RADIUS
INNOVATIE 03 DOSSIER Reinventing the ( ) magazine 11 JR. VS SR. Lyssa Giots VS Jan de Vylder 18 INTERVIEW Like Knows Like 24 PROJECT Blendle 30 INTERVIEW Stackmagazines 32 PROJECT 01101101 37 OPINIE Out with the old, in with the new? 42 INTERVIEW Magpile 46 RECENSIES The Modern Magazine Works That work 50 SHOOT 58 COLUMN
REINVENTING THE ( ) MAGAZINE Tekst: Line Broeckx
RADIUS
DOSSIER
Laatst was ik in een boekenwinkel in Antwerpen. Er lag een mooi design magazine in de uitverkoop. Het magazine kostte nog maar tien euro, in plaats van het dubbele. Ik heb het me maar snel aangeschaft, want ‘dat is toch echt geen geld voor een designblad’. Toen ik thuis kwam heb ik m’n nieuwe aanwinst niet meteen uitgepakt. Ik wou wachten tot het ideale moment daar was. Tot ik even rustig zou kunnen lezen. Elke morgen zet ik mijn wekker makkelijk twintig minuten vroeger zodat ik mijn Instagram, Facebook en mail kan checken. Maar voor een boek of magazine te lezen wil ik me ergens rustig kunnen neerzetten, met een tasje thee bij de hand. Tijd maken. Focussen. Want lezen is een pak moeilijker dan klikken. Toen ik het pasgekochte magazine na enkele dagen eindelijk uit de plastic haalde, overviel me de geur van versgeprint papier. Zalig! Het gaf me echt voldoening, een gevoel dat ik in die ochtendlijke twintig minuutjes browsen en swipen absoluut niet ervaar.
INNOVATIE
Daarnaast is een magazine uitgeven ook verre van goedkoop. Naast de grote algemene publicatiekost, is er ook de hoge distributiekost. Voor een design magazine betaal je al snel rond de twintig euro. Dit is best duur voor net afgestudeerde creatievelingen. Uit kleinschalig onderzoek dat we deden in verband met onze masterproef, blijkt dat de meeste mensen uit onze omgeving niet langer bereid zijn om zoveel te betalen. En wat doet onze nieuwe generatie jongeren dan? Ze gaan hun inspiratie snel en goedkoop zoeken op online blogs en Facebook.
) MAGAZINE
‘Waarom geen online magazine?’ Toegegeven, het zou de genoemde problemen oplossen, maar een magazine lezen moet een moment van rust creëren. Rust is iets waar we in deze gehaaste maatschappij nood aan hebben. Aan dit gevoel zal een online magazine nooit kunnen tegemoetkomen. Uit cijfers blijkt dat de meeste tijdschriften (net als bij boeken) eigenlijk nog steeds in geprinte versie worden gelezen. Het is zeker dat de verandering en uitbreiding van online mogelijkheden cruciaal is voor geprinte media. De vraag die vandaag de dag gesteld moet worden is hoe we het goede van het periodieke geprinte tijdschrift behouden, tegelijk rekening houdend met veranderende mediavoorkeuren en de nieuwe, technische mogelijkheden. Vandaag de dag wordt het voor klassieke printmagazines steeds moeilijker om op te boksen tegen de enorme hoeveelheid gratis (!) online content.
REINVENTING THE (
In de masterclass ‘Reinventing the design magazine’ van Rob Van Den Nieuwenhuizen werden we gewezen op de overlevingsproblemen waar de magazines vandaag de dag mee te kampen krijgen. De hoge kostprijs, zware concurrentie van het internet,de hoge distributiekosten, om er maar een paar te noemen. Als jonge grafisch ontwerpers horen we niet anders dan dat het niet goed gaat met de design magazines. Wij trekken dit in twijfel.
RADIUS
Wil een magazine zich dus nog onderscheiden, dan moet het meer kunnen bieden dan wat je vindt op het net. Hoe kan print nog een meerwaarde hebben qua content? Een magazine moet artikels aanbieden die relevant zijn om te printen. Hiervoor zijn creatieve oplossingen nodig.
DOSSIER
PRINT CREATES MOMENTS Te midden van de enorme hoeveelheid online content en het razendsnelle internet zorgt een magazine of een boek voor focus en rust. Print geeft voeling met druktechniek en papier. Magazines zijn ook deel van een verzamelcultuur. Boeken of magazines zijn – om het mooi te verwoorden – laagjes van nostalgie met een kaft van romantiek. Boeken en magazines bepalen wie we zijn. De manier waarop je je bureau of boekenplank inricht, vertelt iets over je persoonlijkheid. Het is als een spiegel van je persoonlijke interesses. Magazines en kranten creëren zo een sterke band met hun lezers en abonnees. Mensen willen ergens bij horen, en verbinden zich constant met anderen. Dit gebeurt ook via magazines. Een duidelijk voorbeeld: oudjes hebben vaak een vast dagblad, zodat ze de roddels van de dag kunnen lezen en die dan uitgebreid kunnen bespreken bij de bakker of de kapper. Het wordt een soort ritueel, dat gelijkgestemden verbindt. Dit is net zo bij magazines en kranten. Magazines en boeken zijn duurzaam. Hierin verschillen ze van kranten. In deze informatiemaatschappij is een krant haast voorbijgestreefd. Je kan kort nieuws makkelijk en snel online lezen. En dat zelfs terwijl je onderweg bent, op je iPhone of tablet. Magazines geven meer diepgang en context aan een bepaald onderwerp. Er staan duizenden blogs online. Mensen volgen blogs om op de hoogte te blijven van de laatste trends en nieuwtjes. Een blog is spontaan en makkelijk. Slechts één klik verwijderd. Ze zijn veel persoonlijker dan een krant. Een blog heeft vaak een gezicht. Op de posts kan direct gereageerd worden, de nieuwtjes van vandaag staan enkele seconden later online. Als lezer ben je meer betrokken. Je krijgt onmiddellijk feedback via Twitter, Facebook en email. Iedereen kan een ‘comment’ plaatsen of een post ‘sharen’. Iedereen is journalist, iedereen is redacteur. Als je een fout schrijft, of een post wordt niet meteen opgepikt, kan je hem met één klik op de knop deleten.
INNOVATIE
Het online gegeven heeft inderdaad een heleboel voordelen. Het is vaak nog steeds de droom van die bloggers om een boek of magazine uit te brengen. Een blog kan als tussenstap gezien worden om artikels en schrijfstijl te testen bij het publiek. Er zijn zelfs tools waarmee je in een handomdraai van je blog een boek kan maken. Zo bestaat er Blogboek van Blurb. ‘Je hebt hard aan je blog gewerkt, maar met Blurb kun je je blog makkelijk in een boek omzetten, dat goed is ontworpen, klaar is voor de salontafel en meteen kan worden verkocht, bewaard, cadeau gegeven of gedeeld.’ Ze halen hier in één zin enkele cruciale elementen aan die een magazine of boek onderscheiden van een blog.
) MAGAZINE
Ondanks de bovengenoemde moeilijkheden en problemen, valt de grote creatieve innovatie in de sector op. De technologische revolutie is dus zeker niet alleen een nadeel voor print, het drijft ook de magazinemakers tot het vinden van creatieve oplossingen. Die op zich weer leiden tot innovatie binnen de veranderende context. Ook voor onze masterproef is dit een reden om een creatieve oplossing te zoeken voor deze problemen. Hoe kunnen we het moderne designmagazine vormgeven en heruitvinden? Tijdschriften zullen blijven bestaan, daar zijn we van overtuigd.
REINVENTING THE (
Print, zeker in magazines en boeken, is één van de traagste mediavormen die er bestaat. Een boek schrijven of magazine uitgeven, geeft nog steeds meer appreciatie dan dat je tientallen blogs beheert. Mensen die een boek hebben gepubliceerd, hebben volgens onze normen echt iets bereikt. Ze hebben iets te vertellen, anders zou er simpelweg geen enkele uitgever nog een boek kunnen publiceren. Een artikel moet echt zijn plaats verdienen in een boek, terwijl het online makkelijk weer offline gehaald kan worden als het niemand blijkt te interesseren. Print is permanent, de artikels kunnen achteraf niet stiekem verbeterd of veranderd worden. Print garandeert op deze manier nog steeds een vorm van kwaliteit. ‘The Social Media Club’ beschrijft het zo op haar blog: ‘Je kan niet voor niets voor een boek de Nobelprijs winnen.’ Dit toont aan dat het boek en de blog elkaar zeker niet uitsluiten. Het is zeker geen oplossing om het online/offline debat aan te gaan, op zoek gaan naar hoe beiden elkaar kunnen versterken en aanvullen is de boodschap. Het is gewoon een kwestie van het (design) magazine te herformuleren en te kijken welke functie het heeft in onze hedendaagse maatschappij.
RADIUS
Misschien alleen niet in de hoedanigheid waarin vorige generaties geprinte magazines kenden. Er moet een mix blijven bestaan van verschillende mediavormen die samen een eenheid vormen. Een bepaalde identiteit is pas compleet als ze zowel via digitale media als op papier gecommuniceerd wordt.Online - offline, mooi in evenwicht. Want er zullen altijd mensen zijn met behoefte aan het tactiele en de rust van het ongestoord consumeren van informatie. De uitspraken ‘het gaat moeilijk met print’, ‘we moeten als jonge vormgevers focussen op web en digitaal omdat dat de toekomst is’, willen wij hierbij graag nuanceren.
DOSSIER
Tijdens ons onderzoek voor ons masterproject over ‘reinventing the design magazine’ stootten we op het boek ‘The Modern Magazine’ van Jeremy Leslie. Het boek is een grote inspiratiebron voor iedereen die met magazines bezig is. ‘A flick through the pages of this book will tell you much about the way today’s magazine makers use their editorial and design skills to guide and engage the reader, but underlying these skills are a number of assumptions about what a magazine actually is, and where the medium sits in today’s complex media landscape.’ Het boek is een visueel verslag van grafische trends die in de magazinewereld plaastvonden, gedurende de laatste tien jaar. Maar wat Jeremy Leslie vooral tracht te bereiken met zijn boek is die visie van ‘print is dood’ te verschuiven en om te buigen naar ‘the golden age of magazines’. En ergens heeft hij wel gelijk. Een tiental jaar geleden zouden wij er niet eens aan kunnen denken, als jonge grafisch ontwerpers, een magazine uit te geven. Door de digitale revolutie hebben wij net de kans om zoiets wel te doen. Ja, er is meer concurrentie van het internet en goede blogs. Maar als we dat binnen de context zien als een gezonde concurrentiestrijd, kan dit het niveau naar een nieuw level tillen. En dat kunnen we alleen maar toejuichen. Zoals we al eerder aanhaalden, wordt ons geleerd niet enkel te focussen op print maar zeker ook het digitale niet te vergeten. Overal vind je vactures voor jonge webdesigners. Misschien is dit een nogal kortzichtige visie. Waarom net niet die moeilijkheid omarmen en met een creatieve oplossing komen en net kijken wat er wél mogelijk is met print?
INNOVATIE
REINVENTING THE ( ) MAGAZINE
Print en online hoeven elkaar niet uit te sluiten. Print kan net een ontsnapping zijn uit de digitale over-kill. Samen met boeken en kranten zijn magazines ĂŠĂŠn van de media die ons in staat stellen even los te koppelen van de overdreven hoeveelheid informatie die ons elke dag overspoelt.
Interview: Lyssa Giots Tekst: Sofie Marguillier
JR. VS SR.
Jr. 1990, 째Hasselt, studente master architectuur, Sint Lucas Brussel
Lyssa Giots
JR. VS SR
RADIUS
architectendvvt.com
1968, °Sint-Niklaas, Architectenbureau de VylderVinck Taillieu te Gent, docent Sint Lucas en TU Delft, winnaar architectuurprijs Oost-Vlaanderen 2005
Jan de Vylder
LYSSA GIOTS VS JAN DE VYLDER
Sr.
INNOVATIE
LYSSA: Dag Jan. Hoe zie jij het gegeven heruitvinden binnen de architectuur? JAN: “Volgens mij onderscheidt elke goede kunstenaar of architect zich door het feit dat hij een heel breed referentiekader heeft. Volgens mij slaat het idee van heruitvinden op het idee van creatief zijn. We kunnen altijd maar weer opnieuw dingen bedenken of uitvinden of heruitvinden. Maar dan is het natuurlijk de taak van de kunstenaar om de zaken op een andere manier te brengen dan tevoren.”
Dat geldt natuurlijk voor iedereen die creatief bezig is. “Inderdaad. Wie als creatief persoon een breed referentiekader heeft, kan sneller reageren in bepaalde omstandigheden. Als je je referenties dan ook nog eens goed kan situeren, komt dat zeker van pas als je iets maakt – zowel vormelijk als inhoudelijk. Eigenlijk zorgen referenties ervoor dat je met veel beperktere creativiteit aan de slag kunt. Dat is goed, want creativiteit is een zeer gevaarlijk gegeven. En als je dat botviert, mis je toch iets.”
JR. VS SR.
Kan je dan een goed voorbeeld geven van een architect die zijn referentiekader goed gebruikt? “Er is een heel mooie, eenvoudige verbouwing van een woning van Dirk Somers en zijn collega’s van Bovenbouw. Dat gaat over een typisch Vlaams achterhuisje dat je op de klassieke manier bereikt via een kleine koer. Meestal verwacht je dan niets anders dan bakstenen, maar Bovenbouw heeft het metselwerk volledig anders aangepakt. Dat is het resultaat van een fantastische architect die zijn referenties goed naar voren brengt.”
RADIUS
[House H - Jan De Vylder]
Zie je verbouwen en renoveren dan ook als een ‘heruitvinding’ van de architectuur? “Dat zit daar natuurlijk in. Het mooie aan verbouwen of nieuwbouw is dat je een opdracht tot stand moet brengen. Als je dat goed opneemt, krijg je naar mijn gevoel elke keer weer wat anders. Andere bouwwerken hanteren andere condities, dus in die zin ben je telkens aan het heruitvinden. Als je niet alle dagen moet heruitvinden, vrees ik dat architect zijn wel eens een heel saaie bezigheid kan zijn.”
[House Extension (Mortsel) Jan De Vylder]
LYSSA GIOTS VS JAN DE VYLDER
Zo merk je inderdaad dat hij zijn metier goed kent. “Ja, zo laat hij zien dat hij Hugo Aalto – een Finse, modernistische architect - zijn werk weet te kennen en weet lief te hebben. Dat is super! Wel moet je als architect een soort gave hebben dat je niet te sterk ingaat op die context. Als je door een bepaalde referentie dat kleine verschil kan maken waardoor het ineens weer goed wordt, moet je ook kunnen inzien dat dat voldoende kan zijn. Wie dan nog een extra dimensie wil toevoegen, kan voor vertwijfeling zorgen.” Hoe ziet architectuur er over 50 jaar uit volgens jou? “Als we vandaag spreken over architectuur in de toekomst, dan spreken we vooral over duurzaamheid en technologische uitdagingen. Uitdagingen die te negatief geformuleerd worden als je het mij vraagt. Maar het is een trein die loopt en niet valt te stillen. De vraag die mij het meest interesseert is: hoe kritisch moet je hier eigenlijk over zijn?”
TOEKOMST
INNOVATIE
Kritisch over die duurzaamheid bedoel je dan? “Niet perse kritisch zijn om alles rond duurzaamheid af te kraken, maar wel om architectuur meer een maatschappelijke waarde te geven. Architectuur wordt een van de belangrijkste middelen om de wereld in de toekomst een beeld te geven. Dat kan volgens mij niet door het najagen van een normenstelsel, maar door een kritische positie in te nemen. Wat er op dit moment gebeurt, is dat men het begrip architectuur gaat vervangen door duurzaamheid.” Heb je ook de nood om jezelf als architect telkens opnieuw heruit te vinden? “Ja, zonder dat ik daar bij stil sta dat het heruitvinden is. Een van de dingen die onze praktijk kentekent, is dat we elke keer opnieuw het volgende moment beschouwen als een totaal nieuwe uitdaging. Maar wel met een referentiekader op je schouders die je niet lost.
Dat merk ik inderdaad ook steeds meer. “Architectuur is van zichzelf uit eigenlijk duurzaam, maar ook nog zoveel meer. Nu lijkt het alsof we al tevreden kunnen terugblikken als architectuur louter duurzaam is, maar dan worden er zoveel andere aspecten vergeten, ontkend of genegeerd. Maar wie hier vragen bij stelt, wordt dadelijk met de vinger aangewezen.
JR. VS SR.
Heel erg bedankt voor dit gesprek!
Dat is mooi verwoord, en daar herken ik mezelf ook wel in. Elk ontwerp is iets nieuws, dus ook nieuwe mensen met nieuwe referentiekaders, en dat geeft altijd nieuwe interessante inzichten.
Dus een blanco blad bestaat eigenlijk niet, maar omgekeerd bestaat er ook geen blad met geschreven regels.”
RADIUS
INNOVATIE
LYSSA GIOTS VS JAN DE VYLDER
[De Reisduif (Mortsel) - Jan De Vylder]
PROJECT
RADIUS
[Bas Berkhout - Helana Price]
INNOVATIE
Bas Berkhout: Like Knows Like Interview: Radius Tekst: Sofie Marguillier likeknowslike.com
Door Instagram, Facebook, Pinterest, Vimeo, Flickr en zo veel andere sociale media hebben we vandaag de dag makkelijk contact met fotografen, filmmakers, schilders, grafici, architecten, muzikanten en bloggers over de hele wereld. We zijn omringd door zo veel getalenteerde mensen, maar zien enkel hun mooie plaatjes op het internet.
Like Knows Like speelt in op deze nieuwsgierigheid van miljoenen followers op het web.
LIKE KNOWS LIKE
‘Hoe is dit werk gemaakt? Wat drijft de persoon achter het werk? Wat zien we eigenlijk?’
RADIUS
PROJECT
De digitale wereld wordt vaak bekritiseerd als vluchtig en oppervlakkig. Soms missen we simpelweg die ‘human touch’. Daarom maakt Like Knows Like documentaires over de mensen die ze bewonderen en volgen. In die docu’s focussen ze op de band tussen ‘follower’ en gevolgde, en geven ze context aan het werk van de artiest in kwestie. Ze doen dat met maar één enkele voorwaarde: de kunstenaar deelt de documentaire via zijn of haar socialemediaprofielen. Het project is niet bedoeld om winstgevend te zijn: het gaat om het delen van liefde en inspiratie. Prachtig, toch? En daarom deed RADIUS een interview met Bas Berkhout van Like Knows Like. Eerst en vooral: hoe zijn jullie begonnen? “Ik ben anderhalf jaar geleden met dit project gestart, samen met Marije. Dat was ergens in Portugal, rond 2012. Ik werkte op dat moment al vijf jaar voor grote bedrijven; als die een videoboodschap wilden, kwam ik die opnemen en leverde ik die dezelfde middag af. Daarnaast deed ik ook wat freelancewerk. Ik merkte dat ik in mijn dagelijks werk weinig creatieve input had, dus zocht ik naar een manier om mijn creativiteit te vrije loop te kunnen laten. Dus heb ik samen met Marije iets bedacht. Ik kan zelf filmen en monteren, en Marije kan fotograferen – we hadden verder niemand nodig. En zo is eigenlijk dit passieproject ontstaan. We hadden geen zin om mediafondsen of sponsors te zoeken, want daarvoor moet je concepten uitschrijven en op voorhand exact bepalen wat je uiteindelijk gaat maken. Ik wou gewoon graag mijn eigen ding doen. Toen zijn we in Nederland met Like Knows Like begonnen als een soort ‘pilot project’. Maar we wilden dit graag over de hele wereld doen. Dus zijn we mensen gaan zoeken die globaal heel veel volgers hebben. We vroegen hen of we een documentaire over hen mochten maken, met al enige voorwaarde dat ze onze documentaire zouden delen op sociale media, zodat die door hun volgers kon worden opgepikt en zich zo verder kon verspreiden. Akkoord, dat leverde niet heel veel ‘likes’ op, maar we kregen wél veel mails van mensen die zeiden dat ze het een goed idee vonden en dat ze blij waren moet onze blik achter de schermen. En dat was precies waar we op hoopten.
INNOVATIE
Mensen zitten veel op Facebook en het was onze missie om wat daar gebeurt terug meer betekenis te geven. Daarin zijn we wel geslaagd, denk ik.” Hoe pakken jullie Like Knows Like financieel aan? “Like Knows Like is een passieproject, en wel eentje dat geen geld oplevert. We werken eraan naast ons gewone werk. Er kruipt ook niet zo veel tijd in, want ik kan alles zelf; veel geld heb ik ook niet nodig. Het enige wat we nodig hebben, is tijd en doorzettingsvermogen. Het is pas van zodra je iets gaat printen dat je geld nodig hebt – dan moet je al gaan ‘crowdfunden’ en er een Kickstarter-project van maken, of een sponsor zoeken. En dat hebben we voor ons project niet moeten doen. We kochten een website bij Wordpress voor 70 dollar en dat was het. En af en toe een vliegticket. Ik denk dat alle content die op onze website staat niet meer heeft gekost dan 7.000 à 8.000 euro. Je kan dat geld aan extraatjes spenderen, maar nu spenderen we het aan iets waar we echt graag mee bezig zijn.”
Jullie hebben dus geen mensen gekozen omdat jullie ze interessant vonden, maar eerder omdat ze een grote fanbase hebben? “Het begon vooral met mensen die we interessant vonden en die we zelf volgen op Instagram, Twitter of Facebook. Ik sta op en ik ga slapen met de foto’s van die mensen, en vroeg mij af: ‘Leven die mensen nu echt zo mooi op het strand?’ Die nieuwsgierigheid was de eerste aanzet. Ten tweede wilden we zoals gezegd iets anders doen dan ons ‘corporate’ werk. En ten derde gebruikten we social media omdat we geen geld wilden investeren in dure mediakanalen. Dus puur daarom leek het ons een slim idee om mensen uit te pikken die al een groot bereik hadden op Facebook.”
LIKE KNOWS LIKE
Geeft dit project je ook de mogelijkheid om jezelf te profileren en in die zin toch meer klanten binnen te halen, als een soort eigenwijs portfolio? “Ja, zeker! Ik wil heel graag méér van dit soort werk doen en het werk dat ik saai vind, achter me laten. Like Knows Like zorgt ervoor dat ik kan laten zien wat ik naast een ‘9 to 5’-job nog allemaal kan, en klanten pikken dat op. Indirect levert het dus wel geld op. Ik hoop dat mijn betaald werk ook meer gaat lijken op die ‘story-telling’ die we doen in onze documentaires. Grote merken zijn stilaan meer en meer bezig om het verhaal achter hun community te vertellen. Kijk maar naar Facebook of Skype.”
RADIUS
PROJECTEN
We vinden het heel erg interessant dat Like Knows Like uit jullie eigen interesse en nieuwsgierigheid is ontstaan. Dat is voor Radius ook belangrijk. “We maken ons werk echt met liefde. Daarnaast werken we samen met mensen die ons inspireren en aanspreken. Daarom werkt ons project. Je voelt die positieve energie.” Hoeveel mensen bereiken jullie met je documentaires? “We hebben bijna 2.000 volgers op Vimeo en 7.000 op Facebook. Dat is helemaal niet zo choquerend veel. We zien wel via statistieken hoeveel Vimeo-views onze documentaires hebben. We zijn ge-‘Vimeo Staff Picked’, en dat levert best veel views op. We hopen op Vimeo toch wel op 5.000 unieke views per film. Dat is zo’n beetje het gemiddelde, met uitschieters tot 50.000 views. We hebben er wel speciaal voor gekozen om alles op Vimeo te plaatsen omdat we YouTube een beetje plat vonden. Als we van bij het begin hadden gekozen om ons werk wél te delen via YouTube, hadden we goedbetaald kunnen worden. Met Vimeo bereik je een kleiner publiek, maar tegelijk ga je wel veel specifieker.” Jullie kiezen bewust voor die onlinecampagne, vanwege het financiële aspect. Maar zien jullie je werk ook offline op een goeie manier werken? “Daar zat ik ook over te denken toen ik jullie mail kreeg. Ik zou het wel mooi vinden moesten onze foto’s en verhalen ergens gepubliceerd worden. Maar als iets eenmaal op onze website heeft gestaan, wat voor meerwaarde heeft het dan nog om het in een magazine te plaatsen? Daarnaast weet ik eerlijk gezegd niet of film wel goed kan werken in printvorm – dat valt toch héél moeilijk te vertalen. Misschien wel naar een e-publicatie. Fotografie werkt natuurlijk veel beter in combinatie met print.” Hoe zie jij de toekomst voor geprinte media? “Je ziet dat iedereen vandaag via zijn tablet of telefoon informatie snel en makkelijk binnenkrijgt. Ik koop zelf bijna nooit meer een magazine. Het is relatief duur en ik heb ook de tijd niet meer om ervoor te gaan zitten. Terwijl ik wel tijd heb om eventjes snel mijn telefoon te pakken en wat dingen op te zoeken. Ik heb wel nog steeds het verlangen om op zaterdag rustig te gaan zitten en de krant te lezen, of een magazine te lezen in een gezellige café. Maar dat gebeurt tegenwoordig veel minder.”
INNOVATIE
Radius probeert te focussen op de vertaling van onlinecontent naar offline grafische media. Wat vind jij daarvan? “Het klopt dat je op het internet heel snel wordt afgeleid. Er komt ook zovéél op je af. Je blijft overal op doorklikken en leest de dingen maar half. Daarnaast is er zo verschrikkelijk veel goeie content dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Een magazine creëert rust: je vindt er alles veel sneller in terug.” Heb je nog tips voor jonge starters? “Je moet zelfverzekerd zijn. Sta achter je idee en laat je door niemand ontmoedigen. Als je voelt dat je idee zou kunnen werken, ga er dan voor. Je moet veel liefde en passie in je werk stoppen om het te kunnen realiseren. Zorg ervoor dat het idee in je lijf zit, en dat je steeds exact kan zeggen waar je mee bezig bent. Het loont altijd als je ergens diep in gelooft.”
LIKE KNOWS LIKE [Bas Berkhout & Marije Kuiper]
PROJECT
RADIUS
[Alexander Klรถpping]
INNOVATIE
Blendle Tekst: Thomas Smolders ljosmyndun.tumblr.com
Naargelang de persoon die deze anekdote vertelt wordt dit verhaal sappiger en worden elementen toegevoegd of net weggelaten. De uitkomst is steeds dezelfde: de redactie van de meest populaire talkshow van Nederland was gecharmeerd door de jonge gast en bood hem aan om gewoon zelf over de iPad te komen praten. Alexander Klöpping heet hij.
BLENDLE
Instemmend gelach weerklinkt rond de beroemdste rode tafel van Nederland. Jort Kelder, zoals steeds voorzien van een wit hemd en bretellen, strijkt zijn haren naar achter en glimlacht. Hij is te gast in ‘De Wereld Draait Door’. In het publiek zit een jongen van een jaar of twintig die stage loopt bij 925.nl, de site waar Kelder hoofdredacteur van is. Hij ergert zich wat, niet aan zijn baas maar aan de items die de revue passeren. Na de uitzending klampt hij een van de programmamakers aan. Hoe het komt dat er zo weinig over technologie wordt gepraat in DWDD, vraagt hij. Over de iPad, bijvoorbeeld, die later op de week zou worden voorgesteld.
RADIUS
Een paar jaar later is Alexander de god van vele nerds en geeks geworden. Hij komt geregeld op televisie waar hij vol enthousiasme en op een heel toegankelijke manier praat over de nieuwste gadgets en technologische ontwikkelingen. Als er iemand is die mijn moeder drie uur kan boeien met een documentaire over Silicon Valley, dan is hij het wel. Dankzij zijn 150.000 volgers op Twitter is hij een moderne Koning Midas geworden, bij wie alles wat hij aanraakt verandert in likes, shares en retweets.
PROJECT
Foto’s van kranten “Weet je wat ik kut vind? Dat ik soms artikels uit papieren kranten met vrienden wil delen maar dat zij die stukken niet kunnen lezen wanneer ze geen abonnement op die krant hebben. En er een foto van nemen om die op Twitter te smijten is ook maar een geklooi”, zei Alexander een jaar of twee geleden tegen Marten Blankesteijn, een bevriende journalist. Marten herkende het verhaal van Alexander. Toen papieren kranten in de jaren ’90 de switch naar het internet maakten ging dat vaak nog schoorvoetend. Ooit is er zelfs een tijd geweest waarin kranten hun website maar één keer per dag aanvulden, stel je voor! Toen men nadien artikels ging maken die puur voor de website waren bedoeld was de kwaliteit vaak zeer betwistbaar, wat bij veel jongeren het beeld heeft gecreëerd dat geschreven nieuws in een digitale omgeving per definitie ‘zwak’ of ‘platvloers’ is en ‘vol (inhoudelijke) fouten staat’.
Hoe kan je de (kwalitatief sterkere?) inhoud van papieren kranten naar een digitale omgeving verplaatsen, zodat jongeren het – hopelijk - gaan lezen? Wat is, met andere woorden, the next step van de krant? Alexander Klöpping en Marten Blankesteijn sloegen samen met een klein team de handen in elkaar om zelf een platform te bouwen: Blendle. Een platform waarbij het wél mogelijk wordt om stukken uit papieren kranten en magazines te delen met vrienden. Waarbij je geen volledige krant of magazine moet kopen, maar losse artikels. De iTunes van de journalistiek, zoals het door sommigen wordt genoemd. Drie assen Waarom is Blendle the next step? Wat is er zo goed aan het platform van Klöpping en Blankesteijn, dat eigenlijk voortbouwt op projecten waarmee anderen faalden? Of is dat net hun sterkte, dat zij ergens op kunnen voortbouwen? Als je het mij vraagt: ja. De kracht van Blendle zit in drie ‘assen’ die ook terug te vinden zijn in andere projecten die elk op hun eigen manier een dienst hebben bewezen.De eerste – en volgens velen de belangrijkste – as is ‘The Long Tail’, een concept dat Wired-hoofdredacteur Chris Anderson lanceerde. Volgens Anderson, die in 2006 een boek over ‘The Long Tail’ schreef, zit de kracht van e-commerce niet langer in de selecte club van producten die goed scoren maar in het oneindige aanbod aan andere zaken die in de offline wereld amper verkopen. Zo haalt Amazon een veel grotere omzet uit de miljoenen boeken die maar een paar keer per maand worden verkocht, dan uit hun bestsellers.
INNOVATIE
‘If the 20th- century entertainment industry was about hits, the 21st will be equally about misses’
De tweede as is een filosofie die de voorbije jaren – misschien omwille van de financiële crisis – steeds groter is geworden: ‘Pay-for-what-you-use’. Waarom zou ik een volledige krant moeten kopen als enkel dat interessante interview met Bart De Pauw mij aanspreekt? Bij Blendle – waarbij je artikels per stuk koopt – merk je dezelfde evolutie als bij iTunes: alle ballast valt weg. Je hoeft niet langer een volledig album te kopen maar betaalt enkel voor de nummers die jij interessant vindt. Misschien kan op die manier ook een nieuw doelpubliek worden gevonden, een groep mensen die wel geïnteresseerd is in nieuws maar geen zin heeft om een paar euro neer te leggen voor een magazine of krant?
Het resultaat van deze drie assen is een gepersonaliseerde krant. Kan je Blendle wel nog een krant noemen? En gaan jongeren het effectief gebruiken? De eerste resultaten zijn alvast positief. Eind 2013 werd een betaversie van het platform gelanceerd, waar een beperkt publiek al kon experimenteren met Blendle. Vijfenvijftig procent van de gebruikers is jonger dan 35, een doelgroep die tot voor kort volledig in de kou stond – ter vergelijking: de gemiddelde leeftijd van krantenlezers ligt een stuk boven de 40.
BLENDLE
Dat oneindig grasduinen kan voor velen een utopie lijken, anderen vinden het een hel. Waar begin je in godsnaam als het aanbod zodanig groot is dat je onmogelijk alles kan Ook bij Blendle kan de kracht van het lezen? Door mensen te volgen die voor jou internet – zo veel opslagruimte als je wil een selectie maken. Karl Vannieuwkerke zou – de beperkingen van de fysieke wereld je bijvoorbeeld kunnen volgen wanneer je overstijgen. Daar waar een krantenwinkel niet weet welke sportartikels je moet lezen vroeger nog weloverwogen beslissingen – “wat hij interessant vindt zal mij ook wel moest maken over welke kranten en kunnen boeien”, die gedachte. Op Blendle zit magazines er in de winkel konden verkocht die as verwerkt in de startpagina, waar je een worden, is er bij Blendle plaats om gewoon stroom aan krantenstukken vindt die gedeeld alles te (ver)kopen. Voorlopig kan je er een zijn door de mensen die je volgt. Sommigen stuk of dertig publicaties doorbladeren, – waaronder journalist Dominique Deckmyn maar in een droomscenario lees je op Blendle van De Standaard – vinden dat ‘volgen’ niet alleen de Nederlandstalige kranten en net een grote horror. Moet-ie maar eens aan magazines, maar ook dat ene steengoede zijn kleinkinderen vragen of ze dat een goed magazine uit Frankrijk of die krant uit de idee vinden. En of ze artikels die vrienden op Verenigde Staten waar je favoriete columnist Facebook aanraden lezen. voor schrijft. Grasduinen in een onbeperkt aanbod, als een kind in een snoepwinkel. Een eigen krant, een plek onder de zon
Wat zou er nog beter kunnen aan Blendle zoals het nu is? Een logische evolutie volgens sommigen – waaronder Brecht Decaestecker van De Morgen – is ‘all you can read’. Net zoals er in de muzieksector eerst een iTunes nodig was om naar een Spotify te kunnen evolueren denken sommigen nu al hardop van the next step van Blendle waarbij je voor een bepaald bedrag alle krantenartikels zou kunnen lezen.
Op vlak van aanbevelingen zijn ook nog heel wat groeimogelijkheden om ‘de krant van morgen’ écht speciaal te maken. Zo zou Blendle zelf kunnen voorstellen welke stukken de moeite zijn op basis van de artikels die je daarvoor las. Of kunnen hoofdredacteuren een dagelijkse selectie maken van de interessantste stukken die in hun krant verschenen. En bij ons?
Ook binnen het huidige Blendle zijn nog heel wat aanpassingen mogelijk. Zo zou er een vermelding kunnen komen waarop je in één oogopslag ziet hoe lang de leestijd van een stuk is, zoals bij de blogposts op Medium al het geval is. Ideaal om te bepalen of je dat ene artikel dat er interessant uitziet nu of later leest. Er zou ook gespeeld kunnen worden met aangepaste prijzen naargelang de gebruiker of het onderwerp van het stuk. Is een stuk in het archief minder waard omdat het ouder is? Of net meer, omdat het over een onderwerp gaat waar je in geïnteresseerd bent? Hoe ruim wordt het archief op Blendle?
Op maandag 28 april werd de Nederlandse versie van Blendle officieel gelanceerd. De Belgen blijven voorlopig nog even in de kou staan, maar niet voor lang. De komende weken worden onder andere De Standaard, Humo en De Tijd aan Blendle toegevoegd en ook daarna zullen nog nieuwe publicaties volgen. Daarnaast zouden de Vlaamse uitgevers ook zelf van plan zijn om een ‘iTunes voor de journalistiek’ op te richten, dat voorlopig de knullige naam MediaID meekreeg. De toekomst is begonnen…
RADIUS
Steve Watson: Stackmagazine
INTERVIEW
Interview: Radius Tekst: Sofie Marguillier stackmagazines.com
Er bestaan een heleboel prachtige, kwalitatieve magazines die nog ontdekt moeten worden. Maar de vraag is: waar vind je die? Magazinewinkels worden steeds zeldzamer, en op het internet verdwaal je al snel in een helse zoektocht die op niks uitdraait. Het antwoord: Stack. Steve Watson, oprichter van Stack, selecteert de beste onaf hankelijke magazines en bezorgt er elke maand eentje in je brievenbus. Het enige wat je moet doen is elke maand 12 euro overschrijven. Zo ontdek je tegen een spotprijs de nieuwste magazines op de markt, zonder enige moeite.Maar wat maakt dit model nu zo speciaal? Een interview met Steve Watson maakte ons wegwijzer.
INNOVATIE
Dag Steve. Veel mensen zeggen dat print dood is. Ben je het daar mee eens? “Zeker niet. Ik zie de toekomst voor geprinte media juist positief in. Ik geloof niet dat als er een nieuw medium ontstaat of populair wordt, het andere zomaar weggeveegd en vervangen kan worden. Maar het zou natuurlijk wel dwaas zijn om de impact van het internet te negeren, al doen een heleboel mensen dat wel. Zij denken dat print zal blijven zoals het nu is, maar dat kan niet. Hoe dan ook geloof ik er echt in dat de geprinte media altijd een bepaald publiek zal blijven hebben.” Wat maakt het zo moeilijk om vandaag de dag te starten met een printmagazine? “De grootste moeilijkheid is ongetwijfeld de mensen hun aandacht trekken, en dat geldt niet enkel voor de magazinewereld. Vandaag kan iedereen een magazine uitgeven en zijn eigen redacteur zijn. Een paar jaar geleden was dat niet eens denkbaar. Iedereen over de hele wereld kan een magazine op de markt brengen. Je moet dus vooral uitmaken hoe je in die diversiteit de aandacht van je publiek kan vangen en behouden.”
Het principe van ‘Sale and return’? Vertel. “Wel, normaal werkt het zo: jij geeft je magazines aan een verkoper – gratis - en je vertrouwt erop dat hij jouw magazines netjes zal verkopen. Achteraf word je dan enkel betaalt voor de verkochte magazines. Dat is een enorm risico, want je weet nooit hoe goed het magazine zal verkopen. Daarnaast moet je soms een half jaar of langer wachten op je geld. Dat maakt het voor een uitgever heel moeilijk, en dat elke keer opnieuw.” Maar bij Stack is dat anders? “Klopt. Alle magazines die ik aankoop, worden ook daadwerkelijk verkocht. Zo kan ik de uitgever dus dadelijk betalen bij de aankoop. Bij grotere magazines kan ik vooral de kosten drukken omdat ik maar een klein aantal exemplaren nodig heb. Op dit moment zo’n 1750 stuks, wat niks is. De persen draaien bij hen sowieso, dus dat kan makkelijk bijgedrukt worden.” Als laatste: een tip voor jonge ondernemers die een magazine willen uitgeven? “De beste tip die ik je kan geven is: zorg voor een goede designer én een goede editor. Een goed team zorgt voor een goed gemaakt magazine. Het is belachelijk als je slechte content wel goed is vormgegeven of andersom. En een sterk en gemotiveerd team achter het magazine reflecteert zich ook naar het publiek toe.”
STACKMAGAZINE
Stack biedt elke maand de pareltjes uit de industrie aan tegen 12 euro. Hoe kan je die prijs zo laag houden? “Eerst heb ik een rondvraag gedaan bij de grote uitgeverijen wat precies de grote problemen zijn. Dat bleek dan vooral het principe van ‘Sale and return’ te zijn.”
RADIUS
01101101
PROJECT
Door: Siem Lasseel siemlasseel.be
De dag van vandaag kunnen we met eender welke onbekende in de wereld praten, en dat in een fractie van een seconde. We zijn geconnecteerd met wie dan ook. Wanneer en waar we maar willen kunnen we informatie opzoeken over praktisch àlles wat we ons kunnen inbeelden. Maar is het echt zoveel beter nu dan enkele jaren geleden? In 2007 kon je je niet eens inbeelden dat je overal toegang tot internet kon hebben. Een jaar geleden kende niemand Snapchat en nu kunnen we niet meer zonder. We sharen zoveel meer met onze vrienden, snappen elk mooi moment en overgieten ons diner met een instagramsausje. Maar hebben we al die apps wel nodig om sociaal te kunnen zijn? Of om geliked te worden? Willen we wel altijd en overal bereikbaar zijn? Vroeger was het normaal als je pas een antwoord op je vraag had binnen een week. Nu lijkt de norm precies een paar minuten te zijn, alsof we virtuele communicatie voorrang geven op alles. Ons leven balanceert constant op de grens tussen publiek en privaat, reëel en virtueel. We waren nog nooit eerder zo passief als de dag van vandaag. Dagelijks browsen, kijken, wachten, swipen, scrollen, deleten, chatten. Ons leven is een digitale chaos geworden. Siem vindt het echte leven 111 keer interessanter dan het kleuren lcd-schermpje van vijf inch waar we de hele dag naar staren. Met zijn fotoreeks bekritiseert Siem onze overgedigitaliseerde wereld. Zijn foto’s tonen digitaal verstikte beelden. We mogen niet vergeten dat we een écht leven leiden, dat helemaal niet zo f lashy en sociaal is als ons online alter ego.
INNOVATIE
01101101
PROJECT
RADIUS
INNOVATIE
01101101
OPINIE
RADIUS
INNOVATIE
Out with the old, in with the new? Tekst: Stephanie Jacobs Correctie: Line Broeckx, Brendan De Bie
Moet het mogelijk kunnen zijn dat deze verschillende stijlen naast elkaar blijven bestaan? Of gaan we voor een ‘out with the old, in with the new’ aanpak?
OUT WITH THE OLD, IN WITH THE NEW?
Volgens de Romein Vitruvius steunt architectuur op drie principes: schoonheid, stevigheid en functionaliteit. Ideaal is volgens hem een perfecte balans tussen de drie. Vandaag de dag merken we dat wanneer een nieuwe stijl zich vestigt, er de neiging ontstaat om voorgaande stijlen te niet te doen. Zo ruimt een gotische kerk plaats voor een modern bouwwerk. Komt dit door een gebrek aan stevigheid of functionaliteit of gaat het hier eerder over het schoonheidsaspect?
RADIUS
OPINIE
Trends binnen hedendaags ontwerp
Terwijl een oude kerk plaats ruimt voor een architecturaal pareltje, blijven de veteranen Vandaag lijkt het binnen andere kunstvormen in de typografie wel overeind. Ondanks de al lang niet meer de norm om dat ideale dagelijkse intrede van nieuwe lettertypes. evenwicht tussen schoonheid, stevigheid en functionaliteit te vinden. Als we deze drie Invloed van de digitalisering principes in de context van design plaatsen kunnen we schoonheid interpreteren als Grafisch ontwerp wordt, net zoals andere de pure visuele aantrekkelijkheid van een kunstdisciplines, nu eenmaal be誰nvloed door ontwerp. De stevigheid kan ge誰nterpreteerd hedendaagse tendensen. Zeker in een wereld worden als de duurzaamheid en impact van waar informatie met de snelheid van het licht een bepaald concept. En de functionaliteit wordt gedeeld. Trend List is een website die staat voor de bruikbaarheid. We linken deze deze trends op naam, per land en per soort drie principes even aan de kenmerken sorteert. Je kan hier exact volgen in welke van hedendaagse typografie. landen welke trends het meest gevolgt worden. Trend List verkent het grafisch De geschiedenis van veel lettertypes die ontwerp van een geheel andere kant. vandaag nog vaak gebruikt worden, gaat Het negeert de inhoud van het werk volledig ver terug. Neem nu bijvoorbeeld Bodoni en analyseert slechts het visuele aspect (1783). Vandaag de dag wordt het nog van het ontwerp. Is het mogelijk om het steeds frequent gebruikt in modemagazines. inhoudelijke van het visuele te scheiden? Hetzelfde geldt voor Garamond (1530) en Blijkbaar wel. Dit is weeral maar eens Caslon (1725). Teruggekoppeld aan de eerder in tegenspraak met de voorkeuren van genoemde drie principes blijkt dat Bodoni Vitruvius. Plaatsen we vandaag schoonheid qua functionaliteit best slecht scoort. Voor boven functionaliteit of duurzaamheid? langere teksten heeft het niet de nodige body. Op aantrekkelijkheid scoort het dan Zeker niet. Dat Trend List enkel focust op het weer wel goede punten: het dik-dunverschil visuele aspect van grafisch ontwerp is zeker brengt een zekere aantrekkelijkheid met zich geen kritiek op de hedendaagse grafische mee, wat het veelvuldige gebruik in vormgeving. De site wijst alleen maar op het de modewereld verklaart. feit dat grafisch ontwerp, evenals zoveel andere disciplines, wordt be誰nvloed door bepaalde tendensen.
INNOVATIE
Oud versus nieuw Één van de meest opvallendste trends is het teruggrijpen naar ambachten. Deze tendens manifesteert zich al een tijdje op verschillende domeinen: architecten rennoveren oude herenhuizen, iedereen gaat aan het naaien en breien, we luisteren weer naar platen en er schuilt blijkbaar een tuinier in elk van ons. In de modewereld en interieurvormgeving is retro al een tijdje terug in. Ook binnen grafisch ontwerp en typografie zijn ‘oude’ technieken zoals analoge fotografie, letterpress en zeefdruk terug van weggeweest. Er zijn allerlei interessante projecten waar deze oudere technieken worden afgewogen tegen nieuwe technologische ontwikkelingen. Een perfect voorbeeld van het combineren van oud en nieuw is Stonecarved Tweets, een project door het Nederlandse bureau Autobahn. Het project was in leven geroepen voor de promotie van het alfabet in steen door Dom Hans van der Laan.
[Screenshot - Trendlist]
OUT WITH THE OLD, IN WITH THE NEW?
Zoals Wim Crouwel zei: “You are always a child of your time, you can not step out of that!” Dus waarom onze ogen sluiten voor de trends en stijlen om ons heen? Het altijd op zoek zijn naar iets unieks en vernieuwds, is dat dan ook enkel een trend?
RADIUS
OPINIE
Tweets met de hashtag StoneCarvedTweets werden vereeuwigd in steen door gespecialiseerde steenkappers. De snelheid van het communicatiemiddel Twitter contrasteert met de intense en trage handenarbeid van het steenkappen. In het stop-motionproject Animated clock van Studio Airport stond ĂŠĂŠn zaak centraal; de tijd. De cijfers verschijnen en verdwijnen ieder in een ander natuurlijk proces. Deze processen zijn vastgelegd door middel van
[Animated clock - Studio Airport]
stopmotion techniek. Een techniek waarmee de tijd wordt vastgelegd en gemanipuleerd. Vervolgens zijn deze animaties geprogrammeerd in de vorm van een digitale klok. Zo zijn het de analoge processen die worden vertaald in een digitale vorm. Nog een mooi voorbeeld is het werk van Hansje van Halem, een Nederlandse ontwerpster gevestigd in Amsterdam.
In haar project Schrank 8 nodigt ze tweemaandelijks een ontwerper of illustrator uit voor een tentoonstelling in een kast in haar woonkamer. De posters die zij als promotie voor het project maakt, houden vaak ingewikkelde digitale patronen in. Wanneer de posters gezeefdrukt worden, brengt ze het digitale terug naar het analoge. De posters balanceren op de grens tussen autonoom en communicatief ontwerp. Venustas? Het lijkt wel of we vandaag meer en meer schoonheid boven bruikbaarheid of duurzaamheid verkiezen. Maar niets is minder waar. Door de digitale revolutie moet de ideale balans hergeformuleerd worden. Door de veelheid content online lijkt het bijna logisch eerst te filteren op de visuele aantrekkelijkheid, zoals Trend List doet. Maar daarnaast zien we ook dat ontwerpers en kunstenaars vaker teruggrijpen naar het analoge, naar de techniek van vroeger, en zo de drie principes weer terug in evenwicht brengen. Door het ideale evenwicht tussen analoog en digitaal te vinden, volgt de balans tussen schoonheid, bruikbaarheid en duurzaamheid vanzelf.
INNOVATIE
OUT WITH THE OLD, IN WITH THE NEW?
[Kant - Hansje van Halem]
INTERVIEW
RADIUS
42
INNOVATIE
Dan Rowden: Magpile Interview: Radius Tekst: Sofie Marguillier
Je zoekt een interessant magazine om te lezen, maar hebt geen idee welk je moet kiezen. Dan is de website Magpile jouw redder in nood. Magazinelief hebbers kunnen er nieuwe tijdschriften ontdekken of zelf bijdragen tot een online database. Bekijk het als de Wikipedia van de magazinewereld, waar ook nog eens een webwinkel aan gekoppeld is. MAGPILE
Wij vroegen ons af hoe je in hemelsnaam op zo’n briljant idee komt, en daar weet enkel oprichter Dan Rowden het antwoord op.
RADIUS
INTERVIEW
Dag Dan. Hoe ben je met Magpile gestart? Dan: “Mijn uitgebreide magazinecollectie lag op een gegeven moment verspreid bij verschillende familieleden in meer dan drie landen. Om een zicht te krijgen op mijn collectie, begon ik alle titels neer te schrijven. Helaas hield ik dat niet vol, waardoor ik wanhopig op zoek was naar een makkelijke en snelle manier van archieveren. Door mijn achtergrond als web developer begon ik na te denken over een online tool. Het begon als iets handigs voor mezelf, maar ondertussen is Magpile uitgegroeid tot een heuse online community.” Is het puur een hobbyproject of verdien je er ook iets aan? “Ik wil vooral uitgevers een platform bieden waar ze hun magazine kunnen verkopen. Het enige wat ik daarvoor terugvraag een klein deeltje van de verkoopprijs en dat alle verzendkosten voor de verkopers zijn. De webshop is toegankelijk voor iedereen, net als de de rest van de website. Uiteindelijk wil ik van de shop een meer gericht online verkoopplatform maken. Zoals Shopify, maar dan enkel voor magazines.” Stel: we maken een nieuw tijdschrift. Hoe wordt dat opgemerkt nadat we het uploaden op Magpile? “Nieuwe toevoegingen worden getoond op de homepage. Tijdschriften zijn ook gelabeld en onderverdeeld in categorieën, zodat mensen gemakkelijk tijdschriften kunnen vinden als ze bladeren of zoeken naar specifieke onderwerpen. Een mooie cover helpt ook altijd, want er is een aanzienlijk verkeer met Pinterest.” Welke tijdschriften zou je aanraden aan jonge, tcreatieve mensen? ‘Offscreen is een geweldig voorbeeld van een interessant en succesvol magazine. Kai (Kai Brach is de oprichter van Offscreen, nvdr) is erin geslaagd te leven van zijn magazine en heeft er voor gezorgd dat hij een toegewijde groep volgers heeft rond zijn merk. Dat is een heel belangrijk aspect om te blijven verkopen. Ook het magazine ‘Intern’ had een geweldige start. Zij zetten stagiaires en het werk dat ze doen in de kijker. Het is een verfrissend en optimistisch concept. Hopelijk helpt het ook jonge creatieven op weg.” Wat is jouw favoriete tijdschrift op dit moment? “Goh, dat is moeilijk, omdat er zo’n groot aanbod is. ‘The Outpost’ en ‘Businessweek’ zijn enkele van mijn favorieten. Onder de nieuwelingen vind ik ‘Winter’, ‘Tusk’ en ‘Courier’ echt goede voorbeelden.”
INNOVATIE
Merk je dat er bepaalde trends lopen in de magazinewereld? “Op dit moment zie je dat mensen vooraal zelf aan de slag gaan. Ze willen het magazine maken dat zij missen in de kiosk en zelf willen lezen. Het is zeker een bijzondere tijd voor het uitgeven van magazines, en het is fantastisch om al die nieuwe titels op Magpile te zien. Als we binnenkort enkele kleine namen zien uitgroeien tot grote magazines die overal rond de wereld gelezen worden, dan zou mijn missie geslaagd zijn.” Het is ongetwijfeld een harde wereld als jonge starter, zeker als je je op printmagazines richt. Heb je enkele tips voor hen? “Design, product en content zijn de drie grote elementen die goede magazines onderscheiden van de rest. Die moeten perfect in evenwicht zijn. Je mag de beste content van de wereld hebben, maar zonder goed design en een geslaagde productie kopen de mensen je magazine toch niet.”
1. Je moet zichtbaar zijn voor je doelgroep. Gebruik sociale media om je werk te tonen en je product te verbinden met de lezers. 2. Maak een tijdschrift over een onderwerp dat je zelf interesseert en je zelf wilt lezen. 3. Wees consistent met je ontwerp en je levering; te veel veranderingen zorgt voor paniek bij je lezers.
MAGPILE
Drie tips van Dan Rowden voor de nieuwe magazines:
RECENSIES The Modern Magazine Works That Work
RADIUS
The Modern Magazine
Tekst: Line Broeckx
RECENCIES
Het boek is vooral een visueel verslag van grafische trends die in de magazinewereld plaastvonden, gedurende de laatste tien jaar. Maar wat Jeremy Leslie vooral tracht te bereiken met zijn boek is die visie van ‘print is dood’ te verschuiven en om te buigen naar ‘the golden age of magazines’. En hij heeft gelijk. Een tiental jaar geleden zouden de meeste nieuwe uitgevers er niet eens aan gedacht hebben om een magazine uit te geven.
‘‘A flick through the pages of this book will tell you much about the way today’s magazine makers use their editorial and design skills to guide and engage the reader, but underlying these skills are a number of assumptions about what a magazine actually is, and where the medium sits in today’s complex media landscape.’’
[The Modern Magazine -Jeremy Leslie]
INNOVATIE
Works That Work Tekst: Karianne Bueno
Works That Work is een nieuw, klein, bescheiden blaadje dat er op het eerste gezicht charmant, maar niet echt onderscheidend uit ziet. Maar dat is het wel: het wil onze kijk op de wereld positief be誰nvloeden. Overal om ons heen, zegt WTW, is creativiteit te vinden, je moet alleen leren om het te zien. Van Mumbai tot Drachten, in dagelijks werk, op straat en in conflictgebieden. Alsof dat motto nog niet ambitieus genoeg is richt WTW zich ook nog eens niet op een enkele afgebakende doelgroep, maar op iedereen. Dat is lef.
RECENCIES [Issue 1 - Works That Work]
Features of femininity - Daantje Bons daantjebons.com
SHOOT
Deze reeks foto’s gaat over de vrouwelijkheid en het ideaalbeeld ervan. Het vrouwbeeld van het westen is slechts een schijnbeeld van de de vrouw werkelijk is. Het gaat niet alleen om wat de media als ideaalbeeld laat zien, maar ook over de aangeleerde regels die tot de vrouwelijke identiteit worden gerekend. Door middel van provocatie probeert Daantje dit ‘bekrompen’ idee van vrouwelijkheid met een vleugje humor te bestrijken en zo haar eigenlijk vrouwelijk heruitvinden.
De vrouw is één van de belangrijkste onderwerpen van Daantje haar werk. Ze is vooral geïnteresseerd in rolpatronen, ideaalbeelden en verwachtingen. Haar inspiratie haalt ze voornamelijk uit haar eigen ervaringen, die ze onderzoekt door op een intuïtieve manier een beeld te maken.
SHOOT
RADIUS
INNOVATIE
FEATURES OF FEMINITY
SHOOT
RADIUS
INNOVATIE
FEATURES OF FEMINITY
SHOOT
RADIUS
INNOVATIE
FEATURES OF FEMINITY
SHOOT
RADIUS
INNOVATIE
FEATURES OF FEMINITY
COLUMN
COLUMN
RADIUS
Hallo, wij zijn Radius.
INDEX
Radius is een team dat groeit en opzoek gaat naar interessante samenwerkingen met verschillende ontwerpers en journalisten die iets toevoegen aan onze redactie. Dit garandeert een magazine dat altijd actueel is, en áltijd anders.
Lettertype Georgia Arquitecta (Latinotype) Predige (Type Dynamic) Papier Recycle Evercopy plus 80gr Clairfontaine helblauw 80gr Drukkerij Copy-Copy Blancefloerlaan 22 2050 Antwerp Het auteursrecht van de in dit magazine afgebeelden ontwerpen en foto’s toe aan de oorspronkelijke ontwerpers en fotografen. Ze zijn telkens van de nodige credits voorzien. Niets in deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © Radius
INNOVATIE
LINE BROECK X Eindredactie Grafisch ontwerp
JELMER DAM Redactioneel ontwerp Grafisch ontwerp
linebroeckx.tumblr.com
cargocollective.com/jelmerdam
INDEX
Samenwerking met:
Editor: Sofie Marguillier - sofiemarguillier.eu Editor: Thomas Smolders - ljosmyndun.tumblr.com Mentor: Rob van den Nieuwenhuizen - drawssword.com Illustratie: Jeroen Los - jeroenlos.tumblr.com
Met dank aan Bas Berkhout Steve Watson Dan Rowden Jan De Vylder Reg Herygers Hugo Puttaert Daantje Bons Stephanie Jacobs
Lyssa Giots Siem Lasseel Kaj Dillen Tom Clabots Idealabs Sint Lucas Antwerpen Albe de Coker Copy Copy
Tekstcorrectie Brendan De Bie Vincent Van Peer Steven Vleugels Heidi Mijnendonckx