1 Objectief
22
27
29
30
34
Het weten waard
Ziekenwagens
Historische interventies
Bedrijfsbrandweer
120
02
Brandweerwagens
De Van Muylder-Story
Hoofdredactie: Joost Vanhessche Werkten mee aan dit nummer: C. Vandeputte, G. De Wilde, S. Vanhoutte, J. Schatteman, G. Mathys, R. De Beul, J. Janssen, D. Janssens, F. Meurisse, K. Henderikx, Y. Loos, G. Goris, M.Reps, M. Brouckxou, N. De Vrieze.
Brandweerposten: Blankenberge, Bramier, Brugge, Dendermonde, De Panne, Diksmuide, Gent, Gistel, Gits, Hamme, Harelbeke, Ingelmunster, Lede, Leopoldsburg, Meulebeke, Oostende, Scherpenheuvel, Tienen, Torhout, Wenduine, Waregem Bedrijven en diensten: Fire Technics, Vanassche FFE, Rode Kruis Brussel, Chwapi Tournai, Snoeck Kenny Gavere, Volvo Car Gent. Abonnementen: €25 per jaar, €40 voor het buitenland - IBAN BE 35 4629 1923 4137 - SWIFT/BIC KREDBEBB Secretariaat: Suzanne Spanhovenstraat 5 - 2100 Deurne - tel. 03 / 326 05 91 (na 18h) - mail dirk.janssens75@gmail.com Verantwoordelijke uitgever: Gerry De Wilde - Nieuwstraat 87 - 9170 Sint-Gillis-Waas - een uitgave van
©2023/2024 Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd of vermenigvuldigd op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de redactie. De opgenomen informatie is niet noodzakelijk een weergave van de mening van de redactie of uitgever. De redactie noch de uitgever aanvaardt enige aansprakelijkheid voor mogelijk onjuist verstrekte informatie.
2
Coverfoto: © S. Vanhoutte
Objectief
Brandweerwagens
CENTRUM
Na de voorstelling van het nieuwe type autopomp in Objectief 119 werden er bij Vanassche nog enkele van deze voertuigen afgewerkt en geleverd. Intussen zijn de eerste exemplaren bij brandweer Antwerpen ook effectief in dienst genomen in de posten Kano en Centrum (Sint-Jacobsmarkt). In totaal moet er in elke post één exemplaar komen, in Kano gaan er twee staan. De zone Centrum is inmiddels ook de trotse bezitter van drie van deze wagens. Ze zijn bedoeld voor de posten Melle, Elslo (Evergem) en Expo. Uiteraard zijn de technische kenmerken van deze autopompen gelijk aan die van de Antwerpse wagens. En zoals u weet spreken we niet meer van ‘halfzware autopompen’. De geleverde pomp is van het type Ziegler FPN 104000-2H op lagedruk en FPH 40-250-3H op hogedruk. Ze is bovendien gekoppeld aan een CTD Cameleon 30 schuimmenginstallatie. Deze pomp zorgt voor een nominaal debiet van 4000 liter per minuut, zodat de term ‘zware autopomp’ beter past. De reservoirs bevatten respectievelijk 2500 L water, 100 L A-schuim en 200 L B-schuim. De indeling en de plaatsing van het materieel zijn wel anders, geheel naar de wens van de zone. (1-GYH-773, nr. 419108 / 1-GYH-758, nr. 419107 / 1-GYH757, nr. 419106)
3 Objectief
© Vanassche FFE
Intussen is ook de eerste 4x4-versie geleverd. Die ging naar La Calamine (Kelmis) in de zone D.G. (Deutschsprachige Gemeinschaft). Ook hier is de indeling weer anders. Maar het meest in het oog springend is bij deze wagen waarschijnlijk wel het zonelogo, dat een prominente plaats kreeg op de cabine. (1-GYF-339, nr. PX653) Nog even terug naar Gent. In de Arteveldestad kan u voortaan ook een gloednieuwe duikerswagen zien. Zes jaar geleden werd een Mercedes Sprinter doorgeschoven naar de post Deinze, waarbij er in Gent een gloednieuwe Sprinter 519CDI verscheen. Daar komt nu een vervolg op.
4 Objectief
Er werd opnieuw bij Somati aangeklopt om een Mercedes 519CDI klaar te stomen. De duikerswagen is van het type L4H2, wat zorgt voor een heel ruime bestelwagen. De afmetingen liegen er niet om: 7367 mm lang, 2643 mm hoog, een wielbasis van 4325 mm en een laadruimte van 14,9 m³. De Sprinter heeft een krachtbron van 140 kW en een volautomatische versnellingsbak. De laadruimte is ingedeeld in twee compartimenten: vooraan een duikerscabine, achteraan een materieelruimte. De duikerscabine heeft aan weerszijden een schuifdeur en is volledig bekleed met een waterdichte polyurea coating. Er is plaats voor vier duikers, die elk beschikken over een (in de rugleuning geïntegreerde) duikfles en een Eurobox voor het persoonlijke materieel. De ruimte is voorzien van zowel een verwarming als een airco en van communicatie met de bestuurderscabine. In het materieelcompartiment zijn er in lengterichting twee alu rekken gebouwd waarop Curver boxen in diverse maten geplaatst kunnen worden. Hierbij is er rekening mee gehouden dat de zwaarste stukken onderaan geplaatst kunnen worden. De rekken kunnen naderhand gemakkelijk aangepast worden om materieel met andere afmetingen te kunnen plaatsen. De wagen beschikt over een Martin Horn en een elektronische sirene met vier modaliteiten. Op het dak is er een Code3 21TRPlus lichtbalk. Die krijgt ondersteuning van twee blauwe en twee witte flitsers in de grille en van diverse Button Blasts rondom de wagen. Achteraan is er een verkeersgeleider waarin twee blauwe flitsers ingewerkt zijn. Rondom is er eveneens Labcraft omgevingsverlichting aangebracht. Bovendien zijn er vooraan ook twee vanop afstand bedienbare zoekschijnwerpers gemonteerd. (2-ECH-436, nr. 419576) In Gent rukt de duikerswagen standaard uit met de aanhangwagen met boot. Het duikteam wordt steeds bijgestaan door een autopomp, ladderwagen en materieelwagen. Simultaan vertrekken van de andere posten ook alle beschikbare duikteams. Het eerste duikteam ter plaatse schaalt af indien dat mogelijk is. De oude duikerswagen, de Sprinter uit 2017, gaat nu naar de post Gavere. (J. Vanhessche)
FLUVIA
Net na het zomerverlof werd de ladderwagen E305, een MAN 28.280/Magirus in dienst gesteld in de post Harelbeke. Hiervoor werd hij technisch volledig nagezien en ingericht door eigen personeel. Zoals u eerder kon lezen, was dit voertuig voordien in gebruik bij de Brusselse brandweer onder het vlootnummer E3. De originele kleur was RAL3000, wat ietwat donkerder voorkomt dat de hedendaagse brandweerkleur. De ladderwagen werd nu uiterlijk volledig vernieuwd en daarbij koos men nu wel voor RAL3020 als basiskleur. Daarop kwam de BVV-striping. De laddertoren werd opnieuw uitgerust met een Geko stroomgenerator van 5 kVA. (E305 2-CWA-059)
5 Objectief
© C. Vandeputte
In de zone Fluvia zijn er nu in totaal vijf Mercedes Metz-Rosenbauer autoladders en drie Magirus autoladders actief. Er rest nog één elevator: een Iveco / Comet die in de post Ledegem gestationeerd is. Voor de brandanalisten in de zone is er nu ook een dienstvoertuig beschikbaar. Deze wagen was vroeger in gebruik in de kleine post van Beveren-Leie. Met het samengaan van de posten Beveren-Leie en Waregem kwam de Renault Kangoo Maxi vrij. Hij werd in eigen beheer voorzien van klein gereedschap, mobiel verlichtingsmaterieel, beschermkledij, een ademluchttoestel en PBM’s. Voor de brandanalist met wachtdienst is dit een hele verbetering. Dit voertuig houdt ook wat tijdswinst in, want het mag tijdens de wachtweek meegenomen worden naar huis. (S303, 1-KCT-087)
© C. Vandeputte
Werken aan een moderne huisvesting Het was bij de officiële start van de hulpverleningszones wel even ‘inlopen’, ook voor de zone Fluvia. De eerste vijf jaar werd er vooral rollend materieel vernieuwd en kon bijna iedere post een nieuwe multifunctionele autopomp in dienst nemen. Op de achtergrond waren er in dezelfde periode al enkele werkgroepen gestart om te bekijken waar eventueel nieuwe brandweerposten ingeplant konden worden.
6 Objectief
Bij zo’n denkoefening worden heel wat parameters afgewogen: bereikbaarheid, invalswegen, interventiegebied, aantal manschappen, leefmilieu enz… Maar het zijn natuurlijk vooral de budgetten die doorslaggevend zijn. De uitrol van dit plan werd in de winter van 2020 al zichtbaar met de ingebruikname van de gloednieuwe kazerne Belgiek. In deze post, aan de op- en afritten van de E17 in Deerlijk, werden de brandweerposten van Deerlijk en Vichte (Anzegem) samengevoegd. Het moet gezegd dat Belgiek een heel belangrijke, ondersteunende post is voor de zone Fluvia. Dat kan vooral omdat men heel snel enkele invalswegen kan bereiken…. Intussen bleef men niet stil zitten en werden de posten Marke en Lauwe samengevoegd. Zij kregen in april 2023 een nieuwe standplaats in de kazerne Bramier, gelegen in een KMO zone in Lauwe. Brandweer Marke huisde al jaren in een deel van de bedrijfsgebouwen van weefgetouwenfabrikant Vandewiele aan de Rekkemsestraat. De gebouwen waren voor de Markse brandweerlui niet functioneel meer, en bovendien was het voor de kleine groep brandweermannen niet gemakkelijk om elke dag de klok rond te kunnen uitrukken. Brandweerpost Lauwe had daarentegen een recentere brandweerkazerne, bouwjaar 1992, aan de Rekkemstraat. Maar ook voor Lauwe was het niet altijd gemakkelijk om permanent een autopomp te bemannen. De samensmelting van beide posten zorgt nu wel voor een gunstig uitrukmodel. De nieuwe brandweerkazerne is heel modern en Post Bramier © C. Vandeputte functioneel en biedt de brandweerlui een nieuwe uitvalsbasis met een aangepast interventiegebied. Fluvia blijft hetzelfde principe hanteren. In juli 2023 werd de kleine post Beveren-Leie samengevoegd bij de post Waregem. En ook hiervoor werd een nieuw onderkomen gebouwd aan de Gentseweg in Sint-Eloois-Vijve, een deelgemeente van Waregem. De post
Beveren-Leie werd opgericht in 1979 als gevolg van de gemeentefusies van 1 januari 1977. Men stelde kort na de gemeentefusies vast dat het brandweerkorps van Waregem veel te lange aanrijtijden had om de gemeenten Beveren-Leie, Desselgem, Ooigem en Wielsbeke goed te beschermen. Er werd een loods gehuurd aan de Liebaertstraat in Beveren-Leie, vanwaar een kleine groep brandweermannen in eerste lijn kon uitrukken. De hoofdpost Waregem rukte sinds 1980 uit van een voormalige textielfabriek aan de Weverstraat in het gehucht Gaverke. Het gebouw werd toen aangepast aan de noden van de brandweer. Als uitvalbasis was de ligging eigenlijk ideaal, maar het gebouw was de laatste jaren nauwelijks efficiënt te verwarmen en er kwamen steeds meer problemen met elektriciteit, sanitair en dakbedekking.
7 Objectief
De nieuwe post Waregem wordt tijdens de week overdag bemand door twee of drie beroepsmensen. Die vormen de basis om snel een autopomp te kunnen bemannen. Daarnaast zorgen zij voor het reinigen en het onderhoud van de uitrukkledij voor heel de zone. Tijdens de inhuldiging van de nieuwe post in Waregem merkte zonecommandant Dorme op dat het heel uitzonderlijk is dat er in een zone, in zes maanden tijd, twee nieuwe brandweerkazernes worden ingehuldigd. Dit is dan ook een eenmalig feit, want het kostenplaatje ten laste van de gemeenten is zwaar.
Post Waregem © S. Vanhoutte
Niettemin zijn de plannen voor de bouw van een nieuwe hoofdkazerne op het industrieterrein Evolis, pal op de grens van Kortrijk met Zwevegem, en gelegen aan de op- en afritten van de E17, al vergevorderd. Hier gaan de posten Kortrijk en Zwevegem samensmelten en de draaischijf worden van de hulpverlening en de opleiding in de zone Fluvia. Een exacte deadline van oplevering is hier voorlopig nog niet te bepalen. Het streefdoel is om in 2025 te starten met de effectieve bouw van het complex. (C. Vandeputte)
MIDWEST
Eerst vier, daarna nog drie. Zoveel nieuwe commandowagens werden er door de zone MidWest gekocht voor een deel van haar posten. Mecelcar richtte de Opels Combo Life in. De voertuigen worden manueel geschakeld en de motor levert 130 PK, zodat het toch vrij pittige wagens zijn. In de voertuigen is er plaats voor vijf mensen. De tweede zetelrij is bereikbaar via schuifdeuren aan beide zijden. Opvallend voor commandowagens in deze zone: de bumper is in het wit uitgevoerd. In de laadruimte achteraan is er een Bott-rack voorzien, opgedeeld in vakken en lades. Er zijn ook een looplicht en laders aanwezig voor twee Sepura zenders. Vooraan neemt de Ram-Grip houder voor de tablet een prominente plaats in. Op die tablet zijn diverse tools voorzien zoals onder meer de INA-app. Die wordt binnen de zone MidWest gebruikt om er de interventies mee in goede banen te leiden. De commandowagens
8 Objectief
© F. Meurisse
worden voornamelijk gebruikt door de wachtofficieren, die zich ermee naar de interventie begeven. Anders dan in de overige West-Vlaamse hulpverleningszones, rijden de officieren in MidWest zelf naar de interventie en wordt er geen extra chauffeur voor opgeroepen. De wagens hadden er eigenlijk al eerder moeten zijn. Door de schaarste op de bedrijfsvoertuigenmarkt was het anderhalf jaar wachten op de levering. Van bij de ombouwer in Louvain-La-Neuve reden ze naar de respectieve kazernes van Hooglede, Ingelmunster, Moorslede en Pittem. Nog drie andere zijn er in de maak; die gaan vermoedelijk naar Ruiselede, Lichtervelde en Aarsele. In het geval van Ingelmunster vervangt de nieuwkomer de VW Passat. Dit voertuig kwam al in 2006 in dienst. Het opmerkelijke kleurgebruik op dat voertuig deed veel burgers op de rem staan omdat ze soms dachten dat het om een politievoertuig ging. De Passat was namelijk © J. Vanhessche een combinatie tussen een firma- en een commandowagen: commandowagen voor de postoverste van Ingelmunster, firmawagen omdat die tegelijk ook noodplanningsambtenaar en preventieadviseur is in de gemeente. Het voertuig werd bij de toenmalige lokale Volkswagendealer Maes aangekocht als wit exemplaar en werd na oplevering van de rood-blauwe striping voorzien. De Passat zal samen met nog een aantal andere voertuigen geveild worden.
9 Objectief
Brandweer Meulebeke Hoewel de gemeente Meulebeke per 1 januari 2025 ophoudt te bestaan door een fusie met buurstad Tielt, zal dat niet onmiddellijk gevolgen hebben voor de brandweer. Integendeel, Groot-Tielt zal dan over liefst drie brandweerposten beschikken, die allen ressorteren onder de hulpverleningszone MidWest. Naast de post in Tielt is er immers ook een post in Aarsele en straks komt daar dus ook Meulebeke bij. In die laatste post is er sinds half oktober een gloednieuwe multifunctionele autopomp van de nieuwste generatie actief: een Mercedes Atego met opbouw van Vanassche.
© F. Meurisse
Wie niet vertrouwd is met de brandweerwereld en -voertuigen zal niet onmiddellijk een verschil zien tussen de nieuwste en de vorige generatie autopompen. Kenners doen dit uiteraard wel. Zo is de opbouw hoger, zijn er boven de achteras hoekige in plaats van boogvormige wielkasten, enz. Er werd geopteerd om de zitplaatsen achteraan in de cabine recht tegenover elkaar te plaatsen. De doorkijk van achter naar voor is terug wat groter geworden. Brandweer Meulebeke is het merk met de ster doorheen de jaren blijven koesteren. Begin de jaren ‘60 ging er een stoet uit waarin ook de brandweer mee stapte. Materieel van het eind 19e en begin de 20ste eeuw werd geëtaleerd. Opvallend waren de pompiers die het brandweerluik in de stoet openden. Ze droegen een bord met daarop: ‘Mogen wij u voor 1961 vragen, een moderne brandweerwagen, met hogen druk en watertank, bij voorbaat onze beste dank!’ Het had effect: de brandweerwagen Ward-La France werd geleverd. Hij werd oorspronkelijk gebouwd voor de Amerikaanse luchtmacht. Het Meulebeekse exemplaar zag het levenslicht in 1952 en werd in 1964 in dienst genomen in de gemeente. In 1969 werd er een eerste Mercedes, type Jumbo, als materieelwagen geleverd. En in 1982
10 Objectief
werd ‘De Ward’ vervangen door de Mercedes L613D Speedward van Vanassche. Nadat een hoogtewerker Saviem zijn beste tijd had gekend, werd die vervangen door opnieuw een tweedehandse hoogtewerker op Mercedes-onderstel. Opvallend was dat daar lange tijd het opschrift ‘met dank aan de Meulebeekse bevolking’ bleef op prijken. Er kwamen ook tankwagens. De eerste was een Ford. Toen die versleten was, werd de tank behouden en overgebouwd op... een Mercedes. Even werd er een zijsprong gewaagd met een Magirus autopomp, die de gemeente kocht bij het toenmalige Aquaflam in Kuurne. Het voertuig bereikte de meer dan gezegende leeftijd van 50 jaar in actieve dienst. De Magirus kreeg later nog een Mercedes 1124 autopomp als collega. Voor de Speedward is de cirkel rond, die is intussen terug in handen van constructeur Vanassche, die hem destijds ook bouwde. De Magirus, met Nederlandse roots, werd door de zone geveild. De Mercedes 1124 gaat wellicht een andere toekomst tegemoet en zal wellicht niet helemaal uit het West-Vlaamse brandweerlandschap verdwijnen. Al zal het voertuig niet meer in de Meulebeekse brandweerkazerne te vinden zijn. Het zal onder meer ingezet worden voor opleidingen pomptechniek. De pomp verkeert ondanks de leeftijd immers nog in prima staat. De gemeentefusie leidt tot een komen en gaan van politici. Eenzelfde stoelendans zien we in de fraaie Meulebeekse brandweerkazerne. De komst van de gloednieuwe autopomp zorgt er niet alleen voor dat de 1124 overbodig wordt, dat geldt ook voor de snelle hulpwagen Mercedes Sprinter (ex Ingelmunster). Het reddingsmaterieel werd overgebouwd in de nieuwe autopomp en het voertuig zal voortaan als karweiwagen fungeren. Men zal er onder meer wespen mee verdelgen.
© J. Vanhessche
© J. Vanhessche
Voor dit doel werd tot voor kort een oudere Mercedes 412D Sprinter gebruikt. Dit voertuig wordt wél uitgerangeerd. Vermelden we volledigheidshalve nog dat ook de zware debietpomp en de huidige hoogtewerker beiden op Mercedes-chassis’ zijn gebouwd. Naast Meulebeke mocht ook de Hoogleedse post Gits een nieuwe autopomp verwelkomen. Ook hier vervangt men er een Mercedes 1124 van Vanassche mee. (Meulebeke: 1-GYF-790, Gits: 1-GYF-535) Er zijn nog enkele wagens op komst in de zone, maar daar leest u in een volgend nummer meer over. (F. Meurisse)
© J. Schatteman
11 Objectief
NOORD-LIMBURG
Een tijdje geleden mocht de post Leopoldsburg een fraaie haakarmwagen ontvangen. Zo’n voertuig veronderstelt natuurlijk ook dat er verschillende containers in dienst komen. Vanuit de zone kwam er nu een splinternieuwe REHAB-container. Het was de firma SEC Construction in Lommel die de realisatie voor haar rekening nam.
© J. Janssen
© J. Janssen
Een REHAB-container wordt in principe ingezet om ingezet personeel bij grote interventies op adem te laten komen en te voorzien van schone kledij. De inrichting omvat dan ook diverse rekken met kleding en voeding. Er is bovendien een verwarmde omkleedruimte. Ze kunnen er ook een hapje eten of iets drinken. Deze kamer kan ook gekoeld worden. De buitenkant kreeg omgevingsverlichting en aan de passagierskant is er een luifel voorzien. (J. Vanhessche)
OOST
Er komen heel wat nieuwe voertuigen langs, maar hier en daar zijn er toch die wat meer opvallen. Originele oplossingen zijn het, die een beetje meer aandacht vragen. Dat kan ook gezegd worden van het nieuwe duo duikerswagens van de zone Oost
Dendermonde © K. Verhulst
12 Objectief
Hamme © J. Schatteman - K. Verhulst
13 Objectief
Men ging grondig te werk en besteedde veel tijd en energie aan vooronderzoek. Dat beperkte zich niet tot ons land. Zo kwam men in het buitenland op een type duikerswagens op een bestelwagenchassis, maar met een materieelopbouw. Vooral de recente voertuigen van de brandweer in Oslo spraken tot de verbeelding. Het concept paste perfect in de werking van de zone en de keuze was snel gemaakt. Bij Fire Technics werden twee Iveco 70C18 chassis’ (129 kW / 176 PK) besteld. Ze werden voorzien van een CT-opbouw van Rosenbauer (CT = Compact Technology). Daarin is de originele tweepersoonscabine uitgebreid met drie extra plaatsen in tegenrijrichting. Die kregen een Rosenbauer Comfort persluchthouder, geschikt voor duikflessen, in de rugleuning. De opbouw is uitgerust met schuifsledes, een manueel ladderrek en een hygiënewand. Het dak is afgewerkt in Rosenbauer CT-design, met ingewerkte Hänsch ledsignalisatie. Zowat overal, ook in de cabine, is ledverlichting ingewerkt om zo veilig mogelijk te kunnen werken. Door de structuur van de wagen is er heel veel ruimte voor het duikmaterieel. Dat zit voornamelijk in euronormbakken. Zo zijn er bakken met een whiteboard, met een communicatieset ‘reddingsduiker’, met reservekledij, met reserve duikmaterieel, reddingsvesten, sectorafbakening, ... Op het ladderlaadsysteem vinden we een opsteekladder met drie maal twaalf sporten. De voertuigen beschikken over zowel een Martin Horn als een nachtsirene. Zowel Dendermonde als Hamme krijgen een dergelijk voertuig. Deze twee posten bestrijken het meest waterrijke gebied van de zone. Hamme kan er een Peugeot Boxer meer afschrijven, die in 2005 in dienst kwam (bouwjaar 2002). Voor Dendermonde vervangt de nieuwe Iveco een Mercedes Sprinter, die in 1998 door Somati ingericht werd. (Dendermonde: 1-GYH424, nr. 433503 / Hamme: 1-GYH-425, nr. 434502). Met deze voertuigen lijkt de zone dus ook een start genomen te hebben met een nieuwe, zonale nummering. (J. Vanhessche)
VLAAMS BRABANT OOST
Het Hageland telt talrijke uitgestrekte natuurgebieden, zoals de Mene Jordaanvallei en de Demerbroeken, waar de schrijver Ernest Claes zijn inspiratie opdeed. Jaarlijks verkennen vele wandelaars en fietsers er de diversiteit aan bossen, graslanden en rietvelden. Frequent worden de hulpdiensten geconfronteerd om hulp te bieden aan bezoekers die onwel geworden zijn of ongelukkig ten val kwamen in deze omgeving. Door het gebrek aan verharde wegen is het niet evident om met een ambulance door zand, modder en over heuvels, de hulpbehoevende te bereiken. Daarom besloot men een robuuste off-roader aan te kopen. Men ging voor een model met een stevige reputatie als terreinwagen: de Toyota Land Cruiser 150. De 2755 cc grote motor levert een vermogen van 150 kW / 204 PK. Grote troeven bij deze 4x4, die sinds 1951 op de markt is, zijn de bodemvrijheid, de goede vering en de binnenruimte.
14 Objectief
Met die ruimte ging men aan de slag bij de firma Dias. Zo kreeg de koffer een opbergsysteem met een opklapbare draagberriehouder. Door het gedeeltelijk wegklappen van de zetel achteraan, kan men de houder in een handomdraai neerplooien en het slachtoffer liggend evacueren tot bij de ambulance. De Warn VR10 S Evo voorbouwwinch vermijdt dat obstakels de weg belemmeren of dat men zich vastrijdt in modder of los zand. De winch is voorzien van 27 meter liertouw en heeft een trekkracht van 4536 kg. Om het uitvallen van de dieselmotor door het binnendringen van stof en/of water uit te sluiten, werd er gekozen voor een zogenaamde safarisnorkel aan de rechterkant. (2-DQH-553, C53) Een gelijkaardig voertuig werd in het najaar van 2020 in dienst genomen in Aarschot (Objectief 108). De nieuwe aanwinst kreeg onderdak in de suikerstad Tienen en zal er eveneens gebruikt worden als commandowagen en trekker voor enkele aanhangers.
© G. De Wilde
In Tienen maakte bovendien een personeelswagen Volkswagen T6.1 Caravelle, met plaats voor negen personen, zijn opwachting. Deze wagen werd geleverd door de firma Autographe. (2-CUA-883, I66) In 2022 registreerde de zone ruim 35 200 oproepen, waaronder 2240 tussenkomsten voor brand. Dat was er de aanleiding toe om te investeren in een volwaardig CP-Ops voertuig. Zonder hierbij de tweedehandsmarkt te schuwen, kwam men bij de lokale politie van Leuven terecht. Een Mercedes Vario 618D uit 2006 met slechts 11 000 km op de teller kon, mits enkele grondige aanpassingen, nog wel wat jaren mee. Bij de firma JDK uit Londerzeel, gespecialiseerd in polyester isotherme opbouwboxen, kreeg het chassis een nieuwe kastopbouw. Deze bestaat uit verstevigde geïsoleerde wanden, isolerend zowel in de winter als in de zomer. Bedrijfswageninrichting Arcxis in Boutersem nam vervolgens de fakkel over. Dit bedrijf leverde eerder reeds drie Mazda CX5 interventievoertuigen aan de wetsdokters van het forensisch team van het UZ Leuven. Tot de realisaties behoren onder meer ook een aantal FAST-signalisatievoertuigen. Arcxis kreeg de opdracht de wagen te voorzien van hedendaagse technieken en communicatieapparatuur. Ook de afwerking werd aan Arcxis toevertrouwd. De CP-Ops werd zodanig opgebouwd dat hij binnen de 3 tot 5 minuten operationeel is op het terrein. Essentieel hierbij is de stroomvoorziening. Hiervoor beschikt men over een keuzeschakelaar waarmee het mogelijk is elektriciteit te halen van het net of uit de ingebouwde, stille WhisperPower Elite 8 kVA dieselgenerator. De verschillende 12 en 24 Volt stroomcircuits
15 Objectief
werden uitgerust met servicebaterijen. Deze kunnen in de kazerne opgeladen worden door druppelladers. Tijdens een interventie worden ze naar keuze bijgeladen door de 230 volt netspanning of de generator. Om de werking van de communicatietoestellen, smart screens en computerschermen te garanderen tijdens een stroomuitval beschikt men over een UPS unit. Deze Uninterruptible Power Supply neemt bij een uitval meteen de stroomvoorziening over en levert zonder onderbreking stroom aan de aangesloten systemen. Het Mercura CCS CanBus voertuigbeheerssysteem maakt stroomverlies van de servicebatterijen door sluipverbruik (bv. door de werking van signalisatie, interieur- en omgevingsverlichting) onmogelijk. In de vergaderruimte kan er overleg gepleegd worden door acht personen. De temperatuur wordt er op peil gehouden door een Dometic Freshwell 3000, die zowel kan verwarmen als koelen. Een autonoom afzuigsysteem uitgerust met een geur-, vocht- en CO2-detectie, zorgt voor een goede luchtkwaliteit. Er is ook een kleine drankenkoeler aanwezig. Voor de communicatie met de betrokken dispatching en het crisiscentrum beschikt men over de modernste communicatie- en informatica-apparatuur. Zo is men gekoppeld aan
16 Objectief
het digitaal nationaal veiligheidsportaal ICMS - Paragon (Incident & Crisis Management System). Via dit online platform kunnen hulpdiensten, overheden en partners informatie uitwisselen voor, tijdens en na een noodsituatie. Alle informatie kan op vijf verschillende beeldschermen getoond worden. Hiervoor maakt men gebruik van het 4G/5G netwerk. De verschillende disciplines hebben de mogelijkheid om te communiceren via Astrid, waarvoor er vijf radio’s beschikbaar zijn. De info kan onmiddellijk geprint worden met de HP laserjet printer. De zes bureelplaatsen zijn voorzien van een leeslamp, USB-aansluiting type A en C, en stopcontacten. Op de aanwezige whiteboarden kan de secretaris de situatie schetsen. Onder de vijf meter brede, uitschuifbare luifel kan overleg gepleegd worden en kunnen de hulpverleners gebrieft worden. Deze luifel werd voorzien van zijsteunen en een extra beveiliging tegen windstoten. (2-AJW-201, C23) Deze wagen staat stand-by in de kazerne van Scherpenheuvel. (G. De Wilde)
WAASLAND
Er is een nieuwe commandowagen in gebruik genomen. Net als de vorige exemplaren is die geschoeid op een Volkswagen Multivan. Ondanks het leeftijdsverschil is de nieuwe wagen, net als de eerder geleverde exemplaren, ook een T6. (2-DKB-012) Alle posten binnen de zone, uitgezonderd de post Beveren, hebben een commandowagen ter beschikking. De (grote) post Melsele heeft een VW T6 en een Mercedes Vito klaar staan, in Stekene staat er een Vito en de andere posten beschikken allemaal over een VW T6, zoals we eerder al kenbaar maakten in de Objectief. De gloednieuwe wagen wordt de tweede commandowagen in de post Sint-Niklaas. Daar was al een T6 in gebruik. De nieuwe wagen beschikt over dezelfde belading en is door Autographe op een identieke manier ingericht als de zonale T6’en.
© R. De Beul
© R. De Beul
Deze tweede commandowagen (‘cmdw 2 post Sint-Niklaas’) wordt gebruikt door de beroepsofficier die overdag aanwezig is op de post. Op die manier creëert men een soort dagofficier. De reden hiervoor is dat niet altijd een (vrijwilliger-) officier met weekdienst beschikbaar is. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een (vrijwilliger-) officier van de post SintNiklaas (‘cmdw 1’) of van een andere post weekdienst heeft en dat de commandowagen bij hem thuis staat. Ook de post Melsele heeft overdag steeds één beroepsofficier beschikbaar op week-/werkdagen. Door deze manier van werken zijn er binnen de zone steeds twee beroepsofficieren onmiddellijk beschikbaar op week/werkdagen: één op de post SN en één op de post MEL. (R. De Beul)
17 Objectief
WESTHOEK
De jongste jaren mochten we al regelmatig nieuwe voertuigen verwelkomen in deze zone. Maar het ging dan toch overwegend over kleinere voertuigen. Daar is nu een serieuze kentering in gekomen en de zone tastte dit keer toch wel diep in de geldbeugel. Om te beginnen werd er een nieuwe ladder geleverd aan de post Diksmuide. Daar werd de 23 jaar oude Iveco 150E27 knikladder uitgezwaaid. Voor de vervanger keek men naar het lastenboek van de zone Waasland. Inmiddels zijn er al een aantal van deze fraaie MANknikladders in dienst gekomen: Sint-Niklaas, Oudenaarde, Brecht, Gent, Kalmthout, Leuven en Willebroek gebruiken er allemaal al één. Al zijn er hier en daar wel variaties op het thema. Zo beschikt het Leuvense exemplaar over een grotere korf. In het geval van Diksmuide gaat het om de ‘standaard’ RC400. Niettemin valt ook hier vooral het gloednieuwe type cabine op. (E419, 2-EDN-784). Enkele weken later ging er een tweede exemplaar naar de post Koksijde (2-EEN-255, E418). De MAN ladder die daar dienstdeed, verhuist nu naar de post Kemmel, waar men de laatste Renault/Metz-Somati gebruikte. Die wagen kwam in 2013 over van Oostende, waar hij in 1993 in dienst gekomen was. Volgend jaar mag de post Veurne een nieuwe MAN verwachten, het jaar nadien vallen Nieuwpoort en De Panne in de prijzen.
© S. Vanhoutte
18
Objectief
Op de valreep kwamen er ook nog drie logistieke voertuigen in dienst. De keuze voor het model Ford Transit L4H3 van leverancier Neyt was meteen ook een keuze voor ruimte. Met een lengte van 6704 mm en een laadvermogen van 875 kg kan je moeilijk van een kleine bestelwagen spreken. De Fords zijn bovendien begenadigd met een Dhollandia DHLSP hydraulische laadklep van Veko. De voertuigen werden verder afgewerkt bij Moduvan en gestriped bij Annonse, beide in Kortemark. Ze gingen naar de posten Diksmuide (L471, 2-EBF-378), Langemark (L472, 2-EBF-205) en De Panne (L473, 2-EBF-180).
© S. Vanhoutte
In Langemark verdwijnt hiermee de Mercedes L1117F autopomp van Ajax/De Boer/Ziegler uit 1990, die voorheen dienst had gedaan in het Nederlandse Heemskerk. In 2004 was deze wagen, via Dias, naar ons land gekomen. (J. Vanhessche)
ZONE1
Er zijn zo van die vaste klanten. Zone1 heeft echt wel een abonnement op deze rubriek. Zo ging er een personeelswagen VW T6 naar de post Torhout. Hij vervangt er de VW T4 uit 2004 (S121). De nieuweling biedt plaats aan in totaal negen personen en zal in hoofdzaak gebruikt worden voor dienstverplaatsingen naar opleidingen. (2-CGU-968, S162)
© S. Vanhoutte
19 Objectief
© S. Vanhoutte
Blankenberge zag dan weer een Ford Ranger arriveren. Na de exemplaren van Wenduine en Middelkerke is dit dus de derde Ranger in de zone. Het voertuig werd kort voor de zomervakantie voorlopig geleverd, maar zonder de standaard lichtbalk. Die kwam er pas na het drukke seizoen op, zodat men de Ranger tijdelijk moest gebruiken met een voorlopig, magnetisch led zwaailicht. Het leverde alleszins unieke foto’s op. (X107, 2-DQD-814) Ook nieuw is een kleine reeks logistieke voertuigen. Zo ontving Gistel (foto links) een gloednieuwe Opel Movano. In eerste instantie wordt hij gebruikt voor de verdelging van de Aziatische hoornaar, wanneer de M118 (Iveco) niet beschikbaar is of als er geen chauffeur met C-rijbewijs op wespenjacht kan. (2-DSV-392) Ook Brugge (2-DSV-391, L146) en De Haan (foto rechts, 2-DSV-395, L148) ontvingen hun Movano. Ze kregen binnenin rekken om al het materieel in onder te brengen. Vermoedelijk verdwijnt in Gistel binnenkort de S116 uit de remise. Deze voormalige Mercedes Sprinter bevrijdingswagen is nadien gebruikt voor logistieke doelen, maar dateert al van 2005 en heeft dus wel zijn tijd gehad. (S116, 1-KAR-518) (J. Vanhessche)
© S. Vanhoutte
20 Objectief
© S. Vanhoutte
ZUID-OOST
Twee nieuwigheden zijn er voortaan te vinden in de kazerne van Lede. De eerste is een nieuwe personeelswagen. Er werd een Mercedes Vito aangekocht, die door Autographe uitgerust werd. Het voertuig heeft in totaal acht zitplaatsen en nog een kleine kofferruimte. Ook al liet de zone de commandowagen (ook een Vito) recent nog in de battenburg striping zetten, toch werd voor de nieuwste aanwinst gekozen voor de aloude BVV-belijning. Wellicht verdwijnt nu de Ford Transit personeelswagen, die er al sinds 2006 gebruikt werd. (2-DVY-733, zonenr. 760010, LE-PERS) Nieuw en toch weer niet is de Mercedes 1428 Atego. Deze autopomp werd in 2006 © J. Schatteman met eigen middelen aangekocht. In 2015 nam de zone deze wagen over. Gezien de goede staat waarin het voertuig verkeerde, beschouwde men het geen overbodige kost om de wagen helemaal te laten herinrichten. Dit betekent dat de Atego vrijwel dezelfde inrichting en uitrusting kreeg als de recente Mercedes 1530 Atego. Maar ook de buitenkant werd onder handen genomen. Ten tijde van de aankoop hanteerde Lede een eigen huisstijl. Die was wel op de BVV-look gebaseerd, maar kwam toch niet helemaal overeen met wat er in het KB beschreven staat. Ook de Viewpoint lichtbalken, die destijds ‘hot’ waren, bleken niet meer te voldoen. Men liet daarom nieuwe led lichtbalkjes monteren. Die zijn, net als de frontpinkers, een stuk discreter dan de originele. Al met al komt de autopomp er zo weer fris voor en kan ze er nog een aantal jaar tegenaan als tweede bluswagen voor de post. (1-JUT-871, zonenr. 463101, LA-AP2) (J. Vanhessche)
© J. Schatteman
21 Objectief
Ziekenwagens
© S. Vanhoutte
ZONE1
Teneinde het wagenpark up-to-date te houden moet er geregeld geïnvesteerd worden. Zone1 heeft dat goed begrepen en bestelde meteen vier nieuwe ambulances. Men opteerde voor de Mercedes Sprinter 519CDI met een vermogen van 140 kW als onderstel voor het viertal.
22 Objectief
De wagens werden voorzien van een opbouwkoffer bij Hospimobil. De zweeftafel is uitgerust met een automatische brancarddrager, wat het in- en uitladen fel vergemakkelijkt voor het personeel. Ten bate van interventies in de nauwe straatjes van de stad zijn de ambulances uitgerust met een automatische zijdelingse schuifdeur. Er zijn dus, via Somati, vier identieke nieuwe exemplaren aangekocht, en die gaan naar Brugge (Z139, 2-DXQ-553, Mnr. 10915 en Z140, 2-DXR-868, Mnr. 10916) en Oostende (Z141, 2-DXQ-325, Mnr. 10917 en 2-DXM-660, Mnr. 10918). (J. Vanhessche)
TOURNAI CHWAPI Het Centre Hospitalier de Wallonie Picarde in Tournai (Doornik) heeft er al een lange geschiedenis op zitten voor wat betreft de MUG-diensten. Het was vooral dokter Roland Stévigny - afgelopen zomer helaas overleden - die in 1987 de bezieler werd van de vzw No Samu. Deze vzw zette een dienst op poten om een arts snel ter plaatse te brengen, in plaats van het slachtoffer op de pikken en naar de arts te brengen. Zo kon de spoeddokter al meteen de eerste levensreddende handelingen stellen. Dit was 1987 en wat ons nu zo vanzelfsprekend lijkt, was toen ‘vergezocht’. Dat kan men ook afleiden uit het feit dat No Samu een vzw was. Er waren geen financiële structuren en men moest allerlei acties doen om aan de nodige fondsen te geraken. Ook de Lions Club deed zijn duit in het zakje. En zelfs de brandweer, want die bouwde haar Ford Granada commandowagen om tot MUG. Men vertrok ermee vanuit de kazerne en pikte de arts op om hem dan naar de noodlijdende patiënt te brengen. Inmiddels zijn de tijden veel veranderd. Het Chwapi heeft zich grondig geprofessionaliseerd en beschikt uiteraard over eigen MUG-wagens. Dat zijn dikwijls geen alledaagse verschijningen. Tot voor kort gebruikte men een Audi A6 Variant en een VW Passat Variant. Die A6 kwam in gebruik in 2010 en was dus hoogdringend aan vervanging toe. Men ruilde hem deze zomer in voor een BMW X7, ingericht door de firma Autographe. Het beestje schudt maar liefst 360 PK van onder zijn Beierse motorkap. De ruime SUV biedt plaats aan vier personen.
© M. Denoulet
In de kofferruimte is er één grote lade geïnstalleerd, waarop het medische materieel geschikt is: Oxylog 3000+, een Laerdal aspiratietoestel, een Corpuls monitor-defibrillator, de twee Pax interventietassen, twee spuitpompen Alaris GH, een Lucas borstcompressiesysteem en de zuurstoffles. De signalisatie is al even omvangrijk. Er is gekozen voor een Wheelen lichtbalk, frontpinkers in de grille en achter het kenteken. Ook onder het kenteken zijn er twee alternerend knipperende modules voorzien. Op de zijkanten en in de spiegels zijn er eveneens waarschuwingslichten aangebracht. Deze BMW vervangt dus de Audi A6, maar het ligt in de bedoeling om volgend jaar ook de Passat te vervangen door een identieke SUV. (2-DUT-355, Mnr. 14227) (J. Vanhessche)
23 Objectief
HET RODE KRUIS BRUSSEL De Rode Kruissectie van de regio Brussel Hoofdstad stelde recent twee nieuwe FIT MED in dienst. Een FIT is een First Intervention Team en de toelichting ‘MED’ wijst erop dat dit vooral een medisch voertuig is. Het concept is een echte nieuwigheid, die bij grootschalige incidenten of rampen voor meer efficiëntie moet zorgen. De firma Autographe werd opgedragen om het lastenboek van het Rode Kruis te realiseren op basis van een Renault Master dCi (130 PK) met enkele cabine. Men werkte hiervoor samen met de firma Fahrzeugbau Duelmer.
© G. Mathys
Het resultaat is een opbouw met vijf rolluiken, wat toelaat om de verpleeg- en medische koffers en het bijbehorende materieel gemakkelijk te bereiken. Er zijn acht zulke koffers en twee voor het toedienen van zuurstof. Daarnaast zijn er reserveflessen met zuurstof en een zestigtal brancards. Elk voertuig is bedoeld om een vijftigtal slachtoffers te behandelen.
24 Objectief
Elk compartiment van de opbouw wordt afdoend verlicht door een led strip. De cabine huisvest uiteraard een Astrid radio. Op het vlak van de signalisatie verzekeren twee blauwe zwaailichten en diverse led modules de zichtbaarheid van het voertuig. Voor een snelle hulpverlening worden de twee FIT MED’s geografisch gespreid. Eén wagen wordt opgesteld in Anderlecht en zal het noorden van het Brusselse grondgebied voor zijn rekening nemen. Het andere voertuig vertrekt vanuit Woluwe en verzekert de hulpverlening in het zuiden van Brussel. Hoe dan ook hebben deze Renaults vooral een ondersteunende functie. Ze rukken pas uit wanneer het medisch rampenplan afgekondigd wordt of voor grootschalige preventieve acties, zoals de gekende ‘20 km van Brussel’. (2-DVL-747, Mnr. 15052 en 2-DVA-729, Mnr. 15053) (G. Mathys)
112-SNOECK De ambulancedienst Snoeck, die voor Asper-Gavere de 112-licentie van FOD Volksgezondheid heeft, nam in de loop van september een nieuwe en opmerkelijke ambulance in dienst. Aanvankelijk waren de eerste plannen om te kiezen voor een voertuig op Volkswagenonderstel. Op de valreep koos men toch een ambulance op basis van een MAN TGE. Die heeft een twee liter dieselmotor (vier cilinder, Euro VI) met een vermogen van 130 kW of 180 PK. De motor is gekoppeld aan een zeventraps automaat.
© C. Vandeputte
25 Objectief
De opbouw gebeurde bij het Spaanse bedrijf Rodriguez Lopez Auto. Deze Spaanse ombouwer wordt voor Vlaanderen vertegenwoordigd door de firma Ambuland uit Boekhoute. Meteen valt op dat de MAN ambulance een zeer moderne look heeft en dat hier maximaal gebruik gemaakt werd van led technologie. In de polyester dakopbouw zijn er heel wat led units ingebouwd. Die kunnen blauw aangestuurd worden bij prioritair rijden, maar bij stilstand kunnen ze oranje oplichten. Indien men nood heeft aan omgevingsverlichting kan voor wit gekozen worden. Lager op de opbouw werden ook led units voorzien die extra grondverlichting bieden aan de bestuurder. Zaakvoerder Kenny Snoeck nam de optie voor bijkomende zwarte opstaptreden aan de zijkant, en liet daar ook led strips in monteren. Verder koos hij voor matzwarte velgen en werden de bumpers ook in het ambulance-geel gelakt. Dit zorgt meteen voor een niet alledaagse look.
© C. Vandeputte
De inrichting is heel verzorgd en bestaat uit een onderhoudsvriendelijke ‘gespikkelde’ grijze vloer. Deze coating werd ook gebruikt voor een deel van de opbergruimtes waar de eerste hulptas en de zuurstofflessen zijn ondergebracht. Er zijn verschillende kasten voor de medische uitrusting. Binnenin wordt er uiteraard gebruik gemaakt van ledverlichting die naadloos over kan gaan van helder naar zacht of traumaverlichting. Een camera zorgt voor digitaal toezicht van de chauffeur op de sanitaire cel. Bij het openen van de schuifdeur van de zijkast voor het immobisatiematerieel ziet men terug het gebruik van de onderhoudsvriendelijke grijze panelen. De MAN TGE bestelwagens zijn trouwens uitgerust met iets grotere schuifdeuren dan hun medespelers op de markt. Dit zorgt voor een grotere bereikbaarheid van de uitrusting.
26 Objectief
Ambulance Snoeck is één van de weinige 112-diensten die al geruime tijd gebruik maken van een elektrische brancard. Deze investering weegt uiteraard zwaarder door, maar op ergonomisch vlak is dit echt wel een meerwaarde. De elektrische brancard ‘Power Pro’ van Stryker was in de vorige ambulance al ingebouwd en werd nu door de ombouwer in de nieuwe ambulance geïnstalleerd. Deze ambulance is nu al een buitenbeentje in Vlaanderen, waar veruit de meeste 112-ziekenwagens op een versie van Mercedes Sprinter geënt zijn. Ambulancedienst Snoeck heeft nu zijn standplaats in Asper-Gavere en kreeg haar 112-licentie al in oktober 1980. Toen was de standplaats nog in Semmerzake, een andere deelgemeente van Gavere, en lag het beheer bij Romain Snoeck. Anno 2023 is deze dienst, die al enkele jaren in handen van Kenny Snoeck is, nog altijd een vaste waarde in de regio. Men komt vooral tussen in groot-Gavere, de aanpalende gemeenten en het zuidelijk gedeelte van Gent. Dit zijn heel wat woonkernen en belangrijke invalswegen, zoals de N60 en de E40. Ook richting Oudenaarde en Deinze wordt deze ambulancedienst regelmatig uitgestuurd. Het PIT-verhaal in en rond Gent en de daarmee gepaard gaande verschuivingen in het uitrukgebied zorgen er tegenwoordig ook voor dat Ambulance Snoeck weleens moet tussenkomen in Ledeberg en Sint-Amandsberg. (2-DUZ-681, Mnr. 10929) (C. Vandeputte)
Bedrijfsbrandweer VOLVO CAR GENT De grootste autoconstructeur in het land hoeven we waarschijnlijk niet echt meer voor te stellen. Met ruim 7000 werknemers is ‘Volvo Car Gent’ de grootste industriële werkgever in Oost-Vlaanderen. Het bedrijf is sinds 1965 gevestigd in het Gentse ‘North Sea Port’ havengebied. De fabriek bouwt de modellen XC40, de elektrische C40 en V60. Vorig jaar werden er maar liefst 192 991 voertuigen gebouwd, ondanks het tekort aan halfgeleiders dat al sinds de coronacrisis heerst. De bedrijfsbrandweer telt momenteel 36 vrijwilligers, die tussendoor in de productie werkzaam zijn. Ze zijn evenredig over alle ploegen verdeeld. Het korps beschikt over drie voertuigen. In 1973 werd het eerste brandweervoertuig in gebruik genomen: een HanomagHenschel F30. Dit compacte voertuig kon zes personen meenemen: twee in de cabine en vier (per twee) aan weerszijden van de opbouw. Dit
27 Objectief
opmerkelijke voertuig werd uitgerust door Vanassche. De open brandweerwagen kreeg een poederinstallatie van 250 kg en deed dienst als trekker voor een pomp op aanhang. Hij werd aan het vakpubliek voorgesteld tijdens het 58e zomercongres in Torhout. De Hanomag werd in 1989 afgelost door een Volvo FL6-14 Turbo. Deze bluswagen werd geleverd door Somati en was voorzien van een watertank van 2000 liter, gekoppeld aan een Godiva UFP-MK50 pomp. Daarna mochten twee oudgedienden van brandweer Gent hun laatste dagen bij Volvo slijten. In 2010 nam men namelijk een ministeriële Mercedes LN1124F/Vanassche halfzware autopomp uit 1998 in ontvangst. Acht jaar later zou men deze autopomp vervangen door een © J. Vanhessche MAN LE250B van Rosenbauer. Die was aan de stadsbrandweer Gent geleverd in 2003 (editie 99). Ook deze wagen werd onlangs afgevoerd en vervangen door een ‘nieuw’ exemplaar. Deze keer kwam men terecht bij de hulpverleningszone Kempen, waar een tweedehandse zware autopomp van brandweer Mol (bj. 2011) te koop werd aangeboden.
© J. Schatteman
De Volvo FM330 4x2, die uitgerust is met een Powertronic versnellingsbak, beschikt over een Rosenbauer AT (Alu Technology) opbouw. Hierbij is de dubbele cabine voor zes personen geïntegreerd in de opbouw. De ingekapselde NH30 pomp levert 3000 liter per minuut bij 10 bar en 400 liter bij 40 bar. Ze heeft twee uitgangen van 70 mm aan elke zijde. De pomp wordt gevoed vanuit de watertank van 3000 liter, via de Storz 125 mm inlaat of via de twee tankvullingen van 70 mm. Er zijn ook twee 200 liter grote schuimtanks voor A- en B-schuimproduct. Het schuimmiddel wordt gedoseerd via het Digidos-24 systeem. In de kasten boven de wielen werd er links en rechts een hogedrukhaspel met Nepiro pistool geplaatst. Opmerkelijk is de vast geïntegreerde 7000 W sterke stroomgroep. Doordat de wagen uitsluitend tussenkomt bij interventies op het bedrijfsterrein beschikt het niet over een kenteken. (G. De Wilde)
28 Objectief
Het vermelden waard We starten een nieuw klein rubriekje in ons magazine onder de naam ‘het vermelden waard’. Hier vertellen we allerhande zaken die een beetje uit de band springen. Zaken die misschien niet geweten zijn bij de lezers maar die zeker de moeite waard zijn om te delen.
De Panne De laatste fototoer van Fokus-100 voerde ons langs de kust van De Panne, Koksijde, Oostduinkerke en Nieuwpoort terug naar het binnenland om te eindigen in Koekelare. Van de drie Magirus autoladders op MAN 18.280LE onderstel die we die dag tegenkwamen (in De Panne, Koksijde en Nieuwpoort) is er eentje die een extraatje aan boord heeft. Dit viel ons op toen we naar goede gewoonte de rolluiken openden om foto’s te maken van het voertuig ‘in open toestand’. De ladderwagen van De Panne beschikt in de grote linkse materieelkast, onder het platform, over een ingebouwde pomp Magirus P316. De pomp is hydraulisch aangedreven en werkt op de krachtafnemer (PTO) van de ladder. Ze heeft een aanzuigmond van 110 mm, twee persuitlaten van 70 mm en beschikt over een volautomatische ontluchting Primatic. Het debiet van de lagedrukpomp bedraagt 2400 L/min bij 8 bar. Het geheel zit, met het bedieningsbord, netjes afgewerkt in de materieelkast. De ladderwagen werd in november 2005 in die configuratie afgeleverd aan de brandweer van De Panne, geheel volgens het lastenboek van de gemeente.
© C. Vandeputte
Een ingebouwde bluspomp in een autoladder komt niet vaak voor. De pomp wordt meestal gebruikt om de voedingslijn voor de monitor in de korf op constante druk te houden. Meestal is dat meer dan 7 bar. (C. Vandeputte)
29 Objectief
Historische interventies
© N. Thill
HOTEL BOSRAND KASTERLEE Het karakteristieke hotel Bosrand pronkte sedert mei 1955 als visitekaartje voor kwaliteitsvol toerisme in de Kempen. In Britse Tudorstijl en met grote rieten daken gaf het vele jaren cachet als aantrekkingspool ; het hotel was een centrum voor talrijke seminaries. Er kwamen bovendien geregeld eerste klasseploegen uit de voetbalcompetitie, zoals Anderlecht en Club Brugge, logeren. Het complex was ruim 7500 vierkante meter groot en telde 29 kamers die plaats boden aan 60 gasten. Daarnaast beschikte het over diverse salons en een feestzaal met een capaciteit tot 300 personen.
© P. Vanderveken
30 Objectief
We zijn in de vroege ochtend van maandag 21 oktober 1996, daags na de historische witte mars in Brussel. Een fietsster op weg naar het werk bemerkt rookontwikkeling in het prestigieuze viersterrenhotel aan de Geelsebaan 69, vlakbij het centrum van Kasterlee. Op het ogenblik van de brand verblijven er slechts drie hotelgasten. Ze kunnen, samen met enkele vaste bewoners die aan de achterzijde van het complex wonen, tijdig het pand verlaten. De brandweer van Kasterlee komt ter plaatse om 5.40 u. onder leiding van Olt. Yves Loos. De brand is op dit moment nog niet uitslaand. Aan de voorzijde is er zelfs niets van rook of vuur waar te nemen. In Duineneind, de straat aan de rechterkant van het hoofdgebouw, ziet men echter dikke, vette rookwolken uit een verluchtingschouw ontsnappen. In dit bijgebouw bevinden zich enkele kamers en studio’s. De lichte autopomp Bedford en de meegestuurde tankwagen worden hier opgesteld. Tijdens de verkenning aan de achterzijde ontdekt men dat de brand woedt in de centraal gelegen feestzaal met keuken. Met twee lagedrukstralen van 45 mm probeert men het vuur meester te worden. Maar de brand is in volle ontwikkeling en raast verder… Enkele minuten later wordt de brandweer van Tielen, de voorpost van Kasterlee, gealarmeerd. Men komt ter versterking met twee autopompen. Die worden aan de voorzijde van het hotel, vlakbij de hoofdingang, geplaatst. Vanaf deze locatie start men eveneens een aanval vanop de opgestelde ladderwagen.
© P. Vanderveken
© P. Vanderveken
© P. Vanderveken
31 Objectief
Maar de brand neemt nog steeds uitbreiding. De gretige vlammen en rondvliegende gensters vinden een gemakkelijke prooi in de rieten daken. Hotel Bosrand wordt binnen de kortste keren in een vuurzee herschapen. Een grote propaangastank bemoeilijkt bovendien de brandbestrijding. Wijlen commandant Vic Peinen verzorgt intussen de algemene coördinatie en maakt de nodige afspraken met de burgemeester en de rijkswacht. Zo wordt beslist om de drukke N19, de hoofdweg tussen Turnhout en Geel, af te sluiten. Om 06.17 wordt er bijstand gevraagd van de collega’s uit Turnhout. Zij komen ter plaatse met de Renault-Metz ladderwagen en een zware autopomp. Een bijkomende persleiding van 110 mm vanaf de bovengrondse hydrant op de markt, 700 meter verderop, wordt uitgelegd. Door de inzet van de talrijke waterstralen ontstaat er na enige tijd drukverlies in de waterleidingen. De Provinciale Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa) beslist om de druk vanuit het pompstation Oud-Turnhout naar de watertoren van Kasterlee en op de leiding van de Geelsebaan op te voeren. Ondanks de grote inspanningen van manschappen en hun materieel wordt het volledige gebouw met achterliggende studio’s in de as gelegd. Tijdens de interventie zorgt de plaatselijke Rode Kruisafdeling voor de bedeling van drank en soep aan de hulpverleners. De gehele namiddag, avond en nacht blijft men ter plaatse om heropflakkeringen te blussen. De geteisterde gebouwen worden door de politie niet vrijgegeven, zodat een brandexpert, aangesteld door het parket van Turnhout, zijn vaststellingen kan doen. Al meteen heeft onderzoeksrechter Jacobs vermoedens van onregelmatigheden. Die worden een paar weken later ook bevestigd, wanneer branddeskundigen ontdekken dat het vuur werd aangewakkerd met lampolie. Deze werd vermoedelijk verdund met aceton, zodat de ontvlammingstemperatuur gevoelig werd verlaagd. De brandversneller werd tenslotte met een pesticidesproeier over wanden, houten plafonds en meubilair gespoten en nadien aangestoken met tafelpapier. De verdenking valt op de eigenares en haar vriend, tevens de manager. Zij kregen in 1994 het hotel in handen. De vriend gaat in mei 2000 door de knieën en bekent de brandstichting, waarbij winstbejag
32 Objectief
© P. Vanderveken
het enige motief was. Men probeerde door de brand een verzekeringspremie van 107 miljoen op te strijken. De man krijgt een geldboete en zit een effectieve gevangenisstraf van drie jaar uit. Hij handelde naar eigen zeggen uit liefde voor en met medeweten van de uitbaatster. Deze blijft steeds ontkennen en wordt vrijgesproken. Tijdens de bluswerken van die noodlottige ochtend zegt iemand uit de entourage van de uitbaters: ‘34 jaar geleden ging het hotel ook al grotendeels in vlammen op. We hebben het er gisteren nog over gehad...’ Toeval of niet? Op 24 december 1962 werd het hotel inderdaad al eens door een zware brand getroffen. Ondanks de tussenkomst van de korpsen van Geel en Kasterlee ging toen ook de volledige bovenverdieping in vlammen op. De schade werd toen geraamd op ruim 1 miljoen frank. Kwaad opzet werd uitgesloten en de vermoedelijke oorzaak zocht men bij een oververhitte kachel of kortsluiting. Het hotel werd toen vrijwel onmiddellijk heropgebouwd en uitgebreid met een nieuwe vleugel ‘Résidence Elisabeth’. Het werd heropend in april 1963. Anderhalf jaar na de tweede brand, in februari 1998, wordt de vennootschap die hotel Bosrand uitbaat, uiteindelijk failliet verklaard. In 2001 herrijst uit de 8000 kubieke meter puin van het gebouw, de gloednieuwe residentie ‘Bosrand’, bestaande uit 50 luxeappartementen en vijf zakelijke panden. (G. De Wilde)
© P. Vanderveken
© P. Vanderveken
33 Objectief
De Van Muylder-Story DEEL II De wissel van een decennium De jaren vijftig zijn voor de firma Van Muylder een tijdperk van innovatie en maatwerk, al dan niet in opdracht van bedrijven die zich toeleggen op de verkoop van brandweermaterieel. Er zit heel weinig seriewerk in de werkopdrachten : ieder voertuig dat vanuit Willebroek afgeleverd wordt, is het resultaat van zoekwerk naar oplossingen voor de klant. In de eerste helft van de zestiger jaren zien we geleidelijk aan de befaamde Amerikaanse vrachtwagenmerken en modellen zoals Desoto, Ford Big-Job, Fargo, Studebaker en Chevrolet, verdwijnen. De Dodge D500 of -700 onderstellen en de afgeleide 4x4 versies blijven bij Wasterlain en Landuyt nog het langst in trek, zelfs tot eind de jaren ‘60. Voor Van Muylder niet meer, want er wordt een koerswijziging ingevoerd.
De golden sixties De bovenstaande titel is een torenhoog cliché, ook van toepassing op het carrosseriebedrijf Van Muylder. Jaak Van Muylder en zoon Louis vinden hun weg in de bouw van marktwagens. In de eerste helft van de jaren zestig bieden ze heel wat varianten aan. De reden van dit succes is dat de marktkramers toen veelal reden met afgedankt legermateriaal uit WO-II. Dat is echter niet geschikt om op markten te staan. Naast de marktwagens zijn er uiteraard ook nog de vrachtwagens die voor allerlei andere doelen gebouwd worden. Praktisch iedereen kan klant worden: marktkramers, bierhandelaars, pakjesdiensten, lokale distributeurs enz… De weinige brandweervoertuigen die toen nog in de werkplaatsen te zien zijn, komen er voor herstelling van koetswerkschade. Dat gebeurt meestal in opdracht van de verzekering.
Eén van de laatste Amerikanen die door Van Muylder omgebouwd werden, is deze Dodge 400 voor een Luiks bedrijf. Er was ook een levendige markt voor reclamevoertuigen, al werden die meestal op een Europees onderstel gebouwd. Een mooi voorbeeld is deze VW T1 uit 1961. foto’s © archief Van Muylder
34 Objectief
In 1964 komt de Belgische invoerder van Volkswagen, de firma D’Ieteren, bij Van Muylder aankloppen om enkele kleine aanpassingen te doen aan een reeks ziekenwagens. Het gaat om ambulances VW T1 (code 27), die door defensie besteld zijn en vanuit Duitsland ingevoerd zouden worden. Volkswagen Duitsland levert op dat moment enkel ziekenwagens in de ivoorwitte kleur, maar voor defensie moeten de ambulances uiteraard in kaki of in de marinekleur worden gezet. Daarenboven wil het Belgische leger ook enkele wijzigingen in de sanitaire cel.
© archief Van Muylder
© JP. Salden
Jaak Van Muylder is eerst terughoudend om de opdracht aan te nemen. Hij houdt het liever bij vakwerk naar de wens van de klant. Hij ziet de nieuwe opdracht als een vorm van bandwerk waarbij het contact met de eindgebruiker tot nul wordt gebracht. Zoon Louis kan hem toch overtuigen en de opdracht wordt aangenomen en tot een goed einde gebracht.
Louis Van Muylder experimenteert In hetzelfde jaar geraakt Louis Van Muylder in de ban van toepassingen die in polyester gemaakt kunnen worden. Na zijn dagtaak in het bedrijf duikt hij na het avondeten steeds weer in de werkplaatsen om mallen te maken voor onderdelen die in de marktwagens gebruikt kunnen worden.
Links ziet u een primitieve testopstelling om de stevigheid van het verhoogde dak te controleren: de wagen werd een hele nacht aan zijn dak opgehangen. Het resultaat ziet u rechts: een VW T1 met de standaard draaideuren in de zijkant. In de dakverhoging werd een openklappend luik voorzien. foto’s © archief Van Muylder
35 Objectief
Hij ziet nog meer mogelijkheden en spoedig ontwerpt hij ook dakverhogingen voor bestelwagens. Dit gaat gepaard met veel experimentele opstellingen en testen. In 1965 wordt het tijd om dit te commercialiseren. Deze tak van het bedrijf krijgt de naam ‘Polycar’ en heeft aanvankelijk de bedoeling om de onderdelen te vervaardigen. Zeer snel daarna worden evenwel de eerste dakverhogingen gelanceerd bij Volkswagen. Prompt krijgt Polycar een licentie om de eerste VW T1’s te verhogen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met Volkswageninvoerder D’Ieteren. Deze activiteit wordt eind 1967 verder uitgebreid naar de opvolger, de Volkswagen T2.
© archief Van Muylder
Los van deze opdrachten bouwt de firma Van Muylder, op basis van de VW 1200 Kever, twee identieke dienstwagens voor eigen gebruik. De twee unieke exemplaren worden uitgevoerd in geel en oranje. Ze worden in de opkomende markt van de polyester koetswerken beschouwd als hoogstaand vakwerk. In dezelfde periode worden ook de gekende donkerblauwe Volkswagen T2 combi’s van de Rijkswacht omgebouwd tot bureelwagen. Ook dit gebeurt in opdracht van D’Ieteren.
36 Objectief
Het bandwerk verdringt het maatwerk Bij de start van de ‘seventies’ worden ook - op vraag van Ford Genk - de Ford Transit bestelwagens uitgerust met een polyester dakverhoging. Hiervoor wordt het dak weggezaagd tot aan de geplooide dakrand van de waterafvoer. Daarna wordt er een passende, nauw aansluitende polyester opbouw op gelijmd. De Transit bestelwagens kunnen in verschillende varianten worden verhoogd. Van Muylder zorgt zelfs voor de dakverhoging van de Transits die het ‘Deutsches Rotes Kreuz’ laat ombouwen tot ambulance.
De aanvoer van bestelwagens die aangepast moeten worden, neemt grote proporties aan. Op korte tijd staan de werkplaatsen en de parking voor het bedrijf vol met ‘wachtenden’. Maar los van dit productiewerk neemt men ook nog de tijd om ijskarren, koelwagens enz. te bouwen op basis van bestelwagens, al gebeurt dit wel in mindere mate. Intussen stelt Van Muylder in 1975 om en bij de 25 personeelsleden te werk. En er komen steeds meer aanvragen voor de ombouw van bestel- of vrachtwagens.
37 Objectief
1976 – Van Muylder biedt een volledig concept aan. Volkswagen-invoerder D’Ieteren en de cel ‘Dringende Geneeskundige Hulpverlening’ van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin werken al sedert het begin van de zestiger jaren heel nauw samen. Alle VW-ziekenwagens worden tot nu toe quasi kant-enklaar door de invoerder afgeleverd. Volkswagen Duitsland heeft in die periode namelijk in Hannover een afdeling die (in hoofdzaak voor de Duitse markt) bestelwagens ombouwde voor diverse doeleinden, en dus ook tot ambulances. Een deel van die VW-ambulances wordt ook aan de Belgische overheid geleverd. Ze krijgen vanuit Duitsland de code VW 27, ongeacht of het om een Typ-1 (met gespleten voorruit) of Typ-2 (nieuwer model vanaf 1967) gaat. Die ingevoerde ziekenwagens vallen best wel mee volgens de normen van de tijd en voldoen ook aan de wens van Volksgezondheid. Een paar factoren zorgen ervoor dat men eind 1975 een andere weg wil inslaan. De overheid wil de werkgelegenheid in België op peil houden. Ze stimuleert de fabrikanten om de ombouw van de ziekenwagens in eigen land te realiseren. Verder stelt men ook vast dat de inrichting van de Duitse ziekenwagens eigenlijk gedateerd is: men moet de brancard nog steeds vanop de grond in de ziekenwagen tillen. Ook het onderhoud en de hygiëne van de sanitaire cel kunnen beter. Het gebruik van kunststof zou hier het probleem gedeeltelijk kunnen oplossen. D’Ieteren en Volksgezondheid gaan op zoek naar een derde partner. Van Muylder uit Willebroek is vrijwel de enige die hier op korte tijd een solide oplossing kan bieden.
38 Objectief
Zo wordt er begin 1976 een VW 23D ingevoerd en door D’Ieteren afgeleverd bij Van Muylder. Het is in principe een gewone VW-bestelwagen, rondom voorzien van ruiten, een schuifdeur rechts en een wand op halve hoogte tussen bestuurderscabine en de laadruimte. De VW 23D wordt door de fabrikant in de ivoorkleur geleverd. De uitschuiftrede met het mechanisme dat onderaan de schuifdeur moet komen, wordt los meegeleverd door Volkswagen Germany. Het denkwerk en het ontwerp van het prototype komen van technische knobbel Louis Van Muylder. Vader Jaak is intussen 67 jaar en blijft in dit project op de achtergrond. In september 1976 wordt het prototype voorgesteld, bekeken en goedgekeurd. Nieuwigheden zijn het gebruik van kunststof wanden en vloerpanelen, twee brancards waarvan er één een Ferno26A is met uitklapbare wielen op hoogte, en een veel betere en ergonomisch verantwoorde toegang achteraan. Op het dak verschijnt een Bosch lichtbalk van de eerste generatie. Een herwerkte ziekenwagen voor het 900-circuit is geboren.
De drie V’s Binnen de redactie van Objectief spreken we graag over de drie V’s. Ze staan voor Volkswagen, Volksgezondheid en Van Muylder. Met dit prototype ontstaat er in 1976 een zeer hechte samenwerking tussen de drie spelers en die zou jaren blijven bestaan. Toch blijft Van Muylder altijd in de luwte werken voor zijn opdrachtgevers. De bestellingen van ziekenwagens voor Volksgezondheid lopen namelijk altijd via D’Ieteren, nooit via Van Muylder. De invoerder heeft immers een aparte afdeling die zich enkel bezighoudt met overheidsopdrachten. Het is ook altijd D’Ieteren die de publiciteit maakt en onder hun naam eventuele klanten aantrekt. Op geen enkele folder kan je dan ook de naam van de inrichter terugvinden. Van Muylder houdt het steeds bij een sticker op de achterzijde van de ambulance en soms ook een verwijzing in de sanitaire cel, boven het venster dat het bedrijf inbouwt in de tussenwand. De eerste exemplaren van deze reeks worden in de hoofdzetel van D’Ieteren in Elsene overhandigd in de zomer van 1977. Later zou dit in ErpsKwerps gebeuren.
Naast het werk voor de ministerie-ambulances, was er ook nog werk voor diverse bedrijven die hun ziekenwagens bij Van Muylder lieten bouwen. Als voorbeeld tonen we de Citroën C35 van Agfa-Gevaert Mortsel uit 1979. © archief Van Muylder
39 Objectief
De nieuwe lichting ambulances slaat aan Een jaar na de overhandiging van deze eerste ambulances doet Volksgezondheid een bevraging bij de brandweer en de ziekenhuizen. De verkregen resultaten zijn heel positief. Vooral het gebruik van kunststof en de ergonomische brancard vallen zeer in de smaak. Maar quasi alle diensten hebben een opmerking over de blauwe lichtbalk, die eerder een ‘lichtbak’ genoemd kan worden. De lichtopbrengst is zeer zwak en de sirene is niet krachtig genoeg om het drukke verkeer te waarschuwen. Deze opmerkingen worden ter harte genomen en vanaf 1979 worden de ziekenwagens bij Van Muylder uitgerust met een Amerikaanse lichtbalk. Die lichtbalken worden door de firma HAV uit Boechout ingevoerd. Dit bedrijfje is ook de leverancier van de Ferno Washington uitrusting.
Het succesverhaal van de T2 werd op het eind van de jaren ‘70 verdergezet met een nieuwe serie, waarbij rekening gehouden werd met de verzuchtingen van de gebruikers. Links ziet u de T2 uit 1978, rechts zijn jongere broertje (met de kleinere lichtbalk) uit eind 1979. © C. Van Ussel
Het inrichten van de ziekenwagens wordt bij van Muylder meestal uitgevoerd per tien stuks. Daarvoor moet het bedrijf ook de nodige wijzigingen doorvoeren in de ‘flow’ van het assemblageproces. Het aantal VW Typ-2 ambulances die in Willebroek gebouwd worden, moet rond de 120 exemplaren liggen. Defensie houdt in de periode 1977-1980 nog de boot af, en blijft vasthouden aan de ambulances die volledig afgewerkt vanuit Duitsland worden ingevoerd en die daarna in België in het kaki worden gespoten.
VW Transporter T3 absolute gangmaker uit de jaren tachtig In augustus 1979 valt het doek voor de Volkswagen Typ-2 en daarmee ook voor de basis van de gekende 900-ambulances. De productie in Duitsland wordt stopgezet ; de opvolger wordt de Typ-3 Transporter. Eigenlijk was Louis Van Muylder hier al een tijdje op voorbereid. Hij had namelijk al een nieuwe VW Transporter in de werkplaatsen staan. Dit gebeurde in het grootste geheim, zelfs nog voor de autojournalisten de nieuwe bestelwagen van Volkswagen konden bekijken. Van Muylder neemt rustig de tijd om alles op te meten en de wijzigingen in de assemblage en productie door te voeren. De nieuwe VW Transporter is immers zes centimeter langer, heeft een iets grotere wielbasis en is ruim twaalf centimeter breder. Hij is ook beter afgeveerd en heeft een veel bredere achterklep. De motorisatie is dezelfde gebleven: een achterliggende luchtgekoelde 2-liter benzinemotor.
40 Objectief
© G. Claes
De eerste ingerichte Transporters worden net na de zomer van 1980 voorgesteld in de werkhuizen in Willebroek. De belangstelling is heel groot en er is ‘algemene tevredenheid’. De Transporter ziekenwagen is gelanceerd en zou een decennium lang de basis vormen voor de dringende hulpverlening in ons land. De inrichting en medische uitrusting zouden hetzelfde blijven, enkel qua uiterlijk zijn er in die periode aanpassingen gebeurd, door Volkswagen en door Van Muylder.
© archief Van Muylder
In 1983 wordt er een reeks Transporters klaargemaakt die verschillen van de vorige leveringen. Men verlaat de lang gebruikte ivoorkleur en gebruikt nu het heldere alpenwit als basiskleur. De krachtbron is voortaan een watergekoelde motor, waardoor de Transporter vooraan een extra rooster krijgt onder de koplampen. De initieel gebruikte lichtbalk wordt vervangen door de meer afgeronde lichtbalk van het merk Yankee (type 911-50). Korte tijd later, in juni 1984, worden er nieuwe ziekenwagens geleverd met twee diagonaal op het dak geplaatste flitslampen. Deze flitsers zijn helaas van mindere kwaliteit. Ze worden bij een terugroepactie allemaal vervangen door blauwe zwaailichten. © JP. Salden, K. Henderikx, J. Vanhessche
41 Objectief
Er komen heel wat variaties op het thema. Het Belgische leger behoudt zijn eigen kleuren voor de verschillende componenten. Bij de Regie der Luchtwegen is rood/wit de vaste kleurindeling. Maar ook diverse bedrijven, zoals Bayer, kiezen voor deze kant-en-klare oplossing van Van Muylder. Voor de dienst ‘900’/’100’ worden de wagens standaard geleverd met een fluo gordelband. Deze ziekenwagens zijn bijna allemaal eigendom van het Ministerie van Volksgezondheid, dat ze uitleent aan de diensten. Sommige grootstedelijke diensten, zoals Brussel en Charleroi, kopen ook zelf eigen ziekenwagens aan. Die rijden rond zonder die gordelband. In Charleroi komt er zelfs een fluo-rode uitvoering op de baan.
En het maatwerk? Ondanks deze grootschalige opdrachten houdt het bedrijf vast aan het werk ‘à la tête du client’. Bedrijven en openbare diensten vinden vlotjes de weg naar Willebroek. Het levert een mooie waaier aan ziekenwagens op. Daarbij verliest het bedrijf ook haar aandacht voor de andere markten niet en worden er nog steeds marktwagens, ijskarren, ... gebouwd.
42 Objectief
De foto’s op de vorige bladzijde tonen de veelzijdigheid van het aanbod. Bedrijven zijn vaste klanten, wat de Nissan Urvan en de Renault Master bewijzen. De Master is voor Agfa-Gevaert en vervangt er de oudere Citroën C25. Ook het MIlitair Hospitaal in Neder-over-Heembeek koopt in de jaren tachtig een viertal T3’s. De configuratie is grotendeels gelijk aan die van de ‘100’-ambulances, maar uiterlijk zijn er wel enkele verschillen. Zoals op de foto te zien worden er nadien nog zaken aangepast: de luchtkoepel bijvoorbeeld is niet origineel. Intussen worden er nog altijd marktwagens gebouwd. We tonen graag de toch wel erg bijzondere Unimog U1700 met dubbele achteras. Maar Van Muylder zit ook niet stil als het gaat om ‘vooruitdenken’. Bijna permanent wordt er aan prototypes gebouwd en gesleuteld. Zo kan men alle evoluties en nieuwe eisen voor zijn. Eén van die prototypes is een Citroën C25. Er wordt aanvankelijk geen klant voor gevonden. Maar het hospitaal van Gembloux heeft op een gegeven moment dringend een nieuwe ziekenwagen nodig en klopt aan bij het ministerie. Er is geen Volkswagen beschikbaar. Omwille van de dringendheid besluit het ministerie bij Van Muylder het prototype op Citroën aan te kopen en als ministeriewagen in te zetten (Mnr. 151). Later komt deze wagen bij de brandweer terecht © archief Van Muylder, foto Militair Hospitaal: G. Claes, foto Gembloux: G. Claes.
Het ministerie blijft bestellen De ministeriële reeksen ziekenwagens zorgen voor een constante stroom aan werk. Het bedrijf levert steeds het standaardvoertuig, dat evenwel gaandeweg aangepast wordt aan de heersende eisen. In 1986 stapte men bijvoorbeeld af van de fluo gordelband en koos men voor een rode retroreflecterende band. Eén ding mag zonder meer gezegd worden: overal in ons land was de T3 het standaardmodel en daar speelde Van Muylder meer dan een hoofdrol in. Voor de laatste serie gewone ziekenwagens wordt gewerkt op het type VW ‘DGL1’. Deze reeks, die het daglicht ziet in 1989, verschilt uiterlijk van de vorige door de ietwat anders gevormde zwaailichten en door de grille met rechthoekige lichten. En de donkerrode gordelband wordt weer ingeruild voor een fluoband. Deze serie wordt tot 1991 gebouwd. Er zou bovendien geen vervolg meer op komen; het ministerie besluit hoger te mikken. Letterlijk. Maar daarover leest u in onze volgende editie.
Torhout © J. Vanhessche
43 Objectief
Ziekenwagen VW T2b van Brandweer Halle, 1977 © M. Reps
44
Objectief