HOE GEVEN WE ZWERFJONGEREN HUN TOEKOMST TERUG?
60 jaar
mede [-] special zwerfjongeren
mede [-] v o o r j a a r
2 0 1 8
STAP VOOR STAP Volwassen worden. Dat gaat met vallen en opstaan. Letterlijk, met de eerste stapjes, maar ook figuurlijk. ‘Niemand weet in één keer hoe het moet’, vertelt emeritus hoogleraar Pauline Naber in het dossier op pagina 8. Daarom zijn er betrouwbare mensen nodig in het leven van jongeren. Die fouten door de vingers zien, valkuilen helpen vermijden, altijd in hen blijven geloven en helpen met problemen. Bij de ruim twaalfduizend zwerfjongeren in Nederland ontbreekt deze onvoorwaardelijke steun. De meeste worden tot hun achttiende ondergebracht bij Jeugdzorg, maar daarna zijn ze op zichzelf aangewezen. En juist van deze jongeren wordt verwacht dat ze wél in één keer weten hoe het moet. Vaak zonder sociaal netwerk, een veilig thuis en toereikend inkomen moeten ze hun weg zien te vinden. Dat is veel gevraagd. Te veel. Daarom steunt Kansfonds initiatieven die deze jongeren helpen de basis alsnog op orde te krijgen. Vooral door de onderliggende problematiek aan te pakken. Zoals het vertrouwen in jezelf terugvinden, levensvaardigheden aanleren en contact leggen met iemand die er voor je is. We vinden de aanpak van deze problematiek zo belangrijk dat we de krachten hebben gebundeld met Stichting Zwerfjongeren Nederland. Samen zetten we de aandacht voor deze jongeren in de versnelling. Met geld, het delen van kennis en samenbrengen van iedereen die hieraan kan bijdragen, geven we de projecten een duwtje in de rug. Zodat we samen het verschil kunnen maken. Henriëtte Hulsebosch, directeur Kansfonds
Volg Ka n s fo n d s o p Fa c e b o o k Volg Ka n s fo n d s o p Twi t t e r Tekst & concept Sc h r ijf- Sc h r i j f , U t re c h t
m ede | v i j fde j aarg ang | num m er 17 | s p eci al z wer fj o n g e re n | zo m e r 2 0 1 8 m e de is het kwartaalblad van Kansfonds. Kansfonds werkt aan een samenleving waarin mensen omzien naar elkaar, zodat kwetsbare mensen niet buitengesloten raken. Jaarlijks steunt het fonds zo’n 500 projecten van betrokken mensen die zich daarvoor inzetten. Het werk van Kansfonds wordt mede mogelijk gemaakt door de bijdragen van particulieren, organisaties, de Nederlandse Loterij en de Nationale Postcode Loterij. Gratis abonnee van me d e worden? Of wilt u zich juist uitschrijven? Stuur een e-mail met uw naam en adres naar mede@kansfonds.nl.
Ontwerp & vormgeving Abel D er k s Fotografie
Ma r tijn va n d e Gr i e n d t
C a r la Kogel m a n Timon Ja c o b Illustratie G emma Pa u we l s Drukwerk
Altijddr u k we r k
4
6
Interview Saïda Ababou
Dubbelpor tret Tom en Ricardo
‘Ik begrijp deze jongeren, en dat voelen ze.’
Bij In2YourPlace geven zwerfjongeren elkaar advies, zonder de tussenkomst van hulpverleners. Projectleider Tom: ‘Hier zijn jongeren de baas.’
8
Dossier Opgroeien zonder stabiele basis Drie deskundigen over oorzaken, oplossingen en kansen.
14
Dubbelpor tret Peggy en Boy
18
Peggy laat kwetsbare jongeren ontdekken wat ze kunnen, bijvoorbeeld met paardentherapie. Boy: ‘Als ik bij de paarden ben, gaat de stress weg.’
Dubbelpor tret Jan Willem en Abdirahman Ali Hassan Time2Shine koppelt jongeren aan mentoren uit het bedrijfsleven. Dat leidt tot bijzondere vriendschappen.
13 16 20 21 22
Koningin Máxima bezoekt conferentie ‘Breng de basis op orde’ Quiz: test uw kennis over zwer fjongeren ‘De levenslessen van Mar tin’ een persoonlijke column van pianiste Iris Hond Mededelingen Met deze projecten steunt Kansfonds zwer fjongeren
kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 3]
INTERVIEW
‘Ik begrijp deze jongeren,
en dat voelen ze’
Zwerfjongeren kiezen niet vrijwillig voor hun dak- en thuisloze bestaan. Gebeurtenissen in hun verleden leiden daar vaak toe. Zoals bij Saïda Ababou (32). Inmiddels zet ze haar ervaringen in om anderen te helpen in vergelijkbare omstandigheden. Saïda was zes toen haar opa haar meenam naar Nederland, waar haar vader woonde. Haar moeder bleef achter in Marokko. Ze kwam terecht in zijn nieuwe gezin, met drie broertjes, een zusje en een stiefmoeder. ‘Mijn vader en zij werkten hele dagen, dus zorgde ik voor mijn broertjes en zusje. Dat vond ik fijn, ik zag ze als mijn kindjes. En ik zorg graag voor anderen. Iedereen moet blij zijn, als het aan mij ligt.’ Ze zorgde voor schone kleding, eten en bracht ze naar school. Zelf stond ze niet ingeschreven bij een school. Opstandig Dat ze wel haar broertjes en zusje naar school bracht, maar vervolgens zelf naar huis ging, viel de leerkrachten uiteindelijk op. ‘Zij zorgden ervoor dat ik ook naar school kon.’ Hoezeer ze ook haar best deed haar vader en stiefmoeder te behagen, het lukte haar niet de liefdevolle thuisbasis te krijgen die ze nodig had. Ze werd opstandig, maar reageerde dat niet thuis af. Wel op straat. ‘Ik sloeg snel van me af.’ Op haar 23ste vertrok ze. ‘Er was te veel ruzie. Als ik niet was vertrokken, was mijn stiefmoeder gegaan, met mijn broertjes en zusje. Dat wilde ik zeker niet.’ Daar stond ze dan. Blij met haar vrijheid, maar zonder veilig onderkomen. Ze zwierf wat rond en woonde in verschillende kamers – maar nooit lang en altijd met problemen. Uiteindelijk vond ze onderdak bij een opvangvoorziening in Utrecht. ‘Ik had een dak boven mijn hoofd, maar verder was het geen pretje. Iedereen die er is opgenomen, kampt met problemen. Drank, drugs, schulden, agressie: er was altijd wel iets aan de hand.’ Groot hart De begeleiding die ze kreeg, sloot niet altijd aan bij haar behoefte. ‘De begeleiders waren niet allemaal even begripvol, en dat hebben jongeren in deze situatie nu juist hard nodig. Toch waren er twee begeleiders die een lichtend voorbeeld voor me waren. Ze bleven mensen een kans geven, keer op keer. Wat er ook gebeurde. Ze stonden
[ 4]]
wa taalblad van van Ka Kan s fo nds kkw a rrtaalblad nsfo nd s
altijd klaar en lieten niemand vallen. Dát hebben jongeren nodig, die onvoorwaardelijkheid. Zo wil ik ook zijn, besloot ik toen. Zo sterk, met zo’n groot hart.’ Die kans diende zich aan toen ze Jacqueline en Marlene ontmoette, oprichters van BE4YOU2. ‘Zij hadden net met jeugdzorgorganisatie Youké een project opgezet voor zwerfjongeren in Utrecht: het Ervaringshuis. Ze vroegen mij om ervaringscoach te worden voor jongeren met een vergelijkbare achtergrond. Een prachtkans en een geweldig initiatief. Ik begrijp deze jongeren, en dat voelen ze.’
‘Nu leiden mijn ervaringen tot iets beters, iets moois’ Nieuwe stap De afgelopen jaren hielp ze zo’n twintig jongeren op weg. ‘Soms is het best pittig, dan komt het toch weer dichtbij. Maar dat ze zich begrepen, gehoord en gezien voelen, is het belangrijkste. Er wonen hier permanent vijf jongeren, die een maand of zes blijven. We bieden ze een thuis, een nieuwe familie en de training Ervaren Jaren. De training helpt om anders naar je ervaring te kijken. Het belangrijkste is dat ze zich veilig voelen hier. Dat is een gevoel dat dakloze jongeren vaak niet kennen. Maar het is zo belangrijk.’ Ze is klaar voor een nieuwe stap. ‘Na intensieve therapie heb ik mijn verleden een plek kunnen geven. Mijn vader zie ik nog steeds, en met mijn moeder heb ik gelukkig ook weer contact. Ik ga straks voor de thuiszorg werken. Ik wil voor mensen zorgen. Het liefste word ik verpleegkundige. Ook blijf ik verbonden als ervaringscoach aan BE4YOU2. Maar eerst wil ik een huis vinden. En, wie weet, op een dag een eigen gezin stichten. Dat lijkt me het allermooiste.’
INTERVIEW
‘Dát hebben jongeren nodig, die onvoorwaardelijkheid’
BE4YOU2 BE4YOU2, organisatie voor professionele ervaringsdeskundigheid, vond een samenwerkingspartner in jeugdzorgaanbieder Youké om het idee van een ervaringshuis concreet te maken. Het project is een cocreatie van BE4YOU2 en Youké. Het project Ervaring(t)huis staat voor een plek waar zwerfjongeren tijdelijk kunnen verblijven. Naast huisvesting is het ervaringshuis bedoeld als ontmoetingsplek, waar (ex-)zwerfjongeren van elkaar kunnen leren en samen activiteiten kunnen ondernemen. kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 5]
DUBBELPORTRET
Samen sterker
In2YourPlace: focus op levensvaardigheden Bij In2YourPlace komen zwerfjongeren wekelijks samen en luisteren ze naar elkaars levensverhalen. Vanuit hun eigen ervaringen geven ze elkaar advies en helpen ze elkaar weer overeind.
‘Hier zijn de jongeren de baas’ ‘Heel veel jongeren zijn eenzaam. Ze zitten niet lekker in hun vel, voelen zich nergens thuis en vinden geen aansluiting. Ze worden gewoon vergeten. Voor Ricardo was dat ook zo. Voordat hij In2YourPlace kende, zat hij vaak alleen op zijn kamer in de opvanginstelling. Het initiatief is tien jaar geleden opgezet door een groep eigenwijze zwerfjongeren. Ze kregen een plek om elkaar te ontmoeten, zónder tussenkomst van hulpverleners. Hier zijn zij de baas. Zwerfjongeren krijgen bij ons een groepstraining en helpen elkaar vanuit hun eigen ervaringen. Zo leren ze verschillende nieuwe levensvaardigheden, zoals vertrouwen, omgaan met emoties en initiatief nemen. Toen ik in 2017 als projectleider begon, moest ik mijn achtergrond als hulpver[ 6]]
wa taalblad van van Ka Kan s fo nds kkw a rrtaalblad nsfo nd s
lener volledig loslaten. In die rol voelde ik te veel afstand tot de jongeren. Hier ben ik hun gelijke en help ik als zij dat willen. Ik doe alles om hén te laten shinen. Toen ik Ricardo voor het eerst ontmoette, was hij verlegen en kon hij zich moeilijk inleven. Dat is nu wel anders. Hier ontdekte hij zijn talent voor cijfers. Nu helpt hij ons met de administratie. Hij is erg betrokken bij In2YourPlace; een echte collega. Door dit werk leert hij naar anderen te luisteren. Ricardo’s zelfvertrouwen en gevoel voor verantwoordelijkheid zijn enorm gegroeid.’ Tom Houben, projectleider In2YourPlace
‘Zonder deze plek kwam ik het huis niet uit’ ‘Drie jaar geleden introduceerde een vriendin mij bij In2YourPlace. Omdat ik nauwelijks de deur uitkwam, vroeg ze of ik meeging naar de markt om ‘n visje te eten. Zat ik ineens met acht wildvreemden om me heen! Een beetje gek, maar ik was wel nieuwsgierig. Dat er alléén jongeren waren, sprak me aan. Vijf bijeenkomsten daar hebben mij meer geholpen dan jarenlange hulpverlening. Als ik In2YourPlace niet had, zat ik nu nog hele dagen thuis. Sinds Tom hier werkt, help ik met financiële zaken. Daarvoor moet ik ook met collega’s samenwerken. Best moeilijk, vooral als het niet klikt. Daar werk ik aan. Tom maakt ’t me soms wel lastig. Laatst kregen we het verzoek om iets uit te zoeken. Tom vroeg of ik dat binnen 24 uur kon doen. Dat
lukte nét niet, maar ik leerde daardoor wel de noodzaak om prioriteiten te stellen en me beter te concentreren. Dit jaar ben ik zelfstandig gaan wonen, dat zag ik twee jaar geleden niet gebeuren. Wat de toekomst brengt, weet ik niet. Ik krijg nu een uitkering, terwijl ik eigenlijk wil studeren. Maar die studieschuld zie ik niet zitten. Over tien jaar wil ik hier financieel manager zijn. Dat lijkt me wel wat.’
Ricardo Jonkman, 25 kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 7]
DOSSIER
Opgroeien zonder
stabiele basis Stel je voor: je bent achttien en van de ene op de andere dag sta je er alleen voor. Moet je een dak boven je hoofd regelen, voor inkomen zorgen en werken aan je toekomst. Voor jongeren uit de jeugdzorg is dat realiteit. Terwijl zij nu juist de basis missen om deze uitdagingen aan te kunnen. Veel van de ruim twaalfduizend zwerfjongeren kunnen moeilijk hun weg vinden. Ze hebben door omstandigheden nooit de kans gekregen hun talenten te ontdekken. Ze hebben geen basale levensvaardigheden opgedaan waarmee je het redt in de maatschappij, en geen sociaal netwerk opgebouwd van mensen die hen onvoorwaardelijk steunen. Vaak kampen ze met armoede, verslavingen, psychische aandoeningen en schulden. Hoe is dat tij te keren? Kunnen maatschappelijke organisaties, de overheid en de samenleving op zo’n manier de krachten bundelen dat ook deze jongeren de kans krijgen hun plek te vinden? We spraken met drie deskundigen over oorzaken, oplossingen en kansen. ‘Wat in elk geval níét helpt, is stigmatisering.’
[ 8]
k w a r t aalblad van Ka nsfo nd s
DOSSIER
HET PROBLEEM ‘Het is onrealistisch om van jongeren te verwachten dat ze volwassen kunnen worden zonder veiligheid, hulp en onvoorwaardelijke steun’, vindt Pauline Naber, emeritus hoogleraar Leefwerelden aan de Hogeschool Inholland. ‘Niemand weet in één keer hoe het moet. Iedereen heeft hulp nodig. Van een vader, moeder, vriend, buurvrouw, wie dan ook. Mensen aan wie je je kunt spiegelen. Die je de deur uitduwen als je te laat op school dreigt te komen, maar er ook voor je zijn als je een keer tegenslag te verwerken hebt. Onvoorwaardelijke steun, tot je zelfstandig verder kunt. En zelfs daarna nog.’ Marleen van der Kolk, programmamaker bij Stichting Zwerfjongeren Nederland (SZN) beaamt dat. ‘Dak- en thuisloze jongeren missen de basis; liefde, veiligheid, geloof en vertrouwen. Zaken die je nodig hebt om je leven richting te kunnen geven. En die je in staat stellen jezelf in je eigen tempo te ontwikkelen. Deze jongeren missen de handvatten om hun weg te kunnen vinden in het leven.’
‘Deze jongeren missen de handvatten om hun weg te kunnen vinden in het leven’ Het merendeel van de zwerfjongeren, ruim zestig procent, is op jonge leeftijd uit huis geplaatst en overgedragen aan de jeugdzorg. Dat kan een pleeggezin zijn, of een residentiële instelling. Van der Kolk: ‘Het is fijn dat er oplossingen zijn voor kinderen die voor hun eigen veiligheid uit huis worden gehaald. Maar toch halen die oplossingen het niet bij een stabiel gezin waarin een jongere zich kan ontwikkelen en ontplooien.’ En dan zijn er vaak nog persoonlijke issues, zoals stoornissen en psychische problemen in het spel. Naber: ‘Bijna al deze jongeren worstelen met vertrouwenskwesties en hechtingsproblemen. Als kind leer je, als het goed is, dat het vertrouwen van je ouders onvoorwaardelijk is. Niet alleen in de eerste jaren, maar ook in de jaren erna. Maar deze jongeren kennen dat niet, de band met thuis is beschadigd. En dat is slecht voor hun zelfvertrouwen. Het is voor hen daardoor heel moeilijk een sterk sociaal netwerk op te bouwen.’
kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 9]
DOSSIER
DE A AN P AK Het mag dan onrealistisch zijn, in Nederland verwacht de politiek dat een jongere op zijn achttiende voor zichzelf kan zorgen. Maar veel jongeren in de jeugdzorg worden nog onvoldoende voorbereid op een zelfstandig bestaan. ‘Het ene moment zit iemand nog in een instelling, met regels en protocollen, en het andere moment staat hij op straat. De nazorg is beperkt. De boodschap is: vind je eigen weg maar’, zegt Naber. ‘Maar wie dat serieus verwacht, overschat de weerbaarheid van deze jongeren.’
‘Ze hebben juist extra hulp nodig, niet minder’ Het gevolg: ze belanden op straat. Of ze gaan ‘bankhoppen’; dan weer bij een vriend wonen, dan weer bij een tante. Werk vinden is moeilijk, naar school gaan ook. Van der Kolk: ‘Bepaalde vaardigheden hebben ze nooit geleerd, zoals budgetteren of een administratie bijhouden. En dat terwijl ze wél belangrijke verantwoordelijkheden krijgen van de overheid. Ze moeten bijvoorbeeld hun premie voor de ziektekostenverzekering betalen. Maar hun zorgtoeslag gaat vaak naar primaire behoeften, zoals eten en drinken. Als ze het al hebben aangevraagd. Gevolg: een schuld die snel oploopt.’ Dat de huidige aanpak van het daklozenprobleem niet goed werkt, vindt steeds meer weerklank. Zeker nu het aantal dakloze jongeren stijgt [zie kader]. De overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten heeft niet geleid tot betere opvang en begeleiding van de dakloze jongeren. In een brandbief naar de Tweede Kamer meldde de Rekenkamer in mei dat de vier grote steden er niet in slagen hun daklozen goed op te vangen. Ook SZN vindt dat de opvang en begeleiding beter kunnen. ‘In onze optiek doet de politiek te weinig. Er mag wel een tandje bij’, zegt Van der Kolk. ‘We zijn blij met de rapporten en de brandbrief van de Rekenkamer, want die onderschrijven dat. Tegelijkertijd zijn de bevindingen alarmerend. De basale zorg waar deze jongeren recht op hebben, is niet geregeld. Zo krijgen ze meestal alleen nachtopvang en moeten ze de rest van de dag zichzelf maar redden, vaak betekent dat op straat rondlopen. Ondanks de leerplicht en kwalificatieplicht. Hiermee worden mensenrechten geschonden. Zoals het recht op een dak boven je hoofd, onderwijs en zorg. Dat is ernstig.’ Met financiering van Kansfonds onderzocht Frank van Steenbergen, senior onderzoeker en adviseur bij onderzoeksinstituut DRIFT, het opvangsysteem in Nederland. ‘Nu is er nog maar
[ 10]
k w a rt aalblad van K a nsfond s
DOSSIER
Volgens de laatste schatting van het CBS (uit 2016) zijn er zo’n 12.400 zwerfjongeren in Nederland. Zeventig procent daarvan is tussen de 18 en 23 jaar. Vrijwel allemaal kampen ze met meervoudige, complexe problemen. Op het gebied van huisvesting, school, werk, gezondheid en geld. Schulden zijn, samen met huisvesting, het meest acute probleem. Minister Hugo de Jonge heeft recent besloten de leeftijdsgrens voor jongeren in een pleeggezin te verhogen naar 21 jaar. SZN en Federatie Opvang pleiten voor verhoging naar 21 jaar voor de gehele groep jongeren uit de jeugdzorg.
een beperkte groep die zich echt druk maakt om het welzijn, de ontwikkeling en de opvang van dak- en thuisloze jongeren. Waar het heen moet, is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, waarin ook de gemeenten hun rol pakken. Waar problemen integraal en parallel aangepakt worden. Schuldhulpverlening, huisvesting, onderwijs: alles tegelijk.’ Om dat te kunnen bereiken, moet de overheid wel eerst het bestaan van de zwerfjongeren erkennen. En dat is iets waar nog niet alle gemeenten aan toe zijn. Van der Kolk: ‘Wij worden vaak aangesproken op de naam zwerfjongeren. Hebben we die wel in Nederland? Ik hoor nog veel ambtenaren zeggen dat jongeren “toch nachtopvang hebben” of “bankhopper zijn en niet op straat hoeven te zwerven”.’ ‘Nachtopvang is er wel, maar ten eerste zit die vaak vol, en ten tweede ben je er tussen negen en vijf niet welkom. Feitelijk is er dan geen “veilig thuis” waar een jongere zich gezond kan ontwikkelen en zich op de toekomst kan richten. Ze zwerven van vriendje naar vriendje of zijn overdag de hele dag op straat totdat de nachtopvang om vijf uur weer opengaat. We zijn blijkbaar collectief het gevoel kwijtgeraakt hoe belangrijk het is en wat het met je doet om een “veilig thuis” te hebben. Dat gevoel moet weer terug.’ Waar het aan ontbreekt, zegt Van der Kolk, is perspectief voor de jongeren. ‘Als je als overheid de rol van ouder overneemt, en dat is feitelijk wat gebeurt bij een uithuisplaatsing, dan heb je de morele plicht die rol tot het einde te vervullen. Je hebt dan als overheid de verantwoordelijkheid jongeren te begeleiden naar een stabiele situatie, waarin ze werkelijk voor zichzelf kunnen zorgen. Daar kun je geen leeftijd aan verbinden. Achttien is sowieso te jong, maar ook op 23-jarige leeftijd is nog niet iedereen zover. Je moet leeftijd loslaten en de ontwikkeling als uitgangspunt nemen. Zoals ouders dat ook doen.’
kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 11]
DOSSIER
DE OPLOSSING Van Steenbergen ziet geen ultieme oplossing. ‘Er zijn altijd mensen die op een of andere manier de boot missen. In die zin is dit fenomeen tijdloos. Maar de aanpak moet beter. Zodra jongeren achttien zijn en er alleen voor komen te staan, moet je als gemeente iets aanbieden. Dat kan maatwerk zijn, waarbij je per jongere kijkt naar de behoefte. Een andere optie is een bredere aanpak, waarin zaken als inkomen, onderdak, ondersteuning, perspectief en een sociaal netwerk allemaal tegelijk aandacht krijgen. Neem het inkomen. Dat hebben jongeren vaak niet. Natuurlijk, er is een jongerenuitkering, maar die is slechts een fractie van de normale bijstandsuitkering. Daarvan kunnen ze niet rondkomen. En bovendien moeten ze die aanvragen ver voordat ze achttien worden, anders ontstaat er alsnog een gat. Het vangnet goed inrichten, dat is belangrijk.’ Daar voegt Van Steenbergen een dringend advies aan toe: ‘Als je iets doet, doe het dan voor de lange termijn. Deze jongeren hebben behoefte aan stabiliteit en zekerheid. En dat geef je ze niet met korte ondersteuning die een jaartje duurt en dan weer stopt.’
‘Werk aan een systeem waarop ze kunnen bouwen’ Van der Kolk pleit ook voor meer actie en samenwerking. ‘Er is ontzettend veel onderzoek gedaan naar deze doelgroep en hun omstandigheden. Genoeg om concreet mee aan de slag te gaan. Onze boodschap: stop met onderzoeken en ga lokaal met jongeren aan de slag. En, zou ik gemeenten willen meegeven, neem de mensenrechten als basis voor dat beleid.’
[12 12]] kkwwa van K Kan s fonds a rtr taalblad aalblad van a nsfond s
Voorkomen is beter dan genezen, daar zijn alle geïnterviewden het over eens. ‘Met een goede samenwerking tussen instellingen, overheid en maatschappelijke organisaties is meer maatwerk mogelijk’, zegt Naber. ‘Iedereen heeft daarin een eigen taak, en als alles goed op elkaar aansluit, is veel leed te voorkomen. Maar dan moet iedereen wel dezelfde visie delen. De overgang naar volwassenheid moet voor deze jongeren flexibeler worden benaderd. Uit recent internationaal onderzoek blijkt dat de ontwikkeling van de hersenen na het achttiende levensjaar nog tot het 27ste doorgaat. Dus zijn veel jongeren – met name de kwetsbare – vaak nog niet in staat om te plannen en structuur in hun leven aan te brengen.’ ‘Het is mede aan de overheid om kaders te scheppen om dat te kunnen leren. Beschermde huisvesting, inkomen, opleidingsmogelijkheden, werkervaringsplekken: dat moet allemaal geregeld worden. Ook het bedrijfsleven speelt daarin een belangrijke rol. Maar ook het werken aan een stevig netwerk, het aangaan van vertrouwensbanden, het ontwikkelen van levensvaardigheden en het ontdekken van talenten zijn van belang. Daar ligt een taak voor fondsen en projecten om passende activiteiten te stimuleren en ondersteunen. Ook de samenleving kan een grote rol spelen. Wat in elk geval niet helpt, is stigmatisering. Net zomin als moraliserend gedrag, daar heeft een jongere geen behoefte aan. Wel aan oprechte belangstelling, een luisterend oor en een persoonlijke benadering. We kunnen deze jongeren niet eeuwig beschermen, maar we hebben de verplichting om hun een goede kans te bieden op een stabiel bestaan.’ <<
Koningin Máxima bezoekt conferentie ‘Breng de basis op orde’ KANSFONDS EN STICHTING ZWERFJONGEREN NEDERLAND zetten zich al jaren in voor dak- en thuisloze jongeren in Nederland. Jongeren die, zonder de steun van ouders, te maken hebben met uitdagingen op het gebied van wonen, inkomen, onderwijs, werk, zorg, persoonlijke ontwikkeling en hun sociale netwerk. Omdat we met elkaar de problemen van zwerfjongeren willen aanpakken, organiseerden wij op 6 juni 2018 de conferentie ‘Breng de basis op orde’.
Koningin Máxima en staatssecretaris Paul Blokhuis van het ministerie van VWS waren aanwezig bij de conferentie en namen een manifest in ontvangst waarin aandacht wordt gevraagd voor een snelle aanpak van de problemen van dak- en thuisloze jongeren. Tijdens het congres stond de vraag centraal hoe we deze jongeren beter kunnen ondersteunen en problemen kunnen voorkomen. Meer weten over de conferentie of het manifest bekijken? Kijk dan op kansfonds.nl/conferentie-zwerfjongeren
kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 13]
DUBBELPORTRET
Stapvoets talent ontwikkelen ‘Ik weet zeker dat Boy een baan kan vinden’ ‘Boy is net achttien. Een moeilijke leeftijd, want de residentiële jeugdzorg stopt dan ineens. Dat is heftig, zeker voor een jongen die een groot deel van zijn jeugd in een gesloten instelling heeft gewoond. De vrijheid die hij kreeg, was teveel. Hij wist niet in welke richting hij zich moest ontwikkelen. Samen zijn we op zoek gegaan naar een plek waar hij kan wonen, én wordt begeleid. Als dat niet was gelukt, was hij op straat beland.’ ‘Ik wil Boy voorbereiden op de toekomst. Nu krijgt hij een uitkering, maar ik weet zeker dat hij een baan kan vinden. Hij moet nog wel veel leren. Onduidelijke of onverwachte situaties vindt Boy moeilijk. Hij weet niet hoe hij daar[ 14]
k wa r taalblad van Kan s fonds
mee om moet gaan en wordt vaak boos of agressief. Hier help ik hem mee. Bijvoorbeeld in een therapiesessie met de paarden, waarbij Boy een parcours uitzet en dat vervolgens met een paard doorloopt. Bij deze oefening leert hij plannen, vooruitdenken en omgaan met onvoorspelbare factoren. Want het paard werkt niet altijd mee. Zeker niet als Boy niet lekker in zijn vel zit. Dat voelen deze dieren direct aan. De eerste keren liep Boy boos weg als het paard niet meewerkte. Tegenwoordig gaat het beter: hij raakt minder snel in paniek en ontwikkelt zelfvertrouwen. Ook al gaat het langzaam, ik zie hem groeien.’ Peggy Duckers, projectleider Spirit of Youth
Spirit of Youth, focus op talentontwikkeling Spirit of Youth biedt jongeren uit de residentiële jeugdzorg een leer-werkplek op een paardenhouderij. Hier leren ze voor de paarden zorgen en krijgen ze de kans om hun talenten verder te ontwikkelen.
‘Ik kan hier veel leren’ ‘Het is onrustig in mijn hoofd. Maar als ik bij de paarden ben, gaat de stress weg. Dat was in het begin wel anders, toen durfde ik niet eens dichtbij te komen. Nu gaat het steeds beter. Met Peggy train ik ook vaak met een paard. Best wel lastig, want soms verzet ‘ie geen stap. Vooral als ik boos ben of zo. Van Peggy leer ik hoe ik rustiger word door bijvoorbeeld anders te ademen. Dat helpt ook in andere situaties. Vroeger kon ik weken boos zijn, nu duurt dat vaak maar een uurtje.’ ‘Twee keer per week help ik samen met de andere deelnemers op de paardenstoeterij. We verzorgen de paarden en helpen de boer met allerlei klus-
sen. Thuiszitten vind ik veel te saai! Ik zou wel graag willen werken, en heb laatst gesolliciteerd bij de dierentuin om groenverzorger te worden. Dierenverzorger had me ook leuk geleken, maar mijn concentratie is te slecht om daarvoor naar school te gaan. Gelukkig kan ik hier ook veel leren.’
Boy, 18 kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 15]
QUIZ
Wat weet u over zwerfjongeren in Nederland? Test uw kennis met de quiz. De antwoorden vindt u onder aan de pagina.
1
3
Op welke leeftijd stopt de jeugdzorg volgens de wet?
Hoe worden thuisloze jongeren die bij familieleden, vrienden of zelfs bij onbekenden slapen, ook wel genoemd?
2
A. 18 jaar B. 21 jaar C. 23 jaar
A. Bankhoppers
In 2016 maakte het CBS voor het laatst een inschatting van het aantal zwerfjongeren in Nederland. Hoeveel waren dat er? A. 600 B. 12.400
4
C. 30.000
B. Hangjongeren C. Shoppers
5 Hoeveel procent van de zwerfjongeren is vrouw?
6
A. 3%
Hoe oud is de grootste groep zwerfjongeren?
B. 39%
A. Tussen de 12 en 16 jaar
C. 51%
Hoeveel procent van de zwerfjongeren gebruikt alcohol en drugs?
B. Tussen de 16 en 18 jaar
A. 3-15%
C. Tussen de 18 en 23 jaar
7 Hoeveel procent van de zwerfjongeren heeft last van langdurige psychische problemen? A. 40% B. 60% C. 80%
8
C. 75-90%
Ruim de helft tot driekwart van de zwerfjongeren heeft schulden. Maar hoeveel gemiddeld? A. € 5.000 B. € 15.000 C. € 30.000
k wa r taalblad van Kan s fonds
Antwoorden: 1-A | 2-B | 3-A | 4-C | 5-B | 6-B | 7-A | 8-A
[ 16]
B. 35-60%
QUIZ
Toelichting bij de antwoorden op de quizvragen
1
6
Jongeren die opgroeien in de jeugdhulp, krijgen
Alcohol en drugs worden vaak gebruikt als zelfme-
tot hun 18e ondersteuning. Daarna staan ze er al-
dicatie en een manier van overleven. Bij 35-60%
leen voor. En dat terwijl ze vaak nog helemaal niet
van de zwerfjongeren is sprake van drugsmisbruik
goed voor zichzelf kunnen zorgen.
en/of drugsverslaving. Jongens gebruiken vaker
2
drugs dan meisjes.
Het CBS stelt jaarlijks het aantal daklozen in Ne-
7
derland vast. Iedereen in de leeftijdscategorie 18
De psychische problemen die het meeste voor-
tot 30 jaar wordt als jongere beschouwd.
komen, zijn ADHD, manisch depressief, borderline
3
en schizofrenie. Daarnaast zijn zwerfjongeren ook
De meeste zwerfjongeren slapen niet letterlijk op straat. Vaak ‘hoppen’ ze van het ene naar het andere
8
adres. Ze slapen bij familie, vrienden of zelfs vreem-
Het is voor zwerfjongeren moeilijk om werk te
den en missen een eigen, veilige plek. School af-
vinden. En dat terwijl ze wel financiële verplichtingen
maken of werk vinden wordt daardoor heel moeilijk.
krijgen als ze 18 worden. Zo moeten ze bijvoorbeeld
4
premie voor een zorgverzekering betalen. Dat zorgt
Zo’n 70% van de zwerfjongeren is tussen de 18
heeft een schuld, met een gemiddelde van € 5.000.
vaker depressief, of hebben ze agressieproblemen.
vaak voor schulden. Driekwart van de jongeren
en 23 jaar oud.
5 Zwerfjongeren zijn vaker jongens dan meisjes. In 2011 werd voor het laatst een schatting van de ver-
Bron: Factsheet zwer fjongeren Nederland,
houding gemaakt: 61% jongens, 39% meisjes.
Movisie / SZN oktober 2016 kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 17]
DUBBELPORTRET
Nieuwe toekomst, nieuwe familie ‘Af en toe slaan we een balletje’ ‘Time2Shine vroeg me drie jaar geleden om een jongere te begeleiden. Dat wilde ik wel. Niet veel later ontmoette ik Man in de bibliotheek van Haarlem. In het begin was ons contact wat onwennig – we wisten nog weinig van elkaars cultuur. Dan gaf ik Man boeken mee, die hij de week erop ongelezen teruggaf. Hij vond het onbeleefd om te zeggen dat hij er niks mee kon. Daar hebben we achteraf enorm om gelachen. In het begin regelde ik veel voor Man, inmiddels denk ik vooral mee over problemen. Bijvoorbeeld toen hij de onderwijsinspecteur op zijn dak kreeg. Man had nachtmerries, waardoor hij zich versliep. Sindsdien appt hij me na een slechte nacht, zodat ik hem kan afmelden op school. Ik ben erg blij dat [ 18]
k wa r taalblad van Kan s fonds
Man nu zo’n mooie plek in Amsterdam heeft. Niet alleen omdat hij nu een dak boven zijn hoofd heeft, maar ook omdat hij een eigen stek heeft waar hij vrienden kan uitnodigen. Die sociale contacten zijn zó belangrijk voor hem. Het favoriete gespreksonderwerp van Man en mij is voetbal. Dat blijft bij praten, omdat ik niet kan voetballen. Sinds ik Man heb geïntroduceerd bij de golfclub, slaan we af en toe samen een balletje. Dan kun je wel zien dat we het mentorschap zijn ontgroeid – we zijn eerder vrienden.’
Jan Willem van Hal, mentor bij Time2Shine
Over Time2Shine: focus op sociaal netwerk Zwerfjongeren uit Haarlem krijgen van Stichting Bedrijf & Samenleving op allerlei gebieden ondersteuning. Het project Time2Shine koppelt hen aan een mentor uit het bedrijfsleven. Samen kunnen ze gericht aan een nieuwe toekomst werken.
‘Jan Willem is meer dan een mentor’ ‘Ik ben geboren in Somalië, maar heb bijna mijn hele leven in Saoedi-Arabië gewoond. De leefomstandigheden waren zwaar en mijn ouders besloten om naar familie in Londen te gaan. Mijn vader en ik gingen vooruit, maar Londen hebben we nooit gehaald. Mijn vader is onderweg wat overkomen en ik strandde in mijn eentje in Haarlem. De eerste periode in Nederland vond ik erg moeilijk. Ik kende niemand en wist niks van de regels, het systeem en de taal. Een paar jaar ging ik van asielzoekerscentrum naar asielzoekerscentrum, totdat ik bij een Soedanees gezin werd ondergebracht. Maar daar vertrok ik na een paar maanden, omdat ik me er niet thuis voelde. Toen had ik helemaal geen dak meer boven mijn hoofd. Gelukkig is de Somalische gemeenschap
in Nederland hecht en was er altijd een bank om op te slapen. Jan Willem ontmoette ik in 2016. Sindsdien is hij mijn steun en toeverlaat. Hij denkt mee als ik problemen heb, legt me de Nederlandse cultuur uit en we hebben veel lol samen. We appen en bellen bijna dagelijks. Sinds kort heb ik dan eindelijk mijn eigen plekje in het centrum van Amsterdam. Ook dan is Jan Willem er om samen meubels in elkaar te zetten. Hij is zoveel meer dan een mentor – hij is de enige in Nederland die ik door en door vertrouw. Hij is familie.’
Abdirahman Ali Hassan (18) kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 19]
COLUMN
De levensles van Martin Op mijn veertiende ging ik uit huis. Niet omdat het thuis niet fijn was, integendeel zelfs. Maar ik wilde mijn grote droom achterna: concertpianiste worden. Omdat het conser vatorium in Den Haag zat en mijn ouders in Harderwijk woonden, kwam ik in een gastgezin terecht. In het gastgezin zat ik niet op mijn plek, maar ik kon tijdelijk ergens anders wonen ter overbrugging. Daar ging het mis. De man misbruikte me. Midden in de nacht heb ik mijn spullen gepakt en ben ik weggegaan. Terug naar Harderwijk durfde ik niet, ik vreesde dat mijn ouders het verdriet niet aankonden. En zo belandde ik op straat. Veertien jaar oud. Vaak sliep ik stiekem in het conservatorium. Als dat niet lukte, zwierf ik nachtenlang door de stad. Een van die eerste weken op straat overkwam me iets bijzonders. Er kwam een zwerver naar me toe. Martin heette hij. Hij vroeg om geld. Ik had zelf al dagen nauwelijks geslapen of gegeten, dus hij irriteerde me. Ik snauwde dat hij moest oprotten, aangezien ik zelf niet eens geld had voor eten. Hij keek me geschrokken aan en zei: ‘Wacht hier!’ Na een paar uur kwam hij terug, zijn zakken vol muntjes. Speciaal voor mij bij elkaar gebedeld, zodat ik kon eten. Ik was sprakeloos, diep geraakt. Met dat gebaar gaf hij me alles. Een volle maag, maar ook het gevoel dat iemand naar me omkeek. Terwijl hij nota bene zelf helemaal niets had. Dat magische moment zette voor mij het leven in een nieuw perspectief. Juist de mensen van wie je het minst verwacht, kunnen je het mooiste geven. Namelijk: ik ben er voor je. Die levensles heeft mijn hart geopend, vooral voor de mensen naar wie niemand omkijkt. Zo’n vier maanden lang leefde ik op straat. Mijn droom om concertpianiste te worden, hield me op de been. En nuchter, want omdat ik voortdurend moest studeren, bleef ik van de drank en drugs af. De piano en mijn ijzeren discipline hebben me gered.
[ 20]
k wa r taalblad van Kan s fonds
Iris Hond (1987) is concertpianiste. Naast gewone concerten speelt ze ook in opvanghuizen, gevangenissen en ziekenhuizen voor mensen die haar aandacht en muziek extra hard nodig hebben.
Jarenlang heb ik mijn verhaal geheimgehouden voor mijn ouders, maar ik voelde dat ik ze daarmee de kans ontnam om mij écht te kennen. Daarom heb ik het ze een aantal jaar geleden verteld. Ze waren geschokt, maar gek genoeg hadden ze altijd al het gevoel dat er iets aan de hand was. Mijn vader zei zelfs dat ik er wel mooi piano door had leren spelen. En hij heeft gelijk ook. Het was zeker niet de leukste tijd uit mijn leven, maar ik ben ervan overtuigd dat ik nu meer emotie in mijn muziek kan leggen, dat ik beter weet hoe ik mensen kan bereiken. En die levensles van Martin ben ik nooit vergeten. Daarom speel ik naast mijn gewone concerten ook voor mensen die mijn muziek hard nodig hebben. Daklozen, verslaafden, gedetineerden. Als ik voor ze speel, geef ik ze alles wat ik in me heb. Net zoals Martin me ooit alles gaf wat hij had.
mede [delingen] [kijken]
‘Iedereen gaat hier weg en ik nooit’
Wat doet het met je als je niet thuis kunt wonen, en noodgedwongen in kindertehuizen opgroeit? Als je jaar in, jaar uit wacht op een plekje in een liefdevol pleeggezin? De documentaire ‘Alicia’ laat dat op indringende wijze zien. De kijker volgt de dertienjarige Alicia, die sinds haar vijfde in kindertehuizen woont en moet toezien hoe andere kinderen wel een thuis vinden, terwijl zij al zo lang wacht. www.npo.nl/2doc/22-11-2017/VPWON_1198538
[doen]
Een maatje maakt het verschil
Iemand die helpt met schoolopdrachten, werk of gewoon iemand om iets leuks mee te doen. Voor kwetsbare jongeren is het fijn een maatje te hebben. Iemand waarmee ze kunnen sparren over de gewone, dagelijkse dingen. In Nederland zijn verschillende initiatieven die jongeren aan een maatje koppelen. Wilt u vrijwilliger worden? Kansfonds heeft veel projecten die zich op deze doelgroep richten, en waar altijd extra hulp nodig is.. Kijk voor inspiratie eens op kansfonds.nl/kansen.
[lezen]
Pappie's kleine meid slaapt op straat
In het boek ‘Pappie’s kleine meid slaapt op straat’ vertelt auteur Stephanie-Joy Eerhart haar schokkende levensverhaal. Nadat ze op haar veertiende uit huis werd geplaatst, ging ze van woongroep naar opvanghuis en van instelling naar welzijnscentrum. Daarna belandde ze op straat, waar ze verslaafd raakte aan marihuana en cocaïne. Ze zwierf vijf jaar lang over straat, zonder dat haar ouders het wisten. Uiteindelijk lukt het haar om vrijwel op eigen kracht te ontsnappen aan haar dakloze bestaan. Een aangrijpend en ontroerend verhaal. Stephanie-Joy Eerhart | Just Publishers | ISBN 9789089751478 | Paperback 16,95
[kopen]
Slaap onder een kartonnen doos
Al eens onder een kartonnen doos geslapen? Waarschijnlijk niet. Met dit bijzonder vormgegeven dekbed komt het toch behoorlijk dichtbij. Geen zorgen: het beddengoed is gemaakt van zacht katoen. Door te kiezen voor dit dekbed ‘Le Clochard’ van Snurk helpt u jongeren van de straat. De opbrengsten gaan namelijk naar Stichting Zwerfjongeren Nederland. Hiermee ondersteunt de stichting woonprojecten in heel het land. Kijk voor de afmetingen en prijzen op snurkbeddengoed.nl.
kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 21]
Welke projecten steunt Kansfonds?
Het aantal zwerfjongeren neemt de afgelopen jaren langzaam toe. Daar willen we als fonds iets aan doen. Daarom zetten we samen met Stichting Zwerfjongeren Nederland de aandacht voor zwerfjongeren in een versnelling. We financieren circa 23 projecten gespreid over drie jaar. De projecten bouwen voort op een bewezen methodiek. Of ze zijn juist vernieuwend. Kansfonds is met experts en de jongeren zelf op zoek gegaan naar wat écht een doorbraak kan geven in de zwerfjongerenproblematiek. Wat blijkt? Praktische problemen oplossen is natuurlijk belangrijk. Maar nog belangrijker is om de onderliggende problematiek aan te pakken. Zoals je talenten ontdekken, nieuwe levensvaardigheden aanleren en iemand hebben die er voor je is. Kortom: geloof in eigen kunnen krijgen. M
Maatje
E
Ervaringsdeskundige
T
Talentontwikkeling
project
1 ExpEx, Den Haag Een groep zwerfjongeren krijgt een talentenscan en basistraining ‘Werken met eigen ervaring’. Zij kunnen zich daarna als maatje inzetten voor andere zwerfjongeren. M E T
project
2 Samen verder, Rotterdam Stichting Timon koppelt zwerfjongeren aan een supportgezin. Daar ervaren de jongeren hoe het ook kan gaan binnen een gezin, en leren ze op eigen benen te staan. M L
project
project
3 Biografie in Beeld, Rotterdam Wat kan ik? Waar ben ik goed in? Biografie in Beeld gaat met jongeren op zoek naar het antwoord. Ze filmen hun eigen biografie en krijgen perspectief op de toekomst. E T
L
Levensvaardigheden
5 Jongeren in de knel, Leiden Stichting de Binnenvest vangt jongeren met complexe problemen op. In een bootcamp wordt nagegaan wat jongeren nodig hebben om hun leven vorm te geven. M L 6 Time2Shine, Haarlem e.o. Zwerfjongeren uit Haarlem worden begeleid op het gebied van wonen en werken. Samen met een mentor uit het bedrijfsleven gaan ze aan de slag met hun nieuwe toekomst. M T (Lees meer over dit project op pagina 18)
project
4 Zelfredzaamheidsgids, Rotterdam e.o. Met een survivaltraining ontwikkelen jongeren zich op mentaal, fysiek en moreel vlak. Zo leren ze leidinggeven aan zichzelf. Uiteindelijk ontwikkelen ze zich tot buddy van lotgenoten. M E T project
[ 22]
k wa r taalblad van Kan s fonds
7 Er varingshuis, Utrecht In het Ervaringshuis kunnen zwerfjongeren in alle rust aan hun nieuwe toekomst werken. Daarbij krijgen ze hulp van hun vaste huisgenoot: een ex-zwerfjongere, die opgeleid is tot coach. T L project
(Lees meer over dit project op pagina 4 en 5)
8 Talenten van zwerfjongeren in beeld, Utrecht In vijftien weken tijd ontdekken zwerfjongeren hun talenten met allerlei creatieve workshops. Van rap tot fotografie, dans en video. Inclusief maatje én creatieve stageplaats na afloop van het project. T project
9 Deskundig door er varing, Utrecht Zwerfjongeren worden getraind als ervaringsdeskundige om andere zwerfjongeren te begeleiden naar zelfstandigheid. E L
project
10 Focus, Amsterdam Focus is een maatjesproject gecombineerd met reguliere hulpverlening. Zowel professionals als vrijwilligers worden ingezet voor hulp. project
M
11 Moving Forward Sara, Amsterdam Bijna 40% van de zwerfjongeren is vrouw. Een deel van hen is zwanger, of al moeder. De coaching, trainingen en groepsbijeenkomsten van Moving Forward Sara geven hun zelfvertrouwen een boost. project
M
T
L
12 De Kandidatenmarkt, Amsterdam Netwerken. Talentontwikkeling. Hulp bij schulden. En een baan vinden. Dak- en thuisloze jongeren krijgen bij de Kandidatenmarkt hulp bij al die aspecten. Ze worden naar werk, werkervaringsplekken, stageplekken of een opleiding begeleid. T L project
13 100% Talentontwikkeling, Almere Leven in plaats van overleven: dat is de filosofie achter de werkwijze van 100% Talentontwikkeling. Deze aanpak richt zich op het ontwikkelen van talent in plaats van ondersteuning bij problemen. T L project
14 Maatjesproject, Lelystad Dit project haalt zwerfjongeren uit hun negatieve spiraal. Eerst door ze actief te benaderen en te begeleiden naar een rustiger vaarwater. Daarna gaan de jongeren met een maatje op zoek naar onderwijs, een woning of vrijwilligerswerk. M T
project
15 ExpEx, Arnhem Jongeren die zelf in de jeugdzorg hebben gezeten, weten als geen ander hoe het is om na je achttiende opeens op eigen benen te moeten staan. Dit project in Arnhem leidt deze jongeren op tot coaches. Zo kunnen ze jongeren die nu voor dezelfde uitdaging staan, helpen. project
M
E
T
16 Power2Us, Breda en Bergen op Zoom Dit project helpt zwerfjongeren volgens een Afrikaanse methode. Het achterliggende idee: door elkaar te helpen, kom je verder. Daarom werken de jongeren in groepsverband aan hun psychische, sociale en economische veerkracht. T L project
17 Er varingsdeskundigheid en Talentenexpeditie, Eindhoven Als zwerfjongeren achttien worden, stopt hun begeleiding en moeten ze op zoek naar een goede dagbesteding. In Eindhoven krijgen ze een opleiding tot ervaringsmaatje én kunnen ze cursussen doen om te ontdekken waar ze goed in zijn. E T
project
18 In2YourPlace, Heerlen Jongeren die buiten de maatschappij vallen, helpen elkaar tijdens wekelijkse groepsgesprekken. Ze luisteren, vertellen en geven advies. De gelijkwaardigheid zorgt voor een veilige omgeving. T L project
(Lees meer over dit project op pagina 6-7)
19 Spirit of Youth, Maastricht Jongeren – vaak afkomstig uit een gesloten instelling – kunnen terecht bij Spirit of Youth: een leer-werkplaats bij een paardenhouderij. Hier krijgen ze de kans om hun kwaliteiten te ontdekken en zelfvertrouwen te ontwikkelen. project
M
T
(Lees meer over dit project op pagina 14-15)
20 We have a dream, Enschede Een maatje om goede gesprekken mee te hebben, en een plek om andere zwerfjongeren te ontmoeten en workshops te doen. Zo verbetert Humanitas Onder Dak de zelfredzaamheid en de kwaliteit van leven van zwerfjongeren. M L project
21 Mate for me, Zwolle Mate for me koppelt zwerfjongeren aan een maatje, zodat ze iemand hebben om mee te praten, sporten of gewoon om koffie mee te drinken. Meedoen aan een groepsactiviteit kan ook. M project
22 Back to Basic, Groningen Zwerfjongeren missen vaak praktische levensvaardigheden, zelfvertrouwen en zingeving. Via lesmodules leren ze de basis die ze in hun opvoeding hebben gemist. Zodat ze zich op de toekomst kunnen richten. L project
23 Fit your talent, Groningen Fit your talent biedt (sportieve) arbeidsplekken, een gezonde leefstijl en coaching aan dak- en thuisloze jongeren, zodat ze aansluiting kunnen vinden bij de samenleving. T L project
Meer informatie? Kijk op kansfonds.nl/zwerfjongeren
kwa r t a a l bl a d va n K a n s fo n d s
[ 23]
Op de hoogte blijven van al het nieuws over de projecten van Kansfonds? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief! Kijk op kansfonds.nl/inschrijven-nieuwsbrief
HOE GEVEN WE ZWERFJONGEREN HUN TOEKOMST TERUG?
60 jaar
mede [-] special zwerfjongeren