Samenvatting intakegesprekken POS – stakeholders stationsgebied fase 2 April / mei 2014 In de maanden april en mei 2014 zijn met 35 stakeholders van stationsgebied fase 2gesprekken gevoerd over hun wensen en belangen die relevant zijn voor het maken van een structuurvisie voor fase 2 van het stationsgebied. Van alle gesprekken zijn verslagen gemaakt die buiten de deelnemers aan niemand zijn verstrekt. In deze samenvatting zijn de belangrijkste punten uit alle verslagen verwerkt. Deze stakeholders zijn: Amrath hotel, Beatrix Theater, Beheergroep Dichterswijk, Breevast, BRU, CBRE Global Investors, CMU, comite van zijstweg, Corio, EBU, Fietsersbond, Holland Casino, Jaarbeurs, Maanzaad, Milieucentrum Utrecht, NH Hotel, NS, Ontwikkelgroep Lombok centraal, Park Plaza, Portaal, ProRail, Rabobank, Rijkswaterstaat Midden Nederland, Rocov, Rover Utrecht, SNS Reaal, Solgu, Stichting vrienden van het Jongerius complex, VVE Veemarktplein Croeselaan, VVE croeselaan 87-89, plus -bis en bis A nummers, Wijkraad Binnenstad, Wijkraad West, Wijkraad Zuid West, Wolff bioscopen en woonbootbewoners. F. Vlissingenkade. 1. Algemeen fase 2
1.1 Bereikbaarheid -
Goede ontsluiting en bereikbaarheid van vastgoed, de binnenstad, omliggende woongebieden in het stationsgebied fase 2. Dit geldt zowel voor het eindplaatje als tijdens alle faseringen daar naar toe. Bezoekers en logistiek moeten locaties goed per auto, fiets, lopend en OV kunnen bereiken.
-
Voor de bestaande functies moet een meetbare bereikbaarheid worden vastgesteld en gedefinieerd zodat inzichtelijk wordt gemaakt of de bereikbaarheid door de plannen verslechtert.
-
Een aantal stakeholders pleit voor eigen parkeermogelijkheden dichtbij vastgoed en bedrijven. De jaarbeurspleinparkeergarage is vanaf sommige locaties moeilijk bereikbaar en te ver weg. Daarnaast zou voldoende eigen parkeerontwikkeling bij vastgoedontwikkelingen van derden ervoor zorgen dat de parkeergarages in de binnenstad en de parkeergarages van Corio niet overbelast worden.
-
Heroverweging om de jaarbeursparkeergarage van 2 kanten te omsluiten door in- en uitgang vanaf zowel Gr. Van Roggenweg als vanaf Croeselaan/Van Zijstweg.
-
De openbare ruimte, gebouwen met een publieke bestemming en het openbaar vervoer is voor iedereen en moet daarmee voor iedereen bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn. Dit is een belang dat deels door wetgeving wordt geborgd en door het college in Agenda 22 is vastgesteld.
1.2 Inrichting -
Een aantrekkelijke, representatieve inrichting van de openbare ruimte, van goede kwaliteit. Een integraal ontwerp van de openbare en private ruimte zou ervoor moeten zorgen dat onderscheid tussen privaat en publiek niet zichtbaar is. Een uniforme omgeving tussen de gevels op gebied van verlichting, bestrating zorgt voor een net geheel.
-
Duidelijke bewegwijzering en eenduidigheid in bebording. Een suggestie is om aan te sluiten op de binnenstad.
1.3 Proces -
De gemeente moet de regiepositie behouden en op de hoogte blijven van wat er gebeurt, wat de afspraken zijn en wat de ruimte is bij de stakeholders. Particulieren, bewoners en belangenpartijen willen echter niet in een afwachtstand worden gezet of het gevoel hebben dat ze als laatste aansluiten. De kennis van de gemeente moet in een gezond proces eerder gedeeld worden. Voor stakeholders is het van belang om op de hoogte te zijn van
1
detailuitwerkingen van de directe omgeving zodat er geen onomkeerbare beslissingen worden genomen met nadelige consequenties. -
Een risicoanalyse is cruciaal bij start van project. Risico’s in alle fasen moeten in kaart worden
-
Er worden allerlei deelplannen gepresenteerd maar af en toe missen partijen het overzicht over
gebracht en bij besluitvorming worden betrokken. het geheel en de concurrentie tussen onderdelen. De effecten van alle lopende deelprojecten is enorm, maar er wordt te weinig gekeken wat dat voor invloed heeft op de omgeving. -
Het onderzoek naar de infra-varianten, onder begeleiding van Goudappel Coffeng, moet niet betekenen dat andere processen – en met name de organische gebiedsontwikkeling op het Westplein – worden stilgelegd.
-
Gepleit wordt om afstemming te zoeken met projecten die in de omgeving van het plangebied spelen zoals Merwedekanaalzone, knip Croeselaan, trambaan, etc.
1.4 Programma -
Zorg dat je in de stad niet een interne concurrentie krijgt tussen voorzieningen in het centrum en in Leidsche Rijn.
-
Leefbare omgeving creëren door menging van functies (bedrijven, kantoren en woningen).
-
Het is belangrijk dat de afspraken over wat wel en niet aan retail in het stationsgebied mag komen gerespecteerd worden. Er moet voorzichtig worden geïnvesteerd in retail, omdat onduidelijk is hoe de verandering in het koopgedrag zal gaan lopen.
1.5 Verkeer OV -
De structuurvisie moet uitgaan van de behoeften van reizigers.
-
Goede doorstroming op kruisingen van HOV-banen met andere infrastructuur.
-
Prettige omgeving voor in- en uitstappen bij alle halten.
-
Snelle overstapmogelijkheden voor gebruikers transferium op HOV en duidelijke communicatie
-
Een wens is om te zoeken naar een locatie voor busstalling in Jaarbeursgebied; Programma
-
De HOV-route op de Vleutenseweg moet goed aantakken op Leidseveertunnel en
aan gebruikers van transferium. van eisen wordt door Bru aangeleverd. Sijpesteijntunnel.
Voetgangers -
Goede, prettige en veilige looproutes van de OV-t naar functies in het gehele stationsgebied.
-
HOV-halten moeten aansluiten op logische looproutes.
-
Voorkom het moeten teruglopen van een HOV-halte naar een voorziening.
-
Waarborgen dat er voldoende aandacht voor oversteekbaarheid blijft.
Ook aansluiting van looproutes tussen fase 2 en fase 1.
Fietsers -
Een aantrekkelijke, verkeerskundig en sociaal veilige fietsinfrastructuur en situaties voor fietsers op top 5 hoofdfietswegen (en andere fietspaden) rondom fase 2; Vleutenseweg, Leidseweg, Kanaalweg, Croeselaan, Cremerstraat. Voor de toekomstige situatie moeten de 3 hoofdfietsroutes door het gebied zo conflictvrij mogelijk aansluiten op fase 1.
-
De wens van de fietsersbond is voor 2-zijdige fietspaden in het drukke stationsgebied met
-
Fietsstallingen, organiseer hoe fietsen netjes kunnen worden weggezet en voorkom ook
een breedte van 5 m en ruimte voor opstelstroken bij kruisend fietsverkeer. “wildparkeren”.
2
1.6 Duurzaam -
Duurzaamheid en leefbaarheid aan elkaar koppelen in de structuurvisie.
-
Inzetten op energiezuinige/neutrale gebouwen, handhaving op milieueisen en zodanige kwaliteitskenmerken dat gebouwen minstens 40 jaar meegaan en niet over 30 jaar opnieuw moeten worden aangepast.
-
Inzetten op functiemenging en goede uitstraling. Wat kan worden gestapeld of gecombineerd waardoor er een slimmer gebouw wordt ontwikkeld qua duurzaamheid, aantrekkelijkheid en functionaliteit?
-
Onderzoek of de autobereikbaarheid en minder auto’s ook daadwerkelijk haalbaar is. In hoeverre kan het verkeer door de knip een andere weg vinden en levert dat weerstand in de omgeving op.
-
Kenniscentrum Healthy Urban Living (UU, TNO, RIVM, Deltares, KNMI) heeft data en modellen tot haar beschikking rond gezond en duurzaam stedelijk gebied, die kunnen dienen als vertrekpunt van de gebiedsontwikkeling.
-
Zorg voor een goede afstemming tussen bovengrondse en ondergrondse ontwikkelingen. De koude – warmte opslag lijkt nog niet optimaal geregeld in het stationsgebied. Geothermie kan mogelijk een interessante business case opleveren
-
Regionale partijen uitdagen om met innovatieve oplossingen te komen zodat zij geld verdienen aan regionale maatschappelijk opgaven, waardoor hun concurrentiekracht toeneemt en exportproposities ontstaan.
-
Fase 2 van het stationsgebied ligt in de milieuzone voertuigen/vrachtverkeer ligt.
-
RWS heeft een Bidbook over Gezonde Verstedelijking gemaakt.
2. Deelgebieden
2.1 Jaarbeurs Oost -
Spelregels vaststellen met betrekking tot de openingstijden van de jaarbeurs. Verlengen van de openingstijden van beurzen geeft spreiding van verkeersdrukte in samenhang met kantoortijden.
-
Bij gebruik van het Jaarbeursplein voor evenementen moeten verschillende logistieke stromen en belangen worden afgewogen.
-
Als er in het gebied aantrekkelijke gebouwen komen met mooie gevels en een aanbod van kunst, cultuur en entertainment verhoogt dat de aantrekkelijkheid van de Jaarbeurs als evenementen locatie. Het kwaliteitsniveau van de voorzieningen moet wel bewaakt blijven.
-
Segmentering van uitgaansfuncties ligt voor de hand. Voor de jongeren is het uitgaansgedeelte aan de jaarbeurskant geschikt. Publiek voor ‘zachtere’ culturele uitgaansgelegenheden past meer in de binnenstad.
-
Afspraken maken over hoe geluidsoverlastsituaties van de Jaarbeurs voorkomen gaan worden,
-
Toegankelijke looproute door jaarbeurs. De voorkeur gaat uit naar een 24uurs bereikbaarheid
-
Van Jaarbeurs Oost zou een tijdelijke bestemming kunnen worden gemaakt in de vorm van
ook i.v.m. gebruik van kantoren tot in de avond en op zaterdag. zodat men op dezelfde manier terug kan als ze zijn gekomen. een (flex)stadspark, stadsboerderij of stadslandbouw. Andere suggesties zijn woningbouw op het Jaarbeursterrein.
Croeselaan -
Bewoners willen meer duidelijkheid over het voorbestaan van de huidige woningen aan de
-
Bewonersbelangenvereniging willen bestaande woningen behouden en woonfuncties
-
Verkeersluwte en leefbaarheid Croeselaan en omgeving.
Croeselaan. versterken.
3
2.2 Jaarbeurs West -
Sommige partijen vragen zich af of het transferium aan de overzijde van het Merwedekanaal gebruikt zal worden door bezoekers van de binnenstad. Een transferium wordt wel toegejuicht als het gaat om logistiek- en distributieverkeer.
-
Er moet onderzoek worden gedaan naar de behoefte van exposanten die meerdere dagen op de beurs zijn en in Utrecht overnachten. Dit is een interessante doelgroep voor het zoeken naar nieuwe functies.
-
Holland Casino wil continuering van de tijdelijke bestemming (tot 2017) op de huidige locatie door omzetting in een definitieve bestemming. Voor de langere termijn wil Holland Casino het perspectief behouden op vestiging in de Kop Jaarbeurs. Omdat de tijdelijke voorziening niet lang meer mee kan wil HC ook de mogelijkheid open houden voor nieuwbouw op een nieuwe plek nabij huidige locatie.
2.3 Westplein -
Veel partijen hebben geen specifieke voorkeur voor een tunnel- of maaiveld variant. Belangrijker is dat er logische routes zijn om bij alle locaties te komen en om te weten hoe gebouwen omsloten zullen worden? Voorkomen moet worden dat gebouwen (grotendeels) wordt geïsoleerd, dan wel (grotendeels) aan het zicht van passanten wordt onttrokken.
-
De variant moet betaalbaar en nuttig zijn, dit moet bezien worden in relatie tot de mogelijke
-
Het gebied moet wel aantoonbaar voldoende doorstroming hebben voor de gebruikers en de
-
Partijen willen inzicht in de daadwerkelijke verkeersintensiteiten bij deze varianten in de
vermindering van doorgaand autoverkeer. HOV-baan. toekomst. In alle varianten dient de gewenste auto-intensiteit na herinrichting van de Vleutenseweg, Croeselaan en Catharijnesingel-Weerdsingel te worden meegewogen. -
In het tunnelmodel met bebouwing boven de tunnel kan de meeste massa op het Westplein worden gebouwd en de meeste ruimte kan worden gecreëerd. Het bouwen op de tunnel zoals geschetst in de Ontwikkelvisie heeft ook een ruimtelijke en functionele betekenis in het verbinden en herstellen.
-
Een tunnelvariant geeft garanties op goede doorstroming naar de binnenstad.
-
Een tunnel is duur waardoor er dan teveel geld in een relatief klein gedeelte van de stad wordt gestopt. Voorkeur gaat uit naar de goedkopere maaiveldvariant met een afgeslankte weg die de route van de tunnel volgt.
-
Er zijn twijfels of de maaiveldvariant ”om NH-hotel heen” mogelijk is i.v.m. benodigde ruimte
-
Een maaiveldvariant lijkt alleen mogelijk met 2x1 rijstroken, zonder teveel in- en
tussen de tramhalte/banen en het NH-hotel. uitvoegstroken.
Organische gebiedsontwikkeling -
Het is belangrijk dat er geen onderscheid komt tussen particuliere initiatieven en de initiatieven die lopen via de gemeente.
-
De definitie van organische gebiedsontwikkeling is nu nog te vaag. Dit moet goed en scherp omschreven worden.
-
Oppassen dat de structuurvisie niet los wordt gezien van de organische gebiedsontwikkeling, maar “meanderend” het gebied ontwikkelen.
Overig Westplein -
Let op de sterke samenhang tussen de ontwikkelingen op het Westplein en de verkeersdiscussie maatregelenpakket Utrecht West en de verkeerscirculatie Lombok.
4
-
Het afsluiten van de verbinding Westplein-Croeselaan kan pas nadat ontsluiting via Van
-
De inrichting van de Graadt van Roggenweg zou opnieuw bekeken moeten worden, dit in
Zijstweg veilig is gesteld. relatie tot de beoogde functie, enerzijds fly-in voor de binnenstad en anderzijds onderdeel van het gepresenteerde perspectief met een forse reductie van autoverkeer op Van Zijstweg en Westplein. -
Maak een bredere overkluizing over de Leidsche rijn waarop fietsers en wandelaars kunnen oversteken. Dit zou een invulling kunnen zijn van begrip verbinden, omdat er dan een groter gebied met verbindingskwaliteit ontstaat.
-
Bruggen over Leidsche rijn met flauwe helling <1:20) vanwege toegankelijkheid.
5