebt het bedacht dus het komt uit jou. Dat kan niet anders.” JASPER Spinvis wordt vaak omschreven als een one-man-band, maar je hebt nu ook een stevige live band rond je verzameld. Hoe groot is hun invloed op de muziek die je maakt? DE JONG “Heel groot. En ik denk dat er een scherpe lijn loopt tussen de platen die ik maak thuis in het atelier en de live shows die we brengen. Alles wat je hoort op de plaat, daar heb ik over nagedacht. Elke komma, elke snare of high hat, dat is van mij, daar heb ik totale controle
(pianist) speelt altijd perfect wat ik heb bedacht, dat wilt hij ook en dat is zijn eer, terwijl Diede (bassiste) haar eigen ding doet. Zij weet het wel beter (lacht). Dan wordt het muziek die je nooit zelf had kunnen maken.” JASPER Jullie tourschema is heel druk, bijna vier dagen op zeven is er een concert. Is dat niet te druk? DE JONG “En daartussen doen Saartje (Van Camp) en ik nog dansvoorstellingen. Maar het valt wel mee. Alles is al geregeld, de productie is klaar, de techniek is klaar, alles zit in de bus. Ik moet er alleen zijn, goed spelen, en dan kan ik weer weg.
daaruit als ik het heb over hoe mensen zijn, wat voor angsten, fantasieën en verlangens ze hebben. Dat delen we allemaal, we zijn niet zo verschillend van elkaar. Als je op je tweeëntwintigste in de popmuziek terechtkomt, dan ben je alleen maar met je muzikanten bezig, drank en drugs en meisjes en touren, allemaal te gek. Maar dat is dan je wereld. Alles wat ik nu heb meegemaakt, is voor mij dan wel een groot kapitaal.” JASPER Hoeveel van jezelf zit er in je teksten DE JONG “Alles. 100%. Je kan alleen maar over jezelf schrijven. Je kan het wel projecteren op personages, het blijven allemaal stukjes van jezelf.
over. Ik heb wel overwogen om het met samplers perfect na te doen, dat kan, maar dat is super saai. Dan heb je een soort dj-set. Oneindig veel interessanter is het om samen te werken met mensen die goed zijn en die je muziek kunnen herinterpreteren. We vergeten het origineel en kijken hoe we het weer van nul kunnen opbouwen. En dan komen de bandleden als Saartje (Van Camp) en Merel (Junge) ‘“ maar de anderen ook, in het verhaal. Ik kom met een plan of partituur en dan spelen we het drie keer zoals ik het wil. Maar heel snel gaat de band er zelf iets anders mee doen. De ene speelt het strakker dan de ander. Lukas
De moeilijke periode is het maken. Dan ga je echt aan het repeteren, zoeken met vormen en licht. Dan ben je echt aan het werk. We spelen nu heel veel, drie tot vier keer in een week. De band wordt dan heel goed, en dan gaat het heel snel. Dat zit in piepkleine nuances. Langzaam wordt die band, die zes personen, één persoonlijkheid, één identiteit. Als een vlucht vogels waarvan de achterste al weet wat de voorste gaat doen. En dat is heel fijn.” JASPER Je oude nummers herwerk je nu en probeer je ook muzikaal in te passen in de setlist. Hoe ga je dan te werk? DE JONG “Het is vooral uitkleden en weer aan-
Zie je door de bomen het bos niet meer? Volgende week gratis bij JASPER:
Jasper
Het beroemde kinderboek van Kenneth Grahame De Wind in De Wilgen
MUZIEK
kleden. Ik merk vooral dat de tekst anders voelt of een andere betekenis krijgt als je het arrangement aanpast. ‘Smalfilm’ is op plaat een funky ding, feller en brutaler. Terwijl als ik het zacht op piano of gitaar speel dan worden die karakters ook liever en dieper. “Bagagedrager” heb ik al tienduizend keer gezongen, toch krijg ik er nooit genoeg van, want elke keer als we het anders arrangeren, dan wordt het een ander nummer. En het is ook een tekst waar ik nog steeds niets van begrijp.” JASPER Je hebt het nochtans zelf geschreven. DE JONG “Ja, maar toch is het iedere keer anders. Het kenmerk van een goeie tekst is misschien wel dat die met je mee groeit en dat je die op een andere leeftijd anders kunt bedoelen. En als je alleen maar zingt over ‘Ik mis je zo’ en ‘Wat erg dat je weg bent’, dan kan je dat maar op één manier interpreteren. Terwijl een nummer als ‘Bagagedrager’ kan ik op mijn tachtigste nog zingen en er weer iets nieuws in vinden.” JASPER De laatse jaren zit Nederlandstalige muziek wel in de lift. Niet enkel in Nederland maar ook in België is het Nederlands aan een revival bezig. DE JONG “In de hip hop vooral! Dat is super, dat vind ik heel interessant. Ik weet dat het een heel andere generatie is, maar iemand als Ronny Flex, die heeft in een interview eens gezegd dat hij heel hard door Spinvis beïnvloed werd. Dat vind ik echt geweldig. Je kan je nooit zo goed uitdrukken als in de taal waarin je boodschappen doet. Ik kan wel in het Engels schrijven maar dan zal er nooit die diepere onderlaag in zitten.” JASPER Maar het Nederlands leeft terug en is weer hip. DE JONG “Hoe kleiner de wereld wordt, hoe groter de verbanden. Je kijkt maar op je tijdlijn, de wereld zit helemaal hier in (wijst naar gsm), en wordt tegelijkertijd onbegrijpelijker ‘“ of toch voor mij wel. En het kan heel goed zijn dat mensen uit een instinct of reactie daarop veel meer zoeken in hun eigen omgeving. Lokale krantjes over je eigen stad zijn plots veel populairder. Die grote wereld,
52
daar snap ik toch niets van, maar wat ik wel snap is mijn straat, mijn wijk, mijn pleintje en mijn vrienden. De taal waarin we elkaar dan vinden is dan Nederlands, want dat begrijpen we wel.” JASPER En daar schrijf jij dan nummers over. DE JONG “Ja, mensen kunnen er zich in herkennen, over het kleine leven en tegelijk heb je het gevoel dat het over iets meer gaat, dat het over ons gaat.” JASPER In een interview vertelde je “Ik ben niet lui, maar langzaam”. Hoe pas jij dan in een maatschappij waar alles snel moet gaan? DE JONG “Ja, dat is waar, maar tegelijkertijd worden de dingen die dan wel zorgvuldig en langzaam gemaakt worden, heel hard gewaardeerd. Mensen zijn zelf niet geneigd om zo veel tijd en zorgvuldigheid te betrachten, maar mensen die het doen, die worden wel gewaardeerd. Dus je moet gewoon in staat zijn om je lang te kunnen concentreren. Wie leest er nu nog een boek van 500 pagina’s? Terwijl juist het wekenlang verdwijnen in iemands hoofd echt fantastisch is, het is zo goed voor je. Wat moet ik zeggen tegen de wereld, tegen je lezers? Ga boeken lezen! En dwing jezelf die concentratie af. Kijk niet de hele tijd op je tijdlijn. We zijn wel iets aan het verliezen vind ik, die traagheid. Ik zag laatst de nieuwe Blade Runner, een fantastische film, en toen dacht ik ‘Deze mensen moeten jaren lang hier aan gewerkt hebben. Niet twijfelen, dag in dag uit. ‘˜We gaan dit maken’’.” JASPER Een beetje zoals je laatste plaat tot stand gekomen is? DE JONG “Ja, maar bij een film is dat een team van honderd mensen, terwijl ik die plaat alleen gemaakt heb. Dat vind ik veel knapper. Ik kan zelf verdwalen, dat is wat ik doe. Je begint met een idee, dan ontspoort dat en een zijweg wordt een hoofdweg. Uiteindelijk blijft er niets over van wat je van plan was. Dat is de vrijheid die je hebt als je alleen werkt. Niemand is erbij, niemand weet het. Maar als je met meerdere mensen moet werken, in mijn band bijvoorbeeld met zes, of bij een film met
honderd mensen, dan moet je vasthouden aan uitgangspunten. Dat lijkt me zo moeilijk, hoe kan je nu jaren lang hetzelfde uitgangspunt hebben? Je moet toch twijfelen, het vergeten of betere ideëen krijgen.” JASPER Je hebt filmmuziek geschreven voor ‘˜Vele hemels boven de zevende’, een film die binnenkort verschijnt. Hoe anders was het om filmmuziek te maken? DE JONG “Dit was wel een speciaal geval, want in het boek van Griet Op de Beeck zit er een stukje tekst van een Spinvis nummer. Dus die verbinding was er al. Jan Matthysen, de regisseur, was van plan om het boek te verfilmen en is toevallig ook Spinvisfan. Dat komt dan goed uit. Hij vroeg of ik dat wou doen en dan zijn we beginnen praten over muziek, films en Stanley Kubrick. Ik hou erg van film en al snel had ik het gevoel dat het bij hem in goeie handen was. Jan vroeg me steeds ‘Ben je wel Spinvis genoeg, sta je niet te veel in dienst van de film en van mij?’. JASPER Hoe heb je dan ervoor gezorgd dat de muziek steeds Spinvis genoeg was? DE JONG “Door daar gevoelig voor te zijn en goed te beseffen dat je in dienst bent van de film. Je hebt natuurlijk wel idiomen in de film. Als je muziek maakt voor een western of een horrorfilm dan is het idioom al klaar. Je moet het wel goed doen, maar je begrijpt meteen wat voor muziek het moet worden. Dit is een relatiefilm en daar is niet echt een idioom voor. Dat kan alles zijn. Je kan er wel strijkers onder zetten maar dan wordt het al snel melig en cliché. Als eerste moet je dan een palet maken van electronisch of met cello minder strijkers. Als ik daarmee bezig was, dan was ik al meer Spinvis.”
SPINVIS Trein Vuur Dageraad STARS nu uit bij Excelsior Recordings
CHILOMETRO In de laatste kilometer maken de kleinste details het verschil. Tussen winnen of verliezen. Tussen hemel of hel. Het verschil? Dat is Ultimo! Meer info op ultimobikes.com
MUZIEK
Stof tot nadenken met Lander Gyselinck en Dries Lahaye van STUFF.
‘Onze plannen na de tweede plaat? Een derde plaat!’ Tussen alle optredens op Pukkelpop door maakten Dries Laheye (bas) en Lander Gyselinck (drum), zeg maar de ritmesectie van België’s spannendste en minst categoriseerbare band van het moment STUFF. ook eventjes wat tijd voor een fijn gesprek. ‘Het is ondertussen al weer een dikke week geleden dat we nog gespeeld hebben, maar we hebben gerepeteerd deze keer!’ grapt Dries al meteen. JASPER VERFAILLIE JASPER Jullie doen heel wat concerten in het voor- en najaar. Jullie hebben al op heel wat plekken in België gespeeld. Zijn er nog zalen die jullie willen doen? LAHAYE: “Ik zou eens heel graag in het Openluchttheater Rivierenhof staan. Voor de rest hebben we al redelijk wat zalen gezien. Ik zou iets als the Love Parade wel willen doen, dat is eens iets helemaal anders.” GYSELINCK: “Dat is out of the comfort zone. We spelen binnenkort een kindervoorstelling, een concert voor kinderen. Dat is interessant om te weten hoe dat gaat uitpakken.” JASPER Het viel me ook wel op tijdens jullie live-optredens dat jullie met enkele blikken weten wat er moet gebeuren. Kan je die band tussen jullie wat verklaren? LAHAYE: “We repeteren wel het meest op overgangen en als we nummers in elkaar steken dan moeten we meestal twee of drie delen logisch aan
54
elkaar knopen. We proberen dat met een cue te doen zodat we dan veel meer vrijheid hebben. Als we die cue niet hebben, dan wordt het nogal snel vervelend of raken we het beu.” GYSELINCK: “Eigenlijk zijn wij de raarste band ever, want wij zijn eerder beginnen spelen dan dat we begonnen repeteren.” LAHAYE: “In het begin gebeurden heel wat cues gewoon on the spot. Maar toen we nieuwe muziek maakten, zijn we daar heel bewust mee omgegaan zodat we heel rekbare nummers hadden.” Jullie muziek is heel intens en meeslepend, raken jullie er dan ook zelf in meegesleurd? GYSELINCK: “In het beste geval wel. Ik probeer mezelf vaak helemaal tot het punt te brengen dat je deel bent van het publiek en ook deel van de muziek. Maar dat is heel moeilijk want je bent altijd zelf de kapitein aan het dek en dan is het moeilijk om de boel te overschouwen. Dat is de moeilijkste goocheltruc. Soms ben je met duizend
dingen tegelijk bezig en moet je nog altijd de focus houden. Dat lukt niet altijd, maar als het lukt, dan klopt het meestal ook met de ervaring van het publiek.” LAHAYE: “Het leukste is als je jezelf er helemaal in kan verliezen en niet meer nadenkt met wat je nu eigenlijk aan het doen bent. Als alles vanzelf gaat en je niet te veel moet nadenken, is dat voor mij de beste ervaring.” JASPER Er is ook een groot verschil tussen een zaalshow en een festivalshow. Merken jullie dat ook? LAHAYE: “Zeker! Gewoon puur praktisch. Op een festival hebt je al heel weinig tijd om te soundchecken of mensen komen binnen met pinten in hun hand in het midden van je set. Ik vind het wel leuk om beide te doen. Je hebt ook heel wat verschillen tussen festivals. Pukkelpop of Gent Jazz, da’s dag en nacht verschil. Maar dat is ook leuk, omdat je ervaring anders is en die van het publiek ook.” JASPER Tijdens jullie set op Best Kept Secret merkte ik op dat jullie ook wel bekend aan het worden zijn in Nederland. Merken jullie ook dat jullie fanbase daar aan het groeien is? LAHAYE: “Geen idee. Mijn gevoel zegt me dat er op Best Kept Secret ook gewoon veel Belgen waren (lacht).” GYSELINCK: “We hebben er twee jaar geleden ook al gespeeld en mochten we een tent afsluiten.
Daar hebben we toen wel heel wat zieltjes gewonnen, om het met een cliché te zeggen.” LAHAYE: “Ik denk wel dat we sowieso wel aan het groeien zijn in Nederland maar dat is moeilijk om dat als band te vatten. Het gaat zeker niet zo hard als in België, maar het is leuk om ook daar nieuwe mogelijkheden te krijgen.” JASPER Jullie touren ook al in het Verenigd Koninkrijk. Is dat het plan om Europa te veroveren? LAHAYE: “Zeker! De UK is sowieso al de belangrijkste Europese markt. Het is ook gewoon heel leuk om daar te spelen. Het is een heel ander gevoel en je moet opnieuw van nul beginnen. We vertrekken na Pukkelpop opnieuw voor een concertreeks in de UK.” GYSELINCK: “Ik vind het ook wel cool dat je in de UK kunt voelen dat de muziek leeft in de stad. Zonder dat ze het zelf doorhebben, zit dat al diep in hun cultuur. Je merkt dat de dance van de laatste twintig en dertig jaar er nog rondhangt.”
JASPER Er is de laatste tijd een soort van Jazzrevival aan de gang met heel wat bands die doorbreken en op festivals spelen als BADBADNOTGOOD, GoGo Penguin en Dans Dans in eigen land. Voelen jullie ook dat er een nieuwe wind waait in de Jazzscene? GYSELINCK: “Ik denk dat dat ook al een tijdje aan de gang is en dat STUFF. daar ook wel uit voorkomt. Wij hadden wel het geluk dat we misschien ook voor een deel aan de basis konden liggen van die revival en dat we niet op een trein moesten springen. En da’s wel cool.” JASPER De muziek van STUFF. is nog altijd heel moeilijk te omschrijven. Het is wat jazz, wat electro, wat trippy en ook dansbaar. Hoe zouden jullie het zelf omschrijven? LAHAYE: “Dat blijft echt het moeilijkste, vind ik. Ik begrijp ook wel van waar die vraag komt. In
het begin had STUFF. nog meer die ingrediënten van jazz en die zullen er wel altijd blijven in zitten, maar nu is dat minder en minder. Het feit dat we een instrumentaal combo zijn, is al een reden om ons op jazzfestivals te programmeren. GYSELINCK: “Dat is echt onze laatste zorg. Maar ik begrijp de vraag wel.” LAHAYE: “Electrojazz? Het goeie is dat we in de FNAC in beide rekjes liggen. Dus zowel bij de jazz als bij de electro (lacht).” GYSELINCK: “En in de Mediamarkt bij de promo’s (lacht).”
▶︎
55
MUZIEK
JASPER Wat zijn jullie grootste invloeden? GYSELINCK: “Dat is heel moeilijk te zeggen. Eigenlijk zou je dat per week moeten vragen. We sturen elkaar spotifylijsten door en dan checken we elkaars muziek. Deze week hebben we vooral naar Luke Vibert geluisterd, een electronica kerel uit de UK die acid house maakt en dat was dan onze plaat van de week. En volgende week kan dat dan iets helemaal anders zijn. LAHAYE: “We hebben ook heel vaak naar ‘Blonde’ van Frank Ocean geluisterd. En sowieso is dat per bandlid helemaal anders. Iedereen is daar ook obsessief mee bezig. Gelukkig blijft dat ook zo. Dan blijven we nieuwe invloeden hebben en sijpelt dat ook in nieuwe nummers.” JASPER Zijn jullie al bezig met jullie plannen na de tweede plaat?
56
LAHAYE: “Een derde plaat? (lacht) Maar nee, nog niet echt.” GYSELINCK: “Liefst nog niet eigenlijk. Ik vind dat een beetje griezelig als je dan dingen moet plannen.” LAHAYE: “Ik ben wel al wat aan het nadenken om nieuwe muziek te maken, maar dan niet meteen om op te nemen. Liefst zonder dat daar een deadline of een doel achter zit.” GYSELINCK: “De laatste twee jaar hebben we wel echt hard gewerkt naar strakke deadlines toe. We hebben de job gedaan van een band die goed werkt en nu is het wel tof om gewoon muziek te maken voor onze eigen noden. Zo verrijkt die muziek zichzelf ook en dan hoef je die later alleen maar op te nemen. Dat is eigenlijk hoe die eerste plaat is ontstaan. De tweede plaat is ietsje professioneler tot stand gekomen met planning en deadlines.”
JASPER Je zegt dat het griezelig is, maar je zou net denken dat een derde plaat makkelijker is dan een tweede plaat? De moeilijke tweede, zoals men dat heet. GYSELINCK: “Dat is misschien omdat onze eerste plaat eigenlijk een demo was en niemand heeft het ooit geweten.” LAHAYE: “We zijn eigenlijk begonnen met een kutplaat (lacht). GYSELINCK: “Nee dat is het! Wij zijn begonnen met een klein plaatje. Dat was toen een EP’tje voor de White Cat. En dat is eigenlijk onze eerste plaat.” LAHAYE: “Maar dat zijn gewoon drie nummers met een cover.” GYSELINCK: “Ja maar dan nog. Dat was wel onze eerste outing als band.” LAHAYE: “We moeten gewoon nog eens gaan nadenken wat we verder willen doen. We hebben dit najaar niet zo heel veel optredens gepland en we kunnen sowieso nog tot aan de volgende zomer touren op de staart van de vorige plaat.
Maar we zullen zien. Ik ben zelf ook benieuwd naar wat gaat komen.” JASPER Hebben jullie soms nog heimwee naar die beginperiode? LAHAYE: “Ergens wel, ik vond het wel cool dat het zo naïef en onbezonnen was. En ook door in die setting van een kleine club semi-akoestisch te spelen, ga je ook anders muziek spelen. Dan is het veel puurder dan op een festival en meer als een repetitie. We hebben het er nog altijd wat moeilijk mee dat er op festivals zo’n front row is. Het feit dat er zo’n muur van volk staat, maakt dat je anders luistert en andere dingen verzint.” GYSELINCK: “We hadden het goeie idee om eens een jazzclub tournee te doen. De kleinste clubs van België er uit te zoeken en dan daar te gaan spelen.” LAHAYE: “Ik vond dat gewoon altijd cool om op zo’n kleine plekken te spelen zoals in de White Cat of een kotfeestje.” GYSELINCK: “Bij deze een request om kotfeestjes te doen (lacht).” LAHAYE: “Toen we nog in de White Cat speelden was dat ook veel losser. We hadden toen nog geen plaat en dus kon je niet vergelijken met de opnames. Het is zot hoe zwaar dat een stempel heeft, ook al probeer je live weg te gaan van de sound van de plaat.” GYSELINCK: “En ook dat sommige stukken niet beantwoorden aan hoe we de show willen spelen. Soms moet je dingen veranderen om het live te kunnen spelen.” JASPER Jullie nummers zijn vooral uit lange jams ontsproten. Hoe maak je daar dan een nummer van? GYSELINCK: “Soms zijn er gewoon kleine idee tjes, motieven, baslijnen of riffs waar je mee start.” LAHAYE: “Er zijn wel een paar nummers die van improjams komen. Dan nemen we die op en nemen we de leuke stukken er uit. GYSELINCK: “’Event Horizon’ is wel een voorbeeld van zo’n improvisatie.” LAHAYE: “‘Spinning Leaf’ hebben we iets korter
moeten maken. Je gebruikt gewoon wat er cool is. Dat is de luxe van een opname, dat je gewoon een uurtje kan improviseren en de beste stukken er kan uit halen.” JASPER Hoe komen de titels van jullie instrumentale nummers eigenlijk tot stand? LAHAYE: “Dat is eigenlijk pas de voorlaatste stap in het proces.” GYSELINCK: “Het is bij ons altijd het omgekeerde verhaal.” LAHAYE: “We hebben altijd eerst wat grappige werktitels en dan op het einde beseffen we dat we die zo echt niet op de plaat kunnen zetten. ‘Skywalker’ heette eerst ‘Triolerij’ omdat dat nummer ook begint met trioles (muziekterm voor groepering van drie noten, nvdr.). ‘Caves’ was eerst ‘Driesmotief’ omdat dat ideetje van mij kwam. Zo’n onnozele dingen.” GYSELINCK: “‘D.O.G.G.’ is ook echt geïnspireerd op een hond. Maar da’s nog steeds geen serieuze titel. ‘Hopkens’ is dan ‘Galapagos’ geworden. LAHAYE: “‘Colibri’ was eerst ‘Early bird’. Elk nummer hebben we van titel moeten veranderen. Enkel ‘Vault’ is de enige die zijn werktitel behouden heeft. Tot op vandaag worden die titels nog door elkaar gebruikt. Bij de tweede plaat kwam enkel het artwork nog later.” GYSELINCK: “Maar toen hebben we nog die titels aangepast. LAHAYE: “Juist, aangepast naar de vibe van het artwork.” JASPER Jullie rijgen de positieve reviews aan elkaar. Schept dat dan hoge verwachtingen voor nieuw werk? LAHAYE: “We zijn daar wel een beetje mee bezig. Maar in onze band wordt er zo vaak gediscussieerd en gevochten om je gelijk te halen, dat dat eigenlijk niet toe doet. Voor die tweede plaat was ik vooral eerder nieuwsgierig. Als je zelf achter je muziek staat, maken die reviews niet veel uit. Het is natuurlijk wel leuk dat we die positieve reviews krijgen. GYSELINCK: “Ik denk dat dat ook helpt omdat
we met nog andere projecten bezig zijn. Als wij terug komen van een STUFF. concert en je nog bezig bent met je eigen projecten, kan je dat makkelijk relativeren. Mocht STUFF. mijn enige project zijn, dan wordt je heel onzeker door de verwachtingen die je schept. Op Pukkelpop mogen we de tent afsluiten, dus dan mag ik zeker geen fouten spelen want er hangt veel van af. Als je niets hebt om die verwachtingen mee waterpas te trekken, is dat wel moeilijk. Iedereen bij STUFF. heeft wel zoiets om die verwachtingen te relativeren.” JASPER Is het dan moeilijk om tijd te vinden om te repeteren met al die zijprojecten? GYSELINCK: “Als we in iets virtuoos zijn, dan is het dat! Echt, de agenda is het aller moeilijkst.” LAHAYE: “Dat is nu wel al beter. We spelen iets minder dan de vorige twee jaar, wat het makkelijker maakt om te plannen. Daarvoor speelden we haast iedere week wel ergens.” GYSELINCK: “Ik denk dat vooral onze manager dan ‘s nachts badend in het zweet wakker wordt en schrikt. Hij heeft de meeste stress om ons samen te krijgen. Da’s echt geen makkelijke job.” LAHAYE: “Hij is de grootste virtuoos in onze band (lacht).”
STUFF. Old Dreams, New Planets STARS nu uit bij N.E.W.S
57
MUZIEK
Bombay Bicycle Club is terug! Hun nieuwe album Everything Else Has Gone Wrong betekent het einde van een drie jaar lange winterslaap die ze naar eigen zeggen broodnodig hadden. ‘We moesten een gezonde balans vinden tussen touren en een normaal leven’, geeft frontman Jack Steadman toe. Daarom namen de bandleden tijd om hun eigen leven weer op gang te trekken, stortten ze zich op soloprojecten of gingen ze zelfs naar de universiteit. De tiende verjaardag van hun debuutplaat I Had the Blues but I Shook Them Loose bracht hen in 2019 terug samen en van het een kwam het ander. Op 17 januari 2020 mogen de Britten hun vijfde worp boven de doopvont houden en dat was het perfecte moment om het samen met frontman Jack Steadman en bassist Ed Nash weer eens over Bombay Bicycle Club te hebben. JASPER VERFAILLIE JASPER Wiens idee was het om terug samen te komen? En was iedereen ook makkelijk te overtuigen? ED NASH: Onze manager vroeg ons of we iets wilden doen met de tiende verjaardag van onze debuutplaat. Op dat moment hadden Jack en ik nog onze soloprojecten (Mr Jukes en Toothless); Suren speelde drums bij andere bands. JACK STEADMAN: We moesten eigenlijk wachten tot Jamie (MacColl, gitarist) zijn masterdiploma in Oorlogstudies aan de universiteit haalde en dat duurde toch wel eventjes. NASH: We wilden ook niet enkel die verjaardagsshows doen en het daarbij laten. We wilden nieuwe muziek maken. STEADMAN: Als we enkel die shows hadden gedaan, dan zouden we ons een oude band gevoeld hebben die speelde voor een oud publiek, en dat voelde niet goed. We wilden echt opnieuw de studio induiken en een nieuwe plaat maken. JASPER Was je verrast door de positieve reacties op de verjaardagsshows? De shows waren in een mum van tijd uitverkocht. STEADMAN: We hadden het wel gehoopt, en ik wist wel dat veel fans een speciale band hadden
58
met dat album. We hebben die nummers ook al heel lang niet meer gespeeld. Maar we waren echt niet voorbereid op de reacties tijdens het concert. Dat was echt geweldig. JASPER Jullie stopten op een hoogtepunt, met uitverkochte shows en festivals. Kwam er daarna niet het grote zwarte gat? NASH: Eigenlijk niet. De tijd weg van de band hielp me net om te groeien als songwriter en als mens. Voor de break was Bombay Bicycle Club het enige dat ik deed; dat was mijn hele identiteit. De band slorpte zodanig veel tijd op dat ik me niet kon focussen op een appartement of vrienden in Londen. Dus ik denk dat ik dat zwarte gat heb opgevuld net door er eventjes tussenuit te knijpen. JASPER Uiteindelijk duurde jullie winterslaap drie jaar, maar in tussentijd is er heel wat veranderd. Wat is er voor jullie het meest veranderd terwijl je aan de plaat werkte? STEADMAN: De impact van touren op het klimaat is iets waar we ons nu wel veel bewuster van zijn. Als ik terugdenk aan de manier waarop we in 2014 tourden… Er lagen letterlijk overal waterflesjes. Je neemt een slok en laat het staan, je gaat in de kleedkamer en opent een nieuw flesje. De
backstage lag soms letterlijk bezaaid met plastic flesjes. Toen stonden we daar niet bij stil, maar nu is dat echt vreselijk om er aan terug te denken. JASPER Coldplay stopte onlangs met touren vanwege hun impact op het klimaat. STEADMAN: Voor een band als Coldplay is het makkelijk om die beslissing te nemen; wij moeten optreden om rond te komen. Maar we proberen wel om herbruikbare flessen te gebruiken, of toch tot we die kwijtraken. We doen echt ons best! (lacht) NASH: Er zijn heel veel kleine maar impactvolle manieren waarop je afval en verspilling kan
Terug van nooit echt weg geweest met Jack Steadman en Ed Nash van Bombay Bicycle Club
‘Je wil niet dat de band je gek maakt’
tegengaan, zoals herbruikbare flessen gebruiken of carpoolen naar concerten. JASPER De titel van jullie nieuwe plaat luidt Everything Else Has Gone Wrong, dus wat is er dan gelukkig wel goed gegaan? STEADMAN: Wat er wel goed gaat, is natuurlijk de muziek. Als ik me gestresseerd of angstig voel, dan ga ik naar huis, zet ik mijn koptelefoon op en voel ik me meteen beter. Ik denk dat veel mensen datzelfde gevoel delen en dat wilden we met dit album ook bereiken. We willen dat onze muziek aanvoelt als een harnas en niets je pijn kan doen. De videoclip waarin ik heel wat klappen
te verdragen krijg, is daar een letterlijk voorbeeld van. (grijnst) JASPER Jullie kondigden dit album aan als ‘een album voor iedereen die naar muziek teruggrijpt in tijden van crisis, zowel persoonlijk als politiek’. Toch zitten er heel weinig politieke boodschappen verstopt in het album. Een bewuste keuze? STEADMAN: Voor mij is het eerder een logische keuze. Ik denk niet dat ik ooit zo’n soort muziek zou maken. Dit album kan eender wat betekenen voor eender wie. Als je je slecht voelt, bijvoorbeeld over de politieke situatie, dan kan dit album nog
altijd relevant zijn omdat het zo ambigu is. Zie het als een vorm van escapisme. In plaats van het nog maar eens over politiek te hebben, zegt dit album 'kom bij mij en voor 45 minuten kan je eventjes alles vergeten'. JASPER Andere Britse artiesten als IDLES, Kate Tempest en Slowthai zijn best wel uitgesproken over hun politieke ideeën. Jack: En dat is hun goed recht! Je hebt zeker beide nodig. NASH: Zij doen het zodat wij het niet hoeven te doen (lacht). Wij proberen gewoon muziek te maken waarvan je kan genieten en kracht kan ▶︎
59
MUZIEK
uit putten als je je niet zo goed voelt. Dat is ook belangrijk. JASPER Voor de eerste keer staan er nummers op het album die niet van de hand van frontman Jack Steadman zijn. Bassist Ed Nash schreef ook twee nummers ("Good Day" en "People People"). Veranderde dat de dynamiek in de band? NASH: Voor dit album werkten we eigenlijk zoals we altijd doen. Jack schreef nummers en werkte ideetjes uit en toonde die dan aan de band. Die twee nummers schreef ik op een ‘writing trip’ waar we in dezelfde plek verbleven maar in aparte kamers nummers schreven, waarna we dan over die nummers konden praten. Ik had die voor mezelf geschreven, maar onze gitarist Jamie hoorde er dingen in die hem zeer aanspraken en hij vond dat ze wel pasten binnen het thema van het nieuwe album. JASPER Vorige plaat So Long, See You Tomorrow en jullie beide soloalbums hebben jullie zelf geproducet, maar voor het nieuwe album kozen jullie voor John Congleton (St. Vincent/Sharon Van Etten/The War on Drugs) als producer. Wat was zijn invloed? STEADMAN: Als we dit album zelf hadden geproducet, zou het ons te comfortabel zijn. Er is niet gevaarlijks aan, er is geen wrijving, je hebt alle controle. Dat is niet zo spannend. We wilden onszelf uitdagen en daarom kozen we voor John omdat hij niet altijd akkoord ging met onze keuzes. Dat soort wrijving kan goeie muziek creëren. NASH: De nummers waren al geschreven voor we met John de studio in trokken. Hij deed ons vaak samen spelen in de studio en liet kleine foutjes onveranderd in de mix zitten. Dat maakte ons nerveus, want we wilden dat alles perfect klonk; we waren te obsessief onze muziek aan het analyseren. John gaf de nummers een organisch en relaxed gevoel dat we niet zonder hem hadden kunnen vinden. STEADMAN: Toen ik tourde met mijn Mr Jukes-album leerde ik al wat om dat los te laten. Ik
60
trad toen op met jazzmuzikanten en daar worden fouten haast aangemoedigd. Ik kon me dus wel vinden in John’s aanpak. JASPER Het lijkt alsof je ook comfortabeler bent om over gevoeligere dingen te zingen. Op deze plaat zijn je teksten veel persoonlijker. STEADMAN: Ik schreef altijd heel vage teksten die meer beeldend en indirect waren. Maar sinds de break zijn we allemaal gegroeid als mens, matuurder geworden en hebben we ook meer zelfvertrouwen. Dat is denk ik de grootste reden waarom ik nu durf spreken over mijn gevoelens. JASPER Op de titeltrack zing je ‘I’ve found my peace again’. Hoe heb je die rust gevonden? STEADMAN: Dat nummer gaat over een specifieke periode in het schrijfproces. “Everything Else Has Gone Wrong” was een van de laatste songs die ik schreef in een periode van ongeveer een jaar. En in die periode ga je door ups en downs. Soms is alles geweldig en vind je je songs goed, maar soms voel je je slecht, denk je aan opgeven en wil je nooit nog een nummer schrijven. Maar eens je aan het einde van dat proces zit en je een nummer kan schrijven dat die hele tocht kan samenvatten, dan voel je een enorme opluchting. En dat nummer belichaamt echt die opluchting. Het is de meest gepassioneerde song op het album en ik voelde me ook zo toen ik het schreef. JASPER Eerste single “Eat, Sleep, Wake” klinkt alsof het zo uit een vorig album van Bombay Bicycle Club kon komen. De titel deed me zelfs denken aan de albumhoes van So Long, See You Tomorrow, met zijn dag-en-nachtcyclus. Is dat nummer nog een overblijfsel van vorige sessies of begonnen jullie dit album van nul? STEADMAN: (verbaasd) Inderdaad, nu je het zegt! Er zijn inderdaad wat nummers ontstaan uit vorige sessies of oude demo’s, maar “Eat, Sleep, Wake” is helemaal nieuw, dus dat is gewoon puur toeval. Soms moet iemand maar een oude demo opvissen en zeggen ‘dit klinkt goed; hier moeten we iets mee doen’, zelfs als de rest van de band het opgegeven heeft. De studio induiken met een
nieuwe producer kan je anders laten denken en dingen anders bekijken. NASH: “Eat, Sleep, Wake” klinkt inderdaad wel door en door Bombay Bicycle Club. Er zitten heel wat elementen in dat nummer die op al onze albums te horen zijn. Dat is ook waarom we dat nummer als eerste wilden uitbrengen. Het is meteen herkenbaar als een Bombay Bicycle Club-nummer. JASPER De albumcover toont vier vogeltjes die rustig aan een waterbakje zitten te drinken. Dat contrasteert wel enorm met jullie energieke muziek. Is het een metafoor voor hoe
jullie nu rust hebben gevonden als een band? STEADMAN: De bedoeling was om de titel van de plaat uit te beelden als een plaats waar je de deur kan dichtslaan en je zorgen kan vergeten. Het hint natuurlijk ook naar wij die terug samenkomen als een band. JASPER Als je terugblikt naar jullie beginperiode en de break, wat zijn dan de levenslessen die jullie geleerd hebben? STEADMAN: Dat we niet zo druk bezig moeten zijn. Op een bepaald moment waren we elf maanden van het jaar constant aan het optreden. Zo lang on the road zijn maakt je op slag een pak
ouder. Je wil niet dat de band je gek maakt. Het was duidelijk niet langer werkbaar en daarom zijn we eventjes uit elkaar gegaan. We moesten een gezonde balans vinden tussen touren en een normaal leven. JASPER Zijn er dingen die je anders had willen doen? STEADMAN: Ik denk niet dat je moet teruggaan en alles perfect laten verlopen, want dan zou je leven enorm saai worden. Alles wat gebeurd is, heeft ons gemaakt tot wie we zijn. Ik zou er niets aan willen veranderen. NASH: Dat is een gevaarlijk spelletje: terugkijken
op je leven en relaties. Dat mag je echt niet doen. Sommige dingen waren namelijk geslaagd, andere dingen liepen minder vlot, maar dat is net de reden waarom we nu hier zijn. JASPER Als we toch nog één keertje mogen terugblikken: in november maakte Dansende Beren een overzicht met de beste platen van het voorbije decennium en daarbij prijkte So Long, See You Tomorrow op plaats 22. STEADMAN: (verrast) Oh wauw, dat had ik niet verwacht. Dat is geweldig. Die plaat is ook het relaas van een hele lange reis die traag zoveel mogelijk nieuwe geluiden probeert te introduceren binnen het concept van een gitaarband. Als ik er nu op terug kijk dan klinkt onze nieuwe plaat veel ingetogener, terwijl So Long zoveel dingen probeert te doen. We probeerden toen echt duizend ideeën in een nummer te gieten. Dat is wellicht een teken van ouder worden, dat je je veel meer zen begint te voelen over heel wat dingen. NASH: Misschien kunnen we binnen een paar jaar ook een verjaardagshow doen voor die plaat. (lacht) JASPER Of volgend jaar al een show voor de tiende verjaardag van Flaws? NASH: Op den duur kunnen we ieder jaar wel een plaat vieren. Stel je voor, de vijventwintisgte verjaardag van I Had the Blues. Dan zijn we… (telt) 45 jaar. (zucht) STEADMAN: De honderdste verjaardag wordt een show met enkel onze hoofden op sterk water. (lacht) Op 17 januari verschijnt Everything Else Has Gone Wrong via Universal Music. Op 23 maart komt de band dat album voorstellen in de Ancienne Belgique.
BOMBAY BICYCLE CLUB Everything Else Has Gone Wrong STARS
61
MUZIEK
‘Zeg niet te gauw, ‘t is weer een streamingdienst!’ Een diepe plons in het muziekarchief van P-E-O-P-L-E Naar aanleiding van het P-E-O-P-L-E festival in Berlijn (18 en 19/08) zette Justin Vernon (Bon Iver) zomaar eventjes een hele lading nieuwe muziek online op het nieuw, rudimentair muziekplatform genaamd PEOPLE. De website is puur functioneel en ziet er eigenlijk niet uit, maar de muziek die er op te beluisteren valt, is zeker de moeite waard. En dat helemaal gratis en voor niets! JASPER VERFAILLIE
62
Red Bird Hollow (Aaron & Bryce Dessner) backstages and hotel rooms on tour for
Bryce Dessner The Death and Life of Marsha P. Johnson
the past year and improvising on high
Wie nog eens wil Netflixen en chillen
string and acoustic guitars,” vatten de
kan de volgende keer de documentaire
broers hun project Red Bird Hollow. De
of Marsha P. Johnson opzetten. Bryce
naam verwijst naar het riviertje achter
Dessner maakte een uitgepuurde
hun kinderlijke thuis in Cincinnati, Ohio
vioolscore die het leven en de tragische
en net zoals de naam willen ze met hun
dood van een van de toonaangevende
eenvoudige akoestische nummers die
figuren in de LGBT-beweging in New
jeugdige onschuld en eerlijkheid. “The
York. Simpel, doeltreffend en het zet
idea has been to have no plan and
perfect de toon voor een mooi maar tragisch leven.
“We’ve been putting up one mic in
Big Red Machine (Justin Vernon, Aaron Dessner)
Songs Without Words Soms dekt een bandnaam de lading
simply play off each other like we did
Deze samenwerking van Justin Vernon
volledig en dat is met Songs Without
when we were kids.”
en Aaron Dessener is ongetwijfeld
Words net het geval. Voor elk album
het prijsbeest van de enorme collectie
van The National nemen de Dessner
muziek. Vier nummers van een nog uit
en Devendorf broers tientallen demo’s,
te brengen album nemen steeds hun
ideetjes en schetsen op die het album
Long Count (Matthew Ritchie, Aaron & Bryce Dessner)
tijd om je in te palmen en je mee te
uiteindelijk niet zullen halen. Dat is er
Samen met visual artist Matthew
ook een interessante solo carriëre die
sleuren. Beide heren werkten al eens
ook echt aan te horen. Alle elementen
Ritchie creërden de broertjes Dessner
het waard is te ontdekken. De titel van
samen op Dark Was The Night en
uit The National zijn aanwezig in deze
een songcycle genaamd The Long
deze verzameling muziek dekt opnieuw
dat smaakte duidelijk naar meer. Ze
korte schetsjes, behalve natuurlijk Matt
Count. Ze kregen vocale hulp van Matt
weer de volledige lading. Negen
koppelen subtiele melodieën aan mee-
Berninger’s kenmerkende bariton, die
Berninger, Shara Nova, Kim & Kelley
korte nummers die precies als kleine
slepende arrangementen en durven
moet je er maar bij verzinnen. Het is
Deal en later ook Tunde Adebimpe van
muziekdoosjes opengaan en dan weer
tussendoor ook te experimenteren
een fijne blik achter de schermen en
TV On The Radio. Hun stuk werd een
dichtklappen. Die klinken afwisselend,
met electro. Op “Layla” horen we ook
bewijst waarom de band steeds zo’n
paar keer opgevoerd (in oktober 2009
creepy en kerstmisachtig, maar lijken
de stemmen van The Staves, Phoebe
ijzersterke albums maakt, ze selecteren
in de Brooklyn Acadamy of Music, de
ons eerder iets om live aan het werk te
Bridgers en Lisa Hannigan, maar het
enkel het allerbeste materiaal. Deze
Barbican in Londen en het Muziekge-
zien, want hier klinken de muziekjes al
is vooral de herkenbare kopstem van
onafgewerkte woordeloze nummers
bouw in Amsterdam) maar werd nooit
snel eentonig.
Vernon die de show steelt. Deze vier
zouden goed genoeg zijn voor elke
opgenomen. Tot nu. Het resultaat
nummers leggen de lat al meteen
andere band, maar The National legt
schippert tussen melancholie van The
Mina Tindle - Sister
enorm hoog voor het volledige album.
de lat steeds hoger. Aanrader voor de
National in “Tests”, tot het folky “Ma-
De franse zangeres Paulinee de Lassus
echte die hard National fans.
thilde” en het accapella “Nine”.
Saint-Genies speelde in ons land al het
Richard Reed Parry The Music Boxies Beter bekend als die lange rossen van Arcade Fire heeft Richard Reed Parry
voorprogramma van Sufjan Stevens,
Hannigan zong die in stuurde het
Great Mountain Fire en Beirut onder
nummer terug naar Dessner. Het resul-
haar artiestennaam Mina Tindle, maar
taat is een prachtige blend van lichte
laat haar muziek vooral inspireren door
electronica en de zeemzoete stem van
franse chanson en breekbare ballades.
Lisa Hannigan.
“Sister” is zo’n breekbaar nummer dat
“Is Anything Wrong” van Lhasa baad
Losse demo’s en onafgewerkte tracks die het beluisteren waard zijn
is in diezelfde emotionele en intieme
Naast al dit moois zijn er ook nog tal
sfeer. Tindle stem en fluweel pianospel
van losse nummers die in andere nog
brengen je helemaal tot rust.
onuitgegeven versies te beluisteren
Tindle schreef voor (hoe kan het ook anders) haar zus. Ook haar cover van
Marijuana Deathsquad
zijn. Er is een alternatieve versie van “Lose Control” van Francis and The
OOK DAT NOG
Karen Damen schrijft wk-lied voor
Helemaal andere koek is de band
Light, nummers van Liima, Poliça
Marijuana Deathsquad (met leden
en Sam Amidon, een samenwerking
Justin Vernon, Ryan Olson, Jeremy
van Stargaze en This Is The Kit.
Nutzman, Channy Leaneagh, Mark
Maar het interessantst (toch voor fans
Na de klinkende 4-0 overwinning van
Brusselse rapper stopgezet werd.
McGee, Isaac Gale, Ben Ivascu, Drew
van Bon Iver en The National) zijn de
onze Rode Duivels op de Soeudies
Ook politici Zuhal Demir (N-VA) en
Christopherson). Deze keer geen
onafgewerkte nummers en demo’s die
zat de Belgische Voetbalbond met de
Alexander De Croo (Open Vld), die
gevoelige indiefolk of mooie melodische
er te vinden zijn. “Unfinished Wicker”
handen in het haar. Zo’n overwinning
Damso niet spaarden in hun kritiek,
composities, maar pure abstracte glit-
en “Untitled 93” klinken eerder als een
moest gevierd worden met een lied,
hebben niets dan lovende reacties
chpunk van de lelijkste soort. Ook hier
uptempo versie van Bon Iver of dat an-
maar door de stopzetting van de
op de beslissing van de voetbalbond.
zat Justin Vernon in de pap te roeren,
dere project van Vernon, The Shouting
samenwerking met Damso had de
“Karen Damen is een inspiratiebron
maar zijn invloed is minder opmerkelijk
Matches. “Mike Mills” is dan weer een
speaker in het Koning Boudewijnsta-
voor zoveel mensen,” vertelt Demir
aanwezig. De Deathsquad is harder
fijn gitaarnummer van Aaron Dessner
dion geen gepast nummer en bleef
openhartig. “Ik ben blij dat de voet-
dan alles wat we tot nu toe hoorden
dat zo op een plaat van The National
het na het laatste fluitsignaal ijzig
balbond inzag dat ze op een ander
op PEOPLE. Stevige beats en krakende
had gekunnen. De grootste samen-
stil. Om gelijkaardige taferelen deze
spoor zaten,” knipoogt De Croo. Op
synths. “Ain’t Been Right Since That
werking op PEOPLE is wellicht die voor
zomer te voorkomen, besloot bonds-
een officiële reactie van Karen Damen
Party” klinkt vuil, chaotisch en tegelijk
“Memories”, een cover van Leonard
voorzitter Linard om in allerijl toch
zelf is het nog wachten. Naar verluidt
heerlijk opzwepend terwijl “Oh No” wat
Cohen, waar onder andere Aaron
een nummer te maken voor het
zoekt ze nog iemand om die reactie
weg heeft van Xiu Xiu.
Dessner, Bryce Dessner, Mina Tind-
Wereldkampioenschap in Rusland
voor haar te schrijven. Bronnen dicht
le, Matt Berninger, Ben Lanz, Bryan
deze zomer. Na een lange en verhitte
bij Damen lieten ons wel al weten dat
Devendorf, Thomas Bartlett, Ragnar
brainstormsessie en heel wat tele-
ze meteen druk begon te werken aan
Kjartansson en Sufjan Stevens op te
foontjes maakte woordvoerder Pierre
het nummer. Zo zouden Gert Verhulst,
De muziek van Will Oldham, beter
horen zijn. Speciaal voor de bruiloft van
Cornez vandaag bekend dat niemand
Ray Cokes, Suzanne Vega en Agnes
bekend als Bonnie ‘Prince’ Billy, was
Bryce Dessner en zijn vrouw Pauline
minder dan Karen Damen een
Obel al gepolst zijn om het nummer
een grote inspiratiebron voor de leden
werd het nummer opgenomen in april
WK-hymne zal pennen voor onze Rode
voor haar te schrijven. Wat we wel al
van The National. Dat Bryce Dessner
2016. Waarom hebben niet zo’n groep
Duivels! De voetbalbond is bij die be-
zeker weten is dat den Anthony plaats
al lang droomde om eens samen
vrienden?
slissing echter niet over één nacht ijs
zal nemen achter de drums en dat
gegaan.”We hebben alles gewikt en
de Nederlandse rapper Boef enkele
One With The Birds (Will Oldham)
te werken met een van zijn helden,
de Rode Duivels
spreekt dus voor zich. Samen met het
Bezoek p-e-o-p-l-e.com om zelf op
gewogen, geplooid en gebogen,” ver-
strofes voor zijn rekening zal nemen.
eigentijdse orkest Eight Blackbird werk-
ontdekkings tocht te gaan. Op 18 en 19
telde woordvoerder Cornez. “Ons hart
“We willen de fans van Damso niet
ten ze aan nummers die genspireerd
augustus vindt het PEOPLE festival plaats
zei ‘ja’ maar ons verstand zei ‘nee’
in de steek laten,” liet woordvoerder
werden door traditionele volksliederen.
in Funkhouse in Berlijn.
en dus kozen we voor Karen Damen.”
Pierre Cornez nog weten. “Met Boef
Naast het barokke “Down In The Wil-
Over mogelijke andere kandidaten
hebben we zo toch een rapper die al
low Garden” kan je ook luisteren naar
voor de WK-hymne wil hij niets kwijt:
eens controversiële en vrouwonvrien-
“Stay On It”, een zeventien (!) minuten
“Dat zijn natuurlijk deuren die je niet
delijke uitspraken durft te doen.” Tot
lange improvisatie van het orkest met
opent als je die ene kiest. Maar verder
slot liet televisiezender VIER al weten
Oldham en Dessner. Eentje om er bij te
gaan, is blijven staan en onze trein
dat er druk gewerkt wordt aan een
gaan zitten dus.
rijdt helemaal door naar Rusland.” De
vervolg op “Karen maakt een plaat”.
keuze voor Damen is niet enkel een
De opvolger “Karen maakt een WK-
overwinning voor vrouwen, maar ook
lied” zou begin deze zomer op de buis
voor muziekliefhebbers in het alge-
komen. (jv)
Lisa Hanningan, Aaron Dessner & Enda Walsh Swan
meen,” klinkt het bij de Vrouwenraad.
Aaron Dessner stuurde een instrumen-
Zij kaartten begin maart de vrouwon-
taal nummer naar Lisa Hannigan, die
vriendelijke teksten van Damso aan,
het op haar beurt liet horen aan Enda
waardoor de samenwerking met de
Walsh die er een tekst voor schreef.
63
MUZIEK
VAMPIRE WEEKEND - FATHER OF THE BRIDE
Huisje, tuintje, boompje, plaatje Plots is hij daar dan: de langverwachte nieuwe van Vampire Weekend. Father of The Bride heeft veel voeten, en een pauze van ondertussen 6 jaar, in de aarde gehad. Ondertussen maakte frontman Ezra Koenig wel een Netflixserie (Neo Yokio), kwamen er soloplaten van bassist Chris Baio en drummer Chris Thomson (Dams of The West), en wist ook stichtend lid Rostam Batmanglij zich los te weken van de band. Maar fans van het eerste uur hoeven niet te wanhopen, Rostam heeft over heel de plaat wel ergens met zijn vingers in de pot gezeten. Instrumentje hier en productie daar, Ezra en Batman kunnen elkaar niet loslaten. ‘Als ik na Modern Vampires of The City meteen nog een plaat had moeten maken, dan had ik op automatische piloot nummers uitgekakt,’ liet Koenig deze week nog optekenen in Humo. Wil hij zeggen – hij had rust nodig. Met drie fijne tot uitstekende platen op vijf jaar tijd schoot de carrière van Vampire Weekend dan ook verschroeiend uit de startblokken. “A-Punk”, “Cape Cod Kwassa Kwassa” en “Oxford Comma” zijn ondertussen indieklassiekers geworden, en dan hebben we het alleen nog maar over de nummers die hun debuut kleurden. Waren hun vorige albums nog het relaas van een studentikoos leven tot de dood, dan is deze Father of The Bride een beetje een overkoepelend geheel. Een lappendeken van stijlen en ideeën, dat niet alleen leest als het relaas van een huwelijk met al zijn ups en downs, maar ook zo klinkt. Euforie en melancholie liggen soms maar één nummer van elkaar verwijderd. Zes singles, waarvan de eerste, “Harmony Hall”, meteen een schot in de roos was, konden het jarenlang wachten al wat verzachten. Daarmee lichtte de band slechts een tipje van de sluier op, want er valt op Father of The Bride nog heel wat meer te ontdekken. Achttien nummers is ongewoon lang voor een Vampire Weekend album. De band die bekend werd met zijn gebalde en springerige indiepop probeert nu een uur lang te boeien. Dat is meteen een heel pak langer dan voorganger Modern Vampires of The City, die met twaalf num64
mers afklokte op een degelijke 42 minuten. Dit keer krijgen we wel een rode draad die ons doorheen de plaat leidt: leven, liefde en trouw. Opener “Hold You Now” heeft naast wat tegeltjeswijsheid (‘I can’t carry you forever, but I can hold you now’), ook een heus gospelkoor in petto – geleend van Hans Zimmer’s The Thin Red Line soundtrack. Alsof Ezra Koenig een late gooi doet naar een plaatsje in The Lion King. Het is het begin van een sterke eerste helft met verder aanstekelijke singles “Harmony Hall”, “This Life” en “How Long”. Die laatste twee steunen op een sterke groove en geniale baslijn, terwijl die eerste heerlijk openbloeit tot een Fleetwood Mac-achtige folkpopsong met een knipoog naar The Grateful Dead. Tussendoor gooien “Bambina” en “Big Blue” extra kruiden in de mix met twangy gitaren en Italiaanse swagger, al blijven deze korte nummers – welja – tussendoortjes. Doorheen de plaat worden Southern rock invloeden rijkelijk gecombineerd met de gekende Paul Simoneske Afrikaanse ritmes. Zo klinken ze euforisch in “This Life” of “How Long”, om even later laidback achterover te leunen op het introverte “Unbearably White” waarin Koenig zijn eigen identiteit in vraag stelt. Daarna tovert hij zowaar de cadans van een oude Disneycartoon uit zijn mouw op “Rich Man”, en het werkt verdorie nog ook. Op “Married In A Gold Rush” horen we voor de tweede keer de stem van Danielle Haim, één derde van het zussentrio HAIM. Ze woonde toevallig boven de studio waar Vampire Weekend zijn nieuwe plaat aan het inblikken was, en blikte op vraag van Ezra wat harmonieën in. Uiteindelijk zal ze op FOTB drie keer een hoofdrol opeisen, en geeft ze
zo stem aan Koenig’s eega Rashida Jones, dochter van legendarische producer Quicy Jones. Maar ondanks de leuke groove en fijne strijkers is het nummer toch te liefelijk om echt te blijven hangen. Dat geldt ook voor het introverte “My Mistake” dat iets te lang in melancholie blijft wentelen. Gelukkig gooit Ezra het meteen over een andere boeg met het knotsgekke “Sympathy”. ‘I think I take myself too serious,’ geeft hij grif toe. Al lijkt het hier meer op overcompensatie dan op duivels ontbinden. Hij gooit verknipte koortjes, Spaanse gitaren en handgeklap tegen de muur. Er blijft wel een aanstekelijke melodie hangen, maar geen samenhangend geheel. Dan deden “Cousins” of “Diane Young” het qua weirdness veel beter op vorige platen. “Sunflower” en “Moon Flower” tonen dan wel hoe je perfect lolligheid aan fijne melodieën koppelt. Het duo wordt niet enkel door hun titels met elkaar verbonden, maar ook door Steve Lacy van The Internet die beide nummers verblijdt met wat gitaarwerk en extra harmonieën. “2021” zou met zijn melancholische synths en zuchtende lyrics een perfecte afsluiter zijn. En wat ons betreft had het album daar ook mogen ophouden. Op het goudeerlijke “Jerusalem, New York, Berlin” na zijn de laatste vier nummers er wat te veel aan. De leuke en liefelijke gitaarmotiefjes en pianoriedeltjes worden tenietgedaan door een tenenkrullende tekst (“We Belong Together”),
JANELLE MONAE Dirty Computer STARS
Vaginabroeken, meerdere persoonlijkheden, sociopolitiek geëngageerde teksten en een heuse emotion picture: nee, we hebben het deze keer niet over Beyoncé, maar wel over de immer kleurrijke en aanstekelijke Janelle Monae. Op haar vorige platen flirte ze al met funk, soul, pop en op Dirty Computer heeft ze eindelijk de perfecte balans gevonden. Met de hulp van Grimes, Pharrell, Brian Wilson en de zegen van wijlen Prince trekt Monae een blik aanstekelijke popmelodieën open en doorsprenkelt ze haar teksten met onderhuidse steken naar racisme en homofobie in Amerika. Zelf identificeert Monae zich als panseksueel en is ze zo de perfecte spreekbuis voor de zwarte en LGBT-community. Die dualiteit tussen man en vrouw komt vaak terug: Het openlijk vrouwelijke “PYNK” staat recht tegenover het prinselijke “Make You Feel”, in “Django Jane” haalt ze haar innerlijke Kendrick Lamar boven. Op de bijhorende ‘emotional picture’ (integraal op YouTube) wordt pas duidelijk hoeveel vaart en kleur er in dit album zit. Vol durf, ongecensureerd en met bakken klasse weet ze van gevoelige materie een aanstekelijk album te maken! (jv)
tegenvallend refrein (“Stranger”) of rare vocoders (“Spring Snow“). Het tweede deel van het dubbel album valt daardoor wat mager uit in vergelijking met die verschroeiende eerste helft. ‘All I do is lose, but all I want is to win,’ sluit Koenig de plaat af. Het is duidelijk waar het hem om te doen is. Voor het eerst probeert Vampire Weekend ons een uur lang te boeien, en dat lukt hen niet helemaal. Father of The Bride is een ambitieus en groots lappendeken vol spitsvondige productie, maar is even vaak ook een album van gemiste kansen en corny lyrics. Naar verluidt had Ezra Koenig een collectie van 32 nummers, waar hij heel wat vet van heeft moeten afsnijden om de huidige achttien over te houden. Hij had gerust hier en daar nog wat meer kunnen trimmen om een minder grillige en consistentere plaat af te leveren. Vervelen doet FOTB allerminst, al schippert Vampire Weekend op zijn laatste iets te vaak tussen energie en rust, uitbundigheid en ingetogenheid, zonder een midden te vinden. Maar ach, is het leven ook niet grillig en inconsistent? (jv)
VAMPIRE WEEKEND Father of the Bride STARS
OKKERVIL RIVER In The Rainbow Rain STARS
Uit de doden herrijzen, het is maar weinig mensen gegeven. Maar net zoals Jezus en zombies, is de nieuwe band die Will Sheff rond zich verzamelde maar een schim van de vorige. Muzikaal klinkt In The Rainbow Rain best wel oke. Nummers als “The Dream and The Light” of single “Don’t Move Back To LA” zijn rijkelijk gearrangeerd en doorspekt met orgeltjes, saxofoon en gitaarsolo’s. Dat maakt dat het album best wel goed in het oor ligt, maar ook niet meer doet dan liggen. Dat Sheff er niet in slaagt om onze aandacht vast te houden met zijn teksten, is nog een extra minpunt. Het zeemzoete “Love Somebody” of meanderende “Family Song” vallen tekstueel flauw uit en verder horen we verhaaltjes over keeloperaties, familie en vriendschap. Sfeer komt dit album alleszins niet te kort, het is vooral de diepgang die we missen op In The Rainbow Rain. Sterke songs als “Pulled Up The Ribbon” en “Don’t Move Back To LA” redden bijna eigenhandig dit album van de middelmaat. Bijna. (jv)
65
MUZIEK
THE NATIONAL - I AM EASY TO FIND
De plaat is beter dan de film Met acht albums en al twingtig jaar in de business op de teller heeft The National zich intussen opgewerkt tot een van de grote (zo niet grootste) hedendaagse bands in de indierockwereld. Criticasters dichten hen de naam ‘saaiste band ter wereld’ toe, maar laat het ons vooral houden op meest consistente band ter wereld. Wie hun discografie nog eens doorneemt, valt vooral op hoe weinig hun sound veranderd is doorheen de jaren. Boxer, High Violet en Trouble Will Find Me staan tjokvol stevige, subtiele en stijlvolle nummers die uitgegroeid zijn tot ware klassiekers maar evengoed op een en hetzelfde album hadden kunnen staan. Dankzij die consistente stroom aan goeie muziek zit The National op een nieuw hoogtepunt in hun carrière. Dit jaar sluit de band twee keer de Marquee van Pukkelpop af en pakt uit met zowaar een kortfilm gebaseerd op nieuwe plaat. Althans, zo simpel is het allemaal niet. Mike Mills (regisseur van Beginners en 21st Century Women) probeerde in 2017 enkele dagen voor de release van Sleep Well Beast de band te verleiden om een kortfilm te maken. Matt Berninger en de broertjes Dessner en Devendorf hadden immers een hele hoop overschotjes die niet meer op die plaat pasten en besloten de handen in elkaar te slaan met Mills. De film I Am Easy to Find is wel een ander beestje dan de plaat en is zowat de brother from another mother. Mills liet zich inspireren door de onafgewerkte nummers, schreef een scenario over het leven van een vrouw (vertolkt door Alicia Vikander), waardoor de band zich op zijn beurt liet inspireren. Noem het een wisselwerking, een symbiose van film en muziek waarbij The National voor het eerst wat controle afstond aan Mills. Net daarom is I Am Easy to Find andere en hardere koek dan hun voorgaande werk. De ingrediënten blijven grotendeels dezelfde: stevige drums, meeslepende pianoriedeltjes en de immer aangeschoten Matt Berninger. Maar deze keer worden ze afgetopt met nieuwe en ambitieuze arrangementen, vrouwenstemmen (o.a. Sharon Van Etten, Mina Tindle en Lisa Hannigan) en het 66
Brooklyn Youth Choir. Op hun vorige albums hoorden we al wat vernieuwing in hun sound, al ging dat vaak onopgemerkt voorbij. Als The National experimenteert, is het niet groots en in your face zoals generatiegenoten Bon Iver of Tame Impala. Integendeel, het is heel bedachtzaam en voorzichtig. Op een misstap zal je hen niet snel betrappen, al komen het chorale “Dust Swirls and Strange Light” of het kabbelende “So Far So Fast” wel in de buurt. De nerveuze electronica van opener “You Had Your Soul With You” klinkt dan weer als het muzikale broertje van “The System Only Dreams in Total Darkness”. Op “Hey Rosey” en “The Pull of You” komt Matt Berninger er zelfs bijna niet aan te pas en laat hij de spotlight aan gastzangeressen Gail Ann Dorsey en Lisa Hannigan. Zonder onze geliefde bariton voelt het nummer toch helemaal anders aan. Een stap terug om er twee vooruit te zetten zou je denken. Dat zou het gevolg zijn als de nummers ook steeds van dezelfde hoge kwaliteit waren. I Am Easy to Find zit vol goede bedoelingen en ideeën, maar die missen soms toch hun doel. Zonder striemende gitaren of een uitrazende Berninger mist The National een uitlaatklep en klinkt de band voor het eerst gemoedelijk en op hun gemak. In “Not in Kansas” haalt Berninger eerst nog herinneringen op waarna hij in het tweede deel langs de zijkant toekijkt hoe de band verdwijnt in
orkestrale arrangementen. “Where Is Her Head” steunt veel te lang op hetzelfde motiefje waardoor het één langgerekt refrein lijkt te zijn. “Hairpin Turns” vat deze plaat misschien nog het best samen. Instrumentaal best een goed nummer, maar toch klikt het een en ander niet op zijn plaats. Berninger’s tekst staat wat haaks op de melodie en weet je niet mee te slepen in zijn verhaal. Het venijn en de weerhaakjes zijn minder opvallend aanwezig en zitten diep onderhuids verstopt. En toch is dit geen slechte plaat. We zijn het voorbije decennium zo in de watten gelegd door The National dat het vreemd aanvoelt als een plaat eens onder die torenhoge lat springt. Hoeft er zelfs nog een lat te liggen voor een band die al zoveel bewezen heeft? I Am Easy to Find is op zijn best als The National nog eens vintage The National durft te zijn. “Quiet Light” is een rustig en op doorleefd pianospel gestoeld nummer dat zo op Trouble Will Find Me had gekund. Op “The Pull of You” horen we niet alleen Lisa Hannigan maar eindelijk ook eens gitaren. Kate Stables van This Is The Kit neemt op “I Am Easy to Find” het voortouw terwijl zeurende violen en subtiele bliejes het nummer verder inkleuren. “Rylan” lag al jaren op de plank en bevestigt zijn reputatie als ultieme livefavoriet. Met zijn strak ritme en militaire drums is het zonder twijfel de meest krachtige song op het album. Emotionele
afsluiter “Light Years” is zowat de “I Need My Girl” of “Guilty Party” van deze plaat en plaatst een hartverscheurend orgelpunt. Ironisch genoeg geeft I Am Easy to Find zijn geheimen langzaam prijs. Het kost tijd en moeite om je door het album te ploegen, maar die is het zeker wel waard. Na de vette jaren van Boxer en High Violet zou The National gewoon elke twee jaar een gelijkaardige plaat kunnen uitbrengen, maar de band probeert zichzelf steeds uit te dagen en is niet tevreden met zomaar een nieuw album. Ook zonder kortfilm, samenwerkingen en vrouwenstemmen zou dit album overeind blijven door hun sterke songwriting. Toch missen we hier en daar de spanning en venijnigheid van weleer. Voor I Am Easy to Find gaf The National de controle uit handen aan filmregisseur Mike Mills; misschien houden ze de volgende keer de teugels toch maar weer beter zelf strak in de handen. (jv)
THE NATIONAL I Am Easy To Find STARS
LUCY DACUS Historian STARS
Masochisme, athesme, dood en verslavingen: Lucy Dacus schuwt de grote themas niet op haar tweede plaat. Gelukkig weet ze met de precisie van een historicus die themas perfect te vatten in compacte rocksongs. Historian gaat vooral over haar persoonlijke geschiedenis. De grote momenten uit haar leven verpakt ze op zo’n toegankelijke manier dat het niet klinkt als een navelstaarderige autobiografie. In “Night Shift” verwerkt ze een break-up waarvan ze in “Addictions” nog moet afkicken. Haar religieuze familie en opvoeding moet het ontgelden in “Nonbeliever”, terwijl haar demonen er van langs krijgen in “Next of Kin”. De manier waarop Dacus potige rocksongs vol zelfvertrouwen koppelt aan haar diepgaande en onthullende lyrics is niet minder dan meeslepend. Zonder echt nieuw te zijn binnen het rockgenre, weet Dacus toch vooral haar persoonlijke grenzen te verleggen. Blaast haar grootmoeder haar laatste adem uit in “Pillars of Truth” dan krijgen wij het voorrecht om de levenslessen te horen die Dacus er uit trekt. Historian is alvast een plaat voor de geschiedenisboeken. (jv)
67
MUZIEK MUZIEK
SOCCER MOMMY - CLEAN
De slaapkamer ontgroeid Was 2017 al een uitzonderlijk sterk jaar voor vrouwelijke soloartiesten (St. Vincent, Julien Baker, Phoebe Bridgers, Bedouine, Björk, Fever Ray, Alvvays, Jay Som, Japanese Breakfast, Yaeji …) dan trekt 2018 die lijn gewoon door. In het nog prille jaar kregen we al mooie platen van U.S. Girls, Loma, The Orielles en Hannah Epperson. Nu mag je ook het nieuwe album van Soccer Mommy aan dat lijstje toevoegen. Clean is een collectie nagelnieuwe nummers die de zelfverklaarde ‘bedroom pop’ artieste tot ver buiten de vier muren van haar slaapkamer zullen brengen. Amper 20 is de uit Nashville, Tennesse afkomstige Sophie Allison en toch heeft ze sinds 2015 al drie ep’s en twee albums onder de arm. Het vorig jaar verschenen Collections was een mooie verzameling van oude nummers in een gepolijste en verbeterde versie, dus kan je Clean zowat beschouwen als haar echte debuut op een groot label. Ondanks de betere opnamekwaliteit hoeft Allison niets aan intimiteit en authenticiteit in te boeten. Integendeel, met Clean poot Allison een geweldig debuut neer dat haar sound meteen vastzet. Weet u nog waar u op uw twintigste mee bezig was? Welke problemen en zorgen er door uw hoofd slopen? Als Sophie Allison zich binnen tien jaar die vraag stelt, dan hoeft ze gewoon nog eens haar plaat op te leggen om herinneringen boven te halen. “Still Clean” katapulteert je meteen al terug naar een zomer vol liefde die helaas verkeerd afliep. Zo gaat dat met jonge kalverliefde en de manier waarop Allison het verpakt is niet minder dan hartverscheurend. De gitaren echoën als die van Julien Baker, haar stem is expressief als Phoebe Bridgers en haar teksten zijn herkenbaar genoeg om de juiste snaren te raken. ‘Guess I’m only what you wanted for a little while,’ zingt ze terwijl de gitaren bruusk uit het stopcontact worden getrokken. Ook in “Cool” haalt ze haar trukendoos boven. Na een fijn en haast zorgeloos rocknummer over de stoere Mary (‘Mary has a heart of coal. She’ll break you down and eat you whole’), verdwijnt het nummer in een draaikolk van overstuurde gitaren.
68
Van ‘I wanna be like you,’ gaat het dan naar ‘I don’t wanna be your fucking dog,’ in het ruige en ontembare “Your Dog”. Allison doet het relaas van een slechte en manipulatieve relatie die rauw en ongecensureerd wordt beschreven. Naast haar zuivere stem zijn het vooral de subtiele details die haar nummers net dat tikkeltje meer geven. Zo zitten er in het refrein van “Cool” nog meer gitaren verstopt en krijgt “Your Dog” een subtiel matje van gitaarfeedback onder de voeten geschoven. Soccer Mommy windt er vaak geen doekjes om. ‘Maybe it’s just a flaw that I’ve been having all along in thinking love would be that strong,’ zingt Allison in “Flaw” waarna ze met de nodige weemoed terugblikt op een op de klippen gelopen relatie. Ook al klinken haar nummers niet meer alsof ze op haar slaapkamer opgenomen zijn, toch lijken haar teksten geplukt uit het dagboek van een tiener. Soms wat cliché en melig, maar altijd oprecht en authentiek. ‘I was wastin’ all my time on someone who couldn’t love me,’ klinkt het wat verder. ‘I can’t see you blossom in the future that I’m dreaming,’ het verdict is zwaar maar Allison blijft bij haar besluit. “Blossom (Wasting All My Time)” moet voor haar zowat het dieptepunt zijn geweest. Eenzamer dan hier klonk ze nog nooit. Onzekerheid, verliefdheid en ontgoocheling zijn zowat de rode draad doorheen Clean net zoals dat de hoofdingrediënten zijn van de meeste twentysomethings op deze aardbol. Dat maakt Soccer Mommy’s nummers zo herkenbaar en aanstekelijk. Als een echte voetbalmoeder bijt Sophie Allison van zich af (“Last Girl”) en kan ze meteen erna je terug in haar armen sluiten (“Scorpio Rising”). Het liefdesleven van prille twintigers is er de laatste jaren niet op vereenvoudigd en dat laat
zich ook voelen in zowat alle teksten op deze plaat. Als Allison zich niet vergelijkt met stoere meiden, dan droomt ze een zelfbeeld bij elkaar van wat ze allemaal wil zijn. ‘I wanna be the one who keeps you up at night,’ zucht ze in “Skin”, waarna al haar dromen in vervulling gaan in het adembenemende “Scorpio Rising”. De manier waarop Allison het nummer laagje per laagje opbouwt naar een prachtige climax doet ons meteen denken aan het allerbeste werk van die andere youngsters Julien Baker of Phoebe Bridgers. Op Collection hoorden we al het potentieel dat in Sophie Allison en Soccer Mommy zat, maar met deze eerste voldragen release lost ze die verwachtingen helemaal in. Clean is een korte maar overweldigende rit die ons langs platgetreden liefdespaden brengt en toch nog iets nieuws weet te vertellen. Het rammelt, ontroert, snijdt en klinkt vooral authentiek en uit het leven gegrepen. Met Clean levert Soccer Mommy de soundtrack voor “Het leven zoals het is: een twintiger”.(jv)
SOCCER MOMMY Clean STARS
BETTER OBLIVION COMMUNITY CENTER
Muziek is de beste therapie Teasen en de dag erna een plaat uitbrengen. Van die marketingstrategie kunnen bands als Vampire Weekend en Tool nog wat leren. Want van zodra we goed en wel wisten dat het een project van Conor Oberst en Phoebe Bridgers was, waren de bewijzen al te vinden op Spotify. Tien nummers over hoop, verlies, liefde en melancholie, het had zomaar even een opvolger voor Ruminations of Strangers In The Alps kunnen zijn. Was de muziek van Phoebe Bridgers en Conor Oberst een Venn-diagram, dan kon je die tekenen als twee haast perfect overlappende cirkels. Hoewel ze beiden hun melancholische folk rock op een andere manier inkleuren, zijn de onderwerpen verrassend gelijklopend. Een samenwerking die dus niet zozeer in de sterren stond geschreven, dan wel in het verlanglijstje van Phoebe. Dat de jonge Amerikaanse al langer fan was van de frontman van Bright Eyes, was al duidelijk van voor de twee samen zongen op Bridgers debuutplaat Strangers In The Alps. Een jaar later kan ze naast de sterke ep met Boygenius ook nog deze stevige brok americana aan haar palmares toevoegen. Conclusie: een carrière die heel sterk uit de startblokken schiet. Conor Oberst is dan de perfecte tegenstelling tegenover Bridgers ontluikende carrière. Hij heeft al meer wateren doorzwommen dan er op twee handen te tellen zijn en nam Bridgers al mee als voorprogramma op zijn Ruminations tour. Hij leende ook zijn stem aan het duet “Would You Rather” op Bridgers’ debuut en dat beviel het duo zo goed, dat een verdere samenwerking niet uit kon blijven. Met de hulp van gitarist Nick Zinner (Yeah Yeah Yeahs) en drummer Carla Azar (Autolux) vormen Bridgers en Oberst dus Better Oblivion Community Center. “Didn’t Know What I Was In For” is een perfecte opener, want net als het duo weten ook wij niet echt wat we kunnen verwachten van hun samenwerking. Een traag opbouwend nummer plaveit de weg naar een album waar folk rock hand in hand gaat met melancholie en nostalgie. Dat dit nummer ook de plaat opent, is helemaal niet toe-
vallig. Het was het eerste nummer dat Oberst en Bridgers samen neerpenden ergens in april 2017. Over het volgende anderhalf jaar groeide hun samenwerking uit van één tot tien nummers die verrassend samenhangend klinken. “Sleepwalkin'” klinkt als twee gelijkgestemde zielen die elkaar vinden in hun existentiële angsten en onzekerheden. ‘I want them to stop, the circular thoughts/ Spinning a whirlpool of forget-me-nots,’ smeekt Bridgers, waarna het duo zich even later in “Dylan Thomas” probeert in te leven in het leven van de gelijknamige Welshe dichter Dylan Thomas. Hier eindigt het nummer gelukkig veel sterker met een gierende gitaarsolo in tegenstelling tot de dichter die zich op zijn 39ste de dood in dronk. Datzelfde lot was helaas ook Conor Oberst’ broer beschoren. “Service Road” leest dan ook als een brief aan zijn broer Matt die in 2016 overleed aan de gevolgen van een alcoholverslaving. Maar Oberst slalomt behendig tussen de melige clichés en weet een gevoelige en waardige song af te leveren. Hetzelfde doet het duo nog eens over in “Chesapeake”, waar Bridgers’ echoënde melancholie dan weer de bovenhand neemt in een perfecte soundtrack voor de winterse sneeuwbuien. In “Forest Lawn” haalt Oberst herinneringen op aan een karaoke avond met “Que Sera Sera” en “My Heart Will Go On” maar blijft hij toch vooral wat binnen dezelfde lijnen kleuren die hij al met Bright Eyes uitzette. Muzikaal wordt het veel interessanter wanneer Bridgers en Oberst zichzelf uitdagen en volledig laten gaan. “Exception To The Rule” wordt zowaar gedragen door een vette electrosynth, terwijl het ogenschijnlijk poeslief “My City” plots toch zijn klauwen toont. Ook in “Big Black Heart” krijgt de distortion-knop een
ferme draai en hebben de stevige gitaren het plots weer voor het zeggen. Het is een welkome energie-injectie op het tweede deel van de plaat. De afsluitende cover van Taylor Hollingworth’s “Dominos” transformeert het nummer van een eenzame en desolate gitaarsong naar een rijkelijk gearrangeerde en hoopvolle versie. Laat dat nu net het doel zijn van Better Oblivion Community Center: hoop vinden in muziek en steun vinden in gelijkgestemde zielen. Better Oblivion Community Center is een plaat die iedereen tevreden stelt. Oberst kan zijn schrijverskunsten nog eens bovenhalen, Bridgers ontwikkelt zich verder tot een nieuwe stem in het indie folk landschap en fans van beide artiesten kunnen zeker hun gading vinden in het debuut van BOCC. Een ding is alvast zeker, de liefhebber van melancholische folk wint sowieso. (jv)
BETTER OBLIVION COMMUNITY CENTER STARS
69
PERSOONLIJKE GEGEVENS Jasper Verfaillie 11/10/1993 Roterijstraat 40, 8500 Kortrijk verfaillie.jasper@gmail.com 0498 14 93 68 Rijbewijs B Muziek / film / cultuur in het algemeen / grafisch ontwerp / actualiteit / journalistiek //
Nederlands Engels Frans Duits Adobe InDesign Adobe Illustrator Adobe Photoshop Adobe Premiere Pro Adobe XD Adobe After Effects Avid Media Composer Reaper MS Office (Word, Excel, Powerpoint)
2008 - 2013 Economie-Talen Sint-Amandscollege Diksmuidekaai Kortrijk 2014 - 2017 Bachelor in de Journalistiek Howest Kortrijk september 2015 - januari 2016 Erasmussemester in Lissabon, Portugal
OPLEIDING
ERVARING
KENNIS
2017 - .2019 Bachelor in de Grafische en Digitale Media Artevelde Hogeschool Gent
2015 - ... Redactie Dansende Beren concert-, album- en festivalrecensies en interviews voor muziekblog (Pukkelpop, Rock Werchter, Dour, Best Kept Secret ...) januari 2017 - april 2017 Stage Mediaraven redactielid (maken van videoreportages), live interviews, workshops geven met kinderen ... juli - september 2018 Vakantiejob onthaal & communicatie Tordale april - juni 2019 online- en lay-outredactie Humo
E T NU P! O KO
OVER
GESPROKEN Inspiraties voor een bewuster leven
Met bijdragen van Jef Neve, Marc De Bel, Wouter Torfs, Ish Ait Hamou, Roel Van Bambost e.a.
samengesteld door Carine & Chrisian Lapinne
G r a f i s c h j o u r n a l i s t
Dit is een uitgave van Jasper Verfaillie, alle rechten voorbehouden ofja, dat denk ik toch. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en verspreid zonder toestemming of vermelding van de auteur, zijnde mezelf. Dat zou helemaal niet cool zijn. Bedankt om dit te lezen, groetjes, Jasper!