Stichting HSV reageert op GBS [1]
Grondtekst op nummer 1 De Herziene Statenvertaling (HSV) is volgens de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) geen zo letterlijk mogelijke vertaling. En vergeleken met de Statenvertaling komen er te veel overbodige veranderingen in voor. Mede daarom wijst de GBS de HSV af. Maar is dat ook terecht?
O
M.M.C. van der Wind-Baauw uit Hollandscheveld is theoloog en werkte mee aan de herziening van de Statenvertaling.
p de argumenten die de GBS in stelling brengt tegen de HSV is het nodige af te dingen. Vooropgesteld moet worden dat er een fundamenteel verschil van inzicht is over de verstaanbaarheid van de Statenvertaling. Voormalig GBS-directeur L.M.P. Scholten erkent dat er sprake is van een taalbarrière tussen de Statenvertaling en de lezer van vandaag, maar vindt tegelijkertijd dat je dat niet moet overdrijven. We weten nog wel wat woorden als krank en iegelijk betekenen. ‘Men weet heus nog wel wat wenen is.’ Onkunde is het probleem niet, vindt Scholten. Maar zulke woorden zijn geen spreektaal meer. Daarom roepen ze volgens hem ergernis op bij hen die een wat kritische inslag hebben. Kloof Wanneer je meent dat de taal van de Statenvertaling nog goed te begrijpen is, is het logisch dat je haar verdedigt en onveranderd wil laten. Je bent eraan gehecht. De inschatting van de initiatiefnemers van de HSV is echter anders. Zij signaleren een grote kloof tussen woordgebruik en zinsopbouw in de Statenvertaling aan de ene kant en het Nederlands van de 21e eeuw aan de andere kant. Zo’n grote kloof zelfs dat de inhoud van de Schrift voor menigeen wegzakt. En
10
de waarheidsvriend
dat is hoogst ernstig. De GBS schuift te gemakkelijk de serieuze klachten over de moeilijke verstaanbaarheid terzijde. Het is dus geen ergernis met betrekking tot de Statenvertaling die de herzieners dreef, zoals de brochure suggereert. Helemaal niet. Met de grondtekst erbij zie je nog beter waarom de Statenvertalers hebben geschreven wat ze hebben geschreven. De waardering neemt alleen maar toe. Maar de meeste mensen kennen nu eenmaal geen Grieks, Hebreeuws en Aramees. Zij kunnen de grondtekst niet te hulp roepen om de Statenvertaling goed te begrijpen. De herzieners zijn gedreven om Gods Woord zo nauwkeurig mogelijk en zo dichtbij als mogelijk naar de lezer van de 21e eeuw te brengen. Als er een goed hedendaags
woord is dat precies hetzelfde betekent als een ouderwets woord, waarom zou je dat dan niet gebruiken? Wat is de meerwaarde van krank boven ziek? Waarom is ‘een gewaterde hof ’ meer taal van het hart dan ‘een bevloeide tuin’ (Jes. 58:11)? Er is geen verschil. Bij de herziening is steeds gezocht naar de beste Nederlandse woorden. De Statenvertaling is vers voor vers bekeken en steeds is gekeken hoe de grondtekst in vergelijking daarmee het beste weergegeven kon worden. De herzieners hebben niet snel gedacht: ‘Dit zal nog wel duidelijk zijn.’ Ze zijn niet zo beperkt mogelijk te werk gegaan. Dat geven ze onmiddellijk toe. Dat was ook niet hun doel. Veranderingen Volgens de GBS heeft de HSV veel
HSV onder kritiek De Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) gaf deze zomer de brochure Statenvertaling in de 21e eeuw uit. Oud-directeur L.M.P. Scholten schreef het eerste deel: ‘De HSV op de keper beschouwd’. Hierin toetst hij de vertaalprincipes van de Herziene Statenvertaling (HSV) en weegt hij de theologische verschillen tussen de Statenvertaling en de herziening daarvan. Daarnaast bevat de brochure van 87 pagina’s vier interviews met ds. J.M.D. de Heer (Gereformeerde Gemeenten), ds. M.A. Kempeneers (Christelijke Gereformeerde Kerken), ds. A. Kort (Oud Gereformeerde Gemeenten) en ds. P. Korteweg (Hersteld Hervormde Kerk). Het boekje is gratis verspreid onder de lezers van het kwartaalblad Standvastig. De brochure van de GBS is uitermate kritisch over de HSV. De centrale boodschap van de brochure is dat je de HSV niet moet gebruiken. Dat is theologisch onverantwoord. Je kunt de HSV niet beschouwen als een herziening van de Statenvertaling. De vertaalprincipes zijn anders. En de vertaalkeuzes van de HSV doen vragen opkomen omtrent de theologie van de herzieners. Ze veroorzaakt een breuk met het voorgeslacht. De HSV werkt als een splijtzwam. Enkele medewerkers van de HSV hebben van alle teksten die in de brochure aan de orde komen beoordeeld of de kritiek erop naar hun idee terecht is. Onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting HSV is deze beoordeling samengevat in drie artikelen die ingaan op de kritiek van de GBS.
24 november 2011
niet-noodzakelijke veranderingen doorgevoerd. Zo vraagt de bijbelstichting zich af wat de zin is van de verandering in Lukas 19:5. Lukas 19:5 (tegen Zacheüs) SV … want Ik moet heden in uw huis blijven HSV … want heden moet Ik in uw huis verblijven. Verblijven klinkt formeler, luidt de kritiek. Toch is deze wijziging goed uit te leggen, want het woord blijven veronderstelt dat Jezus al binnen is. Maar dat is niet het geval, zoals in vers 7 blijkt. Blijven is een goed begrijpelijk woord, maar hier verkeerd. Verblijven past inhoudelijk ook goed bij de kanttekening ‘Dat is, herbergen, gelijk [in] vers 7 verklaard wordt’. Psalm 73:22 SV Ik was een groot beest bij U HSV Ik was een redeloos dier bij U Volgens de GBS is de verandering in Psalm 73 ook overbodig, omdat de Statenvertaling niet voor enig misverstand vatbaar is. Dit klopt niet, want het eerste waaraan je denkt bij een groot beest is een fysiek groot dier. Het Hebreeuws gebruikt hier een meervoud (beesten). Het klopt dat zo’n meervoud soms wordt gebruikt om de grootheid of veelheid aan te duiden. ‘Dat is, zeer beestachtig’, aldus de kanttekeningen. Het is echter onzorgvuldig dat Scholten alleen het begin van de kanttekening citeert in zijn weerlegging. Er staat ook nog bij: ‘De zin is: Ik mocht met recht bij U gehouden worden zo onverstandig en beestachtig als de beesten zelve.’ De notie van het redeloze, het onverstandige ligt dus al in de Statenvertaling zelf. De combinatie groot beest roept wel degelijk een misverstand op. Een aanpassing is dus terecht. Zinsopbouw Een ander verwijt is dat de zinsopbouw te veel is aangepast. Lange zinnen zijn in de HSV inderdaad gesplitst. Maar of de tol daarvan onvermijdelijk een taalkundige vervlakking is, zoals Scholten stelt, is de vraag. Een lange zin die je
de waarheidsvriend
niet kunt volgen, leidt tot meer vervlakking. Voorwaarde is uiteraard wel dat het splitsen goed gebeurt. Hier en daar zijn nog wel verbeteringen mogelijk. Zo is het soms lastig om goed weer te geven wanneer twee gebeurtenissen gelijktijdig plaatsvinden. Onvoltooide deelwoorden (woorden als: zeggende, zingende) zijn in de HSV regelmatig vervangen door persoonsvormen (zegt, zingt). Daar is niets mis mee. In de Statenvertaling gebeurt dit ook al, zij het minder vaak. Zie bijvoorbeeld Mattheüs 15:25. Daar heeft het Grieks ‘komende en aanbiddende’. De Statenvertaling vertaalt met ‘En zij kwam en aanbad Hem…’ Alleen omdat deze manier van vertalen in de HSV vaker voorkomt, mag je niet stellen dat die van een vertaalprincipe van de Statenvertaling afwijkt. Markus 14:63 SV En de hogepriester, verscheurende zijn klederen, zeide… HSV Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei:… Het bezwaar tegen deze vertaling is dat de HSV de indruk wekt dat het om twee opeenvolgende handelingen gaat. De Statenvertaling laat de gelijktijdigheid van scheuren en zeggen uitkomen. Om het verouderde gebruik van deelwoorden te vermijden, kun je moeilijk anders vertalen dan de HSV heeft gedaan. Bovendien sluit deze formulering de gelijktijdigheid van scheuren en zeggen niet uit. Je zou kunnen lezen: Hij scheurde… en zei (daarbij). Niet letterlijk De GBS hamert erop dat de HSV afwijkt van het vertaalprincipe ‘zo letterlijk mogelijk’. Maar constructies die ten tijde van de Statenvertaling al niet gangbaar waren in het Nederlands zijn ook niet letterlijk vertaald. Alleen al het veelvuldig voorkomende ‘zeggende’ in het Oude Testament is hiervan een duidelijk voorbeeld. In het Hebreeuws is dit geen tegenwoordig deelwoord maar een infinitivus (heel werkwoord) met voorzetsel.
Het zou letterlijk vertaald moeten worden met ‘om te zeggen’ of ‘door te zeggen’ of iets dergelijks. Ook de Statenvertaling heeft daar al niet voor gekozen. En terecht. 1 Samuël 11:6 SV Toen werd de Geest Gods vaardig over Saul, als hij deze woorden hoorde; en zijn toorn ontstak zeer. Constructies in het Hebreeuws die we in het Nederlands nooit hebben gekend, moeten wel omschreven worden. Dat gebeurde ook al in de Statenvertaling. In 1 Samuel 11:6 staat de combinatie voorzetsel (als) + infinitivus (horen) + suffix (achtervoegsel: zijn). Maar in de Statenvertaling zien we niet: ‘als zijn horen deze woorden’, maar een persoonsvorm (hoorde) met het achtervoegsel (hij) als onderwerp. Precies zoals elke grammatica uitlegt. Zo doet ook de Statenvertaling dit al. Dat kan ook niet anders, omdat we in het Nederlands de grammaticale constructie die hier in het Hebreeuws gebruikt wordt, niet kennen en ook nooit gekend hebben. Waar dit soort problemen niet speelt, heeft ook de HSV geprobeerd zo letterlijk mogelijk te vertalen. In 1 Samuël 22:17 staat in de HSV: ‘omdat zij (…) het niet voor mijn oor onthuld hebben’. ‘Voor mijn oor’ had ook ‘voor mij’ kunnen zijn. Toch heeft de HSV dat niet gedaan. Hoewel in het Nederlands overbodig laat de HSV het woord oor terugkomen in de vertaling. Eenvoudigweg omdat het in de grondtekst staat en in het Nederlands geen probleem oplevert. Maar ‘ijdelheid der ijdelheden’ uit Prediker 1:2 vinden we niet meer letterlijk in de HSV. ‘Een en al vluchtigheid’ is dat geworden. IJdelheid wordt vooral geassocieerd met trots op je uiterlijk. Dus dat woord is aan vervanging toe. Daarnaast is het hebraïsme ijdel-
24 november 2011
De GBS schuift te gemakkelijk de serieuze klachten over de moeilijke verstaanbaarheid van de Statenvertaling terzijde.
>>
11
heid der ijdelheden weggewerkt. De HSV zou meer een verklaring geven dan een vertaling, aldus ds. M.A. Kempeneers. Maar de Statenvertalers deden dat zelf ook al. Niet hier in deze tekst, maar bijvoorbeeld wel in Hooglied. Dat zouden ze strikt genomen ‘Lied der liederen’ hebben moeten noemen. Ook daar heeft onze eigen Nederlandse taal dus voorrang boven de brontaal. Passende oplossing De Statenvertalers werkten dus niet anders. In de achtste zitting van de synode van Dordt luidde de opdracht: ‘uit de oude overzetting alles behouden (…) hetwelk, onverminderd de waarheid, zuiverheid en eigenschap der Nederlandse taal, zal kunnen behouden worden’. Destijds waren de ken-
merken van de Nederlandse taal niet onbelangrijk. Nu andere taalvormen, zoals het tegenwoordig deelwoord in onbruik raken, moet je er niet krampachtig aan willen vasthouden en zo vervreemding oproepen. Je moet er een passende oplossing voor vinden. Nu de taal is veranderd, is de grens voor ‘zo letterlijk mogelijk’ opgeschoven. Dat komt door de ontwikkeling in de taal en niet door het veranderen van vertaalprincipe. Grondtekst Voor een goede beoordeling moet je onderscheid maken tussen de taalvorm en de inhoud die in die vorm wordt doorgegeven. Bij een vertaling mag de tekst worden ‘overgezet’ van de structuur van de brontalen in de struc-
Zeker, mijn ziel, zwijg voor God, want van Hem is mijn verwachting. Psalm 62:6 In de vroege morgen van 17 november behaagde het de Heere tot Zich te nemen in Zijn Heerlijkheid, onze broer, oom en oudoom
Dirk Antonie Snijder V.D.M. * Lunteren, 21 maart 1950
† Dirksland, 17 november 2011
tuur van de eigentijdse talen. Studie en onderzoek door de lezer blijven noodzakelijk om de Bijbel te begrijpen. Het gebed om de verlichting met de Heilige Geest is onmisbaar. Maar een vertaling mag geen onnodige barrières opwerpen. Voor de GBS ligt de maatlat vooral bij de overeenkomst met de Statenvertaling en bij de mate waarin de herzieners het geestelijk leven weten te vertolken. Maar de Statenvertaling is de grondtekst niet. Vier eeuwen geleden was het verlangen een góéde vertaling vanuit de oorspronkelijke talen te hebben. Dat was het uitgangspunt op de synode van Dordt. En dat willen we nu nog steeds. Dat is vertaalprincipe nummer één: zo precies mogelijk doorgeven wat er in de grondtekst staat. Meta van der Wind
Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben. Hebreeën 13: 7 De kerkenraad en gemeente van de hervormde gemeente te Oud-Vossemeer hebben met verdriet kennis genomen van het overlijden van hun oud-herder en -leraar
ds. Dirk Antonie Snijder
Gerdien van der Voet-Snijder Gerrit van der Voet en hun kinderen
in de leeftijd van 61 jaar
Jan Snijder, in herinnering Atie Snijder-Jongebreur, in herinnering hun kinderen en kleinkinderen
We denken met eerbied terug aan zijn bediening van Woord en Sacrament die hij in ons dorp en onze kerkelijke gemeente heeft verricht van 1990 tot 2003.
Ineke Veuger-Snijder Jan Veuger, in herinnering hun kinderen en kleinkinderen Elly Snijder Loes Snijder Albert Snijder Riëlle Snijder Onze gedachten en gebeden gaan uit naar de vrouw van onze Ton, Gerie Snijder-de Kluiver. Wij zijn zeer verdrietig, maar niet als degenen die geen hoop hebben!
* 21 maart 1950
† 17 november 2011
Wij wensen mevrouw G. Snijder-de Kluiver en verdere familie de sterkte van God de HERE van de legermachten toe. Oud-Vossemeer, 21 november 2011 Namens de kerkenraad, J.W. Scheurwater, predikant S.J.J. Everaers, voorzitter