Aalter Op- en afrittencomplex (E40) Rapportage van het archeologisch proefsleuvenonderzoek 16 april – 24 april & 28 september 2012
Jasper DECONYNCK, Sibrecht RENIERE Mieke VAN EENO & Jan TRACHET
GATE-rapport 46 Eindeken 18b 9940 Evergem www.gatearchaeology.be
Project: Aalter Op- en afrittencomplex (E40) : archeologisch proefsleuvenonderzoek. Opdrachtgever: Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) Bollebergen 2, bus 12 9025 Zwijnaarde GHENT ARCHAEOLOGICAL TEAM bvba Jasper Deconynck, Sibrecht Reniere, Mieke Van Eenoo & Jan Trachet D/2012/46 ISSN 2033-8678 C 2012 - GHENT ARCHAEOLOGICAL TEAM bvba Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd of aangepast worden, opgeslagen in een geautomatiseerde gegevensbestand en/of openbaar gemaakt worden zonder enige vorm of wijze ook, electronisch, mechanisch door fotocopie, zonder toestemming van Ghent Archaeological Team bvba.
2
Inhoudstafel 1. Voorwoord
4
2. Technische fiche
4
3. Inleiding
5
4. Aanleiding en doel van het onderzoek
5
5. Geografische, bodemkundige en landschappelijke situering 5.1 Geografisch 5.2 Bodemkundig
5
6. Archeologische en historische situering
9
7. Tijdskader
12
8. Methodologie
13
9. Resultaten 9.1 Algemeen 9.2 Bodemkunde 9.3 Archeologisch
13
10. Synthese
22
11. Advies
22
12. Bibliografie
23
13. Bijlagen
24
3
1. Voorwoord Van 16 tot 24 april en op 28 september 2012 vond te Aalter op- en afrittencomplex een preventief archeologisch vooronderzoek d.m.v. proefsleuven plaats. Het betreft een 8,56 ha groot terrein waar het Agentschap voor Wegen en Verkeer de herinrichting van het toegangscomplex van de E40 met de N44, N37 en N409 plant. Dit rapport vormt de schriftelijke neerslag van het verloop van het proefsleuvenonderzoek en de resultaten van het project. Hierbij willen de auteurs de opdrachtgever Wegen en Verkeer bedanken, meer specifiek de contactpersoon Gorik De Koker & Vladimir Kostadinov. Ook Stani Vandecatsye en Nancy Lemay van het agentschap Onroerend Erfgoed (provincie Oost-Vlaanderen) willen we danken voor de administratieve begeleiding. Verder verdient landmeter-expert Jonas van Hooreweghe uit Gent een woord van dank voor het meetwerk dat verricht werd. De firma Luc Willems uit Evergem stond in voor de graafwerken. Tot slot wensen we ook David Vanhee (KLAD) te bedanken voor de wetenschappelijke begeleiding en Davy Herremans (UGent) voor de aardewerkstudie.
2. Technische fiche Site: Aalter Op- en afrittencomplex E40 Ligging: Aalter Provincie: Oost-Vlaanderen Lambert72-coรถrdinaten: X= 8540,86 Y= 196561,1(middelpunt gebied) Kadaster: Aalter 2de afdeling Sectie D; Percelen 367L (partim), 368, 369A, 370B, 372G, 376B, 377A, 378A, 379A, 380A, 381, 382K, 383S (partim), 383T(partim), 383V (partim), 384C, 385, 386A , 387A, 363B, 365B (partim), 375L, 343 (partim), 345C, 356D, 357X, 357Y, 357Z, 361/02A, 361L, 362K, 362L. Onderzoek: Vooronderzoek / Prospectie met ingreep in de bodem / proefsleuvenonderzoek Opdrachtgever: Agentschap Wegen en Verkeer Uitvoerder: Ghent Archaeological Team bvba Vergunning archeologische opgraving: 2012 -137 Vergunninghouder archeologische opgraving: Jasper Deconynck Vergunning metaaldetectie: 2012-137(2) Vergunninghouder metaaldetectie: Jasper Deconynck Projectarcheologen: Jasper Deconynck, Sibrecht Reniere, Mieke Van Enoo & Jan Tranchet (veldwerk, GIS) Wetenschappelijke begeleiding: David Vanhee (KLAD) Bewaarplaats archief: Eindeken 18b, 9940 Evergem (Gent) + Kasteelstraat 26, 9880 Poeke/ Aalter (KLAD) Grootte projectgebied: 8,56 ha Grootte onderzocht gebied bij vooronderzoek: 7,01 ha Termijn: 16 - 24 april & 28 september 2012 Resultaten: - greppels bosbouw (vroeg Moderne tijden) - (sub)recente perceelgrachten - verstoringen
4
3. Inleiding Van 16 tot 24 april en op 28 september 2012 werd te Aalter op- en afrittencomplex een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. In dit verslag zullen in een aantal hoofdstukken het verloop en de resultaten van het onderzoek toegelicht worden. Ten eerste komen de aanleiding en het doel van dit onderzoek aan bod, gevolgd door een geografische en bodemkundige situering alsook een situering binnen het archeologisch kader. In een volgend hoofdstuk wordt de gevolgde methodologie toegelicht, waarna de resultaten worden voorgesteld. Ten slotte volgen de conclusie en daaraan de gekoppelde aanbevelingen. In de bijlage op DVD bevinden zich de digitale opmetings- en bewerkte grondplannen, het digitaal archief en de inventarissen.
4. Aanleiding en doel van het onderzoek Het Agentschap Wegen en Verkeer plant de herinrichting van het toegangscomplex van de E40 met de gewestwegen N44 (Knokkeweg/Aalterbaan), N37 (Tieltsesteenweg) en N409 (Steenweg op Deinze) te Aalter. De essentie van het project is dat de huidige rotonde – waarop momenteel een hoofdweg (A10/E40), een primaire weg I (N44), een primaire weg II (N37), een secundaire (N409) en een lokale weg aangesloten zijn – vervangen wordt door een nieuw knooppunt, dat niet meer langs, maar onder de E40 ligt. Deze ombouw is noodzakelijk teneinde een optimale scheiding van (inter)regionaal en lokaal verkeer te bekomen. Omdat er door de aanleg van het nieuwe knooppunt een bijkomend verhard oppervlakte wordt aangelegd, wordt in het projectgebied een bufferbekken voorzien. Dit zal aangelegd worden in de zuidelijke lus van de nieuw aan te leggen rotonde. In de vrije ruimte die zal ontstaan tussen de E40 en de nieuw aan te leggen weg tussen de N409 en de N37 zal een carpoolparking (ca. 200 wagens) gecreëerd worden (Bron: Ministerie van Vlaamse Gemeenschap 2009) Gezien de inrichting van deze terreinen gepaard zal gaan met bodemverstorende activiteiten werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap een archeologisch vooronderzoek voorgeschreven om het archeologisch potentieel van de projectzone na te gaan.
5. Geografische en bodemkundige situering 5.1 Geografisch Het projectgebied is gelegen te Aalter (Meetjesland), in de provincie Oost-Vlaanderen, ten zuiden van het stadscentrum. Aalter ligt halfweg tussen Gent en Brugge, in het midden van de driehoek Eeklo-Deinze-Tielt, en paalt aan de gemeenten Knesselare, Zomergem, Nevele, Deinze, Tielt, Ruiselede en Beernem. De te onderzoeken percelen worden omsloten door de Veldweg in het zuiden, de N409 (Deinze-Aalter) in het oosten, de N37 (Tielt-Eekloo) in het westen en de N44 (AalterMaldegem) in het noorden. De E40 loopt dwars door het projectgebied (Fig. 1).
5
Fig. 1: situering van het projectgebied op orthofoto (www.gisoost.be)1
1 Percelen 368, 369a, 384c, 385 & 387 (15476 m² , 1,5476 ha) die oorspronkelijk bij het projectgebied horen (tegen de Veldweg in het zuiden van het projectgebied) werden uiteindelijk niet onteigend, en dushalve ook niet onderzocht (=‘niet gesleufd’ op fig. 1).
6
5.2 Bodemkundig Fysisch geografisch behoort Aalter tot zandig Vlaanderen. Het zuidelijke gebied van het Meetjesland vormt een onderdeel van de Vlaamse Vallei. Dit hele reliĂŤfcomplex wordt gekenmerkt door het dagzomen van zandige tot licht zandlemige gronden en staat daarom ook gekend als zandig Vlaanderen. Het gebied kende zijn ontwikkeling in een glaciair en periglaciair milieu (Ameryckx et al. 1995). Het studiegebied is aangeduid op de topografische kaart met aanduiding van de bodemtextuur (Fig. 2 & 3). De bodem staat er gekarteerd als wSdp, ofwel een matig natte lemige zandbodem zonder profielontwikkeling met een klei-zandsubstraat (www.gisoost.be ; www.agiv.be).
Fig. 2: situering van het projectgebied op topokaart met aanduiding bodemtextuur (www.agiv.be)
Meer lokaal bevindt het projectgebied zich op de rand van de Formatie/Rug van Aalter. Deze wordt gevormd door 13 m fijn, licht olijfgroen, schelphoudend glauconietzand. Het betreft een afzetting gekenmerkt door een kleiige bodem, waarin veldsteenbanken en groene, glauconiethoudende zanden voorkomen. Het geologisch substraat wordt gevormd door subhorizontale, mariene lagen van het Tertiair, namelijk het Eoceen: leperiaan (heel weinig) (klei en zand) en Paniseliaan (klei en zand met plaatselijk platte zandsteen). Deze tertiaire formaties hellen naar het noorden. Het Paniseliaan komt over grote oppervlakten op minder dan 1 m voor en dagzoomt op talrijke plaatsen (Jacobs et al. s.d.). Tijdens het Kwartair (Pleistoceen, WĂźrmijstijd) werden door overheersende NW-winden, niveoeolische zanden aangevoerd en afgezet op het laaggelegen tertiair erosieoppervlak. Het zijn fijne zanden, soms zwak tot matig leemhoudend.
7
Fig. 3: situering van het projectgebied op topokaart met bodemtextuur (www.gisoost.be)
8
De hogergelegen tertiaire delen (15-20 m) zijn bedekt door een dunne, zandige of lemigzandige deklaag; deze deklaag moet toegeschreven worden aan lokale verstuivingen van hoofdzakelijk al aanwezig tertiair zand en vooral aan solifluctieverschijnselen, die zich tijdens het Pleistoceen hebben voorgedaan (http://www.milieuinfo.be/wegwijzer, departement leefmilieu, natuur en energie van de Vlaamse overheid). Tijdens het onderzoek zijn deze glauconiethoudende zand(veld)stenen(2) of banken van het Paniseliaan aangetroffen. Deze veldstenen bevonden zich op reeds 40 cm onder het huidige loopvlak en zaten verspreid over het terrein. Dergelijke veldsteen kent zijn verspreiding in West Vlaanderen, meer bepaald in de regio Brugge-Tielt en in het gebied tussen Gent, Oudenaarde en Brussel (fig. 4) (Gullentops et al. 1996, p. 86).
Fig. 4: voorkomen van veldsteen in Vlaanderen (Gullentops et al. 1996, p. 87, fig. 5.6)
6. Archeologische en historische situering Voor het projectgebied zijn we op historisch vlak gedocumenteerd met de kaarten van Ferraris en Popp. Op de kabinetskaart van Ferraris (eind 18e eeuw) staat het projectgebied ingetekend als akkerland en voornamelijk bosland (fig. 5). De kadasterkaart van Popp (18421879) geeft ons de huidige percelering weer (fig. 6). In de loop der jaren is er in de omgeving van het projectgebied heel wat archeologisch onderzoek verricht (fig. 7). De jaren 1970 waren een startschot voor de archeologie met de intensieve prospectie door Guy Van der Haegen. Aalter Hageland en Nieuwendam, twee midden paleolithische vindplaatsen, zijn hierdoor aan het licht gekomen (CrombĂŠ & Van der Haegen 1994). Te Aalter Kwade stroom werd een derde paleolitihsche site aangetroffen (Van der Haegen 1992, p. 28). 2 Veldsteen is een groengrijze glauconiethoudende zandsteen met een kiezelcement, een variĂŤteit van SiO2 (kwarts). Veldstenen uit zandige afzettingen hebben een cement van opaal (SiO2.nH2O) en chalcedoon (cryptokristallijne kwarts).
9
Fig. 5: projectgebied ingeplant op de Ferraris kaart van Aalter ttp://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html; www.gisoost.be)
Fig. 6: projectgebied ingeplant op de Popp kaart van Aalter (www.gisoost.be)
10
Fig. 7: CAI kaart met archeologische vindplaatsen in de buurt van het projectgebied (www.agiv.be)
Fig. 8: CAI kaart met archeologische vindplaatsen in de ruime omgeving van het projectgebied (www.agiv.be)
Aalter Stratem leverde dan weer mesolithische en laat neolithische artefacten op (Van der Haegen 1992, p. 36). Een tweede vindplaats uit het neolithicum kwam aan het licht te AalterNieuwendam (Van der Haegen 1992, p. 41). Te Aalter Oostergem werd bij ontzavelingswerken begin jaren ’50 25 graven uit de late bronstijd aangetroffen. Mogelijk zou één graf aan de Michelsbergcultuur (neolithicum) kunnen toegeschreven worden (Van der Haegen 1992, p. 46-47). Aalter Houtem leverde in 1964 en 1965 een bronzen randbijl alsook een afvalkuil uit de late ijzertijd op (Van der
11
Haegen 1992, p. 45-49). Bij de uitbreiding van de begraafplaats in Aalter werd nog een volledig gebouwplattegrond uit de vroege ijzertijd aangetroffen (Hoorne & Vanhee 2006). Op het industrieterrein van Aalter werd in 1998 en 1999 nog enkele bijgebouwtjes uit de ijzertijd aangesneden (De Clercq 2000). Naar aanleiding van de ontwikkeling van een nieuwe industriezone te Aalter Langevoorde werden sporen uit de IJzertijd aangetroffen (De Clercq et al. 2005). Bij de opvolgingswerken van het Aquafintracé werden te Knesselare en Aalter sporen aangesneden uit de late IJzertijd (Hoorne et al. 2006). Door middel van luchtfotografie en prospectie kwam te Aalter-Oostermolen een nieuwe Romeinse vindplaats aan het licht (Van der Haegen 1996). Bij het noodonderzoek te Aalter Langevoorde kwamen heel wat structuren uit de Romeinse periode aan het licht waaronder een dubbel enclos, twee gebouwplattegronden, enkele spiekers, een waterput en enkele bijgebouwen (De Clercq & Mortier 2003). Aalter Loveldlaan leverde heel wat interessante vondsten op die op een vooraanstaande Romeinse occupatie wijzen. Het gaat hier om een bronzen Victoria beeld, een vuurbok met ramskop, een stenen waterput met houten bekisting, een pelta, twee houten muziekinstrumenten, een dubbele defensieve gracht en de funderingsresten van een houten hoektoren alsook vele andere sporen en artefacten. Het gaat hier waarschijnlijk om een site met boven-lokaal karakter (Hoorne et al. 2007 ; Moens et al. 2009). Bij de opvolging van het aquafintracé te Aalter en Knesselare werden twee brandrestengraven, een circulaire greppel, een boomstamwaterput, grachten, spiekers en andere structuren van een nederzetting uit de Romeinse periode aangesneden (Hoorne 2009). De ontwikkeling van de percelen gelegen te Aalter Woestijne tot industriegebied door Waterwegen en Zeekanaal (WenZ) bracht heel wat vondsten en structuren aan het licht. Het projectgebied (35 ha), ingedeeld in vier opgravingszones, is gelegen nabij de bewoningskern Aalter-brug. Tijdens het vooronderzoek dat uiteenviel in een boor- en een proefsleuvencampagne (1 september 2009 – 7 januari 2010) waren de steentijden tot en met de middeleeuwen goed vertegenwoordigd. Het vervolgonderzoek (2010-2011) bevestigde deze gegevens alleen maar met o.a. een grafheuvel uit de bronstijd, huisplattegronden uit zowel de Romeinse als de vol- en laat middeleeuwse periode, waterputten, een enclos uit de ijzertijd, palissades, brandrestengraven en zoveel meer (Schynkel et al. 2012). Niet enkel de Romeinse periode maar ook de Middeleeuwse is vertegenwoordigd. Op de site Aalter air liquide werden enkele sporen aangetroffen die mogelijk in de vroege en volle Middeleeuwen gedateerd kunnen worden (De Clercq 2000). Ook de site AalterLangevoorde gaf sporen prijs uit deze periode (De Clercq & Mortier 2001). Op AalterManewaarde werd op een terrein van 1200 m² vol- en laat middeleeuwse sporen en structuren aangetroffen (http://www.deklad.be/aalter-manewaarde-2008) De ruime omgeving van het projectgebied is rijk aan archeologische en historische gegevens. Vele jaren van archeologisch onderzoek, veldprospecties en luchtfotografie leverden heel wat sporen en structuren aan het licht gaande van het paleolithicum tot de Middeleeuwen.
7. Tijdskader Het eerste deel van het vooronderzoek vond plaats van 16 tot 19 april 2012. Hierbij werden de percelen in het zuiden (aan de veldweg), aan het rondpunt (361l, 361/102a) en bij de afrit van de E40 (perceel 363b) onderzocht door middel van proefsleuven. Op 20 en 21 april 2012
12
werden de sleuven ten zuiden van de E40 gedicht. De 24e april kon het terrein grenzend aan de Knokkeweg (N44) (percelen 345c, 343, 356d, 343, 341/02a, 362l,362k) gesleufd worden. Op 28 september werd het perceel ten westen van de afrit (perceel 365b)onderzocht. Zowel tijdens als aansluitend op het terreinwerk werd er gestart met de rapportage. De rapportage van fase 1 werd eind april afgerond. De verwerking van de sleuven getrokken op 28 september gebeurde aaneensluitend.
8. Methodologie Het proefsleuvenonderzoek werd, zoals voorgeschreven, uitgevoerd door middel van parallelle, continue sleuven met een tussenafstand van 15 m as op as. Ze werden uitgegraven door een kraan met tandenloze bak van 1,86 m breed. Alle sporen en vondsten werden genoteerd en op schaal 1/50e ingetekend op sleuffiches. Ook eventuele verschillen in bodemtype werden zorgvuldig geregistreerd. De sporen werden tevens manueel opgeschaafd en gefotografeerd. Enkele sporen werden gecoupeerd om tot een betere interpretatie te komen naar datering en bewaring toe van de sporen in kwestie. De contouren en dieptes van de sleuven werden door landmeter-expert ingemeten. Ook enkele sporen werden door hem ingemeten. De proefsleuven werden aangevuld met enkele kijkvensters waar nodig om tot een goed inzicht te komen van de onderlinge samenhang tussen en de interpretatie van de sporen. In elke sleuf werden een aantal kleine bodemkundige profielen gemaakt. Deze werden gefotografeerd en de bodemlagen geregistreerd op de sleuffiches. Tijdens de verwerking werd een digitaal archief aangelegd. Op basis van de opmetingen van de landmeter en de veldtekeningen werden een digitaal grondplan samengesteld. Alle foto’s werden geordend en benoemd, de vondsten werden gewassen, gedetermineerd en gefotografeerd. Alle vereiste lijsten werden opgesteld en zijn terug te vinden achteraan het rapport. In totaal zijn in fase 1 43 sleuven aangelegd met een totale lengte van 2782 m. Op 28 september kwamen hier nog eens zes sleuven bij (perceel 365b) waarbij het totaal kwam op 49 sleuven, goed voor een afstand van 3341,65 m (=6014,97 m²) Percelen 368, 369a, 384c, 385 & 387 (15476 m² , 1,5476 ha) die oorspronkelijk bij het projectgebied horen werden uiteindelijk niet onteigend, en dushalve ook niet onderzocht.
9. Resultaten 9.1 Algemeen Verspreid over het terrein kwamen sporen en materiaal aan het licht die in de vroeg Moderne (17-18e eeuw) en Nieuwste tijden (19-20e eeuw) gedateerd kunnen worden.
9.2 Bodemkunde Tijdens het onderzoek werden voornamelijk droge tot matig natte zandig tot lemige zandgronden aangetroffen. De bodem laat zich in het merendeel van het plangebied kenmerken door een circa 25 tot 30 cm dikke ploeg- of teeltlaag (Ap) rustend op de lichtergekleurde, vaak gele tot bruingele C horizont (moedermateriaal of –bodem) (fig. 9). Slechts zeer beperkt bevond zich tussen deze twee lagen een zeer minieme verwerings- Bhorizont (accumulatiehorizont). In het moedermateriaal werden geregeld veldstenen en keien allerlei aangetroffen. De ploeglaag bestaat uit vrij homogeen (donker)grijsbruin tot bruingrijs, zwak tot matig humeus, matig lemig zand met slechts weinig bijmengingen
13
(houtskoolinclusies, kleine puin- en baksteenbrokjes) en heeft een dikte van circa 25 tot 35 cm.
Fig. 9: profiel 1 in de zuidelijke putwand van sleuf 34
Perceel 361 l en 377 a (respectievelijk net ten zuiden en noorden van de E40) leverden een ander bodemprofiel op. Hierbij werd onder de 30 tot 50 cm dikke teelaarde een dik donderbruinzwart humeus pakket aangetroffen. Deze varieerde in dikte tussen de 5 en 35 cm en varieerde van zwart (fig. 9) naar lichtbruin (fig. 10) humeus. Er werden geen vondsten of andere artefacten aangetroffen in deze laag. Hieronder attesteerde zich een 5 tot 15 cm dikke bruine horizont op een aantal plaatsen. Deze was niet overal aanwezig. Op een diepte van 50 tot 90 cm werd dan een licht asgrijze horizont aangetroffen die altijd in combinatie met het humeus pakket werd aangetroffen. Deze was slechts maximaal 10 cm aanwezig (fig. 9 & 10). Hieronder bevond zich dan de lichtgeelbruine moederbodem (C Horizont). Dergelijke bodemprofielen ontwikkelen zich op bosrijke plaatsen en worden ook wel als ‘bospodzol’ bestempeld.
14
Fig. 10: profiel 1 in de oostelijke putwand van sleuf 21
Fig. 11: profiel 1 in de oostelijke putwand van sleuf 23
Op een aantal plaatsen in het projectgebied echter was de bodem tot op grote diepte verstoord. Dit is ondermeer het geval op perceel 362l, 362k, 356d, 363b, 380a, 386a en 361/02a. Hierbij kon de moederbodem tot op een diepte van 1,25 m. niet geattesteerd worden (fig. 12). Op perceel 365b werden heel wat verstoringen aangetroffen die kunnen gelinkt worden met de aanbouw van de afrit.
15
Fig. 12 : sterk verstoord profiel in de zuidelijke putwand van sleuf 28
16
Fig. 13: Algemeen grondplan
17
Fig. 14: uitsnede grondplan
18
9.3 Archeologisch Verspreid over het terrein werden kuilen, greppels, grachten en paalsporen van de vroeg Moderne tijden (17e-18e eeuw) en recente (nieuwste tijden – 19-20e eeuw) aard aangetroffen (fig. 13 & 14). Een eerste constante op het terrein waren de sterk humeuze greppels met O-W of NO-ZW oriëntatie die zich om de 5 of 5,5 m aftekenden in het vlak (fig. 14). Hierbij viel de constante tussenafstand alsook de gelijkaardige vulling op. Mogelijk hebben we hier te maken met restanten van rabat bosbouw. Rabatten zijn opgehoogde bedden voor bomen in natte gebieden. Het ophogen van de ‘bedden’ waarop de bomen moeten worden geplant gebeurde met de grond die vrijkomt bij het graven van waterafvoerende greppels. De bomen staan daardoor hoger en profiteren van de relatieve droogheid van de groeiplaats. De breedte van het bed varieert naargelang de vochtigheid van de locatie en de boomkeuze en varieert tussen de twee en tien meter. Rabatten worden zowel toegepast in boomgaarden als bij productiebossen (populieren, naaldhout) en grienden. Het inrichten van een perceel met greppels en ‘bedden’ is een arbeidsintensieve manier van bosbouw, zowel qua aanleg als qua onderhoud. Het kan dus alleen lonend zijn geweest wanneer er een goede hout (of fruit) prijs tegenover stond. Bovendien wijst het op aanleg van bossen op gronden die daar niet van nature geschikt voor zijn, waarbij een technische oplossing wordt gekozen die doet denken aan een wetenschappelijke benadering van houtteelt. Het toont een mooi voorbeeld van een tijd waarin men streefde naar een maximale benutting van de natuurlijke potentie van een land, en dus ook gebruik van voorheen extensief gebruikte 'woeste gronden'. Deze benadering ontstond in Frankrijk omstreeks het midden van de 18e eeuw. Een variant hierop zijn de elzemetten, een rabattensysteem met greppels om de vier meter, waarop elzen aangeplant worden voor het hakhout. De smalle stroken land (meetjes) worden de eerste jaren na het afzetten van de elzen gebruikt als rogge-akker. Naar de exacte oorsprong van het rabattensysteem is het gissen maar het wordt reeds vermeld op het einde van de 18e / begin 19e eeuw in de literatuur. Het dateert uit de perioden waarin de bosaanleg heeft plaatsgevonden in veel gebieden (18e tot begin 20ste eeuw). Dit systeem komt de dag van vandaag ook nog voor maar ging sterk achteruit in gebruik in de 20e eeuw. Veel wallen zijn geslecht in de 2e helft van de 20e eeuw onder invloed van de mechanisatie in de landbouw (http://www.chbeheer.nl/elementen/rabat ). De aangetroffen greppels kunnen ook onrechtstreeks via de kaarten gedateerd worden. Op de kabinetskaart van Ferraris (eind 18e eeuw) staat het projectgebied aangeduid als akkerland en voornamelijk bosland. De kadasterkaart van Popp (1842-1879) daarentegen niet meer waardoor we kunnen afleiden dat ergens tussen het einde van de 18 e eeuw en het midden van de 19e eeuw het bosland terug is omgezet naar akkerland. In coupe bleken deze één tot anderhalve meter brede greppels zeer humeus te zijn (fig. 16). De bodem bevond zich telkens op een kleine meter onder het huidige loopvlak. Hun vulling komt overeen met andere natuurlijke sporen en windvallen die zich tussen deze greppels bevonden. In hun vulling bevonden zich sporadisch wat scherven (fig. 17). Allen wijzen ze in de richting van de 18e en 19e eeuw n.Chr. Het gaat hier om faience aardewerk dat met een ondoorzichtige witte laag geglazuurd is (fig. 17. 3), lokaal rood aardewerk (fig. 17.2),
19
steengoed uit het Rijnland (fig. 17.1) en Westerwald (fig. 17.5) alsook industrieel wit aardewerk (fig. 17.4) (pers. comm. Davy Herremans).
Fig. 15 : de parallelle greppels met O-W oriĂŤntatie in sleuf 15
20
Fig. 16 : dwarsdoorsnede op greppel 15 (sleuf 15)
Fig. 17 : fotografische opname van de ceramiekvondsten uit de greppels van het rabatsysteem
Over het gehele terrein werden greppel- en grachtfragmenten aangesneden die getuigen van perceelsindelingen uit de subrecente en meer recentere periodes (19e-20e eeuw) (fig. 18). Deze oversneden en/of integreerden de meer humeuze greppels die te linken zijn aan rabat bosbouw (cfr supra).
21
Fig. 18: perceelsgracht (spoor 1) met O-W oriĂŤntatie in sleuf 2 (oversnijdt een windval)
De meesten onder hen hebben een O-W tot NO-ZW oriĂŤntatie en komen deels overeen met wat gekend is uit de kadastrale plannen. De vulling van deze sporen bestond uit een sterk heterogeen bruingrijs gevlekt pakket met grote brokken versmeten moederbodem. Sporadisch werd wat materiaal aangetroffen zoals baksteenfragmenten, plastiek en brokjes recent aardewerk. Slechts sporadisch werden ook kuilen aangesneden met recent glas, ijzer, wieldoppen en plastiek in hun vulling (fig. 19).
Fig. 19 : kuil gevuld met recent afval in sleuf 15
22
Perceel 363b nabij de op- en arit was voor meer dan 85 % verstoord. In profiel bleken deze pakketten soms 1,25 m diep te gaan. Ook de percelen 362l, 362k, 356d, 380a, 386a, 365b en 361/02a kenden een sterke graad van verstoring. Deze verstoringen en opgehoogde pakketten herbergden plastiek (flessen, ..), drankblikjes en glas van zeer recente aard (2e helft 20e eeuw).
10. Synthese Het projectgebied leverde geen sporen en vondsten op van grote archeologische waarde. De diverse greppel- en grachtfragmenten alsook verstoringen tonen een terrein dat gebruikt en bewerkt werd vanaf het eind van de 17e eeuw tot heden. Na het gebruik als bosbouwland werden de gronden omgezet tot akkerland. Archeologische restanten van oudere periodes werden niet aangetroffen tijdens het vooronderzoek.
11. Advies Aangezien het projectgebied hoofdzakelijk bestaat uit recente verstoringen en grachten alsook greppels uit de vroeg Moderne tijd kunnen we besluiten dat er geen verder onderzoek vereist is op de site.
23
12. Bibliografie Ameryckx J.B., Verheye W. & Vermeire R. 1995, Bodemkunde, Gent. Bourgeois J. & Rommelaere J. 1991, bijdrage tot de kennis van het Meetjesland in de metaaltijden. De opgravingen te Ursel (1986-89) en Aalter (1989-90), Appeltjes van het Meetjesland, 42, p. 59-88. Crombé P. & Van Der Haegen G. 1994, Het Midden-Paleolithicum in noordwestelijk België, Archeologische inventaris Vlaanderen, buitengewone reeks, 3, Zingem. De Clercq W. 2000, Aalter Air Liquide. Archeologische controle van de aanleg van een bluswaterbassin. Jaarverslag van de provincie Oost-Vlaanderen – Monumentzorg en cultuurpatrimonium 1999, p. 129. De Clercq W. & Mortier S. 2001, Archeologisch onderzoek op de industriezone AalterLangevoorde; een wat ruimere kijk op de Middeleeuwse landname in rurale context (O.-Vl.), Archaeologia Mediaevalis, 24, p. 33-34. De Clercq W. & Mortier S. 2003, een inheems Romeinde nederzetting (‘ferme indigène’) uit de Augusteïsch-Tiberische tijd en off-site acitiviteiten uit de periode 60-260 AD: bilan van het noodonderzoek op het industrieterrein Aalter-Langevoorde (O.-Vl.) 1999-2001, Romeinendag, 2003, p. 21-26. De Clercq W., Ervynck A., Lentenacker A., Mortier S., Tency H. & Van Strydonck M. 2005, de protohistorische periode uit de opgravingen te Aalter, industrieterrein Langevoorde. Profane en rituele aspecten uit de late IJzertijd, Lunula, 8, p. 125-134. De Clercq W., Hoorne J. & Vanhee D. 2008, Een inheems- Romeinse boederij en versterking. Preventief archeologisch onderzoek te Knesselare-Kouter (2005-2006), KLAD-rapport 8. Gullentops F. & Wouter L. 1996, Delfstoffen in Vlaanderen, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie. Hoorne J., Vanhee D., Eggermont N. & Decorte J. 2006, Archeologische opvolging Aquafintracé Aalter Brug- Knesselare fase 1A. 3 nov – 2 dec 2005, KLAD-rapport 1. Hoorne J. & Vanhee D. 2006, Archeologisch onderzoek Aalter-Kerkhof, 7 tot 27 februari 2006, KLAD-rapport 2. Hoorne J. 2009, Archeologische opvolging Aquafintracé Knesselare fase 2. 7 tot 18 augustus 2006, KLAD- rapport 12. Jacobs P., De Ceuckelaire M., De Breuck W. & De Moor G. s.d., toelichtingen bij de geologische kaart van België, Vlaams gewest; kaartblad 21 Tielt, Universiteit Gent Geologisch instituut. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 2009 , Gewestelijke Ruimtelijk uitvoeringsplan Open afrittencomplex A10/E40 – N44 te Aalter 2009, Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning. Moens J., De Clercq W., Laloo P. & Vanhee D. 2009, Aalter Loveld 08, jaarverslag 2008 KaleLeie Archeologische dienst, p. 48-55.
24
Schynkel E., De Groote K. Lentacker A., Ervynck A. & Vandendriessche H. 2012, interimrapport van het archeologisch onderzoek te Aalter-Woestijne, Zone 2 (prov. Oost-Vlaanderen), intern rapport Onroerend Erfgoed, 01. Van der Haegen G. 1992, Aalter, Nieuwe archeologische vondsten van het paleolithicum tot het heden. Systematisch archeologisch onderzoek te Aalter, zowel op de akkers, als via luchtfotografie en opgravingen , werpt een nieuw licht op de oudste geschiedenis van de streek, Appeltjes van het Meetjesland, 43, p. 5-88. Van der Haegen G. 1996, Aalter-Oostmolen, ontdekking van een nieuwe Romeinse vindplaats, Appeltjes van het Meetjesland, 47, p. 171. Internetbronnen www.gisoost.be: geconsulteerd 4 april 2012 http://www.deklad.be/aalter-manewaarde-2008: geconsulteerd op 17 oktober 2012 http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen : geconsulteerd op 20 april 2012 http://www.milieuinfo.be/wegwijzer (leefmilieu, natuur en energie van de Vlaamse overheid) : geconsulteerd op 20 april 2012 http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html : geconsulteerd 4 april 2012 http://geovlaanderen.gisvlaanderen.be/geovlaanderen/cai : geconsulteerd op 20 april 2012 http://www.chbeheer.nl/elementen/rabat: geconsulteerd op 20 april 2012
25
13. Bijlagen 1. Sleuvenlijst 2. Sporenlijst 3. Profiellijst 4. Vondstenlijst 5. DVD
26
Sleuvenlijst Aalter E40 2012 Sleufnummer
Datum
Lengte (m)
profielen
Sporen
SL001
16/apr
42
P1
S1-6
SL002
16/apr
48,3
P1
S1-9
SL003
16/apr
67
/
S1-12
SL004
16/apr
76,1
/
S1-16
SL005
16/apr
83,1
/
S1-18
SL006
16/apr
102
P1
S1-10
SL007
16/apr
110
/
S1-11
SL008
16/apr
94,5
P1
S1-5
SL009
16/apr
29,8
P1
S1
SL010
16/apr
16,7
P1
S1
SL011
16/apr
31
/
S1
SL012
17/apr
19,4
P1
/
SL013
17/apr
18,6
/
/
SL014
17/apr
16,6
/
S1-2
SL015
17/apr
144,8
/
S1-24
SL016
17/apr
141
/
S1-24
SL017
17/apr
135,4
/
S1-28
SL018
17/apr
126,7
/
S1-24
SL019
17/apr
118,5
/
S1-18
SL020
17/apr
109,5
/
S1-5
SL021
17/apr
107,1
P1
S1-S12
SL022
18/apr
95,2
/
S1-16
SL023
18/apr
87,9
P1
S1-20
SL024
18/apr
83
/
S1-15
SL025
18/apr
41,4
/
S1-7
SL026
18/apr
34,9
/
S1
SL027
18/apr
41,9
/
/
SL028
19/apr
98,5
P1-3
S1-6
SL029
19/apr
82
P1
S1-6
SL030
19/apr
47,5
/
S1--3
SL031
24/apr
78
/
S1-4
SL032
19/apr
83
P1-2
/
SL033
19/apr
74
/
/
SL034
19/apr
50,1
P1
/
SL035
19/apr
29
P1-2
/
SL036
24/apr
66,8
P1
S1-2
SL037
24/apr
45,3
/
/
SL038
24/apr
20,8
P1
/
27
SL039
24/apr
8
/
/
SL040
24/apr
43
/
S1-2
SL041
24/apr
33,6
/
S1-4
SL042
24/apr
63
/
S1-7
SL043
24/apr
30,3
/
S1
SL044
28/sep
127
P1
/
SL045
28/sep
132
/
/
SL046
28/sep
109
/
/
SL047
28/sep
98
/
/
SL048
28/sep
63,75
/
/
SL049
28/sep
29,9
/
/
28
Sporenlijst Aalter E40 2012 Sleufnummer
Spoornummer
Type
Beschrijving
L (cm)
B (cm) D (cm) vondsten
SL001
S1
Kuil
ZW, Beige, MB, Het
min 160
125
/
SL001
S2
Kuil
ZW, Beige, MB, Het
min 80
125
/
SL001
S3
Kuil
ZW, Beige, MB, Het
min 35
125
/
SL001
S4
Gracht
ZW
min 180
35
/
SL001
S5
Gracht
ZW, Beige, MB, Het
min 180
125
/
SL001
S6
Kuil
DGR, ZW, Het
55
25
/
SL002
S1
Gracht
DGR, GR, ZW, MB, Het
min 385
150
/
SL002
S2
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
125
/
SL002
S3
Gracht
DGR, GR, ZW, MB, Het
min 180
150
/
SL002
S4
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
145
/
SL002
S5
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
145
/
SL002
S6
Gracht
DGR, GR, ZW, MB, Het
min 180
160
/
SL002
S7
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
160
/
SL002
S8
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
100
/
SL002
S9
Gracht
DGR, GR, ZW, MB, Het
min 180
195
/
SL003
S1
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
250
/
SL003
S2
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
150
/
SL003
S3
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
100
/
SL003
S4
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
130
/
SL003
S5
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
145
/
SL003
S6
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
145
/
SL003
S7
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
150
/
SL003
S8
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
125
/
ja
Datering
17e-18e eeuws
29
SL003
S9
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
125
/
SL003
S10
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
125
/
SL003
S11
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
165
/
SL003
S12
Gracht
DGR, ZW, MB, Het
min 180
135
/
SL004
S1
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
110
/
SL004
S2
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
120
/
SL004
S3
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
90
/
SL004
S4
Gracht
ZW, Fe-partikels
min 180
50
/
SL004
S5
Gracht
ZW, Fe-partikels
min 180
150
/
SL004
S6
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
156
/
SL004
S7
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
145
/
SL004
S8
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
150
/
SL004
S9
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
150
/
SL004
S10
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
135
/
SL004
S11
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
110
/
SL004
S12
Gracht
ZW, DBRGR
min 225
45
/
SL004
S13
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
125
/
SL004
S14
Kuil
ZW, Fe-partikels
165
165
/
SL004
S15
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
90
/
SL004
S16
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
160
/
SL005
S1
Gracht
DGR, BR, ZW, MB, Het
min 180
>200
/
SL005
S2
Gracht
DGR, BR, ZW, MB, Het
min 180
155
/
SL005
S3
Natuurlijk
DGR, ZW, Het
78
40
/
SL005
S4
Natuurlijk
DGR, ZW, Het
500
100
/
SL005
S5
Natuurlijk
Beige, LGR, Wit, Het
min 180
50-200
/
SL005
S6
Kuil/Nat?
MB, DGR, ZW, DBR
175
125
/
SL005
S7
Kuil/Nat?
MB, DGR, ZW, DBR
150
200
/
30
SL005
S8
Natuurlijk
Beige, LGR, Wit, Het
150
50
/
SL005
S9
Gracht
Beige, BR, GR, MB, Het
min 180
300
/
SL005
S10
Gracht/Kuil
DGR, BR, ZW, LGR, Het
min 100
65
/
SL005
S11
Gracht/Kuil
DGR, BR, ZW, LGR, Het
min 150
100
/
SL005
S12
Gracht
DGR, BR, ZW, MB, Het
min 180
130
/
SL005
S13
Gracht
DGR, BR, ZW, MB, Het
min 180
160
/
SL005
S14
Gracht
ZW
min 180
55
/
SL005
S15
Gracht
ZW, DBR, MB, Het
min 180
180
/
SL005
S16
Gracht
DGR, BR, ZW, MB, Het
min 180
160
/
SL005
S17
Gracht
DGR, BR, ZW, MB, Het
min 180
115
/
SL005
S18
Gracht
DGR, BR, ZW, MB, Het
min 180
?
/
SL006
S1
Gracht
DBR, ZW, MB, Het
min 350
min 15
/
SL006
S2
Gracht
BR, GR, DGR, ZW, LGR
min 280
40
/
SL006
S3
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
195
/
SL006
S4
Gracht
DBR, ZW, MB, Het
min 180
125
/
SL006
S5
Gracht
DBR, ZW, MB, Het
min 180
130
/
SL006
S6
Gracht
DBR, ZW, MB, Het
min 180
155
/
SL006
S7
Gracht
DBR, ZW, MB, Het
min 180
225
/
SL006
S8
Gracht
BR, GR, DGR, ZW, LGR
min 180
155
/
SL006
S9
Gracht
LGR, MB, Het
min 180
45
/
SL006
S10
Gracht
DBR, ZW, MB, Het
min 180
150
/
SL007
S1
Gracht
BR, DGR, ZW, MB, Het
min 180
225
/
SL007
S2
Gracht
BR, DGR, ZW, MB, Het
min 180
175
/
SL007
S3
Gracht
BR, DGR, ZW, MB, Het
min 180
155
/
SL007
S4
Gracht
BR, DGR, ZW, MB, Het
min 180
205
/
SL007
S5
Gracht
BR, DGR, ZW, MB, Het
min 180
220
/
SL007
S6
Gracht
BR, DGR, ZW, MB, Het
min 180
260
/
31
SL007
S7
Gracht
DBR, GR, Het
min 180
265
/
SL007
S8
Gracht
BR, DGR, ZW, MB, Het
min 180
125
/
SL007
S9
Gracht
BR, DGR, ZW, MB, Het
min 180
120
/
SL007
S10
Gracht
DBR, GR, Het
min 180
110
/
SL007
S11
Gracht
DBR, GR, Het
min 3300
?
SL008
S1
Gracht
DBR, ZW, Het
min2600
SL008
S2
Gracht
ZW, DGR, LGR, BR, MB, Het
SL008
S3
Gracht
SL008
S4
SL008
ja
18e eeuws
/
ja
18e eeuws
?
/
ja
17e-18e eeuws
min 180
330
/
ZW, DGR, LGR, BR, MB, Het
min 180
105
/
Gracht
ZW, DGR, LGR, BR, MB, Het
min 3100
?
/
S5
Gracht
ZW, DGR, LGR, BR, MB, Het
min 180
145
/
SL009
S1
Gracht
ZW
min 180
75-195
/
ja
SL010
S1
Gracht?
DGR, ZW, MB, Het
min 1670
?
/
ja
18e eeuws
SL011
S1
Gracht
DGR, ZW, BR, Het
min1150
?
/
ja
18e eeuws
SL014
S1
Gracht
DBR, ZW, MB, Het
min 180
155
/
SL014
S2
Gracht
DBR, ZW, MB, Het
min 180
325
/
SL015
S1
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
120
/
SL015
S2
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
60
/
SL015
S3
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
150
/
SL015
S4
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
110
/
SL015
S5
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
115
/
SL015
S6
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
80
/
SL015
S7
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
90
/
SL015
S8
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
145
/
SL015
S9
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
75
/
SL015
S10
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
110
/
SL015
S11
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
100
/
SL015
S12
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
85
/
18e-19e eeuws
32
SL015
S13
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
100
/
SL015
S14
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
95
/
SL015
S15
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
170
125
SL015
S16
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
120
/
SL015
S17
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
80
/
SL015
S18
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
80
/
SL015
S19
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
180
/
SL015
S20
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
145
/
SL015
S21
Gracht
DBR, BR, ZW, MB, Fe-partikels
min 180
280
/
SL015
S22
Gracht
BR, GRZW, GR, MB, Het
min 180
160
/
SL015
S23
Gracht
BR, GRZW, GR, MB, Het
min 180
125
/
SL015
S24
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
175
/
SL016
S1
Gracht
ZW, BR, DBR, MB, BS, Het
min 280
105
/
SL016
S2
Gracht
ZW, BR, DBR, MB, BS, Het
min 280
400
/
SL016
S3
Gracht
DBR, MB, Het
min 180
155
/
SL016
S4
Gracht
DBR, DGR, MB, Het
min 180
70-105
/
SL016
S5
Gracht
DBR, DGR, MB, Het
min 180
85
/
SL016
S6
Gracht
DBR, DGR, MB, Het
min 180
125
/
SL016
S7
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
155
/
SL016
S8
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
135
/
SL016
S9
Gracht
ZW, BR, DBR, MB, BS, Het
min 180
225
/
SL016
S10
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
95
/
SL016
S11
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
85
/
SL016
S12
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
230
/
SL016
S13
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
205
/
SL016
S14
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
90
/
SL016
S15
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, BS, Het
min 180
130
/
33
SL016
S16
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
275
/
SL016
S17
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
90
/
SL016
S18
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
220-325
/
SL016
S19
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
125
/
SL016
S20
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
130
/
SL016
S21
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
425
/
SL016
S22
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
155
/
SL016
S23
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
305
/
SL016
S24
Gracht
ZW, DBR, BR, MB, Het
min 180
125
/
SL017
S1
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
100
/
SL017
S2
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
105
/
SL017
S3
Gracht
ZW, vettig
min 180
125
/
SL017
S4
Gracht
ZW, vettig
min 180
?
/
SL017
S5
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
105
/
SL017
S6
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
195
/
SL017
S7
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
275
/
SL017
S8
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
130
/
SL017
S9
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
40
/
SL017
S10
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
105
/
SL017
S11
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
75
/
SL017
S12
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
245
/
SL017
S13
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
90
/
SL017
S14
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
200
/
SL017
S15
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
95
/
SL017
S16
Gracht
ZW, vettig, DBR, MB, Het
min 180
215
/
SL017
S17
Gracht
ZW, vettig, DBR, MB, Het
min 180
290
/
SL017
S18
Gracht
DBR
min 180
55
/
34
SL017
S19
Gracht
ZW, vettig, DBR, MB, Het
min 180
125
/
SL017
S20
Gracht
ZW, vettig, DBR, MB, Het
min 180
100
/
SL017
S21
Gracht
DBR, ZW vlekken, MB, AW, Het
min 180
390
/
SL017
S22
Gracht
DBR, ZW vlekken, MB, Het
min 180
115
/
SL017
S23
Gracht
DBR, ZW vlekken, MB, Het
min 180
130
/
SL017
S24
Gracht
DBR, ZW vlekken, MB, Het
min 180
195
/
SL017
S25
Gracht
BR, DBR, MB, Het
min 180
100
/
SL017
S26
Gracht
BR, DBR, MB, Het
min 180
60-125
/
SL017
S27
Gracht
ZW, vettig, DBR, LBR, GR, MB, Het
min 298
?
/
SL017
S28
Gracht
Wit, BR, LBR, Het
min 315
250
/
SL018
S1
Gracht
DBR, BR, MB, Het
min 180
100
/
SL018
S2
Gracht
DBR, BR, MB, Het
min 180
160-200
/
SL018
S3
Gracht
DBR, BR, MB, Het
min 180
90
/
SL018
S4
Gracht
DBR, BR, MB, Het
min 180
150
/
SL018
S5
Gracht
DBR, BR, MB, Het
min 180
115
/
SL018
S6
Gracht
DBR, BR, MB, Het
min 180
130
/
SL018
S7
Gracht
DBR, BR, MB, Het
min 180
130
/
SL018
S8
Gracht
DBR, BR, MB, Het
min 180
100-175
/
SL018
S9
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
80
/
SL018
S10
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
105
/
SL018
S11
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
110
/
SL018
S12
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
125
/
SL018
S13
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
110
/
SL018
S14
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
80
/
SL018
S15
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
75
/
SL018
S16
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
120
/
SL018
S17
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
100
/
35
SL018
S18
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
110
/
SL018
S19
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
245
/
SL018
S20
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
110
/
SL018
S21
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
100
/
SL018
S22
Gracht
ZW, vettig
min 180
190-265
/
SL018
S23
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
145
/
SL018
S24
Gracht
ZW, vettig, DBR, Het
min 180
100
/
SL019
S1
Gracht
ZW, vettig, MB, Het
min 2350
100-?
/
SL019
S2
Gracht
ZW, vettig, MB, Het
min 180
70
/
SL019
S3
Gracht
ZW, vettig, MB, Het
min 180
50
/
SL019
S4
Gracht
ZW, vettig, MB, Het
min 180
50
/
SL019
S5
Gracht
ZW, vettig, MB, Het
min 180
70
/
SL019
S6
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
70
/
SL019
S7
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
155-240
/
SL019
S8
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
90
/
SL019
S9
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
100
/
SL019
S10
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
90
/
SL019
S11
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
300
/
SL019
S12
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
65
/
SL019
S13
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
160
/
SL019
S14
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
150
/
SL019
S15
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
135
/
SL019
S16
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
120
/
SL019
S17
Gracht
ZW, vettig, BR, MB, Het
min 180
105
/
SL019
S18
Gracht
DBR, ZW spikkels, HET
min 180
115
/
SL020
S1
Gracht
DBR, ZW, Het
min 1125
?
/
SL020
S2
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
370-595
/
36
SL020
S3
Gracht
DBR, ZW, Het
min 180
130
/
SL020
S4
Gracht
ZW
min 180
160
/
SL020
S5
Gracht
ZW
min 180
220-465
/
SL021
S1
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
165
/
SL021
S2
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
75-310
/
SL021
S3
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
70
/
SL021
S4
Gracht
ZW
min 180
?
/
SL021
S5
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
430
/
SL021
S6
Gracht
ZW
min 180
85-340
/
SL021
S7
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
100
/
SL021
S8
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
75
/
SL021
S9
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
110
/
SL021
S10
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
110
/
SL021
S11
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
65
/
SL021
S12
Gracht
DBR, ZW, DGR, Het
min 180
90
/
SL022
S1
Gracht
DBR, ZW vlekken, Het
min 180
200
/
SL022
S2
Gracht
DBR, LBR, GR, BS, Het
min 410
?
/
SL022
S3
Gracht
DBR, ZW vlekken, Het
min 180
75
/
SL022
S4
Gracht
DBR, ZW vlekken, Het
min 180
105
/
SL022
S5
Gracht
DBR, ZW vlekken, Het
min 180
40
/
SL022
S6
Gracht
DBR, ZW vlekken, Het
min 180
65
/
SL022
S7
Gracht
DBR, ZW vlekken, Het
min 180
90
/
SL022
S8
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
50
/
SL022
S9
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
35
/
SL022
S10
Gracht
DBR, MB, steentjes, Het
min 180
140-230
/
SL022
S11
Gracht
BR, LBR, ZW vlekken, Fe-partikels, Het
min 180
115
/
SL022
S12
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
25
/
37
SL022
S13
Gracht
ZW, DBR, Het
min 180
120
/
SL022
S14
Gracht
DGR, ZW, Het
min 180
20
/
SL022
S15
Gracht
BR, LBR, ZW vlekken, Fe-partikels, Het
min 180
230
/
SL022
S16
Gracht
BR, DBR, ZW, Het
min 180
?
/
SL023
S1
Gracht
BR, DBR, ZW, LBR, Beige, Wit, Het
min 180
?
/
SL023
S2
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 180
145
/
SL023
S3
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 180
45
/
SL023
S4
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 180
55
/
SL023
S5
Gracht
ZW, LBR, MB, Het
min 180
50
/
SL023
S6
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 180
55
/
SL023
S7
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 180
55
/
SL023
S8
Gracht
BR
min 180
215
/
SL023
S9
Gracht
BR
min 180
45
/
SL023
S10
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 300
min 75
/
SL023
S11
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 180
35
/
SL023
S12
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 180
40
/
SL023
S13
Gracht
BR
min 180
35
/
SL023
S14
Gracht
ZW, DBR, BR, Het
min 180
40
/
SL023
S15
Gracht
BR, DBR, DGR, Het
min 180
35
/
SL023
S16
Gracht
BR, DBR, DGR, Het
min 180
35
/
SL023
S17
Gracht
BR, DBR, DGR, Het
min 180
50
/
SL023
S18
Gracht
ZW, DBR, MB, vettig, Het
min 180
235-295
/
SL023
S19
Gracht
DBR, ZW vlekken, FE-partikels, Het
min 180
110
/
SL023
S20
Gracht
DBR, ZW vlekken, FE-partikels, Het
min 180
?
/
SL024
S1
Greppel
DBR, ZW vlekken
min 180
120
/
SL024
S2
Gracht
DBR
min 180
470
/
SL024
S3
Greppel
DBR
min 180
50
/
ja
18e-19e eeuws
38
SL024
S4
Greppel
DBR, ZW met verspitte MB
min 180
50
/
SL024
S5
Kuil
ZWDGR, bruin gevlekt
min 70
200
/
SL024
S6
Greppel
ZWDGR, bruin gevlekt
min 180
50
/
SL024
S7
Kuil
ZW, LGR vettig humeus
min 80
75
/
SL024
S8
Greppel
ZW, vettig humeus
min 180
80
/
SL024
S9
Greppel
ZW, vettig humeus
min 180
53
/
SL024
S10
Greppel
DBR, sterk humeus zwart
min 180
190
/
SL024
S11
Greppel
ZWBR humeus
min 180
75
/
SL024
S12
Greppel
DBR
min 180
65
/
SL024
S13
Greppel
DBR
min 180
70
/
SL024
S14
Gracht
DBR
min 205
110
/
SL024
S15
Gracht
DBRZW
min 180
185
/
SL025
S1
Gracht
ZW humeus
min 180
335
/
SL025
S2
Greppel
ZW humeus
min 180
35
/
SL025
S3
Greppel
ZW humeus
min 180
45
/
SL025
S4
Kuil
DGR humeus zwart (nat?)
min 35
95
/
SL025
S5
Gracht
DGR humeus zwart
min 800
115
/
SL025
S6
Gracht
DBR, ZW vlekken, Het
min 180
95-340
/
SL025
S7
Gracht
ZW humeus
min 180
450
/
SL026
S1
Gracht
DBR, ZW, AW, Het
min 180
225
/
SL028
S1
Gracht
Het DZW humeus
min 180
100
/
SL028
S2
Gracht
Het DZW humeus
min 180
100
/
SL028
S3
Gracht
Het DZW humeus
min 180
205
/
SL028
S4
Gracht
Het DZW humeus
min 180
250
/
SL028
S5
Gracht
Het DZW humeus
min 180
150
/
SL028
S6
Gracht
Het DZWGR humeus
min 180
370
/
SL029
S1
Gracht
Het ZWBR humeus
min 180
175
/
ja
late 18e-19e eeuw
39
SL029
S2
Gracht
Het BrGr humeus
min 180
325
/
SL029
S3
Gracht
Het BrGr humeus
min 180
200
/
SL029
S4
Gracht
HetDZw humeus
min 345
545
/
SL029
S5
Greppel
HetDZw humeus
min 180
100
/
SL029
S6
gracht/verst
HetDZw humeus
min 180
1900
/
SL030
S1
Gracht
HetDZw humeus
min 180
min 175
/
SL030
S2
Gracht
HetDZw humeus
min 180
200
/
SL030
S3
Gracht
HetDZw humeus sterk gevlekt
min 180
250
/
SL031
S1
Gracht
HetDZwGr
min 180
150
/
SL031
S2
Gracht
HetDZw humeus
min 180
160
/
SL031
S3
Greppel
HetLBr sterk gevlekt
min 180
95
/
SL031
S4
Gracht
HetLBrGr sterk gevlekt
min 180
365
/
SL036
S1
Gracht
HetDBrGr
min 180
230
/
S2
Gracht
HetDBr
min 180
120
/
S1
Gracht
HetDBrZw
min 1325
175
/
S2
Gracht
HetDBrZw
min 2600
min 180
/
S1
Gracht
DBrGr, sterk gevlekt met klei
min 180
285
/
S2
Gracht
HetDBr
min 180
160
/
S3
Gracht
HetZwBr
min 180
450
/
S4
greppel
HetDBrZw
min 180
55
/
S1
Gracht
HetDBr
min 180
725
/
S2
Gracht
HetDBr
min 180
165
/
S3
Gracht
HetDBr
min 180
100
/
S4
Gracht
HetDBr
min 180
155
/
S5
Gracht
HetDBr
min 180
75
/
S6
Gracht
HetDBr
min 180
100
/
S7
Gracht
HetDBr
min 180
310
/
SL040
SL041
SL042
ja
18e eeuws
40
SL043
S1
Gracht
DBr
min 180
305
/
SL044
/
/
/
/
/
/
SL045
/
/
/
/
/
/
SL046
/
/
/
/
/
/
SL047
/
/
/
/
/
/
SL048
/
/
/
/
/
/
SL049
/
/
/
/
/
/
41
Profiellijst Aalter E40 2012 Sleufnummer
profiel
Afmetingen (cm)
Beschrijving
SL001
P1
0-25
Ap
25-
C
0-31
Ap
31-
C
0-35
Ap
35-
C
0-80
Ap+verstoring
80-
C
0-39
Ap
39-
C
0-42
Ap
42-
C
0-39
Ap
39-
C
0-50
Ap
50-62
zwart humeus
62-73
witgrijs
73-
C
0-50
Ap
50-74
zwartbruin humeus
74-98
HetDbr
98-
C
P1
0-110
Ap+ verstoring
P2
0-48
Ap
48-73
HetLBr
73-86
Homzwart humeus
86-96
HetLBr (uitloging)
96-
C
0-49
Ap
49 -94
Homzwart humeus
94-
C
0-75
verstoord
75-
C
0-56
Ap + verstoring
56-
C
P2
0-108
verstoord
P1
0-42
Ap + verstoring
42-
C
SL002
SL006
SL008
SL009
SL010
SL012
SL021
SL023
SL028
P1
P1
P1
P1
P1
P1
P1
P1
P3
SL029
SL032
SL034
P1
P1
42
SL035
SL036
P1
0-120
Ap+ verstoring
P2
0-105
Ap + verstoring
105-
C
0-40
Ap
40-60
zwart humeus
60-
C
P1
SL038
P1
0-110
Ap+verstoring
SL044
P1
0-45
Ap
45-55
verstoring
55-
C
Vondstenlijst Aalter E40 2012 Sleuf
Spoor
Beschrijving
Datering
SL1
SP4
lokaal rood, teil
17e-18e eeuws
SL7
SP8
faience, bord
18e eeuws
SL7
SP11
Steengoed Westerwald
17e-18e eeuws
faience
18e eeuws
SL8 SL9
SP1 SP1
lokaal rood Steengoed rijnland, melkpot
17e-18e eeuws 18e-19e eeuws
SL10
SP1
faience, bord
18e eeuws
SL11 SL23
SP1 SP11
faience, bord of karaf Industrieel wit (boerenbont), bord
18e eeuws 18e-19e eeuws
SL26
SP1
industrieel aardewerk, theekopje
late 18e-19e eeuw
SL31
SP1
porselein, schoteltje theeset
18e eeuws
43