Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
2 Artikel A In deze landsverordening en de daarop benzstende bepalingen wordt versta| onder: de Minister : de minister, belast met het vl-eemdelilAgen- en integratiebe.j. .jj C1 > mipatienmbtenaar : èen ambtenaar, in het kader van de grensbewakl'ng belast met de conttole op de identiteit van in Aruba aaz|omende en van Anlba toelating Arubaans burger ve|ekkende persolïen; : een bij wet vastgelegd of bij besùllilcung verleend recht op verblijf; degene, bedoeld in artikel 1, eerste lid; degene die niet valt onder artikel 1, eerste lid; degene die niet de Nederl|dge t|elatingsplichtige vreemdeling nationa|teit heeft; werkanmhedvn als bedoeld in de |ikelen en 2 valz de Arbeidsverorde|ng (AB 1999 no. GT arbeid 57,: het verblijf van bepaalde vreemdelingen, in eetl door de minister, belast met grensbew|ng, daartoe ingerichte rtlkl'lte of pl|ts, die is beveiligd tegen ongeoorloofd vertrek. vreemdelingehbewaring B. de artikelen 1 tot en met 23 komen te ltliden: Artikel 1 1. Arubaans btlrgzr is degene die behtlott tot een van de navolgçnde catego|eën personen: a. de Nedùrl|der die als zodanîg in Artzba geboren j. . S,
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
8 c. ihtennationale verplichtingen daartoe nopen. Artikel 6a 1. Een vergulming tot kol't verblijf wordt namens de Minister in bij regeling van de Minister te bepzen gevallen verleend. De vergtmning geeft een toelatlgsplichtige recht op toegang tot en verblijf in Aruba gedtlrende een a|eengesloten periode van ten hoogste 90 dagen na |rïkomst in Artzba met het oog op het venichtetl van werlçzaa|eden: a. bij çen in Aruba gevestigde en in de vergunning vel'nnelde rechtspersoon, mits deze reclatspersoon niet de werkgever van de verzoeker van de vergunning is; b. ten behoeve vatl hemzelf of een buiten Aruba gevestigde ingtelling of ondememing. 2.. Het verzoek om verlening van een vergœnlûng voor het verrichten van wer|nnmheden als bedoeld in het eerst: lid, onderdeel a, wordt gedaan doûr de daar bedoelde werkgever; het verzoek bm verlening van een vergunning vtlor het venichten varl werkzanmhzden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gedaan door de daarbij betrokkene of de daar bedoelde instelling of ondememing. Op het verzoek wordt beslist op uiterlijk de tweede werkdag nu die van de indiening va!l het verzoek. 3. Indien de b|slîssing inhoudt dat overwogen wordt a| de verzoeker een vergtmning te verlenen, wordt aa!l degene ten behoeve van wie hij werkzanmheden zal gaatl veaichten, per aangetekend schrijvetl een verklming van voorlopige toelating toegezonden. 4. De vergunning tot ktlrt verblijf dient door de verzoeker in persocin onverwijld na annkomqt in Aruba afgeh|ld te worden; alvorens de vergunning wordt afgegeven, vindt een deugdelijke identi|caée van de betrokkene plaats.
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
25 b. die in Aruba wordt van een lnisdrijf; c. die in Aruba veroordeeld is tot vervolgd vanwege het begaan een vrijheidssk|, indiefl he't desbetreffelade vonnis nog niet voor tenuitvoerlegging vatbaar is; d. die ingevolge een o|aeaoepelij' k vonnis in Aruba çen vdl'lneidsstraf moet ondergaan; e. ten aanzien varl wie door of n|mens de minster, belïst met finahciën, is vastgesteld dat hij zijn fitlanciële veplichtingen jegens het Land in belangrijke mate niet is hagekomen, en die Jliet in het bezit is van een verklaring als bedoeld in |ikel 2, tweede of derde lîd, van de L|dsverordening verelening belastingschulden bij vertrek IAB 1988 no. GT 20). De in het kader van de identiûcatie verkregen gegevens met betlrekl|g tot nanm, geslacht, geboo|edatt'tnl en nationaliteit van de personen, bedoeld in de onderdelen b tot en met e, wordell opgermmen in het in al-tikel 2, tweede lid, vermelde ele|onische bestand. 3. De migratienmbtenar kan hèt vertrek uit Anzba van een mînd|rj|ge weigeren, indien deze niet tetz genoegen van de miwatienmbtenaar voldoznde kan nantonen dat degenen die het gèzag over hem of hnnr uitoefehen, met dat vertrek instemmen. 4. Aan een toelatlgsplichtig: die eigener beweging uit Aruba vertrekt, nadat de voor hem geldende periode van toelating is verstreken, wordt door de migratieambtenaar een namens diens minister gegeven besch''lkking ùtgereikt, wa,'rtrizï is vel'lzïeld de periode gedurende welke hij geen toegang tot Aruba zal hzbben. Artikel 15, derde lid, is alsdan van joepassing. 5. Bij l|dsbesltlit, houdehde algemene maatregelen, wordeh r|gels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de periode, bedoeld in het vierde lid, wordt bepaald, met dien verstarlde dat deze periode ten hoogste drie jw-tr bedraagt.
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
4 overvloqd aan uiwoeringsregelingen, besc|lœngen, verkal'ingèn en gerelateerde regelgeving tot stand is gekomen, waarin wordt verwezen naar huidige artikelen van de LTUV. Een herziening met vernummering zotz bîj de betroldçenen ftlt onduidelij|eid ten aanzien van hun status k''tmneln leiden; dat açht zou de regering uitermate onwensèlijlç. Voorts mcigen te dqzer zake drie andere punten nfet onvermeld blijven. De çerste dmqnan is dat, va|elfsprekend, de door de DIMAS in de afgqlopen jaren opgedane ervaringen met de toepassing van diverse administratieve voorsc|ilen van de LTUV, die hebben geleid tot voorstellen voor een snellere, ef|ciëntete werkwijze bij de uitvoering van die l|dsverordening, zéjn velaverkl| in de nieuwe tekst van de eerste 23 artikelen van die landsverordening. Durenboven is heti op basis van de sinds 1 oldobçr 2008 opgedane ervaringen met de artikelen 24 tot en met 32 van de LTLTV (d.w.z. de in 2006 daan'n ingebrachte paragraaf inzake de besourlijke handhaving van di: landsvel'ordening), wenselijk geoordeeld in die paragraaf enkele - zij het beperlde - wijzi|ngen aan te brengen. Tenslotte wordt in dit ontwerp voorgesteld de telçst van het huidige artikel, dat het toezicht op de naleving vam de LTUV regelt, op b&sis van de daarmee opgedane ervaringen aa|ienlijk aah te scherpen, opdat een betere handhaving van de voorsc|Ren van de LTUV kan worden gerealiseerd. j 2. l4oofdlijnen van de p'oorgesteldç wijzigingen Als uhgangsp|t voor het onderhavige ontwerp is gekozen voor èen vetduidçlijlçing van de regels (en het daarop gebaseerde beleid) inzalçq het toelaten van weemdelingen door daarbij - in navolging van de Nederlandse Vreemdelàgenwet - een onderscheid te maken tussen het verlenen van toegang tot Aruba en het verlenen van toelating tq Anlba, gelet op het feit dat voor de toepassing daarvan sinds 1 juli 2006 versclzillende ministers verantwoordelijkheid dragen, hetgeen in de bestaande tekst van de LTUV onvoldoende tot uitdrulœng komt. Het begtip ''toelaéng'' heeft (in vergç-
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
55 ken (d.w.z. twee periodes gende weekeinde) wordt van vijf werkdagen en het daartussen ligdoor de regering een verantwoorde maximéle duur geacht voor een zakenbezoek. De nieuwe voorschriAen in dit lid, tesûmen met het nieuwe artikel 6a, allen naar het oordeel van de regering het onjviste gebruik dat op dit moment nog steeds van adiltel 8 wordt gemaakt, voor een groot deel kunnen voorkomen en in ieder geval |nzienlijk beperken. Dit lid zal - het kwam in de toelichting op het eerste lid al aan de orde - ook van toepassing zijn op vrije beroepbeoefenaren als jou|alisten, fotografen en voor eigen rekening werkende verkopers. Indjen de hen maximaal toegestane toelatingspeùode van twaalf dagen Te lçort blijlçt, zullen zij hetzij na de twaalfde dag va,tl Aruba moeten vertrekken om dan vervolgens enkele dagen later weer voor çen nieuwe periode van maximaal twaalf dagen tenlg te komen, hetzij - zo hun wer|aamheden passen binnen het raamwerk van de in de eerste volzin van artikel 6a, eerste lid, genoemde ministeriële regeling - véör het vergtrijken van de voor het zakenbezoek geldende peùode van tuelating om verlening van een vergunning tot kort verblijf moeten verzoekçn. Het onderhavige tweede lid zal echter gemeenlijk niet van toepassing zijn op acteurs en musici, die hier voor een of twee avonden komen optreden: dezen zullen nl. bij de uitoefenlg van hun vrije beroep vrijwel altijd in Anlba betaald worden door een hier gevestigde organisator of ondememi'ng. Voor deze persfmen zal dethalve steeds een vergunning voor kol't verblijf moeten worden aangevraagd. Het derde lid beoog te vootkometl dat personen door herhaalde bezoeken aan Aruba in één kalendeljaar meer d| 180 dagen in Aruba verblijf houden. Een ieder die in een kalendeéar meer dan 180 dagen, d.w.z. meer dan een half jaar, in Aruba wil verblijven, lçan geacht wûrden daardoor Aruba als hoofdverblijf (=zijn werkelijke woonpl|js) gekozen te hebben en is als gevolg daarvan verplicht een vergurming tot tijdelijk verblijf aan te vragen en zich in het bevol|ngsre/ster van Aruba in te schrijven. Al! gevolg van de ingebrui|eming van hel meergenoemde RADEXjysteem door de ||atiedienst is het sjnds okdpber 2008 mogelijk
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
59 nl. gehouden te wordefï dat het door een persoon als in die leden bedoeld, op de laatste dag vén hun toelating geboekte vertrek buiten hun schuld niet mogelijk blijld, b.v. door het uitvallen of het overboekt zijn van eqn vlucht. Artikel 9 Ook de inhoud van artikel 9 is nietlw. Het handelt in het eerste lid over de mogelij|eid voor de DIMAS om de inbehandelin|eminz van een onvolledig ingediend verzoek om verlening van drie van de vier in artikel 6, eerstè lid? genoemde soorten vergunningen aanstonds (d.w.z. na de fysieke overhandiging van het unvraagfo|ulier) te kupnen weigeren. Op dit moment bestaat deze mogelij|eid niet en dat betekent dat aanvraa|o|ulieren waalNan direct blijkt dat ze onvolledig zijn, fonneel in behandeling moeten worden genomen en schrihelijk moet worden beslist dat ze onvolledig zijn, waarna de betro|enen sc|ftelijk moet worden Inedegedevld dat zij gedurende een daarim bepaalde periûde is de gçlege|eid worden gesteld de ontbrekende gegevens of bçscheiden nnn te leveren. Deze handelwjze leidt zowel tot ext'ra werk voor de DIMAS als tot vertraging vpor de betrokkene bij het verlçrijgen van een beslissing op zijn verzoek. Het tweede Iid vermeldt d|renboven dat |nvraagfo|u|eren delijk verblijf, die in principe volledig zijn ingevuld en van de vereiste bestheiden worden vergezeld, toch 'niet in behandellg zullen worden genomep, indien het verzoek betrekking heeft op een tljelatingsplich|ge aan wie een beschikkl'ng is uitgereikt ôî |oegezonden, waarin ten aanzien van laem een periode is vermeld, waarin hem geen toegang tot Aruba zal worden verleend. Het betreR hier vanzelfsprekend een verzoek dat gzdaan wordt door of ten behoeve van een persoon die zich buiten Aruba bevindt. Aangezien hem op grond van het lçraèhtens artikel 2, vierde lid, tot stand te brengen landsbesluit gçeh toegang tot Aruba zal worden verleend, is het niet nog het voorschriR voor verlening van een vergurming tot tijzinvol een dergelijk verzoek ofïicieel in behandeling te nemen, indien de periode van niet-toelating nog niet verstreken is. Een verzoek als hier bedoeld - dat altijd hetzij door de betrolœene zelf M'an
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
67 meld, terwijl het vierde lid de mogelijceid vermeldt van intrekking van twee soorten vergunningen en het vijfde lid procedureregels geeft ten aazïz,ietl van het tot stand komen van besllsingen tot iûtreldçing. Hd eerste lid regelt de intrelddng van vergu|ingen tot vèorlopig verblijf. Aangezien een dergelijke vetgurming geen einddatum van de geldigheidsduur bevat, dient zij zowel bij in|lliging als bij weigering van de gevraagde erkenning van de bijzondere status van een toelatingsplichtige te worden ingetro|en. Het t'weede lid heeft betrekking op de vergunning tot tijdelijk verblijf en vermeldt drie toepasselijke gevallen van intrelddng daarvan. Onderdeel a verwijst naar een aantal van de redenen voor weigering van de verlening van deze soort vergunnl'ng. Het gaat hier zowel om gevallen die reeds bestonden ten tijde van de verlening van de vergu|ihg, maar die op dat moment nog niet bekend waren, als om gevallen die zith nâ die veèlerling dus tijdens het verblijf in Afuba - hebben voorge|an. Onderdeel b regelt het gevolg van het vertrek van de houder van een vergurming tot tijdelijk verblijf, indien deze het oogmerk heeft zich elders blijvend te vestigen. Wetenschap daarover heeh het Land, hetzij doordat de betrokken toelatingsplichtige het vertrek meldt bij de beheerder van het bevolkingsregister (waalïoe hij immers wettelijk gehouden is), hetzij doordat uit het meergenoemde |DEx-systeem blijk't dat hij al 1 83 dagen of meer weg is uit Al'uba en l'lij rliet bij de gdnoemde beheerder met bewijzen heeft gestaafd dat hij elders gaat studeren of om medische redenen Aruba langer wil of moet verlasen. Onderdeel c regelt een op dit moment vl'ij theoretisch geval, omdat er op dit moment in Aruba - met name in de toeristische sector, waar de meeste vreemdelingen werkzaam zijn - geregeld vacatures plegen te ontstaan, zodat degene die in het bezit is van een vergunning als Eerbedoeld, in st|t zou behoren te zijn zodanig passende arbeid voor zâcllzelf te vinden, dat hij in staat is voldoende ilikometl voor zich (en zijn gezin) te gçnereren. Niettemin is het wenstlijk geoordeeld in dit tmtwerp bepalingen op te nemetl met betrekking tot het geva,l waarin een vteemdeling tijdens zijtt toelating annlastig
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
69 Artikel 14 Op doel en strekking van dit artikel werd reeds ingegaan in de toelichtlg op het nieuwe artikel 8b, zij het dat dit artikel betreklting heeft op hd verlopen van de çû'grace-period'' waarop recht bestaat tàa atloop Van een vergu|ing. Het bestaande attikel 14, twçede lid, van de LTUV, dat een vergelijkbar: strekking kertt, heeA evenwel uitsluisend betrelœng op het eindigen van de toelating als gevolg van de intrekking van een vergunnipg tot (tijdelijlç) verblijf en stelt dat de betrokkene een redelijke tenléjn'' moet worden gegeven om Aruba daadwerkelijk te verlaten. Het onderhavige artikel heeft een ruimere strekking, omdat het van toepassing is op âlle gevallen waarin een vergunning eindigt, d.w.z. ook ingeval de geldigheidsduur van een yergunning is verlopen. Ook in dat laatste geval behoort ten aanzien van de betrokkene te gelden dat hem tijd wordt gegeven om zijn zaken hier naar behoren a.f te wilçkelen. Evenals in het niettw voorgestelde allikel 5 ten aarlzien van hçt eindigen van bepaalde toelatingen van rechtswege is bep|ld, draagt dit lid de regering op om de periode te bepalen voor de en de bet|pkkene voor het regelen van zijn vertrek te geven ||ace-period'' waarin hij nog rechtmatig in Aruba mag verblijven. Aan een persoon als in dit artikel bedoeld, is het - 'net als in het nieuwe artikel 8b, tweede lid, is bepaald - in de hem op grond van dit artikel gegeven pace-period'' niet toegestaan betaalde werkzaamheden verrichteo of een dqgopleiding te volgen. Voor alle duidelijlleid zij in dit kader nog expliciet vermeld dat de betrokken v|ormalige ver||inghouder op Fçmd van het nieuw voorgestelde artikel 8b, indien hij gedurendv deze ûgraceperiod'' naar het buitenland zou willen reizen (b.v. omdat hij zijn komst in het Land van zijn herkomst wenst voor te bereiden), bij terugkeer recht heeft op loegang tot Aruba, zolang de periode van de in dat kader verleende toelating nog niet verstreken is. A-rtikel 15 Voor de beslissing tot het verplicht verlaten van het grondgebied van Aruba werd in het Toelatingsbesluit 2009 het begrip
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
74 die geen gevolg heeft gegeven aan de daarin geï'mpliceerde opdracht om uit Aruba te vedrekken. Dergelijke personen zullen worden uitgezet, d.mz. aan boord gebracht van een uit Aruba vertrelçkend vlieg- of vaartuig, met bestemming het land van hun nationaliteit. In het verleden hebben zich evenwel diverse malen gevallen van uit te zetten toelatlgsplichtigen voorgeda|, wâarbij Aruba geen directe vlieg- of va|erbinding had met het land van de nationaliteit van de betrokkene', dat zal onge|ijfeld ook in dç tûekomst het geval zijn. In zodanig geval zal de betrokkene worden teruggestuurd naar de (luclltlhaven van waaznzif hij in Aruba aankwém, indien die plaats bekend is. Zo ook dat niet het geval ij, zal getracht worden voor de betrokkene dïe papieren te ver|ijgen, die hij nodig heeh om via een andere route naar zijn vaderland terug te kunnen reizen. Zoals uit de tekst van artikel l l , tweede lidx reeds moge blijken, is het Land gerechtigd het Ui|eûingsfûnds aan te spreken ter bekostiglg van de aan de llitzeûing verbonden kosten. Maar de regering acht het Syènselijk in het onddr|vige ontwetp uhdrulçkelijk een wettelijke basis te creëren |m te bereiken dgt de uit te zetten pers|on in principe zelf veran|oordelijk is voor het voldoen van het bedrag dat gemoeid is met het reisbiljet naar het Land van herkomst van betrokkene respectievelijk het land van waaruit hij naar Aruba k'wam. Zo de betrokkene daarvoor over voldoende geldelijke middelen blijkt te beschi|en, zàl het Land die op grond van dit lid mogen benutten om die kostem te voldoen, zonder dat gesteld kan worden dat dqarbij sptake is van o|echtmalige onteigening. Indien de geldelijke middelen van de betroliene ontoereikend zijn voor voldoenihg van de kosten van het bedoelde reisbiljet, zal het Latzd overigens ook Op de Qverige bedttingen van de vreemdeling verhaal kurmen nemen, doçh het zal ztllks moeten doen viû de daarvoor voor een ieder geldende voorsc|i|en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba. Het derde lid verwijst de nadere regeling van de bij een uitwijzing te volgen voorschn'hen naar een landsbesluit, houdende algemene mukegelen, of een daarop gebaseerde ml'nl'steriële regeling. Het gaat bij deze aangelege|eid naar het oordeel van de
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
75 regering 111. om uiwoeringsrege|ngell, die in zodanige mate afhankelijk zijn van zowel de pçrsoolAlijke omstandiglaèden van de betrokken vreemdelingen als de - gemeenlijk frequent wisselende - mogelijldneden van vervoer naar het land waarheen de betrolçkenen moeten vertre|en, dat uitwerking daalwan in de onderhavige landsverordening niet wensélijk is. Artikel 17 De tekst van het eerste en tweede lid van dit alïikel komt ip hoge mate overeetl met die vân het eerste en tweede lid van het bestaarïde alïiltel 1 7 vatà de LTUV en zij behoeft derlwlve geen nadere toelichting, b ehoudens de vermelding dat de regering hel wçnselijk acht in het eerste lid expliciet te velanelden dat ook de weigering van in behandelin|eming van een verzoek om verlening tot een vergunning als bedoeld in artikel 7, schriAelijlç geschiedt en de verzoeker daarvan kennis wordt gegeven (vide onderdeel b van dat lid). Het derde lid bevat een bijzondere rege'lîng ten aanzien van Uûrste aanvfagefl VOOC Cen Vergtmning tot tijdelijk verblijf. Ingevolge hd vierde lid van het nieuw voorgestelde artikel 7 dient een dergelijke aanvrage te worden ingediend door de toekomstige werkgever van de betrokkene' aan dezè werkgever zal dan sc|iRçlijk mededeling gedaan worden van de beslissilagen, bedoeld in de onderdelen b en c van het eerste lid van het ondel'havige artikel. De regering is evenwel van oordeel dat, indien de weigering om de vergtlmûng te verlenen of zelfs in behandel'ing te nemen niet aan de verzoeker - d.w.z. aan degene die de vergunning zou moeten krijgen - m|ar aan diens beoogde werkgever te wîjten is, ook de verzoeker Aaromtrent een bericht lç.rijg't, opdat hij, zo Mj dat wenst, kan trachten een andere werkgever in hem als werknemer te interesseren. In het vierde lid van lwt onderhavige artikel wordt bovendien bepaald dat van de beschikking tot intwkking van een vergunrling of tot uitwijzing een afschrift wordt vel-zonden aan de met het beheer van het bevollçingsregister belaste ambtenur. In verband met de koppeling van volksverzekeringen - met name de algemene
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
98 értikel VI bedoeld werd, een beschil/ing genomen als in onderde|l b van dat artikel is verwoord. Voor de goede orde zij opgemerkt dat het meerègenoemde artikel V1 een overcanpbepiinoG was, waar|p derhalve alleen een beroep kan worden gedaan door degenen aan wie op het tijzstip van inwerkl'ngreding van de landsvèrbrdening van 28 juni 2006, te weten 1 juli 2006, z|nder dat artikel hun op 30 juni van dat jaar voo'r hefl nçàg 'bestéande Alvbxanse verblîjfstitel zou zijn ontvallen. Op dat artikel ka.n dus gqen beroep worden gedaan door degene wiens in artikel V bedoelde vel'blijfstitel op een later tijdstip dan 1 juli 2006 veniel. Ad artikel 111 In de algemene toelichting werd eveneens reeds de wenselijkheid naar voren gçbracht om de Arbeidsvçrordening te wijzigen in verband met de in het in alïikel 6, eerste lid, van dit ontwerp opgçnomen introductie van een vergunning tot kort verblijf Zoals in de ttlelicheg op dat attikel reeds werd vermeld, acht de regering het niet wenselijk om de voorschdûen van de Arbeidsverorde|ng van toepassing te doen zijn op degene aan wie een dergelijke vergttllîting werd verleend. Daartoe strekï de in het onderhavige alïikel neergelegde wijziging van Obeidsverordeëng, waarbij artikel 2, eerste lid, van die l|dsverorde|ng - welk adikel de categodeën personen vermeld, op wie die l|dsverorde|ng niet van toepassing is - uitbreidt met de in artikel 6, çerstû lid, van de LTUV bedoelde categorie personen. Ad |ikel IV Dit artikel beoogt de Directeur DTMAS op te dragen op verzoek van een ingezeten toelatingsp|chtige zgn. y|rblijfsgaten tusseh diens verg|ingen tot tijdelijk verblijf (of die van degene wgarover hij het ouderlijke gezag uitoefent) te dkhten, indien het bèstaan van die verblijfsgaten - die tot gevolg hebbefl dat de betrokkene (veel) langer moet wachten om in aanmerking te kûmen voor een vergun-
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
16 De laatste opmerking van de Raad in het onderhavige punt heeft eveneens geleid tot té = -= - aanstelling-van de memorîe-mn fo--çljç-x g. In punt 2.31 adviseert de Raad de tekst van artikel 13, tweede lid, onderdeel b, anders te formuleren. De ondergetekende b4eft dat advies gevolgd, doch op een andere wijze, datq door de Raad wordt voorgesteld. In verband met het feit dat het in artikel 2 tweede' lid, bedoelde elelçtronisch bestand, het zgn. MDEx-systeem, alle g|gevens ) bevat over degenen die Aruba op legale wijze verlaten, is uit dat systzem af te leiden, of een töelatinlgspliçhtige in een periode van een jaar meer dan |eederde daarvan làviten Arùba heeft verbleven). Dat gegeven zal wortlen doorgegeven aan de mçt de afgîfte van de vergunning belaste dienst, de DIMAS, die zijn n-linister zal verzoeken de vergunnin: töt tijdelijk verblijf van de betrokkene in te tt-ekkèn, indien die vergunning op dat moltaent nog geldig is. Het baseren van een dergelijke beschikking op het feit, of de betrokken toelatingsplichtige Aruba definitief verlaten hçefl? zoals de Raad 14, zou impliçereh dat de minister, belast met vreemdelingenzalten en integrasuggeree , tie, zou moeten trachten de betrokkene elders in de wereld te achterhalen en hem zeu moeten vragen om hem schriûelijlç mede te delen, of diens vertrek definitief is dat zou geen werkbare situatie zijn.. lntrelçltingsgronden als de onderhavige behoren naar het oordeel van de ondergetekende zoveql mogelijk objectief - d.w.z. zonder interactie met de vetgunnînghotlder - te lçunnen worden vastgesteld,' ingevolge het vijfde lid behoéft van een intreldting als hierbedoeid, daarom ook gq|n kennis te worden gegeven aqn de betrolçlçene. Deze behoort immers de wet te kennetn en de ondetgeteltende zal er bij zijn 'voornoemde ambtgenoot op aandringen dat de intrekkingsgronden, zoals deze voor de verschillende vergunningen zijn vermeld itl het eerste tot en met viefde lid van artikel t3, expliciet op iedere desbetreffende vergunning vermeld zullen wotden, opdat de bovenbëedoelde fictie nog versterld worët. De Raad stelt in punt 2.32, naar aanleiding van een bijzin in artikel 15, tweede lid onderdeel b, dût hem de rqtio daarvan ontgaat, omdat ook de foeliclating op dat lid dienaangaande niets vermeld. Inderdaad is in de bedoelcle toeticlating verzuimd te wijzen op ze relatie tussen artikel 15, tweede lid, en artikel 20, tweede lid. De beschîkking, bedoeld in hzt eerstçenoemde artikel, wordt genomen ten aanzien van degene die zich nog vrij op het grondgebied van Aruba mag bewegen; de beschiltkilng, bedoeld in het laatstgenoennde artikel, wordt genomen tegen dçgene die zich niet vrij meer in Aruba mag bevinden. De opdracht, bedoeld in artiltel 17, tweede lid, onderdeel a, kan aan de laatstbedoelde groep niet worden gegeven, nu h|t Land voor hun vertrek zorg zal dragen en dus de datum daarvan bepaalt. Ingevolge het tweede lid van artikel 20 is het tweed: lid, onderdeel b, van artilcel 17 wél op hen van toepassing. Derhalve zal ook aan degenen die zich in vreemdelingenbewaring hebben bevonden,
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0
Staten publ. 2011-2012 - 869
0