Betrokken bewoners, Burgerparticipatie in de stedelijke vernieuwing

Page 1

Voorbeeldprojecten in de praktijk

Betrokken bewoners Burgerparticipatie in de stedelijke vernieuwing


Betrokken bewoners


Betrokken bewoners Burgerparticipatie in de stedelijke vernieuwing


4

Betrokken bewoners

Het succes van stedelijke vernieuwing staat of valt met de rol van bewoners en andere betrokkenen. Voor gemeenten en woningcorporaties is de inbreng van bewoners belangrijk. Maar hoe geef je burgers ruimte voor participatie? Hoe krijg je een open planproces? Stedelijke vernieuwing is vaak een kwestie van lange adem, zonder dat er bij aanvang een concreet toekomstscenario is. Hoe communiceer je daarover en welke inbreng kun je van bewoners verwachten? Als het woord ‘sloop’ al vroeg valt, heb je weerstand, maar misschien ook bereidheid tot meedenken. Hoe gebruik je dat op een positieve manier? Deze brochure is een handreiking voor burgerparticipatie in open planprocessen rond stedelijke vernieuwing. Bedoeld voor projectleiders van gemeenten, woningcorporaties en andere instellingen. De voorbeelden en leerpunten uit deze brochure zijn mede gebaseerd op de ervaringen van acht voorbeeldprojecten van het InnovatieProgramma Stedelijke Vernieuwing. Er zijn veel methodieken en modellen voor burgerparticipatie, maar de grootste succesfactor is de houding waarmee gemeenten, corporaties en andere instellingen bewoners tegemoet treden.

Boschveld Wijk van werelden, ’s-Hertogenbosch De wijk Boschveld in ‘s-Hertogenbosch heeft ongeveer 1500 huishoudens waarvan 40 procent van niet-Nederlandse afkomst is. In 1999 werd de wijk aangewezen als GSBaandachtsgebied. De gemeente presenteerde in 2003 een wijkplan voor de revitalisering van Boschveld. Een plan met grote fysieke ingrepen zoals sloop en vervangende nieuwbouw van de sociale huurwoningen en toevoeging van nieuw woongebied. De wijk zou ‘spraakmakend’ herrijzen en aantrekkelijk worden voor woningzoekenden. Vanaf 2000 ‘veegde de gemeente de wijk schoon’, mede met de bedoeling het gesprek met de bewoners op gang te brengen en daarmee burgerparticipatie te stimuleren. De gemeente ging op zoek naar actieve bewoners die zich wilden organiseren: dit werd het Onafhankelijk Buurtplatform, later de wijkraad. De betrokken corporatie zocht naar vertegenwoordigers van huurders. Gemeente en corporaties zijn gaan overleggen over de planvorming met de wijkraad en de huurdersorganisaties. Het resultaat van dit overleg is dat het college in september 2005 het grootschalige Masterplan met een looptijd van twintig

Burgers als eind- of startpunt Belangrijk voor het verloop van participatie is de houding van gemeenten en corporaties naar de burgers. Staat het uitdragen van eigen plannen en het realiseren van draagvlak centraal, of is er interesse en ruimte voor de ideeën en wensen van burgers? In het eerste geval zijn burgers doelgroep van beleid (burgerparticipatie als ‘draagvlakmachine’). De bijpassende houding is als volgt: we zien een probleem, we zijn ervoor verantwoordelijk en we zoeken zelf naar een oplossing. Wanneer we hierbij burgers nodig hebben, mobiliseren we ze. Als burgers het startpunt van participatie zijn, is de eerste vraag welke problemen burgers zien en welke oplossingen zij hiervoor hebben. Vervolgens gaat de aandacht uit naar wat burgers kunnen bijdragen aan oplossingen en wat gemeenten en corporaties kunnen doen om hen daarbij te ondersteunen. De aanpak in Deventer laat zien dat eigen beleid en visie niet haaks hoeven te staan op een open benadering. De gemeente en een woningcorporatie wilden de Rivierenwijk sociaal verbeteren. Een afweging was of er voor nieuwe mensen een nieuwe wijk moest komen of dat er iets nieuws moest komen voor de bestaande wijk. Het opbouwwerk ging vervolgens (gefinancierd met een

jaar, heeft teruggetrokken. Met een stap-voor-stapbenadering in fasen hoopt het college beter en flexibeler te kunnen reageren op veranderende omstandigheden en inzichten.


Voorbeeldprojecten in de praktijk

5 Op 27 mei 2005 boent Boschveld, ’s-Hertogenbosch. Eén van de acties in de wijkveiligheidsmaand mei.

IPSV-subsidie) aan de slag met een open planproces – zónder dat de ideeën van het gemeentebestuur en de corporatie als uitgangspunt op tafel lagen. De opbouwwerkers keken van binnenuit: ze gingen in gesprek met bewoners, ze praatten met sleutelfiguren en bezochten cafés. Zij brachten de sociale gemeenschappen van de wijk in kaart. Door dit intensieve traject kwam naar voren dat de ideeën en wensen van de bewoners voor 75 procent overeenkwamen met die van de gemeente en de woningcorporatie. De woningcorporatie honoreert bovendien de keuze van bewoners om na sloop ‘terug te bouwen voor het gajes’, want zo heten de bewoners in de volksmond. Het kan ook anders lopen. In ‘s-Hertogenbosch bijvoorbeeld ontwikkelden het gemeentebestuur en de woningcorporatie een plan om van Boschveld een ‘spraakmakende’ wijk te maken voor zowel de bewoners van sociale huurwoningen als voor woningzoekenden. Ondanks grote investeringen in communicatie en participatie lukte het niet om voldoende steun in de wijk te krijgen voor het ontwikkelde concept-Masterplan. Het Masterplan ging van tafel. De koers is nu om de herstructurering gefaseerd en in overleg met de corporaties en de bewoners te laten plaatsvinden. In de begroting over 2006 zegt het gemeentebestuur: “De fasering is het gevolg van voortschrijdend inzicht als uitvloeisel van de maatschappelijk discussies over het concept-Masterplan. We willen maximaal draagvlak hebben voor een zo omvangrijk en langdurig proces.” Burgerparticipatie in soorten en maten Burgerparticipatie kan op veel manieren vorm krijgen. Meestal houdt participatie in dat huidige of toekomstige bewoners, of omwonenden invloed hebben op de stedelijke vernieuwing of meer in het algemeen op de publieke zaak. Die invloed kan groot of klein zijn, al naar gelang de situatie. De participatieladder laat zien hoe de invloed kan variëren. Hoe hoger op de ladder des te groter de inbreng en invloed van burgers (ontleend aan Igno Pröpper en Deanneke Steenbeek, De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders, 2001). Van wie is het beleid? Een vraag bij open planprocessen die vaak niet of te weinig expliciet aan de orde komt, is de vraag ‘Van wie is het beleid?’ De betekenis van deze vraag kan variëren: wie is bevoegd, wie is belanghebbend, wie heeft eigendom of andere manieren om feitelijk invloed uit te oefenen, wie is eigenaar van een probleem of wie is initiatiefnemer?

Niet zelden heerst de misvatting dat het gemeentebestuur over het beleid gaat, bijvoorbeeld omdat het gemeentebestuur besluit over een bestemmingsplan, een herstructureringsplan of over een structuurplan. Het vaststellen van een plan betekent vaak echter niet meer dan dat het gemeentebestuur zijn eigen aandeel in de samenwerking inbrengt. Een gemeente kan grond bestemmen voor woningbouw, winkels en kantoren, maar of deze er komen, hangt af van de plannen van corporaties, ontwikkelaars en burgers: tekenen zij bijvoorbeeld wel in op een project? Bewoners en belanghebbenden bevestigen nog wel eens het beeld van het gemeentebestuur als bepalende en dominante speler – ook waar dat niet terecht is. Een projectleider: “Bewoners zijn niet geïnteresseerd in wie waarvoor verantwoordelijk is. Voor hen is de gemeente verantwoordelijk en heeft de gemeente het altijd gedaan. Ook als corporaties iets verkeerd doen, klopt men bij de gemeente aan om er iets aan te doen.” De vraag: ‘Van wie is het beleid?’ krijgt nogal eens een pragmatisch antwoord: wie betaalt, bepaalt. Ook een norm stellende benadering komt voor – illustratief is de uitspraak van een wethouder: “We moeten de wijk teruggeven aan de bewoners: zij zijn bepalend voor de inrichting van de wijk.” Consequentie


Betrokken bewoners

6

Participatieladder Vorm van burgerparticipatie

Voorbeeld

Bijpassende ‘bestuurstijl’ van gemeente of woningcorporatie

Initiatiefnemer Zelfstandig beleid voeren, zelf creëren en zelf beslissen

Een bewonerscomité van het Coehoornplein in ‘s-Hertogenbosch ontwikkelt een eigen plan voor de inrichting van een winkelcomplex waarvan de bewoners zelf eigenaar zijn. Dit plan moet ook primair door bewoners zelf worden gefinancierd en uitgevoerd.

Faciliterende stijl

Samenwerkingspartner (co-producent) Met anderen beleid voeren en hierover gezamenlijk beslissen

In Breda is het uitgangspunt voor de wijk Heuvel dat er alleen problemen worden aangepakt als bewoners (en andere partners) deze als knelpunt ervaren en er pas wordt gesloopt als zij dat noodzakelijk vinden.

Samenwerkende stijl

Medebeslisser Zelf beslissen op onderdelen binnen kaders van de gemeente of corporatie

In Delft kunnen bewoners van de wijk zelf beslissen over herinrichtingsvoorstellen voor het Minervaplein.

Delegerende stijl

Adviseur (vanaf het begin) In vroeg stadium met veel ruimte advies geven

In Eindhoven worden bewoners van de BloemenbuurtZuid om advies gevraagd voor de invulling van het stedenbouwkundige plan, onder meer over het soort voorzieningen, de inrichting van de openbare ruimte en typen woningen.

Participatieve stijl

Adviseur aan eind (consultor) In later stadium reageren op uitgewerkt plan

In Alkmaar is bewoners gevraagd te reageren op een concept-integraal plan voor de herstructurering van Overdie. Dit overleg leidt uiteindelijk tot een halvering van het aantal te slopen woningen.

Consultatieve stijl

Toehoorder of object van onderzoek Luisteren en antwoord geven op gerichte vragen

In Rotterdam-Tarwewijk is een buurtthermometer ingesteld waarbij steeds wisselende groepen van 300 bewoners elke drie maanden hun mening geven over de leefbaarheid in de wijk

Open autoritaire stijl


Voorbeeldprojecten in de praktijk

7 Het behouden van de uitstraling van de Bloemenbuurt-Zuid in Eindhoven was belangrijk voor het bewonerscomité.

is wel dat naarmate bewoners wensen hebben die vooral geld kosten – zoals veel speelruimte en weinig verdichte bebouwing – het gemeentebestuur zelf meer budget moet vrijmaken. Je kan bewoners hierin begeleiden door duidelijk te maken wat het budget is en wat elke keuze kost. De vraag ‘Van wie is het beleid?’ kan vaker in het proces terugkomen als de problematiek verschuift of breder wordt waardoor ook andere actoren in beeld komen. Dit kan tot ontevredenheid bij bewoners leiden die denken dat ze het voor het zeggen hebben, maar in een later stadium de invloed moeten delen. Dit speelde in Eindhoven toen na de huurders ook de particuliere woningeigenaren rondom het plangebied aan tafel schoven om te praten over het ontwikkelingsplan. Voorwaarden voor participatie Wat hebben gemeentebestuur en woningcorporatie aan burgers te bieden? Dat de gemeente graag draagvlak heeft voor plannen en graag een goede relatie met de burgers onderhoudt, is niet een gegeven waarmee je bewoners van een herstructureringwijk in spe motiveert. Burgers willen iets terugkrijgen voor hun inbreng. Dat kan in hun achtertuin zijn, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om beter onderwijs in de wijk. Burgers willen ook weten waar ze aan toe zijn, bijvoorbeeld: - Waarover kan ik wel en niet meepraten/meedoen? - Is er veel of weinig beleidsruimte waarop ik een inbreng kan hebben? - Hoeveel invloed heb ik, wat is mijn rol? - Welke toezeggingen doet het gemeentebestuur of de corporatie? - Zijn deze ook ‘hard’? Worden besluiten ook uitgevoerd? - Wanneer kan ik meedoen, krijg ik een reactie, valt het besluit, start de uitvoering en zie ik resultaten? Het succes van burgerparticipatie hangt samen met het voldoen aan een aantal essentiële voorwaarden: 1. Openheid: is er wat te kiezen en is er bereidheid invloed te delen? 2. Duidelijkheid over rol en inbreng: weten gemeente en eventuele andere investeerders duidelijk wat zij wel en niet willen? 3. Meerwaarde participatie: is de verwachting reëel dat participatie wat oplevert, zoals nieuwe inzichten, een eigen bijdrage, of steun voor plannen? 4. Constructieve relatie: kunnen partijen door één deur en willen ze gezamenlijk aan iets werken – ook al zijn er belangentegenstellingen?

Leerpunten (Het inrichten van het open planproces) • Burgerparticipatie werkt, maar staat of valt met de bereidheid van partijen om burgers startpunt van beleid te laten zijn in plaats van middel om eigen doelen te realiseren. • Een open planproces begint met het vaststellen van de randvoorwaarden van participatie: het bepalen van de meerwaarde, duidelijkheid over ieders rol en inbreng, en het genereren van voldoende capaciteit en hulpmiddelen. • Maak duidelijk wie in welke fase meepraat en beslist. • Er moet eerst duidelijkheid zijn over de grote lijnen voordat er over details wordt gesproken. • Belicht het proces consequent vanuit de optiek van participerende burgers. Bedenk welke verwachtingen je schept en bedenk hoe je die verwachtingen kunt waarmaken. • Zoek contact met bewoners van de wijk. Ontdek wie er in de wijk woont, wat er speelt en hoe bewoners dit ervaren. • Onderzoek wat de bewoners sterke en zwakke punten van de wijk vinden en wat zij willen veranderen. Neem dat serieus.


Betrokken bewoners

8

Politieke en bestuurlijke factoren Een projectleider werkt in een politiek-bestuurlijke omgeving. Soms wordt hij direct aangestuurd door de wethouder, soms begeleiden wethouders de planvorming en de besluitvorming. Daarnaast is er de volksvertegenwoordiger met budgetrecht: de gemeenteraad. Raadsleden vangen signalen op uit de lokale In Alkmaar-Overdie bijvoorbeeld stellen gemeentebestuur en samenleving en maken politieke keuzes met financiële consewoningcorporatie zich open op en blijken ze bereid de oorspronke- quenties. lijke uitgangspunten drastisch te veranderen na de inbreng van De rol van de raad in een stedelijk vernieuwingsproces kan het wijkcomité (openheid). In Roermond-Roerdelta waren de variëren. Soms ligt die rol vast, maar soms kan een projectleider randvoorwaarden voor het Masterplan zo vaag dat betrokkenen sturen op de rol van de raad. Zeker is dat elke benadering, meenden in een betrekkelijk maagdelijk gebied aan de slag afhankelijk van de politieke mores, kansen biedt en risico’s te kunnen gaan. Dat bleek niet het geval. De projectleider had met zich meebrengt. achteraf liever gezien dat de uitgangspunten op een eerder moment duidelijk waren. De politiek gaat in gesprek Een analyse van de situatie aan de hand van de voorwaarden Mede als gevolg van de dualisering van het lokale bestuur hierboven kan per onderwerp, per partij en per fase in het proces willen raden vaker in een vroeg stadium politieke lijnen uitzetten bepalen welke vorm van burgerparticipatie daarbij past. Idealiter voor processen van stedelijke vernieuwing. Ook gaan leden van maken gemeenten en corporaties deze analyse samen met gemeenteraden in gesprek met bewoners en belanghebbenden burgers en andere partijen. Burgers maken immers zelf uit of ze voordat zij deze lijnen uitzetten. Inzet van deze gesprekken kan participeren, en of een bepaalde rol hen aanstaat – bijvoorbeeld dan zijn: veel of weinig terugbouwen voor de bestaande bewoners? als initiatiefnemer, samenwerkingspartner of adviseur. Prevaleert het belang van rust en ruimte van de (huidige) bewoners

5. Geschikte problematiek: leeft de problematiek, is deze hanteerbaar en kunnen burgers hieraan iets toevoegen? 6. Voldoende capaciteit en hulpmiddelen: is er voldoende tijd, geld en kwaliteit om het proces van burgerparticipatie te begeleiden?

Bloemenbuurt-Zuid: betaalbare woningen door en voor betrokken bewoners, Eindhoven De gemeente Eindhoven wees in 2000 onder meer de buurt Bloemenbuurt-Zuid aan voor fysieke vernieuwing. In de ‘gezellige arbeidersbuurt’ staan 300 sociale huurwoningen uit 1920 in een bouwtechnisch slechte staat. Woningstichting Domein is eigenaar van de woningen. Zodra de buurt lucht kreeg van de sloop-/nieuwbouwplannen van de corporatie werd het bewonerscomité BloemenbuurtZuid opgericht waarmee burgerparticipatie een vlucht nam. Comité en bewoners gingen in verschillende fasen en bijeenkomsten in gesprek met Domein. Toen Domein het kantoor tijdelijk sloot om met alle medewerkers de bewoners in de Bloemenbuurt te vragen naar hun woonwensen, leverde dat veel goodwill op. Volgens de projectleider beschouwden ook de bewoners sloop, gezien de bouwtechnische staat van de woningen, al snel als noodzakelijk. Vervolgens stak het comité, en later ook omwonenden, veel energie in het op papier maken van een nieuwe buurt. Een buurt die hetzelfde uitstraalt als de huidige en bovendien aantrekkelijk is voor nieuwe bewoners,

Eindho�v�en�

bijvoorbeeld door het particulier opdrachtgeverschap. De volgende resultaten liggen voor: in november 2005 besloot de raad over het Masterplan. In 2007 gaat de eerste fase van uitvoering in. Voor de bewoners is er een sociaal plan en programma en zij steunen het stedenbouwkundige plan.


Voorbeeldprojecten in de praktijk

9 In Overdie in Alkmaar heeft de participatie al tot verschillende concrete resultaten geleid, bijvoorbeeld in park Oosterhout.

Leerpunten • Werk stapsgewijs met oog voor de menselijke schaal. Lange planperiodes maken het moeilijk bewoners betrokken te houden. • Weerstand kan energie mobiliseren. Een ogenschijnlijk bedreigende boodschap nemen burgers vaak serieuzer dan een positieve boodschap. Het gevaar is wel dat je het vertrouwen voor lange tijd verspeelt. • Schep actief voorwaarden voor participatie door burgers. Participatie bij nieuwe plannen kan soms op gang komen na een geregisseerd afscheid van de oude wijk. • Een grote inspanning van burgers moet gepaard gaan met relatief veel invloed. • Als je bewoners niets te bieden hebt, val ze dan ook niet lastig.

Overdie/Schermereiland, Alkmaar De wijk Overdie in Alkmaar bestaat uit vooroorlogse en vroegnaoorlogse woningen, grotendeels van slechte kwaliteit, een bedrijventerrein en een slecht gebruikt wijkpark. Oud en Nieuw Overdie scoren slecht op sociaal gebied en op woon- en leefklimaat. Gemeente, corporaties en marktpartijen werken aan een plan voor de verbetering van de woningen, de sociale kwaliteit en leefbaarheid en aan economische versterking. Zij laten zich hierbij adviseren door (vertegenwoordigers van) bewoners. De gemeente startte vanaf 2001 overleggen met wijk- en huurdersraden. Zij kwamen verschillende keren met de gemeente en corporaties bijeen om de randvoorwaarden van de vernieuwingsplannen te bespreken. Ter voorbereiding op deze bijeenkomsten werden bewonersavonden georganiseerd. De gemeente heeft de wijk- en huurdersraden gevraagd de verantwoordelijkheid voor het burgerparticipatieproces op zich te nemen. Daarnaast zijn ze betrokken bij de uitwerkingsplannen. Dat is geregeld in een convenant. Vanaf het begin van de planvorming werkt de participatie goed.

In het park Oosterhout zijn al een wijkboerderij, een tienercentrum en een sportcomplex gerealiseerd. Ook heeft de bewonersparticipatie geleid tot een halvering van het aantal te slopen woningen.


Betrokken bewoners

10 In de Tarwewijk in Rotterdam speelt het projectbureau een belangrijke rol. Voor de aanloop van bewoners, maar ook voor kennisoverdracht over het project.

of moet er worden verdicht om ook woningzoekenden een kans te geven? Welk kwaliteitsniveau streven we na voor nieuwbouw: levensloopbestendig of zien we over 20 jaar wel verder? Politieke keuzes kunnen over het proces gaan: wie neemt zitting in de klankbordgroep en wie betrek je vervolgens bij de bovenwijkse afwegingen? Raadsleden kunnen deze vragen stellen in hoorzittingen of in rondetafelgesprekken met alle belanghebbenden. Aan tafel zitten dan zowel burgers op zoek naar woonruimte (of hun belangenbehartigers), als huidige bewoners van een wijk waar verdichting wordt overwogen.

vrijblijvende prijskaartjes hangen. Pas in de uitvoeringsfase blijkt wat projecten precies gaan kosten. Als deze hoog uitvallen of als andere plannen voorrang krijgen, ontstaat ondanks de aanvankelijke politieke steun toch vertraging.

Communicatie, communicatie en nog eens communicatie In de meeste stedelijke herstructureringsprojecten is het niet meer de vraag of je bewoners en betrokkenen laat meepraten over hun eigen leefomgeving maar veel meer hoe je dat aanpakt, met wie en op welk moment. Hoe win en houd je het vertrouwen van bewoners? Soms zijn de bewoners de gemeente voor: zij krijgen lucht van plannen die de gemeente zou hebben. De meeste angst ontstaat Een dergelijke benadering biedt kansen: politieke keuzes zijn zichtbaar voor bewoners en andere betrokkenen. Als de politieke dan door onzekerheid, bijvoorbeeld als het gaat om sloop en nieuwbouw. Angst kan omslaan in boosheid die een projectleider meerderheid vervolgens op grond van een zorgvuldige afweging voor het ene belang kiest en niet voor het andere, kunnen burgers kan ombuigen in positieve energie: de gemeente wil graag weten dit begrijpen. Bovendien bestaat de kans dat het uitvoeringsproces wat u vindt, welke knelpunten ervaart u in uw wijk? In Delft heeft robuuster is voor protesten van hen wier belang minder aan bod is de projectleider ervaren dat de weerstand op een bewonersavond gekomen. Raadsleden zelf geven tekst en uitleg waarom bepaalde omsloeg in groot enthousiasme voor het wijkaandeelhouderschap. beslissingen zijn genomen. Weerstand van bewoners kan aan de andere kant ook langdurig Er zijn echter ook risico’s. Als door het scherpstellen van politieke het vertrouwen in de gemeente en corporaties schaden. Het is lastig het vertrouwen van burgers te krijgen voor een keuzes raadsleden (of colleges) weglopen voor het doorhakken van knopen, dan kunnen processen verzanden. De politiek is buiten beeld Het is ook een mogelijkheid dat het college en de ambtelijke organisatie herstructureringsplannen samen met investeerders en in samenspraak met bewoners en andere belanghebbenden voorbereiden, waarna het resultaat aan de raad wordt voorgelegd. Belangenafwegingen tussen de betrokken partijen zijn dan al uitonderhandeld, waarbij het plan de vorm van een compromis heeft. Deze aanpak kan aantrekkelijk lijken als de raad vooral volgend is. Het risico bestaat echter dat de raad dwars gaat liggen omdat hij voor voldongen feiten wordt geplaatst. Ook is het denkbaar dat een paar protesten – ferm gebracht op de publieke tribune – tot willekeurige of onuitvoerbare aanpassingen leiden, dan wel tot het sneuvelen van het plan. Soms vindt de raad het niet nodig politiek te sturen in een wijk die wordt vernieuwd. Signalen van de bevolking of via het college dat het proces met de bewoners en belanghebbenden goed is geborgd, los van de uitkomsten van beleid, lijken voldoende. Een projectleider waarschuwt echter dat ook als de raad een plan met unanieme stemmen aanneemt, deze steun telkens weer moet worden bevochten. Gemeenten hebben te maken met veel meer plannen. De moeilijkheid is vaak dat aan masterplannen


Voorbeeldprojecten in de praktijk

11 Vrijwilligers in Boschveld, ’s-Hertogenbosch organiseerden zich in de wijkraad: overlegpartner voor de gemeente en de corporaties.

planperiode van twintig of dertig jaar. Dat is een termijn die een bewoner niet overziet en op die termijn wil hij zich ook niet vastleggen. Een manier voor een corporatie kan zijn om één-op-ééngesprekken te voeren met de bewoners van de wijk over woonwensen en woontoekomstplannen (Eindhoven-Bloemenbuurt-Zuid). Welzijnswerk kan inspirerende communicatiemethoden inzetten zoals een buurtsmederij waar bewoners van die wijk zelf aan de slag kunnen met kaartmateriaal en maquettes (Deventer). Je kunt met bewoners communiceren over bovenwijkse afwegingen als daarbij duidelijke argumenten worden genoemd (Eindhoven). Ook kan de gemeente bewoners op elk niveau probleembewust maken zodat ze niet alleen het eigen belang voorop stellen. Belangrijk daarbij is dat wanneer bewoners knelpunten ervaren, deze kunnen worden opgelost. Zorg er voor dat iedereen ‘wint’. In Breda-Heuvel hanteert de projectleider het principe dat je op elk planniveau (wijk, straat, complex) en in elke fase (visievorming, haalbaarheidsstudie, uitvoering van projecten) weer opnieuw begint met communiceren. Wat is nu het probleem en met wie hebben we dan precies te maken? “Het is fictie om met het verkrijgen van overeenstemming over de Rotterdam

Tarwewijk 1e fase: Dordtselaan en Mijnkintbuurt, Rotterdam De Tarwewijk in Rotterdam is een grootstedelijke achterstandswijk met criminaliteit, illegale kamerverhuur, hennepplantages, sociale misstanden en werkeloosheid. In de wijk staan 5300 woningen waarvan 65 procent in particuliere handen is. Gemeente, woningcorporatie en projectontwikkelaar werken in een pps-constructie aan de verbetering van de wijk: aankopen, verbeteren en verkopen van ongeveer 300 woningen en enkele sloop-nieuwbouwprojecten (ongeveer 300 nieuwe woningen). Daarnaast worden in de Millinxbuurt zo’n 330 woningen aangekocht. De gemeente werkt bovendien aan het verbeteren van de veiligheid, de buitenruimte en de sociale samenhang in de wijk. Zo’n 1200 particuliere eigenaren zijn aangeschreven op achterstallig onderhoud van de woningen. De bewoners reageerden verheugd op de integrale aanpak van de gemeente: ‘eindelijk doet de gemeente wat’. Het verbeteren van het vertrouwen in de gemeente was onderdeel van de aanpak. Opbouwwerk spoorde actieve bewoners op via ‘Opzoomeren’ en ‘Mensen maken de stad’.

Er zijn inmiddels de nodige resultaten geboekt. De deelgemeente neemt de dagelijkse klachten uit de wijk serieus; het projectbureau speelt hierin een belangrijke rol. Sinds 2004 bestaat een buurtthermometer, waarmee bewoners hun mening kunnen geven over de leefbaarheid. Van de aangeschreven woningen zijn er 500 daadwerkelijk verbeterd. Najaar 2005 is gestart met de renovatie/sloop en nieuwbouw van de eerste woningen. De buurtthermometer geeft aan dat de leefbaarheid van de wijk verbetert.


Betrokken bewoners

visie of de uitkomsten van studies het idee te hebben dat er geen conflicten kunnen komen. Een voorstel tot sloop van een complex zal voor de zittende bewoners ook dan leiden tot inhoudelijke vragen en emotie. De procesgang zal dan opnieuw starten met een zorgvuldige inventarisatie van de knelpunten van alle betrokkenen en het trachten daarover overeenstemming bereiken.” Aldus projectleider Van Wezel, Breda-Heuvel. Communicatie dient dus niet alleen om met partijen tot overeenstemming te komen, maar is ook een middel om belangenconflicten en knelpunten op te sporen. Met de aanpak van het project ‘Kolonisten van de wijk’ in DeventerRivierenwijk helpt Raster welzijnswerk de bewoners om afscheid te nemen van hun wijk in de huidige gedaante met behulp van een echt rouwproces: ontkenning, woede, marchanderen, depressie en aanvaarding. Ook in Alkmaar-Overdie helpt de gemeente de wijkraad afscheid te nemen van de zeer intensieve samenwerking met de gemeente en corporatie door het organiseren van speciale afscheidsrituelen. De wijkraad was verantwoordelijk voor de participatie van de bewoners en heeft hier veel in geïnvesteerd. In Boschveld in ‘s-Hertogenbosch moest een aanzienlijk deel van Roermond de 1500 woningen tegen de vlakte. De gemeente en corporaties slaagden er niet in de zittende bewoners met het plan te over-

12

tuigen. Bij sloop willen bewoners een goed alternatief en niet drie keer moeten verhuizen. Bovendien heeft Boschveld nog een heel andere doelgroep: de woningzoekende. Deze doet niet mee met de planvorming. Corporaties en gemeente schrikken vaak van weerstand in de wijk. Heftige emoties op een bewonersavond gaan ze liever uit de weg. Toch zijn – ook heftige – bewonersavonden vaak bijzonder nuttig. Op het Minervaplein in Delft bleek de aanvankelijke weerstand nodig te zijn om mensen uiteindelijk eigenaar te maken van de wijk. In Deventer werden communicatiemethoden toegepast, toegesneden op de bewoners. Er kwam geen projectbureau in de wijk, maar een buurtmuseum waar bewoners hun verhaal konden vertellen. In de Rotterdamse Tarwewijk willen bewoners straatactiviteiten zoals een buurtbarbecue en Opzoomeren met het plaatsen van plantenbakken. De gemeente kan in het organiseren of ondersteunen van dit soort activiteiten ook overdrijven: soms lopen er vier projecten in een straat. Laat de gemeente vooral de overlast in de wijk aanpakken, is dan een reactie van bewoners.

Roerdelta, Roermond De wijk Roerdelta in Roermond kampt met bodemverontreiniging, hoge waterstanden en geluidsoverlast. De Experimentenwet stad en milieu maakte het mogelijk af te wijken van milieunormen en procedures indien er een hoogwaardig, integraal en gedragen plan tot stand kwam. Gemeente, ontwikkelingsmaatschappij Roerdelta en een adviesgroep met overheden, deskundigen en belanghebbenden trachtten tot planvorming te komen. In de adviesgroep werd geparticipeerd door een ontwikkelaar, watersportverenigingen, overheden, milieu- en waterdeskundraagvlak bij belanghebbenden in en rondom het gebied. digen en ander professionals. Zij rapporteerden aan de raad. Besluitvorming volgt nog. Het advies van de adviesgroep was uitgangspunt voor een stedenbouwkundig plan. Er vond stemming plaats over beslissingen. Wat is bereikt? In 2001 koos de raad niet voor het alternatieve plan van bewoners van Roerdelta maar voor het Masterplan van de stedenbouwkundige. In 2004 kwam een nieuwe raad terug op het Masterplan en vroeg onafhankelijk advies. Dit advies dat in het najaar van 2005 verscheen, vraagt meer aandacht voor


Voorbeeldprojecten in de praktijk

13 In de Rivierenwijk in Deventer zijn de kennis en opvattingen van wijkbewoners uitgangspunt voor het herontwerpen van de wijk.

Resultaten van burgerparticipatie Burgerparticipatie is nuttig voor de voortgang en de inhoud van het proces. Inhoudelijk bereiken bewoners soms snel en veel. In Alkmaar-Overdie bijvoorbeeld stonden binnen enkele jaren een wijkboerderij, een tienercentrum en een sportcomplex in het verwaarloosde naburige park. In nogal wat projecten wordt de voorgenomen sloop drastisch beperkt na burgerparticipatie. In Rotterdam-Tarwewijk geven bewoners zelf aan dat de leefbaarheid in de wijk is verbeterd. Het proces verbetert met burgerparticipatie door bijvoorbeeld het enthousiasme bij activiteiten als bewonersavonden, werkateliers of haardvuursessies (in Deventer). Mensen die elkaar niet kennen gaan samen iets wezenlijks bespreken. Het wijkplatform in Alkmaar-Overdie functioneerde goed en veel mensen deden mee omdat het nu eens niet ging om de hondenpoep, een loszittende stoeptegel of vuilniszakken die op het verkeerde moment buiten staan. In de Bloemenbuurt-Zuid in Eindhoven waren bewoners tegen plannen die de verbinding van de wijk met de ringweg zouden verbreken. Toch bleken ze gevoelig voor de argumenten van de gemeente. In Breda-Heuvel blijkt er gedurende het proces vertrouwen te zijn gegroeid dat er resultaten zullen worden geboekt, bijvoorbeeld een nieuw schoolgebouw, nieuwe winkels en nieuwe woningen. deventer

Kolonisten van de wijk, Deventer De Rivierenwijk in Deventer is een naoorlogse wijk met lage inkomens en lage opleidingen. Het imago van de wijk is slecht. Veel inwoners maar ook professionals zien het als achterstandswijk waar ook nog veel (ex-)woonwagenbewoners wonen. De naoorlogse woningen zijn bouwtechnisch niet slecht en de locatie van de wijk is gunstig. De gemeente wilde vernieuwen, meer woningdifferentiatie en een sociaal verbeteringsproces, maar kon aanvankelijk niet kiezen tussen bouwen voor woningzoekenden of voor de bestaande bevolking. De gemeente bleef een aantal jaren binnenskamers plannen bedenken en wist niet goed hoe te communiceren met de bewoners van de wijk. In 2003 trok Raster welzijnsgroep met een IPSV-subsidie de wijk in, op zoek naar verhalen, sociale gemeenschappen en sleutelfiguren (gangmakerij). Dit bracht veel bewoners op verschillende plekken in beweging met ‘keukentafelgesprekken’ en het smeden van plannen en ideeën in de buurtsmederij. Dit leidde tot een buurtmeetlat die uitgangspunt werd voor de planvorming. In 2005 zijn de prestatieafspraken tussen de gemeente en de

corporatie ondertekend. De bewoners hadden doorslaggevende invloed op de beslissing te bouwen/renoveren voor de bestaande bevolking. De gangmakerij en de buurtsmederij blijven voorlopig actief ten behoeve van de buurtmeetlat.


Betrokken bewoners

14

Rol projectleider Een projectleider is een regisseur: door zijn overzicht kan hij samenwerking organiseren en bezig zijn met beleid. Regie vraagt een focus op het geheel en dat betekent dat er grenzen moeten worden gesteld. Hoe breed willen we een vraagstuk oppakken? Welke partijen hebben inbreng? Vaak lijkt de toverformule: ‘we gaan het integraal aanpakken’. Maar wat is integraal: alles met alles verbinden? Vraag is ook hoe je kan aansluiten bij de menselijke schaal: ‘wanneer is mijn huis aan de beurt en krijg ik dan nog huursubsidie?’ De projectleider is een makelaar tussen interne en externe processen. Hij brengt de inbreng van de mensen in de wijk, die van de investeerder en van de politiek bij elkaar. Vaak is hij ook het gezicht naar buiten van het gehele project. Dat werkt in Rotterdam-Tarwewijk bijvoorbeeld goed. De bewoners kunnen binnenlopen in het projectbureau. De projectleider is schakel tussen burgerparticipatie en ruimtelijke ordeningsprocedures en verantwoordelijk voor de communicatie daarover. Hij is de contactpersoon tussen de verschillende partijen en de betrokken burgers.

H�

Wijkaandelen, Delft Het project Wijkaandelen in Delft is actief op het Minervaplein en de directe omgeving. Een corporatie had aanvankelijk plannen met omringende flats die moesten worden gerenoveerd en ‘daarbij hoort ook een mooie omgeving’. Ook kwam de corporatie bij de gemeente met een plan voor een buurthuis met ‘wat nieuwbouw’. Bij de bewoners ontstond het idee dat de gemeente wilde bouwen in hun buurt. En dat wilden zij niet. Toen de gemeente op een avond begin 2000 een zeer globale visie op het plein en omgeving presenteerde aan de bewoners, kwamen zij in opstand. Om aan die opstand het hoofd te bieden, ontwikkelden de gemeente en de corporatie samen met een bureau een alternatief proces om de bewoners te betrekken bij de plannen: een wijkaandelenfonds. Bewoners werden wijkaandeelhouder en konden stemmen over alternatieve plannen voor de buurt. De gemeente ondersteunde dit en stelde het budget ter beschikking, samen met de corporatie. Sinds 2001 is zes keer gestemd over de plannen en de uitwerking daarvan. Daarbij is ook gestemd over wie het beheer ging

H�

H�

uitvoeren: de gemeente of de bewoners. De eerste paal voor � lft een ontmoetingsruimte gaat in het De najaar van 2005 de grond in. De omgeving wordt opgeknapt. Of het wijkaandelenfonds wordt gecontinueerd hangt af van de uitslag van de laatste stemming.


Voorbeeldprojecten in de praktijk

15 De wijk Heuvel in Breda heeft een innovatieve combinatie van maatregelen. Zo zijn bewoners betrokken bij het beheer van de wijk.

Breda

Heuvel, Kwaliteit maken we samen, Breda Heuvel is een vroeg-naoorlogse wijk met circa 3200 woningen waarvan 70 procent sociale huur. Hier wonen gezinnen met lage inkomens en studenten. De kwaliteit van circa 1000 woningen is onvoldoende en de hogere inkomens zijn weggetrokken. De gemeente, twee corporaties en de Stichting Wijkbelang Heuvel zijn gaan samenwerken aan een visie en een stedenbouwkundig plan. De Stichting Wijkbelang Heuvel bewaakte in de stuurgroep de communicatie naar de bewoners en zorgde ervoor dat de punten die door bewoners werden ingebracht op de agenda bleven. Bewoners waren intensief betrokken bij het beheer en opdrachtgever voor uiteenlopende initiatieven. De uitgangspunten voor de samenwerking met alle partijen waren: geen discussie over representativiteit; bewoners kunnen waar gewenst en nuttig inhoudelijk meedenken; elkaar met fatsoen, respect en vertrouwen bejegenen; niemand beslist over de portemonnee van een ander én er komen resultaten. In 2002 werd gestart met samenwerking in beheer, met inhoudelijke samenwerking bij basisonderwijs en met

‘Buurt aan zet’. In 2004 startten de eerste bouwactiviteiten. Uitgangspunten van de bewoners die de gemeente en corporaties onderschreven, waren ‘beter onderwijs in de wijk voor de kinderen’, intensivering van beheer en ‘economische positieverbetering’ van de bewoners in Heuvel. In samenspraak met bewoners, de gemeente, corporaties en winkeliers is een tien jaar oud verschil van mening over de functies van twee pleinen opgelost.


Betrokken bewoners

16

Leerpunten • De projectleider moet voortdurend scannen en bijsturen: van wie is het beleid, welke actoren zijn er en hoe baken ik de problematiek af? • Het kan nuttig zijn als de projectleider korte lijnen heeft met het bestuur/de wethouder. Sommige gemeenten kennen projectwethouders. • Richt het proces zo in dat de gemeenteraad in een vroeg stadium relevante knopen kan doorhakken zodat partijen weten waar ze aan toe zijn. Het is denkbaar dat raadsleden gesprekken met betrokkenen aangaan ter voorbereiding van de besluitvorming. • De verantwoordelijkheid van communicatie naar bewoners ligt bij de gemeente of woningcorporatie.

Leeuwarden

Groningen

Assen

Den Helder

Alkmaar

3 Zwolle

Lelystad

Leiden

7

Apeldoorn

Arnhem

Utrecht

4

Nijmegen

1 Breda Middelburg

6

Amersfoort

Den Haag

Rotterdam

Almelo

Amsterdam Almere

Haarlem

8 Tilburg

’s-Hertogenbosch

2

Venlo

Eindhoven

5 Maastricht

Hengelo Enschede


Voorbeeldprojecten in de praktijk

17

Project

Locatie

Programma

Planning

IPSV-bijdrage

Nadere informatie

1. Boschveld Wijk van werelden (IPSV-nr 11304)

Boschveld, ’s-Hertogenbosch

Herstructurering wijk met 1500 huishoudens

2001 - 2020

1363.024

Gemeente Den Bosch De heer J. Buitink jabu@s-hertogenbosch.nl

2. Bloemenbuurt-Zuid: betaalbare woningen door en voor betrokken bewoners (IPSV-nr 41209)

Bloembuurt-Zuid, Eindhoven

Herstructurering 300 huurwoningen

Vanaf 2004

1156.366

Woningcorporatie Domein Mevrouw A. Van de Veerdonk a.van.de.veerdonk@domeinwonen.nl

3. Overdie/Schermereiland (IPSV-nr 33013)

Overdie, Alkmaar

Vernieuwingsaanpak op verschillende sporen

2003 - 2009

15.000.000

Gemeente Alkmaar De heer J. Visser jvisser2@alkmaar.nl

4. Tarwewijk 1e fase: Dordtselaan en Mijnkintbuurt, Rotterdam (IPSV-nr 23201)

Tarwewijk, Rotterdam

Integrale aanpak Tarwewijk (5.300 woningen)

2002 - 2012

14.600.000

Projectbureau Tarwewijk De heer E. Hoeflaak erik.hoeflaak@tarwewijk.nl

5. Roerdelta, Roermond (IPSV-nr 11640)

RoerDelta-gebied, Roermond

Realisatie woon-, werken recreatiegebied door toepassing van innovatieve bouwmethode

2001 - 2005

1500.000

Gemeente Roermond De heer P. Smolders smolders.p@roermond.nl

6. Kolonisten van de wijk, Deventer (IPSV-nr 31319)

Rivierenwijk, Deventer

Herontwikkeling met gebruik van kennis en opvattingen wijkbewoners

2003 - 2005

1277.415

Raster welzijnsgroep A. van Straaten a.straaten@raster-groep.nl www.buurtsmederij.nl www.wijkdrie.nl/wijkvernieuwing

7. Wijkaandelen, Delft (IPSV-nr 11915)

Minervaplein, Delft

Het door het uitgeven van wijkaandelen betrekken van bewoners bij hun buurt

2001 - 2005

170.335

Gemeente Delft De heer J.F.A. Hibender shibender@delft.nl www.wijkaandelen.nl

8. Heuvel, Kwaliteit maken we samen, Breda (IPSV-nr 23204)

Heuvel, Breda

Revitalisering van de Bredase buurt Heuvel

2002 - 2006

12.500.000

Gemeente Breda De heer J. van Wezel jaj.van.wezel@breda.nl

Informatie over de IPSV-projecten is ook te vinden op www.vrom.nl/voorbeeldprojectenipsv


Betrokken bewoners

18

IPSV-publicaties 2005 • Ruimte van ons allemaal [VROM 5132] • Betrokken bewoners [VROM 5134] • Water in de stad [VROM 5133] • Wonen boven winkels [VROM 5129] • Bewoners bouwen de buurt [VROM 5130] • Actieve parken, sociaal cement [VROM 5131] • Betrekken van allochtonen bij stedelijke vernieuwing [VROM 5127] • Funderingsherstel [VROM 5128] • Heerlijke Stad [VROM 5092]

De IPSV-publicaties zijn te bestellen of te downloaden via www.vrom.nl/ipsv (publicaties). Per telefoon kan ook: Postbus 51 Infolijn, telefoonnummer 0800-8051 (gratis).

2004 • De kracht van de stad [VROM 4194] • Kwaliteit van de stad [VROM 3266] • Particulier opdrachtgeverschap en stedelijke vernieuwing [SEV publicatie ISBN 90-5239-191-2]

SEV Realisatie ondersteunt het ministerie van VROM bij de uitvoering van het InnovatieProgramma Stedelijke Vernieuwing.

2003 • IPSV Indieningen 2003 [VROM 3249] • Publiek-private samenwerking [VROM 3125] • De maakbare binnenstad [VROM 3124] • Effectief beheer van de openbare ruimte [VROM 3123] • Participatie als troefkaart voor kwaliteit [VROM 3118] • Cultuur als katalysator [VROM 3122] • Water als economische impuls [VROM 3121] • Infrastructuur als uitdaging voor de stad [VROM 3120] • Vernieuwing historische binnensteden [VROM 3119] • Strategische ruimtelijke visies [VROM 3117] • Ruimte voor economische verscheidenheid [VROM 3115] • Water als ecologische drager [VROM 3116] • Duurzame stedenbouw geeft meerwaarde aan de stad [VROM 3114] • Bekeken beheer [rapport] • Innovaties voor de bereikbare binnenstad [VROM 3157] • Uitdaging in uitvoering [VROM 2143]

Redactie SEV Realisatie

2002 • Inspiratie voor innovatie [VROM 2122] • Nieuw leven voor oude havens en industriegebieden [VROM 3158] • Ondergrondse bedrijven; zwoegen onder het maaiveld [VROM 3156]

Verantwoording Deze brochure is gemaakt in het kader van het InnovatieProgramma Stedelijke Vernieuwing, een programma van de ministeries van VROM, EZ en LNV. De inhoud van deze brochure is gebaseerd op gegevens die zijn aangereikt door de beschreven projecten en op basis van voortgangsverslagen en voortgangsrapportages.

Tekst Igno Pröpper en Deanneke Steenbeek

Fotografie Cover: Herbert Wiggerman Pagina 5, 11: Olaf Smit Pagina 7: gemeente Eindhoven Pagina 9, 13, 14, 15: Joost Brouwers Overige foto’s: beschikbaar gesteld door de projecten Meer informatie www.vrom.nl/ipsv ipsv@minvrom.nl ipsv@sev-realisatie.nl December 2005


Voorbeeldprojecten in de praktijk


> Rijnstraat 8 > 2515 XP Den Haag > www.vrom.nl

Ministerie van VROM > staat voor ruimte, wonen, milieu en rijksgebouwen. Beleid maken, uitvoeren en handhaven. Nederland is klein. Denk groot.

VROM 5134 / december 2005

Betrokken bewoners Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.