“GELUK ZAL EEN GROTE ROL SPELEN TIJDENS HET WK”
RNU E M O
tank RODE DUIVEL KEVIN DE BRUYNE
MMER Z
“WAUTERS VS. WAES WAS BEDOELD OM VIER KAPOT TE MAKEN”
ERNU
TELEVISIEREVELATIE OTTO-JAN HAM
R E M M Z
OM
Studentenblad van de Arteveldehogeschool Gent V.U. Kasper Goethals Toekomststraat 98 9040 Gent Nr. 8 – Juni 2014 © Wouter Maeckelberghe
2
- Editoriaal
EDITORIAAL
In de nazomer van 2011 trokken drie ambitieuze eerstejaars Journalistiek naar Café Artevelde. Ze gingen naar een redactievergadering van het hen toen nog onbekende studentenmagazine TANK. Tijdens de vergadering werd hen veel te veel beloofd, waardoor ze zich zonder aarzelen aansloten bij de redactie. Gedreven schreven ze samen veertien pagina’s bijeen. Ze moesten vier maanden zonder informatie wachten tot hun artikels gepubliceerd werden en beloofden zichzelf dat zij het anders zouden aanpakken. En dat deden ze. In het tweede semester van het vorige academiejaar hadden ze het eindelijk helemaal zelf voor het zeggen. De ene verandering na de andere werd doorgevoerd. De Facebookpagina herademde, de vernieuwde redactie werd op de hoogte gehouden van de problemen, de voorpagina was niet langer zwart-wit en de lay-out werd zelfs mooier dan die van grote concurrent Schamper. Twee van die drie jongens zijn al vertrokken. De derde schrijft hier nu zijn laatste woorden voor TANK neer. Ik ben heel trots op wat we hebben gedaan de laatste jaren. Het verschil met de eerste editie waar we aan werkten is enorm, al mogen onze artikels van toen er nog altijd wezen. De TANK die u nu vasthebt, is mijn laatste. U ziet een prachtige cover in kleur, artikels van meer dan tien redacteurs en interviews met razend bekende Vlamingen Otto-Jan Ham en Kevin De Bruyne, allemaal geïllustreerd met mooie foto’s. Het is bovendien de eerste keer dat er in één academiejaar een derde editie verschijnt. Mijn laatste nummer is geen romantische klaagzang of laatste aanval op de school geworden. In deze achtste editie van TANK brengen we een ode aan de zomer. We bespreken hostels en couchsurfing, onthullen
de zomerplannen van Otto-Jan Ham en huldigen de zomercollectie van Gents kledingbedrijfje Eddie met een interview. Geen tranen dus, lieve mensen. De volgende generatie zal vast opnieuw veel willen veranderen en verbeteren. Twee dames staan te trappelen om volgend jaar de hoofdredactie over te nemen. Als ze zich goed omringen en de school hen voldoende ondersteunt, is de toekomst rooskleurig. — Kasper Goethals
Inhoud -
INHOUD
BETANKT _______________________________________ PG 4 Trajectcoach An Adriaens verdient bloemen!
OUD-ARTEVELDESTUDENT OTTO-JAN HAM _________ PG 5 “Ik wil het ultieme voetbalprogramma maken”
COUCHSURFING IN GENT__________________________ PG 10 _De bijna-illegale manier om goedkoop te reizen!
KEVIN DE BRUYNE KIJKT UIT NAAR HET WK __________ PG 12 “Ik kan Londen later nog bezoeken”
VRIJWILLIGERSWERK IN ARTEVELDE ______________ PG 15 Steek eens je handen uit de mouwen deze zomer
INTERVIEW EDDIE__________________________________ PG 17 Gentse coolcats met een streetware kledinglijn
HOSTELS IN GENT__________________________________ PG 19 De volledig legale manier om goedkoop te reizen!
SATIRE_____________________________________________ PG 21 Humorreporter Kim(myboy) gamet met onze voeten
Hoofdredactie: Kasper Goethals Eindredactie Yasmine De Wilde Vormgeving: Stien Stessens en Isis Tweepenninckx Fotografie: Wouter Maeckelberghe Administratie: Kaatje Lucas
Redactie: Parsifal De Smet, Pablo Jossa, Quincy Edgerton, Jarah Van Acoleyen, Elke Gillis, Kim Lannoo
3
4
- beTankt
BETANKT: AN ADRIAENS PARSIFAL DE SMET - FOTO: STEVEN MEERT An Adriaens geeft professionele ontwikkeling en Engels aan de Arteveldehogeschool. Het is een publiek geheim dat ze getrouwd is met collega-lector Steven Meert, die ook Engels geeft. In de annalen van de Arteveldehogeschool staat ze vooral bekend als studentenbegeleider die verbluffende resultaten boekt. Een van de studenten verwoordt het zo: “Ik voelde me als herboren toen ik bij mevrouw Adriaens buiten kwam.” De Rennaissance –mét hoofdletter– van de Arteveldehogschool krijgt eindelijk haar welverdiende BeTANKt.
“STEVEN HEEFT LIEVER DAT WE NIET KUSSEN OP DE WERKVLOER. HIJ VINDT DAT ONPROFESSIONEEL” An Adriaens behaalde haar diploma Germaanse filologie aan de verre universiteiten van Brussel en Leuven. Na een passage als leerkracht op een middelbare school in het onbekende Gijzegem, trok ze naar het mooie, en u allen welbekende Gent. Hebt u uw man leren kennen op de Arteveldehogeschool? “Neen, Steven gaf hier al les voor we getrouwd waren. Steven zou liever niet getrouwd zijn, maar ik was de drijvende kracht achter ons huwelijk. Hij had ons huwelijk graag op zeven juli -7/7 dus- gehad, omdat hij dat kon onthouden als ‘zever, zever’ (lacht).”
Nu geven jullie allebei Engels op dezelfde school. Is dat niet moeilijk? “Ik heb het Steven gisteren nog gevraagd en hij ervaart dat, net zoals ik, als iets positiefs. Als we elkaar tegenkomen op de werkvloer, is dat wel aangenaam. Al moet ik het niet in mijn hoofd halen om Steven te kussen op school. Dat vindt hij zeer onprofessioneel.”
DE KAMEEL
Genoeg over uw privéleven. Hoe bent u in het Arteveldenest verzeild geraakt? “Steven werkte hier al toen ik hem leerde kennen. Ik heb dan ook gesolliciteerd. Alles verliep conform met de regeltjes, hoor. Ik werd niet voorgetrokken. Tot op de dag van vandaag heb ik geen spijt van mijn sollicitatie, want de sfeer is uitstekend. Bovendien doe ik mijn job immens graag en puur ik er veel energie uit. Als het zo blijft, werk ik hier tot aan mijn pensioen.” Die energie lijkt u ook af te stralen op uw studenten. “Dat probeer ik toch. Ik probeer iedereen met alles te helpen, zowel met schoolproblemen als met persoonlijke problemen. Als die persoonlijke problemen mijn petje te boven gaan, stuur ik ze door naar een psycholoog. Het doet me deugd om te zien dat studenten zelf hun problemen aanpakken.” Hoe zit het met sfeer tussen de lectoren onderling? “Iedereen weet heel veel van elkaar omdat er veel gesproken en gelachen wordt. We hebben zelfs een feestcomité: de Kameel. Alle Kamelen zijn zeer creatieve mensen met gevoel voor humor. We vergaderen tussen pot en pint in café de Geus. Daar vloeien dan geniale ideeën uit voort, zoals een nieuwjaarsfeestje in de stijl van Downton Abbey. Het was hilarisch om iedereen verkleed te zien (lacht).” Dat kan ik me voorstellen. BeTANKt voor dit interview!
▪
Otto-Jan Ham -
OTTO-JAN HAM ZEGT WAAR HET OP STAAT
“DE IDEALE WERELD IS HET COOLSTE PROGRAMMA OP DE BELGISCHE TELEVISIE” - PABLO JOSSA - FOTO’S WOUTER MAECKELBERGHE
Otto-Jan Ham, de spraakwaterval van het VIER-programma De Ideale Wereld, heeft een uitgesproken mening. Zowel vroeger op de radio en nu op televisie, als in dit gesprek. Van alledaagse braafheid moet hij duidelijk niet weten. “Er zijn al genoeg tv-programma’s met dezelfde invalshoek en dezelfde brave, veilige toon. Ik vind het net leuk om mensen boos of blij te maken.” Hoe hard amuseer je je in De Ideale Wereld? “Heel hard, en ik denk dat je dat ook kunt zien. Ik lach veel op een werkdag. Ik kan me weinig omgevingen indenken waar ik zo zou kunnen en mogen werken. Het is een beetje vergelijkbaar met mijn eer-
ste jaren bij Studio Brussel. Toen zeiden ze ook: ‘doe maar, ga maar, spring maar’. Ook hier krijg ik enorm veel vrijheid en is er veel ruimte voor improvisatie. Ergens vind ik dat wel bizar voor een tv-programma en voor een zender die onder vuur ligt.” “Natuurlijk moet er ook hard gewerkt worden en komt er geregeld wat stress bij kijken, maar dat hoort erbij. Het is een toffe, aangename spanning. Na een opname ben ik ofwel extatisch, ofwel vind ik het heel slecht en ben ik niet te genieten. Wanneer er iets fout loopt in een gesprek, of als er iets niet juist zit qua timing, kan ik dat moeilijk achter me te laten en verpest dat de hele uitzending. Als kijker voel je dat misschien wel, dat er dingen fout kunnen gaan en dat elke dag anders is.”
5
6
- Otto-Jan Ham
SCHENEN SCHOPPEN
Voor veel mensen heb je het gedroomde leven, omdat je zowel nu als op Studio Brussel vroeger de plezanterik mag uithangen. Zie je dat zelf ook zo? “Een mens klaagt gemakkelijk en ik ben nogal moeilijk voor mezelf, dus ik moet mezelf daar af en toe wel van overtuigen. Zeggen dat ik een toffe job heb. Ik doe het enorm graag en ik weet niet of ik iets anders zou kunnen. De Ideale Wereld maakt wel wat los bij mensen, voel ik, en dat vind ik heel belangrijk. Ik zou geen programma willen maken dat simpelweg kabbelt, zoals bijvoorbeeld Blokken. Dat moet er zijn en veel mensen kijken er dagelijks naar, maar het maakt niet zo veel uit. Het passeert. Terwijl ik het net leuk vind om mensen boos of blij te maken, om iets te betekenen en iets los te maken. Er is al genoeg gezapige televisie, en ik kan er wel mee leven als een grap eens doodvalt.”
Is het een zegen om met Jelle De Beule en Jonas Geirnaert samen te mogen werken? “Ja. Jelle en Jonas kennen elkaar al heel lang en hebben genoeg aan een kwart van een woord om elkaar te verstaan. Ik heb het zelf altijd moeilijk met geforceerde huwelijken op tv en radio, maar bij ons zit dat wel goed. De rolverdeling is duidelijk en de wisselwerking klopt. We vergroten alles heel hard uit, maar desondanks zit er een kern van waarheid in. Ik ben zo’n beetje de neuroot die een goed, relevant tv-programma wil maken, terwijl zij de stoorzenders zijn die de boel willen saboteren.”
“OP JE ACHTTIENDE AL BESLISSEN WELKE JOB JE GAAT UITOEFENEN VIND IK HET DOMSTE WAT JE KAN DOEN”
Is dat ironische uit De Ideale Wereld ook iets dat je persoonlijk typeert? “Dat is iets waar ik enorm van hou. Ik zei onlangs nog tegen Jelle dat ik wat cynischer aan het worden ben door dit programma te maken. Het zit wel in mij, maar het verergert nog. Op zich is dat geen slechte zaak, al wil ik ook geen zure, cynische bompa worden.” Zorgen dat cynisme en die spontaneïteit ervoor dat De Ideale Wereld zo populair is bij jongeren? “Ik denk van wel. En ons programma gaat ook gewoon ergens over. We volgen de actualiteit en we doen dat op een andere manier. Op onze manier. Daarom snap ik wel dat dat jongeren aanspreekt, op alle andere zender zie je een beetje hetzelfde. Het is een andere stropdas die het je vertelt, maar met dezelfde invalshoek. Altijd op een brave, veilige toon. Af en toe wat prikjes, maar vooral niet té. Daar word ik ambetant van. Fuck it. Als je je gasten eens tegen de schenen schopt, dan is dat maar zo. Ze zijn heus wel sterk genoeg. Ik ben ook heel erg gevoelig aan valse emoties op televisie. Ik vind dat het meest verwerpelijke dat er is. Te pas en te onpas beginnen te bleiten, verschrikkelijk. Daarom vind ik het wel leuk om er soms iets onbehouwen
Otto-Jan Ham -
uit te floepen dat niet helemaal klopt, maar wel spontaan en oprecht bij je opborrelt.” Besteden jullie veel aandacht aan het virtuele aspect van jullie programma? “Absoluut. Je mag niet blind zijn voor evolutie. Veel mensen, kotstudenten bijvoorbeeld, kijken tegenwoordig gewoonweg anders, steeds meer à la carte. Wij zijn een beetje op die stroom meegegaan door ons programma te livestreamen. Televisie is nog niet dood en begraven, maar het einde komt er wel aan. Ook het verhaal van de kijkcijfers vind ik niet meer van deze tijd. Ze zorgen niet voor een correcte afspiegeling, want het gaat om niet meer dan 750 bakskes in Vlaanderen die daar al duuzend jaar staan. En dan moet je nog eens om het kwartier opschrijven naar welk programma je kijkt. Die methode is achterhaald. Wanneer iemand ’s avonds eens gaat squashen in plaats van naar de televisie te kijken, hebben wij bij wijze van spreken 80 000 kijkers minder.” Ben je ontevreden met de kijkcijfers voor De Ideale Wereld? “Ik had er alleszins meer van verwacht. Ik dacht dat wel meer mensen iets anders wilden dan de veilige programma’s die iedereen al gezien heeft. In het begin hield het me bezig, maar ik heb die knop omgedraaid. Anderzijds kan je er niet omheen dat we ook veel erkenning krijgen. En akkoord, er keken 2 miljoen mensen naar Wauters vs. Waes, maar dat is een programma dat ik bijlange niet zou willen maken.”
GOEDE MOP
Dus de vraag of je zou meedoen indien ze je dat zouden vragen, moet ik al niet meer stellen. “Ik zou meedoen, maar dat gaat niet gebeuren. Ik bluf mee. Ze proberen het spel sympathiek te spelen, maar VTM gaat dat nooit ofte nimmer toestaan, anders is heel hun raison d’être weg. Wauters vs. Waes is bedoeld om de zender VIER kapot te maken. De persdiensten van VTM en VRT verkochten dat dan wel als een verhaal waarbij Tom Waes en Koen Wauters elkaar toevallig tegenkwa-
men, beste maten werden en besloten om samen een tv-programma te maken, maar dat is bullshit. Dat klopt niet. Het verbaast me dat iedereen dat ook zo oppikte en braafjes in zijn krant schreef. Ik dacht: ‘allez jongens, jullie zijn toch slimmer dan dat.’” “Ik vond het uiteindelijk wel een mooi staaltje ironie dat we zo veel publiciteit uit dat programma hebben gehaald. Je kan je lot ondergaan, of je kan het bij wijze van spreken in zijn kruis trappen. Dat laatste hebben wij gedaan. Dat unisono positieve geluid, die gespeelde emotie en dat haantjesgedrag waren gelukkig gemakkelijk te persifleren.” Wat dacht je toen De Ideale Wereld de prijs kreeg voor beste informatieprogramma? “Ik heb heel hard gelachen. Het was onverwachts, maar ik vond dat fantastisch. Een goede mop, zonder twijfel.” Waren jullie niet gewoonweg genomineerd in de verkeerde categorie? (vraagt aan iemand die voorbij wandelt) “Wij waren toch terecht het beste informatieprogramma? (gelach) Nee, ik weet het, daar is misschien iets foutgelopen. Ik weet niet hoe dat gaat. Maar wie hadden ze dan moeten nomineren? Telefacts? Dat is ook niet plezant om naar te kijken hé.”
“IK DENK DAT MENSEN HUN STUDENTENTIJD ACHTERAF NOGAL ROMANTISEREN” Hoe verklaar je de positieve sfeer die rond jou en je programma hangt? “Ik bedoel dat niet arrogant, maar ergens snap ik het wel. Vooral omdat ik denk dat De Ideale Wereld een goed programma is. Het zit al eens tegen, maar op onze beste momenten zijn we super goed. Op andere momenten vind ik op zijn minst dat we een ander, apart programma hebben. Daarom denk ik dat het goed is dat De Ideale Wereld bestaat. En volgens mij zijn er mensen die daarop zaten te wachten, dus op dat vlak vind ik dat niet gek.”
7
8
- Otto-Jan Ham
“JE KAN JE LOT ONDERGAAN, OF JE KAN HET IN ZIJN KRUIS TRAPPEN. DAT LAATSTE HEBBEN WIJ GEDAAN” Je hebt een specifieke stijl: enthousiast, rechtuit, soms ruw. Niet zoals de meeste anderen. “Ik ben me daar bewust van, al ben ik hoegenaamd niet van plan om dat al te veel bij te sturen. Soms mag het wel wat professioneler, maar ik besef maar al te goed dat ik nooit een Koen Wauters zal worden en dat is ook niet mijn ambitie. Ik zal nooit de grote ster van het grote publiek worden, en dat zou me ook niet liggen. Het is een cliché, maar je moet vooral jezelf blijven. Vaak slagen de mensen die het hardst roepen dat ze dat doen daar net het minst in.”
naar terugkeer. Als ik hier buiten geschopt word, kan ik nog altijd mijn toevlucht zoeken in de veilige haven van de VRT.”
Vind je soms van jezelf dat je erover gaat? “Ja, absoluut. Het nadeel van mijn stijl is dat ik vaak uit de bocht ga. Ik zit daar dan wel mee en ik vind dat soms heel slecht. Ik ben heel streng voor mezelf en het programma. Na 75% van de afleveringen ga ik ontevreden naar huis. Ik ben er wel bijzonder fier op dat nog nooit iemand van onze gasten ontevreden naar huis is gegaan, want het is niet zo dat wij iemand sparen.” Heb je al zicht op toekomstig televisiewerk? “Ik wil het ultieme voetbalprogramma maken. Het zit al helemaal in mijn hoofd en het gaat alles veranderen.” Ben je serieus? “Ik ben heel serieus. Als mij dat gaat lukken tenminste. Ik hoop dat ik er deze zomer, als ik eens wat tijd heb, aan kan beginnen te werken. Maar het zal nog niet voor meteen zijn. Voor het overige zie ik wel wat er komt. De Ideale Wereld is het coolste programma dat momenteel te zien is op de Belgische televisie. Ik weet dat dat heel onbescheiden klinkt, maar ik ben oprecht blij dat ik daar mag aan meewerken. Ik ben momenteel dus meer dan tevreden met wat ik doe.” Is televisie leuker dan radio? “Het is anders. Ik vind De Ideale Wereld wel het tofste wat ik ooit al gedaan heb. Het meest intense ook. Het overtreft alles, hoewel radio en tv twee verschillende disciplines zijn. Maar momenteel mis ik radio zeker niet, al sluit ik niet uit dat ik er ooit
COMMUNICATIEVUILNISBAK
In 2001 ben je afgestudeerd aan de Arteveldehogeschool. Wat herinner je je vooral van onze school? “Vooral de stage en het eindwerk vond ik zeer leuk. En er waren wel een paar vakken waar ik iets aan heb overgehouden. Ik herinner me bijvoorbeeld een vak dat kritisch omging met de actualiteit, en recht van meneer Verhaeghe. Het was door hem dat ik dat vak zo tof vond. In mijn eerste jaar was ik dan ook enkel geslaagd voor recht en Nederlands. Mevrouw Colleman van Engels en meneer De Cnuydt van economie ken ik ook nog. Verder ligt er wel een flinke laag bier over die periode.” Eerder zei je al dat de studententijd niet de beste tijd was voor jou. “Ondanks dat ik niet zo graag studeerde en niet zo graag op kot zat, was het een leuke tijd en heb ik
Otto-Jan Ham -
er een paar vrienden aan overgehouden. Maar als student had ik vaak het gevoel dat het allemaal niet zo veel uitmaakte. Of ik nu naar de les ging of niet, of ik nu studeerde of niet. De studententijd is ook een moeilijke periode: je weet niet wat je moet gaan doen en of je goed bezig bent. Het is een goede tijd in die zin dat je een hele dag op café kan zitten als je dat wil, waarna je in het weekend met een kater naar huis gaat. Het gevoel dat ik iets betekende, kwam er pas toen ik begon te werken. Er ging een hele nieuwe wereld voor me open. Ik deed iets nuttigs en ik verdiende zelf geld. Ik denk vooral dat mensen hun studententijd achteraf nogal romantiseren. Voor mij was dat inderdaad niet de beste tijd van mijn leven.” In je laatste jaar als student versierde je wel al een contract bij Studio Brussel. “Ik had mijn stage gedaan bij Studio Brussel en die zomer zochten ze een muziekredacteur. Ze waren tevreden over mijn stage en ik slaagde voor het examen op de VRT. Vlak voor mijn laatste herexamen, grafische vormgeving van Misjel Vossen, heb ik dat contract getekend. Ik was dan ook gruwelijk gebuisd. Maar het maakte niet meer uit, want voor alle andere vakken was ik er wel door én ik had werk.” Heeft de studie communicatie je genoeg voorbereid op die job? “Het heeft me zeker gevormd. Voor mij was het de juiste studie omdat het zo breed ging. Ik vond communicatie wel interessant, ondanks het feit dat ze het een vuilnisbak noemden, de opleiding voor mensen die niet wisten wat te studeren. Het was een goede oriëntatierichting waar ik veel kanten mee uit kon. Op je achttiende al beslissen welke job je gaat uitoefenen, vind ik het domste wat je kan doen. Ik denk dat je op dat moment nog zo veel mogelijk opties moet openhouden en dat je er uiteindelijk wel achter komt. Wat dat betreft heeft die studie me goed geholpen.” Wat vond je van de stad Gent? “Gent is heel plezant. Ik kom er nog regelmatig. Van alle grote steden in België is Gent de enige stad
9
waar ik zou kunnen wonen. Ik ben een Gent-liefhebber.” Heb je al zomerplannen? “Met deejayen ben ik gestopt. Ik zag het niet meer zitten om op vrijdagnacht naar een of andere uithoek te rijden na een drukke werkweek, maar misschien draai ik wel nog op een paar kleine festivalletjes. En ik ga Rock Werchter presenteren. Daar kijk ik enorm hard naar uit. Een lange reis zit er voorlopig niet in. Ik moet op tijd opnieuw beginnen te werken, en bovendien kan ik mijn kleine dochter niet meezeulen naar het Andesgebergte. Ik denk dat het opnieuw Frankrijk wordt, met de tent.”
“IK BEN EEN GENT-LIEFHEBBER, HET IS DE ENIGE GROTE STAD WAAR IK ZOU KUNNEN WONEN” Heeft het vader worden iets veranderd? “Ja, ik ben nu een ouwe pee van 35 met een dochter. Dat verandert alles. Je kijkt helemaal anders tegen de wereld aan, je maakt een soort automatische aanpassing. Maar ik kan er nog geen geweldige theorieën op loslaten.” Hoe zie je je toekomst? “Als een grote triomftocht. Als een opeenstapeling van televisieprijzen en radioprijzen. Niets dan goeds, dat belooft. Er zal geen rimpeling op het water waarneembaar zijn.” Daar kijken we alvast naar uit
▪
10
- Couchsurfing
COUCHSURFING BRENGT MENSEN BIJ ELKAAR
“JE KOMT TELKENS IN EEN ANDERE WERELD TERECHT” KAATJE LUCAS - FOTO’S TINE LUCAS Reizen is hemels, maar wat als je je geld hebt opgedaan op heilloze plekken als de Overpoort? Dé oplossing voor lowbugetreizigers heet couchsurfing. Het laat je toe om waar dan ook ter wereld gratis te logeren bij onbekenden. TANK testte hoe veilig het concept is, en onderzocht of Gent ook couchsurfers heeft.
“IK LEERDE MIJN VRIENDIN KENNEN VIA COUCHSURFING” – CODY
Op een doodnormale maandagavond staan twee jonge gasten met een dikke bos krullen aan de deur. Neen, het is niet het begin van een flauwe grap, wel van een couchsurfbelevenis in Gent. Het olijke duo spreekt Engels met Spaans haar op. Aan hun wallen is af te lezen dat ze een lange vlucht achter de rug hebben. De couchsurfers, de grote Juan en de kleine Alejandro, zijn oorspronkelijk van Argentinië en Mexico, maar slapen nu even onder hetzelfde dak in Gent. “Ik had nog nooit van Gent gehoord”, zegt Alejandro. “Ik wist alleen dat ze hier een goede universiteit hadden.” Het gekrulde duo doet zijn sneakers uit en begint uitgebreid te praten over z’n ervaringen. Want couchsurfers onder elkaar hebben altijd wel iets te vertellen.
FAVORIETE STAD
“Toen ik voor het eerst over couchsurfing hoorde, verbaasde het me. Zoveel mensen die elkaar op een veilige manier ontmoeten”, zegt Juan. “Het is alsof ik
iedere keer in een andere wereld terechtkom”, vult Alejandro aan. “En iedereen is heel open minded.” Juan en Alejandro blijven drie dagen in Gent. Ze zijn meteen enthousiast over de stad. “Iedereen is hier zo open en warm, ik voelde me direct thuis”, vertelt Juan. “Hier babbelen mensen met je op straat, dat is gewoon erg leuk”, zegt Alejandro. “En het landschap van de stad is prachtig.” Na hun eerste dag in Gent schuiven ze hun kapotgestapte voeten onder tafel. Dat het eten ook lekker kan zijn zonder rode pepers erin, beamen ze vanaf de eerste hap spaghetti. Daarna zorgen ze als echte muzikanten voor een jamsessie. “We gaan nergens heen zonder gitaar en viool”, lacht Juan.
“IEDEREEN IS HEEL OPEN MINDED” – ALEJANDRO De volgende dagen staan ook weer volledig in het teken van Gent. Ze worden steeds enthousiaster over de studentenstad. “Gent is mijn favoriete stad. En het bier is overheerlijk”, vertelt Alejandro enthousiast. “Ik ben er echt over aan het nadenken om hier te komen wonen”, voegt Juan eraan toe. “Gent is een van de beste plaatsen waar ik ooit kwam.”
MEER DAN ETEN EN SLAPEN
Gent krijgt vaak couchsurfers zoals Juan en Alejandro over de vloer. Er wonen dan ook heel wat hosts in Gent. Die hosts bieden couchsurfers slaapplaatsen aan. Een van die Gentse hosts, is Cody. Hij studeert en woont in hartje Gent. Hij is afkomstig uit Arizona, maar aan zijn Gentse accent valt meteen af te leiden dat hij helemaal ingeburgerd is. Zijn huis straalt rust uit. Een rust die af en toe verstoord wordt door Cody’s labrador die enthousiast bezoekers verwelkomt. Het meubilair is verouderd, maar past perfect bij de veerhalen die bij het huis horen. Een deel van die verhalen zijn gecreëerd dankzij couchsurfing. Cody vertelt er graag over. “Ik
Couchsurfing -
WAT IS COUCHSURFING? heb al een aantal keer couchsurfers gehad. Meestal zijn ze alleen, op reis door Europa.” Cody is gefascineerd door de eetcultuur in andere landen. “Het is het meest essentiële dat je iemand kan meegeven”, vertelt hij. “Als couchsurfers komen, wil ik het liefst van al samen koken.” Al is eten niet het enige wat hij doet met zijn gasten. “Ik wil hen zeker ook de stad tonen. Dat is zo verrijkend voor toeristen. Als ik op reis ga, wil ik ook graag weten wat echt de moeite waard is.”
“IK DENK EROVER NA HIER TE KOMEN WONEN” – JUAN DE IDEALE COUCHSURFERVARING
“Het is de bedoeling dat de couchsurfers naar hier komen om meer te doen dan enkel te slapen.” Cody zegt: “Ik wil ze echt leren kennen. In die mate dat ik hoop dat ik later ook bij hen op bezoek kan gaan. Voor ik iemand in huis haal, doe ik een klein beetje onderzoek. Ik wil kunnen aanvoelen of het zal klikken. En het is natuurlijk een must dat ze van honden houden (lacht).” Ondanks zijn positieve ervaringen met couchsurfing, weet Cody dat er ook gevaren aan verbonden zijn. “Hoe meer het concept bekend raakt, hoe meer mensen er misbruik van zullen proberen te maken. Zelf ondervind ik amper problemen.” De flikkering in zijn ogen geeft aan dat er nog een andere reden is waarom hij van het concept houdt. “Ik leerde mijn vriendin kennen via couchsurfing. Ik heb een paar dagen bij haar gelogeerd toen ik door België trok en nu wonen we al een tijdje samen. De ideale couchsurfervaring dus.”
▪
Een organisatie die ervoor zorgt dat je gratis bij mensen van over de hele wereld kan logeren.
HOE WERKT HET?
Je maakt een profiel aan op de site www.couchsurfing.org. Via die site kan je contact zoeken met iemand die een slaapplaats aanbiedt. Je kan er ook je eigen huis opgeven als logeerplek. Achteraf kan je er feedback geven, zodat andere reizigers weten wat ze moeten verwachten.
COUCHSURFING IN CIJFERS
Momenteel zijn telt de website al 7 miljoen leden in meer dan 100.000 steden. Het concept bestaat precies 10 jaar.
▪
11
12
- Kevin De Bruyne
RODE DUIVEL KEVIN DE BRUYNE IS KLAAR OM DUITSLAND EN BRAZILIË TE VEROVEREN
“WE OVERLEVEN SOWIESO DE GROEPSRONDE” - QUINCY EDGERTON
Na een woelige periode bij het superrijke Chelsea lijkt Rode Duivel Kevin De Bruyne zijn Mekka gevonden te hebben in het Duitse Wolfsburg. De Drongenaar had het aanvankelijk moeilijk, maar de dieselmotor lijkt nu volop aangeslagen. De Bruyne vertelt over zijn nieuwe thuishaven in Duitsland en geeft zijn visie op het moment waar heel ons land naartoe leeft: het WK in Rio. “Geluk zal een grote rol spelen.
Het begint te draaien voor jou bij je nieuwe werkgever VfL Wolfsburg. Aanvankelijk liep dat wat stroef. Waaraan lag dat volgens jou? “Dat lag niet aan de hoge transferprijs. Ik denk in de eerste plaats dat het altijd een beetje een
“BIJ CHELSEA HEBBEN ZE MIJ NOOIT ENIGE UITLEG GEGEVEN, DAT GAAT ZO IN HET VOETBAL”
moeilijke zaak is om bij een nieuwe ploeg terecht te komen. Je moet de mensen en de speelstijl van de ploeg leren kennen. Ik miste op dat moment eerlijk gezegd ook nog wat het competitieritme. Ook het feit dat ik, toen ik in Wolfsburg aankwam, drie maanden op hotel heb geleefd, heeft ervoor gezorgd dat het wat minder liep. Nu heb ik een eigen huis en zijn al mijn persoonlijke zaken geregeld. Vanaf dat moment kon ik mij weer voor de volle honderd procent op voetballen concentreren, en dat werpt nu ook zijn vruchten af.” Wat is volgens jou de oorzaak dat het niet tot een doorbraak kwam bij Chelsea? In de voorbereiding en eerste officiële wedstrijden speelde je uitstekend en was iedereen unaniem vol lof. “Ik heb er geen idee van. Dat is de enige vraag waar ik geen antwoord op heb. Bij Chelsea hebben ze mij ook nooit uitleg gegeven over het hoe en waarom, maar zo gaat dat in het voetbal. Ik trek er mij alleszins niet veel van aan. Ik zit nu bij een andere ploeg en wat in het verleden ligt is, van geen tel meer.” Toen je mocht vertrekken bij The Blues had je keuze uit tal van geïnteresseerde clubs. Wat deed jou voor Wolfsburg kiezen? “Tal van redenen. Het sportieve aspect was voor mij de voornaamste reden om voor Wolfsburg te kiezen. Het is een jonge ploeg die nog veel vooruitgang kan boeken. Financieel is het echter ook een mooie keuze geweest. Het moet gewoon allemaal de goede richting uitgaan vond ik, en op dat moment was Wolfsburg de meest voor de hand liggende keuze.” Volgens de geruchtenmolen ging het uiteindelijk tussen Wolfsburg en Bayer Leverkusen. Beide ploegen strijden nu om het laatste Champions League-ticket. Indien je hen aftroeft in de strijd om de vierde plaats, zal dat aanvoelen als een persoonlijke overwinning? “Op zich niet. Maar het is wel fijn om nog te kunnen spelen voor een plaatsje in
Kevin De Bruyne -
het kampioenenbal. Toen ik bij Wolfsburg tekende, stond Leverkusen tien punten voor op ons. Dat we nu nog kans maken op kwalificatie voor de Champions League is fantastisch. We gaan er dus ook voluit voor. Lukt het niet, dan kunnen we daar mee leven. Het is al mooi dat we kunnen meestrijden. We waren aanvankelijk tevreden geweest met een ticket voor de Europa League.”
“NU MOET IK MIJ TONEN OP HET VELD. VOOR ANDERE DINGEN HEB IK NOG MIJN HELE LEVEN” Hoe is de overstap van Londen naar Wolfsburg verlopen naast het veld? Het is een compleet andere cultuur. “De hoofdzaak is dat ik weer aan spelen toekwam, en dat ik geld kan verdienen om later te genieten van het leven. Ik kan later nog genoeg naar Londen en andere grootsteden gaan. Nu moet ik mij tonen op het veld. Voor de dingen ernaast heb ik nog mijn hele leven. In Wolfsburg zelf is er niet veel te beleven, maar in de buurt heb je een pak interessante plaatsen voor een dagje uit. Berlijn, Hannover, Braunschweig,… Ook naar Hamburg is het maar anderhalf uur rijden. Dat alles maakt het wel een boeiende omgeving.”
RUST
Je trekt vooral op met Ivan Perisic en Junior Malanda, die beiden ook een verleden in België hebben. Wat doen jullie zoal? “Dat hangt ervan af. Meestal houden we het rustig. De dagelijkste trainingen zijn vaak fysiek zwaar, en daarnaast hebben we ook nog bijkomende verplichtingen. Ik probeer mezelf altijd zo goed mogelijk te verzorgen voor het komende voetbalweekend, dus het is normaal dat je het dan wat kalmer houdt. Toch willen we ons niet vervelen. We doen normale dingen die gewone vrienden ook met elkaar doen. We gaan eens uit of plannen een andere activiteit.”
Is uitgaan en rustig gaan en staan waar je wil wel nog mogelijk? Je wordt ongetwijfeld steeds meer herkend op straat. “Dat ben ik intussen wel gewoon. Je hebt altijd mensen die daarover klagen, maar ook individuen die bij wijze van spreken alles toelaten. Zolang ik er mij maar goed bij voel. Soms wil je niet om de haverklap met iemand op de foto, maar dat kan je niet maken tegenover de mensen. Die zijn er ten slotte ook altijd voor jou, om je te steunen en aan te moedigen.”
“SOMS WIL JE NIET OM DE HAVERKLAP MET IEMAND OP DE FOTO, MAAR DAT KAN JE NIET MAKEN TEGENOVER DE MENSEN” Hoe voelt het om een voorbeeld te zijn? “Dat is nieuw voor mij. Er zijn ontelbaar veel mensen die voetballer willen worden. Het feit dat ik, als jonge Belg, het goed deed in België en nu ook in het buitenland succesvol ben, heeft ervoor gezorgd dat er naar mij wordt opgekeken. Ik vind het wel leuk dat ik een beetje een rolmodel ben. Persoonlijk keek ik vroeger niet echt naar iemand op, maar ik keek eerlijk gezegd toen niet zoveel voetbal.”
RIO
Denk je je beste vorm te kunnen behalen vooraleer de Rode Duivels op 17 juni aftrappen tegen Algerije in het Braziliaanse Belo Horizonte? “Ja, dat is zeker mogelijk. Ik zou trouwens wel durven te zeggen dat ik nu al op een redelijk goed niveau speel. (De Bruyne gaf al 6 assists bij zijn nieuwe club en scoorde op zaterdag 19 april in een
13
14
- Kevin De Bruyne
niveau, vind ik. Al heeft Duitsland misschien een betere ploeg en wat grotere namen. Als je dan tegen Duitsland uitkomt, is het wel mogelijk dat je verliest. We moeten het ten slotte ook een beetje realistisch bekijken. Maar anderzijds, om ver te raken moet je van die grote ploegen kunnen winnen. Geluk zal ook een rol spelen.”
“IK ZIE MEZELF NIET MEER MET BOEKEN ACHTER EEN BUREAU ZITTEN. IK DENK DAT IK GEK ZOU WORDEN” 1-3-zege bij Hamburger SV zijn eerste doelpunt, nvdr.) Het is echter wel nog even tot het WK, misschien vlot het dan net weer iets minder. Maar ik verwacht nog steeds een vaste pion te zijn in het elftal van Marc Wilmots. Het belangrijkste is evenwel dat we als ploeg presteren op het wereldkampioenschap. Wie er dan effectief zal spelen is bijgevolg niet zo belangrijk. Het zal ook afhangen van de tegenstander en de tactiek die Wilmots wil hanteren.” Is de bondscoach al een wedstrijd komen bijwonen in Wolfsburg? “Dat weet ik niet, waarschijnlijk wel. Hij zal ongetwijfeld al enkele keren de scouts gestuurd hebben. Hopelijk hebben zij de goede wedstrijden meegepikt (lacht).” Wat is jouw pronostiek voor Brazilië? “We overleven sowieso de eerste groepsronde. Dan zien we wel tegen wie we spelen. Na de poulefase wacht ons wellicht Duitsland of Portugal. Beiden komen een beetje op hetzelfde neer qua
Wie zijn je beste vrienden bij de huidige selectie? “Ik kom heel goed overeen met Dries Mertens, Jan Vertonghen en Moussa Dembele. We durven wel wat grappen met elkaar uit te halen. Maar op zich kom ik met iedereen bij de nationale ploeg goed overeen. Ik kan ook een aardig mondje Frans. Al bij al kan je wel stellen dat we één grote vriendengroep vormen. Het is niet zo dat er kliekjes zijn.” Keer je in je carrière ooit nog terug naar België? “Dat weet ik niet. Momenteel zou ik eerder zeggen van niet. Misschien stop ik binnen 10 jaar, maar het kan zijn dat ik mijn carrière afsluit met nog twee jaar extra in België. Bij welke ploeg dat dan zal zijn, zou ik ook niet kunnen zeggen.” Had je vroeger een jongensdroom naast het voetballen die je na je carrière zou willen najagen? “Niet echt. Mijn leven werd altijd al gedomineerd door voetbal, dat was ook mijn grootste droom. Ik ben sinds mijn veertiende weg van huis om te voetballen. Later ga ik waarschijnlijk een job zoeken in het milieu zelf. Ik droom er niet van om trainer te worden, ik zou eerder iets in het management willen doen. Scouting lijkt me ook interessant. Studeren zit er niet meer in (lacht). Ik zie mezelf niet meer met boeken achter een bureau zitten. Ik denk dat ik gek zou worden.” Hoe ziet een normale dag eruit voor Kevin De Bruyne? “Dat stelt eigenlijk niet zo veel voor (grijnst). Ik sta op om 8 uur op en ga richting training. ’s Middags eet ik op de club, daarna probeer ik meestal even uit te rusten om fit te blijven voor de volgende training. Om halfzes ga ik naar huis om zelf te koken. In de avond houd ik me rustig bezig met bijvoorbeeld de Playstation of vrienden. Nooit overdreven, want je bent meestal wel redelijk fysiek afgemat.”
▪
Vrijwilligerswerk -
ONZE REPORTER WERKTE ALS VRIJWILLIGER IN EEN WEESHUIS IN MAROKKO
DE VOLDOENING VAN VRIJWILLIGERSWERK TEKST & FOTO: JARAH VAN ACOLEYEN Vorige zomer vertrok ik via de organisatie Bouworde voor twee weken naar Marokko. De vzw organiseert bouwkampen en sociale kampen. In Taroudant staken we een handje toe in een opvangcentrum voor straatkinderen en in een weeshuis. Het is een bedrukkend warme zomerdag in het Marokkaanse stadje Taroudant. Toch zijn er in het weeshuis enkel lachende gezichten te bespeuren. IJverige meisjes proberen torens te bouwen met de blokken, ondeugende jongens ontdoen de poppen van armen en benen, mollige baby’s lachen in hun wipstoeltjes en verzorgsters kijken tevreden naar een grote stapel noodzakelijke verzorgingsproducten.
DANKBARE GEZICHTEN
Een uur geleden was er in het weeshuis nog niets van dat alles te bespeuren. Een kale vloer met in het midden een kleine speelmat moest volstaan om
de kindjes bezig te houden, baby’s lagen noodgedwongen een hele dag in bedjes en pampers werden slechts twee keer per dag ververst. Het duurde dan ook niet lang voor we met ons ingezamelde geld uit België naar de plaatselijke souk trokken op zoek naar speelgoed, verzorgingsproducten en babyzitjes. De gedachte alleen al aan de blije en dankbare gezichten, zorgde ervoor dat we een kleine verhuis van kinderspullen veroorzaakten van de lokale markt naar het weeshuis. De verzorgsters straalden en het weeshuis kende waarschijnlijk al een hele tijd niet meer zoveel leven als op die dag. De geur van fris gewassen baby’s overwon de stank van zweetlucht en vuile pampers, die naar de verste uithoeken van het weeshuis werd verdreven. Het is dan dat je beseft hoeveel je als vrijwilliger voor mensen kan betekenen. Geld dat wij op één dag kunnen inzamelen, is voor het weeshuis levensnoodzakelijk en zorgt ervoor dat het kan blijven bestaan. En wanneer je de dankbaarheid van de lokale bevolking in haar ogen afleest, is er geen haar op je hoofd dat er aan denkt dat je toch liever betaald was voor het werk. Het gaf mij een gevoel van betrokkenheid en voldoening dat ik op geen enkele andere manier zo sterk heb ervaren. Het gaf een extra dimensie aan mijn reis naar Marokko en aan de ontdekking van een andere cultuur. Ik keek niet meer vanop een afstand naar een vreemd schilderij waarvan ik snel kon weglopen als het me niet beviel. Ik bevond me er middenin en heb leren omgaan met situaties die tot dan toe vreemd voor mij waren.
15
16
- Vrijwilligerswerk
VRIJWILLIGERSPROJECT ARTEVELDEHOGESCHOOL: EEN BUDDY BIJ DE WIEG
“DIT PROJECT IS EEN ERVARING MET HOGE TOPPEN EN DIEPE DALEN” Els Galle (22) zit in haar tweede jaar Vroedkunde en heeft al een bachelor Psychologie op zak. Sinds oktober vorig jaar neemt ze deel aan het vrijwilligersproject van de Arteveldehogeschool, ‘Een buddy bij de Wieg’. Het is een project dat studenten Vroedkunde en Sociaal Werk de kans geeft om een maatschappelijk kwetsbaar gezin op te volgen tijdens de zwangerschap en het jonge ouderschap. “Zo sta je als student echt in het werkveld”, vertelt Els.
“ELK BEZOEK IS EEN NIEUW VRAAGTEKEN” Het project is dit jaar toe aan zijn vijfde jaargang en legt de focus op laagdrempeligheid. Studenten moeten echt de buddy van het gezin zijn, en niet zozeer een hulpverlener. Ze hebben wekelijks telefonisch contact met de gezinnen aan gaan tweewekelijks op bezoek. Els volgt een Romagezin op dat in een kraakpand leeft zonder enige nutsvoorzieningen. “Dit project is voor mij een ervaring met hoge toppen en diepe dalen. Ik kwam in contact met hun erbarmelijke leefomstandigheden, een administratieve warboel, gezondheidswerkers die weigerden hulp te verlenen, communicatieproblemen, enzovoort. Maar anderzijds leerde ik hoe ik iets kon betekenen voor het gezin, ik zag positieve veranderingen en won ik hun vertrouwen.”
IDEALE ENGAGEMENT
Els ging bij de geboorte naar het ziekenhuis, hielp bij de borstvoeding, legde contacten met het OCMW voor de ziekenhuisfactuur en zocht naar organisaties die het gezin nog verder konden ondersteunen. Ook na de geboorte blijft ze het gezin opvolgen. “Ik geef huiswerkbegeleiding aan het oudste meisje en lees boeken voor met wel zes kinderen op en rond
mijn schoot. Met de mama babbel ik over de gezinssituatie en de toekomstplannen. Maar eigenlijk is elk bezoek een nieuw vraagteken. Je weet niet wat de dag zal brengen.” Els groeide op in een gezin dat zich steeds inzette voor andere gezinnen in moeilijke situaties en kreeg zo de smaak van vrijwilligerswerk te pakken. Om dat dat niet altijd makkelijk te combineren is met studeren, zag ze in het buddyproject het ideale engagement. Het telt voor studenten mee als een keuzestage, wat wil zeggen dat ze in totaal 112,5 uur met het project moeten bezig zijn. “Ik heb bijna al die uren al gedaan, maar ik heb beslist om het gezin verder te blijven volgen. Ik heb het gevoel dat het zowel voor mijzelf als voor het gezin nog niet is afgerond.” Els vindt het dan ook helemaal niet erg dat het project vrijwillig is en ze er geen geld mee verdient. “Dat zijn dingen die je niet doet om geld te verdienen. Ik haal veel meer uit het gevoel dat ik iets kan betekenen voor het gezin.”
▪
Eddie -
SPEELS KLEDINGMERK EDDIE IS KLAAR OM DE WERELD TE VEROVEREN
“DE VOLGENDE STAP IS INTERNATIONAAL!” KASPER GOETHALS - FOTO’S WOUTER MAECKELBERGHE De drie jonge Gentse ondernemers Patrice Boone (25), Robbert Lescornez (25) en Benjamin De Mey (27) van het streetwarebedrijfje Eddie wandelen zich een weg naar de internationale top. Ze willen dat Eddie een platform wordt voor jong talent. “We moeten elkaar helpen. Iedereen met goede ideeën kan bij ons terecht.” TANK ging luisteren naar de Gentse spraakwatervallen en zag dat dromen geen bedrog hoeven te zijn. Een scherpe Gentse ochtendzon boort de drie onstuimige ondernemers van het kledingmerk Eddie in de ogen. Ze hebben weinig geslapen en veel gedronken de vorige nacht. “We hadden iets te vieren: we gaan internationaal. Maar daar vertellen we nog
niet te veel over.” Lescornez en De Mey verstoppen hun kleine oogjes achter Ray-Ban zonnebrillen. Boone is te laat. “Ik kon mijn zonnebril niet vinden! Ik heb een halfuur gezocht, daarom ben ik te laat”, lacht hij verontschuldigend. Het is tekenend voor hun persoonlijkheid. “We hangen soms het varken uit, maar de volgende dag staan we weer op met Eddie in ons hoofd. Work hard, play hard.” BOONE: “We komen van ver. Toen we in 2011 op café het idee kregen voor Eddie, zijn we onmiddellijk begonnen. Onze cafépraat bleef niet bij praten alleen. We gingen aan de slag.” LESCORNEZ: “Het begon allemaal heel basic, maar de mensen vonden het leuk.”
“DE WERELD IS ONS SPEELTERREIN. ONZE NAAM SLAAT OVERAL AAN” – ROBBERT LESCORNEZ
BOONE: “Ik ben beginnen te tekenen en heb de ontwerpen op T-shirts gefotoshopt. Eigenlijk heb je veel geld nodig om te ondernemen, maar als je dat niet hebt moet je creatief zijn. Als het er professioneel uitziet, wordt het vanzelf professioneler. Het verschil met vandaag kan niet groter zijn. We zijn begonnen met niets, maar nu gaan we vol voor kwaliteit en professionaliteit. Voor de ene oplage kijken we naar Portugal, voor de volgende dan weer naar China of Griekenland.” Studeerden jullie nog? BOONE: “Ik was de enige die nog studeerde. Ik deed Grafische en Digitale Media aan de Arteveldehogeschool, in Mariakerke.” Werd Eddie ondersteund door de school? BOONE: “Helemaal niet. Achteraf heeft Accio (een platform van de Arteveldehogeschool om ondernemen te stimuleren bij studenten, oud-studen
17
18
- Eddie
ten en medewerkers, nvdr.) ons wel gevraagd om te komen spreken. In Mariakerke werd er weinig gedaan rond ondernemen. Op de campus Kantienberg wordt dat volgens mij meer ondersteund.”
“WE HANGEN SOMS HET VARKEN UIT, MAAR DE VOLGENDE DAG STAAN WE WEER OP MET EDDIE IN ONS HOOFD” – PATRICE BOONE Hoe zijn jullie populair geworden? BOONE: “2011 was het begin van de populariteit van de Facebookpagina’s. Ik had dat gezien. In die periode gaf een eigen pagina een zeer professioneel gevoel. Iedereen wou er deel van uitmaken.” DE MEY: “Voor we het wisten, hadden we negenhonderd likes. Ondertussen zitten we aan meer dan 4000 fans.” LESCORNEZ: “Mensen vonden het leuk om te zien dat jonge gasten beginnen met hun eigen merk.” BOONE: “Als we dat nu opnieuw zouden doen, zouden we na drie jaar niet evenveel likes hebben als vandaag. Tegenwoordig maakt iedereen een pagina aan, er verschijnen er elke dag. Wij steken er werk in, we denken na. We kunnen wel het varken uithangen, maar er zit een denkmachine achter. Niets komt vanzelf.” LESCORNEZ: “Work hard, play hard, daar leven we naar. En een portie geluk natuurlijk, voor sommigen is het alleen work hard.” Had jullie grote netwerk er niets mee te maken? BOONE: “Natuurlijk wel. Ik draai als DJ in de grote clubs van Gent. Daar leer je wel mensen kennen. Ik kende de mensen in de scene en daardoor heeft ons merk zich snel verspreid.” LESCORNEZ: “In het uitgaansleven hebben we dat nogal gepusht. En aangezien we toch wel redelijk veel uitgaan (lacht), werkte dat wel.” BOONE: “We zijn begonnen met drie T-shirt en we liepen daarmee rond. In die tijd waren er nog men-
sen die merkjes begonnen, maar dat was vaak met Engels klinkende namen, Als je rondloopt met een Engelstalige naam, vraagt niemand zich af: ‘Wat is dat?’ Eddie is veel opvallender. We hebben ook samengewerkt met Rauw en Onbesproken (Gents hip-hopcollectief, nvdr.). Zij treden regelmatig op. Dat heeft ook veel geholpen in het begin.” Waar zijn jullie nu mee bezig? LESCORNEZ: “We hebben in april voor een week een pop-up boutique opengehouden.” BOONE: “Dat was een groot succes.” LESCORNEZ: “We hebben fotografe Norah Abu Bakr uitgenodigd. We hadden de ruimte toch, waarom zouden we die niet aanbieden om mensen hun ding te laten doen?” BOONE: “Er is veel volk op afgekomen. We gaan vaker mensen uitnodigen. Eddie Art Club is geboren. We willen onze ervaring delen en mensen vooruit helpen. We hebben een goede basis en willen daar zoveel mogelijk andere initiatieven aan koppelen. Als het past binnen ons kader, kunnen we onze volgers gebruiken om anderen mee te lanceren of verder te helpen. Zo kunnen ontstaat kruisbestuiving.” Wat brengt de toekomst? LESCORNEZ: “De wereld is ons terrein, onze speeltuin. De volgende stap is internationaal. Onze naam slaat overal aan.” BOONE: “Misschien ziet het er in de toekomst anders uit. Dat is ondernemen: jezelf constant in vraag stellen en heruitvinden. We gaan in elk geval buiten België. Daarvoor moet het typisch Gentse misschien een beetje verdwijnen, maar Gent blijft onze uitvalsbasis.”
▪
Hostels -
19
GOEDKOOP LOGEREN IN STIJL
JEUGDHOSTELS VEROVEREN GENT!
TEKST & FOTO’S: ELKE GILLIS
Na een zwaar nachtje in de Gentse Overpoort besluit je om je warme, zachte bed op te zoeken. Maar tijdens de uitvoering van je zwoele dance moves ben je de sleutel van je kot verloren. Die ene vriend neemt – al dan niet met opzet – zijn telefoon niet op, dus daar je roes gaan uitslapen, zal ook niet lukken. Geen nood, de Gentse hostels bieden hulp!
- EEN ONTWERP VAN GRAFFITIKUNSTENAAR BUE THE WARRIOR PRIJKT OP DE MUREN VAN DE VIJFPERSOONSKAMER KABA HOSTEL
KABA HOSTEL
In de Filip Van Arteveldestraat, vlak bij Gent-Zuid en het SintAnnaplein, bevindt zich het KaBa Hostel. Na een trektocht rond de wereld wilden Katrijn De Marez en Bart Gillisjans graag een jeugdhotel in Gent openen. In oktober vorig jaar werd hun droom werkelijkheid en opende KaBa Hostel de deuren. In het jeugdhotel kunnen 38 personen verblijven voor een prijs van minimaal 27 euro per nacht. KaBa Hostel is niet zomaar een jeugdhotel. Om zich te onderscheiden van andere, vaak duffe, jeugdherbergen, lieten De Marez en Gillisjans elke kamer
onder handen nemen door een kunstenaar. Om elke kamer een aparte identiteit te geven, sieren permanente werken van Gentse kunstenaars de muren. Zowel in de kamers als in de sanitaire ruimtes en de lounge kan je de prachtige muurtekeningen bewonderen. Zo prijkt het bekende vogeltje van graffitikunstenaar Bue The Warrior op de muren van de vijfpersoonskamer. Een van de grootste troeven van het KaBa Hostel is de keuken, waar de gasten samen hun eigen maaltijd kunnen koken. Bij mooi weer kan je ontspannen in de tuin met terras, wat vrij uniek is voor een jeugdhotel. Kortom: KaBa Hostel biedt alles waar een reizigershart naar verlangt.
HOSTEL 47
In de Blekerijstraat 47, op enkele minuten wandelen van het Baudelopark, vind je Hostel 47. Sinds juli 2009 baten boezemvrienden Youri Vueghs en Georg Minnebo het jeugdhotel uit aan de rand van het historische centrum van Gent. Ook zij beslisten na een reis rond de wereld dat Gent nood had aan een hostel. De kamers bieden plaats aan 34 gasten. Voor wie graag contact legt met reizigers van andere nationaliteiten, is dit hostel de perfecte uitvalbasis. In Hostel 47 verblijven namelijk vooral buitenlanders. Het pand telt tien knap ingerichte kamers voor twee tot acht personen. De prijzen gaan van 21 tot 33 euro en zijn met ontbijt en internet inbegrepen. De slogan van Hostel 47, ‘goedkoop logeren in stijl’,
– DE SLOGAN ‘GOEDKOOP LOGEREN IN STIJL’ KLOPT OVER DE HELE LIJN HOSTEL 47
20
- Hostels
EVERY TRAVELLER IS A FRIEND
Op 20 juni 2014 opent het splinternieuwe Backstay Hostel in de Sint-Pietersnieuwstraat, in de voormalige redactielokalen van Dagblad Vooruit. Na de stopzetting van het dagblad werd het pand omgevormd tot Backstage, een Gents cultuurhuis. Onder die naam is het pand bij de meeste mensen tot op vandaag nog steeds bekend. Het Backstay Hostel zal een capaciteit hebben van 108 bedden en zal daarmee één van de grootste hostels van Gent worden.
klopt over de hele lijn. Het hostel is low budget maar heeft veel faciliteiten. Zo krijg je gratis ontbijt, internet en linnen. Handdoeken zijn beschikbaar aan een euro en in de vijfpersoonskamers staan dubbele bedden. De gemeenschappelijke ruimtes – de zitkamer, keuken en badkamers – zijn smaakvol en comfortabel, maar vooral strak ingericht. Wie houdt van een modern en fris interieur, vindt in Hostel 47 de perfecte verblijfplaats.
HOSTEL UPPELINK
Wil je liever in het hart van het historische centrum logeren? Dan is Hostel Uppelink precies wat je zoekt. Hostel Uppelink ligt aan de Sint-Michielsbrug en is gevestigd in een historisch beschermd pand waar jarenlang het restaurant Graaf van Egmond huisde. Seppe Vandeweerdt opende het unieke jeugdhotel twee jaar geleden samen met zijn vriendin. Overnachten in Hostel Uppelink kan vanaf 24 euro per nacht, internet, ontbijt en linnen inbegrepen. Uppelink heeft twaalf kamers, waarvan enkele een prachtig uitzicht hebben op de Gentse binnenwateren.
– HET KARAKTERVOLLE PAND DOET MENING MAN WEGDROMEN HOSTEL UPPELINK
Volgens zaakvoerder Vandeweerdt was de grootste uitdaging een naam bedenken voor het hostel. Vandeweerdt, zelf afkomstig uit Vlaams-Brabant, en zijn partner kozen voor het woord ‘uppelink’. Uppelink is oud-Brabants voor hoofdkussen. “Het is niet zomaar een hoofdkussen zoals we het nu kennen. Het was te groot voor één persoon, maar te klein voor twee personen. Je kan het vergelijken met een twijfelaar, maar dan in kussenformaat”, verklaart Vandeweerdt.
Hostel Uppelink ontvangt een breed publiek, maar de gemiddelde leeftijd van de gasten is 23 jaar. Ook staan de deuren sinds kort open groepen lagereschoolkinderen. De grootste kwaliteit van het jeugdhotel is de locatie. Als je de deur uitgaat, sta je onmiddellijk op de Korenmarkt, pal in het centrum van Gent. Maar ook het geschiedkundig karakter van het pand doet menig man wegdromen. Hostel Uppelink is een aanrader voor iedereen die graag in het historische centrum logeert en wil wegdromen in een karaktervol pand
▪
Satire -
SATIRE
HET MYSTERIE ONTRAFELD: HET GEBARSTEN RAAM AAN DE KANTIENE - KIM LANNOO
U hebt het zich waarschijnlijk ook al eens afgevraagd: hoe is de befaamde barst in het raam aan de Kantiene in godsnaam tot stand gekomen? Al jaren doen verschillende mysterieuze verhalen –die al dan niet gepaard gaan met de nodige nattevingeranalyses- de ronde in onze welbekende wandelgangen. De juiste oplossing laat echter nog altijd op zich wachten.
Tot enkele weken geleden. Via een succesvolle operatie van de DKA (Departement Kantienbergse Afluisterpraktijken) zijn enkele studenten erachter gekomen dat de schoonmaakploeg een hoofdrol speelt in de hele zaak. In het bijzonder de 53-jarige Sonja Bastiaens, voormalig schoonmaakster in de Kantienbergcampus en momenteel een (mentaal) gebroken huisvrouw. We zochten haar op en lieten ons onderdompelen in haar schrijnend verhaal. “Als ik me niet vergis gebeurde het incident op 13 november 2009, een vrijdag nota bene. Ik was zoals gewoonlijk de gangen rond de Mediatheek en Kantiene aan het stofzuigen tot plots I want to break free van Queen door de oortjes van mijn MP3-speler weerklonk. Mijn lievelingsnummer. Ik liet me van mijn swingendste kant zien, met alle gevolgen vandien. Mijn adrenalinepeil schoot de hoogte in, ik zwierde met mijn handen in de lucht, liet de stofzuigersteel vrij knullig uit mijn handen glippen en… daar was de barst. Ik stond perplex.”
‘DEN BARST’
“Sindsdien ben ik het grootste slachtoffer van mobbing dat de Arteveldehogeschool ooit heeft gekend.” Bastiaens barst in tranen uit. “De pesterijen begonnen vrij onschuldig, al kwamen ze mentaal meteen hard aan. Wat wil je ook, als je plotseling door je collega’s wordt aangesproken als ‘Sonja Barstiaens’, of ‘Den Barst’. Het bracht zoveel onnodige stress met zich mee, dat ik per abuis ook andere zaken naar de knoppen begon te helpen. Glazen in de Kantiene, monitors in de Mediatheek, MijnDinar, … Ik kon niks meer goed doen. Ondertussen bleven mijn collega’s me voor schut zetten
met allerlei dwaze grappen die op de een of andere manier met glas te maken hadden.” “Twee jaar lang liet ik het begaan. De emmer liep uiteindelijk over toen iemand me vertelde dat ik professionele hulp nodig had, en me het telefoon-
“IEMAND ZEI ME DAT IK PROFESSIONELE HULP NODIG HAD, EN GAF ME HET NUMMER VAN CARGLASS” nummer van Carglass overhandigde. Amper enkele minuten later nam ik ontslag.” Ook nu nog zijn er een handvol van Bastiaens pesters aan het werk in de campus Kantienberg, aldus de DKA. De directie heeft al laten weten dat het de zaak zal onderzoeken naar aanleiding van de aankomende hervormingsplannen en er een prioriteit van maakt om voor eens en altijd klaarte te scheppen in het dossier. Het wordt nog een interessante zomer.
▪
21
22
- Lector onder de loep
LECTOR ONDER DE LOEP: NADINE COLLEMAN
“MIJN MAN IS JALOERS OP MIJN JOB” - TANITA DE MEY
Netjes uitgedost, met een brede glimlach en haar iPhone bij de hand: zo vertrekt Nadine Colleman, lector Engels in de opleiding Journalistiek, elke dag richting de Arteveldehogeschool. Terwijl de meesten half slapend achter hun stuur hangen, zingt zij luidkeels mee met haar ‘powersongs’. Ze is een vat vol energie van ‘s ochtends tot ’s avonds. “Het enige wat ik echt nodig heb, is slaap”, zegt Colleman. “Als lector kan ik mijn passie voor Engels combineren met mijn passie voor mensen. Dat zorgt ervoor dat ik al jaren goedgezind naar het werk ga.”
“ENGELS IS EEN TAAL DIE VAAK WORDT ONDERSCHAT DOOR DE STUDENTEN” Colleman: “Ik neem veel energie over van de studenten. Het is een beetje een wisselwerking. Ik ga elke dag met de glimlach werken, omdat ik iets doe wat ik heel graag doe. Mijn man heeft een goede job in de privésector, maar is jaloers wanneer ik vertel over mijn werkdagen.” U hebt een zachte manier van lesgeven, is dat een bewuste keuze? “Inderdaad, ik vind dat de beste manier van lesgeven. Het is iets waar ik in geloof. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat iemand die zich op zijn gemak voelt in mijn les, de leerstof maximaal zal opnemen.” Wat vindt u van het niveau Engels van de gemiddelde student? “Het niveau is oké, maar het lijkt wel alsof de grammaticale kennis er enorm op achteruitgegaan is. Dat ligt jammer genoeg aan de lessen Engels in het secundair onderwijs. Een ander probleem is dat het een taal is die vaak onderschat wordt door studenten.”
WHAT IF?
Wat is voor u de ideale ontspanning? “Een halfuurtje of een uurtje sociale media als Pinterest en Twitter afschuimen, ontspant me wel. Het zou eigenlijk niet mogen, maar stiekem ben ik er wel een beetje verslaafd aan. Koken doe ik ook enorm graag, net als autorijden.” Mocht u geen lector zijn, wat zou u dan doen? “Dan zou ik graag werken op de redactie van een maandblad. Het liefst zou ik iets met lifestyle en mode, of auto’s doen. Ik houd enorm veel van auto’s en ken heel wat types. Tot frustratie van sommige mannen. En van sommige vrouwen (lacht). Begrijp me niet verkeerd, Engels is en blijft mijn passie en ik doe mijn job enorm graag, maar ik denk dat iedereen zichzelf wel eens de vraag stelt: ‘What if?’”
▪
Column -
MIJMER
23
- ARTHUR DE ZUTTER
Het schooljaar zit er alweer op. In september stapte ik de aula binnen voor mijn eerste les van het jaar, niet veel later was het juni en zat ik er een examen in te vullen. En dat voor het derde jaar op rij! De tijd raast tegenwoordig zo snel voorbij dat het lijkt alsof hij op de vlucht is voor iemand. Ik heb bijna geen tijd meer om gezellig rond te kijken en van het landschap te genieten. Het enige wat ik zie, zijn wazige strepen. Die snelheid kan in België echt niet ongestraft blijven, met al die flitspalen. Toen ik nog een klein Arthurtje was, vertelde mijn leerkracht van het vijfde leerjaar me dat tijd sneller gaat naarmate je ouder wordt. Ik vond het veruit het belachelijkste idee dat ik ooit had gehoord. “Doe niet zo raar, meester. Met je gekke theorieën ook altijd. Een minuut zal altijd zestig seconden duren hé, dat verandert niet meer! Vertel me liever waarom ik maar zeven op tien heb op mijn laatste toets. Zo weinig!” Al bij al moet ik ondertussen toegeven dat mijn meester natuurlijk gelijk had. Het aantal seconden dat in een minuut kan blijft ongewijzigd, maar je hebt op je twintigste vijftien keer zoveel aan je hoofd als op je tiende. En het zal de komende jaren alleen nog maar erger worden, vrees ik. Maar kunnen jullie me mijn fout kwalijk nemen, beste lezers-generatiegenoten? Het waren immers simpelere tijden toen, tijden van Pokémon en Jommeke, van flippo’s bij de chips en van ‘ik spring-spring-spring de wereld in’. We waren kinderen en leefden allemaal zonder veel zorgen in de waan van het moment. De gedachte dat het ooit anders zou zijn, dat het leven moeilijker zou worden en wij minder goedlachs, kwam niet in ons op. Of werd de zandbak in gebagatelliseerd.
“HET LEVEN VOELT VOOR VEEL MENSEN AAN ALS EEN TRAGIKOMEDIE WAAR DE SAAIE STUKKEN NIET ZIJN UITGEMONTEERD”
Iets maar ten volle kunnen appreciëren wanneer het weg is en nooit meer terugkomt, het is de vloek van het ouder worden. Het is een van de vele redenen waarom het leven voor veel mensen aanvoelt als een tragikomedie waar de saaie stukken niet zijn uitgemonteerd. We werden ons immers pas bewust van de schoonheid van de lagere schoolperiode toen we al in het middelbaar zaten, niet? Eenmaal examens, jeugdpuistjes en existentiële crisissen ons leven waren binnengevallen, begon het ons te dagen dat we te weinig geprofiteerd hadden in onze kindertijd. Maar wat wij toen nog niet wisten, was dat onze humaniorajaren –oh ironie- eigenlijk ook simpelere tijden waren. Oké, omgaan met een veranderend lichaam was lastig, maar een examen had je meestal in een dag geleerd en een les duurde slechts 50 minuten. Wat een oase van rust vergeleken met de eindwerken en vuistdikke cursussen in het hoger onderwijs.
Ik heb mijn lesje ondertussen geleerd. Er valt altijd wat te zeuren. Belangrijker is om elke seconde te koesteren. Anders mis je te veel. Tijd is nu eenmaal iets wat voorbij raast
▪
SCHRIJF MEE AAN TANK!
TANK is steeds op zoek naar enthousiaste en gemotiveerde studenten die willen meewerken aan het beste studentenblad van de campus Kantienberg. Wilt u, samen met onze fantastische redactie, uw schrijf- of fotografietalent wat bijschaven en tentoonspreiden? Stuur vrijblijvend een mailtje naar tankredactie@gmail.com en wie weet staat uw naam straks in dit fijne magazine! Het laatste nieuws over TANK vindt u op: Twitter: @MagazineTANK Facebook: TANK Magazine Onze blog: tankschrijft.wordpress.com