O U D E
W E S T E N
INTENSE STAD R
O T T E
R
D A M
EEN ODE AAN DE STADSWIJK EEN PLEIDOOI VOOR ZORGVULDIGE VERDICHTING
Jurian Voets | november 2017 | #1 PLAN
2
3
4
INTENSE STAD “De Intense Stad is het domein waar het samen leven en de ontmoeting tussen mensen centraal staat. Dit domein kent een hoge dichtheid aan voorzieningen en een rijkheid aan diverse mensen en doelgroepen. Deze rijkheid leidt tot specialisatie en zorgt voor een gemeenschappelijke dynamiek.� Jurian Voets
5
6
PRAKTISCHE GEGEVENS
Afstudeeronderzoek INTENSE STAD OUDE WESTEN Een revisie van een stadswijk, een alternatief voor de woonvisie. 24 november 2017 Student Jurian Voets Master of Science Stedenbouw studentnummer 0870905 werkzaam bij Gemeente Amsterdam als Stedenbouwkundig Ontwerper Docent Jeroen Visschers Afstudeercommissie Mentor Externe criticus Tweede externe criticus Voorzitter
Ivar Branderhorst Reimar von Meding Endry van Velzen Margit Schuster
Ziegler Branderhorst KAW Architecten De Nijl Architecten Academie van Bouwkunst
7
8
INHOUD
0.0 VOORWOORD p. 11 1.0 INLEIDING p. 17
2.0 OPGAVE p. 61
3.0 ONTWERPEND ONDERZOEK p. 69 4.0 VISIE p. 91 5.0
ROUTE DOOR DE WIJK
p. 103
6.0 TWEE UITWERKINGEN p. 131 6.1 TWEE UITWERKINGEN 6.2 GROENE WOONSTEEG | DOORBRAAK WEST p. 135 6.3 MIDDELHOOGBOUW BUURTPARK | TONI KOOPMANPLEIN p. 165 7.0 CONCLUSIE & REFLECTIE p. 193 7.1 EVOLUTIE VAN ROTTERDAMS BOUWBLOK p. 195 7.2 SAMENVATTING p. 197 7.3 DANKWOORD p. 199
9
10
0 | VOORWOORD
11
12
0.1 | FASCINATIE
De stad heeft mij al van kinds af aan getrokken als jongen uit het dorp. Het begon met imponerende architectuur zoals kathedralen die ik op reizen tegen kwam en wolkenkrabbers van spiegelglas. De Delftse Poort was lange tijd mijn favoriete gebouw, zeker als ik er jaarlijks weer voor stond. Later begon ik me meer te interesseren voor de diverse wijzen waarop dezelfde stad zich kan manifesteren in diverse culturen en klimaat die steden elk een eigen karakter geven. Op reis probeerde ik grip op deze eigenheid te krijgen door straatbeelden te tekenen en soms zelfs met verzonnen plattegronden en striptekeningen van wat je allemaal zou kunnen tegenkomen als ik mijn eigen navigatie zou volgen.
Hoge dichtheden aan mensen van allersoort achtergrond en de mogelijkheid om van elkaars talenten gebruik te maken zijn voor mij essentiële onderdelen van de stad. De wijze waarop we de mogelijkheid hebben elkaar te ontmoeten is een verantwoordelijkheid voor degenen die de stad vormgeven, een eerbare dienst om te kunnen doen.
Daarna ben ik me gaan verdiepen in de geschiedenis en evolutie van de steden. Door te graven in de historie komen verassende gegevens naar boven die de context van een bepaalde plek volledig op zijn kop zetten. De stad van de glimmende wolkenkrabbers werd de stad van het verloren hart. Door te graven in archieven kwamen er veel oude schatten naar boven waar ik bijna nostalgisch van zou worden. Dat de mensen de stad maken besefte ik pas goed door de ontwikkelingen die momenteel in Londen plaatsvinden. Er worden waanzinnige projecten uit de grond gestampt. Tegelijkertijd worden deze nieuwbouwprojecten regelmatig gebruikt als belegging en daardoor nooit of in ieder geval niet intensief bewoond. De hiermee gepaard gaande stijging van de huizenprijzen in hele delen van de stad, zorgt er in dit geval ook voor dat grote groepen woonkosten niet meer kunnen betalen en de stadsbevolking hiermee minder divers wordt. ¬ afbeelding (l.) | GemeenteArchief Rotterdam “Rotterdam omstreeks 1930”
13
14
0.2 | STEDENBOUWKUNDIG ONTWERPER
Met Intense Stad Oude Westen heb ik gekozen voor een opgave met hoge complexiteit. Juist daar waar de stad nooit helemaal te vatten is en er voortdurend nieuwe verrassingen in het onderzoek naar boven komen, en daardoor nieuwe aanleidingen biedt om het ontwerp rijker te kunnen maken. Juist die complexiteit van de stad in de opgaven is hetgeen me fascineert en me bleef motiveren om verder te werken. Bij voorkeur werk ik aan de bestaande stad omdat vanuit het voortbouwen de stad een optimalere vorm van zichzelf kan worden dan de ĂŠĂŠndimensionaal geplande stad. Hoewel afstuderen op het eerste oog een eenzame bergwandeling naar de top van de berg was, heb ik door te kiezen voor een lokale opgave veel mensen kunnen en mogen spreken die mij veel hebben geleerd over allerlei aspecten van de wijk. Corporaties, actiegroepen, wijkteams, en andere professionals hebben mij veel informatie over de wijk kunnen geven. De kracht van de stedenbouwkundige is dan ook het inzien van urgentie van opgaven op grote schaal en op het kleinste schaalniveau vorm weet te geven aan de kwaliteit van de dagelijkse realiteit voor bewoners en gebruikers.
In de Intense Stad is de stad op zijn best. Daar waar structuur en vrijheid voortdurend met elkaar in gevecht zijn. Daar waar mensen botsen en daardoor voor ontmoeting zorgen. De menselijke schaal is hier het best georganiseerd, door de hoge druk op de ruimte wordt hier immers niet meer gebruikt dan strict noodzakelijk. Daardoor worden mensen creatief in het zoeken naar oplossingen zonder dat mensen verder van elkaar af komen te taan. De stad zal nooit af zijn en vormt door de tijd een beter product door nieuwe inzichten. Die rijke gelaagdheid van een stapeling van inzichten maakt de stad fascinerend en veerkrachtig. In de Intense Stad zijn we nooit klaar. Ook al heb ik een langetermijnperspectief voor de wijk geschetst, dit is slechts een stip aan de horizon die op een aandere wijze kan en zal worden ingekleurd, mits we hier durven te kiezen voor verdichting. Daarin poog ik bij te sturen op plekken waar het door keuzes voor de korte termijn en een gebrek aan visie is voor de lange termijn. Zelfs als mijn missie geslaagd is, daarna zal weer verder worden gesleuteld aan de optimalisatie van de wijk voor haar inwoners en gebruikers voor een nieuwe toekomst.
15
1 | INLEIDING
17
18
1.1 | INTRODUCTIE
Rotterdam is een stad om van te leren houden en voor velen zeker geen liefde op het eerste gezicht. De stad heeft zich gepokt en gemazeld door de geschiedenis heen gewerkt. Grote successen werden afgewisseld oor grote transformaties. Ondanks tegenslagen uit het verleden is er in de stad een optimistische houding voelbaar die zich op een goede toekomst richt. Dit optimisme heeft een vernieuwingsdrang in zich met het idee dat alles beter kan én moet worden. Het geloof in de toekomst gaat gepaard met een houding van ‘niet lullen maar poetsen’ en niet van het achterover leunen en trots zijn wat bereikt is. Een blinde vlek van deze optimistische houding is dat een koestering van historisch erfgoed tot een ondergeschikt onderdeel heeft gemaakt. Dat alles vroeger beter was, geldt niet voor Rotterdam, maar dat al het nieuwe beter is, evenmin. De stedelijke vernieuwing op zichzelf binnen Nederland en daarbuiten heeft van Rotterdam een onderscheidende stad gemaakt. Het vernieuwen hield de stad scherp, maar heeft ook geleid voor het deels uitwissen van de geschiedenis van de stad, waardoor de tastbare elementen vaak niet verder gaat dan de meest recente ruimtelijke interventie. Omdat ik geloof in een afgewogen vernieuwing zonder al het bestaande overboord te gooien en daarmee voort te bouwen in plaats van de strategie van de verschroeide aarde te blijven hanteren, zie ik een kans voor Rotterdam om een nieuwe, subtielere weg in te slaan. Het is hiervoor ook een ultiem moment.
De vooroorlogse periode die het nog compacte Rotterdam tot een serieuze stad heeft doen uitgroeien, heeft de stad na de oorlog een periode gekend van heropbouw van het centrum, renovatie van de gordel hieromheen en enorme ruim opgezette uitbreidingen buiten de stad die als een smeulend papier steeds meer buiten de bestaande stad van het landschap heeft gevreten waarvan de vinex-wijken het laatste hoofdstuk zijn geweest. De kredietcrisis is een kantelpunt geweest in het nadenken over de ontwikkelingen en inrichting van de stad van de toekomst. Nieuwe Rotterdammers trokken naar de stad, daar waar werk en reuring is. De bestaande stad heeft behoefte aan een herijking die gepaard gaat met een centrale verdichting binnen een kleinschaliger soort ontwikkeling die zich richt op stedelijke gezinnen en een kleiner type stadswoningen voor starters in de goedkope en middeldure huur. De kredietcrisis zorgde voor een dip in de bouwproductie terwijl veel nieuwe Rotterdammers zich juist binnen de stad wilden vestigen en ook bestaande stadsbewoners graag binnen hun stadsbuurt willen blijven wonen. De huidige bouwproductie biedt alleen antwoord aan de nieuwkomers, maar laat de bestaande buurtbewoners in de steek. Het gegeven om zowel voor twee groepen te bouwen en daarmee tevens in te zetten op een verdere verdichting vormt huerbij de uitdagende ontwerpopgave op meerdere schaalniveaus tussen metropool en stadsbuurt.
afbeelding linkerpagina | Gedicht van Jules Deelder aan Nieuwe Binnenweg, Oude Westen, Rotterdam
19
20
1.2 | AANLEIDING
Het afstuderen is een kritiek op de ‘Woonvisie 2030’ die de Gemeente Rotterdam in heeft geschreven. De obsessieve wijze waarmee het huidige College van Burgemeester en Wethouders veilige en vertrouwde typologieën voor gezinnen inzet om in het verleden verdwenen doelgroepen aan te trekken, bemerk ik als eenzijdige politiek. Als stedenbouwkundig ontwerper wil ik graag de alternatieven onderzoeken die het voortbestaan van stadswijken garanderen. Twee beleidsstukken lijken met elkaar in conflict te zijn op sommige punten, zoals blijkt uit onderstaand citaat, in combinatie met de ambitie voor verdichting van de stad, in het centrum naar 60.000 inwoners. De prijsvraag voor gestapelde gezinsappartementen geeft de worsteling binnen de gemeente bij Dienst Stadsontwikkeling aan vanwege de focus op gezinnen en de suburbane typologie die hierbij automatisch wordt toegepast. Het beleid is een zoektocht naar antwoorden op de vraag of gezinnen ook in de stedelijke context kunnen leven met daarbij horende levenskwaliteit zonder direct te vervallen in grondgebonden strokenbouw.
Woonvisie 2030 Gemeente Rotterdam
Open Oproep Gezinsappartementen Gemeente Rotterdam
Afstudeeronderzoek Intense Stad Jurian Voets
Citaat uit de ‘Open Oproep Gezinsappartementen’ van de Gemeente Rotterdam: “ Appartementen voor gezinnen zijn goed voor de stad en voor de stadswijken. Toevoeging van teveel (nieuwe) grondgebonden woningen verandert het karakter en de sfeer van de stadswijken. Dit zorgt voor verdunning (door samenvoeging, sloop/nieuwbouw, etc.) en kan een negatieve invloed hebben op de zo hoog gewaardeerde stedelijke voorzieningen, dé reden om zich in de stad te vestigen. Deze voorzieningen hebben voldoende draagvlak en stedelijke dichtheid nodig om te kunnen functioneren/ overleven.”
afbeelding linkerpagina | “Planet Rotterdam” bolfoto van ‘Galerie Urban Photos’
21
22
1.3 | OPEN OPROEP GEZINSAPPARTEMENTEN
De Gemeente Rotterdam heeft op 30 oktober 2015 een Open Oproep Gezins- appartementen uitgeschreven, aangezien gezinnen in de stad huisvesten een prioriteit is geworden voor de stad. Veel gezinnen hebben in het verleden de stad ingeruild voor buitenwijken. Rotterdam zag dit proces als een verlies van de stad en heeft zich daarom ingespannen voor meer gezinswoningen, wat in de praktijk de introductie was van de klassieke Nederlandse eengezinswoning, ook wel rijwoning genoemd. Aangezien verdunning van de stad niet zonder consequenties is, werd er gezocht wordt naar een stedelijke vorm van gezinnen huisvesten, en is hiermee de Open Oproep Gezinsappartementen ontstaan. In november 2016 zijn er vijf finalisten bekendgemaakt. De ingezonden ontwerpen van de prijsvraag onderzoekend kan worden gesteld dat alle ontwerpen uitgaan van het bouwen van een hoekgebouw met een stapeling van gezinswoningen, in dit geval een locatie op de Lloydpier aan de noordelijke rivieroevers. De relatief ruime opzet van de woningen wordt in veel voorbeelden verdeeld over twee bouwlagen, waardoor maisonnettes ontstaan aan een gedeelde verkeersontsluiting. Door juist de collectieve elementen te versterken, kan de leefkwaliteit van alle bewoners worden verbeterd. Met meer bewoners is namelijk een groter draagvlak voor kwalitatieve woonvoorzieningen mogelijk. Ook wordt zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheid om de buitenruimtes slimmer vorm te geven, waarbij de klassieke schuttingtuin een balkon wordt, met al dan niet een directe lichtrelatie met de gezamenlijke binnentuin.
23
24
1.4 | CONSEQUENTIES VAN INTERVENTIES
In stadswijk het Oude Westen is in de Gaffelstraat met een voorbeeld duidelijk wat de inzet op eengezinswoningen voor impact heeft op de kleinste schaal als het gaat om dichtheden. Hier zijn vierlaagse vooroorlogse benedenbovenwoningen gesloopt om plaats te maken voor een CPO-project (collectief particulier opdrachtgeverschap). Voor deze transformatie zijn 32 huurwoningen gesloopt, waar 9 grondgebonden eengezinswoningen voor terug zijn gekomen. Waar de huurwoningen van ca 80m2 nog een beztting kenden van 3personen maar momenteel 2,1 , zijn de eengezinswoningen gebouwd voor 4 bewoners, waarbij twee kinderen hebben ook geen zekerheid is. Op deze kavels tezamen is hierbij dus plek van (32x2=) 64 naar (9x4=) 36 bewoners, een netto verdunning van 46% inwoners op deze plek. De verdunning in het centrum staat haaks op doelstellingen van de gemeente zelf om van de huidige 31.000 nu naar 65.000 centruminwoners te gaan in 2040. De gemeente probeert hiermee de modernistische stedenbouw te ontmantelen die de stad voornamelijk als machine beschouwde met een een heldere rolverdeling als werkeiland van kantoren tussen de woonwijken die rondom de stad bedacht waren. Echter lijkt de gemeente zich met verdichting alleen te focussen op het centrum binnen de brandgrens. Helaas liggen delen zoals de Lijnbaan stil door een conserverende monumentenstatus stil. Echter is er ook veel te bereiken innde stadswijken rondom, maar dan moeten allereerst de verdunningsprojecten gestopt worden, wanneer voor het verlies niet wordt teruggebouwd binnen de buurt.Nieuw
Huidige situatie
Nieuwe situatie
Beneden-bovenwoning 4 wooneenheden Woonbezetting: 2,1 Mogelijk gemengd programma
Grondgebonden gezinswoning 1 wooneenheid Woonbezetting: 4 Enkel woonbestemming
32
Beneden-bovenwoningen
9
67
36
bewoners
Grondgebonden gezinswoningen
bewoners
-46%
CPO Gaffelstraat. [b] foto 2009 Google Streetview, [o] foto 2017 Jurian Voets
25
26
1.5 | GENTRIFICATIE VAN BOVENAF
Momenteel wordt er geïnvesteerd in de wijken rondom het centrum. Tijdens de stadsvernieuwing waar destijds veel is ingezet op sociale woningbouw, zijn wijken zijn ontstaan met hoofdzakelijk een grote huurvoorraad. De bouw van eengezinswoningen in de stadswijken een instrument van Gemeente Rotterdam om op een geforceerde wijze een menging op gang te brengen en de stadsbuurten sociaaleconomisch te versterken. Echter gaat bij deze interventies niet alleen de voor stedelijke voorzieningen nodige aantal inwoners per km2 omlaag, maar ontstaat er voor bestaande bewoners ook een probleem omdat deze niet automatisch kunnen terugkeren in hun eigen buurt met dezelfde woonwensen. Door de focus op gezinnen en hogeropgeleiden met een hoger te besteden budget, is er nu feitelijk een gentrificatie op gang gekomen die actief gestuurd wordt door de lokale politiek, in tegenstelling tot populaire wereldsteden waar dit juist een proces kan zijn waar de overheid de grip op kan verliezen. Momenteel zien we in het Oude Westen dat onder andere de Aktiegroep Oude Westen zich sterk maakt voor de belangen van de bestaande bewoners, veelal huurders van sociale woningbouw. Ook de actiegroep heeft zich kritisch geuit tegen de plannen beschreven in de Woonvisie 2030. Bij navraag is vooral te horen dat veel bewoners zich gedwongen voelen de wijk te verlaten voor samenvoegingen van huizen en te dure sloop-nieuwbouw. Niet tegen de komst van nieuwe doelgroepen wordt gestreden, maar wel de gedwongen verhuizingen uit eigen buurt. Een aantal bewoners vroegen zich af waarom er ‘niet meer in de hoogte gebouwd wordt’, zodat er voor bestaande en nieuwe inwoners ruimte ontstaat.
Daarmee werd aangegeven dat er voldoende plaats voor goede woningen voor ieder moet kunnen zijn als ook stapeling en verdichting zou worden onderzocht. Met die opmerking zit de noodkreet dat bewoners niet zozeer erg vinden om hun huis, maar wel om het Oude Westen te moeten verlaten. Met een goede nieuwe woning zouden de meesten gelukkig in de stad kunnen blijven wonen. De nieuwe doelgroepen aantrekken leidt nu tot verdringing en daardoor tot een begrijpelijke frustratie onder bestaande bewoners. Om iedereen te kunnen laten profiteren van de gestegen prijzen, zouden gestegen inkomsten deels moeten kunnen terugvloeien naar een wijkfonds die investeert in publieke en sociaal-maatschappelijke zaken.
Gentrificatie is een proces van revitalisering en opwaardering van een buurt op sociaal, cultureel en economisch gebied. Het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners/gebruikers gaat daarbij vaak gepaard met verdrijving van de lagere klassen uit het stadsdeel. De opwaardering zorgt namelijk voor een stijging van de prijzen voor onroerend goed en de huurprijzen, die de woonmarkt voor bepaalde doelgroepen ontoegankelijk maakt. In engere zin heeft gentrificatie betrekking op het weer naar de stad terugkeren van midden- en hogere welstandsklassen. De grootste kritiek op gentrificatie in stadsbuurten is de toenemende financiële ontoegankelijkheid van bestaande bewoners. Daarnaast vloeit de meerwaarde van vastgoed niet automatisch terug naar de stadsbuurt zelf, maar verdwijnt deze in handen van pandbazen projectontwikkelaars.
27
?!
28
1.6 | KLEINSCHALIGE GELAAGDHEID ALS KRACHT
Na de Tweede Wereldoorlog waren de wijken rond de voormalig binnenstad overbevolkt. Na het bombardement waren vele bewoners genoodzaakt om de stad te verlaten of elders onderdak te zoeken. De wijken stonden bij de gemeente als ‘te saneren’. Mede door de opstand van de Aktiegroep Oude Westen die in deze tijd ontstond is er uiteindelijk weinig van de sanering van de wijkstructuur terecht gekomen. De wijkstructuur bleef weliswaar intact, maar de veel vastgoed zou ten tijde van de stadsvernieuwing vervangen worden. Door opkoop van panden in hele bouwblokken ontstond een stedelijke ruilverkaveling, waardoor soms hele bouwblokken door 1 bouwproject werden vervangen.
Belangrijker is wat de ontwikkelstrategie doet met de sociale netwerken in de buurten. Het scheelt nogal of door sloop van 1 pand één buurman verdwijnt, of dat een heel bouwblok wordt vervangen, met alle overburen er allemaal bij. De impact die het op het kleinste schaalniveau, per blok en in de straat, heeft is schadelijk voor duurzame sociale structuren in een stadsbuurt. Met bouwen voor de buurt is het vooral belangrijk dat er een wederzijdse betrokkenheid is, maar de kleinschaligheid van de interventies speelt wel degelijk ook een rol. Hoe groter de interventie van sloop-nieuwbouw, hoe groter de impact voor de sociale buurtrelaties.
De variatie in bouwvormen werd flink vergroot, ook mede door de renovaties en optoppingen. Echter ontstond er door de diverse projecten een minder versnipperde en kleinschalige eigendomskaart. Dat maakt interventies in de wijk enerzijds makkelijker, maar tegelijkertijd ook ingewikkelder bij onwelgevallige partijen. Het straatbeeld is eenduidiger geworden, maar wellicht daardoor ook saaier, de verticaliteit door de smalle opeenvolgende panden is niet overal meer in stand. En door de verschillende architectuur per bouwblok is het Oude Westen ook meer een lappendeken van verschillende sferen geworden.
29
30
1.7 | VERDUNNING MET DE STADSVERNIEUWING
Renovatie heeft ook tijdens de stadsvernieuwing geleid tot een aanzienlijke afname van het aantal woningen door samenvoegingen. Ook toen vond er dus al aan verdunning van het stadsweefsel plaats zonder het aantal woningen te compenseren of zelfs toe te voegen elders in de wijk.
[!]
Renovatie Bajonetstraat IV
Renovatiejaar Aantal woningen Straat
Renovatie Joblok
Renovatiejaar Aantal woningen Straat
Renovatie Quispelblok
Renovatiejaar Aantal woningen Straat
1982 Voor renovatie: 251, na renovatie: 190 Bajonetstraat en Adrianastraat
1985 Voor renovatie: 64, na renovatie: 29 Josephplein
1987 Voor renovatie: 63, na renovatie: 33 Adrianastraat, Kogelvangerstraat
Bron | Het Oude Westen , Laboratorium van de stadsvernieuwing, Uitgeverij 010, Rotterdam 1993
31
32
1.8 | VOORRANG VOOR WIJKBEWONERS
Ondanks de verdunning die in ieder geval bij de renovatieprojecten plaatsvond tijdens de stadsvernieuwing, werden bestaande bewoners WEL op de eerste plaats gezet als het gaat om herhuisvesting. dat gebeurt nu uitdrukkelijk niet en geen bewoner heeft recht op een terugkeerregeling. Daarmee slaat de huidige woonvisie een totaal andere weg in, een weg die minder sociaal is. Het gemeentelijk beleid lijkt er ook op uit om doelbewust nieuwkomers juist een voorrangspositie te geven om hun ‘balans in de stad’ te kunnen bereiken.
Bron | http://aktiegroepoudewesten.nl/assets/uploads/2014/12/1984_04_01_Buurtkrant.pdf
33
34
1.9 | DRIELUIK VERHAAL VAN ROTTERDAM
Rotterdam heeft een lange historie die feitelijk start in de 12e eeuw, toen er een nederzetting op een afdamming van de Rotte aan de zeedijk werd gebouwd. Later in 1340 kreeg de stad stadsrechten waarbij een formele status bevochten was om in 1360 stadsmuren te kunnen bouwen. De stad liep nog ver achter op steden als Utrecht, Delft, Amsterdam, Leiden en Dordrecht. Die groeide en veranderde in drie grote stappen, ook de wijze van woningbouw plegen. In 1872 vond de eerste grote verandering voor Rotterdam plaats, de aanleg van de Nieuwe Waterweg door ingenieur Pieter Caland. De stad was voorheen al een belangrijke haven maar onbetrouwbaar door de verzanding bij de riviermond, waardoor een lange omweg naar zee via het Haringvliet noodzakelijk was. De vernieuwingen en de industrialisatie brachten de ontwikkeling van de stad in een stroomversnelling en zorgde voor een onstuimige vraag naar havenarbeiders die op Zuid veelal uit Zeeland en Noord-Brabant kwamen. Overal in de stad werden op steenworp afstand van de havens wooncomplexen gebouwd in compacte woonvorm binnen gesloten bouwblokken die uit beneden-bovenwoningen bestonden. Oorspronkelijk compacte rug-aan-rugwoningen, die later door de Woningwet voor voldoende daglicht en ventilatiemogelijkheden verboden werden. Het modernisme en de wederopbouw na het bombardement zorgden voor een grote invloed op de stad. Men zag de stad als machine en dus als pragmatisch orgaan. Al voor de oorlog werd er getekend aan een nieuw centrum, waarbij functiescheiding centraal stond. Dit was deels een reactie op onhygiĂŤnische toestanden in wijken waarbij slachtbedrijven en zware industrie midden in de stad stonden naast woningen. De functiescheiding werd streng van leer en
daardoor ontstonden wijken als Blijdorp die sec voor wonen waren bedoeld en het centrum dat in Plan van der Traa enkel bedoeld was als administratieve kantoorfunctie. Door automatisering van de haven zien we een trend van verminderde arbeidsintensiviteit, waarbij praktisch geschoolde inwoners per direct van sociale vangnetten afhankelijk zijn geworden. Door de grote arbeidersklasse wordt er in de stadsvernieuwing ingezet op nieuwe woonvormen van sociale huurwoningen. Suburbanisatie speelde een grote rol en de trek uit de stad werd iets voor mensen die het zich konden veroorloven. Momenteel zien we een nieuwe economische energie in de stad die zich richt op andere sectoren, zoals medical cluster, offshore sustainability, architecture, water management en food etc. Hoewel de sociaaleconomische binding en de activiteiten zich steeds meer van de stad terugtrekken, presenteert ze zich als een no-nonsense stad met gedurfde architectuur, hoogbouw en als stedelijk laboratorium. Daarnaast is de stad door diverse inspanningen over een kantelpunt gekomen en populairder geworden, waardoor internationale studenten en ook gezinnen Rotterdam kiezen als woonbestemming maar ook het aantal bezoekers enorm is gestegen. Dat is goed voor de kwaliteit en aanbod van stedelijke voorzieningen. Echter wordt deze vraag naar gezinswoningen gebaseerd op prognoses uit het verleden en op traditionele woonvormen die suburbaan te noemen zijn. In een verdichtende stad gericht op de toekomst zou het goed zijn als de oplossingen buiten bestaande kaders worden gevonden en er meer experiment zou worden toegelaten, met voorbeelden uit het buitenland om van te leren. Rotterdam heeft zijn iconen goed op orde, maar de stad als basis blijft hierin achter. Met de komende bouwhausse liggen er kansen om het roer om te gooien. 35
36
1.10 | METROPOOL
Van belang is te weten dat Rotterdam Den Haag binnen de Deltametropool een netwerkstad vormt met in dit deel een belangrijke rol voor Den Haag en met name Rotterdam als zwaargewichten. Voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling is het ov-netwerk cruciaal. Vanuit het Stedenbaan-principe wordt verdichting van stedelijk programma rond ov-stations gestimuleerd. Daardoor vormt het openbaar vervoer de drager van ruimtelijke ontwikkeling, zodat automobiliteit beperkt wordt, welke voor de meeste opstoppingen zorgt en de grootste druk op de ruimte legt. Met concentratie rond stations is het openbaar vervoer dan ook een logisch transportmiddel. Rotterdam heeft een nog relatief bescheiden opgave van 50.000 nieuw te bouwen woningen gesteld. Waarschijnlijk gaat dit op termijn lang niet voldoende zijn voor de vraag. Tussen 2007 en 2017 is de bevolking in 10 jaar tijd van 580.000 naar bijna 640.000 gegaan. De geplande woningen zijn dan wel gelegen in bestaand stedelijk gebied in de nabijheid van goed openbaar vervoer. Toch kan Rotterdam meer doen. Momenteel is er een belangrijke trend: leven in de stad is in opkomst. Uitwisseling van kennis is aantrekkelijker als er ook de stedelijke voorzieningen zijn zoals hoogwaardige restaurants en cafés. Innovatiedistricten Daarnaast concentreren kenniswerkers zich in het centrum van de stad. Snelweglocaties hebben geen antwoord op deze kwalitatieve aspecten. Daarnaast is er al lange tijd veel geïnvesteerd in het aantrekkelijker maken van stations als poorten naar de stad, waarin ook de omgeving actief is betrokken. Het Stedenbaan-concept waarbij ontwikkeling en verdichting rond OV-knooppunten wordt gestimuleerd, past in deze trend van duurzame groei van stadsregio’s.
(b) Woningbouwopgave Metropoolregio RDH | rotterdam.raadsinformatie.nl
37
38
1.11 | CENTRUM VAN DE METROPOOL
Openbaar vervoer vervult een sleutelpositie voor duurzame stedelijke ontwikkeling. Wegen slibben dicht met autoverkeer door een mismatch tussen woon- en werkverkeer die afstanden onnodig vergroten in het zogenaamde Dagelijkse Stedelijke Netwerk (Daily Urban System). Binnen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft Rotterdam de beste kaarten wat betreft ov-netwerk. De hogesnelheidstrein (Amsterdam, Londen, Brussel, Parijs), intercity direct en andere treinen stoppen hier, en regionaal heeft Rotterdam een uitgebreid metro- en tramnetwerk. Met de ligging van het vernieuwde Centraal Station in de voortuin van het Oude Westen heeft de wijk een prominente rol voor de stad en het centrum specifiek. Het Oude Westen ligt als een spin in het web en is daarmee een logische locatie voor verdichting. Het stationsgebied vervult zowel een nationale als internationale rol. De ontwikkeling van het Rotterdam Central District is hier een belichaming van, waarin zowel hoofdkantoren als veel nieuwe start-ups zitten. Hoewel de focus lange tijd op kantoren lag, is verdichting op deze locaties een logisch vervolg. Bewoners, ondernemers en bedrijven moeten we dan ook faciliteren bij het zoeken naar huisvesting op centrale locaties, om reiskilometers te voorkomen. De aansluiting op de metro en het fijnmazige tramnetwerk ligt de wijk met een goede ov-bereikbaarheid ten opzichte van het centrum en het vernieuwde OV-hub. De opgeknapte route die vanuit het station via het Kruisplein naar het Eendrachtsplein en Westersingel voert, zorgt voor een extra stroom richting de westflank van de binnenstad. Het Oude Westen profiteert hier direct van. (b) Woningbouwopgave met concept Stedenbaan | rotterdam.raadsinformatie.nl (o) Kaart Frequentnet met in geel het Oude Westen | RET
39
40
Oude Westen als poort naar de stad vanuit Centraal Station, rechterzijde
41
42
1.12 | VOOROORLOGSE STAD
Het vooroorlogse stedelijke gebied is het gebied waar mijn onderzoek zich op richt binnen Rotterdam. Niet alleen door de complexiteit, maar ook door de te ervaren historie die hier nog aanwezig is, structuren om in de toekomst op te kunnen voortbouwen. Het gebied binnen de Brandgrens is door de wederopbouw te veel aangetast om het historische verhaal te dragen, maar ook hier zijn kansen om op voort te bouwen. Mijn onderzoek ontziet de focus op het centrum aangezien er in navolging van de wederopbouw altijd een concentratie is geweest op ontwikkeling van het centrum, waar de krans rond het centrum nog een eenduidige ontwikkelingsstrategie ontbeert en de risico groot is waardevol hoog stedelijk weefsel te verliezen door eenzijdige politieke doeleinden in de stadsvernieuwing.
Deze zone in de stad heeft lange tijd weinig aandacht gehad in de langetermijnvisies omdat het in de schaduw stond van ontwikkelingen zoals de wederopbouw van het binnenstad en de volgende uitbreidingen aan de rand van de stad. Juist deze zone heeft een lange geschiedenis en vormt een interessante proeftuin voor veel nieuwe stedelijke bouwvormen van wonen en leven.
De vooroorlogse ‘donut’ is een waardevol stedelijk weefsel die lang Rotterdam de ruggengraat vormde van Rotterdam zowel voor en zeker na de oorlog, toen de centrumfunctie naar de flanken buiten te binnenstad verplaatste. De bebouwing bestond grotendeels uit gesloten bouwblokken van 4-5 bouwlagen met geparcelleerde bouw enerzijds en later bloksgewijze ontwikkelingen, zoals in Blijdorp.
43
Oude Westen, gepositioneerd aan westzijde van het Rotterdamse centrum, schaal 1: 80 000
Het Oude Westen met geheel intacte vooroorlogse structuur (geel) De brandgrens en de latere invulling door van der Traa (zwart)
44
1.13 | CENTRUMOPGAVE Hoewel de keuze voor de ontwikkellocatie van de ‘Open Oproep Gezinsappartementen’ inmiddels is gevallen op de Lloydpier, ben ik in deze testcase geïnteresseerd geraakt in een meer stedenbouwkundige benadering van de bestaande stad. Mijn interesse werd gewekt door het Oude Westen: wat mij betreft de meest stedelijke wijk van Rotterdam. Ingeklemd tussen twee lange Hier zijn de twee stadste straten van Rotterdam: Nieuwe Binnenweg en West Kruiskade te vinden en een China Town in spe. Dit is een stadswijk die momenteel een reëel scenario heeft af te glijden naar een suburbaan woonmilieu dat nota bene binnen de contouren van het centrum ligt. Historisch gezien is dit deel van het centrum morfologisch intact, hoewel er buiten de stadsstraten weinig van de authentieke architectuur meer over is. De wijk heeft veel veranderingen meegemaakt en heeft daardoor een rijke historische gelaagdheid. De vraag is echter hoe duurzaam de stadsvernieuwingen uit de jaren ’70 en ’80 werkelijk zijn. Er is veel sociale woningbouw neergezet die slechts een enkele doelgroep diende waardoor de diversiteit in de wijk uitzonderlijk laag is.
CIJFERS: stadsdeel
Centrum
oppervlak hectare inwoners inwoners/km2 adressen/km2 woningen
493 31.200 7.548 6.173 19.565
wijk Oude Westen oppervlak hectare inwoners inwoners/km2 adressen/km2 woningen
57 9.360 16.525 6.050 4.411
45
46
1.14 | 19e EEUWS STADSBLOK
De gesloten stadsblokken hebben in het Oude Westen geen vaste afmetingen, maar waren veelal een product van de onderliggende veenweideslagen die in veel gevallen lang en smal en in de hoofdrichting noordzuid gelegen waren. Kenmerkend aan de bebouwing die op de bouwblokken stond, is de gemiddelde hoogte van 4 bouwlagen. Deze wijkt soms naar beneden of boven af, maar in de regel bestaan de blokken uit 1 entreelaag, met ruimte voor winkeld, werkruimtes, opslag of een woning. Daarna volgen er twee of drie woonlagen, waarboven nog een dwars-zadelkap of een dwars-schilddak wordt toegepast of een combinatie hiervan aan de voor- en achterzijde. De benedenboven-woningen hebben twee of drie aparte entrees, met de voor Nederland kenmerkende lange smalle steile trappen omhoog. Dit is vooral een efficientie-afweging geweest omdat woongebouwen een smalle beukmaat van gemiddeld 5,5 meter hebben. De smalle kopse gevelwanden zijn dominant aan de lange gevelwanden van de dwarsstraten. Dit kwam een optimale bezetting aan de stadsstraten ten goede zodat de stadstraten veel aanloop hadden en dit benutten.
47
48
1.15 | STADSWIJK VAN GESLOTEN BOUWBLOKKEN
49
50
1.16 | STADSVERNIEUWING
De gemeente Rotterdam wilde de wijk slopen om hier een kantorencentrum van te maken. Tot dan toe dacht men bij oude wijken vooral in termen als sanering en krotopruiming. In de wederopbouwperiode lag de aandacht vooral op het bestrijden van de woningnood. Er werden nieuwe uitbreidingswijken gebouwd, maar de oude wijken werden verwaarloosd. Daarnaast had het versterken van de bereikbaarheid en de cityfunctie van het centrum prioriteit. De steeds grootschaliger projecten leidden in veel steden tot twijfel en protesten. Volgens de Saneringsnota van 1969 moesten maar liefst 4.200 woningen worden gesloopt. Zo bestonden er plannen het Oude Westen geheel te slopen en te vervangen door middelhoge flats in het groen. De bewoners wilden hier blijven wonen. Toen is de Aktiegroep Oude Westen opgericht om strijd te voeren voor behoud van de wijk. Dat heeft geresulteerd in de stadsvernieuwing van de jaren 80 en 90. Bestrijding van de enorme heroĂŻneoverlast in deze jaren, was het tweede gezamenlijke belang. Ook is de Aktiegroep zich in die tijd gaan bezighouden met onderwijs, voorzieningen en woonomgeving. In de eerste jaren was de Aktiegroep vooral een beweging van een relatief kleine voorhoede met een enorme achterban.
Voor en na de stadsvernieuwing in de Sint Mariastraat, die deels niet meer bestaat. https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/stadsvernieuwing/
51
52
1.17 | SPOREN VAN DE STADSVERNIEUWING
Het Oude Westen is een belangrijk laboratorium voor de stadsvernieuwing, waarbij de Aktiegroep Oude Westen een belangrijke rol speelt. De Aktiegroep krijgt in 1980 zelfs de Rotterdam-Maaskantprijs. In deze periode wordt nabij het centrum op onder andere het Heliport-terrein betaalbare kleinschalige nieuwbouw gerealiseerd. De economische crisis van de jaren tachtig bemoeilijkt de financiering van de stadsvernieuwing. 1974-1984 In de eerste periode, later wel de ‘klassieke stadsvernieuwing’ genoemd, lag de aandacht vooral bij de organisatie van het proces. Hiervoor ontwikkelde Van der Ploeg LEGENDA het ‘Rotterdamse model’, waarbij bewoners en ambtenaren decentraal samenwerkten in projectgroepen. Onder het motto ‘Bou< 1800 wen voor de buurt’ werd de waarde van de bestaande wijken erkend. 1800 - 1850 De viering van tien jaar stadsvernieuwing - 1900 in 1984 betekent ook een 1850 kentering in het denken over stadsvernieuwing. De een1900 - 1930 en zijdige aandacht voor kleinschaligheid sociale woningbouw heeft niet tot spranke- 1940 lende architectuur geleid. 1930 Het biedt geen oplossing voor grootschalige projecten als 1945havengebie- 1960 de herbestemming van oude den. Daarnaast verwoest de renovatie met kunststof kozijnen, gepleisterde gevels en optoppingen de kwaliteit van de negentiende-eeuwse architectuur. In enkele projecten is deze kentering zichtbaar.
LEGENDA < 1800 1800 - 1850 1850 - 1900 1900 - 1930 1930 - 1940 1945 - 1960
1960 - 1975 1975 - 1985 1985 - 1995 1995 - 2005 2005 - 2015 2015>
Met deze toevoeging is het met de nieuwe ontwikkelingen van de stad tijd voor het toevoegen van een derde laag van een drieluik. Hierbij moeten wezorgvukldig kijken waar we aan de slag kunnen gaan om voort te kunnen bouwen op de aanzwezige kwaliteiten, zonder rigoureuze maatregelen te schuwen. Afbeelding (l.) | Beeldmateriaal waarop de historische gelaagdheid duidelijk zichtbaar is gemaakt Bron | site http://code.waag.org/buildings/
53
AMSTERDAM arbeidsplaatsen inwoners verhouding +/-
84.000 80.000 1:1
cijfers
2009
ROTTERDAM
54
arbeidsplaatsen inwoners verhouding +/-
88.000 28.300 1:3
cijfers
2009
1.18 | WONEN EN WERKEN
In vergelijking met organisch gegroeide binnensteden, waar Rotterdam voor de oorlog ook toe behoorde, valt op dat de verhouding tussen het aantal inwoners en de werkgelegenheid in arbeidplaatsen in balans lijkt te zijn met een verhouding van grofweg 1:1. Als voorbeeld het centrum Amsterdam met een intacte historische kern. Hier werken 84.000 mensen tegenover 80.000 inwoners. In Rotterdam is dit anders met 88.000 arbeidsplaatsen en sinds kort meer dan 28.000, (inmiddels 32.000) dat een totaal andere balans geeft met 1:3. De cijfers dateren uit 2009, bij uitgifte van de Stadsvisie. De onbalans resulteert uit het modernistische denken van vorige eeuw, waarin werd uitgegaan van het centrum van de stad als â&#x20AC;&#x2DC;werkeilandâ&#x20AC;&#x2122; dat een product is van de ultieme functiescheiding. Wonen zou in de wijken rondom het centrum moeten geschieden met het automobiel als vervoersmiddel.
Momenteel verwachten we meer van een centrum dan slechts de rol als werkeiland. Het concept van de CityLounge speelt bijvoorbeeld in op de verblijfskwaliteit en er wordt ingezet op het toevoeggen van woningen in het centrum. In de Stadsvisie 2030 wordt uitgegeaan van verdichting van het centrum en hier horen meer inwoners bij. Als dat in een zelfde evenwicht als de huidige werkgelegenheid wordt teruggebracht, een natuurlijke balans, dan zou het groei naar 90.000 inwoners binnen het Rotterdamse centrum betekenen. De gemeente doelt op 60.000 waardoor er nog steeds geen sprake is van een belans tussen de twee. Het dichtbebouwde Oude Westen zou hiervan een deel van deze groei kunnen faciliteren, hoewel vooralsnog het tegenovergestelde lijkt te gebeuren. Verdubbeling van het aantal inwoners in het Oude Westen als onderzoeksonderwerp lijkt daarom ook niet meer dan voor de hand liggend.
55
56
1.19 | CENTRA IN CIJFERS
Binnen Nederland kennen we grote verschillen binnen de opbouw van steden. Met een vergelijkend onderzoek tussen de centra van de drie grootste steden wordt getoond waarin Rotterdam en het Oude Westen specifiek opvalt. Vergeleken met het totaal aantal inwoners als tweede stad van het land, heeft Rotterdam zowel in absolute grootte van oppervlak en aantal inwoners de kleinste afmetingen, maar ook de dichtheden en en het percentage dat woonachtig is in het centrum, ligt achter. Op het geheel van de gemeente valt het op dat maar 4,9% van de Rotterdammers in het centrum woont, versus 10,2% in Amsterdam en 19,2% in Den Haag. Ook de dichtheden in het centrum zijn van verschillende omvang. Het Oude Westen in Rotterdam is meteen de meest dichtbevolkte wijk van Rotterdam en het Centrum: 16.525 inwoners per vierkante kilometer. De centrumwijk de Jordaan is met 23.135 inw p/km2 de dichtstbewoonde wijk in het centrum van Amsterdam, maar niet de dichtstbewoonde van Amsterdam. Met 21.656 inw p/km is de Schilderswijk de dichtsbewoonde centrumbuurt van Den Haag. Conclusie Het Rotterdamse Centrum is op bijna elk vlak ondergeschikt aan de andere steden wat betreft wonen. Het is dan ook belangrijk om te leren van klassieke historische steden die van oudsher een gebalanceerde verhouding hadden tussen wonen en werken, welke nu ook van belang zijn bij de kwaliteit van de gemengde stad. Voor de oorlog woonden er ruim 83.000 mensen in het centrum.
57
58
1.20 | DEMOGRAFIE 2009-2016
Opvallende cijfers wat betreft de bevolkingscijfers van het oude Westen, afgezet tegen het centrum en de stad in zijn geheel. We zien dat de stad in de periode van 20092015 de bevolking met 6,3% is gestegen van 587.161 inwoners naar 623.956. Het Centrum van de stad groeide nog harder met 9,2% [!] van 29.421 naar 32.125 inwoners. Ondanks de groei van het aantal inwoners van bijna 10% is het Oude Westen in dezelfde periode 2009-2015 gekrompen met 2,3% van 9.567 inwoners naar 9.356. De groei werd dus volledig opgevangen door de rest van het centrum. Conclusie De ruimtelijke ingrepen van afgelopen periode hebben consequenties voor de demografie in de wijk. Vooral de sloop-nieuwbouw van andersoortige typologieen en doelgroepen zorgt voor een gestage krimp in de wijk.
59
60
2 | OPGAVE
61
62
2.1 | OPGAVE
Het Oude Westen is het perfecte laboratorium voor compact stedelijk wonen in de bestaande stad. 50 jaar na de stadsvernieuwing zijn er nieuwe behoeften en wensen en dus ook op gebied van wonen. Het ontwerponderzoek is een verdieping in de methode om deze levendige en complexe stadswijk voor de toekomst veilig te stellen en verder voort te bouwen op de kwaliteiten die het Oude Westen momenteel heeft. Ontwerpend onderzoek laat vervolgens een mogelijke eindbeeld zien dat moet beantwoorden aan de hoofdvraag: Op welke wijze is verdichting in de bestaande vooroorlogse stad mogelijk voor verschillende stedelijke doelgroepen en de lange termijn?
Oude Westen, ingeklemd tussen Middelland en Central District en onderdeel van centrum Rotterdam
63
64
2.2 | VIER DOELSTELLINGEN
Op welke wijze is verdichting in de bestaande vooroorlogse stad mogelijk voor verschillende stedelijke doelgroepen en de lange termijn? Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden vanuit het ontwerpend onderzoek, worden de volgende vier uitgangspunten gehanteerd: 1 Inzetten op verdichting, om te voorzien in groeiende vraag naar stedelijke gemengde woonmilieus en versterken draagkracht van hoogwaardige voorzieningen. 2 Behouden wat goed is, perceelsgewijs ontwikkelen waar mogelijk om kleinschaligheid in weefsel te behouden met de factor tijd als werkmiddel. 3 Slim meervuldig gebruik van openbare ruimte en kwaliteitsslag publieke leefruimte. 4 Focus op diversiteit van stadsbewoners als uitgangspunt en bieden stedelijk alternatief voor gezinnen in de stad.
65
66
2.3 | RUIMTELIJKE PROBLEEMSTELLING
Het Oude Westen in Rotterdam is een wijk met een hoge complexiteit. Ondanks de architectonische detaillering van de oorspronkelijke bouw is de wijk door speculatiebouw niet een voorbeeld van de geplande stad en kent de wijk een organische ontwikkeling vanaf de start. In de loop der tijd hebben diverse ingrepen de wijk drastisch veranderd, zoals de stadsvernieuwing in de jaren ’70 en ’80, ook wel ‘Stadsvernieling’ genoemd, vanwege de soms goedkope renovaties van vooroorlogse panden. Deze interventie zorgde voor betaalbare woningen die kwalitatief beter waren dan de uitgeleefde panden die destijds in slechte staat verkeerden. Veertig jaar na de stadsvernieuwing is een revisie van de wijk gewenst, zeker tegen het licht van het beleid dat in de Woonvisie is beschreven. Wat heeft de wijk en de stad momenteel nodig? Gentrificatie kan doorslaan op het moment dat het succes van een stuk stad bestaande bewoners financieel gaat uitsluiten, die essentieel zijn in de lokale economie. Het Oude Westen is nog lang niet in de buurt van dit stadium, maar het is wel zorgelijk dat gentrificatie wordt uitgelokt zonder een sociaal-economisch narratief over hoe de bestaande gemeenschap hier deel van zou kunnen uitmaken. De ‘social engineering’ van de Gemeente Rotterdam zou om te zetten moeten zijn in een transformatiestrategie die bestaande bewoners de kans geeft te verhuizen binnen de wijk en ook kans biedt op een lokale wooncarrière. De bewoners, de mensen die de stad maken, zouden centraal moeten staan in deze discussie, en niet door de focus op de nieuwkomers alleen. Daarnaast moet ruimte worden gemaakt voor nieuwkomers die in de stad willen wonen, aangezien de stad erg geliefd is bij degenen die voorzieningen en werk in de buurt willen hebben te midden van de stedelijke dynamiek. afbeelding (l.) | Morfologische structuur van de wijk Oude Westen
67
68
3 | ONTWERPEND ONDERZOEK
69
70
3.1 | ATLAS OUDE WESTEN
De Atlas Oude Westen is een eigen onderzoek naar verschillende aspecten van de wijk, waarvan geen directe informatie beschikbaar was, of slechts deels. Deze kaarten bieden duidelijkheid die met het blote oog niet altijd zichtbaar zijn. De Atlas Oude Westen is in zijn geheel te vinden in het naslagwerk waar een bundeling van het onderzoek en achtergrond informatie te vinden is. De kaarten tonen overigens uitsnedes van de volgende onderwerpen. Van links naar rechts en van boven naar onder:
Historie 1930 Historie 1974 Waardering architectuur Dakenlandschap Bouwlagen
Parkeren en ontsluiting Uniformiteit Bestemmingsplan Bouwperiode Stadsvernieuwing
Waardering openbare ruimte Toestand fundatie Voorzieningen Bouwtypologie Eigenaarschap 71
1
Waardering architectuur
2
Fundatie
3
Eigenaarschap
4
Uniformiteit
5
Woningtypologie
72
3.2 | SELECTIE UIT DE ATLAS
De Waardering van de architectuur is deels gebaseerd op Rijksmonumenten, Gemeentemonumenten, beschermd stadsgezicht en een eigen inschatting van de toekomstwaarde. Selectie van behoud en inwisselbare panden zorgt voor eerste waterscheiding.
Fundatie is niet een directe aanleiding voor sloop maar kan wel in de overweging worden meegenomen. Waardevolle oude panden lopen niet altijd gevaar. Wel is van de Stadsvernieuwing een risico omdat veel gebouwen op oude fundatie gebouwd zijn. Niet elk pand van na de oorlog is dus zeker. Er zijn diverse soorten eigenaarschap te vinden in het Oude Westen. Veel vastgoed is in bezit van Woonstad, wat deze partij dan ook een belangrijke onderhandelaar maakt.
Uniformiteit is aan te duiden als eenvormigheid. Vaak zijn deze aaneengeschakelde panden 1 ontwikkeling, wat de diversiteit in het straatbeeld ondermijnd. Daar waar mogelijk kunnen pandsgewijs nieuwe initiatieven komen om een diverser woningaanbod als een rijker straatbeeld te krijgen.
In de woningtypologie is goed te zien van welk type veel aanwezig is. Met het oog op het diverser maken kan wmet sloop-nieuwbouw meer van dit type worden toegevoegd of zuist vervangen door een andere woonvorm. 73
74
3.2 | PRIORITEITENKAART
De prioriteitenkaart is vooral een middel om te zoeken welke harde aanleidingen er zijn om binnen het plangebied aan de slag te gaan. Niet dat deze leidend moeten zijn in de ingrepen, maar het kan wel de urgentie van opgaven aangeven in welke mate aspecten meewegen in het naar voren schuiven van initiatieven. In onderstaande kaart de verschillende onderdelen uit de atlas die als selectie meewegen en hoe donkerder de kleur, hoe meer belangrijke aanleidingen er te vinden zijn voor sloop-nieuwbouw. In lichtgroen de bebouwing die gevrijwaard wordt van rigoureuze aanpassingen. Opsplitsing is in deze categorie natuurlijk wel mogelijk, maar deze worden in de verdichtingsstrategie niet als zodanig meegeteld.
LEGENDA Architectonisch waardevol of beeldbepalend Risico houten fundatie Architectonisch-historisch weinig waardevol Monocultuur in straatbeeld Typologisch weinig stadmaken [galeri en enkel grondgebonden] Eigenaarschap [publiek, publiek-privaat en privaat-publiek] Ruimte voor verdichting op onbenut terrein.
Hoe donkerder, hoe groter de opstapeling van aanledingen voor interventies
75
76
3.3 | INTERVENTIEKAART
Op basis van wat er uit de prioriteitenkaart komt is een selectie te maken uit 5 typen interventies. In de kaart is een overzicht gemaakt hoe deze vij zijn verdeeld over het plangebied. Op lange termijn zouden deze locaties in behandeling kunnen worden genomen.
01 Renovatie
02 Optopping
03 Plug-project
04 Nieuwbouw
05 Midrise
77
78
3.4 | 01
RENOVATIE
Vooroorlogse panden zijn door de stadsvernieuwing niet altijd met fluwelen handschoenen behandeld. Alles stond toen in het teken van het opleveren van betaalbare huisvesting. Het behoud van het erfgoed was niet een prioriteit, maar omdat de panden veelal voldeden werd er met de pragmatische houding toch in geinvesteerd. Renovatie leidt niet tot een substantiele verdichting. Sterker nog, waarschijnlijk zullen de dure renovaties gepaard gaan van het opheffen van opgesplitste panden. Hiermee rekening houdend, kan verwacht worden dat het aantal woningen en zijn inwoners door deze verkoop van de wooncorporaties een lagere bezetting krijgt. Echter worden hiermee een duurder en grotere categorie woningen beschikbaar waardoor er meer variatie ontstaat. Daarbij zal ook de 19e-eeuwse laag in de kern van de wijk intact blijven en daarmee het oudste verhaal kunnen blijven vertellen.
- 133 - 27
Renovatie van vooroorlogse panden in de Bajonetstraat door Woonstad
79
80
3.4 | 02 OPTOPPING
Optopping is mogelijk waar portieken staan, de fundatie in goede conditie is en een lichtgewicht constructie tot twee bouwlagen mogelijk is. Het bestaande dak kan dan dienen als tuin of dakterras, maar dat kan ook op het dak van de optopping zelf worden gerealiseerd. Portieken zijn nodig om de verticale ontsluiting te kunnen benutten. Bij liftkernen is dat ook mogelijk maar deze zijn in de berekening niet meegerekend.
+ 190 + 475
Optopping Margarethenstrasse Wenen
81
82
3.4 | 03 PLUG
Het Oude Westen is een stelsel van gesloten bouwblokken. In deze bouwblokken zitten soms nog locaties die opgevuld kunnen worden met nieuw bouwprogramma. Dit zijn de locaties die per direct in aanmerking komen voor verdichting, aangezien deze niemand in de weg staan. In veel gevallen gaat het om ontsluitingen naar de binnenkant van het blok, maar dit kan worden opgelost door een poort te bouwen met een sebtiele entree aan de onderzijde. Dan zijn er de onbenutte pleinen die geen aangetoonde toegevoegde waarde hebben. Ook zijn er locaties aan de achterzijde van bouwblokken die wel een ontsluiting hebben maar nog niet worden benut voor nieuwbouw.
+ 651 + 2604
Achterzijde van â&#x20AC;&#x2DC;plugged townhouseâ&#x20AC;&#x2122; in New York
83
84
3.4 | 04 SLOOP-NIEUWBOUW
Bij sloop-nieuwbouw geldt een planning voor de zeer lange termijn. Dit betreft veelal de nieuwbouw uit de stadsvernieuwing zelf. Deze is niet altijd goed gefundeerd, kunnen meer woningen huisvesten, hebben een matige architectuur of zijn op oude slechte fundatie gebouwd.
+ 1606 + 3212
Sloop-nieuwbouw in Amsterdam
85
86
3.4 | 05 MIDDELHOOGBOUW
Middelhoogbouw is een waardevolle toevoeging voor het Oude Westen om de derde dimensie te benutten: het fenomenale uitzicht over de stad en haven. Per toren kan voor een specifieke doelgroep of specifieke doelgroepen worden gebouwd. Andersom vormen de subtiele torens net als in een historische stad orientatiepunten binnen de wijk.
+ 3740 + 4488
Middelhoogbouw vormt een overgang van de grote schaal van de binnenstad naar de menselijke maat van 4-5 bouwlagen van de rest van Delfshaven. Op deze manier kan er flink verdicht worden en kunnen betaalbare woningen worden aangeboden in de renovatiefase van het Oude Westen. Middelhoogbouw wordt gekoppeld aan de buurtpleinen, aangezien hier net als bij dorpspleinen een natuurlijke ruimte is die past bij de schaal van het plein. Door een groene en zachte inrichting van de pleinen als buurtparken functioneren deze als een voortuin, er is ook meer aanleiding om er gebruik van te maken, Door in compartimenten te werken kunnen woningen opgesplitst worden of al dan niet samengevoegd. Het tunnelen van de bouw heeft dan ook geen voorkeur aangezien de bouwconstructie dan te veel beperkend is voor de flexibele invulling ervan. Het faseren van de Middelhoogbouw zou dan ook de voorkeur hebben om in een vroeg stadium te doen. In dat geval zou de verhuur beter zijn dan verkoop, aangezien vraag en aanbod binnen de wijk dan beter is af te stemmen.
Borneohof Indische Buurt Amsterdam
87
88
3.5 | VERDICHTINGSPOTENTIEEL
Al met al is met een ontwikkelstrategie voor de lange termijn een verdubbeling van zowel het aantal huishoudens als het aantal inwoners mogelijk, met het faciliteren van de nieuwe benodigde voorzieningen hierbij opgeteld.
VERDICHTINGSPOTENTIEEL OUDE WESTEN TOTAAL Aantal huishoudens
5.116 [2016]
+ 6.054 = 11.170
Aantal inwoners
9.356 [2016]
+10.752 = 20.108
[+218%] [+215%]
01 Renovatie
02 Optopping
02 Plug-project
02 Nieuwbouw
02 Midrise
- 133
+ 190
+ 651
+ 1606
+ 3740
- 27
+ 475
+ 2604
+ 3212
+ 4488
89
90
4 | VISIE
91
92
4.1 | VISIEKAART
Essentieel in deze visie is de verweving van het Oude Westen met de binnenstad en de wijk Middelland, via een nieuwe voetgangersroute die voortbouwt op bestaande stadsvernieuwingsdoorbraken met een schakeling van buurtparken en woonstegen. Door fasering en verplaatsing van programma ontstaan compacte scholen en nieuwe bouwgrond. Stenige doorbraken worden groene woonstegen voor gezinswoongroepen, waar voetgangers en spelen centraal staan. Door de groene kwaliteit van het Wijkpark dichter bij de bewoners te krijgen lenen de huidige buurtpleinen zich hier goed voor. Door woonadressen en werkplaatsen aan de Groene stegen te maken, ontstaat ook een prettiger verbinding omdat de sociale controle erop vooruit gaat. Verschillende hoogte-accenten in de vorm van middelhoogbouw aan buurtpleinen zorgt voor orientatie in de wijk en ruimte voor verdichting voor oa starters. De nieuwe hoogbouw biedt in de fasering ook de kans om tijdelijk onderdak te bieden aan buurtbewoners wanneer sloop-nieuwbouw plaatsvindt. De interventies hebben directe impact op Wijk- en blokniveau en met de bouwtypologie. Op groter schaalniveau sluit de doelstellingen aan op de vraag vanuit de metropool. Op basis van het gedane onderzoek is afgestemd welke projecten een eerste aanzet kunnen vormen voor deze visie vanuit de prioriteitenkaart (blz 70). In fasen zou dan een verdichtingsslag kunnen worden bereikt. Op termijn is ruimte voor twee keer zoveel inwoners. Wonen en leven met meer kwaliteit, meer voorzieningen en zonder uitplaatsing van de huidige bewoners. De Intense Stad vormt hiermee een voorbeeld hoe zorgvuldig verdicht kan worden in vooroorlogse wijken buiten de brandgrens.
93
94
4.2 | OUDE WESTEN 2050
95
96
4.3 | DE GROENE DOORBRAAK
Mijn focus richt zich op de voetgangersroute die van west naar oost Middelland met het het kernwinkelgebied kan gaan verbinden met een route die in de luwte van de stadsstraten een nieuwe bijdrage vormt in de leefbaarheid van de wijk met een andere dynamiek. De verbinding bouwt voort op de interventies die tijdens de stadsvernieuwing zijn gedaan. Wat opvalt is dat er meerdere oostwestverbindingen zijn voorgesteld, soms dwars door bouwblokken heen. Daarnaast valt op dat de doorbraken alleen interne wijkstructuren zijn gebleven, maar dat het destijds niet is gelukt om een passende verbinding naar de buitenwereld te maken. Zoals in de visiekaart is te zien zal de Groene Doorbraak als een zigzag over bestaande structuren in het publieke domein zijn weg gevolgen en een combinatie vormen van de twee voorgestelde routes, zodat de route alsnog gerealiseerd kan worden. daarbij wil ik juist uitgaan van gesloten bouwblokstructuren. Deze route zal gaan kruisen met de Westersingel, waarbij de kunstkade een belangrijk onderdeel van de voetgangersroutes vormt in het centrum. Een aandachtspunt zijn hoogteverschillen van de kade tussen de brug en straatniveau bij de Westersingel. Hier zal een extra hellingbaan en trap moeten komen vanaf het zebrapad die in het verlengde van de poort ligt.
(b) Mogelijke doorbraken | Het Oude Westen, Laboratorium van de stadsvernieuwing (l) Visiekaart met uitsnede op de Groene Doorbraak
97
98
4.4 | POORT NAAR DE STAD
Om de verbinding met de stad te kunnen makern zijn er diverse hordes te nemen. de belangrijkste is de poort bij het adres Westersingel 37 die benut zou kunnen worden voor de aansluiting van het Oude Westen naar het centrum via de Van Oldenbarneveltstraat. Eenmaal door de poort moet ook de openbare ruimte van de Westersingel op de schop om voor voetgangers en rolstoelers de niveauverschillen in het profiel van de kade op te vangen op weg naar de voetgangersbrug.
Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s 21 oktober 2018 (b) Westersingel ri. zuiden (m) Van Oldenbarneveltstraat ri. oosten vanaf Westersingel westzijde (o) Voetgangersbrug naar oude Westen vanaf Westersingel oostzijde
99
100
4.5 | DE GROENE DOORBRAAK
101
102
5 | ROUTE DOOR DE WIJK
103
01
02
03
04
05
07 06
104
5.1 | DE ROUTE
Deze route heeft de potentie om een levendig, nieuwe type verbinding van Middelland naar het centrum te worden. In een virtuele wandeling zullen de cruciale plekken getoond worden van west naar oost.
09
11
12
08 10
105
106
01 | MIDDELLAND GRAVENDIJKWAL
TOEVOEGEN OVERSTEEK VOETGANGERS De ‘s-Gravendijkwal is een belangrijke stadsontsluiting in noord-zuidrichting voor autoverkeer dat de Maas wil kruisen. Niet alleen vormt het onderdeel van het Maastunneltracé, maar het vormt tegelijkertijd ook de grens van het Centrum en de aangrenzende stadswijken. Deze grens is ook een fysieke barrière voor via van het Centrum naar Middelland wil en vice versa. Hier ligt een vierbaans autoweg met verhoogde trottoirbanden waar platanen in groeien. Daarbuiten liggen ventwegen met een fietspad die ook niet bedoeld zijn om te kruisen. Ter hoogte van de kruising met stadstraten zijn tunnelbakken of verkeerslichten om veilig over te steken. Omdat voetgangers nu ver moeten omlopen zou een verkeerslicht met zebrapad een mooie oversteek kunnen vormen richting het monumentale plein.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
107
108
02 | GYMNASTIEKSTEEG
BENUTTEN VAN TOEGANGSPOORT Bij de voormalige HTS zit aan de linkerzijde een toegangspoort naar de oude gymzaal die aan de achterzijde gelegen is. Deze poort zou de sleutel kunnen vormen naar voor de opening aan de westzijde. Hoewel het pand aan de noordzijde van de poort een historische waarde heeft voor het stadsbeeld, stel ik nieuw gebouw voor dat in staat is een interactie aan te gaan met de steeg die ontstaat zodra het plein aan de westzijde verbonden wordt richting het Adrianaplein. Zo kan hier verdicht worden en tegelijkertijd een sociaal veilige doorgang ontstaan met bijzonder programma dat in de plint een plek kan vinden.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
109
110
03 | ADRIANAPLEIN
VAN BUURTPLEIN NAAR SCHOOLPARK Eenmaal door de steeg belanden we direct op het Adrianaplein. Hier is een grote kwaliteitsslag te maken door de verplaatsing van de Babylonschool, die rechts direct aan het plein zijn adres kan krijgen. De school kan mede-gebruiker en ook -beheerder worden van het plein, wat straks een buurtpark en schoolplein ineen kan worden. Direct naast de school is nog ruimte voor verdichting, welke de verdunning van het project ‘Buitengewoon Bajonet’ nog enigszins kan compenseren met een stedelijk woongebouw. Op het plein is ruimte voor sport, spel, waterberging, beplanting, bomen, zitmeubilair, een theehuisje en een drinkfontein. Deze kunnen in kleine groene eilanden worden geïntegreerd. Door de loop van de tijd kan het gebruik veranderen door wisselende doelgroepen, aangezien buurtbewoners er ook aanspraak op maken.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
111
112
04 | DOORBRAAK WEST
DOORBRAAK ALS GROENE WOONSTEEG Op de locatie van de verplaatste Babylonschool ontstaat een flinke ruimte om te intensiveren met woningen, voorzieningen en werkruimten. Momenteel nog een doorgang zonder sociale control na schooltijd door de gesloten plinten en de metalen rolluiken. De steeg zou een gemengde functie kunnen krijgen met als hoofdprogramma wonen, zodat er aan de straat veel adressen zijn die de sociale controle vergroten, met incidenteel werkruimtes of voorzieningen, die door de hoge plintverdiepingen meer flexibiliteit krijgen. De steeg heeft aan weerszijden een privĂŠtuin van 1,5 meter. In de midden-zone ontstaat ruimte voor een groen veld en het voetpad, ideaal voor spelen maar ook voor buurtfeestjes. Voor de verlichting van de stegen wordt gekozen voor hanglampen in plaats van armaturen aan masten.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
113
114
05 | DOORBRAAK OOST
OPTOPPEN VAN BESTAANDE WONINGEN Bij de Doorbraak West zijn kwalitatief goede portiekwoningen gebouw die zelfs aan de doorbraak zelf entrees hebben. Hoewel het gevelbeeld niet echt kwalitatief te noemen is, kunnen deze panden, mits goed onderhouden, prima worden opgetopt en ontsloten via de bestaande portieken. Dat kan met lichtgewicht constructies. In dit geval kunnen er 4-8 woonunits worden toegevoegd, afhankelijk van het totale vloeroppervlak. Daarbij lopen de stoepen nu nog rakelings langs de entrees en woonkamers, waardoor privĂŠ en publiek geen bufferzone kent. Dat is met nieuwe geveltuinen nu al deels opgelost, die de aanblik van de steeg ook groener maakt en ook klimatologisch kan helpen tegen hitten en extreme regenoverlast.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
115
116
06 | TONI KOOPMANPLEIN
BUURTPLEIN ALS VOORTUIN TOREN Dit plein wordt voornamelijk gebruikt voor verblijf. Tussen de kleine bomen met lage boomkruinen zijn banken geplaatst, waar buurtbewoners elkaar weten te vinden. Toch is de totale aanblik sleets, heeft een stenige aanblik en de randen worden gevormd door parkeerplaatsen en afvalcontainers. Daarnaast is geen enkel gebouw gericht op het plein, maar alleen op de dwarsstraten. Aan de noordzijde is een verstopt schoolplein waar een woontoren bovenop kan worden gebouwd met hoofdzakelijk kleine compacte starterswoningen. Net als het Adrianaplein kan het spelen plaatsvinden in het naastgelegen buurtpark, dat een intensiever gebruik door de dag heen kan krijgen. In de plint van de woontoren kan een collectieve leefruimte voor de woontorenbewoners komen, die later ook als voorzieningen- of ontmoetingsruimte voor de buurt kan worden ingericht. Hierboven is een sporthal die zowel voor de school als voor buurtbewoners kan worden gebruikt. Daarboven is een dakterras met een vergaderruimte, die een flexibele invulling kan krijgen. Via de voorzijde is het buurtpark verbonden met de school. Via de straat zijn fietsgarages en bergingen te bereiken, net als het postadres van de woontoren. Parkeren kan in het bouwblok aan de overzijde waar een onderbenutte wijkgarage te vinden is. Lopend door het buurtpark kom je zo echt thuis.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
117
118
07 | GAFFELSTRAAT
SLIM STRAATPROFIEL DWARSTRATEN Dit is de dwarsstraat als ontsluiting van de toren. Via deze straat zijn fietsgarages en bergingen te bereiken, net als het postadres van de woontoren. Parkeren kan in het bouwblok aan de overzijde waar een onderbenutte wijkgarage te vinden is. Lopend door het buurtpark kom je zo echt thuis. Aan de overzijde zijn wooncomplexen uit de jaren ’70 die door slechte funderingen deels vervangen moeten worden op termijn. Andere woningen kunnen via portieken met lichtgewicht opbouwen worden verhoogd zodat hier meer woningen te realiseren zijn. De blokken waren destijds geheel open ontworpen, maar hierdoor is door een hoge anonimiteit vooral ’s avonds en ’s nachts wanneer vreemdelingen in het binnenterrein niets te zoeken hebben. De hoge schuttingen kunnen wellicht vervangen worden door groene heggen als de toegangen worden voorzien van sierlijke hekken die overdag geopend zijn. De dwarsstraten krijgen nog hooguit aan één zijde bezoekers-parkeren, met daarbij voldoende ruimte voor bomen om een volwassen maat te kunnen klimaatadaptief groen met rust worden gelaten. Door een kabelgoot aan de overzijde te leggen met een verticale bundeling van riool, hemelwater, elektriciteit, netwerkkabels et cetera kunnen wegwerkzaamheden gespaard blijven.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
119
120
08 | GERRIT STERKMANPLEIN
Het Gerrit Sterkmanplein is een populair sportveld voor jongeren. Tegelijkertijd is het een verwarrende plek voor het systeem van dwarsstraten, die hier onderbroken wordt. Ook hier kan het plein weer een gezicht krijgen door een middelhoge woontoren die de maat van het plein gebruikt zoals een kerk aan een dorpsplein. De hoogte van vier bouwlagen lijkt een soort regel te zijn geworden zonder werkelijk te weten waarom. In die zin het verlies van een aantal kerktorens een middel om weer oriĂŤntatie in de wijk terug te brengen door de buurtpleinen te accentueren. Om schaduwhinder te voorkomen hebben alle torens een bouwenvelop die met set-backs werkt om het verlies aan daglicht te beperken. Tevens levert dit ook ranke en subtiele torens in een kleinschalige stadswijk op, zoals een kerktoren. De sportvelden worden geĂŻntegreerd in een groen buurtpark, zodat ook de sportpleinen een groene uitstraling krijgen. De grote platanen worden zo veel als mogelijk meegenomen in de nieuwe inrichting.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
121
122
09 | GAFFELDWARSSTRAAT
HOTEL PARKZICHT Een van de twee huidige entrees vanuit de wijk richting het Wijkpark is de Gaffeldwarsstraat. Hoewel de openheid mensen naar het park trekt, doet de bebouwing nog niet mee. Op deze plek is een mooie mogelijkheid om mooie hoeken te maken en tegelijkertijd een aantrekkelijke entree naar het park. Ook de voetgangersroute richting Westersingel zoekt vanaf hier via het Wijkpark. De hanglampen leiden de weg richting Westersingel. Aan de noordzijde kan een hotel- of woontoren komen aan het park, die aan de onderzijde schuin is afgesneden zodat het vrije zicht op het Wijkpark niet wordt geblokkeerd.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
123
124
10 | GOUVERNESTRAAT
BENEDEN-BOVENWONINGEN 2.0 In dit blok is een mogelijkheid om nieuwe beneden-bovenwoningen te realiseren op basis van de minimale beukmaat van 4 meter, die in Berlijn is toegepast. Zo ontstaan woningen die een dakterras hebben of op straatniveau zitten. Aan de achterzijde is zelfs een hogere bouwhoogte mogelijk met een drie woningen boven elkaar met split-level opbouw en een gedeelde parkeerkelder. Deze panden staan in hetzelfde stramien maar kunnen per plot anders worden ingevuld. Ook de Gouvernestraat moet er als dwarsstraat aan geloven. Aan twee zijden parkeren zit er niet meer in, aan ĂŠĂŠn zijde bomen die kunnen uitgroeien is een vast gegeven, met aan de andere zijde een kabelgoot voor ondergrondse infrastructuur.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
125
126
11 | WIJKPARK
WIJKPARK VOOR DE STAD I.P.V. ERACHTER Het Wijkpark zal een stukje kleiner worden door de nieuwe voetgangersroute die ontstaan naar de Westersingel, via de Van Oldenbarneveltstraat naar de Meent. Hiertussen zal een sierlijk hek geplaatst worden dat overdag geopend wordt voor het publiek. De panden van de Westersingel hebben aan de achterzijde nog een eigen expeditiestraatje. Aan dit straatje is het mogelijk om nieuw vastgoed te bouwen en te ontsluiten, met als doel het vergroten van de sociale controle, het verkleinen van de geluidsoverlast voor bewoners aan de Westersingel en een voorkant maken aan een park, waar nu ook werkplaatsen en woningen gebouwd kunnen worden. Door de perceelsgewijze invulling kan dat een divers beeld opleveren aan het park en een win-winsituatie voor verschillende partijen. In dat geval moeten beeldbepalende bomen in het park worden gespaard en beschermd.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
127
128
12 | WESTERSINGEL
VERBORGEN POORT NAAR OUDE WESTEN
Aan de Westersingel kan een poort worden benut om de voetgangersroute tussen Middelland via het Oude Westen naar de Meent te voltooien. Door de poort te openen ontstaat voor voetgangers een nieuwe route die parallel in de luwte stadstraten loopt. Door een subtiele vorm van lichtkunst zou de route van buitenaf meer aandacht kunnen krijgen om als route herkent te worden. In de steeg is op termijn mogelijkheid om het programma op maaiveld aan te sluiten met een aparte entree of vensters, maar dat is niet noodzakelijk. Als de poort geopend wordt, zou er ook een comfortabele en veilige oversteek moeten komen op de Westersingel en een speciale trap die via de beeldenkade naar de bestaande voetgangersbrug loopt.
Verdichten Perceelswijze aanpak Focus diversiteit Slimmer gebruik openbare ruimte
129
130
6 | TWEE UITWERKINGEN
131
132
6.1 | TWEE UITWERKINGEN
01 GROENE WOONSTEEG DOORBRAAK WEST
02 MIDDELHOOGBOUW AAN BUURTPARK TONI KOOPMANPLEIN
133
134
UITWERKING 01 GROENE WOONSTEEG DOORBRAAK WEST
135
136
6.2.1 | DOORBRAAK WEST & ADRIANAPLEIN
SCHOOLPARK EN GROENE WOONSTEEG De locatie van de Babylonschool is een uitermate geschikte locatie om voor gezinnen te bouwen die in een stedelijke context willen wonen en leven. Daarnaast is er een mogelijkheid voor de school om naar de overzijde te verhuizen in een compact schoolgebouw naar voorbeeld van de A.S.V.O. school aan het Fredriksplein in Amsterdam, waar zowel alle lokalen als de gymzaal boven op elkaar gestapeld zijn. Dat biedt de kans om het naastgelegen buurtplein ook als schoolplein te kunnen gebruiken. Dit gaat ten koste van een bestaand wooncomplex, maar met de nieuwe school ĂŠn een wooncomplex op de hoek naar voorbeeld van de Sargfabrik in Wenen, kan het aantal woningen op de balans met 17 extra op die locatie zou kunnen worden verdicht in saldo met de gesloopte woningen.
+80 gezinswoningen
+320 inwoners
137
138
6.2.2 | HUIDIGE SITUATIE
De huidige Babybol basisschool heeft een bruto vloeroppervlak van 3354m2 en een footprint 1976m2. Daarnaast is in het blok een intern schoolplein te vinden van 665m2. In de openbare ruimte aan de noordoostzijde is nog een publieke speelvoorziening die door de wijk gebruikt wordt. Aan de noordvleugel zit een gymzaal. De doorbraak loopt als een voetgangersroute onder de school door die een luchtbrug heeft om de twee delen te verbinden.
139
01
02
03
04
140
6.2.3 | BASISSCHOOL BABYLON
1 Adrianaplein Aan de westzijde is het Adrianaplein gelegen. Dit plein is voornamelijk bedoeld voor spelen, maar kent een kale stenige inrichting. De bomen die als een carrĂŠ om het plein stonden zijn inmiddels voor een groot deel gerooid om plaats te maken een nieuwe herinrichtingsontwerp. De historische bebouwing aan Bajonetstraat vormt een historische drager van de 19e-eeuwse geschiedenis. 2 Luchtbrug Babylonschool De Doorbraak West doorsnijdt het kavel van de Babylonschool. Door middel van een luchtbrug worden de noord- en zuidvleugel met elkaar verbonden. In de noordvleugel is de gymzaal gelegen.
3 Route Doorbraak Aan de route zitten klaslokalen en ontvangstruimtes. Helaas zijn deze buiten sluitingstijd niet in gebruik voor andere doeleinden en wordt een wand van rolluiken gevormd, dat het gevoel van sociale veiligheid niet bepaald bevordert. De bomenrij biedt schaduw en beschutting en vormt daarmee een kwaliteit in de buitenruimte. 4 Publiek speelplein Wederom een buurtspeelplein wat voroal een combinatie is van speeltoestellen, sleetse verharding en een beetje groen.
02 01 03 04
141
Fase 1 | Ter vervanging woningen Adrianaplein, nieuwbouw woningen op plein naast Babylonschool
Fase 2 | Sloop deel woningen Adrianaplein, nieuwbouw Babylonschool aan Adrianaplein
142
6.2.4 | FASERING
Fase 3 | Bouw nieuwe Babylonschool
Fase 4 | Oplevering en verhuizing naar nieuwe Babylonschool, klaarmaken sloop voor nieuwbouw
143
01 Adrianaplein +17 +112
02 Doorbraak W. Zuidzijde +34 +136
144
03 Doorbraak W. Noordzijde +29 +116
145
01
07
02
03
05
146
04
DE GROENE WOONSTEEG
01 Buurtplein ingericht als publiek pocketpark inclusief gebruik als school- en speelplein.
02 Conciergewoning bij af te sluiten poort.
06
03
03 Fietsenstalling voor droog stallen binnen het bouwblok.
04 Voormalig stenig schoolplein wordt een nieuwe collectieve binnentuin waar ook bestaande aanwonenden gebruik van kunnen maken.
05 Gekoppelde parkeergarage aan collectieve tuin.
06 Collectieve binnentuin met overdag geopend toegangshek met onsluiting naar private buitenruimtes.
07 Nieuwe Babylon Basisschool aan buurtpark met 3500m2 bruto vloeroppervlak.
147
Adrianaplein in vogelvlucht, gezien vanuit het westen
Adrianaplein van bovenaf, georienteerd op het noorden
148
6.2.5 | MAQUETTE ADRIANAPLEIN
In de maquette is een mogelijke uitwerking voorgesteld, bestaande uit diverse groene eilanden met in de randen meubilair voor verblijf. Daarnaast een kuil die als waterberging voor de omliggende bouwblokken die tevens dienst kan doen als amfitheater en speelveld.
Adrianaplein gezien vanuit het westen
149
Eigen fotoâ&#x20AC;&#x2122;s: (rb, lo) Basisschool ASVO Frederiksplein, Amsterdam (ro) Drinkwatertappunt in publieke ruimte, ZĂźrich
150
6.2.6 | SCHOOLPLEIN ALS BUURTPARK
Het nu nog stenig en sleets ingericht Adrianaplein biedt kans om een kwaliteitsslag te maken door de verhuizing van de Babylonschool naar het plein. De ASVO Basisschool op het Frederiksplein in Amsterdam is een mooi voorbeld van een compacte huisvesting met sporthal op het dak waarbij het schoolplein onderdeel is van het Frederiksplein en gedeeld wordt met de buurt. Overdag een school-speelplein, daarna een buurtplein met spelen en groen. Naast spelen zouden er ook elementen als een drinkwaterfontein geplaatst kunnen worden, zodat tijdens de pauzes of in vrije tijd mensen gebruik maken van watertappunten. Overgewicht is in de stadswijken nog altijd een probleem en dat kan deels opgelost worden door aanbieden van vers water. In ZĂźrich staan drinkfonteinen veel in de stad op plekken waar sport of verblijf is.
151
06
02 01 03
05
152
04
GESTAPELD WOONCOLLECTIEF
01 Groene daktuin voor waterberging en voorkomen hittestress en ruimte voor aanleg zonnepanelen.
02 Dakterras met uitzicht op de Rotterdamse skyline en aan de randen ingevuld als daktuinen voor privacy buurgebouwen en groene beleving vanaf dakterras.
03 Grote balkons aan zuidzijde als verlengde van woonkamer.
04 Looppad aan zuidzijde, speelveld aan noordzijde. Geveltuinen aan weerszijden.
05 Particuliere tuinen aan collectieve binnenruimte.
06 Collectieve logeerkamers met eigen buitenruimte op de dakverdieping, te reserveren bij de concierge die via VVE beheer en onderhoud coordineert.
153
154
6.2.7 | GROENE WOONSTEEG
In doorsnede bestaat de steeg uit een 10 meter brede ruimte, waarvan 3 meter ruimte biedt voor voetgangers die elkaar kunnen passeren. Daarnaast zijn er aan weerszijden geveltuinen van 0,5-1,5 meter breed die bewoners een persoonlijke groene buffer vormen tussen woning en steeg. Asymmetrisch aan de noordzijde is een verblijfsveld gereserveerd waar gebruikers in de zon kunnen zitten.
Door groene verblijfsplekken te maken spelen kinderen ook meer in de buitenruimte en nodigt de ruimte uit tot buurtactiviteiten. Op de begane grond is door de hoge plafonds voldoende lichtinval om in te wonen, maar biedt de extra hoogte ook ruimte voor ander programma.
Doorsnede zuid-noord op schaal 1:200
155
156
6.2.8 | GROENE WOONSTEEG
De overgebleven ruimte waar de huidige Babylon staat biedt de kans om de Doorbraak West als een groene steeg te ontwikkelen met (woon)adressen aan de doorbraak zelf. Aan de zuidzijde van de steeg ontstaat een verdichtingspotentieel van 34 gestapelde gezinswoningen en ongeveer 134 extra inwoners. Aan de noordzijde van de steeg is een verdichtingspotentieel van 29 gestapelde gezinswoningen die onderdak biedt aan ongeveer 116 inwoners. De totale interventie tussen Adrianaplein en Doorbraak-West is daarmee 80 extra woningen en onderdak aan 320 extra stadsgezinsleden. Aan de steeg komen meergezins-appartementen die juist door de collectiviteit extra luxe en ruimte kunnen bieden. Dit type woningen is in Nederland zelden te vinden maar kan een oplossing vormen in de zoektocht naar woningen voor gezinnen in de stedelijke context. Grote gestapelde woningen binnen zogenaamde woongroepen kunnen zich betere woonfaciliteiten permitteren door de simpele reden dat de kosten gedeeld worden. Een dakterras, een conciërge, een grote collectieve tuin, een logeerappartement en een sport- of een werkruimte kan in samenspraak als verlengstuk van het eigen huis ontwikkeld worden. Gelijkgestemden weten elkaar te vinden in de ontwikkeling van de percelen, waar ook de sociale binding in de wijk baat bij heeft. Aan de zuidzijde kan het huidige schoolplein dienstdoen als collectieve tuin, waar ouders vanaf hun eigen balkons en private tuinen op maaiveld zicht hebben op de binnenruimte die via de portieken toegankelijk is. Alleen overdag is via de poorten de binnentuin te gebruiken voor bewoners van hetzelfde bouwblok en is een
ruime overdekte fietsenstalling bereikbaar. Naast de poort is een conciërgewoning ontworpen zodat de collectieve ruimten regelmatig onderhouden en goed beheerd kunnen worden. Aan de steeg zijn de portieken ontsloten, zodat er adressen aan de doorbraken gesitueerd zijn. De woningen op maaiveld hebben hoge plafondhoogtes van 4,5 meter, die zowel de flexibiliteit van het programma toestaat als een aangename daglicht-toetreding. De steeg van 10 meter breed heeft aan de schaduwzijde een kleine geveltuin van 1 meter en verharding voor de oostwestverbinding, hoofdzakelijk ontworpen voor de voetganger. De noordzijde en dus zonzijde heeft de inrichting van een groene verblijfsruimte, met gras en borders, wat hoofdzakelijk als speel- en ontmoetingsruimte is bedoeld. Daarnaast is een 1-1,5 meter geveltuin gereserveerd die grenzen aan de private buitenruimtes en façades om een ontspannen afstand tussen openbaar en privaat te bewaken. Hoewel de automobiliteit een ondergeschikte rol speelt op deze binnenstedelijke locatie, is het de bedoeling de bestaande wijkgarage te benutten voor elektrische (deel)auto’s. Vanuit deze garage kunnen de bewoners te voet via de binnentuin de eigen portieken bereiken. Hiermee ontstaat een compacte en intieme verbinding binnen de buurt die een ontspannen levendigheid zal brengen door de specifieke aandacht voor gezinnen in de buitenruimte.
(lo) Falkenried, Hamburg
157
01
02
03
158
6.2.9 | GESTAPELD WOONCOLLECTIEF
Inpiratie voor een collectief gestapeld meergezinscomplex komt van diverse plaatsenover de wereld, waarvan dit Berlijnse voorbeeld diverse elementen kent die goed aansluiten bij de wonbehoefte van gezinnen in onze stedelijke context. In Duitsland is de Baugruppe als woonvorm breed bekend. Kern van wonen in een bouwgroep is gelijkgestemden die elkaar vinden om op een hoogstedelijke locatie energie en financiele middelen te bundelen om samen meer voor elkaar te krijgen wat per individueel geval niet mogelijk zou zijn. Door te delen is in sommige gevallen een hogere kwaliteit mogelijk, zoals een grote gedeel tuin. Daarnaast kan door het delen van verschillende ruimten ook meer sociale binding ontstaan waar het gewenst is. In Nederland zijn we vooral gewend aan het idee dat een klein rechthoekig stenen oppervlak met een schutting eromheen het antwoord voor gezinnen is. Gestapelde woningen bieden minstens zo veel comfort als een rijtjeshuis met een tuin. De woningen zijn gelijkvloers of hebben 2 lagen (maisonnettes). Een kleine tuin op de begane grond biedt een private overgang naar de collectieve tuin. In hoger gelegen woningen bieden grote balkons een buitenruimte om te zitten aan een grote tafel tussen de boomkruinen, als verlengstuk van de woonkamer. Onderdelen die gedeeld worden zijn de portieken met lift en de postvakken bij de entrees. Ook zijn er in het woongebouw op het dak twee logeerruimtes op het dak gebouwd bovenaan de portieken. Daarnaast wordt via de VVE een concierge betaald die ook woont en werkt binnen in het bouwblok. Deze persoon zorgt voor het beheer van de
collectieve tuin. Ook beheert de concierge de logeerruimtes voor onderhoud en reserveringen. Bovenop het woongebouw zit een toegankelijk dakterras dat door het zicht op de skyline als onderdeel van de stad een extra dimensie geeft voor alle bewoners en gasten. Een fietsenstalling en berging is in de collectieve tuin te vinden. Een parkeervergunning voor electrische auto’s kan in de Wijkgarage Van Speykstraat 2, daar is een onderbenutte garage van 43 parkeerplaatsen die mede een oplossing kan vormen voor de hoge parkeerdruk juist in de dwarsstraten. Drie vormen van kwalitatieve buitenruimte. 1 Collectief dakterras met weidsheid 2 Privaat balkon tussen boomkruinen 3 Grote collectieve tuin als grondgebonden buitenruimte.
3xGrün Holzbau Görschstraße 48/49, 13187 Berlin-Pankow Architecten: Daniel Rozynski Christoph Roedig Philipp Koch
159
160
6.2.10 | SAMEN WONEN, SAMEN LEVEN
161
De Groene Woonsteeg zonder bebouwing van de overkant. Hoekgebouwen vormen verbijzonderingen
Vovelvlucht met de proporties van het gestapeld meergezinscomplex met logeerruimtes en dakterras
162
6.2.11 | MAQUETTE GROENE WOONSTEEG
De collectieve binnentuin, ook toegankelijk voor andere woningen met linksonder de fietsgarage
Bovenaanzicht met aan weerszijden een geveltuin, aan de zuidzijde pad en een verblijfsruimte
163
164
UITWERKING 02 MIDDELHOOGBOUW AAN BUURTPARK TONI KOOPMANPLEIN
165
166
6.3.1 | TONI KOOPMANPLEIN
MIDDELHOOGBOUW AAN EEN BUURTPARK
+221
Om te kunnen verdichten en de bestaande ruimte slimmer te benutten, is de interventie gericht op het bebouwen van het schoolplein van de Van Asch Van Wijckschool. Hier kan een zogenaamde ‘midrise’ of ‘skyscraperette’ gebouwd worden waar microappartementen in gehuisvest worden. Daarmee krijgt het Toni Koopmanplein aan de noordzijde een gezicht met een herkenningspunt voor de wijk zoals de verdwenen kerktorens dat in het verleden deden in het Oude Westen. Het type woningen zal antwoord geven op de stijgende vraag naar woningen die gericht zijn op starters, bestaande heroriënterende wijkbewoners, studenten en singles.
+221
167
168
6.3.2 | HUIDIGE SITUATIE
Het Toni Koopmanplein is een typisch voorbeeld van een interventie ten tijde van de zogenaamde stadsvernieuwing met introductie van sloop-nieuwbouw in het vooroorlogse stadsweefsel en de introductie van buurtpleinen met het oog op speelvoorzieningen in de buurt. Tegelijkertijd is er weinig aandacht geweest voor het prominent maken van de pleinen door middel van de architectuur. de voorgevels richten zich hoofdzakelijk op de dwarsstraten en laten daarmee de buurtpleinen links liggen. De huidige inrichting van het speelplein is voornamelijk als stenig te omschrijven en heeft ondanks bankjes en de groep kleine bomen met lage kruinen een weinig aantrekkelijke verblijfskracht. Aan het Toni Koopmanplein is een 675m2 groot schoolplein gelegen van 25 meter breed en 27 meter diep, welke slechts op sommige delen van een doordeweekse dag wordt gebruikt. Dit is een goede locatie om de het huidige buurtplein een impuls te geven door het buurtplein te transformeren en stedelijk bouwprogramma toe te voegen. Door de ligging is het bouwplot geschikt voor middelhoogbouw.
169
01
02
03
04
170
6.3.3 | SCHOOLPLEIN VAN ASCH VAN WIJCKSCHOOL
1 Schoolplein Asch van Wijckschool De bouwlocatie van de middelhoogbouw is gelegen op een klassiek schoolplein met hekken er omheen, wel met hoge exemplaren. Het is een stenig plein met een zichtwerende haag voor het hek. 2 Toni Koopmanplein Ernaast ligt het Toni Koopmanplein, een buurtplein, aangelegd rond de jaren van de stadsvernieuwing van de jaren â&#x20AC;&#x2DC;70-85. Het is een buurtspeelplein wat vooral een combinatie is van zitbankjes, sleetse verharding en een bomengroep met een lage kruin en bladerdak.
02
3 Garage Gaffelstraat Aan het Toni Koopmanplein wordt een wijkgarage ontsloten met een capaciteit van 63 plaatsen. Om de parkeerdruk van de straat te halen worden parkeervergunningen voor nieuwe bewoners alleen voor de nog onderbenutte garage verstrekt. 4 Zitbanken Toni Koopmanplein Ondanks de lage esthetische waarde van het Toni Koopmanplein heeft de plek wel een aantrekkingskracht op buurtbewoners die hier regelmatig komen zitten om een praatje te maken.
03
04
01
171
MIDDELHOOGBOUW
01
01 Onderdeel voetgangersroute Middelland-Oude Westen- Binnenstad.
02 Optoppingen mogelijk van maximaal tweelaagse lichtgewicht constructies bij portieken met fundatie in goede stad.
03 Middelhoogbouw Tonyâ&#x20AC;&#x2122;s aan Toni Koopmanplein. Een oprecht eerbetoon aan Tony Daalmeijer, lange tijd werkzaam aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. De toren biedt 221 wooneenheden.
04 Nieuw gelaagd loftgebouw met 12 woningen.
05 Uitrit Wijkgarage met voetpad door buurtpark als entree naar middelhoogbouw.
06 Buurtpark als speel- en verblijfsplein. Het park functioneert door de toren zoals een kerk aan een dorpsplein. 02 07 Verhoogde toegang via entree woontoren meer prominent. Aankleding met meer groene elementen zorgen voor een gemeenschappelijke verblijfsruimte.
172
TONYâ&#x20AC;&#x2122;S + 221 + 221
03 07
01
06 05
04
173
174
6.3.4 | ORIËNTATIE IN DE WIJK
De toren staat als een kerktoren aan een dorpsplein. In het Oude Westen stonden vroeger een aantal kerken die verdwenen zijn. In tegenstelling tot de rest van de binnenstad, zijn er binnen de wijk nu geen oriëntatiepunten van betekenis meer. De buurtpleinen hebben een goede afmeting om verbijzonderingen in bouwmassa mogelijk te maken, zodat oriënteren binnen de wijk een stuk makkelijker wordt en daarmee ook de verdichting van de stad. Verjoningen zorgen ervoor dat er voldoende daglichtin de straten komt.
175
05
04
03 02
01
176
6.3.5 | VERTICALE BUURT
De toren functioneert als een verticale buurt op zichzelf. Bewoners bewonen hun woning, waar zij het voor een bescheiden bedrag per maand een eigen leefruimte hebben, maar ook veel gemeenschappelijk gebruiken waar door het delen van voorzieningen vaste woonlasten omlaag gaan. De absurd stijgende huizenprijzen en maandhuur zorgen ervoor dat er een grote vraag ontstaat naar (huur)woningen die een redelijke prijs-kwaliteit-verhouding kennen. Dat betekent wel compacte oplossingen voor het woonvraagstuk. Voor velen zal dit een oplossing, aangezien bewoners de kans willen houden binnen de buurt te blijven wonen. Ook voor starters en studenten is het gebouw interessant. Onder in het gebouw zit een sporthal die met name door de school wordt gebruikt. Ook is er een wasserette en postafgifte. Ertussen zitten hoge ontmoetingsruimten die indien er behoefte is als commerciĂŤle voorzieningen gebruikt kan worden. Via de straat is een fietsenstalling en berging bereikbaar.
01 Entree aan plein voor bouwblok, woontoren, basisischool en buurtvoorzieningen. 02 Postadres aan straat met en wasserette. 03 Toegang tot fietsenstalling voor school. Aan andere zijde is de fietsenstalling en berging. Voor een deel gedeelde capaciteit in feitsenstalling. 04 Hoge verdiepingen (6m) met gemeenschappelijke ruimten. Split-level hier in te bouwen voor diverse invullingen nu en in de toekomst. 05 Sporthal voor schoolgebruik en na schooltijd voor sportverenigingen en te huur. 06 Parkeergarage Gaffelstraat (63 parkeerplaatsen) beschikbaar voor stalling wagenpark.
06
177
01
02
03
178
6.3.6 | TOREN EN PARK 01 1 De Gustav-Gull Platz aan de Europaallee in Zurich heeft aan het kopse plein een woontoren waar onder het gebouw een ruime â&#x20AC;&#x2DC;verandaâ&#x20AC;&#x2122; is gemaakt waar het met verschillend typen weer buiten goed toeven blijft. Daarmee ontstaat er ook een tussenzone tussen binnen en buiten en wordt het plein optisch vergroot. Dit is geintegreerd in het ontwerp. 02 2 The Student Hotel aan de Oostzeedijk in Rotterdam laat zien hoe compact wonen met alle vrijheid kan zijn wanneer een woonkamer niet per se tussen keuken en slaapkamer hoeven te liggen, maar juist in een publiekere ruimte. Wonen is daarbij meer de essentie van het terugtrekken. 03 3 Het Pestalozzianlage in Zurich is een klein type park dat in hoogstedelijke context goed wordt gebruikt om te spelen, te orienteren en te ontmoeten. De kleine maat heeft parallellen met de buurtpleinen in het Oude Westen en dienen ter inspiratie hoe deze te vergroenen.
Elementen die van belang zijn om de hoogbouw goed aan te sluiten op straatniveau.
179
Onderstaand beeld (schaal 1:400) kijkend richting het westen toont de doorsnede van het buurtpark, met aan de noordzijde de middelhoogbouw. Hierin zit een fietsgarage, buurtkamer, sportzaal, werkruimte en daarboven de compacte woningen.
180
6.3.7 | DOORSNEDE
Doorsnede zuid-noord op schaal 1:400
181
182
6.3.8 | TOREN ALS BAKEN VOOR DE BUURT
Nachtimpressie door middel van maquette tussen plint van toren naast het buurtpark.
183
184
6.3.9 | TOREN ALS THUISKOMEN
185
186
6.3.10 | BOVENAANZICHT BUURTPARK
Het buurtplein lijkt bijna gemaakt voor de deze woontoren. Gelegen aan een route zodat het gebouw een centrale functie kan vervullen in de wijken een formele tuin die nu bij bij de toren lijkt te horen. Op deze manier ontstaat er ook een logische buitenruimte die voor de bewoners als een eigen tuin voelt, net als voor de scholieren van de basisschool, die voor sport en spel ook terecht kunnen in de sporthal op niveau +2. De dwarsstraten zijn met eenrichtingsverkeer een logischer netwerk van noord naar zuid en andersom, daartussen is het domein van de voetgangers en fietsers.
187
188
6.3.11 | DOORZICHTEN
189
1
190
Groene Woonsteeg | Doorbraak West
2
Buurtpark | Toni Koopmanplein
191
192
7 | CONCLUSIE & REFLECTIE
193
194
7.1 | EVOLUTIE VAN ROTTERDAMS BLOK
Verdunning Rotterdam heeft in het verleden tweemaal een een verdunning van het stadsweefsel gekend, waarvan de laatste van korte duur zou moeten zijn. Nu is het doemscenario een grootschalige uitleg van het suburbane woonmilieu in de stadswijken, welke ten koste gaan van de historische compacte stad. Toegankelijkheid Gesloten bouwblokken zijn geopend tijdens de stadsvernieuwing met het idee om meer ruimte te reserveren voor het publiek. Echter heeft dit geleid tot anonimiteit binnen de bouwblokken. Poorten kunnen overdag voor de gewenste toegankelijkheid zorgen. Typologie In eerste instantie zijn er veel kleine beneden-bovenwoningen gebouwd. Dat werd gevolgd door samenvoegingen, nieuwbouw van hoofdzakelijk 80m2 woningen, voornamelijk via portieken ontsloten. Nu volgen grondgebonden woningen die met 120m2 een andere grootte vallen.
Zorg voor gesloten blokken, incidenteel te openen door poorten. Het creeren van een heldere voor- en achterkant zorgt voor duidelijkheid, veiligheid en rust aan de binnenzijde. Biedt voldoende diversiteit als het gaat om woonvormen, zodat niet alleen dure gezinswoningen worden aangeboden, maar ook andere doelgroepen worden bedien. Onder andere de bestaande inwoners. Deze groep is nu de grote verliezer omdat niet er in tegenstelling tot de stadsvernieuwing geen terugkeergarantstelling is. Het antwoord zit hem deels in de kwantitatieve vraag. Bouw extra voor nieuwkomers en biedt een alternatief voor de bestaande inwoners.
Aanbevelingen Zet in op het voortbouwen door te verdichten. Daarmee krijgen oude panden ook de kans om toekomstwaarde op te bouwen als kluspanden. Sloop-nieuwbouw kan met 7-8 bouwlagen met setbacks in de straat. Middelhoogbouw kan aan buurtpleinen waar ruimte is grotere volumes die de meeste verdichting bereiken. Gestapeld leven wordt als een woonvorm zonder kwaliteit weggezet, terwijl de wereld fantastische voorbeelden kent die de droom van Suburbia den verbleken en vanuit de kracht en aantrekkelijkheid van het kosmopolitane leven voortkomen.
195
196
7.2 | SAMENVATTING
INTENSE STAD OUDE WESTEN Pleidooi voor zorgvuldige verdichting van vooroorlogse stadswijken De Rotterdamse centrumwijk Oude Westen is door metropolitane vraagstukken en de complexe vooroorlogse structuur een logisch transformatiegebied voor verdichting. Dit afstudeerproject vormt een alternatief op de ‘Woonvisie 2030’, waar de gemeente gentrificatie toepast zonder visie te tonen op passende stedelijke woonvormen voor bestaande én toekomstige wijkbewoners. Sinds de wederopbouw doen anti-stedelijke moderne idealen afbreuk aan de straatdynamiek. Herstel is nodig van de Intense Stad; het domein waar samenleven en ontmoeting centraal staan. In dit domein leidt de hoge dichtheid en diversiteit van mensen tot specialisatie, een rijk voorzieningenniveau en daardoor tot een gezonde lokale economie. Stadsbuurten wereldwijd zijn onderzocht om verbanden te leggen tussen opbouw, dichtheid en voorzieningenpatronen. Met een nieuwe methode zijn de voorzieningenniveaus te vergelijken door middel van het ‘GNI’ (Groundfloor Non-residential Index). Ook is typologisch onderzoek verricht naar compacte woonvormen die als bouwstenen dienen voor de Intense Stad. Daarnaast is wijkonderzoek gebundeld in de ‘Atlas Oude Westen’, waarin vijf typen interventies op basis van gecombineerde gegevens worden onderbouwd. Twee typen interventies zijn in het ontwerpend onderzoek verder uitgewerkt.
Essentieel in deze visie is de verweving van het Oude Westen met de binnenstad en de wijk Middelland, via een nieuwe voetgangersroute die voortbouwt op bestaande stadsvernieuwingsdoorbraken met een schakeling van buurtparken en woonstegen. Daarmee ontstaat een ander type verbinding in de luwte van de stadstraten. Door een slimme fasering in verplaatsing van programma ontstaat ruimte voor compacte scholen en nieuwe bouwgrond. Stenige doorbraken worden groene woonstegen voor diverse woongroepen, waar voetgangers en spelen centraal staan. De buurtbewoners delen ruimtes zoals dakterras, garage en binnentuin, maar krijgen hier een hogere kwaliteit leefomgeving en sociale binding onderling voor terug. Daarmee leent deze woonvorm zich ook goed voor stadsgezinnen. Middelhoogbouw geeft buurtparken een gezicht én oriëntatie binnen de wijk. De compacte betaalbare woningen hebben collectieve voorzieningen in de plint die zorgen voor interactie op straatniveau. Op termijn is ruimte voor twee keer zoveel inwoners. Wonen en leven met meer kwaliteit, meer voorzieningen en zonder uitplaatsing van de huidige bewoners. De Intense Stad vormt hiermee een voorbeeld hoe zorgvuldig verdicht kan worden in vooroorlogse wijken buiten de brandgrens.
197
198
7.3 | DANKWOORD
Graag wil ik Ivar Branderhorst danken voor zijn intensieve begeleiding. Hij heeft mij in het gehele proces goed ondersteund. Hij heeft mij als een ervaren sherpa de paden gewezen waar ik het nodig had en hij gaf me telkens het aanstekelijke enthousiasme mee waarmee ik direct na de bijeenkomst weer aan de slag ging. Ook wil ik mijn vriendin HelĂŠne Binder danken voor haar geduld en het meedenken vanuit haar eigen professie, theaterregie, zodat mijn presentaties en geschreven stukken sterker zijn geworden en dat zij mij een zachte landing gaf als ik het overzicht verloren had. In het bijzonder dank ik Jerryt Krombeen waarmee ik samen een waardevol onderzoek heb mogen doen over de samenhangvan dichtheden, GSI, FSI en voorzieningenpatronen in een nieuw geformuleerde GNI. Het geeft ons handvatten om de relevantie voor het behoud van stadsbuurten met hun unieke leefmilieu te kunnen beargumenteren zonder enkel de zachte factoren. Ook wil ik mijn vrienden bedanken die mijn werkzaamheden hebben bijgestaan als ik hun spiegel, hersens of handen nodig had. Dit zijn Sharmila Nasheed, Frank den Boer, Jarno Schellenberg, Koen Hezemans, Barend Mense, Tim de Bruijn, Stefan Klingens, Dirk Schennink, Michel de Gooyert, Wessel Klootwijk, Veerle Vogels, Gijs Burg en Maarten van der Eerden.
Ook dank ik mijn familie Hans, Hanneke en mijn zus Lotte die mij de kracht op afstand hebben gegeven om de hele rit uit te zingen. Ook zonder de familie Binder had mijn maquette er niet zo mooi uitgezien met de handigheid van houtbewerking en ik ben ze dankbaar vanwege de bereidheid om hun auto als mijn logistieke werkpaard te verklaren. Gyz la Riviere heeft mij veel geleerd over de (verloren) uitgaanswereld in het Oude Westen. Carrie Jansen heeft mij veel verteld over de prostitutie die in de wijk zat en het eigen maken van een (voor haar) nieuwe stadswijk als woonomgeving van toen tot nu. Alma BrevĂŠ heeft mij veel over de cultuurhistorie in de wijk kunnen vertellen en Petra van den Berg van Aktiegroep Oude Westen heeft mij wegwijs gemaakt in waar de beweging voor staat en mij uitgenodigd voor interessante momenten met activiteiten over/voor de wijk. A3 Architecten ben ik dank verschuldigd voor het delen van hun kennis die zij hebben opgebouwd over het vastgoed in het Oude Westen. Kennis over de staat van onder andere de funderingen heeftt mij belangrijke inzichten gegeven die van buitenaf onmogelijk te doen waren. In het Oude Westen wil ik alle mensen op straat bedanken voor hun openhartige gesprekken, al ging het soms gepaard met een wantrouwen tegen onderzoekers vanaf de start. De vele bezoeken gaven mij de inzichten die die voor bijsturing in de doelstellingen hebben gezorgd. Ik heb jullie verhalen in vertrouwen meegewogen en op subtiele wijze geprobeerd te verwerken in mijn ontwerpen, want het is ten slotte jullie buurt
199
200
201
202