HET HOLLANDS PEIL
TOEKOMST VOOR EEN EINDIG LANDSCHAP Jelmar Brouwer | Maste r Landschapsarchitectuur
COLOFON
Jelmar Brouwer Semarangstraat 28-1 1095 GE Amsterdam jelmar@jelmarbrouwer.com +31 (0)6 55 184 793 Opleiding: Academie van Bouwkunst Amsterdam Master Landschapsarchitectuur Commissieleden: Hanneke Kijne (mentor) Bruno Doedens Ruut van Paridon
Copyright Š 2017 Jelmar Brouwer Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de auteur.
|2
HET HOLLANDS PEIL
TOEKOMST VOOR EEN EINDIG LANDSCHAP Jelmar Brouwer | Maste r Landschapsarchitectuur
3|
|4
LANDSCAPE, AS LANGUAGE, MAKES THOUGHT TANGIBLE AND IMAGINATION POSSIBLE. THROUGH IT, HUMANS SHARE EXPERIENCE WITH FUTURE GENERATIONS, JUST AS ANCESTORS INSCRIBED THEIR VALUES AND BELIEFS IN THE LANDSCAPES THEY LEFT AS A LEGACY. Anne Whitson Spirn. The language of landscape.
5|
|6
INHOUD.
1. AANLEIDNG
11
2. HET ONTSTAAN
29
3. DE OPGAVE
39
4. HET HOLLANDS PEIL
63
5. STRATEGIE
89
6. NIEUW LANDSCHAP
109
7|
Foto: Waterikonen
|8
INLEIDING. We kennen allemaal dat beeld. Groene weides, smalle ritmische kavels omringd door water, het slootpeil dichtbij het maaiveld en koeien grazend in de wei. Het is een typisch Hollands beeld waar we Nederland mee associĂŤren en tevens het beeldmerk van het Groene Hart. Vijftien jaar lang ben ik opgestaan met zicht over het veenweide landschap. Ik heb daarom een enorme voorliefde voor dit typische Hollandse landschap gekregen. In dit landschap is het een gegeven dat je woont in een polder onder zeeniveau waar de veenbodem jaarlijks zakt. Hoe dit werkt en welke gevolgen dat heeft realiseert niemand zich. Als landschapsarchitect in wording ben ik erachter gekomen dat we zo niet langer door kunnen gaan. Het heeft gevolgen voor het geliefde beeld van de koe in de wei. Het Hollands Peil is een visie op de toekomst van dit landschap. Een lange termijn visie waarbij we het landschap op waarde schatten, zijn kwaliteiten behouden, het veen conserveren en toewerken naar een nieuw vitaal landschap. We roepen daarmee een halt toe aan het sluimerende verval van dit landschap. Juist als landschapsarchitecten kunnen wij de discussie onderschrijven of juist een andere zienswijze daarop presenteren en de kwaliteiten van een (nieuw) landschap blootleggen. Meer dan ooit is er vraag naar onze expertise in deze complexe opgave in het landschap met al die verschillende belangen.
9|
| 10
1. AANLEIDING
11 |
| 12
HET GROENE HART. EEN UNIEK LANDSCHAP
Vijftien jaar lang ben ik opgestaan met zicht op het
Niemand weet hoe het systeem precies werkt. Alleen
veenweide landschap. Ik groeide op met het land-
dat ons waterschap er de zorg voor draagt. Het is
schap, speelde op boerderijen, fietste vele kilometers
een uniek landschap met diepe historische lagen,
door de polder naar school en trotseerde weer en
ontstaan en ontwikkeld vanuit economisch denken.
wind. Het is daarom dat ik een grote voorliefde voor
Het is deze manier van denken dat geleid heeft tot
dit typische Hollandse landschap heb gekregen.
het open landschap, de unieke verkaveling, de vergezichten en het complex van diepe polders en hogere
In dit landschap is het een gegeven dat je woont in
watergangen. Een landschap dat het hart vormt van
een polder onder zeeniveau en dat er ieder moment
een unieke metropool, de Randstad.
water wordt weggepompt uit het netwerk van sloten.
13 |
COPE VERKAVELING
VERGEZICHTEN
Foto: Ed Kaas
| 14
POLDERS
Foto: Foto: Waterikonen Ed Kaas
15 |
EEN SYSTEEM Foto: Ed Kaas
| 16
IN CULTUUR Foto: Waterikonen
ECONOMISCH LANDSCHAP
17 |
| 18
Wateroverlast Kockengen 2014 19 |
| 20
BODEMDALING. HET ZAKKEN VAN DE BODEM
Het zakken van de veenbodem is een gegeven conditie wanneer je woont op het veen. Jaarlijks verhogen we de tuin met een nieuwe laag aarde en ziet alles er weer netjes uit. Echter daalt de Nederlandse veenbodem al eeuwen lang. Als kind herinner ik het me nog goed. Het was een groot feest, fietsen door de plassen op straat na een flinke regenbui. Nu zijn de buien heviger en de gevolgen groter. Een dorp als Kockengen staat gemiddeld eens per jaar onder water met grote schades tot gevolg. De zakkende bodem en de gevolgen ervan wordt steeds meer zichtbaar in de bebouwde omgeving. Als landschapsarchitect in wording heb ik de consequenties van bodemdaling leren begrijpen. Zo zichtbaar als de gevolgen zijn in het stedelijk gebied zo onzichtbaar zijn ze nog in de polder. Maar dat betekent niet dat we het kunnen negeren.
21 |
VEEN
ZAND OF KLEI
| 22
HET VEEN VERDWIJNT. DE ECHTE BETEKENIS VAN BODEMDALING
In tegenstelling tot de dalende bodem in de bebouwde omgeving verdwijnt de veenbodem in het landelijk gebied als gevolg van de ontwatering ervan. Van oorsprong is veen een natte grondsoort. Wanneer deze door het ontwateren blootgesteld wordt aan zuurstof oxideert het veen en verdwijnt het. Bodemdaling gaat dus over zakken als gevolg van gewicht en dalen als gevolg van het oxideren van veen. Gemiddeld daalt de bodem in Nederland met 10 mm per jaar. Dit kan oplopen tot wel 30 mm per jaar als de samenstelling van de bodem afwijkt. Bodemdaling is een relatief traag proces wat al eeuwen lang gaande is. Het krijgt daardoor niet voldoende aandacht. Dat is ongekend aangezien de bodem tien keer zo snel onder onze voeten verdwijnt dan dat de zeespiegel stijgt. En dat begrip is voor iedere Nederlander bekend.
23 |
OPGAVE. EEN REDDINGSPLAN VOOR HET VEEN
De bodem is al vele meters gedaald. En diezelfde bodem kan nog veel verder zakken. Dit zal gevolgen hebben voor onze veiligheid, voor de kosten voor het instandhouden en voor het klimaat. Er zijn meer en hogere waterkeringen nodig aangezien de zeespiegel stijgt en de bodem tegelijkertijd daalt. Enorme bedragen moeten betaald worden om steeds maar weer het watersysteem aan te passen, te ontwikkelen, maar ook om schades te verhelpen. En dan het klimaat. Grote hoeveelheden C02 komen vrij als gevolg van het oxideren van het veen. De veenbodem is daarbij een enorme bron van C02. En wat blijft er eigenlijk over als al het veen weg is, al die inversteringen zijn gedaan, optimalisaties zijn uitgevoerd en C02 is uitgestoten? Wat voor landschap zien we dan? Hebben we dan nogsteeds de koe in de wei op de overgebleven zandgrond? We hebben nu nog de kans om zorg te dragen voor dit landschap. Het veen te behouden, de karakteristieken op waarde te schatten en een halt toe te roepen aan het sluimerende verval van dit landschap. Juist als landschapsarchitecten kunnen wij een discussie onderschrijven of juist een andere zienswijze daarop presenteren en de kwaliteiten van een (nieuw) landschap blootleggen. Meer dan ooit is er vraag naar onze expertise in deze complexe opgave in het landschap met al die verschillende belangen. Wat is de toekomst van dit landschap?
| 24
Bodemdaling en zeespiegelstijging
-7.50 NAP Als we niets doen
25 |
| 26
PROJECTGEBIED.
Voor dit afstudeerproject heb ik het onderzoeksgebied beperkt tot een deel van het Groene Hart tussen Utrecht en Amsterdam. Het gebied is exemplarisch voor de problematiek rondom bodemdaling en kent meerdere provincies, waterschappen en bodemsoorten. Het is het gebied waar ik ben opgegroeid en daarom goed ken. Het projectgebied wordt begrensd door de natuurlijke grenzen van de rivieren: de Amstel. de Vecht, de Kromme Mijdrecht en de Oude Rijn.
27 |
| 28
2. ONTSTAAN
29 |
In een tijdsperiode van duizenden jaren is het veen langzaam gegroeid. Met het sluiten van de duinen langs de kust kon het veen -gevoed door regenwater- groeien tot hoge koepels tot wel vijf meter boven N.A.P. Het landschap bestond uit een ondoordringbaar veenmoeras. Rivieren als de Amstel, de Waver, de Kromme
| 30
Mijdrecht en de Angstel stroomden tussen de hoge veenkoepels door. De hogere zandgronden –de oeverwallen– vormden handelsverbindingen tussen grotere nederzettingen. Aan de randen van de oeverwallen werd voedsel verbouwd.
HET ONTSTAAN EEN UNIEK CULTUURLANDSCHAP
Het veenweidelandschap is ĂŠĂŠn van de meest
Het is het begin van een reeks opeenvolgende
kenmerkende Nederlandse cultuurlandschappen. In
interventies om waterproblemen tegen te gaan. Het
een ongekend korte periode van 150 jaar is het ooit
gebruik veranderde, kanalen werden gegraven en
zo ondoordringbare veenmoeras volledig ontgonnen.
sloten werden toegevoegd. De molen en het stoomgemaal werden uitgevonden. Uiteindelijk resulteert
Door de natte veengrond te ontwateren met het
het in het watersysteem wat we vandaag de dag
nieuwe netwerk van sloten begon de bodem te dalen.
kennen als de polder. Het veenweide landschap en
In 200 jaar is de bodem zo ver gedaald dat de veen-
het systeem is dus gegroeid als gevolg van opeenvol-
koepels niet meer vijf meter boven de veenrivieren
gende problemen in het landschap.
uitstaken, maar inmiddels op gelijke hoogte lagen.
VEENMOERAS
ONTGINNING | AKKERBOUW
DALENDE BODEM | GRASLAND
31 |
Er was meer vraag naar voedsel waardoor over werd gegaan tot de ontginning van het natte veenmoeras. In een ongekend korte periode van 150 jaar werd aan de hand van één contractvorm –de cope- het landschap verdeeld in gelijke stukken land. Het land werd omringd door sloten en daardoor geschikt
| 32
gemaakt als akker om voedsel te verbouwen. Na één ontginningsslag werd een kade gemaakt om van daaruit nieuwe stukken grond te ontginnen. De ontginning van de veenkoepel is bijzonder doordat alle ontginningen naar één punt toe werkten. De verkaveling wordt vrije opstrek genoemd.
Als gevolg van de ontwatering begon de bodem te dalen. Tussen 1000 en 1400 is de bodem zo ver gedaald dat deze op gelijke hoogte was gekomen met de veenrivieren. Daardoor werd het steeds moeilijker om het water uit dit natte gebied af te voeren. Als gevolg van afwateringsproblemen in de Oude
Rijn werd een kanaal gegraven van Harmelen naar de Amstel. Dit kanaal en de overige rivieren vormden belangrijke handelsverbindingen van en naar Amsterdam. Ondertussen veranderde vanwege de natte condities ook het gebruik van akkerland naar landbouw.
33 |
Ondertussen zakte de bodem steeds verder tot het niet meer mogelijk was het water vrij af te laten stromen naar de veenrivieren. Tussen 1400 en 1500 wordt de windmolen uitgevonden en de wipmolen gebruikt om water omhoog te pompen.
| 34
Er wordt een enorm netwerk van molens gebouwd om het landschap te kunnen ontwateren. Met de aaneenschakeling van meerdere molens kon water van diepere plekken in verschillende stappen omhoog gepompt worden naar de rivieren.
Met de snelle groei van steden als Utrecht en Amsterdam is er een noodzaak aan brandstof. Hoewel veen al langer werd gebruikt wordt om te verbranden wordt nu overgegaan op grootschalige afgravingen van veen en het drogen ervan tot turf. Door middel van slagturven wordt zelfs tot diep onder water
veen afgegraven. Diepe plassen rondom Mijdrecht en Wilnis ontstaan. Daarnaast wordt de afvoer van water richting de molens geoptimaliseerd door nieuwe en bredere watergangen te graven. Ook wordt De Grecht gegraven als brede waterafvoer naar de Vecht en de Kromme Mijdrecht.
35 |
Om het tekort aan landbouwgrond terug te brengen wordt geprobeerd de grote plassen droog te pompen. In Mijdrecht gebeurt dit in drie delen, waarbij de eerste weinig succes heeft. Het stoomgemaal biedt uitkomst. Na vele pogingen wordt het eerste deel 50 jaar later dan toch droog gelegd, waarna
| 36
spoedig de andere twee volgen. Het land in de droogmakerijen wordt optimaal ingericht en in grote stukken land verdeeld. Langzaam worden meer en meer gemalen gebouwd ter vervanging van de wipmolens.
LANDSCHAP IN TRANSITIE. EEN MOMENTOPNAME
Het beeld van de uitgestrekte groene weides met
langzame ontwikkeling van het landschap en het
grazende koeien is het beeld dat het landschap de
gebruik daarvan.
laatste decennia gedomineerd heeft. Voor velen is dit het enige beeldmerk voor dit landschap.
De huidige status van het landschap is dus een
De werkelijkheid is dat het landschap verschillende
momentopname in een veel langere ontwikkeling.
transformaties heeft gekend, waarbij zowel het
De vraag is welke ontwikkelingen er nog gaan komen
gebruik als het beeld is veranderd. Het is daarbij
en of we vast moeten houden aan het beeld dat we
ontwikkeld van veenmoeras, naar akkerbouwgebied,
kennen of onze blik moeten verruimen.
naar landbouwgebied. Er is dus sprake van een
Willem Roelofs
Willem Roelofs
Stoomgemaal Cruqius Haarlemmermeerpolder
37 |
| 38
3. OPGAVE
39 |
BODEMDALING TOT 2050
Bron: PBL 2016 | Bewerking: Jelmar Brouwer
| 40
BODEMDALING. HET VERDWIJNEN VAN VEEN
Hoewel veen op sommige plekken nagenoeg is verdwenen is het op veel plekken nog drie tot zes meter dik. Dat veen verdwijnt met verschillende snelheden, maar gemiddeld met ĂŠĂŠn centimeter per jaar. Wanneer veen direct aan de oppervlakte van de bodem ligt en niet beschermd wordt door een laag klei kan dit zelfs oplopen tot drie centimeter per jaar. De doorsnede van het landschap in 2200 laat zien dat ons enorme consequenties te wachten staan als we maar door blijven gaan.
Resterend Veen
Verwachtte bodemdaling tot 2200
41 |
Amsterdam
Utrecht
west-nederland
Rotterdam
Breukelen
Uithoorn
Woerden
bemalingsgebieden
Breukelen
Mijdrecht Kockengen
peilvakken
drooglegging | 42
HET WATERSYSTEEM. DE SLEUTEL TOT BODEMDALING
Het huidige landschap is gebaseerd op het principe ‘peil volgt functie’. Als gevolg van de bodemdaling en de wensen van de agrariër wordt het waterpeil iedere tien jaar verlaagd. Het is dus de koe in de wei wat het hele watersysteem domineert, maar ook de sleutel is tot het dalen van de bodem. Het betekent een uniform landschap, maar honderden waterpeilen om dat in stand te kunnen houden.
MELKVEEHOUDERIJ
DE BODEM DAALT
WATERPEIL WORDT VERLAAGD
43 |
BOEZEM
| 44
BEMALINGSGEBIED
PEILVAK
DROOGLEGGING
45 |
| 46
47 |
HUIDIGE DROOGLEGGING
Vinkeveen
Mijdrecht
Wilnis
Breukelen Nieuwkoop
2030405060-
Woerden Harmelen
| 48
70-
DROOGLEGGING
Met het begrip drooglegging wordt het verschil tussen de hoogte van het maaiveld en het polderpeil aangeduid. De gemiddelde drooglegging wordt per waterschap en per bodemtype bepaald. Voor het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) geldt dat er in veenweide gebieden gemiddeld gestreefd wordt naar een drooglegging van 50 centimeter. Dat wil betekent 45 centimeter in de zomer en 55 centimeter in de winter (HDSR 2011).
> 50 cm
49 |
| 50
51 |
Foto: Arnoud van Otterloo
| 52
DE GEVOLGEN. DE SLUIMERMOORD VAN HET LANDSCHAP
Als we doorgaan met het landschap en het huidige gebruik krijgen we te maken met vier factoren die zich meer of minder zichtbaar aandringen maar grote gevolgen hebben. We hebben meer en hogere waterkeringen nodig. We blijven geld in het watersysteem stoppen om het te ontwikkelen, nieuwe gemalen te bouwen, peilvakken aan te passen en meer te pompen. Daarnaast branden we al het veen op en stoten we al het C02 uit dat opgeslagen zit in deze bodem. En tot slot is de vraag wat voor landschap we overhouden. Het veen is op en de voedselrijke bodem is verdwenen.
1. VEILIGHEID
2. KOSTEN
3. KLIMAAT
4. GEBRUIK
53 |
VEILIGHEID
KOSTEN | 54
GEBRUIK
KLIMAAT 55 |
KLIMAAT. DE UITSTOOT VAN C02
In veenbodems zitten grote hoeveelheden C02 opgeslagen. Nederland staat hoog op de lijst als het gaat om landen in de wereld waar daadwerkelijk die C02 uit veengronden wordt uitgestoten. In het Groene Hart komt jaarlijks 1,4 mln ton C02 vrij. Dat is meer C02 dan alle woningen in het Groene Hart uitstoten. Dit projectgebied is goed voor 10% van de totale uitstoot, wat gelijk staat aan de uitstoot van ruim 91.500 auto’s gedurende een jaar. Willen we deze uitstoot compenseren, dan hebben de oppervlakte van de Utrechtse Heuvelrug aan bos nodig.
UIT HET VEEN IN HET GROENE HART KOMT JAARLIJKS 1,4 MLN TON CO2 VRIJ.
| 56
UTRECHTSE HEUVELRUG
57 |
ONTWATERDE VEENGEBIEDEN ZIJN GOED VOOR 6% VAN DE TOTALE EMISSIE VAN CO2 TER WERELD.
| 58
VEENGRONDEN IN EUROPA Percentage veen in bodem >35% Bron: European Union (2010), Bewerking Jelmar Brouwer: 59 |
KNIKPUNT GEBIEDEN
Blokland Zevenhoven Buitendijkse Ooster Noordse Buurt Westveen Achttienhoven
Middel- en Tempelpolder Polder Lange Weide
Restveengebied
Bron: Pre-wateradvies Provinciale structuurvisie Zuid-Holland 2030 (2013) Bewerking: Jelmar Brouwer | 60
KOSTEN. STIJGENDE KOSTEN VOOR HET WATERBEHEER
Voor grote delen van het veenweidegebied is bodemdaling een belangrijk probleem, maar is het niet per definitie urgent. Voor de eerste gebieden nadert echter het knikpunt waarop het veen op is gebrand of het waterschap niet meer in staat is om de huidige functie te faciliteren. Ze bereiken het ‘knikpunt’ waarbij we moeten kijken naar de toekomstige functie in deze gebieden.
SCHADE AAN INFRASTRUCTUUR ALS GEVOLG VAN BODEMDALING IN HET STEDELIJK GEBIED 5,2 MILJARD LANDELIJK GEBIED = 1 MILJARD 61 |
| 62
4. HET HOLLANDS PEIL
DIVERS LANDSCHAP 63 |
| 64
EEN KANTELPUNT. VAN PROBLEEM NAAR KANS
Het huidige landschap is gebaseerd op het principe ‘peil volgt functie’. Dat betekent een uniform landschap en meer dan 120 verschillende waterpeilen om dat in stand te kunnen houden. Door processen waar we geen invloed op kunnen uitoefenen, zoals de verschillende samenstellingen van de bodem en de daaraan gekoppelde snelheden van bodemdaling is dat enorm uit de hand gelopen. Juist door die condities als uitgangspunt te nemen kan je tot oplossingen komen die uitgaan van de mogelijkheden van het landschap. Het Hollands Peil is een visie op de toekomst van dit landschap. Een lange termijn visie waarbij we het landschap op waarde schatten, zijn kwaliteiten behouden, het veen conserveren en toewerken naar een nieuwe vitaal landschap. We roepen daarmee een halt toe aan het dalen van de bodem en het sluimerende verval van dit landschap. Het is een kantelpunt in de manier waarop we het landschap al decennia lang organiseren.
65 |
Huidig landschap
Het Hollands peil
| 66
ÉÉN WATERPEIL. VAN UNIFORM NAAR DIVERS LANDSCHAP
Een nieuw nat landschap voorkomt dat de bodem verder kan dalen. Teelten die geschikt zijn voor deze natte condities doen hun intrede. Ze brengen diversiteit in het uniforme landschap en maken het gebied aantrekkelijker voor mensen van buitenaf. Het Hollands Peil gaat uit van de verschillende maaiveld hoogtes die de laatste eeuwen zijn ontstaan door het almaar aanpassen van het watersysteem. Juist door één waterpeil in te stellen vormen de bestaande hoogtes kansen voor een nieuw landschap.
EEN NAT LANDSCHAP KAN EEN CO2 BESPARING VAN 40% OPLEVEREN
67 |
DROOGLEGGING HUIDIG
203040506070-
| 68
DROOGLEGGING NIEUW 25+ 20+ 15+ 10+ 0 102030405060-
-2,15 M NAP
69 |
HET WATERSYSTEEM
120
10
| 70
12
1
PEILVAKKEN
HET SYSTEEM EENVOUDIGER EN DUURZAMER
Door het verhogen van het waterpeil worden tientallen peilvakken samengevoegd. Het waterpeil van de Vinkeveense Plassen van -2.15 m NAP wordt het nieuwe waterpeil voor het gebied. Als grens voor deze schaalvergroting worden de veenstromen aangehouden met uitzondering van de oostzijde. HIer wordt het gebied doorsneden door het Amsterdam-Rijn Kanaal. Het watersysteem wordt vele malen eenvoudiger. Het gebied wordt bemalen door één groot gemaal dat op de meest vanzelfsprekende punt staat, namelijk het laagste punt. HIerdoor kan al het water van de hogere peilen vrij afstromen naar dit gemaal.
HET AANTAL WATERPEILEN BRENGEN WE TERUG VAN 120 NAAR 12
71 |
| 72
KLIMAATROBUUST
Een groter gebied met minder waterpeilen betekent ook minder overlast in het geval van hevigere regenval. Problemen met wateroverlast zoals in Kockengen zijn daarmee verleden tijd. Het dorp ligt namelijk niet meer op het laagste punt van het te bemalen gebied. Daarnaast biedt het systeem meer ruimte om water te bergen. HIerdoor hoeft dit niet meer in de boezems of de afzonderlijke bemalingsgebieden gerealisserd te worden.
GEEN WATEROVERLAST MEER IN HET GROENE HART
73 |
SELECTIE VAN NATTE TEELTEN
RIET
LISDODDE
VEENMOS
| 74
WILDE RIJS
CRANBERRIES
DIVERSITEIT. NIEUWE GROEICONDITIES ONTSTAAN
Het nieuwe waterpeil zorgt voor verschillende waterdieptes en verschillende droogleggingen. Hierdoor ontstaan diverse groeicondities in het landschap. Nieuwe natte teelten doen hiermee hun intrede. De teelten leveren per hectare meer op dan de agrariër nu verdient en zal dus ook zorgen voor een stijging van de grondprijs en de inkomsten uit het landschap. De teelten zoals links weergegeven zijn slechts een beperkte selectie. Het zijn de meest gangbare of waar nu het meeste onderzoek naar is gedaan. In totaal wordt er onderzoek gedaan naar ongeveer 180 soorten onder de noemer Paludicultuur. De toepassing verschilt daarbij van voedselproductie, producten voor de bouwindustrie of zelfs medische industrie.
ÉÉN HECTARE MET NATTE TEELTEN LEVERT DE AGRARIËR MEER GELD OP DAN NU 75 |
GROEICONDITIES
VEENWEIDE
3700 ha > 40-
| 76
CRANBERRY
2000 ha 20- 30- 40-
VEENMOS
880 ha* 30-
LISDODDE, RIET
800 ha 0 5+ 10+ 15+ 20+ 25+
77 |
| 78
NAT LANDSCHAP 79 |
Abcoude
Vinkeveen Mijdrecht
Wilnis
Nieuwkoop Breukelen
Maarssen
Zegveld
Melkveehouderij Cranberry Woerden
Veenmos
Harmelen
Lisdodde Riet
0
| 80
400
800
2000m
DRIEDELING IN HET LANDSCHAP ZONERING OP BASIS VAN CONDITIES
Op basis van de meest gangbare teelten en de groeicondities van het landschap ontstaat een mogelijke weergave ervan. Het is nadrukkelijk een voorbeeld weergave omdat we niet voor iemand kunnen besluiten waar welke teelt precies moet komen. Het is hierbij de agrariĂŤr die aan zet is. Wel is met zekerheid te zeggen dat er op basis van de nieuwe drooglegging drie gebieden in het landschap ontstaan. Een nat deel, waar water op het maaiveld staat en teelten als riet en lisdodde kunnen komen. Een droog deel op de hogere gronden van de oeverwal. Hier is het mogelijk om huidige melkveehouderij voort te zetten. En tot slot het middengebied wat een mix vormt tussen melkvee, cranberry en veenmos.
Nat
Divers
Droog 81 |
| 82
VEENWEIDE.
Op de flanken van de oeverwal van de Vecht en de Oude Rijn liggen de kavels hoger. Met het nieuwe peil is het mogelijk om de huidige vorm van landbouw op deze plek de komende decennia voort te zetten. Het typische beeld dat we van het landschap kennen zal hier bewaard blijven. Vanaf de snelweg en het spoor verandert het beeld van het landschap dus niet.
83 |
| 84
NAT LANDSCHAP.
In het deel waar de bodem het snelste is gedaald en nu dus het laagst ligt zal straks water op het maaiveld komen te staan. Op deze natte omstandigheden kunnen lisdodde, riet en wilde rijst goed groeien. Riet is een teelt die al op kleine schaal in het gebied voorkomt. Lisdodde en wilde rijst zijn daarentegen nieuw in het productielandschap. De teelten zijn hoog en zorgen voor een meer beschut landschap.
85 |
| 86
DIVERS LANDSCHAP.
Tussen het natte en het drogere gebied in ontstaat een mix van verschillende teelten. Ze kunnen natte condities aan, maar staan niet onder water. Cranberry en veenmos doen hier hun intrede en zorgen voor bijzondere beelden. Denk aan rood gekleurde velden van cranberry bessen of de spectaculaire oogst ervan in het najaar.
87 |
| 88
5. STRATEGIE
NAT LANDSCHAP 89 |
Alle waterpeilen in beeld
| 90
GEFASEERD INVOEREN. IN STAPPEN NAAR HET NIEUWE WATERPEIL
Het verhogen van een waterpeil op deze schaal kan niet van de een op andere dag ingevoerd worden. De economische belangen van de agrariërs zijn enorm groot, maar zijn bovenal erg verschillend. Soms zijn net grote investeringen gedaan waardoor er geen ontwikkelmogelijkheden zijn. Daarnaast kan agrariër X nog 30 jaar vooruit, maar wil agrariër Y zijn bedrijfsvoering over enkele jaren stoppen. Om de transformatie in gang te zetten en tevens zekerheid te bieden is een besluit van de Rijksoverheid nodig om het waterpeil niet meer te verlagen, maar in stappen te gaan verhogen.
91 |
START: HET LAAGSTE PEIL
T = 1
Waterpeil Peilvak Natte teelt
| 92
T = 2
T = 3
Waterpeil Peilvak Natte teelt
93 |
NAT LANDSCHAP. EEN UITWERKING VAN DE STRATEGIE
Om de consequenties van een dergelijk Rijksbesluit inzichtelijk te maken is voor het natte landschap een uitwerking gemaakt van deze stappen richting het nieuwe waterpeil. Op basis van de eigendommen, bestaande waterpeilen en een verhoging van tien centimeter per stap zijn de gevolgen inzichtelijk gemaakt. Daarbij wordt in groen aangegeven wanneer een kavel te nat wordt voor de huidige vorm van landbouw. De roze kleur geeft aan wanneer een bedrijf vermoedelijk over is gestapt naar een nieuwe teelt.
| 94
EIGENDOMMEN
BESTAANDE WATERPEILEN
DROOGLEGGING HUIDIG
DROOGLEGGING NIEUW
95 |
tijd
elijk
tijd
elijk
ove
s : ge
rsta
ove
| 96
e
wat igen
erp
rd tuu
n: ppe
eil
ra ed
riet
tee
sd n: li ppe rsta
inag
e
lt
odd
e e te
lt
KEUZE MOMENTEN VOOR DE AGRARIĂ‹R
In het natste gebied zal het waterpeil met ruim 50 centimeter verhoogd worden. In een stapsgewijze verhoging van het peil ontstaan er kantelpunten. Het land is niet meer geschikt voor de grasteelt (waterpeil 20cm + mv), maar is nog niet geschikt voor het telen van lisdodde (10cm + maaiveld). Het betekent dat agrariĂŤrs kunnen kiezen voor een tijdelijke tussen oplossing tot het waterpeil hoog genoeg is om over te gaan. Of dat zij vroegtijdig voorselecteren op het hoge waterpeil, door zelf hiervoor een ingreep te doen op hun grond.
97 |
T = 0
| 98
T =1
99 |
T = 2
| 100
T = 3
101 |
T = 4
| 102
T = 5
103 |
Bes
t
de aan
Voo
r
ct sele
Dijk
| 104
situ
atie
ere
ls je a
tr
r n: v
erh ig v tijd oeg
aa en out rt r o p ans
oge
n n va
f. t er r he
n eige
wat
erp
eil
HET BEDRIJF KANSEN VOOR HET ERF
Voor ĂŠĂŠn bedrijf is uitgewerkt welke gevolgen de optie om vroegtijdig over te stappen op lisdodde heeft voor het bedrijf. De keuze voor het bedrijf is gebaseerd op de meest ongunstige drooglegging. Vroegtijdig overstappen op lisdodde is mogelijk door op de eigen kavels het waterpeil te verhogen tot het te verwachtten peil. Hierdoor wordt een rand om de kavel aangelegd dat tevens als ontsluiting van de kavel gaat functioneren. In het geval van de oogst in het najaar is dit noodzakelijk vanwege de natte grond en het voorkomen van teveel beschadigingen aan de bodem en de wortels.
Huidige drooglegging in centimeters. 105 |
| 106
DE OOGST EN VERWERKING VAN LISDODDE
Voor het oogsten van lisdodde zijn verschillende machines beschikbaar. Afhankelijk van de verwerking van het product wordt gekozen voor de manier van oogsten. Hoofdzakelijk zijn het machines die op rupsen goed door het natte land kunnen rijden. In Nederland worden al dergelijke machines gebruikt voor de oogst van biomassa. Lisdodde kan daarentegen veel meer bruikbare producten opleveren. Zo kan het verwerkt worden tot bouwmateriaal in de vorm van plaatmateriaal en zelfs isolatie. De verwerking hiervan vindt centraal plaats in een nieuw te bouwen fabriek. Met de teelt van 500 tot 1000 hectare lisdodde kan een fabriek gebouwd worden in het gebied. Naar zeggen zijn er al ondernemers die wachtten op de eerste nieuwe teelten lisdodde. Tot slot zijn verschillende delen van lisdodde eetbaar. De nieuwe centrale verwerking van lisdodde, maakt dat het erf transformeert tot overslagpunt. Bestaande opstallen, voorheen gebruikt voor koeien en opslag, verliezen hun functie. Ze kunnen een nieuwe functie krijgen in het landschap.
107 |
| 108
HET ERF ALS OVERSLAGPUNT
109 |
| 110
6. NIEUW LANDSCHAP
DROOG LANDSCHAP 111 |
| 112
Origineel: print 1,70 x 2,00 meter
RECREATIE EEN LANDSCHAP VOOR DE METROPOOL
Het Hollands Peil leidt tot een economisch impuls,
Vitale kernen
nieuwe teelten en daardoor een divers landschap.
Alle dorpen in het landschap worden straks door het
Er ontstaan beelden die ons bekend zijn, maar ander-
vaarnetwerk aan elkaar verbonden. Een eenvoudige
zijds tot bijzondere verschijningen en ervaringen
aanlegplaats maakt het dorp bereikbaar en geeft een
leiden. Het landschap wint daarmee aan recreatieve
nieuw impuls aan de lokale middenstand. Het facili-
betekenis en zal meer bezoekers aantrekken.
teren van fietsverhuur in de dorpen maakt dat combi-
ALLE SLOTEN VERBONDEN De invoering van het Hollands Peil heeft als gevolg dat water in sloten niet meer wordt gescheiden door duizenden dammen en stuwen. Integendeel ontstaat er straks ĂŠĂŠn groot netwerk, doordat alle sloten zijn verbonden. Het landschap wordt daardoor zowel interessant om te fietsen, te wandelen en te varen.
KANSEN Om dit nieuwe recreatieve gebruik tot een hoger niveau te brengen zijn voorzieningen nodig en kunnen plekken uitgroeien tot belangrijke knooppunten. Zo groeit station Breukelen uit tot een knooppunt tussen snelweg, trein en het nieuwe fietsen vaarnetwerk.
naties tussen varen en fietsen mogelijk wordt. Tot slot kan ook het nieuwe erf een belangrijke rol krijgen in dit netwerk. Denk aan een bezoekerscentrum, een uitkijkpunt, een restaurant of zelfs overnachtingsmogelijkheden. Het nieuwe waterpeil is dus niet alleen in functionele zin een oplossing, maar nog meer een economisch en recreatief impuls tot een vitaal landschap.
De route Aan de hand van een fiets- en een wandelroute wordt u meegenomen door het nieuwe landschap. Veelal ziet u heel herkenbare beelden, maar ook nieuwe toevoegingen die voor een bijzondere afwisseling zorgt.
113 |
DRIE LANDSCHAPPEN
HET VAARNETWERK
Nat
Breukelen
Divers
Droog
Utrecht Woerden
| 114
DORPEN EN PLEKKEN VERBONDEN
NIEUWE WATERGANGEN
Te verlagen
Nieuw Kasteel De Haar
115 |
9
8
Nat landschap
7
2 3 5 6 4 Divers landschap
| 116
Droog landschap
1
FIETSEN EN VAREN. STATION BREUKELEN
1
Met het nieuwe landschap en de recreatieve potentie heeft station Breukelen de kans om uit te groeien tot een knooppunt tussen infrastructuur en landschap. De opwaardering van het plein, een nieuw paviljoen en een haven verknopen station, water en landschap met elkaar. Het is hier mogelijk met de trein of auto aan te komen, een boot of fiets te huren en erop uit te trekken het landschap in.
117 |
OUD AA
2
De nieuwe sluis bij Oud Aa brengt je naar het nieuwe waterpeil -2.15m NAP. Het maakt daarmee de verbinding met het hogere waterpeil van de Vecht, het Amsterdam-Rijn kanaal en het oostelijk gelegen plassengebied.
| 118
PORTENGEN
3
Met het nieuwe peil is ĂŠĂŠn netwerk van sloten ontstaan. Met de boot vaar je tussen de graslanden door en kies een van de vele routes. Een nieuw perpectief op het veenweide landschap ontstaat.
119 |
KOCKENGENSE MOLEN
4
Plekken in het landschap zoals dorpen, molens en andere recreatieve bezienswaardigheden krijgen een aanlegplaats en worden zo verbonden met het blauwe netwerk. Ze bieden de gelegenheid voor een uit- of overstap.
| 120
KOCKENGEN
5
Zo wordt ook het dorp Kockengen verbonden. De dorpskern wordt een sterkere bezienswaardigheid, waardoor de lokale middenstand kan ontwikkelen. De lokale fietsenmaker gaat meedoen in het netwerk en sluit aan bij het fiets/boot deelsysteem. De bakker groeit en cafÊ’s doen betere zaken.
121 |
9
8
7
2 3 5 6 4
| 122
1
DIVERS LANDSCHAP. 6
De boot wordt achter gelaten en we stappen over om met de fiets door het diverse landschap te rijden. Bijzondere beelden van roodgekleurde cranberry velden springen in het oog. Ze vormen een sterk contrast met de graslanden.
123 |
9
8
7
2 3 5 6 4
| 124
1
NAT LANDSCHAP. 7
De route vervolgend kom je door het natte landschap. Het gebied oogt herkenbaar met teelten als riet en lisdodde aan de horizon. De hoogte van de teelten zorgt voor een afwisseling in het landschap en nieuwe perspectieven.
125 |
BEZOEKERSCENTRUM
8
De fietsroute van 20 km eindigt bij boer X. Hij teelt lisdodde in het natte landschap en heeft een van zijn schuren verbouwd tot een uitkijkpunt en informatiecentrum. Gekoppeld aan zijn teelt is hij een restaurant begonnen en serveert hij verschillende lokale producten.
| 126
DINEREN BIJ DE BOER Het restaurant biedt een unieke beleving. Onder het genot van een diner kijk je uit over het landschap en geniet je van de zonsondergang. De boerderij en informatiecentrum krijgen daarmee een grote bekendheid in de regio.
127 |
Nat landschap
1 2
5 4 Divers landschap
3
| 128
WANDELEN BIJ DE BOER. 1
Het boeren bedrijf en de aangrenzende kavels vormen samen een aantekkelijke wandelomgeving in het natte landschap. Het dijkje vormt in de winter de ontsluiting voor de oogst, maar vervult door het jaar heen ook de functie van wandelpad (subsidie). Vanuit het erf loop je over het dijkje langs de natte teelten.
129 |
WATERINLAAT
2
Het wordt zichtbaar dat hier niet alleen lisdodde wordt geteelt. Er gebeurt iets met het water. De natte teelten onttrekken nutriĂŤnten uit het water en maken het op die manier schoner voor hergebruik in de zwemwaterplassen. Het dijkje vormt de basis voor de compartimenten van dit zuiverende landschap.
| 130
en
WATERMACHINE
Vink
evee
Vinkeveen
Ve rd ee lsl oo
t
ARK
Wilnis
Zuivering
Waterberging
131 |
VEENKADE
3
Bestaande recreatieve plekken zoals uitkijktoren en restaurant ‘De Grote Sniep’ krijgen een bijzondere omgeving. Het staat langs de veenkade op de grens tussen het natte en het diverse landschap. Deze kade - voorheen een grens tussen twee ontginningen - vormt nu een contrastrijke route.
| 132
BOSDIJK
4
Bestaande recreatiegebieden in het landschap krijgen een nieuw impuls en worden sterker geprogrammeerd. Zo komen hier gezuiverd en ongezuiverd water samen. Het levert een informatief schouwspel op. De ene zijde is nutriĂŤntenrijk en vol met alg en kroos. De andere zijde is gezuiverd, schoon en wordt in gezwommen.
133 |
1 2
5 4
3
| 134
THERME HET GROENE HART
5
Na de wandeling van 12 kilometer is het tijd om zelf af te koelen. Boer Y heeft de opstallen achter op zijn erf getransformeerd tot een welness en maakt daarbij gebruik van de wetenschap van het schone water. En zo zijn er nog vele transformaties en concepten denkbaar. Ze zorgen voor de integratie van landbouw, landschap en recreatie. Een nieuw vitaal en rijk landschap ontstaat.
135 |
| 136
HET HOLLANDS PEIL
TOEKOMST VOOR EEN EINDIG LANDSCHAP
DIVERS LANDSCHAP 137 |
| 138
MET DANK AAN.
Commissieleden: Hanneke kijne Bruno Doedens Ruut van Paridon
Extern geraadpleegd: Erik Jansen (VIC) Harm de Jong (HDSR) Kees de Jonge (Rabobank) Merten Nefs (Vereniging Deltametropool) Rick Scherpenzeel (Melkveehouder) Roel van Gerwen (Landschap N-H)
Atelier: Hein Coumou Kim Kool Maik Peters Thom Zijlstra Tjeerd Beemsterboer Willemijn van Manen
OKRA Landschapsarchitecten: Wim Voogt Martin Knuijt Mirte van Laarhoven Tom Wierts
Louise Hemmestad Jeroen Boon Robert Kruijt
139 |
www.jelmarbrouwer.com