Mede #21 zomer 2019

Page 1

KOFFIE EN AANDACHT BIJ DE KOFFIEBUS COLUMN ESTHER VERGEER: ‘DAT EERSTE COMPLIMENT WAS EEN EYEOPENER’ 4 JAAR LATER DE VLUCHTELINGENPIEK

mede [-] zomer 2019

kwartaalblad van Kansfonds [1]


mede [-] z o m e r

Inhoud

2 0 1 9

STABIELE BASIS

[dossier] 3 In 2015 kwam in Europa een enorme vluchte-

Een plek waar je je welkom weet. Waar je met je zorgen naartoe kunt. Waar je bekende gezichten ziet, en nieuwe gezichten je blik niet ontwijken. Iedereen heeft zo’n ontmoetingsplek nodig. De meeste mensen vinden die in gezins- of familieverband, of bij vrienden. Maar niet iedereen heeft het geluk van zo’n stabiele basis. Onze samenleving lijkt steeds minder ontmoetingsplekken te hebben. Wijkcentra verdwijnen of hebben het moeilijk, kerken worden door steeds minder mensen bezocht. Gelukkig zien we bij Kansfonds dat voor die traditionele ontmoetingsplekken nieuwe in de plaats komen. De Koffiebus in de Amersfoortse wijk Randenbroek-Schuilenburg is er één van. Voor de bus staan loopfietsje en rollator gebroederlijk naast elkaar. Op pagina 19 leest u wat De Koffiebus voor buurtbewoner Frans betekent. Vluchtelinge Salar uit Iran vond bij BOOST in Amsterdam een tweede thuis. Ze volgde er taalles, maakte er vrienden en doet er nog altijd vrijwilligerswerk. Salars verhaal leest u terug in het artikel over vluchtelingen dat start op pagina 3. Kerk, wijkcentrum of bus. Het maakt niet uit waar je elkaar ontmoet; zolang er maar mensen zijn die het onderkomen tot ontmoetingsplek máken. Het doet me goed dat veel mensen die handschoen blijven oppakken. De impact van de ontmoetingsplekken die wij financieel steunen, blijven we met u delen via Mede. In woord en in beeld. Wat dat laatste betreft: neemt u vooral ook even een kijkje op pagina 10 en 11. Daar vindt u het beeldverhaal over de Sociale Moestuin Sliedrecht. Deze ontmoetingsplek is een feest voor het oog én de maag.

lingenstroom op gang. Vier jaar later blikken een hoogleraar, burgerinitiatief BOOST en een vluchteling terug: hoe heeft Nederland het gedaan? [dossier] 12 Hulp bij schulden, een fiets repareren of een

schutting plaatsen. Stichting ANDERS koppelt lokale hulpvragen aan lokale ondernemers. En de ontvangers van de hulp geven de goede daad weer door. [en verder] 8 Wij geven 9 De vrijwilliger: Stichting Kies! 10 Fotoreportage: Sociale Moestuin 16 17 18 19

Sliedrecht Column Esther Vergeer Kans Mededelingen Koffie en aandacht voor bewoners van de Amersfoortse wijk Randenbroek-Schuilenburg

Volg ons op:

Tekst en concept Schrijf-Schrijf, Utrecht

Henriëtte Hulsenbosch, directeur Kansfonds

Basisontwerp Abel Derks Zetwerk en lay-out Ontwerpstudio Spanjaard Fotografie Martijn van de Griendt en Timon Jacob Illustratie en infographic Luumen creatives Drukwerk Altijddrukwerk

m ed e | zes d e j aargang | nu m m e r 2 1 | zo m e r 2 0 1 9 mede is het kwartaalblad van Kansfonds. Kansfonds werkt aan een samenleving waarin mensen omzien naar elkaar, zodat kwetsbare mensen niet buitengesloten raken. Jaarlijks steunt het fonds zo'n 500 projecten van betrokken mensen die zich daarvoor inzetten. Het werk van Kansfonds wordt mede mogelijk gemaakt door de bijdragen van particulieren, organisaties, de Nederlandse Loterij en de Nationale Postcode Loterij. Gratis abonnee van mede worden? Of wilt u zich juist uitschrijven? Stuur een e-mail met uw naam en adres naar mede@kansfonds.nl.


DOSSIER

Vier jaar na de migratiepiek

Wat hebben we bereikt?

In 2015 trokken honderden migranten per dag naar Europa. Ook in Nederland klopten ze aan. In dit dossier blikken we terug. Hoe deed Nederland het? Wat zijn de lessen? En: hoe zijn de vluchtelingen eruit gekomen? kwartaalblad van Kansfonds [3]


DOSSIER

In 2015 komen dagelijks honderden migranten aan in Europa. Uit Afghanistan, Irak, Eritrea, maar vooral uit Syrië. ‘Wir schaffen das’, roept de Duitse bondskanselier Angela Merkel eind augustus 2015 over de opvang van de toegenomen vluchtelingenstroom. Ook in Nederland neemt het aantal vluchtelingen sterk toe. In 2015 komen er bijna 57.000 vluchtelingen naar ons land, een verdubbeling ten opzichte van 2014. Sporthallen worden met hulp van duizenden vrijwilligers verbouwd tot tijdelijke opvangplekken, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) opent nieuwe opvangcentra. Diverse daarvan herbergen meer dan duizend vluchtelingen. Het thema beheerst maandenlang het nieuws. Nederland is verdeeld, ook politiek Den Haag. Sommige partijen zeggen net als Merkel dat Nederland de vluchtelingenstroom aankan, andere schreeuwen dat de grenzen dicht moeten. Vier jaar later kijken we terug: hoe heeft Nederland het gedaan? Wat hebben we geleerd? Hoe zijn de vluchtelingen er zelf uitgekomen? Bespiegelingen van een hoogleraar, burgerinitiatief BOOST en een vluchteling.

Jaco:

‘Door de vluchtelingenstroom in 2015 zijn het opvang- en integratiebeleid van vluchtelingen in Nederland meer bij elkaar gekomen. Voor 2015 regelden we alleen opvang: op taalles en inburgering heerste min of meer een taboe. Waarom zou je geld spenderen aan mensen die toch weer weggaan? Dat argument verdween resoluut in 2015. Het was immers duidelijk dat veel vluchtelingen uit Syrië en Eritrea in Nederland zouden blijven, de situatie in hun thuisland was te slecht. Daarnaast wisten we uit eerdere ervaringen dat de lange wachttijd in asielcentra desastreus is voor de psychische gezondheid en dat een moeizame start niet snel ingelopen wordt.

‘Er wordt nu eerder met taalles en inburgering begonnen’

[4] kwartaalblad van Kansfonds

Veel gemeenten gingen dan ook over tot een zogenoemde waardevolle wachttijd, waarbij tijdens de opvang al aandacht is voor taal, opleiding en werk. De pragmatische aanpak won van de ideologische discussie of je moet investeren in vluchtelingen zonder status.’ Schoolbanken ‘De verandering in aanpak zien we ook terug in het nieuwe inburgeringsbeleid dat in 2021 ingaat. Gemeenten krijgen de regie en meer mogelijkheden om in te spelen op behoeften van specifieke doelgroepen. De volgorde was: eerst taal, dan opleiding, dan werk. Bij jongeren werkt dat vaak prima. Voor anderen is een combinatie van werk en taal beter. Eritreeërs bijvoorbeeld willen liever werken dan in de schoolbanken. Ook is er meer aandacht voor de niveauverschillen tussen taalscholen en de integratie van vrouwen. Of de veranderingen succesvol zijn, zal de tijd leren. Uit eigen onderzoek van Erasmus Universiteit begin 2018 weten we dat Syriërs die in 2014 en 2015 een status in Nederland kregen, zich hier veilig en thuis voelen. Maar 90 procent zit in de bijstand, laat staan dat ze werk op hun eigen niveau hebben. Dit jaar is de arbeidsparti-


DOSSIER

cipatie wel gestegen, maar integratie vergt een lange adem. Daarbij spelen ook gezondheidsklachten een rol. Zeker Syriërs zijn hier onder erbarmelijke omstandigheden terechtgekomen. Velen hebben specialistische psychische hulp nodig, maar vaak ontbreekt het nog aan kennis over vluchttrauma’s.’ Kleinere locaties ‘Nederland heeft zeker geleerd van de enorme vluchtelingenstroom in 2015, veel is positief veranderd. Van 2015 weten we ook dat we grote groepen kunnen opvangen. In een aantal gemeenten was er eerst weerstand tegen een asielzoekerscentrum, maar interessant was dat inwoners het ook jammer vonden dat ze sloten, toen de hausse voorbij was. De overlast viel mee, en de invloed op de economie was gunstig: meer inwoners, meer kinderen. Het zou goed zijn om een opvangbuffer te hebben voor een eventuele toekomstige grote vluchtelingenstroom. Kleinere locaties die nu op een andere manier nuttig gebruikt kunnen worden en snel beschikbaar zijn als het nodig is. Maar dat is lastig te realiseren.’ Jaco Dagevos, bijzonder hoogleraar integratie en migratie aan de Erasmus Universiteit

Anneke Plukaard, projectleider ExpEx kwartaalblad van Kansfonds [5]


DOSSIER

Ramon: ‘In de zomer van 2015 was ik actief in de buurtontwikkeling, samen met vele anderen in Amsterdam. De vluchtelingenstroom was volop in het nieuws. Het sentiment was negatief en de overheid benaderde het vraagstuk top-down met grote opvangkampen. We besloten in actie te komen; als je wilt dat mensen op de vlucht goed opgevangen worden en kunnen meedoen in de maatschappij, dan moet je dat niet aan de overheid alleen overlaten. Bovendien wilden we een alternatief bieden voor de grootschalige centra. We peilden het draagvlak onder buurtbewoners en dat bleek groot. Ook de gemeente werkte mee. We konden een opvanglocatie voor dertig vluchtelingen regelen. De buurt bracht eten, kwam kennismaken, sommigen namen een vluchteling mee naar hun sportclub of een evenement. Hartverwarmend. We werden een ontmoetingsplaats voor vluchtelingen en Amsterdammers, precies wat we wilden. Zo is BOOST ontstaan.’

‘We werden een ontmoetingsplaats voor vluchtelingen en Amsterdammers’ ‘Bijna vier jaar verder zijn we twee keer verhuisd en gonst het van de activiteiten bij BOOST. We geven taalles, computerles, naailes, fietsles. Er is een taalcafé, we sporten, dansen, koken en eten samen. En doen nog tal van andere activiteiten. Vijf dagen per week realiseren we met 150 vrijwilligers een continu [6] kwartaalblad van Kansfonds

programma. Het aanbod is groot, vluchtelingen kiezen zelf waaraan ze meedoen, in hun eigen tempo. We nemen de tijd voor elkaars verhalen, maar vragen niet expliciet naar iemands vluchtachtergrond. Vaak gaat het over het nu en de toekomst. Het concept werkt. Belangrijk is dat we alles onder één dak doen. Mensen ontmoeten elkaar, praten met elkaar, leren elkaar kennen.’ Tweede thuis ‘We merken dat vluchtelingen die dagelijks Nederlanders ontmoeten, een voorsprong hebben op mensen die de hele dag in een asielzoekerscentrum vertoeven of thuiszitten. Ze leren sneller de taal, bouwen een netwerk op, vinden makkelijker hun weg. Zo stellen de 150 vrijwilligers hun netwerk open voor de vluchtelingen. Dat levert nieuwe contacten, nieuwe kansen op. We zijn dus tegelijk een vangnet én een springplank naar de maatschappij. Vluchtelingen noemen BOOST een tweede thuis; ze blijven terugkomen, ook als ze werk hebben. Om mensen te ontmoeten, als vrijwilliger. De toeloop wordt steeds groter, de diversiteit aan vluchtelingen neemt toe. Ze leren van de Nederlanders, maar ook over elkaars cultuur. Dat is een verrijking. En veel Amsterdammers zien het contact met de buitenlanders ook als een verrijking. We hebben dan ook nooit een tekort aan vrijwilligers. De uitdaging zit in het geld; we moeten ieder jaar opnieuw knokken om alles gefinancierd te krijgen. Dat vind ik wel teleurstellend. Iedereen kan zien hoe groot de impact is. Je gunt iedere gemeente een BOOST, zeggen mensen weleens. Ze hebben gelijk.’ Ramon Schleijpen, coördinator BOOST


DOSSIER

‘Het is bijzonder dat je hier alles kunt zeggen’ Salar: ‘Ik kom uit Iran. Ik werkte in een testlaboratorium voor asfalt en beton. Ook was ik freelance journalist voor een online platform van BBC Persian. Samenwerken met westerse media is in Iran genoeg reden om opgepakt te worden. Dat gebeurde, ik zat ruim twee jaar in de gevangenis. Nadat ik vrijkwam, ben ik gevlucht. Ik heb zestien maanden in Turkije gewoond, maar ik wilde naar Duitsland. Tot een vriend tegen me zei: je kunt beter naar Nederland gaan, daar werkt de aanmeldprocedure sneller. Ik wist helemaal niets over Nederland. Toch ben ik gegaan. In augustus 2015 kwam ik aan in het asielzoekerscentrum in Ter Apel.’ Verblijfsvergunning ‘Ik voelde me direct welkom, alhoewel ik niemand kende en de taal niet sprak. De mensen waren vriendelijk en behulpzaam. En wat me rust gaf: ik zat in een procedure. Ik wist dat het even kon duren, maar er ging wel iets gebeuren. Binnen zes maanden kreeg ik een verblijfsvergunning voor vijf jaar. Ik kan je verzekeren: het was een van de mooiste dagen van mijn leven! Ik had al jaren geen paspoort meer namelijk.

gerswerk is zo belangrijk: voor de taal, voor je netwerk. Je bent zinvol bezig en je hoort ergens bij.’ Blijven ‘Ik heb ook cursussen gevolgd in programmeren en marketing. Sinds een paar maanden heb ik betaald werk, dat is zó fijn. Drie dagen per week werk ik bij de backoffice van de Refugee Talent Hub. Dat is een organisatie die vluchtelingen aan betaalde banen helpt. Ik verzorg onder meer de promotie op sociale media. In de toekomst wil ik me verder ontwikkelen in marketing. En nog beter Nederlands leren, want ik wil hier heel graag blijven. Ik heb het goed naar mijn zin. Ik werk, heb vrienden, een goed sociaal leven. In Iran zat ik zeven dagen per week in een laboratorium, hier ben ik vooral onder de mensen. Dat vind ik als mensenmens heerlijk. Nederland is een heel fijn land om te wonen. Wat ik bijzonder vind, is dat je alles kunt zeggen zonder dat mensen boos worden. Ik kan mezelf zijn. Ja, ik begin me al een beetje Nederlander te voelen.’ Salar Ashari (37)

Ik verhuisde van Ter Apel naar opvangcentra in Budel en Luttelgeest. Na een jaar kreeg ik een woning in Amsterdam toegewezen. Ik was al met de Nederlandse taal bezig, maar ik wilde meer: vrienden maken, de cultuur en geschiedenis leren kennen. Via Facebook vond ik BOOST. Hier heb ik taalles gehad, vrienden gemaakt en ik doe er nog altijd vrijwilligerswerk, onder meer als fotograaf. Ik heb ook als vrijwilliger in een bioscoop gewerkt. Vrijwilli-

kwartaalblad van Kansfonds [7]


Wij geven Onze steun aan kansrijke projecten voor kwetsbare mensen is alleen mogelijk dankzij hulp van medestanders. Mensen die tijd, ideeën of geld geven om de wereld mooier te maken. Waarom geven zij aan Kansfonds? Deze keer: Hans Krabbendam, historicus en directeur van het Katholiek Documentatie Centrum aan de Radboud Universiteit. Hij deed onlangs zijn eerste gift aan Kansfonds.

‘Van huis uit kreeg ik mee: kijk altijd goed om je heen of een ander hulp nodig heeft. Jij bent gezegend met een goede gezondheid en energie, daarmee kun je anderen helpen die het minder makkelijk hebben. Sommige mensen hebben nou eenmaal veel meer problemen te verstouwen.’ ‘Het geeft een goed gevoel om anderen te helpen, en je kunt het leven van mensen een stuk draaglijker maken. Dat kan in de kleinste dingen zitten. Zo was ik deze week mijn tuin aan het betegelen toen mijn buurman uit zichzelf zijn kruiwagen aanbood. Dat vond ik een mooi gebaar.’ ‘Mooi vind ik ook hoe respectvol Kansfonds kijkt naar degenen die hulp ontvangen. Niet als slachtoffers, maar als volwaardige mensen die een steuntje in de rug nodig hebben.’

Ook donateur van Kansfonds worden? Kijk op www.kansfonds.nl/geven.

[8] kwartaalblad van Kansfonds

‘De projecten die Kansfonds steunt, zijn bepaald geen eendagsvliegen. Ze krijgen de tijd om te wortelen en te groeien. Dit is de hulp die ik voor ogen heb: met mijn gift werkelijk bijdragen aan een structurele oplossing.’


DE VRIJWILLIGER

NAAM: Alma Vissers PROJECT: Kies! Sociale supermarkt van STEK en Voedselbank Haaglanden SINDS: 2018

BIJDRAGEN ‘In het streekblaadje las ik over Kies!, de omgebouwde SRV-wagen waar klanten van de Voedselbank zelf hun boodschappen mogen kiezen. Ik wilde graag een bijdrage leveren, dus meldde ik me aan als coach. De bus staat elke week op drie locaties in de wijk Escamp in Den Haag. Pal naast een kerk of buurtcentrum, waar bezoekers terechtkunnen voor een kopje koffie, kom soep en een praatje met een van de vrijwilligers van Kies! Als vrijwilliger ontmoet ik een verscheidenheid aan mensen: eenzame buurtbewoners, gescheiden mensen, moeders met jonge kinderen, vluchtelingen, mensen met psychische of financiële problemen.’ CONTROLE ‘“Ik schaam me kapot dat ik hier aan moet kloppen”, hoor ik vaak van mensen die voor het eerst naar de bus komen. Ik stel hen uitgebreid op hun gemak, zodat ze wél over hun leven en problemen durven te praten. Dan hoor ik vaak hoe gevangen bezoekers zich voelen in het systeem, dat ze geen controle meer hebben over hun leven. Daarom mogen ze bij Kies! hun eigen boodschappen kiezen. Zo ervaren ze: niet álles wordt voor me bepaald. Tijdens onze gesprekken probeer ik mensen perspectief te geven. Dit is je leven nu, maar kijk eens twee of drie jaar vooruit. En hoe kun je daarnaartoe werken?’ GROEI ‘Mooi vind ik het als mensen door onze gesprekken beslissingen durven nemen. De vrouw die zich na een dominante relatie heel eenzaam voelde, maar ineens trots kwam vertellen dat ze een afspraak met een psycholoog had gemaakt. Of de jonge vrouw van 27 met psychische problemen – ex-verslaafd en dakloos – die verder komt door de ervaringsdeskundige aan wie ik haar koppelde. Nu woont ze nog begeleid, binnenkort mag ze op zichzelf gaan wonen – hij helpt haar met de voorbereidingen. Dat hij wat voor haar kan betekenen, maakt dat ook hij weer groeit.’

‘Dit is je leven nu, maar kijk eens twee of drie jaar vooruit’ kwartaalblad van Kansfonds [9]


WAT: Sociale Moestuin WAAR: Sliedrecht

LAARZEN AAN, EN HUP, DE TUIN IN De fruitbomen staan in bloei, in de kas bungelen paprika’s en tomaten, en de kruidentuin ruik je al van ver. De Sociale Moestuin Sliedrecht staat er prachtig bij. Dat gaat niet vanzelf, maar is het resultaat van noeste arbeid van mensen uit het hele dorp. Scholieren, buurtbewoners, vrijwilligers, statushouders, mensen met een beperking, in een sociaal isolement óf gewoon met jeukende groene vingers; voor iedereen is iets te doen en te leren. Deze morgen opent begeleider Caroline de moestuin. Een handvol tuiniers staat al klaar voor de poort. Wat gaan ze doen? ‘Vandaag zetten we de zaaibedden uit’, vertelt vrijwilliger Thijs. ‘Aanpoten dus!’ De bedden zijn bedoeld voor ecologische wisselteelt van doperwtjes, komkommers, pompoenen – noem maar op. Laarzen aan, schep[10] kwartaalblad van Kansfonds

pen en schoffels mee en hup, de tuin in. Om tien uur serveert deelneemster Mariëtta koffie en thee in het moestuinhuis. Of – als de zon schijnt – lekker op het terras, met uitzicht op het insectenhotel. ’s Middags komt een lunch op tafel, voor bewoners die zich geen uitjes kunnen veroorloven. Gratis dus, én gezond én gezellig. Fijne plek, die Sociale Moestuin Sliedrecht.

[ kans ]

Zin om de moestuin te steunen? Kom langs met opgestroopte mouwen óf een boodschappentas. De Sociale Moestuin Sliedrecht verkoopt namelijk heerlijke groenten en fruit. Meer lezen? Ga naar Socialemoestuin.nl.


Op de foto vanaf linksboven: begeleider Caroline, deelnemer Ralph en vrijwilliger Thijs, deelnemer Wim (met de kroten), deelnemers Ralph en Martin (met de gieter) en deelnemer Ahmed met nogmaals Thijs.

kwartaalblad van Kansfonds [11]


DOSSIER

GEEF HET DOOR

‘Hoe groter het netwerk, hoe beter’ Wie helpt kwetsbare mensen in de samenleving nu de overheid zich steeds verder terugtrekt? Lokale initiatieven, zoals Stichting ANDERS. Die koppelt met veel succes lokale hulpvragen aan lokale ondernemers in Drechtsteden en omgeving en Rotterdam-Noord. ‘Het maakt niet uit welk product ondernemers verkopen, of welke dienst ze verlenen – alles kan van pas komen’, legt initiatiefnemer Robert de Heer uit. ‘Is het niet vandaag, dan is het wel morgen.’

Stichting ANDERS komt in actie als er een hulpvraag binnenkomt, meestal van een hulpverlener. Als die bij een huisbezoek bijvoorbeeld kinderen op een betonnen vloer ziet spelen, kan hij via de website een hulpaanvraag indienen. Aan de hand van een vragenlijst beoordeelt de stichting hoe hard de hulp nodig is. Robert: ‘Hebben mensen zelf geen mogelijkheden? Geen eigen netwerk? Geen uitzicht op financiële middelen? Zijn ze bereid om ook wat voor een ander te doen? Dan komen ze in aanmerking voor hulp via ons ondernemersnetwerk.’ Concrete klussen Een vrijwilliger van Stichting ANDERS inventariseert tijdens een huisbezoek de hulpvraag. Daarna benadert een coördinator één of meerdere ondernemers uit het netwerk van zo’n 250 bedrijven. Een wasmachine voor een moeder die met de hand moet wassen. Hulp bij het vinden van een baan. Het zijn concrete klussen, die bovendien worden afgesloten met een wederdienst (Pay it Forward) door degene die hulp ontvangt. Koken voor de buren, vrijwilliger worden bij de Voedselbank, een bloemetje regelen voor iemand die het nodig heeft. ‘Dat [12] kwartaalblad van Kansfonds

vinden we niet te veel gevraagd’, zegt Robert. ‘Mensen mogen het zelf bedenken, niks is te klein. Het geeft juist vaak een heel goed gevoel om iets voor een ander terug te kunnen doen die het ook goed kan gebruiken.’ Pioniers Ondernemers in het netwerk betalen de stichting een (vrijwillige) bijdrage van 1 euro per dag: de waarde van een bakje paperclips. ‘Hoe groter het netwerk, hoe minder afhankelijk we worden van fondsen en subsidies’, legt Robert uit. ‘Want hoe blij we ook zijn met financiële steun van bijvoorbeeld Kansfonds, liever staan we financieel op eigen benen. Dan vallen we niet om als de steun wegvalt.’ De komende tijd begroet Stichting ANDERS het Rotterdamse netwerk Delfshaven en Rotterdam-Centrum. En als het aan Robert ligt, wordt het werkveld nog veel groter. ‘Van Eindhoven tot Zuidwest-Friesland. De ondernemers en het maatschappelijke veld zijn er al. Ze hoeven alleen nog maar verbonden te worden door lokale initiatiefnemers.’


DOSSIER

Cees Lock

‘De verhalen maken indruk hier’ ‘Schuttingen plaatsen in de tuin van een gevlucht Syrisch gezin. Zij hadden behoefte aan privacy, maar geen geld. De tuin betegelen van een vrouw met psychische problemen. Thuis had ze alles netjes op orde, maar met haar tuin lukte het niet. Als commercieel bedrijf is het fijn om belangeloos wat voor mensen te kunnen doen die het nodig hebben. Gemiddeld doen we zo’n twee klussen per jaar. De aanvragen komen bij mij binnen. Ik duik altijd goed in de hulpvraag, want ik wil wel weten waar we ja tegen zeggen.’ Meer helpen ‘Nee zeggen mag, maar dat doen we natuurlijk liever niet. Daarom nemen we ook liever een paar kleine klussen aan dan één grote. Die zijn makkelijker in te plannen én zo kunnen we meer

mensen helpen. Zelfs als het druk is, valt er vaak nog wel een mouw aan te passen. Desnoods vragen we of we de klus wat later kunnen oppakken.’ Dikke pret ‘De verhalen van de hulpvragers maken indruk hier. Zeker op de jongens die de klussen uitvoeren. Zij werken niet vaak voor particulieren, en horen van de hulpvragers soms schrijnende verhalen. Toch hebben ze ook dikke pret samen. En ik hoor regelmatig verhalen van collega’s over de gastvrijheid van de hulpvragers. Hoe weinig ze ook hebben, ze delen altijd.’ Cees Lock, Manager Omgeving en Participatie bij Verheij Groep

kwartaalblad van Kansfonds [13]


DOSSIER

‘Dankzij ons werk heeft iemand weer hoop voor de toekomst’ ‘Goeddoen voor een ander zit in de genen van ons bedrijf. Ik ben opgegroeid met het idee dat je niet alleen maar met jezelf bezig moet zijn. Ook de mede-eigenaar staat er zo in. In het verleden kregen we hulpvragen doorgespeeld via een bevriende deurwaarder. Op het moment dat hij met pensioen ging, hoorden we van Stichting ANDERS. We vonden het een ideale opvolger: weer een partij die de hulpvragen voor ons selecteert, zodat we zeker weten dat we mensen helpen die het echt nodig hebben.’ Foutje ‘Stichting ANDERS krijgt de verzoeken onder meer binnen via de Sociale Dienst, en zij kloppen dan weer bij ons aan. Zo was er een ondernemer die zijn bedrijf had verkocht. Van de opbrengst had hij een huisje gekocht. Ineens bleek dat hij veel meer belasting moest betalen dan hij had gedacht. Foutje van zijn boekhouder. Een fout waardoor hij zijn huis uit moest, terwijl zijn vrouw ernstig ziek was. Dat hebben we in overleg met de Belastingdienst

kunnen voorkomen. En een hypotheekverstrekker verstrekte voor het restant van de schuld alsnog hypothecair krediet. Dat maakte het echtpaar zo gelukkig!’ Schulp ‘Wij helpen mensen puur op weg. Daar hoort ook bij dat we ze stimuleren de controle (terug) te krijgen over hun administratie. Een fout is zo gemaakt, maar het laatste wat je dan moet doen, is in je schulp kruipen. Alleen als je in actie komt, kun je problemen oplossen. Voor onze inzet verwachten we niks terug. Zelfs niet als we er onverwacht maanden zoet mee zijn. Maar als er dan ineens iemand voor de deur staat met tranen in de ogen om je te bedanken, dan komt het wel even binnen. Dankzij ons werk heeft iemand weer hoop voor de toekomst.’ Peter Deege, eigenaar Drechtsteden Accountants en Adviseurs

Peter Deege [14] kwartaalblad van Kansfonds


DOSSIER Jacolien en Wouter Voogt

‘Het kost ons amper tijd of moeite’ ‘Onze eerste kennismaking met Stichting ANDERS was zo’n drie jaar geleden, vrij snel nadat ze gestart waren. Wouter en ik vonden het zo’n mooie manier van steun geven dat we meteen besloten mee te doen. Zo’n één keer per half jaar krijgen we een hulpvraag binnen. Over de achtergrond van de hulpvragers horen we niet altijd wat, en dat is prima. De stichting doet een goede voorselectie, dus we weten dat mensen echt hulp nodig hebben.’

Terugdoen ‘Wat we eigenlijk doen, is mensen verder helpen die door omstandigheden stil zijn blijven staan. Ons kost het amper tijd of moeite, maar voor de ander is de impact groot. Daarom vind ik het ook zo’n mooi gebaar dat de hulpvragers weer wat voor een ander terugdoen. Want iets doen voor een ander, is altijd de moeite waard.’

Tweedehands ‘We hebben eens de fiets gerepareerd van een alleenstaande moeder met financiële problemen. Ze had net haar leven weer op de rit, maar geen geld om haar fiets te laten repareren. Een andere keer regelden we tweedehands kinderfietsen voor statushouders, zodat de kinderen niet meer naar school hoefden te lopen. Of niet meer door hun broer gebracht hoefden te worden, want dat gebeurde ook vaak.’

Jacolien en Wouter Voogt, Voogt Tweewielers

[ kans ]

Geïnspireerd geraakt door de verhalen van deze ondernemers? Via NLvoorelkaar kunt u als particulier vrijwilligerswerk doen, ook eenmalig. Neem een kijkje op de website of ga meteen naar de hulpvragen via NLvoorelkaar.nl/hulpvragen. Meer lezen over Stichting ANDERS? Ga naar Stichtinganders.nl. kwartaalblad van Kansfonds [15]


COLUMN

Durven kiezen Acht was ik toen ik na een dwarslaesie in een rolstoel en een revalidatiecentrum belandde. In één klap veranderde mijn hele leven. Mezelf aankleden, naar school fietsen, de meest simpele activiteiten kon ik niet meer zelf. Ook werd ik ineens soms nagestaard op straat, in mijn rolstoel. In het revalidatiecentrum leerde ik op een leuke manier met mijn rolstoel omgaan. Dankzij trucjes kreeg ik steeds meer vertrouwen in de stoel en in mijzelf. Dat viel ook anderen op. ‘Zeg, je hand-oog-coördinatie is goed en je bent leergierig’, zei een sportcoach tegen me. ‘Heb je zin om mee te doen met rolstoeltennis?’ Het was mijn eerste compliment na mijn dwarslaesie en een eyeopener. Ik kan nog wél wat, merkte ik. Door het sporten werd ik stapje voor stapje sterker en weerbaarder. Vervelende blikken en opmerkingen van mensen kon ik steeds makkelijker naast me neerleggen. Al heeft het toch nog jaren geduurd voordat ik niet meer aan mezelf twijfelde, in die stoel. Kattenkwaad Via de Esther Vergeer Foundation probeer ik kinderen met een handicap datzelfde vertrouwen mee te geven. Je moet met allerlei omstandigheden en mensen omgaan en die handicap zal je regelmatig in de weg zitten, maar sport helpt je om ermee om te gaan. Dat sporten gebeurt bij uitstek bij ‘gewone’ sportverenigingen. Een inclusieve samenleving, waarin kinderen met en zonder handicap samen spelen, dat is mijn ultieme droom. Daarom zet ik me via de foundation met hart en ziel in voor rolstoelvriendelijke speelplekken en sportverenigingen voor kinderen. Het zit nog niet altijd in ‘ons’ denken als samenleving. Maar ik merk dat er best veel mogelijk is als je erom vraagt. Het resultaat van sport op jongeren zien, dat gaat me nooit vervelen. Bij een open dag zie je ze onzeker binnenkomen, een jaar later halen ze bij trainingen kattenkwaad uit. Of ze nemen ineens stappen die ze eerder nooit hadden durven zetten. Zoals die jongen die zich dankzij onze sportclinics realiseerde dat hij met zijn handbike overal naartoe kon. Nooit eerder had hij verder gekeken dan zijn eigen woonplaats. Maar nu besloot hij: ik meld me aan voor mijn droomstudie in een andere stad. [16] kwartaalblad van Kansfonds

Esther Vergeer (38) stond jarenlang nummer een op de wereldranglijst rolstoeltennis, en deed op hoog niveau aan rolstoelbasketbal. Tegenwoordig is ze spreker, chef de mission van de Paralympische ploeg van TeamNL en zet ze zich via de Esther Vergeer Foundation in voor kinderen met een handicap.

Van aalmoes tot ziekenhuisbezoek Het ‘katholiek sociaal denken’ is de bril waarmee Kansfonds naar de samenleving kijkt. Het is een manier van denken – maar vooral van doen – om problemen in de maatschappij vanuit menselijk perspectief op te lossen. Respectvol, vanuit de gemeenschap, en uitgaande van mogelijkheden in plaats van beperkingen. In deze column komen mensen aan het woord die dit gedachtegoed in de praktijk brengen.


Kans

64

Je hebt het recht ... om iets voor een oudere te betekenen

Overal liggen kansen om kwetsbaren weer onderdeel te laten zijn van de samenleving. Je moet ze soms alleen even zien. Met de campagne ‘Je hebt het recht …’ maakt Kansfonds die kansen zichtbaar en concreet. In Mede en op de site.

DE KANS

DE IMPACT

Provincie: Zuid-Holland Tijdsduur: een jaar Type kans: doen

‘Ik was vroeger net zoals Lisanne, ik herken mezelf in haar. Zo lekker spontaan en vaak op pad. Ik vind het heerlijk om naar haar verhalen te luisteren. Ze herinneren me aan mijn eigen jeugd. Ik ben vaak alleen en soms een beetje somber. Afleiding vind ik vooral in tv en kaartspelletjes op de computer. Dan is het zo gezellig als zo’n jonge meid vol verhalen komt binnenwaaien. Soms neemt Lisanne me spontaan mee naar een koffietentje hier in het winkelcentrum. Ze weet dat ik dit soort uitjes erg leuk vind. Vroeger ging ik vaak op pad met een goede vriendin, maar die is dit jaar overleden. De laatste tijd ben ik niet meer zo goed ter been en durf ik ook niet meer te fietsen. Maar met Lisanne maak ik bij goed weer altijd een rondje door het park. Ik neem dan mijn rollator mee. Af en toe houden we pauze op een bankje en laten we elkaar foto’s zien. Mijn zoon en dochter die in het buitenland wonen, sturen me vaak foto’s via WhatsApp. Gelukkig wonen niet ál mijn kinderen in het buitenland. Laatst zijn mijn oudste zoon en ik nog uit eten geweest. Lisanne had toen mijn nagels gelakt. Heerlijk vond ik dat.’

Een wandeling maken door het park of koffieleuten met vrienden. Hoe ouder je wordt, hoe minder vanzelf het gaat. Maar de behoefte eraan neemt natuurlijk niet af. Dat gold ook voor Johanna Mulder (85) uit Rotterdam. In haar eentje trok ze er steeds minder op uit, maar dankzij Lisanne Alexandre (24) uit Delft komt ze weer vaker buiten. Ook jij hebt het recht om een belangrijk persoon te worden in het leven van een ander. Door net als Lisanne vrijwilliger te worden bij Stichting SeniorenStudent. Deze organisatie koppelt studenten aan ouderen voor gezelschap en praktische hulp. Zo helpt Lisanne Johanna bij kleine computerklusjes en leert Johanna Lisanne hoe je een knoop vastzet aan kleding. Samen trekken ze er regelmatig op uit.

Johanna Mulder (85) Ook zin om een kans te pakken? Kijk dan op Kansfonds.nl/kansen.

kwartaalblad van Kansfonds [17]


mede [ delingen ] [ delen] Omzien naar elkaar Drie inspirerende projecten zijn genomineerd voor de Kans Inspiratieprijs: Kerken met Stip, Stichting SeniorStudent en Hotspot Hutspot. Kansfonds en KRO-NCRV stimuleren met dit initiatief het omzien naar elkaar. Het winnende project wordt op 6 juli op de Inspiratiedag van KRO-NCRV en Kansfonds bekendgemaakt. Lees meer over de genomineerden op Kansfonds.nl/ kansinspiratieprijs2019 en breng uw stem uit.

[ delen ] Wereldwijde beweging Ben je in voor een vrijwilligersklus, maar heb je geen idee waar te beginnen? Dan is het online platform Deedmob een mooie start. Deedmob verbindt vrijwilligers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en overheidsinstellingen met elkaar. Met als ultiem doel een wereldwijde beweging op gang brengen die maatschappelijke problemen daadwerkelijk oplost. Grasduinen in de klussen? Ga naar Deedmob.com.

[ kijken ] Been There, Done That

[ doen ] Buitenstaanders Interessant, die buitenstaanders, vond kunstenaar Jean Dubuffet direct na de Tweede Wereldoorlog. Dus maakte hij een rondgang langs psychiatrische instellingen en gevangenissen. 150 van de werken die hij daarna maakte, vormen nu de tentoonstelling ‘Art Brut, Jean Dubuffets revolutie in de kunst’. De expositie is tot 25 augustus te zien in het Outsider Art Museum. Meer informatie vindt u op Outsiderartmuseum.nl.

[18] kwartaalblad van Kansfonds

In het tv-programma ‘Been There, Done That’ krijgen jongeren hulp van bekende Nederlanders die vergelijkbare problemen hebben gehad. Concertpianiste Iris Hond bijvoorbeeld, die de dakloze Femke steunt. Andere thema’s die aan bod komen: verslavingen, adoptie en overgewicht. Alle afleveringen van ‘Been There, Done That’ zijn te bekijken via Npo3.nl/been-there-done-that.


mede [ mens ]

VOLLE BAK ‘In onze wijk zijn er steeds minder plekken waar buurtbewoners een kopje koffie kunnen drinken. En dat vinden ze jammer. Daarom startte ik De Koffiebus. Sinds onze kickoff op Burendag is het elke vrijdag volle bak. De motor achter De Koffiebus is een netwerk van tachtig vrijwilligers: koffie- en aandachtschenkers, soepmakers, taartenbakkers, klussers en chauffeurs. We werken vanuit een oude camperbus, gekocht via Marktplaats. Mijn zwager, die handig is, knapte ’m op. Wie hier binnenstapt? Wie niet, zou ik zeggen. Van moeders met kleine kinderen tot hoogbejaarde buurtbewoners en mensen die zich eenzaam voelen. En geloof me, eenzaamheid heeft niks te maken met leeftijd. In de bus ontstaan bijzondere vriendschappen. Levensreddende soms. Zoals die keer dat bij een hoogbejaarde bezoeker van de bus de gordijnen dicht bleven. Een vriend uit de bus merkte het op en besloot de deur te forceren. De dame was gevallen, ze had geen minuut later gered moeten worden. Een indrukwekkend bewijs van hoe De Koffiebus buren bindt.’ Harm Messink, oprichter van De Koffiebus

Harm (l) en Frans (r)

KOFFIE EN AANDACHT Waar kunnen buurtbewoners naartoe als hun ontmoetingsplekken verdwijnen? Inwoners van de Amersfoortse wijk Randenbroek-Schuilenburg gaan sinds een jaar naar een bijzondere plek: De Koffiebus. Vrijwilligers schenken hier elke vrijdag koffie en aandacht.

VOOR DE BUURT ‘Ik ben gescheiden, en thuis zit ik maar alleen. Eerder hadden we een buurthuis waar je een praatje kon maken. Toen dat werd gesloten, liep ik een beetje met mijn ziel onder mijn arm. Ik kon wel aanschuiven bij een van de bankjes waar mensen een praatje maken, maar dat doe ik niet zo makkelijk. Maar nu is er dus De Koffiebus, dé ontmoetingsplek voor de buurt. Gemoedelijk en laagdrempelig. Ik lunch er elke vrijdag. Behalve als ik een heel drukke werkdag achter de rug heb, dan sla ik een keertje over. Die lunch op vrijdag is mijn moment van de week. Ik maak een babbeltje met de vaste gasten en ontmoet regelmatig nieuwe buurtgenoten. Dat mengt allemaal prima, hier vind je nog dat ouderwetse saamhorigheidsgevoel. In juli word ik 65, daarna werk ik nog een jaar tot mijn pensioen. Ik zit nu al een beetje na te denken over hoe ik mijn tijd dan ga invullen. Waarschijnlijk meld ik me dan als vrijwilliger bij Harm, want ik doe graag wat terug voor De Koffiebus.’ Frans Smit, bezoeker van De Koffiebus

kwartaalblad van Kansfonds [19]


‘Die lunch op vrijdag is mijn moment van de week. Ik maak een babbeltje met de vaste gasten en ontmoet regelmatig nieuwe buurtgenoten.’ [20] kwartaalblad van Kansfonds

Frans Smit, bezoeker van De Koffiebus in Amersfoort


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.