Tussen Oeffelt en Angeren_naar een genereuze architectuur

Page 1

Studio for Unsolicited Architecture_bijlage bij III

Tussen Oeffelt en Angeren Naar een genereuze architectuur Wij zijn niet bang voor de wereld. Integendeel, wij zijn er ontvankelijk voor en hebben er vertrouwen in. Wij zien in de wereld een verzameling van nalatenschappen en beloftes die uitdagen tot reageren. Zo divers als aanleidingen kunnen worden aangegrepen om (on)gevraagd iets nieuws aan een bestaan te helpen, zo verschillend zijn ook de niveau’s waarop deze nieuwigheden zich in de omgeving kunnen manifesteren; onschuldig en vergankelijk als een eenvoudige grap op een enkel moment of beladen en permanent als een monument. Eenmaal losgelaten in de openbaarheid kunnen zij echter beide weer op allerlei niveau’s inspireren. De kunst is dan ook om de magie in je omgeving te ontwaren en om die omgeving jouw magie te tonen. Vanuit Eindhoven verkennen wij ónze omgeving met open ogen en zijn we begonnen daarin op uiteenlopende schaal onze sporen na te laten.

Eindhoven, 14 oktober 2011 Ir. Thorsten Schneider, Ir. Joost Pijnenborg & Ir. Thijs Follet


«Wat wij […] in de twintigste eeuw hebben gedaan; we hebben de ganse rijkdom van de mengeling van culturen […] die tot de meest fantastische ontdekkingen, werken […] leidde kapot gemaakt. En dat zijn we kwijt […]. Dat moeten we juist proberen terug mogelijk te maken. Wij moeten af van de idee, dat Europa gewoon het volgende is, namelijk een soort verzameling van monoculturele en mono-etnische eilandjes.»1 Een soortgelijke verschraling als door Guy Verhofstadt wordt geconstateerd in het culturele en politieke landschap, typeert de ruimtelijke conditie. Waar het grondgebruik decennia lang onder druk heeft gestaan door ongeremde economische en demografische groei, is het gevolg wat we zouden kunnen noemen ‘de voortdurende kolonisatie van de ruimte’. De ruimtelijke consumptie neemt plaats, dat wil zeggen onttrekt ruimte. In de context van het heersende neoliberale wereldbeeld worden ‘dingen’ gezien als voorhanden bruikbare zaken – klaar om te exploiteren. In dat paradigma dat efficiëntie als hoogste doel kent, loont het om dingen (zoals grondstoffen, arbeid, en zeker ook ruimte) te nemen zonder dat men er zich om bekommert ook te geven of te laten. Twee voorname uitingen van het bovenstaande zijn een vraatzuchtige territorialisering van de ruimte en het programmatisch primaat2. De voortschrijdende territorialisering voorziet in een behoefte van exclusieve toe-eigening, ten koste van de (publieke) toegankelijkheid en mogelijke meerduidigheid van een plek. Het belangrijkste risico van de overmatige programmatische focus – die kan worden uitgelegd als de architectonische exponent van het economische paradigma – is een verstikkende overbepaaldheid, een monocultuur die nauwelijks ruimte laat aan ander ruimtegebruik of aan spontaniteit (vgl. de «fantastische ontdekkingen» die Verhofstadt noemt), laat staan daarvoor ruimte máákt.

 stellingname

Naar een genereuze architectuur Als we de waargenomen verschraling duiden in termen van exclusieve toe-eigening, monocultuur en efficiëntie, dan zou een tegengeluid kunnen worden gezocht in een notie van generositeit. Dat is een nogal abstract begrip zonder directe architectonische implicaties. Toch zou generositeit een rol van betekenis kunnen spelen in architectuur, maar daarvoor moet zij structureel worden betracht en niet slechts als thematisch accent de gebouwde omgeving kleuren. Voor het tegengeluid dat we zoeken moet daarom een genereuze attitude gepostuleerd worden. De mogelijke rijkdom van die attitude willen we in dit project verkennen als zinspeling op een alternatief ruimtegebruik en een nieuw soort opgave: naar een genereuze architectuur. Vanuit een genereuze attitude wordt gezocht naar de uitschakeling/neutralisering van het beperkende (private, enkelvoudige en efficiënte) programmatische primaat. De oproep om ongevraagd(e) architectuur te bedrijven biedt daartoe een uitstekende mogelijkheid; het gebouwde wordt nu eens niet primair vanuit de gebruikersvraag geconcipieerd, maar vanuit een overstijgend idee van een ruimtelijk surplus als (mondiaal) publiek belang.

...................................................................... 1 Guy Verhofstadt in Zomergasten (televisieprogramma), 28/08/2011. Naar aanleiding van een passage uit de autobiografie van Elias Canetti vertelt Guy Verhofstadt over de rijkdom van culturele kruisbestuiving, die Europa eerder kenmerkte en die we opnieuw zouden moeten nastreven. Een eenduidige en enkelvoudige benadering volstaat niet, wat ons inziens ook geldt voor de ruimtelijke en gebouwde omgeving die een soortgelijke verschraling heeft ondergaan als de Europese cultuur. 2 Het feit dat het programma in de architectuur een zeer voorname rol speelt is niet alleen een uiting van een hedendaagse conditie maar is ook een hardnekkige erfenis van het Modernisme. In het bijzonder het Functionalisme heeft met het isoleren van programma’s (vgl. zonering) een stempel op de ruimtelijke ordening gedrukt.

2|4


 thematisch zwaartepunt

Ommelanden Tegenover het programma wordt de context, het landschap of de site, in stelling gebracht.3 Het landschap dat haar individuele gebruikers overstijgt als drager van een samengesteld leven, kan een kapstok zijn voor een genereuze architectuur die een rol speelt in de volle breedte van dat leven. Dit onderzoek kiest ervoor om dat landschap te situeren in de Nederlandse ommelanden, het (platte)land buiten de stedelijke gebieden, dat een ondergeschoven kindje dreigt te worden. Enerzijds heeft de architectuur in algemene zin een soort ingebakken blinde vlek voor het platteland. Het architectonisch discours heeft dan ook een sterke neiging naar de stad. Anderzijds verschuift het demografisch zwaartepunt naar de stad door een aanhoudende urbanisatie4, met een ontvolking van het platteland, een vermindering van de aandacht voor de inrichting en dus een vergroting van de blinde vlek als gevolg. Die toenemende demografische ongelijkheid veroorzaakt vanuit de stad ook een toenemende druk op de symbiotische relatie tussen stad en ommeland. De stad en het ommeland dienen elkaar en hebben elkaar in allerlei opzichten nodig, denk aan voedselproductie, recreatie, gezondheidszorg en culturele voorzieningen. Niet alleen dreigt er in kwantitatief opzicht een scheefgroei te ontstaan in de wederkerige relatie, ook wordt de relatie in ruimtelijke zin ongelijkwaardiger. De groeiende ruimteljke druk op de ommelanden leidt tot veelvuldige exclusieve toe-eigening van grond door de stad5, terwijl andersom de stad wel toegankelijk is voor de ommelanden en voorzieningen biedt, maar vaak tegen een meerprijs en bepaald niet exclusief. De aard van die symbiotische relatie tussen stad en ommelanden is in de moderne samenleving veel indirecter geworden6, wat het bewustzijn van mensen met betrekking tot die relatie heeft verkleind. Bijgevolg zijn ook de ruimtelijke implicaties van de toenemende druk niet altijd eenvoudig waarneembaar, waardoor het risico op een steeds eenzijdigere relatie, waarin de ommelanden vooral de stad dienen, groeit. Ondanks haar eerder genoemde blinde vlek zou juist de architectuur een rol kunnen spelen in de inrichting van de ommelanden. Waar de stad met haar kleinere korrel en hogere dichtheid een zekere natuurlijke hang naar een divers milieu vertoont, mist het ommeland die waarborg en ondergaat het ondertussen een verschraling door diverse uitingen van het efficiëntie-beginsel: intensifiëring en (bedrijfsmatige) schaalvergroting van landbouw, een exclusieve en enkelvoudige toe-eigening van ruimte door private partijen en een gebrek aan ruimdenkendheid en vermogen om te gunnen. Het is aan een genereuze architectuur om het ommeland weer meer te diversifiëren en te verrijken.

 geografische precisering

Een landschappelijke doorsnede tussen Oeffelt en Angeren De stelling dat een concreet landschap de kapstok zou kunnen zijn voor een genereuze architectuur wordt ondersteund door een aselecte keuze voor het landschap waarin zal worden gewerkt. Er wordt een denkbeeldige lijn van 25 km op Nederlandse grond geprojecteerd die verschillende landschappen doorsnijdt. Deze denkbeeldige lijn loopt grofweg van Oeffelt naar Angeren en dient als concrete afbakening van het letterlijke onderzoeksveld. De relatieve willekeur van de lijn voorkomt de (on)bewuste keuze voor een toevallig buitengewoon geschikte maar unieke locatie, en de lengte maakt dat zich meerdere landschappen zullen tonen waarop de rijk veronderstelde attitude kan aangrijpen. ...................................................................... 3 Dit lijkt het tegenovergestelde van wat Rem Koolhaas ooit bedoelde met «Fuck the context!». Hoewel dit onderzoeksvoorstel niet een directe reactie op zijn stellingname is, wijst het het generieke als oplossingsrichting wel expliciet af. 4 Naar aanleiding van voorspellingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert het NRC op 13/10/11 nog een artikel waarin wordt voorspeld dat de Randstad (+1.400.000 inwoners in 2040 ten opzichte van 1996) en de andere steden met «bovenregionale voorzieningen» verder zullen groeien en de perifere gebieden (noordelijke provincies, Limburg, de Achterhoek en Zeews-Vlaanderen) aanzienlijke krimp zullen vertonen. 5 Een ruimtelijk nogal behoeftig programma wat vooral stedelijke bewoners als consumenten kent en meestal in het buitengebied plaats neemt, zijn de golfterreinen. 6 De voedsel- en grondstoffenketens bijvoorbeeld, zijn in de loop van de 20e eeuw allengs ‘gedeterittorialiseerd’. Waar boeren vroeger op de markt in de lokale stad verkochten, komt het voedsel in de hedendaagse supermarkt van overal (en nergens). Voor bouwmaterialen geldt in grote lijnen dezelfde territoriale ontkoppeling. Producent en consument zijn elkaar kwijt geraakt.

3|4


 architectonische precisering

Naamloze bouwwerken Een tweede afbakening die het voorgestelde onderzoek concretiseert is van architectonische aard. In beginsel zullen er voorstellen worden gedaan voor ruimtelijke interventies zonder naam of specifiek programma7, die inspringen op (potentiële) landschappelijke kwaliteiten van de directe omgeving. Naast de belofte van generositeit moeten de bouwwerken echter ook een concrete (minimale) architectonische kwaliteit bezitten – bijvoorbeeld wat de ruimtelijke dispositie betreft – maar hun bestaansrecht kan ook worden ontleend aan het feit dat zij bepaalde landschappelijke kwaliteiten (anders) zichtbaar maken of spontaniteit faciliteren. Een landschappelijk vertrekpunt voor alle ingrepen zal bestaan in het feit dat aanwezige grondstoffen zullen worden aangesproken voor de bouwkundige materialisering. Dat principe geldt als basisvoorwaarde, waarnaast zal worden gezocht naar manieren om tegelijkertijd meerdere landschappelijke kwaliteiten ingang te doen vinden in een ruimtelijke ingreep, die als zodanig van meerwaarde wil zijn in de eerdergenoemde volle breedte van het samengestelde leven.

 onderzoeksambitie

Een architectonische verkenning van de (filosofische) implicaties van een attitude De ruimtelijke verschraling als gevolg van het efficiëntiebeginsel wordt toepasselijkerwijs niet beantwoord met een pasklare oplossing, die zich zou laten beoordelen volgens datzelfde beginsel. Een antwoord wordt juist gezocht op het niveau van processen, bogend op een mentaliteit die wortelt in een engagement met de wereld. De noodzaak van een dergelijke mentaliteitsverandering wil zich tonen, geïllustreerd en onderbouwd aan de hand van de rijkdom van een concrete architectuur. De mentaliteitsverandering die een culturele, ecologische én economische rijkheid nastreeft bestaat erin op te houden te denken in «verzamelingen van mono-functionele eilandjes» om nogmaals met Guy Verhofstadt te spreken. Een tweeledige integratie ligt dan ook ten grondslag aan dit onderzoeksvoorstel: ten eerste wordt ons architectenberoep en vakmanschap geïntegreerd met ons wereldburgerschap. De onderwerpkeuze komt voort uit een betrokkenheid met de wereld als wereldburger. Voor een aantal actuele kwesties is dat de enige ingang doordat de schaal en de complexiteit (als gevolg van de globalisering) dusdanig zijn gegroeid dat daarvoor geen exclusief geeikte discipline meer bestaat. Een relevant onderzoek is echter alleen mogelijk vanuit een vakinhoudelijke expertise, in dit geval dus als architect. Tegelijkertijd wordt binnen dat vak gepoogd meerdere aspecten van ruimtegebruik, inrichting, beheer en waardering in gelijkwaardige samenhang te beschouwen naast de gebruikelijke prioriteiten.

 mogelijk resultaat

Een ongevraagd maar onmisbaar surplus Het onderzoek wil geen generieke oplossing bieden. Tegelijkertijd wil het zich ook niet beperken tot een enkel specifiek uitgewerkt plan, maar de rijkdom aan mogelijkheden als gevolg van een houding tonen. De reeks interventies geeft als geheel dan ook uitdrukking aan één en dezelfde attitude en biedt ruimte aan de bedoelde rijkdom in de idee van een genereuze architectuur. Een dergelijke architectuur is contextueel van aard, meervoudig en meerduidig en niet voorbehouden aan een enkele gebruiker of een enkelvoudig nut. Het is een antidotum tegen de ruimtelijke consumptie en de verstikkende overbepaaldheid van het programma. Ons voorstel leidt dan ook tot het ontvouwen van een aantal ingrepen waarmee een waardevol surplus wordt gegenereerd in het reeds aanwezige cultuurlandschap. Hoewel de thematiek van het onderzoek niet exclusief architectonisch is, wil het resultaat dat wel zijn. De behoefte om dit onderwerp aan te pakken vloeit dan misschien voort uit een wereldburgerschap, het is de vakkundige expertise binnen de architectuur die de middelen biedt om het te doordenken en productief te maken. ...................................................................... 7 De intentie is niet om per se zonder programma te bouwen en al helemaal niet om gebruik en nut uit de architectuur te weren; dat programma dient alleen niet enkelvoudig en eenduidig te zijn, ten koste van een mogelijke meerduidigheid.

4|4


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.