36 minute read
Thema klimaatadaptief bouwen en energietransitie
Klimaatadaptief bouwen en energietransitie De kansen en uitdagingen van ons veranderende klimaat
TEKST SANDRA ZUIDERDUIN
Advertisement
Ons klimaat verandert en dat zorgt met name de laatste jaren voor vele extremen. Daarom moeten we actie ondernemen om ervoor zorgen dat de energiestransitie sneller gaat. Daarom moeten we voortaan klimaatadaptief bouwen. Wat betekent dit nu allemaal voor de praktijk en welke kansen en uitdagingen levert het veranderende klimaat ons op? Rijnstreek Business zocht er een aantal uit.
De kansen en uitdagingen van ons
Hoe voorkomen we dat het elektriciteitsnet ontploft?
Het versnellen van de energiestransitie. Als steeds meer mensen en bedrijven hun gas verruilen voor stroom, gaat dat vast lukken! Maar kan ons energienet dat eigenlijk wel aan? Wat als iedereen nu van de een op andere dag zou overstappen op elektriciteit? Welke gevolgen en consequenties heeft dat voor ons elektriciteitsnet?
Omdat verbranding van fossiele brandstoffen zorgt voor aarde opwarmende CO2 uitstoot móéten we overstappen op duurzame energiebronnen. Maar wat nu als iedereen van de een op andere dag besluit over te stappen op groene stroom? Wat gebeurt er met het elektriciteitsnet als ineens iedereen elektrisch gaat rijden, gebruiken, opwekken en laden tegelijk? Kan het elektriciteitsnet door al die drukte ontploffen?
Ontploffing elektriciteitsnet? Eerder opstopping Het ontploffen van het elektriciteitsnet zal met het huidige gebruik nog niet zo snel gebeuren. Maar er kan dan wel congestie ofwel opstopping in het elektriciteitsnetwerk ontstaan. Het is dan zo druk qua vraag of qua aanbod dat er een soort van filevorming ontstaat. Leveranciers kunnen de vraag naar en het aanbod van energie in zo’n geval niet goed op elkaar afstemmen. Dit afstemmen van vraag en aanbod heet ook wel het net balanceren.
Net balanceren door af- en op te schakelen
En dat net balanceren ging vroeger met grijze stroom net even wat makkelijker dan met zonne- of windenergie. Waar we gascentrales met een druk op de knop kunnen op- of afschakelen wanneer we willen, is dat met groene stroom niet zo makkelijk. Schijnt de zon volop, maar is er weinig vraag? Dan zou het net overbelast kunnen raken. Op dit moment gebeurt het balanceren van het net door het aanbod te sturen op basis van weersvoorspellingen. Als er te veel energie op het net dreigt te komen, dan schakelen zij gascentrales af om filevorming te voorkomen.
Iedereen elektrisch = iedereen tegelijk laden
Je kunt je dus wel voorstellen wat er gebeurt als iedereen besluit morgen op elektriciteit over te gaan. Geweldig mooi natuurlijk, maar die stroom moet dan wel afgenomen worden en bij voorkeur allemaal rond dezelfde tijd. Allemaal gebruiken en opwekken op het zelfde moment? Dat zou ons huidige elektriciteitsnet gewoon niet aankunnen. Het huidige elektriciteitsnet zucht en kraakt nu al regelmatig door die onbalans. En dat zal met de toegenomen klimaatzorg en daarmee hogere vraag naar duurzame energiebronnen straks alleen maar toenemen.
Nu al nadenken over uitdagingen van morgen Als we op deze manier blijven doorgaan zonder nu al over die uitdagingen na te denken, is dat niet houdbaar. Het net moet ook structureel aangepakt worden om de toegenomen vraag en het aanbod te kunnen blijven balanceren. De oplossing zou verzwaren en uitbreiden kunnen zijn. Maar ook op andere manier leren omgaan met en verslimmen van ons elektriciteitsnet is een optie. Zo zou de accu van elektrische auto’s zomaar de lokale opgeslagen energiebron of opwekker van de toekomst kunnen zijn.
De energietransitie: hoe zat het ook alweer?
Omdat verbranding van fossiele brandstoffen zorgt voor veel CO2 uitstoot moéten we overstappen op duurzame energiebronnen. En wel voor 2050, want dat is het ijkpunt waarbij we zonder schadelijke uitstootgassen door het leven zouden moeten. Dat betekent in de eerste plaats dat we van het ‘gas’ af moeten. Iets wat de vele installateurs, bewoners en gebouweigenaren nu al voor de nodige hoofdbrekens zorgt. Want een huis of gebouw met traditionele gasverwarmingsleidingen verbouw je nu eenmaal niet zo makkelijk. Maar ook zakelijk worden de eisen steeds strenger. Zo moeten Nederlandse ondernemers voor 2030 de helft minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990. In 2050 moet dit dan nog verder zijn gedaald tot 95% minder dan voorheen. In het klimaatakkoord staan de maatregelen die sectoren de komende 10 jaar nemen om de doelen voor CO2 -reductie te halen. En dan zijn er nog de CO2 -certificaten, door de Europese Commissie bedacht om duurzaamheid en klimaatneutraal ondernemen te stimuleren bij grote bedrijven. Elk Europees bedrijf dat meer dan 25 ton CO2 uitstoot moet verplicht meedoen aan de handel in deze emissierechten. Heeft het bedrijf meer emissierechten dan het uitstoot, dan kan het de rechten aan anderen verkopen. Ieder jaar daalt het plafond dat is vastgesteld met de bedoeling om uiteindelijk op 0% uit te komen.
Daken komen steeds voller te liggen met zonnepanelen, we zien steeds meer windmolens verschijnen en biomassa rukt op. Op deze manier werken we allemaal mee aan het versnellen van de energietransitie, de overgang van stroom uit fossiele brandstoffen zoals gas, kernenergie en steenkolen naar volledig groene energie. Maar hoe weet je nu eigenlijk of en wanneer jouw groene stroom ook echt groen is?
Wanneer is groene stroom nu echt groen?
Om stroom op te wekken, zijn er tal van manieren. Zo kennen we allemaal de traditionele verbranding van fossiele brandstoffen waarbij CO2 uitstoot vrijkomt. Omdat dit milieuvervuilend is, noemen we dit grijze stroom. Als je zonnepanelen of windenergie gebruikt voor de opwekking van energie, dan krijg je ook stroom. Dit noemen we groene stroom omdat het schone energie is. Maar het heeft geen ander uiterlijk of andere werking dan grijze stroom. Welke stroom er uit jouw stopcontact of laadpaal komt er is dus niet vanaf de buitenkant aan af te zien.
Landelijk energienet? Grote pot met knikkers Stroom is nu eenmaal stroom. Alle energie komt namelijk van het landelijke energienet, dat een mix is van groen en grijs. Helaas kun je groen en grijs niet zoals afval scheiden van elkaar. Stroom zoekt de kortste weg en gaat dus sneller naar plekken dichtbij de bron van energieopwekking. Vergelijk het maar met een rij knikkers. Als je een heleboel knikkers in een trechter gooit, dan weet je niet welke er als eerste uitkomt. Je kunt er wel een groene knikker indoen, maar dat zegt niet dat er ook een groene uitkomt.
Letterlijk groene stroom, maar voor grijs betalen Zo is het heel waarschijnlijk dat jouw bedrijf aan de kust met een windmolenpark vlakbij die letterlijke stroom van het park krijgt, terwijl je misschien helemaal niet voor groene stroom betaalt. Je kunt dus letterlijk groene stroom krijgen, maar voor grijze stroom betalen. Andersom kan overigens ook. Je kunt een groen contract hebben en toch deels grijze stroom uit je stopcontract krijgen. Hoe werkt dat dan? Hoe weet je of jouw stroom daadwerkelijk groen is? Dat heeft met de Garantie van oorsprong (GVO) te maken. Nu hebben we met elkaar afgesproken dat als we stroom opwekken vanuit een duurzame bron, dat de energieproducent daar een Garantie van Oorsprong (GVO) voor krijgt. Leveranciers kopen deze GVO’s als zij groene energie willen gaan leveren en betalen daar dus iets voor. En dat is natuurlijk fijn. Want dan kan bijvoorbeeld de producent die geïnvesteerd heeft in dat windmolenpark zijn investering terugverdienen en nog meer windmolens plaatsen. Energieleveranciers die GVO’s in Nederland kopen, stimuleren dus de producenten in Nederland om meer groene energie op te wekken.
Met sjoemelstroom geen bijdrage aan energietransitie Maar daar gaat het in sommige gevallen nog wel eens mis. Zo heb je misschien wel eens gehoord van sjoemelstroom. In Noorwegen laten ze bijvoorbeeld vanuit veel hooggelegen meren water naar beneden lopen door een turbine waarmee ze energie opwekken. Dat doen ze als de vraag laag is. Maar om dat water weer naar boven te kunnen pompen, gebruiken ze nog fossiele brandstof. Op zich weinig mis mee, omdat ze hiermee slim en effectief hun fossiele stroom kunnen laten werken. Maar helemaal duurzaam is het niet natuurlijk.
Met certificaten Noorse sjoemelstroom toch groen? Probleem is echter dat veel stroom in Noorwegen op deze manier gemaakt wordt en er volop certificaten zijn die op grote schaal gedumpt worden. Wat gebeurt er vervolgens? Energieleveranciers in Nederland die de goedkoopste willen zijn met hun groene stroom kopen deze certificaten. Hiermee voldoen ze aan alle regeltjes van groene stroom, maar helpen niet mee aan de Nederlandse of Europese energietransitie. Wat zij doen, is als het ware ‘greenwashen’.
Meer groene stroom in totale energiemix Dus neem jij energie af bij een energieleverancier met Nederlandse GVO’s, dan stimuleer je dus heel direct de energietransitie in Nederland en zorgen we ervoor dat de totale energiemix steeds groener wordt. Zo gooien we met elkaar steeds meer groene knikkers in de pot, waardoor het aantal groene knikkers dat uit het stopcontact komt ook automatisch meer wordt.
Circulair ondernemen? Circulair West!
Maar er gebeurt meer in onze regio. Zo sloegen AW Groep, Meerlanden, Ouwehand Bouw, de Beelen groep, HOEK en Timpaan in 2020 de handen ineens om hun circulaire ambities te versnellen. Ze besloten de stichting Circulair West op te richten en Leon van Ast aan te stellen als aanjager en kwartiermaker. In korte tijd is de stichting uitgegroeid tot een spraakmakende inspiratie- en netwerkorganisatie met 35 deelnemers. Van Ast verduidelijkt: “Wij helpen bedrijven om hun producten, diensten en businessmodellen te (her)ontwerpen op basis van circulaire uitgangspunten. Reststromen moeten volledig en hoogwaardig worden hergebruikt in regionale kringlopen. Samenwerking tussen ondernemers uit diverse sectoren is daarvoor noodzakelijk. Daarom werken deelnemers uit diverse sectoren onderling samen aan concrete icoonprojecten, zoals aan de blauwdruk ‘duurzame woonwijk’. Hierin staan innovatieve ontwikkelingen centraal, zoals toepassing van een wijkbatterij voor het opslaan van lokaal opgewerkte energie, demontabele en herbruikbare bouwmaterialen en het (her)gebruik van (circulair) beton. Bij dit laatste project verwerkt AW Groep met Bollenbeton vrijkomend sloopbeton weer tot nieuw beton. We verwachten aan het einde van dit jaar met de blauwdruk naar buiten te treden.”
Meer informatie: www.circulairwest.nl
Stroomuitval? Teveel stroom opgewekt? De auto in!
Een stroomuitval? Die kennen we in Nederland zelden, maar in andere landen weten ze er alles van. En wat doe je in dat geval? Hoe mooi zou het zijn als we op die momenten onze elektrische auto zouden kunnen terug laten leveren. Net zoals we diezelfde auto kunnen gebruiken om het teveel aan eigen opgewekte energie tijdelijk in op te slaan. Toekomstmuziek?
Stroomuitval komt bij ons bijna niet voor. Maar wat gaat er gebeuren als het huidige energienet straks nog meer belast wordt? Dan zou het toch verdraaid handig zijn als jij bij stroomuitval je elektrische auto gewoon aan je laadpaal kunt zetten om stroom aan jezelf terug te leveren. Helaas is dat in Nederland nu nog niet mogelijk. Maar in San Francisco wel. Daar zitten ze vaak zonder stroom, maar hebben ze ‘Vehicle-to-Grid’ (V2G) laadpalen die energie terug kunnen leveren. Zo lukte het iemand om zijn koelkast tijdens de urenlange stroomuitval met zijn Nissan Leaf aan te houden. Alleen kennen we deze bilaterale laadpalen in Nederland nog niet.
Eerder geladen energie opnieuw gebruiken V2G wil zeggen dat de energie in de batterij van een elektrische auto teruggeleverd kan worden aan het elektriciteitsnet. Hiermee kan je bijvoorbeeld een huishouden of kantoor voorzien van stroom, maximaal gebruik maken van groene energie en het net ontlasten. De energie die de auto eerder heeft geladen, gebruik je later dus weer opnieuw. Dus zodra de V2G oplaadpalen er zijn in Nederland? Dan kun je gaan terugleveren bij stroomuitval, elektrisch barbecueën in het park of een zakelijke presentatie in een afgelegen bos van stroom voorzien.
Geen aggregaat maar accu voor evenmenten Maar de accu van een elektrische auto kan op meerdere manieren een belangrijke bijdrage leveren aan het versnellen van de klimaattransitie. Wat te denken bijvoorbeeld van piekbelasting in de eigen opgewekte energie? Dan is toch het veel slimmer om deze energie tijdelijk op te slaan in de accu van je auto en pas op het moment dat het weer rustig is terug te leveren? En wat te denken van het verduurzamen van evenementen door ze niet meer op een aggregaat maar de accu van je elektrische auto te laten draaien? De mogelijkheden zijn legio! n
Daarnaast is het ook belangrijk goed voorbereid te zijn op hevige weersveranderingen. Je zou er toch niet aan willen denken dat je net gebouwde huisje door een enorme vloedgolf weggespoeld wordt. Dus is de bouwsector druk met klimaatadaptief bouwen. Dat betekent dat nieuwbouwlocaties zoveel mogelijk zo gebouwd worden dat ze bestand zijn tegen weersextremen als gevolg van klimaatverandering Deze ambitie is vastgelegd in het Convenant Klimaatadaptief Bouwen. Dit is ondertekend door onder meer bouwbedrijven, gemeenten, de provincie, waterschappen, maatschappelijke organisaties, financiers en projectontwikkelaars in Zuid-Holland. Eén van de koplopers die hieraan meedoet, is Van der Hulst Bouw. Zo bouwt de duurzame bouwer tegenwoordig woningen met ondergrondse waterputten, regenwatersystemen voor een betere watervoorziening, meer groen in de wijk en het lokaal opslaan van opgewekte energie in de accu’s van buurtauto’s. Ook Dura Vermeer bereidt zich als deelnemer van het convenant voor op de toekomst. Zo is het stedenbouwkundig plan van enkele van haar nieuwbouwlocaties inmiddels zo ontworpen dat het regenwater zoveel mogelijk infiltreert in de bodem of bovengronds wordt afgevoerd via goten, watergangen en raingardens. De voortuinen van de woningen zijn klimaatadaptief ingericht met veel beplanting en waterdoorlatende bestrating. Licht gekleurd metselwerk moet op zijn beurt hittestress verminderen. Om de natuurlijke flora en fauna te stimuleren zijn er in de gevels nestvoorziening opgenomen.
Albert Versluis en Sandra Heuer: “Een keer extra op de fiets is natuurlijk ook goed voor het milieu en voor jezelf”
Versluis over duurzaamheid in mkb
Verlagen van de CO2-uitstoot: elke ondernemer houdt zich hiermee bezig, zeker nu vanaf 1 januari 2023 elk bedrijf met een kantoorpand groter dan 100 m2, minstens energielabel C moet hebben. Naar schatting voldoet de helft van alle bedrijven hier nog niet aan. Een interview met bouwadviesbedrijf Versluis in Sassenheim over verduurzamen van bedrijfspanden.
Voldoen aan energielabel C betekent dat een kantoorgebouw maximaal 225 kilowattuur per vierkante meter per jaar aan energie mag verbruiken. Is dat na 1 januari 2023 niet het geval, dan mag het pand niet meer als kantoor worden gebruikt. “Het probleem is dat veel ondernemers helemaal geen inzicht hebben in hun verbruik en het energielabel dat ze hebben”, vertelt Sandra Heuer, adviseur duurzame oplossingen bij Versluis. “Doe dus eerst een energielabelcheck, en schrik niet als jouw kantoor energielabel G scoort. Soms kun je zonder al te grote ingrepen de sprong maken naar energielabel C. Bijvoorbeeld door het plaatsen van zonnepanelen, betere isolatie of het installeren van regeltechniek in combinatie met led-verlichting die automatisch dempt zodra er meer zonlicht naar binnen valt.”
Terugverdienen
De nieuwe wetgeving is niet de enige reden waarom investeren in duurzaamheid nodig is. Sandra Heuer: “Een goed energielabel is een visitekaartje voor je onderneming. Daarnaast verdienen de investeringen zichzelf vaak binnen afzienbare tijd (binnen vijf jaar) terug.”
Profiel Versluis
Bouwadviesbureau Versluis heeft zich sinds de oprichting in 2002 gespecialiseerd in het begeleiden van bedrijven en organisaties die een nieuw pand willen laten bouwen of die onderhouds- en renovatiewerkzaamheden overwegen. Ook advies over de financiering hiervan en de coördinatie van de werkzaamheden zijn onderdeel van de dienstverlening van Versluis.
Klanten van Versluis zijn onder andere onderwijsinstellingen, woningbouwcorporaties, verenigingen van eigenaren en bedrijven in het mkb. Ook het begeleiden van individuele bewoners bij grootschalige renovatie- en duurzaamheidsprojecten is een specialiteit van het Sassenheimse bedrijf, dat ruim dertig medewerkers telt. Mensgerichtheid, slimheid, ambitie en plezier zijn de elementen waarmee Versluis zich onderscheidt.
Sinds 1 oktober kunnen mkb-ondernemers subsidie krijgen voor het laten opstellen van een adviesrapport door een adviseur en voor ondersteuning bij de uitvoering door een adviseur. Versluis kan helpen met de subsidieaanvraag, het adviesrapport en de financiering, en ondernemers ondersteunen bij de daadwerkelijke verduurzaming.
Compensatie CO2-uitstoot
“Een rapport bevat meestal aanbevelingen voor het duurzamer maken van je pand, maar er zijn veel meer mogelijkheden om duurzaam te opereren”, voegt algemeen directeur Albert Versluis toe. “Een voorbeeld: niet altijd is verduurzaming van je pand direct mogelijk en je kunt ook niet alles tegelijk doen. Dan kun je ervoor kiezen om bijvoorbeeld je wagenpark binnen vier jaar te vervangen door elektrische auto’s, of om certificaten te kopen waarmee je je CO2-uitstoot afkoopt. Een keer extra op de fiets is natuurlijk ook goed voor het milieu en voor jezelf. Verduurzaming is iets waar je naartoe groeit en dat je geleidelijk moet doen als onderdeel van een groter plan. Niet iedereen is even ver, afhankelijk van onder andere de bedrijfsprocessen en de hoeveelheid warmte die hiermee gepaard gaat. Bij elk bedrijf is het anders en dus moet je maatwerk leveren om de bedrijven op gang te helpen.”
Echte gesprekspartner
“Zelf doen we het ook geleidelijk”, legt Sandra Heuer uit. “Omdat we in een huurpand zitten, kunnen we niet zelf zonnepanelen op het dak leggen, dus kiezen we voor elektrische auto’s, in afwachting van het moment dat we wel zelf stroom kunnen opwekken. Practice what you preach, zeggen we. Zo laten we zien aan onze opdrachtgevers dat we er zelf ook op deze manier mee bezig zijn, en dat we herkennen waar zij tegenaan lopen. Daarmee ben je een echte gesprekspartner voor je opdrachtgever.” n
Versluis Wattstraat 16 2171 TR Sassenheim T 0252 34 36 40 E info@versluisgroep.nl I www.versluisgroep.nl
Van der Burg Hoveniers over klimaatadaptief bouwen ‘Je ziet zeker wel verbetering’
“We zijn er niet om de aardbol te plaveien met stenen en tegels”, zegt Rob van der Burg. We bellen met de eigenaar van het gelijknamige hoveniersbedrijf in Rijnsburg, dat met 103 jaar een van de oudste bedrijven in de regio is, en vragen hem wat hij in de dagelijkse praktijk merkt van klimaatadaptief bouwen.
Hoe ziet een goede tuin eruit?
“Wij zijn geen stenenleggers maar hoveniers. We zijn er dus niet om de aardbol te plaveien met stenen en tegels maar willen graag mooie tuinen aanleggen, dus niet tuinen die helemaal dichtgelegd worden, met slechts hier en daar een bak of een border. Dat betekent dat we gras in de tuin leggen en struiken en bomen planten. Gras werkt namelijk als een spons en trekt water aan. Bomen en struiken zijn om dezelfde reden belangrijk, maar ook vanwege de productie van zuurstof en het onttrekken van CO2 uit de lucht.”
Hoe belangrijk is goede waterafvoer tegenwoordig nu er steeds vaker stortbuien vallen?
“Heel belangrijk. We proberen in tuinen het water zoveel mogelijk te bufferen en te vertragen, zodat het niet meteen het riool inloopt maar geleidelijk terugvloeit naar het oppervlaktewater in de wijk. Daardoor ontlast je het riool. Waar mogelijk leggen we een vijver aan. En we zorgen voor opvang van hemelwater in bijvoorbeeld een regenton. Dat water kun je dan vervolgens weer gebruiken om je tuin te sproeien en de planten water te geven.”
Hoe is het gesteld met de waterafvoer in wijken?
“Vroeger had je veel meer landbouwgrond. Water loopt daar gedurende een dag of drie vier vanaf akkers via greppels, sloten en tochten geleidelijk weg naar een kanaal. Maar met de bouw van nieuwe huizen en wijken zijn die tussenstappen allemaal verdwenen en dus heb je sneller wateroverlast. Hoe het water wegloopt in nieuwe wijken, is afhankelijk van de vraag hoe zo’n wijk is ingericht. In oudere wijken is dat anders dan in nieuwbouwwijken. In nieuwe wijken zorgen gemeentes en waterschappen tegenwoordig
Rob van der Burg: “Onze klanten kiezen toch weer vaker voor groen in hun tuin, dus niet alleen maar grint en stenen. Dat is niet alleen beter voor het klimaat en het milieu maar ook voor mij als hovenier”
voor nieuw oppervlaktewater in de vorm van vaarten en meertjes. Dat zie je nu bijvoorbeeld bij nieuwbouwwijk De Horn in Rijnsburg en nieuwe wijken als Oegstgeest aan de Rijn en ’t Duyfrak in Valkenburg.”
“Wat verder belangrijk is, is dat wanneer de bouw klaar is, de grond voor de tuin goed en diep wordt omgespit om de harde bouwlaag te doorbreken, die ontstaan is als gevolg van het gebruik van zware bouwmachines. Dus niet een klein laagje grond weghalen, de rest laten liggen en daar bovenop een dun laagje tuinaarde leggen, zoals nog weleens gebeurt omdat alles snel moet gebeuren. Als je op zo’n onderlaag dan vervolgens een tuin aanlegt, groeit er na een paar jaar geen boom of plant meer, doordat de onderlaag veel te hard is. Het begint allemaal met goede grondbewerking. Doe je dat niet dan heb je een probleem.”
Merk je wel verbetering ten opzichte van de jaren ervoor?
“Het hoogheemraadschap Rijnland, de provincie en de gemeenten hameren tegenwoordig op goede waterafvoer. Hierover worden bijvoorbeeld convenanten gesloten tussen de verschillende p artijen die betrokken zijn bij de bouw van wijken. Ook de regels worden steeds concreter. Wijken worden niet meer volledig dicht gebouwd, maar er komen nu ook watertjes in de wijken, niet alleen vanwege de leefbaarheid, ook om overtollig water geleidelijk af te voeren. Op technisch gebied is er ook meer mogelijk. Wat je onder andere ziet is dat er twee soorten watersystemen ontstaan, een voor schoon en een voor vuil water. En nog een voorbeeld: op parkeerplaatsen zie je dat gemeenten nu vaker kiezen voor waterdoorlaatbare stenen. Wat dat betreft zie je zeker wel verbetering.”
Tot slot: wat zijn de trends op hoveniersgebied?
“Onze klanten kiezen toch weer vaker voor groen in hun tuin, dus niet alleen maar grint en stenen maar een complete tuin. Dat is niet alleen beter voor het klimaat en het milieu maar ook voor mij als hovenier. Tenslotte is dat mijn business.” n
Van der Burg Hoveniers Evertsenstraat 25 2231 RA Rijnsburg T 071 408 48 42 E info@vanderburghoveniers.nl I www.vanderburghoveniers.nl
Frank Griekspoor over duurzaam ondernemen ‘Het is toch normaal dat je nadenkt over duurzaamheid?’
‘Topsport in civiele techniek’ is de slogan van familiebedrijf Griekspoor in Nieuw-Vennep, “een slogan die we bedacht hebben omdat verschillende familieleden op hoog niveau actief zijn in onder andere de tennissport en de motorcross”, zegt eigenaar Frank Griekspoor. “En ja, die topsportmentaliteit hebben we ook als het gaat om duurzaamheid.” Een interview.
“Duurzaam ondernemen bijzonder? Wij vinden het normaal dat je materiaal als staal en hout zoveel mogelijk hergebruikt en dat je nadenkt over duurzaamheid”, zegt Frank Griekspoor als we hem vragen hoe de medewerkers van zijn familiebedrijf duurzaamheid in praktijk brengen. “Sinds mijn vader ons bedrijf in 1968 oprichtte, letten we hier op. Ongemerkt zijn we zo aan de gang gegaan. Het zit in ons DNA, zonder dat we dit nu meteen van de daken schreeuwen. Misschien moeten we dit wel wat meer doen”, zegt Frank Griekspoor bescheiden.
In de ijskast
Waar het bedrijf duurzaam kán opereren, doet het dat. Daarbij is er wel de handicap dat de gemeente Haarlemmermeer het vier hectare grote bedrijfsterrein van Griekspoor in de toekomst wil gebruiken voor woningbouw. “Plannen voor het plaatsen van zonnepanelen op het dak of in de omliggende weilanden kunnen hierdoor in de ijskast. Want we weten niet of we hier blijven zitten. Investeren in duurzame oplossingen is hierdoor lastig. Maar waar het kan, doen we het. Dat we duurzaamheid belangrijk vinden blijkt ook uit de diverse certificaten op milieugebied die we in de loop van de jaren hebben gehaald.” De voorbeelden die Frank Griekspoor vervolgens geeft, zijn legio. Zo is de kantoorvleugel die afgelopen voorjaar achter het hoofdgebouw is neergezet omdat er gebrek aan kantoorruimte was, zodanig gebouwd dat het binnen enkele dagen kan worden gedemonteerd en elders hergebruikt. “We hadden ook voor portacabins kunnen kiezen”, zegt de eigenaar van het familiebedrijf, “maar we wilden ook een goed werk- klimaat bieden, vandaar dat we voor deze mooiere prefab oplossing hebben gekozen.”
Frank Griekspoor: ‘Binnen tien jaar verwacht ik dat onze machines op waterstof rijden’
Elektrisch rijden
Ook op andere manieren let Griekspoor op het milieu. Zo zijn de bouwketen van het bedrijf voorzien van zonnepanelen, waarmee het zelf de energie opwekt. Afvalscheiding is belangrijk, wat onder andere blijkt uit het feit dat één medewerker zich bijna fulltime bezighoudt met het inzamelen en scheiden van het afval. En verder zijn de bedrijfshallen al langere tijd voorzien van led-verlichting. Daarnaast zijn de nieuw gekochte personenwagens voor de uitvoerders en werkvoorbereiders tegenwoordig elektrisch. En ook de eerste elektrische shovel is aangeschaft, ook trouwens omdat dit in bestekken wordt gevraagd. “Maar voor de bedrijfswagens en de rest van het machinepark is elektrisch rijden nog niet aan de orde”, legt Frank Griekspoor uit. “We hebben werkpaarden nodig die zwaar werk kunnen verzetten. Rijden met een stekker is nog niet mogelijk bij deze vervoermiddelen.” “We kijken wel naar alternatieve brandstoffen voor ons machinepark, bijvoorbeeld waterstof”, gaat Frank Griekspoor verder. “Binnen tien jaar verwacht ik dat het mogelijk is om onze machines te kunnen laten rijden op waterstof. Ook op het gebied van duurzamere accu’s verwacht ik een verdere ontwikkeling. Dat gaat zeker een hoge vlucht nemen. We lopen misschien niet voorop als het gaat om de invoering van innovatieve technieken, maar volgen het wel op de voet en gaan er graag in mee.”
Medewerkers
Voor Griekspoor houdt duurzaamheid niet op bij het wagenpark en de gebouwen. Ook duurzaam personeelsbeleid vinden de eigenaren van het 53 jaar oude bedrijf belangrijk. “Een familiebedrijf kenmerkt zich door betrokkenheid”, zegt Frank Griekspoor. “Dat betekent dus lange dienstverbanden. We hebben een goede groep mensen die het leuk vinden om bij ons te werken. Ook vacatures krijgen we goed opgevuld, niet altijd direct maar uiteindelijk vinden we iemand, vaak via-via omdat medewerkers die al bij ons werken, iemand weten die wil switchen.” Wat we tenslotte ook belangrijk vinden, is de gezondheid van onze mensen want zij leveren elke dag weer een topsport prestatie. Goed voor jezelf zorgen is daarom extra belangrijk. Jong of oud, op kantoor of in de buitendienst, wij ondersteunen ze graag in het maken van gezonde keuzes.
Profiel Griekspoor
Griekspoor begon met grondwerk, baggeren en het maaien van bermen. Nog steeds wordt dit werk gedaan, maar inmiddels zijn er tal van andere activiteiten bijgekomen, onder andere het aanleggen en onderhouden van bruggen en speelplaatsen in de openbare ruimte en het aanbrengen van belijning op het wegdek. Het overgrote deel van de opdrachtgevers zijn overheidsinstanties zoals gemeenten, provincies en waterschappen. Dit werk wordt gedaan in de Randstad, redelijk dicht bij huis. Maar met Griekspoor Thermal Coatings opereert het bedrijf ook internationaal. Voor onder andere de Chinese markt produceert dit bedrijfsonderdeel coatings voor hydraulische cilinders. Griekspoor, dat sinds de oprichting in 1968 op de Venneperweg in Nieuw-Vennep is gevestigd, heeft ongeveer honderd mensen in dienst. Het bedrijf staat onder leiding van Frank en zijn broer Ron Griekspoor, maar inmiddels loopt ook de derde generatie Griekspoor warm. In een periode van vijf tot tien jaar verwacht het bedrijf qua personeelsaantallen te verdubbelen. Frank Griekspoor: “Maar we zetten in op beheerst en gecontroleerd groeien zonder stuiptrekkingen.”
Zo bieden wij onze mensen onder andere bootcamplessen en op maat gemaakt voedingsadvies.We hebben ook een fietsploeg en we houden vitaliteitsweken. Verder letten we er op dat er niet te veel gebakjes en saucijzenbroodjes worden gegeten. Het is wel gezellig, maar gezond eten is ook een vorm van duurzaamheid.” n
Griekspoor Venneperweg 905 2152 MD Nieuw-Vennep T 0252 67 26 14 E info@griekspoor.nl I www.griekspoor.nl
Van der Hulst bouwbedrijf doet het weer: energie opwekken met nieuwbouwhuizen ‘Buurtbatterij’ met snel laadfunctie is sleutel van een kunststukje
Opnieuw realiseert Van der Hulst bouwbedrijf een kunststukje. Zeventien woningen in een deelproject van Hooghkamer gaan straks méér energie opwekken dan de bewoners gebruiken. ‘En omdat wij die zeventien met elkaar en met een gezamenlijke buurtbatterij verbinden kunnen wij met slim energiemanagement het energie-overschot bufferen.’ Voor meer technische innovatie op het gebied van total roof concept en energieopslag participeert Van der Hulst nu ook in EF-CONCEPTS.
Yvonne van der Hulst: ‘Hoe lokaler je de energie houdt hoe beter’
Dat je met slim gebruik van techniek woningen kunt bouwen die per saldo ‘nulop-de-meter’ zijn had Van der Hulst al eerder bewezen. Directeur Yvonne van der Hulst: ‘Nul-op-de-meter was de nieuwe standaard voor huizenbouw. Ik zeg ‘was’, want daar waren wij eerlijk gezegd al voorbij. Ook in Hooghkamer hebben wij al eerder het deelproject ‘De Wals’ opgeleverd. Daarin hebben wij energiezuinig gebouwd: goed geïsoleerd, zonnepanelen, warmtepompen en in ieder huis een eigen batterij voor het overschot.’ In dat project hebben zij echter vooral veel ervaring opgedaan met het toepassen van heel veel techniek en daarmee de do’s en donts inzichtelijk gekregen. ‘Wij hebben daar samengewerkt met een nieuwe energieleverancier, 4YEF, die zorgdraagt voor de onderlinge balancering en verrekening.’ Op basis van die ervaring gaat Van der Hulst nu weer een stap verder.
Plus-op-de-meter met slim energiemanagement: de buurtbatterij met snellaadfunctie!
Waar in het eerste project 33 thuisbatterijen mede zorgen voor balans op het netwerk, door de woningen virtueel aan elkaar te koppelen, komen nu in het nieuwe project van 17 woningen in hetzelfde grid geen thuisbatterijen maar een heuse buurtbatterij met snellaadfunctie. De voordelen zijn zo groot dat Van der Hulst de buurtbatterij op eigen grond heeft gerealiseerd.
Bijzonder aan deze snellader is dat hij een kleinverbruikaansluiting (55kW) heeft – en daarmee geen zware aansluiting op het net vereist – en tegelijkertijd een groot vermogen (150kW) kan afgeven aan elektrische auto’s. Ook kan hij over zijn netaansluiting absorberen/ terugleveren aan het net en zo het net helpen versterken. ‘De buurtbatterij helpt zo de lokale energiehub. Mercedes-Benz participeert in het project in Voorhout met twee elektrische deel-auto’s. De EQA’s van Mercedes-EQ staan op een centrale plek in de wijk en hebben met de buurtbatterij dus ook hun eigen snellaadstation.’ Van der Hulst heeft zelfs al een volgende doel voor ogen. ‘Hoe lokaler je de energie houdt hoe beter. Dus zoeken wij nu mogelijkheden om nog eens enkele tientallen huizen en/of twee of drie bedrijven aan de twee eerdere bouwprojecten te koppelen. Koppel daar wellicht een kleinschalige windturbine aan en je maakt weer een stapje naar energieneutraliteit.’
Wij kunnen dit betaalbaar opschalen naar zoiets als heel nieuw Vliegveld Valkenburg
In 2019 won Van der Hulst de Duurzaamheidsprijs Duin- & Bollenstreek won met haar Plus-op-de-meter project. ‘In de paar jaar die wij nu verder zijn is bij ons het vertrouwen gegroeid dat wij de juiste manier van doen gevonden hebben. En het mooie is: dat kunnen wij nu gaan opschalen. Wij hebben de bouwtechnieken onder de knie, de aanleg van de technische installatie en de beste manier om energie-opbrengst en verbruik onderling te balanceren. Hoe meer wij dit gaan opschalen hoe betaalbaarder het wordt. In samenwerking met andere ontwikkelaars, bouwbedrijven en de overheid moet dit haalbaar zijn.’
Terwijl Yvonne van der Hulst doorgaat met experimenteren en ontwikkelen legt zij telkens nieuwe verbanden voor projectmatige samenwerking. ‘Ieder zijn specialiteit, zoals energiebedrijven, leveranciers van nieuwe techniek, autobedrijven en ga zo maar door. EF-concepts is een bedrijf dat zich bezig gaat houden met innovatie op het gebied van de ontwikkeling en productie van duurzaam gefabriceerde zonnepanelen. Wij gaan een total roof concept aanbieden en daarnaast gaan we ook producten aanbieden voor de opslag van energie.’ Waarom? ‘Omdat wij de plaatsing van zonnepanelen een integraal onderdeel vinden van ons bouwproces. En omdat wij zien dat de gebouwde omgeving, automotive en energiemarkt steeds meer een geïntegreerd geheel vormen die de energietransitie verder brengt en veel voordeel geeft in een gemeente aan de lokale bewoner van de woonwijk; lokaal opgewekte groene energie met een zeer scherpe energierekening zonder extra verzwaring en belasting van het netwerk.’
Zonnepanelen worden total roof concept
De zonnepanelen van EF-concepts zijn overigens niet zomaar panelen. Zonnepanelen worden complete dak geïntegreerde modules die daardoor goed aansluiten op zowel gegolfde als vlakke reguliere dakpannen zonder een extra benodigd onderframe. ‘Zo kunnen ze perfect aansluiten, zónder frame direct op de daklatten worden gelegd en zijn ze geïntegreerd in het dakvlak veel minder kwetsbaar voor storm. Daarnaast hebben ze een groot opwekvermogen, lange levensduur met langdurig goed rendement in opbrengst. Dit paneel is dus direct ook de wind- en waterdichte afwerking van je dak en daarmee eenvoudiger en robuuster.’ n
Van der Hulst bouwbedrijf Akervoorderlaan 6, Lisse T 0252 210 031 E info@vanderhulstbouwbedrijf.nl I www.vanderhulstbouwbedrijf.nl
Kewodak dé Dakmakers in Alphen aan den Rijn ‘Met onze daken kun je flink besparen op je energiekosten’
“Veel mensen denken nog steeds bij een plat dak: als het maar donker bitumen en waterdicht is. Maar wij denken juist in groene, gele, witte en blauwe daken.” Aan het woord is commercieeltechnisch adviseur Kevin Duthler van Kewodak. Een interview over hoe platte daken kunnen bijdragen aan een duurzamere bedrijfsvoering met lagere kosten.
“Je kunt zoveel meer met een dak”, zegt Kevin Duthler enthousiast. “Natuurlijk moet het waterdicht zijn, maar wij kijken graag verder. De kennis hierover is gering. Wij willen daarom dat bedrijven en instellingen zich ervan bewust zijn dat er meer kan, niet om hen iets op te leggen, maar om te laten zien dat er heel veel mogelijkheden zijn die uiteindelijk ook nog eens geld opleveren.” “Vandaar dat we in ons kantoor in Alphen aan den Rijn een kenniscentrum hebben ingericht waar we met klanten en leveranciers sparren over wat je allemaal met een dak kan”, vervolgt Kevin. “Het leuke is dat we vervolgens met hen ons eigen dak opgaan om te laten zien hoe het er in de praktijk uitziet. Daar liggen mooie voorbeelden, onder andere een tuindak, een dak met zonnepanelen en er staat zelfs een bijenkast.”
Kleuren
maakt, worden door Kewodak uitgedrukt in kleuren, die symbool staan voor een bepaald dakconcept. Zo zijn er bijvoorbeeld gele daken waarop zonnepanelen worden gelegd om het energieverbruik van een bedrijf of instelling te verlagen. Er zijn groene daken met bijvoorbeeld (vet-)planten en andere natuurlijke begroeiing inclusief bijenkasten. Bij blauwe daken staat goed waterbeheer centraal. En rode daken zijn (leef-)daken waarop complete terrassen en zelfs jacuzzi’s worden aangelegd, zoals in grote steden regelmatig gebeurt.
“Groene en blauwe daken dragen bij aan een beter waterbeheer, en dat is een groot voordeel in deze tijden van klimaatverandering met stortbuien en overlopende riolen”, legt Kevin uit. “Als je water buffert loopt het langzamer weg van het dak en wordt het geleidelijk afgevoerd. Planten en bomen op daken hebben eenzelfde soort effect doordat ze water vasthouden.”
Soort dak
“De functie van het dak bepaalt hoe het dak moet worden aangelegd”, gaat Kevin verder. De ondergrond moet goed zijn om lekkage te voorkomen. Een voorbeeld: “Bij de aanleg van zonnepanelen adviseren we om te investeren in een robuust dak waar je heel lang niet over na hoeft te denken, en dat een langere levensduur heeft dan de zonnepanelen. Want je wilt niet dat er lekkages ontstaan onder de panelen.”
Kevin Duthler: “We kunnen hier in ons kenniscentrum en op ons eigen dak laten zien hoe het werkt.”
Ook het voorkomen van brand is hier een belangrijk issue. Kevin: “Speciaal hiervoor gebruiken we materiaal dat een zelfdovend effect heeft wanneer er brand ontstaat, bijvoorbeeld bij een dak met een aansluiting met zonnepalen. Met name bij scholen, openbare ruimtes en andere plekken waar veel mensen komen, is dat een mooie en veilige oplossing.”
Paradepaardje
Een van de paradepaardjes van Kewodak zijn zogeheten witte Carrara-daken. Op zomerse dagen worden deze veel minder warm dan een zwart dak. Ter vergelijking: op een zwart dak loopt de temperatuur op tot 80 of 90 graden, bij een wit dak tussen de 30 en 50 graden. Dit komt doordat een wit dak zonnestralen weerkaatst en er dus minder warmte wordt geabsorbeerd. Hierdoor blijft het binnenin het gebouw koeler. In de zomer kan hierdoor de airconditioning op een lagere stand of zelfs helemaal worden uitgelaten en daarmee bespaar je op je energiekosten. Bovendien leveren zonnepanelen 6 tot 8 procent meer rendement op met een wit Carrara-dak. En dat zijn niet de enige voordelen. Bij de witte daken maakt Kewodak gebruik van een speciale coating die schadelijke fijnstoffen als stikstofoxide en zwaveloxide omzet in klimaatneutrale stoffen. Dit zorgt voor CO2-reductie en een zuiverder lucht. Bijkomend voordeel is dat voor dit soort duurzame oplossingen subsidiemogelijkheden zijn.
Isolatie
“Graag wijzen wij onze klanten op deze en andere interessante zaken”, zegt Kevin Duthler aan het einde van het gesprek. Ook over goede isolatie en veiligheidssystemen voor het zelf inspecteren van bijvoorbeeld bedrijfsdaken, kunnen we alles vertellen. Belangstellenden zijn dus van harte welkom.” n
Profiel Kewodak dé Dakmakers
Kewodak werd in 1984 opgericht door Cees Keijzer en Jacques Wolswijk. Sinds 2012 wordt het familiebedrijf geleid door de tweede generatie: Frank Keijzer. Ook de tweede generatie Wolswijk is werkzaam bij Kewodak: Erik Wolswijk, hij als uitvoerder. Commercieel-technisch adviseur Kevin Duthler: “We doen alles wat te maken heeft met aanleggen, inspecteren, repareren en onderhouden van platte daken, in nauwe samenwerking met bouwteampartners en andere partijen. Onze servicewerkzaamheden hebben we ondergebracht in een aparte serviceorganisatie: Dé Dakmakers. Zo houden we onze kennis en vaardigheden in eigen huis. Als familiebedrijf zijn we niet gericht op snel geld verdienen maar op samenwerking op de lange termijn. Met veel van onze klanten en partners werken we al jaren samen.”
De klanten van Kewodak Dakmakers zijn divers: gemeenten (onder andere Alphen aan den Rijn en Gouda), landelijke overheidsinstellingen (bijvoorbeeld de Reclassering Nederland), woningbouwcorporaties, scholen, verenigingen van eigenaren, vastgoedbeheerders en bedrijven.
Kewodak dé Dakmakers Kalkovenweg 58 2401 LK Alphen aan den Rijn T 0172 438 332 E info@kewodak.nl I www.kewodak.nl
Bedrijven Sloos Groep hebben zuinigheid in hun DNA en zetten graag een stap extra
Afgelopen september nam Sloos Groep de bekende Leidse glasgroothandel Van der Kwast over. ‘Van der Kwast past echt bij ons. Het is een ambachtelijk familiebedrijf dat materialen levert voor bouw en onderhoud. Precies wat wij ook al zijn.’ Bovendien waren het al jaren buren op het bedrijventerrein De Waard in Leiden. Dat schept mogelijkheden: ‘Wij verbouwen hun oude pand tot ons nieuwe kantoor en zo tot toonbeeld van duurzaam materialengebruik.’
‘Wij grijpende gelegenheid aan om eens een goed totaalplaatje te maken van al ons duurzame, zelfs circulaire, werk. Dat begint buiten met de aanleg van een showtuin met de tegels van Sloos Tegels (voorheen Steenplaza Leiden), die wij uiteraard voegen met het Smartsand van WS Products. Tegen de gevels plaatsen wij verticaal levend groen (groenwand) en de gevels zelf worden helemaal nieuw en beter geïsoleerd opgetrokken. Binnen zie je natuurlijk vloer- en wandtegels, maar vooral ook het houten interieurwerk van Sloos Maatwerk (voorheen De Waard maatwerk). Alles ook met glas van Van der Kwast.’ En het dak leggen ze vol met zonnepanelen. Andrew Bontje (Sloos Tegels) en Dave de Vogel (Sloos Maatwerk) zien het al helemaal voor zich. ‘Wij gaan ermee laten zien wat de samenwerkende bedrijven binnen Sloos Groep allang doen: zuinig omgaan met de natuur, hergebruik van materiaal, goede waterhuishouding en aanleg met het oog op veranderingen van het klimaat. Samen zijn wij best duurzaam bezig!’
Eerst nadenken, dan straten maken
De stratenmakers van aannemersbedrijf Sloos, het oudste onderdeel van het bedrijf, zijn waarschijnlijk het verst met de inzet van duurzame methoden bij hun werk. ‘Dat komt deels door de wensen van onze opdrachtgevers (gemeenten), maar het sluit ook gewoonweg aan op onze eigen uitgangspunten voor zuinigheid en voor ‘schoon’ werken. Een mooi voorbeeld is het gebruik van biodiesel in al ons materieel. Dat is niet alleen goed voor het milieu, het is ook een stuk prettiger werken wanneer je naast een draaiende machine bezig bent.’
Voor de aanpak van optimale waterafvoer bij terreinverhardingen hebben de mannen van Sloos al jaren een variatie aan oplossingen. ‘Alsmaar zwaardere regenbuien wil je goed opvangen. Wij denken daarom mee over de optimale indeling
Gezocht
Eye-catcher van de showtuin bij het nieuwe kantoor van Sloos Groep: de ‘onwijs gave’ Olea Europaea. Bioscience Park gaan wij ook hout gebruiken van 36 populieren die daar ter plekke zijn gekapt.’ Dat hergebruik zie je overal in het bedrijf.
‘Het is gewoon zonde om het niet te doen en er zit ook nog prima handel in.’ Voor Dave is dat een kwestie van het juiste verhaal bij het materiaal kunnen vertellen, voor Andrew past het bij hoe een bedrijf in deze tijd in de maatschappij past. ‘Wij hebben als uitgangspunt altijd al gehad dat als wij iets doen, wij het goed doen. (Volgens Dave ‘hoef je niet ziek te zijn om beter te worden!’) Duurzaamheid is een onderdeel van kwaliteit. En het geeft ook voldoening om al het werk voor de aanleg van geveltuinen en boomspiegels in het project ‘Samen aan de Slag’ van de gemeente Leiden te mogen doen.’ Sloos Groep zoekt nog iemand voor de door hen overgenomen Glashandel Van der Kwast. Belangstellenden die denken dat ze passen bij het bedrijf (en de mentaliteit) kunnen mailen naar info@sloos-interieur.nl.
van de tuin of bij onze grond-, weg- en waterbouwprojecten om hitte stress en insectensterfte te reduceren en de biodiversiteit te stimuleren. Waar wij gaan bestraten (of tegelen) kunnen wij bijvoorbeeld de regenpijp afkoppelen, onze waterpasserende klinkers inzetten of het waterdoorlatende, maar oersterke, WS Smartsand voor de voegen gebruiken. WS Smartsand is weeg gemaakt van natuurlijke granulaten en bindmiddelen en laat dus geen vervuilende cement, epoxy of kunsthars achter. Groei van onkruid en de aanwezigheid van insecten/ mieren wordt hierdoor beperkt waardoor er geen pesticiden of andere onkruidbestrijdingsmiddel nodig zijn die slecht zijn voor het milieu.
Hout, steen en glas kun je prima hergebruiken
Slim hergebruik van materiaal is belangrijk voor de mannen en vrouwen van Sloos. ‘Dat hergebruik gaat vrij ver: balken uit het Arsenaal gebruiken wij voor keukens. Maar voor werk in het
Hoe beter de kwaliteit, hoe minder ongepast onderhoud
Wat ze bij Sloos best belangrijk vinden is waar je eerst zelf niet over hebt nagedacht. ‘Neem tuintegels: wanneer je die met een hoge drukspuit schoonmaakt, dan komen vuil en groenaanslag extra snel weer terug. Je kunt beter een veilige groene aanslagverwijderaar gebruiken, zoals WS Green. Dat scheelt je een hoop tijd, het is beter voor het milieu en je maakt geen schade aan je tegels. En als het al te laat is, dan kun je tegenwoordig mooie keramische tegels in de tuin leggen.’ Uiteraard heeft WS Tuinproducten daar dan ook weer het juiste beschermingsmiddel, renigingsproduct, voegmiddel of steenlijm voor. ‘Op de lange termijn is kwaliteit altijd slimmer en dat is ook een kwestie van duurzaamheid.’ n
Sloos Groep Admiraal Helfrichweg 7, Leiden T 071 521 1687 E info@sloosenzoon.nl I www.sloosenzoon.nl