lni¡r,l
1l
¿l
(ìti(ìot ii
ilin¡r¡¿
l(lror¡tjvultiri llHrri ll I
I iì¿ìÈl!)ôìltcìì!iist
De
(i;j 17)
kroonvorm wordt weer-
t)l(-i I-tl
IO
Acer pseudoplatanus
20-25
t: t'¡,À
ll:lt,j
l'l-i\¡\l
m BlAy2
V
Aesculus
hippocastanum
15-25
m
Az1
V1
B:
F:
smal treurend
G:
waaiervormig
H: breed kegelvormig
De kroond ichthei d
10-15 m
Betula pendula
1
5-20 m
geringe bodemeisen, verdraagt
verhar-
zNB
11
ìt'r/ i r.il
¡1i
)
iw[,ll¡
¡(.1 I
enigszins
gevoelig
gevoelig
weinig
weinig gevoelig
variabel, daarom voor weg- en straatbeplantingen
z
cult¡vars gebruiken; bladverbranding bij lage lucht-
vochtigheid (bv. langs asfaltwegen) ZNB
gevoelig
redelijk wind-
bruine randen
in verband met vruchtdracht voor straatbeplantingen
bestendig
aan het blad
beter cultivar'Baumannii' gebruiken,
is
z
last van kastanjemineermot
tot natte, niet te arme bodems
Fy3
bodemvaag; eist weinig vocht en
ZNB
weinig gevoelig
weinig gevoelig
weinig gevoelig
z
ZN(B)
enigszins gevoelig
weinig gevoelig
gevoel ig
z
lemige
zNB
gevoelig
enigszins
gevoelig
as
veel
ZN
vermoedelijk gevoelig weinig
voe-
dingsstoffen; wenst losse, open bodem Carpinus betulus
12-18 m
Az3
weinig eisend; voorkeur voor
gevoelig
bodem; verdraagt geen hoge
grondwaterstand Castanea sativa
20m
Az3
z
geringe bodemeisen; kan vrij
gevoelig
gevoelig
droogte verdragen Corylus colurna
15m
geringe bodemeisen; verdraagt droogte; zNB?
Ev1
enigszinsgevoelig enigszinsgevoelig
enigszinsgevoelig
ongeschikt voor natte bodems
lichtdoorval; Y halfopen kroon;
bodems;
,ll(
slecht op natte bodems;
vochtige
X: lichte, open kroon,
Z: donkere, dichte kroon,
is
Dy3
geeft
levert enige schaduw met nog gedeeltelijk
alle niet te arme en te droge
spiegel voldoende groot Alnus glutinosa
aan hoeveel Iicht een
boomkroon doorlaat:
i tl \/Ol:l l(rl ll:l ¡l
ding maar geen asfalt tenzij de boom-
of
piramidaal
I
verdraagt op open bodem verharding
boomsilhouet. ovaal C: smal kegelvormig of piramidaal D: eivormig E: breed eivormig
pl
:! I rì! )(
de groei
gegeven met een algemeen A: rond, bolvormig
lloll,ii¡
i
5:i I tJ (,
Fagus sylvatica
30m
alle gronden, maar niet voor
Az3
zeer
ZNB
gevoelig
gevoelig
gevoelig
natte, en zeer droge, arme gronden
levert veel, diepe schaduw
bruikbare straatboom, maar vruchtdracht leidt soms
zlH
tot vernielingen veranderingen in de groeiplaatsomstandigheden (verharding,
zlH
grondwaterstandwijzigingen e d.) leiden bijna altijd tot de dood van de beuk; gevoel¡g voor zonnebrand op de schors
De toepasbaarheìd staat voor:
Fraxìnus excelsior
20-25 m
Av3
rijke vochtige open bodems
NB
weinig
gevoelig
weinig
gevoelig
weinig gevoelig
z
voor bastwoekerziekte
1: aanvaardbare groei bij
gebruik in de verharding (met respect voor de nodige randvoorwaarden); 2: meestal slechte resultaten bij gebruik in de verharding, de bomen minstens in een groenstrook aanplanten; 3: eerder ongeschikt als straatboom omwille van kroonvorm of andere eigenschappen (bv. extra opdrukken bestrating, takbreuk).
zaail¡ngen hebben variabele habitus en variabele gevoef igheid
Ginkgo biloba (voor diverse
1
5-20 m
geringe bodemeisen; niet bruikbaar
ElHx1
cultivars zie beschrijvingen) Platanus x acerífolia
Platanus orientalis
ZNB
gevoelig
enigszins
gevoelig
gevoelig
op natte bodems 20-30 m
20m
Ayl
alle niet te arme bodems; chlorose-
zN(B)?
weinig gevoelig
jonge bomen
waaien
verschijnselen op gronden met een
vaak scheef; extra
hoge pH (kalkrijke gronden)
boompaal wenselijk
zoals Platanus x acer¡folia
Av3
in verband met stinkende zaden bij voorkeur mannelijke
z
exemplaren aanplanten
zn(B)?
weinig gevoelig
meestal
gevoeliger
gevoelig
winterhard, maar gevoelig voor late vorst
gevoelig
zoals Platanus x acer¡folia
dan Platanus x acerifolia Prunus avium
10-15 m
geringe bodemeisen; niet op natte
Av3
zNB
gevoelig
gevoelig
gevoelig
ztH
bodems gebruiken Pyrus calleryana
8-12 m
Dyl
weinig eisend
ZNB
enigszins
20-30 m
B/Ay3
bruikbaar op alle voldoende luchtige
zN(B)
weinig
zNB
gevoelig
gevoelig
weinig
gevoelig
weinig gevoelig
ztH
weinig
gevoelig
gevoelig
zlH
'Chanticleer"Red Spire' Quercus robur
gevoelig
bodems Robinia
pseudoacacia
2O-25 m
By3
vtz
alle niet te natte gronden; bij voorkeur
op lichte droge gronden planten; op
takbreuk vooral
gevoelig
de soort
is
variabel van vorm
z
op rijke gronden
voedselrijke gronden meer takbreuk Sorbus
aucuparia'Edulis'
8-12 m
weinig eisend
By3
ZN(B)
enigszins gevoelig
weinig gevoelig indien gevoelig veredeld op
Sorbus
intermedia
8-10 m
weinig eisend
Ey1
ZNB
enigszins gevoelig
S.
zeerwindbestendig
enigszinsgevoelig
'Brouwers' Tilia
cordata'Böhlje',
z
intermedia de cultivar 'Brouwers' heeft betere
ztH
kroonopbouw dan de soort 20 m
Ey1
Z
weinig eisend
zNB
gevoelig
weinig
gevoelig
weinig gevoelig
'Roelvo' op experimentele schaal gebruiken
ztH
'Greenspire','Rancho','Roelvo'
40a
401
lrirt¡
{
t',1
!Íiô(l'l
¡
!:
liir¡:¡riti/or:i,¡, : ;
Tilia x
europaea
ii¡ti¡r¡-l
i
I-
!i{ iijt.tt¡
\lìl;
¡
lìi(.llilll:l!), l'l"itli (]f
t,/\
(;s
lt
'';
iii
25 m
Ey1
z
weinig eisend
zNB
gevoelig
weinig
gevoelig
enigszins gevoelig
'Kon ingslinde' Tilia
platyphyllos
25 m
Ey3
z
weinig eisend
zNB
gevoel ig
weinig gevoelig
gevoelig
Tilia
platyphyllos'Rubra'
14-18 m
B/Ay3
z
weinig eisend
zNB
gevoelig
weinig gevoelig
gevoelig
20 m
Ey1
z
weinig eisend
zNB
gevoelig
weinig gevoelig
weinig gevoelig
minder last van 'druipen'
voedselhoudende bodems
zNB
gevoelig
weinig gevoelig
weinig gevoelig
iepziekte
Tilia tomentosa
'Brabant'
Lllmus x hollandìca, 'Belgica'25-3O m
B/Gy1
Een voorbeeld: Cy2 = een boom met een ronde (bolvormige), halfopen kroon, waarvan de resultaten bij gebruik in de verharding meestal teleurstellend zijn. Het verdient aanbeveling deze bomen in straten in een groenstrook aan te planten.
Drachtplanten zijn ptanten die tijdens hun bloeì omwille van hun nectar enlof stuif meel aantrekkelijk zijn voor bijen, hommels en andere rnsecfen e n wel tiidens hetvooriaar (V), de zomer (Z) of het najaar (N). Sommige popul¡eren trekken ìnsecten aan dankzii de propolis In verband metde allergene eigenschappen van hetstuifmeel (pollen) van bomen geldt in het algemeen datvooral windbestuivers hiervoor in aanmerking komen (Hazelaat EIs, Berk, Beuk, Eik en Tamme kastanje, Venijnboom en Cipresachtigen), zelfs over relatief grote afstanden en vooral naarmate ze in grotere getale voorkomen. Pollen van Paardenkastanje en Linde kunnen allergieën
De voorkeur (of tolerantie) voor een bepaalde zuurheidsgraad is vaak verschillend. De meeste soorten groeien goed in een neutrale bodem (7H-KCI 4,5-6,5). ln het zure traiect (3,0-4,5) en het basische traject (6,5-8,0) is de groei over het algemeen mìnder tenzii het respectieveliik om zuurminnende of om kalkminnende soorten gaat. lndifferente soorten zijn nauwelijks gevoelig
voor de zuurheidsgraad van de bodem.
NB;
Soorten dìe het traject 3,0-3,5 niet meer verdragen, maar nog redelijk groeien b¡i 3'5-4,5, hun optimum kennen bii 4,5-6,5 en 6,5-8,0 nog verdragen zonder dat iizer- of k o ptreedt,
Soorten die 3,0-4,0 nìet meer verdragen en
z
Risicospreiding en spec¡fieke soortkenmerken i,'r'îi
!irl:;rr¡rl;cr
r r
iv
.Algemeen wordt gesteld dat een goed bomenbestand
bij voorkeur relatief
veel jonge(re) bomen
en nrinder oudere bomen bevat. De ze laatste groep
woldt immels vaak als kwetsbaarclel aanzten. De leeftijdsopbouw kan enigszins afgeleid worden uit de stamomvang van de bomen. i,t-:Lrì
iiiiljZr'
¡-'it r,,l¡
i.¡iit
Om het risico bij ziekten en plagen te spleiden is een juiste keuze van de aan re planten boom-
cultuurvaliêteit niet meer
d:Ln 5%o. Het
idee is om de nadelen van en de risicot verbonden aan
bepaalde sool:ten maximaal te spreiden. Een stadsbomenplan zou bv kunnen uirgaan van een hoofãsortiment dat voor ca.6o-7o%o bestaat uit zgn. hoofdboomsoorten en voor: 3o-4o% uit secundaile soolten. Een hoofdboomsoort heeft een hoge levensverwachting zoals bv. Eik, Esdoorn,
Haagbeuk, Linde. De hoofdboomsoorten zullen voolal langs de belangrijkste str:âten worden
pH-indifferentesoorten,
m a ng a a n g e b re
ztH
sool:ten en een gevalieerde soottenverdeling nodig.Atsma (4) raadt aan om het aandeel van één boomsoort op stadsniveau niet meel te laten bedragen dan ro%o,het aandeel van één r,ariëteit of
opwekken in de onmiddellijke omgeving van de bomen.
ZNB: zNB:
ztH
als
aangeplant.
Appel, Belk, Els, Kers zijn voorbeelden van secundair-e soorten omd.at ze minder lang meegaan en rninder- groot worden.
optimum 4,5-6,5 hebben, 6,5-8,0 wordt zeer
goed verdragen,
ZN:
Soorten die zure en basische trajecten goed maar 6,5-8,0 niet goed verdragen en dan iizeren mangaangebrek kunnen vertonen,
ZN(B): Soorten dìe het basische traject nog redeliik goed verdragen, Zn: Soorten die al in het traject 5,7-6,5 ¡izer- en mangaangebrek kunnen vertonen
'Plakoksel'met ingesloten bast (24)
als de
bodem CaCO3 bevat,
Z:
De zgn.
zuurminnende soorten die hun pH-KCI-optimum bii
ca.
4,0 hebben, die lagere pH-
waarden zeer goed verdragen; gronden met pH-KCl-waarden hoger dan 5,0 ziin ongeschikt; in feite refereren deze soorten naar gronden met veel organische stof (venige gronden). Het bovenstaande is nìet van toepassing op veengronden en organische-stofriike gronden' De pH-
grenzen daarvan Iiggen ten opzichte van de minerale gronden ongeveer 0,5 tot 1 pH-eenheid Iager. Er moet rekening mee worden gehouden dat hoge pH-KCl-waarden iizer- en mangaangebrek kunnen veroorzaken. Omgekeerd wordt iizergebrek niet alleen door hoge pH-waarden veroorzaakt. Andere oorzaken van iizergebrek kunnen ziin: zuurstofgebrek in de bodem of een snelle groei gedurende warm en vochtig weel vooral als daar koud en nat weer aan voorafging'
wenselijke aanhechting
niet wenselijke aanhechting met ingesloten bast
De ]ichtbehoefte geeft weer of een boom veet ]icht (zon, Z) nodig heeft, halfschaduw (H) of volle schaduw
402
(S)
verkiest (aangegeven voor zover bekend).
403