Stichting HSV reageert op GBS [3, slot]
Aandacht voor kritiek Zoals er van de Statenvertaling na een aantal jaren een verbeterde editie is verschenen, zal dat op termijn waarschijnlijk ook voor de HSV gebeuren. Fouten zullen eruit gehaald worden.
O
M.M.C. van der Wind-Baauw uit Hollandscheveld is theoloog en werkte mee aan de herziening van de Statenvertaling.
ok nu de Herziene Statenvertaling (HSV) in haar geheel is verschenen, blijft het mogelijk opmerkingen in te sturen. Bij veel vragen en kritische reacties is een duidelijke uitleg te geven. Maar het HSV-bestuur beseft goed dat er verbeteringen mogelijk zijn. Het bestuur staat open voor kritiek en neemt alle reacties serieus. Er is daarom een commissie ingesteld die alle opmerkingen die binnenkomen, beoordeelt. Die beoordeling vindt dan wel plaats aan de hand van de uitgangspunten van de HSV. De doelstelling en de kaders van de HSV zijn gepubliceerd in De Statenvertaling herzien. Korte toelichting, een bijlage bij de HSV. Waar kritiek terecht blijkt te zijn, zal er aanpassing plaatsvinden. Ook in de kritische brochure Statenvertaling in de 21e eeuw van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) staan verbeteringsvoorstellen die mogelijk gehonoreerd zullen worden. Daarnaast zullen sommige opmerkingen tot nadere bezinning leiden. Vergissing In Exodus 32:32 staat in de HSV de meervoudsvorm ‘zonden’. Dat is inderdaad niet overeenkomstig de grondtekst. De opmerking van de GBS hierover zal waarschijnlijk tot een correctie leiden. Het Hebreeuws heeft het enkelvoud ‘hun zonde’. Enkelvoud en meervoud verschilt in het Hebreeuws mini-
12
de waarheidsvriend
maal. Hoewel het vertaaltechnisch mogelijk is een enkelvoud met een meervoud te vertalen, is het verschil hier vermoedelijk over het hoofd gezien. De Statenvertaling in de uitgave van Jongbloed heeft ook een meervoud. Wellicht ligt hier de oorzaak van de vergissing. Psalm 84:7 HSV Gaan zij door het dorre dal van de moerbeibomen… De GBS heeft ook een punt wanneer ze de cursieve toevoeging ‘dorre’ in Psalm 84 veroordeelt. Het extra woord is ongetwijfeld bedoeld om het begrip te vergroten, maar lijkt toch wel erg sterk op uitleg. Hoewel ‘dorre’ de betekenis van dit vers prima onderstreept, verdwijnt het woord zo goed als zeker uit een bijgewerkte editie van de HSV. Aan de cursivering kan gelukkig iedereen nu ook al zien dat het woord is toegevoegd, maar de vraag of uitleg in een vertaling thuishoort, is terecht. Overigens kun je deze vraag ook aan de Statenvertalers stellen. Zij voegden soms ook woorden toe om de betekenis te verhelderen. Zie bijvoorbeeld Mattheüs 24:8, waar zij het woordje ‘maar’ cursief invoegen. De zin ‘Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten’ had deze toevoeging niet nodig. Slaaf De vertaling van het Griekse woord doulos kan mogelijk logischer. In grote lijnen heeft de HSV gekozen voor slaaf als het om een doulos van mensen gaat en voor dienstknecht als het om een doulos van God of Christus gaat. Dat Malchus in Lukas 22:50 een dienaar van de hogepriester is en in de parallelteksten (Mat.26:51; Mark.14:47) zijn slaaf, vraagt inderdaad om een correctie. Als op andere plaatsen in de HSV
van de regel wordt afgeweken, is dat niet zo verwarrend als de GBS stelt. Er ligt dan een reden in de directe context. In 1 Timotheüs 6:1 zou je ‘Slaven die het slavenjuk dragen’ verwachten. Maar er staat ‘Dienstknechten die het slavenjuk dragen’. Dat is gedaan om te laten zien dat het binnen dit vers om twee verschillende woorden in de grondtekst gaat. Het directe verband krijgt soms voorrang op de algemene regel. Dat apostelen in de HSV dienstknechten zijn en geen slaven is juist helemaal niet inconsequent. Dat verwijt van de GBS is niet goed te begrijpen. Ze zijn het immers ‘van Jezus Christus’ (Rom.1:1). Om het gebruik van het woord slaaf als een dwaling te bestempelen, gaat echt te ver. Daarvoor is er te weinig betekenisverschil met het woord dienstknecht. Al deze voorbeelden zijn niet zo zwaarwegend dat je hierom de HSV aan de kant zou moeten leggen. Dogmatische inkleuring De grote theologische bezwaren die de GBS heeft tegen de herziening van Exodus 32:33 krijgen waarschijnlijk geen instemming van de beoordelingscommissie. Daarvoor komt de kritiek te veel voort uit een specifieke dogmatische inkleuring. Exodus 32:33 SV: Toen zeide de HEERE tot Mozes: Dien zou Ik uit Mijn boek delgen, die aan Mij zondigt. HSV: Toen zei de heere tegen Mozes: Wie tegen Mij zondigt, zal Ik uit Mijn boek schrappen. Voormalig GBS-directeur L.M.P. Scholten legt uit dat het in deze tekst gaat om een eeuwig raadsbesluit. De vertaling ‘zou’ in de SV
8 december 2011
duidt erop dat het uitdelgen nooit zal plaatsvinden. Op subtiele wijze wordt gesuggereerd dat de HSV met de vertaling ‘zal’ de deur op een kier openzet voor arminianisme. Maar de Statenvertalers hebben er zelf kennelijk geen zwaarwegende bezwaren tegen. Zij geven in de kanttekeningen de vertaling ‘zal’ als een mogelijkheid. Ook Scholten ziet dat en merkt daarbij nog op dat de vertaling van de HSV zuiver uit taalkundig oogpunt bezien inderdaad correct is. Verder verkeert de HSV in goed gezelschap. De Engelse King James heeft: ‘(…) him will I blot out of my book’. En will betekent zal. Ook Calvijn vertaalt het zo. En als hij dat mocht doen, waarom de HSV dan niet? Dan had die de uitleg van Calvijn er ook maar bij moeten vermelden, vindt de GBS. Maar waarom? Uitleg hoort in een commentaar thuis, maar niet in een vertaling. Ook niet in een noot. Het argument dat er zoveel voetnoten in de HSV staan, doet niet ter zake. Die staan er niet om uitleg te geven. Daarin worden letterlijke vertalingen gegeven als de hoofdtekst daarvan afwijkt, in onbruik geraakte maataanduidingen verklaard enzovoort. Er komen geen mogelijke theologische misverstanden aan de orde. Dat was trouwens ook al een instructie van de Dordtse synode: ‘Waarnemingen der leerpunten daar bij te voegen, is geoordeeld noch noodig, noch raadzaam te zijn.’ In een eerder artikel in De Waarheidsvriend (25 november 2010) is aan de hand van de belijdenisgeschriften en tekstvergelijking al naar voren gebracht dat de HSV op het punt van de verkiezing en de verwerping van eeuwigheid niet afwijkt van de Statenvertaling. De reactie van de GBS maakt duidelijk dat al op voorhand in twijfel wordt getrokken of de HSV de uitleg van Calvijn volgt. Deze achterdocht is niet nodig. Wie vragen bij een bijbeltekst heeft, kan op de site van de Herziene Statenvertaling (www.statenvertaling.nu/Aantekeningen.html)
de waarheidsvriend
zoeken naar een toelichting. Verder doet zo iemand er goed aan via andere bronnen inzicht te krijgen in de grondtekst. Bovendien kan de bijbellezer andere teksten in de HSV over hetzelfde onderwerp erop naslaan. Er zal dan blijken dat er geen vertrouwde theologische standpunten worden afgewezen. Integriteit De persoonlijke integriteit van de herzieners wil men niet bekritiseren in de brochure van de GBS. Door het stellen van suggestieve vragen gebeurt dit toch wel: ‘We vragen ons ook af wat in feite de wezenlijke doelstelling is van hen die deze vertaling wilden. Wat bewoog hen feitelijk?’ De beschrijving van de HSV is gekleurd. Wie positief over de HSV
denkt, wordt op denigrerende toon neergezet: ‘En dan maar moeilijk doen over het woord derven, maar ieder weet wél wat met loonderving bedoeld wordt!’ Zelfs wanneer je op een bepaald punt waardering verwacht, is er toch nog kritiek. Het handhaven van de woorden ‘zalig maken, zaligheid, Zaligmaker’ en ‘verdoemenis’ zou toch in goede aarde moeten vallen. Maar nee, hieruit blijkt ‘het compromiskarakter’ van de HSV.
Ds. A. Kort stelt dat de HSV ‘knoeit’ met de vertaling. Dat de GBS niet achter de HSV staat, is haar goed recht. Maar je mag elkaar wel op een andere, eerlijkere manier bevragen en beoordelen. Scholten wil niet dat de taal van de Bijbel wordt aangepast aan onze steeds geestelijk armer wordende Nederlandse taal. Wij moeten terug, stelt hij. Het zou mooi zijn als dat kon. Maar het is niet haalbaar, niet realistisch. Taak De stichting HSV ziet het als haar taak taalkundige belemmeringen uit de weg te ruimen. De noodzaak van het werk van de Geest mag nooit een argument zijn om die te handhaven. De Geest van Pinksteren wil mensen immers in
hun eigen taal met het Woord bereiken. De stichting HSV heeft geen verborgen agenda, geen theologische bijbedoelingen. Er is inhoudelijk geen water bij de wijn gedaan. Ondanks alle kritiek die over de HSV is uitgegoten, leeft nog steeds het verlangen dat Gods Woord ook en juist in de herziene Statenvertaling de harten van de lezers raakt en zo tot rijke zegen zal zijn. Meta van der Wind
8 december 2011
Dat de GBS niet achter de HSV staat, is haar goed recht. Maar je mag elkaar wel op eerlijkere manier bevragen en beoordelen.
13